Ope en Vld d-p pla an v or ve vo ertrrou uw wen n e groe en ei Tek kst perrsconfferentie 30 mei m 20 012 Eu uropees Parrlement
1. Van kredietcrisis over economische crisis tot een crisis van de euro Vijf jaar na de start van de financiële crisis verloopt het economisch herstel in Europa nog zeer moeizaam. De economie in het Eurogebied groeide in 2011 met 1,6% maar zou in 2012 een lichte recessie kennen, met een krimp van 0,3% bbp 1 . Dit als gevolg van de overheidsschuldencrisis en de impact van de budgettaire consolidatiemaatregelen. De kredietcrisis startte in de zomer van 2007 toen de Amerikaanse investeringsbank Bear Stearns bekendmaakte meer dan 3 miljard dollar te moeten injecteren in twee van haar eigen hefboomfondsen, om verliezen te dekken opgelopen met rommelhypotheken. Ze bereikte haar hoogtepunt in september 2008 bij het faillissement van de Amerikaanse investeringsbank Lehman Brothers en ontaardde zo in een wereldwijde financiële crisis. Die leidde op haar beurt tot de zwaarste wereldwijde economische crisis 2008-2009 sinds de jaren dertig van de vorige eeuw. Het bbp van de Eurozone kromp in 2009 met maar liefst 4,2% bbp. Het overheidstekort van het Eurogebied als geheel steeg van 0,6% bbp in 2007 naar 6,3% in 2009. De gecumuleerde stijging van de overheidsschuldquote sinds 2007 beliep nagenoeg 22 procentpunt bbp en klokte in 2011 af op 88% bbp. Dankzij een budgettair herstelbeleid, een sterk accommoderend monetair beleid en het herstel van de mondiale economie trad in 2010 een voorzichtig economisch herstel op met een groei van 1,8% in de Eurozone. Maar binnen de Eurozone ontketende de krediet-, financiële en economische crisis eind 2009, na het aan het licht komen van zwaar vervalste Griekse begrotingscijfers, ook een overheidsschuldencrisis. Eerst alleen van Griekenland, maar al snel ook in Ierland, Portugal en Spanje. Obligatiehouders dumpten massaal overheidspapier van de perifere landen van de Eurozone. Dat leidde finaal tot een monetaire crisis van het euro-systeem zelf. Een crisis die nog altijd niet bezworen is en het economisch herstel zwaar hypothekeert. Een oplossing van die eurocrisis is dan ook een voorafgaande voorwaarde voor het economisch herstel.
1 Federaal Planbureau, ‘Economische vooruitzichten 2012-2017’, 14 mei 2012. De Belgische economie zou in 2012 een recessie vermijden (+ 0,1% bbp) en vervolgens een bbp-groei van 1,4% optekenen in 2013.
Het Open Vld-plan voor meer vertrouwen en groei
2
2. De Europese top van juni en het federale relanceplan Eind juni vindt een nieuwe Europese top plaats over de Eurocrisis. Ons land moet daarin een duidelijk standpunt innemen over de vereiste Europese crisisaanpak. En in eigen land werkt de federale regering Di Rupo nog voor het zomerreces een eigen federaal relanceplan uit. Om die redenen maakt Open Vld vandaag haar relanceplan bekend met haar visie op zowel de Europese aanpak van de crisis als op de vereiste federale relancemaatregelen. Want Open Vld legt zich niet neer bij het huidig klimaat van pessimisme en cynisme. Open Vld is ervan overtuigd dat zowel Europa als ons land sterker uit de crisis kunnen komen. Op voorwaarde dat de juiste en moedige maatregelen worden genomen.
Geen tegenstelling tussen besparen en groeien Daarbij is het belangrijk dat afgestapt wordt van de valse tegenstelling tussen een beleidsstrategie gericht op besparen en een beleidsstrategie gericht op het bevorderen van groei. Beiden moeten voor Open Vld hand in hand gaan. Alleen de focus leggen op besparen riskeert een neerwaartse spiraal van bezuinigingen, economische groeivertraging, tegenvallende overheidsinkomsten, oplopende begrotingstekorten, nieuwe bezuinigingen, enz. Alleen aandacht voor groei, aangevuurd door stijgende overheidsuitgaven, riskeert oplopende begrotingstekorten, vertrouwensverlies op de financiële markten evenals van consumenten en producenten, economische groeivertraging, tegenvallende overheidsinkomsten, enz. De enige heilzame strategie is er een gericht op duurzame economische groei én gezonde openbare financiën. Maar een voorafgaande voorwaarde voor eender welke economische relance is het herstel van het vertrouwen op de Europese financiële markten. Op korte termijn moeten de Europese leiders het vertrouwen in de Euro herstellen en de instandhouding van de Europese muntunie garanderen. Zolang de overheidsschuldencrisis in de perifere Europese landen onopgelost blijft zal het Europees bankensysteem blijven wankelen en economisch herstel gehypothekeerd blijven.
Het Open Vld-plan voor meer vertrouwen en groei
3
3. Het liberale relanceplan is gesteund op drie pijlers (1) het krachtig verdedigen van de Europese muntunie en het behoud van Griekenland in de Eurozone; (2) het verder doorvoeren van structurele hervormingen om economisch te groeien; (3) het onverkort aanhouden van de ingezette begrotingsconsolidaties.
1. De instandhouding van de muntunie garanderen en Europese investeringen stimuleren De crisis binnen de muntunie ontstond in oktober 2009 in Athene toen de nieuw verkozen Griekse premier Papandreou bekend maakte dat het vorige kabinet Europa had voorgelogen wat betreft de begrotingscijfers. Het begrotingstekort zou niet 6 tot 8% van het bbp bedragen, maar het dubbele. Als gevolg van die biecht begonin de laatste maanden van 2009 de risicopremie op Griekse overheidsobligaties fors op te lopen. In het voorjaar van 2010 escaleerde de Griekse crisis. De rente op Grieks overheidspapier liep op tot 12%. Omdat de Griekse overheidsschuldencrisis een besmettingsgevaar inhield voor andere landen evenals voor de Europese bankensector werden op Europees niveau maatregelen genomen. In mei 2010 werd tussen de Europese Unie en het IMF overeengekomen om Griekenland te helpen via bilaterale noodfinanciering ter waarde van 110 mia €, 80 mia € te leveren door de Europese Unie en 30 mia door het IMF. Omdat er naast Griekenland nog andere Europese landen in budgettaire nood dreigden te vallen – Ierland, Portugal, Spanje - werd een algemeen noodfonds uitgewerkt. Een Europees Financieel Stabilisatiemechanisme (EFSM) en een Europese Faciliteit voor Financiële Stabiliteit (EFFS) werd ingesteld waarvan de financieringsmiddelen 750 mia € bedragen. In november 2010 aanvaarde Ierland een steunpakket ter waarde van 85 mia €. In mei 2011 moest ook Portugal aankloppen bij het noodfonds en kreeg financiële bijstand ter waarde van 78 mia €. Als reactie op de crisis werkte het Europees Parlement, samen met de Raad en de Commissie, zes wetgevende voorstellen (de zgn. ‘six pack’) uit die aangenomen werden in oktober 2011. Ze voorzien in nieuwe Europese normen inzake economische governance. Zowel de preventieve als de correctieve regels van het Stabiliteits- en Groeipact worden versterkt. Er wordt tevens voorzien in regels ter voorkoming en corrigeren van macroeconomische onevenwichten. Tenslotte worden verplichtingen opgenomen met betrekking tot de nationale begrotingskaders. In maart 2011 was al een akkoord bereikt over een Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) dat de rol van het EFFS en EFSM zou overnemen bij het verlenen van financiële steun aan de lidstaten van het Eurogebied.
Het Open Vld-plan voor meer vertrouwen en groei
4
Tijdens de Europese Raad van december 2011 werd een akkoord gesloten over een nieuw begrotingspact. In de nationale grondwetten moet voortaan de verplichting van een begrotingsevenwicht opgenomen worden. Ook binnen de Europese Centrale Bank werden niet-conventionele maatregelen genomen om de financiële stabiliteit van het eurogebied te garanderen. Het ‘Securities Market Programme’, waarbij overheidsobligaties op de secundaire markt worden opgekocht, werd geactiveerd. En om de aanhoudende spanningen op de interbancaire markt weg te nemen werd in december 2011 en februari 2012 over gegaan tot langerlopende herfinancieringstransacties voor de banken met een looptijd van 36 maanden.
Extra maatregelen om muntunie te verzekeren Toch is het vandaag duidelijk dat al die maatregelen niet volstaan om de crisis te bezweren. Europa moet evolueren naar een echte politieke, economische en fiscale unie. Eén politieke autoriteit die de muntunie bestuurt. Het is onmogelijk één munt overeind te houden als die wordt aangestuurd vanuit zeventien landen, zeventien regeringen met zeventien verschillende economische strategieën en zeventien verschillende obligatiemarkten. Muizenstapjes alleen zullen de markten niet overtuigen. Daarom zijn meer diepgaande maatregelen nodig. Open Vld pleit daarom voor: a. De invoering van een Europees Schuldagentschap en een Europees Schulddelgingsfonds, zoals onder meer voorgesteld door vijf economen van de ‘Duitse raad van economische experten’, waarin de overheidsschulden van de euro lidstaten die de 60% van het bbp te boven gaan worden gepoold. De tegenprestaties voor het poolen van de schulden vormen evenwel waterdichte garanties van de betrokken lidstaten om enerzijds hun schuld zo snel mogelijk binnen een periode van 20 à 25 jaar af te bouwen tot onder de 60% en anderzijds de nodige structurele hervormingen door te voeren om de concurrentiekracht van hun economie te verhogen; b. De oprichting van een echte Europese economische regering in de schoot van de Europese Commissie met uitgebreide bevoegdheden en de invoering van een convergentiecode met minimum en maximumstandaarden die alle lidstaten van de Eurozone moeten respecteren; c. De hertekening van het Europees Stabiliteitsmechanisme tot een Europees Monetair Fonds (EMF) als volwaardige communautaire instelling; d. De herkapitalisering van Europese banken met de middelen uit het Europees reddingsfonds. Alleen deze diepgaande hervormingen zullen in staat zijn de muntunie te redden en onze welvaart veilig te stellen.
Economische groei op duurzame wijze stimuleren Daarnaast moeten op Europees vlak maatregelen genomen worden om de economische groei op een duurzame wijze te stimuleren. Het Open Vld-plan voor meer vertrouwen en groei
5
Open Vld doet daarom volgende voorstellen: a. Het stimuleren van investeringen in grote infrastructuurprojecten, door een uitbreiding van het kapitaal van de Europese Investeringsbank (EIB). Het kapitaal bedraagt momenteel ca €11 miljard. Een kapitaalsverhoging met €10 miljard zal leiden tot €180 miljard extra investeringen. b. Het stimuleren van investeringen d.m.v. de zgn. “project bonds”. Het gaat hier om een financieel garantiemechanisme dat private investeringsprojecten ondersteunt. Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie hebben op 22 mei een overeenkomst bereikt over een pilootfase, voor een bedrag van 230 miljoen euro. Dit bedrag is uiteraard veel te klein. Om een echte impact te hebben moet je het bedrag x 100 doen. c. De niet-gebruikte middelen van de structuurfondsen moeten volledig ingezet worden. Het gaat om een bedrag van €80 miljard. Ook andere bestaande fondsen en programma’s moeten beter ingezet worden. d. Het genereren van groei door het verdieping van de Interne Markt. In de dienstensector is er nog veel groeipotentieel, dat momenteel door kunstmatige barrières wordt tegengehouden. Denk bijvoorbeeld aan het feit dat de toegang tot een heel aantal beroepen door regels van “beroepskwalificaties” wordt beperkt, bv. in de zorgsector, terwijl er in die beroepen nood is aan meer mensen. In haar landenspecifieke aanbevelingen van vorig jaar heeft de Commissie onder meer gewezen op het potentieel van jobcreatie in een soepelere regelgeving voor de retail sector (bv. in de openingsuren). Binnen de Europese Unie bepleit Open Vld een offensieve aanpak bij het wegwerken van deze beperkingen. e. Op Europees vlak moet nog meer aandacht besteed worden aan Onderzoek en Ontwikkeling. De zogenaamde “Europese Onderzoeksruimte” moet gerealiseerd worden en op Europees vlak dient een systeem uitgebouwd dat meer venture capital voorziet voor innovatieve startups en KMOs. f.
Stimuleren van de vrije handel. Het vrijhandelsakkoord met Zuid-Korea b.v. heeft op één jaar tijd al positieve resultaten opgeleverd: het handelstekort van de EU met Korea is met 16% verminderd. Ook de handelsbalans van België met Korea is verbeterd. Dat betekent: meer uitvoer en meer jobs. We moeten daarom ambitieus zijn en de Commissie volop ondersteunen in haar onderhandelingen met India, Canada, Japan, de VS en andere landen. Deze akkoorden kunnen op EU-vlak de economie met €90 miljard doen groeien.
Naast deze maatregelen te nemen op Europees vlak moeten de lidstaten structurele hervormingen doorvoeren die de groei duurzaam bevorderen evenals onverkort vasthouden aan de ingezette begrotingsconsolidaties.
Het Open Vld-plan voor meer vertrouwen en groei
6
2. Structureel hervormen om te groeien In het kader van een versterking van de economic governance binnen de EU werd vanaf januari 2011 voorzien in een ‘Europees semester’, een jaarlijks terugkerende beleidscyclus die loopt van januari tot juli van elk jaar. Die neemt telkens in januari een aanvang met de ‘Annual Growth Survey’ van de Europese Commissie. In april dienen de lidstaten dan, rekening houdende met de jaarlijkse groeianalyse hun nationale hervormingsprogramma’s en stabiliteitsprogramma’s in te dienen bij de Europese Commissie.Op voorstel van de Commissie neemt de Europese Raad dan in juli landenspecifieke aanbevelingen aan. Deze procedure leidt dus tot een ex ante coördinatie van het sociaal-economisch en begrotingsbeleid binnen de Europese Unie. In het kader van het eerste Europees semester diende de regering in lopende zaken in april 2011 het Nationaal Hervormingsprogramma 2011 en het Stabiliteitsprogramma 2011-2014 in. De Europese Raad formuleerde daarop in juli zes landenspecifieke aanbevelingen voor België. Die hadden betrekking op de overheidsfinanciën, het pensioensysteem, de financiële sector, de arbeidsmarkt en de loonvorming en tenslotte op het concurrentiebeleid in de detailhandel en op de gas- en elektriciteitsmarkt.
Regering heeft belangrijke hervormingen doorgevoerd In het kader van de regeringsonderhandelingen werden, onder impuls van Open Vld, in het regeerakkoord concrete beleidsmaatregelen opgenomen die een antwoord vormen op de aanbevelingen. Die beleidsmaatregelen werden dan ook opgenomen in het Nationaal Hervormingsprogramma 2012 en het Stabiliteitsprogramma 2012-2015 dat bij de Europese Commissie eind april werd ingediend. Inzake pensioenen en arbeidsmarkt werden volgende structurele hervormingen reeds doorgevoerd:
De toegangsleeftijd tot het vervroegd pensioen wordt gefaseerd opgetrokken tot 62 jaar met een vereiste loopbaan van 40 jaar in 2016 (of 60 jaar na 42 jaar loopbaan en 61 jaar na 41 jaar loopbaan).
Brugpensioen werd afgeschaft en vervangen door de ‘werkloosheidsvergoeding met bedrijfstoeslag’ (WBT). De toegangsleeftijd voor het ‘gewone brugpensioen’ wordt opgetrokken van 58 jaar naar 60 jaar, eerst voor nieuwe cao’s, vanaf 2015 voor iedereen. De vereiste anciënniteit wordt opgetrokken naar 40 jaar. Voor ‘WBT in verlieslatende ondernemingen’ stijgt de toegangsleeftijd van 50 naar 52 jaar in 2012 en gefaseerd naar 55 jaar in 2018. Voor ‘WBT bij ondernemingen in herstructurering’ wordt de toegangsleeftijd opgetrokken van 50 jaar naar 55 jaar in 2013.
De werkloosheidsverzekering voor schoolverlaters (‘wachtuitkering’) wordt veel minder voordelig. De wachtuitkeringen worden inschakelingsuitkeringen. De periode tussen het einde van de studies en de eerste uitkering wordt opgetrokken van 9 maanden naar 1 jaar. Een uitkering krijgt men voortaan alleen maar wanneer men aantoont dat men actief werk zoekt of een opleiding volgt. De uitkering wordt ook in de tijd beperkt.
Het Open Vld-plan voor meer vertrouwen en groei
7
De controle op de actieve beschikbaarheid van werkzoekenden (met inbegrip van de bruggepensioneerden) wordt in 2013 opgetrokken tot 55 jaar en in 2016 tot minstens 58 jaar.
De werkloosheidsverzekering wordt ingrijpend hervormd zodat de werkloosheidsuitkering sneller daalt in de tijd. Uiterlijk na 48 maanden valt die terug op een forfaitair bedrag dat net boven de sociale bijstandsuitkering ligt. Gemiddeld zal de uitkering met 40% dalen, zowel voor gezinshoofden, alleenstaanden als samenwonenden, dit is een historische hervorming.
De opvolging van het zoekgedrag van de werklozen wordt veel strenger.
Werklozen mogen niet langer al te kieskeurig zijn in het al dan niet aanvaarden van een job. Ze moeten zich voortaan ook verder verplaatsen (niet langer slechts 25 km, maar voortaan 60 km) om een job te vinden.
Maar daarmee zijn voor Open Vld de hervormingen voor deze legislatuur niet ten einde. Om die reden doet Open Vld volgende voorstellen in het kader van het federale relanceplan dat momenteel in de schoot van de regering besproken wordt. Budgettaire neutraliteit staat daarbij voorop.
1. Verder hervormen van onze arbeidsmarkt en pensioenen Open Vld wil verder gaan met de noodzakelijke hervormingen. In de arbeidsmarkt: a. Opstapcontracten voor jongeren en langdurig werklozen Een adequaat relanceplan moet ertoe leiden dat meer openstaande jobs ingevuld geraken. Door werkgevers een eenvoudig en goedkoop contract te bieden van 6 maanden voor jongeren en langdurig werklozen, geraken jobs gemakkelijker ingevuld en kunnen de nieuwe intreders ervaring en arbeidsattitude opdoen. Nadien kan een vaste aanwerving volgen, maar dit wordt geen verplichting. b. Flexibiliteit voor de werknemers: schoolbelcontracten De participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt is de voorbije decennia fors toegenomen. Vaak werken vrouwen daarbij deeltijds en nemen zij in het huishouden meer zorgtaken op zich dan mannen. De Scandinavische landen tonen ons dat echte M/V-gelijkheid er komt door ook vrouwen toe te laten voltijds te werken, maar op een flexibele manier. Met schoolbelcontracten kan de ene partner de kinderen ’s morgens naar school brengen, terwijl de andere ze ’s avonds ophaalt. Gemiddeld wordt er 38 uur/week gewerkt, maar met een autonome invulling van uren.
Het Open Vld-plan voor meer vertrouwen en groei
8
c. Flexibiliteit voor de ondernemingen: annualisering van de arbeidstijd Daarnaast dringt een ruimere modernisering van de arbeidsduurwetgeving zich op. Annualisering van de arbeidsduur (zodat er beter kan ingespeeld worden op pieken en dalen in productie), eenvoudigere procedures voor deeltijdse arbeid, soepelere toepassing van overuren (overdraagbaarheid van kwartaal op kwartaal, keuze tussen inhaalrust of cash,…) of een loopbaanrekening komen de wendbaarheid van de ondernemingen ten goede. d. Interim toelaten bij de overheid België is samen met Griekenland het enige land in Europa waar er geen uitzendarbeid bij de overheid is toegelaten. De regering werkt momenteel aan een wettelijk kader om uitzendarbeid mogelijk te maken in federale overheidsdiensten, gemeenten, enz. Dit zal bijkomende arbeidskansen bieden aan werkzoekenden en maakt tegelijk de personeelsinzet bij de overheid efficiënter. e. Vereenvoudigen en heroriëntering doelgroepenbeleid RSZ en RVA: arbeid goedkoper maken voor jongeren, laaggeschoolden en 55-plussers Tegelijk bestaan er heel wat ‘banenplannen’ met loonkortingen voor werkgevers. Deze zijn evenwel niet altijd even gekend. Door verschuivingen binnen deze doelgroepen door te voeren, kan er effectiever met de middelen worden omgegaan. Met minder beperkende voorwaarden zal er ingezet worden op drie grote groepen: jongeren, laaggeschoolden en 55-plussers. Zowel aanwerving als retentie van werknemers moet daarbij ondersteund worden. En in de pensioenen: a. Onbeperkt bijverdienen voor gepensioneerden mogelijk maken. Het regeerakkoord voorziet een onbeperkt bijverdieners van 65+ die 42 jaar gewerkt hebben. Voor de anderen worden eventuele sancties proportioneler gemaakt. b. De tweede pijler (aanvullend pensioen via de werkgever) verder democratiseren zodat werken ook in kader van pensioenopbouw aantrekkelijker wordt voor iedereen.
2. Loonkost verlagen en competitiviteit versterken Daarnaast wil Open Vld de loonkost verlagen en de competitiviteit van onze economie versterken. Concreet vraagt Open Vld: a) Toepassing van de wet van 1996 op het concurrentievermogen. Open Vld wijst op de verantwoordelijkheid van de sociale partners in de toepassing van de wet van 1996 en in het wegwerken van de opgelopen
Het Open Vld-plan voor meer vertrouwen en groei
9
loonkosthandicap van 4,6% (sedert 1996). De regering dient met de sociale partners maatregelen te overleggen zodat de loongroei beter de arbeidsproductiviteitsgroei en de competitiviteit weerspiegelt. b) Verhogen belastingvrij minimum voor de lage lonen Voor de berekening van de belasting wordt thans 7.070 EUR (basisbedrag 4.260 EUR) vrijgesteld van belasting wanneer het belastbare inkomen van de belastingplichtige niet meer bedraagt dan 25.270 EUR (basisbedrag 15.220). Bedoeling is voormelde 7.070 EUR met 200 EUR te verhogen en dit met ingang van 2013. In de andere gevallen bedraagt de belastingvrije som 6.800 EUR. c) Vermindering van de sociale bijdragen voor de eerste drie aanwervingen in KMO’s Om de groei te stimuleren zullen KMO’s sterk ondersteund wordendoor een RSZ-vermindering voor de eerste 3 aanwervingen. Daarvoor heeft de regering reeds budget voorzien vanaf 2013. Gedurende de eerste 3 jaar zullen KMO’s van deze lastenvermindering kunnen genieten.
3. Een grote fiscale hervorming voorbereiden Open Vld stelt voor aan de nieuw samengestelde Hoge Raad van Financiën, afdeling fiscaliteit, de opdracht te geven een voorstel van vereenvoudiging van het belastingsysteem evenals een verschuiving van de fiscale druk, weg van arbeid naar consumptie en milieuvervuiling, uit te werken.
4. Bevorderen van innovatie Niettegenstaande het stimuleren van innovatie in hoofdzaak een bevoegdheid van de gemeenschappen en gewesten is, levert de federale regering een significante budgettaire inspanning ter ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling door een vrijstelling van de bedrijfsvoorheffing van 75% voor onderzoekers. Open Vld stelt evenwel vast dat de Vlaamse regering nalaat te voldoen aan de Barcelonanorm die vereist dat 3% van het regionaal BBP geïnvesteerd wordt in O&O: 1% vanuit publieke middelen en 2% vanuit private middelen. Vlaanderen haalde in 2010 maar 2,15%: 0,75% publieke investeringen en 1,4% private investeringen. Bovendien is het Vlaams Innovatiebeleid hopeloos gefragmenteerd en nog complexer geworden. Dat blijkt uit een recente doorlichting van het Vlaams innovatiebeleid door een expertengroep o.l.v. prof. Soete. De expertengroep stelt eveneens dat het Vlaams innovatiebleid faalt in het realiseren van een kruisbestuiving tussen industrie en kennisinstellingen.
Het Open Vld-plan voor meer vertrouwen en groei
10
3. Begrotingsdiscipline aanhouden Om de welvaart van de volgende generaties veilig te stellen dienen de Europese overheden hun schulden af te bouwen, totdat voldaan wordt aan de begrotingsnormen opgenomen in het Groei- en Stabiliteitspact. Alle Europese landen worden immers geconfronteerd met stijgende uitgaven verbonden aan de vergrijzing. Naast de expliciete overheidsschuld torsen landen dus ook een impliciete (pensioen)schuld. Daarom is er geen alternatief voor het op orde brengen van het overheidsbudget. Op de top van staats- en regeringsleiders van december 2011 werd daarenboven door 25 van de 27 EU-landen een ‘begrotingspact’ gesloten. Dat pact stelt een ‘gouden regel’ in die bepaalt dat het begrotingssaldo van de gezamenlijke overheid van een lidstaat in evenwicht moet zijn of een overschot moet vertonen. Dit principe zal krachtens het pact geacht worden te zijn voldaan indien het ‘jaarlijks structureel tekort’ van een lidstaat voldoet aan de ‘middellange termijn begrotingsdoelstelling’ eigen aan elk land, met een benedengrens van -0,5% bbp voor landen met een overheidsschuldquote boven de 60% van hun bbp. Voor landen waarvan de schuldquote lager is dan 60% bbp en waarvan de risico’s wat betreft de houdbaarheid van overheidsfinanciën laag zijn, bedraagt de benedengrens -1% bbp. Voor Open Vld kan dit pact niet ter discussie worden gesteld. Nieuw in het begrotingspact is dat het convergentietraject naar de middellange termijn begrotingsdoelstelling (dus het traject van schuldafbouw waaraan de lidstaten moeten voldoen) niet langer door de lidstaat alleen zal kunnen worden bepaald, maar ook door de Europese Commissie. Het pact schrijft ook voor dat de ‘gouden regel’ moet omgezet worden in de nationale rechtsstelsels via bindende, bij voorkeur constitutionele bepalingen. In het kader van de begrotingsopmaak 2012 en de begrotingscontrole van maart 2012 nam de federale regering saneringsmaatregelen voor 13 mia €. Als gevolg van die maatregelen zal het tekort in 2012 onder de 3% bbp zakken en zal Europa geen verdere stappen ondernemen in het kader van de ‘buitensporig tekortprocedure’.
Het vertrouwen in ons land is hersteld Open Vld heeft ons land dankzij haar deelname aan de federale regering dus op het juiste begrotingsspoor gebracht. Dat bewijst ook het feit dat de Belgische tienjaarsrente op 24 mei richting de 3% duikte, waar die in november 2011, in volle regeringsonderhandelingen, nog piekte tot bijna 6%. Het is dan ook niet toevallig dat economisten, zoals de hoofdeconoom van ING, dhr. Peter Vanden Houte naar aanleiding daarvan stellen dat ‘we tegenwoordig als een half kernland worden beschouwd.’ Een jaar geleden, midden de politieke crisis waarin ons land toen verkeerde, werden we nog ingedeeld bij de PIGS-landen2.
Begrotingsdiscipline aanhouden Voor Open Vld kan er dan ook geen sprake zijn van het afzwakken van het saneringstraject dat zal leiden tot een begrotingsevenwicht in 2015. Dit strenge traject, aanbevolen door de
2
Portugal, Ierland, Griekenland en Spanje.
Het Open Vld-plan voor meer vertrouwen en groei
11
Hoge Raad van Financiën, is ook opgenomen in het bij de Europese Commissie ingediende Belgische Stabiliteitsprogramma 2012-2015. Open Vld stelt daarom voor: a. Snelle opname van de verplichting tot begrotingsevenwicht in de Bijzondere Wet, en later in de Belgische Grondwet. b. Versterking van de budgettaire coördinatiemechanismen tussen de diverse overheidsniveaus in ons land via een ‘intern stabiliteitspact’, zodat de Europese verbintenissen ook nageleefd worden. c. Aanduiding van de HRF als onafhankelijke begrotingsinstantie die moet toezien op de naleving van de Europese budgettaire voorschriften almede op het meerjarenperspectief in ons land.
Brussel, 30 mei 2012
Alexander De Croo, voorzitter Open Vld Guy Verhofstadt, fractieleider liberalen in het Europees Parlement Patrick Dewael, fractieleider Open Vld in de Kamer
Het Open Vld-plan voor meer vertrouwen en groei
12