4 Grenzeloos Toegankelijk
x
Zinvol werk voor burgers met afstand
6
12
16
Zicht op maatschappelijke ontwikkeling Juni 2012
Op 12 april nam Jos van de Venn tijdens een druk bezochte bijeenkomst afscheid van Zet. Zijn gezondheidstoestand laat het niet toe dat hij zich nog langer kan inzetten voor de organisatie met het vuur en de gedrevenheid die we van hem gewend zijn. Het deed Jos zichtbaar deugd om nog een keer de medewerkers en ook veel oudcollega’s de hand te kunnen drukken. Inmiddels is Zet de procedure gestart die moet leiden tot de aanstelling van een nieuwe directeur. Tot die tijd geeft Nathalie Brocken leiding aan de organisatie. Wapenfeiten 1998-2000: Adviseur Prisma Brabant Jos van de Venn maakt de overstap van directeur stichting Welzijn Boxmeer naar Prisma Brabant, één van de voorgangers van Zet. Voert daar meteen nieuwe ideeën over klantbenadering in: relatiebeheer en een helpdesk voor korte vragen.
2000-2002: Manager van het basisteam vrijwilligers Beperkt het uitdijende aantal inhoudelijke thema’s en legt de focus op actief burgerschap en participatie. Stimuleert een zakelijke ondersteuning van provinciale vrijwilligersnetwerken op basis van duidelijke opdrachten.
ZetKlep: Obesitas
Horizontale Verantwoording
2002-2006: Directeur van Prisma Brabant Toont zich een maatschappelijk ondernemer pur sang. Ontplooit veel nieuwe initiatieven, sluit coalities met maatschappelijke en marktpartijen. En vergeet daarbij de onderkant van de samenleving niet, bijvoorbeeld door kringloopbedrijf La Poubelle te adopteren als project waar medewerkers van Prisma Brabant vrijwilligerswerk doen. 2007-2012: Directeur Zet Neemt initiatief tot de fusie met BOZ en POG. Weet als directeur de nieuwe organisatie Zet tot een succes te maken: financieel solide en zonder noemenswaardige bloedgroepdiscussies. Werkt aan nieuwe concepten voor een hybride organisatie: met provinciaal geld investeren in ontwikkeling en vernieuwing. Samen met marktpartijen geld verdienen en dat weer inzetten voor participatie van kwetsbare groepen in de samenleving.
8
Presenteert Zet als een creatieve ondernemende organisatie met humor en lef. Naar buiten met gedurfde PR en debatten over spraakmakende thema’s. Intern met de geruchtmakende bijeenkomsten van Zet TV in het Boulevard Café om de hoek. Ontwikkelt een transparante relatie met de provincie als belangrijkste opdrachtgever: een verhouding die zich kenmerkt door een prikkelende stellingname en betrouwbaar partnerschap. Investeert in vaardigheidstrainingen en nieuwe ontwikkelingen en methodieken. Befaamd zijn de meerdaagse masterclasses waaraan de hele organisatie deelneemt en het MT de lunch verzorgt.
Slimme Zet Pagina 3
GaZet juni 2012 | 1
ZetOpen op vakantie De bosrijke omgeving met talloze weggetjes en verschillende kleine veldjes zorgen ervoor dat het park nog steeds knus aanvoelt. Maar dit maakt het ook meteen lastig om de weg te kunnen vinden op het park. Waar vind ik mijn standplaats of bungalow? Waar is de receptie? Hoe kom ik op dat ene veld?
Vakantiepark Beerze Bulten is een camping en bungalowpark in Overijssel. Het staat landelijk bekend als échte familiecamping en ontving hiervoor inmiddels al diverse prijzen. In de voorbije jaren is het park flink gegroeid. Iedere keer weer voegde men nieuwe voorzieningen, accommodaties en standplaatsen toe.
De ZetOpen-adviseurs zijn expert op het gebied van toegankelijkheid. Zij kijken ook hoe toegankelijk, logisch en begrijpelijk de informatievoorziening is. Op basis van een opname ter plaatse en het bestaande informatiemateriaal heeft ZetOpen een rapport opgesteld voor een nieuw concept van ‘wayfinding’ op de Beerze Bulten. Zo zijn onder meer de standplaats en bungalow-nummering, de plattegrond, de routing en bewegwijzering en mogelijke oriëntatievoorzieningen omschreven. Daarbij keken de adviseurs vanuit verschillende perspectieven, zoals dat van de receptioniste die moet verwijzen naar de plaatsen, de gast die voor de
eerste keer de weg zoekt op het park, maar ook dat van het kind dat de weg naar de tent terug moet vinden. Gezien de complexe opzet van het park een hele opgave. Het nieuwe concept is inmiddels voorgelegd aan de directie van de Beerze Bulten. Zij kennen het park door en door, waardoor het voor hen lastig is om zich te verplaatsen in de gast. Het rapport biedt hen nieuw houvast. In samenwerking met Brouwers Signmaking werkt Zet nu een totaalplan uit voor de nieuwe bewegwijzering, plattegronden en andere oriëntatiepunten op het park.
Colofon GaZet is een uitgave van Zet Tekst Frank Kemper, Joost Andrik, Wouter Schelvis Vormgeving Harrie Remie
Zet, Postbus 271, 5000 AG Tilburg Telefoon 013 54 41 440
[email protected] www.zet-brabant.nl
Meer informatie bij Jan Geurts,
[email protected]
Triple Transitie in Goirle Afgelopen maart stelde de gemeenteraad van Goirle het projectplan ‘Triple T’ vast over de transities Jeugdzorg, Wet werken naar vermogen en de begeleiding van de AWBZ naar de Wmo. In de strategische agenda gaf de raad toen aan nauw bij deze onderwerpen betrokken te willen zijn. Juist op dat moment kwam er post van Zet. Bij de nieuwe brochure ‘Wanneer zijn burgers kwetsbaar?’ zat een begeleidende brief met een aantrekkelijke aanbieding. Voor de eerste twee organisaties die reageerden organiseert Zet een aansprekende, informatieve bijeenkomst die de deelnemers laat kennismaken met kwetsbare burgers. Wat vinden zij belangrijk? Waar lopen ze tegenaan? De brochure speelt in op de overgang van begeleiding naar de Wmo en het versterken van de zelfredzaamheid. Daarbij is kennis over én het kennen van kwetsbare burgers van groot belang.
Ervaringsdeskundigen Om gebruik te kunnen maken van de aanbieding greep griffier Berry van ’t Westeinde naar de telefoon. Samen met Zet organiseerde hij vervolgens in mei een thema-avond voor de leden van de commissie Welzijn en de gemeenteraad. Het programma ging inhoudelijk dieper in op de drie transities en de aanwezigen konden kennismaken met drie mensen op wie de transities met name
effect hebben, te weten de doelgroepen met een verstandelijke beperking, psychische beperking en laaggeletterdheid. In interviews is onder meer gevraagd naar hun ervaringen met de ontvangen ondersteuning en dienstverlening. Hierna gingen de deelnemers aan de slag. Wat moet en kan de gemeente doen, de ervaringsdeskundigen gehoord hebbende? Welke informatie is nog nodig om tot goede besluiten te komen? Eigen kracht Griffier Van ’t Westeinde kijkt terug op de avond. ‘De gemeenteraad van Goirle heeft vorig jaar al besloten tot een kanteling. Daarbij leggen we de nadruk op de kracht van mensen. Mensen moeten het zélf doen. De gemeente, de overheid lost niet alles op. Wij moeten natuurlijk in het uiterste geval wel voor een vangnet zorgen, maar wij moeten voorkomen dat kwetsbaarheid het uitgangspunt is. Je vertrekt al snel vanuit de problemen, dat doen wij hier in Goirle bij voorkeur niet. Het
was belangrijk dat ook onze avond aan dit uitgangspunt voldeed. Het programma sloot goed aan bij onze vraag. De samenwerking met Zet verliep prettig. Wat ik jammer vond, was dat twee van de drie ervaringsdeskundigen vooral als ambassadeurs vanuit hun eigen belangenorganisatie spraken. Ik vraag mij af of zij wel veel ondersteuning nodig hebben, bijvoorbeeld in hun zoektocht binnen de bureaucratie. In ieder geval leverde deze eerste bijeenkomst voldoende aanknopingspunten op om als gemeente mee verder te gaan.’
Toegankelijke informatie voor bouwkundigen ZetOpen is het adviesbureau van Zet dat partijen motiveert, adviseert en begeleidt op het gebied van integrale toegankelijkheid. De bouwkundig adviseurs van ZetOpen zijn specialist op het gebied van toegankelijkheid en functionaliteit van de gebouwde omgeving.
Voor de bouw van de Ireen Wust IJsbaan heeft ZetOpen geadviseerd.
2 | GaZet juni 2012
FOTO NORBERT VAN ONNA
Toegankelijkheid is niets anders dan functionaliteit en gebruikscomfort voor alle gebruikers. Voorzieningen die voor sommige gebruikers essentieel zijn en voor andere gewoonweg handig. • Een goed trottoir biedt een veilige plek voor kinderen en is een must voor gebruikers van een rollator. • Een helling of lift is makkelijk voor een kinderwagen, essentieel voor een rolstoelgebruiker.
• Een te zware deur is onhandig voor iemand met tassen en koffers en een groot obstakel voor een oudere. De volledige tekst is te vinden in de folder: zet-brabant.nl/pagina/ZetOpenBouw
Meer informatie bij Dianne van den Berg,
[email protected]
Moderne vorm van inspraak
Panel van burgerparticipatie Onderzoeksinstituut GfK en Zet hebben elkaar gevonden. En ze hebben iets moois voor de gemeenten: een nieuwe invulling van burgerparticipatie. De een levert de cijfers, de ander de inhoud bij maatschappelijke thema’s. Resultaat: een advies gebaseerd op feiten. Stephan Dijcks (GfK) en Kamieke van de Riet (Zet) vertellen over deze slimme en effectieve manier van samenwerken. GfK is een gerenommeerd internationaal bedrijf dat gespecialiseerd is in het verzamelen van data op allerlei fronten. Stephan Dijcks: ‘Wij leveren bruikbare kennis voor onze klanten en hebben daarvoor vanuit allerlei disciplines mensen in huis, zoals onderzoekers, methodologen en consultants. Veel mensen kennen ons van het ConsumerScan-panel. Zo’n 6.000 huishoudens scannen thuis hun boodschappen en leveren zo waardevolle informatie voor onder meer producenten en supermarkten. Wij brengen het consumentengedrag gedetailleerd in kaart. Maar GfK doet meer. Zo houd ik mij bezig met de overheid als klantgroep. Sinds ruim anderhalf jaar organiseren we panels voor burgerparticipatie. Onze opzet hierbij is uniek. Een burgerpanel bestaat in de kern altijd uit een vaste, representatieve groep inwoners, die wordt geselecteerd uit de gemeentelijke basisadministratie. Daarnaast mogen uiteraard alle andere inwoners ook meedoen. Zie het als een club van fans, die mee willen denken met gemeentelijk beleid. Het blijkt een efficiënte manier van onderzoek doen, zeker omdat wij de inwoners online bevragen. Voor kleinere gemeenten is een burgerpanel extra interessant, zij beschikken vaak niet over een eigen onderzoeksafdeling.’ Van onderzoek naar beleid Het is geen toeval dat de partijen elkaar vonden. Kamieke van de Riet werkte vroeger bij GfK. Maar, beamen ze allebei: vroeger of later waren onze organisaties elkaar toch wel tegengekomen. Kamieke legt uit: ‘Het zit hem in die burgerparticipatie. Zowel Zet als GfK zien kansen om gemeenten op een nieuwe manier te bedienen. Daarbij leveren zij het onderzoeksdeel, de harde gegevens. Vervolgens zetten wij onze praktijkervaring in. Cijfers vertalen in beleid, daar zijn wij goed in. Het balletje ging rollen, toen de gemeente Dongen een vraag had over de Wmo. GfK kreeg de opdracht voor een onderzoek bij het Inwonerspanel Dongen en vroeg ons inhoudelijk mee te denken.
Wij bekeken de vragenlijst en adviseerden aan de hand van de analyses richting beleid. Dat beviel zo goed, dat we nu samen op gaan trekken. We gaan het gewoon doen. En niet alleen in Brabant, maar ook landelijk.’ Mensen betrekken bij beleid De werving is inmiddels gestart met een mooie folder. Daarin presenteren de twee samen-
werkingspartners zich aan de gemeenten met vooralsnog drie modules in 2012 en 2013: Wmo, accommodatiebeleid en toegankelijkheid. Drie thema’s waarin Zet expertise heeft. GfK en Zet helpen de gemeente bij de dialoog met inwoners en bij het onderlinge contact. Stephan: ‘Dat is nodig, want je ziet dat de verhouding tussen burger en overheid verandert. De afstand groeit. Wij denken dat het burgerpanel daar een goed antwoord op is. We leveren bruikbare informatie voor beleidsmakers, je betrekt mensen bij datzelfde beleid waardoor draagvlak ontstaat.’ Maatschappelijk ondernemen Kamieke vult aan: ‘Het zou mooi zijn als in zoveel mogelijk gemeenten een burgerpanel is. Wij kunnen daarnaast natuurlijk gericht doelgroepenonderzoek voor een gemeente doen. Of vervolgopdrachten, denk bijvoorbeeld aan man-
telzorgondersteuning. Wat ik bijzonder aan de samenwerking met GfK vind, is dat een non-profitinstelling en een commercieel bedrijf elkaar vonden en samen optrekken. Onze missie blijft daarbij overeind. Dat is maatschappelijk ondernemen.’ ‘Wij willen meer dan alleen onderzoeksrapporten afleveren,’ zegt Stephan. ‘Wij willen gemeenten bewegen daadwerkelijk met de uitkomsten aan de slag te gaan, zodat uiteindelijk de inwoners de vruchten van onze samenwerking plukken.’ Meer informatie bij: Kamieke van de Riet,
[email protected] Stephan Dijcks,
[email protected]
Stephan Dijcks en Kamieke van de Riet
FOTO JOHAN WOUTERS
Slimme Zet Spoorlaan doorstrepen en Statenlaan laten staan Vanaf 15 augustus zitten alle Zetters bij elkaar. Statenlaan 4, Tilburg, (013) 544 14 40
ZetAdvies abonnement Als extra service voor maatschappelijke organisaties biedt Zet het Advies Abonnement. Met het Advies Abonnement kunt u voor een vooraf afgesproken bedrag het hele jaar door tegen sterk gereduceerd tarief gebruik maken van een adviseur. Iemand met de kennis en aantoonbare expertise op het vakgebied waar u behoefte aan heeft. Bijvoorbeeld voor het analyseren van knelpunten, meedenken over de aanpak binnen uw organisatie of als sparringpartner voor het management. En heeft u daarnaast secretariële ondersteuning nodig, dan kunt u daarvan ook tegen het gereduceerde tarief gebruik maken. Huidige klanten van Zet met het bekende ‘servicecontract’ krijgen het Zet Advies Abonnement aangeboden. U abonneert zich tot wederopzegging op de onderstaande diensten: • Intakegesprek • Telefonisch klankbord, bespreek uw idee of probleem met een expert • Gereduceerd uurtarief (-50%) adviseurs • Gereduceerd uurtarief (-50%) van secretariaat • Jaarlijks update gesprek (1 uur)
De abonnementsprijs is afhankelijk van het aantal werknemers en is exclusief BTW. • Organisaties zonder werknemers • 1 tot en met 2 werknemers • 3 tot en met 7 werknemers • 8 tot en met 12 werknemers • 13 tot en met 50 werknemers • 51 en meer werknemers
€ 60,00 € 175,00 € 275,00 € 400,00 € 550,00 € 790,00
Meer informatie bij Joost Lukassen,
[email protected]
GaZet juni 2012 |
Brabant gastvrij
Grenzeloos Toegankelijk ‘Grenzeloos Toegankelijk’ is een samenwerkingsproject voor een betere toegankelijkheid in de recreatieve en toeristische sector in Noord-Brabant en Vlaanderen. Het richt zich enerzijds op de vergroting van de participatie van kwetsbare groepen en anderzijds op de economische versterking van de grensregio. Op 9 mei 2012 was er in Leuven het afsluitend congres waarop de resultaten zijn gepresenteerd. Op deze pagina’s staat een impressie van de vele activiteiten die Zet ontplooide voor het project ‘Grenzeloos Toegankelijk’. De foto’s zijn genomen op het congres in Leuven.
bod, omdat dit onvoldoende of niet toegankelijk is voor mensen met een beperking. Nederland en België kunnen door grensoverschrijdende initiatieven en samenwerking een economische impuls geven aan de toeristisch-recreatieve branche. De groep mensen die nu nog aan de zijlijn staat zal hier met name van profiteren. Zij vormen een interessante doelgroep, omdat ze vaak juist in het laagseizoen reizen met eenzelfde uitgavenpatroon. Dit aandeel zal de komende jaren boven-
Chaamse bossen
Internationale samenwerking Maar liefst 50 miljoen Europeanen maken geen gebruik van het toeristische en recreatieve aan-
dien extra stijgen als gevolg van de toenemende vergrijzing. Door hier op in te spelen boort deze sector een belangrijk potentieel aan omzet aan. De afgelopen jaren vond uitwisseling plaats met Vlaanderen op het gebied van toerisme, recreatie en innovatie. Het doel van het project ‘Grenzeloos Toegankelijk’ (Interreg) is om een bredere doelgroep aan te boren en de economie te stimuleren. Onder meer natuurterreinen van Staatsbosbeheer zijn beter toegankelijk gemaakt. Als het om omzet gaat leveren investeren in een betere toegankelijkheid vaak geld op. Met behulp van het rekenmodel ‘OmZetXL’ helpt ZetOpen bij het maken van verantwoorde keuzes door het geven van een deskundig en realistisch advies. Een nieuwe doelNatuur isbetekent er voor iedereen! Ook een voor mensen metomzet. een functiegroep immers nieuwe beperking. Beleef, geniet en ontspan in onze prachtige natuurgebieden. Een wandeling door het bos, vogels spotten of picknicken langs de waterkant, het is voor iedereen mogelijk. Staatsbosbeheer heeft de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van natuurgebieden in West-Brabant verbeterd. Ook in de Chaamse bossen is er voor ieder wat wils.
Grenzeloos Toegankelijk Natuur zonder drempels Staatsbosbeheer vindt het belangrijk dat haar natuurterreinen zo veel mogelijk toegankelijk zijn. Tot voor kort hadden ze daar niet veel ervaring mee. Toegankelijkheid is niet altijd even gemakkelijk te realiseren. Zo moet een blindenpad natuurlijk wel inpasbaar zijn in het terrein. Gemeentelijke procedures spelen daarnaast een belangrijke rol. Men zoekt als het kan naar een locatie gekoppeld aan Rolstoelroute Chaamse Bossen 10 km of verkort 5 km De routeaccommodatie. door de Chaamse Bossen is uitgezet over (half-)verhareen
. km
EG
EW
LZ
GI
. km . km
. km . km
. km
de wegen en paden. Daardoor is de route ook geschikt voor bij-
verkorte route . km
. km . km
U staat hier
parkeerplaats
informatiepaneel
horeca
enkele bank
picknick bank
voorbeeld rolstoelgebruikers, en de mensen met een Een mooi voorbeeld iskinderwagens, te vinden in Chaamse scootmobiel. Geniet van dit prachtig afwisselende Bossen. Metuitgestrekte advies van Zet landschap van bossen enlegde grazige Staatsbosbeheer weiden. daar een route aan, die geschikt is voor bezoekers met eenis mede rolstoel, scootmobiel of kinderwagen. Dit project mogelijk gemaakt door: Normaal plaatst Staatsbosbeheer om de paar kiloMeer informatie over mensen de toegankelijk-vameter een rustpunt, maar hier kunnen heid van gebouwen, voorzieningen en evenementen in Brabant? aan. ker pauzeren. Men paste de picknickplaatsen Scan dan de QR-code of kijk op www.toegankelijkbrabant.nl Zo is de ondergrond een half-verharding, die ook bij slecht weer nog berijdbaar is. De tafel is hoog ‘’Welkom buiten. Buiten is voor iedereen en er is elke dag wat te beleven. Daarom willen we er zoveel mogelijk uitnodigen om te van genoeg om met eenmensen rolstoel onder tegenieten kunnen natuur en landschap. Meer informatie over Staatsbosbeheer en wat er buiten te is? Kijk op www.staatsbosbeheer.nl‘’. en erdoen is rekening gehouden met de draaicirkel.
De route start bij pannenkoekenhuis ‘De Steengroeve’, tevens accommodatie voor dagrecreatie. Daar is een informatiepaneel te vinden met een plattegrond en uitleg. De Steengroeve is door Zet gecheckt met behulp van OmZetXL, waarna allerlei toegankelijkheids-aanpassingen zijn aangebracht. Samen met de rolstoelroute vormt het pannenkoekenhuis een aantrekkelijke combinatie voor een dagje uit. Ideaal voor een arrangement voor mensen met én voor mensen zonder een beperking.
Grenzeloos Toegankelijk Natuureducatie Op het congres ‘Grenzeloos Toegankelijk’ in Leuven was ook aandacht voor de Vlaamse innovaties. In natuurgebied Het Vinne in de gemeente Zoutleeuw is door de projectperiode heen een prima integraal toegankelijk domein ontstaan. Het is goed ontsloten voor eenieder en de speeltuin bij de entree is een prachtig voorbeeld van inclusief denken. Niet alleen zijn er speeltoestellen voor kinderen met een motorische beperking, ook voor slechtziende kinderen valt er veel te beleven. Verderop in het domein is een prachtige natuurbelevingsroute war alle zintuigen worden geprikkeld.
Ze hielp mee aan het blindenpad in Het Vinne. Daar is onder meer een kruidenhoek gemaakt. Met een zogenaamde Daisy-speler kun je daar uitleg krijgen. Een Daisy-speler is een apparaat bestemd voor het beluisteren van Daisy-roms. De apparaten zijn speciaal ontwikkeld voor het gebruik door visueel gehandicapten. Dorethe is razend enthousiast over de speler. Het opnemen van informatie gaat veel sneller dan het lezen van bordjes met braille. Bovendien zijn die laatste kwetsbaar. Ze is blij met het Europese project. ‘Die projecten zijn nodig. Anders was het nooit op deze manier tot stand gekomen. We moeten daar blijven aan werken!’
Dorethe Swinnen vertegenwoordigt de Belgische VeBeS (Vereniging van Blinden en Slechtzienden). Deze vereniging doet aan belangenbehartiging, geeft advies aan de overheid en checkt locaties. Dorethe: ‘Maar ook samen plezier maken hoort er natuurlijk bij!’ Het controleren houdt in dat ze uit eigen ervaring advies geeft en regelmatig terugkeert naar de locatie. Werkt alles nog?
Grenzeloos Toegankelijk Van camping tot veerboot Van 2009 tot eind 2011 checkte Zet de integrale toegankelijkheid van in totaal 165 West-Brabantse bedrijven in de toeristischerecreatieve sector. Voor de werving gebruikten we onder meer een telefonische enquête, we verstuurden een flyer en we hielden bel- en mailacties. Gaandeweg maakten we ook gebruik van contactlijsten van Horeca Nederland, Recron en VVV Breda. Hoe gaat zo’n check in zijn werk? Een bouwkundig adviseur maakt een afspraak met de ondernemer voor de toegankelijkheidsscan op locatie. De bevindingen daarvan tekent hij op in een adviesrapportage met positieve punten en zaken die met (geringe) investeringen de toegankelijkheid
4 | GaZet juni 2012
verbeteren. De aldus verkregen informatie wordt op www.toegankelijkbrabant.nl gepubliceerd. Daar kunnen potentiële bezoekers van een accommodatie zelf zien of zij met hun beperking terecht kunnen en van de aanwezige voorzieningen gebruik kunnen maken. Alle categorieën in de
toeristisch-recreatieve sector zijn vertegenwoordigd: van camping tot veerboot, van speeltuin tot hotel. Toegankelijke arrangementen Daarnaast vormden we toegankelijke arrangementen voor bezoekers met een beperking, op basis van alle verkregen gegevens. Zo’n arrangement bestaat uit een combinatie van toegankelijke mogelijkheden van Verblijf, Vermaak en Verplaatsing: een VVV. Er is dan zowel een verblijfs- als de vermaaksaccommodatie en ertussen een wandelroute die gecheckt is op toegankelijkheid. VVV bestaat uit één verblijfsaccommodatie en twee vermaaksaccommodaties. In totaal bracht Zet voor 55 VVV’s wandelroutes in kaart. Soms is
daarbij het reizen met het openbaar vervoer meegenomen. De routes tussen de accommodaties en de eventuele bushalte kan men op de website vinden. De toegankelijke arrangementen zijn in workshops uitgediept en verfijnd met de deelnemers uit de toeristische sector, beleidsmakers en belangenorganisaties. Verder verzorgde Zet trainingen met de nadruk op sociale toegankelijkheid. www.toegankelijkbrabant.nl De website is geschikt voor het mobiele internet. Bij gebruik van een smartphone schakelt de site automatisch naar een compacte en overzichtelijke versie. Ondernemers kunnen een QR-code van de website halen om direct naar de toegankelijkheidsinformatie van hun eigen website te linken.
Grenzeloos Toegankelijk Slim investeren loont Zet ontwikkelde het rekenmodel OmZetXL in samenwerking met de Universiteit van Tilburg. Hun onderzoek bevestigt dat er een verband is tussen de ontoegankelijkheid van een accommodatie en het wegblijven van mensen met een beperking. Verder blijkt dat ondernemers in de toeristische en recreatieve sector een hogere omzet kunnen halen door een betere toegankelijkheid. Het model laat zien dat niet iedere aanpassing voor iedere onderneming even lonend is. Bij tien ondernemingen vond inmiddels een toetsing met het rekenmodel plaats. Uit de becijferingen blijkt dat een investering in toegankelijkheid van ongeveer 5.000 euro een verhoging van het bezoekersaantal van 4,5% op kan leveren. OmZetXL in de praktijk De adviseurs van ZetOpen zijn experts op het
diverse investeringen. Daarbij hoort uiteraard een uitgebreide indicatie van de kosten en de baten. Het rekenmodel OmZetXL is tijdens de slotdag van ‘Grenzeloos Toegankelijk’ in Leuven gepresenteerd aan de Vlaamse collega’s. Met het model is proefgedraaid in Noord-Brabant, maar het kan door de samenwerking met Vlaams-Brabant en Belgisch-Limburg ook prima als exportproduct dienen.
gebied van toegankelijkheid en laten graag de mogelijkheden zien. Zij komen langs om de accommodatie te bekijken. Met het rekenmodel OmZetXL brengen ze de mogelijke aanpassingen in kaart. Van een eenvoudig oplaadpunt voor een scootmobiel tot een volledig aangepast toilet, afhankelijk van de situatie en de wensen van de ondernemer. Deze ontvangt een adviesrapport met drie verschillende scenario’s, waarin precies te zien is wat de mogelijke omzetstijging is bij de
Grenzeloos Toegankelijk Knelpunt of geregeld? ZetRespons deed voor ‘Grenzeloos Toegankelijk’ onderzoek onder ondernemers en onder bezoekers over de toegankelijkheid van toeristische en recreatieve voorzieningen. Toegankelijkheid spreekt aan In november 2009 benaderde Zet 270 ondernemers met vragen over de toegankelijkheid van hun bedrijf voor mensen met een beperking. Het betrof een steekproef van ondernemers in West Brabant uit de recreatieve branche: hotels, campings, bungalowparken, restaurants, cafés en overig vermaak. Uit het feit dat 132 ondernemers bereid waren om de vragen te beantwoorden (respons van 49%), blijkt dat toegankelijkheid een onderwerp is dat ondernemers aanspreekt. Er zijn behoorlijk wat aanpassingen bij de bedrij-
ven. Toch zijn veel ondernemers op onderdelen onbekend met toegankelijkheid voor een bredere doelgroep. Weinigen weten dat de zorgverzekering de beschikbaarheid van zorg- en hulpmiddelen op locatie mogelijk maakt. Weinigen beseffen ook dat ze mogelijk inkomsten mislopen van mensen met een beperking, die hun locatie niet bezoeken. Voor die bezoekers is het vaak niet duidelijk of ze bij de locatie terechtkunnen. De communicatie over aanwezige aanpassingen schiet tekort. De bereidheid om naar dit onderwerp te kijken is wel groot. Meer dan de helft van
de ondernemers wil aanpassingen doen om meer mensen met een beperking te kunnen ontvangen. Beleving van bezoekers In 2011 ondervroeg Zet bezoekers van toeristische en recreatieve ondernemingen. Dit gebeurde met een schriftelijke vragenlijst die door de ondernemers is uitgedeeld. Per gezelschap kregen zij één vragenlijst. Daarin is gevraagd hoe men naar de locatie is gekomen, of er in het gezelschap mensen zijn met een beperking en hoe men de toegankelijkheid van de onderneming ervaart. In totaal namen 91 bezoekers (gezelschappen) aan het onderzoek deel op zes locaties in West Brabant: één museum, twee restaurants en drie cafés. Deze accommodaties verschillen onderling in de mate met aanpassingen.
De beleving van de bezoeker bevestigt wat door objectieve metingen is vastgesteld: zij geven hoge rapportcijfers voor de toegankelijkheid van accommodaties die met objectieve metingen toegankelijk zijn bevonden. Toch blijkt uit het onderzoek dat toegankelijkheid geen onderwerp is dat hoog op het prioriteitenlijstje staat. Men komt voor de gezelligheid, voor het lekkere eten of omdat je in de omgeving zo goed kunt fietsen. Goede toegankelijkheid verhoogt het gebruikscomfort voor alle gebruikers. De bezoekers waarderen met name de sociale toegankelijkheid hoog. Personeel dat goed omgaat met mensen met een beperking, maakt dat alle gasten zich welkom voelen. Als je je ergens thuis voelt, is de kans groot dat je vaker terugkomt en dat je de gelegenheid bij anderen aanbeveelt.
Grenzeloos Toegankelijk Gedeputeerde vol lof
Brigite van Haaften: ‘Ik ben ambassadeur Toegankelijkheid in Brabant’
Op het afsluitend congres in Leuven sprak de gedeputeerde uit de provincie Noord-Brabant haar waardering uit voor de uitvoering van het project ‘Grenzeloos Toegankelijk’.
‘Grenzeloos Toegankelijk’ is een samenwerkingsproject (december 2008 - mei 2012) voor een betere toegankelijkheid in de recreatieve en toeristische sector in NoordBrabant en Vlaanderen. Het project is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling voor Interreg Vlaanderen Nederland en de provincie Noord-Brabant.
Ambassadeur Toegankelijkheid Vanwege de dubbele betekenis van ‘Grenzeloos Toegankelijk’ vond zij de naam slim gekozen: • Toegankelijk over onze landsgrenzen heen: Europese gedachte • Grenzeloze mogelijkheden: iedereen moet ongeacht zijn of haar beperking optimaal kunnen meedoen en genieten
Zet is actief op het gebied van de herbestemming van multifunctionele accommodaties en cultuurhistorische gebouwen in het buitengebied.
Van Haaften droeg trots uit dat zij de Brabantse ambassadeur Toegankelijkheid is, want de provincie Noord-Brabant wil een gastvrije provincie zijn voor iedereen. Daarom heeft Zet opdracht van de provincie om het concept toegankelijkheid breed uit te rollen. Zij illustreerde dat met diverse praktijkvoorbeelden:
Zet draagt bij aan het Sportplan Brabant 2016, in het bijzonder op het thema toegankelijke sportdeelname.
Zet is trekker van het project Toerisme met Zorg in West-Brabant. Partners zijn Kamer van Koophandel, Vrijetijdshuis, Surplus (grote zorginstelling) en Recron. Het project biedt kansen voor nieuw ondernemerschap bij het inspelen op de vergrijzing en het toegankelijk(er) maken van bedrijven en accommodatieterreinen in de recreatieve sector.
Voor de ambassadeur Toegankelijkheid is het meerjarige project niet ten einde. Zij riep de samenwerkende partners op om door te gaan en de ervaringen mee te nemen in een follow up. Geen afsluiting dus, maar een oproep om Brabant als toegankelijke provincie op de kaart te zetten. Geen eendagsvlieg, maar een krachtige inspiratie voor het Brabant van (over)morgen. In de week van de Toegankelijkheid zal Brigite van Haaften in haar dubbelrol van gedeputeerde en ambassadeur de jaarlijkse BrabantZetOpenPrijs uitreiken aan drie genomineerde organisaties die zich inzetten voor een toegankelijk Brabant en daarbij niet de geijkte paden betreden.
Zet keurt, adviseert en begeleidt bedrijven en instellingen op toegankelijkheid. Het door Zet ontwikkelde rekenmodel OmZetXL maakt voor ondernemers inzichtelijk of en op welke termijn investeringen renderen.
Zet is betrokken bij het organiseren van burgerparticipatie (dorpsontwikkelingsplan, landschap van allure, natuurvrijwilligers, e.a.).
En Zet trok samen met Staatsbosbeheer hard aan aan het succes van dit Europese project ‘Grenzeloos Toegankelijk’.
Aan Nederlandse zijde participeerden naast Zet Staatsbosbeheer, achttien gemeenten in West Brabant, Recron, Horeca Nederland, VVV Breda en de Universiteit van Tilburg. De Belgische samenwerkingspartners waren het Toegankelijkheidsbureau in Hasselt en de gemeente Zoutleeuw.
Meer informatie bij Anita van Leeuwen,
[email protected]
GaZet juni 2012 | 5
Stedelijk groen is hot. Niet alleen ‘kijkgroen’ maar ook ‘gebruiksgroen’. Wat te denken van pluktuinen en picknickparken. Of beweegtuinen voor ouderen. Tilburg experimenteert met verrijdbare moestuinen en organiseert de dag van de stadslandbouw. Kleinbehuisde stadsbewoners schaffen in het tuincentrum een ‘vierkantemetertuin’ aan: een houten bak waar je zelf het hele jaar je eigen groente kunt verbouwen. Vaak zijn het initiatieven van onderop, van ondernemers en bewonersgroepen. Is het tijd voor een nieuwe wind in het gemeentelijk groenbeleid? Groen doet goed Het samenwerkingsverband ‘Groen Loont’ inventariseerde de maatschappelijke en economische baten van stedelijk groen. Die zijn niet gering. Een groene omgeving leidt tot stijgende arbeidsproductiviteit, tot waardestijging van onroerend goed en een daling van het aantal woninginbraken. Het aanleggen van groene daken leidt tot energiebesparingen en minder kosten voor afvoer en zuivering van regenwater. Groen draagt bij aan verbetering van de luchtkwaliteit en dempt temperatuurschommelingen. Een besparing van honderden miljoenen is mogelijk op de zorgkosten door een afname van overgewicht, van gebruik van anti-depressiva en ADHD-medicatie. Allemaal
door meer stedelijk groen. Onderzoek van het VU Medisch Centrum toont bovendien aan dat de gezondheidswinst van een groene woonbuurt vooral ten goede komt aan jongeren, ouderen en mensen met een laag opleidingsniveau. Zij brengen immers de meeste tijd door in de directe woonomgeving. Groenbeleid en bewonersparticipatie Het loont dus de moeite om te investeren in gemeentelijk groenbeleid. Maar hoe? Met wie? En tegen welke kosten? Bomen - groen of niet - groeien niet meer tot in de hemel. Er zijn meer belanghebbende partijen die hun bijdrage kunnen leveren. Verschillende gemeentelijke diensten, woningcorporaties, ondernemers, zorgverzekeraars wellicht en niet in de laatste plaats de bewoners zelf. Traditioneel is het onderhoud van groenstroken, bosjes en parken een zaak van de plantsoenendienst. Bewoners mogen er doorheen wandelen: je mag er naar kijken, maar aankomen niet. Terwijl ze zich graag bemoeien met inrichting en onderhoud ervan. Dat kan directe kostenbesparing opleveren. De grotere identificatie met de leefomgeving levert daarnaast winst op. Je eigen plantsoen, daar ben je zuinig op. En door samen snoeien en schoffelen krijg je prettige contacten met je buren. Cohesie in de buurt gedijt bij gezamenlijke praktijken met een structureel en wederkerig karakter. Het groen biedt daarvoor veel meer mogelijkheden dan het jaarlijkse buurtfeest of de vergaderingen van de wijkraad. Er zijn nu eenmaal meer doeners dan vergadertijgers. Tijd voor groenbeleid Een groenbeleid, wat houdt dat in? Het begint met een gezamenlijke visie. Wat is er aan kijk-
6 | GaZet juni 2012
groen, aan rommelgroen en wat willen we ermee? Wat te denken van een groen schoolplein, een generatietuin of beweegtuin bij een zorgvoorziening. Het inrichten van natuurlijke speelplekken en moestuinen of kruidentuintjes op braakliggende terreinen. Men kan ommetjes uitzetten die het groen en de buurtjes met elkaar verbinden en beweging en ontmoeting stimuleren. De raakvlakken en mogelijke verbindingen met andere beleidsterrein moeten worden benoemd: met welzijn en zorg, maar ook bijvoorbeeld met verkeersveiligheid. De gemeente kan de belangstellende partijen in een vroegtijdig stadium uitnodigen om samen verantwoordelijkheid te nemen voor de ontwikkeling, het ontwerp en de realisatie van de plannen. Ze nodigt bewoners uit om zelf initiatieven te ontplooien, actie te ondernemen en mee te doen.
Dat vraagt ook om investeringen in faciliteiten: materiaal, budget en ondersteuning. Maar die betalen zichzelf terug. Zet Zaait Zet helpt bij het ontwikkelen van groenbeleid; we brengen de partijen samen, begeleiden de visie-ontwikkeling en reiken de instrumenten aan voor bewonersparticipatie. Bij groene participatieprojecten werkt Zet samen met Buitenruimte voor Contact (BRvC), specialisten in de ontwikkeling van natuurlijke speel- en ontmoetingsplekken in de openbare ruimte met actieve inzet van bewoners.
Willy Brok (Zet) en Huub Glas (Buitenruimte voor Contact) Meer informatie bij Nathalie Baas,
[email protected]
Eindbestemming bus en toegankelijke accommodaties De provincie wil meer Brabanders in de bus krijgen naar ‘drukke’ eindbestemmingen. Zowel de toegankelijkheid van de eindbestemming als de route van de bushalte naar de locatie spelen een rol bij het gebruik van het openbaar vervoer. Aan Zet de opdracht om de toegankelijkheid van accommodaties te checken evenals de weg er naar toe vanuit een uitstapplaats van het openbaar vervoer. Arjan van Peer, bouwkundig adviseur bij Zet, is de uitvoerder en hij geniet er zichtbaar van. ‘Het is een leuk project, omdat het de relatie tussen toonaangevende accommodaties en het openbaar vervoer verknoopt. Ik ben over de helft van de elf objecten die ik ga doen en heb onder
andere de Beekse Bergen, de Brabanthallen en het Jeroen Bosch Ziekenhuis al op deze wijze in kaart gebracht. Het is een project met iets extra’s en het zal zeker een positief effect hebben op het busgebruik!’
Elkaar kunnen blijven helpen
Mantelzorg in de vertrouwde omgeving In de gemeente Maasdonk werkt wethouder Jeanne Moon aan de ontschotting door het verbinden van wonen, werken en welzijn. Twaalf jaar geleden had zij welzijn in haar portefeuille. Tegenwoordig is zij onder meer verantwoordelijk voor ruimtelijke ordening en economie. Zij ontwikkelde mantelzorgbeleid voor levensbestendig wonen en bouwen. Het sociale aspect van (gedwongen) verhuizing is volgens haar namelijk onderbelicht. Jeanne Moon probeert zich altijd voor te stellen hoe het voor haar zelf zou zijn. ‘Stel dat je in een leuke buurt woont, je voelt je er thuis. Op een gegeven moment heb je hulp en zorg nodig. Een verhuizing kan dan een enorme impact hebben, bijvoorbeeld vereenzaming. Als je dat kunt voorkomen door mantelzorg in de directe omgeving te regelen door bijwoning dan is dat voor beide partijen prettig. Mensen kunnen in hun eigen buurt blijven wonen, vaak dicht bij de kinderen. De eerste zorg is dan goed geregeld. We zien dat de vergrijzing toeneemt, de wereld verandert razendsnel. Denk aan zorg op afstand en de digitalisering. Elkaar kunnen blijven helpen past prima in het Wmo-uitgangspunt van eigen verantwoordelijkheid nemen.’ Versoepeling regels Maasdonk kende tot voor kort een doorsnee mantelzorgregeling met een toewijzing na indicatie. Maar al te vaak werden verzoeken voor bijwoning echter afgewezen vanwege problemen met de bestemmingsplannen of te strakke toewijzingscriteria. Wethouder Jeanne Moon bracht daarom een verregaande versoepeling aan. Ze paste de criteria aan in de beleidsnota “Afhankelijk Wonen” om afhankelijke woonruimte in relatie tot mantelzorg eenvoudiger mogelijk te maken. Ze licht toe: ‘Bijna iedereen heeft op den duur zorg nodig. In de buurgemeente Bernheze is een leeftijdsgrens van 55 jaar gesteld, waarna geen speciale eisen meer worden gesteld voor ontheffing. Een zorgindicatie is dan dus niet meer nodig. Ons college heeft gekozen voor de pensioengerechtigde leeftijdsgrens. Laat mensen vrij in hun beslissing hoe zij straks willen wonen. Sta bijwonen toe, met zo min mogelijk beperkingen en zie toe op handhaving. Het gaat immers altijd om afspraken over een tijdelijke en persoonsgebonden situatie. De regeling heeft geen financiële gevolgen
voor de gemeente. Het is ook een kwestie van solidariteit. Het gaat er om dat mensen de keuze kúnnen maken om kleiner te gaan wonen in een bijgebouw.’ Wonen en welzijn op maat Voor haar mantelzorgers wil de gemeente Maasdonk ook graag een zo volledig mogelijk beeld van het ondersteuningsaanbod. Zet is gevraagd dit aanbod in kaart te brengen. Het “Afhankelijk Wonen” leidde nog niet tot veel extra aanvragen, maar de praktijk zal het uitwijzen. Communicatie is belangrijk, want de inwoners moeten op de hoogte zijn van de nieuwe regels. De wethouder noemt nog een positief neveneffect van het nieuwe beleid. ‘In onze gemeente is er sprake van veel illegale bijwoning. Met de
mantelzorgnota in de hand kunnen we nu actief naar de mensen toegaan en samen kijken naar de mogelijkheden. Het biedt namelijk een prima alternatief voor de legalisatie daarvan. Uiteindelijk zijn mensen er blij mee dat het goed geregeld is. We hoeven ook minder toe te zien op handhaving, het levert de gemeente dus uiteindelijk geld op. Ik vind dat je oog moet hebben voor de dagelijkse praktijk in onze dorpse omgeving. En dat doe je onder meer door het koppelen van ruimtelijke ordening en welzijn.’
Meer informatie bij Dianne van den Berg,
[email protected]
GaZet juni 2012 |
Zet evalueert al haarwerkzaamheden met klanten en samenwerkingspartners. De activiteiten die we uitvoeren voor de provincie Noord-Brabant rapporteren we in het jaarverslag. En we onderzoeken ons maatschappelijk rendement. In deze GaZet trekken we de conclusies: de HorizontaleVerantwoording 2011
Enkele ZetFeiten uit 2011
Toegankelijkheid 11
OV-gidsen opgeleid
10
Topsportorganisaties gecheckt
1
Culturele voorzieningen gecheckt
18
Ondernemers zorgtoerisme gestart
9 42
Ondernemingen met OmZetXL geadviseerd Toeristische en recreatieve ondernemingen gecheckt
Sociale Zorg 25 5
Aandachtsfunctionarissen ouderenmishandeling getraind Regionale Steunpunten Huiselijk Geweld geadviseerd
21
Gemeenten op mantelzorg en vrijwilligerswerk ondersteund
12
Regionale Dementieondersteuningsnetwerken geadviseerd
6 46
Vrijwilligerscentrales bij verkrijgen keurmerk begeleid Coördinatoren talentgericht zorgvrijwilligerswerk geschoold
Leefbaarheid 16
Gemeenten bij netwerk dorpsgericht werken betrokken Professionals veiligheid woningcorporaties gecoacht
4
Accommodatiebeleid gemeenten onderzocht
11
Multifunctionele accommodaties begeleid
5
Methoden stedelijke wijkaanpak vergeleken
Netwerken 19
8 | GaZet juni 2012
Provinciale netwerken ondersteund
Trends en ontwikkelingen De crisis ging niet aan Zet voorbij. Het aantal opdrachten verminderde en de opdrachten die we uitvoeren zijn kleiner. De projectsubsidies en marktinkomsten lopen terug en vanaf 2014 vallen verdere bezuinigingen te verwachten. Aan de andere kant is er meer vraag naar adviestrajecten bij toegankelijkheid en biedt de ondersteuning van netwerken kansen.
De Agenda van Brabant Het provinciale beleid blijft belangrijk voor onze koers. De Agenda van Brabant is de toekomststrategie voor de ontwikkeling vanuit de kerntaken ruimte en economie. Maar dan, zoals de commissaris van de Koningin benadrukte: wel in sociaal perspectief. Het gaat om werken, wonen en prettig leven in Brabant. Het sociale domein schept daar de voorwaarden voor. In het huidige economische klimaat gaat het om meer rende-
ment met minder middelen. Daarom wordt meer zelfredzaamheid van burgers verwacht, meer informele initiatieven in plaats van professionele inzet. Zet ging in 2011 door met de koppeling van het sociale domein aan de beleidsvelden ruimte en economie. We wilden daarmee werken aan een gezonde, veilige en sociale leefomgeving.
Werkzaamheden Integrale toegankelijkheid Gezond, veilig en sociaal. Dat vraagt om een voor iedereen toegankelijke leefomgeving. Maar toegankelijke voorzieningen trekken ook meer bezoekers, genereren voor bedrijven een hogere omzet en dragen bij aan een gunstig vestigingsklimaat. In 2011 timmerde Zet met integrale toegankelijkheid aan de weg. Opvallende projecten:
• Het project ‘Grenzeloos Toegankelijk’ beoogde
de grensregio economisch te stimuleren en tegelijkertijd voorwaarden te scheppen voor de maatschappelijke participatie van kwetsbare burgers. Zet bracht voor 165 recreatieve ondernemingen hun toegankelijkheid in kaart, zorgde voor vermelding daarvan op toegankelijkbrabant.nl en bracht adviesrapporten uit aan de betreffende ondernemers. Met de Universiteit van Tilburg ontwikkelden we het rekenmodel OmzetXL, waarmee ondernemers in de recreatieve sector kunnen berekenen wat het kost om hun toegankelijkheid voor mensen met beperkingen te verbeteren en hoeveel extra klanten dat kan opleveren. Zet testte het model bij negen ondernemingen. Onder het motto ‘Als we gaan, dan gaan we met zijn Allen’ checkten onze bouwkundigen de toegankelijkheid van 193 culturele voorzieningen. De toegankelijkheidsinformatie staat op toegankelijkbrabant.nl en uitinbrabant.nl. Samen met provincie, het reizigersoverleg Brabant en vervoersondernemers startte Zet een
•
• •
campagne voor een toegankelijk openbaar vervoer. Zet trainde elf OV-gidsen om het gebruik van het OV door reizigers met beperkingen te bevorderen. We stimuleerden gemeenten om bushaltes toegankelijk te maken. Daarnaast verzorgde Zetwijs de training ‘Gastvrij Vervoer’ waar in 2011 3.000 buschauffeurs aan deelnamen. Buurtaccommodaties: Thuis in het buurthuis De buurt is bij uitstek het snijvlak van het ruimtelijke, economische en sociale domein. Door de aanwezigheid van bedrijven en voorzieningen kunnen mensen langer in hun eigen omgeving blijven wonen. De exploitatie van wijkcentra en buurthuizen in het huidige klimaat van bezuinigingen is een heet hangijzer. Zet onderzocht in opdracht van de provincie het accommodatiebeleid van de Brabantse gemeenten. We inventariseerden de kenmerken, activiteiten, beheer en exploitatie van wijkaccommodaties. De resultaten bespraken we in visiesessies met bewonersorganisaties, woningcorporaties, gemeenten en met leden van ’t Heft. Daarop volgde een druk bezocht debat. Eén van de conclusies is dat actieve bewonersparticipatie kan bijdragen aan behoud van betaalbare voorzieningen in de wijk. De succesvolle uitgave ‘Thuis in het buurthuis’ vat de resultaten samen.
bieden, met ondersteuning van mantelzorgers, zorgvrijwilligers en een aanvullende rol voor de samenwerkende professionele zorg- en hulpinstellingen. Ook binnen de centruminstellingen groeit de behoefte aan zorgvrijwilligers. Successen uit 2011: De methodiek ‘Zet in op Talent’ stelt zorgorganisaties in staat om de koppeling te maken tussen vrijwilligers en cliënten op basis van overeenkomstige belangstelling en de individuele talenten en voorkeuren van de vrijwilliger. Met als resultaat meer motivatie bij de vrijwilliger en maatwerk voor cliënten. Zet ontwikkelde de database en trainde interviewvrijwilligers bij vier afdelingen van de Tilburgse zorgorganisatie De Wever. Ook mensen met psychogeriatrische problemen blijven langer thuis wonen. De nu al hoge druk op mantelzorgers neemt toe en daarmee het risico van overbelasting en isolement. In de Regionale Dementie Ondersteuningsnetwerken (RDO) werken organisaties samen aan een optimale steun voor mensen met dementie, hun mantelzorgers, betrokken vrijwilligers en professionals. In 2011 adviseerde en begeleidde Zet de 12 RDO’s. Daarnaast organiseerden we de geslaagde Brabantse Dementiedag, met 450 deelnemers, 26 workshops en een uitgebreide informatiemarkt.
De houdbaarheid van de zorg De combinatie van vergrijzing en bezuinigingen leidt tot een grotere hulpvraag. De professionele zorg zal die vraag niet kunnen opvangen. Naast slimme ICT-toepassingen moet het streven om zo lang mogelijk thuis blijven wonen uitkomst
Ondersteuning Brabantse netwerken Zet ondersteunt in opdracht van de provincie een groot aantal provinciale netwerken van professionals en van vrijwilligersorganisaties. Zet levert bestuursondersteuning, organiseert kennisuitwisseling en stimuleert de maatschappelijke inzet van de netwerken. Bijvoorbeeld:
• de bijeenkomsten van het Brabant Woon Zorgo-
verleg (BWO), een provinciaal overleg van woningcorporaties. Circa 30 functionarissen wisselen vier keer per jaar informatie en ervaringen uit en Zet brengt expertise en kennis in rond actuele ontwikkelingen. In 2011 waren dat thema’s als ‘meten van maatschappelijk rendement’ en ‘huisvesting mensen met ernstige beperkingen’.
• ‘t Heft, het platform van gemeenschapshuizen in
Brabant krijgt bestuurlijke ondersteuning: advies bij visieontwikkeling, werkplannen en PR-uitingen. Dit jaar startte Zet met een ronde van gesprekken met buurthuizen, wijkcentra en dorpshuizen, die uiteindelijk moet uitmonden in een database met de basisgegevens van de 400 gemeenschapshuizen die bij ’t Heft zijn aangesloten. de Brabantse Vereniging van instellingen voor Welzijn Ouderen (BVWO) krijgt bestuurlijke en inhoudelijke ondersteuning. Zet bood ook de procesbegeleiding van het project ‘Brabant niet meer eenzaam’. Zes lokale pilots werken met verschillende methodieken voor het tegengaan van sociaal isolement. Zet verzorgde training in signalering van eenzaamheid en de interventies.
•
Daarnaast verrichte Zet de effectmeting: welke interventie werkt bij welk type vereenzaming? Zet ondersteunt de vijf regionale Steunpunten Huiselijk Geweld. Nieuwe thema’s in 2011 hadden betrekking op ontspoorde zorg en ouderenmishandeling. Zet trainde professionals van zorgorganisaties in signalering en signaalopvolging.
•
In 2011 vroeg de provincie om gezamenlijk te komen tot een agenda voor de toekomst. Zet verkende met 12 netwerken de mogelijkheden van samenwerking. Dat leidde tot plannen rond drie inhoudelijke clusters: gezonde leefomgeving, maatschappelijke participatie en zorginnovatie.
Hoe doen we het en wat kan beter? • De provincie, onze belangrijkste opdrachtgever,
is tevreden over onder meer de verantwoording van kosten en resultaten, onze bereikbaarheid en de creatieve, ondernemende initiatieven van Zet. Een punt van kritiek is dat projecten niet altijd binnen de geplande tijd werden afgerond. Bij andere klanten steeg de waardering licht. Zet scoorde goed wat betreft deskundigheid en samenwerking; de probleemanalyse en de tijds-
•
bewaking kwamen als verbeterpunten naar voren. De door Zetwijs verzorgde trainingen scoren evenals vorig jaar naar tevredenheid. Maatschappelijk rendement: ZetEffect Jaarlijks toetst Zet bij een aantal klanten de mate waarin wij ons maatschappelijke doelstellingen waarmaken. We gebruiken daarvoor het instrument ZetEffect. Voor 2011 deden we dat bij drie ondersteunde netwerken en drie klanten op offertebasis. Met name bij de offertetrajecten lijkt onze maatschappelijke meerwaarde overtuigend
aanwezig. Bij de ondersteunde netwerken is die niet onomstreden en behoeft met name de tijdsbewaking verbetering. Beide categorieën klanten zien Zet niet als unieke aanbieder van de geleverde diensten.
Hoe verder? Zet gaat met vertrouwen door, ondanks de onzekere tijden. Kleiner maar slagvaardig, met creatieve en innovatieve oplossingen voor maatschap-
pelijke vraagstukken. We investeren in verbetering van kennis en vaardigheden van onze medewerkers. Met een afgeslankte organisatie, maar met
dezelfde inspiratie: tegengaan van sociale uitsluiting en bevorderen van de inzet van kwetsbare én weerbare burgers.
GaZet juni 2012 | 9
Nieuwe partner ZetPlus
Zelfhulp, jezelf helpen
Zet faciliteert belangenorganisaties
In maart kwam er plotseling een einde aan de samenwerking tussen Zet en Cho consultants die voor ZetPlus de fondsenwerving verzorgde. Zet ging op zoek naar een nieuwe samenwerkingspartner en vond deze in het Udense subsidie-adviesbureau TDW Advies van Frank de Winter. Wij verheugen ons in de samenwerking en hopen op vele nieuwe aanvragen. ZetPlus is er voor projecten die de leefbaarheid en de sociale infrastructuur in Noord-Brabant versterken. In de afgelopen jaren werd reeds voor € 523.000 aan fondsen aangeboord voor uiteenlopende projecten.
Zet ondersteunt het Kenniscentrum Zelfhulp en Ervaringsdeskundigheid (KZE), een platform voor cliënten en ervaringsdeskundigen. KZE ontsluit, bundelt en bevordert kennis en maakt deze toegankelijk. Zelfhulp en lotgenotencontact zijn bijzonder en bestaan in heel veel diverse vormen. Noord-Brabant is de enige provincie met Steunpunten Zelfhulp, een Zelfhulp-netwerk en een Kenniscentrum en kan daarom dienen als een voorbeeld voor de rest van Nederland. Via de huidige ontwikkelingen in de Wmo krijgt zelfhulp een nieuwe lading, en biedt een ondersteunende rol voor de kwetsbare burger om in de maatschappij (meer) te participeren.
Naast de ondersteuning die Zet al jaren geeft aan de ZetOpen-ambassadeurs is er dit jaar ook de optie van een scholing. Francis Meulendijks meldt dat inmiddels in de gemeenten Laarbeek en Cuijk al trainingsbijeenkomsten zijn gehouden. ‘We vinden het van belang dat er door lokale gehandicaptenplatforms gewerkt wordt aan toegankelijkheidsbevordering. Omdat niet iedereen van hetzelfde beginpunt uitgaat, bieden wij een ‘training toegankelijkheid’ aan, die de neuzen dezelfde kant op helpt zetten. Na de eerste twee trainingen bleek dat hier in het veld veel behoefte aan was. Er zijn nog uren beschikbaar om dit ook op andere plaatsen in de provincie uit te voeren. Daarnaast bereiken we de platforms ook steeds beter via het netwerk van ambassadeurs.’
Meer informatie bij Marjolein Duif,
[email protected]
KZE werkte mee aan de 13-delige tv-serie over mensen die betrokken zijn bij een zelfhulp- of lotgenotengroep. ‘Bijsluiter ontbreekt’ is begin dit jaar uitgezonden en Omroep Brabant herhaalt de serie eind deze zomer. Ook zijn alle 13 afleveringen via de website te bekijken: www.kenniscentrum-ze.nl
Meer informatie bij Francis Meulendijks,
[email protected]
Meer informatie bij Hans van Nassau,
[email protected]
Trialoog
NetWerk in beeld
Trialoog, een vereniging van familieorganisaties in de GGZ in Noord-Brabant, heeft de krachten gebundeld om het hoofd te kunnen bieden aan de veranderingen in de geestelijke gezondheidszorg. Door deze krachtenbundeling kunnen de betrokken organisaties beter opkomen voor de belangen van familie en hun naasten.
Samenwerken loont Zet werkt aan een sterke Brabantse sociale infrastructuur en verzorgt voor een groot aantal provinciale netwerken bestuursondersteuning, inhoudelijke expertise, projectontwikkeling, training en praktische adviezen.
De GGZ is volop in beweging. Enkele belangrijke veranderingen zijn: de toename van extramuralisering; meer ambulante begeleiding van psychiatrische patiënten; en de financiering van begeleiding door gemeenten. En natuurlijk niet te vergeten: bezuinigingen op de zorg. De veranderingen hebben een complex karakter en volgen elkaar in hoog tempo op. Trialoog ziet ook kansen: zo krijgt de GGZ hernieuwde aandacht en wordt opnieuw uitgedaagd. Familie en naasten krijgen een rol in behandeling en herstel, en bestaande ondersteunende instellingen werken beter samen met familieorganisaties. Nu kansen grijpen De huidige bij Trialoog aangesloten organisaties houden zich in onder meer bezig met het organiseren van thema-avonden, gespreksgroepen, belangenbehartiging en informatievoorziening. Daar hebben zij veel ervaring mee. Deze activiteiten zijn aan vernieuwing toe gelet op de bovengenoemde veranderingen. Er tekent zich een aantal trends af die gunstig zijn voor de naaste en patiënt. Zo zien we in de GGZ een grotere aandacht voor scholing van naasten in de vorm van psycho-educatie. De laatste jaren zijn bijna overal familievertrouwenspersonen aangesteld en raden in het leven geroepen van familie en betrokkenen. Hulpverlener, patiënt en naaste werken steeds beter samen in de behande-
10 | GaZet juni 2012
ling en rehabilitatie. In fact-teams (wijkteams die ondersteuning bieden aan zelfstandig wonende cliënten met een langdurige zorgbehoefte. Red.) is samenwerking tussen die drie niet meer weg te denken. Door de bezuinigingen moet dat ook. Door het Wmo-beleid van gemeenten zal steeds meer een beroep gedaan worden op de directe sociale omgeving van kwetsbare mensen. Zelfredzaamheid is het toverwoord. Dat betekent een nog groter appèl op of belasting van de naaste. Deze belasting is voor mantelzorgers in de GGZ al groot. Trialoog gaat daar iets aan doen. Voorlichting en kadervorming Trialoog voert daarom, geholpen door Zet en de provincie Noord-Brabant een aantal activiteiten uit. Voorlichting over belangrijke actuele onderwerpen vindt plaats op de provinciale dag en op regionale bijeenkomsten. Zo is de laatste jaren op de provinciale dagen aandacht geschonken aan zelfdoding en herstel. Dit jaar zal deze dag gewijd zijn aan ondersteuning van mantelzorgers in de GGZ. De regionale bijeenkomsten zijn gewijd aan voorlichting over diverse onderwerpen waaronder manisch-depressiviteit en Borderline. We organiseren scholingsbijeenkomsten voor actieve leden van de familieverenigingen. De kansen op de arbeidsmarkt voor mensen met een chronische psychiatrische aandoening en het deelnemen aan maatschappelijke activiteiten is te beperkt. Daarom organiseert Trialoog voor medewerkers van sociale diensten, wethouders,
leidinggevenden in de GGZ en de geledingen van Trialoog in september een conferentie. Hier vragen we aandacht voor de problematiek en dragen we oplossingen aan. Familieservicepunten Door bezuinigingen in de GGZ en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) breidt de ambulante zorg uit. De gemeente krijgt zeggenschap over de begeleiding van chronisch zieken. Daarbij zal een beroep gedaan worden op de directe omgeving van deze chronisch zieken. Trialoog wil familieservicepunten inrichten die naasten bij hun ondersteuning kunnen helpen. Voor de inrichting van familieservicepunten en het organiseren van initiatieven voor arbeidsreintegratie en maatschappelijke participatie hebben wij gekwalificeerde familie-ervaringsdeskundigen nodig, die wij daarvoor zullen (laten) opleiden. Woonvormen buiten de GGZ-instellingen In Uden is onlangs een woonvorm voor schizofreniepatiënten opgeleverd door de stichting Chapeau-woonkringen. Trialoog heeft deze stichting in het leven geroepen. Het is de bedoeling dat er meerdere woonkringen volgen.
Leo Hulsebos, Trialoog
Gezocht voor de BrabantZetOpenPrijs
Zet jouw organisatie zich in voor een toegankelijk Brabant en betreed je daarbij niet de geijkte paden? Meld je dan aan voor de BrabantZetOpenPrijs* 2012 en win € 4.500. Iemand anders nomineren kan natuurlijk ook! Jouw idee Is een voorbeeld voor anderen •
• bevordert een toegankelijk Brabant • versterkt het ‘meedoen’ van iedereen Mail of bel Suzanne Kemmeren,
[email protected] of 013 - 54 41 440 * deze prijs wordt mogelijk gemaakt door de provincie Noord-Brabant
Zorgvoorelkaar.com van start in Vught
Vrijwillige hulpverlening, burenhulp, informele zorg. Het zijn fundamenten waar de Wmo op gebouwd is. Sinds de baanbrekende studie van Lilian Linders* weten we dat burenhulp niet vanzelf gaat, vanwege vraag- en handelingsverlegenheid. Kwetsbare burgers hebben schroom om hulp te vragen, hun buren willen zich niet opdringen. Kan de anonimiteit van het internet dan uitkomst bieden?
Het idee is niet nieuw. Wie even over het net surft komt ze tegen: de burenhulpcentrale, sharecare, tante Kwebbel. Meestal vul je een vraag in op een contactformulier, of je meldt je aan als vrijwilliger. En dan neemt iemand contact op als er een match is. Soms moet je een postcode intikken en dan krijg je te zien welke hulpvragen in de buurt gepost zijn, met als zoekresultaat: geen. Het gebrek aan aanmeldingen is een terugkerend probleem. I-nspire ontwikkelde zorgvoorelkaar.com, een marktplaats voor vrijwillige hulp en professionele zorg. De werkwijze lijkt op bestaande sites. De hulpvrager maakt een profiel aan en stelt zijn vraag. Bijvoorbeeld over vervoer, klussen, begeleiding bij doktersbezoek, verzorging. Of de vrijwilliger meldt zich aan en vertelt waar zijn of haar voorkeur naar uitgaat. Het profiel maakt automatische attendering mogelijk op interessante hulpvragen. De vragen zijn ook op buurtniveau terug te vinden op een online zorgkaart. Het kennismakingsgesprek vindt plaats bij de hulpverlenings- of zorgorganisatie. Het uitgangspunt lijkt op dat van andere sites. Zou het dit keer wel werken? Een vraag voor Patrick Anthonissen van I-nspire. ‘We kunnen aantonen dat het werkt. In de vier gemeenten die tot nu toe met zorgvoorelkaar van start gingen bereiken de vrijwilligerscentrales 30% meer succesvolle bemiddelingen. De traditionele vrijwilliger is boven de 50. Bij zorgvoorelkaar is 40% onder de 40 jaar. We boren dus een nieuw potentieel aan.’ Wat is het geheim? ‘Veel vragers zijn ouderen. Die gaan niet snel online, je moet iets bieden waar ze behoefte aan hebben. Vandaar de focus op hulp en zorg, in plaats van vrijwilligerswerk in het algemeen. En we willen niet iets nieuws neerzetten, maar vooral aansluiten bij de lokaal bestaande organisaties. Die zoeken vrijwilligers voor uiteenlopende zorg-
en hulpvragen. Zonder die aanmeldingen komt het niet van de grond, je moet massa maken. Van alle vragen komt 20% van particulieren, 80% van organisaties. En de promotie, die pakken we goed aan, zowel online als offline.’ Wat doet Zet in dit verhaal? Zet-adviseur Nathalie Baas: ‘Er gaat een pilot van start in Vught. Eén van de cruciale factoren is de lokale inbedding. Zet brengt als externe partij alle organisaties voor informele zorg en professionele hulpverlening samen. We zijn onafhankelijk, maar we kennen het veld en we spreken de taal. In april kwamen er zo’n 14 organisaties op de informatieavond, bij de kick-off in mei besloot driekwart om aan de pilot mee te doen. Erg positief dus.’ Je hoort succesverhalen over de werving van vrijwilligers. Maar wat verwacht je van de vragers. Zou vraagverlegenheid geen rol spelen? ‘Voor veel mensen kan juist het feit dat je online
anoniem een vraag kunt stellen de drempel verlagen. Misschien zijn ze daar nu nog terughoudend in, maar dat is denk ik een kwestie van gewenning. Er blijft natuurlijk een groep die op deze manier niet te bereiken is. Daarvoor moet je op zoek naar een andere aanpak. Zorgvoorelkaar is een laagdrempelige methode om de regie over het eigen leven te houden. Je regelt het zelf en je zit nergens aan vast. De huidige mondige zorgvragers hechten daar steeds meer waarde aan.’
Meer informatie bij Nathalie Baas,
[email protected] * Linders, L. (2010). De betekenis van nabijheid. Een onderzoek naar informele zorg in een volksbuurt. Den Haag: Sdu
GaZet juni 2012 | 11
SAMEN BIJPRATEN OVER AWBZ EN WMO twee avonden georganiseerd, waarbij Zet programmavoorstellen deed en het verslag verzorgde, in begrijpelijke taal.
ILLUSTRATIE HARRIE REMIE
De cliënt en zijn directe omgeving moeten aan het woord komen over de transitie. Wat vinden ze waardevol? Wat moet behouden blijven? Dat was de centrale opdracht die de gemeenten in het noordoosten van Noord-Brabant en Zet zichzelf stelden. In samenspraak met Zet zijn
Het verslag van de transitiebijeenkomsten in Heesch en Boxmeer is te vinden op www.zet-brabant.nl/pagina/Transitiebijeenkomsten
Op naar een dementievriendelijke gemeente
Samen bijpraten over AWBZ en Wmo Verslag bijeenkomsten in maart 2012 te Heesch en Boxmeer
In totaal waren er bijna 200 mensen bij de bijeenkomsten in Heesch en Boxmeer. Er waren veel mensen met een beperking, hun ouders of andere familieleden. Ook medewerkers van zorgorganisaties zijn gekomen. En mensen die nu in de Wmo-raad zitten omdat zij veel ervaring hebben met de Wmo. Dit is een kort verslag van deze bijeenkomsten.
Een hele verandering? “Kleine groepjes met veel verschillende mensen erin. Dat is super! Graag weer
De functie Begeleiding gaat vanuit de AWBZ over naar de Wmo van de gemeenten. Dit betekent dat de gemeenten dit gaan uitvoeren. Voor veel mensen die begeleiding krijgen of een dagcentrum bezoeken is dat een flinke
een nieuwe bijeenkomst.
verandering. Deze verandering is belangrijk voor mensen
Dan doe ik graag weer
met een verstandelijke beperking. Maar ook voor mensen die het moeilijk hebben omdat ze erg in de war of depressief zijn. Of mensen die heel erg druk zijn of zich eenzaam
mee!”
voelen. Tijdens de avonden is kennis met elkaar gemaakt.
De wethouder vertelt! Veel mensen willen weten wat er gaat veranderen. Maar de wethouder legt uit dat er nog niets bekend is. De gemeenten willen namelijk van te voren met u praten. Zo belangrijk vinden de gemeenten uw mening! De wethouder vertelt dat de gemeenten al veel belangrijke taken hebben: huishoudelijke hulp, aanpassingen aan de woning, rolstoelen, vrijwilligerswerk en welzijn. Daar komen nieuwe taken bij. De begeleiding, de dagbesteding, vervoer en de mogelijkheden voor ontmoeting en ontspanning. Op deze twee avonden is gepraat over wat u belangrijk vindt. Daarna gaan de gemeenten verder werken aan de plannen.
Van de personen met dementie woont nu 70% thuis, veelal dankzij een mantelzorger. In de toekomst zal het aantal thuiswonenden door de verdergaande dubbele vergrijzing en het afremmen van de opnamen in een verzorgings- of verpleeghuis toenemen. Het is steeds belangrijker om samen in te zetten op het realiseren van een dementievriendelijke samenleving. Mensen met dementie en hun mantelzorgers dienen de mogelijkheden te hebben om veilig en goed te kunnen blijven wonen in de eigen wijk, buurt of kern, met voldoende sociale (zorg)steun. Brabantse koplopers Bladel, Oisterwijk, Steenbergen en Waalwijk gaan als ‘Koploper dementievriendelijke gemeente’ in Noord-Brabant een voorbeeldfunctie vervullen. Zij participeren samen met koplopers uit Vlaanderen en Limburg in een interregionaal samenwerkingsproject. De gemeente neemt de regie en vormt een lokaal netwerk. Men gaat aan de slag door het
stimuleren van blijvende participatie in de eigen buurt of wijk door in te zetten op taboedoorbreking rond dementie. Daarnaast stimuleert men de participatie van in de wijk wonende mensen met dementie door middel van het organiseren van activiteiten waarbij niet-kwetsbare burgers de doelgroep dementie ontmoeten, leren kennen en relaties kunnen aangaan. Hierdoor neemt participatie van mensen met dementie toe (kwartier maken). Men bevordert voorts de deskundigheid in het signaleren van dementie en het omgaan met dementie bij burgers, informele zorg, verenigingen, professionals en publieke en private dienstverleners. De ondersteuning van deze koplopergemeenten wordt in de periode 2012 - 2015 via de NoordBrabantse Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie (PG-raad) en Zet door de provincie Noord-Brabant mogelijk gemaakt. Meer informatie bij Hilde Stoop,
[email protected]
Mylleswerk
Zinvol werk voor burgers met afstand Je hebt een beperking en je zoekt werk. Een normale werkkring zit er niet in. En je bent ook nog eens cliënt bij een zorginstelling. Dan is er niet veel keuze. De instelling heeft twee of drie dagcentra met dagbesteding. Daar kun je terecht, samen met collega’s met dezelfde beperking. Zo was het voorheen en zo is het nog vaak. Het kan ook anders. Waarom moeten de beperkingen van de instelling leidend zijn, en niet de mogelijkheden van de cliënt? Ook iemand met afstand tot de arbeidsmarkt moet volwaardig
kunnen deelnemen aan de samenleving. Wat wil hij, wat kan hij en wat heeft hij nodig om zich te ontwikkelen? En dan moet het niet uitmaken welke organisatie de begeleiding biedt. Dat is het
uitgangspunt van Mylleswerk: een samenwerkingsverband van Dichterbij, de GGZ en andere organisaties. Een nieuw sociaal-cultureel centrum De gemeente Mill besloot om een nieuw sociaal cultureel centrum te laten bouwen, pal naast het gemeentehuis. Voor het beheer en de exploitatie zag men een rol weggelegd voor de sociale werkvoorziening IBN en voor Dichterbij, zorgorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking. Er waren werkzaamheden in het onderhoud, schoonmaak en de bediening in het lunchcafé. In het sociaal-cultureel centrum vinden meerdere organisaties onderdak. Ook daar valt zinvol werk te doen: bij de bibliotheek, de theaterzaal, bij het welzijnswerk. En wellicht konden de deelnemers ook lichte ondersteunende taken verrichten in het gemeentehuis zelf. Kopiëren, post rondbrengen, prullenbakken legen. Op die wijze wilde de gemeente invulling geven aan haar verantwoordelijkheid voor haar kwetsbare burgers. Viel daar over te praten? Volwaardig meedoen Dichterbij nam de uitdaging graag aan, maar dan wel samen met andere partijen, op een gelijkwaardige basis. De organisatie vroeg Zet om die samenwerking vanuit een onafhankelijke positie tot stand te brengen. Dat leidde tot een verkenningsronde, gevolgd door enkele plenaire bijeenkomsten. Soms zat daar driekwart jaar tussen, want vergaderen om te vergaderen, daar wordt niemand blij van. De ambities zijn tijdens het traject herhaaldelijk bijgesteld. Uiteindelijk opende
12 | GaZet juni 2012
het nieuwe centrum Myllesweerd begin 2012 de deuren. De gezamenlijke dagbesteding ging half april van start onder de bijpassende naam: Mylleswerk. Het is een groeimodel: er werken nu vier (parttime) medewerkers. Zij werken door het hele gebouw, van lunchcafé tot bibliotheek. De eerste deelnemers komen van Dichterbij, na de zomer volgt de GGZ en ook ‘andere burgers met afstand’ hebben belangstelling. Ook stagiaires van ZMLK-scholen vinden hun weg naar het project. De Myllerswerkers doen volwaardig mee in het centrum, tot tevredenheid van betrokkenen: ‘we zouden ze nu al niet meer willen missen!’ Meer informatie bij Frank Kemper,
[email protected]
ZetPen
Hoe ook het rolstoelvervoer krimpt Ik werkte nog maar net bij een grote importeur van onder meer combibusjes. Mijn zuster is rolstoelgebonden en woont in een verpleegtehuis. Daar vroeg men mij of ik ook een rolstoelbusje voor hen kon leveren. Trots ging ik met de vraag naar mijn baas. Die was enthousiast. Bij de aflevering was het een groot feest met draaiorgel en ijs voor alle bewoners. Ik kreeg mijn directie en verkoopleiding zover dat ze meekwamen, om ook eens te zien in wat voor omgeving mindervaliden leven. Niet lang daarna werd ik op mijn werk benaderd door een taxibedrijf om rolstoelbusjes te leveren. Dat werden er na een enkele jaren uiteindelijk 360. Een enorm aantal, eind jaren tachtig. Niet veel later ging ik zelfs bij dat bedrijf werken om mijn rolstoelbuservaring te verbreden, in organisatorisch en commercieel opzicht. De mogelijkheden groeiden en wij leverden aangepast vervoer voor allerlei relaties. We reden voor verpleeg- en bejaardenhuizen, buurtverenigingen en noem maar op. Er waren ook huizen die hun eigen bussen kochten. Met tombola’s, handwerkende en breiende dames, rommelmarkten: er werd van alles georganiseerd. Uiteindelijk werd dan na lange tijd een bus aangeschaft van het bijeen gesprokkelde geld. Dikwijls rolden er tranen van blijdschap en geluk over de wangen van de vrijwillige chauffeurs. De aflevering was altijd een feest, met koffie en taart. We namen wel de chauffeurs apart. Wij wezen hen op hun verantwoordelijkheid. Ze gingen immers op pad met een autobus die vaak twee tot drie keer zo groot was als hun eigen personenauto,
en met kwetsbare passagiers. Rolstoelgebonden personen werden nog vastgezet met een gordel die slechts was bevestigd met een popnagel aan de stoel. De rolstoel werd nog verankerd aan een gietijzeren blok met een klemsysteem. Mijn leverancier werd op een gegeven moment mijn werkgever. In een vak waarmee ik mij helemaal thuis voelde, mede door de kennis van de gehandicaptenwereld van mijn zuster. Vastzetten werd een item, ook bij rolstoelbussen. Daarvoor kwam er uiteindelijk een Code Veilig Vervoer Rolstoelen. Het duurde jaren voor het zover was. De zwakste schakel was de rolstoel zelf. Die moest aan allerlei sterkte-eisen voldoen, maar de gemeenten hadden geen geld voor nòg duurdere rolstoelen. Uiteindelijk kwam het er toch. De ombouw van de bussen ging ook mee. Losse stoelen werden traploos verstelbaar, aan de zijwand bevestigd of totaal opklapbaar. De vereiste driepuntsrolgordels werden aangepast zodat de mobiele en niet-mobiele reizigers er gebruik van konden maken. Eindelijk was er na jaren overleg
en onderhandeling een convenant en een wettelijke verplichting zich daaraan te houden. De minder mobile reiziger werd uiteindelijk een volledig medereiziger in het voertuig.
De ZetPen gaat volgende keer naar Cees Hage, directeur van Taxi Centrale Renesse in Middelburg
Het vervoer werd duurder door de hogere brandstofprijzen. Ook het ombouwen van bussen werd duurder, alleen al vanwege de moderne basisvoertuigen met hun vele nieuwe extra’s als airco’s en automaten. De concurrentie in de markt voor rolstoelvervoer nam sterk toe. Toen kwam de crisis. Er werd gesneden in budgetten. Alsof we terug konden naar de prijzen van voor 1999, toen er nog geen code VVR-reizen bestond en de stoelen nog met popnagels vast zaten. Op dit moment krimpt de markt dus enorm. Mijn zuster mag al niet overal meer naar toe, ze wordt beperkt in haar actieradius (en wij wonen 175 kilometer van haar af ). Er worden nu kleinere personenauto’s ingezet, waarin ook een rolstoelgebruiker meekan. Die zit dan wel ‘opgehokt’ en voor iedereen in het zicht. Comfortabel en menswaardig vervoer ziet er anders uit. De tijden van weleer zal de babyboomgeneratie niet meer meemaken. Nu bestuderen decentrale overheden zelfs de mogelijkheid om meer rolstoelgebruikers in de grote OV-bussen te krijgen. Nog minder rolstoelvoertuigen dus. De mens krimpt naar mate hij ouder wordt. Het rolstoelvervoer ook…
Wouter Verhey, sales manager VDL Bus & Coach Valkenswaard
Nieuwe dynamiek op het platteland Op het Brabantse platteland ontstaan nieuwe allianties. Zij komen voort uit experimenten in de samenwerking tussen overheid, burgers en ondernemers. Zo leveren lokale gemeenschappen zelf hun bijdrage aan de leefbaarheid in het landelijk gebied. Onder de naam ‘Rural Alliances’ ofwel ‘Plattelandsverbindingen’ werken onder meer het Streekhuis Kempenland en Het Groene Woud sinds kort aan een moderne invulling van de coöperatie-gedachte. Een model dat veel verder gaat dan burgerparticipatie. Aan streekmanager Paul Schellekens de taak om partijen bij elkaar te brengen. Doe-democratie Paul Schellekens legt uit hoe dit nieuwe model in het openbaar bestuur in zijn werk gaat. ‘Het gaat ons om de processen, niet zozeer om de thema’s. De processen staan centraal om de leefbaarheid op het platteland te bevorderen. Die leefbaarheid neemt immers af of staat onder grote druk.
Ik maak altijd een vergelijking met de Kanteling, zoals we die bij de Wmo-gedachte kennen. De overheid en de burger nemen tegenwoordig een andere rol in. Hun onderlinge relatie is veranderd. De overheid bepaalt niet meer, maar vraagt de burger om zélf met initiatieven te komen. De burger wordt dus ondernemer. Diezelfde overheid kan wel faciliteren en participeren. Zij is dus meer een partner. Onder de vlag ‘Rural Alliances’ gaan wij met subsidie van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling proberen nieuwe allianties te vormen door het mobiliseren van bewoners en gemeenschappen. Boeren en burgers staan nogal eens tegenover elkaar, wij brengen ze samen.’ Lokale energie Een mooi voorbeeld vormt een initiatief van de coöperatie Esbeek, die gelieerd is aan het Streekhuis. Na een succesvolle begin met de oprichting van een dorpshuis en de bouw van starterswoningen was het tijd voor nieuwe activiteiten. Men dacht toen aan de energievoorziening. Vroeger leverde de overheid de energie, nu is die vermarkt. Het
Streekhuis organiseerde een netwerkbijeenkomst in april 2012 over lokale energie. Zet trainde voor die bijeenkomst de trainers en organiseerde intervisiebijeenkomsten. Zo ontstond verdieping en is kennis en ‘energie’ gebundeld als basis voor nieuwe samenwerkingsvormen. Inhoudelijk ging het om de vraag: hoe kun je optimaal gebruikmaken van coöperatieve samenwerking voor je lobby voor lokale opwekking van duurzame energie? In totaal hebben twaalf initiatiefnemers hun ideeën voorgelegd aan deskundigen en belangstellenden. Tijdens intervisiesessies is gekeken naar de initiatieven, de gewenste organisatievorm en de communicatie. Op deze wijze ontstaan nieuwe vormen van samenwerken in de praktijk, waarbij inwoners, ondernemers en overheid gezamenlijk zorgen voor de leefbaarheid en de dynamiek op het platteland. Zij nemen samen het heft in handen door het zelf organiseren met eigen kennis en kunde. www.streekhuis.nl
Meer informatie bij Miek van Dongen,
[email protected]
GaZet juni 2012 | 13
Steenbergen
‘De vergrijzing verzilveren met toegankelijkheid’ Enige jaren geleden is Steenbergen begonnen met de ontwikkeling en herinrichting van het gebied StadHaven om de binnenstad aantrekkelijker te maken voor bewoners en bezoekers. Dit met de bedoeling om mensen te verleiden langer in het centrum te verblijven. ‘Ook onze gemeente heeft natuurlijk te maken met de dubbele vergrijzing. Wij denken de doelgroep 50+ als regiogemeente beter te kunnen bedienen door een sterk winkelaanbod in combinatie met veel verschillende evenementen. Met onze havens en cultuurhistorie hebben we goud in handen.’ Toegankelijke Stad Bert van Kesteren vervolgt: ‘Zet had in het verleden al enkele toegankelijkheidsscans bij winkels uitgevoerd. We willen een écht toegankelijk Steenbergen en Zet helpt ons daarbij. Zij fungeren als aanjager. We zijn begonnen met een startbijeenkomst waarin Zet het concept ‘Toegankelijke Stad’ presenteerde. Hun adviseurs inventariseerden vervolgens de toegankelijkheid van de betrokken organisaties. Dit alles resulteerde in een uitvoeringsprogramma met onder meer toegankelijkheidsscans, een brochure met verbeteradviezen en een communicatietraject. Daar werken we nu samen hard aan. De provincie betaalt de uren van de adviseurs. Die wil graag dat Zet een passend concept ontwikkelt. Het zelf betalen door de gemeente van dit project zou wel een struikelblok zijn geweest denk ik. Het kost vele uren, denk alleen al aan de uitvoering van al die scans.’ FOTO JOHAN WOUTERS
Wethouder Bert van Kesteren vertelt vol trots over zijn gemeente Steenbergen. ‘We maken deel uit van de West-Brabantse Waterlinie. Vroeger was het een vestingstad, toen kwam de handel en tegenwoordig zetten we in op toerisme, met de focus op ouderen. Zo geven we de economie een flinke impuls, waarbij we de toegankelijkheid samen met Zet in de plannen nadrukkelijk meenemen.’
Vliegwieleffect ‘Vanaf het begin was de HEMA zo enthousiast, dat zij andere ondernemers in het traject meenamen. Dat was wel nodig, want niet alle ondernemers zien in dat de wereld aan het veranderen is. Het moet én én zijn: winkeliers doen mee en het levert een economische spin-off op. Zij denken nog te vaak dat het om kostbare aanpassingen gaat.’ Bij Toegankelijk Steenbergen zijn diverse sectoren
betrokken. De horeca is nog wat terughoudend, maar de wethouder hoopt ook daar op een vliegwieleffect. Wat de zorg betreft is samen met het ouderenwerk gekeken naar wensen en knelpunten. En hoe denken de bewoners van de verzorgingshuizen en de polikliniek over de bereikbaarheid en de toegankelijkheid? Daarnaast is het winkelend publiek geënquêteerd en organiseerde men inloopavonden voor bewoners. Vervolgtraject ‘Wij zullen blijven praten met de ondernemers. De stad is straks versterkt, maar dat mag natuurlijk niet verwateren. We nemen toegankelijkheid op in onze beleidsvoornemens. In het gebiedsreglement leggen we afspraken vast over het straatgedeelte, denk aan uitstallingen en rondslingerende fietsen. We buigen ons over de dienstverlening en het winkelaanbod. Het instrument OmZetXL kan nieuwe klanten aantrekken. Sinds kort kennen we een reclamebelasting om het uitvoeringsprogramma van het ondernemersdeel te financieren. Ik denk zelf bijvoorbeeld aan een cursus bejegening: hoe ontvang je je klanten, al dan niet met een beperking, gastvrij? Ook de bewoners en bezoekers kunnen overigens wel wat opvoeding gebruiken. Ik ben er van overtuigd, dat als je de effecten ziet, mensen enthousiast worden. We moeten onze boodschap daarom goed uitdragen. Tijdens deze bestuursperiode is StadHaven aan de beurt. Ik beschouw het als een oefening en hoop dat ook andere kernen in onze gemeente aan de beurt komen. Het gaat immers om de leefbaarheid. De verbetering van de integrale toegankelijkheid heeft zeker een economische meerwaarde. Óók de gemeenteraad is daarvan overtuigd. Als wethouder heb ik een bevoorrechte positie om hieraan mee te mogen werken.’
Meer informatie bij Ingrid Dam,
[email protected]
Deurne
Deurne4all Op 5 juni is het startschot gegeven voor het toegankelijkheidsproject ‘Deurne4all’. Tijdens de aftrap is het winkelcentrum ‘De Koolhof’ aan een inspectie onderworpen door de aanwezigen letterlijk een beperking te laten ervaren - met rollator, rolstoel en blindenstok. Men moest hiermee opdrachten binnen en buiten ervaren en kijken met ‘De Bril’. Enkele opdrachten waren het halen van een folder bij de apotheek en bij een supermarkt een artikel van de bovenste schap. In dit project streven tien organisaties (o.a. de gemeente, Bergopwaarts, ORO, de Zorgboog, Savant
Toegankelijke blik op Deurne met
Zorg, GGZ en MEE) onder begeleiding van Zet er naar om van Deurne het meest toegankelijke dorp van Brabant te maken. Een dorp waar iedereen (met en zonder beperking) zich welkom voelt en op een prettige manier gebruik kan maken van alle voorzieningen. Om deze ambitie te bereiken werken alle projectorganisaties aan het verbete-
ren van de toegankelijkheid van hun eigen organisatie. En daarnaast ontwikkelt men een wijkscan waarin professionals én bewoners samenwerken om de toegankelijkheid op wijkniveau onder de loep te nemen en te verbeteren. Naast fysieke toegankelijkheid is er aandacht voor toegankelijke communicatie en sociale toegankelijkheid (oftewel gastvrijheid).
Meer informatie bij Suzanne Kemmeren,
[email protected]
Loon op Zand
Drempelvrij Dorp De gemeente Loon op Zand gaat zich samen met Zet richten op het verder verbeteren van de toegankelijkheid van toeristische recreatieve voorzieningen en daarmee op het vergroten van participatiemogelijkheden voor iedereen. Een goede toegankelijkheid houdt in dat een restaurant, een hotel, een pretpark, een groepsaccommodatie en allerlei andere voorzieningen in de toeristische sector niet alleen fysiek toegankelijk zijn, maar dat klanten ook kunnen rekenen op een prettige en adequate bejegening. Het bekend maken dat je
14 | GaZet juni 2012
onderneming toegankelijk is, kan daarnaast leiden tot een groter aantal klanten en daarmee tot een verhoging van de omzet. Met het project willen we in kaart brengen hoe het staat met de integrale toegankelijkheid in Loon op Zand en hoe door, vaak kleine aanpassingen, de toegankelijkheid kan verbeteren. Stichting Ondernemend Loon op Zand, de Lokale Toeristische Adviesgroep en het Gehandicaptenplatform Loon op Zand zijn enthousiast over het initiatief.
Momenteel werken we aan een nieuwsbrief om alle ondernemers te informeren en ze de kans te bieden voor een toegankelijkheidsscan. Eén succes past al binnen het project: de nieuwe toeristische website www.vvvkaatsheuvel.nl is toegankelijk!
Meer informatie bij Ingrid Dam,
[email protected]
Denk aan de (ov)-gids! Binnen zitten zestien oude mensen aandachtig te luisteren. Buiten is een groep oudere sporters bezig met losmaakoefeningen. Het is een drukte van belang in De Geerhof in Chaam. Peter van Gulik van het Reizigersoverleg Brabant is de man waar men naar luistert. Zijn rol is die van de OV-gids, die ouderen wegwijs moet maken in de wereld van het Openbaar Vervoer (OV). De ochtend staat te boek als een OV-wegwijsbijeenkomst en dat wordt het ook. De opzet, zoals gemaakt door het Reizigersoverleg Brabant en Zet, werkt uitstekend. Zelfs in een rumoerige ‘woonkamer’ in Chaam.
Peter van Gulik presenteert met verve. Zelfs als de bijeenkomst ruw verstoord wordt door de lawaaiige binnenkomst van de groep sporters, een Chaamse variant op Benidorm Bastards. De OVgids gaat onverstoorbaar verder met zijn verhaal over beter toegankelijke bussen, reisinformatie en vooral die dekselse OV-chipkaart. Voor Peter is het één van de vele bijeenkomsten die hij verzorgt. ‘Hier in de regio is het lekker ontspannen. Dit in tegenstelling tot bijeenkomsten in Tilburg waar de mensen vaak veel assertiever reageren. Ik merk dat veel van de zaken die ik vertel echt nieuwsfeiten zijn.’ Dat klopt. Mevrouw
van der Velde (82) zuigt de informatie als een spons op. ‘Heel goed, ik heb veel nieuwe dingen geleerd van die meneer. Toch ben ik hier een van de weinigen die al zo reist.’ Ze haalt uit haar tas een gloednieuwe OV-chipkaart. ‘Er is wat durf voor nodig om met bus en trein te reizen, maar ik ben daar niet bang voor. Dat je automatisch kunt opladen is wel een hele goede tip. Gelukkig kan ik ook overweg met de computer, maar dat geldt hier niet voor iedereen.’ Wisselende opkomst Ook de uitnodigende partij, de KBO-afdeling Chaam, is tevreden over de informatiebijeenkomst. Ad Coenraads en Dieni Helsinger merken wel op dat de belangstelling beduidend kleiner is dan het jaar er voor. ‘We hadden een bijeenkomst over de OV-chipkaart waar 80 man op was afgekomen. Dit thema over de bus in de regio is kennelijk wat te vaag’, meldt Ad Coenraads. Ook Dieni Helsinger vindt de opkomst van 16 personen op een ledenbestand van 550 mensen wat mager. ‘Inhoudelijk is het wel erg goed, ik leer er zelf ook veel van. Wie weet ga ik ooit ook weer gebruik van het OV maken. Vroeger reed ik veel met de bus. Tot die tijd regel ik mijn verplaatsingen per auto.’ Toegankelijke keten Op het scherm verschijnen nieuwe toegankelijke haltes. Dit levert hilariteit op in de zaal. ‘Bij ons in Chaam komen ook nieuwe haltes. Ze zijn bezig met de aanleg op de weg naar het dorp. In plaats van dat ze de haltes in het centrum aanpassen, maken ze nieuwe voorzieningen in het buitengebied. Als daar twee mensen per jaar opstappen is het veel!’ Fijntjes pareert Peter deze opmerking en wijst op de positieve effecten van de hele toegankelijke keten aan goede bussen, betere haltes en vooral goed geschoolde chauffeurs.
Meer informatie bij Wouter Schelvis,
[email protected]
FOTO JOHAN WOUTERS
Column
Zet leegstand om in groente! Leegstand is een hardnekkig probleem. De bedachte oplossingen zijn dat ook. Ondernemer Richard Engelfriet stelt voor het over een hele andere boeg te gooien: ga groente verbouwen in leegstaande kantoren! Leegstand: het probleem
Deel uw ervaringen via @rengelfriet op Twitter of mail me via
[email protected]
Er is in Nederland geen gemeente te vinden die niet kampt met leegstaande kantoren, kerken en kroegen. Alle partijen wijzen vervolgens graag naar elkaar: wetenschappers vinden dat eigenaren hun bezit moeten afwaarderen, eigenaren vinden dat gemeenten te weinig doen om bedrijvigheid te stimuleren en potentiele huurders vinden het allemaal ‘te duur’. En zo staat het hele zaakje stil. En leeg. En om dat probleem op te lossen, schrijven ambtenaren nota’s vol met probleemanalyses, scenario’s en toekomstvisies. Consultants verdienen een goedbetaalde boterham met ronkende adviezen waarin steevast de woorden ‘kansen’, ‘functie-herwaardering’ en ‘creatieve broedplaatsen’ aan bod komen. Er zijn inmiddels al zoveel nota’s geschreven, dat je de helft van de leegstand kunt bestrijden door alle nota’s uit te printen en in leegstaande gebouwen op te slaan.
Genoeg geschreven, genoeg gezegd. Het is tijd om op grote schaal groente te gaan verbouwen in leegstaande gebouwen. Ja, u
Toekomstmuziek? Helemaal niet. In de leegstaande IBM-typemachinefabriek in Amsterdam zijn al vergevorderde plannen. Er komen daar ‘plant production units’, waarbij in stapelbare kweekruimtes onder led-licht groenten, fruit en kruiden worden verbouwd. En die groenten verkopen ze weer lokaal, in onze hoofdstad. En die units zijn niet afhankelijk van zonlicht, gaan ef-
ficiënt om met water en voedingsstoffen en leveren een goed voorspelbare oogst op. Iedereen blij. Nog niet overtuigd? Zoek dan op internet eens naar de TEDx-speech van John Apesos. Hij won met het idee om groente in leegstaande kantoren te verbouwen de TEDxAmsterdam Award 2011. Apesos’ bedrijf Metfarm levert door NASA ontwikkelde technologie om duurzaam gezond eten te kweken. Apesos: ‘Wat met bloemen kan, moet toch ook met voedsel kunnen?’. Inmiddels heeft ook de TU Delft interesse getoond, en stelt Philips zijn kennis ter beschikking. De tijd is er rijp voor. Ik hoop oprecht dat deze column het allerlaatste schrijfsel is over leegstand, en dat ik volgend jaar tomaten aan het plukken ben in een leegstaande kerk. Aan de slag!
FOTO/ILLUSTRATIE HARRIE REMIE
Leegstand: maak er groente van!
leest het goed: gebouwen zijn ideale kassen voor de kweek van gezond voedsel. En met een beetje slim ondernemen doe je dat nog duurzaam ook. Tilburgse aardbeien midden in de winter? Geen enkel punt. Met duurzame Led-lampen kweek je die rooie rakkers heerlijk op, en over transportkosten hoef je je geen zorgen meer te maken: vanuit een leegstand pand fietst de leverancier ze zo naar de Albert Heijn.
GaZet juni 2012 | 15
Debat 22 mei - Stadion De Vliert, Den Bosch
Obesitas! Waar bemoei je je mee?
FOTO MAIKEL SAMUELS
‘Dik zijn is je eigen schuld!’ is de pittige stelling die vier debaters van het Koning Willem I College voorgeschoteld krijgen. De tegenargumenten nuanceren: ‘Ik heb van alles geprobeerd, heb hulp van een diëtiste gehad. Ik heb gewoon aanleg om dik te worden.’ De tegenstanders krijgen bijval uit de zaal: ‘Als er geen goede voorlichting is en/of als de ouders geen goed voorbeeld geven, dan wordt het lastig.’ Er is niet simpel één verantwoordelijke aan te wijzen en ook de beste aanpak is niet eenduidig.
Zet en BrabantBalie organiseren dit jaar een aantal pittige debatten met de titels:
‘Armoede bestaat niet’
Armoede Obesitas Het persoons gebonden budget Wie zorgt er voor mijn kind? Iedereen doet mee Armoede, obesitas en PGB hebben al plaatsgevonden. Mark Rutte
Kijk voor de data en locaties van de andere debatten op zet-brabant.nl.
*pittig debat
16 | GaZet juni 2012
*pittig debat
Cijfers Will Vervoort, arts Maatschappij en Gezondheid bij GGD Hart van Brabant licht toe: ‘Bij ouderen is het aantal mensen met overgewicht stabiel, maar onder jongeren neemt het toe. Obesitas is extreem overgewicht en je ziet dat zowel overgewicht als Obesitas toenemen. Bij jongens komt het vaker voor, maar bij meisjes is het percentage harder gestegen de afgelopen vier jaar. Dit hangt samen met het verslechteren van de eetgewoonten.’ Leefstijl Ien van de Goor van Tranzo (wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn): ‘Het is veel lastiger geworden om de verleidingen te weerstaan. We weten inmiddels dat je er met voorlichting en informatieoverdracht alleen niet bent. Het gaat om de balans tussen eten en bewegen. Er moet meer aandacht komen voor bewegen.’ Zorgverzekeringswet Rob Dokter is zorginkoper bij CZ. Een groot deel van de zorgkosten gaat naar ziekten die (mede) veroorzaakt worden door overgewicht zoals harten vaatziekten, diabetes en dementie. ‘Het heeft hoge prioriteit, vergelijkbaar met de vergrijzing. We zijn op zoek naar gecombineerde leefstijlinterventies. Het zou in de zorgverzekeringswet opgenomen moeten worden.’ Opvoeding Nanette van der Pol is een ervaringsdeskundige ouder. Haar dochter is nu zeven en was tot en met haar vierde obese. ‘Ik was zo blij toen wij uiteindelijk bij een goede kinderarts terecht kwamen. Uit onderzoek is gebleken dat onze dochter extreme aanleg heeft om dik te worden.’ Wie is de schuldige? Gespreksleider Richard Engelfriet wil van de zaal weten wie verantwoordelijk is voor het probleem.
De voedingsindustrie krijgt er flink van langs. Het inkomen wordt juist opvallend vaak als niet bepalend bestempeld. ‘Je hoort vaak dat McDonalds zo goedkoop is, maar als je gewoon boodschappen in de supermarkt doet, ben je goedkoper uit.’ Dus of een accijns op junkfood goed zou werken, daarover zijn de meningen verdeeld. De tegenstanders opperen dat een tax straffen is. ‘Groente moet leuker gemaakt worden.’ Oplossingen ‘Als ik minister van volksgezondheid was, dan zou ik alle vestigingen van McDonalds sluiten en scholen verplichten groente uit te delen.’ Deze stoere woorden zijn van Joan Briel, wethouder in de gezondste gemeente van Nederland: Laarbeek. ‘Ik kan het als wethouder niet afdwingen. Wat ik wel kan doen, is burgerparticipatie stimuleren. In Laarbeek ging het erom welke van de vier kernen het fitst was. Zo’n competitie genereert veel energie.’ Bedrijfsleven In het project JOGG in Veghel doet het bedrijfsleven mee. ‘De overheid heeft pas invloed vanaf vijf uur ’s middags. De werkgever heeft van acht tot vijf invloed,’ aldus projectleider Ellen van de Bogaart. ‘Wij hebben die twee gescheiden werelden bij elkaar gebracht.’ Mars is in Veghel een grote werkgever. ‘Ze doen mee vanuit hun MVO-doelstelling. En ook vanuit het perspectief dat ze geen sticker ‘dit is dodelijk’ opgeplakt willen krijgen.’ Sexy Obesitas is een complex probleem. Op de agenda voor de preventie en aanpak horen volgens de zaal in ieder geval: hulp en opvoedingsondersteuning voor ouders, bewegen beter in balans brengen met eten en tweedelijns hulp voor de gezinnen die het lastigst te bereiken zijn. In feite luidt de opdracht voor alle aanwezigen: ‘Hoe maak je gezondheid sexy?