Federale Overheidsdienst FINANCIEN
F 2011/1/1
___ Algemene administratie van de FISCALITEIT ___ BTW ___ F 2011/1
FORFAITAIRE REGELING INZAKE BTW VOOR KLEINHANDELAARS IN LEVENSMIDDELEN ______ BIEZONDERE BEPALINGEN JAAR 2011 (*)
1. Voorafgaande opmerking.
De hiernavolgende bepalingen gelden voor de kleinhandelaars in levensmiddelen die inzake BTW onderworpen zijn aan de forfaitaire regeling : - de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake BTW, vooral het koninklijk besluit nr. 2, van 7 november 1969, met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de BTW; - de Algemene Bepalingen/73 waarin de algemene toepassingsmodaliteiten zijn opgenomen die gelden voor meerdere bedrijfssectoren; - de Bijzondere Bepalingen die eigen zijn aan de sector van de kleinhandelaars in levensmiddelen en die hierna worden uiteengezet.
2. Koopwarengroepen met coëfficiënten.
De door kleinhandelaars in levensmiddelen verkochte koopwaren zijn ingedeeld in de 6 hierna aangeduide groepen. De coëfficiënten die naast die groepen zijn vermeld, moeten worden overgedragen naar kolom 4 van het berekeningsblad, op de lijn van de betrokken groep (z. model bijlage II). In het boek voor inkomende facturen worden 6 kolommen geopend die met deze koopwarengroepen overeenstemmen (z. model in bijlage I). __________ (*) Waar de forfaitaire regeling 2011 afwijkt van die van 2010, wordt dit in de rand door een verticale streep aangeduid.
F 2011/1/2
Koopwarengroep 11 (Tarief : 6 pct.)
Coëfficiënten
- Kruidenierswaren belastbaar tegen het tarief van 6 pct. zoals voedingswaren, met uitzondering van de voedingswaren die in de andere koopwarengroepen zijn gerangschikt, doch met inbegrip van chocolade, snoep, beschuiten en brood, eieren, melk en melkderivaten, ongeacht hun voorstelling of hun benaming (verse kaas (platte kaas), smeerkaas, gesmolten kaas, room, boter, yoghurt, wrongel, enz.); - Andere goederen belastbaar tegen het tarief van 6 pct., niet elders genoemd; Voor de kustgemeenten;
1,235 of 1,25
Koopwarengroep 12 (Tarief : 6 pct.) - Vleesproducten (al dan niet onderworpen aan een vergunning), wild, gevogelte, konijnen, diepvriesproducten, aangekochte ijskreemproducten, groenten, fruit en aardappelen, en kaas met uitzondering van die bedoeld in koopwarengroep 11;
1,38
Koopwarengroep 13 (Tarief : 6 pct.) - Andere dranken dan die bedoeld in koopwarengroep 11 en 31;
1,19
Koopwarengroep 21 (Tarief : 12 pct.) - Margarine;
1,17
Koopwarengroep 22 (Tarief : 12 pct.) - Steenkolen; - Producten van de fytofarmacie erkend door de Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft; - Andere goederen belastbaar tegen het tarief van 12 pct., niet elders genoemd.
1,28
Koopwarengroep 31 (Tarief : 21 pct.) - Bieren met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 0,5 % vol. en andere dranken met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 1,2 % vol.; - Kaviaar en kaviaarsurrogaten; - Voedsel voor honden, katten en andere troeteldieren;
1,185
Koopwarengroep 32 (Tarief : 21 pct.) - Kousen, sokken, huishoudlinnen, dweilen, vaatdoeken, stofdoeken, garens, breiwol alsmede bepaalde kleine textielwaren (lint, boorden, . . .) enz., mits het bedrag der aankopen van deze koopwaren niet hoger is dan 10 pct. van het totaal bedrag van de aankopen van de onderneming;
F 2011/1/3
- Organische tensio-actieve producten; wasmiddelen en tensioactieve bereidingen; "eau de Javel" en "eau de Labarraque"; neutraal natriumcarbonaat; poetsmiddelen voor metalen, schuurpasta's en -poeders en dergelijke preparaten; andere onderhoudsproducten; - Alle papierwaren (toiletpapier, keukenrollen, papieren luiers met uitzondering van luiers voor incontinente volwassenen, enz.), schoolbehoeften, speelgoed, rookartikelen andere dan tabaksfabrikaten, kleine ijzerwaren, plastiekwaren, verfwaren en allerhande niet eetbare artikelen van betrekkelijk geringe waarde die belast zijn met het BTW-tarief van 21 pct. (met uitzondering van telefoonkaarten); - Parfumerieën, toiletartikelen en kosmetische producten, (daaronder begrepen haarwasmiddelen, zeep, scheerzeep en scheercrème, tandreinigingsmiddelen en soortgelijke producten . . . );
Coëfficiënten
1,235
- Versieringsvoorwerpen, glas- en gleiswerk; Gelet op de bijzondere regeling waaraan artikel 58, § 1, van het BTW-Wetboek de tabaksfabrikaten onderwerpt, dient door de belastingplichtige geen enkele belasting te worden betaald op de levering van deze goederen. Niettemin dienen, sinds 1 januari 1993, de verkopen van tabaksfabrikaten opgenomen te worden in het rooster 00 van de periodieke aangifte teneinde bepaalde gegevens te verstrekken inzake statistieken. Dientengevolge dient het omzetcijfer met betrekking tot de verkopen van tabaksfabrikaten forfaitair te worden wedersamengesteld - zoals aangeduid op het berekeningsblad - door het bedrag van de aankopen van tabaksfabrikaten verricht tijdens een aangiftetijdvak te vermenigvuldigen met 1,065.
3. Bereide gerechten (bijkomstige werkzaamheid).
Onder "bereide gerechten" dient te worden verstaan : alle mogelijke bereidingen die de kleinhandelaar in levensmiddelen maakt met vlees, kaas, groenten, enz., door elkaar gemengd of toebereid met kruiden, sausen, mayonaise, enz. De ontvangsten van bereide gerechten worden vastgesteld zoals uiteengezet onder nr. 6, a en b, van de "Algemene Bepalingen/73". Aangezien evenwel de producten (vlees, kaas, groenten, enz.) die gebruikt worden bij het bereiden van deze gerechten reeds forfaitair belast zijn, moet enkel nog de door de bereiding voortgebrachte meerwaarde worden aangegeven. Eenvoudigheidshalve wordt die meerwaarde forfaitair vastgesteld op 25 pct. van het totaal bedrag der ontvangsten, BTW inbegrepen. Het resultaat van deze berekening wordt per aangifteperiode overgedragen naar kolom 8 van het berekeningsblad, onder de tariefgroep 6 pct.
F 2011/1/4
4. Kleinhandelaars in levensmiddelen die geen kortingzegels uitreiken, doch permanent verminderde verkoopprijzen toepassen.
De kleinhandelaars in levensmiddelen, onderworpen aan de forfaitaire regeling, die een verkoopmethode toepassen welke erin bestaat bepaalde verkoopprijzen te verminderen in plaats van kortingzegels uit te reiken, mogen, om rekening te houden met die verkoopmethode, de forfaitair berekende omzet verminderen met een bedrag gelijk aan maximum 2 pct. van de omzet. Die vermindering mag alleen worden ingeroepen ten aanzien van de hiervoor onder nr. 2 bedoelde koopwarengroepen 11, 13, 21, 22, 31 en 32. De toepassing van die forfaitaire korting is onderworpen aan de volgende voorwaarden : a) Het voordeel van de forfaitaire aftrek wordt slechts toegestaan aan kleinhandelaars in levensmiddelen die voorafgaandelijk aan het hoofd van het controlekantoor waaronder zij ressorteren een getekende en gedagtekende verklaring toesturen die overeenstemt met het hiernavolgende model : "Ik verklaar voor de periode van . . . . . . tot . . . . . . (minstens 1 jaar) een verkoopmethode toe te passen die erin bestaat bepaalde verkoopprijzen te verminderen in plaats van kortingzegels uit te reiken. De prijsvermindering bedraagt gemiddeld . . . . . . pct. (percentage invullen), van de forfaitair berekende omzet voor de koopwarengroepen 11, 13, 21, 22, 31 et 32 (de koopwarengroepen waarvoor geen prijsverminderingen worden toegestaan schrappen). Op verzoek van de controlediensten van de BTW, zal ik de bewijsstukken voorleggen welke aantonen dat ik de voornoemde verkoopmethode heb toegepast". Indien de belastingplichtige de verkoopmethode van verminderde prijzen begint toe te passen in de loop van een kwartaal, mag de forfaitaire vermindering van de omzet slechts in aanmerking worden genomen te rekenen vanaf het volgende kwartaal.
Voorbeeld :
Een kleinhandelaar die de methode van verminderde verkoopprijzen toepast met ingang van 1 september, kan de forfaitaire korting voor de eerste maal toepassen voor de handelingen van het 4de kwartaal. Na het verstrijken van de in zijn verklaring vermelde periode mag de kleinhandelaar geen forfaitaire korting meer aftrekken van zijn omzet, tenzij hij tijdig een nieuwe verklaring heeft ingediend overeenkomstig het bepaalde hiervoor. b) De verkoopmethode van verminderde prijzen moet gedurende minstens een jaar zonder onderbreking worden toegepast. c) Het bedrag van de forfaitaire vermindering van de omzet wordt in kolom 9 van het berekeningsblad ingeschreven.
F 2011/1/5
d) Om van de forfaitaire vermindering van de omzet te kunnen genieten, moet de belastingplichtige op elk ogenblik aan de bevoegde hoofdcontroleur kunnen bewijzen dat hij werkelijk een verkoopmethode van verminderde prijzen toepast. Dit bewijs kan worden geleverd door het voorleggen van documenten zoals prijslijsten, folders en meer algemeen alle publicitaire drukwerken die van de kleinhandelaar zelf uitgaan of tenminste zijn naam vermelden en aan de klanten worden uitgedeeld. e) De kleinhandelaars die van de forfaitaire vermindering genieten mogen geen andere kortingen, onder welke vorm ook, aftrekken. De kleinhandelaars die eigen kortingzegels uitreikten mogen evenwel hun omzet nog verminderen met het bedrag van de kortingboekjes dat zij terugbetaalden tijdens het eerste kwartaal volgend op de datum waarop de verkoopmethode van verminderde prijzen in werking trad. f) Onverminderd de wettelijke sancties, moet de detaillist die een valse verklaring doet of op om het even welk ogenblik de voornoemde voorwaarden niet naleeft, aan de Staat de BTW terugstorten welke verschuldigd is op de ten onrechte afgetrokken sommen.
5. Gespecialiseerde voedingszaken of handelszaken.
Voor de vaststelling van de hierboven aangeduide coëfficiënten werd uitgegaan van een normaal levensmiddelenbedrijf dat de in de verschillende koopwarengroepen begrepen goederen in een redelijke verhouding - sommige zelfs in een zeer ondergeschikte verhouding - te koop aanbiedt. De forfaitaire grondslagen van aanslag zijn, behoudens toestemming van de administratie, slechts toepasselijk ten aanzien van de kleinhandelaars die hun bedrijf in normale omstandigheden uitoefenen, met uitsluiting derhalve van de kleinhandelaars die zich specialiseren in bepaalde koopwaren of die bepaalde afdelingen van koopwaren exploiteren in een belangrijke andere verhouding dan deze, welke voor een normaal levensmiddelenbedrijf gebruikelijk is (b.v. kleinhandelaars in zuivelproducten, in confiserie, in wild en gevogelte, in speelgoed, in parfumerieën, in versieringsvoorwerpen, in textielwaren, enz.). Ten aanzien van sommige belastingplichtigen wordt die bepaling als volgt geregeld :
1° Gespecialiseerde zuivelwinkels.
Als kleinhandelaars die een gespecialiseerde zuivelwinkel uitbaten, worden aangemerkt : a) de kleinhandelaars bij wie de aankopen van zuivelproducten (kaas, melk, boter, eieren en alle producten die er rechtstreeks mede verband houden als room, yoghurt, karnemelk, melkpoeder, artikelen voor kindervoeding, enz.) ten minste 50 pct. bedragen van het totaal van de aankopen van de koopwarengroepen 11, 12, 13, 21 en 31, met inbegrip van de zuivelproducten;
F 2011/1/6
b) de kleinhandelaars in levensmiddelen die tevens melkventer zijn. 2° Gespecialiseerde confiseriewinkels. De voor de koopwarengroep 11 vastgestelde coëfficiënt kan, behoudens toestemming van de administratie, niet worden gevolgd door de kleinhandelaars die een belangrijke afdeling confiserie en snoep uitbaten. Moeten worden beschouwd een dergelijke afdeling uit te baten, de kleinhandelaars bij wie de aankopen van chocolade, confiserie- en snoepartikelen, ten minste 30 pct. bedragen van het totaal van de aankopen van de koopwarengroepen 11, 21, 31 en 32, met inbegrip van de confiserie- en snoepartikelen. 3° Gespecialiseerde handelaars in wild en gevogelte. De omzet van wild en gevogelte die door gespecialiseerde kleinhandelaars in wild en gevogelte wordt verkocht, wordt niet berekend door middel van de coëfficiënt die hierboven voor de koopwarengroep 12 werd bepaald, maar door middel van een biezondere coëfficiënt die in de forfaitaire regeling voor gespecialiseerde kleinhandelaars in wild en gevogelte werd vastgesteld. Als gespecialiseerde kleinhandelaars in wild en gevogelte worden aangemerkt, de kleinhandelaars bij wie de aankopen van wild en gevogelte ten minste 30 pct. bedragen van het totaal van de aankopen van de koopwarengroepen 11 en 12, met inbegrip van wild, gevogelte en konijnen. 4° Gespecialiseerde textielzaken. Behoudens toestemming van de administratie kan de coëfficiënt die hierboven werd vastgesteld voor de koopwaren behorende tot de koopwarengroep 32 niet worden gevolgd door de kleinhandelaars in levensmiddelen die een belangrijke afdeling textielwaren uitbaten. Moeten worden beschouwd een belangrijke afdeling textielwaren uit te baten de kleinhandelaars bij wie de aankopen van textielwaren meer dan 10 pct. bedragen van het totaal der aankopen van de onderneming (z. beperking hierboven opgenomen bij de koopwaren die behoren tot de koopwarengroep 32). 5° Gespecialiseerde non-foodwinkels of speelgoedwinkels. Behoudens toestemming van de administratie, kan de coëfficiënt die hierboven werd vastgesteld voor de koopwaren behorende tot de koopwarengroep 32 niet worden gevolgd door de kleinhandelaars in levensmiddelen die een belangrijke afdeling non-foodartikelen of speelgoed uitbaten.
F 2011/1/7
Moeten worden beschouwd een belangrijke afdeling non-food of speelgoedartikelen uit te baten de kleinhandelaars bij wie de aankopen van de goederen behorende tot de koopwarengroep 32, ten minste 30 pct. bedragen van het totaal der aankopen van de goederen van de koopwarengroepen 11, 21, 31 en 32, met inbegrip van de non-food- en speelgoedartikelen; Moeten worden beschouwd een belangrijke afdeling speelgoedartikelen uit te baten, de kleinhandelaars bij wie de aankopen van speelgoed ten minste 10 pct. bedragen van het totaal der aankopen van de goederen van de koopwarengroepen 11, 21, 31 en 32, met inbegrip van de non-food- en speelgoedartikelen. 6. Administratieve verplichtingen. De kleinhandelaars in levensmiddelen die aan de forfaitaire regeling onderworpen zijn, moeten houden : 1° een boek voor inkomende facturen waarvan het model door de administratie wordt bepaald. Dit boek moet oprecht en volledig al de gedane aankopen vermelden, ongeacht of die aankopen in de grootof kleinhandel werden verricht; 2° eventueel een boek voor uitgaande facturen waarin de leveringen moeten worden ingeschreven waarvoor een factuur wordt uitgereikt; 3° eventueel een dagboek van ontvangsten voor de inschrijving van de ontvangsten voortkomende van de leveringen van goederen en het verstrekken van diensten aan particulieren waarvoor geen forfaitaire grondslagen van aanslag werden vastgesteld; 4° eventueel, een gedetailleerde opgave van de bijkomende winst voortvloeiend uit biezondere inkoopvoorwaarden. Indien tijdens een controle bij de belastingplichtige, tekortkomingen aan deze boekhoudkundige verplichtingen worden vastgesteld, is de administratie niet meer gebonden door onderhavige regeling bij het bepalen van de omzet. Hetzelfde geldt indien zou blijken dat de werkelijke ontvangsten gerealiseerd door de belastingplichtige gevoelig zouden afwijken van de forfaitair berekende ontvangsten. Wanneer de belastingplichtige in het kader van zijn economische activiteit, om welke reden ook, gebruik maakt van een kasregister, dient hij de dubbels van de kasbons en/of de controlebanden te bewaren en deze stukken op ieder verzoek van de ambtenaren van de Administratie die de belasting over de toegevoegde waarde onder haar bevoegdheid heeft, zonder verplaatsing, ter inzage voor te leggen.
7. Toepassingsmodaliteiten.
Bij het vaststellen van de onder punt 2 hiervoor vermelde coëfficiënten, werd rekening gehouden met de onttrekkingen voor privé-doeleinden (art. 12, § 1, 1° en 2°, van het BTW-Wetboek) en met alle mogelijke verliezen wegens bederf, gewichtsverlies, diefstal, het breken, enz.
F 2011/1/8
TOELICHTING VOOR HET INVULLEN VAN HET BEREKENINGSBLAD
(1)
Het berekeningsblad, waarvan model in bijlage, mag slechts worden gebruikt door belastingplichtigen onderworpen aan de forfaitaire regeling voor : kleinhandelaars in voedingsmiddelen, kleinhandelaars in zuivelproducten en melkventers, drogisten, kleinhandelaars in wild en gevogelte, kleinhandelaars in schoeisel, schoenherstellers, kleinhandelaars in vis, visventers, kleinhandelaars in diverse textiel- en lederwaren, kleinhandelaars in ijzerwaren en gereedschappen, kleinhandelaars in kranten en tijdschriften, kleinhandelaars in boeken en kleinhandelaars in tabaksproducten. Enkel de kleinhandelaars in levensmiddelen, de kleinhandelaars in kranten en tijdschriften, de kleinhandelaars in boeken en de kleinhandelaars in tabaksproducten die leveringen verrichten van tabaksfabrikaten en/of leveringen verrichten van dagbladen en weekbladen bedoeld in de aanschrijving nr. 21 van 1993, zijn gehouden het omzetcijfer met betreking tot deze verkopen forfaitair te bepalen door gebruik te maken van de daarvoor bestemde kolommen van het berekeningsblad en dit bedrag over te dragen naar het rooster 00 van hun aangifte. De aan andere forfaitaire regelingen onderworpen belastingplichtigen die zulke handelingen verrichten moeten deze verkopen aangeven in het rooster 00 van hun aangifte volgens de werkelijke ontvangsten die ze realiseren bij de verkoop van deze goederen. Dit berekeningsblad mag niet worden gebruikt door : slagers-spekslagers; bakkers, brood- en banketbakkers; caféhouders; herenkappers, dameskappers, heren- en dameskappers; apothekers, geneesheren met geneesmiddelendepot; consumptie-ijsbereiders; frituurexploitanten en foornijveraars.
(2)
De belastingplichtigen die onderworpen zijn aan meer dan één forfait moeten per forfait een berekeningsblad invullen. Aan de gedrukte tekst van het berekeningsblad mag geen enkele wijziging worden aangebracht.
(3)
De wijze waarop het berekeningsblad moet worden ingevuld, wordt door de "Algemene Bepalingen/73" toegelicht. Hierin wordt tevens nadere uitleg verstrekt over de begrippen : inkoopprijzen, coëfficiënten, bijzondere inkoopvoorwaarden en aftrekbare kortingen. De coëfficiënten die in de kolom 4 moeten worden ingeschreven zijn vermeld in de "Bijzondere Bepalingen", naast de koopwarengroepen (11, 12, 13, 21, 31, enz.) waarop ze betrekking hebben. In een bijlage tot de "Bijzondere Bepalingen" wordt trouwens aangetoond hoe die coëfficiënten op het berekeningsblad moeten worden ingeschreven.
(4)
Naam, adres en BTW-identificatienummer moeten op het berekeningsblad worden ingevuld. Een aanvullende voorraad van deze berekeningsbladen kan worden bekomen op het controlekantoor waaronder U ressorteert.
2
6 (*) 87
Intracommunautaire verwervingen
5 (*) 86
Totaal bedrag
4
Tarief 12 pct.
Tarief 21 pct.
Koopwarengroep nr. . . . (2) (3)
Koopwarengroep nr. . . . (2) (3)
Koopwarengroep nr. . . . (2) (3)
Koopwarengroep nr. . . . (2) (3)
Koopwarengroep nr. . . . (2) (3)
Voorschotten m.b.t. intracommunautaire handelingen 8a
8b
8c
8d
8e
8f
In de kolom 8 worden zoveel kolommen geopend als er onderscheiden koopwarengroepen voorzien zijn in de Biezondere Bepalingen van de forfaitaire regeling. Die kolommen worden gegroepeerd per BTW-tarief.
Koopwarengroep nr. . . . (2) (3)
7
Tarief 6 pct.
Inkoopprijzen per koopwarengroep
Ontleding van het document
9
Inkoopprijs van de koopwaren waarvan de omzet niet forfaitair berekend wordt (1) (2)
Leverancier
Volgnummer
10
(1) Het bedrag van de in die kolom vermelde creditnota's wordt met het oog op de aftrek ingeschreven met rode inkt of voorafgegaan door het minteken. (2) Het bedrag dat in rooster 81 van de aangifte moet worden ingeschreven is het totaal van de kolommen 8 tot 10 na aftrek van de creditnota's. (3) In de kolommen 8 mogen de creditnota's slechts in de navolgende gevallen worden afgetrokken : terugzending van goederen, verbetering van een misslag in de facturering, afslag wegens niet overeenstemming, terugzending van de reeds belaste verpakking, tegemoetkoming van de leverancier in de door de kleinhandelaar toegestane prijsverminderingen. Het bedrag van de creditnota's wordt in die kolommen ingeschreven met rode inkt of voorafgegaan door het minteken.
Andere handelingen
3
Handelingen (exclusief BTW) waarvoor aangever gehouden is tot betaling van de BTW
Tabaksfabrikaten (1) (2)
Noten
Datum
1
Algemene aanduidingen van het document (factuur - inkoopborderel creditnota - invoerdocument, . . .)
BOEK VOOR INKOMENDE FACTUREN
BIJLAGE I
F 2011/1/9
12
Kortingzegels (faciale waarde) (5) 14
Diensten, diverse goederen en andere Kostprijs (zonder BTW) (1) (5)
13
Overige handelingen 16 (*) 85
Intracommunautaire verwervingen 15 (*) 84
Ontvangen creditnota's
17
Privé
Handelingen verstrekt door medecontractanten (6)
Intracommunautaire verwervingen
BTW vermeld op het in kolom 4 ingeschreven document (7) 20 (*) 56
21 (*) 57
Invoeren uit niet - EEG - Lidstaten
19 (*) 55
22 (*) 63
Ontvangen creditnota's
18
Verschuldigde BTW ingevolge :
BTW
23 (*) 59
Aftrekbare BTW
Aard
De belastingplichtigen kunnen bijkomende kolommen openen, o.a. om te voldoen aan de verplichtingen opgelegd door de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding en de jaarrekeningen van de ondernemingen.
Belangrijke opmerking
(4) Het totaal van die kolom moet (na aftrek van de creditnota's) in rooster 83 van de aangifte worden ingeschreven. (5) Het totaal van de kolommen 13 en 14 moet (na aftrek van de creditnota's) in rooster 82 van de aangifte worden ingeschreven. (6) Het betreft hier onder meer leveringen verstrekt door een landbouwondernemer onderworpen aan de bijzondere landbouwregeling van artikel 57 van het Wetboek en handelingen m.b.t. werk in onroerende staat en de daarmee gelijkgestelde handelingen waarvoor de BTW door de medecontractant moet worden voldaan (artikel 20, § 1 van het koninklijk besluit nummer 1). (7) Betreft enkel de in België verrichte handelingen. (*) Verwijzing naar het rooster van de aangifte waarin dit totaal dient te worden ingeschreven.
Kostprijs (zonder BTW) van de bedrijfsmiddelen (1) (4)
11
Bedrijfsmiddelen - Diensten, diverse goederen en andere
Ontleding van het document
BOEK VOOR INKOMENDE FACTUREN (vervolg)
F 2011/1/10
BIJLAGE II
F 2011/1/11
F
BTW-nr. : ...................................................................... Naam en adres : ................................................................................... ................................................................................... ...................................................................................
FORFAIT :
KLEINHANDELAARS IN LEVENSMIDDELEN
BEREKENINGSBLAD ste van het de kwartaal van het jaar TE BEWAREN ALS BOEKHOUDKUNDIG STUK. NIET BIJ DE BTW-AANGIFTE VOEGEN.
Inkoopprijzen Coëfficienten
BTW-tarief 6 %
1
2
3
Forfaitaire omzet (kolommen 3 x 4)
4
5
11
1,235
(1,25)
12
1,38
13
1,19
6
BTW-tarief 21 %
BTW-tarief 12 %
15
1,17
22
1,28
1,185
32
1,235
7
8
In min : Kortingen
Totaal (kolommen 6+7+8 --- kolom 9)
9
10
⎫ ⎬ ⎭
23 31
Bijzondere Niet-forfaitair geregelde aankoopvoorwaarden handelingen
⎫ ⎪ ⎬ ⎪ ⎭
14
21
Totaal
⎫ ⎪ ⎪ ⎪ ⎬ ⎪ ⎪ ⎪ ⎭
33 34 35 36
Verkopen waarvoor geen BTW opeisbaar is : Tabak
⎫ ⎬ ⎭
1,065
Kranten
Belastbare sommen
Tarief
11
12
Verschuldigde BTW (kolommen 11 x 12) 13
EUR
x 6 % =
EUR
A
EUR
x 12 % =
EUR
B
EUR
x 21 % =
EUR
C
Totaal A + B + C
EUR
Over te brengen naar rooster 01 van de aangifte
Over te brengen naar rooster 02 van de aangifte
Over te brengen naar rooster 03 van de aangifte
EUR
Over te brengen naar rooster 54 van de aangifte
Over te brengen naar rooster 00 van de aangifte
Nr. 625 F - 2011
De toelichting voor het invullen van het berekeningsblad bevindt zich achteraan de forfaitaire regeling.