MONITORINGSYSTEEM DUURZAAM OPPERVLAKTEDELFSTOFFENBELEID ENQUÊTE 2013 SPECIFIEKE HANDLEIDING VOOR AANNEMERS
1. INLEIDING ....................................................................................................................................................... 1 1.1.
VOOR WIE IS DEZE HANDLEIDING? ......................................................................................................... 1
1.2.
WELKE DELEN VAN DE ENQUÊTE MOET JE INVULLEN? ........................................................................... 2
2. ENQUÊTE DELEN: ‘VERBRUIK VAN PRIMAIRE DELFSTOFFEN’ EN ‘VERBRUIK VAN ALTERNATIEVE GRONDSTOFFEN’ ............................................................................................................. 2 2.1.
WAT BETEKENT "VERBRUIK"? ............................................................................................................... 3
2.2.
WAT ZIJN PRIMAIRE DELFSTOFFEN EN ALTERNATIEVE GRONDSTOFFEN? ................................................ 3
2.3.
HOE WORDT DE HERKOMST INGEVULD? ................................................................................................. 6
2.4.
HOE WORDT DE TOEPASSING VAN EEN ALTERNATIEVE GRONDSTOF TER VERVANGING VAN EEN
PRIMAIRE DELFSTOF INGEVULD? ......................................................................................................................... 7
2.5.
HOE WORDT DE HOEVEELHEID AANGEDUID? .......................................................................................... 8
3. ENQUÊTE DEEL: ‘PRODUCTIE VAN ALTERNATIEVE GRONDSTOFFEN’ .................................... 8 4. ENQUÊTE DELEN: ‘AANKOOP EN VERKOOP VAN PRIMAIRE DELFSTOFFEN’ ‘AANKOOP EN VERKOOP VAN ALTERNATIEVE GRONDSTOFFEN’ ........................................................................ 8 4.1.
AANKOPEN ............................................................................................................................................. 8
4.2.
VERKOPEN ............................................................................................................................................. 9
4.3.
TOEPASSING VERKOCHTE ALTERNATIEVE GRONDSTOFFEN .................................................................... 9
1. INLEIDING 1.1. Voor wie is deze handleiding? Deze handleiding is specifiek voor de bedrijven en zelfstandigen met één of meerdere aannemersactiviteiten: d.w.z. die één of meerdere van de bouwactiviteiten uitoefenen in Tabel 1. Voor bedrijven met andere activiteiten is de algemene MDO handleiding van toepassing. In de enquête wordt gevraagd de aankoop, verkoop, ontginning/productie en verbruik van enerzijds primaire delfstoffen en anderzijds alternatieve grondstoffen (samen kortweg "grondstoffen" genoemd) in te vullen.
1
Tabel 1 – Overzicht van activiteiten die als aannemerijverbruik worden beschouwd 1
voorbereiden van het terrein (inclusief sloopbedrijven en sanering)
2
wegenbouw (inclusief waterbouw, spoorwegen, bruggen en tunnels, exclusief baggerwerken)
3
infrastructuurwerken (rioleringen, water- en gasdistributie, civieltechnische werken, boren)
4
residentiële woningbouw (inclusief metselwerk en voegwerk)
5
niet-residentiële bouw
6
chapewerken
7
landschapsverzorging & tuinaanleg (inclusief verhardingen)
8
specifieke bouwactiviteiten (vb. dakwerken, waterdichting van muren, gevelreiniging, restauratie, stukadoors) afwerken van gebouwen (vb. elektriciteit, loodgieterij, verwarming, klimaat, ventilatie en tegels)
9
1.2. Welke delen van de enquête moet je invullen? Als je als aannemer bent aangeschreven en enkel grondstoffen verbruikt voor de aannemersactiviteiten van Tabel 1, dan moet je volgende delen van de enquête beantwoorden: •
controle van de contactgegevens;
•
aanduiding van je activiteiten. Als aannemer moet je ‘verbruik aannemerij’ aanvinken en je aannemerij-activiteiten aanduiden, ook als je niets verbruikt. Als je grondstoffen verbruikt, dan wordt ook verwacht dat je ‘aankoop/verkoop primaire delfstoffen’ en/of ‘aankoop/verkoop alternatieve grondstoffen’ aanduidt;
•
het verbruik van de grondstoffen als "aannemer" (afzonderlijk voor primaire delfstoffen en voor alternatieve grondstoffen), zie Sectie 2 voor verdere toelichting;
•
aankoop en verkoop van primaire delfstoffen en van alternatieve grondstoffen, zie Sectie 4 voor verdere toelichting.
BELANGRIJKE TIP Vul eerst het verbruik in. Dan kan je in het overzichtscherm van je verbruik (afzonderlijk voor primaire delfstoffen en alternatieve grondstoffen) rechts bovenaan de knop ‘Kopieer naar aankoop’ gebruiken om dit verbruik naar de enquêtedelen betreffende aankoop te brengen. Als uw bedrijf ook alternatieve grondstoffen produceert, zoals gerecycleerde granulaten uit bouw- en sloopafval, dan moet je ook het volgende deel van de enquête beantwoorden: •
de productie van alternatieve grondstoffen, zie Sectie 3 voor verdere toelichting.
2. ENQUÊTE DELEN: ‘VERBRUIK VAN PRIMAIRE DELFSTOFFEN’ EN ‘VERBRUIK VAN ALTERNATIEVE GRONDSTOFFEN’ In deze sectie wordt het volgende toegelicht, specifiek voor de aannemersactiviteiten in Tabel 1: •
wat betekent "Verbruik"?
•
wat zijn primaire delfstoffen en alternatieve grondstoffen?
•
hoe wordt de herkomst ingevuld?
•
hoe wordt de toepassing van een alternatieve grondstof als vervanging voor een primaire delfstof ingevuld?
•
hoe wordt de hoeveelheid aangeduid?
2
2.1. Wat betekent "Verbruik"? Het "Verbruik" betreft de hoeveelheden: •
die je zelf hebt gebruikt,
•
tijdens het kalenderjaar 2013,
•
op werven in het Vlaamse gewest,
•
voor al je aannemersactiviteiten (inclusief de inzet in het kader van een THV, Tijdelijke HandelsVereniging),
•
ongeacht de plaats van herkomst van de grondstoffen (inclusief uitgegraven bodem of grond die op de werf zelf terug gebruikt wordt !),
•
ongeacht hoe de grondstoffen zijn verkregen (aangekocht, eigen productie, of verkregen van derden, bv. andere aannemers die aan de werken deelnemen).
VOORBEELD Aannemer 1 laat grond (uitgegraven bodem) leveren en aannemer 2 is grondwerker en gebruikt de grond om een terrein op te hogen. Het is enkel aannemer 2 die de grond moet melden in deze enquête. Het verbruik van primaire grondstoffen of alternatieve grondstoffen in volledig gebruiksklare producten die door derden worden aangeleverd moet niet gemeld worden. Voorbeelden van hoeveelheden die niet gemeld moeten worden: stortklaar beton, stortklaar asfalt, (voorgemengde) chape, (voorgemengde) mortel (vb. in silo’s), keramische producten en glas. Voorbeelden van hoeveelheden die wel gemeld moeten worden: het zand dat zelf wordt gemengd met cement en/of andere grondstoffen om beton, chape, mortel, enz te maken.
2.2. Wat zijn primaire delfstoffen en alternatieve grondstoffen? Tabel 2 toont een vooropgemaakte keuzelijst van primaire delfstoffen gerangschikt van fijn naar grof, met onderaan de verschillende steenslagsoorten. Algemeen gaat het om grondstoffen die rechtstreeks uit de natuur worden ontgonnen en, vanwege hun beperkte hoeveelheden, duurzaam dienen te worden ingezet. Als je dergelijke grondstoffen verbruikt die niet in deze lijst voorkomen, gelieve deze dan aan te duiden als "overige" en geef een korte omschrijving. "Onbekend" kan gebruikt worden als het type primaire delfstof niet zonder assistentie kan worden omschreven. Er wordt dan contact opgenomen om hierbij te helpen. Voor Vlaamse grondstoffen zijn primaire delfstoffen bijkomend beperkt tot de grondstoffen die afkomstig zijn uit een ontginningsgebied of projectgrindwinning. •
'grond' (zand, klei, leem, …) die vrijkomt bij bouw- of infrastructuurwerken buiten een ontginningsgebied/projectgrindwinning is dus geen primaire delfstof, maar wordt gemeld als de alternatieve grondstof ‘uitgegraven bodem'.
•
gereinigde grond afkomstig van een grondreinigingscentrum is eveneens een alternatieve grondstof en wordt gemeld onder ‘overige’ alternatieve grondstoffen.
3
Voor delfstoffen ontgonnen buiten Vlaanderen wordt geen onderscheid gemaakt tussen delfstoffen uit een ontginningsgebied of delfstoffen die vrijkomen bij infrastructuurwerken of afkomstig zijn van grondreiningscentra; deze vallen allemaal onder ‘primaire delfstoffen’. Tabel 2 - Lijst van primaire delfstoffen Primaire delfstof Klei Leem Kwartszand Aanvul- of ophoogzand
Bouwzand
(Gebroken) grind
Beschrijving Ontgonnen grondstof met zeer kleine korrelgrootte kleiner dan 2 micrometer Ontgonnen grondstof met korrelgrootte tussen 2 en 63 micrometer Zeer zuiver zand Zand (typisch fijn) dat wordt ingezet voor aanvullingen of ophoging Let op: "Grond" (uitgegraven bodem) behoort tot de alternatieve grondstoffen Zand (typisch grovere fractie) dat wordt ingezet voor andere bouwtoepassingen, bv. draineringen, onderfunderingen en funderingen, betontoepassingen, asfalt, metselmortel, ‘chape’, ... Alle grindsoorten: riviergrind, valleigrind, berggrind, zeegrind, breekgrind, etc.
Steenslag: porfier Steenslag: kalksteen Steenslag: dolomiet Steenslag: zandsteen
Gebroken natuurlijke gesteenten met onderscheid naar soort.
Steenslag: graniet Steenslag: basalt Steenslag: andere Overige Onbekend
Andere ontgonnen grondstoffen van een gekend type (omschrijf het type) Andere ontgonnen grondstoffen van een ongekend type
Alternatieve grondstoffen betreffen alle andere grondstoffen die ter vervanging van primaire delfstoffen kunnen gebruikt worden: bv. uitgegraven bodem of grond, baggerspecie, gerecycleerde granulaten, bijproducten van industriële toepassingen zoals slakken en assen, enz. Tabel 3 toont de keuzelijst van alternatieve grondstoffen met een onderverdeling volgens de primaire delfstof die ze typisch vervangen of, als deze minder eenduidig is, volgens de afkomst: •
alternatieve grondstoffen die meestal als vervanging van zand worden ingezet;
•
alternatieve grondstoffen die meestal als vervanging van grind of steenslag worden ingezet;
•
alternatieve grondstoffen afkomstig van glasrecyclage;
•
alternatieve grondstoffen afkomstig van assen;
•
alternatieve grondstoffen afkomstig van slakken en anderen.
Indien de ingezette alternatieve grondstof niet tot deze lijst behoort, kies dan "overige" en omschrijf de alternatieve grondstof.
4
Tabel 3 - Lijst van alternatieve grondstoffen Alternatieve grondstof
Beschrijving
Brekerzand van asfalt
als vervanging van zand grond die werd uitgegraven in het Vlaams Gewest buiten een ontginningsgebied (bv. bij infrastructuurwerken, ...). Enkel het verbruik dient te worden gemeld. De productie van uitgegraven bodem is niet nodig. de specie die uit de bevaarbare en onbevaarbare waterlopen wordt gebaggerd of geruimd. Ook de specie die vrijkomt bij natte infrastructuurwerken (dokken, kanalen, tunnels onder waterwegen). afkomstig uit het breken van asfalt
Brekerzand van beton Zeefzand van bouwen sloopafval Overig brekerzand
afkomstig uit het breken van al dan niet gewapend beton omvat alle zeefzanden die vrijkomen bij het sorteren en/of breken van bouwen sloopafval alle andere zandsoorten afkomstig van breekinstallaties
Gieterijzand
zand afkomstig van gebruikte gietvormen
Uitgegraven bodem Bagger- en ruimingspecie
vervanging van grind of steenslag Asfaltgranulaat
afkomstig van gebroken asfalt
Betongranulaat
afkomstig van het breken van al dan niet gewapend beton.
Metselwerkgranulaat
afkomstig van het breken van metselwerkpuin menging van betongranulaat en metselwerkgranulaat (typisch in een verhouding van 40/60 tot 60/40). glasrecyclage meestal zandsubstituut afkomstig van het breken van verpakkingsglas (bokalen, flessen, drinkglazen, kristalfabrieken, verlichtingsglas) zand of grindsubstituut van het breken van vensterglas, spiegelglas, gegoten glas meestal grindsubstituut afkomstig van het breken van gereinigd en gesorteerd keramiek, steen en porselein (KSP) zand (typisch gebruikt voor zandstalen) afkomstig van de glasachtige ovenresidu’s van steenkoolcentrales en van metaalslakken. Ook eerder gebruikt zand (kwartszand, straalgrit), bijvoorbeeld tijdens zandstralen. assen typisch grove fracties afkomstig uit het bodemas van AfvalVerwerkingsInstallaties typisch fijne fracties afkomstig uit het vliegas van AfvalVerwerkingsInstallaties typisch grove fracties afkomstig uit het bodemas van elektriciteitscentrales typisch fijne fracties afkomstig van het vliegas van elektriciteitscentrales substituut voor natuurlijk gips, ook RO-gips of sulfo-gip genoemd, dat afkomstig is van de ontzwavelingsinstallaties in electriciteitscentrales slakken en andere zand en/of grindsubstituut afkomstig van de slakken die vrijkomen bij de productie van ferro-staal: bv. LD-slakken, hoogovenslak ( hoogovencement), RVS (roestvrijstaal), panslakken, koepel- of inductieovenslakken, etc. zand en/of grindsubstituut afkomstig van de slakken die vrijkomen bij de productie van non-ferro-staal: bv. Pb-, Cu-, FeMo-, Alimunothermische slakken, etc.
Menggranulaat Holglas (ovenklare scherven) Vlakglas (ovenklare scherven) KSP-glas Straalgrit
AVI-bodemas AVI-vliegas e-bodemas e-vliegas Gips van e-centrale
Slakken van de ferroindustrie Slakken van de nonferro industrie Slib van natuursteenbewerking Overige
granietslib van het verzagen van natuursteen gelieve de alternatieve grondstof te omschrijven
5
2.3. Hoe wordt de herkomst ingevuld? De herkomst betreft de wijze van de verwerving, de plaats van herkomst en, in geval van 'aankoop' van de grondstof het type van bedrijf waarvan de grondstof komt. Voor de herkomst (wijze van de verwerving) kan je volgende twee keuzes maken: •
eigen productie: betreft het geval waarbij je de grondstof zelf hebt geproduceerd. Deze hoeveelheden moeten ook in het enquêtedeel "productie van alternatieve grondstoffen" worden gemeld, behalve als het uitgegraven bodem of grond betreft (zie hoofdstuk 3 van deze handleiding);
•
aankoop: omvat alle andere verwervingswijzen van derden ongeacht of er wel of niet een financiële vergoeding mee gepaard ging (dus ook als je zelf een vergoeding ontving om de grondstof aan te nemen).
Voor de plaats van de herkomst kan je volgende twee keuzes maken: •
binnen Vlaanderen: als de grondstof is verworven van een bedrijf of zelfstandige met een vestiging in het Vlaams Gewest of als de grondstof door jezelf is geproduceerd in het Vlaams gewest.
•
buiten Vlaanderen: als de grondstof is verworven van een bedrijf of zelfstandige met vestiging buiten het Vlaams Gewest of door jezelf is geproduceerd buiten het Vlaams Gewest. Als je "buiten het Vlaams Gewest" invult, moet je de regio of het land aan te duiden.
Als je aankoop hebt aangeduid, dan zijn er volgende twee keuzes die je kan maken voor het bedrijf waarvan de grondstof is verworven: •
van producenten: dat wil zeggen van een bedrijf of zelfstandige die grondstoffen produceert (bijvoorbeeld een bedrijf dat puin breekt);
•
van handelaars: alle andere gevallen.
Als je een primaire delfstof verbruikt met plaats van herkomst 'binnen Vlaanderen' dan moet het bedrijf, waarvan de herkomst is verworven, behoren tot de volgende lijst van producenten. Behoort de leverancier hier niet toe, gebruik dan 'van handelaars'. Algri
Grofa Trans
Sooy bvba
Alzagri
Grintbedrijf S.B.S.
Steenbakkerij De Brandt bvba
Ampagro
Grondzorg Limburg
Steenbakkerij Dumoulin
Argex
Grongo / Godts
Steenbakkerij Vande Moortel
Artilaval
Hanson
Steenbakkerij Van Den Broeck
Balegro
Hens
Steenfabrieken Nelissen
Belgrasa nv
Hobelma
Terra Cosa
Belmagri
Holcim
Transport Demets - ODM
Bichterweerd
Ilva
Vandamme – Madoe
Imbrechts
Vandersanden Steenfabrieken
CEI-De Meyer Charles Kesteleyn Grinthandel
Zand-
en Imvalo
Vanheede
Compagnie Des Ciments Belges Kempische Zandgroeven Winters (C.C.B.)
Van Laethem Steenbakkerij
Deme Building Materials (D.B.M.)
Vanpachtebeke et fils
Leembank
6
De Cubber
Lizargo
Varenberg
De Kock E. nv
Meganck – Collewaert
Vervoeruitbating Frans Ceulemans en Cie
De Meulenaere
Nieuwpoortse Handelsmaatschappij (NHM)
Wagemans Ronny bvba
De Pessemier
OB&D
Wienerberger
Desta
Puttevils Valerie bvba
Winters
Dragetra
Remo – Milieubeheer
Zandbedrijf Velbo
Dragratra
Roelants
Zandgroeve Bouillon
Dranaco
Sagrex
Zandgroeve De Maere
Ekosto
Satic
Zandgroeve Jansen
Fivanco (Van Biervliet)
Scheerders van Kerchove's Zandgroeve Meurrens Verenigde Fabrieken (SVK)
Floren en Cie
Sibelco
Ghent Dredging
Stadsbader
Govaco / Grover
Steenbakkerijen van Membruggen
Zareko
2.4. Hoe wordt de toepassing van een alternatieve grondstof ter vervanging van een primaire delfstof ingevuld? Als je een alternatieve grondstof verbruikt dan moet je invullen welke primaire delfstof hierdoor wordt vervangen: de keuzelijst is hetzelfde als in Tabel 2. Je moet ook aanduiden hoe de alternatieve grondstof is toegepast. Tabel 4 toont de verschillende keuzemogelijkheden voor de toepassing. Tabel 4 – Toepassingen van alternatieve grondstoffen ter vervanging van primaire delfstoffen in prefab toepassingen in mager betontoepassingen in gestabiliseerd zand (chape, ...) in overig stortklaar beton in nieuw asfalt in cellenbeton als oppervlakteverharding voor aanvullen of ophogen in overige (onder)funderings-, drainage- of stabilisatielagen als eindafdek op een stortplaats als grondstof in keramische sector als grondstof in cement als bindmiddel (cement) als balastmateriaal voor spoorwegen in waterbouwtoepassingen in productie van bouwgips in productie van glas in productie van overige glasproducten overige onbekend
7
2.5. Hoe wordt de hoeveelheid aangeduid? Het volstaat de totale hoeveelheid aan te duiden voor het jaar 2013 voor elke combinatie van grondstof en herkomst (dus voor alle werven en aannemersactiviteiten samen). In het geval van alternatieve grondstoffen worden ook hoeveelheden gevraagd per toepassing en de primaire delfstof die wordt vervangen. Als de totale hoeveelheid of de opsplitsing hiervan (naargelang de herkomst, de toepassing én de primaire delfstof die wordt vervangen) niet nauwkeurig kan bepaald worden, maak dan een zo goed mogelijke inschatting (zelfs als die inschatting slechts een zeer ruwe benadering is). Vergeet niet aan te duiden bij elke hoeveelheid of het om ton of cubieke meter gaat. Totale hoeveelheden kleiner dan 10 kg (of 0,01 ton) en 10 liter (of 0,01 m³) mag je verwaarlozen.
3. ENQUÊTE DEEL: ‘PRODUCTIE VAN ALTERNATIEVE GRONDSTOFFEN’ Indien je zelf alternatieve grondstoffen hebt geproduceerd binnen of buiten de werf, moet je op het scherm ‘Activiteiten’ ook ‘Productie van alternatieve grondstoffen’ aanduiden en de bijhorende vragen invullen. De keuzelijst van de alternatieve grondstoffen komt overeen met die in Tabel 3. De productie van uitgegraven bodem (grond) moet echter niet worden gemeld. Gelieve in dit deel van de enquête de totale hoeveelheid in te vullen van alle alternatieve grondstoffen die je zelf produceert ongeacht waar deze alternatieve grondstoffen uiteindelijk worden ingezet. Dit deel zou dus minstens de hoeveelheden moeten omvatten die in het deel verbruik zijn aangeduid als verworven uit eigen productie, tenzij de alternatieve grondstoffen afkomstig zijn uit opslag.
4. ENQUÊTE DELEN: ‘AANKOOP EN VERKOOP VAN PRIMAIRE DELFSTOFFEN’ ‘AANKOOP EN VERKOOP VAN ALTERNATIEVE GRONDSTOFFEN’ Aankopen betreffen alle grondstoffen geleverd door derden. Verkopen betreffen alle grondstoffen geleverd aan derden. Of er een financiële vergoeding gebeurt voor de leveringen is niet relevant.
4.1. Aankopen De aankopen (leveringen) kan je kopiëren vanuit de enquêtedelen betreffende het verbruik. Indien nodig, vul de gegevens aan. Vul ook de hoeveelheden aan voor de aankopen die je niet zelf verbruikt maar levert aan derden (ook als hiervoor geen financiële vergoeding wordt gevraagd) en de hoeveelheden die je opslaat (nog niet verbruikt hebt).
8
4.2. Verkopen Voor de eventuele verkopen (leveringen) moeten de hoeveelheden worden aangevuld met gegevens aan wie de levering gebeurt. Kies voor 'afzet' tussen: •
binnen Vlaanderen: als de grondstof wordt geleverd aan iemand in het Vlaams Gewest. Duid dan aan of het om een handelaar, producent, verbruiker of particulier gaat.
•
buiten Vlaanderen: als de grondstof wordt geleverd aan iemand buiten het Vlaams Gewest. Duid dan de regio of het land aan.
4.3. Toepassing verkochte alternatieve grondstoffen Als je alternatieve grondstoffen hebt verkocht, gelieve dan zoals bij het verbruik van alternatieve grondstoffen (zie Sectie 2.4) aan te duiden hoe deze grondstoffen zijn toegepast en welke primaire delfstoffen worden vervangen. Als je niet zeker bent over deze informatie, vul bij voorkeur je beste oordeelkundige schatting in, eerder dan ‘onbekend’ aan te duiden.
9