1
Sittard
Zuid in de
Lift Herstructurering van vier centraal gelegen prachtlocaties
2
3
‘Sittard-Zuid in de lift -
Herstructurering van vier centraal gelegen prachtlocaties’
Ambitiedocument TASs is een co-productie van: Gemeente Sittard-Geleen Woonmaatschappij ZO Wonen Provincie Limburg Klankbordgroep
December 2008
4
“Ik vind het
jammer dat ze Sanderbout te lang links hebben
laten liggen. Ik begrijp het wel. Het zijn mijnwerkershuizen,
goedkope woningen.
Mensen die niks hebben, komen vanzelf in
Sanderbout terecht.
Wij zeggen vaker: wat ons betreft mogen ze
afbreken, echt. En er dan betere woningen neerzetten voor de helft
mensen die zich hier voor vast
nestelen”*
* Citaat uit , ‘Sanderbout, beleving van een Sittardse volkswijk, Sittard-Geleen 2006’;
pagina 18.
VOORWOORD 5 Thienbunder, Achtbunder, Sanderbout en de locatie van het voormalige Slachthuis en omgeving. Vier bijzondere plekken vol potentieel in Sittard-Zuid, waar we graag een prachtgebied van maken. We, dat zijn Gemeente Sittard-Geleen, ZO Wonen en Provincie Limburg. Sinds begin van dit jaar hebben we samengewerkt aan het vaststellen van onze ambitie voor het gebied Thienbunder, Achtbunder, Sanderbout en de voormalige Slachthuislocatie en omgeving. Het resultaat is voorliggend ambitiedocument, waarin u alles leest over dit plangebied dat we TASs noemen. Voordat we onze gezamenlijke ambities hebben vastgesteld, hebben we een klankbordgroep gevraagd naar haar mening en suggesties. Vertegenwoordigers van wijkplatform Sanderbout, wijkplatform Ophoven, visiegroep Sanderbout, de huurdersbelangenvereniging, Partners in Welzijn en de politie hebben hierin een onmisbare bijdrage geleverd. Ook bij de uitwerking van onze plannen houden wij bewoners en andere belanghebbenden natuurlijk op de hoogte. U leest het in dit document. Wij hebben hoog ingezet, de ambitie zoals verwoord in dit document is maximaal. Deze ambitie vormt de basis voor communicatie met bewoners en ondernemers in genoemde wijken en andere belanghebbenden. Binnenkort gaan we hen betrekken bij onze ambitie en plannen. We hopen dat zij net zo enthousiast raken als wij. Het plan zou hierdoor op onderdelen kunnen wijzigen. Bestuurlijke vaststelling volgt daarna om vervolgens ook formeel vastgelegd te worden in een overeenkomst tussen Gemeente Sittard-Geleen, ZO Wonen en Provincie Limburg. De ambitie vormt dus de basis voor concrete veranderingen op sociaal en ruimtelijk gebied. Laten we aan de slag gaan! December 2008
6
INHOUDSOPGAVE 7
Voorwoord
5
Deel I - Motief en ambitie
8
1
Motief
10
1.1
Inleiding
10
1.2
Sociaal motief
10
1.3
Ruimtelijk motief
10
1.4
Relevante ontwikkelingen in de omgeving
14
2
De ambities
16
2.1
Inleiding
16
2.2
Sociale ambitie - Op eigen kracht vooruit
16
2.2.1
Dit bieden we de bewoners en de buurt
16
2.3
Ruimtelijke ambitie
19
2.3.1
De stedenbouwkundige structuur verbeteren
20
2.3.2
Duurzaamheid en energie
22
2.4
Communicatie en participatie
26
Deel II - Programma en uitvoering
28
1
Sociaal programma
30
2
Ruimtelijk programma
38
2.1
Deelgebieden
38
2.2
Ontwikkelingen in de omgeving
42
3
Uitvoering
44
3.1
Fasering
44
3.2
Organisatie
44
Basisdocumenten
47
Samenwerking van
49
Bijlagen
53
8
9
DEEL I
MOTIEF
&
AMBITIE
1 MOTIEF 10
1.1 Inleiding De ambitie omvat de herstructurering voor plangebied TASs met zowel een sociaal als een fysiek programma, waarbij omvangrijk geïnvesteerd wordt in mensen, woningen, voorzieningen en infrastructuur. De plannen zijn tot stand gekomen door de wens de buurten te verbeteren en de bewoners een beter perspectief te bieden. In deel 1 van dit ambitiedocument beschrijven we het sociaal en ruimtelijk motief, leest u achtergronden van de drie buurten en de aanleiding voor herstructurering. In deel 2 staat hoe we onze ambitie vormgeven in een uitvoerend programma. U ziet hier in detail wat we gaan doen. De ambitie is opgesteld vanuit de gedachte de sterke en bestaande kwaliteiten te behouden en de zwakke punten te verbeteren of te laten verdwijnen. Juist de bestaande kwaliteiten maken de herstructurering TASs heel kansrijk. Met een gerichte sociale en ruimtelijke interventie kunnen we de potentie in de vier buurten gezamenlijk versterken. 1.2 Sociaal motief De wijk Sanderbout is van oorsprong opgezet als een mijnwerkerskolonie. Achtbunder is een buurt in Sanderbout. Thienbunder valt onder de CBS-buurt Ophoven. De beschrijving van het sociale klimaat in de wijk Sanderbout is ook representatief voor Thienbunder.
Inkomenspositie Het inkomens- en opleidingsniveau zijn lager dan het gemiddelde in de hele stad. Van de bewoners van Sanderbout behoort 50% tot de werkzame beroepsbevolking. Het gemiddelde van Sittard-Geleen is 65%. Het aantal WW-uitkeringen ligt in Sanderbout hoger dan gemiddeld in de stad. In 2004 stond Sanderbout op de achtste plaats van een landelijke lijst met wijken met de grootste armoede. Sociaal klimaat Van de bewoners zegt 40% zich thuis te voelen bij de mensen in de wijk. Het gemeentelijk gemiddelde is 54%. Van de mensen in de buurt vindt 45% dat ze op een prettige manier met elkaar omgaan. Het gemiddelde van de gemeente is 62%. Sanderbout scoort hoger dan gemiddeld als het gaat om geluidsoverlast en overlast van buren. Ook overlast van jongeren scoort hoog. In 2006 stond de wijk landelijk op de 26-ste plaats wat betreft de slechte leefsituatie van kinderen. Positief is dat maar liefst 73% van de bewoners zich medeverantwoordelijk voelt voor de leefbaarheid in de buurt. Dat blijkt wel uit het feit dat 79% van de bewoners actief is als vrijwilliger in het sterke verenigingsleven in de wijk. Deze liefde voor de buurt en het saamhorigheidsgevoel bieden kansen voor Sanderbout.
Woningvoorraad De woningen zijn grotendeels vooroorlogs of vroeg na-oorlogs. Het woningaanbod bestaat voor 75% uit sociale huurwoningen, 96% van de bewoners woont in een eengezinswoning, slechts 1% woont in een seniorenwoning.
In 2006 heeft de gemeente samen met onderzoeksbureau ‘Spark result’ wijkanalyses uitgevoerd, die een uitgebreider inzicht geven in de sociaal maatschappelijke situatie in de wijk. Voor nadere gegevens kunt u de wijkanalyse Sanderbout raadplegen. In 2006 verrichtte Partners in Welzijn in opdracht van gemeente en ZO Wonen een deskresearch in de wijk Thienbunder. In 2007 gebeurde dat ook in Achtbunder. Ook dit onderzoek kunt u raadplegen voor verdere wijkgegevens.
Bevolkingssamenstelling In de bevolkingsopbouw valt op dat in Sanderbout meer gezinnen met kinderen wonen dan gemiddeld in de gemeente. Ook wonen in Sanderbout meer niet-westerse en westerse allochtonen dan gemiddeld in Sittard-Geleen.
Veiligheid Bijna de helft van de bewoners van Sanderbout voelt zich wel eens onveilig, tegen gemiddeld 35% in de hele stad. Van de bewoners die zich wel eens onveilig voelen, voelt 12% dit vaak en geeft 43% aan bepaalde plekken in de wijk te mijden.
In Achtbunder wonen naar verhouding veel autochtone ‘Sanderboutenaren’ tussen de circa 55 en 65 jaar, met een sterke wijkbinding. Er wonen ook relatief veel Marokkaanse gezinnen, die vooral binnen de eigen gemeenschap contacten onderhouden.
1.3 Ruimtelijk motief Thienbunder, Achtbunder en Sanderbout liggen in het zuidwesten van Sittard. De van oorsprong als mijnkolonies opgerichte buurten hebben door de fusie tussen de gemeenten Sittard,
11
afbeelding1: Plangebied
Ophoven ligt ten oosten van de spoorlijn richting Heerlen en voor een groot deel eveneens oostelijk van de Rijksweg. Volgens de CBS indeling is Thienbunder een buurt die deel uitmaakt van de wijk Ophoven. Op dit moment zijn er nauwelijks relaties tussen Sanderbout, Achtbunder en Thienbunder enerzijds en Ophoven anderzijds. De doorsnijding van de Rijksweg is hier mede debet aan. In de ambitie wordt relatie met de wijk Ophoven gezocht door voorzieningen (school, gemeenschapshuis, winkelcentrum) een bovenwijkse functie te geven en dus met meerdere wijken te delen. De voormalige Slachthuislocatie en omgeving is hiervoor uitermate geschikt, omdat deze plek centraal is gelegen tussen de wijken Sanderbout en Ophoven.
1 MOTIEF 12
Tabel buurtgegevens
ONDERWERP
WIJKDEEL
GEGEVENS
AANTAL HUISHOUDENS
Sanderbout en Achtbunderl
920
Thienbunder
186 reeds verhuisd (126 wo leeg, 60 wo gesloopt) 46 zittende huishoudens 2020 inwoners 980 mannen 1040 vrouwen 14% 0-15 jaar 13% 15-25 jaar 23% 25-45 jaar 17% 65 jaar en ouder
AANTAL INWONERS
Sanderbout en Achtbunder
GEMIDDELD INKOMEN PER INWONER
Sanderbout en Achtbunder
9.700 euro (t.o.v. 12.100 euro voor Sittard-Geleen)
AANTAL INBURGERINGSPLICHTIGEN
Sanderbout Achtbunder Thienbunder Totaal
7 13 6 26
AANTAL WWB UITKERINGEN
Thienbunder Sanderbout en Achtbunder
31 huishoudens 130 huishoudens (+/- 14% terwijl gemiddelde van Sittard-Geleen +/6% is)
DRUGSOVERLAST komt vaak voor
Sanderbout en Achtbunder Sittard-Geleen
12,4%* 4,4%
OVERLAST JONGEREN komt vaak voor
Sanderbout Sittard-Geleen
30,6%* 9,5%
WONINGVOORRAAD
Sanderbout en Achtbunder
Koop = 210 Huur = 738 Totaal = 948 woningen
KWALITEIT WOONOMGEVING
VERLOEDERING
Sanderbout en Achtbunder
2005= score 6,24 2007= score 6,34 (toegenomen)
Sittard-Geleen
2007= score 7,37
Sanderbout en Achtbunder
2005= score 5,60 2007= score 6,75 (toegenomen)
Sittard-Geleen
2007= score 3,66
* gebaseerd op 2007 De vermelde gegevens hebben overwegend betrekking op Sanderbout en Achtbunder omdat in Thienbunder al veel huishoudens verhuisd zijn en het dus moeilijk is om voor deze buurt de juiste gegevens weer te geven.
13 Geleen en Born in 2001 een centraal gelegen positie gekregen. Hiermee zijn het niet langer kansarme wijken aan de rand van de gemeente maar kansrijke wijken, centraal gelegen binnen het stedelijk weefsel van de nieuwe, grote gemeente. De plek waar vroeger het slachthuis lag, is nu een braakliggende ontwikkellocatie. Het slachthuis dateerde uit 1944. Voordat het startte, is het terrein in gebruik geweest voor de opslag van zwaar materieel van de Amerikaanse strijdkrachten. In 1947 zijn de slachtactiviteiten begonnen. In 2003 heeft de gemeente Sittard-Geleen het voormalige bedrijf opgekocht en inmiddels is het gesloopt. Het terrein maakt deel uit van een groter geheel. Aangrenzend aan de Slachthuislocatie liggen kleinschalige bedrijven en in de noordelijke punt van het gebied stond het Hulpcentrum voor Wilde Dieren. Dit ontwikkelgebied, Slachthuislocatie en omgeving, duiden we aan met SEO (zie afbeelding 1). Samen met SEO vormen de buurten Thienbunder, Achtbunder en Sanderbout het plangebied TASs (zie afbeelding 1). In het plangebied bezit ZO Wonen een groot aantal sterk verouderde huurwoningen. Woningen die zowel bouwtechnisch als woontechnisch niet meer voldoen aan de eisen van deze tijd. Thienbunder (232 sociale huurwoningen ZO Wonen) Eind maart 2007 nam ZO Wonen het formele sloopbesluit voor 232 eengezinswoningen in de buurt Thienbunder. Inmiddels heeft het grootste gedeelte van de bewoners al een andere woning gevonden en is de sloop van de leegstaande woonblokken gestart. Dwarswoningen Achtbunder (valt onder CBS-wijk Sanderbout) (123 sociale huurwoningen ZO Wonen) Technische staat De woningen zijn sterk verouderd. Ook het interieur van de woningen is sterk verouderd en vraagt om vervanging. Er is veelvuldig sprake van vochtproblematiek, onder meer door de beperkte ventilatiemogelijkheden. Veel vloeren zijn slecht, maar moeilijk te repareren vanwege de in de vloeren verwerkte elektradozen. Verder zijn er veel problemen met de riolering. De kozijnen zijn in kunststof uitgevoerd. Alleen de voor- en achterdeur zijn nog van hout. In afwachting van herstructurering en het wijkontwikkelingsplan zijn aan de daken van alle woningen in 2004 noodreparaties verricht en van 12 woningen zijn de daken zelfs geheel vervangen. Deze werkzaamheden waren gericht op het voorko-
men van instorting. Woonkwaliteit Het in 1952 gerealiseerde complex bestaat uit zeer kleine eengezinswoningen, met twee redelijke slaapkamers en één klein hokje. Veel woningen hebben een kleine aanbouw om de woonkamer te vergroten. De woningen zijn erg gehorig. Door het systeem van moederhaarden lijken sommige woningen wel ‘chemische installaties’ met grote hoeveelheden buizen dwars door de woningen. Er zijn ook woningen waar de cv-ketel in de kelder is geplaatst. Woonomgeving De stedenbouwkundige opzet van de buurt is slecht. Lange rijen parallel aan de straten gelegen woningen, met daartussen de dwarswoningen. In de smalle straten staan veel auto’s geparkeerd. In samenwerking met de gemeente is het brandpad achter één straat tien jaar geleden geheel gerenoveerd. De overige brandpaden verkeren in slechte staat. De buurt heeft ook te kampen met sociaal maatschappelijke problemen. Langswoningen Achtbunder (valt onder CBS-wijk Sanderbout) (110 sociale huurwoningen ZO Wonen) Technische staat De technische kwaliteit van deze woningen is redelijk tot goed. Zo’n 20 jaar geleden zijn deze oorspronkelijke noodwoningen voorzien van een nieuwe gevel. De dakpannen zijn vernieuwd en de houten kozijnen zijn vervangen door kunststof kozijnen. De betonnen bergingen moeten gerenoveerd worden. Woonkwaliteit De woonkwaliteit van deze woningen is redelijk. De woningen zijn niet heel ruim bemeten, maar dat hebben veel bewoners opgelost door een aanbouw te plaatsen. De drie slaapkamers hebben redelijke afmetingen. Sanderbout (102 sociale huurwoningen ZO Wonen) Technische staat Het complex is sterk verouderd. De schoorstenen, kozijnen en daken zijn aan vervanging toe. Voorts is sprake van vochtklachten in de keuken, het toilet, de badkamer en de kelder. Het binnenklimaat is vanwege vochtproblematiek en gebrek aan ventilatie slecht. Veel klachten zijn er verder over de riolering en rattenoverlast.
1 MOTIEF 14 Woonkwaliteit Het in 1928 gebouwde complex bestaat uit heel kleine eengezinswoningen in twee types; met twee of drie slaapkamers. Een groot deel van de woningen is door opeenvolgende bewoners van een aanbouw voorzien om een ruimere woonkamer te verkrijgen. De slaapkamers zijn zo klein dat een tweepersoonsbed maar op één manier past en nog maar van één lange zijde toegankelijk is. Voor veel van de huidige bewoners is de beperkte omvang van de woning geen probleem, voor potentiële bewoners blijkt de grootte van de woning wel een bezwaar. Verder zijn de woningen gehorig. Woonomgeving De Resedastraat en de Irisstraat zijn smalle straten met veel blik op straat en woningen zonder voortuinen. Deze straten hebben daardoor een grauwe uitstraling. De uitstraling van de Leliestraat is duidelijk beter, met name door het tegenoverliggend grasveldje. De wijk Sanderbout is een kanswijk, die gekenmerkt wordt door forse sociaal-maatschappelijke problemen. De wijk ligt net als Achtbunder en Thienbunder ingeklemd tussen twee spoorlijnen en de Rijksweg en heeft een slechte ontsluiting. Voorzieningen in plangebied TASs Het plangebied is wat betreft winkels slecht zelfvoorzienend. Voor de dagelijkse boodschappen is er weliswaar een kleine supermarkt (C1000), een wijkwinkelcentrum is er echter niet. Hiervoor zijn de bewoners aangewezen op de stadscentra van Sittard en Geleen of de winkels aan de Brugstraat in Sittard. Er zijn daarnaast een aantal maatschappelijke voorzieningen in de wijk; een voetbalveld, gemeenschapshuis (het Barbarazaaltje), een inlooppunt, de speeltuin van Thienbunder en andere speelplekken. 1.4 Relevante ontwikkelingen in de omgeving In de omgeving van TASs spelen ook een aantal belangrijke ruimtelijke ontwikkelingen die van invloed (kunnen) zijn op de wijk. De ruimtelijke dynamiek wordt gekenmerkt door in ontwikkeling zijnde projecten zoals het Orbis Medical Parc (OMP), de Rijkswegboulevard, het Gezondheidsplein en nieuwbouwwijk De Haese deelplan C. Daarbij zit de planontwikkeling rondom de wijkvernieuwing van TASs in een opstartfase en is Bedrijvenstad Fortuna volop in uitvoering.
Van een andere orde zijn de demografische ontwikkelingen in de regio en de veranderende vraag die ontstaat op de woningmarkt. Dit is beschreven in de ‘Woonmilieuvisie Westelijke Mijnstreek’. Met name krimp en vergrijzing hebben grote gevolgen voor de veranderende vraag op de woningmarkt. De conclusie is dat het nodig is een verschuiving aan te brengen in de woningtypen en de dichtheid van bebouwing, zoals deze nu in de wijken Sanderbout, Achtbunder en Thienbunder bestaan (zie nevenstaand kader). De woonmilieuvisie laat een streefbeeld zien voor TASs dat gebaseerd is op onder andere ontdichten en differentiëren (lage en hogere huur/koop). Hierin liggen een aantal ontwikkelkansen, zoals het aantrekken van verschillende leefstijlen door differentiatie, het creëren van een stedelijk woonmilie met ruimte voor groen, realiseren van nultredenwoningen voor de (toekomstige) ouderen. Kortom, redenen genoeg om te constateren: Sanderbout, Achtbunder en Thienbunder zijn toe aan een stevige ontwikkeling die bijdraagt aan een beter perspectief voor bewoners en de buurt.
15 Woonmilieuvisie Westelijke Mijnstreek In de Woonmilieuvisie Westelijke Mijnstreek wordt de strategische visie voor het woonbeleid voor de periode tot aan de jaren 2020/2030 geformuleerd. Per woonmilieu is een richtinggevend kader geschetst. Een aantal ontwikkelingen hebben consequenties voor de woonopgave in zijn algemeenheid. Deze ontwikkelingen zijn: • •
demografische ontwikkeling, waaronder afname van bevolkingsomvang met ca. 10% gestage economische groei
De combinatie van deze ontwikkelingen vergt een aanpassing van woonmilieus, meer concentratie van voorzieningen en een ommezwaai van kwantiteit naar kwaliteit binnen herstructureringsopgaven. De Woonmilieuvisie benoemt zogenaamde `hot spots´. Dit zijn gebieden die door een transformatie een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan de gewenste toekomstige woonmilieus. Thienbunder, Achtbunder, Sanderbout zijn als hot spot aangewezen. TASs wordt in de woonmilieuvisie geschaard onder het milieu ‘stedelijk wonen.’ Dit milieu heeft overwegend het karakter van woonwijken, waarbij sprake is van een sterke oriëntatie op de stad, het straatbeeld waarin eengezinswoningen en flats voorkomen in een vrij hoge dichtheid met een vrij laag aandeel koopwoningen. Het specifieke streefbeeld 2030 voor dit milieu wordt in de visie omschreven als: in aantal eerst gelijkblijvend, afnemend na 2020, de verhouding huur/koop door sloop en verkoop in verhouding laten verschuiven richting koop tot ca. 40/60, toename van het aantal duurdere woningen en qua typologie een toename van eengezinskoopwoningen, beter geschikt voor senioren en afname van hoogbouw en portieketageflats. Daarnaast wordt er gepleit voor aandacht voor de sociale pijler vanwege de leefbaarheid in de wijken, waarbij de gezamenlijke aanpak van betrokken partijen gericht dient te zijn op het vergroten van kansen voor de individuele bewoners.
2 DE AMBITIES 16
2.1 Inleiding Het doel van de herstructurering van TASs reikt verder dan het herinrichten van een nieuwe wijk. De verbetering van de woonkwaliteit en de leefomstandigheden van bewoners gaan gelijk op. Deze goed verdeelde aandacht voor de verschillende pijlers geeft de aanpak van TASs kracht. Elders zien we vaak dat de nadruk wordt gelegd op de fysieke veranderingen die nodig zijn. En dat terwijl een integrale aanpak eigenlijk meer voor de hand liggend is, omdat de fysieke en sociale aspecten voor bewoners verweven zijn. In deze herstructureringsopgave liggen goede kansen voor een integrale aanpak, want de wijk kent een aanzienlijk aantal sociaal-maatschappelijke opgaven, waar door de herstructurering speciale aandacht voor is. Op de sociale ambities zetten we dan ook stevig in. Deze aanpak moet uitmonden in een concreet programma met financiële middelen voor de realisatie ervan. Fysieke middelen, zoals een nieuwe school of een betere woning, dragen bij aan een betere woon- en leefkwaliteit en kunnen het toekomstperspectief voor bewoners in positieve zin veranderen. Ook duurzaam en energiezuinig bouwen zal hierin een belangrijke rol spelen, in verband met stijgende energiekosten en de veranderende wooneisen. Wat dit project daarnaast bijzonder maakt, is de ligging van het plangebied te midden van verschillende ruimtelijke ontwikkelingen en de goede samenwerking tussen ZO Wonen, de gemeente, de provincie en de bewoners. De ambities zijn dan ook representatief voor onze visie op de herontwikkeling van TASs. Deze samenwerking heeft ervoor gezorgd dat de partijen volledig betrokken zijn bij het proces en er een stevige basis is om dit veelomvattende en langdurige project een goed vervolg te geven.
buurt met een totaal nieuw karakter te maken, maar willen we juist voortbouwen op de eigen kracht en identiteit van Sanderbout, van de bewoners en van de buurt. Die kracht en identiteit in Sanderbout willen we graag behouden en versterken. Het gebied heeft een bijzondere historie. Toen in 1920 de staatsmijn Maurits in Geleen werd gerealiseerd, zijn de eerste woningen in Sanderbout (toen nog Kleindorp genaamd) gebouwd. De jaren daarna groeide hier een volwaardige mijnwerkerskolonie, die is uitgebreid met Achtbunder. De mijnwerkerswoningen in Ophoven zijn uitgebreid met de kolonie Thienbunder. Na de oorlog groeide ook het voorzieningenaanbod; een basisschool en kerk werden gebouwd en er ontstonden allerlei vormen van bedrijvigheid: schoenwinkel, kruidenier, kapper, café, bakker, friture. Sanderbout, Acht- en Thienbunder kenmerkten zich door een groot gevoel van saamhorigheid en een ondernemende volkscultuur met een levendig verenigingsleven. Na de mijnsluiting en met name vanaf de jaren tachtig ging het langzaam achteruit met de leefbaarheid. Met de sociale ambitie beogen we, met name voor Sanderbout en Achtbunder, die ondernemende volksbuurt met dat grote saamhorigheidsgevoel terug te brengen in een ‘modern jasje’: de ondernemende volksbuurt anno 2010. Waar mensen bij elkaar betrokken zijn, zich verantwoordelijk voelen voor zichzelf en anderen, waar het prettig wonen en werken is. Bewoners die moeten verhuizen en niet meer terugkeren, garanderen wij begeleiding indien ze deze nodig hebben in hun nieuwe woon- en leefsituatie. 2.2.1 Dit bieden we de bewoners en de buurt
2.2 Sociale ambitie: Op eigen kracht vooruit ‘Op eigen kracht vooruit’ heeft een dieper liggende betekenis, namelijk: Eigen kracht = eigen identiteit Vooruit = meer perspectief Op eigen kracht = eigen verantwoordelijkheid De herstructurering Sanderbout, Acht- en Thienbunder is een uniek project. Het is ingebed in een brede fysiek-ruimtelijke ontwikkeling: het middengebied, het Orbis Medical Park, de Slachthuislocatie en omgeving, deelplan C De Haese en Bedrijvenstad Fortuna. Bovendien kiezen we er niet voor een
De sociale ambitie wil de bewoners een beter perspectief bieden. Dat kan een betere woning zijn, ander werk, adequate zorg of ondersteuning. ZO Wonen en de gemeente willen samen met bewoners en samen met maatschappelijke organisaties op de volgende thema’s een goed en passend aanbod realiseren: Leren en werken Sanderbout kent veel mensen zonder werk en relatief veel mensen met een laag inkomen. We streven ernaar om samen met hen de (arbeids-)participatie te vergroten. Daarnaast willen we in Sittard-Zuid een bovenwijkse brede schoolvoorziening realiseren om kinderen meer kansen te bieden.
17
Impressies van de wijk
“De
mensen zaten in de zomer altijd bij
elkaar.De achterdeuren waren
nooit gesloten en als de een niks had
kreeg hij het van de ander”*
* Citaat uit , ‘Sanderbout, beleving van een Sittardse volkswijk, Sittard-Geleen 2006’;
pagina 23.
2 DE AMBITIES afbeelding 2: Centrale sociale ambitie
18
19 Ontmoeten Mensen voelen zich prettiger in een omgeving waar ze elkaar kennen en met elkaar in contact komen. Voor de sociale samenhang en sociale controle zijn ontmoetingsmogelijkheden dan ook van groot belang. Denk hierbij aan een gemeenschapsaccommodatie, parkje, speeltuin of een zitbank. Voldoende zorg en ondersteuning In iedere wijk of buurt zijn extra kwetsbare groepen aanwezig zoals ouderen of mensen met een lichamelijke, psychische of verstandelijke beperking. Zo ook in Sanderbout, Acht- en Thienbunder. Voor deze bewoners dient een adequaat aanbod aan zorg en ondersteuning aanwezig te zijn.
als statushouders en begeleid wonen voor jongeren die uit de jeugdzorg komen. Een sociaal veilige omgeving Iedereen wil graag wonen in een buurt waar hij of zij zich veilig voelt. De veiligheidsbeleving van de inwoners vormt het vertrekpunt: de beleving van bewoners wordt zoveel mogelijk als insteek genomen om te bepalen op welk terrein de inzet van de gemeente zich dient te richten. Centrale sociale ambitie
Energiezuinig wonen Duurzaam en energiebesparend bouwen is een belangrijk uitgangspunt. Doordat de energiekosten de laatste tien jaar zijn verdubbeld (>210%) is het bestedingsvermogen van bewoners verminderd. Een gemiddeld gezin was in 1996 ca. €75,- per maand kwijt aan energiekosten. In 2006 was dit gestegen tot ruim €165,- per maand. De verwachting is dat de energieprijzen nog fors zullen stijgen. Concreet betekent dit dat het besteedbaar inkomen kleiner wordt. Gezinnen met een laag inkomen treft dit het zwaarst. De bouw van energiezuinige woningen, met name voor de lagere inkomens, is een garantie voor koopkrachtbehoud. Het geeft bewoners de mogelijkheid om beter ‘op eigen kracht vooruit’ te komen.
In afbeelding 2 ziet u de centrale sociale ambitie. Dit vormt het uitgangspunt: • Bewoners die vertrekken uit Thienbunder, Achtbunder en/ of Sanderbout krijgen daar waar nodig en gewenst begeleiding naar en in hun nieuwe woon- en leefsituatie. • We hopen dat een deel van de bewoners die verhuizen op termijn weer terugkomen. Voor hen en de nieuwe bewoners van Acht- en Thienbunder in het nieuwe woongebied, willen we een prettige woonwijk waarmee het totale gebied, Sanderbout, Acht- en Thienbunder, opgewaardeerd wordt. • Een groot deel van de bewoners in Sanderbout en mogelijk een deel in Achtbunder hoeft niet te verhuizen. Zij vormen de kern van het gebied en verdienen een prettige woon- en leefsituatie. Met een fysiek en sociaal programma investeren we daar in.
afbeelding 3: Diagram besteding maandinkomen
2.3 Ruimtelijke ambitie TASs is onderdeel van Sittard-Zuid. Sittard-Zuid kent een grote programmatische diversiteit, een bijzonder goede bereikbaarheid en een enorme ruimtelijke dynamiek. Het gebied ligt centraal en goed ingebed in het stedelijk weefsel. Daarbij heeft het gebied de potentie om grootschaligheid te koppelen aan verblijfskwaliteit waardoor er een nieuwe vorm van stedelijkheid kan ontstaan die complementair is aan de bestaande stad.
Goed wonen ZO Wonen en de gemeente streven naar een gevarieerd woningaanbod (type en prijsklasse) dat wooncarrières in de wijk mogelijk maakt. Tevens willen we zorgdragen voor voldoende kwalitatieve huisvesting voor lagere inkomens, starters, zorgbehoevenden en ouderen en voor bijzondere doelgroepen
Binnen Sittard-Zuid onderscheiden we twee hoofdstructuren die bepalend zijn voor de ontwikkeling van de diverse deelgebieden (zie afbeelding 4). De Gezondheidsboulevard is het gebied waar de Rijkswegboulevard en de Middenweg elkaar kruisen. Rondom dit kruispunt zijn er vier kwadranten te onderscheiden; het Orbis Medical Park, het gezondheidsplein, de bioscoop en de Slachthuislocatie. Het wijkcentrum wordt gevormd door het gebied waar drie lijnen vanuit Sanderbout, Ophoven en het
2 DE AMBITIES 20 Middengebied bij elkaar komen. De locatie van het voormalige Hulpcentrum voor Wilde Dieren ligt centraal tussen de omringende buurten. Ondanks de goede inbedding in het stedelijk weefsel en de goede bereikbaarheid van het gebied zijn de buurten TASs op zichzelf gericht. De wijk is redelijk gesloten en de entrees zijn niet duidelijk. Dit nodigt niet uit er doorheen te rijden als u er niet woont of hoeft te zijn. Daarnaast is de wijk dicht bebouwd: de woningdichtheid is gemiddeld veertig woningen per hectare, waardoor er weinig ruimte overblijft voor kwalitatieve openbare ruimtes en groenvoorzieningen. Door de stedenbouwkundige structuur aan te passen wordt het mogelijk om in een ruimere opzet te bouwen en kwalitatieve openbare ruimtes te creëren die een meerwaarde leveren voor de woon- en leefkwaliteit. 2.3.1 De stedenbouwkundige structuur verbeteren Plekken maken Binnen TASs is er grote behoefte aan plekken van betekenis in een samenhangende ruimtelijke structuur: een park, plein, straat of plantsoen. Zij vergroten de oriëntatie en herkenbaarheid van TASs. Vergroenen en verstedelijken In Sittard-Zuid is het rond de kruising RijkswegboulevardMiddenweg goed mogelijk te intensiveren en te verstedelijken. Terwijl er juist binnen TASs langs de spoorlijnen aanleidingen zijn om te verdunnen en vergroenen. Van doodlopend naar doorlopend Door alle ruimtelijke ontwikkelingen krijgt de voormalige zuidrand van Sittard een veel centralere plek in het stedelijk weefsel. Waar er in het verleden veel lijnen stopten, lopen deze voortaan juist door en vormen goede verbindingen tussen de verschillende buurten. Hiermee ontstaat er niet alleen een steviger stedelijk netwerk, de bewoners uit de verschillende buurten zullen eerder met elkaar in contact komen. Toegangsgebieden Twee bijzondere gebieden zijn de kruising bij het zogenaamde gezondheidsplein, het nieuwe Orbis Medical Park (OMP), de bioscoop en de Slachthuislocatie, en het bedrijventerrein IJzeren Brug. Deze gebieden zijn de entrees van de wijk. Deze plekken hebben een kwalitatief hoogstaande en bijzonder aantrekke-
lijke uitstraling nodig als visitekaartje en ‘toegangspoort’ van de wijk. Profileren deelgebieden Naar aanleiding van het huidige functioneren van TASs worden er verschillende profielen gedefinieerd; de dynamische suburb, de zorgwijk, de ondernemende volksbuurt, Bunderpark, de stadse startersbuurt en het nieuwe voorzieningencentrum. De nadere invulling van deze deelgebieden wordt in het programma (deel 2 ambitiedocument) toegelicht. Hoogwaardig voorzieningenniveau Het gebied van de Slachthuislocatie en omgeving, SEO, is centraal gelegen tussen Sanderbout, Ophoven en het middengebied. Door de centrale ligging en goede bereikbaarheid vanuit de omringende buurten is deze locatie uitermate geschikt om als wijk(voorzieningen-)centrum te functioneren. De voorzieningen hebben door de centrale ligging tussen twee wijken niet alleen draagvlak vanuit Sanderbout, maar ook vanuit Ophoven (zie afbeelding 4). Hierdoor is het mogelijk om een grotere supermarkt met dagwinkels te realiseren. De meest noordelijke punt van SEO waar het voormalige Hulpcentrum voor Wilde Dieren stond, is door de centrale ligging de meest geschikte locatie voor een brede school en gemeenschapshuis. De huidige basisscholen van Sanderbout en Ophoven worden hier samengevoegd. Op de huidige basisschoollocatie in Sanderbout ontstaat dan ruimte voor seniorenwoningen. Indien de C1000 verplaatst wordt naar de Slachthuislocatie kan de huidige bedrijfsruimte een nieuwe invulling krijgen. De kerk is een stuk historie van Sanderbout en een markant herkenningspunt in de wijk. Het gebouw doet nog steeds dienst als kerk. Wat er in de toekomst ook gebeurt, in onze visie moet de kerk als gebouw altijd behouden blijven. Om plaatselijke, kleinschalige ondernemers een kans tot uitbreiding te bieden of potentiële ondernemers te prikkelen tot het ondernemerschap, worden er werkwoningen gebouwd. Deze woningen bieden extra ruimte die gebruikt kan worden als bijvoorbeeld kantoor of opslagplaats. Wat betreft infrastructuur is in de plannen ruim aandacht voor de bereikbaarheid van de wijk en voorzieningen en de omgeving
21
afbeelding 4: Twee hoofdstructuren
2 DE AMBITIES 22 van het plangebied. Er worden goede verbindingen van en naar SEO gerealiseerd. Daarnaast steven we naar infrastructurele en functionele verbindingen vanuit de wijk naar Bedrijvenstad Fortuna. Voor de uitstraling van de wijk is het bovendien van belang dat de entrees aantrekkelijk zijn. Het is dan ook zeer wenselijk dat het verloederde gebied IJzeren Brug een transformatie ondergaat.
ma’s (GPR, Gemeentelijke Prestatie Richtlijn-gebouw en MMM, Milieu Maximalisatie Methode) en de provincie Limburg over het programma DPL (Duurzaamheidsprofiel op Locatie). Met deze programma’s kunnen de duurzaamheidskansen voor de herinrichting van de wijk TASs, optimaal in beeld gebracht worden. Zowel de provincie als de gemeente hebben financiële middelen vrij gemaakt om uitvoering van duurzaamheidsprojecten te stimuleren.
2.3.2 Duurzaamheid en energie Duurzaamheid De duurzame herontwikkeling van de wijk TASs betekent zoeken naar een optimale afstemming tussen leefbaarheid, milieu en economie waarin de mens centraal staat. De integrale aanpak van de fysiek ruimtelijke, sociale en economische ontwikkelingsfactoren - ook wel bekend onder de drie P’s People, Planet, Profit – levert een duurzame, toekomstbestendige woonwijk op waarbij geldt 1+1=3. Bewoners stellen steeds hogere eisen aan hun woning en directe woonomgeving. De klimaatveranderingen en de eisen voor een gezonde leefomgeving hebben de nodige consequenties voor het ontwerp en inrichting van woningen en wijken. De opwarming van de aarde vraagt om het weren van zonlicht en om extra koeling van woningen en gebouwen. De energierekening van huishoudens zal zonder maatregelen een steeds groter deel van de woonlasten gaan uitmaken. De opvang en afvoer van overvloedig regenwater vraagt om adequate waterberging- en afvoersystemen. Woningen zullen van een hoge kwaliteit moeten zijn; comfortabel, energiezuinig, veilig, toegankelijk en met een gezond binnenmilieu: geen geluidhinder, schone bodem en lucht. Kortom, woningen die duurzaam gebouwd en duurzaam in gebruik zijn (levensloopbestendig). Een aangename openbare ruimte met voldoende groen, betaalbare fraai vormgegeven comfortabele woningen, energiezuinig, bestand tegen hete zomers en hevige stortbuien. Een unieke kans voor de initiatiefnemers ZO Wonen en de gemeente Sittard-Geleen om dit te realiseren, gesteund door de Provincie Limburg. Door de behoefte om duurzame ontwikkelingen integraler te benaderen zijn er diverse duurzaamheidsinstrumenten ontwikkeld. De gemeente beschikt over twee duurzaamheidsprogram-
Voor de herontwikkeling van de wijk TASs kan aangehaakt worden bij deze provinciale en gemeentelijke programma’s: • 1000 klimaatneutrale woningen in Limburg, waarvan 100 in Sittard-Geleen; • Duurzaamheid op Locatie; • Cradle to Cradle (van wieg tot wieg) voorbeeldproject: gebouwen en wijken worden zodanig ontworpen dat de gebruikte materialen, energie en water een technisch natuurlijke kringloop vormen, waarbij geen afval ontstaat. • Duurzaamheidsstimuleringsfonds Sittard-Geleen. Energie We willen de woningen in de wijk TASs ontwikkelen vanuit de filosofie van de TRIAS Energetica. Uitgangspunt is dat een woning dusdanig wordt ontworpen dat sprake is van minimaal energiegebruik. De energie die de woning verbruikt, wordt verkregen uit duurzame energiebronnen. Daarom is ons streven om de woningen in de wijk TASs aan te sluiten op een nieuw, duurzaam energienetwerk ‘Het Groene Net’, dat de gemeente ontwikkelt. Dit Groene Net voorziet de energiegebruikers van duurzame warmte, koude en elektriciteit. Die wordt geleverd door duurzame energiebronnen zoals de Biomassacentrale. Het netwerk wordt gecomplementeerd met restenergie uit industriële bronnen in de gemeente SittardGeleen, zoals energie uit afvalwarmte van DSM/Sabic.
23
Voorbeeld van synergie op gebouwniveau Energiezuinige woning • optimale isolatie • ventilatielucht in winter voorverwarmd via bodem • ventilatielucht in zomer gekoeld via bodem • HRe ketel
People • •
Planet
Comfortabel en gezond binnenklimaat geen geluidsoverlast
Profit Minder energieverbruik = Lagere energierekening
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling De stelling ‘het geheel is meer dan de som der delen’ is bij uitstek van toepassing op duurzame stedenbouw. De invulling van de deelelementen groen, water, cultuurhistorie, verkeer, geluid, lucht, energie en gebouwen vormen samen het geheel dat de kwaliteit bepaalt van wonen, werken en recreëren. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling komt tot stand als in het planproces alle kansen en mogelijkheden worden benut om een hoge ruimtelijke kwaliteit te realiseren waarbij de ruimte zo efficiënt mogelijk wordt gebruikt en de milieubelasting zo laag mogelijk is.
24
“De oude
mijnwerkerskinderen
die hier nog wonen, moeten de wijk een beetje
dragen. De mensen die
er later zijn komen wonen, hebben dat niet meer. De wijk is dus in dat opzicht
uit elkaar aan het vallen.
Dat merk je echt. Ik hoop dat het
veranderen, als men het hier op de schop gaat nemen
binnenkort misschien gaat
en men er diverse typen woningen gaat bouwen, zodat er mensen komen wonen die wat meer te
besteden hebben”*
* Citaat uit , ‘Sanderbout, beleving van een Sittardse volkswijk, Sittard-Geleen 2006’;
pagina 19.
25
afbeelding 5: Ruimtelijke hoofdstructuur - de ambitie
2 DE AMBITIES 2.4 Communicatie en participatie De ambitie wordt uitgevoerd via verschillende activiteiten of programma’s. Bij de voorbereiding en de planning van de activiteiten en programma’s zal het participatief werken het uitgangspunt zijn. Bij de uitwerking van de ambitie naar uitvoeringsprogramma worden bewoners meegenomen in het denken over het heden en de toekomst van hun buurten en wijken als onderdeel van Sittard-Zuid en de stad Sittard-Geleen. Er wordt momenteel gewerkt aan een communicatie en participatieplan waarin een en ander verder wordt uitgewerkt. In deze paragraaf wordt alvast een korte toelichting gegeven op de reeds uitgevoerde en nog uit te voeren acties rondom het opstellen van het ambitiedocument. Het ambitiedocument is participatief ontwikkeld, doordat ZO Wonen en gemeente Sittard-Geleen samen met de klankbordgroep (waaronder wijkplatforms Ophoven en Sanderbout, visiegroep Sanderbout, huurdersbelangenvereniging, Partners in Welzijn, alsook de Politie) en Provincie Limburg in dit traject hebben samengewerkt. Er is interactief informatie uitgewisseld en verzameld, dat vervolgens gebruikt is in het opstellen van het ambitiedocument. Tot november 2008 is er gewerkt aan het verder vervolmaken van het concept-ambitiedocument met inbreng van betrokkenen, om te komen tot een definitief te presenteren document. Om te kunnen komen tot een vaststelling van het definitieve document, worden door gemeente betrokken partijen geraadpleegd en geinformeerd. Tevens vindt voorbereiding van bestuurlijke vaststelling door het CMT, B&W, Commissie en de Raad plaats. Ook ZO Wonen raadpleegt en informeert de betrokken partijen. Daarna kan overgegaan worden tot voorbereiding van vaststelling. Het informeren van betrokken partijen over de inhoud van het ambitiedocument, vindt plaats door middel van een beknopte versie van dit ambitiedocument in de vorm van een wijkkrant en informatiebijeenkomsten. Bewoners, verenigingen, ondernemers en instanties worden op deze manier persoonlijk ingelicht over onze ambitie. De leden van de klankbordgroep zijn al geïnformeerd door middel van de concept-versie van dit ambitiedocument. Daarnaast wordt er ook geinformeerd door middel van persberichten en tijdens de overleggen met platforms en de leefbaarheidsgroepen.
26 Participatietools/middelen: (suggesties) 1. Ontwerpsessies fysiek (voorzieningen en “plekken” voor alle doelgroepen voor ontmoeting) 2. Van gedachte wisselen met individuen en groepen in de wijk om de indentiteit van de delen van Sittard Zuid helder te krijgen en waar mogelijk te versterken. (verenigingen maar ook fysieke elementen) 3. Informatie en raadpleegsessies bv. over WMO, opvoeding, participatie ( iedereen doet mee ) 4. projectcolumn in de Stadsdkrant 5. projectwebsite 6. Lokale TV 7. gebruik maken van wijkkranten, tussen de Rails en Ophoven 8. periodiek overleg met; klankbordgroepleden, bewoners, wijkplatforms Sanderbout en Ophoven, visiegroep Sanderbout, huurdersbelangenvereniging, werkgroep leefbaarheid Thienbunder en de werkgroep leefbaarheid Achtbunder, verenigingen, ondernemers, instanties. 9. Activiteiten in het plangebied die participanten van het plangebied samen organiseren.
27
Impressies van de wijk
“Het de sterke de
eigene van Sanderbout is
band onder de mensen en betrokkenheid van iedereen bij de wijk.
Het is een wijk om
trots op te zijn”*
* Citaat uit , ‘Sanderbout, beleving van een Sittardse volkswijk, Sittard-Geleen 2006’; pagina 26
28
29
DEEL II
PROGRAMMA
& UITVOERING
1 SOCIAAL PROGRAMMA 30
1. Sociaal programma Het sociale programma in dit ambitiedocument is een nadere uitwerking van de sociale ambitie, maar nog geen concreet uitvoeringsplan. In het sociale programma wordt met name beschreven ‘de weg waarlangs’ de sociale ambitie gerealiseerd moet worden. Bij de realisatie van het sociale programma wordt een nadrukkelijk beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners alsook van maatschappelijke organisaties. Zodra het ambitiedocument en daarmee ook de sociale ambitie en het sociale programma is vastgesteld, wordt er samen met maatschappelijke organisaties en inwoners een concreet uitvoeringsplan opgesteld, met daarin ook concrete activiteiten en projecten. Ervaringen uit het verleden laten zien dat, willen we een duurzaam maatschappelijk effect bereiken, er over een langere periode aandacht moet zijn voor het vasthouden van de behaalde resultaten. Vandaar dat het sociale programma een looptijd kent van minimaal 5 jaar. Bewoners Thienbunder en Achtbunder In Thienbunder hanteren ZO Wonen en Partners in Welzijn (PIW) momenteel een sociaal-maatschappelijke en -economische aanpak. Die richt zich op de vertrekkende bewoners en omvat onder meer begeleiding bij het zoeken naar een vervangende huurwoning of koopwoning. Daarnaast biedt ZO Wonen maatschappelijke hulp van PIW aan. Ook is er in de buurt een wijkservicepunt ingericht waar bewoners met vragen terecht kunnen en klachten kunnen melden. De huismeester houdt dagelijks spreekuur en de opbouwwerker en woonconsulent wekelijks. Er zijn korte lijnen met de wijkagenten, buurtbeheercoordinator en de stadsdeelmanager. Tevens is er sprake van een fysieke aanpak. Deze richt zich op veiligheid en openbare ruimte/orde. Omdat steeds meer woningen leeg komen te staan, besteedt het wijkteam (politie, PIW, ZO Wonen, gemeente) meer dan gemiddeld aandacht aan de openbare ruimte/orde. Dit voorkomt overlastsituaties en criminaliteit. De wijkagent is vaker aanwezig, het beheersprogramma van de gemeente is intensiever, afval wordt dagelijks opgehaald en twee bijzondere opsporingsambtenaren zijn geregeld in de wijk. De huismeester is iedere dag in de wijk aanwezig. Deze aanpak is succesvol. Met de huidige aanpak in Thienbunder zijn al goede resultaten geboekt, zodat we het ook in Achtbunder zo gaan aanpakken. Bepaalde bewoners van Achtbunder krijgen binnenkort sociale
ondersteuning. Een deel van hen is immers de volgende groep die zal gaan verhuizen. Bewoners Sanderbout Voor de blijvende, terugkerende en nieuwe bewoners van Sanderbout, Acht- en Thienbunder willen we onze sociale ambitie waarmaken via drie sporen; gericht op de kracht van identiteit, door het realiseren van ‘basiskwaliteit leefomgeving’ en door een aanpak gericht op individuele huishoudens (de methodiek van het Participatiehuis). Spoor 1: De kracht van de eigen identiteit Sanderbout en Achtbunder zijn van oudsher te typeren als ondernemende volksbuurten met een sterke saamhorigheid. Dat was de kracht en zo moet het weer worden. Hiervoor is het van groot belang om bestaande cultuurhistorische elementen te versterken en nieuwe elementen toe te voegen die de identiteit van de bewoners versterken. Voorbeelden van cultuurhistorische elementen zijn de kerk en de Middenwei, die voor de identiteit van Sanderbout van belang zijn. Net als de speeltuin in Thienbunder. Zij vervullen een belangrijke functie in relatie tot de identiteit van Sanderbout en dat moet zo blijven. Samen met bewoners willen we zoeken naar de manier waarop deze elementen kunnen worden versterkt en wat hiervoor nog meer nodig is. De identiteit van Sanderbout wordt en is in belangrijke mate ook bepaald door het sterke verenigingsleven. Het is echter onvermijdelijk dat ook het verenigingsleven in deze wijk aan vernieuwing toe is door onze individuelere samenleving. Toch willen we tijdens de herstructureringsperiode extra aandacht besteden aan de bestaande verenigingsstructuur. Juist in deze periode, waarin volop gesloopt en gebouwd zal worden, is van groot belang dat er een basis is waarop bewoners kunnen terugvallen. Concrete aanpak Spoor 1.1: Ondersteunen verenigingen Een herstructureringsoperatie - hoe zorgvuldig ook uitgevoerd - zal een aanslag betekenen op het verenigingsleven in de wijk. Dit komt bijvoorbeeld omdat een deel van de bewoners (en dus
31 de vrijwilligers) (tijdelijk) uit de wijk zal verhuizen. Tegelijkertijd wordt van verenigingen extra veel gevraagd. Zo moet men meedenken en -praten over en meewerken aan de ‘nieuwe wijk’ en wordt naar deze verenigingen gekeken om de wijk ook tijdens de verbouwing levendig en gezellig te houden.
blijft. In principe is dat een zaak van het bisdom. Tegenover eventuele plannen om het kerkgebouw een andere functie te geven staan we in principe positief, maar ze maken in inhoudelijke en financiële zin geen onderdeel uit van dit plan. Spoor 2: Basiskwaliteit leefomgeving
We willen het verenigingsleven daarom in de projectperiode extra ondersteunen. Daarbij denken we aan: • professionele ondersteuning vrijwilligerskader (hands on): Voor de periode van herstructurering zetten wij een ondersteuningsaanbod op maat in (advisering bij beheren, besturen, organiseren) door professionals van de welzijnsorganisatie en ZO Wonen en wordt de gemeentelijke dienstverlening via één account vormgegeven. • activiteitenbudget: voor de wijk zijn middelen beschikbaar voor bijvoorbeeld buurtfeesten, sportdagen en opzoomeractiviteiten • speeltuin: de speeltuin is een van de (sociale) hoogtepunten van de wijk. We willen de vereniging tijdelijk extra ondersteuning geven om tijdens de herstructurering op volle kracht te blijven draaien. • vervoer: mensen die tijdelijk buiten de wijk wonen maar actief willen blijven als vrijwilliger of deel willen nemen aan activiteiten kunnen (via de vrijwilligerskostenvergoeding) een tegemoetkoming in hun vervoerskosten krijgen. Spoor 1.2: Versterken fysieke ‘landmarks’ De wijk kent een tweetal locaties die het karakter van de wijk ‘maken’: het gebied rond de kerk en de Middenwei. We willen beide locaties voor de wijk behouden en in hun functie versterken. Verbeteren Middenwei: de Middenwei is een prachtige plek, waar mensen en generaties elkaar kunnen ontmoeten. De uitstraling van de wei wordt echter negatief beïnvloed doordat de achterzijde van de woningen een allegaartje aan aanbouwen, in allerlei kleuren en materialen en niet altijd in een even florissante staat. We zouden dit graag samen met de bewoners opknappen, waarbij we meer eenheid van kleur en materiaal realiseren. Kerk e.o.: De kerk en de ruimte eromheen zijn van oudsher het hart van de wijk. Deze functie staat echter onder druk van een leeglopende kerk en het mogelijke vertrek van de supermarkt. We willen graag dat het kerkgebouw voor de wijk behouden
De gemeente constateerde de afgelopen jaren dat de leefbaarheid in meerdere buurten en dorpen onder druk staat door allerlei maatschappelijke trends en ontwikkelingen. SittardGeleen heeft te maken met een dalend aantal inwoners, een toenemend aantal ouderen tegenover een dalend aantal jongeren en een dalende beroepsbevolking. Daarnaast zijn ook de toenemende individualisering, de toenemende mobiliteit en de toename van het aantal tweeverdieners van invloed op de wijze waarop mensen in hun buurt of dorp (wensen te) leven én de wijze waarop ze betrokken (willen) zijn bij hun woonomgeving. Op basis van deze ontwikkelingen heeft het gemeentebestuur van Sittard-Geleen eind 2007 de zogenaamde ‘basiskwaliteit leefomgeving’ vastgesteld. Daarin zijn op een aantal leefbaarheidthema’s uitgangspunten geformuleerd die zorg moeten dragen voor een duurzame en toekomstbestendige leefomgeving. Ze zijn hiermee het toetsingskader voor de leefbaarheid. Basiskwaliteit leefomgeving is als volgt gedefinieerd: • schoon, heel en veilig; • voorzieningenniveau afgestemd op het gebruik; • extra inzet voor ontmoetingsgelegenheden en contact voor de doelgroepen jongeren en ouderen en daar waar sociale stijging aan de orde is. De uitgangspunten ‘basiskwaliteit leefomgeving’ worden in een meerjaren traject concreet gemaakt voor wijken en buurten. Hierbij is de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van maatschappelijke organisaties en burgers essentieel. Met stadsdeelmanagement en stadsdeelplannen maken we de uitgangspunten ‘basiskwaliteit leefomgeving’ concreet. Ook in het plan ‘Stadsdeel 4’ voor de buurten Sanderbout, Acht- en Thienbunder zijn deze uitgangspunten leidend. Maar omdat Sanderbout, Acht- en Thienbunder een bijzondere ontwikkeling volgen, wordt het sociale programma gericht op de buurt. De bewoners van Sanderbout en Achtbunder worden in een apart project ondergebracht (niet in het meerjarenstadsdeelplan).
32
Bewoners TASs
“In
Ophoven woonden meer
oud ijzer- en
lommeleboeren dan
in Sanderbout. De inwoners van Sanderbout vormden een heel
hecht team, een heel hechte gemeenschap. Daar had je ook niet het
standsverschil.
We hadden allemaal een
* Citaat uit , ‘Sanderbout, beleving van een Sittardse volkswijk, Sittard-Geleen 2006’;
pagina 19.
goed loon”*
33 Wanneer de uitgangspunten basiskwaliteit leefomgeving op Sanderbout, Acht- en Thienbunder worden toegepast, laat dat de volgende ontwikkelingen zien: Schoon, heel en veilig De openbare ruimte dient te voldoen aan basiskwaliteitniveau B waarmee het behoud van functionaliteit en duurzaamheid gegarandeerd wordt. Om basisniveau B te behalen en te behouden zijn groot en klein onderhoud van groot belang. De gemeente heeft als uitgangspunt om samen met bewoners, op basis van technische kwaliteitsgegevens en de wensen en aanbevelingen vanuit de buurt, een onderhoudprogramma op te stellen.
lijke punt van SEO (Slachthuislocatie en omgeving) een nieuwe brede schoolvoorziening en een nieuw gemeenschapsaccommodatie is gepland; een nieuw bruisend hart! Dat is goed voor de ontwikkeling van heel Sittard-Zuid: Sanderbout, Acht- en Thienbunder, Ophoven, Beekdal en het Middengebied. Daarnaast worden er met name in Sanderbout extra ontmoetingsmogelijkheden in de buurt gecreëerd; in de openbare ruimte maar ook een ontmoetingsruimte voor ouderen, in combinatie met een kleinschalige woonzorgvoorziening. Concrete aanpak Spoor 2.1: Schoon, heel, veilig
Bij realisatie van basiskwaliteit openbare ruimte (niveau B) is differentiatie aan de orde wat betreft de aanpak van onveilige plekken, onveilige fietsroutes naar school of bijvoorbeeld zwerfvuil openbare ruimte. Het toezicht op de openbare orde door de inzet van stadstoezicht en wijkagenten wordt afgestemd op de specifieke behoefte in wijken en buurten (de mate van problematiek). Daardoor vindt het toezicht op de openbare orde goed gespreid plaats. Daarnaast is extra inzet van wijkagenten gewenst en tijdelijk maatwerk in risicogebieden, om de openbare orde of sociale veiligheid te garanderen. Dat kan nodig zijn bij de concentratie van achterstandsproblematiek, overlast in de stadscentra of herstructurering. Hier vindt tijdelijk multidisciplinair extra inzet plaats, zowel preventief als repressief onder regie van het stadsdeelmanagement. Voorzieningenniveau: een nieuw bruisend hart De bezettingsgraad (aantal gebruikers, aantal leerlingen, aantal leden) en de kwaliteit van veel maatschappelijke voorzieningen in Sittard-Geleen laat te wensen over, zo ook in Sanderbout, Acht- en Thienbunder. De gemeente wenst voor haar inwoners toekomstbestendige en duurzame voorzieningen. Daarom zijn de uitgangspunten ‘multifunctionaliteit’ en ‘kwaliteit gaat voor nabijheid’ leidend bij de beoogde ontwikkelingen. En voor de kwetsbaardere doelgroepen ouderen en jongeren wil de gemeente extra aandacht en inzet voor ontmoetingsgelegenheden, bijvoorbeeld een ontmoetingsruimte of (on-)beheerde ontmoetingsplek voor jongeren. De uitgangspunten van ‘basiskwaliteit leefomgeving’ voor maatschappelijke voorzieningen betekenen dat op de noorde-
Juist tijdens een herstructurering is extra aandacht nodig voor de openbare ruimte. Er moet extra inzet rond opruimen en onderhoud zijn en er moet extra op veiligheid worden gelet. Tijdens de herstructurering garanderen partijen onderhouds- en toezichtniveau ‘B’ in de openbare ruimte. Daarnaast willen we stimuleren dat de wijkbewoners zelf een rol spelen bij het leefbaar houden van de wijk. Initiatieven in die richting zullen we ondersteunen. Naast Acht- en Thienbunder wordt een werkgroep leefbaarheid geïntroduceerd voor Sanderbout Centrum incluis middenwei. Spoor 2.2: Voorzieningen Brede Maatschappelijke Voorziening: een van de centrale ambities is om in het gebied een brede maatschappelijke voorziening te realiseren tussen Sanderbout, Acht-, Thienbunder en de wijk Ophoven in. De locatie van het voormalige dierencentrum is hiervoor de meest aangewezen locatie. In deze voorziening komen in ieder geval een brede school (primair onderwijs, peuterspeelzaal, kinderopvang) en een gemeenschapsvoorziening. Onderzocht wordt welke andere functies kunnen worden geintegreerd, waarbij in ieder geval nadrukkelijk wordt gekeken naar voorzieningen in de jeugdketen, in het bijzonder in de zorgstructuur rondom de school. Woonzorgcomplex: het TASs-gebied kent een aantal seniorenwoningen, maar geen woonmogelijkheden voor mensen met ernstigere beperkingen en een behoefte aan directe zorg op afroep. De (toekomstige) demografische samenstelling van de wijk maakt duidelijk dat er naar zo’n voorziening wel vraag zal bestaan. Een voordeel van een woonzorgcomplex is daarbij dat
1 SOCIAAL PROGRAMMA 34 er met zo’n complex een (zorg-)infrastructuur in de wijk ontstaat, die het voor mensen met matige beperkingen mogelijk maakt om zelfstandig thuis te blijven wonen. Onderzocht wordt of er partijen te vinden zijn die op korte termijn een dergelijke woonzorgvoorziening willen ontwikkelen. Ontmoetingsruimte ouderen: het is van belang dat er in de wijk voor ouderen mogelijkheden zijn om elkaar te ontmoeten. Aanvullend op de nieuwe brede maatschappelijke voorzieningen moet er gelegenheid zijn voor kleinschalige ontmoeting. Daarbij kijken we nadrukkelijk naar de huidige ontmoetingsruimte in de Augustinessenhof. Naast een kleinschalige ontmoetingsruimte is het ook zaak dat in de wijk – in ieder geval in het gebied rond de kerk, op de Middenwei, op de plekken in de veiligheidszones waar iets gebeurt en bij de speeltuin voldoende bankjes worden geplaatst. Ontmoetingsruimte jeugd: Jeugdigen in TASs hebben hun eigen plek nodig, waar ze elkaar kunnen spreken, waar ze deel kunnen nemen aan activiteiten en waar ze eventueel individuele begeleiding kunnen krijgen. Op dit moment kent de wijk niet zo’n plek. Deze moet er in de komende jaren komen. Het gaat daarbij in eerste instantie niet om ‘oudere jongeren’ – die kunnen ook op andere plekken in de stad terecht, maar vooral om de leeftijd 17 jaren en jonger. Aanhaking bij de Brede school/Brede Maatschappelijke Voorziening ligt daarmee voor de hand. Mogelijke andere locaties zijn de veiligheidszones, de plek van de huidige school, de plek van de Barbarazaal of in of bij de kerk. Daarnaast wordt een tweede JOP in de wijk gecreëerd, alsmede indien er draagvlak is een extra trapveldje. Spoor 3: Iedereen doet mee Met het derde spoor willen we de mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt ondersteunen. We bieden hen de mogelijkheid om werkervaring op te doen via bijvoorbeeld vrijwilligerswerk of tijdelijke subsidiebanen en misschien uiteindelijk wel een reguliere baan. Werk geeft structuur, werkt normerend, geeft eigenwaarde en genereert zelfredzaamheid en zelfstandigheid. Daarnaast is het ook zeer nuttig voor de wijk en de stad. We maken bewust de keuze om niet alle huishoudens in dit deel van het project te benaderen maar alleen die huishoudens waar sprake is van een uitkeringssituatie. Daarmee willen we niet zeggen dat de andere huishoudens geen behoefte hebben
aan ondersteuning en hulpverlening. De bewoners waar geen sprake is van een uitkeringssituatie verdienen uiteraard ook aandacht, als zij dat wensen. Dit willen we bieden met het reguliere aanbod aan sociaal-maatschappelijke ondersteuning. Gemeente, ZO Wonen, politie, welzijnsinstellingen en overige maatschappelijke organisaties zijn structureel actief in de buurt en richten zich met een breed aanbod aan ondersteuning op de huishoudens waar geen sprake is van een uitkeringssituatie maar wel ondersteuning is gewenst. De methodiek van het Participatiehuis In oktober 2008 start in Sittard-Geleen het Participatiehuis. De wijkgerichte aanpak Sanderbout, Acht- en Thienbunder is een van de eerste grote projecten. Het Participatiehuis richt zich op inwoners voor wie de afstand naar werk te groot is, vanuit de gedachte dat alle bewoners kunnen en dienen te participeren in de samenleving. Dit is voor henzelf goed maar ook voor de samenleving. De aanpak van het Participatiehuis is erop gericht de zelfredzaamheid van bewoners te bevorderen, of het nu gaat om reintegratie, participatie, zorg of diverse vormen van armoedebestrijding. Stijging op de ladder van zelfredzaamheid is meestal niet mogelijk als niet tegelijkertijd wordt gewerkt aan onderliggende problemen. De ervaringen uit het verleden laten zien dat veel mensen in een uitkeringssituatie geremd worden in het streven naar zelfredzaamheid door diverse vormen van (onderliggende) problematiek. Een aanpak alleen gericht op reïntegratie en participatie biedt onvoldoende resultaat. Ons uitgangspunt is dan ook: waar sprake is van meervoudige problematiek dient de activering en zorgverlening zodanig te worden georganiseerd dat de burger centraal staat en dat gezamenlijk aan de doelstelling zelfredzaamheid wordt gewerkt. Concreet betekent dit een individuele aanpak die projectmatig en gebiedsgericht door de gemeente (vanuit het Participatiehuis) gecoördineerd wordt. Elk huishouden wordt een individueel traject aangeboden gericht op werk/participatie en/of opleiding, opvoeding, zorg, ondersteuning waarbij (arbeids-) participatie centraal staat.
35
Bewoners TASs
Project ‘Samen aan de slag’ Tussen het Regionaal Opleidings Centrum (ROC) en Partners in Welzijn (PIW) bestaat reeds enkele jaren samenwerking in diverse projecten. Het project ‘Samen aan de slag’ past bij onze sociale ambitie. Dit project wordt door Provincie Limburg financieel ondersteund. Het is erop gericht deelnemers competenties aan te leren die noodzakelijk zijn om te kunnen doorstromen naar werk en/of verdere beroepsopleiding. Dit houdt in dat jongeren uit TASs zonder startkwalificatie gedurende een jaar deelnemen aan het project, met als doel dat op jaarbasis twee openbare speelvoorzieningen een onderhoudsbeurt ondergaan. Jongeren die nog niet genoeg discipline hebben om bijvoorbeeld aan de arbeidsmarkt deel te nemen, worden via dit project gestimuleerd werkdiscipline te ontwikkelen (op tijd komen, continuïteit en betrouwbaarheid). Tevens voldoen de speelvoorzieningen daarna weer aan de eisen van deze tijd. De jongeren worden dus ingezet op het beheer van bijvoorbeeld de speeltuin in Thienbunder.
1 SOCIAAL PROGRAMMA 36 De dienstverlening vanuit het Participatiehuis kent de volgende elementen: • competentieonderzoek en zorgenquête; • een vaste participatiecoach; • een Persoonlijk Plan van Aanpak (PPA); • het in gang zetten, bewaken en afstemmen van hulp- en zorgverlening; • actieve deelname in zorgketen. Competentiediagnose en zorgenquête Allereerst worden alle uitkeringsgerechtigden in Sanderbout in beeld gebracht. Vervolgens stelt een professionele organisatie van iedereen een competentiediagnose op. Als die al aanwezig is, dan wordt deze opnieuw bekeken. In individuele intakegesprekken wordt niet alleen gekeken naar wat iemand niet kan, maar vooral gezocht naar wat iemand wel kan en welke mogelijkheden iemand wel heeft of ziet. De competentiediagnose wordt verbreed met een zorgenquête zodat niet alleen de situatie in relatie tot werk en participatie in beeld wordt gebracht. Ook wordt gekeken naar andere relevante sociaal-maatschappelijke factoren die van invloed zijn op het functioneren van een bewoner/gezin. Tevens krijgt ieder huishouden een participatiecoach toegewezen die in overleg en op basis van de uitkomsten uit de diagnose en enquête een Persoonlijk Plan van Aanpak opstelt. Op basis hiervan wordt hulp- en zorgverlening in gang gezet plus een persoonlijk traject dat op participatie is gericht: vrijwilligerswerk, subsidiebaan, werk-/leertraject, stage of reguliere baan.
ge bewoners er beter van worden. Dat willen we bereiken door alle 1000 huishoudens van de wijk individueel te benaderen. Door hen te benaderen over hun huisvestingssituatie en hun beleving van de wijk kan een gesprek op gang worden gebracht, dat ook andere levensdomeinen bestrijkt. Door te zorgen voor wijkgebonden ‘opvolgingsstructuren’ op een aantal thema’s kan mensen werkelijk de kans worden geboden om een stap vooruit te zetten. De gesprekken worden gevoerd door een duo van enerzijds ZO Wonen en anderzijds PIW en vinden plaats in de eerste twee jaar. Voor de drie jaar daarna wordt een lichtere structuur opgezet. De gesprekken hebben niet alleen tot doel om mensen naar eigen inzicht verder te helpen. Ze vervullen ook een functie met betrekking tot het signaleren van onwenselijke verschijnselen (fraude/criminaliteit, verloedering, huiselijk geweld, verslaving). Spoor 3.2: Alcohol en drugs Het TASs-gebied kent veel mensen met een (dreigende) verslaving aan drugs en/of alcohol. Dit tast de kansen van degenen om wie het gaat aan én bedreigt de leefbaarheid van de buurt. Er zal specifieke inzet vanuit de GGD/AMW/Verslavingszorg worden gepleegd om de problematiek tegen te gaan. Dat gebeurt vanuit een wijkgerichte werkwijze (vaste medewerkers voor TASS) waarin welzijnswerkers en medewerkers van ZO Wonen een signaleringsfunctie hebben. Ook hier is sprake van specifieke inzet van het veiligheidshuis. Spoor 3.3: Inburgering
Werkgevers/reïntegratie mogelijkheden Parallel aan het traject om van alle uitkeringsgerechtigden per huishouden een beeld te krijgen van de financieel-economische en sociaal-maatschappelijke situatie, zoekt de projectleider naar werkgevers die bereid zijn om inwoners van Sanderbout reïntegratietrajecten, subsidiebanen of vrijwilligerswerk aan te bieden. In de directe omgeving wordt contact gelegd met werkgevers. Uiteraard worden ook andere ondernemers benaderd met de vraag of zij mogelijkheden hebben of willen aanbieden.
Een bijzonder aandachtspunt in de participatie van wijkbewoners betreft de inburgering. In de wijk wonen 80 mensen die potentieel inburgeringsplichtig zijn. Uiteraard wordt het aanbod aan hen in het kader van het Deltaplan Inburgering onderdeel gemaakt van de bredere wijkaanpak in het algemeen en het Participatiehuis in het bijzonder. Dat betekent concreet dat de trajecten worden gekoppeld aan gebiedsgerichte arbeidsmarkt-, activerings- en leefbaarheidsprojecten. Spoor 3.4: Kinderen/jeugdigen
Concrete aanpak Spoor 3.1: Mensen (verder) helpen/Achter de voordeur Een centrale doelstelling van het plan voor TASs is dat de huidi-
Specifieke inzet: Het TASS-gebied scoort erg slecht als het gaat om de leefsituatie van jeugdigen. In het kader van dit plan zal er extra inzet worden gedaan voor individuele begeleiding van jeugdigen. Deze zal worden opgebouwd vanuit alle betrokken
37 disciplines (zorg, welzijn, onderwijs, leerplicht, veiligheid, verslavingszorg, jeugdhulpverlening, kinderbescherming, etc). Daarnaast worden zoals gezegd binnen (= jeugdwerk 12 jaar en jonger) en buiten-ruimte voor jeugdigen gerealiseerd. Hier wordt voor de planperiode inzet van jeugdwelzijnswerk en sport(opbouw)werk (inzet combinatiefuncties) aan gekoppeld. Samen aan de slag: Onderzocht wordt of het mogelijk is om via het Samen aan de Slag-concept jongeren uit de wijk een werkopleiding te laten volgen bij de vele activiteiten op het gebied van bouw, groen, veiligheid, welzijn, zorg etc worden ingezet. Spoor 3.5: Ouderen Hoewel het TASS-gebied een vrij hoge sociale cohesie kent, is ook hier extra aandacht nodig voor vereenzaming. We willen dat oppakken als vrijwilligers/sociale cohesie project – bijvoorbeeld door ouderenbonden, maar wellicht ook juist met een intergenerationele dimensie - waarbij professionele ondersteuning beschikbaar is bij het opzetten van het project, het trainen en begeleiden van de vrijwilligers en het ‘opnemen’ en ‘uitzetten’ van signalen. Spoor 3.6: Huiselijk geweld Er zijn signalen dat er in het TASS-gebied sprake is van problematiek rond Huiselijk geweld. Door een gebiedsinzet vanuit veiligheidshuis (vaste medewerkers) te laten aansturen vanuit de gesprekken met de wijkbewoners kan een gerichte inzet met een hoge effectiviteit worden gerealiseerd. Hierbij wordt aangesloten aan het bestaande woonzorgoverleg. Spoor 3.7: Participatiehuis 330 (zowel Wwb als Wajong) mensen in een uitkeringssituatie met Multi-problematiek worden intensief gecoacht. Ze nemen deel aan activeringsprojecten terwijl tegelijkertijd hun problemen worden aangepakt. De coach motiveert, begeleid (actief) en regelt de inzet van andere voorzieningen. Coaches en een kernteam vanuit amw/schuldhulp/fraudepreventie zijn aan het project gekoppeld. De trajecten hebben een looptijd van de hele projectperiode: 2 (intensief) + 3 (nazorg) jaar. Toeleiding vindt plaats vanuit de huisbezoeken, de sociale dienst en het UWV (de inzet van het UWV is nog onderwerp van onderhandeling).
Het gaat hier om mensen met een dermate grote afstand tot de arbeidsmarkt, dat trajecten gericht op zorg en maatschappelijke participatie gerechtvaardigd zijn. Voor mensen met een (iets) kleinere afstand tot de arbeidsmarkt wordt het Mobiliteitscentrum ingezet.
2 RUIMTELIJK PROGRAMMA 38
2. Ruimtelijk programma Het ruimtelijk programma voor Thienbunder, Achtbunder, Sanderbout en SEO wordt op een zo concreet mogelijke wijze weergegeven. Voor de drie buurten samen geldt dat het totale nieuwbouwprogramma circa 190 woningen omvat, waarvan circa 60 % sociale huur en circa 40 % koop. Het totale aantal woningen dat gesloopt zal worden, is circa 450. Centrale kapstok voor de uitwerking van de ambitie vormt de Woonmilieuvisie Westelijke Mijnstreek. Voor alle woningen geldt dat deze levensloopbestendig, energiezuinig en duurzaam gebouwd worden.
Kenmerkend voor dit woonmilieu: • jonge alleenstaanden en koppels; • goedkoop/middensegment; • keuzevrijheid: grondgebonden woningen geschikt voor starters (koop- en sociale huur), gelijkvloerse woningen/ loft (sociale huur); • stedelijke uitstraling; • functioneel; • goede en duidelijke verbinding met centrum (OV, fiets, voet).
Hieronder bespreken wij de programmering per wijk. Daarbij geven we aan welke karakteristieken van de wijk we beogen. We hebben de wijken werknamen gegeven die ook naar deze karakteristieken verwijzen. Daarnaast gaat de programmering in op de locatie van diverse voorzieningen, zoals die van de brede school.
In Thienbunder worden de 232 bestaande huurwoningen van ZO Wonen gesloopt. Hiervoor komen (loft-)appartementen, compacte stadswoningen, vrije kavels, en 2 onder 1 kapwoningen terug. In totaal worden er circa honderd nieuwe woningen gebouwd, waarvan 50% in de sociale huurcategorie en 50% koop.
Tot slot van het ruimtelijk programma geven wij een kort overzicht van lopende ontwikkelingen in de omgeving, en hoe deze concreet hun weerslag hebben op de programmering van de gebieden vallend binnen het geschetste programma.
Achtbunder: Bunderpark
2.1 Deelgebieden Thienbunder: stadse startersbuurt Thienbunder is sterk op het centrum gericht door zijn noordelijke ligging en de scheiding van Achtbunder door het spoor. Hier kan een woonmilieu ontstaan voor bewoners die gesteld zijn op flexibiliteit en mobiliteit, door de goede aansluiting op het stedelijke netwerk en op de gemakken en voorzieningen in het centrum. Toch is het in dit gebied rustiger wonen dan in het centrumstedelijke gebied. Dit gebied heeft aansluiting op het centrumgebied, zonder de directe nadelen van het centrum. Jonge huishoudens maken hier hun start op de woningmarkt. De speeltuin in Thienbunder dient versterkt te worden met een goede ontsluiting en positionering als bijzondere plek binnen de buurt. Het wijkservicepunt in Thienbunder (inloophuis voor bewoners en laagdrempelig contactpunt met ZO Wonen) zal ook in de nieuwe situatie een plek krijgen in de wijk zolang de herstructurering loopt.
Het huidige Achtbunder ligt, net als Thienbunder, voor een groot deel binnen de 50 meter zone vanaf de twee spoorlijnen. Deze zones blijven vanwege externe veiligheid onbebouwd in geval van sloop en herbouw en kunnen in dat geval ingericht worden als een groene zone met recreatieve functies. Het gebied heeft in de toekomst een veel lagere woningdichtheid (20-25 woningen per hectare) dan in de huidige situatie (40-50 woningen per hectare) het geval is. Voor Bunderpark wordt de samenhang met Sanderbout gezocht. Ook komt er een nieuwe langzaam verkeerverbinding over het spoor, zodat de voorzieningen van Bedrijvenstad Fortuna beter bereikbaar worden. Het woonmilieu in Bunderpark bestaat door de verdunning en de deels onbebouwde veiligheidszone uit een groene omgeving en is daardoor uitermate geschikt voor gezinnen met kinderen. De woonbuurt ligt tevens in de nabijheid van de speeltuin van Thienbunder. Kenmerkend voor dit woonmilieu: • gezinnen (met en zonder kinderen); • middensegment; • mix koop en huur; • lagere dichtheid; • samenhang (sociaal en ruimtelijk) met Sanderbout.
39
afbeelding 6: Profilering deelgebieden
2 RUIMTELIJK PROGRAMMA 40 Omdat de dwarswoningen sterk verouderd zijn en de woontechnische staat niet voldoet aan de eisen van deze tijd, is vervanging/sloop van deze woningen noodzakelijk. De 110 langswoningen zijn van een betere kwaliteit. Op verzoek van de klankbordgroep is daarom onderzocht of we de langswoningen kunnen handhaven. Uit het onderzoek komt naar voren dat met behoud van de langswoningen en sloop van de dwarswoningen de ambitie om de woningdichtheid aanzienlijk te verlagen, bereikt wordt. Er worden dan geen nieuwe woningen op de huidige locatie van de dwarswoningen teruggebouwd. Daarmee wordt de woningdichtheid verlaagd van 45 wo/ha naar 23 wo/ha en ontstaat zodoende ruimte om de kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren. De ruimte die vrijkomt met de sloop van de 123 dwarswoningen kan worden ingericht als park of groene zone met een verblijfsfunctie. In de verdere stedenbouwkundige uitwerking van Achtbunder wordt samen met de bewoners onderzocht hoe we de ambities kunnen waarmaken. Aan het einde van de exploitatietermijn van de langswoningen wordt een heroverweging gemaakt ten aanzien van de toekomst van deze woningen, in relatie tot de uitwerking van de benoemde ambities. Om deze reden willen we nu geen langswoningen verkopen. Dit zou kunnen betekenen dat een deel van de ambities pas aan het einde van de exploitatietermijn van de langswoningen gerealiseerd wordt. Sanderbout: Ondernemende volksbuurt In Sanderbout worden bloksgewijs circa 100 sterk verouderde woningen (Veestraat, Resedastraat, Irisstraat en Leliestraat) in de omgeving van de gerenoveerde woningen rond de middenwei vervangen door nieuwbouw. Er komen volgens de huidige inzichten circa 35 sociale huurwoningen en 30 koopwoningen terug, inclusief circa 10 werkwoningen. De huidige bedrijfsruimte van de C1000 en het leegstaande pand van de slager ernaast kunnen ook een nieuwe invulling krijgen als deze supermarkt verplaatst wordt naar de Slachthuislocatie. Concrete ideeën over de invulling moeten nog tot stand komen. Sanderbout, Acht- en Thienbunder kennen een aantal zelfstandig ondernemers, al dan niet zichtbaar aan de woning. Een aantal zelfstandig ondernemers werkt namelijk als ‘busjesondernemer’ en gebruikt geen of beschikt niet over werkruimte aan huis. Om dit soort ondernemers een kans tot uitbreiding te bieden of potentiële ondernemers te prikkelen tot het ondernemerschap, worden er werkwoningen gebouwd. Deze bieden
extra ruimte (gewoonlijk op de begane grond) om vanuit de woning te werken of die als opslagplaats voor werkmateriaal kan dienen. Het goed zichtbaar maken van deze ruimte vanaf de straat zorgt voor indirecte reclame en meer naamsbekendheid voor de onderneming. Ook kunnen de werkwoningen ruimte bieden aan mensen met een creatief beroep. Aan de Veestraat zijn reeds enkele bedrijven gevestigd, waaronder een friture, fysiotherapeut, fitnesscentrum en naaiatelier. Deze straat zou als basis voor de ondernemende volksbuurt uitermate geschikt zijn. Met het oog op de geplande aanpak van de woningen aan de zuidkant van de Veestraat, is het dus voor de hand liggend om aan deze zijde van de straat werkwoningen te realiseren. Vanuit de Veestraat kan een duidelijke functionele koppeling met Bedrijvenstad Fortuna gelegd worden. Infrastructureel is er al een verbinding over het spoor. Kenmerkend voor dit woonmilieu: • ondernemers en potentiële ondernemers; • goedkoop/middensegment; • rijtjeswoningen; • 2 onder 1 kap; • patiowoningen voor senioren; • zowel sociale huur- als koopwoningen; • dynamische omgeving; • creatieve beroepen; • genoeg ruimte voor onderneming met duidelijk zicht vanaf de straat; • voldoende parkeervoorzieningen (busjesondernemers/ klanten); • (redelijk) sterke binding met buurt. De zorgbuurt De basisschool in Sanderbout wordt samengevoegd met basisschool Onder de Kastanje uit Ophoven. De samengevoegde school krijgt onderdak in een nieuw te bouwen brede school op de plek van het voormalige Hulpcentrum voor Wilde Dieren. De vrijgekomen ruimte wordt benut voor circa 25 seniorenwoningen. Deze woningen vallen binnen de sociale huurcategorie. De woningen worden levensloopbestendig gebouwd, zorg aan huis is in deze woningen goed mogelijk. Denk hierbij aan maaltijdservice, aanleunfaciliteiten enzovoorts. Het stijgende aantal ouderen in de regio maakt het noodzakelijk om woningen en voorzieningen te bouwen gericht op deze
41 groep. Zoals in de Woonmilieuvisie Westelijke Mijnstreek naar voren komt, ontstaat er een groeiende vraag naar het aantal zorg- en gelijkvloerse woningen. Het realiseren van deze woningen voorziet in een behoefte en zorgt voor de gewenste doorstroming op de woningmarkt. De kerk is eigendom van het bisdom. Het bisdom heeft aangegeven het gebouw te willen handhaven, maar ook dat op termijn mogelijk gezocht moet worden naar een nieuwe invulling.
huislocatie seniorenwoningen te realiseren. Hiervoor wordt gedacht aan ouderenwoningen in de appartementensfeer. De nabijheid van winkel- en dienstverlenende voorzieningen en de zorgboulevard van het nieuwe ziekenhuis maken de Slachthuislocatie een aantrekkelijk gebied voor het huisvesten van ouderen en komt tegemoet aan de behoeften van deze groep. Daarnaast zorgen woningen in een winkelgebied voor de nodige levendigheid.
Kenmerkend voor dit woonmilieu: • zorgbehoevende ouderen en mensen met een ergonomische beperking; • goedkoop/middensegment; • bungalows en appartementen; • sociale huurwoningen; • gelijkvloers; • gekoppeld aan voorzieningen; • goede verbinding OV.
De zuidwesthoek biedt de mogelijkheid om het Gezondsheidsplein aan te vullen. De vier kwadranten rond het kruispunt Middenweg-Rijkswegboulevard vormen een stedelijk knooppunt met regionale aantrekkingskracht en uitstraling gekoppeld aan de thema’s zorg, leisure, wonen, sport/spel en gezondheid. Een blauwdruk van een dergelijke programmatische invulling is nog niet te geven. Uitgangspunt is dat functies een regionale aantrekkingskracht hebben en een meerwaarde voor de omringende buurten.
Voormalige Slachthuislocatie en omgeving/SEO: voorzieningencentrum
Programma van eisen brede school
De voormalige Slachthuislocatie en omgeving (bedrijventerrein en locatie Hulpcentrum voor Wilde Dieren) zijn centraal gelegen tussen Sanderbout en Ophoven. Door de centrale ligging en goede bereikbaarheid vanuit de omringende buurten is deze locatie uitermate geschikt om als wijk(voorzieningen-)centrum te functioneren. De voorzieningen hebben door de centrale ligging tussen twee wijken niet alleen draagvlak vanuit Sanderbout, maar ook vanuit Ophoven. De voorzieningen gericht op de wijk omvatten een ontmoetingscentrum/gemeenschapshuis en een brede school. De brede school ontstaat uit een samenvoeging van de Augustinusschool uit Sanderbout en de basisschool Onder de Kastanje uit Ophoven. Beiden hebben te maken met een teruglopend aantal leerlingen. De meest noordelijke punt van SEO is de meest geëigende plek voor deze brede school. De centrale ligging van SEO biedt voldoende basis voor het aantrekken van een full-service supermarkt, die op dit moment voor beide wijken ontbreekt. Bij de supermarkt zijn dagwinkels voorzien, zodat een volwaardig winkelcentrum ontstaat. Deze ontwikkeling is in lijn met de Retailstructuurvisie van de gemeente Sittard-Geleen. Daarnaast wordt onderzocht of het mogelijk is ook op de Slacht-
Hieronder een eerste indicatie van het programma van eisen voor de te realiseren maatschappelijke voorziening waarin diverse functies een plaats zullen gaan krijgen: • basisschool met plaats voor tien groepen (ca. 1360 m2 bruto vloeroppervlak plus 600 m2 buitenspeelruimte); • gymzaal (ca. 455 m2); • peuterspeelzaal (ca. 120 m2 plus 100 m2 buitenspeelruimte); • kinderopvang: verschillende mogelijkheden, bijvoorbeeld één groep buitenschoolse opvang (ca. 120 m2) of twee groepen buitenschoolse opvang en twee groepen kinderopvang (ca. 600 m2 excl. buitenspeelruimte); • gemeenschapsvoorziening (ca. 600 m2); • voorziening voor welzijnswerk; • voldoende ruimte voor parkeren en ‘kiss & ride’-strook. De bereikbaarheid van het voorzieningencentrum is van groot belang. Nader te bepalen maatregelen om de Rijkswegboulevard over te steken moeten hierin voorzien. Daarnaast is er de wens om op de langere termijn een OV-halte te maken aan de spoorlijn Sittard-Heerlen. Dit zou in de buurt gelegen regionale voorzieningen zoals het ziekenhuis per OV uitstekend bereikbaar maken. Ook voor bewoners van Sittard-Zuid is deze halte een meerwaarde. De haalbaarheid zal met partijen als ProRail en vervoerders nader onderzocht moeten worden.
2 RUIMTELIJK PROGRAMMA 42 Rondom het spoor: Onbebouwde zone
spannen, stedelijk woon- en werkmilieu in een groene setting.
Vanwege de veiligheidsnormen voor externe veiligheid rondom de spoorlijnen Sittard-Maastricht en Sittard-Heerlen, dienen aan beide zijden van het spoor onbebouwde zones (zonder kwetsbare objecten) van 50 meter aangehouden te worden. Deze zones beslaan een behoorlijke oppervlakte en er moet dan ook naar gestreefd worden om dit gebied goed te benutten. Door een functionele inrichting hebben de zones een meerwaarde voor het gebied. Denk hierbij aan functies die onregelmatig of niet voortdurend (dus alleen overdag of slechts een dagdeel) in gebruik zijn. Deze functies zijn daardoor beperkt kwetsbaar. Zo kunnen de zones bijvoorbeeld als een groene strook dienen voor recreatieve functies zoals een fietscrossbaan, moestuintjes, een theehuis en een kleine midgetgolfbaan, passend bij dat deel van de wijk waar de zonering aan grenst.
Bedrijvenstad Fortuna In Bedrijvenstad Fortuna, vanuit het plangebied gezien aan de overkant van de spoorwegverbinding richting Maastricht, verrijst een hoogwaardig bedrijventerrein binnen een concept waarin gestreefd wordt naar efficiënt ruimtegebruik, duurzame uitvoering en architectonische uitstraling op een strategische locatie. Hier zijn ook het Fortunastadion en diverse sportfaciliteiten, zoals een fitnesscentrum. Ook zijn de vestiging van een Albert Heijn XL en retailfuncties op het gebied van sport nabij het stadion voorzien.
Door het functioneel en met zorg inrichten van deze zone ontstaan groene verbindingen, waar mensen recreëren, elkaar ontmoeten en prettig kunnen verblijven. Daarnaast kan er ook ruimte worden vrijgemaakt voor parkeervoorzieningen om parkeerdruk in de wijk te voorkomen.
De bereikbaarheid van deze voorzieningen vanuit Bunderpark over het spoor levert een meerwaarde op. Een nieuwe doorgaande langzaam verkeerverbinding over het spoor maakt daarom deel uit van het programma.
Het plangebied is gelegen in een gebied dat een grote dynamiek kent. Diverse ontwikkelingen in de nabijheid van het plangebied worden in het onderstaande benoemd en vanuit de ontwikkeling van het plangebied geanalyseerd.
Orbis Medical Park Orbis Medical Park is het grootschalige nieuwe ziekenhuis dat eind 2008 geopend wordt. Het ziekenhuis telt een totaaloppervlak van circa 10.000 vierkante meter. Naast eerstelijns zorg komt hier het Prins Claus Centrum (geestelijke gezondheidszorg) en het Centrum voor Revalidatie en Herstel. Ook is er een huisartsenpost en is een zogenaamde ‘gezondheidsboulevard’ in ontwikkeling, met services en retailvoorzieningen op het gebied van zorg en gezondheid. De nabijheid van deze brede medische en zorgvoorzieningen wordt gezien als een plus voor het plangebied.
IJzeren Brug Bedrijventerrein IJzeren Brug is gelegen aan de noordelijke entree van TASs. Het bedrijventerrein heeft een verloederde uitstraling. Concrete plannen voor herontwikkeling van dit gebied zijn er nog niet. Omdat dit gebied gelegen is aan een belangrijke entree van TASs en ruimtelijk grenst aan het plangebied (Thienbunder), is de uitstraling van deze entree van invloed op de beleving van TASs.
De Haese, deelplan C Het gebied dat naast de voormalige Slachthuislocatie en tegenover het nieuwe ziekenhuis gesitueerd is, grenst met een zijde aan de Middenweg. De andere zijde grenst aan de Rijkswegboulevard. Beide wegen zorgen voor een goede (regionale) ontsluiting van het gebied. Er wordt een ontwikkeling voorzien van circa 330 koopwoningen in het midden- tot dure segment voor gezinnen en actieve ouderen, vrijstaand en 2 onder 1 kap.
Het is wenselijk dat de huidige bedrijfsfunctie transformeert naar een meer stedelijke en kwalitatief hoogwaardige gebruiksfunctie. In de punt ter hoogte van de IJzeren Brug is een ruimtelijke markering voorstelbaar. Dit is niet per definitie een hoog gebouw, op deze plek kan het juist een kleiner bouwwerk zijn met veel uitstraling. De verdere invulling van de locatie sluit aan bij de ontwikkeling van Thienbunder: bijvoorbeeld een ont-
Voor de ontwikkeling van deze buurt (bekend als De Haese deelplan C) zijn afspraken vastgelegd tussen gemeente en ontwikkelende partijen. Het bestemmingsplan is inmiddels vastgesteld.
2.2 Ontwikkelingen in de omgeving
43
Impressies van de wijk
“Iedereen had een klink op de
deur en je liep voor in en achter uit. Voor en achter had ik familie wonen: als anderen naar mijn zus gingen, liepen ze bij mij van voren naar binnen en van achteren eruit” * Citaat uit , ‘Sanderbout, beleving van een Sittardse volkswijk, Sittard-Geleen 2006’;
pagina 24
3 UITVOERING 44
3.1 Fasering In deze paragraaf beschrijven we de fasering van de herontwikkeling van het plangebied, de organisatie die de herontwikkeling zal gaan aansturen en gaan uitvoeren. Tussen ZO Wonen, gemeente Sittard-Geleen en de provincie worden afspraken gemaakt met betrekking tot personele inzet en financiën.
6.
van ruimtelijk en sociaal programma, indien mogelijk al met de sociaal of ruimtelijk programmamanager; vrijmaken van personeel uit partnerorganisaties voor uitvoeringsorganisatie, of externe krachten indien nodig of wenselijk.
De volgorde van uitvoering van de herstructurering bepaalt mede het succes. Het is belangrijk om op korte termijn de nieuwe brede school met de bijbehorende maatschappelijke voorzieningen te bouwen: de nabijheid van voorzieningen heeft een positief effect op de waardering van de wijk en daarnaast komt de locatie van de huidige school vrij voor de bouw van seniorenwoningen. De realisatie van deze nieuwe schoolaccommodatie is een belangrijk signaal dat de positieve effecten van de herstructurering aangeeft.
Uitvoeringsorganisatie ruimtelijk programma Onder leiding van de ruimtelijk programmamanager werkt de uitvoeringsorganisatie het ruimtelijk programma nader uit en zorgt voor de uitvoering. Deze uitwerking wordt in nauwe afstemming met de uitvoeringsorganisatie sociaal opgepakt.
Verder is het van belang zo snel mogelijk met de bouw van woningen te beginnen. Ook dit is een positief signaal. Het geeft een aantal huidige bewoners van het plangebied ook de mogelijkheid om in de buurt van hun bestaande woning naar een nieuwe te zoeken.
De uitvoeringsorganisatie ruimtelijk programma heeft als taak het omschreven programma te concretiseren. Methodische aanpak, communicatiestrategie etc. moeten ontwikkeld worden door de programmamanager, in overleg met de projectgroep en bewoners.
De ambitie is om na de verplaatsing van de school zo snel mogelijk te starten met het bouwen van woningen op de huidige schoollocatie en in Thienbunder. In ieder geval voordat de bewoners van Achtbunder wiens woning gesloopt wordt, moeten verhuizen; zodat zij zoveel mogelijk de kans krijgen binnen de wijk te verhuizen.
Uitvoeringsorganisatie sociaal programma Onder leiding van de sociaal programmamanager werkt de uitvoeringsorganisatie het sociaal programma nader uit en zorgt voor de uitvoering. Deze uitwerking wordt in nauwe afstemming met de uitvoeringsorganisatie ruimtelijk opgepakt.
De stappen die ZO Wonen en gemeente gezamenlijk zetten in de uitvoering zijn hiernaast indicatief in de tijd aangegeven. 3.2 Organisatie Voorbereidende fase Voor de programmerings- en uitvoeringsfase is een projectorganisatie vereist ten behoeve van: 1. 2. 3. 4. 5.
communicatie van en afstemming over ambitiedocument met betrokkenen; afronden ambitiedocument met daaraan gekoppeld feestelijk moment; bestuurlijke afstemming over kosten projectorganisatie vervolg (afronden afsprakenkader); aantrekken van sociaal en ruimtelijk programmamanager; opstarten overleg met externe partijen over onderdelen
Projectorganisatie Na het vaststellen van het ambitiedocument roepen we de projectorganisatie in het leven, zoals hiernaast geïllustreerd.
De uitvoeringsorganisatie sociaal programma heeft als taak het omschreven programma te concretiseren. Methodische aanpak, communicatiestrategie etc. moeten ontwikkeld worden door de programmamanager, in overleg met de projectgroep en bewoners.
45
afbeelding 7: schema fasering
Start
Gereed
2007 2009 2009 2009 2009 2009 2009
2009 2012 2013 2014 2013 pm 2016
Sloop woningen Thienbunder Planontwikkeling en bouw woningen Thienbunder Planontwikkeling en bouw brede school noordelijke punt SEO Planontwikkeling en bouw woningen huidige schoollocatie Herhuisvesting en sloop dwarswoningen Achtbunder Planontwikkeling en bouw voorzieningencentrum SEO* Sloop en herbouw woningen Sanderbout (Veestraat e.o.) *SEO valt m.u.v. brede school buiten afsprakenkader m.b.t. uitvoering
afbeelding 8: schema organisatie
Bestuur Provincie Limburg
Bestuur ZO Wonen
Bestuur gemeente Sittard-Geleen
Stuurgroep
MAN DAAT Projectgroep
Programmamanager sociaal
Programmamanager ruimtelijk Participatie buurt Uitvoeringsorganisatie ruimtelijk
Uitvoeringsorganisatie sociaal
46
Impressies rondom IJzeren Brug
“ We hebben een die qua heel goed
kleine wijk,
middenstand toch
bezegend was. Maar helaas
is dat de laatste jaren ontzettend
verwaterd. Als je bedenkt dat de hele Veestraat één grote
winkelstraat was”* * Citaat uit , ‘Sanderbout, beleving van een Sittardse volkswijk, Sittard-Geleen 2006’;
pagina 35
BASISDOCUMENTEN 47 De volgende documenten hebben ten grondslag gelegen aan de totstandkoming van dit ambitiedocument. • • • • • • • • • • •
Regionale Woonmilieuvisie Westelijke Mijnstreek Retailstructuurvisie Nota ‘Basiskwaliteit leefomgeving’ Inventarisatie Thienbunder, Achtbunder, Sanderbout Een visie voor de toekomst-Ontwikkelingsvisie Sanderbout Buurtmonitor Stadsdeelanalyse Basisdocument TASs (samenvatting relevante beleidsstukken) Plan van aanpak leefbaarheidsproject Thienbunder - PIW Plan van aanpak leefbaarheidsproject Thienbunder - ZO Wonen Rapporten/verslagen n.a.v. onderzoek Meerjaren Onderhouds Planning
2008 2008 2007 2007 2007 2007 2006 2008 2006 2006
Sloop Thienbunder
48
SAMENWERKING VAN: 49 Vanuit de stuurgroep: Ruud Guyt Berry van Rijswijk Noel Lebens Jos Herberigs Leon Verheggen Roger Essers
Wethouder stadsontwikkeling, verkeer en sport Wethouder inkomen, zorg, cultuur en jong zijn Gedeputeerde Provincie Limburg Bestuurder ZO Wonen Directeur Markt en Ontwikkeling ZO Wonen Hoofd Vastgoed gemeente Sittard-Geleen
Vanuit de kerngroep: Pascal Wauben Daphne Kagelmaker Ger Heyman Jos Laugs Jack Rademakers Ben van Baardwijk Melissa Golob Miranda Gezel Marc Lamboo
Stadsbouwmeester Beleidsmedewerker wonen Stadsdeelmanager Teamleider stadsdeelmanagement Beleidsadviseur Procesmanager herstructurering Projectmedew. herstructurering Wijkmanager Senior Beleidsmedewerker
gemeente Sittard-Geleen gemeente Sittard-Geleen gemeente Sittard-Geleen gemeente Sittard-Geleen gemeente Sittard-Geleen ZO Wonen ZO Wonen ZO Wonen ZO Wonen
Adviseur milieu Stedenbouwkundige Manager Strategie en Beleid Directeur Klant Teamleider Maatschappelijk werk Manager
gemeente Sittard-Geleen gemeente Sittard-Geleen ZO Wonen ZO Wonen Partners in Welzijn Partners in Welzijn
Vanuit de werkgroepen: Jos van Rooy Joost Vroege Jos Knoors Doenja Urlings Roel Heijink Marianne Rieter
Ter ondersteuning: H&S adviseurs
Impressies TASs
50
SAMENWERKING VAN: 51 De klankbordgroep, bestaande uit: • • • • •
Wijkplatforms Sanderbout en Ophoven Visiegroep Sanderbout Huurdersbelangenvereniging Sittard-MunsterGeleen Partners in Welzijn Politie
Vanuit wijkplatforms Sanderbout en Ophoven: John Gerrits Rita Gerrits Nel Vrancken Thijs van Tilborg Jacques de Raat
Vanuit visiegroep Sanderbout: John Dreuning Michel Ramakers Jos Tummers Bert van de Berg Herman Huirne
Vanuit huurdersbelangenvereniging Sittard-MunsterGeleen: Lou Florax Marga Spijkers Frieda Claessen
Vanuit Partners in Welzijn (PIW): Marianne Rieter Roel Heijink
Vanuit Politie: Wim Beckers
52
BIJLAGEN 53 •
Bijlage 1: Overzicht sloop en nieuwbouw TASs
54
BIJLAGE 1:
sloop en nieuwbouw
55
Overzicht sloop en nieuwbouw TASs
Gebied
Eigendom vastgoed
Sloop woningen
Nieuwbouw sociale huur
Nieuwbouw koop
Totaal nieuwbouw
ZO Wonen
102
35
30
65
Basisschool
Gemeente
0
25
0
25
Achtbunder
ZO Wonen
123
ZO Wonen
232
50
50
100
457
110
80
190
Sanderbout Veestraat e.o.
Sanderbout
(dwars)
Thienbunder
TOTAAL: