1.1 Aan het werk 1874 Kinderwetje van Van Houten: Het werd verboden voor kinderen onder de 12 jaar om in de fabriek te werken. Werken op het land was nog wel toegestaan. Tegenwoordig mogen jongeren vanaf 13 jaar folders bezorgen en vanaf 15 jaar ook kranten. Vanaf 16 jaar mag je dus de meeste soorten werk doen. Jongeren moeten naar school totdat ze 18 jaar zijn of een startkwalificatie hebben gehaald (VWO, HAVO, MBO).
Willem-Jan van der Zanden
1
1.1 Aan het werk
Het minimumloon hangt onder de 23 jaar af van de leeftijd van de werknemer.
Willem-Jan van der Zanden
2
1.1 Aan het werk
Naarmate een jongere ouder wordt, wordt het voor een werkgever dus duurder om hem of haar in dienst te houden. Bij supermarkten worden jongeren, die te oud worden (18 jaar), dus vaak ontslagen.
Willem-Jan van der Zanden
3
1.2 Vragers en aanbieders op de arbeidsmarkt Arbeid = alle mogelijke prestaties die een bijdrage leveren aan het voortbrengen van producten (enkel betaald werk) Iemand heeft betaald werk als hij een baan heeft van minstens 12 uur per week. (Definitie Centraal Bureau voor de Statistiek). Als je betaald werk verricht en je bent in dienst bij een werkgever, werk je in loondienst. Je krijgt nu een beloning voor het ter beschikking stellen van je arbeidskracht (loon).
Vast contract =
Een contract voor onbepaalde tijd, je kunt niet zomaar ontslagen worden; Tijdelijk contract = Een contract voor bepaalde tijd, dat hierna niet verlengd hoeft te worden. Een bedrijf kan mensen ook inhuren via een uitzendbureau. Werkenden die niet in loondienst zijn, zijn zelfstandigen (ZZP = zelfstandigen zonder personeel, ZMP = zelfstandigen met personeel) Willem-Jan van der Zanden
4
1.2 Vragers en aanbieders op de arbeidsmarkt In Nederland zijn er altijd: - Personen (werkzoekenden) die op zoek zijn naar een baan (aanbieders van arbeid); - Personen (werkgevers) die werk hebben en dus mensen zoeken om dit werk te doen (vragers naar arbeid). Een werkzoekende kan werk hebben en een andere baan willen, maar ook Iemand zonder werk zijn (werkloos) Het geheel van de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid noemen we de arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt is een abstracte markt. Er is geen plaats waar iedereen naar toe gaat om werk aan te bieden/werk te vragen. Een groot deel van de vraag naar arbeid/het aanbod van arbeid speelt zich op internet af.
Willem-Jan van der Zanden
5
1.2 Vragers en aanbieders op de arbeidsmarkt Als je in Nederland je werk verliest, moet je naar het UWV Werkbedrijf om een werkloosheidsuitkering aan te vragen. Bedrijven kunnen bij het UWV vacatures aanleveren. Mensen die werk zoeken kunnen op deze vacatures reageren. In de praktijk zoeken vooral werknemers die moeilijk bemiddelbaar zijn, werk via het UWV. Als er een tekort aan arbeidskrachten is (veel vacatures t.o.v. het aantal werklozen) is er een krappe arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt verkrapt als de vraag naar arbeid harder groeit dan het aanbod. Als er een hoge werkloosheid is (veel werklozen t.o.v. het aantal vacatures) is er een ruime arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt verruimt als het aanbod van arbeid harder groeit dan de vraag. Een concrete markt is bv. de markt die elke zaterdag in het centrum van Oosterhout plaats vindt. Hier komen mensen naar een bepaalde plek om dingen te kopen en te verkopen.
Willem-Jan van der Zanden
6
1.2 Vragers en aanbieders op de arbeidsmarkt Vragers naar arbeid: - Bedrijven, overheid en zelfstandigen zoeken via internet, advertenties, uitzendbureau’s, carrierebeurzen en UWV Werkbedrijf mensen (werknemers); - Werkgevers zoeken werknemers, die aan hun voorwaarden voldoen. Aanbieders van arbeid: - Mensen die werk zoeken (starters, werkeloos, werkenden op zoek naar een nieuwe baan, zelfstandige die nieuwe opdracht wil). Dit is de beroepsbevolking; - In een curriculum vitae (cv) zet je wat je tot nu toe aan werk en opleidingen gedaan hebt. Let op: Iemand die een eigen bedrijf heeft, is tegelijkertijd vrager en aanbieder van arbeid.
Willem-Jan van der Zanden
7
1.2 Vragers en aanbieders op de arbeidsmarkt De arbeidsmarkt bestaat uit een groot aantal deelmarkten: - Verschillende beroepen; - Verschillende delen van Nederland. In de arbeidsmarkt zijn er drie groepen functies: - Onderkant (laaggeschoolde arbeidskrachten – basisonderwijs of vmbo) - Middensegment (mbo, havo of vwo) - Bovenkant (hbo of wo)
Willem-Jan van der Zanden
8
1.2 Vragers en aanbieders op de arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt naar wiskundedocenten is krap. Er is veel vraag t.o.v. het aanbod.
Willem-Jan van der Zanden
9