12. ECONOMISCHE HULPMIDDELEN: FINANCIERING VAN DE SANERINGS- EN BEHEERSWERKEN VAN VERONTREINIGDE BODEMS 1. Inleiding Het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest telt tal van verontreinigde terreinen, waarvan de sanering en het hergebruik afgeremd of belemmerd worden door de hoge kosten voor de sanering of het risicobeheer. In het kader van zijn actie betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems en het beleid van duurzame ontwikkeling stelde het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volgende doelen: • de kwaliteit van het milieu te verbeteren, de bescherming van de gezondheid van de burgers te verzekeren en hun leef- en werkomgeving te verbeteren; • het herstel op de markt van de grondreserves in de hand te werken om bij te dragen tot de transversale actie van de regering betreffende de ondersteuning van de economische activiteit, door het scheppen van banen, het huisvestingsbeleid en de heropleving van de stad in de hand te werken. De Brusselse ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems omkadert en bepaalt de verplichtingen inzake sanering en beheer van het risico ten laste van de eigenaars en/of exploitanten van verontreinigde terreinen (zie factsheet "Beheer van verontreinigde bodems in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: algemeen kader"). Ze legt de verplichtingen inzake identificatie en behandeling van verontreinigde bodems vast die, in bepaalde omstandigheden, extreem duur kunnen zijn (zie fiches "Informatietools: inventaris van de bodemtoestand" en "Technische hulpmiddelen: identificatie en behandeling van verontreinigde bodems"). Het industriële verleden van het gewest veroorzaakte verontreinigingen of vermoedens van verontreiniging op zowat 19.000 terreinen; op een groot aantal van deze percelen bevinden zich vandaag woningen, bedrijven, kantoren, parken,... Vallen deze terreinen onder de toepassing van de ordonnantie van 5 maart 2009, dan krijgen de eigenaars of exploitanten vaak te maken met zogenaamde weesverontreinigingen (verontreinigingen waarvoor geen verantwoordelijke bestaat). We stellen vast dat heel wat particulieren en exploitanten worden geconfronteerd met torenhoge of onbetaalbare kosten voor de identificatie en/of behandeling van de verontreiniging, terwijl zij met de verontreiniging of met het vermoeden van verontreiniging niets hebben te maken. Niet zelden laten deze particulieren of exploitanten het plan om hun huis te verkopen of hun ondernemingsproject varen, wat de vastgoedtransacties en het opstarten van nieuwe economische projecten op die terreinen afremt; die terreinen blijven er dan verlaten bij liggen, terwijl er in het Gewest een betrekkelijke schaarste aan gronden heerst.
2. Economische hulpmiddelen die in het Brussels Gewest werden ingevoerd ter ondersteuning van de identificatie en behandeling van verontreinigde bodems Om de aanpak van die bodemverontreiniging te vergemakkelijken voorzag het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest in verschillende instrumenten zoals premies voor het uitvoeren van bodemonderzoeken, sectorale fondsen (Bofas: tankstations) of nog het programma Brussels Greenfields. Die hulpmiddelen worden hieronder nader bekeken.
2.1. Premies ter ondersteuning van de uitvoering van bodemonderzoeken In bepaalde gevallen worden premies toegekend teneinde de uitvoering van een verkennend bodemonderzoek, een gedetailleerd onderzoek of een risico-onderzoek financieel te ondersteunen. Voor elk van deze drie onderzoeken kan voor eenzelfde terrein een premie 12. ECONOMISCHE HULPMIDDELEN: FINANCIERING VAN DE WERKEN VOOR DE SANERING EN HET BEHEER VAN VERONTREINIGDE BODEMS
worden toegekend. Die mogelijkheid vloeit voort uit het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 september 2007 betreffende de toekenning van een premie voor de uitvoering van een bodemonderzoek in het kader van het beheer en de sanering van verontreinigde bodems. De premieaanvrager moet aan de volgende criteria voldoen: • "onschuldige" bezitter zijn, m.a.w. een persoon die niet verantwoordelijk is voor de bodemverontreiniging, die niet op de hoogte was van de bodemverontreiniging wanneer hij eigenaar of exploitant werd van het terrein en er sinds 1 januari 1993 geen enkele risicoactiviteit uitbaatte; • houder zijn of geweest zijn van de zakelijke rechten op het betreffende terrein of het terrein gebruiken of gebruikt hebben; • te zijnen laste een bodemonderzoek hebben uitgevoerd. Het terrein moet aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoen: • gevestigd zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; • het voorwerp vormen van een vermoeden van verontreiniging of van een gebleken verontreiniging; • geen andere financiële steun hebben genoten voor een bodemonderzoek of voor het uitvoeren van risicobeheersmaatregelen. Het bedrag van de premie bedraagt 60 % van de onderzoekskosten met een maximumbedrag van 2 200 € voor studies die na 19 oktober 2007 zijn begonnen. Bodemstudies waarvoor Brusselse premies werden toegekend in de periode 2007-2011 (aantal studies volgens type, toegekende bedragen) Bron : Leefmilieu Brussel, onderafdeling Bodems, 2012 2007
2008
2009
2010
2011
Totaal
Percentage
Soort studie (aantal) : Verkennend bodemonderzoek
10
188
166
139
183
686
65,65%
4
84
72
64
53
277
26,51%
Prospectief onderzoek
0
29
5
0
0
34
3,25%
Gedetailleerd onderzoek
0
0
0
14
34
48
4,59%
14
301
243
217
270
1045
100,00%
Risico-onderzoek
Totaal aantal premies Toegekende bedragen (€) Bedrag natuurlijke personen
7.206
170.819
248.556
192.987
288.137
907.706
57,33%
Bedrag rechtspersonen
6.600
107.727
216.195
175.172
169.790
675.485
42,67%
13.806
278.547
464.752
368.159
457.927
1.583.190
100,00%
986
925
1.913
1.697
1.696
1.515
Bedrag natuurlijke + rechtspers. Gemiddeld bedrag van de premies
-
Leefmilieu Brussel onderzoekt momenteel de haalbaarheid van een permanent fonds ter ondersteuning van de behandeling van weesverontreiniging van bodems in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit fonds beoogt de ondersteuning van natuurlijke en rechtspersonen bij de doorvoering van de behandeling van de bodemverontreiniging op het hele grondgebied van het Gewest, ongeacht het projecttype.
2.2. Fonds voor de sanering van de bodem van tankstations - "BOFAS" Het besluit "benzinestations" van 21/01/1999 verplicht voor publiek toegankelijke benzinestations bodemverontreiniging te onderzoeken en in voorkomend geval te saneren en nieuwe technische installaties te voorzien die nieuwe verontreinigingen moeten voorkomen. Voor heel wat tankstations die van vóór de jaren '90 dateren, is het verontreinigingspassief heel aanzienlijk: volgens de normen die in het besluit werden uitgevaardigd, vergt ongeveer 85% van de benzinestations een sanering waarvan de kostprijs om en bij de 100.000 euro bedraagt. De financiering van die curatieve en preventieve maatregelen blijkt zonder financiële steun heel vaak een onhaalbare kaart voor
12. ECONOMISCHE HULPMIDDELEN: FINANCIERING VAN DE WERKEN VOOR DE SANERING EN HET BEHEER VAN VERONTREINIGDE BODEMS
de uitbaters. In die context werd in 2004 het bodemsaneringsfonds voor tankstations in het leven geroepen. Dit fonds waarop de eigenaars en uitbaters van tankstations in heel België beroep konden doen, wordt gefinancierd door een bijdrage geïnd op benzine en diesel; de helft van de kosten wordt gedragen door de petroleumsector, de andere helft door de automobilisten. De vzw Bofas, werd opgericht als intergewestelijk samenwerkingsakkoord en werd belast met het beheer van dit fonds en met de controle van het correcte verloop van de saneringswerkzaamheden. Voor stations die werden gesloten, konden de aanvragers de volledige behandeling van de verontreiniging aan de vzw Bofas toevertrouwen. Bij sluiting dekt de tussenkomst 100% van de kosten, terwijl het maximumbedrag bij voortzetting van de activiteit wordt beperkt tot 62.000 euro. De vzw wordt gecontroleerd en staat onder het toezicht van de Interregionale Bodemsaneringscommissie (IBC) waaraan het werkprogramma, de rekeningen en de activiteitenverslagen worden voorgelegd. De drie Gewesten en de federale Staat zijn hierin vertegenwoordigd. De Brusselse leden zijn medewerkers van de Afdeling Milieupolitie en Bodem. Ieder gewest neemt volgens een beurtrol het voorzitterschap en het secretariaat van de IBC waar. De toegangsvoorwaarden tot het fonds werden in 2007 uitgebreid met een nieuwe periode voor het indienen van de interventieaanvraag; het aantal door Bofas te saneren sites (gesloten stations waar Bofas werkzaamheden moet uitvoeren) verdubbelde nagenoeg (van 1052 sites einde 2006 naar 1964 momenteel voor de drie gewesten). Gezien de situatie verlengde de IBC de erkenning van de vzw BOFAS met 5 jaar; die loopt momenteel tot juni 2019. Aantal saneringsaanvragen en bodemsaneringen die in het BHG werden doorgevoerd met de steun van het BOFAS-fonds: bilan voor de benzinestations Bron : Leefmilieu Brussel, onderafdeling Bodems, 2012 Verwezenlijkingen van Bofas in Brussel Totaal aantal ontvangen geldige aanvragen
228
Met sluiting
94
Met voortzetting van de activiteiten
68
Voor reeds uitgevoerde werken (retroactieve aanvragen)
66
Aandeel van de Brusselse dossiers in het totaal aantal dossiers
6%
Door BOFAS gerealiseerde onderzoeken en saneringen voor stations die werden gesloten (2004-2011) Aantal gedetailleerde onderzoeken
101
Aantal saneringsonderzoeken
97
Aantal afgesloten saneringen
3
Aantal aangevatte saneringen
19
Totaal budget gewijd aan de onderzoeken en aan de eerste fases van de saneringswerkzaamheden
977.000 €
Tot nog toe zijn er 22 gesloten tankstations in het Brussels Gewest die al gesaneerd werden door de vzw BOFAS of waarvoor de sanering nog volop aan de gang is. De 72 andere stations zullen tegen 2019 worden gesaneerd. Daarnaast werden er ook al 66 stations gesaneerd door hun exploitant die retroactief van een gedeeltelijke of gehele terugbetaling kan genieten. Ten slotte werden er 68 tankstations die hun activiteiten voortzetten door hun exploitant in regel gebracht met de normen na gesaneerd te zijn met technische en financiële ondersteuning van de vzw Bofas.
12. ECONOMISCHE HULPMIDDELEN: FINANCIERING VAN DE WERKEN VOOR DE SANERING EN HET BEHEER VAN VERONTREINIGDE BODEMS
2.3. Het programma "Brussels Greenfields" Eind 2008 keurde de Brusselse Regering het project Brussels Greenfields goed. Dit project wordt gefinancierd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het kader van het operationeel programma Doelstelling 2013 “Samen investeren in stedelijke ontwikkeling”. Het doel van dit gewestelijke programma is bedrijven helpen zich te vestigen in de prioritaire interventiezone, met name de zone rond het Kanaal. Deze zone is echter al eeuwenlang geïndustrialiseerd en ziet zich hierdoor geconfronteerd met een soms ernstige bodemverontreiniging, wat een aanzienlijke belemmering vormt voor zijn economische ontwikkeling. De "Brussels Greenfields"-voorziening werd bijgevolg ingevoerd om te vermijden dat de bodems nog sterker vervuild zouden geraken en om hun sanering te stimuleren. De ondersteunde projecten moeten bovendien bijdragen tot de economische heropleving van deze zone en het optrekken van duurzame gebouwen promoten. Deelnemen aan deze projectoproep biedt volgende voordelen: • financiële steun voor het saneren van de bodems (tot 75% van de uitgevoerde behandeling); • een administratieve begeleiding en een actieve ondersteuning op het vlak van het wettelijk kader; • een vergoeding tot 2.500 euro voor de projecten die niet worden geselecteerd. De cumulatieve vereisten zijn: • zich vestigen in de prioritaire interventiezone; • bezorger zijn van een economisch project dat collectieve opbrengsten en banen creëert; • zich ontwikkelen op een terrein getroffen door weesverontreiniging. De selectie gebeurt bovendien op basis van bijkomende criteria zoals de energie- en milieuprestaties, de economische en financiële draagkracht van het project, de efficiëntie van de toegekende financiële steun, enz. Sinds zijn lancering heeft het programma Brussels Greenfields 8 projecten geselecteerd met het oog op de creatie van economische activiteiten die ongeveer 2.200 (directe en indirecte) banen zouden moeten opleveren en aanzienlijke positieve gevolgen voor de gemeenschap zouden moeten hebben. De door Brussels Greenfields aan de 8 laureaten toegekende subsidies zijn goed voor in totaal meer dan 3,5 miljoen euro. Dankzij deze projecten draagt het Gewest bij tot de verwezenlijking van haar doelstellingen: de sanering van verontreinigde en economisch bevroren sites op Brusselse bodem en het vestigen van nieuwe ondernemingen die banen creëren. De gebouwen die op deze sites worden opgetrokken, moeten bovendien blijk geven van hoge milieu- en energieprestaties. De 8 geselecteerde projecten worden hieronder beschreven: 2.3.1. KMO-park Paepsem Dit project, voorgelegd door het OCMW van Brussel, betreft een park voor kleine en middelgrote ondernemingen dat op de Paepsem-site in Anderlecht zal komen. Het biedt het hoofd aan een vervuiling te wijten aan gechloreerde solventen en zware metalen; werkzaamheden rond risicobeheer voor het leefmilieu en de gezondheid van de mens herstellen een economische oppervlakte van iets meer dan een hectare in haar oorspronkelijke staat. De GOMB (Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) is de erfpachter van het terrein en staat in voor de ontwikkeling van het economische project en wil er een gebouw neerzetten van 6.000 m² met moduleerbare werkplaatsen voor bedrijven uit de bouw- en renovatiesector, uit de ambachtensector, de sector van de kleine industriële ondernemingen, van de landbouwverwerkende en voedingsindustrie, van de afvalbehandeling en –valorisatie en van de NICT (Nieuwe informatie- en communicatietechnologieën).
12. ECONOMISCHE HULPMIDDELEN: FINANCIERING VAN DE WERKEN VOOR DE SANERING EN HET BEHEER VAN VERONTREINIGDE BODEMS
De “KMO-parkbenadering” heeft als bedoeling tegemoet te komen aan de vastgestelde ontbrekende schakel voor de inplanting van KMO’s in groei na hun min of meer lange beginperiode in bedrijven- en starterscentra, enz. Het Paepsem-project zal een subsidie genieten van 50 % van alle saneringskosten (inclusief studies), naar schatting 278.000 euro. In 2014 moeten de activiteiten in het park van start gaan en voor om en bij 200 jobs zorgen. 2.3.2. Nieuw koelhuis Mabru Dit project werd door vzw Mabru ingediend en heeft betrekking op het bouwen van een nieuw koel- en opslaghuis voor de vroegmarkt op de Werkhuizenkaai. Het 1,2 hectare grote terrein hoort de stad Brussel toe en wordt in oorspronkelijke staat hersteld na risicobeheerwerken rond een gemengde vervuiling afkomstig van een vroegere gasfabriek. Mabru vzw, de concessiehouder van de plek, wil in 2012 ongeveer 40 handelaars in dit nieuwe entrepot onderbrengen. Dat zorgt voor ongeveer 100 nieuwe banen, voornamelijk in de groente- en fruitbranche. Het nieuwe geplande koelhuis speelt in op een grote nood aan nieuwe handelsruimten voor de mensen uit de voedingsgroothandel in Brussel, of ze nu al een stek op de vroegmarkt hebben of kandidaat zijn om er een te hebben. Het Mabru-project heeft heel wat troeven op milieugebied: geringe koelnoden, goede prestaties inzake verlichting, 36% van de stroom komt van zonne-energie, laureaat van de wedstrijd voor "Voorbeeldgebouwen". Dit toekomstige gebouw werd bovendien in het kader van de projectoproep "Voorbeeldgebouwen 2008" geselecteerd. Gezien de zeer hoge score van de kandidatuur krijgt het project een subsidie die meer dan 75 % van de bodemonderzoeken en van de werkzaamheden voor bodembehandeling dekt, dus een bedrag dat geraamd wordt op 476.000 euro. 2.3.3. Internation Pneus Nouvelle Dit project werd voorgesteld door de firma Internation Pneus Nouvelle (IPN), gespecialiseerd in de distributie van banden voor moto's en scooters. De stijgende uitvoer maar ook nieuwe partnerschappen met grote fabrikanten vereisen een performantere logistieke organisatie. Het project bestaat uit de bodemsanering (vervuiling door minerale oliën afkomstig van de activiteiten van een voormalige, maar intussen volledig vernielde raffinaderij) alsook uit de stabilisering van de bodem voor een nieuwe achteringang om er tijdelijke containers te kunnen zetten. Zo wordt in de toekomst vermeden dat de vrachtwagens die de containers komen laden of lossen de ingang aan de straat waar IPN zich bevindt, blokkeren. Het project van IPN krijgt een subsidie die 50% van alle saneringskosten (inclusief studies) dekt; dit zou een bedrag van ongeveer 15.000 euro moeten vertegenwoordigen. Door toegankelijk te zijn voor kleinere projecten draagt Brussels Greenfields bij tot het behoud van het kmo-weefsel in het Brussels Gewest. 2.3.4. Just Under The Sky van Equilis Dit project werd ingediend door Equilis NV en omvat een groot winkel- en ontspanningscentrum aan het kanaal. Het wil opnieuw een leefruimte in deze kanaalzone in het leven roepen via gemengde stedelijke functies zoals handel, economische activiteiten, vrijetijdsbesteding, happenings en nabijheidsdiensten (crèche, dienstenchequepunt,...). Het project heeft ook een patrimoniale insteek, aangezien het wil getuigen van het industriële verleden van de Godin-fabrieken en verschillende fabrieken op de site wil valoriseren. Het project Just Under The Sky zal een duurzaam partnerschap met het Brussels Gewest omvatten, gebaseerd op meer banen voor andersvalide werknemers en de aanwerving van laaggeschoolde arbeidskrachten. Het project voorziet bovendien in een ruimte in het commerciële gedeelte waar opleidingen voor werkzoekenden kunnen worden gegeven. Een andere belangrijke doelstelling van Equilis is dat het project de Europese referentie inzake leefmilieu wordt (BREEAM-certificatie, gebruik van schone materialen, groendaken en zonnepanelen enz.). Dankzij die steile ambities inzake duurzaam bouwen slaagde het project erin de bonus van de financiering binnen te halen. Die vertegenwoordigt 75% van de sanering van de bodemverontreiniging (hoofdzakelijk minerale oliën, benzeen, tolueen, 12. ECONOMISCHE HULPMIDDELEN: FINANCIERING VAN DE WERKEN VOOR DE SANERING EN HET BEHEER VAN VERONTREINIGDE BODEMS
ethylbenzeen en xyleen - BTEX en polycyclische aromatische koolwaterstoffen PAK), een bedrag dat geraamd wordt op 534.906 euro. Just Under The Sky zou moeten zorgen voor de creatie van verschillende honderden banen tegen 2014. 2.3.5. SOMA van Abatan Dit project werd ingediend door Abatan NV (slachthuizen van Anderlecht) waarvan de activiteiten zich in de loop der jaren stapsgewijs hebben gediversifieerd en uitgebreid. Het nieuwe "SOMA"-gebouw zal worden opgetrokken naast de huidige slachthuizen. Het gaat in feite om een overdekte markt, op basis van industriële/handelshuurovereenkomsten. De gebouwen zullen "ateliers" omvatten (de opslagkoelkasten voor vlees), net als handelsruimten, restaurants, woningen, parkings, sanitaire voorzieningen en technische lokalen. Bovendien zullen op de site twee andere gebouwen, met hoofdzakelijk een woonfunctie, worden opgetrokken. Het project zou een vijftigtal kmo’s de kans moeten geven zich in de nieuwe gebouwen te vestigen, wat een honderdtal jobs moet creëren. De graad van subsidiëring aan deze laureaat bedraagt 50 % van alle saneringskosten (inclusief studies), d.w.z. een raming van 691.726 euro. Het project zal het mogelijk maken laaggeschoolde arbeidskrachten uit de PIZ (Prioritaire Interventiezone) aan te werven en de economische activiteit van de buurt opnieuw te dynamiseren. 2.3.6. Richtschema van Sibelga Dit project werd ingediend door Sibelga cvba dat een intercommunale is met als hoofdopdracht het beheer van de distributienetwerken voor elektriciteit en aardgas voor de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het project "Richtschema" bestaat in de herinrichting van de huidige site (aan de Werkhuizenkaai) met het oog op meer productiviteit, mobiliteit en doeltreffendheid dankzij onder meer de bouw van een nieuw halfindustrieel gebouw en de renovatie van bestaande gebouwen. Dit project zou 120 nettojobs in de PIZ creëren. De graad van subsidiëring aan deze laureaat bedraagt 50 % van alle saneringskosten (inclusief studies), d.w.z. een raming van 770.566 euro. Ook het opleidingscentrum "Sibelga Academie" krijgt er een plek en zal op termijn tot 200 personen kunnen ontvangen. Het zal dienen om enerzijds het bestaande personeel en anderzijds studenten op te leiden zodat die vervolgens met een voldoende basiskennis rechtstreeks bij Sibelga (of elders) kunnen solliciteren. 2.3.7. Stadstuintjes van de Gemeente Anderlecht en Eco Innovation Dit project, dat net naast de Albert I-square in Anderlecht ligt, werd voorgesteld door de Gemeente Anderlecht en a.i.s.b.l. Eco Innovation en wil gemengde stadstuintjes creëren, m.a.w. tuintjes waaraan zowel gewone liefhebbers als professionele tuiniers meewerken. De economische activiteit vloeit onder meer voort uit de huur van bakken of perceeltjes door de liefhebbers, de productie en verkoop van fruit, groenten en vis, de commercialisering van tuinbouwopleidingen en animatieactiviteiten rond milieusensibilisering. Het concept "gemengde moestuin" werd door Eco Innovation uitgetest op de proeftuin "De kwekerij van de Dauw" in Anderlecht. Het doel van het project dat werd ingediend voor Brussels Greenfields (en dat past in het Duurzame-wijkcontract Kanaal-Zuid) is het proefproject te reproduceren, maar dan op grotere schaal (het drievoudige van de oorspronkelijke oppervlakte, d.w.z. 2.170 m²). De graad van subsidiëring aan deze laureaat bedraagt 50 % van alle saneringskosten (inclusief studies), d.w.z. een raming van 593.981 euro. Dankzij de activiteit van de gemengde moestuinen zal de buurt kunnen worden geherdynamiseerd en de sanering van de bodem zal ervoor zorgen dat een site die ernstig vervuild was (o.a. door vluchtige organische stoffen, minerale oliën, zware metalen, cyanide en polycyclische aromatische koolwaterstoffen) zal worden opgewaardeerd 12. ECONOMISCHE HULPMIDDELEN: FINANCIERING VAN DE WERKEN VOOR DE SANERING EN HET BEHEER VAN VERONTREINIGDE BODEMS
2.3.8. Brussels Greenbizz van Via Brabandt / GOMB Dit project werd voorgesteld door de firma Via Brabandt (eigendom van de GOMB). Het is de bedoeling in de Claessensstraat in Brussel-Stad twee aangrenzende gebouwen op te trekken die een geheel vormen. Het gaat om de economische component van het Duurzame-wijkcontract Tivoli. Het eerste gebouw zal dienen voor het EFRO-project "Brussels Greenbizz" dat erin bestaat een bedrijfsincubator voor milieugerichte ondernemingen en productieateliers te ontwikkelen. Het tweede gebouw zal productieateliers en ruimten voor de productie van immateriële goederen huisvesten (en maakt geen deel uit van het project dat werd ingediend door Brussels Greenfields). Naast de 7.500 m² voor de economische activiteit van het Greenbizz-project zal de wijk een groene nabijheidsruimte, openbare ruimten en meer dan 500 betaalbare passiefwooneenheden, twee crèches en een collectieve uitrusting omvatten. De graad van subsidiëring aan deze laureaat bedraagt 50 % van alle saneringskosten (inclusief studies), d.w.z. een raming van 315.306 euro. Door de vestiging van de ondernemingen zouden 120 jobs moeten worden geschapen.
2.4. Bodemattesten De Regering keurde een uitvoeringsbesluit van de bodemordonnantie goed dat de modaliteiten van de vergoeding van de bodemattesten vastlegt; dit trad op 1 november 2010 in werking. Dit besluit legt het bedrag van de vergoeding vast op 30 € per bodemattest en per kadastraal perceel. Tussen 1 november 2010 en 31 december 2011 inde Leefmilieu Brussel in totaal 846.000 €. Dat geld zal worden besteed aan de financiering van het beheer van bodems getroffen door weesverontreiniging.
2.5. Financiële garanties De bodemordonnantie voorziet dat de overdrachten van terreinen of van risico's mits naleving van de volgende 3 voorwaarden volgens een versnelde procedure kunnen plaatsgrijpen: • beschikken over een gelijkvormigheidsverklaring van een verkennend bodemonderzoek; • een kalender uitwerken voor de uitvoering van de resterende verplichtingen; • het stellen van een financiële waarborg ten gunste van Leefmilieu Brussel voor het verrichten van de vereiste onderzoeken en werkzaamheden in geval van tekortkoming van de partijen. Tot op heden beschikt Leefmilieu Brussel over 157 financiële garanties voor een totaal bedrag van ongeveer 55 miljoen euro. Alleen al in 2011 werd voor meer dan 37 miljoen euro waarborgen ten gunste van Leefmilieu Brussel gesteld. Wat het aantal waarborgen betreft, heeft ongeveer 60 % betrekking op waarborgen geïnd op opbrengsten van verkoop en stortingen op notarisrekeningen; 40 % zijn bankwaarborgen aangelegd bij financiële instellingen. Het bedrag van de financiële waarborgen schommelt dagelijks aangezien bepaalde waarborgen worden vrijgegeven wanneer de houders van zakelijke rechten hun verplichtingen naleven en andere, bij de verkoop van terreinen, weer worden aangelegd.
12. ECONOMISCHE HULPMIDDELEN: FINANCIERING VAN DE WERKEN VOOR DE SANERING EN HET BEHEER VAN VERONTREINIGDE BODEMS
Evolutie van het gecumuleerde bedrag van de financiële garanties (2005-2011) Bron: Leefmilieu Brussel, onderafdeling Bodems, 2012
60000
Duizenden €
50000 40000 30000 20000 10000 0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Gecumuleerde financiële waarborgen (x 1000€) Tot op heden heeft Leefmilieu Brussel geen beroep kunnen doen op die waarborgen omdat de houders van zakelijke rechten hun verplichtingen zijn nagekomen of daarmee bezig zijn.
Bronnen 1. LEEFMILIEU BRUSSEL 2012. « Jaarverslag 2011 van de onderafdeling Bodems van Leefmilieu Brussel ». 2. MINISTERIE VAN HET BHG 2009. « Ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems », Belgisch Staatsblad van 10/03/2009. http://www.leefmilieubrussel.be/uploadedFiles/Contenu_du_site/Professionnels/Themes/Sol/OSO L.BO_050309.pdf 3. REGERING VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 2007. « Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 september 2007 betreffende de toekenning van een premie voor de uitvoering van een bodemonderzoek in het kader van het beheer en de sanering van verontreinigde bodems», Belgisch Staatsblad van 09/10/2007 http://www.leefmilieubrussel.be/Templates/download/20070920_AGB_etude_solspollues.pdf 4. REGERING VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1999. « Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 januari 1999 tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor benzinestations », Belgisch Staatsblad van 24/03/1999. http://www.bruxellesenvironnement.be/Templates/download/19990121_agb_CondExpl_StatServ.p df
Aanverwante fiches Thema bodems: • 09. Beheer van verontreinigde bodems in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: algemeen kader • 10. Informatietools: Inventaris van de bodemtoestand • 11. Technische hulpmiddelen: Identificatie en behandeling van verontreinigde bodems
Auteur(s) van de fiche: Saïd El Fadili in samenwerking met Juliette de Villers en Gisèle Azzi Update: april 2012. 12. ECONOMISCHE HULPMIDDELEN: FINANCIERING VAN DE WERKEN VOOR DE SANERING EN HET BEHEER VAN VERONTREINIGDE BODEMS