HondenEHBO bij puinblessure s (deel 1) door: Liesbeth Meijs © LiSAR Een van de zwaarste onderdelen van het reddingshondenwerk is het zoeken naar personen die onder ingestorte gebouwen bedolven zijn geraakt: het puinzoeken. Explosiegevaar, electriciteitsleidingen, chemicalien, smeulende brokken, glas en versplinterd hout zijn maar enkele van de talloze zaken die een risico voor de reddingshond en de geleider kunnen betekenen. Uiteraard is het de taak van de geleider om eerst te controleren welke gevaren er aan de betreffende situatie zijn verbonden. Hij/zij zal dan moeten beslissen of het verantwoord is zichzelf en de hond hieraan bloot te stellen. Honderd procent veilig is het zoeken op puin nooit. Er bestaat voor een reddingshond dan ook kans op allerlei blessures. Teveel om ineens te bespreken. In dit item zal worden ingegaan op de blessure die het meest voorkomt tijdens het zoeken op puin: Een wond aan een van de poten. Wonden zijn er in soorten en maten. Snijwonden, schaafwonden, brandwonden, diep, oppervlakkig, groot, klein en ga zo maar door. Per verwonding moet een inschatting gemaakt worden van de beste behandelingswijze. Verwaarlozing van een wond, hoe klein ook, kan leiden tot grote complicaties, varierend van pijnlijke ontstekingen tot blijvende beschadiging van gewrichten, bloedvergiftiging en zelfs de dood. Om de meest voorkomende verwondingen te kunnen behandelen dient een reddingshondenteam bij zich te hebben: schoon water, een desinfecterend middel (b.v. betadine-oplossing), enkele steriele gazen, watten, zelfklevend verband (b.v. gazofix of coflex), een brede rol leukoplast en een goede verbandschaar. Poten zijn het makkelijkst te behandelen als de hond in zijligging wordt gebracht met de gewonde poot boven. Bij een flink bloedende wond wordt geen tijd verloren. Het stelpen van de bloeding staat voorop. Er wordt een gaaskomres op de wond gedrukt en daarna wordt het zelfklevende verband er strak omheen gewikkeld. Indien mogelijk wordt de betreffende hond direct naar een dierenarts getransporteerd. Deze kan dan de ernst van de wond bekijken, eventueel hechten en de hond een infuus geven als er erg veel bloed verloren is. Gelukkig is dat laatste maar zelden het geval. Is bezoek aan een dierenarts niet mogelijk, b.v. in een rampgebied, dan mag het drukverband maximaal 30-45 minuten blijven zitten, anders kan de doorbloeding van de betreffende poot onvoldoende worden. Het drukverband wordt verwijderd en als het bloeden inderdaad gestelpt is kan een standaard-verband worden aangelegd zoals verderop beschreven zal worden. Is er nog steeds veel bloedverlies dan mag opnieuw een drukverband worden aangelegd. Bij wonden die nauwelijks bloeden wordt eerst bekeken wat de wond veroorzaakt heeft. Een brandwond dient direkt langdurig met koud water gekoeld te worden. Bij blootstelling aan chemicalien is ook meestal spoelen met water de aangewezen manier, hoewel dit afhankelijk kan zijn van de betreffende stof. Snij-, schaaf- en steekwonden worden gecontroleerd op ongerechtigdheden zoals glas, houtsplinters, steentjes etc. Theoretisch wordt het reingen met water van diepere verwondingen niet aangeraden omdat dan de kans bestaat dat er bacterien in de wond inplaats van eruit gespoeld worden. Praktisch gezien ontkomen we meestal niet aan het reinigen van de verwondde poot omdat deze onder het vuil zit waardoor de wond niet te beoordelen is. Na het reinigen van schaaf- of snijwonden met water wordt een desinfecterend middel in de wond gedruppeld. Oppervlakkige en kleine verwondingen hoeven niet altijd met verband te
worden afgedekt, maar als de hond in het puingebied moet blijven is dit wel verstandig om infecties te voorkomen. Diepere en grotere verwondingen moeten altijd met een verband worden afgedekt en vervolgens indien mogelijk door een dierenarts behandeld worden. Dergelijke verwondingen genezen het snelst en het mooist als ze gehecht worden maar genezing onder verband zonder hechten (de zogenaamde secundaire wondgenezing) is ook mogelijk. Dit duurt echter langer en geeft meer littekenweefsel. Steekwonden: wonden veroorzaakt door een scherp, puntig voorwerp, lijken op het eerste gezicht meestal erg klein maar zijn vaak verraderlijk diep. Ook hier geldt: Schoonmaken, desinfecteren en afdekken met verband. Bij voorkeur wordt een steekwond door een dierenarts behandeld. Over het algemeen moet een dergelijke wond enige tijd open gehouden worden. Daarnaast zal de hond antibiotica krijgen. Een standaard-verband kan alsvolgt worden aangelgd: Na het reinigen en desinfecteren wordt een steriel gaas op de wond gelegd. Deze kan eventueel met een stuk leukoplast op zijn plaats gehouden worden. Tussen de tenen/zooltjes worden dunne rolletjes watten gelegd om drukplekken te voorkomen. Het geheel (dus inclusief de tenen) wordt nu eerst omwikkeld met watten en daarna met het zelfklevende verband. Zelfklevend verband altijd eerst een stukje afrollen en dan pas om de poot wikkelen want je trekt het makkelijk te strak. Let op dat het gewonde gebied ruim wordt ingepakt, dus bij b.v. een verwonding ter hoogte van de pols het verband tot net onder de elleboog laten doorlopen. Om afzakken te voorkomen wordt de bovenzijde van het verband met leukoplast aan de haren vastgemaakt. Eigenlijk mag leukoplast niet helemaal rond een poot gewikkeld worden omdat dat makkelijk afsluiting van de doorbloeding van de poot zou geven. Als het echter voorzichtig en niet te strak gebeurt kan het wel. Verder worden onder de voetzool enkele repen leukoplast aangebracht om het loopvlak slijtvast te maken. In eerste instantie wordt een dergelijk verband na 1 dag gewisseld. Daarna kan het verband 2 tot 5 dagen blijven zitten afhankelijk van de grootte van de wond en dus de hoeveelheid wondvocht.
SAMENVATTING Probleem Flink bloedende wond Mogelijk verbranding Mogelijk chemicalien? Schaafwond Snijwond
Steekwond
Mogelijke behandeling Drukverband en liefst behandeling door dierenarts Langdurig koelen met koud water, nabehandeling door dierenarts Langdurig spoelen met water tenzij door een deskundige anders wordt aangeraden Reinigen, desinfecteren en evt. verband aanleggen A:Ondiep of kleiner dan 1 cm :Reinigen, desinfecteren en verband aanleggen B:Diep of groter dan 1 cm: Reinigen, desinfecteren en verband aanleggen. Indien mogelijk behandeling door dierenarts Reinigen, desinfecteren en verband aanleggen; bij voorkeur behandeling door dierenarts
Hoewel dit overzicht verre van volledig is kunnen de meeste wonden op deze manier adequaat behandeld worden. Infecties en andere complicaties worden zoveel mogelijk voorkomen en de reddingshond kan op korte termijn weer aan het werk.
Honden-EHBO bij puinblessures (deel 2)
door: Liesbeth Meijs © LiSAR SPOEDEISENDE OOGBESCHADIGINGEN Zoals eerder al geconstateerd is het puinzoeken een zeer veeleisend onderdeel van het reddingshondenwerk. Een hond kan hierbij allerlei blessures oplopen. In dit item wordt ingegaan op een aantal beschadigingen in en om de ogen die tijdens het werken op puin kunnen ontstaan. In sommige gevallen kan door snel en doeltreffend reageren een blijvende blindheid van het beschadigde oog voorkomen worden.
Normaal oog Het normale oog bestaat uit een ingenieus samenstelsel van onderdelen dat ervoor zorgt dat licht wordt opgevangen en doorgegeven naar de hersenen. Daar worden de prikkels vertaald in beelden. Aan de buitenzijde van het oog vinden we onder andere: de oogleden, het oogslijmvlies (conjunctiva), de harde oogrok (sclera; dit is het wit van het oog) en het hoornvlies (cornea). Belangrijke strukturen aan de binnenkant van het oog zijn de lens, de pupil, de iris (regenboogvlies), het netvlies en de oogzenuw.
Vallend puin Oogbol-luxatie Vallende stenen kunnen de jukboog indrukken waardoor de oogbol naar voren uit de oogkas wordt gedrukt: Oogbol-luxatie. Dit is een ernstige en zeer spoedeisende situatie! Er kan namelijk snel veel zwelling ontstaan waardoor het oog binnen enkele minuten tot uren onherstelbaar blind wordt. Er moet dan ook direct gereageerd worden. Trek de oogleden over de oogbol en druk het oog voorzichtig terug. Lukt dit niet bescherm het oog dan met wat slaolie of oogzalf en ga naar een dierenarts. Deze zal door middel van een sneetje in de ooghoek meer ruimte maken zodat het oog teruggeplaatst kan worden. Voor de zekerheid worden de oogleden daarna tijdelijk tegen elkaar aangehecht. De hond wordt nog ca 10 dagen met medicijnen tegen de zwelling, pijn en ontsteking nabehandeld. Oog-schudding Vallende stenen die de hond schuin van voren raken kunnen een zogenaamde "oogschudding" veroorzaken. De drukgolf die op deze manier onstaat kan strukturen zoals de lens, het netvlies en de oogzenuw beschadigen. Als een hond na een dergelijk ongeluk problemen lijkt te hebben met het gezichtsvermogen moet er een uitgebreid oog-onderzoek gedaan worden. Op het moment zelf kun je echter weinig doen. Orbita-fraktuur Door vallende stenen kan er een breuk in de oogkas onstaan. Meestal zijn de 2 breukstukken niet erg verplaats ten opzichte van elkaar zodat behalve rust en zacht voedsel geen speciale behandeling nodig is. Bij uitzondering is het toch nodig dat de breukgedeeltes operatief met een plaat aan elkaar vastgemaakt worden. Bloedingen Door vallend puin kunnen er bloedingen onstaan in het oogslijmvlies, de sclera en zelfs in de voorste oogkamer. Het toedienen van adrenaline oogdruppeltjes kan een acute bloeding soms stoppen. Meestal constateer je de
bloeding echter pas als deze al gestopt is. Hoewel een dergelijk rood oog er dramatisch uitziet wordt het bloed binnen 5-10 dagen geresorbeerd. Het oog fuctioneert daarna weer normaal. Cornea-oedeem Door vallend puin kan het oog zo getroffen worden dat er vocht in het hoornvlies uittreedt. Het hoornvlies is nu niet meer transparant maar blauw-wit van kleur. In de meeste gevallen verdwijnt de troebeling na enkele dagen vanzelf. Eventueel kuunen er oogdruppels gegeven worden om dit proces te versnellen.
Veretsingen Allerlei chemicalien kunnen per ongeluk in de ogen terecht komen. Denk bijvoorbeeld aan accuzuur, (af)wasmiddelen en ongebluste kalk. Het oog kan op die manier onherstelbaar beschadigd raken! Het oogslijmvlies is rood en gezwollen, het hoornvlies vertoont een blauw-witte verkleuring en het oog is erg pijnlijk. Snel ingrijpen is van groot belang! Spoel het oog uit met veel water (desnoods slootwater als niets anders voorhanden is). De eerste seconden zijn het belangrijkst. Nabehandeling zal moeten gebeuren door een dierenarts met medicijnen tegen pijn zwelling en onsteking
Vreemde materialen Glas-, hout- en metaalsplinters, spijkers en vele ander zaken kunnen in een oog terecht komen en op deze manier beschadigingen veroorzaken Beschadiging van de ooglidrand Hoe klein een wondje aan de ooglidrand soms ook is, het moet altijd gehecht worden. Na enige tijd gaan de wondranden namelijk door de optredende zwelling erg erg wijken en zal zodoende geen goede genezing plaatsvinden. Beschadigigng van het oogslijmvlies Beschadigingen van het oogslijmvlies hoeven niet altijd gehecht te worden. Dit is afhankelijk van de grootte van de wond. Meestal is het wel verstandig om enkele dagen met antibioticum-houdende oogzalf te behandelen Cornea verwondingen Verwondingen van het hoornvlies kunnen oppervlakkig, diep en perforerend zijn. Er kunnen zelfs deeltjes van het ‘vreemde materiaal’ achterblijven in of op het hoornvlies. Bij een vermoeden van een hoornvliesbeschadiging moet een dierenarts geraadpleegd worden. Door middel van oogdruppeltjes met kleurstof kan deze de ernst van de situatie vaststellen. Soms zal aan een dergelijke beschadiging een oogheelkundig specialist te pas moeten komen.
Tot slot Al met al kan er op het puin nogal wat gebeuren met de ogen van een reddingshond. In de meeste gevallen kan door een goede reactie erger voorkomen worden. Water, gezond verstand en eventueel een tubetje oogzalf zijn hierbij de belangrijkste benodigdheden. Laat achteraf voor alle zekerheid het getroffen oog door een dierenarts onderzoeken ook als het wel mee lijkt te vallen. Soms komt er toch iets aan het licht waar overheen gekeken is en vaak kunnen medicijnen het genezingsproces optimaliseren.
Oververhitting
door: Liesbeth Meijs © LiSAR In de zomer kunnen de temperaturen soms aardig oplopen. Elk jaar zijn er weer verhalen van honden die aan oververhitting (hyperthermie) overleden zijn omdat zij even in de auto werden achtergelaten. Ook bij intensief werken in de zon kan hyperthermie ontstaan. Reddingshonden worden vaak ingezet in situaties waar extreme weersomstandigheden heersen. Kou, regen, wind en hitte, de reddingshond moet onder alle omstandigheden zijn werk doen. Hyperthermie is bij warm weer dan ook iets waar de hondengeleider op bedacht moet zijn. Voor we de symptomen en de behandeling van deze levensbedreigende situatie bespreken eerst iets over het ontstaansmechanisme: HOE ONTSTAAT HYPERTHERMIE ? De normale temperatuur van een hond ligt tussen de 38 en de 39 graden celsius. Het lichaam bewaart een evenwicht tussen warmteproduktie en warmte-afgifte. Dit wordt geregeld door het warmte-regulatiecentrum in de hersenen. Warmteproduktie wordt onder andere beinvloed door leeftijd, lichaamsgewicht, geslacht, conditie (getrainde spieren produceren meer warmte door een hogere stofwisseling), activiteit en voeropname. De warmteafgifte o.a. door omgevingstemperatuur, windsnelheid, vochtigheid en isolatie (vetlaag, beharing). Warmte kan het lichaam verlaten via straling (huidoppervlak), stroming (lucht-stromingen), verdamping en geleiding (via contact-oppervlakken). Honden verliezen voornamelijk warmte door verdamping via de bek (hijgen ofwel panting) en via de zweetklieren in de voetzolen. Ook het verwijden van de kleine bloedvaatjes in de huid, het veranderen van de lichaamshouding en het gedrag (koele plaats opzoeken) dragen bij aan de warmteafgifte. Door allerlei inwendige en uitwendige oorzaken kan de warmteproduktie groter worden dan de warmteafgifte. We zien dit onder andere bij infecties, bij beschadiging van de hersenen of bij zware arbeid in een warme omgeving met hoge luchtvochtigheid. In het laatste geval kan het warmteverlies via hijgen en zweten onvoldoende worden als de hond uitgedroogd raakt. Het evenwicht raakt verstoord en de lichaamstemperatuur stijgt. Meestal slaagt het warmte-regulatiecentrum er vervolgens in om, bij een iets hogere lichaamstemperatuur een nieuw evenwicht in te stellen tussen warmteproduktie en warmteafgifte. Kan echter nog steeds onvoldoende warmte worden afgegeven dan blijft de temperatuur stijgen en spreken we van hyperthermie. Het lichaam van de hond reageert nu door steeds sneller te gaan hijgen. De ademhalingsspieren produceren op een gegeven moment zoveel warmte dat dit bijdraagt tot een verdere verhoging van de lichaamstemperatuur in plaats van tot het gewenste warmteverlies. Deze vicieuze cirkel kan de hond zelf niet meer doorbreken en snel ingrijpen is noodzakelijk. Stijgt de lichaamstemperatuur boven de grens van 42 graden dan beginnen de eiwitten in het lichaam beschadigd te raken en worden de lichaamscellen onvoldoende van zuurstof voorzien. Allerlei essentiele processen stagneren. Het dier overlijdt. SYMPTOMEN EN BEHANDELING Om hyperthermie te kunnen vaststellen en de eerste levensreddende behandeling te kunnen uitvoeren heeft een reddingshondenteam nodig: Een gewone digitale thermometer (voor 10 tot.25 gulden bij elke drogist te krijgen), koel water, keukenzout en evt medicinale alcohol. Daarnaast kan, indien aanwezig, gebruik gemaakt worden van een ventilator of een auto met airconditioning Hyperthermie kan een scala aan klachten veroorzaken waarvan de een duidelijker is dan de ander. De symptomen worden ernstiger naarmate de temperatuur hoger is. Misselijkheid en braken, spierkrampen, extreem hijgen en spierzwakte zijn de meest voorkomende verschijnselen. Soms is het bewustzijn verminderd. Met een thermometer kan de diagnose makkelijk gesteld worden. Breng deze rectaal in met een beetje glijmiddel (slaolie of desnoods spuug) in. Wacht tot de temperatuur ca. 20 seconden niet meer stijgt of tot de thermometer een piepje geeft en lees af. Is de temperatuur boven de 41.0 dan is zeer snelle koeling vereist, indien mogelijk zelfs met ijs of ijskoud water. Bij een temperatuur tussen de 40.5 en 41.0 moet een voorzichtigere koeling worden toegepast. Plaats de hond in de schaduw en maak gebruik van de ventilator cq. airconditioning. Overgiet het dier met koel (dus niet steenkoud) water, zet hem eventueel in het water of onder de tuinslang. Wrijf goed door de vacht zodat het water
op de huid komt en niet alleen langs de haren afstroomt. Koelen met alcohol gaat nog sneller. Meestal zal hiervan niet genoeg aanwezig zijn om de hond hiermee kletsnat te maken. Gebruik de alcohol in ieder geval op plaatsen waar de beharing dun is (liezen,oksels, oren). Als de hond wil drinken geef hem dan steeds kleine beetjes koel water liefst met een klein beetje keukenzout erdoor. Controleer de temperatuur elke 10 minuten. Als deze inderdaad begint te zakken doe dan rustig aan met de koelende activivteiten. Er moet voorkomen worden dat de temperatuur te laag wordt. Ook kan een te snelle koeling, bijvoorbeeld met ijskoud water, tot gevolg hebben dat de hersenen het lichaam weer aanzetten tot warmteproduktie (rillen). Als de temperatuur gedaald is tot ca. 40 graden kan het koelen gestopt worden. Wel moet elk half uur de temperatuur gemeten worden. Indien mogelijk wordt de hond verder door een dierenarts behandeld. Deze kan door het toedienen van infusen en vaatverwijders de temperatuur verder laten dalen. Soms is zelfs een narcose nodig om dit te bereiken. Als een infectie mogelijk de oorzaak van de hyperthermie was zal de hond daarnaast nog antibiotica en koortsverlagers krijgen. Om te voorkomen dat de hyperthermie zich herhaalt moet de oorzaak worden vastgesteld. Waren alleen de omgevingsomstandigheden de oorzaak al dan niet in combinatie met zwaar werk, of ligt er een inwendige ziekte aan de hyperthermie ten grondslag? Een bloedonderzoek kan hier vaak uitsluitsel bieden. De preventie van hyperthermie die door uitwendige factoren veroorzaakt wordt is meestal een kwestie van gezond verstand: Zieke dieren niet bij hitte laten werken, dieren voldoende mogelijkheden geven om af te koelen (voldoende koel drinkwater, regelmatig pauzeren, evt. de voeten wat nat maken etc.). Ook blijkt dat een dier na enige dagen acclimatiseren in een nieuwe (warmere) omgeving beter tegen de omstandigheden is opgewassen De inwendige oorzaken van hyperthermie zijn moeilijk te voorkomen maar als de aandoening goed en tijdig behandeld wordt hoeft de hyperthermie geen blijvende gevolgen te hebben.. Tenslotte: Een gezonde reddingshond kan heel goed bij hoge temperaturen werken. De geleider moet dan wel zorgen dat de hond regelmatig in de schaduw pauzeert en genoeg kan drinken. Gaat het toch mis dan kan met een thermometer eenvoudig de diagnose hyperthermie gesteld worden. Koelen is dan het belangrijkste. Dit kan met water of alcohol evt. in combinatie met een ventilator of een geairconditionde auto. Ook als het op deze manier lukt om de lichaamstemperatuur van de hond te normaliseren is het verstandig om door middel van een bloedonderzoek de gezondheid van de hond te laten controleren.