MUSEA BRUGGE BELEIDSPLAN 2009-2014
Missie Musea Brugge creëert een hoogwaardige omgeving voor cultuurhistorisch erfgoed waarin mensen met uiteenlopende achtergronden kunnen ontdekken en genieten, leren en ontspannen. Het realiseert deze missie via de ontwikkeling, de bewaring, het onderzoek en de presentatie van de Collectie Brugge, een belangrijk deel van het cultuurhistorische erfgoed van de Stad Brugge. De uitvoering van deze kerntaken verloopt via de centrale structuur Musea Brugge en via drie unieke en complementaire museumentiteiten: Bruggemuseum, dat samen met Raakvlak en Erfgoedcel Brugge een forum voor geïntegreerde erfgoedpraktijk ontwikkelt, Groeningemuseum en Hospitaalmuseum. Als prominente speler met internationale uitstraling wil Musea Brugge een motor zijn voor de verdere culturele ontwikkeling op lokaal, regionaal en nationaal vlak.
Waarden 1. Kwaliteit Musea Brugge streeft altijd en overal naar de hoogste kwaliteit. 2. Generositeit Menselijkheid en respect staan centraal. Musea Brugge streeft in zijn hele werking naar een klantvriendelijke dienstverlening. 3. Creativiteit Creativiteit en openheid zijn drijvende krachten. Musea Brugge laat zich door mensen inspireren en wil zelf ook mensen inspireren. 4. Integriteit Musea Brugge gebruikt zijn middelen op ethische wijze, met respect voor de deontologie. 5. Dynamiek Musea Brugge anticipeert op nieuwe maatschappelijke en culturele tendensen. 6. Diversiteit Diversiteit verrijkt. Musea Brugge integreert het principe in zijn hele werking.
Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Pagina 2
1. De collectie Verzamelen, bewaren, onderzoeken, presenteren Musea Brugge beheert de Collectie Brugge. Dat is een deel van het cultuurhistorische erfgoed van de Stad Brugge, met name het museale gedeelte en enkele cultuurhistorische gebouwen en sites. De Collectie Brugge bestaat uit roerend, onroerend en immaterieel erfgoed en is grotendeels eigendom van de stad; op twee locaties toont Musea Brugge de collectie van het OCMW-Brugge. Musea Brugge heeft vier kerntaken: de Collectie Brugge ontwikkelen, onderzoeken en voor de toekomst bewaren, en haar op een verantwoorde, boeiende, informatieve en onderbouwde manier aan het publiek tonen. Musea Brugge organiseert, coördineert of stimuleert deze vier kerntaken. Door de gecentraliseerde werkwijze zijn de beschikbare mensen en middelen maximaal inzetbaar.
1. Collectiebeleid Doelstelling Het collectiebeleid voor de Musea Brugge bepalen, met aandacht voor de complementariteit van de drie museumgroepen, de fysieke mogelijkheden en de lokale, regionale en nationale culturele omgeving. Actie 1 Een collectieplan voor de Collectie Brugge opstellen, dat van de collecties van de museumgroepen vertrekt, die op elkaar afstemt en ook rekening houdt met de ruimere context van onder meer de Vlaamse Kunstcollectie, de Collectie Vlaanderen en de ontwikkeling van de stadshistorische musea in Vlaanderen. Actie 2 Aan het collectieplan een verwervingsbeleid koppelen en de mogelijkheden tot afstoting (‘decollectioneren’) onderzoeken. Actie 3 Bij afstoting de absolute voorkeur geven aan andere musea en erfgoedinstellingen. Actie 4 Een strategie ontwikkelen om particuliere eigenaars te benaderen met het oog op legaten, schenkingen en langdurige bruiklenen.
2. Behoud en beheer Doelstelling De Collectie Brugge met de grootste zorg behandelen, zowel achter de schermen als bij de presentatie. Actie 1 Een goed uitgerust centraal restauratieatelier ontwikkelen. Actie 2 Een centrale afdeling Collectie en Documentatie ontwikkelen, waarbij Collectie voor de volledige Collectie Brugge verantwoordelijk is en zich op hetzelfde niveau bevindt als de museumgroepen.
Actie 3 Eerder preventief dan curatief optreden en daarom de fysieke bewaring van de collectie regelmatig nakijken en de schriftelijke rapportage archiveren voor referentie en toekomstig onderzoek.
Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Pagina 3
Actie 4 Via de afdeling Collectie nauw overleggen met andere musea en gespecialiseerde instellingen. Actie 5 Een dekkende registratie en standplaatsregistratie voor de Collectie Brugge opmaken en bijhouden.
Figuur 1: Restauratieatelier voor schilderijen, © Frederik vercruysse
Actie 6 Een depot voor schilderkunst, beeldhouwkunst en toegepaste kunst inrichten volgens de hoogste standaard van beveiliging en klimaatregeling. Actie 7 In samenwerking met de afdeling Documentatie een depot inrichten voor de collectie prenten en tekeningen en een studiezaal om deze te consulteren. Actie 8 Het regionaal erfgoeddepot BruggemuseumPakhuizen inrichten en zijn werking ontwikkelen in samenspraak met de Provincie WestVlaanderen. Actie 9 Procedures voor de verplaatsing van objecten vastleggen in samenspraak met de afdeling Collectie en Documentatie.
Figuur 2: Regionaal Erfgoeddepot in wording, Bruggemuseum - site Pakhuizen, © Musea Brugge
Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Pagina 4
3. Onderzoek Doelstelling De Collectie Brugge wetenschappelijk onderzoeken, zowel intern als extern. Actie 1 De wetenschappelijke staf stimuleren tot onderzoek van onderdelen van de collectie en hen een platform geven om de resultaten te presenteren. Actie 2 Een centrale afdeling Collectie en Documentatie ontwikkelen, waarbij Documentatie de collectie documenteert via de centrale museumbibliotheek, die ook ondersteuning biedt voor wetenschappelijk onderzoek, zakelijk beleid en archiefbeheer. Actie 3 Een uitnodigende omgeving creëren voor externe onderzoekers. Actie 4 De wetenschappelijke staf laten meewerken in nationale en internationale netwerken die Musea Brugge ten goede komen. Actie 5 Samenwerkingsverbanden opbouwen met onderzoekscentra en universiteiten, zowel voor collectieonderzoek als voor zakelijk museumbeheer. Actie 6 De museumbibliotheek, onderdeel van de afdeling Collectie en Documentatie, op een publieks- en onderzoeksvriendelijke manier huisvesten en uitrusten. Actie 7 De museumbibliotheek toegankelijker maken door haar digitaal te ontsluiten op het internet/intranet. Actie 8 De museumbibliotheek ter beschikking stellen van zowel museummedewerkers als externe onderzoekers. Actie 9 Een documentalist/archivaris aanstellen die het museum- en tentoonstellingsarchief beheert, klasseert en ontsluit voor intern gebruik, en op aanvraag en na overleg ook voor externe gebruikers. Figuur 3: Bezoekers bij de opgegraven grafkelders en de praalgraven van Maria Van Bourgondië en Karel de Stoute
Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Pagina 5
4. Presentatie Doelstelling 1 De Collectie Brugge aan het publiek presenteren met de bedoeling de waarde en relevantie van de objecten en hun context te verduidelijken. Actie 1 Publiek en collectie met elkaar in contact brengen via tijdelijke en permanente tentoonstellingen en daarbij de intrinsieke culturele, historische en esthetische waarde en relevantie van de collectie als uitgangspunt nemen. Actie 2 Presentaties en activiteiten concentreren rond de onderwerpen en thema’s waarin Musea Brugge sterk is, in de eigen museumlocaties, en samenwerken met externe partners voor de aspecten waarin het zelf niet sterk genoeg is, zoals bij Kantlijnen. Actie 3 Bij de programmering van tentoonstellingen en activiteiten een spreiding over het hele jaar nastreven en een evenwicht tussen de museumgroepen, tussen inhoudelijke en cultuurtoeristische motieven, tussen tijdelijke en permanente tentoonstellingen. Actie 4 Bij de programmering van tentoonstellingen en activiteiten de onderlinge complementariteit van het Brugge-, Groeninge-, en Hospitaalmuseum versterken en inspelen op het Brugse en Vlaamse culturele landschap. Actie 5 Als Musea Brugge overkoepelende activiteiten organiseren en coördineren, zoals een grote cultuurhistorische tentoonstelling als trekker van het vijfjaarlijkse culturele stadsfestival, en laagdrempelige evenementen zoals Kantlijnen.
Actie 6 Het investeringsdossier voorbereiden voor een afzonderlijke tentoonstellingsruimte voor de grootste tentoonstellingen van Musea Brugge en het project in de volgende legislatuur aan het stadsbestuur voorstellen. Figuur 4: Neoclassicisme in het Groeningemuseum © Wolf & Wolf
Actie 7 Bij tentoonstellingen steeds objecten, gebouwen en publiek respecteren.
Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Pagina 6
Doelstelling 2 De zichtbaarheid en uitstraling van de Collectie Brugge nog vergroten via een optimale en zinvolle collectiemobiliteit, zowel tussen de locaties van Musea Brugge onderling als tussen Musea Brugge en externe instellingen. Actie 1 Een beleid voor collectiemobiliteit ontwikkelen met randvoorwaarden en minimumnormen voor transport en art-handling. Actie 2 Zowel langdurige bruiklenen als bruiklenen voor tijdelijke tentoonstellingen mogelijk maken. Actie 3 De zinvolle mobiliteit van werken binnen Musea Brugge verhogen. Actie 4 De logistiek en organisatie van het bruikleenverkeer en de bruikleenadministratie centraliseren in de afdeling Collectie en Documentatie. Actie 5 Objectregistratie koppelen aan de mogelijkheden van collectiemobiliteit: van elk object de minimumvereisten voor presentatie in kaart brengen. Actie 6 Meewerken in nationale en internationale netwerken die tijdelijke tentoonstellingen en onderzoek organiseren in alle verzamelgebieden van de Collectie Brugge. Actie 7 Aansluiten bij de ontwikkelingen van de Vlaamse Kunstcollectie in verband met collectiemobiliteit, staatsgarantie, verzekeringen. Doelstelling 3 Onroerend en immaterieel erfgoed actief bij de werking van Musea Brugge betrekken. Actie 1 Samenwerken met de Erfgoedcel Brugge als partner voor het immateriële verhaal door haar te ondersteunen en bij projecten te betrekken. Actie 2 De sfeer en functie (religieus, officieel, …) van gebouwen en sites respecteren. Actie 3 Via het forum voor geïntegreerde erfgoedpraktijk, een synergie tussen Bruggemuseum, Erfgoedcel Brugge en Raakvlak, de integratie van roerend, onroerend en immaterieel erfgoed realiseren. Figuur 5: Monument met inhoud, het middeleeuwse Sint-Janshospitaal, © Wolf & Wolf
Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Pagina 7
Doelstelling 4 Het eigentijdse karakter van Musea Brugge benadrukken door aansluiting te zoeken bij de actuele kunst. Actie 1 Presentaties met actuele kunst organiseren die Brugge op de kaart zetten als stad voor actuele kunst, met als sterke troeven de confrontatie met de cultuurhistorische collecties en met de stad zelf.
Figuur 6: Tuin van het Guido Gezellemuseum met de schoenen van Fabre's De Man die Vuur Geeft, © Musea Brugge
Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Pagina 8
Actie 2 Het beleid van de cultuurbeleidscoördinator rond actuele kunst als een instrument voor een eigentijdse cultuurstad actief ondersteunen. Actie 3 Een coherent beleid rond actuele kunst ontwikkelen, zowel in de musea als daarbuiten, en dat afstemmen op de programmering van de cultuurbeleidscoördinator en het Cultuurcentrum Brugge en op de Gentse en Oostendse museale ontwikkelingen op het vlak van actuele kunst. Actie 4 Voorstellen formuleren om actuele kunst van internationaal niveau aan te kopen en in de Brugse binnenstad te integreren, zoals het werk van Giuseppe Penone voor de Site Oud SintJan. Actie 5 Zowel regionale als beginnende binnen- en buitenlandse kunstenaars een platform geven, in samenwerking met het Cultuurcentrum Brugge. Actie 6 Streven naar een permanente presentatie van actuele kunst in de Brugse binnenstad. Actie 7 Verzamelaars benaderen om werken in bruikleen te krijgen, vooral vanuit de wetenschap dat enkele toonaangevende verzamelaars in een straal van 50 kilometer rond Brugge wonen. Actie 8 Randvoorwaarden scheppen om toonaangevende verzamelaars van actuele kunst tot bruiklenen te bewegen, zoals sterke programmering, goede tentoonstellingsfaciliteiten en een duidelijke visie. Actie 9 Actuele kunstenaars vragen om presentaties te maken met delen van de Collectie Brugge. Actie 10 Baanbrekende en spraakmakende creatieopdrachten voor Forum+ organiseren, aansluitend bij de werking van het Concertgebouw.
Figuur 7: Rik Poot in Forum+, © Wolf & Wolf
Actie 11 Interventies van hedendaagse kunstenaars in de museumruimtes grondig evalueren: vroeger was het verschil met de hoge kwaliteit van de oude schilderkunst te groot.
Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Pagina 9
Doelstelling 5 Het maatschappelijk draagvlak van Musea Brugge nog verbreden via sociaal-artistieke projecten. Actie Sociaal-artistieke projecten, zoals kunstproductie door kansengroepen (Kunstetalage), voortzetten en uitbreiden naar andere stadswijken, in samenwerking met Klein Verhaal en Brugge Plus.
Figuur 8: Kunstetalage, Jeanal, New Orleans Jazz, ©Musea Brugge, Griet Teetaert
Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Pagina 10
2. Het publiek Respecteren, informeren, verleiden, onthalen Musea Brugge informeert, verleidt en onthaalt het publiek met respect. Het streeft in al zijn geledingen naar een integrale klantvriendelijke dienstverlening, van het eerste tot het laatste contact, van de eerste muisklik vóór het museumbezoek tot het zoeken naar meer informatie na het museumbezoek. De klant is niet alleen de museumbezoeker maar elk persoon buiten de musea die op de een of andere manier met de collectie en organisatie van Musea Brugge in aanraking komt, bijvoorbeeld de bezoeker van de museumshops, eigenaars van kunstwerken, schenkers en bruikleengevers, bedrijven, overheden, collega’s van andere musea, de vzw Vrienden van de Stedelijke Musea Brugge, de kunst- en cultuurwereld in het algemeen. Musea Brugge organiseert en coördineert de klantvriendelijke dienstverlening, vooral via de afdeling Marketing en Communicatie, in samenspraak met de museumgroepen. Door de gecentraliseerde werkwijze zijn de beschikbare mensen en middelen maximaal inzetbaar.
1. Klantvriendelijkheid Doelstelling Een integrale klantvriendelijke dienstverlening nastreven. Actie 1 Het publiek met respect begeleiden (informeren, verleiden, onthalen) voor, tijdens en na het bezoek, van het eerste tot het laatste contact, van de eerste muisklik op zoek naar informatie over de openingsuren tot het zoeken naar achtergrondinformatie over een interessant aspect van het afgelopen museumbezoek. Figuur 9: Kassier met klanten in het Guido Gezellemuseum © Musea Brugge
Actie 2 Het voltallige museumpersoneel gevoelig maken voor deze integrale klantvriendelijke dienstverlening en die aanpak inpassen in de bedrijfscultuur van Musea Brugge. Actie 3 Diversiteit als verrijkend principe in de werking van Musea Brugge integreren en daarom het publiek in duidelijke, welomschreven doelgroepen verdelen en voor elke doelgroep een geschikte begeleiding ontwikkelen en toepassen op basis van markt- en publieksonderzoek. Actie 4 De integrale klantvriendelijke dienstverlening coördineren vanuit de afdeling Marketing en Communicatie, in structureel overleg met de directie en de museumgroepen, onder meer via een voor het publiek herkenbaar stramien in het jaarprogramma. Actie 5 De positie van de afdeling Marketing en Communicatie versterken als instrument voor een klantgerichte dienstverlening. Actie 6 Het markt- en publieksonderzoek voortzetten, zowel kwantitatief als kwalitatief, onder meer via enquêtes, de analyse van kassagegevens en reacties van pers, bezoekers en medewerkers.
Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Pagina 11
Actie 7 Op nieuwe trends anticiperen via onder meer proefprojecten en het bijwonen van binnen- en buitenlandse studiedagen en colloquia. Actie 8 Een marketing- en communicatieplan opmaken voor de hele organisatie, met aandacht voor elk segment van publiek en media, met aandacht voor zowel het geheel van de Musea Brugge als voor de verschillende onderdelen (museumgroepen, Erfgoedcel Brugge en Raakvlak).
2. Communicatie Doelstelling Een zo ruim mogelijk publiek informeren over Musea Brugge, zowel spontaan als reactief (externe publiekswerking). Actie 1 Via de afdeling Marketing & Communicatie spontaan correcte en heldere informatie verspreiden over de collectie (collectiebeleid, behoud en beheer, wetenschappelijk onderzoek, permanente en tijdelijke tentoonstellingen) en de organisatie (openingsuren, toegangsprijzen, locaties, structuur Musea Brugge).
Figuur 10: Persconferentie in de Vriendenzaal van Musea Brugge, © Musea Brugge
Actie 2 De informatie frequent, snel en langs zoveel mogelijk kanalen verspreiden, onder meer via geschreven en audiovisuele pers, internet, multimedia-toepassingen, reclameboodschappen, folders, zaalteksten en bijschriften in de musea, catalogi en andere eigen publicaties, publicaties van derden (toeristische diensten, uitgeverijen van reisgidsen, reisorganisaties ...), lezingen, rondleidingen, signalisatie in en rond de musea (zie ook 4. Onthaal), toeristische medewerkers in Brugge.
Actie 3 De informatie aan de verschillende doelgroepen aanpassen en daarom in verschillende versies (talen, stijlen ...) aanbieden. Actie 4 Contacten onderhouden met prominente leden van de pers en opiniemakers. Actie 5 De structuur van de organisatie en het profiel van haar geledingen duidelijk zichtbaar maken (de ‘totale ervaring’ van Musea Brugge, de eigenheid van de museumgroepen), onder meer via de bewaking van de toepassing van de huisstijl. Actie 6 De corporate identity van Musea Brugge als formele beleidsentiteit benadrukken, als een structuur die de drie museumgroepen overstijgt en hun werking op elkaar afstemt, als een
Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Pagina 12
aanspreekpunt voor het beleidsmatig netwerken, voor de stakeholders en de internationale spelers. Actie 7 Duidelijk zichtbaar maken wie wat waar en voor wie organiseert, en hoe de organisator in het geheel van Musea Brugge past. Actie 8 Een onderzoek opstarten om een website te ontwikkelen die het publiek op een interactieve manier informeert over de collectie en de organisatie van Musea Brugge. Actie 9 Via de hele organisatie correcte en heldere informatie verstrekken, binnen een redelijke termijn, als antwoord op specifieke vragen vanuit het publiek, over de collectie en de organisatie, maar ook op vragen van onder meer eigenaars van kunstwerken, leveranciers, overheden, externe onderzoekers, stagiairs. Actie 10 De antwoorden op vragen vanuit het publiek bijhouden en archiveren. Actie 11 Onder meer via de deontologische code van ICOM vermijden dat informatie over de collectie door derden misbruikt wordt voor commerciële doeleinden.
3. Marketing Doelstelling Een zo ruim mogelijk publiek ertoe verleiden de Collectie Brugge te bezoeken (externe publiekswerking). Actie 1 Via de afdeling Marketing en Communicatie, de werkgroep publiekswerking van de museumgroepen en de directie promotionele initiatieven ontwikkelen, onder meer de productie en verspreiding van gedrukte en elektronische reclame, de organisatie van events, de voorbereiding van een interactieve website. Actie 2 Bij de promotie voorrang geven aan de permanente tentoonstellingen, bij tijdelijke tentoonstellingen de complementariteit aan de vaste collectie benadrukken. Actie 3 Bij de ticketing en het prijsbeleid diverse formules aanbieden, onder meer voor de cultuurtoerist, de toevallige (eenmalige) bezoeker, de congresganger, de congresorganisator, de horeca en Toerisme Brugge. Actie 4 Bij de programmering van tentoonstellingen en activiteiten aandacht hebben voor de diverse doelgroepen (zoals cultuurtoeristen, dagtoeristen, Bruggelingen en regiobewoners). Actie 5 Tentoonstellingen en activiteiten ontwikkelen, zoals Museumnocturnes, Tournée Muséale, Museumhotel en Museummenu, om specifieke doelgroepen aan te trekken.
4. Onthaal Doelstelling Het publiek dat de Collectie Brugge bezoekt op een klantvriendelijke manier onthalen (interne publiekswerking). Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Pagina 13
Actie 1 De klant zo vroeg en zo sterk mogelijk begeleiden bij zijn bezoek aan de Collectie Brugge opdat hij een coherent verhaal krijgt, onder meer met duidelijke signalisatie in en rond de musea en in de stad, duidelijke informatie over de collectie (permanente en tijdelijke tentoonstellingen) en de organisatie (openingsuren, toegangsprijzen, locaties, structuur Musea Brugge), assistentie door het bewakingspersoneel, voldoende rustplaatsen en toiletten. Actie 2 Rekening houden met de beperkingen van sommige bezoekers en indien nodig hen een aangepast parcours en aangepaste begeleiding aanbieden.
Actie 3 Activiteiten ontwikkelen die de participatie van kansengroepen bevorderen, in samenwerking met organisaties van kansengroepen. Figuur 11: Museummenu Sint Siroop, © Musea Brugge
Actie 4 Meewerken aan de uitbouw van een professionele pool van gidsen voor de Collectie Brugge, zowel voor de permanente als tijdelijke tentoonstellingen.
Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Pagina 14
3. De organisatie Beheren, beveiligen, opvolgen, stimuleren, bijsturen Musea Brugge is een structuur die de museumgroepen overstijgt. Ze is verantwoordelijk voor de volledige zakelijke werking van de organisatie en maakt zo haar inhoudelijke werking mogelijk. Musea Brugge is verantwoordelijk voor het beheer van de collectie en de publieke dienstverlening (hoofdstukken 1 en 2), en organiseert en coördineert ook de financiële, logistieke en administratieve ondersteuning, het personeelsbeheer en de kwaliteitszorg. Door de gecentraliseerde werkwijze zijn de beschikbare mensen en middelen maximaal inzetbaar. Het personeel valt onder het stedelijke bestuur, de zakelijke leiding van Musea Brugge legt eigen accenten via het organogram en zijn invulling.
1. Financieel beheer Doelstelling 1 Een gecentraliseerd, modern financieel beheer met meer eigen financiële verantwoordelijkheid nastreven, zodat Musea Brugge efficiënt en met slagkracht kan optreden en aantrekkelijk is voor sponsors en culturele partners. Actie 1 Met het stadsbestuur zoeken naar slagvaardige financiële werking. Actie 2 Streven naar boekhoudkundige expertise binnen de personeelsformatie van Musea Brugge. Doelstelling 2 Toekomstige projecten en aankopen veiligstellen door nu al middelen te plannen. Actie 1 Bij het stadsbestuur pleiten voor de meerjarenbegroting als basis voor een engagement en een evenwichtige werking op middellange en lange termijn. Actie 2 Tentoonstellingen, activiteiten en investeringen over verschillende jaren laten spreiden in de stadsbegroting. Actie 3 De inkomsten van de ticketverkoop in het Museale Investeringsfonds storten en dat fonds zo ruim mogelijk gebruiken om een actief collectiebeleid (aankopen) te voeren. Doelstelling 3 De financiële basis van de Musea Brugge verankeren en versterken. Actie 1 Ticketing voor permanente en tijdelijke tentoonstellingen organiseren. Actie 2 In de conceptfase van elk project het publieksbereik, de kosten en baten ramen, en dit afwegen tegen het inhoudelijke belang. Actie 3 Diensten (zoals verhuur van museumruimtes) en goederen (zoals merchandising) aanbieden, op voorwaarde dat er een rechtstreekse band is met de collectie en organisatie. Actie 4 Een coherente visie ontwikkelen die een consequente behandeling mogelijk maakt van aanvragen van derden voor diensten en goederen van Musea Brugge.
Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Pagina 15
Actie 5 Het aanbod van de museumshop evalueren en uitbreiden met artikelen die het Musea Brugge-logo dragen en met artikelen die het profiel van de museumgroepen versterken. Actie 6 In samenwerking met de vzw Vrienden van de Stedelijke Musea Brugge fundraising organiseren, sponsors aantrekken en partnerships opzetten met de bedrijfswereld, zoals vermeld in het bestuursakkoord van het Brugse stadsbestuur. Figuur 12: Museumshop, © Musea Brugge
Actie 7 Subsidiekanalen van de Provincie West-Vlaanderen, de Vlaamse Gemeenschap en de Europese Unie blijven aanboren.
2. Beveiliging Doelstelling 1 De mensen, collectie en gebouwen optimaal beveiligen via personeel en procedures: veiligheid is in eerste instantie een zaak van mensen, niet van technologie. Actie 1 Een totaalvisie op de beveiliging van mensen, collectie en gebouwen ontwikkelen en in de volledige organisatie toepassen, met de nadruk op een veiligheidsbewustzijn (safety awareness): ieder personeelslid moet zich bewust zijn van de veiligheidsrisico’s van zijn eigen handelingen. Actie 2 Zelf de beveiliging van de diverse museumlocaties centraal blijven organiseren vanuit de afdeling Buildings & Operations Management. Actie 3 De aanbevelingen van de externe doorlichting van de beveiliging in concrete maatregelen voor het personeel omzetten. Figuur 13: Vitrinesleutels in het restauratieatelier, © Frederik Vercruysse
Actie 4 Een interne bewakingsdienst Musea Brugge oprichten, in toepassing van de wet op de private veiligheid (herziening wet-Tobback). Actie 5 Gecertificeerde erfgoedbewakers (herziening wet-Tobback) inzetten en hen voortdurend bijscholen zodat zij adequaat en anticiperend reageren op veiligheidsproblemen. Actie 6 Procedures ontwikkelen om veiligheidsrisico’s te beperken (wat met rugzakken, paraplu’s …?) en veiligheidsproblemen op te lossen (grote bezoekersstromen, lastige klanten, fysieke en verbale agressie, alarmprocedure …). Actie 7
Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Pagina 16
Het calamiteitenplan voor de museumlocaties actualiseren, aan de medewerkers communiceren en regelmatig oefenen. Actie 8 Evacuatieplannen voor mensen en objecten verder uitwerken en inoefenen in samenwerking met politie en brandweer. Actie 9 Richtlijnen voor toeleverende stadsdiensten, bedrijven en andere derden ontwikkelen, onder meer over de toegankelijkheid van de gebouwen, de veiligheidsmaatregelen, de identificeerbaarheid van hun personeel, de contactpersonen. Actie 10 Veiligheidsnormen toepassen voor het personeel achter de schermen (vooral technische dienst en restauratie) in overleg met de dienst Interne preventie en veiligheid op het werk. Actie 11 Rekening houden met de bijzondere veiligheidsrisico’s bij projecten buiten de musea. Actie 12 De totaalvisie op veiligheid, de centrale organisatie van de bewaking en de nadruk op het veiligheidsbewustzijn uitdragen als een voorbeeld voor museum- en erfgoedpraktijk in Vlaanderen. Doelstelling 2 De mensen, collectie en gebouwen optimaal beveiligen via infrastructuur en technologie. Actie 1 Zelf de beveiliging van de diverse museumlocaties blijven organiseren vanuit een centrale, waarbij alle apparatuur op hetzelfde veiligheidssysteem is aangesloten. Actie 2 De aanbevelingen van de externe doorlichting van de beveiliging in concrete infrastructuur- en technologiemaatregelen omzetten, onder meer de aanpassing van de veiligheidscentrale (tegen 2010). Figuur 14: Van Tongerloo in het schilderijendepot, ©Frederik Vercruysse
Actie 3 Een depot voor kostbare en fragiele kunstvoorwerpen ontwikkelen en daarbij rekening houden met de aanbevelingen van de externe doorlichting van de beveiliging.
Doelstelling 3 De beveiliging zodanig organiseren dat een maximale klantvriendelijkheid en toegankelijkheid van de collectie mogelijk blijft. Actie 1 Bij de inzet van veiligheidsmaatregelen steeds een maximale klantvriendelijkheid en toegankelijkheid van de collectie nastreven. Actie 2 De klantvriendelijkheid, en vooral de toegankelijkheid van de collectie, steeds afwegen tegen de veiligheid van de collectie. Actie 3 De toegankelijkheid van de collectie via het internet en ander digitale media nastreven. Actie 4
Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Pagina 17
Een minimale afstand tussen collectie en publiek garanderen via onder meer glaswanden voor schilderijen, gesloten vitrinekasten en andere fysieke barrières. Actie 5 Bij outreach-projecten (kunst in de stad) op het openbare domein als een goede huisvader optreden, met aandacht voor het evenwicht tussen het veiligheidsrisico (voor mens en kunstwerk) en de aansprakelijkheid.
3. Administratie Doelstelling De ondersteunende administratieve diensten zo organiseren dat Musea Brugge de doelstellingen uit de beleidsplannen haalt. Actie 1 Waterdichte en transparante contracten afsluiten waarin alle mogelijke consequenties duidelijk zijn, onder andere met verzekeringsmaatschappijen en kunstenaars over projecten op het openbare domein. Actie 2 Bij het afsluiten van contracten de aansprakelijkheden onderzoeken en er zorg voor dragen dat de werking van Musea Brugge gevrijwaard blijft. Actie 3 Aandacht hebben voor de implicaties van reproductierecht, auteursrecht en andere rechten van derden. Actie 4 Bij bruiklenen voorwaarden bedingen met de bruikleengevers die voordelig zijn voor Musea Brugge, ook in verband met reproductierechten voor promotie, publicaties en merchandising.
Actie 5 Alle contracten opvolgen, evalueren en indien nodig er opnieuw over onderhandelen. Actie 6 De stedelijke overheid en de overheden die voor subsidies en erkenningen verantwoordelijk zijn, correct, helder en tijdig informeren, onder meer via evaluaties, begrotingsvoorstellen, voorstellen voor het college van burgemeester en schepenen en gemeenteraad, jaarplannen, actieplannen, beleidsnota’s, subsidiedossiers en andere documenten.
4. Personeel Doelstelling 1 De inzet van medewerkers zo organiseren dat Musea Brugge de doelstellingen uit de beleidsplannen haalt. Actie 1 Het nieuwe organogram en de daarbij horende personeelsformatie toepassen. Actie 2 Aandacht hebben voor de functionele loopbaan, met planning, functioneringsgesprekken en evaluatiegesprekken, en er zo toe bijdragen dat de Stad Brugge het keurmerk Investors in People behaalt. Actie 3 Medewerkers stimuleren resultaatgericht te werken en zelf verantwoordelijkheid te nemen. Actie 4
Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Pagina 18
Centrale diensten voor technisch en logistiek personeel ontwikkelen voor onderhoudswerk, presentatie en tentoonstellingsopbouw en interne art-handling, onder supervisie van de afdeling Buildings & Operations Management. Actie 5 IT-expertise in huis halen voor informatieverstrekking via internet, geïntegreerde multimedia en technologische publieksinformatie, en daarom de technische staf uitbreiden met mensen die digitale technieken, grafische en virtuele vormgeving, video- en muziektechnieken beheersen. Actie 6 Met multidisciplinaire teams werken, zodat mensen met uiteenlopende functies en competenties elkaar aanvullen en versterken, vooral via projectteams, met een eigen meerjarenbudgettering, niet alleen rond activiteiten voor publiek en collectie maar ook rond bijvoorbeeld interne organisatie en beveiliging. Actie 7 De diplomavereisten voor bepaalde functies herbekijken omdat mensen nu levenslang en levensbreed leren en omdat de opleidingen en de arbeidsmarkt voortdurend in verandering zijn. Actie 8 Bij aanwervingen ook oog hebben voor competenties en ervaring.
Doelstelling 2 Aandacht hebben voor de opleiding en vorming van medewerkers. Actie 1 De medewerkers stimuleren om zelf hun opleidings- en vormingsbehoeften aan te geven. Actie 2 Via de directie Musea Brugge, de conservatoren en afdelingshoofden meedenken en adviseren over relevante opleiding en vorming voor medewerkers. Doelstelling 3 De betrokkenheid, tevredenheid en motivatie van de medewerkers zo groot mogelijk maken: betrokken, tevreden en gemotiveerde medewerkers presteren beter. Actie 1 Coachend leiding geven, een principe dat de Stad Brugge in haar volledige organisatie wil toepassen. Actie 2 Rekening houden met de talenten, competenties, interesses en ambities van elke medewerker, met zijn/haar zin voor creativiteit, initiatief en verantwoordelijkheid, op alle niveaus van de organisatie. Actie 3 Rekening houden met de persoonlijke situatie van elke medewerker, onder meer bij de opstelling van het dienstrooster voor het bewakingspersoneel, en bij aanvragen voor deeltijds werken. Actie 4 Diversiteit als verrijkend principe in de werking van Musea Brugge integreren en daarom alle medewerkers en kandidaat-medewerkers gelijke kansen en mogelijkheden bieden en geen enkele vorm van discriminatie of pesterijen tolereren. Actie 5 Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Pagina 19
Als partner meewerken aan sociale tewerkstellingsprojecten. Actie 6 De medewerkers tijdens de werkuren een rondleiding geven in een nieuwe tentoonstelling of een nieuw project. Actie 7 De medewerkers de kans bieden om voor een symbolische bijdrage lid te worden van de vzw Vrienden van de Stedelijke Musea Brugge. Figuur 15 : Wekelijkse demonstratie vlechttechnieken door blinden en slechtzienden, Museum voor Volkskunde, (c) Musea Brugge, Stadsfotografen (Jan Termot en Dirk Vanderborght)
Actie 8 Informele contacten tussen medewerkers bevorderen door activiteiten te organiseren en faciliteren, zoals een museumquiz, een nieuwjaarsfeestje, uitstappen.
Actie 9 De interne communicatie op dezelfde hoogwaardige manier als de externe communicatie organiseren, onder meer via de interne nieuwsbrief Van der Paele & Co en via heldere verslagen van vergaderingen. Actie 10 Bij de interne communicatie een open stijl nastreven, zonder hiërarchische plichtplegingen, met een grote aanspreekbaarheid van de wetenschappelijke en zakelijke staf. Actie 11 De medewerkers tijdig en helder informeren over zaken die voor hen van belang zijn, onder meer resultaten van interne vergaderingen, infrastructuurwerken aan de museumgebouwen, verplaatsingen van kunstwerken, wetgeving, huisreglementen en de bedrijfscultuur. Actie 12 Betrokkenheid, tevredenheid en motivatie van de mensen op de werkvloer blijven meten via het gestructureerde werkoverleg. Actie 13 Bij verminderde betrokkenheid, tevredenheid en motivatie niet steeds de oorzaken in externe factoren zoeken. Doelstelling 4 Stages en praktijkprojecten aanmoedigen voor functies binnen de organisatie, en zo een meerwaarde creëren voor Musea Brugge en de student en onderbemande diensten tijdelijk versterken.
alle
Actie 1 Kandidaten voor stages en praktijkprojecten selecteren op basis van de toegevoegde waarde voor organisatie en student, de functie, de beschikbaarheid van begeleidende medewerkers en de stageperiode. Figuur16: André Vandenbossche, verkozen tot de Sympatiekste Museummedewerker van Vlaanderen op de Cultuurmarkt
Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Actie 2 Aanvragen voor stages en praktijkprojecten binnen Pagina 20
een redelijke termijn behandelen en voldoende informatie geven over de inhoudelijke en praktische aspecten. Actie 3 Contact houden met onderwijsinstellingen die potentiële werknemers opleiden. Actie 4 In geschikte werkruimtes en andere faciliteiten voorzien voor stages en praktijkprojecten.
Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Pagina 21
5. Kwaliteitszorg Doelstelling 1 In de hele organisatie Musea Brugge maatregelen nemen waardoor de acties het gewenste effect hebben. Actie 1 Meetinstrumenten en indicatoren ontwikkelen om het effect van acties te meten. Actie 2 Onderzoeken welke evaluatiesystemen (Deming, Balanced Score Board, Kaplan en Norton, output- en outcome-indicatoren, boordtabellen …) bruikbaar zijn voor de verschillende onderdelen van Musea Brugge. Actie 3 Tussentijdse evaluaties organiseren op basis van de ontwikkelde meetinstrumenten en indicatoren. Actie 4 De werking van de organisatie bijsturen op basis van de tussentijdse evaluatie. Actie 5 De bestaande boordtabellen met bezoekers- en inkomstencijfers verder ontwikkelen. Actie 6 Met vergelijkbare instellingen in Vlaanderen overleggen om gezamenlijke indicatoren vast te leggen voor de volgende beleidsperiode. Doelstelling 2 In de hele organisatie Musea Brugge maatregelen nemen waardoor de acties mens en milieu niet schaden: kwaliteitszorg gaat verder dan de kwaliteit van de collectie, het publiek en de organisatie (duurzaam en ethisch ondernemen). Actie 1 Rationeel energie verbruiken, een actiepunt in de hele stedelijke administratie in Brugge. Actie 2 Milieueffecten opnemen in offerteaanvragen en aanbestedingen voor onder meer verlichting, verwarming en klimaatregeling. Actie 3 Natuurlijke grondstoffen en verven gebruiken waar mogelijk, ook voor behoud en beheer, tentoonstellingsopbouw, gebouwenonderhoud. Actie 4 Producten selecteren op basis van eerlijke handel en ethische leveranciers, onder meer bij de aankoop van werkkleding, of bij producten voor publieksonthaal, recepties en museumshop. Actie 5 Medewerkers gevoelig maken voor duurzame en ethische keuzes bij de uitvoering van hun opdrachten (verwarming, verlichting, aanbestedingen,… ).
Actie 6 De hoeveelheid afval verkleinen door zoveel mogelijk materialen aan te kopen die herbruikbaar zijn en een minimale verpakking hebben. Actie 7 Herbruikbare systemen ontwikkelen voor veelgebruikte tentoonstellingsruimtes.
Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Pagina 22
Actie 8 Een afvalplan voor alle materialen opmaken, met aandacht voor oude materialen die in de infrastructuur verwerkt zijn (bijvoorbeeld noodbatterijen en noodgenerator).
Beleidsplan Musea Brugge 2009-2014
Pagina 23