Inhoud #6
36
16
14
26
14 De fiscus doet nu ook mee Jaarlijks wordt er een slordige 3,5 miljard euro geïnd aan milieubelastingen. Daarnaast stimuleert de overheid milieuvriendelijk gedrag met vele miljoenen. Daarom gaat de fiscus milieuhandhavers helpen.
16 Dossier: Permanent wonen tijdens de vakantie Het blijkt niet eenvoudig om al die permanente bewoners uit hun vakantiehuis te krijgen. Menig gemeente ploetert met controles en dwangsommen. Soms helpt een truc.
26 Eigen positie voor jonge Inspectie De Inspectie Verkeer en Waterstaat functioneert op afstand van het betrokken ministerie. Inspecteur-Generaal Ferdinand Mertens vertelt waarom.
36 Dikke onvoldoende voor handhaving Een groot onderzoek onder overheden en waterkwaliteitbeheerders schetst een zorgelijk beeld over de handhaving en biedt kengetallen. „We zitten nu op één handhaver voor 250 bedrijven."
En verder Journaal 4 Den Haag pakt huisjesmelkers aan 10 Grote controle binnenvaart 13 Emissieregistratie op internet 21
Van zwart schaap naar witte raaf Specialist: Paul Kienhuis Meningen: wat monitoren we? Illegale houtkap
22 29 30 32
CoMa schat overtredingen in Jurisprudentie HSL controleren Beschermd: vliegenzwam
34 39 40 43
Colofon Hoofdredacteur Paul van Nunen Redactieraad Jo Gerardu, Koen Kolodziej, Gert Langenbarg, Paul van Nunen, Hans de Ruiter Redactie Nicoline Elsink, Pieter van den Hoek, Hans Oosterhof, Maya Penning, Redactie-adres Postbus 270, 2700 AG Zoetermeer tel 079-3601234, fax 079-3601230 e-mail:
[email protected] Commissie van advies Voorzitter: Paul de Zeeuw, Anton
Taks, Jolanda Roelofs (VROM), Jan-Willem Bekkers (Apeldoorn), Willem Brouwer (AID), Arie de Wit (NPI), Rob te Wierik (SEPH Twente), Freerk Jan Medendorp (politie IJsseland), Annemiek Jetten (Hoogheemraadschap van West-Brabant), Jaap Rus (RIZA), Wilma Speller-Boone, Ton de Lange (Justitie) Advertenties Tariefkaart op aanvraag. tel. 079-3601232, fax 079-3601230 of via www.bladenmakers.n e-mail:
[email protected] Abonnementen €40,- per jaar (6 nummers), incl. 6% BTW Ambtenaren en bestuurders die van overheidswege betrokken zijn bij de uitvoering en handhaving ontvangen HandHaving op aanvraag kosteloos.
Aanvragen, adreswijzigingen en opzeggingen uitsluitend schriftelijk of per e-mail richten aan Ministerie van VROM, blad HandHaving, IPC 120, T.a.v. de heer P. Lispet, Postbus 20951, 2500 EZ Den Haag, fax 0703391568, e-mail:
[email protected] Productie Format Bladenmakers, Zoetermeer Vormgeving Zuiderlicht, Maastricht Druk ACI Offsetdrukkerij, Amsterdam De in dit blad weergegeven meningen weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de opvattingen van de bewindslieden van VROM. ISSN 1381-8767
3
HandHaving 2002 #6
Uitgever Ministerie van VROM
Journaal
Brandende autobanden leveren vaak een attractieve foto op. De aanleiding is minder leuk. Afgedankte autobanden vormen al jaren een probleem. Het is de vraag of het onlangs aangenomen Ontwerpbesluit beheer autobanden dat verhelpt. In Kampen, op een terrein plaatselijk bekend als de schandplek, brandde in september een illegale opslag van duizenden autobanden af. Met bestuursdwang was het niet gelukt een einde te maken aan de illegale activiteiten. Foto: Freddy Schinkel
Commentaar: Toezicht op toezicht
Het Openbaar Ministerie heeft de dagvaarding tegen DSM ingetrokken. De DSM dochter Acrylonitrile (ACN) had 5 november voor de rechter moeten komen voor het laten weglekken van tweehonderd kilo blauwzuur en vierduizend kilo acrylonitril. Los van deze rechtzaak heeft een onderzoek aangetoond dat de fabrieken nu veilig zijn. De rechter-commissaris heeft het onderzoek naar het incident uit oktober 1999 nog niet afgerond. De dagvaarding van Justitie tegen de ACN-fabriek van DSM telde zeven feiten. Alle hebben betrekking op het niet goed onderhouden van het
leidingenstelsel van de fabriek. Een tweede onderzoek tegen DSMdochter Hydrocarbons loopt ook nog steeds. Dit betreft het weglekken van honderden tonnen benzeen in 1996. Ook hier zou volgens het OM gebrekkig onderhoud aan de onder-
grondse leidingen de oorzaak zijn. Het benzeen heeft waarschijnlijk twee jaar ongemerkt kunnen lekken. Veiligheidssysteem Het blauwzuurincident leidde tot diverse veiligheidsonderzoeken. De Tweede Kamer bleef echter haar twijfels houden, waarop in de periode maart-augustus van dit jaar opnieuw naar de veiligheid is gekeken. Een onafhankelijk bureau kwam eind oktober tot de conclusie
dat een acuut veiligheidsprobleem zich niet voordoet. Tegelijkertijd wordt aangetekend dat het veiligheidsniveau pas na overheidstoezicht en veel publieke aandacht is bereikt. Demissionair staatssecretaris Pieter van Geel van VROM gaat met DSM praten over het op peil houden van het huidige niveau, ook bij andere fabrieken op het complex in Geleen.
Grondreiniger Biograp moet dokken in Alkmaar
HandHaving 2002 #6
Grondreiniger Biograp uit Anna Paulowna had meer aandacht voor geld dan voor het milieu. Het bedrijf verwerkte straat- en veegvuil van Noord-Hollandse gemeenten als verontreinigde grond en loosde illegaal resten van bestrijdingsmiddelen in het Amstelmeer. Volgens milieuofficier Pieter Groenhuis was de provincie Noord-Holland ook niet van alle smetten vrij. Groenhuis presenteerde een waslijst overtredingen, waarbij het innemen van veegvuil als verontreinigde grond en de illegale lozing van 465.000 liter water met bestrijdingsmiddelen het meest in het oog sprongen. De lozingsmeter van het bedrijf was afgekoppeld, zo bleek uit onderzoek van het interregionaal milieuteam (IRMT). Toen de waterkwaliteitsbeheerder Uitwaterende Sluizen stiekem meetapparatuur plaatste kwam de milieu-ellende aan het licht.
4
Heffingen De waterbeheerder heeft Biograp inmiddels gesommeerd €300.000,te betalen wegens ontdoken heffingen. Uit de voorbeelden bleek dat het
bedrijf het aanbod grond bij lange na niet aankon en vervolgens de regels aan z’n laars lapte. Zo werd volgens Groenhuis bespaard op het maken van analyses van het afvalwater uit de verontreinigde grond. Ook werd grond verplaatst naar andere bedrijven zonder dat daarvoor een vergunning was verleend. Terreinbeheerder Biograp bracht naar voren dat de illegale lozingen waren toe te schrijven aan een eigenmachtig opererende terreinbeheerder van het opslagterrein. Deze medewerker was vanwege zijn gedrag ontslagen. Rechter Haverkate was niet onder de indruk van dit verweer en oordeelde dat de
directeur van het bedrijf nauwelijks toezicht had gehouden op zijn mensen of het werk. Zelfs toen Uitwaterende Sluizen de overtredingen constateerde en de directeur daarover informeerde, gingen de lozingen nog door. Laksheid De rechtbank oordeelde dat het bedrijf ’louter uit laksheid’ de vergunningvoorschriften heeft genegeerd en vonniste een boete van €100.000,-, waarvan de helft voorwaardelijk, en een proeftijd van twee jaar. Officier Groenhuis was blij met die proeftijd, want hij is niet overtuigd dat het bedrijf nu brandschoon is. „We mogen er niet van uitgaan dat zulke misdrijven niet meer voorkomen bij Biograp", verklaarde hij tijdens de zitting. Het OM heeft een ontnemingsvordering aangekondigd en wil de criminele winsten van grondreiniger
Biograp en van de zusterbedrijven Biogram in Amsterdam en GBH in Hoogeveen terug vorderen. Rol van provincie Milieuofficier Groenhuis laakte ook de rol van de provincie NoordHolland, die volgens hem wist van de illegale grondtransporten en zocht naar wegen om dit te legaliseren. De provincie zou om die reden bewust een fout hebben gemaakt in een bezwaartermijn. Daardoor moest een protest van de VROM-Inspectie tegen een transportvergunning voor Biograp niet ontvankelijk worden verklaard. Statenleden van D66 hebben GS van Noord-Holland inmiddels opheldering gevraagd over dit handelen.
In de begroting van het, inmiddels demissionaire, Kabinet staan forse bezuinigingen die het provinciale beleid stevig doorkruisen. Het provinciebestuur waar ik deel van uitmaak vindt dat andere bezuinigingen effectiever zouden zijn. De regering zou bijvoorbeeld eens kunnen kijken naar de taakverdeling tussen de regionale directies van de verschillende ministeries en de provinciale organisaties. Zo kan effectiever gewerkt worden, hetgeen geld vrijmaakt. Ook een verdere decentralisatie van taken zou daarbij kunnen worden ingezet. De provincies hebben al de regie gekregen over de professionalisering van de handhaving. Hier ligt dus een duidelijk raakvlak en deels zelfs overlap met de taken van de Rijksinspecties. In het begin van dat proces heb ik gepleit voor het herstel van het huis van Thorbecke . Geen dubbel toezicht op toezicht, maar een duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden. Daarbij let het Rijk op de provincies en de provincies bewaken de taakuitvoering door lagere overheden. Het gaat mij hier niet om competentiekwesties maar om een effici nte en heldere organisatie van het toezicht op de taken die lagere overheden in medebewind uitvoeren. En natuurlijk moet de minister als eindverantwoordelijke altijd het recht hebben om in te grijpen waar hij of zij dat nodigt acht. Het wetsvoorstel Handhavingstructuur biedt hier ook de mogelijkheden voor. Eenzelfde discussie doet zich voor op het terrein van de ruimtelijke ordening. Noord-Brabant zit, ook hier als regisseur, middenin de reconstructie van het landelijk gebied. Daardoor hebben we een heel goed zicht op de diverse belangen en de doorwerking van rijks- en provinciaal beleid in lokale planvorming. De gedoogsituaties die we in het buitengebied tegenkomen (zoals illegale bebouwing en strijdig gebruik van vrijkomende agrarische gebouwen) zijn daarbij een grote bottleneck. Gemeenten worstelen met de vraag deze situaties te legaliseren of met harde hand in te grijpen. Als provincie beschikken we nauwelijks over instrumenten om de doorwerking van het ruimtelijk beleid zoals vastgelegd in het streekplan, op lokaal niveau te realiseren. Bij de komende fundamentele herziening van de Wet op de Ruimtelijke Ordening moeten hierover heldere afspraken worden gemaakt. Lambert Verheijen, Gedeputeerde voor milieu, natuur en landschap, provincie Noord-Brabant
5
HandHaving 2002 #6
DSM-rechtszaken op de lange baan
6
Hoe gaat het toch met... Autokerkhof Smallingerland
Politie let op tien milieudelicten
Radioactieve schroothandelaar
De grote ontruiming van een autokerkhof in Smallingerland, 10 jaar geleden, was volgens de provincie Friesland vooral bedoeld om een voorbeeld te stellen. In HandHaving nr 1 van 1992 vertelde coördinator autowrakkenplan Jacqueline de Booij wat er werd opgeruimd: 570 ton oud-ijzer, 700 ton grond, 6892 liter chemische vloeistoffen en 80 ton puin. VROM stond met . Betrokken ondernemer weigerde zijn bedrijf te fatsoeneren en na jaren procederen gaf de Raad van State de handhavers groen licht. De grote ontruiming kostte ƒ700 000,-, een bedrag waar VROM garant voor stond. Volgens Douwe Beintema, toen beleidsmedewerker Milieu en betrokken bij de ontruiming, heeft de eigenaar nog geprobeerd om op dezelfde voet verder te gaan. „Na de ontruiming stonden er weer elf autowrakken op het terrein.. Die zijn meteen weggehaald We wilden hem niet opnieuw ruimte geven." De provincie Friesland heeft geprobeerd de ontruimingskosten op de autosloper te verhalen. Op de dag
De milieutaak van de basispolitiefunctionaris moet een nieuwe impuls krijgen en daarom is een top tien samengesteld. Deze tien onderwerpen zijn relatief gemakkelijk af te handelen met gebruikmaking van het zogeheten feitenboekje. Het melden van de delicten bij eigen regionale milieuhandhavingsteam blijft wel gewenst. De top 10 luidt:
De politie IJsselland kreeg een melding dat er bij een shredderbedrijf in Hasselt een lading ijzer was aangeboden dat radioactief was besmet. De detectiepoort bij de shredder had radioactieve straling gemeten. De leverancier van het schroot was echter meteen weer met zijn lading vertrokken, maar de politie kon de man enkele uren later aanhouden.
dat de deurwaarder het dwangbevel bezorgde overleed de ondernemer echter... Niets meer gedaan Wim Oosterveld van de gemeente Drachten, waar Smallingerland onder valt, vertelt dat een gedeelte van de oude bebouwing er nog wel staat, maar dat er de afgelopen jaren niets met het terrein is gebeurd. „Voor zover ik weet ging de grond het overlijden van de eigenaar naar zijn dochters en hebben zij er verder niets meer mee gedaan." De provincie Friesland is tien jaar later nog steeds in overleg met de nabestaanden over een bodemonderzoek, vertelt Rintje Landman van provincie. „We praten veel met de nabestaanden over het bodemonderzoek. Het kan wel zonder hun toestemming, maar dat maakt het juridisch en praktisch wel een stuk moeilijker."
storten of achterlaten van huis houdelijk afval; 2 lozen of storten van afval in oppervlaktewater; 3 verbranden van afval; 4 bezit en gebruik verboden consumentenvuurwerk; 5 geluidoverlast woonomgeving; 6 onjuist gebruik van dierlijke meststoffen (o.a. in sneeuw en in verboden periode) 7 illegaal kappen van bomen en/of vellen van houtopstanden; 8 onjuist verwijderen van asbest houdende materialen; 9 illegaal kamperen; 10 gevel(oppervlakte)reiniging.
De betrokken lading schroot was intussen bij een andere handelaar afgeleverd, maar uit metingen door de brandweer bleek dat er geen sprake was radioactieve straling. Toch adviseerde de VROM-Inspectie het terrein af te grendelen in afwachting van nader onderzoek. Dat onderzoek leidde tot een opmerkelijke conclusie. De handelaar die
de metalen bij de shredder had willen inleveren was een dag eerder in het ziekenhuis onderzocht. Daarbij was hij geïnjecteerd met de radioactieve isotoop Thallium. De betrokken arts bevestigde de verklaring van de schroothandelaar. De man had dus zelf het detectiealarm doen afgaan en was meteen weggereden omdat hij was geschrokken van dat alarm…
1
Bodemprocedure voor asbestdak
Cijfers en Trends
De poging van Pieter van Geel, staatssecretaris van VROM, om via een proefproces bij de Raad van State toepassing van artikel 40 van de Wet milieugevaarlijke stoffen mogelijk te maken, is vooralsnog gestrand.
Wat zijn de kosten van uitvoering en handhaving van het milieubeleid? Het RIVM rekende de milieukosten uit voor de verschillende doelgroepen. De bedragen zijn in miljoenen euro’s.
Van Geel liet dakplaten met asbest verwijderen van een voormalige steenfabriek in het Brabantse dorp Schijf, nadat de eigenaar van de steenfabriek had geweigerd dat uiterlijk 1 september 2002 zelf te doen. De voormalige fabriek is eigendom van een aannemersbedrijf. Deze ondernemer wil het asbestdak wel verwijderen als hij van de gemeente Rucphen een bouwvergunning krijgt voor het bouwen van een serie ’kasteelwoningen’ op het terrein van de voormalige steenfabriek. Van Geel besloot tot onmiddellijk ingrijpen vanwege de risico’s voor omwonenden en om snel rechtspraak te forceren. De staatssecretaris wachtte een schorsingsverzoek van de eigenaar bij de Raad van State dan ook niet af. Het was voor het eerst in zeventien jaar dat artikel 40
werd gebruikt, maar dat dwangmiddel kon niet lang worden benut. Op verzoek van de Raad van State werd het slopen van het dak na vijf dagen gestaakt. De bestuursrechter liet merken niet blij te zijn dat VROM de uitspraak van het schorsingsverzoek niet afwachtte en vroeg de staatssecretaris in ieder geval het werk stil te leggen in afwachting van de uitspraak. Twee dagen later stelde de Raad van State de eigenaar van de steenfabriek in het gelijk in het schorsingsverzoek. De eigenaar had de gelegenheid moeten hebben het TNO-rapport waarop het handelen van VROM is gebaseerd te weerleggen, aldus de bestuursrechter. Het geschil zal nu in een bodemprocedure moeten worden beslecht.
-
Landbouw Industrie Energie Verkeer Consumenten Handel, diensten Bouw Afvalbeheer Actoren in de waterketen
Totaal
1990
2000
0 50 7 0 0 346 2 0 157
0 91 18 0 0 557 4 0 193
561
864
bron: RIVM Milieubalans 2002
7
HandHaving 2002 #6
HandHaving 2002 #6
Politie let op tien milieudelicten Illegaal storten van huishoudelijk afval blijft staan in de milieu top 10 van de politie. Foto: Fons Sluiters
Variant op de estafette: Operatie Texel Transportcontrole bij de veerhaven van Texel. Alle transporteurs van het eiland komen daar vanzelf een keer langs. Foto: Thomas Schlijper.
Hoewel het Vuurwerkbesluit pas per 1 maart 2004 volledig in werking treedt, is de aangescherpte regelgeving in de praktijk merkbaar. Veiligheidsafstanden, verplichte automatische sprinklerinstallatie en extra bouwkundige voorzieningen plaatsen de branche voor problemen.
HandHaving 2002 #6
Ook bij de import van vuurwerk loopt het spaak. De veiligheidsafstanden zijn te streng, vindt de Rotterdamse haven die moeite heeft containers met vuurwerk te verwerken. Eind oktober besteedde de vaste Kamercommissie van V en W en van VROM twee aparte bijeenkomsten aan deze problematiek, waaronder een gesprek met de Inspecteur van Verkeer en Waterstaat. De veiligheidszone van 800 meter voor zwaar professioneel vuurwerk noopte het ministerie van VROM tot een zoektocht. Voorlopig is de zoektocht naar locaties voor grootschalige vuurwerkopslag geëindigd bij de voormalige fabriek Muiden Chemie in Kollumerland en bij een oud munitiecomplex in het NoordBrabantse Ulicoten.
8
Provincies Het Vuurwerkbesluit betekent extra werk voor de provincies. Zij krijgen de bedrijven met meer dan 10.000 kilo opslag onder zich, alsmede controle op evenementen. Negen van de veertien vuurwerkbedrijven staan te dicht op de bebouwing, concludeerde het provinciale vuurwerkteam in Noord-Brabant na een bezoekronde. Zij moeten of stoppen, of naar een andere locatie. Dat is een probleem want, zoals
praktisch in heel Nederland, ontbreekt het in Brabant aan ruimte voor opslag en verwerking van zwaar vuurwerk. Bij veertien van de twintig bedrijven kwam de brandveiligheid in het geding door relatief kleine gebreken: niet-sluitende brandwerende deuren, kieren en gaten in wanden en plafonds en geen onderdorpels bij deuren van opslagkluizen. Sanering bleek ook nodig in de provincie Drenthe. In Steenwijk moet de ‘enige Nederlandse fabriek die vuurwerk voor evenementen en consumenten produceert’ sluiten vanwege de veiligheidszone. Ook de drie grote vuurwerkbedrijven in Flevoland voldoen niet aan de 800 meter afstand. Ompakruimte Een vuurwerkhandel in Den Haag verkeert in problemen nadat de gemeente de vergunning had aangescherpt. Om vuurwerk van juiste etikettering te voorzien wilde het bedrijf maximaal 2000 kilo onverpakt vuurwerk opslaan in een ompakruimte. De gemeente wil slechts 1000 kilo per keer toestaan, ook omdat een verlangde extra brandwerende muur een eerdere procedure niet overleefde. De Raad van State gaf het bedrijf geen gelijk. Voor 1 maart 2003 sluit het de deuren. De
Variant op de estafette: Operatie Texel ondernemer onderhandelt met VROM over verplaatsing. Investering Apeldoorn lichtte de branche tijdens de controle op de verkoopdagen in 2001 gelijk door op het Vuurwerkbesluit. Geen enkel bedrijf kan aan het nieuwe Besluit voldoen. Vooral de veiligheidsafstand, de automatische sprinklerinstallatie en het brandmeldsysteem leveren problemen op. De investering van € 35.000,- voor de sprinklerinstallatie is voor veel ondernemers economisch niet haalbaar. 12 van de 32 bedrijven zullen moeten stoppen of verplaatsen. Zij liggen te dicht bij kwetsbare objecten.
Nulmeting kan beginnen De kwaliteitscriteria voor professionele milieuhandhaving zijn per 1 november jl. vastgesteld. Dat betekent dat gemeenten, provincies en andere handhavers een nulmeting kunnen gaan uitvoeren in hun organisatie. Zoals bekend is afgesproken dat de bevoegde gezagen uiterlijk 1-1-2005 voldoen aan de nu vastgestelde criteria. Het overzicht met kwaliteitscriteria is de te downloaden vanaf www.liminfo.nl of www.handhavingsbeleid. nl
Twee dagen een eiland uitkammen door zoveel mogelijk handhavingspartners. Deze variant op de bekende 24-uurs handhavingsestafette kreeg eind september veel aandacht van de media. Operatie Texel leverde zeven dwangsommen, zes boetes en protesten van eilandbewoners op. Zestien handhavende organisaties, variërend van de AID tot de marechaussee, voerden op Texel gedurende twee dagen zo’n vijftig controles uit. De actie werd gedaan onder auspiciën van het gewest Kop van NoordHolland en was vooraf op Texel breed aangekondigd. Vier van de zes processen-verbaal gingen naar vrachtwagenchauffeurs die op de veerboot stonden te wachten en waarvan de papieren niet in orde waren. In één geval werden gasflessen niet op de juiste wijze vervoerd, terwijl drie chauffeurs hun papieren niet in orde hadden. Twee processen-verbaal waren er voor een appartementencomplex waar de chloorinstallatie van het zwembad niet voldeed. Op een marineoefenkamp werden dwangsommen opgelegd wegens het ontbreken van vloeistofdichte vloeren bij tankplaatsen. Ook waren er dwangsommen voor een vuiloverslagstation waar puin naast de vloeistofdichte vloer lag. Het aankondigen van de grootscheepse controle had er voor gezorgd dat er vooraf 56 autowrakken werden ingeleverd bij de plaatselijke sloper en ook was duidelijk dat enkele afvalbergen op tijd waren verdwenen. Dat was de positieve respons, negatieve reacties waren er ook. Bij de start van de actie werd er geprotesteerd
door een groep ondernemers die meldt ’deze razzia’s zat te zijn’. Dit protest werd gevoed door het feit dat de Keuringsdienst van Waren kort daarvoor ook een grootscheepse controle had gehouden. Dat een deel van de overtredingen al bekend was en nu ’opeens’ met het opleggen van dwangsommen breed wordt uitgemeten in de landelijke publiciteit, valt ook niet goed bij veel Texelaars. Ingezonden brieven en reacties in de plaatselijke media getuigen daarvan. De burgemeester van Texel, Joke Geldorp-Pantekoek, nam het echter op voor haar handhavers: „Wij zijn gewoon aan de beurt. Dit is geen heksenjacht."
Kort Kleine verbouwingen mogen vanaf 1 januari 2003 zonder vergunning worden uitgevoerd. Het gaat om ingrepen als kozijn- en gevelwijzigingen, (schotel)antennes, aan- en uitbouwen, overkappingen, dakkapellen en dakramen. Daar waar de veiligheid in geding is, is nog steeds een bouwvergunning nodig. Een serie vouwbladen van VROM verduidelijkt de regels. www.minvrom.nl. De Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) werpt zich deze en komende maand op verftransporten. Aanleiding is het grote aantal overtredingen in deze branche. De transportcontroles zijn aangekondigd bij de verfproducenten en -handelaren. www.ivw.nl. De milieudienst in Rijnmond (DCMR) bestaat 30 jaar. DCMR werkt voor achttien gemeenten en de provincie Zuid-Holland en dient als hét voorbeeld van regionale samenwerking in de milieuhandhaving. De komende 30 jaar staat in het teken van internationalisering van het bedrijfsleven, voorspelt directeur Ger van Tongeren. De provincie Utrecht heeft 468 bedrijven beoordeeld als risicovol. De risicokaart is op www.provincie-utrecht.nl te raadplegen. Elf bedrijven moeten een rampenbestrijdingsplan maken. Ook de risicokaart van de provincie Limburg is klaar. Zie: www.limburg.nl.
9
HandHaving 2002 #6
Gevolgen Vuurwerkbesluit merkbaar
Panden in de Haagse Schilderswijk en Transvaal
HandHaving 2002 #6
Malafide verhuurbedrijven proppen soms tientallen huurders bij elkaar in bouwvallige pandjes. Veiligheidsvoorschriften zijn daarbij van geen belang. De gemeente Den Haag pakt de controle en handhaving planmatig aan en krijgt hulp van omwonenden. ªEr zijn verhuurders die willens en wetens zolang mogelijk met hun foute praktijken door willen gaan. Die ruimte moet je ze nooit geven."
10
In Den Haag opereren malafide kamerverhuurders, die bouwvallige oude panden volstouwen met huurders. Bij brand zitten de bewoners als ratten in de val. Dat kunnen Bulgaren en andere buitenlanders zijn die illiegaal in horeca, bouw of tuinbouw werken, maar ook zwervers, ex-junks of mensen met psychische problemen. Door alle bezuinigingen op huisvestingsprojecten en opvangcentra zijn steeds meer mensen aan
de onderkant van de samenleving aangewezen op illegale kamerverhuur. „Je komt negentiende-eeuwse wantoestanden tegen", zegt afdelingsmanager Ruud Hekking van de gemeente Den Haag. „Soms treffen we in een vierkamerwoning wel 15 of 20 matrassen, waarop bij toerbeurt wordt geslapen. Mensen betalen voor zo’n plek 100 tot 200 euro per persoon per maand." Hoeveel illegale bewoners in brand-
gevaarlijke panden vertoeven – duizenden, tienduizenden – kan Hekking niet zeggen. „Veel, in elk geval." Grondig ontsmetten De problemen concentreren zich rond de goedkope woningvoorraad in de oude wijken zoals de Schilderswijk en Transvaal. Huisjesmelkers kopen goedkope pandjes, zoals portiekwoningen, maar ook dubbele bovenhuizen boven een winkel of andere woning met het oogmerk daaraan in korte tijd zoveel mogelijk te verdienen. Hekking: „Dat levert ook veel overlast voor de buurt op: lawaai en stank vanwege bergen afval. We treffen
kamers op de tweede etage of hoger, met onvoldoende brandveiligheid en onvoldoende vluchtmogelijkheden en te veel mensen op een oppervlak, dan wordt bestuursdwang toegepast. Hekking: „We sluiten het pand dan direct, mede op advies van de brandweer. De bewoners verwijzen we door naar tijdelijke opvang, zoals de Kesslerstichting. En naar de eigenaar, want die heeft het probleem veroorzaakt. Maar illegalen kunnen niet bij dergelijke opvang terecht, dus die pakken hun spulletjes op en zoeken
Visumplicht afgeschaft Tien jaar geleden vonden bij een brand in het Haagse pension Vogel elf mensen de dood. Daarna kondigde de gemeente een stop af op nieuwe kamerverhuurbedrijven. Dat is vastgelegd in de leefmilieuverordening en de huisvestingsverordening. De vergunde kamerverhuurbedrijven zijn bij de gemeente bekend. Zij worden jaarlijks op brandveiligheid gecontroleerd. Illegale kamerverhuurbedrijven werden gelegaliseerd als ze konden aantonen dat ze voor de stop al bestonden. Daarnaast moesten ze – eventueel door een verbouwing – aan de brandveiligheidseisen voldoen. Inmiddels steekt het probleem van de onrechtmatige bewoning de kop weer op. Sinds vorig jaar de visumplicht voor onder andere Bulgaren is afgeschaft, stromen gelukzoekers uit die landen massaal toe op een toeristenvisum. „Daarom hebben we begin dit jaar allerlei handhavingsprojecten die te maken hebben met leefbaarheid en veiligheid gebundeld tot één Afdeling Projecten."
List en bedrog in Utrecht
Meteen actie Bij het constateren van onrechtmatige bewoning komt de gemeente meteen in actie. Is de situatie levensbedreigend, meestal in het geval van
een andere illegale kamerverhuurder." Is de situatie niet acuut levensbedreigend, maar wel onhoudbaar, dan volgt een spoedaanschrijving, waarbij de dienst – mede op advies van de brandweer - eist dat de illegale kamerverhuur binnen vijf dagen zal zijn beëindigd. In zo’n spoedaanschrijving is eveneens bestuursdwang opgenomen. Voldoet de eigenaar niet tijdig aan de aanschrijving, dan wordt het pand ontruimd, gesloten en verzegeld. Is de veiligheid niet direct in het
Ook in Utrecht is het probleem van de onrechtmatige bewoning omvangrijk. Er staan ruim 100.000 mensen op een offici le wachtlijst voor een van de 40.000 sociale huurwoningen. ªDe gemiddelde wachtduur ligt rond de vijf jaar en loopt steeds sneller op", zegt gemeenterechercheur Erik van den Boogaard. ªDaardoor ontstaan allerlei excessen. Vertrekkende huurders zeggen de woning niet op, maar verhuren die onder, voor flinke bedragen. Ze vragen al gauw 400,- per kamer. En soms ook wonen er veel te veel mensen in zo n pand. Van den Boogaard schat dat er met 10 procent van de sociale huurwoningen iets aan de hand is. Vaak claimen huurders bijvoorbeeld een grotere woning onder het motto van gezinshereniging uit het buitenland. ªDat gezin blijkt dan niet te bestaan, maar in plaats daarvan trekken er allerlei andere lieden in het pand." Ook komt het heel vaak voor dat stelletjes die een nieuw huis hebben gekocht, bijvoorbeeld in Leidsche Rijn, op papier uit elkaar gaan. ªE n blijft dan zogenaamd in de sociale huurwoning achter, met een uitkering, de ander vertrekt naar het nieuwe huis. Het is dan een hele puzzel om er achter te komen wie waar nu echt woont." Dat gebeurt door huisbezoeken, vergelijking van huisvestingsvergunningen met andere bestanden en meldingen van de woningcorporaties. Ook is er een kliklijn die in Utrecht meermalen per dag wordt gebeld. Naast deze reguliere aanpak is onlangs een proefproject opgezet samen met het Regionaal Interdisciplinair Fraudeteam (RIF), een samenwerkingsverband waaraan ook de politie, Sociale Zaken en de uitkeringsinstellingen meewerken. Van den Boogaard: ªJe komt vaak een hele kluwen tegen van onrechtmatige bewoning, uitkeringsfraudes enzovoorts. Samen proberen zo n kluwen te ontwarren." De VROM-Inspectie onderzoekt momenteel hoe gemeenten onrechtmatige bewoning aanpakken. Onder zestig grootste gemeenten wordt een schriftelijke enqu te gehouden. De bevindingen worden begin 2003 gepresenteerd. Projectleider is Wiebe Dirksen van de VROM-Inspectie Oost, tel. 026-3528400. >>
11
HandHaving 2002 #6
Tiplijn helpt tegen malafide verhuur
rottende etensresten aan, vlooien, kakkerlakken en ander ongedierte. Bijna standaard moeten we zo’n pand na ontruiming grondig laten ontsmetten." Hij bladert door een fotomap. „Kijk, dit komen we zoal tegen. Een butagasstel in elke kamer, een gammel kacheltje als verwarming met een pijp door het raam naar buiten en grote kans op gaslekkages. De aansluitingen deugen niet of is er onvoldoende ventilatie. En de kamerscheidende wanden zijn vaak van hardboard, dat is niet brandwerend."
Controle van het bilgewater.
12
Recidive Hekking: „In alle drie de gevallen is de volgende stap dat de gemeente de verhuurder aanschrijft op bouwtechnische voorzieningen conform het Bouwbesluit. We stellen onder meer eisen aan keuken, douche, installaties en brandwerendheid van wanden, dakconstructie, gevels en schilderwerk. En we eisen dat de woning weer geschikt wordt gemaakt voor reguliere bewoning door een huishouden." Sommige malafide verhuurders laten zich niet ontmoedigen. Hekking: „Kom je een jaar later zo’n gesloten woning nog eens contro-leren, dan zitten er weer illegale kamerhuurders in en begint het spektakel opnieuw. We weten niet om hoeveel illegale verhuurders het gaat, er zit een uitgebreide infra-structuur achter. Vaak krijgen mensen zwart werk, eten én onderdak aangeboden." In eerste instantie selecteerde de gemeente enkele wijken waarvan werd vermoed dat er veel onrechtmatige bewoning plaatsvond, bijvoorbeeld omdat er ’s avonds erg veel mensen op straat rondhingen. Daarop werden de bestanden van de Gemeentelijke
Bevolkingsadministratie (GBA) en het kadaster nageplozen. Leverde dat een vermoeden van illegale kamerverhuur op, dan werd er geïnspecteerd. Maar het rendement van die aanpak bleek mager. Tiplijn Daarom reageert de gemeente nu vooral op tips van omwonenden. Sinds drie jaar bestaat er een telefonisch Meldpunt Onrechtmatige Bewoning en dat levert veel bruikbare informatie op. Het aantal meldingen van onrechtmatige bewoning stijgt met het jaar: in 2000 werden er 90 adressen gemeld, in 2001 168 en in de eerste drie kwartalen van 2002 al 292. Overwogen wordt om ook een meldlijn op internet te starten. Tot en met oktober 2002 zijn 207 onderzoeken verricht en 73 eigenaren aangeschreven. Er is 30 keer een spoedoptreden uitgevoerd, waarbij 23 panden zijn gesloten. In 15 gevallen gebeurde dat meteen. Tevens zijn 25 dwangsommen opgelegd, waarvan er inmiddels 8 verbeurd zijn verklaard. Alle handhavingstaken van Bouwen Woningtoezicht – variërend van controle op bouwvergunningen tot controle op schotelantennes en rolluiken - zijn in Den Haag gedecentraliseerd naar de stadsdeelkantoren. Het toezicht op onrechtmatige bewoning is een project ondergebracht. Zes inspecteurs en vier administratief-juridisch medewerkers vangen de meldingen op. Is een straat of een huisjesmelker eenmaal in beeld, dan volgt nader onderzoek. Hekking: „Je moet die eigenaren treffen in hun
portemonnee: zorgen dat de panden weer normaal bewoond gaan worden, ze aanschrijven op achterstallig onderhoud, blijven controleren, dwangsommen opleggen, ook preventief. Een eigenaar die met ons te maken heeft gehad kunnen we voor een bepaalde tijd een preventieve dwangsom opleggen. Blijkt bij hercontroles dat iemand toch weer bezig is met illegale verhuur, dan wordt de dwangsom meteen verbeurd verklaard." Waterbedeffect Daarmee zijn de problemen Den Haag niet uit. „Je hebt een waterbedeffect. Je drukt op links en rechts komt het weer omhoog. Sluit je hier een woning, dan gaan de bewoners naar het volgende illegale verhuurpand. Daarom moet je eigenlijk zorgen dat er voor deze groepen goede legale opvang is." Inmiddels hebben de Haagse inspecteurs ook geleerd dat ze duidelijk moeten zijn. Nooit mondelinge afspraken maken, alles schriftelijk vastleggen. Bovendien moet je eigenaren heel consequent behandelen. Ze moeten weten dat het geen loze kreten zijn. „Als wij zeggen dat het binnen 5 of 30 dagen afgelopen moet zijn, dan moet dat ook inderdaad zo zijn. Je moet ze consequent behandelen en alles, alles controleren." Nadere inlichtingen: Ruud Hekking Gemeente Den Haag, tel. 070-3535020; Erik van den Boogaard, Gemeente Utrecht, tel. 030-2867127. Tekst: Marion de Boo Foto’s: Henriëtte Guest, ANP
Pakkans olielozingen nog steeds klein Normaal worden er per week gemiddeld tien gecontroleerd, tussen 7 en 12 oktober inspecteerden Rijkswaterstaat en KLPD echter 240 binnenvaartschepen. Voor deze grote, landelijke controle werden ook vliegtuigen en helikopters ingezet. Zes schippers liepen daardoor tegen een proces-verbaal op. Het bezoek aan de schepen werd ook aangegrepen om meer te vertellen over bestaande wetgeving. RWS en KLPD lieten in een persbericht weten dat de binnenvaart tijdens de controleweek door de mand is gevallen en dat deze branche het bepaald niet nauw neemt met de milieuregels. De cijfers moesten dat beeld te bevestigen. Nederland telt 5000 binnenvaartschepen en daarvan werden er 240 gecontroleerd. In 20 gevallen werd een waarschuwing gegeven, bij 2 schippers was een proces-verbaal noodzakelijk en in 39 gevallen werd een hercontrole aangekondigd. Daarnaast registreerde RWS veertig olielozingen. Bij vier lozingen kon de dader worden achterhaald en is proces-verbaal opgemaakt. Beveiliging Veel olielozingen zijn het gevolg van morsen bij het brandstof tanken, het zogenaamde bunkeren. Het terugdringen van olielozingen lijkt in belangrijke mate afhankelijk te zijn van de pakkans. Rijkswaterstaat en het KLPD zullen daarom in de toekomst
intensief moeten blijven controleren. Een andere oplossing is het verplicht stellen van een overvul-beveiliging. Technisch gezien is dat geen probleem, maar zo’n systeem vergt een investering voor de schippers. Een schipper van een 60 jaar oude ‘Kempenaar’ vindt een verplichting onzin: „Bij het bunkeren blijf ik altijd bij de vulslang staan, want ik wil geen overloper. Die verspilde gasolie kost me gewoon geld. Matrozen interesseert dat vaak niet, dus die lopen weg. Door bunkerbeveiligingen te verplichten lijden de goeden weer onder de kwaden. Bij nieuwe schepen moeten ze die beveiliging er wel standaard opbouwen." Inname afval Het aantal hercontroles was fors. Opnieuw controleren is bijvoorbeeld nodig bij een grote lekkage aan de schroefas of vanwege het ontbreken van een bilgeboekje of een correct ingevuld S-formulier. Schippers krij-
gen zo’n formulier als zij scheepsafval aanbieden aan een Nederlandse afvalinzamelaar. Volgens veel schippers zijn er echter te weinig afgiftepunten waar ze een S-formulier kunnen krijgen. Kleine gevaarlijk afval (KGA) kunnen ze bijvoorbeeld wel kwijt bij onbemande afgiftepunten bij sluizen en havens, maar daar krijgen ze geen S-formulier. Bovendien gaan er onbemande afgiftepunten verdwijnen wegens het ontbreken van een vergunning. Diverse schippers vinden dat waardeloos en lieten dat weten ook: „Als ik het niet meer kwijt kan bij de Volkeraksluizen, moet ik het dan weer overboord zetten?" Ondanks het aantal hercontroles vinden veel collega’s dat het gros van de schippers milieubewust werkt. Chris Nieuwpoort van de directie Utrecht: „Een schip is voor hen meer dan een bedrijf. Het is hun leefomgeving en hun woning. Kijk maar eens hoe schoon ze hun stuurhut houden. Als wij bij een schipper binnen stappen, doen we ook altijd even onze schoenen uit. Als wij respect tonen voor hun werk, tonen zij respect voor onze taak." Tekst en foto’s: Hans de Rondt
13
HandHaving 2002 #6
HandHaving 2002 #6
geding, maar de kamerverhuur wél illegaal, dan wordt de eigenaar aangeschreven met de oplegging van een dwangsom met een termijn van 30 dagen. Voldoet de eigenaar niet tijdig aan de gestelde eisen, dan wordt de dwangsom verbeurd verklaard en wordt alsnog bestuursdwang aangezegd, waarbij de gemeente tot ontruiming overgaat.
Rijkswaterstaat en KLPD controleerden in n week 240 schepen.
Miranda Snel en Omie Tramper: ªGroene belastingen hebben onze speciale aandacht."
Fiscus doet nu ook mee
HandHaving 2002 #6
Jaarlijks wordt er een slordige 3,5 miljard euro ge nd aan milieubelastingen. Daarnaast stimuleert de overheid milieuvriendelijk gedrag met vele miljoenen. En milieucriminaliteit draait altijd om geld, inclusief het tillen van de belasting. De fiscus gaat daar voortaan extra op letten. ªMilieucriminaliteit vind je terug in praktisch alle belastingmiddelen."
14
Miranda Snel is projectleider van het begin dit jaar opgetuigde Bureau Belastingen en Milieu (BBM, onderdeel van de FIOD-ECD van de Belastingdienst. De acht medewerkers van BBM zetelen, niet geheel toevallig, in het kantoor van de FIOD-ECD bij de Rotterdamse haven. Snel heeft inmiddels een tournee gemaakt langs handhavingsorganisaties om te laten weten waar BBM voor staat. Maar dat was niet de enige reden. BBM heeft de opdracht voor de fiscus informatie te verzamelen bij handhavingsorganisaties. „Er is bij de Belastingdienst weinig kennis over milieuwetgeving en -handhaving. Dat moet beter, want
het komt maar al te vaak voor dat overtreding van milieuwetgeving ook fiscale fraude oplevert. Onze taak is Diensten daarop te attenderen en ze waar mogelijk te helpen." Vuurwerk BBM haalt echter niet alleen informatie. Rechercheur FIOD-ECD en medewerker BBM Omie Tramper vertelt dat hij op verzoek van de VROM-Inspectie werd ingeschakeld bij een ketenonderzoek naar bouwen sloopafval. „Ze kwamen rare praktijken tegen. Een inzamelaar labelde bedrijfsafval om tot bouw- en sloopafval. Hij hoefde
het daardoor minder stringent te sorteren en bespaarde op de afvalstoffenbelasting Wij konden helpen bij het opsporen van deze fraude." Ander voorbeeld: de import van illegaal vuurwerk uit België. Doorgaans geeft de importeur deze invoer niet op bij de fiscus. Tramper: „Wij horen dus graag van politiekorpsen en het Landelijke Meldpunt Vuurwerk wat er mogelijk aan illegale stromen vuurwerk wordt gesignaleerd. Dan kunnen wij met een fiscale pet achter die jongens aan." Frustratie Als er bij een belastingcontrole een (mogelijke) milieuovertreding wordt geconstateerd, zal de BBM betrokken handhavingsorganisaties informeren. „Daarvoor is het ook noodzakelijk dat wij onze kennis op milieugebied bijspijkeren." Tramper en Snel zeg-
Andere datum Of neem de Milieu Investerings Aftrek (MIA, voorheen Vamil). Tramper heeft ervaren dat deze aantrekkelijke aftrekpost in de boekhouding van een bedrijf een jaar is geantidateerd. „Dat kwam aan het licht bij een leveranciersonderzoek. De apparatuur was later geleverd dan het bedrijf administratief had opgegeven. Door een jaar te liegen kon men een deel van de investering aftrekken van de fiscale winst." De eigen capaciteit en expertise zijn vooralsnog beperkt en daarom richt BBM zich in hoofdzaak op milieubelastingen. „Maar dat is geen keiharde grens. Binnen de omzet- en vennootschapsbelasting heb je ook aspecten die raakvlakken hebben met milieu." Zo meldde de Landelijke Milieugroep (LMG) van de politie dat een bedrijf illegaal kaviaar aanbiedt dat afkomstig zou zijn uit Iran. „Onze douanespecialist onderzoekt dan hoe het zit met de invoerrechten, omzetbelasting enzovoorts." Soms is het ook mogelijk van de Belastingdienst gegevens te krijgen voor een eigen strafrechtelijk onder-
zoek. Tramper: „Daar zijn misverstanden over. Er is voor het bevoegd gezag vaak meer mogelijk dan men denkt. Het gaat er namelijk niet zozeer om wie je bent, maar wat je met die informatie wilt doen." De BBM-medewerkers zeggen het niet met zoveel woorden, maar er is natuurlijk ook de mogelijkheid dat fiscale gegevens niet verstrekt mogen worden, maar dat de Belastingdienst vanuit haar fiscale verantwoordelijkheid wel kan worden ingeschakeld bij het onderzoek. „Dan bereik je je doel misschien toch…" BBM heeft inmiddels samenwerkingsafspraken met de
Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de VROM-Inspectie, politieregio’s en de LMG. Snel: „Deze diensten maken regelmatig risicoanalyses van bedrijven of branches. Wij kunnen die analyses doorlichten op fiscale aspecten. Zo krijg je een totaalbeeld wat er in potentie aan frauderisico aanwezig is. Samen ben je met z’n drieën." Nadere inlichtingen: Miranda Snel en Omie Tramper, Bureau Belastingen en Milieu, Postbus 11600, 3004 CA, Rotterdam, tel. 010-2442205, fax 010-2442553. Tekst: Hans Oosterhof Foto: De Jong en Van Es
(advertentie)
CMC/T11 Company CMC/T11 Company combineert consultancy met onderzoek, projecten met producten, inhoud met ICT, methodieken met processen, ‘mind mining’ met ‘data mining’. Wij zoeken een:
Onderzoeker / adviseur milieu (recht/handhaving) m/v Gevraagd: - academisch/hbo - fulltime (bij voorkeur) - bekend met milieuwetgeving, beleid, handhaving op het niveau van rijksoverheid of gemeentelijke overheid - academische of hbo-niveau: d.w.z. in staat om zelfstandig of in samenwerking projecten te doen op het gebied van milieu: wetsanalyse, beleidsevaluatie, risico-analyse, management informatie - achtergrond bijvoorbeeld als milieukundige, milieujurist, onderzoeker of adviseur uit overheids- of particuliere sector. Geboden: - interessant werk en interessante collega’s - combinatie van projecten en ontwikkeling (R&D) - naast salaris als extrinsieke beloning intrinsiek werkplezier - ruimte voor groei in de breedte of als specialisati. Inlichtingen: website www.T11.net en eventueel via tel 020-5200420. Sollicitaties richten aan: CMC, t.a.v. Dick Ruimschotel, Postbus 2681, 1000 CR Amsterdam 15
HandHaving 2002 #6
gen bij diverse handhavingsorganisaties enthousiast te zijn ontvangen. „Het is natuurlijk frustrerend voor een handhaver als hij het idee heeft dat er administratief en fiscaal van alles mis, maar dat er geen follow-up is om dat uit te zoeken. Dat hij zich moet beperken tot de milieuregels", aldus Snel. En er is fiscaal gezien genoeg te sjoemelen, zoveel is BBM in jaar jonge bestaan al duidelijk geworden. Snel: „Er komen steeds meer groene belastingen. Neem de energiemarkt. Dat wordt een vrije markt. Ieder bedrijf mag straks stroom verkopen. Maar voor groene stroom gelden fiscale stimuleringsmaatregelen. Dat heeft dus absoluut onze aandacht."
Dossier: Zomerwoningen
Niet meer alle dagen vakantie
16
Wonen in een recreatiewoning: lekker rustig, lekker groen, lekker buiten. Alle dagen vakantie en vaak ook lekker goedkoop, zeker als je je permanente woning van de hand doet. Voor veel burgers is het een droom, voor de overheid een nachtmerrie. VROM vindt dat permanente bewoning van recreatiewoningen leidt tot ongewenste verstedelijking en dat het de échte recreanten berooft van hun recreatiemogelijkheden. Veel cijfers over hoe groot het probleem is, zijn er niet. Nederland telde op 1 januari 2000 ongeveer 80.000 zomerhuizen. Volgens het onderzoeksbureau SGBO, eigendom van de VNG, worden circa 18.000 daarvan permanent bewoond. Dat getal is gebaseerd op opgaven van gemeenten. Minister Pronk deed vorig jaar een dringende oproep aan gemeenten om ten strijde te trekken tegen het permanent bewonen van zomerhuizen.
Soort dorpen Niet alle gemeenten hoeven zich de oproep van VROM aan te trekken. Op de Veluwe hakken ze al jaren met dit bijltje. Een opmerking van Pronk in juni van dit jaar – waarin hij de strijd tegen permanent wonen minder belangrijk noemde dan optreden tegen illegaal bouwen – schoot een aantal Veluwse gemeenten dan ook behoorlijk in het verkeerde keelgat. Zij schreven in een brief aan de Tweede Kamer juist actief te willen blijven handhaven: ’De meeste recreatiewoningen liggen in kwetsbare natuurgebieden. Door de permanente bewoningen ontstaan daar een soort dorpen’, aldus de brief. Harderwijk is een van de gemeenten die op dit gebied van aanpakken weet. Deze gemeente stelde in 1999 een handhavingsbeleid vast. 957 zomerhuisjes, stacaravans en chalets turfde de gemeente en van elk werd stuk voor stuk een dossier aangelegd. Bij ongeveer een kwart van de
woningen schreef de gemeente de bewoners aan omdat ze permanente bewoning vermoedde. Een groot deel kreeg uiteindelijk, op grond van het bestemmingsplan, een dwangsomaanschrijving op de deurmat. Inmiddels lopen er 150 procedures bij de rechtbank tegen die aanschrijvingen. De controles kwamen stil te liggen toen het ingehuurde beveiligingsbedrijf niet over de juiste recherchevergunning bleek te beschikken en de rechter Harderwijk op haar vingers tikte. Dat de gemeente een geheimhoudingsclausule had opgenomen in de overeenkomst met het beveiligingsbedrijf was onvoldoende volgens de Arnhemse rechtbank. Medewerkers van het beveiligingsbedrijf keken dagelijks bij de zomerhuisjes en vulden een vragenlijst in. Op deze checklist stonden vragen als: staat er vuilnis buiten, zijn er ramen geopend, staan er verse bloemen op tafel, staat er vuil vaatwerk in de keuken, zijn er huisdieren zoals konijnen? Inmiddels zijn de papieren van het bedrijf wel in orde en kunnen de controles worden voortgezet. Gedoogbesluit Een opsteker voor Harderwijk was ook dat de gemeente een kort geding
en een hoger beroep won waarmee ’recreanten’ het gebruik van de omstreden gegevens wilden voorkomen. ’Het belang van de gemeente om deze gegevens te kunnen gebruiken prevaleert boven het belang van de bewoners’, stelde het Arnhemse Hof. Overigens hoeft een fiks aantal vaste bewoners níet te vertrekken. De gemeente hanteert namelijk 10 september 1997 als ijkpunt. De 162 gezinnen die zich al voor die datum als vaste bewoners hadden gevestigd krijgen daarom het voordeel van de twijfel met een gedoogbesluit. Alles wat later is gearriveerd moet vertrekken. Gemeenten hebben volgens VROM voldoende middelen om permanente bewoners van vakantiehuisjes te laten vertrekken. Het advies van het ministerie luidt vooral: gebruik meer middelen tegelijkertijd. Het belangrijkste instrument is een actueel bestemmingsplan, zo blijkt uit brieven van vorig jaar van de minister aan de Tweede Kamer. In bestemmingsplannen kunnen gemeenten bijvoorbeeld een maximale grootte vastleggen van recreatiewoningen:
kleine woningen zijn onaantrekkelijk om permanent in te wonen. Verder kunnen gemeenten eigenaren verplichten recreatieparken bedrijfsmatig te exploiteren. Juist in recreatieparken waar dit niet gebeurt, blijken veel vaste bewoners te zitten. Voorwaarden aan de kwaliteit van de exploitatie kunnen in de gebruiksvergunningen worden opgenomen. Dwangsom Optreden tegen oneigenlijk gebruik gebeurt, als het goed is, op grond van het bestemmingsplan. Zo ook in Barneveld waar ongeveer 800 van de 8500 zomerhuisjes en stacaravans vast worden bewoond. Beleidsmedewerker Verblijfsrecreatie Ronny Lagerweij heeft de stappen om die mensen weg te krijgen mooi op een rijtje staan. Alle maatregelen uitvoeren neemt al met al een jaar in beslag. Als het eerste vermoeden van vaste bewoning zich voordoet, krijgen de verdachte bewoners een brief waarin staat dat ze op zoek moeten gaan naar legale woonruimte. Drie maanden later volgt een gesprek op het gemeentehuis, waarna ze nog
maximaal een half jaar de tijd krijgen om te verhuizen. En als dat niet gebeurt, valt een aanschrijving met een dwangsombeschikking in de bus. Die varieert van € 20.000,tot € 30.000,-. Lagerweij weet dat Barneveld in het verleden dwangsommen heeft opgelegd, maar het laatste jaar is dat niet meer nodig geweest. Wel zitten momenteel honderd gevallen in de pijplijn die uiteindelijk kunnen leiden tot een dwangsom. Belastingdienst De gemeente Barneveld observeert zelf bij vakantiehuisjes en let op informatie van het kadaster: wat is verkocht aan wie? Dit jaar is echter ook een beroep gedaan op de Belastingdienst. „Als ze de rentelasten van de hypotheek van de recreatiewoning bij de fiscus aftrekken als eerste woning, dan is het aannemelijk dat ze daar ook wonen. Voor ons is dat een extra bewijs dat het voor hen de hoofdwoning is", licht Lagerweij toe. Niet dat met die extra mogelijkheden de aanpak nu >> veel gemakkelijker is geworden. Het
17
HandHaving 2002 #6
HandHaving 2002 #6
Eigenlijk is het eenvoudig om al die permanente bewoners uit hun vakantiehuisje te krijgen. Gewoon een kwestie van het bestemmingsplan handhaven. Toch ploetert menig gemeente met controles en dwangsommen. De praktijk is weerbarstig en vraagt veel tijd, zeker nu belangengroeperingen uit de grond schieten. Soms helpt een truc: Wij zullen u ambtshalve in onze gemeente inschrijven.
18
Reglement In Den Haag buigt men zich over nieuwe handhavingsinstrumenten. Zo is de staatssecretaris van LNV van plan zomerhuizen onder de Wet op de openluchtrecreatie (Wor) laten vallen. Op die manier kunnen gemeenten exploitanten medeverantwoordelijk maken voor permanente bewoning van zomerhuizen. Een mogelijkheid is dat de exploitant wordt verplicht een reglement te tonen met voorwaarden inzake het gebruik en de gebruiksduur van de zomerhuizen. Ligt een exploitant dwars, dan kan de gemeente de vergunning intrekken. Het ontwerpbesluit hiervoor ligt echter te wachten op goedkeuring van de Raad van State. Vereenvoudiging van de bewijslast – een aantal gemeenten pleit voor omkering van de bewijslast: bewoners moeten aantonen dat zij elders hun ‘echte’ woning hebben – lijkt er niet in te zitten. Wel heeft de minister van VROM aangegeven dat hij de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) en de
Gestaffelde toeristenbelasting Gestaffelde toeristenbelasting, forensenbelasting of een maximum bouwoppervlakte voor zomerhuisjes. Her en der in het land proberen gemeenten nieuwe wapens uit. Door de toeristenbelasting voor langverblijvers extra te verhogen hoopt het gemeentebestuur van Ermelo permanente bewoning minder aantrekkelijk te maken. Wethouder R. van Eijle verwacht dat als de toeristenbelasting hoger wordt naarmate men langer in een recreatiepark is, de animo om maanden achtereen in de tweede woning te verblijven zal dalen. Ermelo telt ruim tachtig recreatieparken en volgens het gemeentebestuur verblijven er op slechts vijf parken ’echte toeristen’. De schatting is dat 25% van de accommodaties, zo’n 1000 huisjes of stacaravans, permanent wordt bewoond. De gemeente wil jaarlijks minimaal 75 gevallen aanpakken en heeft daarvoor extra budget vastgesteld. Forensen Het groeiende misbruik van recreatiewoningen was voor de gemeente Apeldoorn een van de redenen om de forensenbelasting na een afwezigheid van drie jaar in 2001 nieuw leven in te blazen. De circa 1700 recreanten die een tweede woning of stacaravan op een camping hebben, betalen €1000,forensenbelasting. Deze groep mag maximaal 90 dagen in een vakantieonderkomen verblijven. De wethouder Financiën verklaarde bij de invoering: „Mensen die hier niet blij mee zijn, moeten hun huisje gewoon een paar weken verhuren. Dan hebben zij de kosten eruit en voldoet het huisje weer aan haar doel." Met de forensenbelasting hoopt het gemeentebestuur ook een drempeltje op te werpen tegen het uitponden, het stuk voor stuk verkopen van huisjes aan particulieren. Infrastructuur De regiocommissie Veluwe van de Kamer van Koophandel adviseert gemeenten bij het verlenen van vergunningen aan recreatieparken eisen te stellen aan de infrastructuur. Eisen als bijvoorbeeld een zwembad, winkels en speeltuinen maken de bungalows te duur voor verkoop. De exploitant zal zich dan moeten richten op verblijfsrecreanten. Ook wordt geadviseerd de uitbreidingsmogelijkheden van bungalows in te dammen.
Wet op de economische delicten (Wed) zo wil versleutelen dat alle overtredingen van bestemmingsplannen economische delicten zijn. Dat maakt hogere boetes, maximaal €45.000,-, mogelijk en biedt ook uitzicht op een strafrechtelijke aanpak. De huidige maximum boete is €11.200,-. Geen wondermiddel Betrokken gemeenten laten weten dat er niet één bepaald instrument als wondermiddel voldoet. Een combinatie is nodig, mede omdat de (bestuurs)rechter geen genoegen neemt met één bewijs. Die wil een stapeltje bewijzen. En dat maakt het juist voor gemeenten zo arbeidsintensief. Inspecteur verblijfsrecreatie Bert van
Wijhe van de gemeente Apeldoorn weet daar alles van. Slechts een enkele recreatieparkbewoner heeft zich ingeschreven in de Gemeentelijke Basis Administratie en helpt zo, onwetend, de gemeente een handje bij de opsporing. Meestal zijn veel controles ter plekke nodig. „Dan moet je zeker een jaar controleren om een goed beeld te krijgen", verzucht hij. Apeldoorn telt ruim 7000 huisjes en stacaravans, waarvan een onbekend aantal vast wordt bewoond. Van de tientallen terreinen komen er elk jaar drie aan de beurt. Van Wijhe mijmert over een omgekeerde bewijslast. „We hebben daar wel wat op gevonden", verklapt hij. „Als een bewoner aangeeft dat hij elders woont en uit controles blijkt dat hij altijd in zijn zomerhuisje is,
dan zeggen wij tegen hem: „Op grond van de GBA moet u zich daar inschrijven waar u het vaakst bent. Wij zullen u ambtshalve hier inschrijven." Die persoon moet dan zelf aantonen dat hij niet in Apeldoorn woont. Deze truc heeft Apeldoorn nu een keer of vijf toegepast. Meer informatie: Hans Westhoven, gemeente Harderwijk, tel. 0341-411911; Ronny Lagerweij, gemeente Barneveld, tel. 0342-495911; Bert van Wijhe, gemeente Apeldoorn, tel. 055-5802255. Tekst: Harry Perrée, Hans Oosterhof Foto’s: Marco Bakker, ABC Design, Hans Prinsen, Freddy Schinkel
Pas op met privacy en opsporing Gemeenten en provincies die roekeloos gegevens van bewoners van bungalowparken verzamelen en die bewoners aanschrijven, zullen zeer waarschijnlijk geen succes boeken en vooral gezichtsverlies lijden. Het College bescherming persoonsgegevens (voorheen de Registratiekamer) heeft in eerdere adviezen aangegeven dat het gebruiken van persoonsgegevens van derden, zoals bijvoorbeeld energieleveranciers, waterschappen of Kamer van Koophandel, pas in beeld komt als een gemeente de eigen taken naar behoren heeft vervuld en de eigen mogelijkheden zijn benut. Anders gezegd: het gemeentebestuur moet
aan een aantal basiseisen voldoen. Die eisen gelden ook als men zelf een specifieke registratie wil aanleggen met gegevens van bewoners van recreatieparken. Essentieel in het basispakket is een adequaat en actueel bestemmingsplan, alsmede een handhavingsbeleid en uitvoeringsplan. Inmiddels is gebleken dat flankerend beleid als convenanten met recreatiebedrijven, uitgebreide voorlichting en conse-
quente vervolging, eventueel samen met andere handhavingsorganisaties, helpen als een gemeente wil overschakelen op het aanboren van gegevens van derden. Op deze wijze toont een gemeente immers aan veel belang te hechten aan naleving van het bestemmingsplan en weegt dit belang beter op tegen het privacybelang van de ’recreanten’. Of gemeenten gegevens van andere instanties krijgen, hangt in eerste instantie af van de regels die een instantie zelf aan de eigen registratie heeft gesteld of die de door de Wet persoonsregistratie zijn opgesteld. >>
19
HandHaving 2002 #6
HandHaving 2002 #6
kost veel tijd en geld om permanente bewoning te bewijzen. Voor haar 66 recreatieterreinen heeft Barneveld één controleur Verblijfsrecreatie. „Het is eigenlijk dweilen met de kraan open, maar als we niets doen loopt het helemaal de spuigaten uit." Al kan Lagerweij niet aangeven wat extra nodig is, hij zou nieuwe bevoegdheden in elk geval verwelkomen. Ook Janny Engels van de gemeente Harderwijk laat weten „dat het instrumentarium beperkt is."
Tijdens de startmanifestatie van www.emissieiregistratie.nl konden de bezoekers volop oefenen met de database.
Rangorde Belangrijk is ook dat gemeenten een rangorde aanbrengen in het verzamelen van gegevens. Die selectie kan het best worden gekoppeld aan de opzet van het onderzoek en de vermoedens omtrent misbruik. Wie onnodige gegevensverzameling voorkomt en pas meer gegevens opvraagt als het vermoeden van misbruik blijft, staat sterker voor de bestuursrechter en/of het genoemde College bescherming persoonsgegevens. Zeker als eerdere data niet tot bewijs hebben geleid. Bij het verzamelen van gegevens uit verschillende bronnen moet goed op de grens van controle en opsporing worden gelet. Gemeenteambtenaren zijn geen opsporingsambtenaren: het gericht gegevens verzamelen om een fraudeur op te sporen is niet verstandig. Schakel dan tijdig een collega met opsporingsbevoegdheid in. Vergeet ook niet de betrokken bewoner zelf nog eens naar de wijze van bewoning te vragen als wordt overgeschakeld van interne gegevens (GBA) naar externe informatie.
20
Tips De Vereniging der Nederlandse
Gemeenten (VNG) geeft in het boekje ’wonen of recreëren’ aan hoe permanente bewoning van recreatiewoningen kan worden aangepakt. De tips van de VNG zijn: - Controle eigen registratiesystemen. ’Hebben de bewoners zich ingeschreven in de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA)?’Kijk niet alleen naar dit registratiesysteem, want dat kan worden uitgelegd als willekeur. De volgende vragen helpen bij het verzamelen van bewijs: welk adres heeft bewoner opgegeven voor leerplichtige kinderen, voor gemeentelijke belastingen, voor het ziekenfonds, voor rijksbelastingen (aftrek hypotheek), voor kenteken van de auto en voor bezorging van de post? - Controle op adres elders. De bewoner staat elders ingeschreven. Maa waar dan wel? - Tips van burgers. Neem tips van burgers serieus. Zij kunnen soms veel vertellen over de aanwezigheid van bewoners in zomerhuisjes of vakantieparken. - Waarneming ter plaatse. Is de tuin het hele jaar goed onderhouden? Zijn de gordijnen ’s avonds dicht en ’s morgens open? Staat er vuilnis buiten? Staan er ramen open? - Verklaringen van recreatieondernemer. Sommige beheerders of exploitanten van recreatieparken zijn (ook) niet blij met permanente bewoners. Meer informatie over privacybescherming is te vinden op www.cbp.web.nl.
Schandaal Toen het offensief tegen het misbruik van vakantiewoningen vanuit Den Haag in de recreatiegebieden arriveerde, kwamen degenen waar het om draait meteen stevig in opstand. Twee nationale belangenverenigingen roeren nu stevig de trom en proberen met hun democratische mogelijkheden zand in het radarwerk te strooien. De vermoedelijk kleinste van de twee is de Landelijke Organisatie voor Permanent Wonen (LOPW), maar zeker is dat niet want de LOPW meldt liever niet hoeveel aanhangers ze heeft. LOPW is geen vereniging, maar meer een secretariaat dat zich beijvert voor een politieke omslag. De LOPW maakt zich heel druk over de gemeentelijke controles op recreatieparken. Het lijkt soms de Gestapo wel. De bewoners worden gewoon opgejaagd , verklaarde de LOPW onlangs in de Haagse Courant. De Vereniging Vrij Wonen benadert de handhaving genuanceerder en heeft juristen die de achterban op de website nauwgezet informeren over ontwikkelingen in de handhaving. De openingspagina van de verenigingsite is wel van dik hout: In Nederland voltrekt zich het grootste bestuurlijke schandaal uit de geschiedenis van de westerse beschaving. Informatie: www.verenigingvrijwonen.nl, www.lopw.nl
Alle emissies op internet Zelf kijken hoe schoon de lucht in je voortuin exact is, kan nog net niet, maar de 25 vierkante kilometer in je directe omgeving scannen op uitstoot van schadelijke stoffen is wel mogelijk. Sinds enkele weken is www. emissieregistratie.nl in de lucht. Voorlopig is deze site alleen geschikt voor de professional, de burger kan er over enkele jaren terecht. De VROM-Inspectie registreert sinds 1974 de emissies van een reeks verontreinigende stoffen. Die gegevens werden trouw bijeen gebracht in het zogenoemde Emissieregistratiesysteem (ER-C), dat al jaren de basis vormt van publicaties als de Milieubalans. Met de verzamelde gegevens is echter meer te doen dan uitsluitend landelijke verslaglegging. Lokale en regionale overheden zijn steeds meer betrokken bij de uitvoering van emissiebeperkende wetgeving. Dan is het ook relevant te weten hoe de kwaliteit van de eigen leefomgeving is. Nauwkeurig De website www.emissieregistratie.nl ontsluit die informatie. Achter de site hangt een enorm database met alle emissie-cijfers van de laatste jaren. De gebruiker kan uit die cijfers eigen overzichten samenstellen. Wie bijvoorbeeld wil weten in welke tien Brabantse gemeenten de hoogste uitstoot CO2 is gemeten, kan die top 10 opvragen. Wie wil weten hoe het
staat met de uitstoot van ammoniak in een bepaalde provincie of in een groep gemeenten, kan dat nu vrij snel verzamelen. De nauwkeurigheid van de metingen is momenteel in te delen in vakken van 500 bij 500 meter. Op de website is dit vertaald in de weergave van vlakken van vijf bij vijf kilometer. Voorspellen Het zogenoemde datawarehouse emissieregistratie, ofwel een emissiesupermarkt, is voor de VROM de eerste stap naar het maken van digitale leefomgevingskaarten. Maar dat niet alleen, voorspelde Gertjan Bos, plaatsvervangend inspecteurgeneraal van de VROM-Inspectie tijdens de startmanifestatie van de website in Apeldoorn. Over enkele jaren moet de burger kunnen zien hoe het milieu in zijn directe omgeving ’het doet’. Dat is nu in principe al mogelijk, maar de huidige cijfers op de site zeggen de leek niet veel. „Want deze cijfers kan de burger niet duiden in termen van veilig, ongezond of gevaarlijk", aldus Bos.
Instrumenten als emissieregistratie maken het ook steeds eenvoudiger om pro-actief te handhaven, meent Bos. „Nu reageren we nog vaak achteraf op rampen of incidenten. Door nauwkeurig te meten en die gegevens te analyseren, ontwikkelen we een voorspellend vermogen. Daardoor gaan we, als het goed is, handhaven op plaatsen waar we incidenten kunnen voorkomen." Protocol De Nederlandse emissieregistratie gaat deel uitmaken van een internationale protocol, op basis van het nog te sluiten akkoord van Kiev. Daarin staat dat betrokken landen de plicht hebben hun burgers uiterlijk vanaf 2007 actief te informeren over milieudruk. Wie emissies wil opvragen en selecteren klikt op de website emissieregistratie.nl de button emissietabel aan. Vervolgens is er de mogelijkheid een inlognaam en wachtwoord aan te vragen. Deze worden omgaand per e-mail verstrekt. Nadere inlichtingen: Geert van Grootveld en Gertjan Bos, VROM-Inspectie, tel. 070-3394184, fax 070-3391300. Tekst: Hans Oosterhof Foto’s: Jan van der Plas
21
HandHaving 2002 #6
HandHaving 2002 #6
Zo was het lange tijd onmogelijk in dit kader fiscale gegevens op te vragen omdat de Belastingdienst eiste dat de gegevens betrekking moest hebben op het controleren van een financiële overheidsregeling. Inmiddels is die eis vervallen en mogen de gegevens ook gebruikt worden voor controle van andere regels en wetten.
Dit blad bundelt het succes en het falen van de handhaving. Vaak eindigt een langdurige actie tegen een notoire overtreder in een rechtszaal. Het kwaad krijgt zijn straf en de inspanning van de handhavers is niet voor niets geweest. Nog mooier is het als het bedrijf z n leven betert. HandHaving vroeg het OM in Amsterdam om zo n bedrijf . Dit keer laten we vooral degene aan het woord die geacht wordt na te leven: Gerard Kerkhof.
Van zwart schaap tot bijna witte raaf
HandHaving 2002 #6
Zijn visitekaartje meldt de functie: Managing Director Metal Recycling Group. Gerard Kerkhof spreekt echter geen managerjargon, hij kiest consequent voor klare taal. De Amsterdammer heeft een grote mond en is binnen zijn branche een eenling. Tien van de elf shredders in Nederland zijn lid van de Metaal Recycling Federatie, Kerkhof bindt zich liever niet aan zo’n overkoepeling. Hij verkondigt zijn mening luid en duidelijk en staat bekend als dwarsligger. Met Mariëtte Smit van de Milieudienst Amsterdam kan hij echter wel goed door één deur. „Ze is wel streng hoor. Maar rechtvaardig, inderdaad." Zeven jaar geleden verwierf Kerkhof een shredderinstallatie met 2,5 hectare grond in het Amsterdamse havengebied voor ƒ1,- „Er rustte wel een schuld op van 6,5 miljoen gulden. De vorige eigenaar had er een potje van gemaakt en de Milieudienst zat ook meteen op mijn dak", meldt Kerkhof. „Alles wat er mis kon zijn, was ook mis." Dochter Gerda: „Maar
22
Foto boven: De shredder van Hollandia eet bijna alles van metaal. Een tram is, mits in stukken geknipt, ook geschikt voor hergebruik. Foto onder: Vader en dochter Kerkhof, rechts Mari tte Smit van de Milieudienst Amsterdam.
die eerste handhaver geloofde ons nog niet als we ademden." Tot overmaat van ramp was er binnen een maand zeven keer brand. Talloze handhavingsacties werden ingezet, brieven van acht kantjes vielen op de mat met hele waslijsten tekortkomingen, verschillende termijnen en waarschuwingen. Knallende tanks De shredder bestaat uit een imposante stalen kolos met een 25 ton wegende cilinder met hamers. Deze cilinder vermorzelt een autowrak in 30 seconden en spuugt de diverse fracties metaal, koper, rubber en kunststof even later uit. Kerkhof heeft een bedrijf in Zaandam en één in Amsterdam en telt 80 werknemers. Een deel van het metaalafval selecteren gebeurt nog met de hand. De ondernemer zegt dat er lange tijd „gedonder" is geweest over het knallen tijdens het vermorzelen van de wrakken. Achtergebleven LPG-tanks zorgden voor forse geluidsoverlast en trillingshinder in de omgeving. Tegenwoordig zegt Kerkhof de autowrakken goed te controleren op achtergebleven tanks. De ondernemer bezweert: „Natuurlijk ben ik milieubewust, ik heb ook kinderen die een toekomst willen. Met al die verordeningen en eisen heb ik al snel na de overname van
dit bedrijf een fantastische milieucoördinator aangesteld. Die heeft zich 36 uur per week wild gewerkt." Olievaatjes Vorig jaar, na een intensieve controle door de samenwerkende handhavende instanties, werden echter wel allerlei tekortkomingen geconstateerd. Bestuursrechtelijk en strafrechtelijke procedures werden gestart, een tweede controle bracht beter nieuws: Kerkhof had zijn zaakjes weer redelijk in orde. Handhaafster Smit is bij het interview en zegt: „Er komt nu weer een sommatiebrief aan, maar ik zie toevallig dat een aantal zaken die we daarin vragen nu toch weer geregeld zijn. Ik zag dat ze de bodem hadden opgehoogd met stof dat van de lopende band was gevallen. Dat kan dus niet. Maar dat is weer leeggehaald en netjes afgevoerd. Smit glimlacht: „Dit is oké wat mij betreft, maar ze moeten het niet nog een keer doen!" Vader en dochter Kerkhof schateren het uit. De directeur wijst achter de weegbrug: „Hier wil ik een sproei-installatie aanleggen tegen het stof van die wagens." Smit steekt een duim in de lucht. „Maar het is nu wel heel smerig." Kerkhof: „Dat komt omdat shredder wordt gereviseerd. Maar verder zie je toch wel dat ik echt probeer mee te denken?" Dat er voor zijn bedrijf in Zaandam echter andere regels gelden dan in Amsterdam, kan hij niet bevatten. „Bij onze vestiging in Zaandam moesten we aan het water trappetjes >>
23
HandHaving 2002 #6
Af en toe lijkt Gerard Kerkhof, eigenaar van Hollandia Recycling wel een fervent pleitbezorger van het milieu: ªIn Zaandam bracht een klant zes vage vaten. Ik zeg: zijn ze schoon? Kon hij niet garanderen. Dus neem ik ze niet in. Dan gooi ik ze daar in de berm", zegt-ie. ªNou, dan noem ik toch even zijn naam bij de provincie."
CURSUSSEN DECEMBER ’02 – FEBRUARI ’03 Deze winter organiseert Mibacu onder andere de volgende ❑ Cursusdag Lozingenbesluit open teelt en veehouderij
2 dagdelen
€
12 dagdelen
€ 1.050,-
17 dagdelen
€ 1.750,-
2 dagdelen
€
395,-
2 dagdelen
€
395,-
365,-
maandag 9 december 2002 te Utrecht
❑ Milieubasiscursus (extra uitvoering) De shredderinstallatie.
woensdagen 15 januari tot en met 19 februari 2003 te Driebergen
Mari tte Smit checkt of alle schadelijke stoffen uit een autowrak zijn verwijderd.
❑ Opleiding administratief juridisch milieumedewerker
U C A B I M dinsdagen 21 januari tot en met 1 april 2003 te Utrecht
❑ Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer
HandHaving 2002 #6
maken. Er mocht eens iemand ’s nachts iets willen stelen en verdrinken, schreef een ambtenaar." Smalend: „Wat een botkopperij."
24
Door de modder Hij noemt zijn branche een harde wereld. „Jongens komen hier met vuurwapens." Kerkhof werd al eens door zijn wang geschoten bij een beroving, en als hij een vracht weigert die te vervuild is, dreigen chauffeurs soms: „Ik rij je ondersteboven." Hij laat zich niet op z’n kop zitten. Ook niet door de overheid, zegt hij nadrukkelijk „Er was hier een inval met twaalf agenten en de Immigratiedienst. Die keken wat sip toen iedereen hier legaal bleek te zijn. Intussen hadden ze wel de machines stilgelegd: de band, de molens en de shreddertoren zaten vol. Die krijg je dan niet meer aan de praat, dus die moest eerst leeggemaakt worden met een kraan. Dat kost een hoop geld en ik verdíen liever geld." De relatie met de milieuwethandhavers is beter. Het mes snijdt voor hen aan twee kanten. Smit leert de problemen in de afvalverwerking kennen, Kerkhof leert steeds beter hoe hij de vergunningeisen slim kan inpassen in zijn bedrijf. „Grandioos. Als het mis is, horen we het, maar als het goed is ook. Ook van de Arbeidsinspectie heb ik veel opgestoken. Maar ze kunnen ook iets van mij leren. Die jongens en meisjes uit Den Haag moeten hier eens door de modder lopen, net zoals mevrouw Smit. Dan kunnen ze zien wat er allemaal komt kijken bij afvalverwer-
king ten gunste van het milieu." Speelruimte De Milieudienst Amsterdam heeft Kerkhof momenteel redelijk in het gareel door in „duidelijk Nederlands" te melden wat er aan schortte, vertelt Smit. „In de aanschrijvingen stond punt voor punt wat we gezien hadden en wat er fout was. Daarbij stond precies wat hij moest doen om aan de eisen te voldoen en wanneer dat dan klaar moest zijn. Geen omhaal van woorden. Juist recht op de man af." Over de termijn waarop regels moesten worden nageleefd, werd wel met Kerkhof onderhandeld. „Maar die speelruimte was zeer gering. En hoogstens enkele dagen na de gegeven termijn controleerden we. Dat resulteerde dan in een compliment of een dwangsom." De eerste aanschrijvingen waren zes à zeven kantjes vol concrete missers. Smit: „Onze brieven zijn steeds korter en het bedrijf is steeds schoner." Nadere inlichtingen: Mariëtte Smit, Milieudienst Amsterdam, tel. 020-5513906. Tekst en foto’s: Joost Swanborn
maandag 17 februari 2003 te Utrecht
❑ Actualisatie afvalstoffenrecht
dinsdag 18 februari 2003 te Utrecht
Een compleet overzicht van ons open cursusaanbod kunt u vinden op onze website: www.mibacu.nl.
Mibacu
Voor nadere informatie, mailingen en inschrijvingen: Pothuizerweg 2a 3998 NC Schalkwijk Telefoon: 030 601 1893 e-mail:
[email protected]
Advertentie_1/2 Adromi schone print wordt geleverd bij ACI
Ferdinand Mertens: ªAls ik op het ministerie de hele dag beleidsmakers tegen het lijf loop, is de kans groot dat ik mijn kruit niet droog houd."
De burger is de beste toezichthouder
HandHaving 2002 #6
Misschien dat er in zijn club van 1100 handhavers nog een enkele dubbele pet loert, maar daar staat onafhankelijke startpositie tegenover. Ferdinand Mertens, voorheen Inspectie van Onderwijs en nu baas van de n jaar jonge Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW), weet wat hij wil. ªIk wil mijn rol zuiver spelen en de minister zelf vertellen wat onze mensen meemaken."
26
De Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) werd kort na haar geboorte al geconfronteerd met een ingrijpende reorganisatie. De architecten van het kabinet-Balkenende besloten afgelopen voorjaar dat de divisie Telecom beter paste bij het ministerie van Economische Zaken. Aldus geschiedde. IVW bestaat nu nog uit vijf divisies: Luchtvaart, Scheepvaart, Vervoer, Rail en Water. De twee laatstgenoemde onderdelen zijn nog maar pas opgetuigd.
Intern gingen er nauwelijks hakken in het zand, al tekent de InspecteurGeneraal daarbij meteen aan dat de integratie zich niet uitstrekte tot de handhaver zelf. „De man die vliegtuigen controleert blijft dat doen. De opzet was niet om hem nu ook schepen te laten volgen. Ik had het dus gemakkelijker dan de VROMInspectie die milieu, ruimte en wonen bij elkaar in één pot heeft gestopt." Daar staat tegenover dat IVW wel een zeer breed handhavings-
pakket bestiert. Het varieert van taxivergunningen tot ontplofbare scheepsladingen en van opleidingen voor piloten tot te zwaar beladen vrachtwagens. Mertens knikt: „Het zijn wel heel veel onderwerpen. Alsof je simultaan schaak speelt. Het duizelt mij soms ook." De eerste winst is echter al binnen. Deze Inspectie is immers niet bedacht om problemen weg te werken, maar omdat er behoefte was aan een logische, onafhankelijke structuur. „Handhavers moeten ergens thuis horen en daar steun krijgen. Er was meer samenhang en zekerheid nodig. Dat is al gelukt. Dat dit een zinvolle bundeling is, is inmiddels dan ook onomstreden."
Black box De veelheid en verscheidenheid van taken maakt het volgens Mertens noodzakelijk per ’toezichtsdomein’ na te gaan wat de effecten zijn van het eigen handelen. De IVW gaat per onderdeel, bijvoorbeeld bij de binnenvaart of bij vuurwerk, de problemen op een rij zetten. Registreren wat er nu aan toezicht wordt gedaan en het effect op de naleving meten. „Er wordt op een bepaalde manier gecontroleerd. Het effect daarvan is echter vaak een black box." Handhavingsorganisaties hebben bovendien nogal eens een sterk ritueel karakter en dat wordt mede van buitenaf gestimuleerd, betoogt Mertens. „Men wil ons zien, meer blauw op straat. Transport en logistiek Nederland vraagt aan mij: jullie blijven toch wel zichtbaar op de weg? Want dat helpt. Nou, dat wil ik dan wel zeker weten. Als het nalevingseffect tegenvalt, moet je iets anders proberen." Rijvaardigheid En als het niet deugt, moet dat hardop gezegd. Mertens benutte het eerste IVW-jaarbericht onder meer om de taxibranche de oren te wassen. Onderzoek toonde aan dat de rijvaar-
digheid, stratenkennis en sociale vaardigheden van de chauffeurs onder de maat waren. IVW bepleitte extra eisen aan de chauffeurspas en een wet die het terugdraaien van taximeters verbiedt. Tevens meldde de Inspectie dat het verpachten van taxivergunningen zo ondoorzichtig is geregeld dat handhaven nauwelijks mogelijk is. Mertens: „Zo’n bericht wordt ons dan niet in dank afgenomen. Eerst hoor je uit van de branche: ’moet dat nu zo? Dit konden we toch eerst met elkaar bespreken?’" Het effect was echter wel dat de politiek de ervaringen van IVW serieus nam. Er is inmiddels aanvullende wetgeving in de maak. Gebruiksaanwijzing Met de komst van een centrale Inspectie Verkeer en Waterstaat is de functiescheiding tussen vergunningverlening en handhaving een feit. Al mag daar voor wat betreft de Divisie Water wel een gebruiksaanwijzing bij worden geleverd. Mertens: „Ik vind het een valide constructie maar het is inderdaad niet in twee minuten in Nova uit te leggen." We doen een poging. De IVW heeft tweedelijnstoezicht op de Rijkswaterstaat (RWS) en tegelijkertijd een aanwijzingsbevoegdheid bij de Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo). Bij de zogenoemde vergunningverlening en handhaving eigen werken, dus activiteiten van Rijkswaterstaat zelf, worden de vergunningen gemaakt door medewerkers van RWS en geaccordeerd door de IVW in Lelystad. Het toezicht wordt
ook door medewerkers van RWS uitgevoerd, onder verantwoordelijkheid van de IVW. De Inspectie controleert RWS daarnaast in de tweede lijn. „De handhavers van RWS in de regio werken volledig in onze opdracht. Wij sturen ze aan. Bij de handhavingstaken zijn ze ook hiërarchisch gezien deel van onze Inspectie", verdedigt Mertens deze constructie. Het was te duur en niet praktisch om overal in het land IVW’ers te stationeren die uitsluitend de vergunningverlening en handhaving van RWSactiviteiten uitvoeren. „Dat werd zo ongeveer onbetaalbaar, mede omdat deze mensen aan dit werk alleen geen volle taak hebben. Het wordt dan ook vaak gecombineerd met activiteiten voor RWS." Hij bestrijdt dat de RWS zichzelf controleert. „De uitvoerders werken bij RWS, maar wij kunnen deze organisatie absoluut onafhankelijk beoordelen. Bovendien, de vijftig medewerkers van de Divisie Water in Lelystad kunnen bij Rijkswaterstaat controleren wat en waar ze maar willen." Hij denkt even na en zegt: „Natuurlijk is er een beter alternatief te verzinnen, maar laten we nu eerst eens een jaar of twee kijken waar dit toe leidt." In de Kamer Deze inspecteur-generaal wil uitdrukkelijk een onafhankelijke positie binnen het eigen ministerie. Ook wil hij rechtstreeks verantwoording afleggen aan het parlement. Beide wensen zijn gehonoreerd. „Uitvoering en toezicht zijn andere >>
27
HandHaving 2002 #6
Integratie van taken zit niet in de planning, wel zal de IVW in de mainports Rotterdam en Schiphol haar expertise bundelen. „In die regio’s kun je wel een aantal taken samen uitvoeren. Dat gaan we volgend jaar stap voor stap in de praktijk brengen."
Specialist
takken van sport dan beleid. Daarom moeten ze ook hun eigen rol hebben. Een minister moet niet alleen als beleidsmonopolist worden bestookt." Om dezelfde reden kan de Tweede Kamer de Inspecteur-generaal uitnodigen de ervaringen van de IVW rechtstreeks toe te lichten in de Kamer, eventueel vertrouwelijk. Daarmee wordt volgens Mertens de controlerende functie van de Tweede Kamer recht gedaan. „Onze informatie ondersteunt de controlerende taak van het parlement. Men is dan beter toegerust in het overleg met de minister." Door zelfstandig de Kamer te informeren bestaat de kans dat de Inspectie zich ontpopt tot een politieke factor. Mertens knikt. „Je moet dus goed opletten. Kamerleden kunnen mij, vind ik, niet vragen wat ik van een bepaald wetsvoorstel of van het beleid van de minister vind. Dat is buiten de orde, daartoe mag ik me niet laten verleiden. Kamerleden mogen me wel vragen wat onze ervaringen zijn bij het handhaven van een bepaalde regeling." Mertens zal echter de laatste zijn om te zeggen dat hij een eenvoudige positie heeft verworven. „Wij zullen dit moeten leren en de Kamerleden ook. Ik hoop dan ook niet dat u dit hoog van de toren blaast. Het moet nog gaan werken."
28
Op afstand Maar waarom toch niet kantoor gehouden in het ministerie, zoals veel andere Inspecties? De inspecteur-
generaal glimlacht: „Ach, als ik daar de hele dag beleidsmakers tegen het lijf loop, dan is de kans groot dat ik mijn kruit niet droog houd. Dan krijg je van die interne gesprekken, die men eigenlijk met de minister zou moeten voeren in plaats van met mij. Ik wil mijn rol zuiver houden en de minister vertellen wat onze mensen meemaken. Het helpt dan als je zelf letterlijk op afstand zit en een eigen identiteit opbouwt." De eigen identiteit krijgt sneller inhoud dan Mertens had verwacht. „Ik wil niet zeggen dat we voor de burger al een sterk merk zijn, maar we zijn in de bestuurlijke wereld toch al een begrip." De baas van het IVW vindt het daarbij prettig dat de nieuwe jas ook de aandacht weghaalt van Inspecties die in het verleden enkele steken hebben laten vallen. „Daarbij moeten we natuurlijk wel zorgen dat de nieuwe organisatie geen fort wordt dat oude fouten laat voortbestaan." Als voorbeeld noemt hij de commotie rond de classificatiebureaus. De Rekenkamer oordeelde dat de marktmacht van de bedrijven die in opdracht van de overheid schepen classificeren te groot is. Deze bedrijven hebben namelijk ook een commerciële relatie met de rederijen. De voormalige Scheepvaartinspectie had het daar moeilijk mee. Momenteel wordt gestudeerd op alternatieven. „De classificatiebedrijven blijven waarschijnlijk overheidstaken uitvoeren. De vergunning daarvoor wordt echter aangepast en onze controlemogelijkheden verruimd."
Het intrekken van een vergunning vindt de inspecteur-generaal een bruikbare interventie. „Probleem is dat vergunningverleners vaak het handhavingsdossier niet kennen. Dan zie je dat een bedrijf een boete krijgt, maar tegelijkertijd verstrekt iemand anders namens dezelfde overheid zonder blikken of blozen een nieuwe vergunning. Eigenlijk is dat onbestaanbaar. De vergunningverlener hoort te weten wat de handhavingservaringen met dat bedrijf zijn." Het zou ook helpen als alle vergunningen en objecten waar de IVW op let actief openbaar worden gemaakt. „De burger is de beste toezichthouder. Ik vind het daarom heel belangrijk dat we alle vergunningen op internet publiceren. Dan kan iedereen zien wat is toegestaan en wat niet." Nadere inlichtingen: Ferdinand Mertens, Inspectie Verkeer en Waterstaat, Den Haag, tel 070-3517440 Tekst: Hans Oosterhof Foto: Henriëtte Guest
Paul Kienhuis, olieonderzoek Functie en werkkring: Hoofd analist massaspectometrie en olieonderzoek bij het RIZA in Lelystad Wat houdt het werk in: We onderzoeken onder meer aangespoelde of geloosde olie in opdracht van politie, justitie of Rijkswaterstaat. Met technieken als gas-chromatografie gecombineerd met vlam-ionisatiedetectie en massaspectometrie maken we een soort vingerafdruk van olie. Motivatie: Ik speur graag. Waar werkt u nu aan: Er lopen nu geen olieonderzoeken. We hebben er dit jaar elf gehad, vorig jaar twintig. Dankzij internationale regelgeving daalt het aantal zaken. Ik ben nu betrokken bij het vaststellen van een Europese standaard voor olieonderzoek. Dan sta je juridisch sterker. Succes: De Irina voer van Rotterdam naar Willemshaven en kreeg onderweg van de eigenaar te horen dat hij zo leeg mogelijk moest arriveren. Toen ging er 25 kuub olie overboord. Via back-tracking, zeg maar het terugzoeken van het oliespoor op basis van stromingen en windrichting, kwamen er enkele verdachte schepen naar voren. Door vergelijking van oliemonsters hebben we bijgedragen aan de bewijslast. De boete was ˜300.000,-, exclusief schoonmaakkosten. Teleurstelling: Heel vaak horen we niet van de opdrachtgever hoe zaken aflopen. Het is nuttig en leuker als je wel weet wat je werk oplevert. Foto: Marco Bakker
29
HandHaving 2002 #6
HandHaving 2002 #6
Een vergunningverlener hoort te weten of een bedrijf is beboet door handhavers
Meningen
De controlekamer van het Rotterdamse havenbedrijf. Foto: De Jong en Van Es
Gek, word ik van alles wat we moeten monitoren Niet iedereen is blij als HandHaving vraagt wat een gemiddelde gemeente geacht wordt te monitoren en waar dan de prioriteiten liggen. De VNG heeft ge nventariseerd of er sprake is van een monitorhausse, maar houdt het kruit liever nog droog. ªWe zijn bezig met een standpuntvoorbereiding. Uw vraag is te prematuur", meldt de vereniging. Veel gemeenten hebben hun standpunt al bepaald. ªMaak nou eens n grote vragenlijst", is een veelgehoorde wens. Een greep uit de reacties.
HandHaving 2002 #6
Interne projecten
30
Paul Kiewiet, sectiehoofd VROM van de gemeente Ameland: „Op milieugebied proberen wij aan te sluiten bij de landelijke kengetallen van de VROM-Inspectie. Neem bijvoorbeeld de hoeveelheid afval per inwoner. Daar richt je je op en je kijkt in hoeverre je uit de pas loopt. Intern monitoren we onze prestaties. Op het gebied van bouwen en ruimtelijke ordening gebeurt er niets speciaals, behalve de gebruikelijke planning en control, waarmee je doorlooptijd en bestede uren in kaart brengt. Maar dat heeft betrekking op eigen projecten, zoals handhavingsprogramma’s voor illegale bewoning van vakantiehuizen, bijgebouwen bij
caravans en schuurtjes in het buitengebied. Eigenlijk is dergelijke, projectgerichte monitoring ook veel nuttiger dan zo maar wat algemene cijfers inventariseren. Met die aantekening dat het mooi zou zijn als je ook voor dergelijke zaken landelijk vergelijkingsmateriaal zou hebben. Maar je moet je terdege afvragen wat het doel is waarvoor je monitort."
Kont tegen de krib Co rdinator milieuhandhaving Ronald de Lange van de gemeente Assen: „Bij gemeenten ontstaat een zekere vermoeidheid als ze elk half jaar andere overheidsinstanties andere informatie moeten geven. Dan krijg je vanzelf een beetje een kont-tegende-kribhouding. Ik probeer dat te voorkomen, maar dat is niet gemakkelijk. De VNG, de provincie en VROM willen allemaal dat we zaken monitoren, maar stemmen hun vragen niet op elkaar af. Hoewel het niet verplicht is, probeer je er wel bij aan te sluiten. Maar omdat de vragen niet op elkaar zijn afgestemd, en de regelgeving wijzigt, kun je vaak niet aansluiten. Daarnaast heb ik twijfels over de prioriteiten. VROM vraagt bijvoorbeeld welk percentage van het aantal agrarische bedrijven meldingsplichtig is. Misschien kun je veel beter trans-
portbedrijven monitoren of letten op geluid, want daarover krijgen wij veel meer klachten. Natuurlijk monitoren wij zelf ook, met het oog op verantwoording voor de gemeenteraad. We hebben een goed systeem, maar vooral voor kleinere gemeenten is de slechte coördinatie bij provincie en rijksoverheid heel lastig. Daarom moet dit breed worden besproken: wat willen we in Nederland inzichtelijk hebben? Dan kan je minimumgegevens vaststellen, die je moet monitoren. VROM is de aangewezen instantie om dat nu eens goed op poten te zetten.
Veel paraafstukken Peter Esselaar, medewerker Milieu van de gemeente Ferwerderadiel: „Met welk doel monitor je? Een gemeentebestuur wil cijfers. Maar een concreet antwoord op de vraag: hoe staat het er nu voor met bijvoorbeeld het milieu, is niet zo makkelijk te geven. En de luchtkwaliteit van Ferwerderadiel stopt niet bij onze gemeentegrenzen. Die gemeentelijke milieumonitor van VROM, die vraagt naar het aantal vergunningen op hoofdzaken, het aantal duurzame bedrijventerreinen. Ik weet niet of de burger daar veel mee opschiet. Die wil gewoon weten waaraan zijn euro wordt besteed. Jaarverslagen met
monitoringsgegevens zijn vaak gewoon paraafstukken. Je zou toch iets moeten doen met die gegevens. Op zichzelf is het natuurlijk wel goed dat gemeenten verantwoording afleggen. Daarom zitten wij nu met vijftien buurgemeenten om de tafel om gezamenlijke monitoring van vergunningverlening en handhaving, geluid, verruimde reikwijdte en interne milieuzorg van de grond te krijgen. Want alleen kunnen we het niet. Samen werk je efficiënter en krijg je vergelijkingsmateriaal. Over een maand of drie moet daar iets uitkomen, maar misschien zien die anderen het toch niet zitten."
Niets te monitoren Gerben van der Tang, hoofd afdeling Bouwbeheer in Enschede: „Voor heel veel gemeenten geldt dat ze nog bezig zijn het RO-beleid op poten te zetten. Ook voor ons. Zolang dat niet loopt, heb je niets om te monitoren. Het onderzoek wat de effecten van je beleid zijn - want dat versta ik onder monitoren - staat dus nog in de kinderschoenen. Nulmetingen en inventarisaties vinden natuurlijk wel voortdurend plaats, maar dat is wat anders. Dat is operationeel, valt onder de uitvoering. Anders kun je drie keer controleren of volgens de bouwvergunning wordt gewerkt op een bouwplaats ook wel monitoren noemen."
Nog een lange weg Eline van Wel, co rdinator afdeling Milieu van De Bilt: „Wij hebben pas sinds kort onze
capaciteit op orde. Daarom doen we ook niet mee met de VNG-monitoring of het project van de Natuur- en Milieufederatie waar veel Utrechtse gemeentes mee bezig zijn. Of we die VROM-monitorlijsten invullen weet ik eigenlijk niet. Bij de gemeente IJsselstein, waar ik hiervoor werkte, hielden we nauwkeurig gegevens bij over stromen afvalstoffen, bestrijdingsmiddelen, over natuur- en milieueducatie en over energieverbruik in gemeentegebouwen. Die gegevens werden dan verwerkt in het jaarverslag en daar werd het nieuwe beleid op afgestemd. Hier in De Bilt hebben we wat dat betreft nog een lange weg te gaan. Eerste moet er een actueel milieubeleidsplan komen, met duidelijke doelstellingen en indicatoren. Daarna kun je pas kun je goed monitoren. Je moet het gericht doen, aan de hand van die langetermijndoelstellingen."
Kunstje leren Nico Salm, directeur van de Natuur- en Milieufederatie Utrecht: „Samen met de milieufederaties, de VNG en VROM hebben wij een monitoringsproject voor de gemeenten opgezet. Daarin leren ze het kunstje, om het oneerbiedig te zeggen. Hoe zet je een goede monitoring op poten en hoe rapporteer je daarover. Het gaat er om dat je inzicht krijgt in wat er terechtkomt van gemeentelijk beleid voor bijvoorbeeld afval, energie en verkeer. Een verantwoording van geld en tijd. Het project heeft twee jaar gedraaid bij twaalf
gemeenten en is onlangs naar tevredenheid afgerond. Zowel de uitvoerende instanties, als de gemeenten en de burgers zijn enthousiast. Nu gaan we verder met de overige gemeenten. Het was vaak een moeizaam proces, omdat je ook andere afdelingen erbij moest betrekken, rond verkeer bijvoorbeeld. Het is ook niet zo makkelijk. Je moet je doelen goed omschreven hebben. De gemeenten deden dat zelf, wij stimuleerden en adviseerden over indicatoren en legden de nadruk op effectmonitoring in plaats van beleidsmonitoring, waarbij je alleen maar zegt dat je een mooi plan gaat maken en vervolgens kijkt of dat plan er ook gekomen is. Nee, het effect van je daadwerkelijke beleid, daarom gaat het. En soms was dat een harde leerschool. De gemeente Montfoort bijvoorbeeld dacht dat ze heel ver was met energiebesparing, maar bleek het laatste jaar alleen maar meer te hebben verbruikt. De wethouder schrok zich wild. Onze oproep aan VROM is het afstemmen van alle vragenlijsten voor gemeenten, zodat ze maar één keer alle gegevens hoeven in te vullen. We waren daarover in overleg, maar toen kreeg de praktische handhaving weer de nadruk."
31
HandHaving 2002 #6
Meer, meer, meer monitoren
Houtproductie in het Kuinderbos, Noordoostpolder
Grote bonte specht
Tjiftjaf
Ransuil
Staatsbosbeheer verstoort opzettelijk vogels
HandHaving 2002 #6
Opvallende beklaagde in de twee strafzaken is Staatsbosbeheer (SBB), de grootste beheerder van natuurterreinen in Nederland. De politierechter in Assen sprak in juni van dit jaar SBB vrij van het opzettelijk verstoren van vogels in de bossen van gemeente Spier, provincie Drenthe. Een paar weken later werd SBB in een vergelijkbare zaak wel veroordeeld tot het betalen van een boete. De Timberjack in het Kuinderbos, op de grens van Flevoland en Friesland, had beschermde vogels verstoord. Dat had SBB moeten en kunnen weten, zo meende de economische politierechter.
32
Dode duif Een passant waarschuwde de Vogelbescherming nadat hij had gezien hoe een Harvester in het Dwingelerveld (gemeente Spier) bomen met nesten omhaalde. De economisch politierechter in Assen oordeelde echter dat de oogstmachine niet opzettelijk was ingezet om vogels te verontrusten. Geluidoverlast veroorzaakt door de Harvester waardoor verstoring van broedende vogels optreedt, is niet voldoende voor een veroordeling.
Ook vond de politierechter het procesverbaal niet voldoende onderbouwd. Gegevens over de aard van de verstoring ontbraken. Een enkele dode duif en kapotte eieren zijn niet voldoende bewijslast, vond deze rechtbank. SBB ging vrijuit. Kuinderbos Het vonnis in Assen viel enkele weken voordat officier van justitie Annemiek Tubbing een vergelijkbare zaak in Zwolle op de zitting bracht. Omdat de politierechter in Assen zo nadrukkelijk de eventuele opzet in zijn vonnis betrok, besteedde Tubbing daar bewust ruim aandacht aan. SBB is behalve natuurbeheerder ook houtproducent. In opdracht van SBB trok een aannemer in juni en juli 2001 met een Timberjack het Kuinderbos in. Op de werklijst, ’blesstaat’ in jargon, stonden 25.000 bomen. Een Timberjack klemt met een hydraulische arm de boom vast, zaagt de stam los van de wortels en kantelt de boom negentig graden. Vervolgens wordt de boom machinaal ontdaan van takken en in stukken gezaagd. Medewerkers van de Algemene Inspectiedienst (AID)
zagen de ravage en maakten procesverbaal op. De natte grond van het Kuinderbos maakte het volgens SBB noodzakelijk de machine in het broedseizoen, van maart tot augustus, in te zetten. Nog niet zo lang geleden werden paarden ingeschakeld voor het wegslepen van de bomen. Daar is nu kennelijk geen tijd en geld meer voor. Dat de rust van de vogels verstoord werd en de nesten werden beschadigd, nam deze natuurbeheerder op de koop toe. De afweging wel of niet kappen in het voorjaar was op basis van diverse interne rapporten gemaakt. Tubbing vond dan ook dat SBB willens en wetens beschermde vogels
Flora- en faunawet Wat betekenen deze uitspraken onder de nieuwe Flora- en Faunawet? Artikel 5 van de Vogelwet is in de de nieuwe wet overgenomen in twee artikelen: art. 9 (doden van vogels) en art. 10 (verontrusten van vogels). Het opzetbeginsel is niet meer terug te vinden in artikel 9, maar wel in artikel 10. Het verontrusten van vogels zal dus altijd opzettelijk moeten plaats vinden. Het blijft dus oppassen met boswerkzaamheden in het broedseizoen.
als boomkruiper en grote bonte specht had verontrust en verstoord en de nesten had beschadigd en vernield. Ofwel overtreding van de artikelen 5 en 8 van de Vogelwet. Voorwaardelijke opzet De politierechter was iets milder in zijn oordeel. Willens en wetens, dat duidde op opzet zonder meer en dat vond hij niet bewezen. Wel verweet hij SBB het met ’voorwaardelijke opzet verstoren van beschermde vogels’. De werkzaamheden met de Timberjack in het broedseizoen leidden onherroepelijk tot verontrusting van beschermde vogels. Artikel 5 van de Vogelwet is daarmee overtreden. Dit gold echter niet voor het opzettelijk vernietigen van nesten. Er was maar één kapot nest gevonden. Vermoedelijk van een (beschermde) grote bonte specht, maar omdat de eieren niet nader waren onderzocht, bleef het bij een vermoeden. SBB werd veroordeeld tot een boete van € 8000,- waarvan €7000,- aan de Vogelbescherming moest worden betaald. Zowel SBB als het OM zijn in hoger beroep gegaan. Zelf luisteren Los van bovenstaande strafzaken werd afgelopen zomer een derde juridisch gevecht gevoerd over het al dan niet kappen in het broedseizoen. Inmiddels is de Flora- en Faunawet van kracht. Tot ergernis van lokale
vogelwachters en milieupolitie wilde het Openbaar Ministerie niet optreden tegen de kap van bomen in het broedseizoen in de gemeente Menaldum. Voor een nieuw recreatiecentrum met 101 vakantiebungalows, werden bomen geveld. Om te beginnen de oude bomen, even daarvoor nog de favoriet van holenbroeders als de ransuil. Omdat de kap flink was gevorderd, vond het OM het zinloos een voorlopige maatregel te nemen en het kappen te stoppen. Zelf kijken De Friese Milieufederatie liet het er niet bij zitten en spande een kort geding aan. Aangezien alle vogels en broedsels toch al weg of vernietigd waren, kan de rest van het bos ook wel tegen de vlakte, beargumenteerde de exploitant tijdens dat geding. Of de vogels inderdaad gevlogen waren, wilde de rechter zelf wel eens zien en horen. Tijdens het uitstapje in het bos (een ‘descente’) hoorde hij duidelijk vogels zingen, waaronder de tjiftjaf, een beschermde inheemse diersoort. Het vellen van bomen moest worden gestaakt. Nadere inlichtingen: Expertisecentrum Groen, tel 038-4962000 Tekst: Nicoline Elsink Foto’s: Bert Muller, Philip Friskorn, Dietmar Nill, Wim Klomp
33
HandHaving 2002 #6
Ze heten Harvester en Timberjacks, de bosbouwmachines die met veel geweld bomen kappen. Tot wanhoop van vogel n vogelliefhebber, denderen de machines ook in het broedseizoen door het bos. Twee vonnissen, beide gebaseerd op de oude Vogelwet, zijn niet eensluidend in hun oordeel of de houtkappers hierdoor vogels en hun broedsels met opzet verstoren. Met de nieuwe Flora- en Faunawet werd na een kort geding in Friesland wel een houtkap stilgelegd.
Guido Dekker: ª CoMa objectiveert de informatie. Er zit geen emotie in."
Kans op overtredingen inschatten
HandHaving 2002 #6
De Belastingdienst kan onmogelijk alle aangiften even uitgebreid controleren. Vandaar dat die dienst een geautomatiseerd systeem gebruikt dat inschat bij welke belastingaangiften de kans op onregelmatigheden het grootst is. Die aangiften krijgen vervolgens meer aandacht van de belastinginspecteurs. Rijkswaterstaat kan evenmin alle houders van een vergunning op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo) even intensief controleren. Daarom is er nu CoMa.
34
CoMa is een risicoanalysesysteem à la de methode van de Belastingdienst. CoMa is een afkorting van Controle op Maat en inmiddels in gebruik bij de meeste regionale directies van Rijkswaterstaat. Bedrijven die willen lozen op het oppervlaktewater moeten daarvoor een vergunning aanvragen op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo) uit 1970. Ook betalen vergunninghouders een heffing waarvan de hoogte afhankelijk
is van de hoeveelheid en de aard van de stoffen die worden geloosd. Rijkswaterstaat wil haar medewerkers zo slim mogelijk inzetten bij de heffing en handhaving van de Wvo. Verschillende regionale directies van Rijkswaterstaat gebruikten om die reden al eigen afwegingsmethoden om in te schatten waar ze de potentiële overtreders zouden kunnen vinden. En voor de heffingscontrole werd in 1997 al een landelijke bedrijvenlijst samengesteld door een
klein clubje van ervaringsdeskundigen van Rijkswaterstaat. Filter Guido Dekker werkt bij RIZA in Lelystad en is een van de ontwikkelaars van CoMa. Hij noemt de kennis en ervaring van de samenstellers van de oude methodieken en bedrijvenlijst waardevol. „Maar wanneer die deskundigen weggaan, is de kennis ook weg." Door gegevens in het CoMa-programma in te voeren, wordt bestaande kennis juist gearchiveerd. Bovendien: „Dat samenstellen van de lijst ging vaak puur op gevoel en ervaring, bijvoorbeeld aan de hand van eerdere overtredingen door bedrijven." Dekker denkt dat ervaringen als een filter kunnen werken: iemand die bijvoorbeeld één keer
Frauderisico Patrick de Visscher van Rijkswaterstaat Zuid-Holland heeft al twee jaar praktijkervaring met het systeem en noemt de corrigerende werking van CoMa een ander voordeel: „In onze regio staat een groot bedrijf dat olie op- en overslaat. Omdat de lozingen daar klein zijn echt ‘peanuts’ vergeleken bij andere bedrijven die we controleren - hebben we het toezicht daar jarenlang op en laag pitje gezet. CoMa geeft echter aan dat onder andere daardoor het frauderisico stijgt. Dus controleren we er dit jaar weer vaker." Krijgt een bedrijf van CoMa bijvoorbeeld meer dan 110 ‘risicopunten’, dan kan de onderneming het komende jaar ongeveer 18 bezoeken van Rijkswaterstaat verwachten; Zuid-Hollandse bedrijven die minder dan 75 punten behalen worden niet
Zelf aan de slag Hoe werkt CoMa? Dat kan iedereen zelf ontdekken, want het programma is te downloaden via www.water-emissies.nl. Men treft dan een vragenlijst aan over de milieubelasting, handhavingskentallen, het bedrijfsproces, het frauderisico en het gedrag van een bedrijf. Het kost ongeveer tien minuten om de gevraagde gegevens in te voeren. Aan de hand van de ingevoerde gegevens bepaalt CoMa vervolgens een score voor het desbetreffende bedrijf. Scoort het bedrijf hoog, dan krijgt het meer prioriteit bij controles.
vaker dan 6 keer per jaar bezocht. Een bedrijf kan hoog scoren op bijvoorbeeld ‘frauderisico’ door de aard van de werkzaamheden. Een afvalverwerker is zo’n bedrijf waarbij het risico gemiddeld hoger wordt ingeschat, vooral omdat zo’n bedrijfsproces lastiger is te controleren dan de productie- en afvalstromen in bijvoorbeeld een bakkerij. Toch is het goed mogelijk dat die afvalverwerker veel lager op de CoMA-ranglijst terechtkomt dan de bakker. Bijvoorbeeld doordat het bedrijf een goede bedrijfshuishouding heeft en nog nooit een overtreding heeft gepleegd. „Als zo’n bedrijf laag op de lijst staat, dan blijkt dat vaak te kloppen met de perceptie van onze medewerkers", zegt De Visscher enthousiast. Rijkswaterstaat ZuidHolland hield twee jaar geleden namelijk een in-terne sessie waarbij medewerkers werd gevraagd om op basis van hun kennis en ervaring met vergunninghouders een scorelijst van risico-bedrijven samen te stellen. Die ‘expertise’-lijst werd naast de score van een van de eerste versies van CoMa gelegd en bleek zeer grote overeenkomsten te vertonen. Volgens De Visscher waren de ZuidHollandse handhavers eerst een beetje bevreesd voor de hoeveelheid tijd die de gegevensinvoer zou vergen. Maar dat bleek in de praktijk mee te vallen. „Inmiddels is men enthousiast. Er wordt nu veel mee gewerkt", aldus De Visscher. Terughoudend Controle op Maat wordt niet van de ene op de andere dag ingevoerd bij Rijkswaterstaat. Drie jaar geleden is een driekoppig werkgroepje, waaronder Guido Dekker, begonnen. De werkgroep keek onder meer bij de Belastingdienst. „En tijdens werksessies met vergunningverleners en handhavers van de verschillende
directies hebben we de vraag gesteld: ’Als ik bedrijven wil beoordelen, waar moet ik dan op letten?’ Ook hebben we de systemen besproken die regio’s reeds in gebruik hadden. Met al die gegevens en meningen zijn we aan de slag gegaan." In het najaar van 2000 voerde Rijkswaterstaat Zuid-Holland bij wijze van proef de eerste versie van het systeem in. Eind 2002 wordt CoMa geëvalueerd en aangepast. Begin dit jaar is echter al besloten om het programma bij alle directies van Rijkswaterstaat te gaan gebruiken. De meeste directies hebben positief gereageerd. „Een paar zijn nu nog terughoudend, maar zullen op den duur wel volgen. Vooral ook omdat de Inspectie Verkeer en Waterstaat groot belang hecht aan eenduidig toezicht", verwacht Dekker. Waterschappen In het kader van die uniformiteit lijkt invoering van CoMa bij de waterschappen een logische tweede stap. Waar Rijkswaterstaat controleert op naleving van de Wvo bij grote (rijks)wateren, controleren de waterschappen naleving van diezelfde wet bij de kleinere wateren. „Nu het risicoanalysesysteem blijkt te werken zijn de waterschappen er ook in geïnteresseerd", aldus Guido Dekker. Waarom heeft Rijkswaterstaat CoMa eigenlijk niet samen met de waterschappen ontwikkeld? „We wilden snel resultaat boeken en dan is het beter om een klein team op te zetten. Bij een groot project moeten alle instanties meedoen en dat gaat het proces rond zo’n project nogal eens een grotere rol spelen dan het project zelf." Nadere inlichtingen: Guido Dekker, RIZA, afdeling EMH, tel. 0320-297675, G.
[email protected] Tekst: Karin Alfenaar Foto: Marco Bakker
35
HandHaving 2002 #6
een slechte ervaring met een bedrijf heeft gehad, zal op een bepaalde manier naar dat bedrijf blijven kijken. „CoMa objectiveert de informatie meer. Er zit geen emotie in, alleen een feit", aldus Dekker.
Dikke onvoldoende voor handhaving Het onderzoek concentreert zich op de uitvoering van het handhavingsbeleid. Hoe worden controles uitgevoerd, sancties toegepast en klachten afgehandeld? Naast deze getalsmatige informatie, hebben de onderzoekers de ‘politieke omgeving’ erbij betrokken. Tonen bestuurders wel voldoende moed om, bijvoorbeeld, tot inning van een dwangsom over te gaan? Het rapport ‘Zorgplicht voor de handhaving van milieurecht’ werd gepresenteerd aan een demissionaire
milieuminister. Ondanks het gelijktijdig uitgegeven persbericht met termen als ’zorgelijk’ en ’aanzienlijke capaciteitstekorten’ bleef het daarna stil. Ook Rob van de Peppel, bestuurskundige bij het Centrum voor Schone Technologie en Milieu en een van de onderzoekers viel dat op. Dat tien tot vijftien procent van de circa 150.000 vergunningplichtige inrichtingen in Nederland in werking is zonder (toereikende) vergunning haalde de publiciteit niet. Van de Peppel en de medeonderzoekers
HandHaving 2002 #6
Tien tips om het beter te doen
36
De Evaluatiecommissie Wet milieubeheer geeft de minister van VROM als wetgever ongevraagd en onafhankelijk advies. De ECWM doet de volgende aanbevelingen: - Geef financi le prikkels voor de oplossing van het capaciteitsprobleem. - Werk mee aan meer regionale samenwerking, geef handhavers een hogere waardering, faciliteer meer opleiding, scholing en (onderlinge) coaching. - Voer een functionele scheiding door tussen afdelingen vergunningverlening en handhaving. - Beperk het handhavingsbeleid op papier tot hoofdzaken. - Kondig controles niet vooraf aan. - Besteed meer aandacht aan meldingsplichtige bedrijven. - Werk samen en wissel informatie uit met andere handhavingsorganisaties. - Voer sancties echt uit als de overtreding niet binnen gegeven termijn is be indigd. - Geef medewerkers een BOA-bevoegdheid. - Maak een regeling voor klachtenafhandeling.
hebben zich eerder verdiept in de stand van de handhaving. „Voor ons kwamen de bevindingen niet onverwacht. Toch zijn we geschrokken. Dit is het eerste grootschalige onderzoek sinds de inventarisatie van Berenschot in de jaren tachtig. Daar is toen de BUGM-maatregel uit voort gekomen, plus inspanningen voor een adequate uitvoering van milieutaken." Politieke durf Een woordvoerder van het ministerie van VROM verklaart desgevraagd over enkele maanden het advies en het rapport in de vorm van een brief aan de Tweede Kamer aan te bieden. Onderzoeker Van de Peppel: „Aandacht voor handhaving is een golfbeweging en in grote mate afhankelijk van rampen en incidenten. Nu is er weer zo’n kwaliteitsimpuls in de vorm van de bestuursovereenkomsten en regionale samenwerking. Helaas zakt het na een financiële impuls vaak weer in." Toen de BUGM-gelden in het algemene gemeentefonds werden gestort, bleven er slechts enkele regionale samenwerkingsverbanden over. „Het is een beetje de kwaal van de handhaving. Zonder stimulering en stimulansen lukt het niet", aldus de onderzoeker. Bestuurders maken zich niet populair met handhaving. Het onderzoek richtte zich daarom ook op de politieke omgeving. Hebben bestuurders wel de moed daadkrachtig op te treden? Het antwoord staat in de nota: ’Meer politieke durf bij het nemen van
sanctiebesluiten zou een effectieve handhaving bevorderen. Een aanschrijving met dreigende taal niet uitvoeren als het moment daar is, is funest voor de geloofwaardigheid. In feite is het gedogen.’ Kerntaak Politiek doorpakken is overigens niet doorslaggevend. Hoe verder de uitvoering van de handhaving van de bestuurders afstaat, hoe meer de neiging bestaat sanctionerend op te treden. De onderzoekers treffen zo’n situatie aan bij de waterkwaliteitbeheerders. De waterbestuurders staan op grote afstand van de dagelijkse gang van zaken. Deze overheidslaag komt in het onderzoek het beste uit de bus. Waterschappen hebben de kwaliteit van het water als kerntaak. De deskundigheid is groot en men voert gemiddeld vijf tot zes keer meer controles uit dan een gemiddelde gemeente. De belangstelling onder provinciale bestuurders voor handhaving varieert. De ene gedeputeerde nodigt bedrijven uit voor overleg, de ander houdt zich bij voorkeur verre van problemen. Sommige provinciale
vertegenwoordigers zijn meer betrokken, soms zelfs direct, bij besluitvorming. Dit persoonlijk contact kan wel leiden tot gedogen. Bestuurders wordt aangeraden een cursus handhaving te volgen. Zij moeten zich niet te veel oriënteren op details maar op de grote lijnen. Nu is er een teveel aan bestuurlijke handhaving en een tekort aan een politionele achtergrond. Met meer handhavers met een politieopleiding groeit een attitude waar het behoud van handhavend gezag een professioneel doel in zichzelf wordt. Kerncijfers Voor het grootschalig onderzoek werden alle gemeenten, provincies en waterschappen benaderd met een vragenlijst. 161 gemeenten, 7 provincies en 15 waterschappen deden mee. In totaal 46 handhavingsdossiers werden doorgelicht. Die score is uiteraard omgerekend tot een totaalbeeld. Een wetenschappelijke verantwoordeing van die doorberekening staat in het rapport. Dat gemeenten een tekort hebben aan capaciteit en deskundigheid is zonder meer erg. Zij voeren de bulk
van de handhavingswerkzaamheden uit en zijn de belangrijkste schakel in de handhaving. En dat is niet alleen op milieugebied, maar op tal van andere terreinen. Hoewel een groot deel (tachtig procent) van alle inrichtingen onder algemene regels valt, blijkt die vereenvoudiging in de praktijk geen tijdbesparing op te leveren. Controle van een meldingsplichtig bedrijf kost evenveel tijd als van een vergunningplichtig bedrijf. Het gevolg is verwaarlozing van AMvB-bedrijven. Te deskundig Tegenover het objectief (kwantiteit) en subjectief (kwaliteit) tekort van gemeenten, staat de extreme deskundigheid van de provincies. Deze overheidslaag telt te veel en te hoog opgeleide medewerkers in relatie tot het aantal bedrijven onder provinciaal gezag. Ook al zijn die inrichtingen gemiddeld dan complexer van aard. Het rapport roert ook de oude kwestie aan van het verschil in beloning tussen handhavers en vergunningverleners. De eersten hebben vaker een middelbare beroepsopleiding en >>
37
HandHaving 2002 #6
Een grootschalig onderzoek onder gemeenten, provincies en waterkwaliteitbeheerders geeft een zorgelijk beeld van de stand van de handhaving in Nederland. Ondanks de toegenomen aandacht voor handhaving en de vele stimuleringsprojecten beschikt 82% van de gemeenten over onvoldoende capaciteit en deskundigheid. ªWe komen op n handhaver voor 250 bedrijven. Dat is volstrekt onvoldoende."
staan een trede lager in het functiewaarderingsysteem. Van de Peppel. „Wil je serieus gesprekspartner zijn van een directeur met honderd man onder zich, dan moet je minstens een hogere beroepsopleiding hebben." Vergunningverleners overhevelen naar de afdeling handhaving trekt deze scheve situatie op termijn mogelijk recht. Stokwet Wellicht valt de stilte na de publicatie te verklaren door al lopende initiatieven ter verbetering van de handhaving, zoals het project Handhaven op niveau en de Wet handhavingstructuur, ook wel ’stokwet’ genoemd.
Weinig handhavers verwachten overigens meerwaarde van laatstgenoemde wet. Meer ‘zwaar en van bovenaf’ geregelde samenwerking is in dit stadium niet opportuun, is een van de conclusies. Vooralsnog blijft de stok van deze wet achter de deur staan, nu er een akkoord is tussen VROM en VNG. Eerst worden nulmetingen uitgevoerd en kwaliteitscriteria opgesteld. „Dit rapport geeft al veel van de kerncijfers die men zoekt", meent Van de Peppel. „Basiscijfers als het aantal bedrijven en handhavers. We komen op 2000 handhavers voor 500.000 inrichtingen, dat betekent één handhaver op 250 bedrijven. Daarmee is het
handhavingsvermogen volstrekt onvoldoende en pakkans veel te klein." In plaats van relatief dure ISO-projecten zouden handhavingsafdelingen meer tijd en geld moeten steken in opleidingen en capaciteit. Regionale samenwerking en een goed informatiesysteem helpt de handhaving ook een eind op streek. Nadere inlichtingen: Rob van de Peppel, Centrum voor Schone Technologie en Milieubeleid, tel. 0534825024 Het rapport Zorgplicht is te op te halen onder nummer 2002/7 van www.ecwm.nl.
Tekst: Nicoline Elsink Illustratie: Annet Scholten
HandHaving 2002 #6
Advertentie_1/2 Syncera Praktijkcursus Eural (herplaatsing van de advertentie uit nummer 5, pagina 24) formaat 124 mm hoog
38
Don Quichotte Wie als een moderne Don Quichotte een juridisch gevecht tegen windmolens bij de rechtbank wint, kan door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State nog alle wind uit de zeilen worden genomen. Dat overkwam appellanten die door het bestuur van het Hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard onder aanzegging van bestuursdwang waren gelast de op hun percelen aanwezige dubbele rij platanen te toppen of te verwijderen. Op basis van een Keur van het Hoogheemraadschap was het namelijk verboden binnen een afstand van 400 meter uit de Haastrechtse molen beplantingen of bebouwing te hebben. De platanen vormden volgens het waterschapsbestuur een bedreiging voor de vrije windzone van die molen, aangezien zij hoger waren dan op basis van een bepaalde formule was toegestaan. De molen is van waterstaatkundig belang omdat hij een functie in de waterbeheersing uitoefent. De rechtbank had echter in beroep geoordeeld dat het waterschapsbestuur wegens eerder gedogen van de situatie het recht zou hebben verspeeld om zonder het aanbieden van schadevergoeding handhavend op te treden. De Afdeling was het daarmee in het hoger beroep niet eens. Vanaf het moment dat is waargenomen dat de bomen te hoog zouden worden, is de eigenaren herhaaldelijk gewezen op de Keur. Weliswaar is het waterschapsbestuur tegen te werpen dat het pas geruime tijd na die waarneming over is gegaan tot de aanschrijving,
maar daarmee is het recht om dat te doen nog niet verwerkt. In de loop der tijd zijn waterschappen meer aandacht gaan besteden aan calamiteitenscenario’s, waaronder stroomuitval. In dat laatste geval wordt windkracht ingezet voor de afwatering van polders. Bovendien trad het waterschapsbestuur ook op tegen andere te hoge beplanting of bebouwing. De Afdeling overwoog dat de door het waterschapsbestuur gebruikte formule een algemeen gebruikelijke berekeningsmethode betreft, die ook voor betrokkenen v0ldoende duidelijk moet zijn geweest en bovendien gunstiger voor hen was dan het kappen van de platanen. De Afdeling gaf de handhaver dus gelijk. Afdeling Bestuursrechtspraak, 22 mei 2002 (Molens Krimpenerwaard)
Bestuur mag kiezen Een bestuursorgaan is bevoegd te kiezen tussen bestuursdwang of een dwangsom. Aldus de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een zaak van een eigenaar van een woonboot in de Vecht. De woonbootbewoner had het dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht gevraagd om ontheffing voor het egaliseren van de grond onder zijn boot in verband met de komst van een nieuw woonschip. Voordat op dat ontheffingsverzoek was beslist, had de bewoner een aannemer echter al opdracht gegeven om te gaan baggeren. Daarbij werd de bagger-
specie naar de vaargeul verplaatst die daardoor dus ondieper werd.Het Hoogheemraadschap zegde bestuursdwang aan: binnen twee weken moest de vaargeul weer op de juiste diepte zijn. De woonbootbewoner beriep zich op het gelijkheid-beginsel: zijn buren hadden in 1997 wel ontheffing gekregen voor egalisatie. De Afdeling was het daar niet mee eens, want toen ging het niet om verplaatsing van bagger naar de vaargeul. Bovendien betrof het destijds een uitzondering op het nieuwe beleid. Dit beleid zegt dat er geen ontheffingen meer worden verleend. De bewoner vond ook dat de aannemer de overtreder is omdat die zich niet had gehouden aan de opdracht. Ook dat bezwaar vond geen gehoor bij de Afdeling. De bewoner is als opdrachtgever van de baggerwerkzaamheden juridisch gezien eindverantwoordelijk. Of de aannemer zijn opdracht heeft overschreden of niet juist heeft uitgevoerd, speelt in deze zaak geen rol; dat is een zaak tussen aannemer en opdrachtgever. Het derde bezwaar betrof de keuze voor bestuursdwang in plaats van een dwangsom en de korte termijn om de zaak in orde te maken. Volgens de Afdeling betreft de keus een discretionaire bevoegdheid en was de korte termijn in dit geval niet on-redelijk. In verband met een proef voor een verhoogde stroomsnelheid in de Vecht zou later baggeren problemen geven. Snelheid was dus geboden. Afdeling Bestuursrechtspraak, 3 juli 2002 (Woonboot Utrecht) Tekst: Jan van den Broek
39
HandHaving 2002 #6
Jurisprudentie
Evelien Smit, Gert van den Toren en Ren van den Biggelaar op het HSL-werkterrein bij Leiderdorp.
Toezicht HSL veelzijdig en ingewikkeld
HandHaving 2002 #6
Eind 2000 staken zeven gemeenten in het noorden van de provincie Zuid-Holland de koppen bij elkaar. Het ontbrak hen aan kennis over het Bouwstoffenbesluit, waarmee ze vanwege de aanleg van de HSL te maken kregen. Ook kwamen de gemeenten en provincie capaciteit tekort om de aanleg van de HSL volgens het boekje te controleren; legt projectleider Gert van den Toren van de provincie Zuid-Holland uit. „In het zuidelijk deel van de provincie was echter al ervaring met de aanleg van de Betuweroute. Daarom is een werkterrein gevormd van waar de HSL de provincie vanuit Noord-Holland binnenkomt tot aan Rotterdam, waar de trein overgaat op bestaand spoor." Via een Europese aanbesteding is adviesbureau De Straat ingeschakeld voor het toezicht. Zij staan weer onder toezicht van projectleider Van den Toren.
40
Breed pakket In de werkzaamheden van de POTH neemt het toezicht op het Bouwstoffenbesluit een groot aandeel in. Daarnaast houdt men voor de provincie toezicht op de naleving van de Wet milieubeheer, de Grondwaterwet en de Ontgrondingswet. Voor een goede uitgangspositie heeft de POTH vorig jaar tientallen inven-
tariserende controles uitgevoerd. „Daarmee hebben we in kaart gebracht welke activiteiten op de bouwlocaties vergunningplichtig zijn en of de juiste vergunningen ook zijn verleend". Vanuit het opgestelde toezichtplan startte eind 2001 de uitvoering. Zo worden wekelijks via administratieve controles de planningen voor het grondverzet vergeleken met de opgestelde bodemkwaliteitskaarten. „Naast deze papieren controle kijken we natuurlijk ook ‘in het veld; aldus Van den Toren. Indien grond afkomstig van een andere locatie wordt toegepast moet daarvan melding worden gemaakt. Van den Toren: „Wanneer er wordt getwijfeld of de kwaliteit van de grond of bouwstof overeenkomt met de gemelde kwaliteit, kunnen we monsters nemen." Het grootste deel van het grondverzet bij de HSL-Zuid valt onder de ministeriële vrijstellingsregeling. „Deze is ingesteld om het hergebruik van licht verontreinigde grond niet te belemmeren". „Voorwaarde is wel dat er een bodembeheersplan en bodemkwaliteitskaarten zijn gemaakt voor het hele tracé." Overtredingen In het eerste jaar voerde de POTH
ruim 400 controles uit, waarbij bijna 100 overtredingen werden geconstateerd. POTH controleert op basis van de gemeenschappelijke handhavingstrategie van de provincie Zuid-Holland. Daarin wordt een onderscheid gemaakt tussen kernvoorschriften, aanvullende en resterende voorschriften. „Een overtreding van een kernvoorschrift is bijvoorbeeld het in de bodem brengen van afvalstoffen of het werken zonder vergunning", licht Van den Toren toe. „Daarop staat meteen proces-verbaal en eventueel een dwangsom. Bij de overtreding van een aanvullend voorschrift, zoals onjuiste opslag van gevaarlijke stoffen, beginnen we vaak met een waarschuwingsbrief met handhavingsparagraaf." Het merendeel van de geconstateerde overtredingen viel tot nu toe in de categorie aanvullend of resterend. Wijzigingen Grote delen van het HSL-tracé worden ontwikkeld aan de hand van het zogenaamde Design & Constructprincipe. „Vroeger werd er gewerkt met bestekken, waarin alles vooraf was vastgelegd", legt Van den Toren uit. „Tegenwoordig wordt er per deelproject een pakket met eisen op tafel gelegd en gaan bouwcombinaties aan de slag met eigen ontwerpen en berekeningen." Voor het hele tunneltracé is bijvoorbeeld een oprichtingsvergunning Wet milieubeheer verleend, maar voor de vluchtschachten worden regelmatig wijzigingsvergunningen verstrekt. „Het voortschrijdende inzicht wordt >>
41
HandHaving 2002 #6
Doordat het hele trac van de HSL in n keer wordt aangelegd, moet je als toezichthouder overal tegelijk zijn. Op hetzelfde moment wordt gewerkt aan de nieuwe spoorbrug over het Hollands Diep en aan de tunnel onder het Groene Hart. Maar ook aan het viaduct over de kassen bij Bleiswijk en aan de afgezonken tunnel onder de Oude Maas bij Zwijndrecht. HandHaving liep een dagje mee met de Projectorganisatie Toezicht HSL (POTH).
HandHaving 2002 #6
vertaald in aanvullende vergunningen. In de praktijk worden soms keuzes gemaakt die ten tijde van de vergunningaanvraag niet waren te voorzien. Dat maakt het toezicht ingewikkelder. Wij moeten die afwijkingen beoordelen", verduidelijkt toezichthouder Evelien Smit. Nooit klaar Eens in de twee weken inspecteert toezichthouder René van den Biggelaar ‘zijn stukje tracé’. Hij is verantwoordelijk voor het toezicht op het werk buiten de inrichtingen en op de vluchtschachten van de Groene Hart Tunnel. Hij start zijn route meestal daar waar het werk-terrein van de POTH begint, bij het nieuwe Ringvaart-aquaduct naast de A4. „De zuidelijk in- en uitrit vallen in ons tracédeel", legt Van den Biggelaar uit. „Inmiddels ligt de betonnen bak er en kan begonnen worden met de afwerking. Wat betreft milieutoezicht is het hier dus grotendeels klaar. Mochten we toch nog iets zien, dan maken we foto’s. Die vergelijken we met wat de aannemer heeft opgegeven." Helemaal klaar is het natuurlijk nooit. Tot de eerste trein kan rijden – naar verwachting in 2007 – zal er toezicht zijn. „Het gaat verder dan de werkzaamheden aan het spoor", aldus Van den Biggelaar. „Zo vallen bijvoorbeeld ook de bouwwegen onder het Bouwstoffenbesluit. Die tijdelijke wegen bestaan veelal uit gebroken puin en ook dat moet gecertificeerd zijn." 42
Samen met Evelien Smit bezoeken we de inrichting Leiderdorp. Van hieruit wordt de Groene Hart Tunnel geboord. „Dit is verreweg het grootste deelproject van de HSL", vertelt Smit. Om een idee te geven van de werkzaamheden: de tunnel is 8,5 kilometer lang en wordt geboord door de grootste boormachine ter wereld, die 20 uur per dag werkt. Als hij klaar is, heeft de machine 1,2 miljoen kubieke meter zand naar boven gehaald en zo’n 35.000 betonstuk afgeleverd op 30 meter diepte. Niet verwonderlijk dat bij het toezicht op het enorme terrein nogal wat komt kijken. „Je kunt het terrein nooit in één keer controleren en je komt altijd wel iets tegen. Zo zijn we een tijdje bezig geweest met het geluid van de bouwactiviteiten. Soms kost het ook tijd om afvoerleidingen te traceren. Ze zijn wel keurig ingetekend, maar dan heb je ze in deze wirwar van werkzaamheden nog niet meteen gevonden." Een continu punt van aandacht vormen de gasflessen en andere gevaarlijke stoffen die her en der staan opgeslagen. Uiteraard moet de opslag daarvan aan de eisen voldoen. „Tegenwoordig is dat gelukkig meer het geval dan vroeger", weet Smit uit ervaring. „Wel zijn sommige afdakjes lek of zijn de hekken niet goed af te sluiten." Gronddepot Achterop de inrichting bij Leiderdorp, klem langs de A4, ligt het enorme gronddepot waar alle grond heen gaat die vrijkomt bij het aanleggen van de tunnel. Vanuit hetzelfde
depot wordt ook weer grond gebruikt voor de aanleg van andere tracédelen en het verleggen of ophogen van provinciale wegen. „Periodiek nemen we hier grondmonsters", vertelt Van den Toren. „Op papier is alles wel vastgelegd, maar het is goed ook in de praktijk te kijken." Hierbij controleren de toezichthouders ook steekproefsgewijs de vrachtbrieven van vrachtwagenchauffeurs die grond vervoeren. Kalk Terwijl Smit en Van den Toren bezig zijn met een controleronde over het werkterrein, komt er opeens een enorme wolk wit stof overwaaien. Al snel is de boosdoener gevonden: een vrachtwagen staat kalk over te laden in een silo. Volgens de chauffeur gaf zijn systeem aan dat de silo nog niet vol was, maar de overdrukklep dacht daar anders over. „Onderzoek heeft uitgewezen dat de verplichte optische én akoestische beveiliging ontbrak", vertelt Van den Toren een week later. „Deze kalkstof is weliswaar niet schadelijk, maar is wel tot ver buiten het terrein neergekomen. Bovendien had het voorkomen kunnen worden. Samen is dat goed voor een procesverbaal." Nadere inlichtingen: Gert van den Toren, projectleider POTH, tel. 015-2516484. Tekst: Pieter van den Hoek Foto’s: Henriëtte Guest, ANP