Wijs beleid door overleg
Leer-kracht Veer-kracht Praktijkvoorbeelden Een pluriforme school
Naar CLIM-werking
1
Van C.I. tot CLIM
Elisabeth Cohen, socioloog en professor aan de Standford University, werkte een vorm van coöperatief leren uit met als doel: Elk kind tot leren brengen. Zij gaf er de naam Complex Instruction aan. Niet zozeer de theoretische onderbouw is hierbij complex, maar wel de didactische uitwerking hiervan. CLIM entte zich op dit model. CLIM is de Vlaamse variant, aangepast aan onze eigen onderwijssituatie, maar met respect voor de basiswerk, uitgewerkt door Elisabeth Cohen.
2
CLIM-uitgangspunten: status en interactie
Bij de toepassing van CLIM staan twee trefwoorden centraal: interactie en status. Ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. a. Interactie Groepswerk biedt vele mogelijkheden tot interactie. En zoals we gezien hebben in de leerpyramide van Glasser zijn ‘erover praten’, ‘toepassen/doen’, en ‘uitleggen aan anderen’ leersituaties die bij de leerlingen het meest hun leerpotentieel aanspreken. De leerlingen zijn betrokken, zijn aan het leren als ze over het onderwerp spreken of aan een taak werken. In het “klassieke klashouden” verwacht de leerkracht van de leerlingen een bepaalde leerhouding. Leerlingen bemoeien zich met hun eigen werk Leerlingen bemoeien zich zeker niet met het werk van anderen Leerlingen letten niet op wat anderen doen of zeggen Als leerlingen iets niet weten, spreken ze de leerkracht aan. Groepswerk biedt nog geen garantie op interactie. Ook binnen kleinere groepen zulllen er steeds leerlingen zijn die niet deelnemen, niet tot interactie komen. Om dit te vermijden besteedt CLIM veel en structureel aandacht aan 3 actieterreinen: De positie van de deelnemers De organisatie van het groepswerk De inhoud van de taak
1
CLIM biedt aan de leerkrachten structuren, methoden en een aantal mogelijkheden om dit consequent uit te bouwen. CLIM gaat ervan uit dat de positie van de deelnemers binnen de groep, hun STATUS, hierbij een bepalende rol speelt. b. Status Leerlingen in groep laten werken leidt niet altijd tot meer interactie. De STATUS van de leerlingen binnen de groep speelt daarbij een grote rol. Dit kan leiden tot dominantie, uitsluiting: contra-productief effect! Hoe hoger de status, hoe meer kans tot interactie, aan het sociaal leven deel te nemen. STATUS is echt belangrijk. Bij kinderen met lage STATUS komen welbevinden en betrokkenheid in het gedrang, dit met alle gevolgen van dien: negatief zelfbeeld, depressief,… Ongestructureerd groepswerk kan dit proces negatief beïnvloeden. Daarom wil CLIM een wisselende status binnen de groep realiseren, dit om de mogelijkheden die in elke leerling zitten, te waarderen. CLIM speelt een rol in de zorgverbreding! Door zijn taakgerichte aanpak worden zowel de kinderen met een lage status als deze met een hoge status aangesproken en ondersteunt. CLIM wil ALLE kinderen tot sociale vaardigheden brengen en leren samen werken. In de CLIM-lessen wordt er op een andere manier met gezag omgegaan: de leerkracht delegeert zijn gezag naar de leerlingen , doordat de leerlingen roulerende taken krijgen toebedeeld.
3
CLIM: een thema
Een CLIM-thema bestaat uit 7 lessen: De eerste les: introductieles De laatste les: een syntheseles Tussen de introductieles en de syntheseles: vijf activiteitenlessen o Deze kunnen met korte tussenpauze gegeven worden o In deze lessen worden de volgende vakoverschrijdende vaardigheden aangeboden: Sociale en interculturele vaardigheden Muzische vaardigheden, taalvaardigheden Wiskundige vaardigheden Creatieve vaardigheden,….. Het speelt niet zo’n grote rol in welke lestijd men CLIM plaatst. WO kiezen is misschien interessant, maar elke week een ander vak kiezen om overbelasting van één vak te vermijden, kan aan te raden zijn.
De introductieles o Wil de leerlingen warm maken voor het thema o Verhoogt het voorstellingsvermogen o Motiveert voor wat gaat volgen (doku samen zoeken, info verzamelen,…) o De nodige terminologie wordt aangeboden
2
o o
Bronnen toegankelijk gemaakt Drempels overwonnen
Vijf activiteiten o Gebeuren steeds in groepswerk en volgens CLIM-principes o Elk van deze actviteiten geeft toegang tot het concept ( een onderwerp dat ruime invalshoeken heeft, op vele terreinen kan ingevuld worden o Voorbeelden van concepten: rechten van het kind, milieu, cultuur, taal, tijd, uitsluiting, kiezen, identiteit,… o Deze 5 activiteiten worden gelijktijdig door vijf groepjes in de klas uitgewerkt o Elk groepje heeft dus een andere activiteit die het toelaat een deel van het concept te veroveren, het concept vanuit een andere invalshoek te bekijken. o In élke activiteit wordt een andere intelligentie aangesproken. Sommige actviteiten maken gebruik van de verbale intelligentie, andere van de muzische intelligentie, weer andere van de sociale intelligentie, logische intelligentie,… De leerkracht heeft hiermee rekening gehouden bij de samenstelling van de groepjes, zodat in elke activiteit een andere leerling van groot belang wordt voor het groepsresultaat. o In een volgende les zal het groepje, dat gedurende het hele thema ongewijzigd blijft, een andere activiteit moeten uitwerken o Zo roteert men 5 maal tot elke groep elke activiteit uitgevoerd heeft. o Deze rotaties hebben om verschillende redenen hun nut: Indien we de verschillende groepjes dezelfde activiteiten laten uitvoeren, ontstaat er een op het product gerichte competitie tussen de groepjes en verlaten we het coöperatief leren en dat heeft zo zijn nadelen voor het leerrendement. Niet enkel leerlingen, ook groepjes kunnen van elkaar leren. Een andere reden voor deze rotaties is het veroveren van het concept. Doordat men elkaars product kan ervaren, kan men daar op verder bouwen om het concept te veroveren.
De syntheseles o Is de les die alles samen brengt, maar waaraan ook steeds een actie gekoppeld is. o De leerlingen worden uitgenodigd tot een actie waaruit blijkt in welke mate ze het concept geïnterioriseerd hebben. o CLIM is niet vrijblijvend, maar zal de leerlingen uitdagen om effectief ook iets te doen met hun verworven inzichten.
3
Wijs beleid door overleg
Leer-kracht Veer-kracht Praktijkvoorbeelden Een pluriforme school
Coöperatief leren Coöperatief leren is leren van elkaar! Het is een methode waarbij de leerlingen resultaat boeken door SAMEN te werken Een leerkracht die regelmatig groepswerk doet, weet dat een goede samenwerking niet altijd evident is. Problemen als: • Non-participatie van één of meerdere leerlingen • Dominantie van één of meerdere leerlingen • Chaotisch karakter van groepswerk • De scheve verhouding tussen de geïnvesteerde moeite en het resultaat Deze problemen kunnen voor een groot deel opgevangen worden door een aantal basisprincipes van coöperatief leren in het groepswerk te integreren. Leerlingen leren dus zelfstandig en met elkaar te werken, maar dit gegeven wordt tegelijk omkaderd door een strakke organisatie en heldere regels.
Sleutelbegrippen Sleutelbegrippen van coöperatief leren zijn: • Positieve wederzijdse afhankelijkheid: vb. werken met verdeelde informatie o Rolverdeling: is een extra steun in de organisatie van het groepswerk. Leerkracht krijgt ruimte en tijd om andere taken op te nemen vb; ondersteunen van minder goed functionerende groepen. o Leerlingen doen beroep op elkaars vaardigheden • Individuele aanspreekbaarheid o Elke leerling een specifieke taak o Leerkrachten kunnen steun en feedback geven o Iedereen moet aan de beurt komen • Aandacht voor sociale vaardigheden o Er wordt nogal eens gemakkelijk aangenomen dat leerlingen over een behoorlijke dosis sociale vaardigheden beschikken, maar dit blijkt niet zo. Ook deze vaardigheid moet ingeoefend worden…. o Voorbereidende oefeningen om deze sociale vaardigheden al spelend in te oefenen motiveren de leerlingen • Aandacht voor het groepsproces o Het is zeer nuttig om leerlingen na het groepswerk te bevragen over wat goed en fout liep, wie veel bijdroeg en wie minder. Zo kunnen de leerlingen heel wat opsteken voor een volgende groepsactiviteit • Coöperatieve werkvormen o Voorkennis opdoen (spel) o Werkvormen om kennisinhoud te verwerven o Peer tutoring…
1
Test-aankoop-principe: • Een klassieker: leerkrachten hebben een groot vertrouwen in zichzelf als (unieke) instructeur • Leerkrachten hebben een groot wantrouwen in de capaciteiten van de leerlingen Wat is dan de rol van de leerkracht? • Een uitlating als: heb ik dan jaren gestudeerd en een jarenlange expertise opgebouwd om te degraderen tot rol van bijzitter? • Een goede mediator is veel waard!!! • Bijsturen en leiding geven, synthese maken, processen evalueren… er is werk genoeg voor de leerkracht. • Leerkracht blijft verantwoordelijk voor het gebeuren in de klas
2
PROJECT SOCIALE VAARDIGHEDEN
TOEKA
1
Inleiding We mogen stellen dat we in de Gemeentelijke Basisschool van Alt-Hoeselt al een hele weg hebben afgelegd om het "algemeen welbevinden" van onze kinderen te verhogen. Men is er ook hoe langer hoe meer van overtuigd dat een kind zich op de eerste plaats "goed in zijn vel moet voelen" alvorens er aan andere dingen kan gedacht worden. Het ontwikkelen van sociale vaardigheden is dan ook van immens belang zodat elk kind zijn eigen weg kan vinden in zijn (voorlopig kleine) gemeenschap.
"Onze groei" 'Vroeger' zochten we ons heil eerder in "een reactieve aanpak": we reageerden pas als er problemen waren omdat we geloofden dat we individuele problemen van kinderen niet konden voorkomen. Er ontstond op onze school een zekere dynamiek om niet langer 'curatief (genezend) maar eerder "preventief' te werken. Herinneren we ons onze "Pestprojecten" (2000-2005) dat nu nog steeds lopende is. We volgden in team en individueel heel wat nascholingen en nodigden sprekers uit op onze school die het hadden over "Pestgedrag herkennen en voorkomen", "Leren studeren en daarbijhorend het O.K.-gevoel", "Kinderen begeleiden bij 'verliessituaties'”, “Welbevinden van de kinderen”, … Nu is het misschien tijd om door te groeien naar "een creatieve aanpak". We vertrekken niet langer vanuit probleemgedrag en probleemsituaties (alhoewel er die zeker nog wel eens zullen zijn), maar we trachten een omgeving te creëren waarbij we de leerlingen actief betrekken. Leerlingen worden - hoe jong ze ook zijn aangesproken om hun verantwoordelijkheid op te nemen voor, en om mee vorm te geven aan de pedagogische verhoudingen en aan de kwaliteit van het leren en leven op schooi. We moeten dan ook bereid zijn om onze schoolcultuur kritisch te analyseren en eventueel bij te sturen zodat de leerlingen zich beter voelen op onze school We moeten op zoek gaan naar werkvormen die nauw aansluiten bij de leef- en leerwereld van de kinderen. Weten we als school hoe de leerlingen zelf de school en het leven op school beleven en ervaren? Ook kunnen we in dit kader ons leerlingvolgsysteem aanhalen. Vorig schooljaar werd er nog meer dan voordien extra aandacht besteed aan het “Welbevinden en Betrokken zijn” van de kinderen. De screenings hieromtrent worden na invulling besproken door de directie, leerkracht en zorgcoördinatoren. Nadien worden individueel aangepaste stappen ondernomen om het welbevinden te bevorderen en de betrokkenheid te verhogen. Het zijn allemaal elementen die we kunnen mee oppikken in onze "creatieve" benadering. Voor het schooljaar 2005-2006 kozen we het project “Toeka”, een totaal programma dat tot doel heeft de ontwikkeling van sociale vaardigheden van kinderen vanaf de eerste kleuterklas tot en met het zesde leerjaar te stimuleren om het algemeen welbevinden van kinderen te verhogen. 2
Toeka
Implementatiestappenplan
Stappen Onderwerpen wanneer? 1ste trim Denken over sociale vaardigheden: op school Stap 1 In de klas Stap 2 Stap 3
Kennismaken met Toeka Bespreken van het programma Toeka
Stap 4
Kijken naar onze begeleidersstijl: onze houding beloning
Schooljaar 2005-2006 Activiteiten in handleiding
Activiteitenreeks 1 p 10-11 Activiteitenreeks 2 p 12-13 Tijdens de PV Activiteitenreeks 3 p 15-17 Tijdens het kernteam , wekelijks om 13.00 uur, directie en 2 ZC Activiteitenreeks 4 p 25-26 Activiteitenreeks 5 p 26-28 Dit is nog te doen.
2de trim Stap 5
Het programma start in de klassen
Stap 6
Ouders betrekken bij het project Toeka
Vanaf maandag 16 januari 2006, na de geboorte. Activiteitenreeks 6 p 30-32 Dit gaat door op vrijdag 3 februari 2006
3de Stap 7
Evalueren
Activiteitenreeks 7 p 34-35
3
(Voorlopige) planning van ons project "TOEKA" Het team van de Gemeentelijke Basisschool Alt-Hoeselt stelt voor om TOEKA het hele schooljaar door 'levend' te houden. Daarom kozen ze voor enkele 'sterke momenten' verspreid over het schooljaar. Verder kozen ze voor het gebruiken SLOGANS, namelijk de leefregels, die telkens uit de 'mond' van TOEKA zouden komen.
Voorbereiding geboorte van Toeka Vanaf 9 januari 2005 zal iedere dag een ander voorwerp in verband met Toeka in de eetzaal tentoon gesteld worden., dit om de nieuwsgierigheid op te wekken.. TOEKA wordt 'geboren' 16 Januari 2006: We komen samen in de eetzaal We verwelkomen de de leerlingen.
Na een de toespraak van de directeur wordt het verhaal van de geboorte van Toeka uitgebeeld (poppenkast) door de leerkrachten. . TOEKA zal 'letterlijk' uit zijn ei te voorschijn komen. Juf Lieve zal het "Toeka-lied" aanleren. We kunnen al voorzichtig de bijpassende gebaren meedoen. Elke klas krijgt een CD met het TOEKA-lied zodat het regelmatig in de klas kan geoefend worden Volgorde van de geboortedag:
4
Wijs beleid door overleg
Leer-kracht Veer-kracht Praktijkvoorbeelden Een pluriforme school
Hoe leerlingen zo goed mogelijk begeleiden in de Basisschool Hoe leerlingen met problemen opsporen? • Regelmatige bevraging van de leerlingen zelf bijvoorbeeld met het boekje van het CEGO, andere vragenlijstjes • Gesprekken met de directie, klastitularis, met de zorgcoördinator • Contact met ouders • Trimestriële screenings in verband met welbevinden en betrokkenheid • Gedragskaart door leerlingen zelf in te vullen en bij het rapport te voegen Proces van realiseren • Begeleiden van kinderen door het “Leerlingvolgsysteem” • Het “Logboek” van iedere individuele leerling • Gesprekken met het kernteam met directie, zorgcoördinator, gok-leerkracht, CLB • Gesprekken met het leerkrachtenteam tijdens personeelsvergaderingen Wat doen we preventief? • CLIM, Coöperatief leren In Multiculturele groepen: sociale vaardigheden,… • Miembo van Leefsleutels, omdat alle leerlingen zich zo goed mogelijk zouden voelen • Toeka van Leefsleutels: structureel inoefenen van sociale vaardigheden • Bevraging van leerlingen,ouders, leerkrachten: CEGO • Meditatie en relaxatie: om leerlingen rustig te maken, even uit hun werkdruk te halen om daarna met meer energie aan het werk te kunnen • Beloningssysteem: voor taken, gedrag, … Wat doen we curatief? • Bij moeilijkheden: onmiddellijk handelen: eerst de leerkracht, dan de zorgcoördinator / directie en eventueel de ouders en het CLB • Bij pestgedrag: de “No Blame” – methode toepassen Wat over de samenwerking in het team? • Op elke personeelsvergadering is er een apart deel voor “ZORG”. Het probleem of nieuwe aanpak wordt besproken en nadien werkt iedereen volgens hetzelfde stramien.
1