2
Inhoudsopgave 1. Inleiding ................................................................................................................... 4 2. Vragenlijst ................................................................................................................ 6 2.1. Inleiding ...................................................................................................................... 6 2.2. Aard en omvang van de winkelcriminaliteit............................................................... 7 2.3. Winkeldiefstal van goederen...................................................................................... 8 2.4. Aangifte en registratie .............................................................................................. 10 3. UNIZO-actieplan ..................................................................................................... 16 3.1. Informatie ................................................................................................................. 16 3.2. Preventie................................................................................................................... 17 3.3. Communicatie........................................................................................................... 17 4. UNIZO vraagt concrete maatregelen ....................................................................... 18 5. Conclusie................................................................................................................ 23 5.1. Winkelcriminaliteit: een onderschat probleem! ...................................................... 23 5.2. Belangrijkste resultaten van de bevraging ............................................................... 23 5.3. Actieplan tegen winkelcriminaliteit.......................................................................... 24
3
1. Inleiding Het probleem van de winkelcriminaliteit krijgt binnen de detailhandel en het beleid nog steeds niet de aandacht die het verdient. Vele ondernemers verliezen dagelijks een aanzienlijke bron aan inkomsten door beschadiging van goederen, diefstal van goederen of andere criminele feiten ten aanzien van de onderneming. De detailhandel staat synoniem voor kwaliteit en persoonlijk contact. De klant vindt er een gedegen meerwaarde. Jammer genoeg komen niet alle bezoekers met koopintenties. Winkeldiefstallen vormen voor ondernemers een steeds groter wordend probleem. Prototypes van dé winkeldief bestaan niet en de gebruikte methoden veranderen dagelijks. Ook het soort producten waar winkeldieven het op gemunt hebben, verandert. Door de crisis zijn nu ook dagdagelijkse producten zoals voeding en verzorgingsproducten erg in trek bij mensen met minder goede bedoelingen. Dit maakt dat winkeldiefstallen voor de ondernemer zeer moeilijk hanteerbaar zijn, de alertheid een dagelijks actiepunt. Daarnaast blijft ook de inbraak een risicofactor. Door de attractiviteit van de goederen en de afwezigheid tijdens de nacht vormen de winkelruimtes een doelwit voor de crimineel. Inbraak en winkeldiefstallen zorgen samen voor het leeuwendeel van de schadepost door winkelcriminaliteit voor ondernemers. Maar ook valsmunterij is een grote verliespost en in opgang. De winkelcriminaliteit is echter ruimer. De zelfstandige ondernemers worden ook dagelijks slachtoffer van o.a. vandalisme door graffiti en het beschadigen van verpakkingen of producten. UNIZO stelde daarom vroeger reeds zeer duidelijk: het ondernemen moet veiliger. De grote ergernis en de schade als gevolg van winkeldiefstallen, beschadigingen van producten, vandalisme,… kortom van alle mogelijke winkelcriminaliteit, is bij de ondernemer zeer groot en vraagt om een globale aanpak. Winkelveiligheid is niet het probleem van de zelfstandige ondernemers alleen. Het bestrijden van de aan de winkel gerelateerde criminaliteit kan alleen succesvol gebeuren indien dit op een integrale en geïntegreerde wijze gebeurt. Dit betekent dat alle facetten van de problematiek binnen een zo breed mogelijke context moeten worden benaderd en dat acties worden ondernomen in samenwerking met alle betrokken partners. Er is gelukkig al een hele weg afgelegd. De politiediensten zijn een echte medestander van de winkelier geworden in de strijd tegen (winkel)criminaliteit. De inspanningen en de blijvende aandacht van de politiediensten voor dit probleem, dwingen respect af. Ook de parketten doen meer dan een behoorlijke inspanning om de praktijk van de winkeldiefstallen te beteugelen. Zo is er sinds enige tijd een systeem van snelrecht
4
uitgebouwd in de arrondissementen Antwerpen en Gent. En de voorbeeldfunctie van het parket van Hasselt dat inzake winkeldiefstallen de bakens uitzet. De noodzaak voor een doordacht, volgehouden en versterkt beleid inzake winkelcriminaliteit blijft dus. Dit kan ondermeer door het veralgemenen over het ganse grondgebied van de goede voorbeelden van snelrecht en de aanpak in Hasselt. Zo is een verhoogde waakzaamheid geboden inzake valsmunterij. Het aantal feiten neemt toe, maar vooral is er een verschuiving naar de kleinere coupures (10 en 20 euro). Met deze nieuwe studie vraagt UNIZO opnieuw de aandacht voor enkele pijnpunten inzake de (on)veiligheid binnen de winkelruimte. Deze nieuwe studie breit als verslag van een bevraging voort op eerdere enquêtes uitgevoerd door UNIZO. Vanuit deze veiligheidsbarometer wenst UNIZO tevens een brug te maken naar politie en beleid om concrete acties en maatregelen te bekomen. De zelfstandige ondernemers willen immers een veilige winkelvloer, voor de werknemers én de klanten!
5
2. Vragenlijst 2.1. INLEIDING UNIZO heeft reeds heel wat studiewerk verricht naar de (on)veiligheid bij zelfstandige ondernemers. Zo deed UNIZO een eerste algemene bevraging in 2002, een tweede en een derde in 2003 en 2005. Daarop volgde een algemene studie in december 2008 en december 2009. UNIZO achtte het aangewezen om een vervolg te maken om op die wijze een veiligheidsbarometer te kunnen voorleggen. Op die manier kunnen de inspanningen die ten aanzien van ondernemers zijn gebeurd en vele maatregelen die in de praktijk werden gebracht, worden opgevolgd, geëvalueerd en bijgestuurd. Meer concreet voerde UNIZO eind november een bevraging uit bij 240 zelfstandige ondernemers. Het staal van ondervraagde ondernemers uit de distributie werd op die wijze samengesteld, dat enerzijds risicovolle sectoren op de voorgrond treden en anderzijds ook andere deelsectoren in de bevraging worden betrokken, om zo een evenredige vertegenwoordiging na te streven over de deelsectoren heen. Het staal van ondernemers werd samengesteld uit de sectoren supermarkten en superettes, voedingsspeciaalzaken, textiel- en schoenenwinkels, overige kleinhandel (electro, doehet-zelf en juweliers). Meer in het bijzonder werd in deze bevraging gepeild naar het aantal winkeldiefstallen waarvan de zelfstandige ondernemers slachtoffer en welke waarde deze gestolen goederen vertegenwoordigen. Verder werden vragen gesteld naar de aangiftebereidheid en mogelijke drempels omtrent de aangifte. Tenslotte werd een nieuwe vraag toegevoegd die tot doel had te peilen welke maatregel(en) volgens de ondernemers het meest effectief zou zijn in de strijd tegen de winkeldiefstallen. Hierna volgt een overzicht van de belangrijkste resultaten en tendensen van de bevraging.
6
2.2. AARD EN OMVANG VAN DE WINKELCRIMINALITEIT Bent u het voorbije jaar slachtoffer geweest van diefstal van goederen in uw winkel?
49,60%
2010
50,40%
Ja
Neen
50%
2009
50%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
50,4% van de ondervraagde ondernemers werd het voorbije jaar bestolen in de winkel. De andere 49,6% heeft geen weet van diefstal van goederen in de winkel. Er is geen verbetering ten opzichte van de bevraging in 2009. Toen noteerden we voor zowel de ja als de nee 50% bij een kleiner staal (196 bevraagde winkeliers). Op te merken valt dat deze percentages een veruitwendiging zijn van de diefstallen die effectief werden vastgesteld. Heel veel winkeldiefstallen vinden plaats zonder dat het winkelpersoneel of de ondernemer deze opmerken. Vele diefstallen raken nooit bekend, zelfs niet bij de opmaak van de rekeningen.
7
2.3. WINKELDIEFSTAL VAN GOEDEREN Kunt u een schatting geven van het aantal winkeldiefstallen die het voorbij jaar in de onderneming/winkel zijn gebeurd?
> 75
5,4%
51 tot 75
0,8%
10 tot 50 5 tot 9
17,5% 2010
3 tot 4
12,5%
1 tot 2
12,9% 50,8%
13,3% 5,1% 19,4% 2009
26,5% 24,5% 11,2%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
50,8% (11,2% in 2009) van de ondervraagden noteerden één tot twee diefstallen. 12,9% (24,5%) en 12,5% (26,5%) gaven een schatting van respectievelijk 3 tot 4 en 5 tot 9 winkeldiefstallen. Nog steeds bijna een vijfde, nl 17,5% (19,4%) van de ondervraagde ondernemers liet weten slachtoffer te zijn geweest van 10 tot 50 diefstallen. 0,8% (5,1%) van de ondernemers, geeft 51 tot 75 diefstallen op. 5,4% (13,3%) van de ondervraagde ondernemers, heeft meer dan 75 winkeldiefstallen vastgesteld. Naar het aantal winkeldiefstallen zijn dus een aantal verschuivingen opgetreden in vergelijking met de bevraging uit 2009. Het aantal winkeliers dat veelvuldig slachtoffer is geworden van winkeldiefstallen daalt globaal. Dit is uiteraard verheugend. Maar de grote stijging van het aantal winkeliers dat slachtoffer is geworden van 1 tot 2 winkeldiefstallen, doet wel vrezen dat er meer winkeldieven actief zijn.
8
Wat was de totale kost van deze winkeldiefstallen voor de ondernemer, het voorbije jaar? (waarde van het goed, schade, …)?
> 10000 euro Tss 5000 en 10000 euro Tss 1000 en 5000 euro Tss 500 en 1000 euro < 500 euro Andere
2,5% 3,8% 15,4% 2010
18,3% 60,0% 0,0%
6,0% 3,0% 35,7% 2009
22,4% 32,7% 0,0%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
De maatstaf voor de totale kost door winkeldiefstallen voor de ondernemer, is samengesteld uit de eigenlijke verliezen door het misdrijf zelf (winkeldiefstal). De bedragen zijn de som van de totale verkoopswaarde inclusief BTW van de gestolen goederen, maar houden bijgevolg geen rekening met de investeringen in beveiliging van de goederen en de winkelruimte. 60% (25,9% in 2009) van de ondervraagde ondernemers noteert een kost van minder dan 500 euro. Voor 18,3% (22,4%) situeert de kost zich tussen 500 en 1000 euro. 15,4% (35,7%) van de ondernemers heeft een kost tussen 1000 en 5000 euro, 3,8% (3%) tussen 5000 en 10000 euro. Voor 2,5% (6%) van de ondervraagde ondernemers bedraagt de totale kost door winkeldiefstallen meer dan 10000 euro! Hoewel er een verschuiving is van de grote kostprijs naar eerder een kleinere kostprijs, blijft de globale kostprijs van winkeldiefstallen voor de winkeliers meer dan aanzienlijk!
9
2.4. AANGIFTE EN REGISTRATIE In hoeveel procent van de gevallen van diefstal (goederen en geld en/of waardepapieren) heeft u aangifte gedaan bij de politiediensten?
13,3% 5,4%
Nooit Sporadisch (< 50%) Regelmatig (> 50%) Altijd 21,3%
60,0%
Meten is weten. Goede en betrouwbare statistieken over winkeldiefstallen zijn de basis van een efficiënt en effectief preventie- en repressiebeleid. Het aantal respondenten dat nooit of slechts sporadisch aangifte doet van winkeldiefstallen bedraagt 81,3% tegenover 76,6% in 2009. Het aantal keren dat regelmatig aangifte werd gedaan daalde met de helft (5,4% in 2010 tegenover 9% in 2009). Het aantal zelfstandige ondernemers dat altijd aangifte doet blijft wel bevredigend (13,3% in 2010, 14,3% in 2009).
10
Kent u de mogelijkheid om elektronisch, via de website van de politie, aangifte te doen van winkeldiefstallen?
53,8%
2010 46,3%
Neen Ja
52,6%
2009 47,4%
42%
44%
46%
48%
50%
52%
54%
Ongeveer evenveel zelfstandige ondernemers zijn niet als wel op de hoogte van de mogelijkheid om via de website aangifte te doen van winkeldiefstallen (46,3% in 2010 tegenover 47,4% in 2009). De bescheiden vooruitgang uit 2009 is weer tenietgedaan en de onbekendheid van police-on-web blijft een hypotheek op de goede werking van dit systeem.
11
Zou u er, indien nodig, gebruik van maken? Neen Ja
23,8%
2010 76,3%
21,5%
2009
78,5%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Positief is wel dat nog steeds een grote meerderheid van de ondernemers (76,3% tov 78,5% in 2009) effectief gebruik zouden maken van de elektronische aangiftemogelijkheid. Het is dus vooral een kwestie van dit systeem nog meer bekend te maken onder de zelfstandige ondernemers. Feit is wel dat bij de elektronische aangifte de identiteit van de dader onbekend is. Bij vele winkeldiefstallen is de dader wel bekend en wil de ondernemer deze identiteit ook opnemen in de aangifte. Men zou police-on-web dus moeten uitbreiden tot aangiftes waarbij de dader bekend is. Immers gepeild naar de redenen waarom ondernemers er geen gebruik van willen maken, komen we tot volgende vaststellingen:
12
Waarom zou u er geen gebruik van maken? Andere Ik laat de politie liever ter plaatse komen Er wordt geen gevolg aan gegeven Te ingewikkeld
11,1%
38,1% 2010
41,3%
9,5%
5,0% 50,0% 2009
45,0% 0,0%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
50%
Voor 41,3% (45% in 2009) is de reden van niet-gebruik het feit dat er geen gevolg wordt gegeven aan de aangifte. Het gevoel dat winkeldieven nog steeds te weinig opgespoord en/of vervolgd worden leeft sterk onder de zelfstandige ondernemers, blijkt ook uit de antwoorden op de volgende vraag. Deze groep van ondernemers beschouwen de aangifte aldus als een verlies aan tijd en energie. Opvallend is dat nog steeds 38,1% (50% in 2009) liever de politie ter plaatse laat komen. Op zich is deze score niet verwonderlijk aangezien de ondernemer in vele gevallen de winkeldief staande heeft kunnen houden en bijgevolg ook de identiteit van de persoon kan worden gevraagd. 11,1% (5% in 2009) geeft een andere reden op.
13
Wat is volgens u de beste maatregel die de overheid kan nemen om winkeldiefstallen te beteugelen?
Andere Het wettelijk mogelijk maken om zelf een boete op te leggen Risicoanalyse van de onderneming door politiediensten Gevangenisstraffen effectief uitvoeren
8,2%
Subsidies voor preventie Versterking van het politietoezicht, op zijn minst tijdens eindejaarsperiode
13,8%
1,3% 2010
42,1%
15,0%
19,6%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
In 2010 werd een nieuwe vraag aan de enquête toegevoegd. De antwoorden op deze vraag laten aan duidelijkheid niets te wensen over. Bijna de helft van de respondenten (42,1%) gelooft dat het effectief uitvoeren van gevangenisstraffen voor winkeldiefstallen, de beste maatregel is die de overheid kan nemen om winkeldiefstallen te beteugelen. Het versterken van het politietoezicht, op zijn minst tijdens de eindejaarsperiode, is een goede tweede met bijna 20 procent (19,6%). 15% gelooft dat (meer) subsidies voor preventie het meest doeltreffend zijn. Voor 13,8% moet het wettelijk mogelijk worden om een boete op te leggen. Ten slotte gelooft slechts 1,3% van de ondervraagden dat een risicoanalyse van de onderneming werkt in de strijd tegen de winkeldiefstallen. Nochtans wijst de praktijk vaak uit dat met eenvoudige ingrepen, zoals een gewijzigde winkelinrichting, al heel wat potentiële winkeldieven kunnen worden afgeschrikt. UNIZO wil niet nalaten om de politiediensten en Binnenlandse Zaken te bedanken voor de inspanningen die ook in 2010 weer geleverd zijn om een verhoogd politietoezicht te bewerkstelligen tijdens de eindejaarsperiode en de soldenperiode. Uit deze bevraging blijkt ook dat het debat moet worden geopend over het zelf afhandelen van winkeldiefstallen door de winkelier. Op dit moment is dit niet mogelijk, in zoverre dat het laten “afkopen” door een winkeldief van de aangifte van zijn winkeldiefstal, een daad is die zelf een misdrijf uitmaakt (afpersing). Het is tijd om te kijken wat er op dit moment kan en mag (en niet kan en niet mag) en wat er eventueel 14
gewijzigd kan worden. Er is nood aan een duidelijk kader ter zake. Het kader en de betreffende regels kunnen aan de handelaars gecommuniceerd worden via de buurtinformatienetwerken (BIN’s).
15
3. UNIZO-actieplan Naar aanleiding van deze bevraging lanceert UNIZO een actieplan voor een veiligere winkelruimte. Dit plan is gestoeld op drie principes: informatie, communicatie en preventie.
3.1. INFORMATIE KENNIS VERGROTEN BIJ DE ONDERNEMER – NOOD AAN EEN INFORMATIECAMPAGNE Ondernemers ervaren enorm veel onduidelijkheden over hun rechten en plichten. Bijvoorbeeld bij het betrappen van een winkeldief. Niet alleen de juridische voorschriften omtrent het rechtstreeks contact tussen dader en slachtoffer is voor hen niet klaar, ook de reglementering over beveiligingsmaatregelen als cameragebruik en het installeren van alarminstallaties is voor zelfstandige ondernemers niet transparant. UNIZO formuleert daarom de nood aan een informatiecampagne omtrent winkelcriminaliteit. Alle facetten van een winkelbeleid moeten worden belicht vanuit het doel van een veilige winkelvloer voor ondernemer, personeel en klant! Het spreekt voor zich dat UNIZO bij het opzetten van een dergelijke informatiecampagne betrokken wil worden en ook haar verantwoordelijkheid zal nemen. Tevens heeft de zelfstandige ondernemer nood aan een goede en gestructureerde informatie over bestaande initiatieven. Over verschillende maatregelen en projecten moeten de zelfstandige ondernemer en zijn personeel beter worden geïnformeerd. Voorbeelden van maatregelen en projecten die onvoldoende gekend zijn: de mogelijkheid van elektronische aangifte, de verhoogde fiscale aftrek voor investeringen in veiligheid, buurtinformatienetwerken, premies inbraakbeveiliging, mogelijkheden binnen de preventie- en veiligheidscontracten… Ook hier neemt UNIZO haar verantwoordelijkheid op, onder meer door het organiseren van infosessies en het aanbieden van informatie via haar verschillende communicatiekanalen.
16
3.2. PREVENTIE Zelfstandige ondernemers moeten worden gestimuleerd preventief te handelen op het vlak van veiligheid en ondernemen. Om het preventief handelen bij de zelfstandige ondernemers in de strijd tegen winkelcriminaliteit te verhogen, moet de overheid een aantal instrumenten en leidraden aan de ondernemers aanreiken. De zelfstandige ondernemers kunnen zelf, door het nemen van een aantal preventieve beveiligingsmaatregelen, de veiligheid van hun handelswaar, hun producten, hun zaak en hun persoonlijke integriteit aanzienlijk verhogen. Enkele projecten en concrete maatregelen moeten en kunnen daarbij helpen. Ontwikkelen en stimuleren van opleidingen voor ondernemer en winkelpersoneel. ‘Hoe omgaan met agressie?’, “Hoe de winkel op een effectieve wijze beveiligen?’,… Het zijn maar enkele van preventieve workshops of opleidingen waarvoor er bij ondernemers en personeel een grote interesse bestaat. Vandaag bestaan er reeds goedwerkende opleidingsinstituten (bv PMO vzw). Het aanbod moet echter gestructureerd en meer bekend worden gemaakt. Ook UNIZO zal haar verantwoordelijkheid nemen.
3.3. COMMUNICATIE WEBSITE, BUURTINFORMATIENETWERKEN, INFOFLUX,… Preventief handelen, het omgaan met onveiligheidsgevoelens, … komt vaak neer op het communiceren van gevaren, risico’s en daartegenover het toepassen van oplossingen en preventietips. Alle relevante informatie omtrent aanpak en preventie van winkelcriminaliteit is te verspreid voor de ondernemer. UNIZO is voorstander om alle info te bundelen in een praktisch navigeerbare website. Uiteraard wil zij meewerken aan de uitbouw van een dergelijk platform.
17
4. UNIZO vraagt concrete maatregelen Vertrekkend vanuit het UNIZO-actieplan wenst UNIZO een aantal concrete maatregelen op tafel te leggen. Concrete projecten en maatregelen, met slechts één doel: de veiligheid verhogen in de winkel en dit zowel voor ondernemer, personeel én klant! Op basis van de resultaten van de bevraging, is dit de lijst van de prioriteiten voor UNIZO. 1. Een betere vervolging, met oog voor de juiste strafmaat en gerichte strafuitvoering. 2. Verhoogd politietoezicht tijdens de eindejaarsperiode en de solden. 3. Debat over het creëren/verruimen van de mogelijkheid tot administratieve afhandeling van winkeldiefstallen door winkeliers 4. Wegwerken van de wettelijke obstakels voor de invoering van innovatieve systemen van private beveiliging. 5. Sensibiliseren van ondernemers inzake valse euro’s. 6. Buurtinformatienetwerken: informeren, sensibiliseren en stimuleren. 7. Een verdere vereenvoudiging van en een betere communicatie omtrent de uniforme en elektronische aangifte. 8. Een vlotte afhandeling van de aangifte wanneer de politie ter plaatse komt. 9. Intensifiëren van het aanbod en de publiciteit van en over opleidingen.
1. EEN
BETERE VERVOLGING, MET OOG VOOR DE JUISTE STRAFMAAT EN GERICHTE
STRAFUITVOERING
Zelfstandige ondernemers hebben het zeer moeilijk met zichtbaar onrechtvaardige beslissingen binnen het apparaat van justitie. Ondernemers stellen zich terecht vragen bij het onmiddellijk vrijlaten van hoofdverdachten, de vervroegde invrijheidstelling van veroordeelden of opgelegde straffen die niet in verhouding staan met de gepleegde feiten. UNIZO is zich bewust van het delicate evenwicht dat het justitieapparaat steeds opnieuw in elk individueel dossier dient te zoeken en te vinden. En looft de inspanningen die reeds werden geleverd door de parketten. UNIZO is echter de mening toegedaan dat enerzijds bepaalde beslissingen onvoldoende worden gecommuniceerd en uitgelegd aan de ondernemers, anderzijds dat de reglementering inzake vervolging, strafmaat en strafuitvoering een nieuw debat verdient en moet worden aangepast daar waar nodig. UNIZO wil garanties voor een dergelijk debat en het engagement de juiste wijzigingen als gevolg van dit debat door te voeren om
18
te komen tot een betere vervolging, een correcte strafmaat en een effectieve toepassing van de straffen. De inspanningen die reeds door de parketten van Antwerpen, Gent en Hasselt geleverd werden strekken tot voorbeeld. In Antwerpen en Gent werd het snelrecht ingevoerd voor winkeldiefstallen. En het parket van Hasselt was voorloper in opstellen en uitvoeren van een plan om systematisch winkeldiefstallen te vervolgen. Nederland bewijst dat een dergelijke aanpak zeer effectief is in de strijd tegen de “kleine criminaliteit”. Dankzij een uitgebreid investeringsprogramma had men daar in 2004 voldoende cellen om alle gevangenisstraffen effectief uit te voeren. Vooral de veelplegers van kleine delicten werden intensief aangepakt. Het resultaat is dat vandaag de criminaliteit is gedaald.
2. EEN VERHOOGD POLITIETOEZICHT TIJDENS DE EINDEJAARSPERIODE De eindejaarsperiode en de koopjes van januari zijn traditiegetrouw een piekperiode voor criminaliteit tegen de zelfstandige ondernemer. Door de drukte pieken de winkeldiefstallen en wordt de ondernemer vaker slachtoffer van vals geld en bedrieglijke listen. Daarom vroeg UNIZO ook in 2010 aan de politiediensten extra te patrouilleren op welgekozen plaatsen en weloverdachte tijdstippen tijdens de wintermaanden. De drukke feestdagen en druk bezochte winkelstraten moeten daarbij prioriteit zijn. UNIZO dankt de Minister van Binnenlandse zaken voor haar nieuwe omzendbrief in 2010 en uiteraard ook de politiediensten. UNIZO vraagt dat dit verhoogde toezicht een jaarlijkse gewoonte wordt. Met andere woorden, dat er jaarlijks een omzendbrief wordt gestuurd.
3. EEN DEBAT OVER HET CREËREN/VERRUIMEN VAN DE MOGELIJKHEID TOT ADMINISTRATIEVE AFHANDELING VAN WINKELDIEFSTALLEN DOOR WINKELIERS
Uit deze bevraging blijkt ook dat het debat moet worden geopend over het zelf afhandelen van winkeldiefstallen door de winkelier. Op dit moment is dit niet mogelijk, in zoverre dat het laten “afkopen” door een winkeldief van de aangifte van zijn winkeldiefstal, een daad is die zelf een misdrijf uitmaakt (afpersing). Het is tijd om te kijken wat er op dit moment kan en mag (en niet kan en niet mag) en wat er eventueel gewijzigd kan worden. Er is nood aan een duidelijk kader ter zake. Het kader en de betreffende regels kunnen aan de handelaars gecommuniceerd worden via de buurtinformatienetwerken (BIN’s). In Nederland lopen reeds enkele jaren proefprojecten hieromtrent. De politie heeft de bevoegdheid om een betrapte winkeldief een boete op te leggen. Het gaat slechts om een administratieve boete. Een deel van de boete vloeit terug naar de winkelier. De
19
winkeldief wordt evengoed strafrechterlijk vervolgd. Het zou interessant zijn om een dergelijk experiment ook in België uit te voeren.
4. WEGWERKEN
VAN DE WETTELIJKE OBSTAKELS VOOR DE INVOERING VAN INNOVATIEVE
SYSTEMEN VAN PRIVATE BEVEILIGING
Recent werden in de sector van de private beveiliging een aantal innovatieve technieken ontwikkeld. Onder andere voor het vervoer van geld en andere waarden. Het blijkt echter dat het vermarkten van deze nieuwe technieken vertraging oploopt door de soms achterhaalde wetgeving. UNIZO vraagt dat men deze wetgeving soepel interpreteert of deze waar nodig aanpast aan de nieuwste ontwikkelingen zodat deze ook daadwerkelijk in gebruik kunnen worden genomen. Meer concreet betekent dit dat het plafond voor light CIT (cash in transit) wordt verhoogd van 2500 naar 5000 euro.
5. SENSIBILISERING VALSE EURO’S Gedurende het hele jaar maar vooral tijdens de eindejaars- en koopjesperiode, slaan valsmunters toe. Valse eurobiljetten betekenen voor de gedupeerde ondernemer een dubbel verlies. De ondernemer kan het vals biljet niet inruilen voor een écht biljet en verliest de waarde van het goed. UNIZO pleit daarom voor een betere communicatie van de echtheidskenmerken en een duidelijke keuring en appreciatie vanwege de overheid van de verschillende detectietools. De eerder vermelde stijging van valsmunterij en de verschuiving naar kleinere coupures maakt dit een aandachtspunt voor zowel UNIZO als de overheid.
6. BUURTINFORMATIENETWERKEN: INFORMEREN, SENSIBILISEREN EN STIMULEREN Alle experten zijn het erover eens dat buurtinformatienetwerken een toegevoegde waarde hebben in het preventief beleid tegen winkelcriminaliteit, inclusief winkeldiefstallen. Door de alertheid bij zelfstandige ondernemers en politiediensten aan te scherpen en de communicatie onder hen te versnellen, kunnen vele criminele feiten worden voorkomen. Ondanks het feit dat bij alle actoren (zelfstandige ondernemers, politie, overheid), voor wat betreft het concept ‘buurtinformatienetwerken’, de neuzen in dezelfde richting staan, is er nog heel wat werk te doen. En dan meer bepaald inzake correcte informatie, sensibilisatie en stimulatie. UNIZO vraagt daarom een ruime en correcte informatiecampagne waarbij het accent ook op de sensibilisering komt te liggen, om het 20
project van de buurtinformatienetwerken nog meer ingang te doen vinden bij zelfstandige ondernemers. Daarnaast is het belangrijk dat de lokale besturen in het BINgebeuren de rol spelen die van hen verwacht kan worden.
7. EEN VERDERE VEREENVOUDIGING VAN EN EEN BETERE COMMUNICATIE OVER DE UNIFORME EN ELEKTRONISCHE AANGIFTE
In de praktijk blijkt dat de ondernemers onvoldoende weten dat via het internet aangifte kan worden gedaan van een winkeldiefstal. Daarom vraagt UNIZO een campagne om deze mogelijkheid in the picture te plaatsen en kenbaar te maken bij de zelfstandige ondernemers. De tool op zich moet verder vereenvoudigd worden. Het systeem is nog steeds te tijdrovend en onvoldoende toegankelijk voor de ondernemer. Zo zou het een hele vooruitgang zijn als dit systeem ook gebruikt zou kunnen worden om aangifte te doen van winkeldiefstallen waarbij de dader bekend is. Het ontbreken van deze mogelijkheid blijkt vaak een drempel te zijn om toch langs elektronische weg aangifte in te dienen.
8. EEN VLOTTE AFHANDELING VAN DE AANGIFTE WANNEER DE POLITIE TER PLAATSE KOMT Ondernemers doen vaak de moeite niet om aangifte te doen van winkeldiefstallen, vandalisme, enz. De argumenten die de ondernemers daarvoor geven is de administratieve rompslomp en de gebrekkige opvolging van aangiftes. Aangifte doen kost tijd, de zaak kan niet alleen worden gelaten en het is niet duidelijk wat er verder met de aangifte gebeurt. Toch hebben zelfstandige ondernemers belang bij een aangifte van élk crimineel feit. De politie onderneemt op basis van deze aangiftes vervolgacties die kunnen leiden tot aanhouding en vervolging van de dader. Bovendien baseert de politie haar inzet – in tijd en mankracht – mede op de aangiftecijfers. Ook gemeenten en steden nemen bij het opstellen van hun veiligheidsbeleid deze gegevens mee. Daarom is het van groot belang dat ondernemers worden aangezet tot een grotere aangiftebereidheid en dat politiediensten de aangifte in een minimum van tijd kunnen behandelen. Daartoe moeten hulpmiddelen worden ontwikkeld waardoor de ondernemers samen met de politiediensten ter plaatse sneller en eenvoudiger een aangifte kan doen van criminaliteit. Bv door te werken met standaardformulieren, die door de ondernemer reeds op voorhand deels kunnen worden ingevuld.
21
9. INTENSIFIËREN VAN HET AANBOD EN DE PUBLICITEIT VAN EN OVER OPLEIDINGEN Het is ondertussen meer dan duidelijk dat ondernemers en werknemers gebaat zijn met een goede kennis over enerzijds risico’s en gevaren en anderzijds over de juiste houding en reactie van ondernemer en/of werknemer. De uitwerking van een opleidingspakket ten behoeve van ondernemers om ze samen met hun werknemers weerbaarder te maken tegen mogelijke criminele feiten, moet daarom een prioriteit zijn. UNIZO is bereid aan de samenstelling van dergelijk pakket en aan de opleidingen actief mee te werken. ‘Hoe omgaan met winkeldiefstal en agressie’ en “Overval- en winkeldiefstalpreventie” moeten opleidingen zijn, die voor de ondernemer makkelijk toegankelijk zijn. Daartoe is nodig dat het aanbod ter deze wordt uitgewerkt, maar dat aan deze opleidingen ook de nodige publiciteit wordt gegeven. UNIZO vraagt voldoende steun voor de organisatie en bekendmaking van deze opleidingen.
22
5. Conclusie 5.1. WINKELCRIMINALITEIT: EEN ONDERSCHAT PROBLEEM! Winkelcriminaliteit binnen de detailhandel blijft een zwaar onderschat probleem. Niet alleen het beleid, ook de ondernemer en het personeel gaan te snel voorbij aan de gevolgen van winkeldiefstallen en andere misdrijven in de winkelruimte. Vele ondernemers verliezen dagelijks een aanzienlijke bron aan inkomsten. Niettegenstaande de onderschatting, is de ergernis en de schade zeer groot en vraagt dit om een globale aanpak. En veel belangrijker nog dan het economische verlies is het gevaar van verwonding of zelfs overlijden van de winkelier, personeel of klanten. Niets is meer waard dan een mensenleven. Zelfstandige ondernemers moeten hulpmiddelen aangeboden krijgen om het preventief karakter op de winkelvloer te vergroten. Winkelveiligheid is echter niet alleen het probleem van de zelfstandige ondernemer. Het bestrijden van de aan de winkel gerelateerde criminaliteit kan alleen succesvol gebeuren indien dit op een integrale en geïntegreerde wijze gebeurt.
5.2. BELANGRIJKSTE RESULTATEN VAN DE BEVRAGING Aantal winkeldiefstallen. 50,4% van de ondervraagde ondernemers werd het voorbije jaar bestolen, velen daarvan zijn veelvuldig het slachtoffer van winkeldiefstallen. De grote stijging van het aantal winkeliers dat het slachtoffer is geworden van 1 tot 2 winkeldiefstallen, vrezen dat er meer winkeldieven actief zijn. Vermoedelijk heeft de economische crisis heel wat gelegenheidsdiefstallen tot gevolg, waarbij vooral dagdagelijkse producten worden gestolen uit overlevingsdrang. Het goede nieuws is dat het aantal winkeliers dat tussen de 5 en de 9 keer slachtoffer werd en het aantal dat meer dan 75 keer bestolen werd telkens met meer dan de helft is gedaald. En slechts 0,8% van de respondenten zegt tussen de 51 en de 75 keer bestolen te zijn geweest tegenover 5,1% in 2009. Kortom, er zijn in vergelijking met 2009 evenveel winkeliers het slachtoffer geworden van winkeldiefstallen, maar het aantal winkeliers dat echt veelvuldig bestolen wordt neemt gelukkig af.
23
Kostprijs van de winkeldiefstallen. Als het aantal winkeldiefstallen daalt, daalt ook de kostprijs van winkeldiefstallen. Er zijn in vergelijking met 2009 meer winkeliers die voor minder dan 500 euro bestolen werden. Maar in alle andere gevallen stellen we gelukkig wel een lichte tot sterke daling vast. Wat uiteraard positief is. 60% van de ondernemers doet steevast nooit een aangifte van winkeldiefstallen. 21% van de zelfstandige ondernemers doet slechts in enkele gevallen (sporadisch) een aangifte. Minder dan de helft van de ondernemers, 46 %, is op de hoogte van de mogelijkheid om elektronisch aangifte te doen van winkeldiefstallen. Niet alle ondernemers zijn echter overtuigd van de elektronische aangifte. 41% doet de elektronische aangifte niet omdat de ondernemer vindt of denkt dat er geen gevolg zal worden aan gegeven. Belangrijk is teven het percentage van 38% dat de politie liever te plaatse laat komen. Er is duidelijk nog heel wat werk aan de winkel om de aangiftebereidheid van de winkeliers op te drijven. De diefstalbarometer duidt op een verbetering van de situatie ten opzicht van de bevraging van 2009.
5.3. ACTIEPLAN TEGEN WINKELCRIMINALITEIT Met deze studie heeft UNIZO de pijnpunten blootgelegd inzake de (on)veiligheid binnen de winkelruimte. Preventie is onvoldoende, een globale aanpak ontbreekt. Vanuit deze studie wenst UNIZO tevens een brug te maken naar politie en beleid om concrete acties en maatregelen te bekomen. De zelfstandige ondernemers willen immers een veilige winkelvloer, voor de werknemers én de klanten! Een betere vervolging, met oog voor juiste strafmaat en gerichte strafuitvoering. Verhoogd politietoezicht tijdens de eindejaarsperiode en de solden. Debat over het creëren/verruimen van de mogelijkheid tot administratieve afhandeling van winkeldiefstallen. Wegwerken van de wettelijke obstakels voor de invoering van innovatieve systemen van private beveiliging. Sensibiliseren van ondernemers inzake valse euro’s. Buurtinformatienetwerken: informeren, sensibiliseren en stimuleren. Een verdere vereenvoudiging van en een betere communicatie omtrent de uniforme en elektronische aangifte. Een vlotte afhandeling van aangifte wanneer de politie ter plaatse komt. Intensifiëren van het aanbod en publiciteit van opleidingen.
24