ADRIAANSE l\\ VAN DER WEEL I ~ ' n . 5 6 advocaten
t ,
C
,&(+--r.
FE. 1 :~~,&;,jh1
j 3QC.p!!R.
-',e~as,h.
1q1114364 lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
ZAAK NR.
j cr F.? - - - _ Y
Aan de leden van de Provinciale Staten van de Provincie Zeeland Postbus 6001 4330 LA MIDDELBURG
4331 JE Middelburg
Middelburg, 17 oktober 201 1 Inzake Onze ref. E-mail Uw ref.
: Smeels
C.S.
/ GS
: M21 10535 UTHJBB 1 1-001 91 735 :
[email protected]
Geachte statenleden, Namens mijn cliënt de heer A.A. Smeels bericht ik u als volgt. Bij besluit van het college van Gedeputeerde Staten van 19 april 201 1 is de heer Smeels
ontslagen als voorzitter van de Raad van Toezicht van de Stichting BJZ. Bij brief van de ondernemingsraad van BJZ d.d. 22 april 201 1 i s dit besluit aangeduid als een zeer vergaande maatregel, die de situatie bij BJZ naar opvatting van de ondernemingsraad nog extra bemoeilijkt. Dit brengt, naar het oordeel van de ondernemingsraad, de uitvoering van de taken van BJZ in gevaar. Bij uitspraak van de voorzieningenrechter van 12 oktober 201 1 is dit besluit gekwalificeerd
als onzorgvuldig, zodat het i s geschorst. Uit de uitspraak blijkt voorts dat het college van GS weliswaar een tijdelijke Raad van Toezicht heeft benoemd, maar daartoe niet bevoegd was, noch op grond van de Wet op de jeugdzorg noch op grond van de statuten van de stichting BJZ. Voor de benoeming van de tijdelijke raad heeft het college van Gedeputeerde Staten zich beroepen op inmiddels vervallen statuten, zoals deze bij de oprichting van de stichting zouden zijn vastgesteld. Nadat het college van GS aan de heer Smeels ontslag had verleend, zijn ook de overige leden van de Raad van Toezicht opgestapt. In een dergelijke situatie is het naar mijn mening op ABN Amro nr. 40.48.04.969, t.n.v. Stichting Beheer Derdengelden Adriaanse van der Weel. ( IBAN-nummer: NL09ABNA0404804969 BIC-nummer (Swiítcode): ABNANLZA I KvK 20163435 Iedere aansprakelijkheid is beperkt tot het bedrag dat in het desbetreffende geval onder onze beroepsaansprakelijkheidsverzekering wordt uitbetaald. De algemene voorwaarden die wil hanteren, zijn afgedrukt op de achterzilde van deze brief. 1 Any iiability shall be Iimited to the arnount which is paid - ' +h-. &*--'c nrnf~c
M. ( M a r t i n ) van d e r Bent D.W. (Diel) Boere N . H . ( N i c o l a a s ) van Everdingen I.P. ( R e n é ) de Groot U.T. (Rikkert) H o e k s t r a
ALGFMLNE VOORWAARDEN 1
Adriaanse van der Weel, gcvestgd en kantoorhoudende te Mddelbiirg, Rotterdam en Terneuzen, ieen maatschap naar Nederland5 recht van besloten vennootsctiapperi ("praktilkvennootichappen") Een lijst van compagnons van de rnaatschap wordt op verzoek toe gezonden De maatschap stelt zich tpn doel de prdktijk van advocaat u t te oefenen in de meest riiime zin
2
Alle opdrachten worden uitiluitend aanvaard en ritgevtierd door de maatschap Adriaanse vdn der Vvee De artikelen 7 404 en 7 407 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek zijn op deze overeenkornit van opdracht n e t toepasselijk
3
Wanneer in het hader van een door de maatschap uitgevoerde opdracht verleend door een client, de maatschap aansprakelijk wordt gesteld voor door haar verourraakte srhade. zal iedere aansprakelijkheid van de rnaatschdp beperkt blijven tot het bedrag dat n het desbetreffende geval op grond van de gesloten beroepiaarisprak.eli~kheidsverzekering(en) wordt uitbetaald, vermeerderd met het be drag van het eigen risico dat volgens de polisvoorwaarden niet ten laste van de verzekeraar(s) is
4
De madtschap overles zo mogelijk tevoren met een client over het inschakelen van derden ten behoeve van de belangen van clent De madtschap zal bil de seleaie van derden de nodige zorgvuldigheid n acht nemen Voor de nodige tekortkomingen ban de ngescha kelde derden is de maatschap niet aansprakelijk De rnaatschap is door de lie ent gernaclitigd om namens deze eventuele aanbprakeijk heidsbeperkngen van derden te danvaardeti
C.J. (Jaap) l i d e r n a J.J. (Jan)
Jacobse
A. (Bram) M i n d e r h o u d
BITh.
(Bas)
P. (Paula)
E. (Edwin)
de
Moor
van den
Berg
Bregonje
L.A.I. ( N a n d y ) B r o e k h o v e n L.A. ( L i a n n e )
Broekhuysen
A.A. (Anouk) Broekman.de
Feyter
J.C. ( J u d i t h ) C a b b o o r t
A A.J (Audrey) van Dijk
[Ie clent vrijwaart de maatsiliap tegen alle danspraken van derden, die op enige wijze iamenhangen inet de werkzaamheden voor de opdrachtgever, de redelijke kosten vdii jiiridsctie bijstand daaronder begrepen, behoudens grove schuld of opzettelijke misdragingen van de rilde van de maatscliap Di! geldt zowel voor r1 Nederlaiid als iri het buitenland ingeschakelde derden
C.W.J. ( G u l d o ) v a n D i j k e
B. ( B i a n c a ) d'Hooghe S. ( S a n d r a ) d'Hooghe M.J. ( M a t t h i j s ) Hoekstra V. ( V e r e n a ) J o n g e p i e r P h . (Philip) van K a m p e n L.B. (Lars) van L u i j n P.H.A. (Pieter) van Namen M. ( M a r l i e s ) O p r e l J.P. ( J e r o e n ) Quist D.J. (Danielle) Q u i s t - v a n Z a n t e n J.P.C. (Jelle) van R o e y e n M . C . ( M a r i k a ) Sinke M . ( M a r g o t ) den Toonder J.P. (Jaap) van d e r Valk A. ( A n n i k a ) V a n d e p u t t e
5
Niet alleen de maatsclidp maar ook ale personen die bij de uiwoering van enge opdracht zijn ingeschakeld kunnen op deze Algemene Voorwaarden een beroep doen Ditzelfde za gelden voor vroegere medewerkers met inbegrip ban liun eventuele erfgenamen inden ZIJ aansprakelijk wordeii gehouden nadat zij het kantoor van de maatschap hebben verlaten
6
Tenzij zulki schrifteli~kanders s overeengekomen wordt het hoiiorarium dat de maatschap in rekening brengt, berekend aan de hand van het aantal gewerkte uren vermenipuldigd met (een) jaarlijks vast te stellen uurtare(f)(ven) Door de maatschap ten behoeve van de c e n t betaalde verschotieri wordeii afzonderlijk in rekening gebracht De algemene kantoorkosten, zoals poiii, telefoon-, t a x en kopieerkosten e d zullen door middel van een vast percentage van het lionorarium n rekening worden gebracht In beginsel zal de maatschap maandelijks haar werkzaanihederi aan de clent in rekening brengen Er geldt een betalingstermijn van 30 dagen te rekenen vanaf de datum vdn declaratie
7
Adridanse van der Weel archivecrt r d e r doisier gedurende dertig laar na de datum vati sluiting Daarna heeft Adriaanie van der Weel tiet recht het dossier te vernietigen
8
klachten Adriaanse van der Weel s dangeiloten b11de Klachten- en Geschillenregeling Advocatuur Indien de rlient dat wenst, kan van deze regeling gebruik gemaakt worden Op verzoek zal het klachtenregement van Adridanse var1 der Weel kosteloos aan de client worden toegezonden
9
Deze Algemene Voorwadrden zijn ook vaq toepassrig op aanvullende opdrdchten en veivogopdrachteii
10 Op de rechtsvertiouding tussen de miatsctiap en tiaar c e n t zal Nederlands recht van toepassing ziln Alleen de Nederlandse rechter zal bevoegd zijn van e n g geschil tusien l e inaatschap en de client kenriis te nemen De Algemene Voowaarden zijn in de Nederlandse en n de Engelse taal opgesteld n gevdl van discrepantie tussen de Engelse en de Nederlandse tekst van deze Algemene Voohuaarden, zal de Nederlandse tekst bindend zijn Deze Algemene Voorwaarden zi~ngedeponeerd ter griffie van de Rechtbank te Middelburg en kunnen ook worden geraadpleegd op de website van Adriaanie van der Weel w a v d w nl
CENERAL CONDITIONS 1
Adriaanse van der Weel, with offices n Middelburg, Tertieuien and Rotterdam, s a paitnership iinder Dutch law ("maatschap") whose members are private Iimited Iiablity rornpanie5 ("besloten vennootschappen") A list of partners is provided upon request The object of our partnership s to praitce the profession of lega counsel dnd solicitor/attorney ("advocaat") in the broadest sense
2
Al1 assgnments are accepted dnd executed by the paitnership Sections 7 404 and 7 407 sub section 2 of tlie Dutch Civl Code ("Burgerli[k Wetboek") shall not apply to these assignments
3
Slioud ttie partnership be held Iiable for damage caused r i connecton with an assignment gianted by a clent, any and al1 Iiability shall be Iimited to the amount paid out iinder the partnership's professional IiabIih/ nsiirance p o c y with respect to the nianer(s) concerned, ncreased by the dediictible applicdble under tlie ternis of sucli polcy f and to the extent no payment under ttie p o c y is made, for whictiever reason, the partnership's Iiabilty shal be limited to an aniount equalng the fee cliarged by the partnership for tbe advire ronrerned, or a maximum of EUR 50,000n case the fee charged exceeds this amount
4
Where possible, the partiiership shali consiilt the clent in advanre f i t ntends to engage the seivices of tliird parties on behaif of the client The partnership shdll exercse due cdre when seectng such t h r d parties, but it shall nat be Iiable for their fauts The partnership is aiithorised by :he client to accept, on hls behali, thrrd puities' Iirnitations of Iiabiliry The client shall ndemrify the partnerslilp for, and shall liold it liarmless from any and a l claims made by tliird panies, which are in any wd)'connected with ttie actvitiei conducted on behaf of the client, ncludng reasonable legal fres, except to the extent the damage was cdused hy the partnership's gross neggence ar w l f u misconduct Ths cause shall apply with respect to third parties engaged within or o u t i d e the Netherlands
5
The partnership as wel1 as a l persoiis engaged by r tri he execution of an assignment, are covered by tliese General Conditions Tlie same applies to forrner employees and their heirs f held i a b e after termiiaton of their service
6
Unless agreed othenniise in writing, the fee charged by the partnership is computed on the basis of the number of hours worked, multipled by (an) hourly rate(s) to be fixed annually Expenses incurred by the partnership on behalf of the client are charged separately Ceneral administrative costs, inrluding postage, telephone, fdx and photocopying expenses, are charged on ttie basis of a fixed percentage of the fee In principle, the partnership shal charge lts activities to the c e n t on a monthly basis The applirable payment term shal be 30 days from invoice date
7. Oncr a file s closed, t wil1 be archived by Adriaanse van der Weel and stored fot a period of thdy years, aiter which Adriaanse van der Weel shal be entitled to destroy it
8
Complairits Adriaarise vari der Weel subjects itself to the complaints and dsputes settlement rules of the Dutch bar association ("Nederlandse Orde van Advocaten") Lipon request, d copy of the complaints settement procedure of Adriaanse van der Weel s provded to the client free of chdrge
9
These Ceneral Conditions shdl al50 apply to additional dssignmerits diid follow-up assignments
l0 The e g a relationship between ttie partnership dnd tlie client shiill be governed by Dutch law O n y the Dutch courts shall have jiirisdic~ tion with respect to any disputes behveen the partnership and the client The General Conditions have been drawn up in Dutcti and n English In the event of a discrepancy between the Dutcti and tlie English verson, the Dutch wording of these Genera1 Conditions shall be legaly binding Tlie Genera Conditions have been fied with the office of the District Couri at Middelburg and can aso be consuted at Adradnse van der Weel's web site wvvwavdw nl
ADRIAANSE I\\ VAN DER WEEL advocaten
grond van art. 2:299 BW aan de rechtbank om te voorzien in de benoeming van nieuwe leden van de Raad van Toezicht. Op grond van het vorenstaande acht de heer Smeels zowel het door CS genomen ontslagbesluit als de benoeming van nieuwe, tijdelijke leden van de Raad van Toezicht door CS onjuist.
/. Heden heb ik overeenkomstig bijlage namens de heer Smeels het college van CS verzocht om overleg in het kader van het thans op het bezwaar te nemen besluit. Ik merk op dat, nu de heer Smeels als gevolg van het schorsingsbesluit wederom geldt als lid van de Raad van Toezicht (zij het dat hij in zijn functioneren is beperkt) de rechtbank niet langer bevoegd i s tot benoeming van een nieuwe Raad van Toezicht over te gaan. Wellicht dat u het college van Gedeputeerde Staten kunt ondersteunen in zijn pogingen om tot een oplossing te komen.
ADRIAANSE r\ 1 VAN DER WEEL advocaten
Het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Zeeland Postbus 6001 4330 LA MIDDELBURG
Middelburg, 17 oktober 201 1 Inzake Onze ref. E-mail Uw ref.
: Smeels C.S. / CS : M21 10535 UTH/BBV 1 1 -001 91 71 4 :
[email protected]
Geacht college,
l .
Namens de heer Smeels bericht ik u n.a.v. de hierbij in copie gevoegde uitspraak van'de voorzieningenrechter d.d. 1 2 oktober 201 1 als volgt. De voorzieningenrechter heeft het ontslagbesluit van de heer Smeels als voorzitter van de Raad van Toezicht van de Stichting BJZ geschorst, met dien verstande dat het lidmaatschap in zoverre i s beperkt, dat hij in afwachting van de beslissing op bezwaar in zijn functie uitoefening is beperkt. De voorzieningenrechter heeft in overweging 1 1 geoordeeld over de brief van de teamleiders van 18 april 201 1 die de aanleiding was voor uw ontslagbesluit. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter i s niet komen vast t e staan dat afspraken over de wervings- en selectieprocedure door Smeels als voorzitter van de Raad van Toezicht niet zijn nagekomen en dat de heer Smeels daardoor geen rekening heeft gehouden met het draagvlak dat een nieuwe bestuurder binnen de organisatie dient te hebben, hetgeen de kern was van het door de heer Smeels bestreden ontslagbesluit. Geoordeeld i s dat uw college onvoldoende onderzoek heeft verricht, zodat daarom het besluit is genomen in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel. Namens de heer Smeels heb ik ook nog betoogd dat -kort gezegd- het bij de benoeming van een nieuwe bestuurder door de Raad van Toezicht gaat om een aangelegenheid die de stichting intern betreft, en dat het niet juist is dat door toedoen van de heer Smeels de juiste uitvoering van de door de stichting extern te verrichten taken in gevaar zou zijn gebracht.
1
ABN Amro nr. 40.48.04.969, t.n.v. Stichting Beheer Derdengelden Adriaanse van der Weel. i IBAN-nummer: NL09ABNA0404804969 BIC-nummer (Swiftcode): ABNANL2A j KvK 20163435 Iedere aansprakelijkheidis beperkt tot het bedrag dat in het desbetreffende geval onder onze beroepsaansprakelijkheidsverzekering wordt uitbetaald. n. .I ..-.--. J. . L.-. .... .- . r ' J
i .
I
I
Postbus 240 4330 AE Middelbur Kousteensedijk 3 433 1 JE Middelburg
ADRIAANSE r\ 1 VAN DER WEEL sdvocaten
De voorzieningenrechter heeft dus nog niet geoordeeld over de vraag of de kern van het ontslagbesluit wel raakt aan de grond op basis waarvan uw college bevoegd zou zijn om de heer Smeels als lid van de Raad van Toezicht te ontslaan. Graag treedt de heer Smeels in het kader van de op het bezwaar door uw college te nemen besluit in overleg met uw college omtrent hervatting van zijn functioneren. Daarbij plaats ik de navolgende kanttekening. Als lid van de Raad van Toezicht wordt de heer Smeels geconfronteerd met de heren Hennekeij en Coppoolse die door uw college thans tot tijdelijk lid van de Raad van Toezicht zijn benoemd. Zij hebben, zo is ter zitting van de voorzieningenrechter meegedeeld, ook nog een ander als lid benoemd van de Raad van Toezicht. Wat dit betreft heeft de voorzieningenrechter in zijn uitspraak sub 6.2 vastgesteld dat blijkens de statuten van de stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland de leden van de Raad van Toezicht door de raad zelf worden benoemd. Voorts heeft de voorzieningenrechter in overweging 7.1 vastgesteld dat art. 4 lid 5 van de Wet op de jeugdzorg niet voorziet in de benoeming van leden van de Raad van Toezicht door het college van Gedeputeerde Staten. Ter zitting is namens uw college gesteld dat voor de benoeming van de tijdelijke leden van de Raad van Toezicht aansluiting is gezocht bij de oprichtingsakte c.q. de oprichtingsstatuten van de Stichting BJZ, waarin zou zijn bepaald dat de benoeming van de voorzitter geschiedt door Gedeputeerde Staten. De inhoud van deze oprichtingsstatuten ken ik niet, maar dat is ook niet van belang om dat deze statuten thans niet meer van kracht zijn. De conclusie is dus dat uw college de heren Hennekeij en Coppoolse onbevoegd tot lid van de Raad van Toezicht hebben benoemd, zodat dit besluit in zoverre -civielrechtelijk- nietig is. Hierbij zend ik u een copie van mijn brief van heden aan de heren Hennekeij en Coppoolse. Ik verzoek u in het kader van het te voeren overleg t e erkennen dat uw benoemingsbesluit nietig is en voor de Stichting BJZ geen effect heeft. In het kader van het te voeren overleg i s de heer Smeels gaarne bereid, nu de heren Hennekeij en Coppoolse slechts bereid zouden zijn om tijdelijk lid te zijn van de Raad van Toezicht van de Stichting BJZ (zo heeft de heer Smeels in elk geval begrepen), in overweging te nemen om de door hen benoemde derde op rechtens geldige wijze te benoemen tot lid
ADRIAANSE li1 VAN DER WEEL aclbo~aten
van de Raad van Toezicht. Dit, indien en zodra de heer Smeels weer als lid van de Raad van Toezicht kan functioneren. Ook overigens is de heer Smeels ter beslechting van het geschil in het belang van de Stichting BJZ en de onafhankelijkheid van deze stichting gaarne tot overleg bereid.
l .
Een copie van deze brief zend ik aan Provinciale Staten. Hierbij gaat een copie van mijn brief van heden aan Provinciale Staten.
s
+3!
'I 18677230
Rechtbank Middelburg
SECTOR BESTUURSRECHT
uitspraak
-
RECHTBANK MIDDELBURG Sector bestuursrecht
AWB nummer: 111853, 111854 en 1 11855
Uitspraak van de voordeningenrechter voor bestuursrechtel(jke zaken op het verzoek om toepassing van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (voorlopige voorziening) inzake
A.A. Smeels, wonende te MiddeIburg, venoeker, gemachtigde mr. U. T. Hoekstra, advocaat te Middelburg. tegen
het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland, te Middelburg, verweerder.
I.
Procesverloop
Bij besluit van 19 april 201 1 heeft verweerder, onder verwijzing naar het bepaalde in artikel 4, vijfde lid, van de Wet op de Jeugdzorg. verzoeker met onmiddellijke ingang ontslag verleend als voorzitter van de Raad van Toezicht van het Bureau Jeugdzorg Zeeland te Middel burg. Bij besluit van 30 augustus 201 1 heeft verweerder de tijdelijke benoeming van L. Coppoolse te Middelburg tot voorzitter van de Raad van Toezicht bij het Bureau Jeugdzorg Zeeland verlengd tot I januari 2012.
Bij besluit van 30 augustus 201 1 heeft verweerder de tijdelijke benoeming van J.I. Hennekeij te Breskens tot lid van de Raad van Toezicht bij het Bureau Jeugdzorg Zeeland verlengd tot I januari 2012. Tegen deze besluiten heeft verzoeker bezwaar gemaakt bij verweerder. Tevens heeft hij de voorzieningenrechter van deze rechtbank gevraagd een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek is op 28 september 201 1 behandeld ter zitting. Verzoeker is daar in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen Moerdijk, door zijn gemachtigde mr. C. Kuipers, juridisch adviseur te Zoetermeer en P.W. beleidsmedewerker jeugdzorg bij de de provincie Zeeland .
+31 i18677230 1
Rechtbank Middelburg
SECTOR BESTUURSRECHT
I
AWB nummer: 111853, 1 11854 en 1 11855
11.
blad 2
Overwegingen
1. Ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningenrechtervan de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op v e m k een voorlopige voorziening treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. 2. Verzoeker is op I december 2009 benoemd als voorzitter van de Raad van Toezicht (hierna: de Raad) van de stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland (hierna: het BJZ). Bij het bestreden besluit van 19 april 201 1 is verweerder overgegaan tot ontslag van verzoeker als voorzitter. De overige leden van de Raad van Toezicht hebben, nadat zij door GS waren geschorst, diezelfde dag of kort daarna zelf hun ontslag ingediend,
2.1. Aanleiding tot het bestreden besluit is een brief van 18 april 201 1 van het management en de teamleiders van heiBJZ aan de Raad waarbij het vertrouwen in de Raad voor de wijze van uitvoeren van de wervings- en selectieprocedurevoor een nieuwe ditectew/bestuurder is opgezegd. 3. In verband met het ontslag van verzoeker en de indiening van hun ontslag door de overige leden van de Raad heeft verweerder bij besluiten van 20 mei 201 1 de heer L. Coppoolse, als voorzitter, en de heer 1.1. Hemekeij. als lid, voor vier maanden in de Raad benoemd. Deze tijdelijke benoemingen zijn bij de bestreden besluiten van 30 augustus 201 1 verlengd tot l januari 2012.
4. Verzoeker heeft verzocht de bestreden besluiten te schorsen. Daartoe stelt verzoeker dat het BJZ niet beschikt over een op juiste grondslag benoemde Raad die thans invulling gaat geven aan de benoemingsbevoegdheid voor een nieuwe directeurlbestuurder en een nieuwe voltallige Raad. Hiermee ontstaat volgens verzoeker een onomkeerbare situatie waarmee verzoeker zal worden geconfronteerd indien het besluit, waarbij hij is ontslagen. in rechte niet stand zal houden. 5. Ingevolge artikel 4. eerste lid, van de Wet op de Jeugdzorg, dragen gedeputeerde staten er zorg voor dat in de provincie 4Cn bureau jeugdzorg werkzaam is, dat in stand wordt gehouden door een stichting als bedoeld in artikel 285 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die door de provincie wordt gesubsidieerd. Ingevolge artikel 4, tweede lid, van de Wet op de Jeugdzorg heefi de stichting als doel het in stand houden van een bureau jeugdzorg dat de in deze wet aan de stichting opgedragen taken vervult. De stichting kan naast het in stand houden van een bureau jeugdzorg slechts ten doel hebben het verlenen van jeugdzorg, niet zijnde zorg als bedoeld in artikel 5, tweede lid, en het geven van voorlichting en advies over opgroei- en opvoedingsvragen en vragen van jeugdigen over hun juridische positie voor zover gedeputeerde staten toestemming hebben verleend. Gedeputeerde staten verlenen geen toestemming dan na overleg met het betrokken college van burgemeester en wethouders. Ingevolge artikel 4, derde lid, van de Wet op de Jeugdzorg voorzien, indien het bestuur van de stichting wordt gevormd door de leiding van het bureau jeugdzorg, de statuten in een raad van toezicht, die tot taak heeft toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de
+31,'118677230 l
Rechtbank Middelburg
SECTOR BESTUURSRECHT
A W nummer: 1 11853, 1 11854 en 1 11855
blad 3
algemene gang van zaken in de stichting. De raad van toezicht heefî de bevoegdheid tot het benoemen, schorsen en ontslaan van de leden van het bestuur. ingevolge artikel 4, vierde lid, van de Wet op de Jeugdzorg vervullen de bestuursleden en de leden van de raad van toezicht van de stichting, alsmede de leiding van het bureau geen functie bij een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zorg aanbiedt als bedoeld in artikel 5, tweede lid. Zij hebben evenmin een functie die betrekking heeft op die zorg bij de desbetreffende provincie, een gemeente binnen die provincie of een zorgverzekeraar. De stichting voorziet in waarborgen voor een onafhankelijke taakuitoefening door de personen die de in artikel 5 genoemde taken uitvoeren. ingevolge artikel 4, vijfde lid, van de Wet op de Jeugdzorg kunnen gedeputeerde staten, indien de juiste uitvoering van de in de wet aan de stichting opgedragen taken in gevaar komt ten gevolge van handelen of nalaten van het bestuur of van leden van de raad van toezicht, bestuursleden of leden van de raad van toezicht van de stichting schorsen of ontslaan, of tijdelijk voorzien in de leiding van het bureau jeugdzorg. 6. De besluiten tot verlenging van & tijdelijke benoeming van de voorzitter en het lid van de Raad
6.1. Verweerder heen ter zitting gesteld dat hij na het ontslag van verzoeker en het ontslag van de overige leden geconfronteerd werd met een niet bezette Raad bij BJZ en vervolgens in de benoeming van een tijdelijk voorzitter en een lid van de Raad heeft voorzien. Deze tijdelijke Raad is belast met het goedkeuren van de jaarrekening, het samenstellen van een volledige raad van toezicht en de werving van een raad van bestuur. 6.2. Blijkens artikel 12, onder a, van de statuten van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland worden de leden van de Raad van Toezicht door de Raad zelf benoemd.
7. De voorzieningenrechter stelt vast dat de statuten niet voorzien in de benoeming van leden in de situatie dat de Raad geen leden meer heeft. 7.1. Voorts stelt de voortieningenrechter vast dat artikel 4, vijfde lid, van de Wet op de Jeugdzorg niet voorziet in de benoeming van leden van de Raad door gedeputeerde staten. Ter zitting heeft verweerder hierover desgevraagd meegedeeld dat voor de benoeming van de tijdelijke leden van de Raad aansluiting is gezocht bij de oprichtingsakte c.q. de oprichtingsstatuten van de stichting BJZ waarin is bepaald dat de benoeming van de voorzitter geschiedt door gedeputeerde staten.
7.2. Dit brengt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat de onderhavige (verlengingen van de) benoemingen binnen de statutaire context van de stichting tot stand zijn gekomen. Derhalve is sprake van privaatrechtelijke rechtshandelingen en niet van besluiten in de zin van artikel 1% eerste lid, van de Awb. Dit betekent dat naar verwachting van de voorzieningenrechter de bezwaarschriften van verzoeker tegen deze besluiten nietontvankelijk zullen worden verklaard. Om die reden is er geen aanleiding om met betrekking tot deze besluiten een voorziening te treffen. 8 . Het besluit tot ontslag van verzoeker als voorzitter van de Raad 8. l. Uit de stukken blijkt dat op 8 november 2010 bestuurlijk overleg tussen de Raad en de
t 3 1 118677230
Rechtbank Middelburg
SECTOR BESTUURSRECHT
AWB nummer: 1 11853, 111854 en 111855
blad 4
provincie is gehouden over de vervulling van de per I januari 201 1 vertrekkende directeurhestuurder van BJZ. Als kernpunten van het profiel van de nieuwe directeur) bestuurder zijn genoemd: meer een verandermanager dan iemand die op de winkel past. een pro-actieve opstelling ten opzichte van de in het regeeraccoord aangekondigde stelselwijziging jeugdzorg, een goede communicator, zowel intern als extern en iemand die het politiek-bestuurlijke spel kent. Voor de korte termijn heeft de Raad besloten de waarneming intern te regelen door binnen d e provincie een waarnemer te zpeken. 8.2. Per l januari 201 1 is een waarnemend directeurfbestuurder aangesteld. Wegens ziekte van betrokkene heeft de Raad in de plaats van deze interim directeur per 14 maart 201 1 L.J. Schipper, senior beleidsmedewerker jeugdzorg bij de provincie Zeeland en beleidsadviseur jeugdzorg van het interprovinciaal Overleg, benoemd tot waarnemend directeur/bestuurder. Zijn detachering wordt per l oktober 201 1 definitief beëindigd, naar ter zitting van de zijde van verweerder is meegedeeld. 8.3. Op 31 januari 201 1 heeft & Raad een wervings- en selectieprocedure vastgesteld voor de aanstelling van de nieuwe directew/bestuurder. Ondersteuning in deze procedure vindt plaats door het bureau Public Spirit. extern adviseur van de Raad. Public Spirit heeft op basis van in de eerste helft van januari 201 1 met de adviserende geledingen gehouden gesprekken een functieprofiel geconcipiëerd voor de aan te stellen directeur/bestuurder. De Raad heeft besloten de concept-tekst, met enkele textuele aanscherpingen van de kant van de Raad zelf, voor een schriftelijke reactie voor te leggen aan de ondernemingsraad (hiema: OR). cliëntenraad (hierna: CR) en het management, bestaande uit het management team (hiema: MT)en de teamleiders. Doel was zich ervan te verzekeren dat OR, CR, het MT en de . teamleiders zich in de hoofdlijnen en de accenten van hun gesprek met Public Spirit van januari 201 1 herkennen. De hiervoor genoemde geledingen hebben aangegeven in hoofdlijnen in te kunnen stemmen met het functieprofiel. 8.4. Voorts heeft de Raad een uit 12 stappen bestaand stappenplan opgesteld om de benoeming van de nieuwe bestuurder te realiseren. Dit stappenplan komt er op neer dat een selectiecommissie. bestaande uit drie leden van de Raad (onder wie verzoeker), op basis van de inhoud van sollicitatiebrieven, de relevantie van c.v.'s en aanvullende informatie van de extern adviseur aan de voltallige Raad adviseert met welke kandidaten de procedure zou kunnen worden voortgezet (stappen I i/m 3). De Raad neemt over dit advies een besluit (stap 4). Met de kandidaten van wie de Raad vindt dat de procedure kan worden voortgezet, voert de selectiecommissie een sollicitatiegesprek en zonodig een tweede verdiepend vervolggesprek, en doet op basis van deze gesprekken aan de Raad een voorstel over de benoembaarheid van deze kandidaten (stappen 5 en 6). De Raad neemt een besluit over dit voorstel. Kandidaten die in deze fase van de procedure volgens een besluit van de Raad benoembaar zijn, zijn gerede kandidaten (stap 7). Deze gerede kandidaten gaan afzonderlijk in gesprek met de adviesorganen (of een delegatie van) OR, CR en het MT (het staat het MT vrij bij dit gesprek teamleiders te betrekken). De adviesorganen brengen schriftelijk advies aan de Raad uit (stappen 8 en 9). Op basis van het advies van de selectiecommissie en het besluit van de Raad daarover en de adviezen van de adviesorganen neemt de Raad een voorgetiomen besluit over de benoeming van kandidaat 'X' (stap 10). Dit voorgenomen besluit wordt schriftelijk kenbaar gemaakt aan de adviesorganen, die in de gelegenheid worden gesteld daarover schriftelijk aan de Raad te adviseren (stap I I). Mede op basis van deze adviezen neemt de Raad een definitief besluit (stap 12).
+31 118677230
Rechtbank Middelburg
SECTOR BESTUURSRECHT
AWB nummer: 111853, 1 11854 en 111855
blad 5
8.5. Vervolgens is in de tweede helft van februari 201 1 de wervingsprocedure in gang gezet. Op 15 maart 201 1 is de openstellingstermijn afgelopen. De extern adviseur van de Raad heeft vervolgens vijf potentiële kandidaten (uit 77 sollicitanten) geselecteerd en voorgedragen aan de selectiecommissie. Op woensdag 13 april 201 1 heeft verzoeker aan personeelsfunctionaris G. van de Beek doorgegeven dat de selectiecommissie aan de voltallige Raad een kandidaat gaat voordragen met wie de procedure kan worden voortgezet. Naar aanleiding van een per e-mail van 13 april 201 1 om 16.21 uur gestelde vraag van deze personeelsfunctionaris over de te volgen procedure bericht verzoeker op 13 april 201 1 per e-mail van 2 1.28 uur aan betrokkene: " .. Thans ligt het voorgenomen besluit bij de RvT voor, die zal dat besluit waarschijnlijk morgen nemen, waarna het voorgenomen besluit naar de adviesorganen kan. Een definitief besluit volgt pas, nadat de adviezen binnen zijn en gewogen zijn."
.
8.6. Eveneens op 13 april 201 1 heeft de managementondersteuner van bureau Public Spirit kennelijk's middags per e-mail aan het M'T en de teamleiders medegedeeld dat in het kader van de wervingsprocedure directeurhstuurder BJZ étn kandidaat wordt uitgenodigd voor een gesprek met de adviescommissies OR, CR en MT/teamleiders op 21 april as. Om welke kandidaat het gaat is niet vermeld. 8.7. Op 14 april 201 1 heeft de Raad het voorgenomen besluit, verband houdende met de benoeming van V. tot directeurhstuurder van BJZ. genomen. 8.8. Bij brief van 14 april 201 1 hebben de tearnleidersMT BJZ aan de selectiecommissie van de Raad laten weten dat het feit dat slechts één kandidaat wordt uitgenodigd niet'conform eerdere afspraken is. Zij stellen dat meerdere kandidaten voorgesteld zouden worden, zodat er daadwerkelijk sprake is van een keuze tussen kandidaten. Zij vinden dat er minimaal één andere kandidaat voorgedragen moet worden aan de adviescommissies om een weloverwogen advies te kunnen geven. Zij laten de selectiecommissie weten dat zij alleen in gesprek willen gaan met meerdere kandidaten. Zij wijzen er voorts op dat zij met de waarnemend directeur/bestuurder, die zich ook kandidaat had gesteld voor de vacante functie, inmiddels goede ervaringen hebben opgedaan en dat zij het daarom vanzelfsprekend achten dat ook deze kandidaat aan de adviescommissies wordt voorgedragen in deze fase van de selectieprocedure. Deze brief wordt C.C.gestuurd aan de overige leden van de Raad, aan de OR en aan de CR,
8.9. In reactie op de brief van de teamleiders/MT BJZ van 14 april 201 1 heeft verzoeker namens de Raad per e-mail van 15 april 201 1, gericht aan I. de Kok (de contactpersoon binnen BJZ tussen Public Spirit en de adviesgremia), alvorens inhoudelijk in te gaan op hun brief, een nadere toelichting aan de teamleiders/het MT gevraagd over de hierboven weergegeven passage betreffende het voorstellen van meerdere kandidaten aan de adviesorganen en het maken van een keuze tussen kandidaten door deze organen.
8.10. Bij brief van 15 april 201 1 heeft verzoeker als voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 30 van de Wet op de Ondernemingsraden aan de OR gevraagd advies uit te brengen omtrent dit voorgenomen besluit. Gemeld wordt dat het voorgenomen besluit ter wille van de tijd aan het MT,de teamleiden en de OR op 15 april per e-mail wordt voorgelegd en dat een schriftelijke adviesaanvraag van gelijke inhoud volgt. Kandidaat V. wordt blijkens de slotzin van deze adviesaanvraag aan de OR op 14 april 201 1 van het door de Raad genomen voorgenomen besluit in kennis gesteld.
+31 118677230
Rechtbank Middelburg
SECTOR BESTUURSRECHT
AWB nummer: 1 11853, 1 11854 en 111855
blad 6
8.1 1. Uit de overgelegde stukken is gebleken dat de betrokken personeelsfunctionaris de adviesaanvragenaan de teamleiders en de CR over het voorgenomen besluit van de Raad niet op vrijdag 15 april, maar eerst op maandag 18 april 201 1 per e-mail heeft verzonden. 8.12. Bij brief van 18 april201 1, gericht aan de Raad en in afschrift verzonden aan de gedeputeerde Welzijn, Van Heukelom, als ook aan de OR en de CR, hebben de schrijvers van de brief van 14 april 201 1, onder verwijzing naar deze brief, hun ontsteltenis geuit over de op 18 april 's morgens ontvangen adviesaanvraag van de Raad met voorgenomen besluit over de benoeming van X. Zij stellen dat de Raad, ondanks hun per brief van 14 april j.1. geuite bezwaren, blijft bij de voordracht van slechts &n kandidaat. Verder zijn zij de mening toegedaan dat de afgesproken procedure niet wordt gevolgd door de stappen 8 en 9 van de wervings- en selectieprocedureover te slaan. De ondertekenaars komen tot de conclusie dat de Raad voorbijgaat aan de gevoerde gesprekken over de benoeming met de diverse geledingen binnen BJZ en dat geen rekening wordt gehouden met het draagvlak dat een nieuwe directeurhestuurder moet hebben binnen de organisatie. De ondertekenaars achten de door de Raad gevolgde procedure onaanvaardbaar en geven aan geen vertrouwen meer te hebben in het functioneren van de Raad. Tot slot spreken zij hun vrees uit dat indien het voorgenomen besluit onverkort wordt uitgevoerd, de dagelijkse uitvoering van de taken van BJZ ernstig in gevaar komt. 8.13. Verzoeker heefî op maadagmorgen 18 april 201 1 telefonisch contact opgenomen met de verantwoordelijke gedeputeerde om te praten over de ontstane situatie. Vervolgens vondt op 18 april 's middags een gesprek plaats tussen gedeputeerde G.R.J, van Heukelom, portefeuillehouder jeugdzorg, en verzoeker. Tijdens dit gesprek wordt verzoeker mondeling met onmiddellijke ingang ontslagen. Bij het bestreden besluit van 19 april 201 1 bevestigt verweerder dit ontslag onder verwijzing naar artikel 4, vijfde lid, van de Wet op de Jeugdzorg. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de brief van 18 april 201 l van het MT en de teamleiders van BJZ en het met de gedeputeerde gehouden gesprek tot geen andere conclusie kunnen leiden dan dat de aanleiding tot de vertrouwensbreuk is dat de afspraken met de verschillende geledingen binnen de organisatie over de wervings- en selectieprocedure van de nieuwe directeurtbestuurder niet zijn nagekomen. Verweerder heeft er naar aanleiding van het gesprek met de gedeputeerde geen vertrouwen in dat verzoeker rekening houdt met het draagvlak dat een te benoemen directeur/bestuurder moet hebben binnen een organisatie. Door het op deze wijze functioneren van de Raad loopt BJZ grote organisatorische en financiële risico's, zodat de juiste uitvoering van de wettelijke taken van BJZ in gevaar is, aldus verweerder. 9. Samengevat heeft verzoeker aangevoerd dat de feiten die tot het ontslag aanleiding hebben gegeven niet zorgvuldig zijn vastgesteld en dat verzoeker hierover niet is gehoord. Verzoeker meent verder dat & ontslaggrond is gebaseerd op de opvatting van de teamleiders en dat een en ander niet is geverifiëerd. Daarmee is volgens verzoeker niet aan de wettelijke eisen voor de uitoefening van verweerders ontslagbevoegdheid voldaan. 10. Blijkens de Wet op de Jeugdzorg is door de wetgever aan de provincies een sterke rol toebedeeld bij de aansturing van het bureau jeugdzorg bij de uitvoering van haar taken. De provincie is volgens de wet als enige subsidiënt van het bureau de instantie die invloed kan uitoefenen op de uitvoering van de taken door het bureau jeugdzorg. Daarbij is van belang dat het bureau jeugdzorg de enige toegang vormt tot de in de wet geregelde vormen van jeugdzorg. Dit vereist mogelijkheden voor de provincies om te kunnen ingrijpen als een goed
t 31 118677230
Rechtbank Middelburg
SECTOR BESTUURSRECHT
AWB nummer: 111853, 1 11854 en 111855
blad 7 .
functioneren van het bureau in gevaar komt. De voorzieningenrechter stelt daarom voorop dat,gelet op deze rol, verweerder een ruime beoordelingsmarge toekomt bij de toepassing van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 4. vijfde lid van de Wet op de Jeugdzorg.
-
1 1. De voorzieningenrechter stelt vast dat verweerder tot het ontslag van verzoeker en het schorsen van de overige leden van de Raad - is gekomen naar aanleiding van de brief van de teamleiders van 18 april 201 1, waarin het vertrouwen in de Raad is opgezegd. Blijkens het bestreden besluit is de kern daarvan dat afspraken over de wervings- en selectieprocedure door verzoeker niet zijn nagekomen en dat hij hierdoor geen rekening houdt met het draagvlak dat een nieuwe bestuurder binnen de organisatie dient te hebben.
11.1. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is dit niet komen vast te staan. Daartoe stelt de voorzieningenrechter vast dat het gemaakte stappenplan in de wervings- en selectieprocedure, waarmee alle geledingen van BJZ hebben ingestemd, ondanks het gebruik van het woord "kandidaten" geenszins uitsluit dat maar één kandidaat in de selectie overblijft, zeker waar het een gekwalificeerde functie als de onderhavige betreft. De voorzieningenrechter is van oordeel dat dit ook voortvloeit uit de aard van een dergelijke selectieprocedure. Van een concrete nadere of andere afspraak, anders dan neergelegd in het stappenplan, over het presenteren van meer dan één kandidaat aan de adviesorganen is de voorzieningenrechter niet gebleken. De voonieningenrechter acht dan ook onvoldoende aannemelijk geworden dat verzoeker beoogd heeft de stappen 8 en 9 in deze procedure over te slaan. Uit de stukken blijkt op dit punt dat op 15 april 201 1 advies is aangevraagd aan de adviesorganen, hetgeen in de kop van het betreffende stuk duidelijk is vermeld. Daarin wordt de term 'voorgenomen besluit' gebruikt dat in ieder geval bij het MT en de teamleiders BJZ verkeerd is gevallen. Naar het oordeel van de voonieningenrechter wordt daarbij echter uit het oog verloren dat deze terminologie aansluit bij artikel 30 van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR), waarin het adviesrecht van de OR bij een voorgenomen besluit tot onder meer de benoeming van een bestuurder is geregeld. Daarbij komt nog dat een advies ook een afwijzing kan inhouden, hetgeen de Raad voor een nieuwe situatie zou hebben gesteld. Ter zitting heeft verzoeker ontkend de voorkeur voor de geselecteerde kandidaat koste wat kost te hebben willen doorzetten. Op zichzelf zou wat hem betreft ook bespreekbaar zijn geweest alsnog een kandidaat of kandidaten toe te voegen. 11.2. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verweerder hier onvoldoende onderzoek naar verricht. Ook heefi verweerder niet nagegaan of de interpretatie van de door de teamleiders en het MT ingebrachte feiten, die op grond daarvan zijn gekomen tot het stellen van een vertrouwensbreuk, wel juist was. Dit had in een gesprek met de adviesorganen, met de contactpersoon van Public Spirit en met de leden van de Raad vastgesteld kunnen worden. In dit verband heeft verweerder weliswaar gesteld dat aanvankelijk werd beoogd met een schorsing van de gehele Raad een adempauze in te lassen om nader overleg tot stand te brengen, maar naar het oordeel van de voonieningenrechter wijst noch het besluit van verweerder, waarin de portefeuillehouder wordt gemachtigd tot schorsing van de Raad, noch het daaropvolgendegesprek van de portefeuillehouder met verzoeker in die richting. Uit het gespreksverslag blijkt veeleer de bedoeling verzoeker ertoe te brengen zich uit eigen beweging temg te trekken als voorzitter van de Raad.
1 1.3. De voorzieningenrechter komt op grond van het voorgaande tot het oordeel dat het bestreden besluit in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel is genomen en dat het zonder nader onderzoek geen stand zal kunnen houden in de bezwarenprocedure. Daarmee staat thans niet vast of voldaan is aan de voorwaarden voor het ontslag als genoemd in artikel 4,
t 3 1 118677230
Rechtbank Middelburg
SECTOR BESTUURSRECHT
AWB nummer: 1 11853, 111854 en 111855
blad 8
vijfde lid van de Wet op de Jeugdzorg. Onder deze omstandigheden ziet de voorzieningenrechter aanleiding het bestreden besluit te schorsen tot zes weken na de verzending van de te nemen beslissing op het bezwaarschrift van verzoeker. 1 1.4. De in overweging 1 1.3. uitgesproken schorsing zou betekenen dat de werking van het bestreden besluit van 19 april 201 1 gedurende deze periode wordt opgeheven en dat verzoeker in beginsel zou kunnen terugkeren in de Raad. Hierover overweegt de voorzieningemechter het volgende.
1 1.5. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de door verweerder ingestelde tijdelijke Raad, waarvan de voorzieningenrechterde status - gelet op het hierboven overwogene onder overweging 7.2. buiten beschouwing heeft te laten, blijkens zijn tussenrapportage 110622 thans bezig is de ontstane o m s t binnen BJZ te bezweren en het onderlinge vertrouwen te herstellen, Dit belang van verweerder dient te worden afgewogen tegen het gestelde belang van verzoeker bij terugkeer in de Raad om zijn werk af te maken en de smet op zijn blazoen dat hij de zorgverlening van BJZ in gevaar zou hebben gebracht. weg te poetsen. Gebleken is dat verzoeker in zijn gesprek met de portefeuillehouder en in zijn brief van 27 april 201 1 in duidelijke en deels desavouerende bewoordingen zijn beeld van de heersende cultuur bij BJZ heefî geschetst en dat het voorts niet onaannemelijk is te achten dat zijn verhouding met verweerder en BJZ onder druk is komen te staan. De voorzieningenrechter voorziet dat onder deze omstandigheden een eventuele terugkeer van verzoeker in de Raad thans mogelijk contra-productief zal werken. Aan de schorsing wordt daarom de beperking verbonden dat verzoeker gedurende de periode van schorsing van het bestreden besluit niet zal fungeren als voorzitter van de Raad of als lid van de Raad.
-
12. In het voorgaande ziet de rechtbank aanleiding om verweerder te veroordelen in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 874,-, uitgaande van een zaak van gemiddelde zwaarte en van twee proceshandelingen.
Rechtbank Middelburg
SECTOR BESTUURSRECHT
AWB nummer: 111853, 1 11854 en 1 11855
111.
blad 9
Uitspraak
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Middelburg
schorst het besireden besluit van 19 april 201 1 tot zes weken na de dag waarop verweerder o p de bezwaren van vemoeker heeft beslist, onder de beperking dat verzoeker gedurende deze periode niet fungeert als voorzitter van de Raad van Toezicht van de stichting bureau jeugdzorg Zeeland of als lid daarvan;
- wijst de overige verzoeken om een voorlopige voorziening af; - bepaalt dat de provincie Zeeland aan verzoeker het door hem betaalde griffierecht ten bedrage van € 152,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de kosten van deze procedure, aan de zijde van verzoeker begroot op € 874,- (achthonderdvierenzeventigeuro), te betalen door de provincie Zeeland aan verzoeker. Deze uitspraak is gedaan door mr. A.W. Ente als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid va mr. W. Evenhuis, griffier en op I2 oktober 201l in het openbaar uitgesproken.
1
L
Griffier,
De grlffisr van ck rditbanlc S e c b r Bastuwsrecbî
Voorzieningenrechter,
ADRIAANSE f\! VAN DER WEEL advocaterr
Postbus 240 4330 AE Middelbu Kousteensedijk 3 433 1 JE Middelbur
De de heer J.I. Hennekeij Anker 5 451 1 KB BRESKENS
l
Middelburg, 1 7 oktober 201 1 Inzake Onze ref. E-mail Uw ref.
: Smeels C.S. / CS : M21 10535 UTH/BB 1 1-001 91 645 :
[email protected]
Geachte heer Hennekeij, Bij deze bericht ik u namens de heer A.A. Smeels te Middelburg.
.
Hierbij zend ik u een kopie van een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank te Middelburg d.d. 1 2 oktober 201 1. In deze uitspraak is het ontslag van de heer Smeels als voorzitter van de Raad van Toezicht van de stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland geschorst. Dat betekent dat de heer Smeels thans wederom lid is van de Raad van Toezicht van deze stichting. Aan deze schorsing i s echter de beperking verbonden dat de heer Smeels niet als zodanig kan fungeren. Dit betekent dus dat de positie van de heer Smeels gelijk kan worden gesteld aan die van een lid van de Raad van Toezicht dat door het College van Gedeputeerde Staten is geschorst. Wat er verder zij van de beperking dat de heer Smeels niet als zodanig mag functioneren, de conclusie i s wel dat de heer Smeels de status heeft van lid van de Raad van Toezicht. Naar aanleiding daarvan bericht ik u als volgt. Zoals door de voorzieningenrechter overwogen in haar uitspraak sub 2.2, i s in art. 1 2 onder a van de statuten van de stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland bepaald dat de leden van de Raad van Toezicht door de Raad zelf worden benoemd.
l
ABN Amro nr. 40.48.04.969, t.n.v. Stichting Beheer Derdengelden Adriaanse van der Weel. I IBAN-nummer: NL09ABNA0404804969 BIC-nummer (Swiftcode): ABNANL2A j KvK 20163435 , , . Iedere aansprakelijkheid is beperkt tot het bedran dat in het ri-qh~tr-ffonAo
----
L---
ADRIAANSE r i l VAN DER WEEL advocatei-1
Het i s mij door informatie van de Kamer van Koophandel gebleken dat u in het stichtingenregister bent ingeschreven als lid van de Raad van Toezicht van de stichting BJZ. De Raad van Toezicht heeft u nooit als zodanig benoemd. Dat betekent dat u zich ten onrechte voordoet als lid van de Raad van Toezicht van de stichting BJZ. Het navolgende maakt dat niet anders. Immers, het College van Gedeputeerde Staten van Zeeland kan net zo min een lid van de Raad van Toezicht van de stichting BJZ benoemen als een willekeurige derde. In de uitspraak i s voorts sub 7.1 door de voorzieningenrechter het volgende overwogen: 'Voorts stelt de voorzieningenrechter vast dat art. 4, Se lid, van de Wet op deJeugdzorg niet voorziet in de benoeming van leden van de Raad (van Toezicht) door Gedeputeerde Staten. ' Ter zitting is namens GS aan de voorzieningenrechter meegedeeld dat u bij besluit van het College van Gedeputeerde Staten van Zeeland tot lid bent benoemd op basis van de bij de oprichtingsakte vastgestelde statuten van de stichting BJZ, waarin bepaald zou zijn dat de benoeming van de voorzitter geschiedt door Gedeputeerde Staten (zie de uitspraak sub 7.1 ). De heer Smeels is niet in het bezit van de statuten zoals deze in de oprichtingsakte zijn neergelegd, maar dat is ook niet van belang omdat, zoals de voorzieningenrechter immers in zijn uitspraak sub 6.2 heeft vastgesteld, in de thans geldende statuten niets is bepaald over een benoemingsbevoegdheid van het College van Gedeputeerde Staten. Dat betekent dat het College van Gedeputeerde Staten noch publiekrechtelijk op grond van de Wet op de Jeugdzorg, noch privaatrechtelijk op basis van de thans vigerende statuten de bevoegdheid heeft om leden van de Raad van Toezicht te benoemen. Het benoemingsbesluit van het College van Gedeputeerde Staten waarop u zich kennelijk, naar ik mag veronderstellen, beroept voor uw lidmaatschap van de Raad van Toezicht van de stichting BJZ, is dus onbevoegd genomen en daarom nietig. Naar aanleiding daarvan citeer ik de navolgende rechtsgeleerde literatuur':
'Voor wat betreft het antwoord op de vraag wat de gevolgen zijn van nietigheid of vernietiging van besluiten met direct externe werking moet er onderscheid worden gemaakt naar gelang van het orgaan dat het besluit heeft genomen, Indien het besluiten betreft die ... Dit is echter anders ten aanzien van benoemingsbesluiten van bestuurders en commissarissen. Nietigheid o f vernietiging van deze besluiten kan steeds aan de 1
Zie 'Van vereniging en stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappo', prof. P.L. Dijk en prof. mr. P.J.
van der Ploeg,
Se
druk, Kluwer 2007, blz. 239.
ADRIAANSE li1 VAN DER WEEL advocat~i)
betrokkenen worden tegengeworpen. Met het oog op de vertrouwenspositie van bestuurders en commissarissen binnen de rechtspersoon, heeft de wetgever aan de geldigheid van het benoemingsbesluit meer waarde gehecht dan aan het vertegenwoordigingsaspect van de benoeming. Indien de betrokkene te goeder trouw is ten aanzien van het gebrek dat aan het besluit kleefde, heeft hhij o f z/i' slechts recht op schadevergoeding (art. 2: i 6 lid Z slot BW). ' Alsmede2 'Deze bepaling moet dus zo worden begrepen dat de nietigheid o f vernietiging dat de 'benoemde'geen bestuurder of commissaris is geworden. De rechtspersoon heeft niet de keus o f hhij de nietigheid o f vernietiging al dan niet aan de betrokkene zal tegenwerpen. ' Het vorenstaande betekent dat de nietigheid van het benoemingsbesluit aan u moet worden tegengeworpen. Als lid van de Raad van Toezicht wordt u door de heer Smeels niet erkend; op zichzelf wil de heer Smeels graag met u overleggen, maar dit houdt niet een erkenning in van u als mede lid van de Raad van Toezicht. Voorzover u zich uitgeeft als lid van de Raad van Toezicht van de stichting BJZ, handelt u tegenover de stichting BJZ, en mogelijk ook tegenover derden onrechtmatig. Het is uw verantwoordelijkheid om na te gaan of uw benoemingsbesluit geldig i s of niet. Ter zitting van de voorzieningenrechter werd namens het College van Gedeputeerde Staten meegedeeld dat door u samen met de heer Coppoolse nog een derde lid van de Raad van Toezicht zou zijn benoemd. Deze benoeming is evenzeer nietig, aangezien u beiden geen lid bent van de Raad van Toezicht, hoezeer het ook waar is dat deze derde in beginsel mag afgaan op de -onjuiste- inschrijving bij de kamer van Koophandel. Dat leidt er wel toe dat de stichting eventueel jegens deze derde (of een nieuw lid van de Raad van Bestuur) schadeplichtig is. Wellicht kunt u het College van CS in overweging geven om gebruik te maken van zijn bevoegdheid ex art. 4 lid 5 van de Wet op de jeugdzorg om tijdelijk te voorzien in de leiding van het bureau jeugdzorg. Aangezien de overige leden van de Raad van Toezicht ontslag hebben genomen, i s de heer Smeels in zijn visie het enige lid van de Raad van Toezicht, ook al kan hij dan op dit moment niet als zodanig fungeren. De heer Smeels i s gaarne tot overleg bereid. Wat daarvan zij, namens de heer Smeels verzoek ik u uw werkzaamheden als 'lid van de Raad van Toezicht' van BJZ t e staken en gestaakt te houden en de inschrijving in het stichtingenregister van de Kamer van Koophandel ongedaan te maken. In het bijzonder
Rechtspersonen, Kluwer, losbl. Art. 16, aant. 4
ADRIAANSE
VAN DER WEEL
adirocateri
verzoek ik u niet als ware u lid van de Raad van Toezicht van de stichting BJZ over t e gaan tot benoeming van een Raad van Bestuur, in eik geval niet zonder overleg met de heet Smeels. De heer Smeels wenst te bereiken dat hij alsnog, in een later stadium zou kunnen gaan fungeren als volledig functionerend lid van de Raad van Toezicht. Als zodanig heeft hij de bevoegdheid om eventueel door u genomen besluiten achteraf namens de Raad van Toezicht te bekrachtigen; daarom geef ik u in overweging om vooraf met hem in overleg te treden. Gaarne verneem ik binnen 14 dagen na heden of u bereid bent om uw werkzaamheden als lid van de Raad van Toezicht te staken en gestaakt te houden. Bij gebreke van positief bericht daaromtrent behoud ik mij namens de heer Smeels het recht voor om zonder verdere aankondiging rechtsmaatregelen tegen u te nemen, al dan niet in kort geding.
ADRIAANSE f\! VAN DER WEEL advccnteri
De heer L. Coppoolse Park Overwater 24 4335 BJ MIDDELBURG
Middelburg, 17 oktober 201 1 Inzake Onze ref. E-mail Uw ref.
: Smeels C.S. / CS : M21 10535 UTHIBB 1 1 -001 91 645 :
[email protected]
Geachte heer Coppoolse Bij deze bericht ik u namens de heer A.A. Smeels te Middelburg.
1.
Hierbij zend ik u een kopie van een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank te Middelburg d.d. 12 oktober 201 1. In deze uitspraak i s het ontslag van de heer Smeels als voorzitter van de Raad van Toezicht van de stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland geschorst. Dat betekent dat de heer Smeels thans wederom lid i s van de Raad van Toezicht van deze stichting. Aan deze schorsing is echter de beperking verbonden dat de heer Smeels niet als zodanig kan fungeren. Dit betekent dus dat de positie van de heer Smeels gelijk kan worden gesteld aan die van een lid van de Raad van Toezicht dat door het College van Gedeputeerde Staten is geschorst. Wat er verder zij van de beperking dat de heer Smeels niet als zodanig mag functioneren, de conclusie is wel dat de heer Smeels de status heeft van lid van de Raad van Toezicht. Naar aanleiding daarvan bericht ik u als volgt. Zoals door de voorzieningenrechter overwogen in haar uitspraak sub 2.2, i s in art. 12 onder a van de statuten van de stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland bepaald dat de leden van de Raad van Toezicht door de Raad zelf worden benoemd.
ABN Amro nr. 40.48.04.969, t.n.v. Stichting Beheer Derdengelden Adriaanse van der Weel. / IBAN-nummer: NL09ABNA0404804969. BIC-nummer (Swiftcode): ABNANL2A J KvK 20163435 iedere aansprakelijkheid is beperkt tot het bedrag dat in het desbetreffende ~ e v aonder l onze b e r o e o s a a n ~ n r a k ~ I i 1 k h ~ ~ ~ ~lfiinrA+ ~ ~ p iii+hot==iA r7~k~r1n~
I
Postbus 240 4330 AE Middelbur Kousteensedijk 3 433 1 JE Middelbur
ADRIAANSE '1 VAN DER WEEL ad\iocateii
Het i s mij door informatie van de Kamer van Koophandel gebleken dat u in het stichtingenregister bent ingeschreven als lid van de Raad van Toezicht van de stichting BJZ. De Raad van Toezicht heeft u nooit als zodanig benoemd. Dat betekent dat u zich ten onrechte voordoet als lid van de Raad van Toezicht van de stichting BJZ. Het navolgende maakt dat niet anders. Immers, het College van Gedeputeerde Staten van Zeeland kan net zo min een lid van de Raad van Toezicht van de stichting BJZ benoemen als een willekeurige derde. In de uitspraak is voorts sub 7.1 door de voorzieningenrechter het volgende overwogen: 'Voorts stelt de voorzieningenrechter vast dat art. 4, 5 e lid, van de Wet op de jeugdzorg niet voorziet in de benoeming van leden van de Raad (van Toezicht) door Gedeputeerde Staten. ' Ter zitting is namens GS aan de voorzieningenrechter meegedeeld dat u bij besluit van het College van Gedeputeerde Staten van Zeeland tot lid bent benoemd op basis van de bij de oprichtingsakte vastgestelde statuten van de stichting BJZ, waarin bepaald zou zijn dat de benoeming van de voorzitter geschiedt door Gedeputeerde Staten (zie de uitspraak sub 7.1 ). De heer Smeels is niet in het bezit van de statuten zoals deze in de oprichtingsakte zijn neergelegd, maar dat is ook niet van belang omdat, zoals de voorzieningenrechter immers in zijn uitspraak sub 6.2 heeft vastgesteld, in de thans geldende statuten niets i s bepaald over een benoemingsbevoegdheid van het College van Gedeputeerde Staten. Dat betekent dat het College van Gedeputeerde Staten noch publiekrechtelijk op grond van de Wet op de Jeugdzorg, noch privaatrechtelijk op basis van de thans vigerende statuten de bevoegdheid heeft om leden van de Raad van Toezicht t e benoemen. Het benoemingsbesluit van het College van Gedeputeerde Staten waarop u zich kennelijk, naar ik mag veronderstellen, beroept voor uw lidmaatschap van de Raad van Toezicht van de stichting BJZ, is dus onbevoegd genomen en daarom nietig. Naar aanleiding daarvan citeer ik de navolgende rechtsgeleerde literatuur1:
'Voor wat betreft het antwoord op de vraag wat de gevolgen zlJn van nietigheid of vernietiging van besluiten met direct externe werking moet er onderscheid worden gemaakt naar gelang van het orgaan dat het besluit heeft genomen. Indien het besluiten betreft die .. . Dit is echter anders ten aanzien van benoemingsbesluiten van bestuurders en commissarissen. Nietigheid of vernietiging van deze besluiten kan steeds aan de 1 Zie 'Van vereniging en stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij', prof. P.L. Dijk en prof. mr. P.J. van der Ploeg, 5 e druk, Kluwer 2007, blz. 239.
ADRIAANSE r\ 1 VAN DER WEEL ~dvocateii
betrokkenen worden tegengeworpen. Met het oog op de vertrouwenspositie van bestuurders en commissarissen binnen de rechtspersoon, heeft de wetgever aan de geldigheid van het benoemingsbesluit meer waarde gehecht dan aan het vertegenwoordigingsaspect van de benoeming. Indien de betrokkene te goeder trouw is ten aanzien van het gebrek dat aan het besluit kleefde, heeft hij of zij slechts recht op schadevergoeding (art. 2: 16 lid 2 slot BW). ' Alsmede2 'Deze bepaling moet dus zo worden begrepen dat de nietigheid o f vernietiging dat de 'benoemde' geen bestuurder o f commissaris is geworden. De rechtspersoon heeft niet de keus o f hg de nietigheid of vernietiging al dan niet aan de betrokkene zal tegenwerpen. ' Het vorenstaande betekent dat de nietigheid van het benoemingsbesluit aan u moet worden tegengeworpen. Als lid van de Raad van Toezicht wordt u door de heer Smeels niet erkend; op zichzelf wil de heer Smeels graag met u overleggen, maar dit houdt niet een erkenning in van u als mede lid van de Raad van Toezicht. Voorzover u zich uitgeeft als lid van de Raad van Toezicht van de stichting BJZ, handelt u tegenover de stichting BJZ, en mogelijk ook tegenover derden onrechtmatig. Het is uw verantwoordelijkheid om na t e gaan of uw benoemingsbesluit geldig i s of niet. Ter zitting van de voorzieningenrechter werd namens het College van Gedeputeerde Staten meegedeeld dat door u samen met de heer Hennekeij nog een derde lid van de Raad van Toezicht zou zijn benoemd. Deze benoeming is evenzeer nietig, aangezien u beiden geen lid bent van de Raad van Toezicht, hoezeer het ook waar is dat deze derde in beginsel mag afgaan op de -onjuiste- inschrijving bij de kamer van Koophandel. Dat leidt er wel toe dat de stichting eventueel jegens deze derde (of een nieuw lid van de Raad van Bestuur) schadeplichtig is. Wellicht kunt u het College van GS in overweging geven om gebruik te maken van zijn bevoegdheid ex art. 4 lid 5 van de Wet op de jeugdzorg om tijdelijk te voorzien in de leiding van het bureau jeugdzorg. Aangezien de overige leden van de Raad van Toezicht ontslag hebben genomen, is de heer Smeels in zijn visie het enige lid van de Raad van Toezicht, ook al kan hij dan op dit moment niet als zodanig fungeren. De heer Smeels i s gaarne tot overleg bereid. Wat daarvan zij, namens de heer Smeels verzoek ik u uw werkzaamheden als 'lid van de Raad van Toezicht' van BJZ te staken en gestaakt te houden en de inschrijving in het stichtingenregister van de Kamer van Koophandel ongedaan te maken. In het bijzonder
Rechtspersonen, Kluwer, losbl. Art. 16, aant. 4
ADRIAANSE I\ \ VAN DER WEEL ~Ovoioitrl
verzoek ik u niet als ware u lid van de Raad van Toezicht van de stichting BJZ over t e gaan tot benoeming van een Raad van Bestuur, in elk geval niet zonder overleg met de heet Smeels. De heer Smeels wenst te bereiken dat hij alsnog, in een later stadium zou kunnen gaan fungeren als volledig functionerend lid van de Raad van Toezicht. Als zodanig heeft hij de bevoegdheid om eventueel door u genomen besluiten achteraf namens de Raad van Toezicht t e bekrachtigen; daarom geef ik u in overweging om vooraf met hem in overleg te treden. Gaarne verneem ik binnen 14 dagen na heden of u bereid bent om uw werkzaamheden als lid van de Raad van Toezicht te staken en gestaakt te houden. B i j gebreke van positief bericht daaromtrent behoud ik mij namens de heer Smeels het recht voor om zonder verdere aankondiging rechtsmaatregelen tegen u te nemen, al dan niet in kort geding.