Interstedelijk CLB Gent - afdeling Brugge Langerei 26 8000 Brugge tel. 050/33.21.72 fax 050/34.45.80 mail
[email protected] website : www.iclb.be open : elke werkdag van 9 tot 12u. en 14 tot 16.30u. (dinsdag tot 19u) 1. Wat is een CLB ? 2. Het Interstedelijk CLB 3. De overstap naar het eerste leerjaar 4. Wat is schoolrijpheid en wat kan ik doen 5. Bijkomende inschrijvingsvoorwaarde voor het eerste leerjaar sinds 1 september 2010 6. De overstap naar het secundair onderwijs 7. Sinds 1 september 2008 : Schooltoelagen ! 8. Gelijke Onderwijskansen 9. Nuttige links
1 Wat is een CLB ? Een Centrum voor Leerlingenbegeleiding of CLB is een dienst waarop leerlingen, ouders, leerkrachten en schooldirecties een beroep kunnen doen voor informatie, hulp en begeleiding. In een CLB werken onder andere artsen, maatschappelijk werkers, pedagogen, psychologen, psychologisch assistenten en verpleegkundigen. Die verschillende vakmensen werken samen in een (multidisciplinair) team om het welbevinden van leerlingen te helpen bevorderen doorheen hun schoolloopbaan. Het gaat er dus om de leerling zich goed te laten voelen zodat hij zijn kennis en vaardigheden in de beste omstandigheden kan ontwikkelen.
bron : website departement onderwijs
2. Het interstedelijk CLB Door jouw zoon/dochter in deze school in te schrijven, kies je sowieso ook voor het CLB waarmee de school een beleidscontract heeft afgesloten. Dit is voor onze school het Interstedelijk CLB Gent – Jubileumlaan 215 te 9000 Gent. Voor de samenwerking met onze school heeft dit Interstedelijk CLB een permanente vestigingsplaats in Brugge. Dit zijn de coördinaten : Interstedelijk CLB Gent – afdeling Brugge Langerei 26 8000 Brugge tel. : 050 332172 fax : 050 344580 e-mail :
[email protected] website : www.iclb.be
De CLB-medewerkers die op deze vestigingplaats bereikbaar zijn en met onze school samenwerken zijn : Marijke Goekint, arts Franky Cosman, psycho-pedagogisch consulent Nico Martens, maatschappelijk werker Ruth Verbeke, paramedisch werker Een CLB kan leerlingen op vier domeinen begeleiden: • • • •
het leren en studeren; de schoolloopbaan; de preventieve gezondheidszorg; de sociaal-emotionele ontwikkeling
De begeleiding waarvoor het CLB in onze school instaat, vertoont een aantal typische kenmerken: • • • • •
de leerling staat centraal; de begeleiding is multidisciplinair want verschillende vakmensen werken aan een oplossing in teamverband, elk vanuit hun eigen discipline; de geheimhouding van gegevens wordt gegarandeerd: dit waarborgt een onafhankelijke werking van het CLB-personeel tegenover scholen en andere instellingen; de werking van het CLB is vraaggestuurd: een CLB gaat in op vragen van ouders en leerlingen; daarnaast kan een CLB ook voorstellen tot begeleiding aan scholen doen; de dienstverlening is gratis.
Begeleiding gebeurt in een sfeer van vertrouwen en dialoog. Het initiatief gaat in principe altijd uit van de vraagsteller. Een begeleiding kan dus pas opgestart worden nadat een leerling of een ouder daartoe het initiatief neemt. Vraagt een school het CLB om een leerling te begeleiden, dan zal het centrum altijd eerst de uitdrukkelijke toestemming vragen aan de ouders (voor een leerling jonger dan 12 jaar) of aan de leerling zélf (vanaf 12 jaar). In principe kan begeleiding door een CLB niet verplicht worden. Er zijn echter twee uitzonderingen op deze regel, waarbij de verplichting toch geldt: • •
bij leerplichtproblemen bij sommige medische onderzoeken
In sommige leerjaren is de deelname aan het medisch onderzoek verplicht. In het kleuteronderwijs : -1ste kleuter: gericht consult -2e kleuter: algemeen consult In het lager onderwijs : -1ste leerjaar: gericht consult -3e leerjaar: gericht consult -5e leerjaar : algemeen consult De voorziene data worden u door de school tijdig medegedeeld. Het is belangrijk dat elke leerling deelneemt aan het onderzoek om beginnende aandoeningen of ziekten tijdig te kunnen opsporen of voorkomen. Daarnaast kan er op die manier belangrijke informatie verzameld worden over de algemene gezondheidstoestand van de jongeren.
Indien ouders of leerlingen vanaf 12 jaar niet akkoord gaan, kunnen ze tegen de schoolarts verzet aantekenen en moet een andere (school)arts gekozen worden.Voor meer informatie over deze procedure kan je bij de directeur van het CLB terecht. (Mevr. Vera Van Heule, bereikbaar op tel 09 2350900) De CLB-medewerker kan op school ook deelnemen aan verschillende besprekingen waaronder bvb.deze van het zorgteam of van de verschillende klassenraden. Dat gebeurt vooral als deze besprekingen te maken hebben met de begeleiding van leerlingen. Leerrecht en leerplicht is één van de vaste agendapunten op dergelijke vergaderingen. Een CLB kan niet alle problemen oplossen. Soms moet het centrum op zijn beurt doorverwijzen naar andere, meer gespecialiseerde diensten. De medewerkers van het CLB zullen in elk geval eerst luisteren naar jouw vragen, ze helpen verduidelijken en formuleren. Hiervoor zijn soms wel meerdere gesprekken nodig. Het multidisciplinair CLB dossier
Toegangsrecht tot het CLB dossier 1
Van iedere leerling wordt een multidisciplinair dossier aangelegd bij het begeleidend CLB. Dit dossier bevat alle relevante persoonlijke en contextuele gegevens m.b.t. de leerling.
2
Ouders en/of leerlingen hebben recht op toegang tot dit dossier via begeleide inzage. Hiertoe hanteert het ICLB een aantal procedurele regels die gebaseerd zijn op de bepalingen van het “Decreet Rechtspositie voor Minderjarigen”. Dit recht op toegang gebeurt door de leerling die in staat is tot “redelijke beoordeling van zijn belangen”. De leerling van 12 jaar of ouder wordt vermoed in staat te zijn tot een redelijke beoordeling van zijn belangen. Dergelijke leerling wordt een “bekwame minderjarige” genoemd. De algemene regel is dat ouders geen toegang hebben tot het dossier van een bekwame minderjarige. (Met uitzondering van de gegevens die enkel zichzelf betreffen want daar hebben ze toegang toe op basis van de wet verwerking persoonsgegevens.) Uitzonderingen op deze algemene regel kunnen slechts voorkomen mét uitdrukkelijke toestemming van de bekwame minderjarige. De leerling van minder dan 12 jaar wordt vermoed een niet-bekwame minderjarige te zijn. In dit geval hebben de ouders recht op toegang tot het CLB dossier.
3
Het CLB team oordeelt of een leerling in staat is tot een redelijke beoordeling van zijn belangen. Dit gebeurt in overleg met de leerling en zijn ouders. Op deze wijze dient de leeftijd van 12 jaar dus niet als “absoluut” te worden beschouwd.
4
Alle bepalingen van het “Decreet Rechtspositie voor Minderjarigen” kunnen worden geraadpleegd op wvg.vlaanderen.be/rechtspositie
Overdracht van het CLB dossier 1
Bij inschrijving bij de start van het schooljaar, gebeurt de overdracht van het CLB dossier na afloop van een wachttijd van 10 dagen. Deze wachttijd begint te lopen vanaf 1 september van het nieuwe schooljaar.
2
Bij schoolverandering in de loop van het schooljaar, gebeurt de overdracht eveneens na afloop van een wachttijd van 10 dagen. Deze wachttijd begint te lopen vanaf de inschrijving in de nieuwe school.
3
Voor het verstrijken van de wachttijd kunnen de ouders of de leerling bij de mandaathouder van het CLB verzet aantekenen tegen deze overdracht. In geval van verzet zal het CLB enkel de verplicht over te dragen gegevens verzenden naar het nieuwe CLB, met name de medische gegevens en de gegevens m.b.t. de leerplicht, samen met een kopie van het verzet.
4
Bij inschrijving in deze school wordt aan de ouders en de leerling de mogelijkheid geboden te verklaren af te zien van deze wachttijd zodat het CLB-dossier sneller kan overgedragen worden.
Archiefplicht mbt het CLB dossier Wanneer leerlingen het leerplichtonderwijs verlaten wordt het CLB dossier in het archief van het laatst dienstdoende CLB bewaard tot 10 jaar na de laatste tussenkomst. In elk geval zal een CLB dossier steeds in het archief bewaard worden tot wanneer - de leerling de leeftijd van 25 jaar bereikt (wanneer deze het gewoon onderwijs verliet) - de leerling de leeftijd van 30 jaar bereikt (wanneer deze het buitengewoon onderwijs verliet)
3. De overstap naar het eerste leerjaar Na de kleuterklasjes maakt het eerste leerjaar van de lagere school zijn opwachting. Waar de rijpheidsontwikkeling kortgeleden nog over stappen en spreken ging wordt dit straks "leren"...op school. Enkele belangrijke facetten van deze schoolrijpheid zijn taakrijpheid, redzaamheid, (psycho)motorische rijpheid, auditieve/visuele analyse en synthese, rekenvoorwaarden, lateralisatie... Een hele mond vol … Graag maken we dit voor u wat concreter. Hiervoor leest u het best “4. Wat is schoolrijpheid en wat kan ik doen ?” verder op deze site. Elke zesjarige wordt verondersteld aardig wat van die schoolse rijpheid verworven te hebben om het eerste leerjaar met succes te kunnen aanvatten ... Gedurende het derde kleuter wordt hierover tussen school (klastitularis, zorgcoördinator, directeur) en CLB overleg gepland. Soms zal de school het nodig vinden dat het CLB bijkomend onderzoek doet omdat er onvoldoende helder zicht is op de verworven rijpheid. De school licht de ouders in elk geval tijdig in wanneer en waarom zij zo’n bijkomend onderzoek nodig vinden. Het CLB zal slechts een onderzoek uitvoeren indien ook de ouders dit wensen.
Het is steeds de bedoeling dat ouders, school en CLB met elkaars instemming en betrokkenheid uitstippelen wat kan of niet kan. De onderzoeksresultaten worden nadien met de betrokken leerkracht, de zorgcoördinator, de schooldirecteur en de ouders besproken. Het is mogelijk dat u dan uitgenodigd wordt om op het CLB langs te komen of dat wij aanbieden bij u op huisbezoek te komen. Ook een "rondetafelgesprek" op school behoort tot de mogelijkheden. Samen tot een gemeenschappelijk advies en tot een gemeenschappelijke handelwijze komen om samen een leerling op de best mogelijke wijze te helpen is het streefdoel. De uiteindelijke beslissing wordt – uiteraard - door de ouders genomen.
4. Wat is schoolrijpheid en wat kan ik doen ? De term schoolrijpheid wordt soms gebruikt voor de fase waarin een kleuter rijp is om voor het eerst naar school te gaan, maar meestal in de context van de overgang naar de lagere school. Doorgaans heeft een kind rond de leeftijd van zes jaar voldoende werk- en leerhouding ontwikkeld en beschikt het over de vaardigheden om te leren lezen, schrijven en rekenen. In de kleuterschool heeft een kind bovendien geleerd te functioneren in een groep. Dit wil zeggen dat verondersteld wordt dat voldoende zelfredzaamheid werd opgebouwd om zich voldoende veilig te voelen in de school : zich aan regels en afspraken houden, weten om te gaan met andere kinderen, nieuwe dingen durven doen en uitproberen ... In het eerste leerjaar komt daar nog iets bij : voldoende lang kunnen luisteren naar een opdracht, zelfstandig en stap voor stap kunnen werken aan kleine taakjes, kunnen doorwerken aan een taakje tot het af is, zich verstaanbaar kunnen uitdrukken in goede zinnen, geïnteresseerd zijn en blijven om nieuwe dingen te leren en beheerst zijn in bewegingen. Vooraleer het leren schrijven, lezen, en rekenen aanvangt, dient hiervoor voldoende interesse te zijn opgebouwd en vaardigheden te zijn ontwikkeld. De spontane groei naar schoolrijpheid wordt al spelend thuis en in de kleuterklas gestimuleerd. De meeste kinderen worden, als zij de normale speel- en ervaringskansen krijgen, vanzelf ook schoolrijp Maar kinderen verschillen in het tempo waarmee ze die ontwikkelingsfase bereiken. Zoveel mogelijk kansen geven om ervaringen op te doen is na te streven zonder een kind te mogen forceren tot iets waar het nog niet aan toe is. Schoolrijpheid zou dus kunnen omschreven worden als het bereiken van een bepaald ontwikkelingspeil voor vaardigheden die belangrijk zijn bij het schoolse leren. Deze vaardigheden moeten we veel ruimer zien dan alleen de verstandelijke ontwikkeling.
ASPECTEN BINNEN SCHOOLRIJPHEID Tijdens oudercontacten hoort u nogal eens termen gebruiken die verband houden met schoolse rijpheid , met name : - Grove en fijne motoriek - Lichaamsschema - Ruimtelijk inzicht - Tijdsinzicht - Visuele waarneming - Auditieve waarneming - Symboolbewustzijn - Taalbeheersing en -vaardigheid - Voorbereidend rekenen - Denken - Sociale en emotionele rijpheid 1. Grove en fijne motoriek Motoriek = beweging Grove motoriek = ruw bewegen, grove bewegingen : lopen, gaan, kruipen, springen, klimmen, fietsen, gooien, touwtjespringen, balspelen, ... Een goede motoriek vraagt oefening ! Geef uw kind voldoende gelegenheid en ruimte tot bewegen. Voor sommige kinderen dient hiervoor een een extra inspanning gedaan te worden : naar bos, park of speeltuin gaan, samen gaan fietsen. Grove motoriek wordt niet gestimuleerd door TV-kijken of PC-gebruik. Fijne motoriek = kleine, fijne bewegingen die je met handen en vingers maakt, zoals vastpakken van kleine voorwerpen (blokjes, stukken van een puzzel,...), kleuren, knippen, boetseren, tekenen. Deze 'handvaardigheid' ontwikkelt zich geleidelijk aan wanneer een kind voldoende vaardig is in zijn grove bewegingen. Zo heeft het weinig zin de vingers te oefenen als de bewegingen vanuit de schouder nog stroef verlopen. Fijnmotorische beheersing en soepelheid is een voorwaarde om goed te leren schrijven. Oefeningen en spelletjes aanbieden, ook al wordt het een geknoei is zeker zinvol. Doe deze dingen dus niet in de plaats van je kind maar stimuleer je kind het zelf te doen. Nog enkele suggesties : - boetseerklei gebruiken, kleuren, pop aankleden, zichzelf aankleden, timmeren, handwerkjes maken, - dikke stiften gebruiken (niet te vlug met fijne potloden) - op grote oppervlakten laten werken (bord, groot papier,....) - touwtje springen (alleen) is een goede oefening voor de pols Uw kleuter hoeft dus nog geen letters en cijfers te schrijven ! Een soepele hand kan ook op een speelse, ongedwongen manier geoefend worden. Letters en cijfers worden aangeleerd in het eerste leerjaar! 2. Lichaamsschema = weten hoe je lichaam in elkaar zit, weten dat je twee armen/ benen hebt, weten hoe de delen van je lichaam heten, weten dat je een linker- en rechterkant hebt, lichaamsdelen kunnen situeren ? Enkele suggesties : - praat met je kind over zijn lichaam ( bvb. bij het aankleden of bij het wassen/baden), benoem de lichaamsdelen en de plaats ervan. (Wat is er boven je mond ? Waar is je schouder ? Elke hand heeft vijf … ?) - ook in allerlei kinderspelletjes en liedjes komt dit aspect aan bod : maak er gebruik van ! 3. Ruimtelijk inzicht = weten hoe voorwerpen en dingen ten opzichte van elkaar een plaats hebben en dit kunnen benoemen, bvb. de stoel staat naast de kast.
Dit verloopt in verschillende stappen : 1. Inzicht in je eigen lichaam (lichaamsschema) 2. Vanuit je eigen lichaam de plaats van voorwerpen bepalen en benoemen (ik sta voor jou) 3. Relaties tussen voorwerpen (Ilse staat voor mama, Arno staat naast opa...) Het kennen en begrijpen van dergelijke begrippen (boven, onder, voor, achter,op, in, naast,achter links,...) wordt zeker belangrijk als voorwaarde om het leerstofaanbod in het eerste leerjaar te kunnen ordenen : Hoe kunnen ouders hieraan bijdragen ? Laat uw kind regelmatig zeggen waar iets staat of waar het kind zich bevindt. Gebruik zelf de begrippen en toon wat je benoemt. Men kan een kind ook af en toe opdrachtjes geven tot het nabouwen van iets (met blokken, knex,...). Ook puzzels maken oefent ook het ruimtelijk inzicht. 4. Tijdsinzicht = begrippen als 'nu, straks, morgen,...' kunnen gebruiken, weten dat handelingen in een bepaalde volgorde gebeuren. Laat deze begrippen bij uw thuis voldoende aan bod komen om uw kind stilaan tijdsbewust te maken. Hulpmiddeltjes : wekker, dagen aftellen op een kalender (Nog zoveel dagen en dan is het mijn verjaardag…). 5. Visuele waarneming Visueel = zien, heeft te maken met de ogen. Toch kan het zijn dat een kind goede ogen heeft maar een zwakke visuele waarneming. Visuele waarneming houdt meer in dan het gewone zien, bvb. onderscheid zien tussen kleine verschillen, aandacht hebben voor details, onthouden van wat je gezien hebt. Deze dingen zijn ook belangrijk voor het leren lezen. Een kind moet dan onderscheid kunnen maken tussen kleine verschillen in letters, bvb. tussen de m en n, o - a, b - d. Er bestaat ook veel speelgoed waarbij beroep gedaan wordt op de visuele waarneming : - welke figuurtjes zijn gelijk ? (lotto, ...) - puzzels - memory-spelen (geheugen) 6. Auditieve waarneming Auditief = horen Losstaand van het goed horen betekent auditieve waarneming echter ook geluiden, klanken kunnen herkennen, op elkaar gelijkende geluiden en klanken kunnen onderscheiden, aandachtig kunnen luisteren,kunnen onthouden wat men gehoord heeft Ook auditieve waarneming speelt een belangrijke rol bij het leren lezen en schrijven. Sommige klanken gelijken immers sterk op elkaar. bvb. f-v, s-z. Een kind moet ook leren onthouden waar het welke klank in een woord gehoord heeft, bvb. welke klank hoor je vooraan in het woord “snoep”. We kunnen onze kleuter stimuleren om aandachtig te luisteren naar geluiden in zijn omgeving (dierengeluiden, geluiden in het verkeer,...) Rijmen (woorden die hetzelfde klinken, bvb. kaart-taart) is ook een goede oefening die de meeste kleuters graag en spontaan doen. Het leren van versjes en liedjes oefent het auditief geheugen. Luisteren naar verhaaltjes is eveneens prima(voorlezen voor het slapengaan : Doen !).
7. Symboolbewustzijn = weten dat een bepaald teken in de plaats staat van iets anders. Het is belangrijk dat een kleuter leert omgaan met symbolen vooraleer het eerste leerjaar aanvangt. Onze letters en cijfers zijn immers niks anders dan symbolen. In de dagelijkse omgang met uw kind komen symbolen voortdurend aan bod, bvb. verkeersborden, pictogrammen, symbolen in gezelschapsspelen, symbolen en logo’s in tijdschriften en op tv,... Heel wat speelgoed is op symbolen gebaseerd. 8. Taalbeheersing en taalvaardigheid Van een vijfjarige kleuter verwacht men : - een duidelijke uitspraak van alle letters - een goede zinsbouw Een kind met spraakproblemen kan zich geremd voelen bij het praten en misschien later ook bij het lezen. Bij foutief taalgebruik is het niet zo goed uw kind telkens op de fout te wijzen en te onderbreken. Dit kan tot spanningen leiden. Het is beter het foutieve gewoon op de juiste manier te herhalen (bvb. Ik heb aan het koordje getrekt. ouder : Aan welk koordje heb je getrokken ?). Ook een goede woordenschat is belangrijk : hetgeen de leerkracht vertelt of wat straks in leeslesjes staat moet betekenis krijgen. Heel wat taal leren we door dagdagelijkse taken bij ons thuis : in de keuken, in de speelkamer, op zolder, .... Enkele suggesties : - praat zoveel mogelijk correct Nederlands met uw kind zodat de taal thuis en op school dezelfde is. - geef uw kind de kans om iets te vertellen. Laat het kind rustig zijn verhaal doen. Neem de tijd om te luisteren. - voorlezen bij plaatjes is ook een goede taalstimulans. Praat met uw kind over het verhaal. Laat ze vragen stellen of stel zelf vragen. 9. Voorbereidend rekenen Een kleuter mag maar moet nog niet weten hoeveel 5 + 2 is, maar moet toch geleidelijk aan enkele dingen kennen, nodig voor het echte rekenen. -
begrippen als meer, minder, eerste, laatste, groter, kleiner, evenveel dingen kunnen rangschikken, ordenen in een rij, bv. auto's van klein en groot concreet een aantal voorwerpen kunnen tellen, tot ongeveer 8, en terugtellen… kunnen werken met hoeveelheden, bvb. knikkers bijdoen of wegdoen
Het voorbereidend rekenen komt uitgebreid aan bod in de kleuterschool. Ouders kunnen dit thuis ook stimuleren : - stimuleren tot tellen : bv. tafel dekken (hoeveel vorken heb je nodig?) ; snoepjes voor vriendjes.. - allerlei speelgoed : domino, spelletjes met dobbelsteen,... 10. Denken - Leren verbanden leggen tussen begrippen, voorwerpen - Zelfstandig kleine problemen leren oplossen. Geef niet altijd zelf de juiste oplossing maar laat uw kind zoeken. 11. Sociale en emotionele rijpheid Uw kleuter leert in een groep te werken, d.w.z. beurt afwachten, andere kinderen niet storen, weten wat de opdracht is en deze zelfstandig kunnen uitvoeren. Voldoende interesse, doorzettingsvermogen en gerichte aandacht kunnen aanhouden om met succes te leren lezen, rekenen is zeker permanent na te streven... Spelletjes of opdrachtjes laten aanvangen is goed, ze volledig laten beëindigen is nog beter. “Taakspanning” wordt dit dan in het vakjargon genoemd.
Voldoende zelfstandigheid is ook een belangrijk aspect. Geef uw kind de kans om iets alleen te proberen. Zo kan meer zelfvertrouwen en succeservaring opgebouwd worden.Zo wordt geleerd geleidelijk aan ook systematisch te werk gaan bij het zelfstandig oplossen van bepaalde problemen. Men kan thuis ook geleidelijk aan enige inspanning en concentratie van het kind gaan eisen. Eerst een puzzel afmaken en dan pas... ; aandacht geven bij een verhaaltje voorlezen. Ook gezelschapsspelen zijn met een vijfjarige al te doen. Zo leert men immers rekening te houden met anderen, zijn beurt af te wachten, omgaan met verliezen en winnen.. Bronnen : aanwezige vakliteratuur en diverse websites
5. Bijkomende inschrijvingsvoorwaarde voor het eerste leerjaar sinds 1 september 2010 Kinderen mogen pas naar het eerste leerjaar in een Nederlandstalige school als ze eerst een jaar lang regelmatig naar de Nederlandstalige kleuterklas gaan. U vindt hier antwoorden op veelgestelde vragen over die nieuwe regel : www.ond.vlaanderen.be/basisonderwijs/kleuterparticipatie/ouder/faq/toelating Mocht uw kind niet voldoende aanwezig zijn geweest, dan is overstappen naar het eerste leerjaar enkel mogelijk door het slagen in een taalproef. Voor het Brugs stedelijk Basisonderwijs, dus ook voor onze school, werd beslist dat de afname door het Interstedelijk CLB zal gebeuren.
6. De overstap naaar het secundair onderwijs : informatieavond georganiseerd door school en CLB
Het lager onderwijs zit er bijna op Een blik vooruit op de keuzemomenten en de keuzemogelijkheden binnen het secundair onderwijs.
Voor wie ? voor ouders van zesdejaarsleerlingen en van vijfdejaarsleerlingen uit Ter Poorten en Onze Bijenkorf Wanneer ? dinsdag 22 maart 2011 Hoe laat ? 19.30 u Waar ? Stedelijke Basisschool “Ter Poorten” Stationsstraat 25, 8380 Lissewege Door wie ? CLB-medewerker Nico Martens
Wat doen school en CLB in het zesde leerjaar ? Binnen de klas 1. Op basis van overleg tussen school en CLB wordt voor elke leerling van het zesde leerjaar afgetast of er op basis van het leerlingvolgsysteem voldoende gegevens zijn waardoor de school samen met u autonoom een keuze kan bespreken. De school – soms samen met het CLB – staat in voor het samenbrengen van de relevante gegevens. 2. Een CLB-medewerker verzorgt in de klas een informatievoormiddag voor alle leerlingen . Dit gebeurt in de weken voorafgaand aan de informatieavond voor de ouders.
Informatieavond voor alle ouders Op deze avond prikkelt het CLB u met informatie over de keuzemomenten en de keuzemogelijkheden binnen het secundair onderwijs en over de wijze waarop u een school kunt kiezen. Een informatiebundel is ter beschikking van elke ouder.
De leerkracht bespreekt met u individueel de te overwegen keuzes op een oudercontact. Dit oudercontact volgt in de eerstvolgende periode na de informatieavond en ambieert afgelopen te zijn vooraleer de secundaire scholen in de Brugse regio hun contactdagen organiseren. De voorstellen worden met u besproken door de klastitularis(*). * wanneer op basis van samenspraak onderzoek werd verricht zal ook een CLB-medewerker deelnemen aan dit oudercontact.
7. SCHOOLTOELAGEN
Studeren kost geld. Daarom worden er elk jaar toelagen gegeven. Vroeger gebruikte men voor leerlingen in het voltijds secundair onderwijs het begrip “studietoelage”. Velen noemden dit “studiebeurs”. Sinds 01.09.2007 spreekt men over “schooltoelagen” voor deze leerlingen. Sinds 01.09.2008 worden schooltoelagen ook verstrekt voor leerlingen in het kleuteronderwijs, het lager onderwijs en het deeltijds secundair onderwijs ! In alle onderwijsniveaus – van de kleuterschool tot en met hoger onderwijs - gelden dezelfde toekenningsvoorwaarden. Ook de periode waarbinnen het dossier moet worden ingediend is versoepeld : je kunt immers een dossier indienen tot 30 juni van het lopende schooljaar. Het is dus “nooit” te laat… Door deze hervorming zal in het kleuter-, lager- én secundair onderwijs telkens een kwart van de kinderen in aanmerking komen voor een schooltoelage. Een schooltoelage voor kleuters bedraagt 85,12 euro. Een schooltoelage voor het lager onderwijs varieert van 95,96 tot 191,51 euro. Een schooltoelage voor het voltijds secundair onderwijs varieert van 119,26 tot 1052,88 euro. Kortom : Er zijn veel ouders die geen aanvraag indienen, hoewel ze waarschijnlijk recht op een toelage hebben. We willen er u toe aanzetten dit wel te doen, zelfs in geval van twijfel. In elke school kan je een aanvraagformulier en een infobrochure verkrijgen. Je kunt je aanvraag ook online doen. Je wordt rond dit alles wegwijs gemaakt op deze website : www.ond.vlaanderen.be/studietoelagen
8. Gelijke Onderwijskansen (GOK) Sinds september 2002 maken gelijke onderwijskansen deel uit van de visie en de werking van school en CLB. Ten eerste geeft het decreet op Gelijke Onderwijskansen elk kind recht op inschrijving in een school naar keuze. In tweede instantie kunnen scholen een “geïntegreerd ondersteuningsaanbod” ontwikkelen om een zorgbrede werking te ontwikkelen tav leerlingen die minder kansen hebben. Als ten minste 10 % van de leerlingen voldoet aan de gelijkekansenindicatoren, kan de school beroep doen op middelen voor aanvullende ondersteuning. Het decreet op Gelijke Onderwijskansen wil tegelijk uitsluiting, sociale scheiding en discriminatie tegengaan. “Nieuwe” organen als het “Lokaal Overleg Platform” (LOP) en de “Commissie inzake Leerlingenrechten” ondersteunen en/of bewaken dit permanent proces. De te hanteren regels zijn niet steeds even eenvoudig. Informatie vindt u op www.ond.vlaanderen.be/gok/ouders . Hier kunnen ouders en leerlingen lezen wat het vernieuwde gelijkekansendecreet voor hen betekent. Vragen en antwoorden over het inschrijvingsrecht komen aan bod. Ook over het ondersteuningsaanbod in de scholen wordt iets gezegd.
9. Nuttige links Een probleem dat in elke school en in elk gezin wel eens opduikt : Luizen ! Zit u met vragen over luizen, dan bent u hier aan het juiste adres : www.zorg-engezondheid.be/luizen
Pesten ?! Het gebeurt. Ook in jouw school. In elke school. Het is geen spelletje. Informeer je en doe niet mee. Of beter nog : help mee ervoor te zorgen dat het stopt. Een goede (Nederlandse) informatieve website vind je hier: www.pestweb.nl/aps/pestweb
Je rechten en plichten als minderjarige in vogelvlucht en bovendien een handige doorklikpagina om het veel ruimer aanbod van het kinderrechtencommissariaat te leren kennen : de leeftijdsladder : www.kinderrechten.be/Content.aspx?PageAction=Detail&pagId=51416&parpagId=51416
Iedereen zit wel eens met een opvoedingsvraag : wat te doen met faalangst, slechte vrienden, liegen, straffen en belonen… De “opvoedingswinkels” bieden heel wat antwoorden. Hier kan je dossiersgewijs heel wat tips krijgen, filmpjes bekijken of folders downloaden : www.groeimee.be/dossiers
Hulp zoeken bij (opvoedings)problemen? Het adres van een mutualiteit ? Openingsuren van het OCMW ? Je vindt het op de sociale kaart van Vlaanderen : www.desocialekaart.be/zoeken/index.cfm?reset=1
In het onderwijstijdschrift “Klasse” vind je heel wat actuele informatie binnen een ruime onderwijscontext. Zoweel leerlingen, leerkrachten als ouders vinden er hun gading ! www.klasse.be/?p=vandaag&id=15405
Alles wat je wil weten over leerplicht, schoolkeuze, inschrijven, van school veranderen, wie welke rechten en plichten heeft…? Een gids voor ouders van leerlingen in het basisonderwijs . Klik hier : www.ond.vlaanderen.be/gidsvoorouders/
Waar kan ik wat studeren in het secundair onderwijs ? De zoekrobot van het departement onderwijs loodst je op verschillende manieren doorheen het aanbod van ALLE secundaire scholen. Klik hier : www.ond.vlaanderen.be/onderwijsaanbod/so/default.htm
Je vindt zulks ook “rapper met de stapper” Een zoekvriendelijk programma van “de STAP” (studieadviespunt Gent). Ook toelatingsvoorwaarden en “model”lessenroosters kunnen worden geraadpleegd. Klik hier : www.destapgent.be/stapper.php
Elk schooljaar zijn er uiteraard ook schoolvakanties ! Je wenst vooruitziend te zijn ? Hier vind je de data van de schoolvakanties tot 2020 : www.ond.vlaanderen.be/infolijn/faq/schoolvakanties