12. 1.
EHBO
Niet-levensbedreigende verwondingen (teervoet)
Inleiding Wat in geval van nood? Schaafwonde Snij- en steekwonde Neusbloeding Brandwonde eerste graad Tweede graad Derde graad Zonnebrand Blaren Splinterwonde Insectensteek Tekenbeet Verstuiking Botbreuken Ernstige verwondingen Flauwte Hyperventilatie Verbandtrommel 2.
Levensbedreigende situaties
Algemene benadering van levensbedreigende situaties a. Benader de situatie en zorg voor veiligheid b. Benader het slachtoffer en controleer de vitale functies c. Alarmering d. Verleen verdere eerste hulp Basisregels van eerste hulp Uitvallen van de vitale functies Uitvallen van het bewustzijn Uitvallen van de ademhaling Uitvallen van de bloedcirculatie Het transport van slachtoffers De Rautekgreep De geïmproviseerde stoel Een zelfgemaakte draagberrie Deken-methode Het leggen van verbanden Het spiraalverband Het scharnierverband Driehoeksverbanden
95
1.
Niet-levensbedreigende verwondingen (teervoet) • inleiding
Op speelpleinen, jeugdkampen enz. is een ongevalletje snel gebeurd. Geen nood want er is een eerstehulpkoffer aanwezig. Maar is deze koffer nog wel in orde. En... kent er iemand eerste hulp? Eerste hulp leren is echt niet moeilijk. Overal in Vlaanderen organiseert het Rode Kruis eerste hulp - cursussen. Gedurende 32 uur krijg je dan een grondige opleiding. Je bent dan de eerste hulp - specialist op jouw speelplein of jeugdkamp. Niet elke jeugdleider hoeft een eerste hulp - specialist te zijn. Maar een basiskennis is zeker geen luxe. In dit deeltje worden een reeks letsels en hun verzorging beschreven.
• Er gebeurt een ongeval… wat nu? Je eigen kalmte zal de gekwetste(n) reeds voor een deel gerust stellen. Geef nooit uitleg over de omvang van de wonden of de zichtbare abnormaliteiten. Het zal de algemene toestand van het slachtoffer ten goede komen en een eventuele shock voorkomen. Een gekwetste verkeert immers altijd in shocktoestand. Het is veel beter hem gerust te stellen en de kwetsuur minder erg doen voorkomen. Hou toeschouwers zo ver mogelijk weg. Licht en lucht zijn zeer belangrijk voor het slagtoffer en zijn helper. Tracht zoveel mogelijk bevoegde persoenen te verwittigen (leiding, 100, dokter, politie,… ) Tracht de dokter zo nauwkeurig mogelijk de kwetsuren te beschrijven. Laat voor alle veiligheid de gekwetste liggen, voor ons onzichtbare kwetsuren zin mogelijk. Bloedingen dien je onmiddellijk te stoppen. WAT IN GEVAL VAN NOOD? In België is er een eenvormig nummer voor noodoproepen: 100. Opgelet! Wanneer je het noodnummer draait, hoor je gedurende enkele seconden niets (zelfs geen beltoon). Hang niet op! Sinds november 1994 is het noodnummer 112 voor de Europese Unie van kracht. Of je nu 100 of 112 draait in België, je komt op dezelfde centrale terecht. In andere landen is dit: Duitsland: 110 Frankrijk: 15 Nederland: 112 Groot-Brittannië: 999 Groothertogdom Luxemburg: 012 Om bij een noodoproep niets te vergeten, geven we je een geheugensteuntje. Begin met je naam en functie (leider). WAT? - Geef een juiste omschrijving van het ongeval (kort en bondig);
96
- moeten er andere hulpdiensten komen (b. v. om een slachtoffer uit de auto te bevrijden, bij brand- of ontploffingsgevaar )? WAAR? Waar bevinden de slachtoffers zich? - Straat en huisnummer; - eventueel verdieping; - juiste gemeente of wijk; - eventueel grote herkenningspunten zoals een grootwarenhuis, benzinestation, monument... WIE? - Aantal slachtoffers; - toestand van de slachtoffers. Indien je met twee of meer helpers bent, blijf dan zelf bij de gekwetste(n) en laat iemand anders de 100 oproepen. Zorg dat hij over de juiste gegevens beschikt en controleer of hij inderdaad de 100 heeft opgeroepen door hem terug te laten komen. Speciale omstandigheden Sommige activiteiten vereisen bijkomende veiligheidsmaatregelen b.v. bergsport, watersport enz... Het is dan ook evident dat je op de hoogte bent van de wijze waarop bij deze activiteiten hulp ingeroepen wordt. Je raadpleegt hiervoor op voorhand gespecialiseerde literatuur .
97
• Schaafwonde WAT STEL JE VAST? - De bovenste huidlagen zijn afgeschaafd; - je merkt puntvormige bloedingen doordat vele kleine bloedvaatjes gekwetst zijn; - meestal doet een schaafwonde veel pijn omdat de zenuwuiteinden eveneens beschadigd zijn. WAT DOE JE? - Laat het slachtoffer zitten; - stel het slachtoffer gerust; - zet het verzorgingsmateriaal klaar: - water - neutrale toiletzeep - washandje en handdoek - schaar - steriele kompressen - ontsmettingsmiddel - verbandmateriaal: wondpleister OF steriel kompres met kleefpleister OF steriel kompres met zwachtel;
- was je handen met water en zeep en droog ze goed af; - ga voor het slachtoffer staan; - reinig de omgeving van de wonde met water en zeep; - reinig de wonde met water en zeep van binnen naar buiten. Doe dit met een zuiver washandje of met een steriel kompres. Spoel nadien de zeep weg; - ontsmet de wonde: giet op een steriel kompres de ontsmettingsstof en bet daarmee de wonde. Laat de ontsmettingsstof drogen. Nooit blazen! - dek de wonde steriel af met een wondpleister OF met een steriel kompres en een kleefpeister OF met een steriel kompres en een zwachtel (afhankelijk van de grootte en de plaats van de schaafwonde); - stuur het slachtoffer naar een geneesheer indien het niet gevaccineerd is tegen klem (tetanus).
98
• Snij- en steekwonde WAT STEL JE VAST? - De samenhang tussen de huidlagen is verbroken door een scherp voorwerp; - een snij- of steekwonde doet minder pijn dan een schaafwonde omdat het aantal geraakte zenuw uiteinden gering is. WAT DOE JE? Deze wonden worden verzorgd zoals een schaafwonde: - stelp de bloeding indien nodig; - reinig de omgeving van de wonde; - reinig en ontsmet de wonde zelf; - dek de wonde steriel af; - vraag of het slachtoffer gevaccineerd is tegen klem ( tetanus); - raadpleeg een geneesheer bij de minste twijfel.
• Neusbloeding WAT DOE JE? - Laat het kind gaan zitten en laat het met het hoofd naar voor buigen; - vraag het kind om door de mond te ademen en knijp 10 minuten lang zonder onderbreking de neus dicht; - indien de bloeding na 10 minuten niet is gestelpt, probeer dan opnieuw om ze op dezelfde wijze te stelpen; - indien de bloeding nu nog niet gestopt is, dan raadpleeg je een geneesheer .
99
• Brandwonde EERSTE GRAAD Bij een eerste graad is enkel de opperhuid verbrand. WAT STEL JE VAST? Het verbrande oppervlak is: - rood (uitzetten van bloedvaten); - licht gezwollen (onderhuids plasmaverlies); - pijnlijk (prikkeling van zenuwuiteinden).
WAT DOE JE, - Stel het slachtoffer gerust; - koel gedurende 15 minuten onder lauw of koud stromend water. Het koelen stopt verdere verbranding en is pijnstillend; - dek steriel af (met steriel noodverband of steriel driehoeksverband). Ook hier bestaat er gevaar voor klem (tetanus); - ga met het slachtoffer naar een geneesheer indien de brandwonden verspreid zijn over een grote oppervlakte van het lichaam.
TWEEDE GRAAD Bij een tweede graad zijn opper - en lederhuid beschadigd. WAT STEL JE VAST? Het verbrande oppervlak: - vertoont blaarvorming (ophoping van plasma); - is zeer pijnlijk; - is rood rond de blaren.
100
WAT DOE JE? - Stel het slachtoffer gerust; - koel gedurende 15 minuten onder lauw of koud stromend water; - prik vochtblaren NOOIT open omdat dit het infectiegevaar vergroot; - dek steriel af, met daaronder eventueel een vetverband; - wanneer een brandwonde van de tweede graad groter is dan een muntstuk van € 0,50, toon deze dan aan een geneesheer.
DERDE GRAAD Bij een derde graad zijn opper-, leder- en onderhuid en eventueel de onderliggende weefsels beschadigd.
WAT STEL JE VAST? Het verbrande oppervlak is: - zwart, perkamentachtig (verkoold) of wit (gekookt, chemisch product); - ongevoelig daar de zenuwuiteinden hier totaal verbrand zijn; - in de omgeving treft men meestal tweede- en eerstegraads brandwonden aan.
WAT DOE JE? - Stel het slachtoffer gerust; - koel gedurende 15 minuten onder lauw of koud stromend water; - dek het verbrande lichaamsdeel af door middel van een steriel snel- of driehoeksverband; - raadpleeg steeds een geneesheer.
101
• Zonnebrand Van de zon genieten kan, maar je dient wel te weten hoe. Bruin zijn is voor veel mensen een ideaalbeeld. Een beeld dat niet voor eenieder is weggelegd. Je kan namelijk niet bruiner worden dan de pigmentlaag in je huid het toelaat. Met andere woorden, mensen met weinig pigment in de huid worden niet diepbruin. Zonnen kan ook brandwonden veroorzaken. Vooral eerstegraads-brandwonden, maar ook tweede graad behoort tot de mogelijkheden. Net zoals bij andere brandwonden dien je deze af te koelen. Let wel op, het water mag niet te koud zijn. Vermijd om op een hete zomerdag in de zon te gaan spelen. Zoek de schaduw of het water op. Gebruik een goede zonnebrandolie. Kinderen tot 10 jaar Iaat je best niet met ontbloot bovenlijf spelen. Laat ze een bleke T-shirt dragen.
• Blaren Een blaar ontstaat door langdurige of hevige wrijving van de huid (b. v. voet in nieuwe schoen). Dit kan vermeden worden door gevoelige plaatsen extra te beschermen tegen wrijving (b.v. met wondpleisters, 2 paar kousen, geen nieuwe schoenen op een tocht). Wanneer de blaren gemakkelijk kunnen worden stuk gestoten of stukgetrapt (b. v. tijdens een wandeltocht), dan is het beter om ze open te prikken op een steriele manier: WAT DOE JE? - ontsmet de blaar en omgeving; - prik met een steriele (of zeer grondig ontsmette) naald in de basis van de blaar op verschillende plaatsen. Houd hierbij de naald evenwijdig met de huid om te voorkomen dat er in de onderliggende weefsels wordt geprikt; - duw met een steriel kompresje het vocht uit de blaar; - ontsmet de blaar opnieuw; - leg een steriel drukkend verbandje aan.
102
• Splinterwonde
WAT STEL JE VAST? Een splinter (b.v. stukje hout) steekt zichtbaar in de wonde.
WAT DOE JE? - Ontsmet de huid. Let op dat de splinter hierbij niet afbreekt of dieper indringt; - prik eventueel met een steriele (of zeer grondig ontsmette) naald onder het uiteinde van de splinter om deze beter zichtbaar te maken; - neem een pincet met fijne puntjes en pak het uiteinde van de splinter beet; - Trek de splinter uit de huid in de richting van zijn as; - ontsmet de wonde nogmaals na het verwijderen. Raadpleeg een geneesheer wanneer: - het uiteinde van de splinter niet goed zichtbaar is; - de splinter afbreekt; - de splinter uit glas, metaal of tropische houtsoorten is; - ontstekingsverschijnselen optreden (zwelling, pijn, roodheid, lokale warmte...); - het slachtoffer niet gevaccineerd is tegen klem (tetanus).
103
• Insectenbeet WAT STEL JE VAST? Bij insectensteken ontstaat een klein wondje waarlangs een stof in de huid wordt gebracht. Hierop kan het lichaam snel en hevig reageren met plaatselijke zwelling, roodheid, pijn, jeuk. Deze reactie is in de meeste gevallen ongevaarlijk. Maar waakzaamheid is geboden. Indien in de mond gestoken wordt, is er gevaar voor zwelling van de slijmvliezen en de luchtwegen. Dit kan voor ademhalingsproblemen zorgen.
WAT DOE JE? - Beperk de zwelling en de pijn door afkoeling; - door gebruik van poeders of zalven kan je de jeuk tegengaan (vragen bij de apotheker). Raadpleeg een geneesheer wanneer: - het aantal steken groot is; - de steek zich voordoet in mond- of keelholte; - je nog een angel ziet zitten; - het insect nog ter plaatse zit.
• Tekenbeet Teken zijn kleine spinachtige insecten van ongeveer een speldenkop groot. Je treft ze aan in bossen, houtkanten en hooiweiden. Wanneer je door struikgewas kruipt, laten de teken zich vallen en haken zich vast in de huid. Deze beet is pijnloos. De kleine teken voeden zich met bloed. Na enkele dagen bloed zuigen zwellen de teken tot een dikke cm en begint de beet te jeuken. Teken zijn dragers van de Lymeziekte. Teken kunnen deze ziekte overdragen en de ziekte zelf kan soms laattijdig tot uiting komen. Om beten te voorkomen draag je best gesloten kledij, die zoveel mogelijk de huid bedekt wanneer je gaat spelen in bos of lang gras (lange broek). Controleer na een boswandeling je eigen lichaam (met aandacht voor oksels en lies) gedurende enkele dagen.
104
WAT DOE JE? Een bestaande teek moet met de nodige zorg verwijderd worden. Ideaal hiervoor is de tekentang, waarbij de teek zo goed mogelijk wordt vast geklemd en met een draaibeweging wordt verwijderd. Ontsmet hierna de wonde Indien er geen tekentang voor handen is, contacteer dan een huisarts.
• Verstuiking Wanneer de bewegingsmogelijkheid van een gewricht overschreden wordt, kunnen de gewrichtsbanden uitrekken en zelfs scheuren; dit noemt men een verstuiking. WAT STEL JE VAST? - Het slachtoffer heeft pijn; - het gewricht kan zeer moeilijk of niet meer worden bewogen; - soms verkleuring na enkele minuten; - zwelling van het gewricht door het vocht- en bloedverlies. WAT DOE JE? - Koel het getroffen lidmaat gedurende 15 minuten af; hierdoor wordt de bloeding en de zwelling beperkt. Een coldpack of een plastieken zak met ijsblokjes in een washandje voldoen uitstekend (nooit ijs rechtstreeks op de huid leggen). Koelen onder stromend water kan volstaan bij het ontbreken van ijs of coldpack; - belet bewegingen van het getroffen lidmaat; - breng het lidmaat in hoogstand; - breng daarna een laag watten aan met daarop een licht drukkend steunverband. Om de bloedsomloop niet af te knellen Iaat je aan beide zijden van het verband de watten 1 a 2 cm uitsteken; - raadpleeg een geneesheer.
105
• Botbreuken Beenweefsel is hard en stevig, maar het kan breken wanneer er grote krachten op het bot inwerken. WAT STEL JE VAST? - Het slachtoffer heeft pijn (spontaan, bij bewegen of betasten); - het slachtoffer kan het getroffen lidmaat niet of nog nauwelijks gebruiken; - een abnormale stand van het lidmaat kan optreden als gevolg van een verplaatsing van de botdelen. WAT DOE JE? - Stel het slachtoffer gerust; - Zorg dat het gebroken lidmaat zo weinig mogelijk beweegt; - Verwittig gespecialiseerde medische hulp; - Probeer nooit zelf de botstukken op hun oorspronkelijke plaats te zetten; - Leg geen geïmproviseerde spalk aan wanneer gespecialiseerde medische hulp snel ter plaatse kan zijn. • Ernstige verwondingen WAT STEL JE VAST? - Een uitgestrekte wonde; - een diepe wonde; - een erg bevuilde wonde; - veel bloed; - een open breuk; - een vreemd voorwerp in de wonde; - wonden op gevaarlijke plaatsen (b. v. oksel, gelaat, oren, geslachtsorganen). Niet al deze factoren treden noodzakelijk samen op! WAT DOE JE? - Stelp de bloeding: - leg het slachtoffer neer; - breng het bloedend lidmaat omhoog; - indien je over steriel materiaal of een zuiver stuk linnen beschikt (zakdoek, handdoek...), druk dan daarmee in de wonde. De druk moet gedurende ten minste 10 a 15 minuten worden aangehouden. Ook al is het materiaal doordrenkt, blijf drukken en vervang het niet, leg er desnoods nieuw materiaal bovenop. - deze handeling met de hand kan vervangen worden door het aanleggen van een steriel noodverband. - raadpleeg onmiddellijk een geneesheer . - Probeer vreemde voorwerpen niet uit de wonde te verwijderen: - oefen geen druk uit indien er een voorwerp in de wonde zit; - bedek gewoon met een steriel kompres, vastgemaakt met kleefpleister of een zwachtelverband. - Behandel een vuile wonde nooit met een gekleurd ontsmettingsmiddel; - dek de wonde steriel af.
106
Raadpleeg steeds een geneesheer of gespecialiseerde medische hulp.
• Flauwte Flauwte is een kortstondig, plots bewustzijnsverlies als gevolg van zuurstoftekort in de hersenen. WAT DOE JE? - Leg het slachtoffer op de rug en maak knellende kleding los. - Bij een bewusteloos slachtoffer bestaat het gevaar dat de tong in de keelholte zakt en zo de ademhalingswegen belemmert. Dit gevaar kan je uitschakelen door het hoofd in hyperstrekking te brengen en de kinlift uit te voeren; - breng de benen iets hoger dan de rest van het lichaam; - Laat het slachtoffer niet ineens recht opstaan. • Hyperventilatie Hyperventilatie kenmerkt zich door een veel te snelle en diepe ademhaling. Hyperventilatie komt vaak voor na het beëindigen van een lange, zware inspanning of als reactie in emotioneel sterk geladen situaties. WAT DOE JE? - Laat het slachtoffer zich ontspannen en spoor het aan om rustig te ademen; - je kan voorstellen om in een gesloten zak te ademen, of, indien geen zak voorhanden, in de gesloten handen; - indien de hyperventilatie ophoudt, dan is het niet nodig gespecialiseerde hulp in te roepen; - indien de hyperventilatie blijft aanhouden, roep dan gespecialiseerde hulp in.
107
• Verbandtrommel EERSTEHULPSTAS 1 stompe-scherpe schaar 6 veiligheidsspelden 10 steriele naalden (roze) 2 kleine noodverbanden 2 grote noodverbanden 2 steriele driehoeksverbanden 2 crêpezwachtels 7 cm 2 crêpezwachtels 5 cm 1 pakje gaaszwachtels 1 rolletje kleefpleister 1 mapje wondpleisters 2 x 24 steriele kompressen 10 unidoses Isobetadine 20 unidoses Hacdil-S 100cc zuurstofwater 1 aluminiumdeken patrouille, trektocht Op tocht nemen we niemand mee die reeds koortsig is of zich niet opperbest voelt. Onze E.H.B.O.-tas reduceren we tot enkele zaken die we dringend zouden kunnen nodig hebben. noodnummers (vergeet het telefoon nummer van je kampplaats niet!) Draag goed zorg voor het E.H.B.O.-materiaal. Gebruik het niet nodeloos, want dat is een enorme geldverspilling EERSTEHULPKOFFER VOOR 30 DEELNEMERS 1 handleiding 1 brancardiersschaar 1 stompe-scherpe schaar 10 veiligheidsspelden 2 thermometers 1 splinterpincet 1 nagelborstel 1 neutrale zeep 1 nierbekken 10 steriele naalden (roze) 5 kleine noodverbanden 5 grote noodverbanden 5 steriele driehoeksverbanden 5 niet-steriele driehoeksverbanden 2 crêpezwachtels 10 cm 4 crêpezwachtels 1 cm 4 crêpezwachtels 5 cm 10 verbandhaakjes 2 rolletjes hypo-allergisch kleefpleister 5m x 6cm wondpleister 2 mapjes wondpleisters 1 pak hydrofiele watten
1 doos vingertopverband 1 applicator 1 pakje handschoenen geneesmiddel tegen diarree (Norit-tabletten) geneesmiddel tegen maagongesteldheid (Rennie) geneesmiddel tegen hoofdpijn (Perdolan Mono 160 mg kauwtablet) geneesmiddel tegen keelpijn (Laryngasol) 1 tube jeukwerende zalf (Vrtic) 1 tube zalf te gebruiken bij pijn door trauma (Flexiumgel 50) 100cc niet-prikkelend, niet-kleurend ontsmettingsmiddel 100cc zuurstofwater 100cc ether (alleen om kleefpleister te verwijderen) 10 unidoses Hacdil-5 1 doos Isobetadine kompressen 5 unidoses fysiologische oogspoeling (15 ml) 10 chloraminetabletten (op te lossen in water!) 1 tube aftersun (Caladrilllotion of crème) 1 lijst nuttige telefoonnummers 2 rolletjes kleefpleister 4 x 24 steriele kompressen 5 x 5 en 10 x 10
108
• welk middeltje voor welke kwaal? Zalfjes, crèmes: insectenbeten verstuikingen, zwellingen, blauwe plekken: Algipan, Euceta brandwonden: Flammazine zonnebrandcrème, after-sun verzachtende zalf bij kloven Nivea, vaseline Ø Pilletjes: keelpijn: Tyro-drops, BMA, Merfen, Strepsils Opmerking: Sea-scouts kiezen best een product zonder suiker, deze is beter bestand tegen de vochtigheid die onvermijdelijk heerst in een vaartuig. Vraag raad aan uw apotheker. Ø koortswerend middel, pijn allerhande: Dafalgan, Curpol, Perdolan Opmerking: Vermijd bij kinderen producten die acetylsalicylzuur bevatten zoals Aspirine, vraag raad aan uw apotheker. Ø bij diaree: Immodium Opmerking: Immodium is een zeer populair geneesmiddel, het beïnvloedt echter noch de duur noch het verloop van de meeste aandoeningen die oorzaak zijn van diaree m.a.w. ze verhelpen de oorzaak niet en geven achteraf vaak aanleiding tot verstopping. Stel het geven van dergelijke medicatie dus zo lang mogelijk uit. Zorg er voor dat de zieke voldoende drinkt en raadpleeg bij ernstige diaree een arts, zeker indien er ook koorts aanwezig is. Ø bij maaglast: Rennie, bruisende dranken Ø bij braken frequent kleine hoeveelheden gesuikerde dranken, Motilium Algemene opmerkingen: Ø Zorg dat je van iedereen een medische fiche hebt, deze is vertrouwelijk en dient enkel ingezien te worden door de E.H.B.O.-verantwoordelijke. Let goed op met medicijnen en zalfjes, controleer bij alles wat je geeft of de persoon in kwestie hiervoor niet allergisch is. Speel nooit zelf voor dokter, beter een raadpleging teveel dan één te weinig! Ø patrouille, trektocht Op tocht nemen we niemand mee die reeds koortsig is of zich niet opperbest voelt. Onze E.H.B.O.-tas reduceren we tot enkele zaken die we dringend zouden kunnen nodig hebben.
109
2.
Levensbedreigende situaties 2.1
Algemene benadering van levensbedreigende situaties
Levensbedreigende situaties kunnen enorm van elkaar verschillen. Het kan gaan om een autoongeluk, een val van een ladder, een CO-vergiftiging, een hartaanval, Toch zijn er een aantal vaste regels die voor elke levensbedreigende situatie toepasbaar zijn en die moeten gevolgd worden, zowel in het belang van het slachtoffer als in het belang van de hulpverlener. De vier verschillende stappen zijn: a. Benader de situatie en zorg voor veiligheid b. Benader het slachtoffer en controleer de vitale functies c. Alarmeer d. Verleen verdere eerste hulp We bekijken de 4 stappen nu elk afzonderlijk. a. Benader de situatie en zorg voor veiligheid Probeer eerst te weten te komen wat er is gebeurd, meestal kan dit door het gewoon aan het slachtoffer te vragen. Dit zal veel helpen bij het identificeren van de gevaren van een situatie. Om de gevaren van een situatie goed te kunnen inschatten is het van het grootste belang dat je al je zintuigen gebruikt, zo kan je bijvoorbeeld gas ruiken. Je moet nagaan wat er is gebeurd en wat de gevaren zijn voor jezelf, het slachtoffers en de omstanders. Eens je de gevaren kent, kan je zorgen voor veiligheid. Doe daarvoor bij voorkeur een beroep op de omstanders. Neem in geen geval onnodige risico’s, noch voor het slachtoffer of voor de omstanders, noch voor jezelf: je riskeert daardoor alleen maar de noodsituatie te verergeren. b. Benader het slachtoffer en controleer de vitale functies Eens je zeker bent dat de veiligheid voor jezelf, slachtoffer en omstanders is verzekerd, kan je het slachtoffer benaderen. Er moet dan nagegaan worden in welke toestand het slachtoffer zich bevindt. Controleer daarbij steeds: Ø het bewustzijn Ø de ademhaling Ø de bloedcirculatie Zorg ook steeds voor vrije ademhalingswegen. De volgorde waarin dat allemaal moet gebeuren is de volgende: Controleer eerst het bewustzijn. Dit kan door te spreken met het slachtoffer, door zachtjes op de schouders van het slachtoffer te kloppen, of door uw handen boven het gezicht van het slachtoffer tegen elkaar te slaan. Zorg daarna voor vrije ademhalingswegen. Dit doe je door knellende kleding los te maken, de mond te controleren en vreemde voorwerpen te verwijderen, en door het hoofd in hyperstrekking en kinlift te brengen. Indien je vermoeden hebt van een gebroken nek of ruggenwervel, laat je het slachtoffer liggen Controleer vervolgens de ademhaling. Dit kan je controleren door te kijken, door te luisteren of door je hand vlak boven de mond van het slachtoffer te houden. Als het slachtoffer nog ademt, ga dan na of de ademhaling vlug of snel, diep of oppervlakkig, of gemakkelijk of moeilijk verloopt.
110
Controleer ten slotte de bloedcirculatie. Dit kan je controleren door twee vingers ( niet de duim, wegens eigen slagader in de duim, waardoor je je eigen hartslag voelt) aan de halsslagader of aan de polsslagader te houden. Ga dan na of de bloedcirculatie snel of traag, sterkof zwak, regelmatig of onregelmatig verloopt. c. Alarmering In levensbedreigende situaties moet je steeds de 100 of 112 bellen. 112 is een Europees nummer. In gans Europa word je doorverbonden met een centrale vergelijkbaar met die van de Belgische 100, als je 112 draait. Het doel van de alarmering is dat de hulpdiensten zo snel mogelijk met de juiste gespecialiseerde hulp ter plaatste komen. Zo komt er bij een auto-ongeluk dan naast een ziekenwagen ook politie, die zullen instaan voor de veiligheid van de situatie. Bij de alarmering van de hulpdiensten vermeld je steeds: Wat er is gebeurd en wat de gevaren zijn Waar de hulpdiensten juist worden verwacht Wie de slachtoffers zijn en in welke toestand ze zich bevinden (levensfuncties) Alarmeer onmiddellijk na de benadering van het slachtoffer, op het ogenblik dat je een goed beeld hebt van de toestand van het slachtoffer. Zorg ervoor dat je in elk geval de toestand van de vitale functies kent op het ogenblik dat je alarmeert. Stuur bij voorkeur een omstander weg om te alarmeren. Vraag aan deze omstander om terug te keren, zodat je er zeker van bent dat de alarmering is gebeurd. Begin dus niet te reanimeren (indien noodzakelijk) zolang je de hulpdiensten niet hebt kunnen verwittigen of totdat je aan een omstaander vraagt dit voor jou te doen. Geef al je vaststellingen ook door aan die omstaander d. Verleen verdere eerste hulp Na de alarmering, verleen je gepaste eerste hulp, afhankelijk van de toestand van het slachtoffer. Blijf ook de vitale functies controleren en pas de basisregels van eerste hulp toe (zie verder).
111
2.2
Basisregels van eerste hulp
In gelijk welke situatie moet je handelen volgens de onderstaande regels. Sommige ervan zijn gericht op de omgang met het slachtoffer, andere op het comfort van het slachtoffer, nog ander zorgen ervoor dat het energieverbruik van het slachtoffer zo laag mogelijk blijft. Praat met het slachtoffer (ook als het bewusteloos is) Luister naar het slachtoffer Blijf bij het slachtoffer Verplaats het slachtoffer nooit (enkel verplaatsen als het leven van het slachtoffer of van jezelf in gevaar zou komen, indien je het ter plaatse zou verzorgen) Laat het slachtoffer zo weinig mogelijk inspanningen doen Bezorg het slachtoffer geen extra pijn Bescherm het slachtoffer tegen extreme temperaturen Geef het slachtoffer nooit te eten of te drinken (zelfs niet als het erom vraagt)
2.3
Uitvallen van de vitale functies
• uitvallen van het bewustzijn Indien je bij de controle van het bewustzijn vaststelt dat het slachtoffer bewusteloos is, handel dan verder als volgt: Ø zorg voor vrije ademhalingswegen, zodat het slachtoffer kan ademen Ø controleer de ademhaling Ø controleer de bloedcirculatie Ø alarmeer Ø hou het hoofd van het slachtoffer in hyperstrekking en kinlift (zie boven), behalve bij vermoeden van wervelletsel Ø controleer ongeveer om de minuut de vitale functies Ø pas de basisregels van eerste hulp toe
• uitvallen van de ademhaling Als je bij de controle van de ademhaling vaststelt dat het slachtoffer niet meer ademt, handel dan als volgt: Ø breng het slachtoffer in rugligging Ø houd of breng het hoofd van het slachtoffer in hyperstrekking en kinlift Ø beadem tweemaal Ø alarmeer Ø zet de beademing verder aan een ritme van 10 -15 beademingen per minuut Ø controleer om de minuut ademhaling en hartslag Ø pas de basisregels van eerste hulp toe
112
• Uitvallen van de bloedcirculatie Indien je na controle van de hartslag vaststelt, dat er geen hartslag meer is, ga je als volgt te werk: Ø reanimeer het slachtoffer (voor techniek zie verder) Ø alarmeer Ø reanimeer het slachtoffer tot de komst van gespecialiseerde hulp. Geef afwisselend 2 beademingen en 15 hartmassages. Masseer met een tempo van ongeveer 80 -100 massages per minuut. Ø controleer ongeveer om de minuut ademhaling en hartslag Ø pas de basisregels van eerste hulp toe
113
2.4
Het transport van slachtoffers
Er dient nog even opgemerkt te worden dat het verplaatsen van een slachtoffer enkel mag gebeuren als het leven van het slachtoffer of dat van de hulpverlener in gevaar komt. • de Rautekgreep De Rautekgreep is een greep die dient om een slachtoffer te verplaatsen, waarbij de kans op verdere verwondingen en complicaties zeer klein is. Je gaat als volgt te werk: Ø Leg de voeten van het slachtoffer elkaar. Leg de armen tegen het lichaam. Ø Kniel aan het hoofd van het slachtoffer. Schuif een hand onder de hals en de andere tussen de schouderbladen. Hef het hoofd voorzichtig op en schuif zelf dichterbij. Ø Til de rug van het slachtoffer op en breng het in een zittende positie. Ondersteun het slachtoffer aan de schouderbladen. Ø Steek je beide handen onder de oksels van het slachtoffer en grijp een voorarm van het slachtoffer. Neem met je ene hand de pols van het slachtoffer vast en met je andere hand de arm net voor de elleboog. Ø Plaats jezelf in hurkzit, zonder de arm van het slachtoffer los te laten. Ø Kom met gestrekte rug recht en trek het slachtoffer mee omhoog tot het op je dijbeen steunt. Breng het slachtoffer naar een veilige plaats. Ø Als je het slachtoffer neerlegt, moet je erop letten dat je het hoofd zeer voorzichtig neerlegt. Als je met twee bent, kan ook nog iemand de voeten van het slachtoffer dragen.
• De geïmproviseerde stoel Indien een van de onderste ledematen gekwetst is, biedt de geïmproviseerde stoel een uitweg. De ene helper neemt met zijn rechterhand de rechterpols van de andere helper, en omgekeerd. Met de vrije hand ondersteunt de ene helper de rug van het slachtoffer, terwijl de andere helper het gekwetste ledemaat ondersteunt.
• een zelfgemaakte draagberrie
114
Om zelf een draagberrie te maken heb je twee sterke rondhouten ( = sjorbalken bvb) en een deken nodig. De sjorbalken moeten een halve meter langer zijn dan het slagtoffer. Je gaat als volgt te werk: Ø Leg het deken gans open. Ø Leg na een derde van de lengte of breedte (ngl. De situatie) één van de balken. Ø Leg na twee derde van de lengte of breedte n van de balken. Ø Plooi een van de buitenkanten over een van de balken, tot tegen de andere balk aan. Ø Plooi dan het andere uiteinde over de andere balk.
De draagberrie is dan klaar. Let erop dat je bij het heffen van de draagberrie, de beide kanten gelijktijdig omhoog heft, dit voor het comfort van het slachtoffer. • Deken-methode Ø Ø Ø Ø Ø
Leg het deken opgerold naast het slagtoffer en rol het slagtoffer op zijn zij Rol het deken tot tegen het slagtoffer Rol het slagtoffer over de rol op zijn andere zijde Leg het slagtoffer opnieuw op zijn rug Het slachtoffer kan nu getransporteerd worden.
2.5
Het leggen van verbanden
115
De figuren van alle verbanden staan hieronder en op de volgende bladzijden. • het spiraalverband Dit verband kan je enkel maar gebruiken bij een wonde of een letsel ter hoogte van een lidmaat. Maak spiraalvormige omwindingen rond het lidmaat, eindig met een volledig rechte omwinding en hecht het verband vast. Zorg ervoor dat elke omwinding de helft tot twee derden van de vorige omwinding bedekt. • het scharnierverband Dit verband kan je gebruiken bij een wonde of een letsel ter hoogte van een gewricht. Houd het lidmaat lichtjes gebogen, in een stand die het slachtoffer zelf als comfortabel ervaart. Breng de eerste twee omwindingen aan op het gewricht zelf. De omwindingen moeten elkaar kruisen aan de binnenkant van het gewricht. Eindig met twee volledig rechte omwindingen en hecht het verband vast. Hieronder vind je de figuren voor een kruisverband aan de voet en een kruisverband aan de hand.
116
• driehoeksverbanden Bij het afdekken van wonden en brandwonden is het is de bedoeling dat de wonde snel wordt afgedekt, met het oog op de verplaatsing naar de geneesheer. Gebruik hiervoor bij voorkeur een steriel driehoeksverband. Hieronder vind je figuren die tonen hoe driehoeksverbanden moeten worden aangelegd.
117
118