Periodieke uitgave in het kader van het beleidsprogramma AVOICE van het Hoofdbedrijfschap Ambachten
Vakmensen máken het
Nummer 18 – maart 2011
Jaap van Ginneken: ‘Kinderen moeten een emotionele band met een vak opbouwen’ Alexander Pechtold: ‘Ambachtelijk vakmanschap onmisbaar voor kenniseconomie’ Slagersbranche uitgelicht
NUMMER 18 – MAArt 2011
7
Thema
4 Alexander Pechtold: ‘Ambachtelijk vakmanschap onmisbaar voor kenniseconomie’
Imago en Beroepskeuze
8 Psycholoog Jaap van Ginneken: ‘Kinderen missen
gelegenheid een band met een beroep op te bouwen’
10 Ambachtelijk beroepsonderwijs raakt achterop
5 14 april: Dag van het Restauratieambacht 6 BNA op één lijn met HBA-Platform preventie valgevaar 6 Campagne veilig werken ‘Ik ben de Sjaak niet’ 12 Glazenwassers poetsen imago op 13 HBA online panel: Zelfstandigheid was mijn belangrijkste motief voor keuze ambacht 14 Aantal zelfstandige slagers daalt, maar hun omzet groeit 15 ‘We geven klanten redenen om speciaal naar ons te komen’
4/5
6/7
8/9
10/11
12/13
14/15
aVOICE is een uitgave van het Hoofdbedrijfschap Ambachten in het kader van het beleids programma 2010-2015 ‘De ambachtseconomie máákt het’ en verschijnt vier keer per jaar.
Redactie HBA Bosma Communicatie & PR Basisontwerp WIM Ontwerpers
Fotografie Michael Kooren Guus Schoonderwille
Opmaak Optima Forma bv Druk Opmeer Drukkerij bv
Column
Wie de ambachtslieden heeft, krijgt het werk! Met alle berichten over personeelstekorten die verwacht worden bij diverse ambachten, zou je denken dat overal de alarmbellen rinkelen. Maar met name in het mkb zie ik nog weinig ondernemers zich echt zorgen maken. Laat staan dat ze zich bezig houden met de vraag hoe ze hun medewerkersbestand op peil kunnen houden met goed opgeleide mensen. Ook ouders zie ik nog steeds teleurgesteld reageren als hun kind een vmbo-advies krijgt. En dat terwijl hun kansen op de arbeidsmarkt veel gunstiger zijn dan voor welke groep dan ook, mits zij doorstromen naar het mbo. Als de Cito-toetsen net achter de rug zijn voor groep acht van het basisonderwijs is de spanning of de uitslag hoog genoeg is voor havo, vwo of gymnasium in menig gezin bijna ondraaglijk. Blijkbaar hebben we de afgelopen decennia zo ingezet op het verheffen van de arbeider, dat er straks geen geschoolde ambachtsmensen meer over zijn. Gelukkig zijn er wel kansen op ‘eerherstel’, vooral bij de wijkscholen en praktijkscholen die ontstaan. In Rotterdam worden daarbij de ouders nadrukkelijk betrokken zodat ze trots ontwikkelen voor het vakmanschap dat hun kinderen wordt aangeleerd. Maar het imago van het ambacht is helaas nog te negatief. Bovendien is het voor velen onduidelijk wat ambachten nu precies zijn. Dat geldt niet
‘Aan de slag met een imagocampagne om alle beschikbare talenten te mobiliseren.’ alleen voor jongeren die de keuze nog moeten maken voor een beroep. Ook vrouwen die beschikbaar (kunnen) zijn voor de arbeidsmarkt, hebben geen idee dat ze zich ook kunnen laten omscholen tot schilder, timmerman, Wilma Gillis-Burleson loodgieter of een ander mooi ambacht. Maar met gerichte Lid Platform Ambachtseconomie voorlichting en persoonlijke benadering kan daar verandeDirecteur Legato BV ring in worden gebracht. Dit vertrouwen baseer ik op het Re-integratie en participatie project waaraan ik momenteel leiding geef. Het betreft een initiatief om 45 vrouwen op te leiden voor functies in de moderne en internationale haven. Het aantal enthousiaste vrouwen is boven verwachting. Ook het bedrijfsleven in de haven begint op stoom te komen om deze vrouwen een stageplek of baan aan te bieden. De ondernemers hebben hun pijlen nu nog vooral gericht op jongeren, maar beginnen ook warm te lopen om herintredende vrouwen aan te nemen en op te leiden. Een gerichte imagocampagne kan deuren openen naar groepen die nu nog niet van harte geschoold willen worden voor ambachtelijke beroepen. Ik denk daarbij ook aan veel toegelaten vluchtelingen en statushouders. Uit hun midden heb ik bijvoorbeeld een aantal orthopedische schoenmakers gerekruteerd. Ik zou dus zeggen: aan de slag met een imagocampagne om alle beschikbare talenten te mobiliseren. Want wie de ambachtslieden heeft, heeft straks ook het werk!
3
NIEUWS
D66-leider Alexander Pechtold:
‘Ambachtelijk vakmanschap onmisbaar voor kenniseconomie’ “Ambachtelijk vakmanschap is onmisbaar voor de kenniseconomie. Bovendien spat de passie en liefde voor het vak er vanaf als je met ondernemers spreekt.” Alexander Pechthold bracht op 22 februari op uitnodiging van het HBA een bezoek aan drie ambachtelijke ondernemers in Utrecht. In kapsalon Hairfix, Optiek Van der Heijde en het atelier van goud- en zilversmid Gijs Borms sprak Pechtold over de ontwikkelingen en uitdagingen in de ambachtseconomie, zoals de te verwachten in-
stroomproblematiek. In het atelier van Borms toonde de gediplomeerde kunsthistoricus en voormalig veilingmeester zich een enthousiast liefhebber en kenner van ambachtelijk gemaakte sieraden en nam hij zelf het gereedschap ter hand. Pechthold concludeerde aan het eind van zijn bezoek: “Kennis is belangrijk in Nederland, maar kennis zit niet alleen in theorie maar zeker ook in vakmanschap. Vandaag heb ik dat weer met eigen ogen kunnen zien. Ambachtelijk vakmanschap is onmisbaar voor de kenniseconomie.”
Discussie over schappen Welke taken van de product- en bedrijfschappen zijn naast de medebewindstaken onmisbaar? Kunnen eventuele taken, die niet tot de medebewindstaken behoren, worden uitgevoerd zonder de schappen en, zo ja, hoe? Op 17 februari heeft de Tweede Kamer een door VVD, CDA en PVV ingediende motie met deze drie vragen aangenomen. Minister Kamp is bereid de motie uit te voeren op voorwaarde dat het voorgenomen draagvlakonderzoek onder de ondernemers, die bij de schappen zijn
4
aangesloten, wordt uitgesteld. Met het aannemen van de motie is de politieke discussie over het bestaansrecht van de schappen in een stroomversnelling geraakt. De ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I) laten het onderzoek door een extern bureau uitvoeren. Het kabinet zal voor 1 september zijn conclusies aan de Kamer meedelen. In de aanloop van deze politieke discussie hebben bijna 40 brancheorganisaties en bonden het grote belang van het HBA voor de aange sloten branches kenbaar gemaakt aan de Tweede Kamer.
NIEUWS
14 april: Dag van het Restauratieambacht Hét kenniscentrum op het gebied van instandhouding en verbetering van het Nederlands erfgoed. Dat is de centrale boodschap van de tweejaarlijkse Nederlandse Restauratiebeurs die op 14, 15 en 16 april 2011 in de Brabanthallen in ‘s-Hertogenbosch plaatsvindt. De eerste dag staat geheel in het teken van het restauratieambacht. Deze Dag van het Restauratieambacht sluit aan op de Week van het Ambacht.
Manifest Restauratie
Op 14 april wordt ’s ochtends een publiek debat gehouden waarbij het belang van duurzame monumentenzorg en het behoud en de kwaliteit van het restauratieambacht centraal staan. Ter afsluiting van deze bijeenkomst zal het Restauratie Platform (een initiatief van het
Hoofdbedrijfschap Ambachten) namens de gehele erfgoedsector een Manifest Restauratie presenteren. De organisatoren en initiatiefnemers vanuit het Restauratie Platform zien de aanbieding van het manifest als de start voor structureel beleid. Noodzakelijk voor een duurzame toekomst van monument en restauratieambachten.
Beste leerwerkbedrijf
De Dag van het Restauratieambacht is niet alleen bestemd voor ondernemers en organisaties die werkzaam zijn in en voor de erfgoedsector. Ook opleidingsinstituten, praktijkcentra en middelbare scholieren die een beroepskeuze moeten maken, zijn er van harte welkom. Hetzelfde geldt voor werkzoekenden die zich richten op omscholing of herintreding. Bovendien vormt de dag het decor van de uitreiking van de prijs van het beste leerwerkbedrijf.
Meer informatie: www.restauratiebeurs.nl
5
NIEUWS
Het toetsingskader is ontwikkeld op initiatief van het HBA-Platform Preventie Valgevaar. In een gezamenlijke brief van 17 februari jl. aan minister Donner onderstrepen het Platform en de BNA het belang van het toetsingskader. Beide partijen zullen samen een plan van aanpak opstellen om tot een praktische handleiding voor architecten, opdrachtgevers en diensten Bouw en Woningtoezicht te komen en om het toetsingskader in de hogere beroepsopleidingen in te passen. Hiermee is een belangrijke stap gezet om de risico’s voor valgevaar bij de bron, het ontwerp van een gebouw, aan te pakken.”
Campagne veilig werken
‘Ik ben de Sjaak niet’ Hoe moet ik mijn mensen aanspreken? Hoe kan ik ze laten nadenken over hun eigen gedrag zonder te worden weggezet als een zeurpiet? Hoe zorg ik dat ik zelf altijd het goede voorbeeld geef? Vaak zijn ongevallen het gevolg van ingeslopen routines, haast en onderschatting van het risico. Uit onderzoek van Consument en Veiligheid blijkt dat ondernemers in de bouw het vaak lastig vinden om op de werkvloer te praten over veilig werken. Het HBA-Platform Preventie Valgevaar en de Stichting Consument en Veiligheid lanceerden daarom op 8 februari op de Bouwbeurs samen de campagne ‘Ik ben de Sjaak niet’. Zij willen daarmee veiligheid voor ondernemers gemakkelijker bespreekbaar maken. De campagne wordt ondersteund met T-shirts, posters en dergelijke. Een ondernemer moet in de eerste plaats zelf laten zien dat veiligheid belangrijk is. Door bijvoorbeeld regelmatig op een gelijkwaardige manier te communiceren met medewerkers over veiligheid. Dus niet als een baas die zijn medewerkers vertelt wat ze wel en niet moeten doen. Maar als iemand die interesse toont, luistert, samen met zijn medewerkers aan verbeteringen werkt en met hen de verantwoordelijkheid voor veiligheid deelt.
Onderscheiden
Natuurlijk is verhoging van de veiligheid al een belangrijk doel op zich. Dat behoeft geen verder betoog. Maar het neemt niet weg dat extra aandacht voor veiligheid ook nog in andere opzichten de moeite waard is. Een ondernemer en zijn bedrijf onderscheiden zich bijvoorbeeld door de veiligheidsrisico’s en noodzakelijke veiligheidsmaatregelen met medewerkers, opdrachtgevers en onderaannemers goed vooraf in kaart te brengen. Bovendien draagt dergelijk overleg bij aan een efficiënte werkuitvoering en daardoor uiteindelijk ook aan de winst.
www.werkveilig.nu
6
DE SJAAK ZIT IN EEN KLEIN HOEKJE. 6 TIPS OM HE
T RISICO TE VE RKLEINEN.
U RKVEILIG.N WWW.WE
De Bond van Nederlandse Architecten (BNA) onderschrijft het toetsingskader voor veilig onderhoud op en aan gebouwen, waaraan in de toekomst nieuwe bouwplannen worden beoordeeld voordat een bouwvergunning wordt verleend.
IK BEN SJAAK NIET.
BNA op één lijn met HBA-Platform Preventie Valgevaar
MAX
25KG
WWW.WERKV EILIG.NU
1 2 3 NEEM DE TIJD. ten over Een keer pra t voldoende. nie veiligheid is van gedrag n ere and Ver cces zit in de kost tijd. Su haling. kracht van her
DOE HET SAMEN.
amenlijke Formuleer gez uw doelen. Betrek het bij medewerkers ossingen. opl vinden van
BEGIN LF. BIJ JEZE eld Goed voorbe
aterialen zijn Extra Sjaakm : op verkrijgbaar U RKVEILIG.N WWW.WE
DIT IS SJAAKEEN WERK VRIJE PLEK. WWW .WERK VEILIG .NU
. doet volgen
IK HAD EEN B IJN SJAA ERVAR K ING
WWW .WERK VEILIG .NU
IK BEN DE SJA S J A Z A Platform Preventie ValgevaarIT IN AK K NIET. EEN K LEIN WWW .WERK VE
HOEK JE.
ILIG.N U Het HBA-Platform Preventie Valgevaar onderWWW .W steunt de campagne die deel uitmaakt van ERKVEILIG.NU het Actieplan Arbeidsveiligheid van het ministerie van SZW. Aan het Platform nemen tal van bouwgerelateerde HBA-branches deel, zoals de dakdekkers, schoorsteenvegers en de glazenwassers. Daarnaast participeren brancheorganisaties van buiten het HBA zoals de Koninklijke Metaalunie, Uneto-VNI, FOSAG (schilders) en VSB (steigerbouw).
thema – IMAGO EN BEROEPSKEUZE
Imago en Beroepskeuze Imago en beroepskeuze hebben alles met elkaar te maken. Jongeren kiezen nu eenmaal eerder een opleiding voor een hip beroep dan voor een vak dat minder hoog staat aangeschreven of dat ze niet of nauwelijks kennen. Onbekend maakt immers onbemind. Nogal wat ambachten - gelukkig zeker niet allemaal! hebben een imago dat jongeren en werkzoekenden onvoldoende aanspreekt of dat bij hen nauwelijks bekend is. De belangen van de ambachtseconomie zijn te groot om daarin te berusten.
De partijen in de ambachtseconomie - zoals ondernemers, brancheorganisaties, het Platform Ambachtseconomie, sociale partners, onderwijsorganisaties en uiteraard het HBA - werken het hele jaar hard om de ambachten positief in de schijnwerpers te plaatsen. De Week van het Ambacht, die dit jaar van 8 tot en met 16 april plaatsvindt, is de week waarin de gezamenlijke activiteiten het meest zichtbaar zijn. Maar genoemde partijen poetsen ook die andere 51 weken per jaar het imago van ambachten en beroepsopleidingen op. Blijvend de handen ineen slaan. Ook voor ambachten geldt public relations wet nummer één: ‘Be good and tell it!’
Actieve, voortdurende communicatie is de aangewezen weg om jongeren en werkzoekenden de ogen te openen. Door te tonen dat het ambacht, waar ze aanvankelijk vooroordelen over hadden of dat ze niet eens kenden, misschien wel net het beroep is waarmee ze hun idealen kunnen realiseren. Idealen in de vorm van bevrediging in het werk, persoonlijk contact met de klanten, een goed belegde boterham met carrièreperspectieven en zelfstandigheid.
7
thema – IMAGO EN BEROEPSKEUZE
Psycholoog Jaap van Ginneken: ‘Kinderen missen gelegenheid een band met een beroep op te bouwen’ ‘In onze maatschappij bestaat het streven dat leerlingen zo lang mogelijk een algemene opleiding volgen, vaak omdat de jongeren zelf noch hun ouders weten wat ze willen. Daardoor is het ‘vruchtbare moment’ om voor een specifiek beroep te kiezen, uit het zicht geraakt.’ 8
thema – IMAGO EN BEROEPSKEUZE
Omdat die situatie nauwelijks meer voorkomt, is het volgens de psycholoog bijna onrealistisch om van kinderen van die leeftijd te verwachten dat ze al een specifiek beroep kiezen. “Ze hebben maar een beperkt inzicht in alle mogelijkheden en alternatieven. Als ze dan concreet de vraag voorgelegd krijgen of ze voor een bepaald ambacht willen kiezen, kan dat tot een schrikreflex leiden: ‘Nou, ik weet niet of ik banketbakker wil worden.’
Stages
Volgens dr. Jaap van Ginneken mediadeskundige, massapsycholoog en auteur van tal van managementboeken - is het voor een goede beroepskeuze belangrijk dat kinderen de kans krijgen een emotionele band met een vak op te bouwen. De ontwikkeling van die band moet naar zijn mening eigenlijk al gebeuren op twaalfjarige leeftijd. “In ons schoolsysteem, waarin het algemeen vormende karakter zo overheerst, is daar geen plaats voor. Ook op het vmbo wordt teveel verlangd dat jongeren brede, algemene en theoretische kennis verzamelen. Ik denk dat veel leerlingen, die daar van huis uit weinig interesse voor hebben, daar op hun dertiende wel mee ‘klaar’ zijn. Zij beleven weinig plezier aan het leren van algemene lesstof, maar willen wel graag met hun handen werken. Aan hun belangstelling moet meer tegemoet gekomen worden.”
Als het wetsontwerp wordt aangenomen, zijn leerlingen in het Nederlandse voortgezet onderwijs vanaf het schooljaar 2011-2012 verplicht een maatschappelijke stage te volgen. Het accent ligt er op het vrijwilligersaspect. In Frankrijk, waar Van Ginneken tegenwoordig woont, ziet men in de inmiddels verplicht gestelde stage meer een middel om leerlingen te laten nadenken over hun beroeps- en carrièrekeuze. Deze regel hangt samen met klachten uit het bedrijfsleven dat kinderen te weinig worden voorbereid op het arbeidzame leven. “Mijn zoon van dertien jaar moest een week stage lopen bij iets of iemand. Doel daarvan was alvast een indruk te krijgen van het gewone arbeidzame leven en een kijkje in de echte wereld te nemen. Volgend jaar moet hij echt een serieuze stage gaan lopen. Die duurt wat langer, het is de bedoeling dat de scholieren dan ook echt meewerken. Dat dwingt kinderen om stil te staan bij het besef dat ze later ook een beroep moeten kiezen en uitoefenen.”
Rekken
Zowel ouders als kinderen zijn volgens Van Ginneken tegenwoordig geneigd de algemene opleiding zo lang mogelijk te rekken, omdat ze zich niet willen vastleggen op een keuze voor een bepaald beroep. “De enige reden waarom je je wel zou willen vastleggen op zoiets specifieks, is dat je vanaf zesjarige leeftijd aan den lijve emotioneel ervaren hebt dat het leuk en waardevol is. Dat gebeurde vroeger natuurlijk vanzelf in ambachten die van vader op zoon overgingen. Dan groeiden de jongeren automatisch in een beroep.”
9
thema – IMAGO EN BEROEPSKEUZE
Het ambachtelijk beroepsonderwijs heeft in de periode 2003-2009 niet kunnen profiteren van de algehele stijging van deelnemersaantallen in het mbo in Nederland.
Ambachtelijk beroepsonderwijs raakt achterop Het merendeel van de 36 onderzochte brancheopleidingen heeft op landelijk niveau lage tot zeer lage aantallen leerlingen. Langzaam maar zeker raakt het ambachtelijke beroepsonderwijs achterop ten opzichte van andere, niet ambachtelijke sectoren. De toegevoegde waarde van het ambacht voor de economie, die nu een jaarlijkse omzet heeft van 127 miljard euro, komt daardoor steeds meer onder druk. Dit blijkt uit recent onderzoek dat bureau ‘EB management’ in opdracht van het HBA heeft uitgevoerd. Uitgangspunt was de veronderstelling dat ‘het ambachtelijk beroepsonderwijs de afgelopen jaren zo verdund en versnipperd is geraakt, dat scholen niet langer het gewenste kwaliteitsniveau kunnen garanderen en niet in staat zijn voldoende goed opgeleide vaklieden af te blijven leveren voor het ambacht.’
10
Vergrijzing
De onderzoekers spreken in hun rapport ‘Het ambacht; stille kracht onder Nederlandse economie’ de verwachting uit dat ambachtelijke bedrijven door de dalende instroom van leerlingen steeds meer moeite krijgen om het werk uit te voeren. Daar komt nog bij dat steeds minder medewerkers binnen bedrijven doorstromen naar hogere opleidingsniveaus. Daardoor zal de uitstroom van ervaren vaklieden (vergrijzing) zich in het ambacht steeds sterker voordoen.
BBL
Werkend leren (BBL), een zeer populaire vorm van opleiden in het ambacht, is volgens de onderzoekers een andere bron van zorg. Deze vorm van praktijkopleiding vindt voor tachtig procent plaats in de beroepspraktijk bij de leerbedrijven. Dit maakt ambachtelijke vakopleidingen extra kwetsbaar voor conjuncturele schommelingen.
thema – IMAGO EN BEROEPSKEUZE
Reactie HBA
Natuurlijk vraagt het zorgwekkende rapport ‘Het ambacht; stille kracht onder Nederlandse economie’* om actie van het HBA. Op zijn vergadering op 2 maart jl. heeft het hoofdbestuur afgesproken zich sterk te maken voor drie actie-punten:
1. Instelling landelijk meldpunt
URGENTIE IN CIJFERS Ruim de helft van alle opleidingslocaties die kleinschalig specialistisch vakonderwijs verzorgen, kampt met zeer lage deelnemersaantallen (minder dan 17 deelnemers*). Voor de verschillende opleidingsniveaus in het MBO werkt dat als volgt uit:
Het HBA wil dat er zo snel mogelijk een landelijk meldpunt komt voor het opheffen van specialistische vakopleidingen in Nederland. Alle ROC’s worden verplicht op dat meldpunt kenbaar te maken wanneer zij het voornemen hebben een opleiding uit hun bestaande aanbod op te heffen of onder te brengen in een groter geheel. Vanuit dit meldpunt kunnen vervolgens de betrokken partijen informatie krijgen over de voorgenomen besluitvorming van het individuele ROC. In goed onderling overleg met betrokkenen kan dan tijdig gezocht worden naar alternatieve trajecten en -indien gewenst - naar nieuwe mogelijkheden om de opleiding onder te brengen bij andere publieke of private opleidingsinstituten.
2. Investeringsfonds instandhouding en vernieuwing specialistisch vakonderwijs
Ruim een derde (37%) van de 121 opleidingslocaties op niveau 4 heeft minder dan 17 deelnemers voor 4 leerjaren samen.
Gezien de grote toegevoegde waarde van de ambachten voor de Nederlandse economie bepleit het HBA dat de betrokken bedrijfstakken, de overheid en de desbetreffende onderwijsinstellingen een gezamenlijk investeringsfonds oprichten. Dit fonds moet de ontwikkeling van alternatieve opleidingstrajecten voor met opheffing bedreigde specialist ische vakopleidingen mogelijk maken. Vanuit dit fonds kunnen tevens innovaties gestimuleerd worden, zowel in de ambachtelijke branches zelf als in het specialistisch vakonderwijs. In dit laatste geval valt te denken aan de inzet van moderne technologie en ict voor het ontwikkelen van nieuwe onderwijsconcepten, zoals online leren.
* De onderzoekerzoekers definiëren dit aantal als ondergrens
3. Monitoring en onderbouwing
▶ Urgentie Niveau 2 Bijna de helft (45%) van de 246 opleidingslocaties op niveau 2 heeft minder dan 17 deelnemers voor 2 leerjaren samen. ▶ Urgentie Niveau 3 Bijna de helft (46%) van de 209 opleidingslocaties op niveau 3 heeft minder dan 17 deelnemers voor 2 leerjaren samen. ▶ Urgentie Niveau 4
om nog kwaliteit van onderwijs te kunnen garanderen.
Citaat uit brief van staatssecretaris Van Bijsterveldt aan Tweede Kamer m.b.t. Actieplan mbo ‘Focus op Vakmanschap 2011-2015’: ‘Kleine, ambachtelijke opleidingen wil ik zoveel mogelijk behouden en dus stel ik geen ondergrens aan een minimum aantal studenten per opleiding per instelling. Waar nodig kan het aanbod landelijk geconcentreerd worden. We kunnen immers niet zonder horlogemakers en tandtechnici. Daarom richt ik een meldpunt in om de aantallen studenten in kleinschalige, ambachtelijke opleidingen te monitoren en om zicht te houden op het starten en sluiten van dergelijke opleidingen.’
Het HBA vindt dat er een ‘Monitor Ambachtelijke Beroepsonderwijs’ moet komen om de ontwikkelingen van deelnemersaantallen in specialistische vakopleidingen jaarlijks bij te houden. Daarnaast dient er nagedacht te worden over een instrument waarmee de gediplomeerde uitstroom van deelnemers voor de komende jaren op beredeneerde wijze voorspeld kan worden. Door de uitkomsten van het dynamisch arbeidsmarktonderzoek en de monitor tegen elkaar af te zetten, kunnen prognoses gemaakt worden over de tekorten voor de komende jaren. Deze informatie dient als cijfermatige basis voor het te ontwikkelen – lange termijn - opleidingsbeleid voor de ambachtseconomie.
* Het rapport is te downloaden op www.hba.nl, publicatiereeksnr. 473
11
thema – IMAGO EN BEROEPSKEUZE
Glazenwassers poetsen imago op ▶ Peter Rietbroek staat samen met zijn broer en echtgenote aan het hoofd van de in 1991 opgerichte onderneming Rietbroek Voor Schoonhouden B.V. te Rijswijk. Hij is lid van de HBA-commissie Glazenwassersbedrijf en bestuurslid van de sectie glazenwassers (AWOG) van de Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten (OSB). Imagoverbetering van de branche is één van de punten waarvoor hij zich in zijn bestuursfuncties inzet. “Helaas heeft de glazenwassersbranche op dit moment vaak nog te kampen met een slecht imago. Het negatieve beeld dat het publiek van glazenwassers heeft, wordt mede veroorzaakt door het gedrag van een beperkt aantal ‘collega’s’ en de invloed van de media. Jammer genoeg werkt dat door op het imago van de hele branche. Om onze reputatie echt blijvend te verbeteren, moeten we er in de eerste plaats voor zorgen dat er een einde komt aan malafide praktijken, die voornamelijk plaatsvinden in de particuliere branche. Het HBA en de OSB zijn samen achter de schermen in overleg met verschillende overheidsdiensten zoals gemeenten, politie, de belastingdienst en de arbeidsinspectie om misstanden in de branche aan te pakken. Als die strategie vruchten afwerpt, zullen we dat zeker naar buiten brengen” aldus Rietbroek.
Scholen
Naast dit overleg is de branche al druk bezig met diverse communicatieactiviteiten om het vak positief in de schijnwerpers te plaatsen. Rietbroek: “We hebben
12
bijvoorbeeld de campagne ‘Glazenwasser: een baan met uitzicht!’ lopen. Die is in de eerste plaats bedoeld om de instroom van werknemers te verhogen. Deze campagne is een mes dat aan twee kanten snijdt, want op deze manier ontstaat tegelijkertijd een eerlijker en daarmee positiever beeld van het vak.“
Architecten
Verder vindt Rietbroek dat positieve ontwikkelingen in het vak publicitair actiever benut kunnen worden. En die ontwikkelingen zijn er volgens hem wel degelijk. “Door onderwijs en scholing wordt bijvoorbeeld het kwaliteitsniveau in de branche steeds hoger. Daardoor nemen andere professionals ons steeds serieuzer. Het komt tegenwoordig bijvoorbeeld voor dat architecten ons om advies vragen over de bereikbaarheid van gebouwen voor glazenwassers.
Hoog niveau
Last but not least doen de glazenwassers dit jaar voor het eerst mee aan de Week van het Ambacht. Rietbroek: “Mijn eigen bedrijf luistert bijvoorbeeld de aftrap van de week in het Kyocera-stadion op door er het werken op een hoogwerker te demonstreren.” Met een brede glimlach: “Bezoekers kunnen hier met eigen ogen zien dat glazenwassen een ambacht op hoog niveau is.”
HBA PANEL
HBA-panel imago en beroepskeuze
‘Zelfstandigheid was mijn belangrijkste motief voor keuze ambacht’ ▶ Zelfstandigheid is voor ruim 80% van de deelnemers aan het in februari uitgevoerde HBA panelonderzoek het belangrijkste motief geweest om voor een ambachtelijk beroep te kiezen. Ruim de helft van hen noemde de aantrekkelijkheid van het vak en de verwachte vrijheid en flexibiliteit een belangrijke drijfveer. Het onderzoek leverde nog zeven andere opmerkelijke conclusies op:
1. Ook contact met klanten en vakmanschap geven veel voldoening
De panelleden hebben er destijds goed aan gedaan hun hart te volgen. Bijna iedereen (97%) noemt zelfstandigheid namelijk het meest aansprekende kenmerk van zijn of haar beroep. Ook hoog scoren de omgang met mensen (94%) en het vakmanschap (91%). Vier op de tien deelnemers noemt de verdiensten in het beroep (enigszins) aantrekkelijk.
2. Nabijheid of beschikbaarheid opleiding van minder belang
Nabijheid of beschikbaarheid van een opleiding hebben geen rol van betekenis gespeeld bij de beroepskeuze. Ook verwachten de respondenten dat dit voor jongeren niet het belangrijkste aspect zal zijn.
3. Geld belangrijk geacht bij beroepskeuze jongeren De respondenten menen dat financiële verdiensten voor jongeren het belangrijkste selectiecriterium zijn bij hun beroepskeuze. Bijna de helft denkt dat het imago van het vak een rol van betekenis speelt.
5. Klantvriendelijkheid en kwaliteit versus beunhazen en zwartwerkers
De vraag welke bijdrage de eigen branche aan het imago van de ambachten levert, roept zowel positieve als negatieve antwoorden op. Klantvriendelijkheid en de goede kwaliteit van het desbetreffende product of dienst hebben een gunstig effect op de beeldvorming. Beunhazen en zwartwerkers bezoedelen daarentegen weer de reputatie.
6. Laag zelfbeeld
Somber wordt het beeld als de panelleden wordt gevraagd het aanzien van afzonderlijke beroepen in te schatten: vrijwel alle ambachten krijgen een plaats in de onderste regionen toegewezen. Beroepen als advocaat, architect en huisarts scoren het hoogst. Maar ook beroepen als politieagent, juridisch medewerker en commercieel medewerker/verkoper staan hoger dan de meeste ambachtelijke beroepen. Alleen opticien en gamedesigner staan wel in deze subtop.
7. Creativiteit en vakmanschap zullen jongeren aanspreken
Op de vraag naar suggesties voor aantrekkelijke invals hoeken voor beroepskeuzecampagnes, zijn ‘creatieve eigenschappen’ en ‘vakmanschap’ de meest genoemde antwoorden.
4. Verdeeldheid over totaalbeeld ambachten
Als de panelleden anderen over hun ambacht vertellen, oogsten zij over het algemeen positieve reacties. Verdeeldheid is er echter als het gaat om hun mening over het imago van de ambachten in het geheel in Nederland. Een kwart meent dat de ambachten een positief imago hebben, eveneens 25% denkt dat het imago juist negatief is.
Word lid van het HBA online panel
In het HBA online panel worden bij het HBA aangesloten ondernemingen enkele keren per jaar gevraagd hun mening te geven over (actuele) thema’s. Voor het HBA bruikbare informatie bij de uitvoering van het beleid.
13
branche uitgelicht
Aantal zelfstandige slagers daalt, maar hun omzet groeit ▶ Het aantal zelfstandige slagerijen is tussen 2004 en 2009 afgenomen van 2.420 naar 1.900 ondernemingen. De totaalomzet, exclusief BTW, steeg in die periode licht van 1.052 miljoen euro naar 1.074 miljoen euro. Per bedrijf groeide de gemiddelde omzet met 30%, van 435.000 euro naar 566.000 euro. Deze cijfers zijn afkomstig uit het ‘Structuuronderzoek slagersbedrijf 2010’, dat onderzoeksbureau EIM in opdracht van het HBA heeft uitgevoerd. De Koninklijke Nederlandse Slagersorganisatie (KNS) heeft bij de uitvoering van het onderzoek een adviserende rol gespeeld. In het onderzoek worden diverse typen slagerijen onderscheiden waarvan de 1.100 traditionele en/of ambachtelijke slagers en de 570 specialiteitenslagers/traiteurs de grootste categorieën zijn.
Omzetsamenstelling
Het aandeel van ‘onbewerkt’ vlees in de omzet is afgenomen van 67% naar 57%. Het omzetaandeel van maaltijden en traiteursartikelen is de afgelopen jaren gegroeid van 4% naar 9%. De samenstelling van het klantenbestand is
Slagersbedrijf in kort bestek Aantal ondernemingen: 1.900 Gezamenlijke omzet: € 1.074 miljoen (excl. BTW) Werkzame personen: 15.000 Man/Vrouw: 36%, 64% Bij HBA aangesloten brancheorganisatie: Koninklijke Nederlandse Slagersorganisatie (KNS)
14
nauwelijks veranderd. Particuliere consumenten zijn de belangrijkste afnemers (ongeveer 80%), gevolgd door horeca en instellingen (circa 15%).
Werkgelegenheid
Het bedrijvenbestand is aan het verouderen. In 2004 was de gemiddelde leeftijd van de bedrijven 19 jaar, in 2010 was dat opgelopen tot gemiddeld 25 jaar. In 2010 waren in de branche bijna 15.000 mensen werkzaam, 1.000 personen minder dan in 2003. Van de 15.000 werkende personen oefenden ongeveer 14.000 het slagersvak of een verkoopfunctie uit. Omdat in de bedrijfstak veel deeltijdarbeid voorkomt is de werkgelegenheid, uitgedrukt in volledige arbeidsjaren, aanzienlijk lager. In 2010 hadden 6.270 mensen een full time baan in de slagerij (32 uur per week of meer), terwijl er 8.500 parttimers (minder dan 32 uur per week) werkzaam waren. Dit grote aantal parttime arbeidskrachten hangt samen met grote verschillen in de bedrijfsdrukte.
Problemen
Vergeleken met andere ambachtelijke branches ondervinden de slagerijen meer problemen. En die zijn de afgelopen jaren steeds groter geworden. Zei in 2004 nog ‘maar’ 18% van de ondernemers het aantrekken van personeel als een groot knelpunt te ervaren, in 2010 was dat gestegen naar 28%. Ook de bedrijfsopvolging wordt steeds lastiger. In 2010 noemde 19% van de ondernemers dit een ‘groot’ probleem, een stijging van 6% ten opzichte van 2004. Het is niet alleen kommer en kwel, want sommige problemen nemen in omvang af. In 2010 bijvoorbeeld noemde 18% van de slagers de loonkosten ‘knellend’, in 2004 lag dit nog op 27%. Ook het omzetniveau is minder problematisch (2010: 10%, 2004: 15%). Het aantal ondernemers dat administratieve lasten als probleem ervaart is zelfs gehalveerd van 26% (2004) tot 13%.
branche uitgelicht
‘We geven klanten redenen om speciaal naar ons te komen’ ▶ Uit het branchestructuuronderzoek blijkt onder andere dat het aantal ambachtelijke slagerijen in ons land langzaam maar zeker daalt. Maar naast de slagers die om welke reden dan ook hun bedrijf beëindigen, zijn er ook ondernemers die hoge omzetten draaien en het dus goed doen. Van Roessel in Waalwijk behoort zeker tot de tweede categorie, want het bedrijf werd in 2010 slagerij van het jaar. Bij de eerste editie van deze wedstrijd in 1997 sleepte Van Roessel deze prijs ook al in de wacht.
Drie vragen aan Dennis van Dun, 6e telg uit de familie die 135 jaar geleden het bedrijf stichtte. Hij runt samen met zijn moeder Anneke van Dun-van Roessel het bedrijf. De wedstrijdjury roemde jullie eigen ontwikkelde concept, met daarin veel innovatieve aspecten en een uitstekende combinatie ondernemer versus vakman/ vakvrouw. Waaruit bestaat dat zelf ontwikkelde concept? “Het hart van ons bedrijf bestaat uit drie elementen: de slagerij, de vleeswaren en de kant-en-klaar maaltijden. We hebben deze drie onderdelen uit elkaar getrokken en daar met delicatessen nog een vierde element aan toegevoegd. Binnen de winkel hebben we vier aparte shops gecreëerd. In elk winkeltje wordt de klant bediend door een medewerker die gespecialiseerd is in het desbetreffende segment. Dit concept biedt verschillende voordelen: de producten
komen beter tot hun recht, de klant winkelt veel meer op zijn gemak en kan advies aan een echte specialist vragen. Al met al geven we de klanten redenen om speciaal naar ons te komen.” Wat moet ik me voorstellen bij de eveneens geprezen ‘uitstekende combinatie van ondernemer versus vakman/vakvrouw’? “Nogal wat ondernemers hebben vooral belangstelling voor hun ambacht. Het ondernemen doen ze er maar een beetje bij. Het omgekeerde komt ook voor: slagers die echte ondernemers zijn en minder oog voor hun ambacht hebben. Wij proberen een goed evenwicht te vinden. Zelf houd ik enorm van het slagersvak. Maar we hebben 45 mensen in dienst. Dat is een grote verantwoordelijkheid die net zo goed alle aandacht verdient.” Uw bedrijf heeft een aparte productievestiging, los van de winkel. Bijna vijftig medewerkers staan op de loonlijst. In hoeverre is Slagerij Van Roessel nog een echt ambachtelijk bedrijf? “We zijn honderd procent ambachtelijk. We kopen de koeien en kalveren zelf in bij de boer en we verwerken het hele karkas. Afgezien van de geïmporteerde waren, maken we al onze producten zelf.”
15
week van het ambacht
Minister Van Bijsterveldt verricht aftrap
Week van het Ambacht 2011 in vogelvlucht Onderwijsminister Marja van Bijsterveldt geeft op 7 april de aftrap van de vijfde Week van het Ambacht. Ook dit jaar is de organisatie weer in handen van het HBA en UWV WERKbedrijf/ Servicepunt Ambachten en het Bedrijfschap Afbouw. De Week speelt zich van 8 tot en met 16 april a.s. af in heel Nederland. Zie voor de meest recente informatie www.weekvanhetambacht.nl In de volgende zes regio’s vinden grote events plaats: - Regio Haaglanden > 8 april, KYOCERA (ADO) Stadion, Den Haag - Regio Utrecht/Lek-IJssel > 11 april, Heidehal, Nieuwegein - Regio Twente > 12 april, De Gieterij, Hengelo - Regio Drenthe > 13 april, Congrescentrum De Tamboer, Hoogeveen - Regio Eindhoven > 14 april, Het Klokgebouw, Eindhoven - Regio Zuid-Holland Zuid > 15 april, Dordrecht De Week van het Ambacht 2011 is de ideale gelegenheid voor jongeren en werkzoekenden om te ontdekken hoe modern, creatief en veelzijdig ambachtelijke beroepen zijn. In een beursachtige entourage staan de ambachtelijke beroepen volop in de schijnwerpers. Via presentaties, workshops en demonstraties krijgen leerlingen en werkzoekenden op een leuke manier informatie over de vele ambachtelijke beroepen. Daarnaast wordt het magazine ‘Passie voor Ambachten’ op alle locaties verspreid.
Het ambacht komt naar je toe!
Week van het Ambacht Promotietour Ter promotie van de Week van het Ambacht toert het Hoofdbedrijfschap Ambachten met een ‘gepimpte’ retro-Volkswagenbus door heel Nederland. De bus bezoekt in februari en maart diverse scholen. Tijdens de tour worden ambachtelijke beroepen op een ludieke wijze gepromoot. Met een quiz, filmpjes waarin leerlingen zelf de hoofdrol spelen en een prijsvraag worden leerlingen uitgedaagd op zoek te gaan naar hun eigen ambachtelijke talent. Per school zijn er in totaal twee sessies voor eerste- en tweedejaars (vmbo-)leerlingen. Bij de laatste school die de bus op een dag aandoet, wordt ook een inhoudelijke bijeenkomst voor docenten, decanen en schoolleiding uit de hele regio georganiseerd. Daarnaast presenteren branchespecialisten de verschillende mogelijkheden van werken en leren in het ambacht. TIP: Voor het voortgezet onderwijs is – heel binnenkort – een lesbrief beschikbaar. Deze is dan gratis te downloaden van de website www.weekvanhetambacht.nl
16
Het programma van het HBA bestaat uit zes beleidsthema’s samengevat onder de titel :
a
‘A’mbachtseconomie Het publiek en de beleidsmakers ervan overtuigen dat de ambachten nu en in de toekomst onmisbaar zijn voor de samenleving, met perspectieven voor jong en oud.
v
‘V’akmanschap Bevorderen van de instroom van jongeren en van zij-instromers en stimuleren van maatregelen om bestaande vakmensen te behouden.
o
‘O’ndernemerschap Versterken ondernemerschap en bedrijfs voering, van start tot finish.
i
‘I’mago De aantrekkingskracht en uitstraling van de ambachten vergroten.
c
‘C’ollectieve actie en belangenbehartiging Stimuleren van samenwerking tussen gelijkgestemde branches om een gemeenschappelijk doel te bereiken.
e
‘E’ffectieve afstemming De boodschap van de ambachtseconomie intern en extern, naar de overheid en het brede publiek, eenstemmig overbrengen.
Hoofdbedrijfschap Ambachten Ierlandlaan 21 Postbus 895, 2700 AW Zoetermeer T 079 316 11 11 I www.hba.nl E
[email protected]