DOORONTWIKKELING BREDE SCHOOL NIJMEGEN Aansturing Coördinatie Criteria Monitoring en evaluatie 14 maart 2013
2
INHOUD
Pagina
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3
Inleiding
4
Brede school 1.1 Definitie Brede School 1.2 Partners in de Brede School 1.3 Vaststellen partners Brede School Criteria Brede School 2.1 Organisatie Brede School Nijmegen 2.2 Ambitieniveau – Ambitieprofiel 2.3 De Ambitieprofielen 2.4 Werkwijze vaststelling Brede School 2.5 Herhaling 2.6 Tot slot Verantwoordelijkheid directeur Brede School 3.1 Concept Brede School 3.2 Functionele verantwoordelijkheid 3.3 Verantwoordelijkheid Kernteamlid 3.4 2 Soortgelijke organisaties in één Brede School Verantwoordelijkheden coördinator Brede School 4.1 Coördinatie 4.2 Taken Coördinator 4.3 Relatie kind – gezin – wijk Monitoring en evaluatie
6
Samenvatting , randvoorwaarden en implementatie 6.1 Samenvatting 6.2 Randvoorwaarden 6.3 Implementatie 6.4 Bespreking Stuurgroep Brede Scholen
8
11
13
16 17
De bijlagen zijn opvraagbaar bij
[email protected] Werkplan werkgroep Doorontwikkeling, monitoring en evaluatie Brede School Werkplan werkgroep Aansturing en coördinatie Brede School Taken/ verantwoordelijkheden: totaaloverzicht
2
INLEIDING In Nijmegen is juni 2010 een Kadernotitie Doorontwikkeling Brede Scholen vastgesteld. In deze Kadernotitie wordt geschreven dat op termijn alle scholen in Nijmegen Brede Scholen worden. Hiervoor is een projectleider aangesteld, die verantwoording verschuldigd is aan een Stuurgroep Brede Scholen. De Stuurgroep bestaat uit bestuurders van KION en VONK (Kinderopvangorganisaties), Conexus en St. Josephscholen (onderwijsorganisaties), Tandem (welzijnsorganisatie) en 2 Beleidsambtenaren van de Gemeente. Met de Kadernotitie als onderlegger is een projectplan geschreven, welke verdeeld is in 3 fasen. 1e OWS-scholen worden Brede Scholen; 2e Alle scholen worden Brede Scholen: een implementatieplan wordt hiervoor gemaakt; 3e Diverse werklijnen van Regie van de Zorg onderbrengen in de Brede Schoolontwikkeling. De fasen zijn in tijd niet altijd van elkaar te scheiden. Voor de 1e 2 fasen is het van belang dat een aantal onderwerpen worden uitgewerkt alvorens invoering van de Brede Scholen mogelijk is. Deze onderwerpen zijn o.a. “Aansturing aan en coördinatie in de Brede School” en “Criteria, monitoring en evaluatie Brede School”. Deze onderwerpen hebben uiteraard veel raakvlakken met elkaar, maar bij de uitwerking is ervoor gekozen om dit in 2 werkgroepen te doen. De projectleider is voorzitter van beide werkgroepen en zorgt voor de verbinding. In de eindfase is besloten de uitwerkingen van beide werkgroepen te verwerken tot een – gezamenlijk gedragen – notitie. De werkgroep “Aansturing aan en coördinatie in de Brede School” bestaand uit vertegenwoordigers van de betrokken organisaties hebben de onderwerpen “Aansturing” en “Coördinatie” uitgewerkt.1 De werkgroep “Doorontwikkeling Brede Scholen ” bestaand uit vertegenwoordigers van de betrokken organisaties heeft het onderwerp “Criteria Brede School” uitgewerkt en reeds gesproken over de vervolgopdracht “Monitoring en evaluatie”.2 Beide werkgroepen hebben gewerkt met de informatie uit de Kadernotitie Doorontwikkeling Brede Scholen en het Projectplan Brede Schoolontwikkeling Nijmegen. Het was voor beide werkgroepen effectief om vast te stellen wie de partners in een Brede School kunnen zijn en in welke verhouding er gewerkt kan worden. Dit wordt beschreven in hoofdstuk 1. Voorafgaand aan een model voor monitoring en evaluatie en vaststelling van verantwoordelijkheden is gesproken over ambitie en ambitieprofielen voor Brede Scholen Nijmegen. Er zijn 4 ambitieprofielen uitgewerkt in hoofdstuk 2, waarbij aan de hand van de onderdelen kan worden bepaald of een school en haar partners voldoen aan een profiel Brede School. De werkgroep heeft overwogen om een keurmerk in te voeren. Een keurmerk is een kwaliteitsoordeel, moet betrouwbaar zijn en geaccrediteerd worden. Dit brengt ongewenste kosten en een controle-apparaat met zich mee. Dit vindt de werkgroep te zwaar, derhalve stelt de werkgroep voor om met ambitieprofielen te gaan werken. Deze ambitieprofielen kunnen worden gebruikt door – in de toekomst – alle Brede scholen. Bij de vaststelling van Brede scholen wordt gebruik gemaakt van een implementatiefase. Deze fase wordt ook in hoofdstuk 2 uitgewerkt. Voor de werkgroep “Aansturing en coördinatie was de passage uit de Kadernotitie Doorontwikkeling Brede Scholen uitgangspunt: “Op locatieniveau is de schooldirecteur eindverantwoordelijk als hoofdaannemer en uitvoerend regisseur van het door de stuurgroep vastgestelde werkplan. KION en Tandem zijn vanuit hun 1 2
Het werkplan voor de werkgroep Aansturing en coördinatie is toegevoegd als Bijlage 1 Het werkplan voor de werkgroep Doorontwikkeling, monitoring en evaluatie is toegevoegd als Bijlage 2
3
expertise vanzelfsprekende kernpartners: de schooldirecteur, de vestigingsmanager van KION, een programmabegeleider van Tandem en een wijkmanager vormen samen op tactisch niveau het locatie‐overleg (de kadergroep). 3 De schooldirecteur stuurt de locatiecoördinator operationeel aan: de locatiecoördinator blijft in dienst bij Tandem en verleent diensten aan de Brede school op basis van een dienstverleningsovereenkomst (financiën worden hiertoe overgeheveld naar de Schoolbesturen).” In het projectplan Brede Schoolontwikkeling Nijmegen (09-2011) is dit overgenomen en is de directeur van school de functionele eindverantwoordelijke van de Brede School . Uitwerking van deze eindverantwoordelijkheid is noodzakelijk. Hetzelfde geldt voor de functie van (locatie)coördinator. Deze verantwoordelijkheden worden uitgewerkt in de hoofdstuk 3 en 4. Bij het uitwerken van de verantwoordelijkheden is uitgegaan van een Brede School waarbij het ambitieprofiel verschillend kan zijn. Voor het initiëren en onderhouden van een Brede School is geen aparte financieringsstroom. Er zullen in de toekomst Brede Scholen zijn die gesubsidieerd worden vanwege het vergroten van ontwikkelingskansen van kinderen en bieden van ondersteuning aan ouders. Deze subsidie is gekoppeld aan stadsdelen van Nijmegen en aan het aantal gewichtsleerlingen. Gekoppeld aan deze subsidie, maar vooral aan de doelstelling is coördinatie wenselijk (i.s.m. Welzijn n.a.v. bestuursafspraken). Er zullen ook Brede Scholen zijn, zonder extra financiering (subsidie). Zij vinden argumentatie in voordelen van samenwerking t.b.v. het creëren van een samenhangend aanbod aan kinderen en ouders, middels een doorgaande lijn en een ontwikkelarrangement voor leerlingen. In hoofdstuk 5 wordt een voorstel m.b.t. Monitoring en evaluatie toegelicht. Tot slot vind u in hoofdstuk 6 een samenvatting, randvoorwaarden en een implementatieplan. Namens de werkgroepleden Thea de Graaf Projectleider Brede Schoolontwikkeling Nijmegen Werkgroep (naam) Doorontwikkeling Brede School: Monitoring en evaluatie Werkgroepleden Mieke Gutteling De Wieken (Josephscholen) Ans Nieuwenhuis De Wieken/Tandem (Josephscholen) Angelien van Beekveld Petrus Canisius (Josephscholen) Karin Jansen Dukendonck (Conexus) Gerard van der Burgt NSV II (Conexus) Gery Knetsch Tandem Peter Duker KION Rutger van Straten: per VONK 12/12 Marianne van Gend: per 20/03 Onnie Diederen: per 16/04 Projectleider Thea de Graaf Werkgroep (naam) Aansturing/Locatiecoördinatie Roger Visser Directeur St Josephscholen OWS De Wieken) Werkgroepleden Johan Storm Mieke Suijskens Ton Reijnen Pascal van der Maas Betty Rikken Rudy de Bruin Thea de Graaf 3
Directeur St Josephscholen (bao De Sterrendans)) Directeur Conexus (BS De Vossenburcht, ows Hatert) Directeur Conexus (bao de Wingerd) Manager Tandem Manager KION Eigenaar KDV Ikke, VONK Projectleider Brsontw (voorzitter)
De wijkmanager is geen structureel onderdeel meer van de kadergroep
4
Hoofdstuk 1 DE BREDE SCHOOL 1.1 Definitie Brede School Nijmegen Een Brede School is een netwerk van voorzieningen voor kinderen en het gezin in de buurt, met de school als middelpunt. In Brede Scholen werken organisaties samen. Samen richten ze zich op het vergroten van de ontwikkelingskansen van kinderen en volwassenen, zodat kinderen gestimuleerd worden en ouders en buurt zich meer verbonden gaan voelen. De essentie van een Brede School is SAMENWERKING. Brede scholen kunnen van elkaar verschillen: M.b.t. het aantal organisaties waarmee samengewerkt wordt: o Minimale variant is de school en buitenschoolse opvang Dit is conform de notitie Doorontwikkeling Brede Scholen M.b.t. de doelstelling van de organisatie: o Kinderopvang, peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang (voor- tussen en naschools), welzijnsinstelling (naschoolse activiteiten), bibliotheek, consultatiebureau, wijkcentrum, instellingen voor sport en cultuur en instellingen voor kinderen met beperkingen M.b.t. de mate van samenwerking en de fase van ontwikkeling De opdracht voor alle toekomstige Brede Scholen in Nijmegen wordt als volgt beschreven: Ieder kind moet van geboorte tot het Voortgezet Onderwijs, gebruik kunnen maken van een arrangement, dat aansluit op de behoefte en mogelijkheden van het kind en de ouders en dat zich richt op de Brede ontwikkeling van kinderen. Er is gekozen voor de term behoefte in plaats van vraag om duidelijk te maken dat er niet altijd sprake is van een vraag die ouders of het kind uit zichzelf stellen. Het is een taak van de professionals om de behoefte te signaleren en met de leerling/ouders te vertalen in een vraag en een daarop aansluitend aanbod. Het begrip arrangement geeft aan dat het essentieel is dat het aanbod in samenhang wordt aangeboden: niet alleen samenhangend in de tijd, bijvoorbeeld in 07.30 – 18.30 uur (= dagarrangement), maar ook inhoudelijk (programmatisch) en pedagogisch samenhangend (= ontwikkelarrangement). Inhoudelijke samenhang binnen één Brede School is van belang zodat kinderen gedurende een bepaalde periode spelenderwijs steeds geconfronteerd worden met dezelfde begrippen, zodat zij zich deze sneller eigen maken. 1.2 Partners in de Brede School De Brede School bestaat dus in ieder geval uit de school en andere partners. Deze partners kunnen voortkomen uit kinderopvang, peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang (voortussen en naschools), welzijnsinstelling (naschoolse activiteiten), bibliotheek, consultatiebureau, wijkcentrum, instellingen voor sport en cultuur en instellingen voor kinderen met beperkingen. De werkgroep Doorontwikkeling Brede Scholen stelt de volgende indeling voor: 1. Kernpartners 2. Ondersteuningspartners 3. Ketenpartners
5
Partneroverzicht
1.3 Vaststelling partners In iedere Brede School dient te worden vastgesteld wie welke partner is. Als eerste dient vastgesteld te worden wie de Kernpartners zijn. Dit gebeurt in overleg. De Kernpartners (over het algemeen de leidinggevenden van betrokken organisaties) vormen samen het Kernteam. In het Kernteam wordt o.l.v. de Brede Schooldirecteur besproken en vastgelegd: De visie, het pedagogisch klimaat en het ontwikkelarrangement: visiedocument Het activiteitenaanbod: werkplan Wie de ondersteuningspartners zijn Wie de ketenpartners zijn De financiën: o begroting en verantwoording bij de Brede School welke subsidie verkrijgt
6
Hoofdstuk 2 AMBITIEPROFIELEN BREDE SCHOOL 2.1 Organisatie Brede School Nijmegen Een Brede School is een netwerk van voorzieningen voor kinderen en het gezin in de buurt, met de school als middelpunt. Een Brede School werkt samen met diverse organisaties. Samen richten ze zich op het vergroten van de ontwikkelingskansen van kinderen en volwassenen, zodat kinderen gestimuleerd worden en ouders en buurt zich meer verbonden gaan voelen. De essentie van een Brede School is SAMENWERKING rondom het kind van 0 tot 12 en zijn omgeving. Er is een centrale organisatie (uitvoeringsbeleid) zo dicht mogelijk op de uitvoering nodig om de doorgaande ontwikkelingslijnen in samenhang te organiseren. 2.2 Ambitieniveau – ambitieprofiel In de toekomst zullen in Nijmegen alle scholen Brede Scholen worden. In de opdracht voor Brede Schoolontwikkeling was een fasering voorzien. Als eerste Open Wijkscholen Brede Scholen, worden, een implementatieplan Brede Scholen wordt geschreven, waarna alle scholen én hun partners Brede Scholen worden. De start van de doorontwikkeling Brede Scholen is daarom verschillend. De huidige Open Wijkscholen hebben ervaring van zo’n 11 jaar en gebruiken dit in hun ontwikkeling. In de praktijk zijn er reeds scholen en partners in het proces naar Brede School . Van de ervaringen zal worden gebruik gemaakt bij het schrijven van het implementatieplan t.b.v. de scholen die nog moeten beginnen. Scholen en hun partners mogen hun eigen proces doorlopen. Ter facilitering van de doorontwikkeling is naast het “partneroverzicht” een set ambitieprofielen ontwikkeld. De ambitieprofielen zijn niet bedoeld als keurmerk (geen afrekencultuur). De nadruk ligt op vaststelling van het huidig niveau, de ontwikkeling naar Brede School en naar de omzetting van (Open Wijk) school naar Brede School. Er is dus sprake van ontwikkelcultuur. Per ambitieprofiel zijn onderwerpen uitgewerkt. Deze zijn gerelateerd aan de ambitieniveaus uit het projectplan Doorontwikkeling Brede School (09-2012). Ambitieniveau 0: Back to Back Ambitieniveau 1: Face to Face Ambitieniveau 2 : Hand to Hand N.B. Het bleek wenselijk ambitieniveau 2 te delen in 2a en 2b (beginnend en gevorderd) Ambitieniveau 3: Cheek to Cheek (Integraal KindCentrum) N.B. De werkgroep heeft ambitieniveau 3 niet uitgewerkt, omdat ten tijde van het gereedkomen van deze notitie de Stuurgroep Brede Scholen de discussie over invoering IKC nog moest voeren. 2.3 De ambitieprofielen Het te bereiken ambitieniveau is afhankelijk van: 1. de wensen van de kinderen/ouders binnen de Brede School 2. de wijk waar de school geplaatst is (dit is aan verandering onderhevig) 3. de visie van de kernpartners (welke valt binnen de kadernotitie Doorontwikkeling Brede Scholen). Brede Scholen die subsidie ontvangen voor het vergroten van ontwikkelingskansen van kinderen en bieden van ondersteuning aan ouders hebben vanwege deze subsidie een hoger ambitieniveau. Van deze Brede Scholen mag verwacht worden dat zij derhalve kiezen uit 2a of 2b.
7
AMBITIEPROFIELEN Ambitieniveau 0: Back to Back Ambitieprofiel 0 Geen Brede School
Ambitieniveau 1: Face to Face Ambitieprofiel 1 Onderwijs en opvang
Ambitieniveau 2: Hand to Hand Ambitieprofiel 2a Samenwerkingsverband
Verzameling van een aantal organisaties, in een gebouw of in een netwerk. De partners doen weinig tot niets met elkaar
Partners delen een gebouw of werken samen in een netwerk
Brede Schoolpartners delen een gemeenschappelijk gebouw of netwerk Er is aandacht voor inhoudelijke linken tussen de activiteiten van de verschillende partners en onderlinge overdracht
Geen coördinatie of centrale aansturing
Een coördinator kan de leiding hebben voor de organisatie en de planning van de activiteiten Afstemming van activiteiten met name logistiek
De afstemming op elkaar wordt duidelijk geleid
(Dag)(Ontwikkel)arrangement gericht op behoefte en kwaliteiten van kinderen en behoeften van ouders cq gezin Ontwikkeling van kinderen staat centraal
Ontwikkelarrangement gericht op behoefte van kinderen en kwaliteiten van het gezin
Er is ouder betrokkenheid
Ouders zijn partners
Er is een relatie met wijkgerichte organisaties
Er is verbinding met wijkgerichte organisaties
Helder beleid op de aansturing van de medewerkers brede school: functionele verantwoordelijkheid is uitgewerkt
Helder beleid op de aansturing van de medewerkers brede school: functionele verantwoordelijkheid is uitgewerkt. Medewerkers ontwikkelen zich naar Brede Schoolmedewerker Er is afstemming m.b.t. de visie en pedagogisch klimaat (overdracht) De ontwikkelingsdoelen worden geëvalueerd en de activiteiten worden indien nodig inhoudelijk bijgestuurd.
Geen gezamenlijke activiteiten georganiseerd
Er is samenwerking op activiteitniveau en deelnemersaantallen worden eventueel bijgehouden.
Er is afstemming m.b.t. de visie en pedagogisch klimaat (overdracht)
Iedere partner heeft eigen ontwikkelingsdoelen, maar de activiteiten en doelen worden op elkaar afgestemd. Activiteiten (kunnen ook tijdens de schooltijd plaatsvinden).
Doorgaande leerlijnen/ontwikkeling van het kind staat centraal
Er is een intern zorgteam Brede School
Ambitieniveau 2: Hand to Hand Ambitieprofiel 2b Intensief samenwerkingsverband Brede Schoolpartners delen een gemeenschappelijk gebouw of netwerk De ontwikkelingsdoelen, het soort activiteiten en formuleren wat de meerwaarde van de samenwerking voor de verschillende partners is De afstemming op elkaar wordt duidelijk geleid Vanuit de ontwikkelingsdoelen wordt er een gemeenschappelijke programmering en ontwikkelingslijn opgesteld. De activiteiten zijn aaneengeschakeld én de partners komen tot gezamenlijke activiteiten in een doorgaande lijn Ontwikkelarrangement gericht op behoefte van kinderen en kwaliteiten van het gezin Doorgaande ontwikkeling van het kind staat centraal ( binnenschools en buitenschools). Instellingsbelangen staan op de achtergrond Er is een gezamenlijk visie m.b.t. ouders (educatieve partners ) Er is verbinding met wijkgerichte organisaties en er wordt vraaggericht gewerkt Helder beleid op de aansturing van de medewerkers Brede School: Medewerkers zijn Brede Schoolmedewerker en erkennen elkaar als medeopvoeder en elkaars deskundigheid Er is een gezamenlijke visie op pedagogisch klimaat De ontwikkelingsdoelen en de doorgaande lijn worden geëvalueerd. Inhoudelijke en programmatische bijstelling van activiteiten Er is een intern zorgteam Brede School Er is een gezamenlijk brede schoolontwikkelplan Er is een eenduidige uitstraling bredeschoolgids,logo en naam Er is een op elkaar sluitend kindvolgsysteem; startdenken is uitgangspunt
8
2.4 Werkwijze vaststelling Brede School Alle scholen in Nijmegen worden Brede Scholen. De hierna beschreven werkwijze zal planmatig worden opgezet met een zekere volgordelijkheid: 1e de huidige OWS-scholen 2e scholen en partners, die reeds gestart zijn 3e scholen en partners die nog aan het begin staan. Stap 1: Vaststellen kernpartners Het kernteam Brede School wordt gevormd op initiatief van de directeur van de Brede School. Gezamenlijk wordt vastgesteld wie de kernpartners zijn. De kernpartners bepalen met elkaar de visie, het pedagogisch klimaat en het ontwikkelarrangement. N.B. Voor de huidige OWS-scholen kan het een uitbreiding van kernpartners betekenen. Stap 2: Vaststellen ambitie Het kernteam bespreekt a.d.h.v. de set ambitieprofielen het huidige profiel en het wenselijke profiel. Aan de hand van het wenselijk profiel wordt een ontwikkel- of actieplan vastgesteld, waarin acties, verantwoordelijkheden en tijdsplanning opgenomen wordt. Zodra kernteams hiermee gereed zijn, melden zij dit de projectleider Brede Schoolontwikkeling Stap 3: Vaststellen keten- en ondersteuningspartners In het kernteam wordt vastgesteld welke keten- en ondersteuningspartners van belang zijn voor het behalen van de visie, het pedagogisch klimaat, het ontwikkelarrangement en het ambitieniveau. Een communicatieplan wordt hiervoor opgesteld. Stap 4: Profielbezoek De projectleider Brede Schoolontwikkeling brengt een bezoek aan de toekomstige Brede school, dit is het zogenaamde Profielbezoek. In het bezoek worden de bevindingen besproken. Het bezoek wordt uitgevoerd door: De projectleider Brede Schoolontwikkeling kan vergezeld worden door een lid van de Stuurgroep Brede scholen of een vertegenwoordiger hiervan. Voorafgaand aan het Profielbezoek worden een aantal documenten verstrekt aan de projectleider. Deze documenten zijn: Brede Schoolplan, met de onderdelen: o Visiedocument o Werkplan o Activiteitenplan o Communicatie en Pr o Overlegstructuur o Scholingsplan o Ondersteuningsstructuur Samenwerkingsdocument (indien aanwezig) Document waaruit de betrokkenheid met ouders helder wordt (indien aanwezig) Document waaruit de verbinding met wijkgerichte organisaties blijkt (indien aanwezig) Financiële verantwoording Andere documenten, welke volgens het Kernteam wenselijk zijn. Bij het Profielbezoek is het Kernteam aanwezig. Het gesprek verloopt volgens een format (in ontwikkeling).
9
Stap 5: Vaststelling Brede School Aan het einde van het Profielbezoek wordt vastgesteld welk profiel de Brede School heeft en de datum waarop dit gecommuniceerd wordt. Er wordt dan gesproken over Brede School Profiel 1, 2a of 2b. Stap 6: Verslag De projectleider Brede Schoolontwikkeling maakt een verslag van het Profielbezoek. Na goedkeuring door het projectteam wordt het verslag ter beschikking gesteld aan de bij de Brede School gerelateerde bestuurders. 2.5 Herhaling De informatie uit het bezoek vormt een onderdeel van de monitoring /evaluatie Brede School. Jaarlijks bij Brede Scholen die subsidie ontvangen voor het vergroten van ontwikkelingskansen van kinderen vanwege de verantwoording; 3 Jaarlijks voor Brede Scholen; Op verzoek: indien een Brede School verandert van partners of wil veranderen van profiel. De directeur vraagt een Profielbezoek aan bij de projectleider. 2.6 Tot slot De ambitieprofielen zijn niet bedoeld als keurmerk (geen afrekencultuur). De nadruk ligt op vaststelling van het huidig niveau en de ontwikkeling naar Brede School. Er is dus sprake van ontwikkelcultuur.
10
Hoofdstuk 3 DIRECTEUR VAN DE BREDE SCHOOL 3.1 Concept Brede School Een Brede School is een netwerk van voorzieningen voor kinderen en het gezin in de buurt, met de school als middelpunt. In een Brede School werken organisaties samen. Samen richten ze zich op het vergroten van de ontwikkelingskansen van kinderen en volwassenen, zodat kinderen gestimuleerd worden en ouders en buurt zich meer verbonden gaan voelen. De Brede School is een concept, dat soms vraagt om afwijken van het eigen beleid. Dit betekent dat: de onderwijsbestemming op ruimtes in de Brede School soms moet wijken. Als vastgehouden wordt aan bestaande wetgeving kunnen Brede Schoolactiviteiten vaak niet in het eigen gebouw plaatsvinden; een oplossing gevonden moet worden voor tegenstrijdige regels; (voor kinderopvang gelden andere regels dan voor het onderwijs) de juridische verantwoordelijkheid vastgelegd moet worden (wie is er verantwoordelijk voor naschoolse activiteiten bij een Brede School). 3.2 Functionele verantwoordelijkheid Er is een centrale organisatie (uitvoeringsbeleid) zo dicht mogelijk op de uitvoering nodig om de doorgaande ontwikkelingslijnen in samenhang te organiseren. Vooralsnog krijgt de directeur van de school de functionele verantwoordelijkheid van de Brede School in afwachting van de verdere ontwikkeling van deze functie (zie verder par.6.4). Iedere leidinggevende is verantwoordelijk voor haar eigen onderdeel, aansturing van medewerkers en verantwoording van financiën. De Brede School-directeur heeft daarnaast een verbindende functie, is verantwoordelijk voor het proces van opstelling van het Brede Schoolplan, geeft sturing aan dit proces, werkt hierin samen met de Kernpartners, heeft overleg met uitvoerende instellingen, voert beheer en maakt verantwoordingen (jaarverslag en verantwoording naar subsidieverstrekkers) en stelt overeenkomsten op. Samen met de partners wordt er een bijdrage geleverd aan de doelstelling van de Brede school. In feite is de directeur een schakel tussen beleid en praktijk, die de brandjes blust en smeerolie voor de organisatie is. Onder verantwoordelijkheid/sturing wordt verstaan: de doelgroep “kinderen en zijn/haar ouders” staan zichtbaar centraal; het zoeken van samenwerking, onderhouden en vastleggen. Dit i.r.t. de visie en doelstelling; vaststelling – in gezamenlijkheid – wie de Kernpartners zijn het initiatief nemen om samen met de Kernpartners te komen tot een locatiedocument; het Brede Schoolplan, waarin minimaal is opgenomen: o een van onderaf gedragen visie, conform de door de Stuurgroep gestelde kaders (kadernotitie) o een gezamenlijk gedragen pedagogisch klimaat (met eventueel een gezamenlijk vastgestelde gedragscode) o een gezamenlijk gedragen ontwikkelarrangement o een gezamenlijk gedragen scholingsplan o gewenste communicatie, vastgestelde overlegstructuur en PR; het initiëren van een overlegstructuur passend bij het behalen van de doelstellingen (Kernteam, locatie- en uitvoeringsniveau, Ketenpartners, Ondersteuningspartner); het delen van ervaringen en op zoek gaan naar goede voorbeelden; het zorgen voor een jaarlijkse evaluatie en rapportage;
11
het “doorhakken van knopen” (indien nodig), namens alle participanten (waarin en waarover én de communicatie erover, moet onderwerp van gesprek zijn bij het Kernteam en kan door hen worden vastgelegd); het zorgen voor een werkplan (jaarlijks) met een activiteitenaanbod (profiel 2a en 2b); het initiëren dat medewerkers van alle partners in de Brede School “Brede-Schoolmedewerkers” worden (profiel 2a en 2b); het zorgen voor een verantwoorde besteding en (jaarlijkse) verantwoording, indien er sprake is van een gesubsidieerde Brede School (profiel 2a en 2b); het aansturen van de Brede Schoolcoördinator, indien er sprake is van een gesubsidieerde Brede School, conform de in het Brede Schoolplan vastgelegde afspraken (profiel 2a en 2b). 3.3 Verantwoordelijkheid Kernteamlid De Kernpartners worden in het Kernteam vertegenwoordigd door een leidinggevende. Iedere leidinggevende blijft hiërarchisch verantwoordelijk voor de eigen medewerkers. Iedere leidinggevende zorgt voor facilitering van medewerkers voor overleg, scholing en activiteiten. In het Brede Schoolplan worden afspraken gemaakt m.b.t. de dagelijkse aansturing. 3.4 2 Soortgelijke organisaties in één Brede School De werkgroep heeft gesproken over de consequenties van voorgaande voor die Brede Scholen, waar 2 soortgelijke organisaties onderdeel zijn van één Brede School, maar heeft hierbij geen conclusie getrokken. Een aantal overwegingen zijn gegeven: In geval van 2 (of meer) Kinderopvangorganisaties, die substantieel betrokken zijn, zouden beide leidinggevenden tot het Kernteam moeten behoren In geval van 2 (of meer) BSO’s, die substantieel betrokken zijn, zouden beide leidinggevenden tot het Kernteam moeten behoren In geval van 2 scholen in een Brede School zijn meerdere alternatieven denkbaar: o Beide schooldirecteuren zijn Brede Schooldirecteur en hebben zitting in het Kernteam; een van beide is voorzitter Nadeel: het ambitieniveau/profiel kan per school verschillend zijn Voordeel: minder overlegtijd voor gezamenlijke partners o Beide schooldirecteuren zijn Brede Schooldirecteur en hebben ieder een eigen Kernteam. Overleg vindt plaats over gezamenlijke activiteiten (zoals het Activiteitenplein) Nadeel: meer overlegtijd voor gezamenlijke partners Voordeel: het doet recht aan een verschillend ambitieniveau/profiel o De schooldirecteur van de school met de meeste gewichtsleerlingen is de Brede Schooldirecteur Nadeel: het ambitieniveau/profiel kan per school verschillend zijn Voordeel: minder overlegtijd voor gezamenlijke partners. De werkgroep adviseert de Stuurgroep het onderwerp “2 scholen in een Brede School” te bespreken met de betrokken leidinggevenden en vanuit die bespreking voorstellen te doen naar de Stuurgroep.
12
Hoofdstuk 4 COÖRDINATOR VAN DE BREDE SCHOOL 4.1 Coördinatie Een Brede School is een netwerk van voorzieningen voor kinderen en het gezin in de buurt, met de school als middelpunt. In een Brede School werken organisaties samen. Samen richten ze zich op het vergroten van de ontwikkelingskansen van kinderen en volwassenen, zodat kinderen gestimuleerd worden en ouders en buurt zich meer verbonden gaan voelen. Er zullen in de toekomst Brede Scholen zijn die gesubsidieerd worden vanwege gewichtsleerlingen en de locatie in een stadsdeel van Nijmegen. De doelstelling bij de verstrekking van subsidie brengt extra taken, werkzaamheden en ambitie met zich mee. Hierbij is coördinatie wenselijk. Er zullen in de toekomst Brede Scholen zijn die gesubsidieerd worden vanwege gewichtsleerlingen en de locatie in een stadsdeel van Nijmegen. De doelstelling bij de verstrekking van subsidie brengt extra taken, werkzaamheden en ambitie met zich mee. Hierbij is coördinatie wenselijk. De coördinatie wordt tot op heden gezamenlijk uitgevoerd door een functionaris binnen school (meestal de schooldirecteur/geoormerkte uren) en door een functionaris vanuit een Welzijnsorganisatie. Met de keuze over de functionele verantwoordelijkheid van de schooldirecteur voor de Brede school is dit aan verandering onderhevig wat leidt tot afzonderlijke verantwoordelijkheden en taken. 4.2 Taken coördinator Van een coördinator wordt verwacht dat hij/zij: werkt in opdracht van het Kernteam; zelfstandig werkt binnen de kaders, vastgesteld door het Kernteam; samenwerking zoekt en onderhoudt; ervaringen deelt en op zoek gaat naar goede voorbeelden; de doelgroep “kinderen en zijn/haar ouders” centraal stelt; een bijdrage levert aan de totstandkoming van het visiedocument, het werkplan en het activiteitenplan; de medewerkers activiteitenplein aanstuurt conform de visie, het pedagogisch klimaat en het ontwikkelarrangement; zorg voor de verbinding onderschools, naschools (voorschools, tussenschools); zorgt voor communicatie en PR; knelpunten signaleert betreffende de realisatie van het aanbod Brede School en doet voorstellen aan het Kernteam; rapporteert aan het Kernteam; actief meedenkt over de ontwikkeling en verbetering van de Brede School informatie aanlevert m.b.t. jaarlijkse evaluatie en een bijdrage levert aan de rapportage; binnen de begroting werkt; overleg heeft met collega’s; ‘ de eigen beroepsuitoefening en professie in het algemeen ontwikkelt en bewaakt; verantwoording aflegt aan de leidinggevende binnen zijn/haar organisatie. 4.3 Relatie kind – gezin – wijk Voor het tot stand brengen van samenwerking en het inzetten van de omgeving (de buurt) bij het opgroeien van het kind, is het belangrijk de omgeving te kennen. Dit is bij uitstek de taak van een welzijnswerker (sociaal cultureel werker). Hij/zij kent de omgeving, kent de wijk, signaleert maatschappelijke ontwikkelingen en is met anderen in contact. Vanuit deze integraliteit worden de medewerkers van het activiteitenplein (naschools aanbod nieuwe stijl), aangestuurd. Hij/zij is spil tussen onderwijs – naschools en wijk (indien er sprake is van een niet rijke leeromgeving thuis).
13
Brede Scholen die in andere stadsdelen staan, ontvangen geen subsidie voor voorgaande doelstelling. Zij vinden hun argumentatie voor de doorontwikkeling naar Brede School in het voordeel van samenwerking om de doorgaande lijn en een ontwikkelarrangement voor leerlingen te organiseren. Het is mogelijk dat een Brede School financiën vanuit eigen budget genereert voor coördinatie.
14
Hoofdstuk 5 MONITORING EN EVALUATIE De doelstellingen van de Brede scholen zijn breed geformuleerd. Het is echter niet alleen de Brede school die een bijdrage levert aan het al dan niet bereiken van deze doelstellingen. Ook andere factoren zoals beleid op andere terreinen, maatschappelijke ontwikkelingen, economische ontwikkeling, demografische ontwikkelingen spelen een rol. Relevant is de vraag wat de bijdrage van de Brede School is aan het behalen van de doelstellingen. De ontwikkeling van Brede Scholen is een meerjarig proces. Met monitoring (objectieve indicatoren in cijfers en kengetallen) kan aan de hand van herhaalde metingen de voortgang van de ontwikkeling in de loop der jaren vastgesteld worden. Aan de hand van evaluatie (subjectieve indicatoren zoals procesbeschrijving, welbevinden en tevredenheid) kan het proces gevolgd worden. Er is daarom in de Kadernotitie Brede Scholen gekozen voor een combinatiemodel van monitoring en evaluatie. Zonder evaluatie kunnen monitorgegevens niet geïnterpreteerd worden, zonder monitoring geeft de evaluatie geen uitsluitsel over doeltreffendheid en doelmatigheid. In hoofdstuk 2 wordt reeds vermeld dat het Profielbezoek onderdeel zal vormen van de huidige monitoring / evaluatie. Verdere uitwerking van het hoofdstuk volgt in het voorjaar van 2013. Bij de uitwerking kan de werkgroep van een aantal deskundigen gebruik maken: De gemeente Nijmegen kent een afdeling onderzoek en statistiek. Mogelijk kan een ambtenaar van de gemeente aansluiten bij de werkgroep. ITS Nijmegen heeft samen met Oberon en Bartrack namens het ministerie onderzoek naar Brede Scholen verricht. 5 Ows-en van Nijmegen hebben hieraan meegedaan. Van hun gegevens en ervaring zouden we gebruik kunnen maken. Met de projectleider van dit onderzoek wordt contact onderhouden. Op 23 mei j.l. is bekend geworden dat Nijmegen gekozen is door de minister van Sociale Zaken en OC&W als pilot-gemeente voor Gemeentebrede Dagarrangementen. Nijmegen is hierbij, samen met Wijchen en Zaanstad gekozen. De Gemeentebrede Dagarrangementen is een 3 jaar durend pilot. De ondersteuning bij het pilot bestaat uit o.a. monitoring via een procescoördinator. Van diens ervaring gaan we gebruik maken bij de ontwikkeling van de monitoring en evaluatie.
15
Hoofdstuk 6 SAMENVATTING, RANDVOORWAARDEN EN IMPLEMENTATIE 6.1 Samenvatting Uit de kadernotitie Doorontwikkeling Brede Scholen is een projectplan Brede Schoolontwikkeling Nijmegen voortgekomen. Vanuit het projectplan hebben 2 werkgroepen opdrachten uitgewerkt: a. Aansturing Brede School Coördinatie Brede School b. Criteria Brede School Monitoring en evaluatie. De werkgroepen hebben hun uitwerkingen samengebracht tot één notitie. In de notitie is uitgewerkt wie de partners in de Brede School zijn: Kernpartners: organisaties waar kinderen ingeschreven staan en waar diensten zoals opvoeding, ontwikkeling, opvang en onderwijs aan verleend worden. Zij bepalen met elkaar de visie, het pedagogisch klimaat en het ontwikkelarrangement. Ondersteuningspartners: organisaties die ondersteuning verlenen, zodat de kernpartners hun doelstelling goed kunnen uitvoeren. Ketenpartners: organisaties die ingekocht worde om specialistische diensten te leveren, zodat de doelstelling behaald kan worden. De ambitieniveaus uit het projectplan zijn uitgewerkt naar ambitieprofielen: Ambitieniveau 1: Face to Face Ambitieprofiel 1 Onderwijs en opvang
Ambitieniveau 2: Hand to Hand Ambitieprofiel 2a Samenwerkingsverband
Ambitieniveau 2: Hand to Hand Ambitieprofiel 2b Intensief samenwerkingsverband
Brede Scholen kunnen kiezen voor 1 van deze 3 profielen en kunnen zich ontwikkelen. Van Brede Scholen die subsidie ontvangen vanwege gewichtsleerlingen mag verwacht worden dat zij zich doorontwikkelen naar profiel 2a of 2b. Als 1e zullen OWS-scholen zich doorontwikkelen naar Brede Scholen. Dit gebeurt via een stappenplan, waarbij als 1e de Kernpartners (her)vastgesteld worden. Met de kernpartners wordt visie, pedagogisch klimaat, ontwikkelarrangement en het ambitieniveau vastgesteld. Een profielbezoek wordt uitgevoerd, nadat het Kernteam van de Brede School zelf haar wenselijk profiel heeft vastgesteld. Bij de OWS-scholen wordt een combinatie gemaakt met de benodigde verantwoording voor de gemeente. De verslaglegging van het Profielbezoek wordt na goedkeuring verstrekt aan betrokken bestuurders. Een gezamenlijke datum voor het ingebruiknemen van de naam Brede School wordt vastgesteld en feestelijk gevierd. Als 2e zullen scholen met hun partners, die zich reeds ontwikkelen richting Brede School eenzelfde werkwijze doorlopen. De directeur van de school is functioneel verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoering van het Brede Schoolplan en daar waar het gaat om Brede Scholen die subsidie ontvangen , wordt de directeur ondersteund door een coördinator uit Welzijn. Leidinggevenden van iedere partner blijft verantwoordelijk voor aansturing medewerkers en financiering. De monitoring en evaluatie is nog niet uitgewerkt. De werkgroep wil hierbij gebruik maken van ervaringen diverse organisaties (gemeente Nijmegen, ITS en de pilot Gemeentebrede Dagarrangementen) om een instrument op te zetten.
16
6.2 Randvoorwaarden Er zijn verschillende randvoorwaarden alvorens invoering gerealiseerd kan worden: a. Directeur Brede School Subsidiering Brede School in vastgestelde stadsdelen conform de beschikking Subsidie Brede Scholen Nijmegen (voorheen OWS); b. Coördinator Brede School Subsidiering coördinatie Brede School in vastgestelde stadsdelen conform de beschikking Subsidie Brede Scholen (voorheen OWS) via schoolbesturen; c. Monitoring en evaluatie De werkgroep Monitoring en evaluatie zet haar werkzaamheden voort De werkgroep kan gebruik maken van kennis van een gemeenteambtenaar van de afdeling Onderzoek en statistiek 6.3 Implementatie Na vaststelling notitie Doorontwikkeling Brede Scholen in Stuurgroep Brede Scholen de notitie bespreken in het veld (zie schema). De OWS-scholen werken volgens de werkwijze vaststelling Brede School beschreven in hoofdstuk 2. Een planning wordt opgesteld t.b.v. de Profielbezoeken, waarbij één datum wordt vastgesteld voor omzetten van de term OWS naar Brede School. Vervolgens wordt de werkwijze vaststelling Brede School uitgevoerd door Basisscholen en hun partners, die hiervoor in aanmerking willen komen. Planning Juni
Werkgroepen Doorontwikkeling en Aansturing Stuurgroep Management KION Management VONK Management Tandem OWS coördinatoren Management 1-pitters Management St. Joseph Management Conexus Werkwijze vaststelling Brede School bij OWSscholen Datum omzetten naam Werkwijze vaststelling Brede School bij BAO + partners
Aug
5
30
Sept
Okt
Nov
Dec
Jan tm april 2013
X
X
X
X
X
X
X
Vanaf april 2013
11 X X X X X X X
X X
17
6.4 Bespreking Stuurgroep Brede Scholen De stuurgroep Brede Scholen onderschrijft de notitie met de volgende opmerkingen: Functioneel leiderschap directeur Brede School is goed beschreven. In de 2e fase Doorontwikkeling Brede School zou moeten worden uitgewerkt: o Een profielschets Directeur Brede School (welke eisen worden er gesteld aan de functie , vanuit kennis en kwalitatief oogpunt). Hierdoor wordt het mogelijk de functiebeschrijving van huidige directeuren te vergelijken met dat profiel. o Is het mogelijk dat de directeur van de Brede school uit een andere organisatie dan onderwijs aangesteld wordt. N.B. De Stuurgroep heeft uitgesproken dat vooralsnog de directeur van de school, de directeur van de Brede School is. Hij/zij is de “hoofdaannemer”. In de toekomst zou dit anders kunnen zijn, dit zou uit de profielschets helder moeten worden. o Wat zijn de randvoorwaarden m.b.t. de functie Directeur Brede School (besteding uren, financiering, etc). o Een profielschets voor de coördinator Brede School moet worden uitgewerkt (welke eisen worden er gesteld aan de functie , vanuit kennis en kwalitatief oogpunt). o Wat zijn de randvoorwaarden m.b.t. de functie coördinator Brede School (besteding uren, financiering, etc). Tot slot wordt opgemerkt dat terugkoppeling van invoering van deze notitie in de stuurgroep gewenst is. Voorliggende notitie wordt gezien als een 1e stap in de Doorontwikkeling Brede scholen. Vervolgstappen voor de 2e fase zijn: 1. Opzetten monitoring en evaluatie 2. Uitwerken aanbevelingen 2 soortgelijke organisaties in één Brede School 3. Profiel opstellen voor directeur Brede school 4. Inzicht verkrijgen in urenlast/besteding directeur 5. Profiel opstellen voor coördinator Brede school 6. Inzicht verkrijgen in urenlast/besteding coördinatie 7. Dienstverleningsovereenkomst met Tandem (wordt uitgewerkt door bestuurders) 8. Procedure opstellen t.a.v. toewijzing functie directeur Brede School 9. Implementatieplan voor alle scholen Brede school 10. Bespreken doorontwikkeling Brede School naar Integraal Kindcentrum i.o.m. gemeente.
18
BIJLAGEN Indien bijlagen gewenst, deze opvragen bij
[email protected]
19