1 op 3 doet het in mijn gemeente
tips voor het lokaal amateurkunstenbeleid
1
Inhoud Intro
p 00
Beleid en structuur van de amateurkunstensector
p 00
Amateurkunsten in de 21ste eeuw
p 00
Enkele kerncijfers
p 00
Enkele opvallende bevindingen uit het onderzoek naar lokaal ondersteuningsbeleid
p 00
Wat een gemeentebestuur kan betekenen voor amateurkunstenaars en vice versa
p 00
Uitdaging: lokale trajectbegeleiding
p 00
Dossier: Infrastructuur
p 00
Dossier: Een cultuurcentrum in je gemeente? Benut de extra subsidie van de Vlaamse overheid voor het toegankelijk maken van het aanbod
2
van lokale gezelschappen en verenigingen!
p 00
Dossier: Subsidiereglementen: do’s en don’ ts
p 00
Dossier: Provinciale ondersteuning
p 00
Dossier: Praktijkvoorbeelden
p 00
Intro 1 op 3 Vlamingen beoefent actief kunst in de vrije tijd. Ook in uw gemeente zijn er dus tal van amateurkunstenaars actief. Omdat zij vooral op lokaal niveau actief zijn, is een degelijk uitgebouwde lokale ondersteuning van groot belang. Een gemeentebestuur dat actieve ondersteuning biedt aan haar talrijke inwoners met artistiek talent, investeert niet alleen in de amateurkunstenaars zelf, maar ook in een aangename omgeving. Intussen is namelijk ruimschoots bewezen dat amateurkunsten goed zijn voor de samenleving. Het groepsgebeuren, de vaak bijzondere groepssamenstelling, het actief engagement dat velen opnemen binnen een artistiek project… Het is absoluut een gericht beleid waard. In deze publicatie leest u hoe uw gemeente binnen een realistisch kader haar amateurkunstenaars kan ondersteunen. We geven een overzicht van de verschillende ondersteuningsmechanismen, reiken tal van tips en good practices aan en nodigen je uit om deze publicatie als startpunt binnen een traject te benutten. Het Forum voor Amateurkunsten en vzw Repetitieruimtes bieden je de mogelijkheid een trajectbegeleiding aan te vragen, waarbij ter plaatse een analyse wordt gemaakt van de bestaande ondersteuningsmogelijkheden en vervolgens advies wordt verleend om deze binnen een realistisch kader te optimaliseren. Hierover leest u meer aan het eind van de publicatie.
3
Beleid en structuur van de amateurkunstensector De amateurkunstensector is een zeer diverse sector. Het amateurkunstendecreet van 22 december 2000 geeft er volgende definitie aan. “Amateurkunsten: elke kunstvorm die in het kader van het sociaal-culturele gebeuren aan iedere burger de kans biedt om zich via kunstbeoefening en -beleving te ontplooien en zijn potentiële creatieve vermogens te ontwikkelen op vrijwillige basis en zonder beroepsmatige doeleinden.” Hieronder vallen tal van beoefenaars die actief zijn in één van volgende disciplines: muziek, beeldhouwen, dans, theater, film, fotografie, zang, multimedia, DJ’en, schilderen en schrijven. De amateurkunstensector is door de Vlaamse overheid gestructureerd in negen erkende, landelijk gestructureerde, pluralistische, amateurkunstenorganisaties. Eén per kunstdiscipline of subdiscipline:
Beeldende kunst Kunstwerk[t] vzw Bijlokekaai 7C, 9000 Gent [t] 09/ 235 22 70 [e]
[email protected] [w] www.kunstwerkt.be
Instrumentale muziek Vlamo vzw Bijlokekaai 8, 9000 Gent [t] 09/ 265 80 00 [e]
[email protected] [w] www.vlamo.be
Beeldcultuur Centrum voor Beeldexpressie vzw Boomsesteenweg 333 bus 3, 2610 Wilrijk [t] 03/ 821 10 29 [e]
[email protected] [w] www.beeldexpressie.be
Vocale muziek Koor&Stem vzw Huis voor de Amateurkunsten Zirkstraat 36, 2000 Antwerpen [t] 03/ 237 96 43 [e]
[email protected] [w] www.koorenstem.be
Folk en Jazz Muziekmozaïek vzw Wijngaardstraat 5, 1755 Gooik [t] 02/ 532 28 38 [e]
[email protected] [w] www.muziekmozaiek.be
Lichte muziek Poppunt vzw Bloemenstraat 32, 1000 Brussel [t] 02/ 504 99 00 [e]
[email protected] [w] www.poppunt.be
Dans Danspunt vzw Abrahamstraat 13, 9000 Gent [t] 09/ 269 45 30 [e]
[email protected] [w] www.danspunt.be
Letteren Creatief Schrijven vzw Huis voor de Amateurkunsten Zirkstraat 36, 2000 Antwerpen [t] 03/ 222 40 99 [e]
[email protected] [w] www.creatiefschrijven.be
Theater OPENDOEK vzw Huis voor de Amateurkunsten Zirkstraat 36, 2000 Antwerpen [t] 03/ 222 40 90 [e]
[email protected] [w] www.opendoek-vzw.be
4
Het aanbod van de landelijke amateurkunstenorganisaties is heel rijk en divers. Het zijn stuk voor stuk informatiecentra voor alle beoefenaars. Per discipline of deeldiscipline is er een uiterst informatieve website en worden er gespecialiseerde tijdschriften uitgegeven. Verschillende organisaties hebben een open documentatiecentrum waar men ondermeer repertoire-advies kan krijgen. Er worden documentatie- en werkmaterialen ontwikkeld en de sector organiseert publieksgerichte evenementen en festivals. Men kan zich met elkaar meten in diverse wedstrijden, bv. voor verschillende muziekdisciplines, het Koninklijk Landjuweel, Talens Palet, Dansjuweel… Beoefenaars kunnen artistieke, organisatorische en technische begeleidingen krijgen, zoals bv. productieleiding, stemtraining, digitale beeldbewerking, cameravaardigheden, geluidstechniek, stemvorming, gehoortraining… en er zijn masterclasses voor bv. jazz of schrijfdocentopleidingen. Regelmatig worden vernieuwende projecten opgezet en de internationale werking wordt volop verder uitgebouwd. Binnen de sector worden tal van cross-disciplinaire initiatieven genomen en via een gericht doelgroepenbeleid zorgt de sector ervoor dat iedereen aan bod komt. Amateurkunstenaars krijgen via de negen organisaties volop speel- en expositiekansen en kunnen hun activiteiten bekend maken in binnen- en buitenland. Bij verschillende organisaties worden materialen ter beschikking gesteld of kan je terecht voor aangepaste verzekeringspakketten, fiscaal, sociaal en juridisch advies. Ze vormen ook een brug naar de media, denk maar aan vi.be/onair, Koor van het Jaar en de Canvascollectie.
Volg deze organisaties op de voet: de ontwikkelde dienstverlening is ook voor uw gemeente interessant! Amateurkunstenaars op zoek naar inhoudelijke ondersteuning, kunnen altijd bij hen terecht. Binnen de sector worden tal van vernieuwende en verbredende projecten opgezet. Wie weet in de toekomst misschien wel op uw grondgebied!
Naast de negen organisaties is er een overlegcentrum en belangenbehartiger voor de amateurkunstensector. Forum voor Amateurkunsten vzw Abrahamstraat 13, 9000 Gent [t] 09/ 235 40 00 [e]
[email protected] [w] www.amateurkunsten.be [w] www.wak.be Het Forum stimuleert overleg, coördineert de samenwerking en bevordert de uitstraling van de amateurkunstensector in Vlaanderen. Het Forum ontwikkelde bv. een online subsidiewijzer voor alle disciplines met een overzicht van de subsidiemogelijkheden op provinciaal, Vlaams, federaal en internationaal niveau. Het Forum voor Amateurkunsten is organisator van het landelijk evenement ‘Week van de Amateurkunsten’ (eind april-begin mei) dat in 2010 aan haar vijftiende editie toe is. In 2007, 2008 en 2009 kende dit evenement een deelname van telkens meer dan 170 gemeenten. De lokale coördinatoren wisten jaarlijks ruim 1.100 activiteiten op de agenda te plaatsen.
5
Amateurkunsten in de 21ste eeuw Elk weekend kan je wel ergens in Vlaanderen te gast zijn op het vijftig- of zelfs honderdjarig jubileum van een culturele vereniging. Met name toneelgroepen, koren en harmonies kennen vaak een lange traditie en weten verschillende generaties creatievelingen te boeien. De amateurkunstensector telt heel veel verenigingen en er is, ondanks sommige berichten, geen sprake van een dalende trend. De verenigingen behouden hun belang. Daarnaast zijn er wel steeds meer individuele kunstenaars die zich in de schijnwerper weten te plaatsen en we zien, net als bij het sociaal-cultureel volwassenenwerk het geval is, meer losse verenigingsverbanden met kortere engagementen. Ook hier is sprake van de zogeheten zapcultuur. Een zapcultuur die soms als bedreiging, soms als troef wordt ervaren. Experimenteren, het proeven van, het zich op korte termijn bekwamen in een kunstdiscipline; menigeen geeft hieraan de voorkeur. Anderen halen veel voldoening uit het samen musiceren, het samen maken van een theaterstuk, het samen dansen, het samen zingen in een koor en niet alleen de kunstbeoefening, maar ook het contact met de overige leden uit de groep, maakt dat vele amateurkunstenaars zich met passie en bezieling toeleggen op kunstbeoefening. Heel wat van hetgeen amateurkunstenaars creëren, wordt aan het publiek getoond. De culturele agenda’s zijn steeds stevig doorspekt met talloze concerten, theatervoorstellingen, dansvoorstellingen, exposities… Voor tal van Vlamingen is cultuurparticipatie overigens het deelnemen aan of bijwonen van activiteiten van het lokale amateurkunstenveld. Het werkterrein van de landelijke amateurkunstenorganisaties bestaat voor ruim een derde uit jongeren onder de 25 jaar. In een vergrijzend Vlaanderen hoeft deze sector dus niet te vrezen voor een uitdovende instroom. Ondertussen dringt een gecontinueerde intergenerationele aanpak zich hier wel op; 28% is ouder dan 50 jaar.
6
Wat maakt deze sector zo bijzonder? Amateurkunst is iets dat je vaak beoefent met een groot engagement. Je wil het goed doen, fier zijn op wat je ontwerpt en anderen raken met je creaties. Je steekt er heel wat van je vrije tijd in én combineert dit geregeld met een vrijwillige inzet voor je groep. Er wordt in alle disciplines gestreefd naar kwaliteit. Deze sector is vrijer van compromissen dan de professionele kunstensector. Een amateurkunstenaar creëert vanuit de drang iets te maken en hoeft zich geen zorgen te maken over de commerciële waarde ervan. Amateurkunsten vormen een basis voor een ruim sociaal netwerk. Via de individuele kunstbeoefening kan je deel uitmaken van het verenigingsleven, van sociaal-artistieke projecten en andere maatschappelijke initiatieven. Bij de amateurkunsten zit je volop bij de actieve cultuurparticipant. Wanneer het beleid inwoners optimale kansen wil geven om deel te nemen aan het culturele leven, dan maakt de mogelijkheid om zelf kunst te beoefenen daar integraal deel van uit. Mensen aanmoedigen en kansen bieden om met kunst bezig te zijn is hoe dan ook bevorderlijk voor de samenleving. Een samenleving heeft alle baat bij creatieve mensen, maar ook de gemeenschapsvormende factor en het feit dat kunst een universele taal is die in principe niemand uitsluit, zijn argumenten om actieve kunstbeoefening extra te stimuleren. De kwaliteit, de creativiteit, de omvang en de potentie van deze sector wordt in de 21ste eeuw ook meer en beter opgepikt. Steeds meer actoren ontdekken en erkennen dat hier dé bron van creativiteit te vinden is. De sector heeft de tijdsgeest ook mee aangezien creativiteit een fel bevraagde competentie is. Ook media pikken er makkelijker op in. Hoe media zaken in de kijker plaatsen, is heel belangrijk. Al decennia lang telt Vlaanderen een fenomenaal aantal amateurschilders en amateurfotografen die prachtige werken maken. De Canvascollectie bracht dit voor het eerst gekanaliseerd in de huiskamers en plots hoor je op de Vrijdagsmarkt mensen aan elkaar vertellen “ ’t Is toch ongelofelijk wat er allemaal gemaakt wordt en d’r zijn zulke mooie werken bij. Mijn buur blijkt er ook wat van te kunnen”. Het feit dat er in de voorrondes meer dan 14.000 werken werden ingediend verbaasde de TV-makers, de musea en het publiek. En laat deze omvang nu net bestaan bij alle kunstdisciplines. Er is geen enkele gemeente in Vlaanderen die niet meerdere amateurkunstenverenigingen en tientallen, zelfs honderd- en duizendtallen kunstbeoefenaars telt.
Enkele kerncijfers In dit hoofdstuk vindt u enkele belangrijke cijfers, die amateurkunsten in Vlaanderen verder duiden. Deze cijfers zijn afkomstig uit het sociologisch onderzoek, gevoerd in 2009 onder leiding van professoren Mark Elchardus (VUB) en John Lievens (UGent). 37 procent van de Vlamingen, van 14 jaar en ouder, beoefent minstens één creatieve hobby. Slechts een minderheid van de Vlamingen (29,2%) beoefende nooit een creatieve hobby.
* Om een beter beeld te krijgen van de leeftijdsprofielen van de verschillende disciplines, is de gemiddelde leeftijd van de respondenten berekend. Zo valt op dat muziek een discipline is die voornamelijk wordt beoefend door jongere respondenten. De gemiddelde leeftijd van de respondenten die amateurkunstenaar zijn, gaat van 30,9 (muziek) tot 42,7 (zang). Met uitzondering van de respondenten die een culturele activiteit beoefenen binnen de discipline ‘zang’ is de gemiddelde leeftijd van amateurkunstenaars voor elk van de disciplines significant lager dan van de niet-participanten. Discipline Beeldexpressie
Opmerkelijk is dat een groot deel van de amateurkunstenaars actief is in meerdere organisatieverbanden.
Gemiddelde leeftijd 39,0
Schrijven
35,7
Dans
36,2
Zang
42,7
Beeldende kunst
41,2
Theater/Toneel
34,2
Muziek
30,9
Toch zegt de gemiddelde leeftijd per sector niet alles. Men stelde bv. vast dat zang zowel jongeren tussen 14 en 17 jaar (20,0%) als 65-plussers (21,3%) aanspreekt, terwijl muziek eerder echt een aangelegenheid van jongeren is. 64 % van de beoefenaars is hier jonger dan 35 jaar. Dit is ook zo wat theater betreft: 61 % van de beoefenaars van theater en toneel is tussen de 14 en 34 jaar.
Regelmatige beoefenaar van een creatieve hobby Occasionele beoefenaar van een creatieve hobby Vroeger een creatieve hobby beoefend, nu niet meer Nooit een creatieve hobby beoefend Totaal
27,4 9,4 33,9 29,2 100,0
De beoefening van amateurkunst is duidelijk leeftijdsgebonden. De gemiddelde leeftijd van amateurkunstenaars ligt rond de 35 jaar*.
14-17 jarigen: 64,3% is beoefenaar 18-34 jarigen: 39,9% is beoefenaar 35-54 jarigen: 23,2% is beoefenaar 55-65 jarigen: 20,8% is beoefenaar 65+: 11,9% is beoefenaar
Verder is actieve kunstbeoefening geslachtsgebonden: 32 % van de vrouwen beoefent op regelmatige basis een culturele hobby, terwijl dit voor de mannen slechts voor 23 % geldt.
53,6 % beoefent zijn of haar creatieve hobby(‘s) alleen 51,4 % beoefent zijn of haar creatieve hobby(‘s) in een club, vereniging of band 25,2 % beoefent minstens één creatieve hobby in het deeltijds kunstonderwijs 20,2 % doet dat in een opleiding of cursus buiten het deeltijds kunstonderwijs 34,4 % beoefent zijn/haar creatieve hobby samen met vrienden
Op de vraag waarom ze amateurkunsten beoefenen, antwoordt meer dan 90 % van de beoefenaars dat ze dit doen om zich te ontspannen of om tot rust te kunnen komen. Ongeveer 84 % geeft aan een amateurkunst te beoefenen om nieuwe dingen te leren en/of om zichzelf te ontplooien. Op de derde plaats komen sociale motieven. Bijna drie vierde van de beoefenaars zegt creatief bezig te zijn om met vrienden samen te zijn, voor de gezelligheid en/of om nieuwe mensen te ontmoeten die dezelfde interesses hebben. Slechts 40 % van de amateurkunstenaars stelt dat ze het doen omdat het goed staat bij vrienden en kennissen of omdat mensen opkijken naar iemand die dat kan.
7
Het merendeel van de respondenten in het bevolkingsonderzoek verbindt het woord amateurkunsten met ‘enthousiasme’ (67,5%) en ‘creativiteit’ (67,3%). Dit is een positieve perceptie.
Perceptie van amateurkunsten: percentages (n=2261) (Bron: AK bevolkingsonderzoek)
Als u het woord ‘amateurkunst’ hoort, waaraan denkt u dan? Enthousiasme 67,5 % Creativiteit 67,3 % Sociaal 38,0 % Vrijblijvend 35,2 % Toewijding 34,9 % Originaliteit 34,8 % Minderwaardig werk 9,8 % Niet serieus 8,4 % Saai 6,4 % Deskundigheid 3,3 %
Amateurkunsten geven op jaarbasis heel wat geld uit aan hun hobby. Er is dus een economisch aspect aan verbonden.
Hoeveel geven de leden van de amateurkunstenorganisaties op jaarbasis uit aan hun kunstbeoefening? 6,2% van de actieve leden geeft niets uit aan de beoefening van hun hobby Ongeveer 8% van de actieve leden geeft minder dan €50 uit 27,5% geeft tussen €50 en €249 uit 36,1% geeft tussen €250 en €999 uit 21,9% geeft meer dan € 1.000 uit
8
Wanneer de beoefening wordt uitgesplitst per deeldiscipline, krijg je volgend plaatje. Fotografie (geen vakantie- of familiefoto’s) Multimedia (bv. VJ’en, game-ontwerp, webdesign,…) Film/Video (geen vakantie- of familievideo’s) Mixed media Instrument bespelen Muziek spelen in een fanfare, brassband Klassieke muziek spelen Majorette of twirl Jazzmuziek spelen Wereldmuziek of folk spelen Samenzang Koorzang Solozang Vocaal ensemble Opera of operette Zingen in een band Pop- of rockmuziek spelen DJ’en of elektronische muziek maken Muziek componeren Muziekproductie (opnames maken en bewerken) Muziektheater of musicals spelen Musical Rap Liedteksten schrijven Dagboek/korte gedachten schrijven Weblog schrijven Reisverslagen schrijven Poëzie, versjes of gedichten schrijven Artikels/opiniestukken schrijven Essays schrijven Columns/cursiefjes schrijven Romans of (kort)verhalen schrijven voor volwassenen Romans of (kort)verhalen schrijven voor kinderen Tekenen Textiele kunsten (weven, borduren, enz.) Schilderen Grafiek Papierbewerking Keramiek Kalligrafie Edelsmeedkunst Werelddans Hedendaagse dans Hiphop, streetdance, breakdance Volksdans of historische dans Jazzdans of moderne dans Stijldans Klassiek ballet Toneel of theater spelen Toneel/scenario schrijven Kindertheater spelen/regisseren Cabaret, stand-up, kleinkunst Mime of bewegingstheater Poppenspel, circus
% 7,5 4,8 3,6 0,9 6,7 1,2 2,3 0,1 1,2 0,8 2 1,9 1,1 0,3 0,1 0,7 3 2 1,3 1,3 0,3 0,2 0,2 1,4 5,8 3,6 3,3 3 2,8 1,9 1 0,7 0,4 5,6 3,4 2,8 1,4 1,3 0,6 0,6 0,3 2,6 2,4 1,5 1,4 1,3 1,2 0,3 1,7 0,4 0,2 0,2 0,2 0,2
De amateurkunstenorganisaties bieden anno 2009 reeds aan meer dan 10.000 groepen en meer dan 210.000 individuele kunstenaars actieve ondersteuning.
Enkele opvallende bevindingen uit het onderzoek naar lokaal ondersteuningsbeleid Het in kaart brengen van de huidige ondersteuningsvormen van het lokale beleid, is een grootse klus. Elke gemeente heeft haar eigen sociologische, geografische en economische realiteit en kiest haar eigen beleidsopties. De sector was dan ook heel blij dat een thesisstudente een stevig onderzoek wilde inzetten. Sarah Beernaert, laatstejaarsstudente aan de VUB in de richting agogische wetenschappen, ging met maar liefst 30 gemeenten praten. Met een vragenlijst reisde ze doorheen Vlaanderen en nam interviews af bij zowel grote als kleine gemeenten uit de vijf Vlaamse provincies. De thema’s die in haar gesprekken aan bod kwamen zijn: communicatie, inspraak, infrastructuur, financiële ondersteuning, logistieke ondersteuning, netwerking, inhoudelijke ondersteuning, presentatie, Week van de Amateurkunsten, frequentie van ondersteuningsvragen, hiaten, hindernissen en behoefte aan richtlijnen. Om te achterhalen welke ondersteuning gemeenten bieden aan amateurkunstenaars, werden enkel mensen bevraagd die verondersteld werden kennis te hebben omtrent deze materie. De grote meerderheid van de bevraagden (26 op 30) waren cultuurbeleidcoördinatoren. Andere functies waren coördinator en projectcoördinator van een cultuurcentrum, verantwoordelijke van de cel sociaal-cultureel verenigingswerk en amateurkunsten, schepen van cultuur, voorzitter van de cultuurraad en medewerker van de dienst cultuur.
De interviews leverden volgende informatie op: Beleidsplannen Zo goed als alle bevraagde gemeenten hebben een cultuurbeleidsplan opgesteld. Daarin zijn de amateurkunsten altijd op één of andere manier opgenomen. Bij slechts 1 op 3 geïnterviewde gemeenten zijn amateurkunsten voor jongeren expliciet vermeld in het jeugdbeleidsplan. Communicatiemiddelen De drie meest vernoemde communicatievormen voor en over amateurkunsten zijn in grootorde van belang: de website, het gemeenteblad en informele contacten. Andere kanalen zijn: de cultuurraad, een aangepaste folder, nieuwsbrieven en info- of vormingsmomenten. Inspraak De cultuurraad komt tijdens de gesprekken bijna overal naar voor als de meest gehanteerde inspraakvorm. Verenigingen krijgen hiermee een forum, individuele kunstenaars maken echter weinig tot geen deel uit van dit adviesorgaan. Een tweede vaak voorkomende inspraakvorm is informeel contact. Vervolgens komt inspraak dikwijls tot uiting bij het uitwerken van projecten. Infrastructuur Van de 30 geselecteerde gemeenten beschikt ongeveer 85% over podia, repetitieruimte en tentoonstellingsruimte. In 60% van de gevallen zijn ateliers aanwezig. Slechts 4 gemeenten hebben beschikbare opslagruimte. De meest voorkomende infrastructuur, ter beschikking van amateurkunstenaars, zijn: kerken/kapellen/klooster/abdij, parochiezalen, jeugdinfrastructuur, cultuurcentra/ gemeenschapscentra/ontmoetingcentra, infrastructuur in de horeca of commerciële sector, ruimten in gemeente- of stadhuis en scholen. >>>
9
>>> In 25 ondervraagde gemeenten beheren bepaalde lokale amateurkunstverenigingen een eigen lokaal. Meestal gaat het dan om theatergezelschappen en fanfares. Maar 3 gemeenten menen dat ze alle amateurkunstenaars kunnen bedienen op het vlak van infrastructuur. Zes gemeenten komen in grote mate tegemoet aan deze vraag. De grootste groep, namelijk 20 gemeenten, kunnen onvoldoende infrastructuur aanbieden omdat de vraag groter is dan het aanbod. Financiële en logistieke ondersteuning Bij heel wat gemeenten vinden we eenzelfde subsidiepatroon terug. Naast structurele ondersteuning (basissubsidie en/of werkingssubsidie), komen projectsubsidies frequent voor. Er bestaan ook aanvullende subsidies zoals bv. subsidies voor jubilea. Naast deze rechtstreeks geldelijke ondersteuning, hanteren gemeenten allerlei gunsttarieven bij wijze van financiële tegemoetkoming. Verderop in deze publicatie leest u nog veel meer over financiële en logistieke ondersteuning in het dossier “subsidiereglementen: do’s en don’ts”. Samenwerking Artistieke projecten worden door zo’n 8 op 10 bevraagde gemeenten genoemd als middel om amateurkunstenaars samen te brengen. De WAK - Week van de Amateurkunsten - krijgt in dit kader regelmatig een vermelding. Informele impulsen en stimulansen vanuit de cultuurraad scoren beide even hoog (7 op 10). Het met elkaar in contact brengen van amateurkunstenaars is een derde succesvolle manier om samenwerking te bevorderen.
10
Opleidingsvormen De meeste gemeenten hebben een of meerdere afdelingen van het DKO. - deeltijds kunstonderwijs - Academies voor muziek en woord komen iets vaker voor dan academies voor beeldende kunst (27 t.o.v. 24 op 30 gemeenten). Ongeveer de helft heeft een academie voor dans. De toenadering tussen de amateurkunstensector en het DKO krijgt een positieve evaluatie in 1 op 2 testgemeenten. De aanwezigheid van alternatieve kunstopleidingen werd slechts in 4 op 30 gemeenten genoemd. Uit grootschalig bevolkingsonderzoek blijkt echter dat ongeveer evenveel amateurkunstenaars opleiding volgen in de vorm van workshops, lessenreeksen of buitenschoolse vorming, als in het DKO. Wellicht zijn de alternatieve kunstopleidingen dus nog minder goed gekend of onvoldoende in kaart gebracht door de gemeentebesturen. Dagonderwijs Samenwerking tussen amateurkunsten en het regulier dagonderwijs is niet zo vanzelfsprekend. De samenwerkingsverbanden die worden aangehaald, kunnen in vier groepen worden opgesplitst. De grootste categorie zijn projecten. Denk maar aan scholen die betrokken worden bij de WAK. Een tweede manier van samenwerking is structureel en wordt beduidend minder gebruikt. Voorbeelden situeren zich binnen de context van de brede school en naschoolse opvang. Een derde vorm situeert zich op vlak van infrastructuur. Heel wat scholen van het dagonderwijs stellen hun lokalen open voor amateurkunstenaars. Tot slot is ook integratie tussen amateurkunsten in het dagonderwijs mogelijk. Hieronder verstaan we scholen met een eigen harmonie, fanfare, drumband, enz. Intergemeentelijke samenwerking Wanneer gemeenten cultureel ingebed zijn in een regionale structuur (bv. overleg
cultuur Zuid-West-Vlaanderen, COMEET, Cultuuroverleg Scheldeland en CO7), is amateurkunst daar één van de speerpunten. Binnen deze bredere context worden meestal projecten rond amateurkunsten uitgewerkt. Inhoudelijke ondersteuning Om inhoudelijke stimulansen te kanaliseren, bieden specifieke initiatieven voor amateurkunsten de beste kansen. De WAK is het voorbeeld bij uitstek. Daarna komen cultuurprijzen, wedstrijden, vorming, projectwerking met innovatieve en interdisciplinaire ideeën en projecten met specifieke doelgroepen. Presentatiemogelijkheden bevorderen Het creëren van podium- en tentoonstellingsmogelijkheden en het programmeren van amateurkunsten op gemeentelijke activiteiten, zoals feestelijkheden en officiële openingen, worden veel vermeld als presentatievorm. Projecten zijn ook hier weer een manier om aan de vraag te voldoen. Publiekswerking, het ter beschikking stellen van podia op specifieke momenten en optredens op festivals zijn voor veel lokale besturen andere manieren om de presentatiemogelijkheden te bevorderen. Welke ondersteuningsvragen krijgt men het meest? Wanneer we gemeenten vragen welke ondersteuningsvragen ze het meest krijgen van de lokale amateurkunstenaars, zien we duidelijk een top 3 waarbij infrastructuur met stip bovenaan staat. Daarna volgt de vraag naar financiële ondersteuning. En op de derde plaats vinden we logistieke ondersteuning. In veel mindere mate is er vraag naar inhoudelijke ondersteuning, inspraak, presentatiegerichte ondersteuning, promotie en communicatie.
Wat een gemeentebestuur kan betekenen voor de amateurkunstenaars en vice versa Uit recent sociologisch onderzoek blijkt dat 1 op 3 inwoners van de gemeente een artistieke hobby beoefent. Soms individueel, vaak in groepsverband. Amateurkunstenaars zijn dus heel prominent aanwezig binnen de gemeente. Beschouw hen echter niet alleen als klant, want zij hebben u ook heel wat te bieden. Het zijn creatievelingen en dus ideale partners om het culturele veld in je gemeente mee vorm te geven. Ondersteun hen en schakel ze in om dat cultuurverhaal rijker en gedragen te maken. Er bestaat echter geen “kant en klaar pakket” om amateurkunstenaars te ondersteunen. Het is maatwerk waarbij je rekening moet houden met de volgende aspecten: Breng de amateurkunsten in kaart Heel wat gemeentebesturen hebben een goed contact met een groot deel van de lokale amateurkunstenaars. Koren, fanfares en amateurtheatergezelschappen bestaan vaak al een lange tijd en zijn dikwijls een goede partner binnen een lokaal cultuurbeleid. Verder zijn er ook heel wat amateurkunstenaars die hun kunstzinnige hobby niet noodzakelijk in
• Amateurkunstenaars zijn meer solidair dan niet-beoefenaars. • Amateurkunstenaars zijn minder sociaal geïsoleerd dan niet- beoefenaars. • Amateurkunstenaars staan positiever tegenover de plaats van kunst en cultuur in het onderwijs dan niet-beoefenaars. • Amateurkunstenaars staan positiever tegenover de rol van een subsidiërende overheid in kunsten dan niet-beoefenaars .
een vereniging beoefenen, bv. jonge muzikanten die in een bandje spelen of beeldende kunstenaars die op een zolderkamer werken aan hun creaties. Verschillende onderzoeken wezen in het verleden al op het belang van deze individuele kunstenaars en sporen gemeenten en beleidsmakers aan om deze doelgroep niet uit het oog te verliezen.
Even concreet: in heel wat gemeenten maken de traditionele culturele verenigingen deel uit van de cultuurraad en zo hebben ze inspraak in het cultuurbeleid. Maar nogal wat jonge kunstenaars (pop- en rockmuzikanten, jongeren die theater willen maken, …) en individuele kunstenaars werken alleen of met enkelen samen en maken bijgevolg geen deel uit van de cultuurraad. Vaak willen ze dit niet
11
echt, maar probeer dan toch met deze individuele kunstenaars en collectiefjes rekening te houden in je beleid. Een eerste stap in een goed ondersteuningsbeleid is dan ook het zo volledig mogelijk in kaart brengen van de amateurkunstenaars in je gemeente. Heb hierbij zeker voldoende aandacht voor jonge kunstenaars en tijdelijke collectieven. Breng tegelijk in kaart op welke locaties deze kunstenaars creëren en presenteren en probeer er binnen je diverse ondersteuningsvormen rekening mee te houden dat niet alle kunstenaars zich verenigen. Zorg er met andere woorden voor dat je uitleendienst ook voor die individuele kunstenaars open staat. Gebruik verder verschillende communicatiekanalen om de amateurkunstenaars in je gemeente op de hoogte te houden van het cultuurbeleid, de ondersteuningsvormen en allerhande initiatieven of projecten waarbij zij een rol kunnen spelen. En om goed te kunnen communiceren met je kunstenaars, moet je ze natuurlijk weten te vinden… Infrastructuur Amateurkunstenaars hebben grote nood aan twee soorten ruimtes: creatieruimte (atelier, repetitieruimte en donkere kamer) en presentatieruimte (podium en tentoonstellingsruimte). Vele kunstenaars ervaren moeilijkheden om een geschikte ruimte voor hun activiteiten te vinden. Enerzijds speelt de huurprijs hier een belangrijke rol, anderzijds moeten de ruimtes voldoen aan een reeks vereisten naargelang de kunstdiscipline en kunstenaar. We denken bv. aan geluidsisolatie, stockeerruimte, aantal beschikbare uren, podium en aanwezig materiaal. Het is als gemeente niet altijd makkelijk om een duidelijk beeld te krijgen op de verschillende ruimtes die aanwezig zijn. Naast de publieke ruimtes (cultuurcentrum, gemeenschaps- of ontmoetingscentrum, parochiezalen, kerken en kapellen) zijn er ook nog heel wat private ruimtes (privé-uitbaters van repetitieruimtes, cafés waar regelmatig concerten georganiseerd worden, leegstaande winkelpanden of fabriekshallen). Bovendien bieden ook scholen mogelijkheden om creatie- of presentatieruimtes te voorzien. Een oplijsting van alle infrastructuur in de gemeente is een eerste belangrijke stap in deze ondersteuningsvorm. In het dossier “Infrastructuur” wordt meer aandacht gegeven aan de specifieke noden op vlak van infrastructuur.
Financiële ondersteuning Onder de noemer financiële ondersteuning kunnen we diverse aspecten plaatsen. In de eerste plaats denken we aan subsidies. Gemeentelijke subsidiereglementen vinden we in verschillende vormen terug. Twee voorbeelden zijn de structurele subsidie en de projectsubsidie. De structurele subsidie geeft verenigingen een basis voor hun werking. Op die manier verwerven ze een vorm van zekerheid. Aan de hand van de projectsubsidie stimuleren gemeenten dan weer nieuwe, buitengewone initiatieven. De Vlaamse overheid voorziet geen rechtstreekse subsidie voor lokale amateurkunsten. Wel is er een 1 euro- subsidie per inwoner voor de Vlaamse gemeenten ter ondersteuning van gemeenschapsvormende initiatieven. Een tweede gemeentelijke financiële tussenkomst kan gebeuren onder de vorm van gunsttarieven. Hierbij krijgen bepaalde groepen of inwoners, zoals bv. de lokale amateurkunstenverenigingen, een voordeeltarief bij het huren van lokalen, het lenen van materiaal, de kopiedienst en verzekeringen. Zowel het uitschrijven van subsidiereglementen als het schrijven van subsidiedossiers zijn eigenlijk al een kunstvorm op zich. Voor het uitschrijven van die reglementen kan je via het Forum voor Amateurkunsten verschillende voorbeelden krijgen om te laten inspireren. Ook voor kunstenaars is het niet altijd evident om een goed dossier te schrijven. Een handleiding of een invulsjabloon bij het subsidiereglement kan vaak al veel helpen, maar aarzel niet om echt advies te geven en samen met de kunstenaar het dossier te overlopen en verder aan te vullen. Logistieke ondersteuning Logistiek is een heel brede term waar veel kan onder vallen. De meest voor de hand liggende vorm van logistieke ondersteuning is het ter beschikking stellen van materiaal. Dat kan via een uitleendienst gebeuren, maar het kan evengoed gaan over het ter beschikking stellen van bepaalde kostuums of pratikabels die in het cultuurcentrum worden gebruikt. Bovendien kan je als gemeente ook personeel aanbieden voor de opbouw van een tentoonstelling, het kopiëren van programmabrochures of het administratief ondersteunen van een initiatief te verlichten voor de kunstenaar of vereniging. Communicatie is een ander voorbeeld. Heel wat gemeenten nemen het aanbod van de amateurkunstenaars op in hun eigen communicatie (Uit- krant, website). De activiteit via één aangifte
In het onderzoek van prof. M. Elchardus en prof. J. Lievens werd nagegaan in welke mate amateurkunstenaars andere maatschappelijke attitudes vertonen dan niet-amateurkunstenaars.
12
in verschillende communicatiekanalen laten opnemen, is een grote ondersteuning voor heel wat amateurkunstenaars. Inhoudelijke ondersteuning Inhoudelijke ondersteuning is een heel brede ondersteuningsvorm waar het aanbieden van workshops (theatertechniek, koordirectie, …) en culturele prijzen toe behoren, maar ook het stimuleren van samenwerking, netwerking en dialoog met het DKO, andere opleidingverstrekkers en dagonderwijs onder vallen. Samenwerking en netwerking kan op verschillende manieren. Zowel binnen de gemeente als binnen een regio. Tussen amateurkunstenaars onderling of met sociaal-culturele verenigingen. De cultuurbeleidscoördinator en/of jeugdconsulent kan bij de ontwikkeling van samenwerkingsverbanden (binnen de gemeente en/of tussen verschillende amateurkunstenaars) een belangrijke regierol spelen als schakel tussen de verschillende lokale actoren. Hou hierbij wel in het achterhoofd dat je je als gemeente niet inhoudelijk mengt in het aanbod. Gemeenten kunnen wel een aanvullend aanbod creëren en zo de amateurkunstenaars inhoudelijk stimuleren. Maar je mag als lokaal bestuur niet in de plaats treden van het lokale initiatief. Je kan de amateurkunstenaars ook inschakelen in diverse projecten die je als gemeente zelf opzet. Het opluisteren van plechtige aangelegenheden, zangfeesten, een muziekfestival, het opfleuren van een minder fraai ogend pleintje … Er zijn heel wat mogelijkheden om de creatieve kunstenaars in je gemeente in te schakelen voor een eigen project en hen tegelijk een podium of presentatieplek te bieden om hun creaties te tonen aan een breder publiek.
Vandaag de dag zijn tal van samenwerkingsverbanden tussen DKO en de amateurkunstensector te bespeuren in Vlaanderen. Dit gebeurt op landelijk niveau maar evenzeer op lokaal niveau. Er worden gezamenlijke projecten opgezet, instrumenten uitgewisseld, samen partituren aangekocht, infrastructuur gedeeld, enz. Hoewel er op veel plaatsen een toenadering is tussen beide sectoren, zijn er nog veel steden en gemeenten waar dit niet het geval is. Soms blijft het moeilijk een manier te vinden om elkaars werking te versterken. De Vlaamse overheid stimuleerde de laatste jaren intergemeentelijke samenwerking. Het decreet “houdende de intergemeentelijke samenwerking van 6 juli 2001” is hiervan het bewijs. In het decreet lokaal cultuurbeleid werd verwezen naar intergemeentelijke samenwerking omtrent de bibliotheek, het cultuurbeleidsplan, de afstemming van het cultuuraanbod en de communicatie. In 2007 heeft 59% van de Vlaamse gemeenten een intergemeentelijke samenwerking op het vlak van cultuurbeleid. Handige tip tot slot: de negen landelijke amateurkunstorganisaties kunnen een partner zijn in deze inhoudelijke ondersteuning. WAK De Week van de Amateurkunsten zet de amateurkunsten jaarlijks in de schijnwerpers. De WAK werd veertien jaar geleden voor het eerst georganiseerd. In heel Vlaanderen worden er gedurende tien dagen activiteiten georganiseerd rond een wisselend thema. Meer dan 170 Vlaamse steden en gemeenten nemen hier jaarlijks een belangrijke voortrekkersrol in. De Week van de Amateurkunsten is een overkoepelende vorm van ondersteuning die heel wat kansen biedt aan lokale amateurkunstenaars.
Het DKO en de amateurkunsten staan in theorie dicht bij elkaar. Beide sectoren zijn immers, elk op hun eigen manier, bezig met actieve kunstbeoefening. In het DKO gebeurt dit op een formele, schoolse wijze. Binnen de amateurkunstensector gaat het er informeler aan toe. Hoe dan ook maken ze beide deel uit van het lokale culturele leven. Naast het DKO zijn ook tal van andere vormingsverstrekkers actief. Kunsteducatieve organisaties, de lokale muziekwinkel, een keramiekatelier… Help je amateurkunstenaars de weg te vinden naar deze verscheiden vormen van kunsteducatie waaraan Vlaanderen zo rijk is.
13
Uitdaging: lokale trajectbegeleiding In 2007 gaf het Forum voor Amateurkunsten de publicatie “Een hartelijke uitnodiging voor een creatief lokaal amateurkunstenbeleid” uit, met aansluitend een ontmoetingsmoment voor de cultuurbeleidscoördinatoren. Hier constateerden we dat er nood was aan meer en diepgaandere ondersteuning van de gemeenten omtrent de lokale ondersteuning van amateurkunstenaars. Vzw Repetitieruimtes werkte ondertussen aan een traject rond repetitieruimtes in steden en gemeenten, waarbij een lokale trajectbegeleiding een ideaal scenario blijkt te zijn. Daarom zetten we nu samen deze begeleiding op. Het is niet zo dat er één zaligmakend systeem is om lokale amateurkunstenaars te ondersteunen. Het is maatwerk, afhankelijk van de aanwezige amateurkunstenaars, culturele spelers en het bredere sociaal-culturele veld in de gemeente. Met de trajectbegeleiding willen beide organisaties de gemeenten bijstaan en ondersteunen om dat maatwerk op te zetten. Hoe ziet zo’n trajectbegeleiding er uit? Geïnteresseerde gemeenten kunnen via de website van het Forum voor Amateurkunsten (www.amateurkunsten.be) inschrijven voor de trajectbegeleiding. Het Forum neemt contact op om het traject te starten. Nadien krijgt de gemeente de opdracht om enkele basisgegevens over hun lokaal amateurkunstenbeleid te verzamelen en die, via invulformulieren op de site, door te geven. Op die manier wordt ook het intakegesprek voorbereid. 1. Intakegesprek Tijdens een eerste gesprek op de gemeente met zowel de cultuurbeleidscoördinator als de jeugdcoördinator (en indien geïnteresseerd natuurlijk ook de bevoegde schepenen of andere culturele spelers), wordt een eerste analyse gemaakt van de huidige ondersteuning op basis van de ingevulde informatielijsten. Er worden bijkomende vragen gesteld zodat we een nog scherper beeld krijgen van het bestaande beleid. Pluspunten, werkpunten en tips worden nu voor het eerst besproken. 2. Schriftelijk verslag De informatie uit het gesprek en de invulformulieren wordt verwerkt en gebundeld in een uitgeschreven advies. Hierin staan naast een algemenere inleiding, de punten waar de gemeente 14
relatief sterk op scoort. Verder worden een aantal leemtes of knelpunten in kaart gebracht, samen met tips, adviezen en aanbevelingen. De gemeente heeft na ontvangst van het rapport de mogelijkheid om nuances aan te brengen of onjuistheden te verduidelijken. Dit verslag is een intern werkdocument. Het Forum en vzw Repetitieruimtes kunnen wel good practices ontsluiten of hun relaas doen over algemene bevindingen, maar het document is in de eerste plaats bedoeld om de gemeentelijke actoren zelf te laten reflecteren op hun lokaal amateurkunstenbeleid. Zij geven dan ook aan op welke aanbevelingen zij dieper wensen in te gaan. 3. Afrondend gesprek of opvolging In een eventueel volgend gesprek kan het advies verder worden toegelicht. Op basis van de eigen prioriteiten en haalbaarheid van de werkpunten binnen de lokale context, kan het Forum voor Amateurkunsten of vzw Repetitieruimtes verdere begeleiding aanbieden, bv. bij het zoeken naar extra culturele infrastructuur, het herzien van subsidiereglementen, het bevorderen van contact met de erkende steunpunten voor amateurkunsten enz. Dit kan ter plaatse (plaatsbezoek repetitieruimtes) of van op afstand (doormailen voorbeeldreglementen). De planning en verdere uitwerking op langere termijn worden samen bekeken. Neem gerust contact op met Elke Verhaeghe voor meer informatie.
[email protected] T: 09/235 40 00
1. Ondersteuningsvormen voor lokale amateurkunstenaars in de gemeente: Financiële ondersteuning: Welke subsidiereglementen (letterlijk subsidiereglementen, georganiseerd en gestructureerd neergeschreven voorwaarden om subsidies te kunnen verkrijgen) zijn er voor de amateurkunsten in de gemeente? (op welke subsidies van gemeenten kunnen amateurkunsten beroep doen in de gemeente) + upload reglementen Huursubsidie Structurele subsidie Projectsubsidie Subsidie voor jubilea Internationale uitwisseling (zustergemeente) Presentatiesubsidie Subsidie voor inrichten/onderhouden van infrastructuur Het gratis of goedkoop ter beschikking stellen van ruimtes aan amateurkunstenaars Andere Logistieke ondersteuning: Is er een gemeentelijke uitleendienst? Ja/neen Welke logistieke ondersteuning wordt door de gemeente aan de lokale amateurkunstenaars aangeboden? Promotie voor activiteiten van de amateurkunsten via promotiekanalen van de gemeente (aankondigingsborden, lokale agenda, cultuurblad, regionale televisie,...) Uitlenen van materiaal (decor, belichting, podium, vuilniscontainers, afbakenen terrein, muziekinstallatie, partituren, ...) Ondersteuning bij ticketverkoop Drukwerk Verzekeringen Technische omkadering Uniformen/kostuums Ter beschikking stellen van personeel van de gemeente aan de amateurkunstensector tijdens of ter voorbereiding van een bepaalde activiteit Andere 2. De ak sector in de gemeente: Een lijst waarbij de gemeente kan invullen welke groepen/verenigingnen en individuele kunstenaars ze kennen in hun gemeente. 3. Infrastructuur die ter beschikking gesteld wordt voor amateurkunstenaars. Een lijst met naam ruimte, geschikt als en beschikbaarheid. 4. Biedt de gemeente nog andere ondersteuningsvormen aan voor amateurkunstenaars? Een box om tekst/voorbeelden in te voegen. 5. Meest frequente ondersteuningsvragen Wat zijn de 3 meest voorkomende ondersteuningsvragen van de amateurkunstenaars naar de gemeente? Plaats nummers naast iedere ondersteuningsvorm (1= meest voorkomend) Communicatie en inspraak Infrastructuur Financiële ondersteuning Logistieke ondersteuning Netwerking Inhoudelijke ondersteuning Presentatie Andere
15
Dossier: infrastructuur Verschillende amateurkunstenaars werken in je gemeente aan hun creaties. Hiervoor hebben ze, afhankelijk van de discipline en het genre waarbinnen ze werken, nood aan een goede infrastructuur. Soms kunnen ze thuis werken, maar heel wat kunstenaars gaan op zoek naar een geschikte werkplek. En daarvoor kloppen ze ook aan bij de gemeente. Uit het onderzoek van Sarah Beernaert bleek dat heel wat gemeenten vaak bevraagd worden door amateurkunstenaars rond infrastructuur. Geen onbekend terrein dus… Discipline Theater
Genre
Muziek
Akoestische muziek
Versterkte Muziek
Dans
Performance
In beide tabellen zijn zowel de noden voor amateurs als voor de professionelen opgenomen. Ook al richt deze publicatie zich in eerste instantie naar het amateurkunstenbeleid, vaak kan de ruimte ook door professionele kunstenaars worden gebruikt. Zij repeteren immers eerder overdag, amateurkunstenaars gaan eerder ’s avonds gebruik maken van de infrastructuur. Met andere woorden als je in je gemeente infrastructuur hebt, kan je die evengoed aan beide groepen aanbieden, indien dit mogelijk is. Zo kan de infrastructuur meer en beter worden gebruikt.
Amateur Een repetitieproces kan opgedeeld worden in twee fases: Voorbereiding en eerste tekst- en spelrepetities. Niet noodzakelijk in de speellocatie. De noodzakelijke oppervlakte is afhankelijk van de aard van de voorstelling en het aantal spelers. Opbergruimte is een meerwaarde. Geen specifieke eisen op vlak van isolatie. Een aangename akoestiek. Montage van de voorstelling. Op de presentatieplaats. Nood aan mogelijkheid om decor en belichting af te stellen en te laten staan. Een ruimte waarin de akoestiek aangepast is aan de noden (afhankelijk van bezetting). De oppervlakte is steeds afhankelijk van de grootte van de groep. Isolatie is een belangrijke meerwaarde maar geen must. Frequentie van 1 à 2 repetities per week. Opbergruimte, zeker voor harmonieorkesten, is noodzakelijk. Goed geïsoleerde ruimte met aangepaste akoestiek. Frequentie van 1 à 2 repetities per week. Opbergruimte noodzakelijk als het materiaal niet kan blijven staan in de repetitieruimte. Grote ruimtes (ongeveer 100m²). Goede ondergrond (balletvloer, licht verend of zwevend parket). Spiegels. Minimum aan technische middelen (belichting, muziekinstallatie). Douches zijn een meerwaarde. Afhankelijk van de aard van de performance. Vaak veel eigen materiaal nodig tijdens het repetitieproces waardoor het op en afbouwen niet altijd even evident is.
Sarah Beernaert: “Amateurkunsten, voldoende ondersteund?”, 2008-2009.
16
In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van ideale repetitie- en creatieruimtes voor de verschillende disciplines.
Professioneel Ofwel hebben professionele theatergezelschappen een eigen ruimte of er kan gewerkt worden met coproducties (kunstencentra en werkplaatsen, cultuurcentra). Vooral voor jonge, niet-structureel ondersteunde ensembles is het vinden van een repetitieruimte niet altijd makkelijk. Voor de rest volgen zij een zelfde repetitieproces als de amateurs. Ze repeteren echter meestal overdag.
Een ruimte waarin de akoestiek aangepast is aan de noden (afhankelijk van bezetting). De oppervlakte is steeds afhankelijk van de grootte van de groep. Isolatie is een belangrijke meerwaarde maar geen must. Frequentie van repetities afhankelijk van producties. Veel eigen materiaal waardoor een eigen/vaste ruimte ideaal is. Goed geïsoleerde ruimte met aangepaste akoestiek. Repetitieproces gedurende enkele maanden permanent. Veel eigen materiaal waardoor een eigen/vaste ruimte ideaal is. Grote ruimtes (ongeveer 100m²). Goede ondergrond (balletvloer, licht verend of zwevend parket). Spiegels. Minimum aan technische middelen (belichting, muziekinstallatie). Douches zijn een meerwaarde. Afhankelijk van de aard van de performance (met muziek, eerder in de dansrichting, …). Vaak wel veel materiaal waardoor een vaste ruimte ideaal is. Voor een aantal kunstenaars is er de mogelijkheid om in samenwerking met een kunstencentrum en/ of werkplaats een coproductie aan te gaan.
Circustheater
Straattheater Beeldende Kunst
Grote ruimtes met voldoende hoogte. Amateurs kunnen vaak gebruik maken van de ruimte waar circusateliers hun werking in uitbouwen. Niet vaak voorkomend, maar idem als circustheater. Algemeen Een ruimte met een oppervlakte tussen 20 en 60m². Elektriciteit, water en verwarming. Liefst ook natuurlijk daglicht. Gemeenschappelijk gebruik van gespecialiseerde uitrusting voor productie, zoals een keramiekoven of een zeefdrukpers is voor specifieke disciplines een noodzaak. 2-dimensionaal: Noodzakelijke oppervlakte varieert (20 à 60 m²), schilderkunst, tekenen, voldoende natuurlijk invallend licht (noorderlicht grafiek etc. wordt als ideaal gezien), opbergruimte. Fotografie Ruimtes van middelmatige grootte. Donkere kamer (volledig verduisterbaar) met voorziening van elektriciteit, water etc. + eventueel nog ruimte voor een digitale studio (plaats voor computer, scanner etc.). Afvoer van chemisch afval. Videokunst (en Nieuwe Ruimte van middelmatige grootte, invallend media) natuurlijk licht is geen must. Voldoende aansluitingen op het elektriciteitsnet. 3-dimensionaal: Op het gelijkvloers, grote ruimtes (minstens 40m²), beeldhouwkunst, hoge plafonds en grote doorgang (poort). Veel installatiekunst en natuurlijk invallend licht. Kan zowel een vaste ruimte omgevingskunst zijn, als één van tijdelijke aard (projectmatig).
Nog even wat duiding bij de productiefaciliteiten voor beeldende kunsten: Mogelijke productiefaciliteiten voor gemeenschappelijk gebruik: > keramiekoven en toebehoren (kleiwals, strangpers, glazuurspuitcabine, kleimengmachine, boetseerschijven, droogrekken etc.) > bronsgieterij (uitstookoven, bronsgietoven, hydraulische kraan etc.) Discipline Theater
Genre
Muziek
Akoestische muziek Versterkte muziek
Dans Performance
> houtbewerkingsatelier (zagen, frezen, dikteschaven, langgatboren, bandschuurmachines etc.)) > zeefdrukpers > digitale studio (computers, printers, opnamemateriaal) > slijp- en graveermachines > glasoven > metaalbewerkingsatelier (laspost, zaagmachine, slijpmachine, etc.)
Presentatie amateur Theaterruimte met voldoende technische infrastructuur waarin het decor gedurende de gehele speelperiode opgesteld kan blijven. Afhankelijk van de grootte van het ensemble en het genre een ruimte met aangepaste akoestiek. Kleiner podium met kleine PA. Vooral muziekcafés en jeugdhuizen zijn een belangrijke speelplaats voor deze muzikanten. Vrij groot podium in ruimte met voldoende technische infrastructuur. Afhankelijk van de soort performance.
Grote ruimtes (100m² en minstens 9 m vrije hoogte). Langere periodes waarin een nieuwe productie kan voorbereid worden. Permanent gebruik van de ruimte. Idem circustheater Een ruimte met een oppervlakte tussen 20 en 60m². Elektriciteit, water en verwarming. Liefst ook natuurlijk daglicht. Gemeenschappelijk gebruik van gespecialiseerde uitrusting voor productie, zoals een keramiekoven of een zeefdrukpers is voor specifieke disciplines een noodzaak. Noodzakelijke oppervlakte varieert (20 à 60 m²), voldoende natuurlijk invallend licht (noorderlicht wordt als ideaal gezien), opbergruimte. Ruimtes van middelmatige grootte. Donkere kamer (volledig verduisterbaar) met voorziening van elektriciteit, water etc. + eventueel nog ruimte voor een digitale studio (plaats voor computer, scanner etc.). Afvoer van chemisch afval. Ruimte van middelmatige grootte, invallend natuurlijk licht is geen must. Voldoende aansluitingen op het elektriciteitsnet. Op het gelijkvloers, grote ruimtes (minstens 40m²), hoge plafonds en grote doorgang (poort). Veel natuurlijk invallend licht. Kan zowel een vaste ruimte zijn, als één van tijdelijke aard (projectmatig).
> audiovisueel materiaal (TV, dvd-speler, geluidssystemen, beamer etc.) > ‘donkere kamer’ Uiteraard is het belangrijk om als eerste stap de aanwezige behoefte te inventariseren. Hieronder dan de noden op vlak van presentatieruimtes. Presentatie professioneel Afhankelijk van het genre/soort van de voorstelling. Minimale technische infrastructuur moet voorhanden zijn. Afhankelijk van het ensemble en het genre een goede, akoestische aangename ruimte. Afhankelijk van de band kleinere of grotere zalen met een goede geluidsinstallatie. Vrij groot podium in ruimte met voldoende technische infrastructuur. Afhankelijk van de soort performance.
17
Circustheater Straattheater Beeldende Kunst
Discipline gebonden
White Cube
Alternatieve ruimtes
Of in open lucht of in grotere zalen met grote podia. Of in open lucht of in grotere zalen met grote podia. Geen specifieke ruimtes nodig. Geen specifieke ruimtes nodig. De eisen waar een geschikte tentoonstellingsruimte aan moet voldoen, verschillen sterk per kunstenaar en hangen uiteraard ook af van het gepresenteerde werk: zo vraagt 2 dimensionaal werk als grafiek en schilderkunst om andere presentatievormen dan digitale- of installatiekunst. Veel kunstenaars zoeken naar een instapklare neutrale ‘witte’ ruimte met de nodige voorzieningen, zoals verlichting, ophangmogelijkheden, gebruiksklaar tentoonstellingsmateriaal (sokkels, panelen, etc.) en extra faciliteiten zoals een bar en sanitair. De noodzakelijke oppervlakte hangt uiteraard sterk af van de getoonde werken. De ruimte moet vlot bereikbaar zijn, en is in steden liefst centraal gelegen. Het aanbieden van technische ondersteuning is steeds een pluspunt. Sommige minder voor de hand liggende ruimtes komen eveneens in aanmerking. De kunstenaar gaat in dit geval bewust op zoek naar een unieke plaats die oorspronkelijk niet geconcipieerd is als tentoonstellingsruimte. Bv. loodsen, industriële panden, publieke ruimtes, kelders, voormalige kerken, etc.
Welke ruimtes moet je nu voorzien in je gemeente? De bovenstaande tabellen gaan uit van een ideale situatie. Dit is echter niet altijd haalbaar in de praktijk. Hoe kan je dan gerichte keuzes maken als gemeente? Vertrek vanuit een inventaris van de amateurkunstenaars in je gemeente. Dit is het uitgangspunt, ook voor heel wat andere aspecten van een kwalitatief ondersteuningsbeleid. Het spreekt voor zich dat je niet moet investeren als gemeente in een ruimte geschikt voor nieuwe media- en videokunstenaars als die niet actief zijn in je gemeente. Probeer aan de hand van een inventaris een duidelijk zicht te krijgen op de populatie van kunstenaars in je gemeente. Inventariseer alle ruimtes geschikt als creatie- of presentatieplek. Je moet niet alleen de gemeentelijke infrastructuur in kaart brengen. Misschien zijn er organisaties die een eigen ruimte hebben of zijn er privé personen die in hun kelder/zolder/garage een repetitieruimte voor muzikanten hebben ingericht. Het is belangrijk om ook op dit soort “private infrastructuur” een duidelijk zicht te krijgen. Daarnaast zijn er vaak heel wat mogelijkheden voor amateurkunstenaars in scholen, in kleinere zaaltjes achter of boven cafés, in leegstaande fabriekshallen of depotruimtes of bij sociaal-culturele organisaties. 18
Vzw Repetitieruimtes heeft een uitgebreide database met repetitieruimtes voor podiumkunstenaars en muzikanten in Vlaanderen. Jaarlijks wordt de volledige database twee maal geüpdated. www.repetitieruimtes.be
Dossier: Een cultuurcentrum in je gemeente?
Benut de extra subsidie van de Vlaamse overheid voor het toegankelijk maken van het aanbod van lokale gezelschappen en verenigingen! Artikel 30 bis van het decreet lokaal cultuurbeleid bepaalt dat de Vlaamse Regering jaarlijks een bedrag van minimaal 700.000 euro ter beschikking stelt voor cultuurcentra uit categorie A . Dat bedrag wordt besteed aan bijzondere projecten die de gewone werking van een cultuurcentrum overstijgen. Projecten die een nieuw publiek willen bereiken, het aanbod van gesubsidieerde en ondersteunde gezelschappen verruimen én het aanbod van lokale gezelschappen en verenigingen ondersteunen en toegankelijk maken, krijgen prioriteit. > Amateurkunsten brengen een specifiek publiek op de been. Het is geen geheim en allerminst een negatief punt dat dit vaak familie en vrienden van de amateurkunstenaars in kwestie zijn. Deze groep toeschouwers biedt kansen. Een nieuw publiek komt het cultuurcentrum binnen om mee te beleven wat hun familie of vrienden hebben gemaakt. Om mee in de sfeer van de creativiteit te komen en om samen fier te zijn op wat de persoon ‘die ik ken’ gemaakt heeft. Zij kijken met een andere bril naar de gepresenteerde producties en creaties. Het publiek voelt een zekere verbondenheid omdat ze de performers of exposanten vaak persoonlijk kent. Een mooi voorbeeld hiervan is de enthousiaste reactie van het NTGent. Tijdens het Landjuweel (een wedstrijd voor amateurtheater) stonden bij hen verschillende amateurproducties op de planken. Een heel ander publieksprofiel bood zich in de schouwburg aan. Een bijzonder enthousiast en anders samengesteld publiek. Een deel ervan verliet de schouwburg met informatie in de hand over het NTGent. De eerste stap was gezet. > Amateurkunstenaars zijn inventieve mensen met creatieve ideeën. Benut hun inspiratie. Zet samen een productie op (bv. de musical Jane Eyre in Beveren), laat hen de belevenis mee creëren. Waarom laat je een lokaal theater-, muziek- of
Cultuurcentra uit categorie B en C kunnen eveneens hun enveloppe verhogen door bijzondere aandacht te besteden aan dezelfde criteria. We hopen dat cultuurcentra deze stimulans aangrijpen om zich extra toegankelijk op te stellen t.a.v. lokale gezelschappen en verenigingen. Met amateurkunstenaars in zee gaan, biedt namelijk voor iedereen een meerwaarde.
zanggezelschap niet een bepaald deel van de programmatie kiezen (binnen het profiel van het cultuurcentrum) waarbij ze zelf het voorprogramma verzorgen? Wanneer een lokaal gezelschap het podium mag delen met haar idolen heeft dit een ongelofelijk effect. En alweer is een divers publiek gegarandeerd. De amateurkunstenaars uit de gemeente inspraak geven in de programmatie maakt de werking van het cultuurcentrum gegarandeerd nog aantrekkelijker. > Wanneer een cultuurcentrum ervoor kiest om meer met amateurkunstenaars aan de slag te gaan, dan is agendaafstemming een heel belangrijke vereiste. Amateurkunstenaars hebben voldoende voorbereidingstijd nodig, plannen graag en hebben ook – vaker dan professionele gezelschappen - de infrastructuur voldoende op voorhand nodig voor repetities, klaarzetten van techniek, enz. Wanneer een groep onvoldoende tijd krijgt om zich voor te bereiden in het cultuurcentrum zelf, dan zullen ze zich weer naar de parochiezaal verwezen voelen. Samenwerken met amateurkunstenaars vergt dus een bewuste keuze. Het leggen en onderhouden van goede contacten is in deze belangrijk. > Laat de amateurkunstenaars mee het proces maken. Geef hen mogelijkheden
en het vertrouwen om een deel van de programmatie in elkaar te steken. Het Beleg van Schoten is bv. een project dat volledig in handen is van een groep jongeren. Deze groep regelt werkelijk alles: van sponsorwerving, over het maken van affiches, het verspreiden van flyers, het maken van kunstinstallaties tot het programmeren en onthalen van enkele grote namen. Aan Het Beleg werken tientallen jongeren mee. Zij zijn een toffe ervaring rijker en hun vrienden willen maar al te graag meestappen in deze sfeer. Dit jonge publiek aangevuld met het standaardpubliek dat op de bekende namen afkomt, geeft een mooie mix van toehoorders. > Combineer het actieve aan het receptieve luik. Koppel een kunsteducatief luik aan een voorstelling of een reeks van voorstellingen. Organiseer bv. een workshop a capella zingen de dag dat je “Ik val, val in mijn armen” geprogrammeerd hebt. – Dit is een voorstelling met een bijzonder theatrale vorm van zingen, vol muzikale dialogen. Zo zal een deel van het publiek al klaargestoomd zijn om ’s avonds actief in de zaal plaats te nemen en mee te zingen. Of nodig een paar klassen uit om etsen te komen maken wanneer een expositie wordt geopend. Stel hun werkjes mee tentoon. Er zijn uiteraard legio voorbeelden in dit verband.
Op basis van criteria uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen onderscheiden we verschillende categorieën cultuurcentra: grootstedelijke, categorie A, B en C. Deze onderverdeling vertaalt zich in verschillende subsidiebedragen: De cultuurcentra van de grootsteden Antwerpen en Brussel krijgen een subsidie die werd vastgelegd in een convenant met de Vlaamse overheid. Voor Brussel werd deze convenant afgesloten met de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De cultuurcentra in de categorie A voldoen aan de hoogste infrastructuurvereisten en bevinden zich doorgaans in de centrumsteden. Daarom krijgen ze een hogere subsidie dan de cultuurcentra in categorie B of C.
19
Dossier: Subsidiereglementen do’s en don’ts In Vlaanderen is heel wat te beleven op cultureel vlak. Hier dragen ook amateurkunstenorganisaties en –verenigingen én individuele kunstenaars hun steentje toe bij. Omdat kunst sfeer brengt in je stad of gemeente en bovendien bijdraagt tot gemeenschapsvorming, is het niet onbelangrijk dat het lokaal beleid een degelijk financieel ondersteuningsbeleid uitbouwt. Daarnaast kan je inwoners ook helpen door ze structureel wegwijs te maken in het ruime aanbod van lokale, provinciale, nationale en internationale subsidiereglementen. Klassiek model van lokale subsidiereglementen Bij de overgrote meerderheid van de gemeenten vinden we eenzelfde basispatroon terug op het vlak van subsidies. Dit bestaat uit structurele ondersteuning enerzijds en projectsubsidie anderzijds. De structurele subsidie omvat vaak een basissubsidie en een werkingssubsidie voor verenigingen. Deze subsidies worden verdeeld aan de hand van een puntensysteem of door het opdelen van de verenigingen in categorieën. De basissubsidie geeft verenigingen een basis voor hun jaarlijkse werking. Dit biedt hen een vorm van zekerheid. Om een basissubsidie te verkrijgen, werken veel gemeenten met een systeem van erkenningen. Typische erkenningsvoorwaarden zijn: > opgericht zijn door uitsluitend private personen die geen beroeps-, winst- of handelsdoeleinden hebben > minstens twee tot drie jaar bestaan > jaarlijks indienen van een werkings- of activiteitenverslag > minimaal x bestuursvergaderingen en minstens x activiteiten gedurende het kalenderjaar kunnen aantonen > jaarlijks indienen van de doelstellingen, samenstelling van het bestuur, het aantal leden en de omvang van het bereikte publiek
20
De werkingssubsidie wordt vaak toegekend op basis van het aantal (publieke) presentatiemomenten, bv.: > muziekconcert > toneelopvoering > volksdansoptreden > tentoonstelling > voordrachtavond > optreden van het zangkoor > buurtfeest of grootschalig evenement Sommige gemeenten kiezen ervoor om aanvullende subsidiereglementen toe te voegen aan dit basispatroon. Het meest voorkomend zijn hier: subsidie n.a.v. jubilea en het gratis of goedkoop ter beschikking stellen van ruimtes aan amateurkunstenaars. Andere, minder vaak voorkomende vormen zijn: subsidie voor het inrichten en onderhouden van infrastructuur, subsidie voor internationale uitwisseling, presentatiesubsidie, subsidie voor kostuums- en instrumentenaankoop of investeringssubsidie, huursubsidie, subsidie voor aankoop van partituren, subsidie voor jeugdcultuur en subsidie voor vorming. Veel van bovenstaande subsidiesystemen spreken voor zich. Andere vragen wat meer uitleg, zoals de presentatiesubsidie. Die wordt op verschillende manieren geïnterpreteerd. Sommige gemeenten betalen amateurkunstenaars om op te treden op gemeentelijke activiteiten. Andere geven financiële ondersteuning aan amateurkunstenaars voor het uitwerken van een eigen presentatiemoment.
De investeringssubsidie biedt dan weer financiële ondersteuning aan amateurkunstverenigingen die o.a. kostuums, instrumenten en partituren aankopen. De subsidie voor jeugdcultuur ten slotte geeft extra middelen aan initiatieven waar jongeren in betrokken zijn. De projectsubsidie is een andere vaak weerkerende manier om amateurkunstenaars financiële ademruimte te geven. Deze subsidie focust meestal op nieuwe initiatieven en stimuleert buitengewone projecten. Typische criteria voor projectsubsidie zijn: > activiteiten met een goed omlijnde doelstelling > de specifieke werking van de vereniging overschrijden > de activiteit heeft een openbaar karakter en ze moet zich richten tot de hele bevolking van de gemeente > vernieuwend en/of experimenteel karakter > eigen creatie > cultuurparticipatie van en cultuurspreiding bij bijzondere doelgroepen > uitstraling buiten de gemeentegrenzen (regionaal, nationaal, internationaal) > educatief aspect > tijdelijk karakter > samenwerking met andere sociaal-culturele actoren participatie van de inwoners bij de realisatie Naast subsidies zijn ook gunsttarieven een wijze van financiële bijstand. Heel wat steden en gemeenten stellen hun materiaal gratis of aan goedkope tarieven ter beschikking. Ook voor infrastructuur worden dikwijls gunsttarieven aangerekend. Idem voor de inzet van
personeel, bv. in het kader van technische ondersteuning, levering van materiaal of opbouw van podium of tentoonstellingen. In mindere mate komen drukwerk en kopies, verzekeringen, promotie of receptie in aanmerking voor gunsttarieven. Tot slot werken nog steeds veel Vlaamse steden en gemeenten met nominale toelagen. Wegwijs in het subsidielandschap Een indirecte vorm van financiële ondersteuning bestaat erin dat de cultuurdienst informatie omtrent subsidiekanalen bundelt en ter beschikking stelt van de lokale amateurkunstenaars. In de mate van het mogelijke kan eventueel persoonlijke begeleiding worden voorzien voor de opmaak van een aanvraagdossier. Naast het lokale bestuur zijn er tal van andere instanties die middelen vrijmaken voor de ondersteuning van amateurkunstenaars. Denken we bv. aan intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, provincies (zie ook “dossier: Provinciale ondersteuning”), het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Vlaamse overheid of nationale of internationale overheden, die op structurele of projectmatige basis subsidiëren. Daarnaast bestaan particuliere initiatieven zoals de Koning Boudewijnstichting, het Cerafonds of Fonds voor Talentontwikkeling. Bovendien voorzien bepaalde erkende landelijke amateurkunstorganisaties eveneens in een – beperkte – toelage. Een handig overzicht van mogelijke subsidiekanalen - per regio en per discipline - is te vinden op de website van het Forum voor Amateurkunsten: www.amateurkunsten.be onder de rubriek “subsidiewijzer”.
21
Eén niveau ervan lichten we hier wat verder toe, namelijk de subsidies toegekend door de Vlaamse overheid. Specifiek voor amateurkunstengroepen en -individuen voorziet de Vlaamse overheid een tegemoetkoming in de buitenlandse reiskosten. Bij deelname aan een internationaal festival, wedstrijd of workshop/cursus, waarbij minimum drie verschillende landen vertegenwoordigd zijn, kan de aanvrager een toelage krijgen van hoogstens 75% van de internationale reiskost, met een maximum van 1.000 euro (voor individuen) of 5.000 euro (voor groepen). Ook deskundigen die vanwege hun expertise worden gevraagd op een internationaal evenement komen hiervoor in aanmerking. Het aanvraagformulier moet uiterlijk één maand vóór vertrek zijn ingediend. Toekenningen kunnen maar gebeuren zolang er krediet voorhanden is. Snel indienen is dus de boodschap. Wanneer de aanvrager een hoger bedrag wenst te bekomen (+ 1.000 euro voor individuen of + 5.000 euro voor groepen) kan hij of zij een uitgebreider aanvraagdossier indienen. Dit moet vóór 1 oktober (voor het jaar nadien) of vóór 1 mei (van het lopende jaar) gebeuren. Hiervoor zijn op dit moment geen invulformulieren beschikbaar. De voorwaarden waaraan het dossier moet voldoen, kan je lezen in het uitvoeringsbesluit bij het decreet betreffende de amateurkunsten. Internationale projecten, met minimum vier deelnemende landen, die in Vlaanderen plaatsvinden, kunnen eveneens in de vorm van een aanvraagdossier worden ingestuurd. Hiervoor is maar één indiendatum voorzien, namelijk 1 oktober van het voorgaande jaar. De uitstraling van het evenement, de kwaliteit van de groepen, het internationaal gehalte en de uitgebalanceerde begroting zijn maar enkele van de toekenningscriteria.
Meer over bovenstaand subsidies is te vinden op www.cjsm. vlaanderen.be/amateurkunsten of via de subsidiewijzer van het Forum voor Amateurkunsten.
Vzw’s die geen werkingssubsidie van de Vlaamse overheid ontvangen kunnen in aanmerking komen voor een subsidie voor participatieprojecten. Deze toelage is gericht op activiteiten met en voor specifieke doelgroepen: personen in armoede, gedetineerden, personen met een handicap, mensen van etnischcultureel diverse afkomst en gezinnen met kinderen. Aanvragen kunnen vóór 15 februari of 15 september worden ingediend.
22
Do’s en don ’ts Het aspect amateurkunsten zit heel vaak vervat in andere gemeentelijke/stedelijke reglementen, zoals de ondersteuning van het sociaal-cultureel verenigingsleven, maar ook in reglementering i.v.m. feestelijkheden en evenementen, zaalgebruik en technische bijstand, ontlening van materiaal of kopiewerk. In het beste geval heeft ook het jeugd- of seniorenbeleid oog voor amateurkunstenaars en zijn er parallellen of overlappingen te merken met het deeltijds kunst- of reguliere dagonderwijs. In ieder geval pleiten we pleiten voor een duidelijke afstemming van al deze beleidsdomeinen ten aanzien van elkaar. Bovendien is het niet slecht om, budgettair gezien, zicht te hebben op de financiële middelen die uitsluitend besteed zijn aan amateurkunsten. Wat nominatieve betoelaging betreft, menen we dat ook hier een zekere transparantie noodzakelijk is. Een ad hoc beleid gebaseerd op tradities of het ons-kent-ons principe zet mogelijks kwaad bloed en staat eventuele samenwerkingsverbanden in de weg. Open communicatie hierover zal de inhoud van de artistieke werking alleen maar ten goede komen. Ruimdenkende besturen (en cultuurraden) moeten de bestaande subsidiereglementen van tijd tot tijd in vraag durven stellen. Is de huidige (financiële) ondersteuning wel aangepast aan de behoeften en noden van de lokale amateurkunstenaars? > Is er bv. voldoende evenwicht tussen structurele ondersteuning en financiële ruimte om te experimenteren en te vernieuwen (o.a. samenwerking)? Het is bemoedigend voor individuele kunstenaars en feitelijke verenigingen als zij ook aanspraak kunnen maken op lokale projectsubsidies voor bijzondere of experimentele activiteiten. > Is het beleid afgestemd op diverse kunstdisciplines? Toneelverenigingen, fanfares, harmonieën en koren krijgen veelal steun, maar is dat ook zo voor minder voor de hand liggende disciplines zoals film, audiovisuele kunst, beeldend werk, schrijven, pop, rock, folk, jazz of mixed forms? > En worden individuele amateurkunstenaars, feitelijke verenigingen of specifieke doelgroepen, zoals bv. jeugd of senioren, niet over het hoofd gezien in de lokale subsidiereglementen m.b.t. amateurkunsten?
Tot slot kan, naast de financiële ondersteuning via reglementen, gedacht worden aan andere subsidielijnen. Hierbij kan de gemeente meerdere pistes bewandelen en eventueel op maat van de aanvrager werken. Dit biedt ondermeer kansen aan individuele kunstenaars en tijdelijke projecten. Om individuele kunstenaars te steunen, kan men bv. wedstrijden uitschrijven.
Halle naar buiten toe te vertegenwoordigen anderzijds. Daarom werd het bestaande reglement toegankelijker gemaakt en opgesplitst in twee aparte teksten: het reglement “culturele projectsubsidies Halle” en het reglement “subsidies cultureel ambassadeurschap Halle”. De reacties waren veelbelovend.
Dit gebeurt bv. in Erpe-Mere. Hun wedstrijd richt zich tot alle kunstenaars (professioneel en amateur) tussen 18 en 30 jaar. Een deskundige jury selecteert uit de inzendingen een 20-tal werken. Deze worden in de maand september tentoon gesteld. Tijdens de vernissage wordt de laureaat van de Kunstprijs bekend gemaakt. Aan deze wedstrijd is een prijs verbonden van 1.850 euro. Je kan ook ondersteuning bieden via infrastructuur. Dit gebeurt bv. in Zwevegem. De gemeente heeft een oude textielfabriek verworven, daterend uit 1870. Dertien hobby- en kunstverenigingen vinden er onderdak. De verenigingen zorgden zelf voor inrichting van hun lokalen (werkuren). Ze kregen wel de nodige materialen. Nu betalen ze enkel de energiekosten, geen huur. Bovendien kregen ook de Academies voor Muziek & Woord en Beeldende Vorming er een plek. Zo bezoeken wekelijks meer dan 2.000 mensen deze industriële erfgoedsite. Het systeem van een Cultureel Ambassadeur wordt o.a. in Waregem toegepast. Waregem besteedt in haar cultuurbeleidsplan speciale aandacht aan het opwaarderen van eigen talent dat de stad nationaal en/of internationaal op de culturele kaart zet. Om hun waardering voor de geleverde inspanningen van amateurkunstenverenigingen hiervoor te uiten, werkten de cultuurdienst en de cultuurraad een reglement ‘Cultureel Ambassadeur’ uit. Dit reglement biedt financiële stimuli. Wie de titel van ‘Cultureel Ambassadeur’ gedurende 1 jaar draagt, moet voldoen aan enkele specifieke criteria (hoogst uitzonderlijke culturele prestatie, nationaal en/of internationaal niveau,…). Deze titel geeft het recht op een ad hoc subsidie van 5.000 euro. De ambassadeur wordt door het stadsbestuur gevraagd een culturele tegenprestatie te leveren, zoals een gratis optreden. In Halle werd de projectsubsidie toegankelijker gemaakt. Het reglement “projectsubsidies cultuurbeleid” werd in 2006 operationeel. In het begin werd er maar weinig beroep op gedaan. De drempel bleek te hoog. Halle wilde echter meer kansen geven aan particulieren en verenigingen om mee kleur te geven aan het culturele leven in de stad en regio enerzijds en om
23
Dossier: provinciale ondersteuning Provinciale ondersteuning is voor heel wat organisaties uit de amateurkunstensector van essentieel belang. Het loont zeker de moeite je amateurkunstenaars wegwijs te maken naar de provincie. Voor de verschillende disciplines bestaan er subsidiereglementen. Naast financiële tegemoetkomingen zijn er nog andere ondersteuningsmechanismen. We zetten ze graag even op een rijtje.
West-Vlaanderen Subsidiereglementen Wat volgt is een opsomming van de huidige subsidiereglementen. Wil je meer uitleg over één van deze subsidiemogelijkheden? Dan kan je alle reglementen en bijhorende aanvraagformulieren raadplegen via www.amateurkunsten.be/ subsidies of via de website van de provincie www.west-vlaanderen.be (kies voor ‘cultuur & vrije tijd’, vervolgens ‘kunsten’ en dan ‘subsidies’). > Subsidiëring aan verbonden en verenigingen voor de beoefening van de foto- en filmkunst in West-Vlaanderen > Subsidiëring van projecten en festivals binnen de amateurdanssector en ter betoelaging van programmatoren van een project gesubsidieerd binnen dit reglement > Subsidiëring van de organisaties van het vrijetijdstheater en de koepelorganisatie gevestigd in West–Vlaanderen > Subsidiëring van de amateurkoren gevestigd in West-Vlaanderen > Subsidiëring van de liefhebbersverenigingen voor instrumentale muziek gevestigd in West-Vlaanderen > Subsidiëring van projecten en startende muziekfestivals voor en door jongeren in West-Vlaanderen > Subsidiëring inzake culturele uitwisselingsactiviteiten tussen de provincies Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Zeeland Wedstrijden > Provinciale festivals Het West-Vlaamse provinciebestuur hecht in haar cultuurbeleid veel belang aan de amateurkunstenbeleving. Zowel de koorsector, de muziekensembles als 24
de theatergezelschappen kunnen, mits deelname aan vierjarige festivalcycli, rekenen op provinciale ondersteuning. > Provinciaal muziekfestival De muziekfestivalcyclus staat open voor alle instrumentale ensembles, ongeacht de samenstelling. > Provinciaal koorfestival Alle West-Vlaamse koren krijgen de kans om hieraan deel te nemen. Na selectie is een koor zeker van een provinciale werkingssubsidiëring gedurende de volgende vier jaar én heeft het de mogelijkheid om jaarlijks naast de werkingssubsidies ook één projectsubsidiëring aan te vragen. > Provinciaal theaterfestival De deelname aan de festivalcyclus en de resultaten daarvan bepalen de toekenning van subsidies. De subsidies kunnen toegekend worden als deelnemingspremie, festivalpremie en/of projectsubsidie. > Westtalent Westtalent is het provinciaal pop- en rockconcours van West-Vlaanderen dat jonge bands podiumkansen biedt. De finalisten stoten door naar het interprovinciale traject 100% Puur, dat kwalitatieve speelkansen biedt in jeugdhuizen, clubs, cultuurcentra en op festivals. Meer informatie vind je op www. westtalent.be > De provinciale kunstprijzen Ieder jaar kent de provincie West-Vlaanderen tal van prijzen toe. Het gaat om de provinciale kunstprijzen voor letterkunde (afwisselend voor dramatische kunst, poëzie, proza en jeugd- en kinderboek), kunstambachten, beeldende kunst, architectuur, vormgeving
en compositie (afwisselend vocaal en instrumentaal). Provinciale uitleendienst Het provinciebestuur van West-Vlaanderen leent audiovisueel materiaal uit, kunstkoffers en tentoonstellingsmateriaal aan West-Vlaamse jeugd- en volwassenenorganisaties, scholen en openbare instellingen. Voor het ontlenen van tentoonstellingsmateriaal en kunstkoffers kan je terecht bij:
[email protected] Provinciehuis Boeverbos, Koning Leopold III-laan 41,8200 SintAndries T 050/40 34 22 Voor het ontlenen van de kunstkoffers Op jacht naar 1001 kleurtjes, Kleurenkriebels en Muziekkoffer kan je hier terecht bij: de provinciale uitleendienst audiovisueel materiaal Emiel Clauslaan 3, 8500 Kortrijk T 056/22 56 22 De contactgegevens van de regionale uitleendiensten zijn: > Provinciale uitleendienst Brugge Doornstraat 112, 8200 Sint-Andries T 050/40 76 76
[email protected] > Provinciale uitleendienst Kortrijk Emiel Clauslaan 3, 8500 Kortrijk T 056/ 22 56 22
[email protected] > Provinciale uitleendienst Ieper Zonnebeekseweg 361, 8900 Ieper T 057/ 21 56 06
[email protected] > Provinciale uitleendienst Oostende Wandelaarkaai, Pakhuis 75, 8400 Oostende T 059/ 80 22 96
[email protected]
Op de hoogte blijven? Via elektronische nieuwsbrieven, rechtstreekse mailings, persberichten, folders, affiches en de website www.west-vlaanderen.be/kunsten blijf je op de hoogte van de belangrijkste nieuwtjes!
Andere vormen van ondersteuning Jaarlijks organiseert de provincie WestVlaanderen het project Buren bij kunstenaars – Open-atelierdagen waarbij honderden amateur- en professionele kunstenaars hun atelierdeuren openen voor het grote publiek. Op die manier kan je kennismaken met hun artistieke creaties. Het aanbod is zeer gevarieerd: beeldhouwkunst, design, fotografie, glas, grafiek, grafische vormgeving, juweel, keramiek, kalligrafie, multimedia, schilderkunst, tekenkunst, textiel… Voor meer info surf naar www.west-vlaanderen.be/burenbijkunstenaars
Wie waarvoor contacteren? Beeldende kunst > Chris Minten
[email protected] T 050/40 34 02 > Wendy Leplae
[email protected] T 050/40 35 49 Letteren en Taal > Ria Verweirder
[email protected] T 050/40 34 23 Muziek > Mieke Ackx
[email protected] T 050/40 34 05
> Kristof Noe
[email protected] T 050/40 34 04 Podiumkunsten > Mieke Ackx
[email protected] T 050/40 34 05 > Sara Tack
[email protected] T 050/40 35 02 Adres: Provinciehuis Boeverbos, Koning Leopold III-laan 41, 8200 Brugge (Sint-Andries)
Oost-Vlaanderen Subsidiereglementen Wat volgt is een opsomming van de huidige subsidiereglementen. Wil je meer uitleg over één van deze subsidiemogelijkheden? Alle reglementen en bijhorende aanvraagformulieren kan je raadplegen via www.amateurkunsten.be/subsidies of via de website van de provincie www. oost-vlaanderen.be (kies voor ‘cultuur & vrije tijd’ en vervolgens ‘subsidies/ reglementen’). > Subsidiëring van amateurtoneelverenigingen > Subsidiëring van volksdansverenigingen en –verbonden > Subsidiëring van choreografische groepen > Reglement betreffende gesubsidieerde optredens van choreografische groepen > Reglement betreffende de organisatie van provinciale muziektoernooien en de erkenning en subsidiëring van harmonieën, fanfares en brassbands > Reglement betreffende de organisatie van provinciale koorzangtoernooien en de erkenning en subsidiëring van koorzangverenigingen > Subsidies voor Oost-Vlaamse popgroepen > Subsidies voor Oost-Vlaamse muziekfestivals > Subsidiëring van verenigingen ter bevordering van de muziekcultuur > Subsidiëring van verenigingen en tijdschriften voor taal- en letterkunde > Reglement betreffende de erkenning en
subsidiëring van verenigingen ter bevordering van de beeldende kunsten > Subsidiëring van culturele projecten > Subsidiëring van verenigingen voor amateuristische kunstbeoefening voor prestaties in het buitenland > Subsidiëring inzake culturele uitwisselingsactiviteiten tussen de provincies Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Zeeland Wedstrijden > Provinciale klasseringtornooien De provincie Oost-Vlaanderen kent subsidies toe aan amateurverenigingen op basis van hun klassering tijdens georganiseerde tornooien. Zij ontvangen dan 4 jaar lang een subsidie. De provincie organiseert klasseringtornooien voor amateurtoneel, muziek, koorzang en volksdans. Er is ook een beoordeling van choreografische groepen door een provinciale jury. > Oost-Vlaams Rockconcours Het provinciebestuur subsidieert deze tweejaarlijkse wedstrijd voor jonge rockgroepen. Bedoeling van deze wedstrijd is jonge bands op het voorplan te laten spelen en hen podiumkansen te bieden. De finalisten stoten door naar het interprovinciale traject 100% Puur, dat kwalitatieve speelkansen biedt in jeugdhuizen, clubs, cultuurcentra en op festivals. Alle info op www.ovrc.be
> De provinciale kunstprijzen Het provinciebestuur schrijft jaarlijks tal van prijzen uit waarbij het provinciebestuur personen en verenigingen in Oost-Vlaanderen wil bekronen voor bijzondere prestaties: > Prijs voor muziek > Prijzen voor letterkunde > Prijs voor beeldende kunst en vormgeving Provinciale uitleendienst De provincie Oost-Vlaanderen leent, tegen een bescheiden huurprijs, audiovisueel en tentoonstellingsmateriaal uit aan feitelijke verenigingen waarvan de hoofdverantwoordelijke in de provincie woont en aan rechtspersonen met maatschappelijke zetel op het grondgebied van de provincie. De contactgegevens van de uitleendiensten zijn: > Centrale uitleendienst Kapiteinstraat 55, 9000 Gent T 09/253.40.38
[email protected] > Regionale uitleendienst Sint-Niklaas Lamstraat 113, 9100 Sint-Niklaas > Regionale uitleendienst Geraardsbergen Zakkaai 27, 9500 Geraardsbergen De voorwaarden staan in een reglement dat te vinden is op de website van de provincie www.oostvlaanderen.be (kies voor ‘cultuur en vrije tijd’, ‘uitleendiensten’ en dan ‘audiovisueel materiaal’). 25
Op de hoogte blijven? Via de website www.oost-vlaanderen.be/ public/cultuur_vrijetijd/index.cfm kom je alle belangrijke nieuwtjes te weten. Wie waarvoor contacteren? amateurtheater > Dirk De Wulf
[email protected] T 09/267 72 60 > Isabelle Françoys
[email protected] T 09/267 72 69 dans > Frans De Buck
[email protected] T 09/267 72 50 > Mireille Decaboote
[email protected] T 09/267 72 68 hafabra > Danny Bockstaele
[email protected] T 09/267 72 49 > Isabelle Françoys
[email protected] T 09/267 72 69
> Nadine Lievens
[email protected] T 09/267 72 56 koorzang > Danny Bockstaele
[email protected] T 09/267 72 49 > Nadine Lievens
[email protected] T 09/267 72 56 popmuziek > Bob Vanden Eynde
[email protected] T 09/267 72 57 > Isabelle Françoys
[email protected] T 09/267 7269 bevordering muziekcultuur > Danny Bockstaele
[email protected] T 09/267 72 49 > Isabelle Françoys
[email protected] T 09/267 72 69 letterkunde > Dirk De Wulf
[email protected] T 09/267 72 60
> Marion Lefebvre
[email protected] T 09/267 72 72 beeldende kunst/fotografie & film > Bob Vanden Eynde
[email protected] T 09/267 72 57 > Nathalie Eykelberg
[email protected] T 09/267 72 58 culturele projecten > Bob Vanden Eynde
[email protected] T 09/267 72 57 > Margie Van de Slycke
[email protected] T 09/267 72 10 culturele uitwisseling > Bob Vanden Eynde
[email protected] T 09/267 72 57 > Mireille Decabooter
[email protected] T 09/267 72 68
projecten voor jeugd en volwassenen > Subsidiëring van artistieke initiatieven voor jeugd en volwassenen > Subsidiëring van intergemeentelijke projecten jeugd en cultuur
Om te kunnen genieten van een provinciale subsidie dienen verenigingen deel te nemen aan provinciale tornooien en daarin een klassering te verwerven. > Rockvonk Rockvonk is de provinciale popwedstrijd voor jonge debuterende VlaamsBrabantse bands en producers. Alle info op www.rockvonk.be. De finalisten stoten door naar het interprovinciale traject 100% Puur, dat kwalitatieve speelkansen biedt in jeugdhuizen, clubs, cultuurcentra en op festivals.
Adres: Provinciehuis Oost-Vlaanderen, Gouvernementstraat 1, 9000 Gent
VLAAMS-BRABANT Subsidiereglementen Wat volgt is een opsomming van de huidige subsidiereglementen. Wil je meer uitleg over één van deze subsidiemogelijkheden? Alle reglementen en bijhorende aanvraagformulieren kan je raadplegen via www.amateurkunsten.be/subsidies of via de website van de provincie www. vlaamsbrabant.be (kies voor ‘vrije tijd en cultuur’ en vervolgens ‘cultuur’). > Subsidiëring van amateurtoneelverenigingen via tornooi > Subsidiëring van orkesten via tornooi > Subsidiëring van koren via tornooi > Subsidiëring van sociaal-culturele
26
Wedstrijden > Provinciale tornooien De provincie Vlaams-Brabant subsidieert fanfares, orkesten, harmonies, brassbands, percussie-ensembles, amateurtheatergezelschappen en koren met als doel hun vrijetijdsbesteding te steunen en de kwaliteit van hun uitvoeringen te bevorderen.
> 45 Toeren 45 toeren is een provinciale DJ-wedstrijd voor jonge Vlaams-Brabantse DJ’s. Alle info op www.45toeren.be. Provinciale uitleendienst De provinciale uitleendienst Vlaams-Brabant stelt gratis allerlei materiaal ter beschikking. Er is een uitleenbalie in Leuven en in Asse maar je kan ook materiaal aanvragen via de website www.vlaamsbrabant.be (kies ‘vrije tijd en cultuur’ en dan ‘uitleendienst’). > Uitleendient Asse Poverstraat 75, 1731 Asse Luc Beeckmans T 02/454 82 41 of John Kestens T 02/454 82 42
[email protected] > Uitleendienst Leuven Provincieplein 1, 3010 Leuven Jef Van Cortenberg T 016/26 76 92 of Peter Hermans T 016/26 76 92
[email protected] Anderen vormen van ondersteuning De organisatie van kwaliteitsbevorderende cursussen voor toneelverenigingen (i.s.m. OPENDOEK) > UIT in Vlaams-Brabant als communicatie-tool > Opzetten van Murga’s in de provincie > Ondersteuning jong Vlaams-Brabants artistiek talent (muziek, theater, dans, beeldend, fotografie ...). De provincie groepeert deze acts/toonmomenten gratis op het web. Elke organisator kan tot 100 euro van de uitkoopsom recupereren.
Meer info: www.kunst-stukjes.be > Vorming tot fuifcoach. Met deze vorming wil de jeugddienst i.s.m. het Provinciaal Instituut voor Vorming en Opleiding (PIVO) investeren in een veilig fuifbeleid op haar grondgebied. Gemeentebesturen kunnen genieten van een financiële ondersteuning vanuit de jeugddienst. > Vorming oorverdovend en oogverblindend: het is vanzelfsprekend zinloos om PA- of lichtmateriaal te ontlenen bij de uitleendienst als je er geen snars van kent! Daarom stimuleert de provinciale jeugddienst Vlaams-Brabantse jongeren om een cursus rond licht en/of geluidsversterking te volgen. De helft van het cursusgeld wordt terugbetaald. > Popstoot: met £Popstoot wil de provincie jaarlijks alle Vlaams-Brabantse popactoren samenbrengen om netwerkontwikkeling te stimuleren, omdat de provincie ervan overtuigd is dat door het stimuleren van onderlinge samenwerking er extra dynamiek komt. Door het voeren van een actief participatiebeleid wil de provincie in overleg met de popsector verder het popbeleid uitbouwen. Op de hoogte blijven? Alle informatie over het amateurkunstenbeleid van de provincie Vlaams-Brabant vind je op www.vlaamsbrabant.be. Wil je graag op de hoogte blijven van de laatste nieuwtjes? Dan kan je je je inschrijven voor het e-zine of de courant (jeugddienst) via www. vlaamsbrabant.be/nieuwsbrie-
ven. De provincie organiseert ook occasionele informatievergaderingen, bijvoorbeeld n.a.v. een nieuw subsidiereglement. Contactgegevens > Beleidsverantwoordelijke Tom Troch
[email protected] T 016/26 70 50 > Diensthoofd cultuur Jo Rombouts
[email protected] T 016/26 7631 > Bestuurssecretaris/secretaris toneeltornooi Herman Anthoons
[email protected] T 016/26 76 97 > Administratief medewerker/secretaris orkestentornooi en koortornooi Marina Camps
[email protected] T 016/26 76 08 > Diensthoofd jeugd Katrijn Vanduffel
[email protected] T 016/26 76 81 > Stafmedewerker jongerencultuur Filip Libin
[email protected] T 016/26 76 86 Adres: Provinciehuis Vlaams-Brabant, Provincieplein 1, 3010 Leuven
Antwerpen Subsidiereglementen Wat volgt is een opsomming van de huidige subsidiereglementen. Wil je meer uitleg over één van deze subsidiemogelijkheden? Alle reglementen en bijhorende aanvraagformulieren kan je raadplegen via www.amateurkunsten.be/subsidies of via de website van de provincie www. provant.be (kies voor ‘vrije tijd’, vervolgens ‘cultuur’ en dan ‘subsidies’). > Subsidiëring van koren aan de hand van koortornooien > Subsidiëring van orkesten aan de hand van orkesttornooien > Subsidiëring van balletscholen > Projectsubsidies voor bijzondere producties van amateurtoneelverenigingen > Subsidiëring van uitzonderlijke culturele activiteiten van bovenlokaal belang
> Subsidiëring tot bevordering van grensoverschrijdende culturele samenwerking binnen de Europese Unie > Subsidiëring van theaters, kunstencentra en dansorganisaties > Subsidiëring van figurentheaters > Subsidiëring van bovenlokale culturele organisaties uit de sector van de plastische kunst, de toegepaste kunst, de fotografie en de film > Subsidiëring van festivals. Deze subsidiëring geldt voor festivals die voor iedereen toegankelijk zijn, met minstens een provinciale of regionale uitstraling of karakter > Subsidiëring van concertverenigingen. Dit is voor erkende organisaties uit de provincie Antwerpen die zelf niet concerterend optreden, maar enkel concerten organiseren
> Subsidiëring van cultuurprojecten door jongeren. Dit is een subsidie voor de organisatie van een waardevol cultureel project voor en door jongeren in de vrije tijd Wedstrijden > Provinciale tornooien voor koren en orkesten De provincie Antwerpen kent subsidies toe aan koren en orkesten via tornooien. Subsidiëring is verbonden aan de verworven categorie en is geldig voor 4 jaar. > FrappantPOP De provincie Antwerpen organiseert tweejaarlijks het popconcours FrappantPOP, een tweejaarlijkse muziekwedstrijd voor jonge bands uit de provincie Antwerpen, waarbij de
27
finalisten doorstoten naar 100% Puur. Meer info op www.frappantpop.be > Frappant TXT Recent startte de provincie Antwerpen in samenwerking met Creatief Schrijven het project FrappantTXT, een wedstrijd in schrijven en performance (txt on stage) voor jonge woordkunstenaars. Provinciale uitleendienst Met de provinciale uitleendienst didactisch materiaal (PUDM) stelt de provincie Antwerpen een zeer uitgebreid gamma audiovisueel en didactisch materiaal ter beschikking. Er zijn vier uitleenposten waar je het materiaal kunt afhalen en terugbrengen. > Centrale uitleendienst Vormingscentrum Malle, Smekenstraat 61, 2390 Malle T 03 / 312 80 00 > Regionale uitleendienst Mechelen Provinciaal Sport- en Recreatiecentrum “De Nekker” Nekkerspoel, Borcht 19, 2800 Mechelen > Regionale uitleendienst Deurne Provinciaal Groendomein Rivierenhof Boswachtershuisje, Turnhoutsebaan 234, 2100 Deurne
> Regionale uitleendienst Westerlo Kamp C, Britselaan 2, 2260 Westerlo Alle info op: www.provant.be/leren/ vormingscentra/provinciaal_vormings/ uitleendienst Op de hoogte blijven? Via de website www.provant.be/cultuur en via berichten in de nieuwskanalen van de provinciale afdelingen van de steunpunten voor amateurkunsten, houdt de provincie Antwerpen je op de hoogte van haar ondersteuning op vlak van cultuur. Maandelijks verschijnt het gratis cultuurtijdschrift Amuze. Contactgegevens
[email protected] T 03/240 64 11 > Subsidiëring van koren > Subsidiëring van orkesten > Subsidie aan Vlamo > Subsidie aan Koor en stem > Tornooien voor koren en orkesten
[email protected] T 03/240 64 10 > Subsidiëring van uitzonderlijke activiteiten van bovenlokaal belang > Subsidiëring tot bevordering van grensoverschrijdende culturele samenwerking
[email protected] T 03/240 65 16 > Subsidiëring van bovenlokale culturele organisaties uit de sector van de plastische kunst, de toegepaste kunst, de fotografie en de film > Subsidiëring van figurentheaters > Subsidiëring van theaters, kunstencentra en dansorganisaties Adres: Provinciehuis Antwerpen, Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen
[email protected] T 03/240 64 73 > FrappantPOP > Frappant TXT > Subsidiëring van cultuurprojecten door jongeren
LIMBURG Subsidiereglementen Wat volgt is een opsomming van de huidige subsidiereglementen. Wil je meer uitleg over één van deze subsidiemogelijkheden? Alle reglementen en bijhorende aanvraagformulieren kan je raadplegen via www.amateurkunsten.be/subsidies of via de website van de provincie www. limburg.be (kies voor ‘ontspannen’, vervolgens ‘cultuur’ en dan ‘subsidies’). > Subsidiëring van harmonie- en fanfarewereld in Limburg
28
> Subsidiëring van amateurtoneel in Limburg > Subsidiëring van de koorwereld in Limburg > Subsidiëring van bijzondere culturele initiatieven binnen de provincie Limburg: de sector van de amateurkunsten kan voor bijzonder culturele initiatieven die in de provincie Limburg plaatsvinden, vernieuwend en/of uitzonderlijk zijn binnen de culturele sector en van minstens regionaal belang, een
ondersteuning vragen in het kader van dit reglement > Subsidiëring van jongereninitiatieven > Subsidiëring van provinciale jeugdorganisaties Wedstrijden Provinciale tornooien Het provinciale cultuurbeleid legt in de provincie Limburg de klemtoon op het verhogen van de kwaliteit en complementariteit van het huidige cultuuraanbod.
Bedoeling is amateurverenigingen naar een hoger kwaliteitsniveau te begeleiden. Vanuit die optiek organiseert de provincie samen met de respectievelijke koepelorganisaties Koor&Stem Limburg, Vlamo Limburg en OPENDOEK Limburg een provinciaal tornooi waarbij een onafhankelijke jury de uitvoeringen naar waarde schat. Voor de best geklasseerde uitvoerders is er een subsidie voorzien. Limbomania Limbomania is het tweejaarlijkse popconcours van de provincie Limburg waarbij jong, fris Limburgs poptalent in het zonnetje wordt gezet. De finalisten stoten door naar het interprovinciale traject 100% Puur, dat kwalitatieve speelkansen biedt in jeugdhuizen, clubs, cultuurcentra en op festivals. Alle info op www.limbomania.be.
prioritair in aanmerking indien ze productie, creatie en talentontwikkeling centraal stellen. > De provinciale platforms Forte (klassieke muziek), Motives for Jazz, Pop in Limburg, Platform Beeldende Kunsten Limburg, Dans in Limburg, Designplatform Limburg en Platform Audiovisuele kunsten fungeren als een helpdesk voor amateurkunstenaars en professionele kunstenaars met betrekking tot o.m. subsidieregelgeving Provincie Limburg en Vlaamse Gemeenschap, contacten met de sector ed. > Voor de organisatie van de provinciale wedstrijden kunnen de landelijke amateurkunstenorganisaties gebruik maken van de infrastructuur van de provincie Limburg, het Provinciaal Domein Dommelhof.
Provinciale uitleendienst De uitleendienst van de provincie Limburg ondersteunt de werking van de Limburgse (sociaal-)culturele verenigingen, die erkend zijn door de Limburgse Raad voor het Cultuurbeleid, door audiovisuele apparatuur en tentoonstellingsmateriaal ter beschikking te stellen tegen betaalbare huurtarieven. > Centrale uitleendienst Provinciehuis, blok A, lokaal -1.24 Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt T 011/23 76 05
[email protected] Meer info is te vinden op www.limburg.be/ cultuur (kies ‘uitleendienst’)
Op de hoogte blijven Via de website www.limburg.be en via de nauwe samenwerking met de landelijke amateurkunstenorganisaties houdt de provincie je op de hoogte van alle nieuwtjes.
Andere vormen van ondersteuning > De laureaten (top 10) van de provinciale wedstrijden voor harmonieën, fanfares en koren kunnen in het kader van het reglement “subsidiëring van organisaties klassieke muziek” een projectsubsidie aanvragen. Deze subsidiëring kadert in het beleid ten behoeve van kwaliteitstimulering. Projecten komen
Jan Vanhamel
[email protected] T 011/29 59 74 > Organisatie provinciale tornooien harmonies & fanfares en koren > Subsidiëring van organisaties klassieke muziek > Provinciale Jeuggddienst
[email protected] T 011/ 23 72 73 Adres: Provinciehuis Limburg, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt
Contactgegevens > Directie Cultuur, Afdeling Cultuur en Bibliotheekwezen Eef Proesmans
[email protected] T 011/23 75 55 > Subsidiëring van harmonie- en fanfarewereld > Subsidiëring van amateurtoneel > Subsidiëring van de koorwereld > Subsidiëring van bijzondere culturele initiatieven binnen de provincie Limburg > Provinciale platformwerking Ludo Curvers
[email protected] T 011/23 75 35 > De erkenning en de subsidiëring van culturele verenigingen
29
Dossier: Praktijkvoorbeelden Bij wijze van illustratie geven we graag enkele inspirerende praktijkvoorbeelden mee, zowel uit grotere steden als kleinere gemeenten. Ze kunnen je misschien op nieuwe, haalbare ideeën brengen om de amateurkunstenaars van je eigen stad of gemeente extra te ondersteunen. . Op onze website www.amateurkunsten.be verschijnen regelmatig nieuwe praktijkvoorbeelden. Geef ons zeker een seintje als je ook een interessant relaas hebt. Informatie en communicatie Hasselt: zinvolle communicatie De stad Hasselt zal in de toekomst het aanbod van de amateurkunstenaars bundelen in een programmatieboekje. Lokale organisatoren krijgen het aangeboden zodat ze de producties van amateurkunstenaars aan halve prijs kunnen boeken. De andere helft van de uitkoopsom betaalt de stad. Bovendien investeert Hasselt in een interactieve website waarbij verenigingen niet alleen hun aanbod kunnen communiceren maar ook hun noden en behoeften kunnen meedelen. Dit moet de interactie en samenwerking tussen amateurkunstenaars onderling stimuleren. Beveren: Praatcafé voor jongeren In Beveren organiseren de jeugd- en cultuurdienst jaarlijks een praatcafé voor jongeren. Tijdens deze activiteit delen verschillende sprekers uit de culturele sector hun persoonlijke ervaringen met jongeren. Zo willen ze mensen warm maken, stimuleren en begeleiden bij hun keuze. Beerse: Jamsessions Tijdens Jamsessions in Beerse konden jongeren vier workshops volgen. De dag werd afgesloten met optredens van lokale groepen. Een tijdelijke werkgroep kreeg inspraak in het concept, ging mee op zoek naar docenten – o.a. via Poppunt – en stond zelf in voor de promotie. De positieve reacties mondden uit in een vervolgtraject. Het project Arsenaal voor
30
de Finaal werd een workshopreeks die uitloopt in een vrij podium. De winnaar krijgt bandcoaching met als doel een finaleplaats voor Humo’s Rock Rally! Logistieke ondersteuning Knesselare: Regeling repetitieruimten Het gemeentebestuur van Knesselare stelde een gedetailleerde regeling op rond het gebruik van de repetitieruimten. Mensen die er repeteren, worden gevraagd of ze bereid zijn te spelen op een gemeentelijk evenement. Op die manier laat men de kunstenaars ook eens buiten het repetitielokaal optreden. Sint-Niklaas: decorbouw Verenigingen die door de cultuurraad erkend zijn in de podiumkunsten, krijgen in het cultureel centrum een gunsttarief voor gebruik van de zalen (inclusief repetitietijd), naast hulp bij decorbouw en de nodige technische ondersteuning bij de voorstellingen (d.i. opmaak van het lichtplan, geluidstechniek, decorwissels enz.). Vooral decorbouw is een unieke service. Dit vraagt de nodige creativiteit. Het personeel overlegt de werkwijze met de amateurkunstenaars. Vaak krijgen bestaande decors na restyling een tweede leven. Presentatiemogelijkheden Kortenberg: Beeldende kunst cyclus De gemeente heeft een lange traditie rond Beeldende Kunst. Om de verschillende initiatieven en ervaringen te stroomlijnen
werd een cyclus uitgewerkt. Dit zorgt niet alleen voor een verscheiden aanbod naar kunstenaars maar ook voor een breder publiek. In jaar 1 organiseert een gemeentelijke werkgroep een beeldende tentoonstelling op één plek in de gemeente. In jaar 2 organiseert dezelfde werkgroep een kunstroute langs de ateliers van Kortenbergse kunstenaars. In jaar 3 organiseren ze de Kortenbergse Kunstkabinetten. Dit is een beeldend kunstevenement, bedoeld voor kunstenaars uit heel Vlaanderen. Zo krijgt ook actuele kunst een plek in een relatief kleine gemeente. Los daarvan kunnen de kunstenaars maandelijks gratis tentoonstellen in speciaal uitgeruste ruimtes van het gemeentehuis. Turnhout: Muziek tussen de rekken In Turnhout kun je een aantal keer per maand muzikanten aantreffen tussen de rekken van de bibliotheek. Dit is een samenwerking tussen het DKO en de bibliotheek. Ieper: Gedicht voor Ieper Met Een Gedicht voor Ieper wilde men de inwoners creatief uit de hoek laten komen. Er werd een oproep gelanceerd om een gedicht te schrijven dat verwijst naar de stad. Nadien werd de poëzie op zuilen in de straten gepresenteerd. Tienen: cd-opname Tienen schreef ooit een wedstrijd uit om een cd samen te stellen met uitsluitend Tiense muziekgroepen. Iedereen mocht
zich kandidaat stellen en alle muziekgenres waren welkom. Alle deelnemers kregen een aantal cd’s om te verkopen maar ook in de winkel werden ze te koop aangeboden. Bilzen: Dorp op de planken De nieuwe generatie dorpsfeesten krijgt in Bilzen vorm in een soort “dorpsshow”, waarbij de plaatselijke culturele verenigingen en amateurkunstenaars een avondvullend programma voor het hele dorp verzorgen. Daarbij staat elke deelnemer garant voor één act: een lied, een sketch, een muziekstuk, een voordracht, een tentoonstelling, een cabaretnummer, een videofilm… De stad helpt met begeleiding (bv. een professionele regisseur), logistieke ondersteuning (zaal, techniek, promotie…) en de organisatiekost. Een ludieke wedstrijd vormt een extraatje. Tijdens elke show kiest een lokale jury “de ster van het dorp”. Financiële ondersteuning Aarschot: steun aan muziekgroepen Andes een muziekband uit Aarschot krijgt volop de steun van het stadbestuur. Zo kunnen ze gebruik maken van repetitielokalen in het jeugdcentrum en kregen ze 2.500 euro voor de opname van hun cd. Wanneer de groep deelneemt aan een provinciale rockwedstrijd, gaat de bal echt aan het rollen. Luc De Vos vraagt hen regelmatig in het voorprogramma van Gorki en in het tv-programma Zo is er maar één krijgen ze massaal veel stemmen. Intussen delen
ze de affiche met De Mens, Flip Kowlier en De Kreuners. Tessenderlo: aankoop partituren In Tessenderlo kopen harmonieën, fanfares en de academie gezamenlijk partituren aan. De bestaande afzonderlijke bibliotheken werden samengebracht. Er wordt overlegd over de aankopen om dubbels te vermijden. De gemeente voorziet een structureel budget voor deze aankopen in de begroting. Beveren: Musical Jane Eyre In Beveren werkten enkele jaren geleden heel wat partners samen rond het verhaal van Jane Eyre in musicalvorm. Ondermeer de academie, amateurkunstenverenigingen en individuele kunstenaars droegen hun steentje bij waardoor het gebeuren uitgroeide tot een groots spektakel. Antwerpen: Fonds voor Talentontwikkeling Het Fonds voor Talentontwikkeling is een subsidielijn, specifiek voor niet-professionele kunstenaars. Leuke projecten in de stad of haar districten maken kans op financiële ondersteuning van 10.000 euro. Alle disciplines komen hiervoor in aanmerking.
Amateurpodiumkunsten in Herent. De lokale amateurpodiumkunsten boden een gezamenlijk programma aan. De gemeente blijft op zoek gaan naar plaatselijk talent. Geïnteresseerden kunnen steeds ingeschakeld worden in de eigen werking van het gemeenschapscentrum. Wilrijk: band met oud-leerlingen versterken De Academie voor Schone Kunsten in Wilrijk zette samen met oud-leerlingen een tentoonstelling op zodat de band tussen beide weer opgerakeld wordt. Dit gebeurde in het cultuurcentrum en in samenwerking met een gemeenschapshuis voor jonge mensen met ontwikkelingsproblemen.
Bilzen: Project rond dialect In het kasteel van Bilzen werd in het verleden een groot internationaal vertelfestival georganiseerd. Naast verhalen in vreemde talen waren ook dorpsverhalen te horen in het dialect, gebracht door vertellers uit de verschillende deelgemeenten. Een regisseur en coach begeleidden de gelegenheidsvertellers. Heeft u zelf nog interessante praktijkvoorbeelden? Mail die dan naar
[email protected]
Ondersteunen en opzetten van samenwerkingsverbanden Herent: Week van de amateurkunsten In de Week van de Amateurkunsten organiseerde de gemeente Herent hART,
31
Colofon Deze publicatie is een uitgave van vzw Forum voor Amateurkunsten en vzw Repetitieruimtes. www.amateurkunsten.be Ontwerp & lay-out:
[email protected] Werkten mee aan dit nummer: Werkten mee aan dit nummer: Kaat Peeters, Wies Callens, Sarah Beernaert, Liesbet Termont, Hilde Van Malderen en Elke Verhaeghe Verantwoordelijke uitgever: Luk Verschueren, Abrahamstraat 13, 9000 Gent
32