DD02201BRNL/05.06/Rev.A1
Condition monitoring in optima forma Het Kamstrup inspectiesysteem voor gasstations
Kamstrup b.v. Postbus 109 NL-6980 AC Doesburg Leigraafseweg 4 NL-6983 BP Doesburg TEL: +31 (0) 313 47 19 98 FAX: +31 (0) 313 47 32 90
[email protected] www.kamstrup.nl
Het Kamstrup inspectiesysteem voor gasstations.
K a m s t r u p In s p e c t i e s y s t e e m v o o r g a s s t a t io n s C o n n e xi o n ® - s o f t w a re Functietest
P LEXOR ®
Gasstations vormen een cruciaal onderdeel van gastransport-
gevens of als men na de test zou vergeten om componenten
en
en
weer in de bedrijfsstand te plaatsen. En bovendien: een beter
leveringszekerheid staan of vallen met het functioneren van
inzicht in het functioneren van componenten zou de weg
gasstations en hun componenten. Daarom besteedt de
vrijmaken voor een meer economische aanpak van inspecties,
gassector veel tijd en zorg aan inspectie en onderhoud van
onderhoud en reparatie. De traditionele inspectiemethoden
gasstations.
leveren deze kennisvermeerdering echter niet of nauwelijks.
De traditionele inspectiemethoden voor gasstations kennen
Kamstrup ontwikkelde een nieuw test- en inspectiesysteem
een aantal nadelen. Zo moet voor het testen van componenten
voor gasstations. Hierbij zijn de genoemde nadelen opgeheven.
en regelstraten tijdelijk worden ingegrepen in het functioneren
Maar het nieuwe systeem heeft meer belangrijke pluspunten.
van het gasstation en vaak moeten instellingen worden
Een aantal grote energiedistributiebedrijven in Duitsland, België
gewijzigd. Verder geeft handmatig testen onnauwkeurige
en Nederland is al geheel of gedeeltelijk op het systeem
meetresultaten, die bovendien persoonsafhankelijk zijn. De
overgestapt.
tests zijn daardoor niet reproduceerbaar. Ook is er kans op
belangstelling voor deze vernieuwende technologie.
gasdistributienetten.
Veiligheid,
betrouwbaarheid
Ook
andere
energiebedrijven
tonen
veel
menselijke fouten, bijvoorbeeld bij het overnemen van ge-
PDA
Desktop PC
Beveiligde systeemkoppelingen
Visuele controle
Bedrijfsbeheersysteem
Stamgegevens Beoogde toestand
Afkeurcriteria Inspectieprocedure
Toepassing van het Kamstrup inspectiesysteem voor gasstations vereist dat gasstations voorzien zijn van speciale systeemkoppelingen op een aantal test- en meetposities. Deze permanente systeemkoppelingen maken het de inspecteur mogelijk, het PLEXOR®-testapparaat snel, gemakkelijk en veilig aan te sluiten. Het aanbrengen van de permanente systeemkoppelingen vereist een investering die meer dan wordt terugverdiend door een lager tijdbeslag bij inspecties. Maar dat is niet het grootste winstpunt. Belangrijker is dat het Kamstrup inspectiesysteem veel nauwkeuriger, uitgebreider en objectiever inspectieresultaten oplevert dan de traditionele inspectiemethoden. Dat leidt tot een beter inzicht in de onderhoudstoestand van stations en componenten en vormt daarmee de basis voor besparingen in onderhoud en reparatie.
Voordelen van het Kamstrup inspectiesysteem voor gasstations: • Verlaging van de exploitatiekosten, zowel door tijdsbesparing bij de inspecties als door betere sturingsmogelijkheden en bewaking. De kosten voor inspectie en onderhoud dalen aanzienlijk. • De kwaliteit van de inspecties neemt toe; inspecties verlopen grotendeels persoonsonafhankelijk, objectief en gestandaardiseerd. Op naspeurbare wijze is aantoonbaar dat inspecties hebben plaatsgevonden, waar,
Hoe werkt het Kamstrup inspectiesysteem voor gasstations?
De CONNEXION -software kan worden geïntegreerd in alle be-
wanneer en met welke resultaten. En met welke
Kamstrup ontwikkelde voor de inspectie van gasstations het
De inspecteur doorloopt de controlelijst die het programma
drijfsmanagementsystemen. Het Kamstrup inspectiesysteem
apparatuur de resultaten zijn verkregen.
draagbare PLEXOR -testapparaat. Daarnaast heeft de inspecteur
aanbiedt en voert de resultaten van de controles handmatig
past in alle gangbare onderhoudsmethodieken en maakt
van gasstations de beschikking over een handheld computer
in, aan de hand van eenduidige codes. Deze aanpak levert
desgewenst de weg vrij naar toestandsafhankelijk onderhoud
(PDA) waarop een module is geïnstalleerd van het CONNEXION -
veel betrouwbaarder en nauwkeuriger resultaten op dan de
softwarepakket, dat speciaal voor het uitvoeren van inspecties
traditionele inspectiemethoden.
®
®
®
specificatie. • De kans op vergissingen is veel kleiner.
Kamstrup introduceerde eind jaren negentig het nieuwe
is ontwikkeld.
• Geschikt om componenten te testen op fabrikant-
• De inspecteur voert direct, ter plaatse, de gegevens
inspectiesysteem voor gasstations in de Nederlandse gas-
van de visuele inspectie in. Ook deze gegevens hoeven
Om de werking van een gasstation te testen sluit de inspecteur
De software van de PDA vergelijkt bij de inspectie de actuele
industrie. De ervaringen die inmiddels binnen en buiten
dus later op kantoor niet nog eens te worden overgeno-
het PLEXOR -testapparaat aan op de verschillende test- en
conditie van de installatie met de gewenste toestand. De gegevens
Nederland zijn opgedaan leren dat het systeem de beheers- en
men. Dit levert een belangrijke tijdsbesparing op.
meetposities van het gasstation. Deze posities zijn voorzien van
over de gewenste toestand zijn per station bij de inrichting
onderhoudskosten voor de gasinfrastructuur substantieel
• Past in alle onderhoudsstrategieën en maakt desge-
permanente, speciaal ontwikkelde systeemkoppelingen. Hierop
van het systeem in CONNEXION ingevoerd. Op basis van de
verlaagt. De besparing komt zowel voort uit een afnemend
wenst de weg vrij voor een verantwoorde invoering
sluit de inspecteur snel en gemakkelijk het PLEXOR -testapparaat
informatie die het inspectiesysteem levert, neemt de inspecteur
tijdsbeslag voor inspecties als door betere mogelijkheden voor
van toestandsafhankelijk onderhoud.
aan met behulp van flexibele slangen met wartelmoeren. De
beslissingen over eventuele aanvullende inspectiehandelingen.
centrale sturing en bewaking.
®
®
®
CONNEXION -software leidt de inspecteur stap voor stap door de
• Kwaliteitsborging is objectief tegenover derden aantoonbaar.
®
voorgeschreven testprocedure. Deze procedure is in de software
Alle inspectieresultaten van de verschillende stations en
Kamstrup werkt sinds de introductie van het inspectiesysteem
• De uitgebreide software maakt trendanalyses mogelijk.
vastgelegd, geheel conform de bedrijfseigen procedures van het
van de verschillende inspecteurs worden verzameld in een
permanent aan een verdere ontwikkeling, uitbreiding en
Dit bevordert installatieverbeteringen, een beter onder-
energiebedrijf en de specificaties van het betreffende station.
centrale database. Daarmee ontstaat een bron van waardevolle
optimalisering. Dit gebeurt in nauw overleg met de gas-
bouwde vervanging en aankoop van componenten en
De testresultaten worden zonder menselijke tussenkomst,
stuurinformatie voor onderhoud, reparatie, structurele vervanging
distributiebedrijven. In de afgelopen drie jaar zijn opnieuw
het onderhoudsarm maken van installatieontwerpen.
draadloos, naar de PDA verzonden. Het softwarepakket begeleidt
of aanpassing van componenten en voor het wijzigen van
belangrijke verbeteringen gerealiseerd.
ook de voorgeschreven visuele inspectie van het gasstation.
inspectieprocedures of –frequenties.
Hoe ziet het PLEXOR®-testapparaat er uit?
Het PLEXOR®-testapparaat.
Plaats voor sticker om de kalibratiestatus aantoonbaar te maken
Het PLEXOR®-testapparaat wordt geleverd in een handzame,
De tests zijn reproduceerbaar. De verkregen testresultaten zijn
Slag- en stootvaste behuizing
slag- en stootvaste koffer.
onafhankelijk van de inspecteur die het PLEXOR®-testapparaat
(IP67 in gesloten toestand)
Om een gasstation te testen sluit de inspecteur het PLEXOR®-
bedient. De betreffende componenten hoeven voor de tests
(bijvoorbeeld geplastificeerde
testapparaat met flexibele, RVS stalen slangen aan op het
niet te worden gedemonteerd. Bovendien zijn technische of
instructiekaarten)
station en doorloopt hij de voorgeschreven procedure.
functionele ingrepen in de installatie overbodig en hoeven de
De apparatuur slaat alle resultaten van tests en visuele inspec-
instellingen van componenten zoals gasdrukregelaars en veilig-
tie automatisch op. Na de inspectie wordt het testapparaat
heden niet te worden gewijzigd.
losgekoppeld en meegenomen naar het volgende gasstation.
Het PLEXOR®-testapparaat is leverbaar in twee drukbereiken:
Het PLEXOR®-testapparaat is ontworpen om alle belangrijke
van 0 tot 16 bar en van 10 tot 100 bar. Alle in de gastransport-
onderdelen van een gasstation te testen: veiligheden (zowel di-
en gasdistributiesector voorkomende drukken worden dus met
rect als indirect werkend), afblaasveiligheden, gasdrukregelaars,
de apparatuur gedekt.
kogelkranen en vlinderkleppen. Al deze componenten kunnen
Opbergvak voor documentatie
Robuuste en veilige snelkoppelingen voor het aansluiten van de flexibele, RVS slangen; van links naar rechts: inlaatzijde (pe), afblaas buiten het gasstation, testdruk, uitlaatzijde (pa)
Geïntegreerde RF-module
worden beproefd op ingestelde waarde, lekdichtheid (ook kwan-
voor draadloze verbinding
titatief ) en kwaliteit van functioneren.
met de PDA
Batterijcompartiment
Functiekiezer
Starthendel
Externe voedingsdrukregelaar EVDR 16 Het PLEXOR®-testapparaat is leverbaar in twee drukbereiken: van 0 tot 16 bar en van 10 tot 100 bar. De externe voedingsdrukregelaar EVDR 16 maakt het mogelijk om het PLEXOR®-testapparaat met een drukbereik van 0 tot 16 bar aan te sluiten op gasstations met een inlaatdruk tussen 16 en 100 bar en een uitlaatdruk tot 16 bar. De EVDR 16 wordt aangesloten door middel van de beveiligde meetkoppeling BMA 05.
Digitale precisiemanometer voor Opbergkoffer voor slangen en EVDR 16 Slag- en stootvaste opbergkoffer voor de flexibele RVS slangen en de externe voedingsdrukregelaar EVDR 16. De opbergkoffer heeft dezelfde afmetingen als de behuizing van het PLEXOR®-testapparaat
het meten van de uitlaatdruk, test-
Digitale precisiemanometer (optioneel) voor het meten
druk en lekkage
van de druk aan de inlaatzijde van het gasstation
Het aansluiten van het PLEXOR®-testapparaat.
DVGW-typekeurcertificaat voor BDA en BMA
BDA 10 Beveiligde diagnosekoppeling voor plaatsing in de stuurleiding naar de veiligheidsinrichting; heeft geïntegreerde driewegklep en ruime doorlaat. Doordat de aansluitpoorten in lijn liggen, verloopt het installeren van deze koppeling in de stuurleiding moeiteloos, ook bij montage in bestaande gasstations. BMA 04 Beveiligde meetkoppeling voor plaatsing op de uitlaatzijde van het gasstation.
BMA 18 Beveiligde diagnosekoppeling voor plaatsing in de stuurleiding naar de veiligheidsinrichting of monitorregelaar; heeft een geïntegreerde driewegklep en een grotere doorlaat dan BDA 10. Ook bij deze koppeling is het installeren eenvoudig.
BMA 05 Beveiligde meetkoppeling voor plaatsing op de inlaatzijde van het gasstation; uitsluitend voor het aansluiten van de externe voedingsdrukregelaar EVDR 16 en van het PLEXOR®-testapparaat met een inlaatdruk tussen 10 en 100 bar. BMA 10 Beveiligde meetkoppeling voor plaatsing op de inlaatzijde van het gasstation; wordt toegepast voor het voeden van het PLEXOR®-testapparaat.
Het PLEXOR®-testapparaat wordt op een gasstation aangeslo-
Er zijn twee typen systeemkoppelingen:
ten met speciaal ontwikkelde, veilige systeemkoppelingen.
• de BDA, de beveiligde diagnosekoppeling;
Deze systeemkoppelingen bestaan uit twee delen. Het ene deel
• de BMA, de beveiligde meetkoppeling.
Naar veiligheid (open)
Naar uitlaatzijde van regelstraat (open)
is permanent geïnstalleerd op de meet- en testposities in het gasstation. Het andere deel is via een flexibele, RVS slang ver-
De BDA combineert een koppelfunctie met een geïntegreerde
bonden met het PLEXOR -testapparaat.
driewegklep. Bij het aankoppelen verbreekt de BDA de normale
®
verbinding en brengt zij de verbinding tussen het PLEXOR®Een wartelmoer zorgt voor gemakkelijk en veilig koppelen en
testapparaat en de beoogde installatiecomponent tot stand
loskoppelen. Bij het koppelen en loskoppelen kan geen gas
(break before make). De driewegklepfunctie maakt het dus mo-
ontsnappen en de permanente geïnstalleerde systeemkoppe-
gelijk om de veiligheden in het gasstation te isoleren en daarop
lingen keren bij het loskoppelen automatisch terug in de
via het PLEXOR®-testapparaat een testdruk aan te brengen en
bedrijfsstand. De verschillende meet- en testposities in een
het functioneren van de veiligheid te testen. Ook het tweede
station hebben elk hun eigen diameter en schroefdraad. Vergis-
type systeemkoppeling, de BMA, verbindt het PLEXOR®-test-
singen bij het aansluiten van de flexibele slangen zijn dus vol-
apparaat veilig en efficiënt met posities op de in- en uitlaat-
ledig uitgesloten.
zijde van het gasstation. Omdat het hier om meetposities gaat, ontbreekt de driewegfunctie.
Bedrijfsstand
Naar veiligheid (open)
Naar uitlaatzijde van regelstraat (gesloten)
Naar PLEXOR®-testapparaat (open) Gekoppelde stand
De permanent in de gasstations aangebrachte systeemkoppelingen zijn zó gedimensioneerd dat zij de doorstromingsweerstand niet verhogen.
De BDA combineert een veilige koppelfunctie met een geïntegreerde driewegklep. Bij afkoppelen keert de BDA automatisch terug in de bedrijfsstand.
Hoe wordt het setpoint van een veiligheid nauwkeurig gemeten? Het PLEXOR®-testapparaat heeft een bijzonder test- en meetsysteem
plotselinge beweging van het membraan een discontinuïteit in de
voor de veiligheidsinrichtingen van gasstations. Als de inspecteur
drukstijging. De digitale manometer van het PLEXOR®-testapparaat
het PLEXOR®-testapparaat aansluit, verbreekt de beveiligde
registreert deze discontinuïteit en meet de bijbehorende druk.
diagnoseaansluiting BDA de verbinding tussen de veiligheid en de
Op deze wijze kan heel nauwkeurig worden vastgesteld bij welke
uitlaatzijde van het gasstation. De veiligheid wordt via de flexibele,
druk de veiligheid in werking treedt.
13 14 15 3
9 10 11 12
RVS slang verbonden met het PLEXOR®-testapparaat. Om te voorkomen dat de veiligheid ongewenst aanspreekt, zorgt het test-
De digitale manometer meet niet alleen de discontinuïteit in het
systeem van het PLEXOR -testapparaat dat de veiligheid in eerste
drukverloop, maar ook andere drukwaarden vóór en na het
instantie onder de uitlaatdruk blijft staan.
aanspreken van de veiligheid. De grafische weergave van deze
®
1 2
16
17
5 6 7 8
18
waarden geeft nuttige informatie over de toestand van de geteste Bij het testen verhoogt het PLEXOR -testapparaat automatisch de
veiligheid. Dit toestandsdiagram biedt inzicht in de technische
druk op de veiligheid. Dit gebeurt heel geleidelijk en gestan-
toestand van dat moment. Vergelijking van een dergelijk toestands-
Welke functionele tests
daardiseerd: met een relatieve drukstijging van maximaal 1,5 pro-
diagram met eerdere diagrammen geeft inzicht in het lange termijn-
kan het PLEXOR®-testapparaat uitvoeren?
cent per seconde. Zodra de veiligheid aanspreekt, veroorzaakt de
gedrag van de veiligheid.
1. De sluitdruk van de gasdrukregelaar
®
Het PLEXOR®-testapparaat voert de bovengenoemde
2. Lekdichtheid van de gasdrukregelaar bij sluitdruk
functionele tests in belangrijke mate uit volgens de
3. De geregelde waarde van de gasdrukregelaar
normen EN 14382 en DIN 3381
4. Het overnamepunt van de monitorregelaar (niet afgebeeld) 5. De aanspreekdruk (maximumwaarde) van de hoofdveiligheidsinrichting
Het meetsysteem van het PLEXOR®-testapparaat is toepasbaar voor
duceerbaarheid van de drukstijging waarborgen de objectiviteit van
Bij traditionele tests kan dit wél gebeuren, waarmee belangrijke
alle fabricaten en alle typen veiligheden.
tests met het PLEXOR®-testapparaat.
informatie verloren zou gaan. Ook is het bij toepassing van het PLEXOR®-testapparaat niet nodig het setpoint van de gasdruk-
De voorziening in het PLEXOR®-testapparaat die de relatieve
Naast belangrijke voordelen als nauwkeurigheid, reproduceerbaar-
regelaar te verstellen; ook dit sluit de kans op het verlies van
drukstijging van maximaal 1,5 procent per seconde teweegbrengt,
heid en objectiviteit heeft het PLEXOR®-testapparaat nog andere
belangrijke informatie uit.
is nauwkeurig gekalibreerd. De drukstijging is dus sterk gestandaar-
belangrijke pluspunten ten opzichte van de traditionele testmetho-
diseerd en is tevens volledig onafhankelijk van de begindruk. De
den. Zo verhoogt men bij de traditionele methoden de druk in het
Verder kan het PLEXOR®-testapparaat lekkage van het membraan
nauwkeurigheid van de digitale manometers en de mate van repro-
uitlaatgedeelte van het gasstation, veelal door het setpoint van de
en van het membraanhuis van de veiligheidsinrichting niet alleen
gasdrukregelaar hoger in te stellen of door
6. De aanspreekdruk (minimumwaarde) van de hoofdveiligheidsinrichting 7. De inwendige lekdichtheid van de hoofdveiligheidsinrichting 8. De lekdichtheid van het membraan van de hoofdveiligheidsinrichting
detecteren maar ook kwantificeren.
9. De aanspreekdruk (maximumwaarde) van de tweede veiligheidsinrichting 10. De aanspreekdruk (minimumwaarde) van de tweede veiligheidsinrichting
een kogelkraan in een bypassleiding te
11. De inwendige lekdichtheid van de tweede veiligheids-
openen. Bij het testen met het PLEXOR®-
Voor gefundeerde conclusies over de technische staat van een
testapparaat verandert de druk in het uit-
veiligheid is het raadzaam om meerdere tests achtereen te doen.
laatgedeelte niet. Daardoor is het ook niet
De tweede, derde en eventuele vierde test geven informatie over de
nodig om de verhoogde druk in het uit-
reproduceerbaarheid van het setpoint. De mate waarin de eerste
laatgedeelte naderhand weer te verlagen
test afwijkt van de overige tests geeft nuttige informatie over de
13. De aanspreekdruk van de afblaasveiligheid
door af te blazen.
toestand van de smeermiddelen en het plakken van de rubber
14. De sluitdruk van de afblaasveiligheid
Bij twee of meer veiligheidsinrichtingen in
onderdelen in de veiligheid.
15. De lekdichtheid van de afblaasveiligheid
een gasstation kan het testen van de
Is de spreiding van de gemeten waarden groter dan de nauw-
16. De lekdichtheid van de inlaatafsluiter
ene veiligheid onmogelijk leiden tot het
keurigheidsklasse die de fabrikant opgeeft, dan is mogelijk het
17. De lekdichtheid van de uitlaatafsluiter
aanspreken van de tweede veiligheid.
mechanisme van de veiligheid beschadigd.
18. De lekdichtheid van het PLEXOR®-testapparaat zelf
inrichting 12. De lekdichtheid van het membraan van de tweede veiligheidsinrichting
Softwarepakket CONNEXION® drie complementaire modules.
® ® N NxEX CCO o nne i oInON -so f tware
MANAGER
ï ï ï ï ïï ï ï ï
Se r ve r 1
ï ïïïï ï
Stamgegevens Beoogde toestand
Afkeurcriteria Inspectieprocedure
ï
INSPECTOR
Beheer van gasstationgegevens en inspectieprocedures
Functionele controle
ï ï ï ï ïï ï ï ï
ï ï ï
DIAGNOSTICS
Visuele controle
Synchronisatie van bestanden / Updaten inspectie resultaten
ï ï ï ï ïï ï ï ï
Se r ve r 2
Weergeven van toestandsdiagrammen en trenddiagrammen
Het CONNEXION®-softwarepakket bestaat uit drie modules
Een belangrijk onderdeel van het Kamstrup inspectiesysteem
De resultaten van de functionele inspectie van het gasstation
CONNEXION® kent drie verschillende modules: MANAGER,
De belangrijkste kenmerken van het CONNEXION®-software-
voor gasstations is het CONNEXION®-softwarepakket.
worden ter verdere verwerking opgeslagen in een handheld
INSPECTOR en DIAGNOSTICS. Elke gebruiker van CONNEXION®
pakket:
CONNEXION
stuurt zowel de visuele als de functionele in-
computer (PDA). De verzending geschiedt draadloos, zonder
heeft zijn eigen module, samenhangend met de functie van
• Ontwikkeld voor toepassing in combinatie met het
spectie, zorgt voor opslag van alle inspectieresultaten en de
tussenkomst van de inspecteur, wat eventuele overnamefouten
betrokkene binnen het energiebedrijf.
presentatie hiervan ten behoeve van de verschillende organisa-
uitsluit. De resultaten van de visuele inspectie voert de inspec-
torische stuurniveaus.
teur handmatig in, aan de hand van eenduidige codes.
®
PLEXOR®-testapparaat. • Geschikt voor het uitvoeren van functionele inspecties
• De module MANAGER is onder andere bedoeld voor het
van componenten. De identiteit en overige gegevens
Beide inspecties moeten gestandaardiseerd verlopen. Daarom
beheren van inspectieprocedures en van gegevensbestanden
van componenten kunnen worden geregistreerd.
leidt het CONNEXION -softwarepakket de inspecteur stap voor
van gasstations. Een energiebedrijf kan per type gasstation
• Voert inspecties verregaand geautomatiseerd uit op
stap door de voorgeschreven inspectieprocedure. Deze proce-
of regelstraat een inspectieprocedure vastleggen en deze
basis van de door het energiebedrijf gehanteerde proce-
dure is in de software vastgelegd. Het gaat hierbij niet alleen
invoeren in MANAGER.
dures.
®
om de algemene bedrijfseigen procedures die het betreffende
• De module INSPECTOR is bestemd voor de inspecteur van
energiebedrijf voor inspecties hanteert, maar ook om de speci-
gasstations. INSPECTOR leidt de inspecteur door alle uit te
fieke procedures voor en specificaties van het betreffende sta-
voeren handelingen, in de volgorde die voor het betreffende
tion. Daarmee wordt de toestand van de installaties nauwkeu-
station is vastgelegd. INSPECTOR presenteert direct de meet-
oriënteerde) structuur, waardoor integratie met bestaan-
rig en geheel conform de wensen van het energiebedrijf in
data uit de tests met het PLEXOR -testapparaat.
de bedrijfsmanagementsystemen probleemloos verloopt.
kaart gebracht.
®
• De module DIAGNOSTICS levert nauwkeurige, grafische weergaven van de meetdata als functie van de tijd. Dat geeft inzicht in de conditie van componenten van gasstations en maakt nadere analyses mogelijk.
• Verschaft een hoge mate van uniformiteit en efficiëntie bij het uitvoeren van inspecties. • Kent een handelinggeoriënteerde (geen componentge-
• Heeft XML-bestandsformaat waardoor systeemintegratie eenvoudiger is.
INSPECTOR: voor zorgvuldig veldwerk. INSPECTOR 1.6 12:24 ok Gasstation Kamstrup 100 mbar dubbel Kamstrup 30 mbar dubbel Kamstrup 100 mbar enkel Kamstrup 30 mbar enkel Zoek:
Regelstraat Straat 1 Straat 2 Parameters Pe min 1,5 bar Pe max 8 bar V1 dm3 V2 dm3
De module INSPECTOR is bestemd voor de inspecteur in het veld. INSPECTOR wordt
Inspectie Gasstation
Hoofdmenu INSPECTOR
(PDA), die gebruikt wordt in samenhang met het draagbare PLEXOR®-testapparaat.
INSPECTOR 1.6 13:30 ok Straat 1 VAK Lekwaarde intern
INSPECTOR 1.6 13:35 ok Straat 1 Drukmeeting Lekwaarde intern VAK
Scheidingafsluiter Ja Nee N.v.t. SA1 Bereikbaar SA3 Uitwendige lek SA4 Draaibaar SA5 Straatpot SA6 Bord/Paal/Tegel
Instructie Sluit slang aan op beinvloeding VAK
Meting lekwaarde
Regelstraat
Menu
daarom geleverd in de vorm van een robuuste en explosieveilige handheld computer
INSPECTOR 1.6 13:40 ok Kamstrup 100 mbar dubbel Controle visueel Controlelijst
Vorige meting n.v.t. Geen meting
Voorbeeldscherm visuele inspectie gasstation
Menu
Voorbeeld van hultekst bij functietest
en dialoogvensters stap voor stap door de inspectieprocedure.
• INSPECTOR initieert de metingen die bij tests met het PLEXOR®-testapparaat moeten worden uitgevoerd.
hulpteksten. Het energiebedrijf kan de inspectieprocedure per station instellen.
Min.: -0,5 mbar/min Max.: 0,5 mbar/min
Voorbeeld van meting bij functietest
Verdere kenmerken van de module INSPECTOR:
ondersteunt de software de inspecteur door middel van
Afkeurgrenzen
Menu
INSPECTOR leidt de inspecteur door middel van instructies Dat maakt de inspecties volledig reproduceerbaar. Verder
0,0 mbar -1,4 mbar
Volgende
Volgende
Menu
Lekwaarde (/min): Actuele druk:
Dit vereenvoudigt de inspecties in hoge mate. • Het programma slaat de inspectieresultaten van regelstraten automatisch op, zonder tussenkomst van de inspecteur. De inspecteur voert alleen de resultaten van visuele controles handmatig in. • De programmatuur vergelijkt de inspectieresultaten met de ingebrachte afkeurcriteria.
Via conditiecodes, optie- en controlelijsten bewaakt de
Bij afkeuring volgt een melding en kan de inspectie na beëindiging van de inspectieprocedure worden herhaald.
software een eenduidige gegevensinvoer. Het goed leesbare
• Weergave van de resultaten van de huidige en voorgaande inspectie.
aanraakscherm van de PDA zorgt voor een eenvoudige
• INSPECTOR voorziet de inspectieresultaten van tijd en datum. Ook de identiteit van het gebruikte PLEXOR®-testapparaat
gebruikersinterface. Meetdata uit tests met het PLEXOR®-testapparaat worden door INSPECTOR ten behoeve van de inspectiewerkzaamheden direct gepresenteerd.
• De module INSPECTOR kan de inrichting van de software, inspectieprocedures, gegevens van gasstations en afkeurcriteria niet wijzigen; dit kan uitsluitend met de module MANAGER.
INSPECTOR communiceert draadloos met het PLEXOR -test®
apparaat en met de centrale computer waarop MANAGER draait.
wordt aan de inspectieresultaten gekoppeld (traceerbaarheid).
• INSPECTOR kent geen opstartprocedure en is na inschakeling van de computer dus direct beschikbaar. Tussentijds afsluiten van INSPECTOR bij inspectierondes is niet nodig. • De module INSPECTOR wordt geleverd in de vorm van een robuuste en explosieveilige handheld computer (zone 2 conform ATEX Ex II 3G EEx nL IIC T4). Daardoor is INSPECTOR zeer geschikt voor gebruik in gasstations.
DIAGNOSTICS: haal meer uit uw cijfermateriaal!
6 17 12
13
14
4
2 1
15
9 20
16
8
5
19
22
11
3
Met behulp van de module DIAGNOSTICS kunnen selecties worden gemaakt uit de meetdata die bij functionele inspecties zijn verkregen. DIAGNOSTICS importeert de geselecteerde data en geeft deze grafisch weer in een toestanddiagram. Deze grafische weergave 7 18
geeft inzicht in de toestand van een gasstation,
10 21
regelstraat of component.
De belangrijkste kenmerken van de module DIAGNOSTICS zijn: • •
•
Importeren van geselecteerde meetdata is heel eenvoudig,
Importeren en toepassen van afkeurgrenzen die zijn
Regelstraat vóór onderhoud
Regelstraat ná onderhoud
vastgelegd voor een regelstraat.
1. Geregelde waarde van de gasdrukregelaar
12. Geregelde waarde van de gasdrukregelaar
waarbij selectie plaatsvindt door middel van een script.
•
Uitgebreide zoomfunctie.
2. Sluitdruk van de gasdrukregelaar (drukstijging door lek)
13. Sluitdruk van de gasdrukregelaar
De geselecteerde meetdata kunnen grafisch worden
•
Opslag van data voor toestands- en trenddiagrammen in
3. Openen regelkraan
14. Openen regelkraan
Oracle of Microsoft® Access databaseformaat.
4. Sluitdruk van de gasdrukregelaar (drukstijging door lek)
15. Sluitdruk van de gasdrukregelaar
5. Lekdichtheid van de gasdrukregelaar bij sluitdruk
16. Lekdichtheid van de gasdrukregelaar bij sluitdruk
weergegeven. De grafische weergaven leveren waardevolle informatie over het functioneren van componenten. •
•
•
Toestandsdiagrammen van verschillende tijdstippen
DIAGNOSTICS maakt het selecteren en importeren van data
kunnen in één grafische weergave worden gepresenteerd.
voor toestands- en trenddiagrammen mogelijk op basis van
Zo’n trenddiagram maakt op simpele wijze trendanalyses
verschillende selectiecriteria. Daarmee wordt vastgelegd welke
mogelijk voor de toestand van een component of groep
meetdata als data voor toestands- of trenddiagrammen in de
van componenten. Toestands- en trenddiagrammen
database van DIAGNOSTICS worden opgeslagen.
kunnen op basis van datum worden geselecteerd.
Bijvoorbeeld: bij een meting van de maximum aanspreekdruk van
Het programma kan de toestandsdiagrammen van
een veiligheidsinrichting is gedefinieerd dat de meetgegevens
de regelstraten van één gasstation samenvoegen tot
van 20 seconden vóór tot 5 seconden ná het vallen van
één grafiek. Deze functie maakt het mogelijk om het
de veiligheid moeten worden opgeslagen in de database.
functioneren van de regelstraten van een gasstation
De gevraagde data worden uit de desbetreffende meetdata
onderling te vergelijken.
geselecteerd. De selectiecriteria kunnen per inspectieprocedure
Afkeurgrenzen en normwaarden kunnen in het toestands-
worden aangemaakt, omdat elke inspectieprocedure specifieke
diagram worden weergegeven.
inspectiehandelingen kent.
(drukstijging door lek) 6. Testen aanspreekdruk (maximumwaarde) van de hoofdveiligheidsinrichting 7. Testen aanspreekdruk (minimumwaarde) van de hoofdveiligheidsinrichting 8. Lekdichtheid van het membraan van de hoofdveiligheidsinrichting (drukstijging door lek) 9. Testen aanspreekdruk (maximumwaarde) van de tweede veiligheidsinrichting 10. Testen aanspreekdruk (minimumwaarde) van de tweede veiligheidsinrichting 11. Lekdichtheid tweede veiligheidsinrichting
17. Testen aanspreekdruk (maximumwaarde) van de hoofdveiligheidsinrichting 18. Testen aanspreekdruk (minimumwaarde) van de hoofdveiligheidsinrichting 19. Lekdichtheid van het membraan van de hoofdveiligheidsinrichting 20. Testen aanspreekdruk (maximumwaarde) van de tweede veiligheidsinrichting 21. Testen aanspreekdruk (minimumwaarde) van de tweede veiligheidsinrichting 22. Lekdichtheid tweede veiligheidsinrichting
MANAGER: het totaaloverzicht.
Se r ver
ï ï ï ï ïï ï ï ï
ï ï ï
ï ï ï
ï ï ï ï ïï ï ï ï
ï ï ï ï ïï ï ï ï
ï ï ï
ï ï ï
ï ï ï
Tientallen eenheden van de module INSPECTOR kunnen worden aangestuurd met de module MANAGER
De module MANAGER is bedoeld voor gebruik door de
De hoofdkenmerken van de module MANAGER zijn:
manager. In MANAGER komen de gegevens samen van alle
• Geschikt voor het inrichten van het softwarepakket
gasstations, regelstraten en componenten van alle inspec-
CONNEXION® en het beheren van inspectieprocedures,
teurs. Het softwarepakket CONNEXION® wordt ingericht vanuit
gegevens van gasstations en afkeurcriteria.
MANAGER. Ook beheert de module inspectieprocedures, gegevens van gasstations en afkeurcriteria. MANAGER brengt bedrijfsspecifieke inspectieprocedures en methodieken in de
• Bedrijfsspecifieke inspectieprocedures en methodieken kunnen worden ingebracht. • Verzorgt de communicatie met de softwaremodule
programmatuur in en beheert essentiële gegevens van het
INSPECTOR, desgewenst via een draadloze verbinding.
PLEXOR -testapparaat, zoals serienummers en kalibratie-
• Beheert de essentiële gegevens van het PLEXOR®-test-
®
data. MANAGER is zó gestructureerd dat gegevens door een minimum aan handelingen ingevoerd kunnen worden.
apparaat, zoals serienummers en kalibratiedata. • Controleert de status van inspecties en signaleert of inspecties wel of niet zijn uitgevoerd of afgerond. • Heeft voldoende capaciteit voor het aansturen van tientallen eenheden van de softwaremodule INSPECTOR.
Gebruikershandleidingskaarten voor PLEXOR®-testapparaat en CONNEXION®-softwarepakket
ï ï ï ï ïï ï ï ï
ï ï ï
ONDERHOUDSBEHEERSOFTWARE
Se r ve r 3
ï ï ï ï ïï ï ï ï
Se r ve r 4
Aanmaken van werkorders / Toevoegen inspectieresultaten
CON N EX I O N ®
MANAGEMENT
INSPECTIE Functionele controle
ï ïïïï ï
Systeemintegratie met bedrijfsmanagementsystemen.
ï
Visuele controle
ï ï ï
ï ï ï ï ïï ï ï ï
INSPECTOR
Locale desktop PC
ï ï ï ï ïï ï ï ï
Ser ve r 1
Stamgegevens Beoogde toestand
Afkeurcriteria Inspectieprocedure MANAGER
Beheer van gasstationgegevens en inspectieprocedures
Synchronisatie van bestanden / Updaten inspectie resultaten
ANALYSE
ï ï ï ï ïï ï ï ï
Se r ve r 2
DIAGNOSTICS
Weergeven van toestandsdiagrammen en trenddiagrammen
CONNEXION® is te gebruiken in combinatie met alle bedrijfsma-
Server 1: XML-bestand met inspectieprocedures.
Inspectieprocedures:
nagementsystemen. Door deze systeemintegratie is uitwisseling
Server 2: Bestanden met meetdata.
De softwaremodule MANAGER beheert de inspectieprocedures.
mogelijk van gegevens van gasstations en inspectieresultaten
Server 3: XML-bestanden met identiteitsgegevens en technische
De te inspecteren objecten en de bijbehorende meetpunten
tussen het bedrijfsmanagementsysteem en CONNEXION .
gegevens van de gasstations en met inspectieresultaten.
uit het onderhoudsbeheersysteem worden vastgelegd in de in-
Het gebruikte bestandsformaat is XML (eXtensible Markup Lan-
Wordt gebruikt door het onderhoudsbeheersysteem en
spectieprocedure. Hierdoor kunnen de verschillende systemen
guage). XML Schema Definition bestanden (XSD) zijn beschik-
door de synchronisatiesoftware.
de afkeurgrenzen en de inspectieresultaten identificeren.
®
baar, voor een eenduidige beschrijving van de opbouw en informatie van de XML-bestanden. Het gebruik van XML-bestanden
Server 4: Database met gegevens voor het onderhoudsbeheersysteem.
en XSD-bestanden maakt systeemintegratie van CONNEXION
Synchroniseren: Het synchroniseren van de gegevens vindt plaats tussen de
®
met een bedrijfsmanagementsysteem relatief eenvoudig.
Gasstationsgegevens:
PDA en de verschillende servers. De inspectieresultaten worden
De te inspecteren objecten en bijbehorende meetpunten kun-
De onderhoudsbeheersoftware beheert de technische en
vanuit de PDA op server 3 opgeslagen. Het onderhoudsbeheer-
nen desgewenst in de inspectieprocedure worden opgenomen.
identiteitsgegevens van de gasstations (gasstationsgegevens).
systeem kan vervolgens deze inspectieresultaten toevoegen
Daardoor herkent software voor onderhoudsbeheer eenvoudig
Na het aanmaken van de werkopdrachten worden de gegevens
aan de database op server 4.
de resultaten van een meetpunt.
in een XML-bestand op server 3 opgeslagen.
De gasstationsgegevens en inspectieprocedures worden naar de PDA verstuurd. De bestanden met meetdata worden op server 2 opgeslagen, waarna de module DIAGNOSTICS deze in zijn database kan importeren.
DD02201BRNL/05.06/Rev.A1
Condition monitoring in optima forma Het Kamstrup inspectiesysteem voor gasstations
Kamstrup b.v. Postbus 109 NL-6980 AC Doesburg Leigraafseweg 4 NL-6983 BP Doesburg TEL: +31 (0) 313 47 19 98 FAX: +31 (0) 313 47 32 90
[email protected] www.kamstrup.nl