Federale Overheidsdienst FINANCIEN
F 2011/3/1
___ Algemene administratie van de FISCALITEIT ___ BTW ___ F 2011/3
FORFAITAIRE REGELING INZAKE BTW VOOR BAKKERS, BROOD- EN BANKETBAKKERS ______ JAAR 2011 (*)
1. Voorafgaande opmerking.
De hiernavolgende bepalingen gelden alleen voor de belastingplichtigen die onderworpen zijn aan de forfaitaire regeling bedoeld in artikel 56, § 1, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde. Benevens deze bepalingen zijn eveneens op deze belastingplichtigen van toepassing, de wettelijke bepalingen inzake BTW en, inzonderheid, het koninklijk besluit nr. 2, van 7 november 1969, met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde.
2. Indeling van de handelingen bedoeld in de forfaitaire regeling.
In het kader van de normale beroepswerkzaamheid van de bakkers en van de brood- en banketbakkers zijn er drie soorten handelingen waarvoor de ontvangsten forfaitair worden bepaald : a) leveringen van produkten van de broodbakkerij; b) leveringen van produkten van de broodbakkerij, andere dan brood of speciaal brood, van de fijnbakkerij, de banketbakkerij en van andere produkten die bijkomstig worden vervaardigd, zoals pralines, marsepein, chocolade, consumptie-ijs, enz.; c) leveringen, zonder verwerking, van aangekochte produkten. Anderzijds is voor de belastingplichtigen die een verbruiksalon uitbaten in hoofdstuk VI een bijzondere heffingsregeling voorzien. __________ (*) Waar de forfaitaire regeling 2011 afwijkt van die van 2010, wordt dit in de rand door een verticale streep aangeduid.
F 2011/3/2
HOOFDSTUK I
BROODBAKKERIJ
3. Begrip.
Voor de toepassing van de forfaitaire regeling worden als produkten van de broodbakkerij beschouwd : a) brood : bekomen door het bakken van gekneed en gegist deeg en dat bereid is met meel van bakwaardige graangewassen, drinkwater, gist of zuurdesem en zout; b) speciaal brood : bereid uit dezelfde ingrediënten als het brood, met toevoeging van bijkomende ingrediënten vastgesteld door de wet (hoeveelheid en kwaliteit).
4. Regel.
De omzet (BTW inbegrepen) van de leveringen der produkten van de broodbakkerij wordt forfaitair bekomen door : a) de vermenigvuldiging van het aantal zakken bloem (100 kg) die de belastingplichtige, onder toezicht van de administratie, tijdens de aangifteperiode voor de vervaardiging van die produkten verklaart te hebben aangewend, met een forfaitaire vermenigvuldiger die hierna wordt aangeduid; b) de vermenigvuldiging van het produkt onder a) met de werkelijke verkoopprijs (BTW inbegrepen) per kg voor een groot huishoudbrood; groot boulot-, galet-, plaat- en carrébrood; groot speciaal brood; groot speciaal boulot-, galet-, plaat- en carrébrood.
5. Forfaitaire vermenigvuldiger.
Voor de forfaitaire berekening van de omzet voortkomende van de verkoop van de produkten van de broodbakkerij moeten de belastingplichtigen zich, in de bijlage van de periodieke aangifte en onder toezicht van de administratie, rangschikken in één van de hiernavolgende categorieën die op hen van toepassing is. De vermenigvuldiger die geldt voor de categorie waarin ze zich hebben ingedeeld, moet gebruikt worden voor de berekening van het aantal vervaardigde broden zoals bepaald onder nr. 4, litt. a.
F 2011/3/3
Categorieën 1.
Vermenigvuldiger
Nagenoeg uitsluitende verkoop van huishoudbrood (95 pct. en meer) :
134
Nagenoeg uitsluitende verkoop van brood (andere dan huishoudbrood) of van speciaal rond brood met kruimzijde (95 pct. en meer) :
134
Nagenoeg uitsluitende verkoop van speciaal brood zonder kruimzijde maar geen speciaal Frans brood en speciaal stokbrood (95 pct. en meer) :
133
4.
Verkoop van huishoudbrood voor meer dan 50 pct. :
134
5.
Verkoop van brood (andere dan huishoudbrood) of van speciaal rond brood met kruimzijde voor meer dan 50 pct. :
130
Verkoop van speciaal brood zonder kruimzijde, maar geen speciaal Frans brood en speciaal stokbrood voor meer dan 50 pct. :
133
2.
3.
6.
Om te bepalen tot welke categorie de bakker behoort, moet gelet worden op het aantal kilogram bloem die hij tijdens de aangifteperiode voor het vervaardigen van de verschillende hierboven bedoelde soorten brood heeft aangewend. Wanneer de belastingplichtige tijdens de aangifteperiode voor geen enkele van de hierboven vermelde broodsoorten meer dan 50 pct. van de totale hoeveelheid bloem heeft aangewend die hij voor het vervaardigen van de produkten van de broodbakkerij heeft gebruikt, wordt de keuze van de vermenigvuldiger bepaald door de broodsoort waarvoor het grootste aantal kilogram bloem werd aangewend (b.v. indien de belastingplichtige de bloem heeft aangewend ten belope van 25 pct. voor het huishoudbrood, 35 pct. voor het andere brood dan huishoudbrood of speciaal rond brood met kruimzijde en 40 pct. voor het speciaal brood zonder kruimzijde wordt de vermenigvuldiger weerhouden van de categorie 6 : meer dan 50 pct. speciaal brood zonder kruimzijde).
6. Vervallen.
F 2011/3/4
7. Verhoging van de omzet voortkomende van het gebruik van toegevoegde produkten bij het vervaardigen van brood en speciaal brood.
De verhoging van de omzet (BTW inbegrepen) die voortvloeit uit de aanwending van toegevoegde produkten bij het vervaardigen van brood (maximaal 1,5 kg per 100 kg bloem) en van de aanwending van een hoeveelheid toegevoegde produkten die 4,5 kg per 100 kg bloem te boven gaat bij het vervaardigen van speciaal brood (maximaal toegelaten 6 kg toevoegingen per 100 kg bloem) wordt forfaitair berekend door de vermenigvuldiging van het tijdens de aangifteperiode aangewende aantal kilogram toegevoegde produkten, ongeacht hun aard, met de werkelijke verkoopprijs (BTW inbegrepen) voor een brood of een speciaal brood.
8. Verhoging van de omzet voortkomende van de voor het snijden en het verpakken van brood gevraagde vergoeding.
De verhoging van de omzet (BTW inbegrepen) die wordt bekomen door het snijden en het verpakken van brood wordt forfaitair berekend door het aantal aangekochte broodzakken, vermeld op de inkoopfacturen, te vermenigvuldigen met de bijkomende prijs gevraagd voor de verkoop van een gesneden en verpakt brood. Bij gebrek aan vermelding van het aantal broodzakken op de inkoopfacturen, wordt dit aantal vastgesteld op 75 of 105 per aangekochte kg, al naargelang het grote of kleine zakken betreft. Bij valse of onjuiste aanduiding van het aantal aangekochte broodzakken op de inkoopfactuur kan de administratie de bijkomende ontvangst ambtshalve takseren zoals bepaald bij artikel 66 van het BTW-Wetboek. Bij toepassing van een « all-in » verkoopprijs voor de broden vermeld onder nr. 4b) van de forfaitaire regeling (waarbij geen prijssupplement wordt gevraagd voor het snijden en verpakken van deze broden), dient het aantal broodzakken niet meer te worden opgenomen in het berekeningsblad of in het inkomend factuurboek.
9. Verhoging van de omzet voortkomende van de voor thuisbestelling van brood gevraagde vergoeding.
De bijkomende ontvangst (BTW inbegrepen) wordt bekomen door vermenigvuldiging van het aantal broden dat tijdens de aangifteperiode thuisbesteld werd met het bedrag van de vergoeding dat voor een thuisbesteld brood wordt gevraagd.
F 2011/3/5
10. Wijziging van de verkoopprijzen van het brood tijdens de aangifteperiode.
Wanneer de verkoopprijzen van het brood, die in aanmerking werden genomen voor de berekening van de omzet, tijdens de aangifteperiode werden verhoogd, moet bij de omzet, berekend volgens de oude prijs, een bedrag worden gevoegd dat gelijk is aan het verschil tussen de oude en de nieuwe prijs, vermenigvuldigd met : - dezelfde getallen als deze waarmede de omzet op basis van de oude prijs werd berekend; - een breuk waarvan de teller gelijk is aan het aantal dagen gedurende dewelke de nieuwe prijs tijdens de aangifteperiode werd toegepast, en waarvan de noemer gelijk is aan 90.
11. Vaststelling van de totale opbrengst.
Aangezien de forfaitair berekende omzet inclusief BTW wordt vastgesteld, dient die forfaitair berekende omzet te worden vermenigvuldigd met de breuk 100/106 om de totale opbrengst te bepalen.
12. Eventuele wijzigingen aan de forfaitaire regeling.
Indien in de loop van het jaar wijzigingen intreden in de samenstellende elementen van onderhavige forfaitaire regeling betreffende de levering van produkten van de gewone broodbakkerij (b.v. wijziging van het gewicht en de verkoopprijs van de produkten van de gewone broodbakkerij), behoudt de administratie zich het recht voor die regeling in de loop van het jaar te wijzigen, na overleg met de betrokken beroepsgroeperingen (K.B. nr. 2, art. 7, tweede lid).
HOOFDSTUK II
PRODUKTEN VAN DE BAKKERIJ (ANDERE DAN BROOD), FIJNBAKKERIJ, BANKETBAKKERIJ EN BIJKOMENDE BEREIDINGEN
13. Begrip.
Voor de toepassing van de forfaitaire regeling worden als deze produkten beschouwd : a) produkten van de broodbakkerij andere dan brood : produkten die dezelfde basisingrediënten bevatten als brood en speciaal brood en waarvan het gewicht niet hoger is dan 300 gr en waarin enkel de in die broden toegestane bijkomende ingrediënten mogen voorkomen;
F 2011/3/6
b) produkten van de fijnbakkerij : produkten die dezelfde ingrediënten bevatten als brood, speciaal brood en de produkten onder a) mits toevoeging van een aangegeven hoeveelheid van suiker, vetstoffen, eieren, gedroogde of geconfijte vruchten, cacao, chocolade, confituur, marmelade, gelei. c) het banketgebak, ongeacht de deegsoort waaruit het is bereid (bladerdeeg, gerezen deeg, soezendeeg, zanddeeg, kruimeldeeg, enz.); d) allerlei bereidingen zoals pralines, marsepein, karamels, consumptie-ijs, enz.
14. Regel.
a) Klassieke bereidingsmethode. De omzet (BTW inbegrepen) die voortkomt van de levering van de produkten van de bakkerij (andere dan brood), van de fijnbakkerij, de banketbakkerij en de bijkomende bereidingen wordt forfaitair bekomen door de inkoopprijs van de door de belastingplichtige tijdens de aangifteperiode aangekochte grondstoffen, produkten en goederen, met inbegrip van de produkten gebruikt voor het insmeren van de platen, te vermenigvuldigen met een coëfficiënt die in beginsel is vastgesteld op 4,70. De hiervoor bedoelde inkoopprijs zal evenwel worden verminderd met de inkoopprijs van de tijdens dezelfde aangifteperiode aangekochte grondstoffen, produkten en goederen die worden aangewend voor : - het bereiden van dranken die worden geserveerd in het verbruiksalon; - de vervaardiging van produkten van de broodbakkerij. De op 4,70 vastgestelde coëfficiënt verandert naargelang de wijzigingen die zich voordoen in een tariefschaal die is samengesteld uit een reeks type-produkten. Het mechanisme van de coëfficiënt en van de tariefschaal wordt geregeld onder nr. 16. De inkoopprijs van de grondstoffen waarop de berekeningen moeten worden gedaan, is de som waarover bij de inkoop, de intracommunautaire verwerving of de invoer de BTW werd of moest worden voldaan. In de mate dat de werkelijke inkoopprijs, exclusief BTW, van de aangekochte bloem, ongeacht de kwaliteit, verschilt van de normale kostprijs, BTW niet inbegrepen, van de bloem(*) , moet de inkoopprijs van de grondstoffen worden aangepast volgens de hierna vermelde wijze : - indien de werkelijke inkoopprijs lager is dan de normale kostprijs van de bloem (*), wordt de basisprijs op het einde van iedere aangifteperiode verhoogd met het verschil tussen de totale inkoopprijs van de bloem die de bakker heeft aangekocht in de loop van die periode en de normale kostprijs van een zelfde hoeveelheid bloem (*); - indien de werkelijke aankoopprijs hoger is dan de normale kostprijs van de bloem (*), dan wordt de basisprijs op het einde van iedere aangifteperiode verminderd met het verschil tussen de totale inkoopprijs van de bloem die de bakker heeft aangekocht in de loop van die periode en de normale kostprijs van een zelfde hoeveelheid bloem (*).
(*)
Onder bloem wordt verstaan : bloem, meel en bloemmengelingen (11/680) waaraan geen voedingsmiddelen zijn toegevoegd en met uitsluiting van mixen voor merkbroden.
F 2011/3/7
Voor de toepassing van de in het voorgaande lid vermelde regel wordt de normale kostprijs, BTW niet inbegrepen, van de bloem (*) bepaald op 75,00 EUR per 100 kg en wordt de maximum in aanmerking te nemen aankoopprijs, BTW niet inbegrepen, bepaald op 100,00 EUR per 100 kg bloem.
b) Bereidingen met "gebruiksklare" degen.
De omzet (BTW inbegrepen) die voortkomt van de leveringen van de produkten bereid met "gebruiksklare degen", wordt forfaitair bepaald op 50 % van het bedrag dat bekomen wordt door de inkoopprijs van deze degen, afzonderlijk te vermelden in het inkomend factuurboek, te vermenigvuldigen met de coëfficiënt vastgesteld en eventueel aangepast als onder a) hierboven. Onder "gebruiksklare" deeg wordt verstaan : het deeg, diepgevroren of op een bijzondere wijze verpakt met het oog op zijn bewaring, al dan niet voorgevormd en/of gevuld, maar dat in elk geval moet gebakken en eventueel afgewerkt worden.
c) Mixen voor het vervaardigen van merkbroden.
De omzet (BTW inbegrepen) die voortkomt van de leveringen van merkbroden vervaardigd met mixen wordt forfaitair bepaald door de totale werkelijke inkoopprijs (inclusief promotiekosten) van deze mixen (te vermelden in een afzonderlijke kolom van het inkomend factuurboek) te vermenigvuldigen met 2,85. Als mixen voor het vervaardigen van merkbroden worden voor de toepassing van onderhavige forfaitaire regeling in aanmerking genomen de voor het vervaardigen van merkbroden door de leverancier gebruiksklare geleverde mixen waaraan door de bakker nog maximum hetzelfde aantal kg bloem dan de geleverde mix mag worden toegevoegd en waaraan door deze laatste enkel nog gist en water mag worden toegevoegd. Eveneens moeten bij de mixen voor het vervaardigen van merkbroden broodzakken geleverd worden die de wettelijke benaming van het merkbrood vermelden. Worden niet als mixen voor het vervaardigen van merkbroden beschouwd de "bloemmengelingen" (samengestelde bloem) welke door de leverancier zijn samengesteld uit diverse soorten bloem.
15. Aftrek van de kostprijs van de in de broodbakkerij gebruikte grondstoffen Berekening.
a) Brood en speciaal brood.
De kostprijs van de grondstoffen aangewend bij de vervaardiging van brood opgesomd onder nr. 3, litt. a en b hiervoor, wordt forfaitair berekend door het aantal zakken (100 kg) bloem gebruikt voor de vervaardiging van bedoeld brood (zie nr. 4), te vermenigvuldigen met één van de hiernavermelde vermenigvuldigers, rekening houdend met de categorie waarin de belastingplichtige zich heeft gerangschikt (zie nr. 5) : (*)
Onder bloem wordt verstaan : bloem, meel en bloemmengelingen (11/680) waaraan geen voedingsmiddelen zijn toegevoegd en met uitsluiting van mixen voor merkbroden.
F 2011/3/8
1.
Nagenoeg uitsluitende verkoop van huishoudbrood (95 pct. en meer) :
80,28 EUR
Nagenoeg uitsluitende verkoop van brood (andere dan huishoudbrood) of van speciaal rond brood met kruimzijde (95 pct. en meer) :
87,60 EUR
Nagenoeg uitsluitende verkoop van speciaal brood zonder kruimzijde maar geen speciaal Frans brood en speciaal stokbrood (95 pct. en meer) :
94,32 EUR
4.
Verkoop van huishoudbrood voor meer dan 50 pct. :
83,48 EUR
5.
Verkoop van brood (andere dan huishoudbrood) of van speciaal rond brood met kruimzijde voor meer dan 50 pct. :
87,51 EUR
Verkoop van speciaal brood zonder kruimzijde, maar geen speciaal Frans brood en speciaal stokbrood voor meer dan 50 pct. :
91,21 EUR
2.
3.
6.
b) Toegevoegde produkten aangewend bij de vervaardiging van brood en speciaal brood.
De globale kostprijs van de toegevoegde produkten (ongeacht hun aard : vetstoffen, verbeteraars of andere toevoegingen), die de belastingplichtige onder toezicht van de administratie verklaart te hebben aangewend voor de vervaardiging van brood en speciaal brood (zie nr. 7), wordt forfaitair berekend door de vermenigvuldiging van het tijdens de aangifteperiode aangewende aantal kilogram toegevoegde produkten met 3,07 EUR. De maximum aftrekbare hoeveelheid wordt bepaald op 1,5 kg toegevoegde produkten per 100 kg bloem aangewend bij het vervaardigen van brood en speciaal brood.
16. Mechanisme van de tariefschaal.
De coëfficiënt 4,70 bepaald onder nr. 14 wordt gekoppeld aan de hiernavolgende tariefschaal van de produkten verkocht aan de toonbank :
F 2011/3/9
Verkoopprijs per 100 g (BTW inbegrepen) Boterkreemtaart Boterkreemtaartje Slagroomtaart Slagroomtaartje Fruittaart Fruittaartje Rijsttaart Rijsttaartje Soes Totaal
1,81 EUR 1,64 EUR 1,45 EUR 1,35 EUR 0,79 EUR 0,94 EUR 0,71 EUR 0,82 EUR 0,87 EUR _________ 10,38 EUR
De belastingplichtige is ertoe gehouden in kader II van het berekeningsblad de gemiddelde verkoopprijzen per 100 g (BTW inbegrepen) te laten kennen die hij voor de in de tariefschaal vermelde type-produkten in de loop van de aangifteperiode aan de toonbank heeft toegepast. Wanneer het totaal van de door de belastingplichtige voor deze type-produkten toegepaste verkoopprijzen een verschil in min of in meer laat blijken met het hierboven vermeld totaal van 10,38 EUR, moet per begonnen schijf van 0,05 EUR een correctie van 0,01 op de coëfficiënt 4,70 worden toegepast. Deze aanpassing moet zowel in meer als in min worden uitgevoerd. Indien een belastingplichtige in de loop van de aangifteperiode sommige van de in de tariefschaal opgenomen produkten niet vervaardigt, wordt het in aanmerking te nemen totaal bekomen door de vermenigvuldiging van het totaal van de door die belastingplichtige toegepaste verkoopprijzen per 100 g (BTW inbegrepen) voor de tijdens die periode vervaardigde produkten, met een breuk waarvan de teller 10,38 EUR is en de noemer gelijk is aan 10,38 EUR, verminderd met het totaal van de in de tariefschaal vermelde verkoopprijzen van de produkten die niet werden vervaardigd.
Voorbeeld :
Indien een belastingplichtige in de loop van een aangifteperiode geen rijsttaarten en rijsttaartjes heeft vervaardigd (0,71 EUR en 0,82 EUR per 100 g in de tariefschaal) en indien het totaal van de door de belastingplichtige toegepaste verkoopprijzen per 100 g, BTW inbegrepen, voor de andere type-produkten, 9,75 EUR bedraagt, dient hij als volgt het totaal van de prijzen van de tariefschaal te bepalen :
9,75 EUR x 10,38 EUR = 11,44 EUR 10,38 EUR - 1,53 EUR
Indien een belastingplichtige verschillende varianten van hetzelfde type-produkt vervaardigt (b.v. verschillende soorten boterkreemtaart) moet voor het bepalen van de in de tariefschaal in te schrijven gemiddelde verkoopprijs per 100 g rekening worden gehouden met het gepondereerd gemiddelde van de verkoopprijzen per 100 g van de courant vervaardigde produkten.
F 2011/3/10
17. Definitie van de in de tariefschaal opgenomen type-produkten.
Boterkreemtaart (of biscuit met boterroom) : biscuitkoek (veelal rond, doch ook in andere vormen : vierkantig, driehoekig, hartvorming, stronkvormig, enz.), vaak in de helft doorgesneden om gevuld te worden met banketbakkersroom, met abrikozengelei, enz. De afwerking is verschillend naargelang het type, de smaakstof, enz. (b.v. versiering met mokka, boterroom,, marsepein, gekonfijt fruit, chocolade, suikerglans, enz.). Specialiteiten zoals boterkreemtaarten met Grand Marnier, Cointreau of andere likeuren, komen NIET in aanmerking voor opname in de lijst van type-producten van de tariefschaal. Boterkreemtaartje (of boterroomgebakje) : dezelfde samenstelling en dezelfde vormen als de boterkreemtaart, maar kleiner. Slagroomtaart : biscuitkoek gegarneerd met fruit en slagroom, vaak rondom afgewerkt met chocolade-schilfers, geschaafde amandelen, gemalen biscuits en meestal gevuld met slagroom, met banketbakkersroom of met fruitgelei. Slagroomtaartje (Slagroomgebakje) : dit soort gebak bestaat in verschillende vormen : rond, langwerpig, in zwaanvorm, enz. vb. : het soezengebak met slagroom. Fruittaart : wordt gebakken in geribde vormen, of in effen ringen en wordt gegarneerd met fruit. Deze taart is niet noodzakelijk rond. Zij wordt soms bedekt met gerezen taartdeeg voorzien van enkele insnijdingen of gegarneerd met bandjes deeg in tralievorm. De konfituurtaart valt eveneens onder deze benaming. Fruittaartje : wordt gebakken zoals de grote fruittaart maar in kleine vormen. Hieronder wordt eveneens het op plaat gebakken taartje, dat achteraf in vierkante vorm gesneden (carré confiture), gerangschikt. Rijsttaart, rijsttaartje : ronde taart (taartje), tamelijk dik, gevuld met een rijstebrij en doorgaans bestoven met bloemsuiker. Soes (éclair) : gebakje gevuld met banketbakkersroom, meestal langwerpig en bestoven met suiker of bestreken met chocolade.
18. Verkoop van door de belastingplichtige vervaardigd consumptie-ijs.
Bij verkoop van consumptie-ijs tegen meer dan viermaal de prijs van de bij de bereiding van dit ijs gebruikte grondstoffen, moet de belastingplichtige in de bijlage bij de periodieke aangifte het aantal liters consumptie-ijs vermelden dat hij tijdens de aangifteperiode heeft vervaardigd, alsmede de verkoopprijs (BTW inbegrepen) per liter. De voor de produkten van de bakkerij andere dan brood, de fijnbakkerij, de banketbakkerij en de bijkomende bereidingen berekende omzet wordt verhoogd met de verkoopprijs (BTW inbegrepen) per liter consumptie-ijs vermenigvuldigd met :
F 2011/3/11
a) een vijfde van het aantal verkochte liters consumptie-ijs, wanneer de verkoopprijs per liter meer dan viermaal de prijs van de grondstoffen bedraagt zonder evenwel vijfmaal te overtreffen; b) een derde van het aantal verkochte liters consumptie-ijs, wanneer de verkoopprijs per liter meer dan vijfmaal de prijs van de grondstoffen bedraagt zonder evenwel zesmaal te overtreffen; c) de helft van het aantal verkochte liters consumptie-ijs, wanneer de verkoopprijs per liter meer dan zesmaal de prijs van de grondstoffen bedraagt.
19. Vaststelling van de belastbare opbrengst.
Aangezien de totale forfaitair berekende omzet inclusief 6 pct. BTW wordt vastgesteld, moet die totale forfaitair berekende omzet vermenigvuldigd worden met de breuk 100/106 om de totale belastbare opbrengst te bepalen. Voor de belastingplichtigen die een verbruiksalon uitbaten, wordt verwezen naar de biezondere regels voorzien in hoofdstuk VI hierna.
HOOFDSTUK III
VERKOOP VAN AANGEKOCHTE PRODUKTEN ZONDER VERWERKING
20. Doorverkochte produkten andere dan die bedoeld in litera 21.
De omzet voortkomende van de door de bakkers en de bakkers-banketbakkers gedane leveringen zonder verwerking van aangekochte, intracommunautair verworven of ingevoerde produkten die gewoonlijk in hun winkelzaken worden verkocht, wordt forfaitair bekomen door op het totaal van de inkoopprijzen van de in de loop van de aangifteperiode aangekochte, intracommunautair verworven of ingevoerde produkten de hiernavolgende coëfficiënten toe te passen. Er zijn drie verschillende groepen. De voor de forfaitaire berekening in aanmerking te nemen inkoopprijs is de som waarover bij de inkoop, de intracommunautaire verwerving of bij de invoer de BTW werd of moest worden voldaan. De omzet voortkomende van die leveringen is vastgesteld exclusief BTW, en vormt aldus de belastbare opbrengst.
F 2011/3/12
Coëfficiënten Koopwarengroep 11 (belast met 6 pct.) -
Gist en bloem; Confiserie, chocolade, toffees, drop, pralines, biscuits, speculaas, dessertkoekjes, doopsuiker, verwerkt marsepein (appeltjes, peren, enz.) in die vorm aangekocht (amandeldeeg dat door de bakker zelf wordt verwerkt tot figuurtjes of wordt gebruikt bij het vervaardigen van fijnbakkerij of banketbakkerij, wordt onder de grondstoffen gerangschikt) (zie punt 14, a);
-
Jam, koffie (koffie, thee en andere dranken bestemd voor het verbruik in het salon worden hier niet bedoeld); Beeldjes, vlaggetjes, kaarsen en andere eetbare en niet-eetbare voorwerpen die samen met de taart, . . . als versiering worden geleverd; Aangekocht consumptie-ijs (diepvries en ander). Worden hier niet bedoeld het consumptie-ijs dat gekocht wordt met het oog op de verkoop in het verbruiksalon (zie hoofdstuk VI), noch de diepvriesdegen die als grondstoffen worden beschouwd.
-
-
1,35
Koopwarengroep 12 (belast met 6 pct.) Diepgevroren gebakken en voorgebakken broodbakkerij, fijnbakkerij en banketbakkerij
producten
van
de 1,65
Koopwarengroep 13 (belast met 6 pct.) Andere dranken dan deze bedoeld in koopwarengroep 31 bestemd voor de verkoop aan de toonbank
1,50
Koopwarengroep 31 (belast met 21 pct.) Speelgoed en fantasieartikelen zoals biezondere verpakkingsmiddelen met een waarde die hoger is dan één derde van het geheel (verpakking en inhoud). Bieren met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 0,5 % vol. en andere dranken met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 1,2 % vol. bestemd voor de verkoop aan toonbank.
1,50
21. Verkoop van brood, van produkten van de bakkerij andere dan brood en van produkten van de fijnbakkerij en de banketbakkerij aangekocht bij derden en geen enkele verwerking meer moeten ondergaan.
In het boek voor inkomende facturen komen 2 kolommen voor waarin, per factuur, worden ingeschreven : - kolom 13a : inkoopprijs, exclusief BTW; - kolom 13b : totale verkoopprijs, inclusief BTW die door de bakker wordt verwezenlijkt. De aan te geven omzet met betrekking tot de doorverkoop van brood, van produkten van de bakkerij andere dan brood en van produkten van de fijn- en de banketbakkerij wordt bepaald met inachtneming van de op deze verkopen werkelijk geleden verliezen.
F 2011/3/13
Nochtans mag het bedrag van de af te trekken verliezen niet meer dan 6 pct. bedragen van de totale verkoopprijs, verliezen niet afgetrokken. Indien de leverancier alle onverkochte produkten terugneemt, mag geen verlies in rekening worden gebracht. De belastbare opbrengst voortkomende van de verkoop van die produkten wordt bekomen door het totale bedrag (BTW inbegrepen) van de verkopen te vermenigvuldigen met de breuk 100/106.
HOOFDSTUK IV
HANDELINGEN WAARVOOR GEEN FORFAITAIRE GRONDSLAGEN WORDEN VASTGESTELD
22. Bedoelde handelingen.
Het gaat hier om handelingen, onderworpen aan de BTW, die niet behandeld worden in de hoofdstukken I tot III hiervoor, maar die door de belastingplichtige in het kader van zijn normale beroepsactiviteit worden uitgeoefend, en die belastbaar zijn met het tarief van 6 pct. Zijn dus bedoeld : het bakken voor rekening van particulieren, de leveringen van voedingswaren die niet behoren tot de koopwarengroep 11, enz.
23. Regel.
Wanneer de ontvangsten (BTW inbegrepen) van de handelingen bedoeld in nr. 22 hiervoor, 1.500 EUR per kwartaal niet overschrijden, mogen zij globaal worden geschat in het bij de periodieke aangifte gevoegde berekeningsblad. Wanneer die ontvangsten dit bedrag overschrijden, moet de belastingplichtige ze dagelijks in het dagboek van ontvangsten inschrijven (handelingen aan het tarief van 6 pct.), overeenkomstig artikel 14, § 2, 3°, van het koninklijk besluit nr. 1, van 29 december 1992. Op het einde van iedere aangifteperiode moet hij het totaal ervan inschrijven in het bij de periodieke aangifte gevoegde berekeningsblad.
24. Andere handelingen.
Het bedrag van de andere handelingen (b.v. verkoop van een bedrijfsmiddel, enz.) die in de regel aanleiding geven tot het opmaken van een factuur of van een ander als zodanig geldend stuk wordt bepaald aan de hand van het boek voor uitgaande facturen.
F 2011/3/14
Deze bedragen worden samen met de bedragen die voorkomen in het bij de periodieke aangifte gevoegde berekeningsblad, in de roosters 01, 02 of 03 van de periodieke BTW-aangifte ingeschreven. De verkoop van kranten dient te worden aangegeven in het rooster 00 van de BTWaangifte volgens de werkelijk gerealiseerde ontvangsten.
HOOFDSTUK V
KORTINGEN
25. Regel.
De totale opbrengst mag worden verminderd met het bedrag van de door de belastingplichtige toegestane kortingen of prijsverminderingen, in de navolgende gevallen : a) kosteloze uitreiking aan de klanten van de door de belastingplichtige aangekochte kortingzegels of premiebons. In dat geval wordt de vermindering slechts toegestaan voor de op de zegels of bons vermelde waarde. Behoudens tegenbewijs is geleverd door de administratie, geldt de betaling van de faciale waarde van de zegels of de bons door de belastingplichtige aan de uitgever als een vermoeden dat die zegels of die bons kosteloos aan de klanten worden uitgereikt; b) kosteloze uitreiking aan de klanten van eigen kortingzegels door de belastingplichtige. De vermindering wordt toegestaan indien de belastingplichtige het bedrag van de korting bepaalt door middel van de terugbetaalde kortingboekjes, waarop de datum en het bedrag van de terugbetaling, de naam en het adres van de klanten is vermeld en dat door deze laatsten is ondertekend; c) biezondere, op facturen toegestane kortingen met betrekking tot leveringen van goederen aan pensions, restaurants, kloosters, enz., indien de omzet voortkomende van die leveringen forfaitair wordt bepaald. Het bedrag van de korting moet duidelijk op de facturen vermeld zijn en moet bovendien op de kleinhandelsprijs (inclusief BTW) zijn berekend. Zelfs indien de koopwaren onderworpen zijn aan verschillende BTW-tarieven wordt het bedrag van de kortingen slechts afgetrokken van het bedrag belastbaar met het BTW-tarief van 6 pct. Over het algemeen worden de kortingen berekend over de prijs BTW inbegrepen. Om het aftrekbaar bedrag te berekenen moet bijgevolg het totaal van de toegestane kortingen vermenigvuldigd worden met de breuk 100/106. Vanzelfsprekend mag de totale opbrengst niet worden verminderd met het bedrag van de kortingzegels of premiebons die de belastingplichtige kosteloos van de leverancier ontvangt om ze aan de klanten uit de reiken.
F 2011/3/15
HOOFDSTUK VI
VERKOPEN IN EEN VERBRUIKSALON
26. Regel.
Voor de leveringen van voedingswaren en consumptie-ijs in het verbruiksalon geldt het BTW-tarief van 12 pct, behalve voor de dranken waarvoor het BTW-tarief van 21 pct geldt. Voor de leveringen aan de toonbank zijn volgende BTW-tarieven van toepassing : - 6 pct. voor de levensmiddelen en consumptie-ijs; - 21 pct. voor de dranken bedoeld in koopwarengroep 31 (zie nr. 20). Onder leveringen in een verbruiksalon wordt verstaan de leveringen verricht in een lokaal of in een ruimte, die uitgerust is voor het verbruik ter plaatse. Indien een gedeelte van de produkten van de sectoren bakkerij andere dan brood, fijnbakkerij, banketbakkerij en bijkomende bereidingen door de belastingplichtige wordt geleverd in een verbruiksalon, moet de forfaitaire omzet van deze sector worden uitgesplitst. Voor het bepalen van de opbrengsten "verkopen aan de toonbank" stelt de belastingplichtige, onder controle van de administratie, het percentage vast van zijn totale produktie die gedurende de periode waarop de aangifte betrekking heeft, aan de toonbank werd verkocht. Hij gaat op dezelfde wijze tewerk voor het bepalen van de opbrengsten "verbruiksalon". De belastingplichtige past deze percentages toe op de totale forfaitair berekende opbrengsten van de sectoren bakkerij andere dan brood, fijnbakkerij, banketbakkerij en bijkomende bereidingen, om respectievelijk de opbrengsten "verkopen aan de toonbank" en de opbrengsten "verbruiksalon" te bepalen. De aldus bepaalde opbrengsten "verkopen aan de toonbank" zijn onderworpen aan het tarief van 6 pct. (met uitzondering van de dranken bedoeld in koopwarengroep 31 - zie al. 1 en 2 hiervoor). De opbrengsten "verbruiksalon" die betrekking hebben op de sectoren bakkerij andere dan brood, fijnbakkerij, banketbakkerij en bijkomende bereidingen, worden verhoogd met de opbrengsten van de eventuele verkoop van consumptie-ijs (diepvries en ander) gekocht om in het verbruiksalon te worden geserveerd (zie punt 27). De belastingplichtige voegt bij de aldus verhoogde opbrengsten "verbruiksalon" een onder controle van de administratie bepaald percentage, dat overeenstemt met de meerwinst die hij eventueel neemt op de produkten die hij in het verbruiksalon serveert. Indien het bedieningsgeld verplicht moet worden betaald, moet dit aan het aldus bepaalde bedrag worden toegevoegd. De op deze wijze vastgestelde opbrengsten zijn onderworpen aan het tarief van 12 pct.
F 2011/3/16
De belastingplichtige is ertoe gehouden in het biezonder berekeningsblad "verbruiksalon" de gemiddelde verkoopprijzen per 100 g (BTW inbegrepen - bedieningsgeld niet inbegrepen) te laten kennen, die hij voor de in de tariefschaal vermelde produkten, in de loop van de aangifteperiode IN HET VERBRUIKSALON heeft toegepast. Voor de belastingplichtigen die een verbruiksalon uitbaten wordt tevens nog verwezen naar de uitsluitingsclausule opgenomen onder nr. 30 hierna.
27. Verkoop van ingekocht ijs.
De ontvangsten voortkomende van die handelingen worden forfaitair bepaald door op het totaal van de inkoopprijzen van het gedurende de aangifteperiode aangekocht, intracommunautair verworven of ingevoerd consumptie-ijs (diepvries en ander), de coëfficiënt 1,35 toe te passen. Dit bedrag moet worden verhoogd met het percentage van de meerwinst die hij eventueel neemt bij het serveren in het verbruiksalon (zie punt 26, 8ste lid).
28. Verkoop van koude dranken.
De bedoelde dranken zijn deze die de belastingplichtige in het verbruiksalon serveert. De ontvangsten van die handelingen worden forfaitair bepaald door op het totaal van de inkoopprijzen van de gedurende de aangifteperiode aangekochte, intracommunautair verworven of ingevoerde koude dranken de coëfficiënt 3,2 toe te passen. Indien voor de bediening in het verbruiksalon het bedieningsgeld verplicht is, moet dit bij de forfaitair berekende ontvangsten worden gevoegd. Het totaal, dat exclusief BTW is vastgesteld, wordt onderworpen aan het tarief van 21 pct.
29. Verkoop van warme dranken.
De bedoelde dranken zijn koffie, thee, soep en bouillon, die de belastingplichtige in het verbruiksalon serveert. Om het bedrag van de ontvangsten van het serveren van warme dranken forfaitair vast te stellen, moet, voor elk van de vier soorten dranken, de verkoopprijs (bedieningsgeld en BTW inbegrepen) van één consumptie vermenigvuldigd worden met het aantal consumpties dat bekomen wordt door toepassing van de volgende rendementen : Koffie : - 70 filters per kilogram koffie; - 142 expresso's per kilogram koffie; - 175 koppen per kilogram koffie; - één consumptie per vooraf bereide filter.
F 2011/3/17
Thee in theebuiltjes : één consumptie per theebuiltje. Vooraf bereide soepen : één consumptie per zakje. Bouillon : 100 consumpties per liter geconcentreerde bouillon. De belastingplichtige moet in het bij de BTW-aangifte gevoegde berekeningsblad, de tijdens de aangifteperiode gekochte hoeveelheden koffie, vooraf bereide filters, theebuiltjes, zakjes soep en bouillon vermelden. Aangezien de forfaitair berekende ontvangsten inclusief BTW worden vastgesteld, moeten die forfaitair berekende ontvangsten vermenigvuldigd worden met de breuk 100/121 om de tegen 21 pct. belastbare opbrengst te bepalen.
30. Met het tarief van 12 pct. belastbare handelingen waarvoor geen forfaitaire grondslagen worden vastgesteld.
Het gaat hier om het verschaffen van bereide schotels, belegde broodjes, enz., die door de klanten ter plaatse worden verbruikt in een lokaal of in een ruimte, die uitgerust is voor het verbruik ter plaatse (verbruiksalon). Wanneer de ontvangsten (BTW inbegrepen) van deze handelingen 1.500 EUR per kwartaal niet overschrijden, mogen zij globaal worden geschat in het bij de periodieke aangifte gevoegde berekenings-blad. Wanneer die ontvangsten dit bedrag overschrijden, moet de belastingplichtige ze, overeenkomstig artikel 14, § 2, 3°, van het koninklijk besluit nr. 1, van 29 december 1992, dagelijks in het dagboek van ontvangsten inschrijven (handelingen aan het tarief van 21 pct.) Op het einde van iedere aangifteperiode moet hij het totaal van deze inschrijvingen overdragen in het bij de periodieke aangifte gevoegde berekeningsblad. Indien de bereide schotels, belegde broodjes en andere bereidingen produkten van de bakkerij of fijnbakkerij bevatten, moeten slechts de drie vierden van de ingeschreven of de geschatte ontvangsten worden aangegeven. Indien voor de bediening in het verbruiksalon een bedieningsgeld verplicht is, moet dit bij het bedrag van de aan het tarief van 12 pct. onderworpen handelingen worden gevoegd. Uitsluitingsclausule : De bakker, brood-en banketbakker die in zijn verbruiksalon andere maaltijden verschaft dan "lichte" maaltijden (welke uitsluitend mogen geserveerd worden met brood) vermeld in navolgende lijst dient een rekening of een ontvangstbewijs uit te reiken voor alle door hem verstrekte maaltijden (en van dranken die bij die maaltijden worden verbruikt), met inbegrip van deze die in navermelde beperkende lijst voorkomen en is derhalve uitgesloten van onderhavige forfaitaire regeling :
F 2011/3/18
- soepen; - croques (monsieur, madame, hawaïaanse, . . .) en andere toasten van allerlei aard; - kroketten (van garnalen, vlees, gevogelte, kaas, . . .); - pastei van gevogelte, pensen, satés; - belegde broodjes (inbegrepen hamburgers, hot-dogs, pittas, . . .); - deegwaren (spaghetti, lasagne, . . .), pizza, quiche en andere gekruide taarten; - koude salades (van vlees, vis, . . .); - Engelse schotels; - omeletten, roereieren, spiegeleieren en andere bereide eieren; - pannekoeken, nagerechten en ijs, wafels, gebak, koeken, croissants, yoghurt en milkshakes. De bakker, brood-en banketbakker die in zijn verbruiksalon geen maaltijden verschaft of die zich beperkt tot het verschaffen van de "lichte" maaltijden (geserveerd met brood) opgenomen in de bovengenoemde beperkende lijst kan genieten van onderhavige forfaitaire regeling.
HOOFDSTUK VII
TOEPASSINGSMODALITEITEN
31. Normale uitbating.
1° Voor de vaststelling van de rendementen vermeld in hoofdstuk I (broodbakkerij) werd uitgegaan van een bedrijf dat de produkten van de gewone broodbakkerij vervaardigt in een normale verhouding tussen de grote en de kleine broden. Worden geacht niet aan dit criterium te voldoen de belastingplichtigen die meer dan 50 pct. van de bloem bestemd voor de fabricage van de produkten van de gewone broodbakkerij (brood en speciaal brood) verwerken bij de fabricage van kleine broden. 2° Voor de vaststelling van de coëfficiënten vermeld onder hoofdstuk II (produkten van de bakkerij andere dan brood, fijnbakkerij, banketbakkerij en bijkomende bereidingen) werd uitgegaan van een bedrijf dat deze produkten in een normale verhouding vervaardigt en tegen normale prijzen verkoopt. Worden geacht niet aan dit criterium te voldoen de belastingplichtigen waarvan de werkelijke omzet van deze produkten minstens 5 pct. hoger is dan de volgens onderhavige regeling forfaitair berekende omzet. Deze belastingplichtigen zijn uitgesloten van de algemene forfaitaire regeling doch kunnen eventueel een individuele forfaitaire regeling bekomen zoals bepaald in artikel 4 van het K.B. nr 2, van 7 november 1969. 3° Bij het bepalen van de coëfficiënten voor de koopwaren in het hoofdstuk III, wordt rekening gehouden met een doorverkoop zonder verwerking die normaal is voor een bakkerszaak. Dit is niet het geval wanneer de bakkers één of meer produkten in een hogere mate verkopen dan voor hun sector gebruikelijk is. Hun activiteit omvat dan twee afdelingen, een bakkerszaak en een andere sector, en de onder hoofdstuk III bepaalde coëfficiënten mogen niet worden aangewend om de omzet van de produkten uit die andere sector te bepalen.
F 2011/3/19
Het komt echter voor dat ook voor de laatstgenoemde sector een forfaitaire regeling bestaat. In dit geval mag deze worden gevolgd, op voorwaarde evenwel dat er een voldoende verscheidenheid aan te koop gestelde goederen is om onder die sector te worden gerangschikt. Bijvoorbeeld : om de coëfficiënt van de sector levensmiddelen te kunnen toepassen moet de bakker het merendeel van de produkten verkopen die men normaal in een kruidenierswinkel aantreft (koloniale waren, onderhoudsprodukten, enz.). Wanneer de handelszaak van de bakker uit twee sectoren bestaat, waarvoor een forfaitaire regeling is uitgewerkt (b.v. bakkerijsector en sector levensmiddelen), behoren de doorverkochte produkten van de broodbakkerij, van de fijnbakkerij en van de banketbakkerij essentieel tot de bakkerijsector. De omzet ervan moet altijd worden berekend zoals bepaald in nr. 21.
32. Verlies.
Onderhavige forfaitaire regeling werd opgemaakt rekening houdend met de door het gezin van de bakker verbruikte bakkerijprodukten (art. 12, § 1, 1°, van het BTW-Wetboek) en met inachtneming van allerhande verliezen en aanwendingen zoals verlies wegens bloem die in de zakken blijft kleven, verlies tijdens de fabricage, verlies wegens verbrande, mislukte en onverkochte produkten, beschadiging tijdens de automatische verpakking, bloem om op te bollen, enz. Hiervoor mag dus geen aftrek meer worden toegepast.
HOOFDSTUK VIII
BIEZONDERE AARD VAN DE FORFAITAIRE REGELING
33. Regel.
Wegens het biezonder karakter van deze regeling die de omzet van de belastingplichtige forfaitair vaststelt aan de hand van zijn aankopen (zie artikel 9, van het koninklijk besluit nr. 2, van 7 november 1969), zijn de bepalingen van artikel 77, § 1, 2° tot 7°, van het BTW-Wetboek, niet toepasselijk op de BTW die door die belastingplichtige is voldaan.
HOOFDSTUK IX
PERIODIEKE AANGIFTEN EN KENNISGEVINGEN
34. Formaliteiten.
Een berekeningsblad, waarvan het model door de administratie wordt bepaald, moet worden ingevuld en bewaard als boekhoudkundig stuk.
F 2011/3/20
De bakkers en bakkers-banketbakkers die aangekochte produkten of produkten van hun fabricage serveren in een verbruiksalon, zijn ertoe gehouden het biezondere berekeningsblad "Verbruiksalon" in te vullen en te bewaren als boekhoudkundig stuk. De belastingplichtige moet de eerstaanwezend inspecteur van het BTW-controlekantoor waaronder hij ressorteert, vooraf inlichten van elke wijziging die hij zal aanbrengen aan de verkoopprijzen van de type-produkten begrepen in de tariefschaal bedoeld in nr. 16. Indien hij ook verkoopt in een verbruiksalon, geldt deze verplichting tevens voor de tariefschaal bedoeld in nr. 26. Bovendien moet hij elke wijziging die tot gevolg heeft dat hij de forfaitaire regeling niet meer kan toepassen zo spoedig mogelijk ter kennis brengen van die ambtenaar.
HOOFDSTUK X
ADMINISTRATIE
35. De belastingplichtigen die aan de forfaitaire regeling onderworpen zijn, moeten houden :
1° een boek voor inkomende facturen waarvan het model door de administratie wordt bepaald. Dit boek moet oprecht en volledig al de gedane aankopen vermelden, ongeacht of die aankopen in de groot- of kleinhandel werden verricht; 2° eventueel een boek voor uitgaande facturen waarin de leveringen moeten worden ingeschreven waarvoor een factuur wordt uitgereikt; 3° eventueel een dagboek van ontvangsten voor de inschrijving van de ontvangsten voortkomende van de leveringen van goederen en het verstrekken van diensten aan particulieren waarvoor geen forfaitaire grondslagen van aanslag werden vastgesteld. Indien tijdens een controle bij de belastingplichtige, tekortkomingen aan deze boekhoudkundige verplichtingen worden vastgesteld, is de administratie niet meer gebonden door onderhavige regeling bij het bepalen van de omzet. Hetzelfde geldt indien zou blijken dat de werkelijke ontvangsten gerealiseerd door de belastingplichtige gevoelig zouden afwijken van de forfaitair berekende ontvangsten. Wanneer de belastingplichtige in het kader van zijn economische activiteit, om welke reden ook, gebruik maakt van een kasregister, dient hij de dubbels van de kasbons en/of de controlebanden te bewaren en deze stukken op ieder verzoek van de ambtenaren van de administratie die de belasting over de toegevoegde waarde onder haar bevoegdheid heeft, zonder verplaatsing, ter inzage voor te leggen.
F 2011/3/21
HOOFDSTUK XI
CREDITNOTA'S
36. Overeenkomstig de vigerende wetgeving worden de ontvangen creditnota's in het boek voor inkomende facturen ingeschreven zoals de ontvangen facturen.
De bedragen van de creditnota's (zonder BTW) mogen slechts van de inkoopprijs van de goederen, die dient voor het forfaitair berekenen van de omzet, in de volgende gevallen worden afgetrokken : 1° terugzending van goederen of van verpakking waarop bij de levering de BTW werd toegepast; 2° verbetering van een factureringsfout; 3° afslag toegestaan na het toezenden van de factuur omdat de hoedanigheid of de staat van bewaring van de verkochte goederen niet aan de gemeenschappelijke bedoeling van de partijen beantwoordt; 4° financiële tegemoetkoming van de fabrikant of de groothandelaar in de door de detaillist toegestane prijsverminderingen voor wel bepaalde reclamecampagnes. De bedragen van bedoelde creditnota's moeten in het boek voor inkomende facturen worden uitgesplitst over de afzonderlijke kolommen voorbehouden voor de inschrijving van de inkoopprijzen van de grondstoffen en de koopwaren bestemd voor doorverkoop zonder bewerking of verwerking. De bedragen moeten worden voorafgegaan door het minteken indien ze niet met rode inkt werden ingeschreven.
F 2011/3/22
TOELICHTING BIJ HET BEREKENINGSBLAD
(1)
Voor de toepassing van de forfaitaire regeling worden als produkten van de broodsector beschouwd de onder hoofdstuk I, 3, van de regeling bedoelde produkten.
(2)
Kennummer van het bedrijf voor de broodsoorten (B), toepasselijke rendementsvermenigvuldiger (D) en toepasselijke kostprijsvermenigvuldiger (Q). Bij verwerking van de bloem in de broodsector : - Nagenoeg uitsluitend (95 pct. en meer) in huishoudbrood brood of speciaal brood speciaal brood behalve speciale Franse broden en speciale stokbroden - Voor meer dan 50 pct. in huishoudbrood brood of speciaal brood speciaal brood
(B)
(D)
(Q)
(1) (2)
134 134
80,28 EUR 87,60 EUR
(3)
133
94,32 EUR
(4) (5) (6)
134 130 133
83,48 EUR 87,51 EUR 91,21 EUR
(3)
Vervallen.
(4)
Hier het aantal broodzakken aangeven dat vermeld is op de inkoopfakturen die ontvangen werden tijdens de aangifteperiode. Indien dit aantal niet gekend is, wordt het forfaitair bepaald op 75 grote of 105 kleine broodzakken per aangekochte kg zakken. Bij toepassing van een « all-in » verkoopprijs voor de broden vermeld onder nr. 4b) van de forfaitaire regeling (waarbij geen prijssupplement wordt gevraagd voor het snijden en verpakken van deze broden), dient het aantal broodzakken niet meer te worden opgenomen in het berekeningsblad of in het inkomend factuurboek.
(5)
Vervallen.
(6)
Het aantal aangekochte zakken vermenigvuldigen met de voor het snijden en verpakken van een brood gevraagde vergoeding.
(7)
Indien de broodprijs tijdens de aangifteperiode werd verhoogd, moeten de ontvangsten van deze verhoging berekend worden als volgt : [(A....................xD......................)+N......................)]xH....................xAA......................=....................
. 90
(8)
Het aantal geleverde broden vermenigvuldigen met de voor thuisbestelling van een brood gevraagde vergoeding.
(9)
Indien het bedrag van de vergoeding in de loop van de aangifteperiode gewijzigd wordt, moet een gemiddelde vergoeding prorata temporis worden vastgesteld, rekening houdend met de datum van de wijziging.
(10)
Voor de toepassing van de forfaitaire regeling worden als produkten van de bakkerij andere dan brood en produkten van de fijnbakkerij, de banketbakkerij en de bijkomende fabricage beschouwd de onder hoofdstuk II, 13, van die regeling bedoelde produkten.
F 2011/3/23
(11) De inkoopprijs die moet worden vermeld is de totale inkoopprijs van ALLE tijdens de aangifteperiode aangekochte grondstoffen, met inbegrip van deze welke verwerkt werden bij de vervaardiging van produkten van de broodsector. In deze inkoopprijs dienen echter niet te worden begrepen : - de inkoopprijs van koffie, thee en roomijs bestemd om verbruikt te worden in het verbruiksalon; - de inkoopprijs van produkten bestemd om verkocht te worden zonder enige verwerking; - de inkoopprijs van de "gebruiksklare" degen; - de inkoopprijs van de mixen voor het vervaardigen van merkbroden. (12) Hier de inkoopprijs vermelden van de tijdens de aangifteperiode aangekochte "gebruiksklare" degen (definitie : zie hoofdstuk II, 14, b, van de forfaitaire regeling). (13) De normale inkoopprijs van de bloem is vastgesteld op 75,00 EUR per 100 kg. De maximum in aanmerking te nemen inkoopprijs, BTW niet inbegrepen, bedraagt 100,00 EUR per 100 kg bloem. Onder bloem wordt verstaan : bloem, meel en bloemmengelingen (11/680) waaraan geen voedingsmiddelen zijn toegevoegd en met uitsluiting van mixen voor merkbroden. (14) Voor het opstellen van de tariefschaal dient men zich te houden aan de regels en definities opgenomen in de nrs. 16 en 17 van de forfaitaire regeling. (15) De vermenigvuldiger voor consumptie-ijs is gelijk aan : a. 1/5 bij verkoop van het consumptie-ijs tegen meer dan 4 maal de prijs van de grondstoffen, zonder 5 maal te overschrijden; b. 1/3 bij verkoop van het consumptie-ijs tegen meer dan 5 maal de prijs van de grondstoffen, zonder 6 maal te overschrijden; c. 1/2 bij verkoop van het consumptie-ijs tegen meer dan 6 maal de prijs van de grondstoffen. (16) De aangekochte produkten worden in de volgende koopwarengroepen ingedeeld : Koopwarengroep 11 (BTW-tarief 6 pct.) Zie hoofdstuk III, 20. Koopwarengroep 12 (BTW-tarief 6 pct.) Zie hoofdstuk III, 20. Koopwarengroep 13 (BTW-tarief 6 pct.) Zie hoofdstuk III, 20. Koopwarengroep 31 (BTW-tarief 21 pct.) Zie hoofdstuk III, 20. (17) Hier inschrijven : de omzet, BTW inbegrepen voortkomende van de verkoop van brood, van produkten van de bakkerij andere dan brood en van produkten van de fijnbakkerij en banketbakkerij aangekocht bij derden en die geen enkele verwerking meer moeten ondergaan (zie hoofdstuk III, 21 van forfaitaire regeling).
F 2011/3/24
(18) Om de ontvangsten van de niet forfaitair geregelde handelingen te kunnen schatten, mag het totaal van de opbrengst, BTW inbegrepen, van het bakken voor rekening van particulieren en de andere handelingen onderworpen aan het BTW-tarief van 6 pct., 1.500 EUR per kwartaal niet over-schrijden. (19) Wat de niet forfaitair geregelde handelingen betreft die aan de BTW zijn onderworpen (b.v. verkoop van bedrijfsmiddelen), dient het bedrag, exclusief BTW, van die handelingen rechtstreeks in de rooster 02 of 03 van de aangifte te worden ingeschreven, samen met de bedragen die voorkomen in het berekeningsblad. (20) De maximum aftrekbare hoeveelheid wordt bepaald op 1,5 kg toegevoegde produkten per 100 kg bloem aangewend bij het vervaardigen van brood en speciaal brood. (21) Hier de inkoopprijs vermelden van de tijdens de aangifteperiode aangekochte mixen voor het vervaardigen van merkbroden (definitie : zie hoofdstuk II, 14 c), van de forfaitaire regeling).
F 2011/3/25
TOELICHTING BIJ HET SPECIAAL BEREKENINGSBLAD "VERBRUIKSALON"
(1)
Indien een gedeelte van de produkten van de bakkerij andere dan brood, van de produkten van de fijnbakkerij, de banketbakkerij en de bijkomende fabricage geserveerd wordt in een lokaal of in een ruimte die uitgerust is voor het verbruik ter plaatse, moet de belastingplichtige, onder de controle van de Administratie, voor de periode waarover de aangifte handelt, het percentage van de produktie schatten dat enerzijds aan de toonbank wordt verkocht en anderzijds in het verbruiksalon wordt geserveerd.
(2)
De eenheidsverkoopprijs, bedieningsgeld en 21 pct. BTW inbegrepen, van de warme dranken moet vooraf worden vermenigvuldigd met het in de loop van de aangifteperiode aangekocht aantal kilogram koffie voor de filters (CC1), expresso's (CC2) en kopjes koffie (CC3), met het aantal porties thee (DD1), met het aantal zakjes vooraf bereide soepen (DD2), met het aantal liter bouillon (EE) en met het aantal vooraf bereide filters (FF).
(3)
Om de ontvangsten van de niet forfaitair geregelde handelingen te kunnen schatten, mag het totaal van de ontvangsten, BTW inbegrepen, van het serveren van bereide schotels, belegde broodjes, enz., in het verbruiksalon en van de andere handelingen onderworpen aan het BTW-tarief van 12 pct., 1.500 EUR per kwartaal niet overschrijden. Indien die bereidingen produkten van de fijnbakkerij en de bakkerij omvatten, dient slechts drie vierde van de totaal ingeschreven of geschatte opbrengsten van die bereidingen te worden aangegeven.
3
Datum
2
Inkoopprijs der grondstoffen (bloem, melk, suiker, produkten voor het invetten van platen, onbewerkte amandeldeeg, enz.) (1)
Aantal zakken bloem (100 kg) (1)
Voorschotten m.b.t. intracommunautaire handelingen
Intracommunautaire verwervingen
Totaal bedrag
Volgnummer
(2)
Mixen voor het vervaardigen van merkbroden (1)
10 a 10b
"Gebruiksklare" degen (1)
9
11
Inkoopprijs van : roomijs, koffie, thee of andere dranken bestemd voor verbruik in het salon (1)
8
12
Inkoopprijs van andere koopwaren niet gedekt door het forfait (1)
7
13a
13b
Verkoopprijs inclusief BTW
Ontleding van het document Inkoopprijs van aangekochte produkten bestemd om verkocht te worden zonder verwerking
14 a 14 b 14 c 15
Koopwarengroep 11 (1)
De bedragen van de creditnota's moeten, met het oog op de door de forfaitaire regeling toegestane aftrek (z. nr. 36) worden voorafgegaan door het minteken of worden ingeschreven met rode inkt. Het bedrag dat in rooster 81 van de aangifte moet worden ingeschreven is het totaal van de kolommen 8 tot 15 (kolom 13b uitgezonderd) na aftrek van de creditnota's.
6 (*) 87
Inkoopprijs, exclusief BTW
Aangekocht brood, fijn- en banketbakkerij
Koopwarengroep 12 (1)
(1)
Andere handelingen
5 (*) 86
Inkoop van grondstoffen
Ontleding van het document
Koopwarengroep 13 (1)
4
Handelingen (exclusief BTW) waarvoor aangever gehouden is tot betaling van de BTW
Koopwarengroep 31 (1)
Noten
Leverancier
1
Algemene aanduidingen van het document (factuur - inkoopborderel creditnota - invoerdocument, . . .)
BOEK VOOR INKOMENDE FACTUREN
F 2011/3/26
BIJLAGE I
Verschuldigde BTW ingevolge :
Invoeren uit niet - EEG - lidstaten
Handelingen verstrekt door medecontractanten (5)
Intracommunautaire verwervingen
BTW vermeld op het in kolom 4 ingeschreven document (6)
Overige handelingen
Intracommunautaire verwervingen
Broodzakken - Aantal vermeld op de inkomfactuur, eventueel verbeterd door een creditnota. - Bij gebrek, forfaitair aantal (75 of 105 per kg) (1) (4)
Diensten, diverse goederen en andere Kostprijs (zonder BTW) (1) (4)
Kostprijs (zonder BTW) van de bedrijfsmiddelen (1) (3)
Aard
17
18
19
20 (*) 84
De belastingplichtigen kunnen bijkomende kolommen openen, o.a. om te voldoen aan de verplichtingen opgelegd door de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding en de jaarrekeningen van de ondernemingen.
Belangrijke opmerking
16
28 25 24 27 26 21 23 22 (*) 59 (*) 56 (*) 55 (*) 63 (*) 57 (*) 85 Het totaal van die kolom moet (na aftrek van de creditnota's) in rooster 83 van de aangifte worden ingeschreven. Het totaal van de kolommen 18 en 19 moet (na aftrek van de creditnota's) in rooster 82 van de aangifte worden ingeschreven. Het betreft hier onder meer leveringen verstrekt door een landbouwondernemer onderworpen aan de bijzondere landbouwregeling van artikel 57 van het Wetboek en handelingen m.b.t. werk in onroerende staat en de daarmee gelijkgestelde handelingen waarvoor de BTW door de medecontractant moet worden voldaan (artikel 20, § 1 van het koninklijk besluit nummer 1). Betreft enkel de in België verrichte handelingen. Verwijzing naar het rooster van de aangifte waarin dit totaal dient te worden ingeschreven.
Privé
Ontvangen creditnota's
(6) (*)
Ontvangen creditnota's
BTW
Aftrekbare BTW
(3) (4) (5)
Bedrijfsmiddelen - Diensten, diverse goederen en andere
Ontleding van het document
BOEK VOOR INKOMENDE FACTUREN (vervolg)
F 2011/3/27