© 2011 Noordhoff Uitgevers bv
10 10.1
Flexibel Engels Voorkennis van leerlingen Meertaligheid is eerder regel dan uitzondering. Hiernaast leren de leerlingen van nu meer en anders dan de leerlingen van tien jaar geleden, vanwege de toename van het Engels buiten school en vanwege de toename van Engelstalige programma's op televisie. Om te kunnen profiteren van de verschillen in de taalvaardigheidsniveaus van de leerlingen is er een gedifferentieerd programma Engels nodig met de nodige flexibiliteit. Je creëert een flexibel programma door de lessen Engels onder andere te verrijken met activiteiten met meer aanbod en gedifferentieerde oefeningen in het Engels.
10.2
Taalspellen Met het spelen van spelletjes en (bord)spellen creëer je een ongedwongen situatie waarin natuurlijke interactie plaatsvindt en waarin ook (taal)zwakke leerlingen goed presteren. Speltaal en spelspecifieke taal heeft de leerling nodig om een spel te kunnen spelen. De speltaal is de taal die bij spelletjes spelen in het algemeen nodig is. De spelspecifieke taal is de taal die bij een bepaald spel nodig is. Bij receptieve taalspellen hoeven de leerlingen zelf nog geen Engels te spreken, alleen maar aan te wijzen of de juiste kaart te pakken. Dit soort spelletjes zijn geschikt voor jonge leerlingen en voor oudere leerlingen in fase 2 en 3. Voorbeelden van receptieve taalspellen zijn Bingo, Lotto, Memory, Domino, Picture Dictation en Word Search. Bij productieve taalspelletjes spreken de leerlingen Engels en oefenen ze standaardzinnen en variabele noties. Voorbeelden van productieve taalspellen zijn raadspelletjes, kettingspelletjes, kruiswoordpuzzels (crosswords), gezelschapsspelen en Pictionary.
10.3
Liedjes, rijmpjes, tongue twisters en chants Door het zingen van Engelse liedjes krijgen de leerlingen gelegenheid om te oefenen met de Engelse uitspraak, intonatie en zinsmelodie. De leerlingen oefenen met het reproduceren van langere taalstructuren. Liedjes zijn vooral geschikt voor het begin van de oefenfase, bij de introductiefase als herhaling of aan het eind van de les als afsluiting. Je combineert de muziekles met Engels door drie van de volgende vijf vormen van muzikaal gedrag (domeinen) in de les te verwerken: luisteren, zingen, bewegen, vastleggen en spelen. Ook door het ritme van rijmpjes (rhymes of nursery rhymes), chants, poems en tongue twisters kunnen de leerlingen taalstructuren gemakkelijk onthouden. Het maken van bewegingen versterkt dit effect.
Samenvatting Basisboek Engels in het basisonderwijs
| 1
© 2011 Noordhoff Uitgevers bv
10.4
Engelse boeken Naast het lezen van (korte) teksten kun je de leerlingen ook Engelse boeken laten lezen, bijvoorbeeld graded readers. Door het lezen van Engelse boeken bouwen de leerlingen vocabulaire op, leren ze de regels van de taal automatisch toe te passen en leren ze om goed te spellen. Hiernaast worden leerlingen door lezen gestimuleerd om meer te lezen, leren ze zelfstandig te werken en stelt het Engels lezen geen specifieke eisen aan de eigen vaardigheid van de leerkracht. Werkwijze: leerlingen die in het Nederlands op voldoende niveau kunnen lezen, kunnen dat ook in het Engels, ondanks het feit dat Engels niet klankzuiver is. De leerlingen lezen Engelse teksten op basis van directe woordherkenning en analogie. Door de leesboekjes (graded readers) aan te bieden met klankondersteuning luisteren en lezen de leerlingen tegelijkertijd. De voordelen van Engels lezen met klankondersteuning zijn het positieve effect op de taalontwikkeling, het beter leren lezen en verstaan in het Engels, het vergroten van de woordenschat, het opbouwen van een Engels woordbeeld, de plezierige ervaring en de stimulans voor het zelf lezen en de goede voorbereiding op lezen in het voortgezet onderwijs. Het leesmateriaal moet aantrekkelijk, gevarieerd en van verschillende niveaus zijn. Dit is belangrijk om aan te kunnen sluiten bij de niveaus, belangstelling, belevingswereld en voorkeuren van de leerlingen. Klankondersteuning is te regelen met cd-spelers, computers, mp3-spelers, iPods, applicaties op telefoons en ebooks. Aan voorlezen in het Engels en bij de keuze van de prentenboeken worden dezelfde eisen gesteld als aan voorlezen in het Nederlands. Wanneer leerlingen zelf een boek in het Engels gelezen hebben, kun je hen een verwerkingsactiviteit laten doen. Het werkt voor leerlingen heel motiverend om bij te houden welke en hoeveel boekjes ze gelezen hebben. Aan zwakke lezers en dyslectici bied je extra (algemene en specifieke) ondersteuning. Ze beginnen met het lezen van korte teksten met veel visuele en auditieve ondersteuning. Daarna volgen de graded readers met klankondersteuning waardoor ze de hoogfrequente woorden leren lezen en ze de directe woordherkenning oefenen.
10.5
Handpoppen Handpoppen zijn vooral bij jonge kinderen een effectief hulpmiddel bij het leren van vreemde talen. Interactie is voor jonge kinderen een belangrijke voorwaarde om taal te kunnen leren. Met een handpop in de Engelse les zorg je voor meer natuurlijke interactie. De handpop voert realistische gesprekken met de leerlingen, die daardoor het taalaanbod beter begrijpen. Werkwijze: je introduceert de handpop bij de leerlingen en gebruikt hem om aan te geven dat de Engelse les gaat beginnen, om de klas toe te spreken, om gesprekjes mee te demonstreren, om leerlingen uit te dagen en om leerlingen met de handpop te laten praten. Materiaal: handpoppen zijn er in alle soorten en maten: dierpoppen, menspoppen, poppenkastpoppen, sokpoppen, vingerpoppen enzovoort. Je kunt ze ook zelf
Samenvatting Basisboek Engels in het basisonderwijs
| 2
© 2011 Noordhoff Uitgevers bv
maken. Denk van te voren na over de karaktereigenschappen van de pop en hoe je die verder wilt ontwikkelen.
10.6
Films en televisieprogramma's Het bekijken van Engelstalige films en televisieprogramma's is een goede manier om leerlingen veel input te geven tijdens of naast de reguliere Engelse lessen. De film ondersteunt de taal met beelden. Het bekijken van een film of programma past in het vierfasenmodel. Je kunt ervoor kiezen om de Engelse ondertiteling te laten zien, maar dat doe je alleen bij leerlingen die het Engels al goed kunnen volgen. De film of het programma moet herkenbaar zijn voor de leerlingen en aansluiten bij hun niveau en belevingswereld.
10.7
Taaltaken en talenquests Voor het leren van vreemde talen zijn taaltaken en talenquests uitdagende leeractiviteiten. Een taaltaak is een realistische taak in een zo authentiek mogelijke context, die moet leiden tot een concreet resultaat of product. De leerling is relatief vrij in de aanpak en uitvoering van de taak en heeft daarmee veel autonomie. Een voorbeeld van een taaltaak is een webquest. Een talenquest is een webquest die speciaal is ontworpen voor het leren van vreemde talen. Bij een taaltaak en talenquest is het belangrijk dat de leerlingen goede instructies krijgen en dat ze snel aan de slag kunnen. De talenquest bestaat uit zeven onderdelen die volgens een vaste indeling en volgorde aan de orde komen: de inleiding (introduction), de opdracht (task), de werkwijze (process), de informatiebronnen (resources), de beoordelingsschema (evaluation), de terugblik (conclusion) en de leerkracht (teacher page).
10.8
Digitale middelen Het gebruik van digitale middelen kan de lessen enorm verrijken vanwege de mogelijkheid om veel authentieke taal de klas binnen te halen en realistische opdrachten uit te laten voeren. Het werken op de computer heeft de voordelen dat de leerlingen docentonafhankelijk kunnen werken, leren en oefenen. De leerlingen ontvangen directe feedback waarmee ze snel inzicht krijgen in hun vorderingen. Hiernaast kun je met digitale hulpmiddelen differentiatie in de les brengen en vinden de leerlingen het uitdagend en motiverend om op te computer te werken. Werkwijze: om digitale hulpmiddelen in te kunnen zetten moet je over didactische ICT-vaardigheden beschikken, ook aangeduid als Technological Pedagogical Content Knowledge (TPACK). Op internet vind je veel sites waarop aantrekkelijke Engelse activiteiten voor kinderen aangeboden worden, bijvoorbeeld van de Britisch Council of van de BBC. Op YouTube is veel ondersteunend materiaal te vinden voor de Engelse lessen. Het materiaal is te vinden door zoektermen in te voeren als 'children's songs', 'poems' en 'tongue twisters'.
Samenvatting Basisboek Engels in het basisonderwijs
| 3
© 2011 Noordhoff Uitgevers bv
Andere middelen: • Op een computer, mp3-speler of tablet-pc kun je geluidsbestanden downloaden en afluisteren. Op veel sites worden podcasts aangeboden die je via tablet, telefoon of computer kunt beluisteren of bekijken. • Digitale camera: je kunt zelf visuele hulpmiddelen maken door objecten en beelden te fotograferen of te filmen en die aan de klas te tonen op het digibord. Leerlingen kunnen op verschillende manieren zelf ook aan de slag met de digitale camera. • Digibord: via het digibord kan Engelstalig videomateriaal vertoond worden en kan er met digitaal oefenmateriaal gewerkt worden. • ETwinning: via eTwinning (www.etwinning.net) kunnen scholen onderling contact met elkaar maken en samenwerken met behulp van digitale middelen. Met eTwinning kunnen leerlingen met elkaar mailen, chatten of online samenwerken aan projecten. • Mobiele telefoon: mobiel leren is een project waarbij is onderzocht of een mobiele applicatie bijdraagt aan het leren van Engels op jonge leeftijd. Voor dit project is Earlybird-materiaal geschikt gemaakt voor een mobiele telefoon voor gebruik door leerlingen van 8 tot 10 jaar.
10.9
Toekomstscenario's voor flexibel Engels Waarschijnlijk zal het talenonderwijs er in de toekomst anders uitzien, omdat de ontwikkelingen in de politiek, wetenschap, technologie en economie niet stilstaan. Politiek en beleid: meertaligheid in het onderwijs in de Europese landen zal waarschijnlijk serieuzere aandacht krijgen. De ontwikkelingen bij tto, vvto en CLIL zijn daar al voorlopers van. Het is niet ondenkbaar dat op een bepaald moment gekozen wordt voor tweetalig onderwijs op alle scholen in Nederland. Wetenschap: de kennis over de manier waarop talen geleerd worden in de toekomst zal groter worden en die zal ingezet worden om het proces van vreemde talen optimaal vorm te geven. Economie: Engels is de lingua franca in Europa en in grote delen van de wereld, maar door de opkomende economische machten zoals China en Rusland is het heel goed mogelijk dat in de toekomst Chinees de meest geleerde vreemde taal zal zijn. Technologie: door de technologische ontwikkelingen zullen in de toekomst kennis en vaardigheden via internet voor iedereen beschikbaar zijn. Het leren van vreemde talen zal digitaal, interactief, online en docentonafhankelijk zijn. Technische hulpmiddelen zoals spraakherkenning, spellingcheckers en vertaalmachines worden mogelijk zo goed dat de noodzaak om talen te leren zal afnemen of zelfs verdwijnen. Leeromgeving: een globale leeromgeving vraagt om goede samenwerking en internationale afstemming tussen collega's. Daarnaast zal de virtuele leeromgeving een grotere rol kunnen gaan spelen. De opmars van de elektronische leeromgeving zal ook in het basisonderwijs te zien zijn.
Samenvatting Basisboek Engels in het basisonderwijs
| 4
© 2011 Noordhoff Uitgevers bv
Terug naar de stelling: Engels zal in de toekomst een kernvak zijn in het basisonderwijs. Engels wordt op – korte termijn – daadwerkelijk een kernvak in het basisonderwijs, of Engels verdwijnt als vak en de leerlingen leren Engels door CLIL: beide scenario's hebben consequenties voor de leraren die het vak moeten geven.
Samenvatting Basisboek Engels in het basisonderwijs
| 5