Index
1 2 3
Lied van de vecht Wieringen Zwarte bal
4
Mina loos
5
Curaçao
Botany bay La bella lola Leaving of Liverpool Daar zal een oude Zeeman niet om treuren 49 Een oude zeeman
6
Medley Zeeman, o zeeman
50 Rosabella
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
Medley Klok van Arnemuiden Der allerbeste Koch Je glimlach Ketelbinkie Kleine café Pirate song Goodnight ladies Roseanne Hoe ’t is matroos te zijn Kaap’ren varen Drunken sailor I am sailing my bonnie Ameland Bolle Dries Amsterdamse grachten Zeemans liedje Whiskey Johnny Zeeman je hart is op zee Polly O’Brian In Dublins fair city (Molly Mallone) Mingulay Boatsong Tabé ouwe reus Santiano Alabama Zuiderzee ballade Anchors aweigh
45 46 47 48
51 Good bye my lover 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 34 35 36 37
He Kapitein old chariot allong de golf van biskaje the twenty fourht of februari er is een schip gezonken Aan het strand stil en verlaten Vem kan segla Sierra Madre Tabé Marie Varen/ varen Bora Bora De vissers van Capri Volendam Winjammersong Op de woelige baren O’Connell de Ier Sloop John B Baltimore
38 Houte poot 39 40 41 42 43 44
Wild rover Op de sluizen van IJmuiden Bloody Mary My Wild Irish Rose Rum uit Jamaica All for me grog
Het lied van de Vecht
1
Er stroomt een rivier door 't midden van Utrecht Hij kronkelt en draait , is nergens eens recht. Geen Maas of geen Rijn die kan er aan tippen. Dat is mijn rivier, ja dat is de Vecht. Refrein: Ik hou van die stroom, dat plekje op aarde. Daar voel ik me thuis, dat meen ik oprecht. Wanneer ik je zie, dan ruisen de bomen. Dan kabbelt het water het lied van de Vecht. Van Utrecht tot Breukelen, van Loenen tot Muiden. Hij biedt voor veel mensen een dagelijks vertier. Z'n oevers vol fietsers, op het water de boten. Een bron van ontspanning, dat is mijn rivier. Refrein. Een brug en een theehuis, een weiland met koeien. Een mooi stukje Utrecht dat wordt vaak gezegd. Trotseerde de eeuwen met rijke historie. Dat is mijn rivier, ja dat is de Vecht. Refrein. KrakendTuig
Versie: 4-‐10-‐‘09
Tekst: Cees Lankamp Muziek: Peter Arts
Wieringen (1/2)
2
Wie gaat er mee naar Wieringen varen, 's morgens vroeg al in de dauw. Met een mooi meisje van achttien jaren, dat zo graag naar Wieringen wou. Schipper ik hoor de hanen kraaien, schipper ik zie de vlaggetjes waaien. Stuurman laat je roer maar gaan, dan zullen we spoedig op Wieringen staan. Meisje, jij hebt heus niets te vrezen, varend op de Zuiderzee. Weldra zul jij op Wieringen wezen, want de wind waait met ons mee. Schipper ik hoor de hanen kraaien, schipper ik zie de vlaggetjes waaien. Stuurman laat je roer maar gaan, dan zullen we spoedig op Wieringen staan. Toenne we daar op Wieringen kwamen, zagen we zoveel boeren staan. Die hunnen spek met lepels aten, daarvoor zou je naar Wieringen gaan. Schipper ik hoor de hanen kraaien, schipper ik zie de vlaggetjes waaien. Stuurman laat je roer maar gaan, dan zullen we spoedig op Wieringen staan. Krakendtuig
versie: 4-‐10-‐‘09
Wieringen (2/2)
2
Straks in taveerne "Het vergulde poortje", daar verkopen ze brandewijn. Een potje vol voor maar één oortje, met kaneel en suiker erbij. Schipper zijn dat geen schone dingen, laten we daarom blijven zingen. Stuurman vaar ons naar het feest, of ben je nog nooit op Wieringen weest. Toenne we weer van Wieringen gingen, was ons scheepje zwaar belaan. Tonnen vol spek om van te zingen, daarvoor zou je naar Wieringen gaan. Schipper ik hoor de klokken luiden, houd je koers vooral ten zuiden. Feest met spek en brandewijn, je moet er voor op Wieringen zijn.
Krakendtuig
versie: 4-‐10-‐‘09
De Zwarte Bal (1/2)
3
Ik ben er een zeeman net terug van Hongkong. Ja hij is net terug van Hongkong. Geef mij een glas whisky, dan zing ik mijn song. 0 geef hem een slok, dan hoor je zijn song. Ik voer op een vrachtboot met een bal op de vlag. Met een zwarte bal op de vlag. Het was daar hard werken bij dag en bij nacht. Het werk was daar zwaar, bij dag en bij nacht. De bemanning bestond uit van allerlei soort, Ja, je zag daar allerlei soort. Het was daar een allemachtige bende aan boord. Het was daar een troep het was ongehoord. De kapitein noemde zich "Kicking Jack Rob". Ja hij heette "Kicking Jack Rob". Bij het minste geringste dan kreeg je een schop. Zijn houten poot daarmee kreeg jij een schop. Hij brulde zijn orders het klonk overal. Ja je hoorde hem overal. En daar boven je wappert de vlag met de bal. Kijk uit voor die lui van de zwarte bal. Krakend Tuig
De Zwarte Bal (2/2)
3
Tien maanden lang voeren wij over de zee. Ja alleen maar golven en zee. Geen vrouwen aan boord en dat valt lang niet mee. Dat valt voor een echte zeeman niet mee. Maar nu ben ik terug en heb ik duiten genoeg. Ja nu heeft hij duiten genoeg. Ik ga naar de vrouwtjes en ik ga naar de kroeg. Hij gaat van de een naar d'andere kroeg. Maar ben ik na weken weer blut tot en met. Ja dan is het uit met de pret. Dan krijg ik geen drank en geen vrouw meer in bed. Hij moet weer naar zee 't is uit met de pret.
Krakend Tuig
Daar was laatst een meisje loos
4
Daar was laatst een meisje loos. Loos Mina Loos. Die wou gaan varen als licht matroos. Refrein: Loos Mina Loos, zeven katten in een doos, Kris kriebel donner wetter nog an toe. En ze heette Mina Loos, en ze heette Mina Loos. Zij moest klimmen in de mast. Loos Mina Loos. Maken de zeilen met de touwen vast. Refrein: Maar door storm en tegen weer. Loos Mina Loos. Sloegen de zeilen van boven neer. Refrein: Ach kapteintje sla me niet. Loos Mina Loos. Ik ben Uw liefje ziet ge dat dan niet. Refrein: Wat daar in de kajuit is geschied. Loos Mina Loos. Dat weet de tweede stuurman niet. Refrein: Eer dat scheepje was aan wal. Loos Mina Loos. Was daar het jonge matroosje al. Refrein: Krakendtuig
Curaçao
5
Curaçao Ik heb jou zo menigmaal bekeken, en al jouw loze streken die stane me niet aan. Want al jouw loze streken die stane me niet aan, daarom ga ik vertrekken van waar ik kom vandaan. Refrein: oh oh ooh oh oh ooh, wij gaan u verlaten Campo Allegro wij gaan u verlaten Campo Allegro. Ik kwam laatst met haast al door het Herestraatje, men sprak mijn lieve maatje, kom zet U hier wat neer. En drink dan eens een glaasje,-‐ en rook een pijp tabak, want met die loze streken, raakt het geld wel uit de zak. Refrein: Een zoen kan doen de hele nacht te blijven, dan hoort men niet het kijven van onze officier. Zo raken we aan 't dwalen, zo dronken als een zwijn. Het schip ligt voor de palen, aan boord moeten we zijn. Refrein: Maak los de tros de voor en achter touwen, en wil 't maar aanschouwen, wij gaan naar Holland toe. Waar is het beter leven dan bij een echte vrouw, vervloekt zijn alle hoeren van het eiland Curaçao Refrein: Krakend Tuig
Medley Zeeman o Zeeman (1/2)
6
Zeeman o zeeman laat ons niet alleen. Zeeman o zeeman, toch ga je steeds weer mee. Niets kan jou weerhouden, o jij held der zee. Niets kan jou weerhouden, o jij held der zee. Op de woelige baren, bij storm en bij wind, denkt hij steeds aan zijn blondje, dat vrolijke kind. Zij leeft in zijn harte, zij zingt in zijn bloed. Hij hoort nog haar stemme, in de eb en de vloed. Op de sluizen, van IJmuiden, heb ik jou vaarwel gekust. Op dat plekje bij de haven, stelde jij me weer gerust. Ik kon mijn tranen niet bedwingen, afscheid nemen deed ons zeer. Op de sluizen van IJmuiden, daar zien wij elkander weer. M'n lief ik moet scheiden, ik moet weer naar zee M'n schip ligt te wachten, daar ginds op de ree. Ik moet weer gaan varen, dat zit in mijn bloed, adieu dan mijn liefste, tabé 't ga je goed. Tabé, tabé, zo is het zeemansleven. Tabé, tabé, tabé ik kies weer zee. Krakend Tuig
Medley Zeeman o Zeeman (2/2)
Aan het strand stil en verlaten, bij het klimmen van de maan. Ziet men daar een aardig paartje, zeer van weemoed aangedaan. Liefste Ik moet je gaan verlaten, morgen ga ik weer naar zee en dan trouwen als ik thuiskom, hier op Hollands stille ree. Maar zij sprak ach liefste mijne, spreek zo ver niet in 't verschiet, want de zee ligt vol met mijnen, en die dingen zie je niet.
Krakend Tuig
6
Medley Klok van Arnemuiden
7
Als de klok van Arnemuiden, welkom thuis voor ons zal luiden. Wordt de vreugde soms vermengd met droefenis, als een schip op zee gebleven is. Ik ging met je mee in Rotterdam, toen ik van zee in Holland kwam. Ik dacht alleen het is maar spel, een zeemanshart vergeet zo snel. Ik dacht alleen het is maar spel, een zeemanshart vergeet zo snel. Janmaat houdt van zingen, in een klein café, de herinneringen, neemt hij mee naar zee. Van een meisje en een lied, peinst hij in zijn kooi. Aan het roer of op de bak, 0 wat was ze mooi. Ahoy, Ahoy, Ahoy, Ahoy, wat was dat meisje mooi. Ahoy, Ahoy, Ahoy, Ahoy, wat was dat meisje mooi. Hoor je het ruizen der golven, hoor je het lied van de zee. Vaar met me mee om de wereld mijn kind, kom kus me en vaar met me mee. Vaar met me mee om de wereld mijn kind, kom kus me en vaar met me mee. Meisje ik ben een zeeman een zeeman is heel vaak van huis Meisje ik ben een zeeman het water, het schip is m’n thuis Meisje ik ben een zeeman kun je wel wachten zo’n lange tijd Ik ga je voor heel lang verlaten, veel geluk het ga je goed m’ n lieve meid (2x) Krakend Tuig
Der allerbeste Koch
8
Ich bin der allerbeste Koch. Jub-hei-di, jub-hei-da. Hat auch der Topf einmal ein Loch Jub-hei-di, jub hei-da. Dann stopf ich Kautabak hinein, die Suppe schmeckt noch mal so fein. Refrein: Jub-hei-di, jub-hei-da, Schnapps ist gut für die Cholera. Jub-hei-di, jub-hei-da, jub-hei-di, hei-da. Des Morgens wenn ich früh aufsteh. Jub-hei-di, jub-hei-da. Koch ich der Mannschaft gleich Kaffee. Jub-hei-di, jub-hei-da. Zu stark da ist er nicht gesund, mann nimmt ja 'n Priemje in dem Mund. Refrein: Die Töpfe halt, ich immer rein. Jub-hei-di, jub-hei-da. Von innen und von aussen fein. Jub-hei-di, jub-hei-da. lch spüll sie alle Monat aus, das ist bei uns auf See gebrauch. Refrein: Das essen für den Kapitän. Jub-hei-di, jub-hei-da. Schmeckt kräftig und recht angenehm. Jub-hei-di, jub-hei-da. Drum wird davon, eh'es serviert, das beste an die Seit plasiert. Refrein: Für Schmalz da kriegt man schönes Geld. Jub-hei-di, jub-hei-da. Still wird es an die Kant gestellt. Jub-hei-di, jub-hei-da. Und ist die Reise dann volbracht, wird Schmalz und Speck zu Geld gemacht. Refrein:
Krakend Tuig
Je Glimlach
9
Als ik voor een nieuwe reis naar de haven ga En je ziet vanaf de wal mij nog even na Brult de ouwe op de brug halve kracht vooruit Dan bruist weer mijn zeemansbloed, is het sprookje uit Refrein: Kon ik maar even je glimlach weer zien. Die glimlach waar ik zo van hou Na ieder afscheid dan mis ik je zo Ik kan echt geen uur zonder jou ‘k zie ons nog staan aan de kant van het meer ’t wuivende riet er omheen Waar ik ook ben: dat vergeet ik nooit meer Al laat ik je nu dan alleen Waar ik zwerf door oost of west steeds trekt weer de zee Brengen wind en golven mij naar een and’re ree Als ik moe van ’t zwerven ben, kom bij hollands kust Dan verlang ik weer naar jou, krijg ik eind’lijk rust Refrein: Een keer komt de laatste reis dan zeg ik tabe En de ouwe schuit die gaat zonder mij naar zee En jij monstert dan, mijn kind, mij als stuurman aan Als wij samen hand in hand naar ’t stadhuis toe gaan Refrein Krakend Tuig
[Type text]
[Type text] [Type text]