11_12 k Film serieus leermiddel k Lessen over geld en geweld k Wetenschap voor kinderen >
- - - - - - - Rotterdams Onderwijs Magazine
Speelhoek broeiplek van vernieuwing
Groep 4 werkt met tablets
Extra rekenles in mbo
november _ nr. 11 _ jaargang 35
van de redactie
Nieuwsgierig Leren doe je vooral door communicatie en interactie met anderen. Dat geldt in het bijzonder voor onderwijsgevenden. Er is nauwelijks een sector aanwijsbaar waarin je zo geconfronteerd wordt met veranderingen, die op hun beurt altijd de weerslag zijn van ontwikkelingen in de maatschappij, van nieuwe inzichten en veranderende behoeften. Communiceren is dus een levensbehoefte van het vak en het is daarom ook de essentie van ons magazine. Lees bijvoorbeeld in deze aflevering van de rubriek Estafette hoe het contact tussen vakgenoten uit verschillende onderwijssoorten tot nieuwe kennis leidt. Of, in het artikel over Topklassen, hoe het team van een basisschool het leesonderwijs verbeterde, dankzij de ontmoeting met een kritische deskundige van buiten. De slogan ‘Onderwijs moet leerlingen uitdagen’ is een open deur. ‘Onderwijs moet het beste uit kinderen halen’ is er ook zo een. Dat wil niet zeggen dat ze onzin zijn. Maar je bent er niet mee. Wie leerlingen echt wil uitdagen en het beste uit hen wil halen, zal dat om te beginnen ook van zichzelf moeten eisen. En dat lukt ons alleen als we nieuwsgierig blijven, op zoek blijven gaan naar antwoorden, ervaringen en inzichten. Het ROM heeft evenzogoed dezelfde opdracht: nieuwsgierig zijn, voor de nieuwsgierigen. Rien van Genderen
agenda 14 november ROTTERDAM
conferentie ouders en school samen, voor po, vo en mbo www.onderwijsbeleid010.nl 15 november NIEUWEGEIN
conferentie teach like a champion voor vo www.cedgroep. nl 20 november UTRECHT
congres vversterk, voor vve www.vversterkcongres.nl 21 november ROTTERDAM
doorlopende leerlijnen po-vo www.fokor.nl 22 november ROTTERDAM
brede bijeenkomst passend onderwijs voor vo en vso www.koers-vo.nl 26 november EDE
evenement mbo city www.mbocity.nl 29 november ROTTERDAM
symposium dag van het literatuuronderwijs www.dagvanhetliteratuuronderwijs.nl 6 december ROTTERDAM
themadag schoolondersteuningsprofielen
colofon Rotterdams Onderwijs Magazine voorlichtings- en opinieblad voor onderwijs, educatie, vorming, opleiding en training in Rotterdam. Gratis voor personeel van voorscholen, primair en voortgezet onderwijs in Rotterdam. 35e jaargang -- nr.11 -- november 2012 ISSN 1386 -- Verschijnt acht keer per jaar -- Oplage 7000 Losse nummers € 6,- Abonnement augustus 2012- juni 2013 (7 nummers) € 42,Uitgave Stichting de Meeuw Redactie Manon Ferwerda, Rien van Genderen (hoofd- en eindredactie), Irene van Kesteren, Tim van der Korput, Lydia den Ouden Medewerkers Ronald Buitelaar, Petja Buitendijk (foto), Renate Mamber, Jan van der Meijde (foto), Marijke Nijboer, Ad Oskam (strip), Anne-Marie Plasschaert, Linda Zwegers, Ineke Westbroek Redactie-adres Postbus 61055 -- 3002 HB Rotterdam -- telefoon 010 4863022 -0631643711 -- fax 010 4866455 -- e-mail
[email protected] Grafische vormgeving Trichis Communicatie en Ontwerp BNO -- Rotterdam Foto cover Jan van der Meijde Druk Veenman+ -- Rotterdam © Stichting de Meeuw 2|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 12
www.pporotterdam.nl 22-26 januari UTRECHT
NOT 2013, vakbeurs voor het onderwijs www.not-online.nl 31 januari NIJKERK
congres de toekomst van het vmbo www.vmbocongres.actisregistratie.nl
inhoud 02 agenda 08 estafette ‘Hoe gaan de ROC’s om met zorgleerlingen?’
04_ ‘DOORZETTINGSVERMOGEN EN WERKHOUDING Tess Martina doet Booglassen R
10 mijn vak Marja de Vries, docent en taal- en rekencoördinator bij Albeda College
13 SchoolkeuzeRotterdam.nl 14 rekencracks extra uitgedaagd Fiscalist als coach op de Hildegaertschool
16
Lieke de Vlaam, Het Spoor
18
Ruimte en tijd
18
Een onderzoeksrapport
19 22
de klas van…
06_ MARIASCHOOL WERD EIGENWIJZER Verbeteringen dankzij Topklassen O
column Anne-Marie arbeidsmarkt onderwijs film is serieus leermiddel Erasmiaans in de prijzen
column L!nda Taal is maar lastig
22 strip Ad Oskam Tablet 23 vlag van de leraar
20_ G ROEP 4 WERKT MET TABLETS ‘Ze zijn enorm gemotiveerd’ R
24 De Geweldige School ‘Dit soort lessen kan niet vaak genoeg gegeven worden.’
28 boek over vmbo-klas ‘Veel leerlingen zitten onder hun kunnen vanwege de taal.’
30 samen diep nadenken Wetenschap voor de basisschool
26_ LEREN VAN SPORT Belemmeringen kom je overal tegen O
32 dubbelportret ‘We hebben liever dat hij lekker buiten speelt.’
11 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|3
Techniek
tekst Ineke Westbroek
Verbinden van materialen heeft Tess Martina altijd geboeid. Het zit in haar genen: al haar ooms zijn lasser. Daarom voelt zij zich zo op haar plaats bij de opleiding Booglassen 1, die zij aan het Albeda College volgt.
> D OORZETTINGSVERMOGEN EN JUISTE WERKHOUDING
ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ MZooi Z‘Z Z Z Zom Z Z Zverschillende ZZZZZZZZZZZ ZZ Z Z Z Z Z Z Zte Z Zverbinden’ ZZZZZZZZZ materialen ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ B
‘Lasser is echt geen ongezond beroep.’
edrijvigheid alom in de praktijkruimte van de las- en constructieopleidingen in de voormalige bedrijfsschool van de Rotterdamse Droogdok Maatschappij aan de Heijplaatstraat. Gierende machines waar de vonken soms letterlijk vanaf spatten. In deze omgeving voelt Tess Martina (17) zich helemaal thuis. In haar lasbox vertelt de eerstejaars studente over de processen van het booglassen, die haar zo mateloos fascineren. Over het stapelen met elektroden, de verschillende soorten lasprocessen. Zij toont werkstukken: aan elkaar gelaste platen, die in de scheepsbouw en de constructiebouw worden gebruikt. ‘Het mooiste van booglassen’, vindt Tess, ‘is dat je altijd bezig bent met verschillende materialen, die je aan elkaar verbindt. ‘ In sneltreinvaart somt zij de vaktermen op: ‘Dat gebeurt door middel van onder andere BMBE-lassen, MIG/MAGlassen of TIG-lassen (zie kader, red.). Tijdens het lassen met beklede elektroden ontstaat een slaklaag, die over het smeltbad komt. Als je die eraf tikt, zie je hoe je product tevoorschijn komt. Elke keer weer een mooie verrassing.’
Vlammetje Al vanaf haar kleutertijd was Tess urenlang zoet met in elkaar knutselen van allerlei gebruiksvoorwerpen, maar in de derde klas van de Praktijkschool besefte zij dat zij lasser wilde worden,
4|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 12
zoals haar ooms op Curaçao. ‘Met een vlammetje moesten we plaatjes aan twee kanten laten samenvloeien’, herinnert zij zich, ‘Dat was zo geweldig, ik wilde meer leren over al die metalen, de verschillende lasprocessen en gassoorten.’ Het lukte haar in te stromen in mbo-niveau 2. Vanaf dag één werkt zij met zo’n enorme inzet, dat zij al snel haar medestudenten voorbijstreeft en nu bezig is voor een extra lasdiploma. Het Albeda College biedt de tweejarige opleiding Booglassen, een methode om onderdelen en leidingen aan elkaar te lassen. Studenten kunnen in eigen tempo aan de hand van een instructiemap, tekeningen en mondelinge opdrachten een aantal deelkwalificaties halen op de terreinen van booglassen en autogeen lassen. Gediplomeerden kun-
T www.rdmcampus.nl/onderwijs/albeda-college
W Het product van lassen is steeds weer een mooie verrassing, vindt Tess Martina. foto Petja Buitendijk
nen werken bij scheepswerven, constructieen installatiebedrijven, onderhoudsbedrijven en offshorebedrijven.
Klad Alleen zit er nu een beetje de klad in de werkgelegenheid, constateert praktijkdocent Leen van den Berg. ‘Door de crisis’, weet hij, ‘maar ook doordat bedrijven steeds vaker zzp’ers inhuren voor laswerkzaamheden. Daarom wordt het ook moeilijker om stageplekken te vinden. Bedrijven op de Maasvlakte bieden wel stageplekken, maar daar gaat geen openbaar vervoer naartoe. Gelukkig leveren wij ook producten aan bedrijven, zoals hekwerk en rijdende stellingen, dus studenten die niet stagelopen doen wel de vereiste praktijkervaring op. Maar ze weten dan niet hoe het toegaat op de werkvloer.’
‘Het probleem is nieuw voor ons’, aldus Erik-Jan van Pelt, woordvoerder van kennis- en adviescentrum voor technisch vakmanschap Kenteq, dat leerbedrijven accrediteert, ‘wel merken wij dat het aantal zzp’ers in deze branche juist terugloopt door de crisis. Maar wij houden het in de gaten.’
Uitblinker Maar Tess komt wel aan de bak, voorspelt Leen: ‘Zij heeft doorzettingsvermogen en de juiste werkhouding.’ Precies daarom gaf hij Tess op voor de verkiezing van de Albeda Uitblinker 2012. De winnaar mag meedoen aan de landelijke verkiezingen tot ‘MBO Uitblinker’. Tess werd het niet, maar ze vond het fijn om gebruik te maken van de mogelijkheid de opleiding te promoten. Vooral voor meisjes, die sterk in de minderheid zijn, omdat zij denken dat lasser
De genoemde lasmethodes zijn alle vormen van elektrisch booglassen. BMBE-lassen: booglassen met beklede elektrodes, waarbij met constante stroom wordt gewerkt. MIG/MAG-lassen: metaal inert gas / metaal actief gas; tegenwoordig het meest toegepaste lasproces, ook wel CO2-lassen genoemd. TIG-lassen: tungsten inert lassen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de metaalsoort wolfraam.
een ongezond beroep is. Niet dus, betoogt Tess: ‘Er zijn nu robots die gedeeltelijk het werk voor mensen doen. En de persoonlijke beschermingsmiddelen zijn verbeterd. ‘ Als Tess haar diploma mbo niveau 2 Lassen heeft behaald, gaat ze verder voor het diploma Constructiewerk. Daarna wil zij een opleiding Beroeps Begeleidende Leerweg volgen bij een bedrijf dat boorplatformen in elkaar zet. Het lijkt haar interessant om veel in het buitenland te werken: ‘Daar heb je ook de grootste kans op werk.’ Z
11 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|5
Doelgericht werken
k In de supermarkthoek volgen de kinderen een reeks stappen. foto Jan van der Meijde
> DE MARIASCHOOL IS EIGENWIJZER GEWORDEN
‘We willen het maximale voor elk kind’
UUUUUUUUUU UUUUUUUUUU UUUUUUUUUU UUUUUUUUUU D UUUUUUUUUU
tekst Marijke Nijboer
De Mariaschool in Spangen scoorde voldoende op inspectierapporten, maar het team had het gevoel dat er meer viel uit te halen. Dat lukt met hulp van het Topklassenarrangement. De grootste verandering: er wordt veel doelgerichter gewerkt.
6|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 12
e Mariaschool (226 leerlingen) keek al kritisch naar het eigen onderwijs, en vanuit de kleutergroepen waren al diverse vernieuwingen ingezet. Toch gaven de gesprekken met het Topklassenteam een belangrijke impuls. Dit team van onafhankelijke experts houdt de school een spiegel voor. ‘Onze begeleiders vroegen waar we heen willen, en hun kritische vragen stimuleerden ons om te kijken of we de goede dingen op de goede manier doen,’ vertelt directeur Judith van Wijngaarden.
Voorbeeldgedrag De gesprekken leverden Ingrid de Pee, leerkracht van een kleutergroep, diverse ‘aha-momentjes’ op. Zo werd geconcludeerd dat de rendementen van het technisch lezen weliswaar voldoende waren, maar ook beter konden. ‘Een van de Topklassenbegeleiders, een neerlandica, vroeg door en hielp ons aan relevante onderzoeken. Daar zijn we meteen
T www.maria-school.nl www.onderwijsbeleid010.nl/topklassen
inzet van een spelscript (hulpmiddel om spel te structureren, red.) worden deze speelhoeken nu anders ingezet. In elke hoek krijgen de kinderen door middel van pictogrammen de opeenvolgende stappen aangereikt. In de babyhoek halen ze eerst de baby uit bed. Die wordt verschoond en krijgt daarna een flesje. De boodschappen voor de baby kunnen worden aangeschaft in de supermarkthoek, waar kinderen ook bepaalde stappen moeten volgen. De juf observeert of speelt mee, om een goed beeld te krijgen van het niveau van elk kind.
Leerkracht in ouderkamer
mee aan de slag gegaan.’ Vier keer per week wordt in alle groepen een half uur individueel gelezen in zelf gekozen boeken. Omdat voorbeeldgedrag belangrijk is, lezen de leerkrachten dan ook zelf. Ingrid: ‘Vroeger structureerden we het lezen minder. Nu stelt de leerkracht na afloop gedurende vijf minuten vragen: ‘Wie is in jouw boek de hoofdpersoon? Wat voor spannends is er gebeurd? Daardoor gaan kinderen bewuster lezen en krijgen ze interesse in de andere boeken.’
Per kind De school is eigenwijzer geworden. Judith: ‘Vroeger werkten we toe naar de doelen die een methode aandroeg. Nu stellen we zelf doelen en we kijken hoe de methode ons daarbij kan ondersteunen.’ De leerkrachten proberen beter aan te sluiten bij het individuele kind. Daarin worden ze getraind door Driestar Educatief; begeleiding die wordt
ingekocht met Topklassengelden. Ingrid: ‘We kijken per kind welke doelen al zijn bereikt en wat de volgende stap moet zijn.’ Judith: ‘Ons doel is niet de inspectienorm. Wij willen het maximale halen voor elk kind. Dat lukt niet met alleen opbrengstgericht werken. Als je vanuit het kind werkt, komen de betere cijfers vanzelf wel.’ Er zijn voorzichtige indicaties dat die voorspelling uitkomt. In een van de kleutergroepen, waar 65% C scoorde op Cito-toetsen, scoort datzelfde percentage nu B of A. Ook schoolbreed lijken de opbrengsten langzaam te stijgen.
Broeiplekken De themahoeken in de kleutergroepen, groep nul en de peuterspeelzaal vormen belangrijke broeiplekken van vernieuwing. De aanleiding hiervoor was dat sommige kleuters moeilijk tot interactief en talig spelen komen. Met behulp van het trainingsprogramma Vversterk en de
Het geld voor de ouderconsulent wordt tegenwoordig ingezet in de formatie. Vijf leerkrachten bemensen beurtelings de ouderkamer. Judith: ‘Dat doen we omdat leerkrachten veel meer de school en het onderwijs vertegenwoordigen. Op deze manier beseffen de leerkrachten ook beter dat wij de ouders nodig hebben om kinderen ook na school te stimuleren. En er is een uitstekende terugkoppeling vanuit de ouderkamer.’ Ingrid: ‘Ouders komen langzaam af van het idee dat betrokkenheid inhoudt dat je met je kind werkbladen maakt. Ook spelletjes en gesprek zijn belangrijk.’ Soms is de taalbarrière een probleem. Ingrid: ‘Maar ouders beseffen nu echt dat we in de school alleen Nederlands spreken.’ Judith: ‘Een Marokkaanse ouderconsulent heeft toch een minder goed contact met de Turkse achterban, hebben wij ervaren. Met deze inzet bereiken wij meer ouders.’
Hoge kruk Judith observeert met een intern begeleider in groepen. Waarnemingen komen terug in bouw- en teamvergaderingen. Zo viel het de directeur op dat veel leerkrachten hun groep toespreken vanaf een hoge kruk. Tijdens de eerstvolgende teamvergadering deed zij precies hetzelfde. ‘Je plaatst jezelf boven de groep. Dat creëert afstand. Het kenmerk van een fijn pedagogisch klimaat is juist dat er verbinding is.’ Ingrid: ‘Zoiets moet je even ervaren. Ik doe dat niet meer.’ De Mariaschool is nog lang niet klaar met haar verbeterproces. Judith: ‘Maar we hebben het gevoel dat we op de goede weg zijn. We luisteren naar elkaar en helpen elkaar.’
U
11 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|7
Estafette >WARME OVERDRACHT HAPERT WELEENS
gggggggggggg ‘Vmbo mbo g g g gen gg g gmoeten gggg tekst Marijke Nijboer
Onderwijzen is een uitdagend vak. Waar loop jij tegenaan bij jouw werk en welke vraag zou je willen stellen aan een onderwijscollega? In deze aflevering van de doorgeefrubriek stelt Anja van Raamsdonk, docent Nederlands en zorgcoördinator op vmbo-school G.K. van Hogendorp, haar vraag aan Caroline Verboom, zorgcoördinator van de branche Gezondheidszorg bij het Albeda College: ’Er is nog nauwelijks sprake van een warme overdracht naar het mbo. Hoe gaan de roc’s om met onze zorgleerlingen?’
D
h Anja van Raamsdonk: ‘Soms moet je ook de docent begeleiden.’
In deze aflevering van estafette wisselen een ZORGCOÖRDINATOR VAN EEN VMBO-SCHOOL EN EEN collega BIJ EEN ROC hun ervaringen uit. voor de volgende aflevering geven zij het stokje – met brandende vraag – door aan aan EEN VOLGENDE COLLEGA.
8|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 12
e G.K. van Hogendorp staat in Delfshaven. Anja van Raamsdonk: ‘Daar spelen de nodige zaken. Veel van onze leerlingen krijgen dan ook zorgaandacht. Wij onderhouden een warme overdracht met toeleverende basisscholen. Maar als een leerling met een zorgdossier naar het mbo gaat en ik kruis dat aan op het doorstroomformulier, horen we zelden iets terug. Dat vind ik jammer, al snap ik het wel als ik zie hoeveel leerlingen er op het roc rondlopen.’ Als zorgleerlingen overstappen naar een nieuwe opleiding, is er in principe altijd een warme overdracht. Bij de overgang van vmbo naar mbo, vertelt Caroline Verboom, geldt dat ook voor studenten uit het praktijkonderwijs of een AKA-traject (Arbeidsmarkt Gekwalificeerd Assistent, red.). ‘Daarnaast gebeurt dat ook bij andere studenten voor wie de zorgcoördinator of decaan dat nodig vindt. Denk aan studenten uit het leerwegondersteunend onderwijs, of degenen die zijn besproken in het Zorg- en Adviesteam (ZAT).’ Caroline: ‘Als ik uit het vmbo een verzoek krijg voor een warme overdracht, legt vervolgens een van onze studieloopbaanbegeleiders contact.’ Helaas vermelden veel vmboscholen in plaats van de naam van de zorgcoördinator die van de mentor. Deze staat vaak voor de klas en is daarom moeilijk bereikbaar. Caroline: ‘Verder merk ik dat scholen nog te weinig initiatief nemen tot een warme overdracht. Dit schooljaar heeft het Albeda 142 aanvragen gekregen. Dat is heel weinig op een paar duizend leerlingen.’
ggggggggggggg meer gelkaar gggg g gontmoeten’ gggggg ‘Een tip: ook een Mbo-punt kan een brug slaan’.
Mbo-punt Albeda gebruikt, net als Zadkine en veel Rotterdamse vo-scholen, Intergrip. Dit digitale doorstroomsysteem van vo naar mbo heeft onder andere een hoofdstukje ‘warme overdracht’. Anja is niet bekend met dit systeem en krijgt van Caroline informatie mee. Caroline heeft nog een tip: ook een Mbo-punt kan een brug slaan. Via deze ‘loketten’ op vmboscholen geven de roc’s voorlichting over hun opleidingen. Caroline: ‘Hier kun je ook alvast zorgleerlingen aanmelden.’ De school moet een veilige plaats zijn voor leerlingen, benadrukt Anja. ‘Als er geen goede zorg is, zul je dat terugzien in de onderwijsresultaten.’ Caroline: ‘Maar wij willen als roc wel onze grenzen bewaken. We zijn een school, geen zorginstelling. Ik vind ook dat je een student niet moet bedelven onder de zorg. Het gaat erom dat een jongere kan groeien.’ Daar is Anja het mee eens: ‘Af en toe denk ik: laat nu maar even.’ Beide zorgcoördinatoren begeleiden collega’s in het goed omgaan met zorgleerlingen. Anja: ‘Soms heeft een docent een probleem met een leerling en gooit hij het op het feit dat het een zorgleerling is. In zo’n geval, vind ik, moet je ook de docent begeleiden. Ik heb elke week een gesprek met onze directeur over de zorg, en daar spreek ik ook dat soort dingen door.’
Ontmoeten Caroline merkt op dat de zorgstudenten tegenwoordig anders verdeeld zijn over het roc. ‘Voorheen zagen wij vooral complexe problematiek op niveau 1 en 2, nu ook op niveau 3 en 4. Naar de oorzaak hiervan kan ik alleen raden. Misschien kunnen meer leerlingen dan voorheen cognitief niveau 3 en 4 aan, terwijl hun sociale omgeving problematisch is waardoor ze in het mbo toch vast dreigen te lopen.’ Het vmbo en het mbo moeten elkaar meer gaan ontmoeten. Dat geldt zeker voor de zorgcoördinatoren, vinden beiden. Anja: ‘Volgens mij ligt daar een mooie taak voor het samenwerkingsverband Koers VO.’ Veel van Anja’s oud-leerlingen komen na hun overstap naar het roc even terug op school. ‘Soms vertellen ze dan dat hun opleiding tegenvalt, omdat hij anders is dan ze verwacht hadden.’ Die opmerking sluit naadloos aan bij de brandende vraag van Caroline, over de overdracht naar het mbo. g
h Caroline Verboom: ‘Scholen nemen nog te weinig initiatief tot een warme overdracht.’ foto’s Jan van der Meijde
De Brandende Vraag
De volgende aflevering draait om Caroline’s vraag aan een collega: ‘Wij zien in het eerste jaar veel uitval bij leerlingen die ontdekken dat ze niet gemotiveerd zijn voor het beroep waarvoor ze worden opgeleid. Wat doet het vmbo aan de vorming van het beroepsbeeld van leerlingen?’
11 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|9
Mijn vak
tekst Anne-Marie Plasschaert
Ze is afgestudeerd in Voedingsleer en Diëtetiek, ze was werkzaam in een verpleeghuis en in de thuiszorg, maar dit jaar behoorde zij bij de drie beste mbo-leraren van 2012. Marja de Vries ontdekte dat onderwijs heel leuk, druk en afwisselend is: ‘Het is altijd anders dan je verwacht.’ Vooraf nog iets over de gebruikte termen bol en bbl. Bol staat voor Beroepsopleidende Leerweg, oftewel dagdeelonderwijs, met minder dan 60% praktijkaandeel. bbl betekent Beroepsbegeleidende Leerweg, een combinatie van werkend leren, met meer dan 60% praktijkaandeel.
UUUUUUUU Vries: UMarja U U Ude UU UU
10 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 12
UUUUUUUUUUUUUUUUUUU ‘Rekenen is U overal UU UUUUU U U Ubelangrijk U U U U U voor’ UUU A
O Marja de Vries: Als je ziet wat een schulden jonge mensen soms hebben, dan weet je dat rekenen belangrijk is.’ foto’s Jan van der Meijde
ls Marja de Vries (32) haar taken schetst, blijkt het een overvolle werkweek te zijn. ‘Vier dagen aan het werk bij Verpleegkunde en een dag ter ondersteuning van de taal- en rekencoördinator van de branche Gezondheidszorg’, zegt ze, om later toe te voegen: ‘Oh ja, ik ben ook nog een dag per week betrokken bij Portaal, een soort ‘blackboard’ (elektronische leeromgeving, red.) dat we als school gebruiken. Ik houd samen met twee collega’s de site actueel. Vind ik ook heel leuk.’ Na haar werkzaamheden als diëtiste in het verpleeghuis (‘leuk, maar ik was er als vervangster’) en de thuiszorg (‘veel veranderingen, weinig zekerheid, weinig geld’) gaat Marja bij het Albeda College aan de slag als docent Voedingsleer. ‘Ik merkte dat nogal wat studenten moeite hebben met rekenen. Daarom is er nu ook basisrekenen voor verpleegkundigen ingevoerd; dat verzorg ik. Tijdens mijn lessen probeer ik eigenlijk altijd een koppeling te leggen met het beroep. En de rekentaken bij mijn opleiding zijn ook in de context van hun vakgebied’, legt Marja uit. ‘Rekenen is eigen-
lijk overal belangrijk voor: ruimtelijk inzicht, je gebruikt het bij het koken, je moet weten hoe het zit met centiliter, deciliter en liter, meter en vierkante meter...’ Toch motiveert dat niet alle studenten om zich in te spannen. ‘In het begin vragen ze naar het waarom, ze hebben het ook al in het voortgezet onderwijs gehad, gebruiken zij als argument. Ik leg dan uit dat je rekenen echt nodig hebt, in je vak en in het dagelijkse leven. En je moet het beheersen op een niveau dat bij de opleiding past.’
Verpleegkundig rekenen ‘Dit jaar telt rekenen voor de eerste keer mee in het examen. Dat maakt het heel druk en heel spannend. Rekenen is oefenen, herhalen, oefenen, herhalen en we zien in ons vak dat studenten steeds minder kunnen rekenen. We werken natuurlijk met het referentiekader rekenen en laten de rekenniveautoets doen als ze binnenkomen. Daaruit blijkt dat sommigen op niveau 1F zitten!’ >>
‘Rekenen moet je beheersen op een niveau dat bij de opleiding past.’ 11 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 11
T Marja de Vries Albeda College 010 289 05 00 / 010 266 10 77
Gevoel voor rekenen zit in de familie, blijkt al snel wanneer Marja de Vries het gezin schetst waar zij uit voort komt. ‘Mijn vader is veertig jaar docent in het laboratoriumonderwijs geweest, ik heb ook het exacte pakket gekozen en mijn moeder en broer zitten meer richting economie: allemaal rekenen.’ ‘Vroeger vond ik het heel erg leuk om tafels te doen’, vertelt zij met tedere herinnering. ‘Mijn moeder schreef dan dertig tafels op en hield de tijd bij om te kijken hoe lang ik erover deed.’ Rekenen is zo leuk omdat het klopt, verklaart ze nu. ‘Je doet het volgens vaste regels, ook al zijn er verschillende manieren om bij het goede antwoord te komen. Ik maak in de opleiding altijd duidelijk dat je de tafels moet kennen, dat je percentages moet kunnen berekenen. Al was het alleen maar om te weten wat je betaalt als je geld leent. Als je ziet wat een schulden jonge mensen soms hebben, dan weet je dat rekenen heel belangrijk is.’
>> Zo’n laag startniveau is in vier jaar bijna niet op niveau 3F te krijgen, geeft Marja aan, ‘de stap van 2F naar 3F is al enorm’. Voeg daarbij dat in de praktijk van het vak ook steeds minder wordt gerekend ‘omdat de apotheker dat allemaal doet’, en je weet dat er onvoldoende tijd is om te oefenen, herhalen, oefenen en herhalen. ‘Wij hebben nu extra uren rekenen ingevoerd. We beginnen met een lesuur uitleg, oefenen, extra uitleg en extra oefenen. De studenten kunnen daarmee dan een uur zelf aan de slag’, vertelt Marja. ‘Aan het einde van het eerste jaar moeten ze dan op 2F zitten. Voor verpleegkundig rekenen is dat een goede basis. Over een paar jaar zullen de bol-studenten misschien wel met het
12 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 12
goede startniveau binnenkomen. We zien nu al dat het langzamerhand ietsje beter gaat in het voortgezet onderwijs. Maar wij houden toch ook bbl’ers. Die zijn soms al tien jaar van school, hebben in die tijd niets met rekenen gedaan, beheersen de tafels niet en weten zelfs niet hoe ze met een rekenmachientje moeten werken. Wat dat betreft kijk ik langzamerhand nergens meer van op, ik kom nog maar weinig voor verrassingen te staan.’
Uitwijkmogelijkheid Marja is een groot voorstander van de niveauverhoging voor taal en rekenen. ‘Ik zie soms e-mails van studenten…, dat kan echt
niet. Maar taal stond al eerder in de belangstelling. Ik ben blij dat rekenen nu ook meer aandacht krijgt. Het is dus goed dat er voor deze vakken meer tijd is gekomen sinds de examens zijn ingevoerd.’ Toch grijpt Marja haar nominatie voor leraar van het jaar aan om haar zorgen te uiten over de rekenexamens van de groep examenkandidaten dit schooljaar. ‘Scholen investeren veel om alleen al de achterstand in te halen waarmee studenten binnenkwamen en nog komen. Maar of het genoeg is, zien we pas als de examens gedaan zijn en deze studenten worden daar meteen al op afgerekend met slagen of zakken. Ik zou willen dat de overheid daarvoor een uitwijkmogelijkheid creëert.’ U
Voor wie? Teamtrainingen voor het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal (basis)onderwijs.
es:
nze Masterclass
Een greep uit o
• • • •
Nieuwsbegrip Aan de slag met oep rschillen in de gr Omgaan met ve ar als rolmodel Modelen; de lera pak naar euwsbegrip-aan Transfer van de Ni andere vakken ijpend lezen kvormen bij begr Coöperatieve wer
Meer weten? Kijk voor meer informatie en aanmelden op www.cedgroep.nl/masterclasses , of mail naar
[email protected].
•
Adv NB MCs ROM 10-2012_02.indd 1
Pixel:ID | Creatieve Grafische Vormgeving en Drukwerk
Werken aan goed begrijpend leesonderwijs met de Nieuwsbegrip Masterclasses!
16-10-12 13:20
Website Schoolkeuze Vele jaren was de Schoolkeuzegids een vertrouwde verschijning voor iedereen die een kind had in groep 8 van de basisschool. Deze zorgvuldig in elkaar gezette gids heeft sinds kort een digitale opvolger: SchoolkeuzeRotterdam. Op de website staat niet alleen algemene informatie over het voortgezet onderwijs, maar er is ook een pagina voor elke Rotterdamse vo-school met bijbehorende locaties. Ouders en leerlingen kunnen met behulp van deze website vo-scholen met elkaar vergelijken op basis van verschillende criteria en zo een passende keuze maken voor een vervolgschool. Het websiteadres is www.schoolkeuzerotterdam.nl. 11 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 13
Rekenen
>R EKENCRACKS HILDEGAERTSCHOOL UITGEDAAGD
UUUUUUUUUUUUUUUUUUU Nooit als UU U U Umeer U U Uvervelen UUUUU U rekenles UUUUU tekst Ineke Westbroek
Superslimme rekenaars hoeven zich in de bovenbouw niet te vervelen met te makkelijke sommen. Voor hen ontwikkelden de CED-Groep en fiscaal adviesbureau KPMG Meijburg & Co het project Razend Enthousiaste Rekenaars. Fiscale casussen werkten zij om tot uitdagende rekenprojecten, waarmee leerlingen van deelnemende scholen onder begeleiding van een coach van KPMG Meijburg & Co met elkaar in competitie gingen.
14 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 12
‘W
e moeten uitgaan van het aantal dagen dat iedereen werkt en dan de reiskosten berekenen.’ ‘Hoeveel benzine gebruiken ze per keer?’ ‘Hangt ervan af hoeveel hun auto verbruikt.’ Gebogen over hun iPad, waarop zij notities maken, overleggen Sascha, Floris, Janou en Pien over de kilometervergoeding die zij moeten betalen aan personeelsleden van het Maashotel, waarvan zij eigenaar zijn. ‘Slim van jullie om uit te gaan van het aantal werkdagen en het type auto’, prijst coach Robert van den Tillaart (KPMG Meijburg & Co), die af en toe aanwijzingen geeft. Behalve de reiskosten moeten de vier bovenbouwleerlingen van de Hildegaertschool (groep 8) de loonbelasting uitrekenen. Geen simpele opdracht voor de gemiddelde leeftijdgenoot, maar het viertal heeft er duidelijk schik in.
T www.razendenthousiasterekenaars.nl
‘Heel leuk om echt te rekenen met een opdracht. Je werkt ergens naartoe, zoals in het echte leven.’
O ‘Je ziet ze in hele snelle stapjes denken’ constateert Robert van den Tillaart. foto Petja Buitendijk
UUUUUUUUUU teUgemakkelijk U U U U U U U Uis U ‘Vooral omdat we eerste staan in de competitie’, glundert Sascha.
Fiscalist Razend Enthousiaste Rekenaars is vorig schooljaar uitgevoerd als pilot op vijftien scholen, waarvan vier in Rotterdam. Onder begeleiding van een fiscalist van KPMG Meijburg voeren teams van begaafde, door groepsleerkrachten geselecteerde rekenaars uit de bovenbouw, het financiële beheer van een fictief hotel in hun eigen stad. De kinderen gaan zelfstandig aan de slag. Vragen kunnen zij richten aan hun coach via e-mail of chat. Er is wekelijks contact met de coaches die door de CED-Groep zijn getraind in het begeleiden van leerlingen. De contacten vinden plaats via de chat op de website van Razend Enthousiaste Rekenaars, via de telefoon of op school. De teams werken anderhalf uur
per week samen aan de opdracht, waarbij naast rekendoelen ook vaardigheden worden nagestreefd op het gebied van zelfregulatie, samenwerken, overleg en onderzoek. In een logboek houden de leerlingen bij hoe zij aan hun oplossingen zijn gekomen. Het viertal rekenaars vindt de opdrachten rond het Maashotel, zoals hun fictieve hotel heet, een leuke afwisseling op de reguliere rekenlessen. ‘Als je sommen begrijpt’, zegt Janou, ‘worden ze steeds makkelijker en gaan ze vervelen.’ ‘Verhaalsommen gaan nog wel’, aldus Sascha, die de hotelopdrachten een stuk boeiender vindt. 'Heel leuk om echt te rekenen met een opdracht ’, vindt Pien, ‘je werkt ergens naartoe, zoals in het echte leven.’ Ook Floris is enthousiast: ‘Dit had ik echt niet verwacht. Ik dacht dat we zoveel mogelijk moeilijke sommen moesten doen.’
Tsunami Robert van den Tillaart is onder de indruk, zo gedreven als zijn groepje is: ‘Je ziet ze in hele snelle stapjes denken. Ze zijn eager, fanatiek, dat zie je aan die oogjes. Samen vinden ze verschillende wegen die naar Rome leiden. Zo creëren ze samen een tsunami van oplossingen.’ Het liefst coacht Robert zijn team wekelijks op school. ‘Ik woon vlakbij, mijn kinderen zitten hier op school’, verklaart de fiscalist, die helemaal achter de visie staat van zijn bedrijf, dat wil bijdragen aan de vorming van een nieuwe generatie: ‘We zijn een kennisorganisatie, maatschappelijk verantwoord ondernemen staat hoog in het vaandel. Onderwijs past hier perfect in.’ Bovenbouwleerkrachten Raymond Jansen en Jeroen Bogaard merken dat het project voor de vier deelnemers een prima variatie op de rekenlessen is. ‘Met deze opdrachten’, bemerkt Raymond, ‘worden ze getriggerd. Dat is wat ze willen. In een klas met dertig leerlingen geven we les in drie niveaus, de gemiddelde groep geldt als basis. De sterkere leerlingen worden door middel van extra werk uitgedaagd. Zo vormen deze opdrachten een welkome uitdaging.’ Jeroen ziet het als goede voorbereiding op het voortgezet onderwijs: ‘Deze leerlingen zijn gewend dat alles hen komt aanwaaien. Zo leren ze knokken voor een oplossing.’ Voor volgend jaar hebben zich volgens Linda Jonkman en Vera Vergunst (CED-Groep) een groot aantal scholen aangemeld, ook in achterstandswijken: ‘Op deze scholen zitten ook talentvolle rekenaars, die zo de kans krijgen aan hun trekken te komen.’ U
10 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 15
De klas van DE KLAS VAN Lieke de Vlaam Leraar groep 4 basisschool Samsam – Lombardijen
‘ZORGEN VOOR EEN WARM KLIMAAT EN VEILIGHEID’ tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde ‘Ik heb een lieve, sociale groep. De kinderen luisteren goed, zijn geduldig en altijd bereid om mij of elkaar te helpen. Ik hoef in deze klas dan ook niet of nauwelijks op te treden en kan doen waar ik voor opgeleid ben; lesgeven en zorgen voor een veilig en warm klimaat. Omdat de groepen op onze school bewust klein, plusminus 18 leerlingen, worden gehouden kan ik leerlingen optimaal individuele aandacht geven. Dat is vooral prettig voor leerlingen met een leerachterstand, leerlingen waarbij onderwijs niet altijd vanzelfsprekend is geweest en voor leerlingen die meer aan kunnen dan gemiddeld. Ik vind het belangrijk dat kinderen met plezier naar school gaan. Het is leuk om van ouders te horen dat hun kind blij is als het na een vakantie weer naar school mag. Heerlijk om ze dan weer aan de deur te verwelkomen. Daar krijg ik energie van!’
CHRISTIJAAN (6):
‘Ik vind school fijn omdat we ook leerspelletjes doen. Als wij lief zijn is de juf ook lief en dat maakt het leuk.’
16 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 12
LAMYEA (7):
SHALIZA (7):
‘Ik vind de juf lief omdat ze altijd leuke dingen met ons doet en ik vind eigenlijk alles leuk op school. Toch doe ik het liefst rekenspelletjes.’
‘Wij hebben een leuke klas en een lieve juf. Rekenen vind ik het allerleukst, omdat ik het goed kan. Het liefst doe ik moeilijke keersommen.’
RODNEY (11):
‘Ik zit in groep 4 omdat ik uit Suriname kom en nog moet wennen op school. Ik vind rekenen, spelling en taal leuk en vind de juf minder streng dan de juf in Suriname.’
11 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 17
Anne-Marie
Ruimte en tijd De politiek verbaast zich over de uitkomsten van het AOBonderzoek naar de grootte van de klassen in het primair onderwijs. Ik verbaas mij over zoveel politieke onnozelheid. Grote klassen zijn niet goed voor de kwaliteit van het onderwijs, geven juffen en meesters aan. Zeker niet in een tijd waar juf of meester soms de enige stabiele factor is voor het kind. En al helemaal niet voor alle kinderen die niet vallen onder de grootste gemene deler. Dat is niet exclusief voor het basisonderwijs. Ook in het mbo beginnen wij met gemiddeld zo’n drieëndertig leerlingen. Afgezien van de hierboven geschetste zaken die bij grote kinderen eveneens of nog zwaarder tellen, is zo’n enorme klas de eerste twee weken prima te pruimen. Schuchter tasten leerlingen af wie het echte haantje of kippetje is in de groep, en afhankelijk van de gewenste status schurkt de één daar wel en de ander juist niet tegen aan. Een maand verder is het lokaal figuurlijk maar ook letterlijk te klein. Hormonen vliegen rond, macho’s ontwikkelen schouderpartijen en miniminirokjes staan gespannen. Voor zo’n groep blijkt de ruimte in een gemiddeld theorielokaal onvoldoende. Het dendert binnen met jassen en tassen, en achter elke tafel verdringen zich drie jongvolwassenen, vaak met nummer vier aan de zijkant. Laatkomers, bij ons ál-tíjd het gevolg van Dé Líft, banen zich steevast met veel bombarie een weg naar voren. Juist naar voren, want de bevoorrechte bijtijdsen zitten achterin; ‘je gaat toch niet bij de docent zitten!’ Na deze invasie duurt het enige tijd voor een meer serene rust neerdaalt. Tot het hele tafereel zich vijf à tien minuten voor het einde van de les in omgekeerde volgorde herhaalt om ‘niet te laat te komen bij de volgende les’. Met pech gebeurt deze volksverhuizing elke vijftig en anders om de honderd minuten. Dan is het een simpele rekensom: neem een gemiddelde lesdag van vier keer honderd minuten, neem een gemiddelde groep van dertig, neem een gemiddelde docent die weet van rust en regelmaat en je bent op zo’n dag toch gauw een lesuur kwijt. Tja, kwaliteit valt of staat niet alleen met een deskundige leerkracht, in het mbo gaat het ook simpelweg om ruimte en tijd.
Journaliste Anne-Marie Plasschaert is docent Nederlands en redactionele vaardigheden in het mbo.
18 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 12
Arbeidsmarkt onderwijs maakt afspraken nodig Een rapport over de arbeidsmarkt van het Rotterdamse onderwijs is voor gemeente en schoolbesturen aanleiding om afspraken te maken voor de korte en middellange termijn. Het rapport, van onderzoeksbureau ResearchNed, spreekt zich uit over de verschillende onderwijssoorten in de stad. In het primair onderwijs zijn momenteel geen grote problemen om vacatures vervuld te krijgen. Wel tekenen deze zich af aan de horizon; het aantal studenten van de lerarenopleiding basisonderwijs laat al jaren een dalende lijn zien. Sterker speelt dit probleem voor het voortgezet onderwijs. Er zijn nu al langer bestaande tekorten bij de exacte vakken en de talen. Vooral in het vmbo zijn er teveel onbevoegde en onderbevoegde docenten werkzaam. Een kwart van de schoolleiders vindt daarbij dat er in het algemeen het nodige schort aan de kwaliteit van een deel van de zowel zittende als startende docenten. Het mbo kent als probleem dat er in de lerarenopleidingen nauwelijks aandacht is voor de specifieke situatie van het mbo. Ook in het mbo geldt dat niet alle docenten voldoen aan de bevoegdheids- en bekwaamheidseisen. Gemeente en schoolbesturen willen de komende tijd afspraken maken over de kwaliteit van zittende leerkrachten, de opleiding van docenten en de instroom van studenten. Ook willen ze komen tot een gezamenlijke agenda, om aan te bieden aan de nieuwe minister van onderwijs. Het volledige rapport ‘De Rotterdamse onderwijsarbeidsmarkt in beeld’ is te downloaden via de website van Beter Presteren, www.onderwijsbeleid010.nl.
S succes van : het Erasmiaans gymnasium
tekst Ronald Buitelaar
W ‘Hoog tijd dat film serieus genomen wordt als leermiddel’, vindt docent Marcel van Bruggen. foto Jan van der Meijde
Drie leerlingengroepen van het Erasmiaans gymnasium zijn in september tijdens het Nationaal Film Festival voor Scholieren (NFFS) met hun film in de prijzen gevallen. De school won twee eerste prijzen met ‘Niets stelligs weten wij’ en ‘Animation Love’ en een tweede prijs voor ‘De surprise’. Docent Nederlands Marcel van Bruggen vertelt: ‘Ik ben initiatiefnemer van het Erasmiaans Film Festival dat inmiddels vijf jaar bestaat. Het festival wordt elk jaar in mei georganiseerd en vertoont films die leerlingen in de loop van het jaar gemaakt hebben. De vijf beste films worden ingezonden naar het Nationaal Film Festival voor Scholieren dat dit jaar in Lelystad werd gehouden. Een bijzonder leuk evenement waar de leerlingen elkaars films bekijken, commentaar krijgen van beroepsregisseurs en workshops bezoeken. Hoogtepunt van de dag is het gala waarbij de prijzen worden uitgereikt.’
‘Ik maak graag gebruik van film als middel om de lesstof te verwerken. Het spreekt leerlingen bijzonder aan en biedt ze veel mogelijkheden. Soms kom ik met ideeën. Een andere keer zijn zij de initiator. Zo worden er poëzieclips gemaakt bij een gedicht en zijn er documentaires samengesteld. ‘Niets stelligs weten wij’ is een goed voorbeeld van een geheel door leerlingen samengesteld profielwerkstuk. Het is hoog tijd dat film eindelijk serieus genomen wordt als leermiddel.’ ‘Een prettige bijkomstigheid van het winnen van twee eerste prijzen is dat we begin december met twee teams van twee leerlingen naar Griekenland mogen om deel te nemen aan het Europese Scholieren Filmfestival. Spannend, maar reuze leuk. ’ Noot redactie: De film ‘Niets stelligs weten wij’ is te zien op YouTube. M
11 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 19
Tablets k ‘Fijn dat leerlingen zelfstandig en in eigen tempo met opdrachten aan de slag kunnen,’ vindt Miranda Jacobs. foto Jan van der Meijde
tekst Ronald Buitelaar
Groep 4 van de Oscar Romero basisschool in Crooswijk doet mee aan een pilotproject van Snappet, een stichting die scholen kennis wil laten maken met de tablet als onderwijsmiddel. Het ROM nam een kijkje.
> GROEP 4 WERKT MET TABLETS
h‘L h eerlingen h h h h h h h hmaken hhhhhhhhhhh hhhhhhhhhhhhhhhhhhhhh meer opgaven en hhhhhhhhhhhhhhhhhhhhh h krijgen h h h h h hsneller h h h h h hfeedback’ hhhhhhhh
H
et is maandagmorgen, kwart voor elf. Op het smartboard in groep vier van juf Miranda Jacobs staat een plaatje van de dierentuin. Juf voert een gesprekje waarin de begrippen licht en zwaar voorkomen. En passant stipt ze de openingstijden van de dierentuin aan: ’13 – 17 uur, daar komen we in een latere les nog op terug.’ In deze rekenles draait het om de getallenpiramide en de getallenlijn. Om de lijn te visualiseren, demonstreren Salahdinne en Cheyenne voor de klas welke sprongen en stapjes daarbij gemaakt kunnen worden. Na een kwartier rondt Miranda de introductie af en halen tien kinderen hun tablet, een handcomputer ter grootte van een kladblok en verpakt in een stevig etui, tevoorschijn. De rest van de leerlingen neemt plaats aan de verlengde instructietafel om eerst met de juf op papier te oefenen.
Vastlopen De leerlingen die op een tablet werken zoeken de taak op die vandaag gedaan moet worden. Ze vliegen met hun vingers langs de opdrachten. Een groene krul als de som goed is, een rode streep als het fout is. Regelmatig loopt een van de tablets vast en moet hij opnieuw worden opgestart bij de centrale unit aan het bureau van de juf. Het is een van de minder positieve kanten van de tablet, constateert Miranda: ‘Het is fijn dat de leerlingen zelfstandig en in eigen tempo met de opdrachten aan de slag kunnen. Het regelmatig vastlopen van de tablets is nog wel een probleem.’ Verder is Miranda bijzonder goed te spreken over het werken met de tablets: ‘De
20 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 12
leerlingen zijn enorm gemotiveerd. Ze kunnen in relatief korte tijd veel oefenen en ‘verspillen’ weinig tijd met het overschrijven van de sommetjes. Bovendien kunnen ze na hun toets - ook op de tablet gemaakt - op eigen niveau verder werken aan aanvullende opdrachten. Het correctiewerk wordt de leerkracht uit handen genomen.
‘Wow, wat veel’ Miranda maakt in haar klas gebruik van de modules rekenen, spelling en een gedeelte van taal: ‘Het werken met de tablet levert nu nog geen tijdwinst op, want ik ben nog veel tijd kwijt aan het voorbereiden van de lessen. Onze methodes komen niet een op een overeen met de verwerkingsopdrachten op de tablets. Daardoor moet ik niet alleen onze eigen methodes in de vingers hebben, maar ook de wijze waarop Snappet de leerstof verwerkt’. Bezwaarlijk vindt ze dat niet, omdat juist de pilotfase bedoeld is om dit soort
tekortkomingen te signaleren en op te lossen: ‘Ik heb bijna dagelijks contact met Snappet om te bespreken waar ik zoal tegenaan loop. Ik merk dat men zeer snel met aanpassingen komt.’ Als de rekenles in groep 4 bijna afgelopen is vraagt juf Miranda de leerlingen alles op te ruimen en naar het smartboard te kijken waar een groepsoverzicht verschijnt met groene, oranje en enkele rode vierkantjes. ‘Wow’, klinkt het vanuit de klas, `wat veel.’ Het is dat aspect van Snappet wat Miranda het meeste aanspreekt: ‘Het werken met de tablet motiveert de kinderen om zoveel mogelijk opgaven te maken. De directe feedback zorgt ervoor dat ze in een oogopslag kunnen zien hoe ze het ervan af hebben gebracht. Zelf kan ik ’s avonds thuis nog eens op m’n gemak kijken hoe ze hun werk gedaan hebben. Ideaal omdat ik goed inzicht krijg in hun prestaties en snel kan ingrijpen bij eventuele uitval.’ h
Stichting Snappet wil naar eigen zeggen ‘verbeteringen in het basisonderwijs aanjagen door het vervangen van de traditionele werkboekjes door een digitale, interactieve variant, op een eigen tablet voor ieder kind.’ Woordvoerder Floris Bongaerts: ‘We onderzoeken samen met 30 scholen in Nederland of het klopt dat leerkrachten tijd besparen als er met tablets wordt gewerkt, of leerlingen er graag mee werken en of de leerresultaten verbeteren. Deze pilot helpt ons daar zicht op te krijgen en levert verbeterpunten op.’ De Oscar Romero school is door het eigen (RVKO) bestuur voorgedragen om aan de pilot mee te doen. Beleidsondersteuner ICT Martijn Redegeld: ‘Wij zijn met Snappet in zee gegaan omdat de fysieke infrastructuur zoals tablets, laadstation en centrale unit in bruikleen wordt gegeven. We betalen alleen een bedrag per leerling voor elke module. Wij vinden het een unieke mogelijkheid om tegen niet al te hoge kosten te zien of tablets een meerwaarde kunnen hebben. Zelf zoveel tablets aanschaffen is onbetaalbaar.’
11 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 21
L!nda Linda Zwegers is lerares van groep 3 op een Rotterdamse basisschool.
Taal is maar lastig We zijn weer wat weken verder en de kinderen zijn geen echte kleuters meer. Ze worden steeds taakgerichter en zelfstandiger. En nu ze kunnen schrijven worden de leuke tekeningen die ik krijg vervangen door nog leukere briefjes, geschreven of gestempeld. ’Lifu Juf, ik vint ut hil leek om in groep drei te siten. Ik lir hil vil en vint het leek om te lesun en tu srijfen’. Als ik dit lees ben ik super trots. Wat proberen ze al veel en wat denken ze al veel te weten. Maar jeetje wat moeten ze nog veel leren! Wat is Nederlands toch een ingewikkelde taal! En ik moet het ook zo vaak tegen ze zeggen: ‘Nee hier is het Nederlands weer een beetje eigenwijs want je hoort het een maar je schrijft het anders…’. Ik vraag me wel eens af of de vragende gezichtjes eens gaan verdwijnen. Maar als ik zie wat ze in een korte tijd al bereikt hebben, komt het vast goed! De kinderen worden ook steeds mondiger. Ze zijn soms wat brutaal, maar ook vaak heel eerlijk. Het woordje 'buik' moest worden aangeleerd. Het kernwoord om de letter 'b' aan te leren. De 'b' heeft een bolle buik. ‘Maar juf! Jij hebt ook een bolle buik!' wilde Isolde me wel even laten weten. 'Nou nou jongens, dat vind ik eigenlijk niet zo aardig, maar er is wel een reden dat ik zo’n bolle buik krijg, ik heb namelijk al een tijdje een geheimpje.' Het duurde even voordat ze erachter kwamen maar de juf krijgt toch echt een baby! ‘Is het een jongen of een meisje?’ ‘Kan je zelf kiezen of je een baby in je buik wilt?’ ‘Hoe komt een baby dan in je buik?’ ‘Hoe komt een baby er dan uit?’ Ik werd meteen overspoeld met vragen. Toen vond ik taal ineens heel ingewikkeld… Linda Zwegers
Volg het ROM op Twitter: @RdamsOndMag en sluit je aan bij de LinkedIn site nl.linkedin. com/in/rotterdamsonderwijsmagazine.
22 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 12
Tablet
door Ad Oskam
VLAG VAN DE LERAAR Tijdens de Dag van de Leraar brachten de leden van het College van B en W vlaggen rond langs alle Rotterdamse scholen. Burgemeester Aboutaleb hees de vlag bij de Prinses Margrietschool. foto Gemeente Rotterdam
Adv-CU-ROM_10-12-DRUK:Opmaak 1 16-10-12 15:02 Pagina 1
AANKONDIGING
Bejubelde Children’s University komt naar Nederland (Her)ontdek de magie van het leren Al gehoord van de Children’s University uit de UK? Door aantrekkelijke buitenschoolse activiteiten (her)ontdekken kinderen de magie van het leren. Bijvoorbeeld een tafel timmeren in een bouwmarkt, of alles te weten komen over kunst in een museum. Met als uiteindelijk hoogtepunt een feestelijke ceremonie in een échte universiteit. Dáár groeit ’n kind pas van!
Meer weten over de Children’s University? Kijk op www.cedgroep.nl/cu, of neem contact op met Maryse Bolhuis (
[email protected])
www.cedgroep.nl
Volg ons op twitter: @CU_Nederland
11 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 23
Lessen over ge(we)ld
Ibtisame en Mohamed helpen leeftijdgenoten om op het rechte pad te blijven. foto Jan van der Meijde k
>LEERLINGEN ALS GASTDOCENTEN
ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ ‘AZls Z Z Zje Z Zgepakt Z Z Z Z Z Z Zwordt, ZZZZZZ Zkom Z Z Z Zje ZZZ ZZZZZZZZZZZ nergens ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ bak’ Zmeer Z Z Z Z Zaan Z Z Z Zde ZZZ ZZZZZZ tekst Ineke Westbroek
Pesten en geweld moeten de school uit, is de missie van Sandy Kardolus. Daarom was zij een van de initiatiefnemers van het project De Geweldige School, een serie lessen waarin wordt afgerekend met pesterijen en geweld in basis-, speciaal en voortgezet onderwijs.
24 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 12
‘Weten jullie wat geweld eigenlijk is?’ ‘Euh… Iemand doodmaken?’ Traag komen de reacties van de eerstejaarsleerlingen van LMC Praktijkschool Schietbaanstraat op gang. Mohamed Azzaoui en Ibtisame Kadri, stagiaires bij De Geweldige School, moeten het er met veel moeite uit trekken. Mohamed en Ibtisame zijn vierdejaarsleerlingen van collega praktijkschool LMC PrO Talingstraat. Dan komt het onderwerp ‘geld’ ter sprake, het thema waar deze les om draait. ‘Waar heb je geld voor nodig?’ Smartphones, kleding en sieraden passeren de revue, maar ook schoolspullen en etenswaren.
T www.degeweldigeschool.nl
Bankpas ‘Een meisje op onze school werd gedwongen haar bankpas uit te lenen voor criminele doeleinden’, vertelt docent Ank van der Horst, ‘wij doen er alles aan om het hoofd te bieden aan de cultuur van ‘Geef! Geef!’ Het komt voor dat leerlingen andere leerlingen dwingen geld of spullen af te staan. We mogen niet accepteren dat kinderen onder druk worden gezet.’ De school voert daarom structureel beleid om dit gedrag te voorkomen, door leerlingen bewust te maken van de gevolgen voor dader en slachtoffer. Dit gebeurt tijdens de lessen in sociale vaardigheden. Van der Horst: ‘De lessen van De Geweldige School dragen hieraan bij. Ik schrok er wel van hoe weinig de leerlingen zich herinneren van de vorige lessen in het kader van het project.’ Mohamed vertelt over zijn eigen situatie: ‘Ik kwam er snel achter dat mijn ouders met hun uitkering geen zakgeld kunnen geven. Mijn klasgenoten waren stoer, met al hun mooie spullen. Vrienden van mij gingen stelen of dealen, maar ik deed daar niet aan mee. Als je gepakt wordt, heb je een strafblad en dan kom je nergens meer aan de bak.’ Dat maakt indruk, evenals de videoclip over ‘sappen’ (je bankpas uitlenen voor geld), gemaakt door leerlingen van LMC Talingstraat. ‘Wie van jullie zou zijn bankpas uitlenen?’ vraagt Ibtisame. Niemand!
Status Sandy Kardolus besloot tot het opzetten van De Geweldige School, toen zij in haar werk als sociaal pedagogisch hulpverlener steeds vaker werd geconfronteerd met de gevolgen van pesten en geweld op school. ‘Jongeren’, signaleert zij, ‘kunnen door schoolgenoten zo onder druk worden gezet, dat zij zelf afglijden naar criminaliteit.’
In een traject van vier gastlessen, verzorgd door gastdocenten die zijn aangesloten bij De Geweldige School, moeten leerlingen bewust worden gemaakt van de effecten van pesten, druk uitoefenen en geweld. Vervolgens maken de leerlingen zelf afspraken over hoe ze voortaan met elkaar willen omgaan. Zo zijn ze zelf verantwoordelijk voor hun gedrag. Doordat gastdocenten de lessen geven, hebben docenten hun handen vrij om te observeren wat in de klas gebeurt. Om het project af te sluiten, maakt de hele klas een krant over wat ze gedaan hebben. Omdat geld jongeren status geeft en dus enorm belangrijk voor hen is, maar ook een hoop ellende veroorzaakt, organiseert De Geweldige School samen met de organisatie Delinkwentie & Samenleving ook het project ‘Geld Is Geweldig’. Dit moet scholieren inzicht geven in hun bestedingspatroon en in de risico’s van snel geld ‘verdienen’. Het achterliggende probleem hiervan was voor PrO Schietbaanstraat een belangrijke reden om in te tekenen op De Geweldige School.
Knap aangepakt Kardolus en Van der Horst prijzen de leerlingen Ibtisame en Mohammed over de manier waarop ze de lusteloze klas op gang hebben gekregen: ‘Knap, zoals jullie het aanpakken door je eigen situatie te noemen.’ ‘Ik zie in mijn omgeving dagelijks vechtende en stelende jongeren’, verklaart Mohammed zijn beweegredenen om les te geven, ‘hiermee kan ik hen op het rechte pad houden.’ Hetzelfde geldt voor Ibtisame, die zich na een les van De Geweldige School op haar eigen school spontaan bij Kardolus aanmeldde om stage te lopen. Na een training konden de twee PrO-leerlingen aan de slag. ‘Het is een goede voorbereiding voor mijn beveiligingsopleiding’, vindt Ibtisame, die ooit politieagent wil worden. Of de deelnemende scholen verdergaan met De Geweldige School, hangt af van de financiële mogelijkheden. Ank van der Horst hoopt van wel: ‘Dit soort lessen kan niet vaak genoeg gegeven en herhaald worden.’ z
11 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 25
Sportief leren Sociale media
>LEREN IN DE KLAS EN IN DE GYMZAAL
CCCCCCCCCCCCCCCCCCCC CCCCCCCCCCCCCCCCCCCC CCCCCCCCCCCCCCCCCCCC CCCCCCCCCCCCCCCCCCCC CCCCCCCCCCCCCCCCCCCC CCCCCCCCCCCCCCCCCCCC CCCCCCCCCCCCCCCCCCCC CCCCCCCCCCCCCCCCCCCC CCCCCCCCCCCCCCCCCCCC CCCCCCCCCCCCCCCCCCCC CCCCCCCCCCCCCCCCCCCC CCCCCCCCCCC
‘Ik was bang dat ik het verkeerd had’
E
tekst Renate Mamber
Wat kun je allemaal niet leren met sporten? Bijvoorbeeld fouten durven maken of ruzies oplossen. ROM ging kijken bij basisschool Tuinstad Terbregge, waar gebruik wordt gemaakt van de aanpak van Move a-Head, een project dat fysieke en sociaal-emotionele ontwikkeling met elkaar verbindt.
26 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 1111| |12 12
va uit groep acht is verbaasd. ‘Ik ken de spellingsregels en doe het in de les altijd goed, toch maak ik bij een dictee vaak fouten.’ Ook haar klasgenoot Thijs is verwonderd. ‘Over ruzies denk ik nooit na. Ze zijn er gewoon en gaan weer weg.’ Sinds de lessen Move a-Head denken Eva en Thijs er opeens wel over na. Waarom presteer je tijdens een toets of een wedstrijd bijna nooit zo goed als tijdens de les of training? Waar komen ruzies vandaan en hoe kun je ze oplossen?
Judo Eric Teunisse van Move a-Head behandelt deze vragen in de klas. Met voorbeelden en opdrachten laat hij de kinderen zelf oplossingen verzinnen voor ruzies, nadenken over waar ruzies vandaan komen en wat hen belemmert om goed te presteren. Daarna wordt de les voortgezet in de gymzaal. De kinderen trekken hun judopak aan en een judoka leert hen de basisgrepen. Het lijkt totaal iets anders, maar gedurende de les dienen zich al snel dezelfde vragen aan. ‘Weten jullie nog met welke voet je straks moet beginnen?’ vraagt de judoka. Hij wijst een meisje aan dat niet haar hand op steekt. Aarzelend
T Eric Teunisse, www.move-a-head.nl Tuinstad Terbregge: www.obstuinstad.nl
W ren voor es komen kinde klas Tijdens de judol de in als an te sta dezelfde vragen foto's Petja Buitendijk
geeft ze antwoord. ‘Met je rechtervoet?’ ‘Dus je weet het antwoord wel’, stelt de judoka vast. ‘Waarom stak je je hand dan niet op?’ Het meisje aarzelt weer. ‘Ik was bang dat ik het verkeerd had.’ De groep praat er over en constateert dat angst om iets fout te doen er in dit geval voor zorgt dat je minder goed presteert dan je zou kunnen.
‘Dit meen je niet!’ De ultieme proef komt aan het eind van het project. Dan moeten de kinderen met een zelf bedachte judogreep een bekende judoka onderuit halen. Daarvoor moeten ze samenwerken in groepjes van vier. Extra moeilijk, omdat de groepjes met opzet op een bepaalde manier worden samengesteld. De eerste reacties op de indeling zijn dan ook niet mals. ‘Dit meen je niet!’ ‘Even serieus!’ ‘Moet ik met hem samen?’ Toch zijn de kinderen even later ingespannen bezig om de kracht van hun groepje in te schatten. Ze benoemen elkaar sterkste kanten. Wie is het snelst? Wie is het slimst? Wie heeft het meeste doorzettingsvermogen? ‘Nu beginnen de discussies’, vertelt Eric. ‘Dan zie je dat iemand de leiding neemt van wie je het niet had verwacht of dat iemand als smeermiddel dient in de groep.’ Om die reden heeft hij graag dat de
leerkracht tijdens de lessen aanwezig blijft, hoewel dat verder niet noodzakelijk is. Eric: ‘Vaak kijken ze hun ogen uit en zien ze nieuwe dingen.’
In de ban Tuinstad Terbregge doet het project voor de vierde keer. Leerkracht Floor Meulmeester heeft het proces vaak gadegeslagen. ‘Het is heel mooi om te zien hoe groep 8 in de ban raakt van deze lessen. Voorbeelden van belemmeringen om goed te presteren kom je overal tegen. Bij de judoles, maar ook bij rekenen of topografie. Move a-Head heeft een simpele manier bedacht om ermee om te gaan en waar je in de klas op kunt terugvallen. De combinatie van lessen in de klas en de judolessen zorgt ervoor dat alles goed blijft hangen.’ Eric Teunisse van Move a-Head ontwikkelde de methode samen met Rob Vos. Eric, toen zelf directeur van een basisschool, wilde zijn leerlingen iets meegeven zodat ze later op de middelbare school sterker in hun schoenen stonden. Hij ontmoette Rob, ervaren in sportclinics en coaching, die met eenzelfde soort idee rondliep. Inmiddels draait Move a-Head ruim vier jaar op verschillende scholen in en om Rotterdam. Scholen voor basis- of voortgezet onderwijs kunnen kiezen uit een aantal modules. Aanvullend hierop zijn er videoboodschappen en opdrachten waarmee leerkrachten zelf aan de slag kunnen. E
11 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 27
Boek
> ANJA VINK SCHRIJFT BOEK OVER ROTTERDAMSE VMBO-KLAS
ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ ‘Velen kunnen Z Z Z Z Z Zzitten Z Z Z Zonder Z Z Z Z Zhun ZZZZ ZZZZZZ tekst Ronald Buitelaar
Onderwijs- en onderzoeksjournalist Anja Vink bezocht het afgelopen schooljaar wekelijks brugklas 1d van de GK van Hogendorp VMBO in Delfshaven. Een periode waarin ze zicht kreeg op ontwikkelingen in de klas en de wijze waarop leerlingen en docent Vincent van der Pas daarmee omgingen. Anja schrijft erover in haar nieuwe boek dat volgend najaar zal verschijnen. Het ROM bezocht de klas en sprak met auteur en docent.
28 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 1111| |12 12
‘H
é, hallo juf, hoe is het met u’. Als Anja Vink de klas (inmiddels 2d, red.) van klassenmentor Vincent van der Pas binnenstapt wordt over en weer geïnformeerd naar elkaars welzijn. Anja geniet merkbaar van de belangstelling: ‘Ik vind het fijn om iedereen weer te zien. Het is nu drie maanden geleden dat ik hier voor het laatst was en ik merk dat ik de klas heb gemist.’ Anja is naast journalist schrijfster van ‘Witte zwanen, zwarte zwanen’, een boek over segregatie in het onderwijs. Het idee voor haar nieuwe boek komt voort uit de behoefte om te schrijven over het vmbo. ‘De verhalen over hoe treurig het met het vmbo gesteld is kennen we langzamerhand wel. Met dit boek wil ik laten zien hoe het er werkelijk aan toegaat op een goede, ‘zwarte’ vmbo-school in Rotterdam.’ Dat Anja voor de GK van Hogendorp koos is geen toeval: ‘Ik ken de school en directeur al langer en wist dat het boek over een klas van deze school moest gaan.’
’Dat vmbo-leerlingen dom zouden zijn is niet alleen aanmatigend, maar ook onwaar’ Aanmatigend Terugkijkend kan Anja een aantal kleine en grote thema’s onderscheiden: ‘Ik heb gezien op wat voor wijze een leerling uit het praktijkonderwijs de klas ‘inschoof’, gadegeslagen hoe het gedrag van sommige leerlingen in de loop van de tijd veranderde en geconstateerd dat leeruitval niets zegt over kwaliteiten van leerlingen.’ Vooral het laatste thema zal een prominente rol spelen in het boek: ‘Ik heb te vaak horen zeggen dat vmboleerlingen dom zijn. Een bewering die niet alleen aanmatigend is, maar ook onwaar. Veel van deze leerlingen zitten bijvoorbeeld ver onder hun kunnen vanwege hun problemen met de Nederlandse taal.’
Kloof
Anja Vink: ‘Ik ben echt van deze klas en leraar gaan houden.’ foto Jan van der Meijde O
Taalproblemen, het is een onderwerp waar Anja een apart boek over zou kunnen schrijven: ‘Als de klas naar het Jeugdjournaal keek zag ik hoe groot de kloof is tussen hen en de gemiddelde leerling van Nederlandse afkomst. Het Jeugdjournaal gunt ze een blik op een wereld die net zo exotisch voor hen is als hun wereld voor veel Nederlanders is. Ze lachen zich gek om de gebruikte taal en vergapen zich aan zaken die ze niet kennen. Zo gaat het overigens ook met de taal die gebruikt wordt in
ZZZZZZZZZZZZZZZ Zvanwege Z Z Z Z Z Z Z Zde Z Z Ztaal’ ZZZ Uitgelezen kans Het idee werd voorgelegd aan Vincent van der Pas, kerndocent en mentor van klas 1d: ‘Ik moest kort nadenken of ik wilde dat iemand een dag per week alles zou registreren wat in de klas gebeurt. Ik bedacht me dat er niets was dat niet gezien mocht worden. Bovendien was dit een uitgelezen kans om te laten zien hoe mooi het werken op deze school is.’ Als tijdens de eerste ouderavond duidelijk wordt dat ook de ouders geen bezwaar hebben, begint Anja aan haar wekelijkse bezoeken: ‘Ik schreef in het begin alles op, omdat ik geen idee had hoe het verhaal zich zou ontwikkelen.’ Een werkwijze die na een paar maanden voor lichte paniek zorgt: ‘Ik zag geen verhaallijnen ontstaan.’ Als blijkt dat de klas zich na de kerstvakantie ‘gezet’ heeft komt daar verandering in. Vincent: ‘Er verandert in die brugklasperiode zoveel dat het meestal een paar maanden duurt voordat groepsprocessen op gang komen.’
methodes en toetsen. Neem een thema als kamperen. Grote kans dat ze nog nooit gehoord hebben van begrippen als camping, grondzeil of haring.’ Vincent: ‘Ik vraag me af of ze zich dat bij Cito realiseren.’
Tranen Toch is het vooral het thema veiligheid dat de meeste indruk op Anja maakt: ‘Ik ben echt geraakt door de wijze waarop Vincent een veilige omgeving voor deze leerlingen creëert. Zo herinner ik me een voorval met een aangerand meisje uit een andere klas. Ik was toen zo onder de indruk van zijn empathisch vermogen dat de tranen over mijn wangen liepen. Het heeft er mede voor gezorgd dat ik nóg beter ben gaan begrijpen waar het op scholen als deze om draait. Het heeft gemaakt dat ik écht van deze klas en leraar ben gaan houden. Ik hoop er met mijn boek in te slagen om bij de lezer hetzelfde gevoel los te maken.’ z
11 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 29
Lessen over ge(we)ld
‘Bestaan getallen echt?’ vraagt filosoof Awee Prins. foto Petja Buitendijk k
tekst Ineke Westbroek
‘Bestaan getallen echt?’ vraagt filosoof Awee Prins aan zijn jeugdige gehoor in de collegezaal op complex Woudestein. De vraag houdt de verzamelde bovenbouwleerlingen bezig. ‘Getallen bestaan in je hoofd’, stelt een jongen. ‘Niet in letterlijke vorm’, preciseert een meisje. Goede filosofen, vindt Prins. De kindercolleges en wetenschapslessen die het Wetenschapsknooppunt van de Erasmus Universiteit (EUR) dit jaar startte voor bollebozen in het basisonderwijs, lijken aan te slaan.
>WETENSCHAPSKNOOPPUNT BREIDT UIT
ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ ‘ZDZeZ Zkinderen erin, Z Z Z Z Z Z Z Zgroeien ZZZZZZZ ZZZZ Zleren Z Z Z Z Zzelf ZZZZ ZZZZZZZZZZZZZ nadenken’ ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ ‘J
uf, mogen we zo’n college een keertje met de klas doen?’ Het valt Gabi Heukels, leerkracht groep 8 van basisschool De Kleine Prins, op dat de leerlingen die de lessenreeksen over filosofie en psychologie volgen, zonder uitzondering enthousiast zijn over de lesstof. ‘Ze gaan er vol voor’, constateert Gabi, ‘samen maken ze zelfstandig de opdrachten en ze gaan er ook thuis mee aan de slag.’ Grappig vindt zij het om te zien hoe deelnemende kinderen de rest van de klas betrekken, wat leidt tot filosofische discussies op het schoolplein: ‘Bijvoorbeeld of bananen ook geel zijn in het donker, want dat weet je nooit zeker. Of ze vragen zich af: zit ik echt op mijn fiets of lijkt dat maar zo?’ Intern begeleider Mignonne Paak noemt het een grote stap in het denken van kinderen: ‘ ze nemen niet meer zomaar iets aan voor waarheid. ‘
Academisch denken De lessen worden sinds 2010 aangeboden door het Wetenschapsknooppunt EUR, waarin basisscholen, de pabo van de Hogeschool Rotterdam en het Natuurhistorisch
30 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 11 || 12 12
T www.eur.nl/wetenschapsknooppunt
Museum met de EUR samenwerken om begaafde scholieren kennis te laten maken met wetenschap en onderzoekend leren. Veertien basisscholen doen inmiddels mee aan de lessenreeks, waarbij studenten van de EUR en pabo Thomas More kinderen in contact brengen met de wetenschap. Na een inleidend universitair college krijgen zij les in psychologie, filosofie, geneeskunde en - sinds dit najaar - economie, waarbij zij zelf onderzoek doen. ‘Voor hen heeft het grote meerwaarde’, vertelt Karin Schreuder van het Wetenschapsknooppunt, ‘dat horen wij van leerkrachten terug. Zij willen er zeker mee doorgaan, omdat de werkwijze academisch denken in de school brengt en een mate van abstractie, die niet eerder in het basisonderwijs werd gehanteerd. We horen dat het kinderen stimuleert, dat ze beter hun best doen, beter presteren. Ze groeien erin, leren zelf nadenken. Zoals met filosofie, dat voorkomt dat kinderen zich te snel een mening vormen.’
Samen diep nadenken Ook Gabi Heukels merkt dat leerlingen worden geprikkeld door de wetenschapslessen. ‘Leuk om te zien hoe diep zij ingaan op de stof. Zij voelen zich uitgedaagd door de studenten die de lessen geven, voor hen zijn dat mensen die echt heel veel weten. Ze zijn zo geboeid dat er geen leerkrachten van school orde hoeven te bewaken.‘ De 32 geselecteerde leerlingen van de twee locaties van De Kleine Prins vormen een groep waarin zij met elkaar samenwerken. Ook goed voor de sociale vaardigheden, vindt Gabi: ‘Kinderen die elkaar niet kennen, werken samen, denken samen diep na over vraagstukken en raken met elkaar in gesprek. Kinderen die heel timide zijn, doen toch erg hun best om mee te praten.’ Voor de nabije toekomst bestaan plannen voor samenwerking met de universiteiten van Delft
en Leiden, voor lessen op het gebied van techniek en ruimtevaart. Daarnaast start binnen het voortgezet onderwijs een pilot van lessenreeksen psychologie. De opzet is hetzelfde als in het basisonderwijs, maar dan meer toegesneden op oudere leerlingen. Gabi Heukels verheugt zich al op de nieuwe lessenreeksen: ‘Op de ene locatie wordt het filosofie en op de andere economie. Jammer dat we de startcolleges niet kunnen bijwonen, omdat we op werkweek zijn.’ Voor de eerste lessenreeksen ontving het Wetenschapsknooppunt subsidie van het ministerie van OCW, de volgende moeten de scholen zelf bekostigen. ‘Voor sommige scholen is het misschien moeilijk om dat geld nog een keer uit te geven’, vermoedt Karin Schreuder, ‘maar er zijn genoeg scholen die daar potjes voor vinden.’ z
10 11 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 31
v Dubbelportret :
tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde
Marcel Voorn en Sem
Hoe wordt er naar school gereisd? S: ‘Ik fiets met een vriendje mee en soms ga ik op m’n skates.’ Wat is leuk aan school? S: ‘Geschiedenis vind ik leuk omdat de lerares voorwerpen meeneemt zoals een mammoetbot, speerpunten en Romeins geld en daarover vertelt.’ M: ‘We hebben een aantal scholen bezocht en vonden het prettige, warme klimaat van het Laurenscollege het beste aansluiten bij dat van de basisschool.’ Wat mis je (nog)? S: ’De school zou dichter bij huis mogen staan.’ M: ‘Ik zou het, eerlijk gezegd, niet weten. Ik vind het een prettige school.’ Wordt er thuis over school gepraat? S: ‘Ja, over welke vakken ik gehad heb, welke cijfers ik gehaald heb en of er nog leuke of vervelende dingen zijn gebeurd.’
M: ‘Ik vind het belangrijk om interesse te tonen, maar wil Sem niet te dicht op de huid zitten.’ Hoe laat gaat Sem naar bed? S: ‘Tussen half en kwart voor tien en dan ga ik om een uur of tien slapen.’ M: ‘We beginnen om kwart over negen, maar voordat hij in bed ligt…..’ Wat zit er vandaag in de lunchtrommel en wie heeft het klaargemaakt? S: ‘Meestal twee bruine boterhammen, wat rauwkost en een yoki drink. Het wordt meestal klaargemaakt door mijn moeder.’ Heb je huiswerk? S: ‘Ja, maar het meeste maak ik op school. Thuis besteed ik er ongeveer een half uur per dag aan.’ Is er ondersteuning (nodig) bij het huiswerk? S: Eigenlijk niet. Soms helpt een vriend.’
Marcel (1959) en Sem (1999) wonen in een eengezinswoning in Prinsenland. Het gezin bestaat verder uit moeder Belinda en twee op zichzelf wonende kinderen. Marcel is leraar Informatica en Sem zit in een havo/vwo brugklas van het Laurenscollege. Sem voetbalt bij VVOR, speelt graag op z’n PS3 en vindt het leuk om muziekmixen te maken.
Hoe staat het met de nieuwe media? S: ‘Ik zit vaak op de tablet van m’n vader en heb wel accounts van Hyves, Twitter en Facebook, maar doe er weinig mee.’ M: ‘We spreken met hem over de risico’s en hebben liever dat hij lekker buiten speelt.’ Hoe stelt Marcel zich op de hoogte van schoolontwikkelingen? M: ‘Ik vertrouw erop dat het goed gaat en wil me er verder niet teveel mee bemoeien. De tijd op school moet leuk zijn en dat wordt het niet als ouders er zich teveel mee bemoeien.’ Wat wil Sem bereiken en wat wil Marcel dat zijn zoon bereikt? S: ‘Ik wilde vroeger piloot of geheimagent worden. Tegenwoordig het liefst voetballer. M: ‘Ik wil dat Sem een gelukkige jongen wordt die sociaal emotioneel vaardig genoeg is om iets voor de maatschappij te kunnen betekenen.’