Borstoperaties
Inhoud:
2
Soorten borstoperaties
3
Praktische informatie en aandachtspunten
4
Okseluitruiming
5
Lymfoedeempreventie
12
De afdeling gynaecologische heelkunde, welkom op B3
16
Verder leven na een borstoperatie
18
1. Soorten borstoperaties De grootte van de tumor ten opzichte van de borstgrootte, de aanwezigheid van meerdere tumoren in de borst, erfelijke aanleg, eerdere behandelingen, je conditie en indien mogelijk je eigen voorkeur bepalen of je voor een borstamputatie, een borstsparende operatie of een tussenvorm daarvan in aanmerking komt. Bij de invasieve soort borstkanker kunnen cellen van de kwaadaardige tumor losraken en via het lymfevocht naar de lymfeklieren in de oksel terecht komen. (Dit is niet het geval bij de niet-invasieve variant van borstkanker waarbij de omringende weefsels nog niet zijn aangetast.) Om na te gaan of de borstkankercellen zich hebben uitgezaaid naar de lymfeklieren in de oksel, wordt tijdens de operatie één klier (=schildwachtklier, poortwachtersklier of sentinelklier) of meerdere klieren (=volledige okselklieruitruiming) verwijderd. Deze procedure is vooral belangrijk om te weten of na de operatie nog andere behandelingen nodig zijn. Een overzicht van de verschillende soorten borstoperaties vind je op de website van het Jessa Ziekenhuis, op de deelwebsite van het Borstcentrum: www.jessazh.be/borstcentrum. Geen enkele ingreep is vrij van de kans op complicaties. Zo zijn er ook bij borstoperaties de normale risico’s op complicaties van een operatie zoals trombose, longontsteking, nabloeding, wondvochtophoping en wondinfectie. Een operatie voor borstkanker is lichamelijk gezien geen zware operatie. Ook vrouwen op hogere leeftijd kunnen de operatie veilig doorstaan.
3
2 Praktische informatie en aandachtspunten De dag na een borstsparende operatie mag je in het ziekenhuis al een beha dragen, bij voorkeur een sportbeha of een beha zonder beugels. Op termijn kan je eender welk model dragen. Er is geen thuisverpleging nodig na je ontslag. Bij je laatste verzorging in het ziekenhuis wordt een douchepleister aangebracht. Deze mag je laten zitten tot de week volgend op de operatie. Die week ga je best (’s dinsdags) naar je huisarts voor controle van de borst en arm, en eventueel voor het verwijderen van de eerste helft van het hechtingsmateriaal. Ook kan je huisarts nagaan of je over alle nodige voorschriften beschikt. De oefeningen die de kinesist je aanleert in het ziekenhuis mag je thuis zelf verder zetten. Je bent niet verplicht een kinesist in de thuissituatie te raadplegen. In geval van zwelling, de eerste weken na je operatie, raadpleeg je best je huisarts.
4
Borstoperaties
3. Okseluitruiming Chirurgische verwijdering van de tumor gaat soms gepaard met een okseluitruiming. Voor de ingreep wordt gekeken of de lymfeklieren in de oksel zijn aangetast. Wanneer dit het geval is worden ook deze verwijderd tijdens de ingreep om te vermijden dat de kanker zich van hieruit verspreidt in je lichaam.
3.1. Schildwachtkliertest (sentinel node onderzoek) Om te bepalen of één of meerdere okselklieren zijn aangetast, wordt soms een schildwachtkliertest of sentinel node onderzoek gedaan. De schildwachtklier is de eerste drainerende lymfeklier van een bepaald lichaamsdeel. Bij uitbreiding van een tumor naar de lymfeklieren zullen de tumorcellen eerst naar de schildwachtklier gaan en vervolgens naar de andere lymfeklieren. Dit betekent dat indien deze klier niet aangetast is, er ook geen tumorcellen aanwezig zijn in de overige klieren en een okseluitruiming dus ook niet nodig is. Is de schildwachtklier wel positief, dan is een klassieke okseluitruiming noodzakelijk. Doel van het onderzoek Het lokaliseren en markeren van de zogenaamde sentinel node, zodat deze sentinel node onderzocht kan worden op tumorcellen. Voorbereiding Voor het onderzoek is geen speciale voorbereiding nodig. Zorg ervoor dat je op de dag van het onderzoek geen deodorant, bodylotion of olie ter hoogte van de oksel gebruikt Het onderzoek Het onderzoek start meestal ‘s namiddags op de dag voor je operatie, met de toediening van 4 injecties met een kleine hoeveelheid licht radioactieve stof die toelaat om de sentinel node op te sporen. De injecties worden gegeven boven de plaats waar de tumor zich in de borst bevindt. De volgende dag, voor je operatie, worden op de dienst nucleaire geneeskunde radiologische beelden gemaakt van de injectieplaats en de oksel. De ingespoten vloeistof heeft intussen de sentinel node bereikt. Tijdens het maken van deze beelden wordt de
5
sentinel node in je oksel ook gemarkeerd. Het is erg belangrijk dat de markering in de oksel tijdens de operatie nog zichtbaar is. Daarom mag je na het onderzoek geen zeep, deodorant, bodylotion of olie ter hoogte van de markering gebruiken. Het maken van de beelden en de markering duurt in totaal ongeveer een half uur. Resultaten De foto’s worden meegegeven naar de operatiezaal zodat je gynaecoloog ze kan bekijken vóór de operatie. Waar meld je je aan voor het onderzoek? Het onderzoek vindt plaats op de afdeling nucleaire geneeskunde. Op de dag van het onderzoek meld je je aan in de centrale inkomhal van het ziekenhuis. Breng je SIS-kaart en de aanvraag voor het onderzoek mee. Vervolgens schrijf je je in aan één van de loketten in de inkomhal, waar je kleefvignetten krijgt. Na de inschrijving kom je naar onze dienst. Volg hierbij de wegwijzers ‘Raadpleging’ en neem dan de lift of trap naar de kelderverdieping -1. Op de dienst nucleaire geneeskunde meld je je aan bij het secretariaat. Daarna kan je plaatsnemen in wachtzaal nummer 906. Richtlijnen vóór het onderzoek Vóór het uitvoeren van nucleair-geneeskundige onderzoeken wordt een kleine hoeveelheid licht radioactieve stof toegediend. Uiteraard worden hierbij steeds alle nodige maatregelen genomen in verband met veiligheid en stralingsbescherming. De hoeveelheid straling die je lichaam ontvangt is zeer gering en is ongeveer dezelfde als bij een radiologisch onderzoek met X-stralen (radiografie of CT-scan). Indien je zwanger bent of mogelijk zwanger bent, verwittig dan de arts en/of de medewerkers vóór je een radioactieve stof krijgt toegediend. Eten en drinken mogen voor en na de toediening van de radioactieve stof, tenzij je uitdrukkelijk gevraagd werd om nuchter te blijven, zoals in het bijzonder bij hartonderzoeken. Om veiligheidsredenen vragen we aan begeleiders of familie van patiënten om in de wachtzaal te blijven. Wachttijden Binnen de afdeling wordt de wachttijd nauwlettend in de gaten gehouden. Dit kan echter niet voorkomen dat deze wachttijd soms langer is dan verwacht, omdat bij sommige patiënten bijkomende onderzoeken nodig zijn. Wij vragen hiervoor begrip.
6
Borstoperaties
Richtlijnen na het onderzoek Na het onderzoek blijft de gebruikte, licht radioactieve stof in snel afnemende mate nog gedurende enkele uren aanwezig in je lichaam, waarbij je een kleine hoeveelheid straling uitzendt. Hoewel deze straling miniem is, vragen we je om enkele eenvoudige richtlijnen te volgen, om de mensen in je omgeving niet onnodig bloot te stellen aan straling. De dag van het onderzoek beperk je zoveel mogelijk nauw contact met kleine kinderen (<1 jaar). Probeer rechtstreeks contact met urine, stoelgang, braaksel en bloed te vermijden. Om dit soort vlekken te reinigen gebruik je best wegwerphandschoenen. Als er toch rechtstreeks contact is geweest, zorg dan voor een goede handhygiëne. Spoel het toilet na gebruik 2x door. Voor verdere vragen omtrent dit onderzoek kan je de afdeling nucleaire geneeskunde elke werkdag (08u00 tot 17u00) bereiken op het nummer 011 30 98 32.
3.2. Kinesitherapie na een okseluitruiming of sentinelprocedure Mobiliteit van de schouder Enkele dagen na de ingreep is kinesitherapie aangewezen om de schouder zo snel mogelijk zijn normale beweeglijkheid terug te bezorgen. Ten gevolge van de ingreep is er een onderbreking van de huidzenuwen wat kan leiden tot een “slapend, tintelend” gevoel. Dit verdwijnt meestal na enkele weken, maar sommige patiënten houden blijvend (on)gevoelige plekjes op de huid van hun arm. Dit is niet bevorderlijk voor de beweeglijkheid van de schouder. Door de operatie kan de beweeglijkheid van de schouder verminderd zijn. Armoefeningen kunnen het herstel van die beweeglijkheid bevorderen. Oefeningen activeren tevens het spierpompmechanisme en zullen dus meehelpen een goede circulatie in je arm te verkrijgen. Binnen ons ziekenhuis starten we vanaf dag twee, na de operatie met deze oefeningen. De bedoeling van deze oefeningen is om de mobiliteit in je schoudergewricht optimaal te houden. Je hoeft niet bang te zijn dat door deze oefeningen de wonde opengaat of de hechtingen zullen loslaten. Zolang de wonddrain nog aanwezig is, is het verstandig om alleen de aangeleerde oefeningen te doen en is het beter om verschillende keren licht te
7
oefenen dan één keer lang of intensief. (nl. 3x/dag, 10 herhalingen) Belangrijk om in het achterhoofd te houden is dat het uitvoeren van deze oefeningen spijtig genoeg niet bijdraagt tot het tegengaan van lymfoedeem. Wanneer je merkt dat je vocht ophoudt, een zwaar en/of tintelend gevoel in de arm krijgt, een gevoel van niet herkennen van je eigen arm… is het belangrijk contact te nemen met je behandelende arts.
8
Borstoperaties
Oefeningen Dag 2 na de operatie: Uitgangshouding: Zittend op een stoel of recht in het bed, vingers gekruist.
1. Beide armen gestrekt boven het hoofd heffen.
2. Beide armen op schouderhoogte brengen
en ellebogen van links naar rechts bewegen.
3. Met beide armen grote cirkels maken, naar links en daarna naar rechts.
+
9
Dag 3 na de operatie: Uitgangshouding: Rechtstaand, stok aan de uiteinden vasthouden.
1. Met beide handen de stok boven het hoofd heffen
en laten zakken tot in de hals.
2. De stok achter de rug nemen, rechterhand bovenaan, linkerhand onderaan, op die manier de stok op en neer bewegen.
3. Hetzelfde als de 2 de oefening, maar de handen aan de uiteinden wisselen. Linkerhand bovenaan en rechterhand onderaan.
10
Borstoperaties
Voor alle oefeningen is het volgende van belang Probeer deze oefeningen dagelijks 3 keer uit te voeren, vijf tot tien keer na elkaar. Zorg er wel voor dat je geen pijn hebt. Een ‘rekgevoel’ bij de oefeningen is geen probleem, maar voorkom dat dit pijnlijk wordt. Voer de oefening langzaam uit, terwijl je rustig blijft door ademen. Let op een goede uitgangshouding: goed rechtop zitten of staan, geen afhangende schouders, doe de oefeningen voor de spiegel. Let op dat je tijdens de oefeningen niet gaat ‘veren’. Ook na afloop mag je geen pijn ondervinden. Is dit wel het geval, oefen dan de volgende keer minder intensief. Heb je thuis problemen met het oefenen of is de beweeglijkheid nog niet hersteld na zes weken, vraag je huisarts of specialist een verwijzing naar een kinesitherapeut.
Tips voor na de operatie Laat bij het stappen steeds je arm los naast je lichaam hangen en meebewegen. In rust in de zetel of het bed leg je best een kussen onder je elleboog zodat je arm ‘open en ontspannen’ ligt. Voor verdere informatie mag je altijd contact met ons opnemen
11
4. Lymfoedeempreventie Na een borstoperatie is er ook een verhoogd risico op lymfoedeem (dikke arm) omdat een deel van de lymfevaten van de borst onderbroken zijn. Vanuit de weefsels worden eiwitten weggevoerd via het lymfesysteem. Bij falen van dit systeem blijven de eiwitten vastzitten in de weefsels en trekken vocht aan met een zwelling tot gevolg. Deze zwelling van de arm kan onmiddellijk na de operatie optreden of maanden en zelfs jaren nadien. Het risico op lymfoedeem kan sterk verminderd worden als je volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt. Negeer in geen geval elke zwelling in de getroffen arm, hand, vingers, nek of borststreek.
4.1. Basisadviezen ter voorkoming van infecties voorkom wondjes en huidbeschadigingen draag handschoenen bij vuil huishoudelijk en tuinwerk gebruik een vingerhoed bij het naaien krab puistjes of insectenbeten niet open gebruik bij het ontharen een ontharingscrème, hars of een ontharingsapparaat in plaats van een mesje of scheerapparaat houd de huid soepel met een verzorgende crème om kloven en kapotte nagelriemen te voorkomen zorg voor een goede nagelverzorging en gebruik een vijltje in plaats van een schaartje of nagelknipper voorkom brandwonden laat bloed afnemen, injectie geven of een infuus aanleggen aan de niet-geopereerde arm Ontsmet wondjes onmiddellijk met een desinfecterend middel, bv. jodiumop-
12
Hoofdstukvermelding
lossing. Raadpleeg een arts bij de geringste tekenen van infectie (dik, rood, pijn en warm). Ook bij kneuzingen en verstuikingen van de geopereerde arm neem je best contact op met uw arts. Beweeg pols en elleboog. Gebruik de spierpomp om het lymfestelsel te stimuleren.
4.2. Voorkom overbelasting van het lymfesysteem voorkom langdurig gefixeerde buiging van de elleboog; af en toe bewegen stimuleert de lymfeafvoer houd je gewicht in de gaten, overgewicht heeft een nadelige invloed til niet te zwaar Spieractiviteit stimuleert de aanvoer van lymfe. Daarom is het belangrijk dat de aangedane arm zoveel mogelijk wordt ontzien. Beweging is goed, maar mag niet leiden tot vermoeidheid/pijn in de arm/schouder of zwelling van de hand/arm. • zoek een evenwicht tussen inspanning en rust • sport niet te intensief; normaal bewegen en licht sporten (bv. fietsen, wandelen, zwemmen) is prima maar met mate • vermijd intensieve lichamelijke arbeid • las regelmatig pauzes van een half uur in tijdens werkzaamheden zoals strijken, stofzuigen, poetsen,…
4.3. Wees voorzichtig met warmte vermijd/beperk zonnebaden en sauna voorkom zonnebrand en zonneslag wees voorzichtig met stoom (bv. aardappelen afgieten) voorkom extreme koude en vooral extreme warmte (baden, douchen, zonnebaden, sauna of heet afwaswater)
4.4. Vermijd druk op de arm en schouder draag de schoudertas aan de niet-geopereerde arm draag geen knellende kleding, sieraden, … kies een goede borstprothese (niet te zwaar) draag een goed zittende beha met een brede elastische onderrand en brede schou-
13
derbanden (5-7 cm). Er bestaan ook losse schouderstukjes om de druk van smalle schouderbandjes te verminderen. leg zoveel mogelijk een kussen onder de arm en hand als je zit of ligt draag tijdens een vliegreis een steunmouw laat de bloeddruk steeds nemen aan de niet geopereerde zijde
4.5. Let op tekens die kunnen wijzen op het ontstaan van lymfoedeem • zwelling van de hand, pols en/of volledige arm • de arm voelt gespannen en/of zwaar aan • pijn(scheuten) in de arm, elleboog en/of schouder • roodheid wijst meestal op een infectie
4.6. Behandeling Manuele lymfedrainage Dit is een zachte massage waarbij een speciaal opgeleide therapeut met bepaalde handgrepen de afvoer van het lymfevocht probeert te verbeteren Compressietherapie Bij deze behandelingsmethode wordt met een verband of een apparaat druk op het lymfoedeem in de arm uitgeoefend. Hierdoor wordt het overtollige lymfevocht afgevoerd. Elastisch drukverband of elastische kous Tussen de behandelingen is het dragen van een elastisch drukverband of elastische kous nodig om het resultaat te bewaren. Deze kous wordt best op maat gemaakt en aangemeten door de therapeut of een bandagist. Bewegings- en ademhalingsoefeningen Aanvullend op bovenstaande behandelingen leert de kinesitherapeut je een aantal bewegings- en ademhalingsoefeningen aan. Deze oefeningen moeten dagelijks uitgevoerd worden en hebben een gunstige invloed op de lymfeafvoer en beweeglijkheid van de arm en schouder.
14
Borstoperaties
Microchirurgie of shunt-operatie Bij deze behandeling worden operatief nieuwe verbindingen gemaakt tussen beschadigde lymfevaten en gezonde bloed- en/of lymfevaten. Lijst geregistreerde voddertherapeuten: www.mldv.org
15
5. De afdeling gynaecologische heelkunde, welkom op B3 5.1. Voorstelling van de dienst De afdeling B3 bevindt zich in de B-vleugel op de 3e verdieping van campus Virga Jesse. B3 is een gemengde afdeling: heelkunde / inwendige. Naast de gynaecologische patiënten worden er ook patiënten gehospitaliseerd van de specialismen nefrologie en infectieziekten / immuniteit. Onze afdeling telt 33 bedden, verdeeld over 10 tweepersoonskamers en 13 éénpersoonskamers. Het verpleegkundig team Het verpleegkundig team bestaat uit 23 verpleegkundigen en 2 borstverpleegkundigen, onder leiding van Renilde Cox, hoofdverpleegkundige. Omdat het ziekenhuis 24 uur per dag zorg verleent, wisselen de verpleegkundigen elkaar in 3 diensten af. Per dienst krijg je als patiënt een verpleegkundige toegewezen en wordt er naar gestreefd je zoveel mogelijk door deze verpleegkundige te laten verplegen. De verantwoordelijke verpleegkundige kan jouw en je familie dan ook het beste antwoord geven op je vragen. De opname Op de dag van opname word je door een personeelslid van het onthaal naar de afdeling gebracht, waar de verantwoordelijke verpleegkundige je onthaalt, uitleg geeft over de kamer en het opnamegesprek met je voert. Gelieve naast nachtkledij en wasgerief ook je thuismedicatie en bloedgroepkaart mee te brengen. Als je, om welke reden dan ook, de afdeling verlaat, vragen we je vriendelijk dit steeds vooraf te laten weten aan de verpleegkundigen. Vanaf de 2e dag na er operatie kan je de kinesitherapeut verwachten. Bezoekuren Tijdens de dag van de operatie wordt doorlopend bezoek toegelaten. Op andere dagen gelden de volgende bezoekuren: Voor een éénpersoonskamer: dagelijks van 09u00 tot 20u00 Voor een tweepersoonskamer: dagelijks van 14u00 tot 20u00 In bijzondere omstandigheden kan de hoofdverpleegkundige hierop uitzonderingen toestaan.
16
Borstoperaties
Nuttige informatie medische attesten Als je medische attesten nodig hebt voor werk, school, verzekering,… kan je dit vragen aan de verantwoordelijke verpleegkundige tijdens het opnamegesprek. We bezorgen je deze formulieren zo snel mogelijk en ten laatste op de dag van het ontslag. Eénpersoonskamer Als je wenst te verblijven in een éénpersoonskamer kan je dit vooraf melden aan de opnamedienst. We houden rekening met je vraag maar kunnen niet garanderen dat er op het moment van je opname een éénpersoonskamer beschikbaar is. Aan opname op een éénpersoonskamer zijn hogere kosten verbonden. Meer info hierover krijg je bij opname van de medewekers van de opnamedienst. Ontslag Tijdens het verblijf op de afdeling komt dagelijks een arts bij je langs. Deze geeft aan wanneer je naar huis kan. Vraag tijdig alle informatie/vragen die je hebt, het kan helpen deze voor het gesprek ergens te noteren. Bij ontslag krijg je van je arts alle nodige documenten mee naar huis (voorschriften, controle-afspraak,…) Contactgegevens Je kan de afdeling B3 dag en nacht bereiken op het rechtstreekse telefoonnummer 011 30 92 30. Overige contactgegevens van de afdeling vind je in de Wie is Wie in de bundel algemene informatie.
17
6. Verder leven na een borstoperatie Wanneer je te horen krijgt dat je borstkanker hebt, word je niet alleen geconfronteerd met een lichamelijk genezingsproces. Ook emotioneel krijg je veel te verwerken. Het is normaal dat je je afvraagt waarom dit nu juist jou moet overkomen. Veel vrouwen en mannen zoeken hierop een antwoord in hun levenswijze of in vroegere gebeurtenissen. Misschien komen er schuldgevoelens naar boven. Wat ook je gedachten en gevoelens hierover zijn, spreek ze uit. Ze mogen er zijn en horen er bij. Dit is belangrijk in het emotionele verwerkingsproces van de ziekte. Het kan een onmogelijke opdracht lijken om het verlies van je borst te aanvaarden. Wanneer je durft te rouwen, zal je langzaam wennen aan je nieuwe spiegelbeeld en weer van je lichaam gaan houden. Een borstprothese of - indien mogelijk - een borstreconstructie kan je zelfvertrouwen naar de buitenwereld toe vergroten. Omdat je tijd nodig hebt om je nieuwe zelfbeeld te aanvaarden, kan het zijn dat je seksuele activiteit tijdelijk vermindert. Je bent moe, kwetsbaar en je hebt je energie nodig hebben om je aan je nieuwe levenssituatie aan te passen. Praat met je partner over je onzekerheden en angsten. Het kan een enorme opluchting zijn om dit samen te verwerken. De ingreep kan gevolgen hebben op je werksituatie en op de huishoudelijke taken thuis. Probeer hiervoor een oplossing te zoeken en weeg af wat je wel of niet aankan. Ook het contact met familie, buren en vrienden is belangrijk. Door je openhartigheid kan je hen ertoe aanmoedigen om over je ziekte te praten en om je gevoelens met hen te delen. Anderzijds is het mogelijk dat je niet de behoefte hebt om over je ziekte te praten of verhalen van anderen te aanhoren. Voor je omgeving is het niet altijd vanzelfsprekend om te weten waar jij wel of geen behoefte aan hebt. Best geef je zelf aan of je wel of niet over je situatie wil praten. Weet dat je met je ziekte nooit alleen staat. Wil je graag met een professionele hulpverlener praten over psychische en emotionele problemen tijdens het verwerkingsproces van je ziekte? Neem dan gerust contact op met onze borstpsychologe. Haar contactgegevens vind je in de bundel ‘Algemene informatie’ onder ‘Wie is Wie’.
18
Borstoperaties
Nota’s Op deze pagina’s kan je alle vragen die je wil stellen noteren of persoonlijke nota’s maken. .............................................................................................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................................................................................. ..............................................................................................................................................................................................................................................
19
vzw Jessa Ziekenhuis Salvatorstraat 20 3500 Hasselt
[email protected] www.jessazh.be
Chemotherapie