De sociale gevolgen van vijf jaar economische crisis Een toekomstplan voor de slotenmaker, de milleuriste en de grootmoeder1 Peter Mertens* 1. Inleiding In deze tekst beoog ik een stand van de crisis te geven en aan de hand van wat kleine verhalen van mensen in de crisis enkele grote ideeën aan te brengen die in deze tijden onderwerp van discussie moeten zijn. Iker, de slotenmaker – Een slotenmaker: zo iemand bij wie je sleutels kan laten bijmaken, schoenen kan laten repareren en een nieuwe nummerplaat kan bestellen. Iker de Carlos is slotenmaker. Een jonge kerel, 22 jaar en nog vrijgezel. Ze doen een beroep op hem in Pamplona: families die met z’n allen weer in één huis gaan wonen, met twaalf of dertien, van wie twee of drie kostwinnaars. Allemaal terug in het ouderlijk huis. Dan moeten er natuurlijk wat sleutels worden bijgemaakt. In een land met zes miljoen werklozen, waar de werkloosheidsuitkeringen worden geschrapt na één jaar werkloosheid – je valt dan terug op niets – is er heel veel familiehereniging. Dat is altijd al de eerste vorm van sociale zekerheid geweest. Maar ook de harde hand van de wet doet in opdracht van de banken een beroep op Iker. Dan moet hij van de politie deuren gaan openmaken bij mensen die uit hun huis worden gezet. 135 euro krijgt hij per legale inbraak. In Spanje werden vorig jaar elke dag 115 gezinnen uit hun huis gezet. En dat gaat dit jaar nog door, elke dag opnieuw. Ook vandaag worden meer dan honderd families op de straatstenen gezet. Begin dit jaar riep het gerecht Iker de Carlos nog maar eens op om alweer een slot open te breken. Bij een 45-jarige vrouw die al zes maanden haar lening niet meer kon aflossen. ‘Toen ik er aankwam, stond de vrouw op haar balkon’, vertelt Iker. ‘Net toen ik het slot wilde openbreken, sprong ze naar beneden. Gelukkig was ze niet dood. Toen ik later naar huis reed, zei ik bij mezelf: het is genoeg geweest, ik help de banken niet meer om mensen uit hun huis te zetten.’ Hij belde al zijn collega’s in Pamplona, en die in de hele provincie Navarra, en organiseerde de boycot van de slotenmakers. Zij helpen de banken niet langer mensen uit hun huis te verdrijven.2 * Peter MERTENS is voorzitter van de PVDA en auteur van het boek Hoe durven ze? E-mail:
[email protected]
Ethische Perspectieven 23 (4), 309-327, doi: 10.2143/EPN.23.4.3007387 © 2013 by Ethische Perspectieven. All rights reserved.
96954.indb 309
10/01/14 10:10
Terwijl de Spanjaarden zich organiseren tegen de crisis, organiseert de Spaanse regering zich tegen de Spanjaarden-in-verzet. Onlangs keurde de Spaanse ministerraad het voorstel voor hervorming van de Spaanse strafwet goed, dat vormen van burgerprotest veel strenger wil gaan bestraffen. Op vreedzaam protest zoals de massale sit-ins tegen de uithuiszettingen zou binnenkort een effectieve gevangenisstraf kunnen staan. Ook solidariteitsoproepen in de sociale media, bijvoorbeeld om uithuiszettingen te verhinderen, kunnen dan vervolgd worden wanneer de sociale acties later op geweld zouden uitlopen.3 Een tweet of een Facebookstatus volstaat dan om vervolgd te worden. Door deze ‘Franco-wet’ gaan twee generaties rechten samen de vuilnisbak in: niet alleen de tweede generatie rechten, de sociale rechten die op het einde van de Tweede Wereldoorlog zijn afgedwongen, met daarbij het recht op een degelijke woning, maar ook de eerste generatie rechten, door de radicale verlichting en de burgerlijke revolutie afgedwongen op de feodaliteit, waarbij het recht op vrije meningsuiting, op organisatie en op collectieve actie. De Europese Unie brengt wel het autoritaire regime van Viktor Orbán in Hongarije onder de aandacht, maar knijpt meer dan een oogje dicht als het om de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van organisatie gaat in Spanje, Portugal of Griekenland, lidstaten die gebukt gaan onder een stortvloed van contraproductieve bezuinigingsmaatregelen. Nee, het gaat niet goed in Europa, wat Angela Merkel ook beweert. Akkoord, de crisis van de wereldeconomie, die was geen thema in haar verkiezingscampagne. Dat haar land intussen al 16 miljoen armen telt en 7 miljoen mensen die met hun job minder dan 8,5 euro per uur verdienen, dat was ook geen thema. Merkel en de Duitse media hadden het over de ‘goede conjunctuur’ in Duitsland en dat ‘Euroland zich bevrijdt uit de recessie’.4 Of zoals Merkel het zei: ‘Mit Deutschland geht es weiter gut’.5 Handelsblatt, een krant die gelezen wordt door de zakenwereld, tekende intussen wél een andere boodschap uit haar mond op: ‘Er zou na de verkiezingen wel eens een slecht ontwaken kunnen volgen’.6 Inderdaad, echt herstel is er niet. Dat merk je aan drie factoren: het enorme probleem van de massawerkloosheid, het uitblijven van productieve investeringen, en tot slot de problematische situatie van de bankensector. Ik spreek wel degelijk van massawerkloosheid, want we leven in een tijd waarin men werkloosheid opvat als een soort natuurlijk gebeuren dat we moeten aanvaarden. In Europa gaat het op dit moment om meer dan zesentwintig miljoen mensen zonder werk. In de landen in het zuiden zijn de percentages dramatisch: voor Spanje zesentwintig procent van de beroepsbevolking, in Italië elf procent, in Griekenland zevenentwintig procent. Voor
Ethische Perspectieven 23 (2013)4, p. 310
96954.indb 310
10/01/14 10:10
de jeugdwerkloosheid zijn deze cijfers nog slechter, wat eigenlijk een ‘bombe de retardement’ legt onder onze samenleving.7 De toekomst van deze jongeren lijkt sterk gehypothekeerd te worden. Als deze factoren aanblijven is een Japans scenario niet uitgesloten. Dat wil zeggen: een jarenlange stagnatie, zonder echte groei.8 Dat wil ook zeggen dat een hele generatie jongeren zou opgeofferd worden aan deze crisis, zonder enig perspectief, dat de afbouw van de productiecapaciteit zou voortgaan om uiteindelijk heel grote proporties te bereiken, en dat de arbeidsvoorwaarden sterk zouden afgebouwd worden, in naam van de competitiviteit. 2. Massawerkloosheid en de hervorming van de arbeidsmarkt Carolina, de milleuriste – Het is ondertussen al acht jaar geleden. In augustus 2005 zond een jonge Catalaanse vrouw een brief naar El País getiteld: ‘Ik ben milleurist’. Deze term ‘milleurist’ had ze zelf bedacht, om daarmee te verwijzen naar een loon van nauwelijks duizend euro. Carolina Alguacil was toen zevenentwintig en klaagde de onzekere arbeidssituatie van haar generatie aan. ‘Een milleurist is een jongere tussen vijfentwintig en vierendertig. Hij spreekt zijn talen, heeft hoger onderwijs genoten en aanvullende opleidingen gevolgd. Hij is drie of vier jaar aan het werk. Het probleem is dat hij niet meer dan duizend euro verdient, zonder premieafdracht, en dat het zinloos is zich daarover te beklagen. Hij spaart niet, heeft geen eigen woning, geen auto en geen kinderen en leeft bij de dag. Soms is dat best aardig, maar op den duur mat het je af.’ Dat was in 2005, in het Spanje van voor de crisis, toen een loon van duizend euro nog karig leek. ‘Vroeger waren we milleurist en hoopten we op betere tijden. Tegenwoordig is duizend euro verdienen de ambitie van de jeugd geworden’, vat Carolina Alguacil zelf de huidige stand van zaken samen. Een baan hebben lijkt een voorrecht en duizend euro is intussen een droomsalaris geworden. Acht jaar geleden zat één op vijf jongeren in Spanje zonder werk, vandaag meer dan de helft. Juventud sin futuro, jeugd zonder toekomst. Amanda woont in Valencia, ze is negenentwintig. Ze beult zich af in een winkel, van tien uur ’s morgens tot half tien ’s avonds. Bijna de klok rond werken, ‘met een half uur lunchpauze’, voor 1000 euro per maand. ‘Het is surrealistisch, wanneer ik van huis ga, is de supermarkt nog niet open en als ik weer thuiskom, is hij alweer gesloten. Ik beul me af als een manager voor het salaris van een arbeider.’ Het is uitbuiting, maar Amanda is bij de gelukkigen, want de helft van haar vrienden heeft
Ethische Perspectieven 23 (2013)4, p. 311
96954.indb 311
10/01/14 10:10
geen werk. En vroeger was ook zij nog slechter af: ‘Ik heb zes stages na elkaar gedaan. Bij de eerste was er geen verloning – oké, ze gaven me restauranttickets. De laatste stage, bij een overheidsinstantie, werd nog het best betaald: 600 euro. De werkloosheid is torenhoog, tijdelijke contracten zijn schering en inslag en de lonen liggen laag. Geen enkele statistiek biedt ons hoop op betere tijden.’ De balans van de crisis is overal in Europa keihard. Tussen juli 2008 en juli 2013 hebben niet minder dan tien miljoen mensen hun baan verloren, en dan spreken we enkel over de officiële cijfers. Vijf jaar geleden telde Europa 16 miljoen werkzoekenden, vandaag zijn dat er meer dan 26 miljoen. En die percentages blijven maar klimmen, zeker in de hardst getroffen landen.9 De werkloosheidsgraad blijft heel hoog in het geheel van de Europese Unie, zo constateert de Internationale Arbeidsorganisatie ILO: ‘De tewerkstelling bleef verslechteren sinds de introductie van de soberheidspolitiek. Na een pauze in 2010-2011 ging de werkloosheid verder omhoog en er zijn geen tekenen van verbetering. In de laatste zes maanden verloren één miljoen mensen in de EU hun baan.’10 De situatie is vooral dramatisch onder de jeugd: één op vier jongeren heeft geen baan. In maart 2013 zaten 5.690.000 jongeren zonder werk in de EU27, van wie 3.599.000 alleen al in de eurozone.11 In het Midden-Oosten was een jeugdwerkloosheid van 26 procent voldoende om de Arabische Lente te ontketenen. ‘Als er geen echte plannen komen om jongeren aan banen te helpen, dan blijven er voor de jongeren maar drie mogelijkheden over: wegtrekken uit Europa, in Europa blijven en zich in de politiek smijten, of een revolutie ontketenen’, zo noteert de Franse econoom Jacques Attali.12 In Spanje heeft vijfenvijftig procent van de jeugd geen baan. Dat is een ongelooflijk cijfer. Toch heeft de Spaanse regering-Rajoy onlangs het ‘ontslagrecht’ versoepeld. Daar heeft de Spaanse werkgeversorganisatie CEOE jarenlang voor geijverd. Midden in de crisis haalt CEOE-voorzitter Juan Rosell zijn slag thuis. Ondernemers die negen maanden na elkaar met dalende omzetten kampen, hoeven ontslagen werknemers maar twintig dagen loon te betalen voor ieder gewerkt jaar, met een maximum van een jaar. De overige ondernemers moeten voortaan maar drie-en-dertig opzegdagen per gewerkt jaar betalen in plaats van de vijfenveertig dagen voorheen. ‘Dit is vast nog niet de laatste hervorming van de arbeidsmarkt’, voorspelt Rosell, overtuigd van zijn zege.13 Zes miljoen Spanjaarden hebben geen werk en de regering maakt een wet om… de ontslagvergoeding fors te beperken. De werkgevers hebben het nu makkelijker
Ethische Perspectieven 23 (2013)4, p. 312
96954.indb 312
10/01/14 10:10
dan ooit om iemand op straat te zetten. In plaats van het ontslagrecht te versoepelen zou je net nu meer bescherming moeten geven tegen willekeur en uitbuiting. In Griekenland is zestig procent van de jongeren werkloos. Maar de Griekse regering verhoogde de pensioengerechtigde leeftijd, waarmee ze niet alleen bespaart op pensioenuitkeringen, maar waardoor ook het aantal sollicitanten op de arbeidsmarkt stijgt. Zo wordt de strijd onder werknemers voor een beschikbare baan nog verder aangewakkerd. ‘Griekenland is de rat in het Europese laboratorium voor hervormingen’, zegt vakbondsman Apostolos Kapsalis. ‘Hier wordt getest wat er allemaal mogelijk is aan bezuinigingen.’14 Griekenland en Spanje voerden ook nieuwe arbeidscontracten in voor jongere – en in het geval van Spanje ook ongeschoolde – werknemers. Het zijn contracten voor twee jaar aan vijfenzeventig à tachtig procent van het nationale minimumloon. Arbeiders met zo’n contract verdienen niet alleen minder, zij kunnen ook op elk moment tijdelijk werkloos worden, zonder recht op een werkloosheidsuitkering. Zij kunnen ook zonder reden ontslagen worden gedurende hun proeftijd. Voortaan geldt voor sommige landen ook een langere proefperiode; in Griekenland bijvoorbeeld is die proeftijd verlengd van twee maanden naar een jaar.15 Dezelfde soort discussie wordt in Italië gevoerd. Ook hier wil men de werkloosheidsuitkeringen beperken in de tijd, wat zou betekenen dat je na anderhalf jaar terugvalt op niets. De reden zou zijn de mensen te activeren, maar je kan je afvragen naar welke banen deze mensen ‘geactiveerd’ moeten worden. Het probleem dat achter de massawerkloosheid lijkt schuil te gaan is dat er geen echt nieuw agrarisch of industrieel herstelplan in Europa is dat echt nieuwe vaste banen schept. Men gebruikt deze crisis louter om de arbeidsmarkt heel grondig te hervormen. Door de versoepeling van het ontslagrecht, de verhoging van de pensioenleeftijd, beperking van de werkloosheidsuitkeringen: de aanbodzijde op de arbeidsmarkt verhoogt. Daarmee komen de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de mensen met werk erg onder druk te staan. De politiek lijkt hier op aan te sturen in plaats van echt nieuwe, stabiele banen te creëren. Het Duitse model is in mijn ogen geen model van nieuwe tewerkstelling, maar een model waarin de afgelopen tien jaar 200.000 vaste voltijdse, goedbetaalde banen zijn verdwenen en vervangen door één miljoen tijdelijke banen. Eén vaste baan is opgekapt in vier à vijf onderbetaalde tijdelijke jobs. Voor onze ogen voltrekt zich een grote hervorming van de arbeidsmarkt. Bestaande taken worden opgesplitst in vier of vijf deeltijdse, hyperflexibele en onderbetaalde banen. Zo groeit ook het fenomeen van werkende armen: mensen die wel een baan hebben, maar toch niet rondkomen. 8,7 procent van de Europeanen met een job
Ethische Perspectieven 23 (2013)4, p. 313
96954.indb 313
10/01/14 10:10
komt op het einde van de maand niet rond. Dat zijn de working poor, werkende armen. In Duitsland is dat zelfs 22,2 procent, meer dan een op vijf! Het doet het daarmee slechter dan een land als Bulgarije.16 Die revolutie op de arbeidsmarkt zet meteen ook het recht op arbeid onder druk, zeker zoals het gedefinieerd wordt in artikel 23 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: Een ieder heeft recht op arbeid, op vrije keuze van beroep, op rechtmatige en gunstige arbeidsvoorwaarden en op bescherming tegen werkloosheid. Een ieder, zonder enige achterstelling, heeft recht op gelijk loon voor gelijke arbeid. Een ieder die arbeid verricht, heeft recht op een rechtvaardige en gunstige beloning, welke hem en zijn gezin een menswaardig bestaan verzekert, welke beloning zo nodig met andere middelen van sociale bescherming zal worden aangevuld. Een ieder heeft het recht om vakverenigingen op te richten en zich daarbij aan te sluiten ter bescherming van zijn belangen.17
Mini-jobs zoals in Duitsland, nul-uren-contracten zoals in Groot-Brittannië, oproepbanen en flexbanen zoals in Nederland en hyperflexibele banen zoals bij ons ondermijnen het sociale recht ‘op een rechtvaardige beloning’ die werknemers en hun gezin ‘een menswaardig bestaan verzekert’. Er is een paradigmashift. In plaats van een reële tewerkstellingspolitiek om nieuwe, productieve jobs te scheppen en aan te moedigen, krijgen we een arbeidsmarktpolitiek die concurrentie als hoogste doel stelt en de bestaande loon- en arbeidsvoorwaarden op continentale schaal tegen elkaar uitspeelt. 3. Uitblijven van nieuwe investeringen Zittend op een cash-berg van 750 miljard euro – En zo kom ik bij het tweede element dat aangeeft dat er geen direct perspectief is op echt structureel herstel: er zijn nog altijd geen nieuwe investeringen. Sinds 2007 zijn de privé-investeringen dramatisch teruggelopen. De terugval ervan is twintig keer groter dan de terugval van de consumptie en vier keer groter dan die van het bbp. Het bedrag dat de bedrijven ongebruikt in cash houden, loopt volgens het strategische consultancybureau McKinsey op tot zevenhonderdvijftig miljard: ‘De val van de privé-investeringen op Europese schaal van 2007 tot 2011 wordt zelden aangehaald als een kenmerk van de financiële crisis, al is die val zonder voorgaande. Want in deze periode vielen de privé-investeringen in de EU27 terug met driehonderdvierenvijftig miljard euro. (…) In het verleden is de privéconsumptie meestal de motor geweest achter economisch herstel. Maar door de grote werkloosheid en de hoge private schulden werden consumenten voorzichtig.
Ethische Perspectieven 23 (2013)4, p. 314
96954.indb 314
10/01/14 10:10
Overheden voelen het gewicht van de schuldenlast en zodoende kunnen zij het gat van de Europese privé-investeringen niet zelf vullen met eigen investeringen en consumptie. De export heeft altijd een belangrijke rol gespeeld bij het herstel, maar die export stoot nu op tegenwind, niet in het minst omdat Europa zijn eigen grootste exportmarkt is terwijl de groei er laag is gebleven. In contrast daarmee hielden de Europese ondernemingen in 2011 een overmaat van zevenhonderdvijftig miljard euro cash vast, dichtbij het hoogste niveau in twee decennia.’18 Intussen boeken de grootste bedrijven opnieuw fenomenale winsten. In ons land heeft de Bel20 in de eerste helft van dit jaar alweer zeven miljard euro winst gemaakt. Maar de transnationale ondernemingen en de internationale investeerders blijven op hun berg geld zitten. Zij vinden de onzekerheid te groot. In Europa wordt slechts achtenzeventig procent van de productiecapaciteit benut. Door de spaarpolitiek blijft de consumptie ondertussen fors achteruitgaan en ook de wereldhandel blijft sputteren. De investeringen die toch plaatsgrijpen, zijn vrijwel allemaal rationalisatie-investeringen: overnames, fusies… maar geen investeringen die werkgelegenheid creëren. De Europese spaarpolitiek zorgt er ook nog eens voor dat ook de publieke investeringen verder worden afgebouwd. Sinds 2007 daalden die overheidsinvesteringen in de EU27 met 4,2 procent. McKinsey schrijft: ‘De meeste grote Europese economieën reduceren hun tekorten, om zo te beantwoorden aan de criteria betreffende deficits en schulden in het Stabiliteits- en Groeipact. Het IMF voorspelt dat de overheidsuitgaven zullen teruglopen van 48,4 procent van het bbp van de EU27 in 2011 naar 45,5 procent in 2017. Zonder een grote verandering in het beleid is het onwaarschijnlijk dat een toename van de overheidsuitgaven een belangrijke stimulans voor economische groei zal zijn.’19 En zo sputtert de motor langs alle kanten: overheden die hun investeringen afbouwen, gezinnen die niet consumeren, en ook private bedrijven die niet investeren en ondertussen liever op een berg cash-geld blijven zitten. Op deze manier worden er natuurlijk ook geen nieuwe banen gecreëerd. 4. ‘Business as usual’ in de bankensector Too big to fail and too big to jail – En dan is er de derde factor die aangeeft dat er geen echt herstel is: ook in de bankensector is er niets fundamenteel opgelost. Het is nu vijf jaar geleden: eind september 2008. Toen deed een van de grootste zakenbanken ter wereld de boeken toe. Het was gedaan met Lehman Brothers. We beleefden een financiële crash. Toen klonk het overal dat het een zware maar voorbijgaande
Ethische Perspectieven 23 (2013)4, p. 315
96954.indb 315
10/01/14 10:10
financiële crisis zou zijn. Dat we de excessen van het casinokapitalisme moesten wegwerken en zo weer op herstel konden aansturen. Over mijn boek Hoe durven ze? heeft filmmaker Pieter De Vos een reeks kortfilms voor het internet gemaakt.20 Een webserie. In die filmpjes komt ook de journalist Joris Luyendijk aan het woord, die voor de krant The Guardian een blog bijhoudt vanuit en over the City, het financiële hart van Groot-Brittannië. Die man zegt: ‘Dit gaat helemaal fout. Twee jaar geleden dacht ik nog: we hebben een bump in the road, we moeten alleen extra gas geven om daar overheen te komen. Nu denk ik steeds meer: dit is het einde van de weg, het einde van het hele economische stelsel. Het meest verontrustende vind ik nog dat de centrale banken zeggen: “We vliegen eigenlijk blind in deze crisis, we hebben geen idee.”’21 Er is ten gronde niets veranderd. In de jaren tachtig heeft men alles naar de markt gebracht. In België heeft men bijvoorbeeld de ASLK naar Maurice Lippens gebracht, die later in De Tijd zegt dat hij indertijd eigenlijk niet zoveel van bankieren wist. Het Gemeentekrediet is naar Dexia omgevormd. Beide verhalen van marktwerking van twee publieke banken zijn met een understatement absoluut geen succes geworden. In die periode is alle regelgeving afgebouwd. Onder Clinton werd de Financial Modernisation Act ingevoerd. Robert Rubin werd van Goldman Sachs gehaald om als minister van financiën die hele financiële wetgeving open te breken en open te gooien. Hij heeft de Glass-Steagall Act uit 1933 afgeschaft, de wet die in de crisis van de jaren dertig werd aangenomen en schotten tussen spaarbanken en investeringsbanken zette. Zijn plaatsvervanger Lawrence Summers loodste deze intrekking in 1999 door het Congres en de Senaat. Tot in september 2013 was Summers nog kandidaat voor de FED, de centrale bank in de Verenigde Staten. Alleen door grote publieke druk en wellicht wat gesprekken achter de schermen heeft Summers zich moeten terugtrekken. Het duidt er op dat in de bankwereld, waar een sfeer van onskent-ons en wie-doet-ons-wat heerst, niet veel is veranderd. De nieuwe spelers die op het terrein zijn gekomen naast de banken – de hefboomfondsen, de pensioenfondsen, die groter zijn geworden dan de klassieke financiële sector – werden ongemoeid gelaten en ook aan die echt toxische producten werd niet geraakt. In andere sectoren, als de bouw wordt heel anders met toxische producten omgesprongen. Daar zegt men niet ‘de klant moet maar kiezen of hij een gebouw met of zonder asbest wil hebben’. In de bouw wordt zo’n product verboden. In de financiële sector zeggen de neoliberalen nog steeds dat de klant maar volwassen genoeg moet zijn om geen toxische producten in zijn belegging of privé-pensioensparen op te nemen.
Ethische Perspectieven 23 (2013)4, p. 316
96954.indb 316
10/01/14 10:10
De redding van de banken heeft gezorgd voor de grootste kost in de geschiedenis. Alleen door die massale staatstussenkomst is de totale ineenstorting vermeden. Door tijdelijke nationaliseringen, kapitaalinjecties en garanties aan de banken wisten de staten de paniek te kalmeren. Die interventie ging gepaard met plechtige beloftes en dure eden: de financiële wereld zou grondig hervormd worden. Alle insiders weten vandaag, vijf jaar later: er is niets fundamenteel opgelost in de bankensector. De problemen stapelen zich op in Cyprus, Griekenland, Spanje, Slovenië en… bij de Dexia restbank. In de webserie Hoe durven ze? komt Robert Halver, de hoofdeconoom van de Baader Bank in Frankfurt, aan bod. Voor de camera vertelt hij: ‘Wie nu hervormingen in de bankensector doorvoert, zorgt ervoor dat de eurozone tegen Kerstmis dood is.’ Volgens hem mag de regelgeving voor de banken pas aangescherpt worden als de crisis helemaal voorbij is, want: ‘Als je honderdtachtig kilometer per uur rijdt, kun je de banden niet verwisselen’. Joris Luyendijk concludeert uit heel dat je m’ en fou: ‘Too big to fail, dat betekent: de grootbanken spelen Russische roulette, maar dan met iemand anders hoofd, dat van de belastingbetaler. Dat is een recept voor rampen. Het is zoals Tsjernobyl: je ziet dat ze die reactor weer hebben aangezet, met het oude management. Je ziet dat er niks wezenlijks is verbeterd.’22 Men heeft de bancaire sector in de handen gelaten van de privé, in de handen van hetzelfde oude management. Zij hebben verkregen dat pas tegen 2018 een beetje kapitaalbuffer moet worden opgebouwd, een beetje. Maar hun bankbalansen blijven geheim. Het is de enige privacy die in onze samenleving nog overblijft: de corporate privacy, de keukengeheimen van banken en multinationals. Elke mail in ons land, elke sms, elke internetactie wordt bespioneerd en bijgehouden. Rechtstreeks door de NSA, of onrechtstreeks via Belgacom. Er zijn maar twee zaken die top secret blijven. Dat zijn vooreerst de onderhandelingen van Pieter De Crem met de Amerikaanse regering over het vernieuwen van de massavernietigingswapens in Kleine Brogel. Daarover weten we dus niet. Dan zijn er de balansen van de banken; die kennen we ook niet. En we weten dus ook niet hoeveel financiële vernietigingswapens er nog in omloop zijn. Eén van de problemen hierbij lijkt te zijn dat de balansen zo ingewikkeld zijn dat we ze ook niet kunnen kennen. Keer op keer bleek dat Dexia toch nog andere afschrijvingen van investeringen moest doen, omdat er wereldwijd nog leningen liepen bijvoorbeeld bij failliete overheden of steden. Wat we wel weten is dat wereldwijd de allergrootste spelers nog groter zijn geworden. Een bank als JP Morgan Chase heeft vandaag een balanstotaal van 2.400
Ethische Perspectieven 23 (2013)4, p. 317
96954.indb 317
10/01/14 10:10
miljard dollar, dat is meer dan het bnp van Rusland. Zo’n bank is machtiger dan ooit, en kan niet meer failliet gaan. Ook BNP Paribas is door de crisis nog groter geworden. De bestuurders zijn ‘too big to fail’, en ‘too big to jail’. Dat is ook letterlijk zo. Iemand als Jean-Paul Votron, die op zijn minst dubieus gehandeld heeft in de zaak van Fortis, is helemaal niet ter verantwoording geroepen. Hij geeft op het moment les aan de universiteit van Cambridge, ironisch genoeg het vak crisismanagement. Rich Man’s Recovery en de afbouw van de sociale zekerheid – Als je met een sociologische bril kijkt naar wat er de afgelopen crisisjaren in essentie is gebeurd dan blijkt het om herstelplannen voor een bepaalde groep te gaan. Wat hebben al die zogenaamde herstel- en relanceplannen tot nu opgeleverd? De New York Times publiceerde onlangs het antwoord op deze vraag: ‘De rijken hebben hun slag geslagen en wel in die mate dat vijfennegentig procent van de winsten van het economisch herstel sedert 2009 naar de fameuze één procent is gegaan. Meer zelfs, meer dan zestig procent ging naar de 0,1 procent, lui met een jaarlijks inkomen van meer dan 1,9 miljard dollar. Eigenlijk hebben de rijken ongeveer al hun verliezen goedgemaakt, terwijl de grote meerderheid van de Amerikanen nog altijd in een economische depressie leeft. Zij draaien weer op volle toeren.’23 ‘Rich Man’s Recovery’, het herstel van de allerrijkste mensen op de planeet, dat is de balans van vijf jaar crisispolitiek. Het algemene gevolg van de crisis is niet alleen dat het aantal armen wereldwijd toeneemt, maar ook dat het aantal superrijken toeneemt, juist gedurende de crisisjaren. De honderd rijkste mensen ter wereld hebben hun vermogen vorig jaar opnieuw met 14,5 procent verhoogd. In één jaar tijd zijn ze nog eens 183 miljard dollar rijker geworden. Met dat bedrag, zo liet Oxfam weten, kan de ergste armoede op de planeet vier keer worden uitgeroeid. Honderd gezinnen verdienen in één jaar tijd het bedrag dat nodig is om vier keer de armoede uit de wereld te helpen. Hoe pervers moet de situatie nog worden? Aan de ene kant groeit de rijkdom van nauwelijks een handvol multimiljonairs tot obscene hoeveelheden. Aan de andere kant groeit de armoede. Het recente Oxfamrapport ‘De besparingsval’ voorspelt dat vijftien tot vijfentwintig miljoen Europeanen tegen 2025 het legioen van de honderdtwintig miljoen zullen vervoegen dat vandaag al onder de armoededrempel vertoeft. Dan zal meer dan een kwart van de bevolking van de EU28 arm zijn. Oxfam verdedigt daarom ‘een nieuw, ander economisch en sociaal model’, met als basis een rechtvaardige fiscaliteit en overheidsinvesteringen. Deze cijfers mogen als fait divers overkomen, maar ik noem ze bewust omdat we zo langzamerhand in een absurde situatie terechtkomen en vrijwel niemand anders
Ethische Perspectieven 23 (2013)4, p. 318
96954.indb 318
10/01/14 10:10
die cijfers zo klaar en duidelijk op tafel wil leggen. Heel de herstelpolitiek lijkt ten goede te komen aan de één procent, om het in Occupy-termen te zeggen. Daar tegenover staan alle mensen die in de crisis hun werk zijn verloren of uit hun huis zijn gezet. In Amerika zijn dit er al meer dan vier miljoen. Zij zijn niet alleen uit hun huis gezet, maar zijn ook nog steeds verplicht hun restschuld af te betalen aan de banken. In Spanje dreigt hetzelfde scenario. In mijn ogen zijn de gelijktijdige ontwikkeling van armoede en extreme rijkdom aan elkaar gekoppeld. In Hoe durven ze? citeer ik daarom Charles Fourier, een utopisch socialist van het begin van de negentiende eeuw. Hij schrijft dat in de burgerlijke samenleving de armoede van de een uit de rijkdom van de ander voortkomt. Het feit dat armoede en rijkdom zich als twee communicerende vaten tot elkaar verhouden, lijkt vandaag onbespreekbaar te zijn. Er zijn nog genoeg mensen die zich gelukkig zorgen maken om de groeiende armoede in de samenleving, maar het lijkt taboe vandaag de dag te suggereren dat die armoede mede voortkomt uit de rijkdom van een ander deel van de samenleving. De armoede groeit ook omdat tegelijk de socialezekerheidsstelsels en sociale rechten worden afgebroken. En dat is geen toeval, maar een uitgewerkte politiek. Mensen als Denis Kessler hebben haar al voor de crisis uitgetekend. Denis Kessler was de grote man van de Franse werkgeversorganisatie Medef. Hij schreef het beruchte pamflet Adieu 1945, raccrochons notre pays au monde. Daarin vertelde hij aan al wie het wilde horen dat men moest hervormen, en wel drastisch: ‘De lijst van de hervormingen? Dat is simpel. Neem alles wat tussen 1944 en 1952 werd ingevoerd, zonder uitzondering. Die lijst is er. Het komt er vandaag op aan 1945 los te laten en systematisch het programma van de Nationale Raad van de Weerstand te ontbinden.’ Kessler legt uit: ‘Het Franse sociale model is zuiver het product van die Nationale Raad van de Weerstand, een compromis tussen gaullisten en communisten. Dat compromis werd gesmeed in een hete periode van onze hedendaagse geschiedenis, toen de Russische tanks op twee etappes van de Ronde van Frankrijk waren, zoals generaal De Gaulle dat zei. Dat vertaalde zich in de oprichting van de kassen van de sociale zekerheid en in het statuut van de ambtenaren, in belangrijke openbare diensten en in het opofferen van grote Franse bedrijven die genationaliseerd werden, in het in verdragen gieten van de arbeidsmarkt, de vakbondsvertegenwoordiging, de aanvullende pensioenregelingen enzovoort.’24 Vandaag wordt de crisis gebruikt om de lijst hervormingen van Kessler & co overal in Europa door te drukken. Om te komen tot een samenleving zonder weerstand. Met werknemers zonder sociale zekerheid. Met burgers zonder openbare dienstverlening. Met werkmensen zonder autonome en strijdbare vakbonden. Met
Ethische Perspectieven 23 (2013)4, p. 319
96954.indb 319
10/01/14 10:10
onderwijs zonder mondigheid. Het is de ideologie van een voorbije wereld, die in het stof van de crisis opnieuw wordt opgewarmd onder de vlag van ‘modernisering’. De feitelijke afbraak van deze rechten in de praktijk wordt ideologisch begeleid door een nieuwe samenlevingsvisie. Een heel koude en berekenende visie, die startte onder Margaret Thatcher. Zij heeft eerst de mijnwerkers gekraakt, de ruggengraat van de sociale beweging in Groot-Brittannië. Nadien lag de weg open om de ‘working class’ op te splitsen. Het zogenaamde ‘precariaat’ kwam tot stand. Die grote verandering van de arbeidsmarkt werd ideologisch begeleid met een hard neoliberaal maatschappijbeeld. Thatcher lanceerde als allereerste de slogan ‘Poverty is not material, but behavioural’. Armoede is geen kwestie van gebrek, maar een kwestie van gedrag.25 Nadien is dat uitgangspunt overgenomen door de Derde Weg van Schröder en Blair. In de dialectiek tussen maatschappelijke verantwoordelijkheid en eigen verantwoordelijkheid lag het zwaartepunt voor de blairisten voortaan bij de ‘Eigenverantwortung’. Daarmee lag de weg open om die filosofie nog verder door te trekken. Zoals de Britse huis-, tuin- en keukenfilosoof, Dalrymple deed, die het concept ‘eigen-schulddikke-bult’ populair tracht te maken. Toen hij op 3 mei 2011 in ons land de Libera!prijs ontving van de bijna-slimste-mens, verklaarde Dalrymple: ‘De sociale zekerheid haalt mensen niet uit de armoede. Ze bestendigt hen in hun achterstelling. Ze vernietigt hun zelfrespect. En ze creëert meer armen en zieken.’26 Eureka! Wijsneus Dalrymple heeft een geweldige vondst gedaan: ‘In het belang van de armen, schaf de sociale zekerheid af! Want ze werkt averechts. Ze creëert meer armen en meer zieken.’ Alle ernstige studies spreken dat tegen. Allemaal. De voorbije jaren is de sociale zekerheid aan een snel tempo uitgekleed, onder meer door de groeiende vrijstelling van de patronale bijdragen. Minder sociale zekerheid want dan is die makkelijker te betalen, is het leidmotief. Vandaag leeft in ons land 14,6 procent van de mensen in armoede. Maar, zo becijferde Europa, zonder sociale zekerheid zou dat twee-enveertig procent zijn. Met andere woorden, dat de onderklasse van Dalrymple zonder sociale zekerheid kleiner zou worden, is nonsens. Ze zou verdrievoudigen, tot bijna de helft van de bevolking. Voor het systeem van de sociale zekerheid er kwam, bestond de liefdadigheid. Dat is een middeleeuws systeem, toen liefdadigheid een algemene sociale plicht was. Welgestelden konden hun zonden in dit tranendal afkopen met aalmoezen. Aalmoezen aan de ‘echte’ armen: de lokale bedelaars, sukkelaars van het eigen dorp met pech, ziekte of een ander malheur. Niet aan de ‘valse’ armen: de landlopers, vreemdelingen, marktkramers, toneelspelers, zigeuners en kwakzalvers allerhande. Neen, aan de ‘echte’ armen. Een aalmoes. Ethische Perspectieven 23 (2013)4, p. 320
96954.indb 320
10/01/14 10:10
De sociale zekerheid – met haar pensioenen, werkloosheidsuitkeringen, gezinsbijslagen, jaarlijkse vakantie, gezondheidszorg en bescherming in geval van beroepsziekte of arbeidsongeval – is een uiting van de vooruitgang van de beschaving sindsdien. Deze sociale zekerheid is uitsluitend op conto van de arbeidersbeweging te schrijven. Ze is opgebouwd niet dankzij maar ondanks het kapitalisme. Ze is geen stelsel op basis van liefdadigheid. Ze hangt niet af van welwillende weldoeners die hun zieltje willen afkopen en een aflaat willen verkrijgen. Alfa en omega ervan is de solidariteit: tussen werkenden en werklozen, tussen jong en oud, tussen gezonden en zieken, tussen mensen mét en zonder een inkomen, tussen gezinnen met en zonder kinderen. De sociale zekerheid is een gigantische stap vooruit: ze bezorgt ieder het recht om te leven. Sociale zekerheid wordt een recht dat niet langer afhankelijk is van de goodwill of de barmhartigheid van de schenker. Dat recht werd vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: ‘Artikel 22: Een ieder heeft als lid van de gemeenschap recht op maatschappelijke zekerheid en heeft er aanspraak op. (…) Artikel 25: Een ieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige verzorging en de noodzakelijke sociale diensten, alsmede het recht op voorziening in geval van werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de echtgenoot, ouderdom of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil.’27 Voor mensen zoals Kessler en Dalrymple zijn deze sociale grondrechten een gruwel die zo snel mogelijk moet verdwijnen. Dalrymple geeft meteen aan wat er in de plaats moet komen: ‘Bij de echte solidariteit ligt het initiatief bij de donateur, die spontaan geld geeft uit een eerlijk gevoel van sympathie of medeleven met wie minder heeft.’28 In deze tijden van Rich Man’s Recovery zijn er politieke krachten die zeer bewust de sociale rechten willen ontmantelen, en filosofen die hen hierbij graag van dienst zijn. Pilar, de grootmoeder – Haar leesbril hangt om haar hals als Pilar Goytre, vijfenzestig jaar, achter haar tweejarige kleinzoon aanrent. Net voordat hij te dicht bij de straat komt, grijpt ze hem bij zijn hand en loopt met hem door naar de speeltuin in de bedding van de Manzanares-rivier. Iedere vrijdag haalt deze energieke grootmoeder met haar kortgeknipte, grijsblonde haar, Mario op bij de crèche in Puerta del Angel, een volksbuurt in het zuidwesten van Madrid. Voor het hek staan nog veel meer abuelas (grootmoeders) zoals Pilar te wachten. Volgens een onderzoek van het Spaanse ministerie van Volksgezondheid en Sociale Zaken zorgt bijna de helft van de Spaanse grootouders dagelijks voor de kleinkinderen. Ethische Perspectieven 23 (2013)4, p. 321
96954.indb 321
10/01/14 10:10
In Spanje namen grootouders altijd al een centrale plaats in, maar door de crisis is hun hulp meer dan ooit een noodzaak geworden. In Spanje zijn in 1,7 miljoen huishoudens alle gezinsleden werkloos, en sinds het begin van de crisis verloren bijna 300.000 gezinnen hun huis. Hoe kan het dan dat het land niet instort? Economen en sociologen geven allemaal hetzelfde antwoord: ‘het gewicht dat de schaduweconomie in de schaal legt’. Dat gewicht wordt geschat op twintig tot vijfentwintig procent van het bbp. Maar vooral ‘de solidariteit tussen familieleden’ vormt een waar vangnet in zware tijden. Een onderzoek van de Spaanse Sociaaleconomische Raad geeft aan dat op een totaal van zeventien miljoen huishoudens in 2011 er 422.600 huishoudens op het pensioen van de grootouders leefden. Dat is eenentwintig procent meer dan in het jaar daarvoor.29 Het zijn de grootouders die de maatschappij draaiende houden. Ze staan op het schoolplein als de bel gaat, ze helpen de eindjes aan elkaar te knopen aan het eind van de maand en ze protesteren tegen de door Brussel gepredikte zuinigheid. De seniorentak van de indignados is een van de pijlers van een doodzieke maatschappij geworden. Zoals Antonio Gramsci het schreef: ‘Het oude is bezig te sterven en het nieuwe kan niet geboren worden: in het interregnum zal een grote verscheidenheid aan morbide symptomen de kop opsteken.’ Wij hebben nu dertig jaar neoliberalisme achter de rug. Men heeft ons beloofd dat de markt alles beter ging doen en alle problemen zou oplossen. Het is allemaal als een kaartenhuisje in elkaar gezakt. Je zou dan toch mogen verwachten dat er een breed debat wordt gevoerd – filosofisch, politiek en maatschappelijk. In plaats daarvan zie je dat het gaspedaal nog dieper wordt ingeduwd. De Europese Unie volgt de strikte spaarpolitiek, op het ritme van het Duitse monetaristische beleid. Toch lijkt het erop dat althans de strekking Merkel er ook alles aan wil doen om de Unie als één blok te behouden, om bij ‘la cour des grands’ te blijven. Globaal gezien lijken ook de industriële, financiële en politieke krachten uit de zuidelijke landen op dat paard te wedden en drastische besparingen, privatiseringen en arbeidsmarkthervormingen door te voeren. Wat voor hen allen minder controleerbaar is, is de reactie van de volkeren, die – zeker in het zuiden van Europa – gewurgd worden door de spaarpolitiek. Griekenland ondergaat sinds vijf jaar een terugval in zijn bbp, die met minus vijfentwintig procent proporties aanneemt van de jaren 1930. Portugal, Spanje en in mindere mate ook Italië bevinden zich gedurende drie opeenvolgende jaren in recessie, en overal groeien massale volksbewegingen. In dat tumult kunnen nieuwe democratische sociale vormen
Ethische Perspectieven 23 (2013)4, p. 322
96954.indb 322
10/01/14 10:10
ontstaan. Dat schrijft ook The Guardian: ‘Griekenland is in twee gespleten. Aan de ene kant staan de politici, bankiers, belastingontduikers en mediabaronnen, die steun verlenen aan de hardste sociale en culturele herstructurering in West-Europa ooit. Het “andere” Griekenland omvat de overweldigende meerderheid van de bevolking. Dat sprong gisteren in het oog, toen meer dan 500.000 mensen de straat opgingen, de grootste demonstratie sinds mensenheugenis. De protestactie eindigde tragisch met de dood van een vakbondsman. De laatste restjes legitimiteit van deze regering zijn verdwenen, en de regering zelf zal binnenkort ook wel verdwijnen. Het democratische tekort waar politieke systemen overal ter wereld aan lijden is in Griekenland onomkeerbaar geworden. Het is de verantwoordelijkheid van het “andere” Griekenland een grondwet van sociale gerechtigheid en democratie op te stellen voor de eenentwintigste eeuw. Dat is wat Griekenland de wereld kan bieden.’30 5. Een toekomstplan voor Iker, Carolina en Pilar Maatschappijen met meer gelijkheid zorgen niet alleen voor een langere levensverwachting en minder kindersterfte, ze zorgen ook voor meer levenskwaliteit met beduidend minder angststoornissen, depressies, stress, alcohol- en drugverslavingen, minder generatiearmoede, minder obesitas, minder tienerzwangerschappen, minder persoonlijke schulden, minder moorden en minder gevangenen. Dat is ook logisch, als je er even over nadenkt. De problemen stijgen naarmate de ongelijkheid in de samenleving stijgt. Dat wordt met massaal veel cijfermateriaal aangetoond in het boek The spirit level (De waterpas) van de Britse epidemiologen Richard Wilkinson en Kate Pickett.31 Niet met een ideologisch traktaat, maar met cijfers en op basis van vierhonderd wetenschappelijke studies maken Wilkinson en Pickett hun punt: stress, mentale ziektes, geweld en drugsgebruik zijn niet zomaar het gevolg van moreel verval, van veranderende normen en waarden. En al evenmin van de keuzevrijheid van berekenende personen die de korte- en langetermijngevolgen van hun keuzes rustig en rationeel zouden afwegen. Al deze problemen worden groter naarmate de ongelijkheid in de samenleving groter is. Na vijf jaar crisis wordt onze samenleving meer ongelijk dan ooit. Als we een toekomst willen bieden aan Iker, Carolina en Pilar, dan zullen we iets moeten doen aan de ongelijkheid. En dan zullen we iets moeten doen aan de spaarpolitiek en de vrijemarktpolitiek die deze ongelijkheid vergroot. Dan zullen we rechtvaardigheid opnieuw moeten durven definiëren als de weigering van de stelling dat de huidige wereld de enig mogelijke is.
Ethische Perspectieven 23 (2013)4, p. 323
96954.indb 323
10/01/14 10:10
Ja, mensen zijn in staat een betere wereld te creëren. Iker, Carolina, Pilar en miljoenen kunnen ontwaken uit een politieke siësta en de tegenbeweging organiseren. Een beweging die vertrekt vanuit een totaal ander uitgangspunt: de noden van de mensen en van de planeet die de mensen behuist, moeten het vertrekpunt zijn voor vernieuwing en creativiteit. Dat toekomstplan zullen we samen moeten opmaken. Uit de ervaring van vijf jaar crisis op dit continent komen overal dezelfde grote assen terug: i. ii. iii.
iv.
v.
Alles vertrekt bij de afwijzing van de Europese spaarpolitiek, met de annulatie van de bijbehorende verdragen (fiscaal pact, six pack, two pack, begrotingspact) Herstel van de publieke monopolies voor publieke dienstverlening bij post en spoorwegen en herziening van het Europese verdrag ter zake Publieke innovatie, vertrekkende vanuit de meest dringende noden: – sociale stedenbouw, tegen prestigepolitiek en gentrificatie, investering in openbare en groene ruimtes, ontmoetingsplaatsen en interculturele centra – modern publieke huisvesting, grondige renovatie van de huizenmarkt (om de wooncrisis op te lossen en de wachtlijsten tegen te gaan; om de bouwsector te stimuleren; en om een ecologische omslag te maken) – onderwijs en lerarenopleiding – kinderopvang – gezondheidszorg en ouderenzorg Ecologische innovatie, vertrekkende van de belangrijkste opdrachten: – energiebesparing, door middel van een publieke maatschappij voor isolatie van woningen en gebouwen – publiek onderzoek naar milieuvriendelijke technologieën en publieke investeringen in koolstofvrije energiebronnen – om de luchtkwaliteit en de volksgezondheid drastisch te verbeteren – om een modern, betrouwbaar, betaalbaar en fijnmazig openbaar vervoersnet uit te bouwen (inclusief onderzoek naar hybride bussen) Sociale en democratische innovatie: – respect voor vakbondsvrijheid, collectieve loononderhandeling (CAO’s) en sociale actie – afdwingbaar maken van de sociale rechten: recht op wonen, recht op gezondheid en recht op werk – gelijk loon voor hetzelfde werk (man/vrouw; …) – maximumprijzen voor nutsvoorzieningen zoals elektriciteit, gas en water – toegang tot eerstelijns rechtshulp, en democratisering van justitie
Ethische Perspectieven 23 (2013)4, p. 324
96954.indb 324
10/01/14 10:10
vi. Uitbouwen van een publieke bankensector voor veilig spaargeld en goedkoop krediet: – staatsgarantie enkel nog voor de publieke bankensector – prioritaire kredietverlening voor sociale en ecologische projecten (sociale woningbouw, duurzame economie enzovoort), voor KMO’s en hypothecaire leningen – verbod op cumul van mandaten voor bestuurders en geen belangen in de privé – transparant controlecomité met vertegenwoordigers van vakbonden, sociale organisatie en klantenorganisaties vii. Om dit ambitieus sociaal en ecologisch plan te verwerkelijken, zal men de rijkdom moeten durven activeren. Dat betekent dat er een progressieve fiscale vernieuwing nodig is (ondermeer om drie decennia regressieve fiscale omwenteling terug te schroeven) – verhoging van de hoogste aanslagvoeten in de personenbelasting en grotere fiscale vrijstelling voor de laagste inkomens – effectieve inning van de nominale vennootschapsbelasting (34 procent) – zware straffen voor grote belastingfraude – afschaf van de notionele interestaftrek en andere aftrekposten – rente op staatsschuld bij banken naar beneden – invoering van een miljonairstaks of vermogensbelasting – verbod op speculatiefondsen (hedgefunds, private equity funds) – afschaffen van belastingparadijzen (25.000 miljard euro in belastingparadijzen betekent jaarlijks meer dan 1.000 miljard euro aan belastinginkomsten mislopen, dat is een equivalent van 25 miljoen vaste en goedbetaalde jobs). Natuurlijk, dit is nog geen plan, dit zijn enkel een aantal vertrekpunten die aangevuld en bijgeschaafd moeten worden, en vooral onderworpen worden aan debat. Een aantal mensen noemen deze ideeën te ambitieus, te radicaal of irrealistisch. Met hen wil ik graag terugkeren naar het begin van deze lezing, en verder discussiëren over de diagnose, de ernst van de ziekte en het realisme van de huidige spaarpolitiek. Ik ben mij bewust van de gigantische sommen die nodig zijn om deze sociale en ecologische omwenteling te realiseren, maar ik geloof echt niet dat we met twee of drie aspirientjes ook maar iets aan de huidige situatie kunnen doen. Overigens is het toch volkomen terecht wat Nelson Mandela zei: ‘It always seems impossible until its done.’
Ethische Perspectieven 23 (2013)4, p. 325
96954.indb 325
10/01/14 10:10
Noten 1. Op 26 september 2013 was Peter Mertens te gast in het Metaforum middaggesprek in het Hollands College van de KU Leuven. Met deze bijdragen geven we de volledige versie van zijn inleiding die middag. Een ingekorte versie verscheen begin oktober in Knack. Een weergave van de discussie met professor Jo Van Biesebroeck vindt u bij de mededelingen in dit nummer, zie pp. 409-420. 2. http://www.nd.nl/artikelen/2013/januari/08/boycot-slotenmakers-tegen-uithuiszettingen-in-span 3. http://www.radio1.be/programmas/joos/zwaardere-straffen-voor-burgerprotest 4. Frankfurter Allgemeine Zeitung, 15 augustus 2013. 5. ARD, 10 september 2013. 6. Handelsblatt, 9 september 2013. 7. De jeugdwerkloosheid is – voor jongeren tussen de veertien en de vijfentwintig jaar – in Griekenland zestig procent, in Italië achtendertig procent en in Spanje vijfenvijftig procent. Zie Eurostat, June 2013. 8. NATIXIS, ‘Une évolution à la japonaise pour les Etats-Unis et la Zone euro?’, Flash Economie nr. 578, 22 augustus 2013. 9. De grootste stijgingen zien we in Griekenland (van 21,5 procent naar 27,2 procent tussen januari 2012 en januari 2013), in Cyprus (van 10,7 naar 14,2 procent in dezelfde periode), in Spanje (van 24,1 naar 26,7 procent), en in Portugal (van 15,1 naar 17,5 procent). 10. ‘The employment situation has continued to deteriorate since the introduction of fiscal consolidation policies. Following a pause in 2010-2011, unemployment has kept growing and shows no signs of improvement. Over the past 6 months alone, one million people have lost their jobs in the EU.’ http://www.ilo.org/global/ about-the-ilo/newsroom/news/WCMS_209716/lang–en/index.htm 11. http://epp.eurostat.ec.europa.eu/statistics_explained/index.php/Unemployment_statistics 12. ‘Paris et Berlin mettent en scène leur réconciliation sur l’emploi des jeunes’, Les Echos nr. 21445, 29 Mai 2013, p 5. http://www.lesechos.fr/29/05/2013/LesEchos/21445-026-ECH_paris-et-berlin-mettent-en-sceneleur-reconciliation-sur-l-emploi-des-jeunes.htm 13. Stephan KAUFMANN, ‘Europas Demokraten schleifen Arbeitnehmerrechte’, Frankfurter Rundschau, 22 maart 2012. 14. Stephan KAUFMANN, ibidem. 15. Christoph HERMANN, ‘The Crisis, Structural Reform and the Fortification of Neoliberalism in Europe’, Global Labour, Column nr. 145, August 2013. http://column.global-labour-university.org/2013/08/the-crisisstructural-reform-and.html 16. De armoedegrens is relatief, gebaseerd op de mediaan van de inkomens in een land. Het is niet zo dat de meeste Duitsers minder inkomen hebben dan de Bulgaren. 17. http://www.aivl.be/subthema/universele-verklaring-van-de-rechten-van-de-mens-volledige-versie/842#. UkU2KobIa3V 18. MCKINSEY GLOBAL INSTITUTE, Investing in growth: Europe’s next challenge, December 2012, pp. 3-4. ‘Although the decline in Europe’s level of private investment from 2007 to 2011 is rarely highlighted as a feature of the region’s financial crisis, it was unprecedented. In fact, during that period, private investment in the European Union’s 27 member states (the EU-27) plunged by a combined total of /354 billion—20 times the fall in private consumption and 4 times the fall in real GDP. (…) In the past, private consumption has been the driving force behind most economic recoveries. But high rates of unemployment and personal debt have made consumers
Ethische Perspectieven 23 (2013)4, p. 326
96954.indb 326
10/01/14 10:10
cautious about spending. Governments are feeling the weight of large debts and pressure to deleverage, so they cannot fill Europe’s private-investment hole themselves by investing or consuming. And while exports have played a significant role in the recovery thus far, they now face headwinds, not least because Europe is its own biggest export market and its overall growth has been anemic. In contrast, publicly traded European companies had excess cash holdings of /750 billion in 2011, close to their highest real level in two decades.’ http://www.
mckinsey.com/insights/europe/investing_in_growth 19. MCKINSEY GLOBAL INSTITUTE, Investing in growth: Europe’s next challenge, December 2012, p. 5: ‘Many of Europe’s largest economies are reducing their deficits in order to try to comply with the criteria on debate and deficits prescribed in the Stability and Growth Pact. The International Monetary Fund (IMF) projects that total government expenditure as a share of EU-27 GDP will fall from 48,4 percent in 2011 to 45,5 percent in 2017. Without a major reversal of current policy, expansion of government expenditure is unlikely to be a significant stimulus to growth.’ http://www.mckinsey.com/insights/europe/investing_in_growth 20. Peter MERTENS, Hoe durven ze? De euro, de crisis en de grote hold-up. Berchem: EPO, 2012. De webserie is te zien op de webpagina van de Uitgevrij EPO: http://www.epo.be/uitgeverij/boekinfo_boek. php?isbn=9789491297137 21. Joris LUYENDIJK, blog van 18 september 2013. 22. In Volzin, 18 september 2013. 23. ‘The rich have come roaring back, to such an extent that 95 percent of the gains from economic recovery since 2009 have gone to the famous 1 percent. In fact, more than 60 percent of the gains went to the top 0.1 percent, people with annual incomes of more than $1.9 million. Basically, while the great majority of Americans are still living in a depressed economy, the rich have recovered just about all their losses and are powering ahead.’ Paul KRUGMAN, New York Times, 12 september 2013. 24. ‘La liste des réformes? C’est simple, prenez tout ce qui a été mis en place entre 1944 et 1952, sans exception. Elle est là. Il s’agit aujourd’hui de sortir de 1945, et de défaire méthodiquement le programme du Conseil national de la Résistance! (…) Le modèle social français est le pur produit du Conseil national de la Résistance. Un compromis entre gaullistes et communistes. (…) Ce compromis, forgé à une période très chaude et particulière de notre histoire contemporaine (où les chars russes étaient à deux étapes du Tour de France, comme aurait dit le Général), se traduit par la création des caisses de Sécurité sociale, le statut de la fonction publique, l’importance du secteur public productif et la consécration des grandes entreprises françaises qui viennent d’être nationalisées, le conventionnement du marché du travail, la représentativité syndicale, les régimes complémentaires de retraite, etc.’ Challenge, 2 oktober 2007. 25. Owen JONES, Chavs: The Demonization of the Working Class. Londen: Verso, 2011. 26. Lieven SIOEN, ‘Weg met de bijstandscultuur. Interview Theodore Dalrymple, de conservatief die Bart De Wever inspireerde’, De Standaard, 6 mei 2011. 27. http://www.aivl.be/subthema/universele-verklaring-van-de-rechten-van-de-mens-volledige-versie/842#. UkU2KobIa3V 28. Lieven SIOEN, ‘Weg met de bijstandscultuur. Interview Theodore Dalrymple, de conservatief die Bart De Wever inspireerde’, De Standaard, 6 mei 2011. 29. Sandrine MOREL, ‘En Espagne, les papys font de l’assistance’, Le Monde, 20 oktober 2012. 30. Costas DOUZINAS, ‘Greece’s lines now are clear’, The Guardian, 20 oktober 2011. 31. Richard WILKINSON en Kate PICKETT, The Spirit Level. Why more Equal Societies Almost Always Do Better. Londen: Penguin Books, 2009.
Ethische Perspectieven 23 (2013)4, p. 327
96954.indb 327
10/01/14 10:10