Handleiding 8417.8/10-51
BOAX®-N BOAX®-S BOAXMAT®-S BOAX®-SF BOAXMAT®-SF
1.
Conformiteitsverklaring
2
2.
Inbouwverklaring voor deelmachine. Machinerichtlijn 2006/42/EG
3
3.
Algemeen
4
4.
Veiligheid
4
5.
Transport en tussentijdse opslag
5
6.
Beschrijving van de kranen
5
7.
Installatie
5
8.
Ingebruikname
7
9.
Demontage van de kraan uit het leidingstelsel en ontkoppeling van de schakelaar
7
1.
Conformiteitsverklaring
Hierbij verklaren wij,
KSB S.A.S. Zone industrielle Gagnaire Fonsèche 24490 LA ROCHE CHALAIS Hoofdzetel: 92635 - Gennevilliers - Frankrijk dat de hierna beschreven kranen in overeenstemming zijn:
•met de vereisten van de Richtlijn drukapparatuur 97/23/EG Beschrijving van de kraantypes
Vlinderkranen - BOAX®-N - BOAX®-S - BOAX®-SF
PS 10/16 bar PS 10/16 bar PS 10/16 bar
DN 20-600 DN 20-600 DN 20-600
Volgens de geharmoniseerde Europese normen:
EN 12516-2:2004; EN 12516-4:2008
en andere normen/richtlijnen:
EN 1563; ASME B16.42; EN 593; EN 10213-4
geschikt voor zijn de:
Vloeistoffen van groep 1 (met mof K) en vloeistoffen van groep 2 (met mof XU) Module H
Evaluatieprocedure van de conformiteit: Naam en adres van het aangemelde controlemechanisme:
Lloyd’s Register Verification Limited 71 Fenchurch Street, Londen EC3M 4BS Engeland
Identificatienummer:
0038
RPS 0160325/01 Certificaatnummer: De kranen DN ≤ 50 zijn in overeenstemming met de Richtlijn Drukapparatuur 97/23/EG Art. 3 §3. Ze moeten niet voorzien zijn van het ‘ EG’ -symbool gevolgd door het identificatienummer van het aangemelde organisme.
•aan de vereisten van het reglement REACH EG 1907/2006. Règlement EG 1907/2006 van het Europese parlement in verband met de registratie, evaluatie en de autorisatie van chemische stoffen en de beperkingen die op deze stoffen van toepassing zijn. Beschrijving van de kraantypes:
Artikel 33/REACH
Vlinderkranen -
BOAX®-N BOAX®-S BOAX®-SF
PS 10/16 bar PS 10/16 bar PS 10/16 bar
DN 20-600 DN 20-600 DN 20-600
Geen enkele stof die vermeld staat op de kandidaatslijst en in bijlage XIV van de reglementering is aanwezig in een concentratie groter dan 0,1% (in massa/massa).
Michel Delobel Kwaliteitsgarantie Dit document werd elektronisch opgesteld, het is dus geldig zonder handtekening. De openbaarmaking ervan bevestigt de status ervan. Rev.6- 04/10
2
2.
Inbouwverklaring voor deelmachine Machinerichtlijn 2006/42/EG
Hierbij verklaren wij,
KSB S.A.S. Zone industrielle Gagnaire Fonsèche 24490 LA ROCHE CHALAIS Hoofdzetel: 92635 - Gennevilliers Frankrijk
De fabrikant van deelmachines voor de volgende aggregaten van het type: kraan + automatische schakelaar + signalisatie of standsteller Vlinderkranen van het type:
- BOAX-B, BOAX-N, BOAX-S, BOAX-SF - BOAXMAT-N, BOAXMAT-S, BOAXMAT-SF, BOAX-B Mat P, BOAX-B Mat E - ISORIA 10, ISORIA 16, ISORIA 20 - KE - MAMMOUTH - DANAÏS 150, DANAIS MTII, DANAIS TBT
Met schakelaars van het type:
-
Elektrisch: ACTELEC Pneumatisch: ACTAIR en DYNACTAIR Hydraulisch: ACTO, DYNACTO, ENNACTO Motormassa: reeks R380 en R480
en optioneel voorzien van kasten van het type signalisatie of standstellers van het type:
-
AMTROBOX - Alle types AMTROBOX R - Alle types AMTROBOX C R1290 AMTROBOX S R1195 R1077 / R1078 / R1079 / R1158 AMTRONIC / SMARTRONIC - Alle types R1011 / R886 / R1007 / R834 AMTRONIC POWERPACK APP R1186
verklaren dat de essentiële vereisten die hieronder vermeld staan: 1.1.3, 1.1.5, 1.2.1, 1.3.2, 1.3.4, 1.3.7, 1.3.8, 1.3.8.1, 1.4.1, 1.4.2.1, 1.5.1, 1.5.2, 1.5.3, 1.5.4, 1.5.7, 1.5.8, 1.6.1, 1.7.2, 2.1.1 a, b, e en uiteengezet worden in bijlage I van de richtlijn 2006/42/EG in aanmerking genomen en nageleefd werden. De technische documenten werden opgesteld volgens bijlage VII, deel B. Indien de bevoegde autoriteiten dit wensen, stellen we de specifieke technische documenten ter beschikking via de post of e-mail. Ze kunnen aangevraagd worden bij: Nicolas Lefrancq - KSB Parc d’activité Rémora 33170 Gradignan, Frankrijk Andere gebruikte richtlijnen:
Richtlijn drukapparatuur 97/23/EG Richtlijn ATEX 94/9/EG
De deelmachine met betrekking tot deze inbouwrichtlijn mag niet in gebruik genomen worden voordat de machine waarin ze ingebouwd wordt in overeenstemming met de bepalingen van de Richtlijn 2006/42/EG verklaard werd. Michel Delobel Kwaliteitsgarantie Het document werd elektronisch opgesteld, het is dus geldig zonder handtekening. De openbaarmaking ervan bevestigt de status ervan.
3
rev.1 - 01/10
3.
Algemeenheden
Deze gebruiksinstructies zijn van toepassing op vlinderkranen met KSB-elastomeerafdichting (zie paragraaf 6). Het ontwerp, de vervaardiging en de controle van de KSB-kranen wordt voorgelegd aan een Kwaliteitsgarantiesysteem in overeenstemming met de norm EN ISO 9001 en de Richtlijn drukapparatuur 97/23/EG (DESP). In een kraanconfiguratie met een niet-manuele schakelaar kan het op die manier gevormde subgeheel beantwoorden aan de vereisten van de machinerichtlijn 2006/42/EG als deelmachine bij de aanvaarding van de richtlijn. Een correcte installatie is nodig om de goede werking van deze kranen te garanderen. De fabrikant kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de slechte werking van deze kranen indien de gebruiksinstructies niet nageleefd worden.
4.
Veiligheid
Deze handleiding bevat basisinstructies die tijdens de werking nageleefd moet worden. Het is dus van essentieel belang voor de monteur en de operator om deze handleiding te lezen voordat ze de kraan installeren en in gebruik nemen. Deze handleiding moet altijd beschikbaar zijn op de locatie waar de kraan gemonteerd wordt. Het volstaat niet om de algemene instructies van de paragraaf ‘ veiligheid’na te leven, ook de instructies van andere paragrafen moeten nageleefd worden.
4.1.Veiligheidssymbolen die in werkingsinstructies gebruikt worden
de
De veiligheidsinstructies die in deze handleiding vermeld staan en tot lichaamsletsels leiden indien ze niet nageleefd worden, zijn aangeduid met het risicosymbool:
OPGELET De werking van de kranen buiten het toegelaten bedrijfsbereik is niet toegelaten. De grenzen staan vermeld op het typeplaatje of in de handleiding. De waarden die vermeld staan in de druk- en temperatuurtabellen mogen niet overschreden worden. Elk gebruik buiten de vermelde limieten, zal leiden tot een overbelasting van de kranen waartegen ze niet bestand zijn. De handleidingen kunnen geraadpleegd worden in onze productcatalogus op de website www.ksb.com. De niet-naleving van deze regel kan leiden tot schade aan de installaties en lichamelijke letsels. - Letsels tengevolge van vloeistoflekken (koud/warm, ontvlambaar of onder druk) - Niet-correcte werking of vernietiging van de kraan. De beschrijvingen en instructies in deze handleiding hebben betrekking op de standaardversies, maar ook op speciale versies. Deze gebruiksinstructies houden geen rekening met: - incidenten die zich kunnen voordoen tijdens de plaatsing en de werking. - de lokale veiligheidsregels. De gebruiker heeft de verantwoordelijkheid om te garanderen dat deze regels toegepast worden en hetzelfde geldt voor de betrokken montageteams. Voor gemotoriseerde kranen moeten de gespecificeerde aansluitparameters, de installatie-instructies en de gebruiksaanwijzing van de schakelaar nageleefd worden. OPGELET Enkel ervaren en bekwaam personeel mag deze kranen installeren. Het personeel dat verantwoordelijk is voor de werking en de installatie van de kraan, moet bekend zijn met de interactie tussen de kraan en het geheel waarin hij zich bevindt. Fouten met betrekking tot de kraan die door de operator begaan worden, kunnen ernstige gevolgen hebben voor de werking van de installatie, bijvoorbeeld: - productlek - geen fabrieks/machineproductie - tegenovergestelde effecten: daling of stijging van het rendement ten opzichte van het fabriek/de machine. Voor alle andere vragen of in geval van schade aan de kraan, moet u contact opnemen met de klantendienst van KSB. Voor alle andere vragen of bijkomende bestellingen, moet u de indicaties die op het typeplaatje staan vermelden. De specificaties (werkingsvoorwaarden) van de kranen staan vermeld in deze handleiding en in de technische handleiding van de desbetreffende kraan (zie paragraaf 6). Indien de kraan teruggestuurd moet worden naar de fabrikant, raadpleegt u paragraaf 5.
in overeenstemming met de norm ISO 3864-B.3.1. of door het waarschuwingssymbool voor elektrische spanning:
in overeenstemming met de norm ISO 3864-B.3.6. De instructies die betrekking kunnen hebben op risico’ s voor de kraan en de werking ervan kunnen verstoren bij niet-naleving zijn aangeduid met het woord OPGELET De indicaties die rechtstreeks betrekking op de kraan zelf hebben (zoals bijvoorbeeld de nominale druk) moeten nageleefd worden en zichtbaar gehouden worden.
4.2. Bekwaamheid en opleiding van het personeel Het personeel dat de installatie gebruikt, controleert en installeert, moet perfect bekwaam zijn voor de overeenstemmende werkzaamheden. De verantwoordelijkheden, competenties en begeleiding van het personeel moeten duidelijk vastgesteld worden door de gebruiker. Als het desbetreffende personeel niet over de vereiste kennis beschikt, moet een opleiding aangeboden worden. Indien nodig zal de fabrikant/leverancier een opleiding verzorgen en instructies aanleveren op vraag van de gebruiker. Bovendien heeft de gebruiker de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de voornoemde instructies duidelijk begrepen worden door het desbetreffende personeel.
4.3. Gevaar bij niet-naleving van de veiligheidsinstructies De niet-naleving van de veiligheidsinstructies kan aanleiding geven tot lichaamsletsels voor het personeel en gevaren voor de omgeving en het materiaal zelf. Deze niet-naleving leidt ook tot de annulering van de garantie. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot: - het niet verkrijgen van de hoofdfuncties van de kraan/het fabriek - niet tevredenstellende resultaten van de onderhoudsprocedures en voorgeschreven reparaties - gevaren voor de omgeving tengevolge van lekken van gevaarlijke materialen
4.4.
Sensibilisering voor de veiligheid
De veiligheidsinstructies in deze handleiding, de toepassing van de Nationale Regels voor de Preventie van Ongevallen en alle andere regels die van toepassing zijn op de interne werkzaamheden, de werking of de veiligheid moeten in aanmerking genomen worden.
4.5.
Veiligheidsinstructies gebruiker/operateur
Elk warm of koud deel van de kraan (huis, hendel of schakelaar) dat een risico op gevaar inhoudt, moet door de gebruiker beschermd worden tegen niet-bedoelde aanraking. Alle lekken van gevaarlijke materialen (bijvoorbeeld ontvlambare of warme materialen) moet vermeden worden om elk gevaar voor de
4
personen of de omgeving te vermijden. De desbetreffende wetgeving moet strikt nageleefd worden.
5.
Transport en tijdelijke opslag
5.1.
Transport
De kranen worden gebruiksklaar geleverd. Elk risico op een elektrisch ongeval moet op doeltreffende wijze beheerd worden. (Raadpleeg voor details de norm IEC 364 of de equivalente nationale normen en/of lokale reglementen inzake elektrische schakelaars).
4.6. 4.6.1
Veiligheidsinstructies voor de controle- en installatiewerkzaamheden Algemeenheden
Bij een kraan met schakelaar moeten de instructies in deze handleiding en degene in de handleiding van de schakelaar, de standsteller en/of het regelapparaat nauwkeurig opgevolgd worden. De gebruiker heeft de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de controle- en installatiewerkzaamheden uitgevoerd worden door bevoegd personeel dat voldoende gekwalificeerd is en deze handleiding gelezen heeft. Alle werkzaamheden aan de kraan mogen alleen uitgevoerd worden als de kraan niet onder druk staat en de temperatuur maximum 60 °C bedraagt. Elke interventie aan gemotoriseerde kranen mag alleen uitgevoerd worden nadat de energiebron ontkoppeld is. De procedure die in de gebruiksinstructies beschreven wordt voor de stillegging van de schakelaar moet nageleefd worden. Kranen die in contact komen met gevaarlijke materialen moeten ontsmet worden. Onmiddellijk na de voltooiing van de werkzaamheden moeten alle veiligheidsuitrustingen opnieuw geïnstalleerd en/of gestart worden. Voor elke heringebruikname moet u de verschillende punten van paragraaf 8 raadplegen.
4.6.2.
Montage aan het lijnuiteinde en stroomafwaartse demontage
Montage aan het einde van de lijn en demontage stroomafwaarts van de omgevingstemperatuur van standaardkranen: Gas* of vloeistoffen
Vloeistoffen
Gevaarlijk Niet-gevaarlijk
Gevaarlijk Niet-gevaarlijk
Alle DN: niet toegelaten DN ≤ 200: ∆PS = 10 bar max. 200
125: ∆PS = 7 bar max. DN ≤ 200: ∆PS = 10 bar max. DN > 200: ∆PS = 7 bar max.
∆PS: Drukverschil *: Inclusief stoom OPMERKING: Een kraan die aan het uiteinde van een leidingennet gemonteerd is met een volledig stroomafwaartse tegenflens wordt niet als een montage aan het lijnuiteinde beschouwd.
4.7.
Niet-toegelaten wijziging
De uitrustingen mogen geen wijzigingen ondergaan zonder dat de fabrikant vooraf geconsulteerd wordt. De fabrikant kan niet verantwoordelijk gehouden worden voor schade die veroorzaakt wordt door het gebruik van niet-originele onderdelen of accessoires.
4.8.
Niet-toegelaten gebruiksmanieren
De operationele veiligheid en betrouwbaarheid van de kraan zijn slechts gegarandeerd binnen de gebruikslimieten die vermeld staan in deel 3 ‘ Algemeenheden’van de gebruiksaanwijzing. De limieten die vermeld staan in de technische handleiding mogen in geen geval overschreden worden.
5
OPGELET
Voor het transport en de opslag moeten de kranen in semigesloten positie gehouden worden en in kartonnen dozen verpakt worden. OPGELET Om schade te vermijden, mag u de kraan niet vastnemen bij de kraag, de draaiknop of de schakelaar. Na de levering of voor de installatie moet de kraan gecontroleerd worden op eventuele schade naar aanleiding van het transport.
5.2.
Tussentijdse opslag
De kranen moeten zodanig bewaard worden dat ze zelfs na een langdurige opslagperiode correct werken. Dit omvat: - Opslag op 5° van de gesloten positie. - Bijzondere voorzorgsmaatregelen tegen verontreiniging, vorst en corrosie.
6.
Beschrijving van de kranen
Voor de doorsneden en andere informatie met betrekking tot een specifiek kraantype, moet u de volgende technische handleidingen raadplegen: DN (mm)
PS (bar)
Nr. technisch boekje
BOAX®-N
Type
20-600
10/16
8413.1
BOAX®-S
20-600
10/16
8417.1
BOAXMAT®-S
20-500
10/16
8417.1
BOAX®-SF
20-600
10/16
8415.12
BOAXMAT®-SF
20-500
10/16
8415.12
6.1.
Markering
De kranen zijn gemarkeerd volgens DESP 97/23/CE.
Aanduiding op het typeplaatje
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Voorbeeld
- Type kraan - Interne materiaalcodering - Omschrijving van de kraan-PN/klasse - Maximum toegelaten druk - Maximum toegelaten gebruiksdruk aan het lijnuiteinde of stroomafwaartse demontage - Maximum toegelaten temperatuur - Aansluiting van leidingflenzen (indien gekend) - Maand en jaar van vervaardiging - Serienummer - ‘ CE’ -markering gevolgd door het identificatienummer van het aangemelde organisme.
PS ≤32 10 16
40
50
65
Formaat 80 100
125
150
≥200
6.2.
1 DN
Werkingsprincipe
Een kraan bestaat hoofdzakelijk uit een huis, bedieningshendel, een binnenas, een afdichting en elastomeren mof.
een een
1
3
Dankzij de samenstelling en de vervaardiging van de elastomeren mof wordt een perfecte dichtheid gegarandeerd bij de overgang van de assen, flenzen en stroomopwaartse/stroomafwaartse sectie. Overgang afdichting/as: deze wordt gegarandeerd door een strakke aansluiting van de as op de afdichting. Bediening: De kranen worden bediend met manuele kwartslaghendels of -schakelaars of elektrische schakelaars die aan de basis van de kraan vastgeschroefd zijn volgens de norm ISO 5211.
7.1.
5-6 DN
DN
1 DN
5
DN DN
1 DN
3 DN
2
3 DN
Deze kraan kan niet gedemonteerd worden.
7.
3 DN
DN
4
DN
1 DN
6
DN
Installatie Algemeenheden
OPGELET Om elke lek, vervorming of breuk van het huis te vermijden, moet de leiding correct uitgelijnd worden zodat geen enkele duw- of buigkracht op het kraanhuis inwerkt wanneer de kraan geïnstalleerd is en gebruikt wordt.
7.2.2. Flenszijden Aansluiting op de leidingen De leidingflenzen moeten de volgende afmetingen hebben:
Ø6
Ø6
OPGELET De afdichtingsvlakken van de flenzen moeten zuiver en nietbeschadigd zijn (Ra ≤ 25µm). Ø2a
Het is verboden om een koppeling tussen het huis en de flenzen van het leidingennetwerk te plaatsen. Verplaats de twee flenzen van het leidingennetwerk om te vermijden dat de mof beschadigd wordt bij de plaatsing van de kraan. Alle gaten in de flenzen moeten onderling met elkaar verbonden worden met bouten. Terwijl u een installatie aan het monteren bent, moeten de niet-gemonteerde kranen tegen stof, zand, constructiematerialen, enz. beschermd worden. (bedekken met aangepaste middelen). De handvatten en draaiknoppen van de schakelaars niet als opstapje gebruiken.
Kranen en leidingen die met hoge (> 60 °C) of lage temperaturen (< 0 °C) gebruikt worden, moeten ofwel uitgerust worden met een beschermende isolatie ofwel met preventiesymbolen die aangeven dat het gevaarlijk is om deze kranen aan te raken.
Indien u een kraan aan het uiteinde van de lijn gebruikt, moet ze beschermd worden tegen elk risico op onbedoeld opendraaien of opendraaien door onbevoegde personen om elk risico op schade aan de installaties en lichaamsletsels te vermijden.
7.2.
Installatievoorwaarden
Ø2b
Ø3
Ø2a: Ø2b: Ø3: Ø6: met
Maximum toegelaten diameter op het flensvlak buitendiameter van het buisdeel in geval van kragen Minimum toegelaten diameter op het flensvlak Minimum toegelaten diameter van de schouder van de flens verhoogd vlak
Bij stroomafwaartse demontage moet het klemkoppel van de bouten beperkt worden tot de volgende waarden: C1 max. (mdaN) voor kraanbehuizingen van type 2 C2 max. (mdaN) voor kraanbehuizingen van type 4 DN 20 25 32 40 50 65 80 100 125 150 200 250 300 350 400 450 500 600
NPS ¾ 1 1¼ 1½ 2 2½ 3 4 5 6 8 10 12 14 16 18 20 24
ø2a 32 37 46 54 63 80 93 116 141,5 170,5* 222* 276,5* 327,5* 361 412 463 515 617
ø2b 27 34 43 49 61 77 89 115 140 169 220 273 324 356 407 457 508 610
ø3 15 31 32 33 55 71 90 119 144 196 249 297 326 370 422 470 566
ø6 46 55 67 77 86 107 121 141 171 196 250 306 358 399 452 505 558 664
C1 0.4 0.4 0.8 1 1.3 1.6 2.7 3 3.2 4.7 6 8.1 10
C2 5 5 5 5 5 5 5 5 5 10 10 10 10 10 16 24
* Controleer of het huis goed gecentreerd is tussen de verbindingsstangen.
7.2.1. Aanbevolen minimumafstanden tussen de kraanpositie en het T-aansluitstuk of het bochtstuk. 6
7.3.
Hantering
Mogelijk zijn hanteringsuitrustingen nodig voor de installatie van kranen DN > 200. De kraan niet vastnemen bij de kraag, de hendel of de schakelaar.
7.4.
Aanbevelingen voor de installatie
De drukpieken (drukstoten) mogen in geen geval de toegelaten drukwaarden van de kraan overschrijden. Er moeten bijzondere voorzorgsmaatregelen genomen worden. In een nieuwe installatie kunnen de circuits gespoeld worden met de kranen volledig open om vaste deeltjes zoals lasdruppels, die de kraanmof kunnen beschadigen, te verwijderen.
8.2.
Voor de montage lasdruppels
en
metalen
Werking
-
Controleer de afwezigheid van spaanders op de koppelingszones.
-
Controleer de uitlijning van de leidingen en de parallelle stand van de flenzen.
-
Controleer of de binnendiameter van de flenzen overeenstemt met de minimum- en maximumdiameters die vermeld staan in de tabel bij paragraaf 6.2.2.
8.3.
-
Controleer of niets de uitslag van de afdichting verhindert bij het openen en sluiten, meer bepaald ter hoogte van de interne lassen of de uiteinden van de leidingen.
voor de ingebruikname controleert u de sluitfunctie door de kraan meerdere keren open en dicht te draaien.
-
Verplaats de twee flenzen van het leidingennetwerk om te vermijden dat de mof tijdens de plaatsing van de kraan beschadigd wordt.
Tijdens de montage -
Zet de kraan open door de afdichting zo ver mogelijk uit de gesloten positie te zetten en zorg ervoor dat ze niet uit het huis komt.
-
Plaats de kraan tussen de twee flenzen en centreer hem met enkele verbindingsstangen.
-
Draai de schroeven geleidelijk aan kruiselings vast totdat u metaal-metaalcontact voelt tussen het kraanhuis en de flenzen van het leidingennetwerk en bewaar een goede centrering van het lichaam ten opzichte van de flens.
-
Bedien de kraan meerdere keren om u te verzekeren van de goede rotatie van de kraanafdichting.
7.5.
Kranen met schakelaar
De elektrische kabels moeten door bekwaam personeel aangesloten worden.
De toepasselijke elektrische reglementen (bijvoorbeeld IEC en nationale normen) en degene met betrekking tot uitrustingen in gevaarlijke zones moeten nageleefd worden. Alle elektrische uitrustingen zoals schakelaars, aansluitklemmen, magnetische aandrijvingen, eindeloopcontacten enz. moeten geïnstalleerd worden in een zone die niet kan onderlopen. De spanning en de frequentie moeten overeenstemmen met de indicaties van het typeplaatje.
8.
Ingebruikname
8.1.
Algemeenheden
Voor elke ingebruikname van de kraan moeten de druk, temperatuur en materialen waaruit de kraan bestaat vergeleken worden met de werkelijke bedrijfsomstandigheden van de installatie om te controleren of de kraan bestand is tegen deze bedrijfsomstandigheden.
7
De positie van de afdichting wordt bepaald door de index van de schakelaar of de bedieningshendel. De kranen worden dichtgezet door rechtsom te draaien en worden opengezet door linksom te draaien.
Controle van de werking
De volgende functies moeten gecontroleerd worden:
8.4.
Gemotoriseerde kranen
De instelbare aanslag en de koppelbegrenzers van de schakelaar worden in het fabriek afgesteld.
9.
Demontage van de kraan uit het leidingennetwerk en ontkoppeling van de schakelaar
Identificeer de kraan door het typeplaatje te raadplegen. Zet de afdichting op 10° van de opening. De kraan moet drukloos geschakeld worden en voldoende afgekoeld zijn, tot minder dan 60 °C, om brandwonden te vermijden. Het openzetten van een onder druk staande kraan, houdt een risico op overlijden in. Indien ontvlambare stoffen of vloeistoffen die corrosief kunnen worden bij contact met atmosferische vochtigheid door de kraan gestroomd hebben, moet de kraan overmatig gespoeld worden. Indien nodig moet u veiligheidskleding en een beschermingsmasker dragen. Op basis van de montagepositie moet elke vloeistof die in de kraan achterblijft, verwijderd worden. Voor elk transport moeten de kranen zorgvuldig gespoeld en leeggemaakt worden. Indien u vragen hebt, neemt u contact op met de klantendienst van KSB.
Als de elektrisch aangedreven schakelaars moeten verwijderd of gedemonteerd worden, moet de stroombron voor elke interventie onderbroken worden. De kraan met zijn schakelaar uit het leidingennetwerk demonteren Let erop dat u de mof niet beschadigt wanneer u de kraan uit het leidingennetwerk demonteert. Verplaats de flenzen van de leidingen voldoende zodat u de kraan gemakkelijk kunt verwijderen. Duid de montagepositie van het bedieningsmechanisme aan. Ontkoppel het bedieningsmechanisme en bewaar de bouten en moeren.
18.11.10 8417.8/10-51
Copyright / Wettelijke bepalingen - Oorspronkelijke handleiding - Alle rechten voorbehouden De inhoud van dit document mag niet gewijzigd worden zonder de schriftelijke toestemming van KSB Dit document mag niet gewijzigd worden zonder voorgaande kennisgeving.
KSB S.A.S. 4, allée des Barbanniers •92635 Gennevilliers Cedex (Frankrijk) Tel. : +33 1 41 47 75 00 •Fax : +33 1 41 47 75 10 •www.ksb.fr
2