Notitie
1.
Project
Rotterdam World Gateway
Betreft
Bijlage 1: niet-technische samenvatting
Ons kenmerk
I.2009.0562.01.N001
Versie
002
Datum
14 juni 2011
Verwerkt door
KR|SEN
Contactpersoon
ir. E.A. (Edward) Vermaas
E-mail
[email protected]
Algemeen Rotterdam World Gateway (hierna RWG) vraagt een oprichtingsvergunning aan op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht/WABO (Oprichten of veranderen van een milieu-inrichting). De inrichting zal op het grondgebied van Maasvlakte-2 worden gerealiseerd. Met de bouw van de inrichting wordt in oktober 2011 gestart. Verwacht wordt dat de bouw in het najaar van 2014 is afgerond. Hierna starten de feitelijke containerterminalactiviteiten. Een vergunning vervalt indien de inrichting niet binnen 3 jaar nadat de vergunning onherroepelijk is geworden, is voltooid en in werking is gebracht. Het bevoegd gezag kan een andere termijn vaststellen voor het vervallen van (een deel) van de vergunning. RWG verzoekt het bevoegd gezag om de bovenstaande termijnen hiervoor vast te stellen conform de te verwachten realisatietijd. Het betreft een nieuw op te richten inrichting voor het op- en overslaan van containers. De vervoersstromen van containers omvatten zowel van zeeschip naar zeeschip als van zeeschip naar het Europese vasteland (en vice versa). RWG is een zogenaamde ‘deepsea-terminal’ waar de grootste containerschepen kunnen worden behandeld. Er worden (tank)containers aangevoerd, opgeslagen en vervolgens afgevoerd, over water door zee- en binnenvaartschepen en over land met vrachtwagens en over spoor. Een gedeelte van de lading in (tank)containers is IMDG-geklasseerd. Zee- en binnenvaartschepen die zijn aangemeerd aan de kade van de inrichting worden gelost en geladen met behulp van kadekranen. Verschillende soorten materieel, waaronder automatic guided vehicles (AGV’s) en chassis achter terminaltrekkers verzorgen het interne transport over de terminal. Voor de opslag van de containers in de stacks maakt RWG gebruik van automatic stacking cranes (ASC’s). Onderhavige vergunningsaanvraag is gericht op de situatie na realisatie in 2014. De aangevraagde jaarlijkse terminalcapaciteit bedraagt 2.35 miljoen TEU 1 (circa 1.42 miljoen containers).
1
Bij containerterminals wordt gewerkt met zowel het absolute aantal containers als met de grootheid TEU (Twenty feet Equivalent Unit).
l:\doc\i\2009\056201\i2009056201n001-v002.docx 14-06-2011
1
I.2009.0562.01.N001 Rotterdam World Gateway; Bijlage 1: niet-technische samenvatting
Tevens vinden diverse activiteiten binnen de inrichting plaats die behoren tot het totale servicepakket dat RWG aanbiedt. Hierbij moet gedacht worden aan: reefer-operaties, containerinspectie en ontgassen van containers, onderhoud van eigen materieel, inclusief het aftanken van de eigen voertuigen en poortoperaties. Alle activiteiten zullen 24 uur per dag en 7 dagen per week plaatsvinden.
2.
Bevoegd Gezag Op basis van het Besluit Omgevingsrecht, hoofdstuk 3 geldt voor RWG het volgende: de aangevraagde activiteiten worden niet genoemd in bijlage 1 van de IPPC-richtlijn en vallen ook niet binnen het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO 1999). Op basis van artikel 3.3 lid 1 is Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland niet het bevoegd gezag. Ook de overige delen van artikel 3.3, alsmede de artikelen 3.3a en 3.4 zijn niet van toepassing. Artikel 3.5 is wel van toepassing. Daarmee is de gemeente Rotterdam het Bevoegd Gezag voor de op te richten inrichting. Er dient wel een Verklaring Van Geen Bedenkingen (VVGB) te worden gevraagd aan Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland.
3.
Samenhang met andere procedures De realisatie van de inrichting vereist naast de aan te vragen omgevingsvergunning ook de volgende vergunningen en meldingen: Natuurbeschermingswet: de activiteiten van RWG zijn vergunningsplichtig in het kader van de natuurbeschermingswet.
De
aanvraag
hiervoor
is
op
6
juni
2011
los
van
de
omgevingsvergunning aangevraagd bij Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland. Flora en Fauna wet: uitgangspunt is dat er geen ontheffing noodzakelijk is en dat volstaan kan worden met een gedragscode op basis waarvan vrijstelling kan worden verkregen. Waterwet: er is separaat een aanvraag in het kader van de waterwet op 10 mei 2011 bij Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland aangevraagd vanwege de toepassing van warmte-koude opslag voor de verwarming en koeling van de gebouwen.
4.
Ligging van de inrichting De inrichting is gelegen op het uit zee aangewonnen land dat bekend staat als Maasvlakte-2 en onderdeel uitmaakt van de provincie Zuid-Holland. Het terrein van RWG ligt aan de Amaliahaven. Onderstaande figuur 1 is oorspronkelijk afkomstig uit het bestemmingsplan van Maasvlakte-2, hierin is in blauw de ligging van RWG weergegeven. Op het moment van de indiening van de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor RWG is nog geen stratenplan (straatnamen en nummering) beschikbaar. Hetzelfde geldt voor de kadastrale aanduiding. Om die reden is noodgedwongen en mede op aangeven van dS+V gekozen voor het dichtst bij gelegen bestaande adres op Maasvlakte-1.
l:\doc\i\2009\056201\i2009056201n001-v002.docx 14-06-2011
2
I.2009.0562.01.N001 Rotterdam World Gateway; Bijlage 1: niet-technische samenvatting
De vier begrenzende hoekpunten van het terrein van RWG (de nummers 1 – 4 in figuur 1) hebben de volgende rijksdriehoekscoördinaten: hoekpunt 1: X = 58169.03 ; Y = 439847.84 hoekpunt 2: X = 57770.56 ; Y = 440559.05 hoekpunt 3: X = 59262.25 ; Y = 442721.85 hoekpunt 4: X = 59371.50 ; Y = 441805.85 De toegangsgebouwen (poortgebouw, inspecties, controles) bevinden zich aan de zuidwestzijde nabij het hoekpunt 1. Hier betreden (of verlaten) de vrachtwagens de inrichting. De vrachtwagens rijden vervolgens langs hoekpunt 2 via de smalle strook de pier op naar het feitelijke terrein van de inrichting, alwaar de containerstacks met de uitwisselingspunten zijn gelegen. Ter hoogte van hoekpunt 2 komt de spoorlijn op het terrein van de inrichting, dit spoor loopt parallel aan de gehele noordwest begrenzing van de inrichting. De lange kade aan de zuidoost zijde is uitgevoerd als kademuur en bedoeld voor het behandelen van zeeschepen, de korte kade op de kop van de pier (noordoost zijde) is eveneens uitgevoerd als kademuur en bedoeld voor het behandelen van binnenvaartschepen.
Figuur 1: Ligging van de inrichting op Maasvlakte-2 (blauwe vlak, met de vier genoemde hoekpunten)
l:\doc\i\2009\056201\i2009056201n001-v002.docx 14-06-2011
3
I.2009.0562.01.N001 Rotterdam World Gateway; Bijlage 1: niet-technische samenvatting
5.
Activiteiten en werkprocessen Het primaire werkproces van RWG betreft het op- en overslaan van (tank)containers tussen zeeschepen en het Europese vasteland (en vice versa), met andere woorden het overzetten van (tank)containers van de ene modaliteit naar een andere modaliteit, waarbij tijdelijke opslag van de containers in een stack plaatsvindt (minder dan 14 dagen). De mogelijkheden zijn: van zeeschip naar zeeschip; van zeeschip naar binnenvaartschip (en vice versa); van zeeschip naar spoor (en vice versa); van zeeschip naar vrachtwagen (en vice versa). Het overzetten van containers tussen de achterlandmodaliteiten onderling (binnenvaartschip, trein en vrachtwagen) is niet aan de orde voor een zeeterminal. In het navolgende worden de diverse mogelijkheden beschreven.
5.1
Van zeeschip naar zeeschip Met behulp van een containerkraan wordt de container vanaf het zeeschip op een Automatic Guided Vehicle (AGV) met liftplatform geplaatst. De AGV rijdt met de container naar de gewenste stacklaan en plaatst de container op het uitwisselingspunt. Vervolgens wordt de container door een Automatic Stacking Crane (ASC) van het uitwisselingspunt opgepakt en in het stack geplaatst. Na de stackperiode wordt de container door de ASC op het uitwisselingspunt geplaatst, waarna een AGV de container ophaalt en naar een zeekraan brengt, waar de container vervolgens door de containerkraan aan boord van een zeeschip wordt geplaatst.
5.2
Van zeeschip naar binnenvaart Met behulp van een containerkraan wordt de container vanaf het zeeschip op een AGV geplaatst. De AGV rijdt met de container naar de gewenste stacklaan en plaatst de container op het uitwisselingspunt. Vervolgens wordt de container door een ASC van het uitwisselingspunt opgepakt en in het stack geplaatst. Na de stackperiode wordt de container door de ASC op het uitwisselingspunt aan de noordzijde van de stack op het chassis van een Terminal Trekker (TT) geplaatst, waarna de TT de container naar een bargekraan brengt, waar de container vervolgens door de bargekraan aan boord van een binnenvaartschip wordt geplaatst. Dit proces treedt ook in omgekeerde richting op.
5.3
Van zeeschip naar spoor Met behulp van een containerkraan wordt de container vanaf het zeeschip op een AGV geplaatst. De AGV rijdt met de container naar de gewenste stacklaan en plaatst de container op het uitwisselingspunt. Vervolgens wordt de container door een ASC van het uitwisselingspunt opgepakt en in het stack geplaatst. Na de stackperiode wordt de container door de ASC op het uitwisselingspunt aan de noordzijde van de stack op het chassis van een TT geplaatst, waarna de TT de container naar een spoorkraan brengt, waar de container vervolgens door de spoorkraan vanaf het chassis op een spoorwagon wordt geplaatst. Dit proces treedt ook in omgekeerde richting op.
l:\doc\i\2009\056201\i2009056201n001-v002.docx 14-06-2011
4
I.2009.0562.01.N001 Rotterdam World Gateway; Bijlage 1: niet-technische samenvatting
5.4
Van zeeschip naar vrachtwagen Met behulp van een kadekraan wordt de container vanaf het zeeschip op een AGV geplaatst. De AGV rijdt met de container naar de gewenste stacklaan en plaatst de container op het uitwisselingspunt. Vervolgens wordt de container door een ASC van het uitwisselingspunt opgepakt en in het stack geplaatst. Na de stackperiode wordt de container door de ASC op het uitwisselingspunt aan de noordzijde van de stack op het chassis van een vrachtwagen geplaatst, waarna de vrachtwagen de container naar de openbare weg afvoert. Dit proces treedt ook in omgekeerde richting op.
Aantallen containers en modal split Onderstaande tabel geeft een overzicht van de aan te vragen aantallen, inclusief de modal split over de diverse vervoersmodaliteiten voor het jaar 2015, dit is het jaar waarin de aangevraagde capaciteit wordt bereikt. Tabel 1 Aantallen containers per jaar vanaf 2015 modaliteit zeeschip <-> zeeschip zeeschip <-> achterland binnenvaart spoor vrachtwagen totaal
containers 569.697 854.545 341.818 149.545 363.182 1.424.242
TEU 940.000 1.410.000 564.000 246.750 599.250 2.350.000
percentage 40% 60% 40% van 60% 17,5% van 60% 42.5% van 60% 100%
In de daarop volgende jaren zal de modal split ten gunste van de binnenvaart en het spoor veranderen. Met andere woorden, het aandeel containers dat met een vrachtwagen wordt vervoerd neemt af.
5.5
Toe te passen materieel Ten behoeve van de realisatie van de containerterminal wordt gebruikgemaakt van materieel zoals in onderstaande tabel gespecificeerd naar type en aantal. Binnen de te stellen operationele eisen en
de
beschikbare
technische
mogelijkheden
kiest
RWG
voor
de
meest
duurzame
energievoorziening van het materieel. Tabel 2 Aanwezig materieel voor intern transport omschrijving post panamax zeekranen bargekranen (binnenvaart) automatic stacking cranes automatic guided vehicles spoorkranen reefer aansluitingen terminaltrekkers reachstackers terminalbestelbussen terminalcars vorkheftruck
energievoorziening elektrisch, inclusief energie terugwinning elektrisch, inclusief energie terugwinning elektrisch dieselelektrisch (hybride) elektrisch elektrisch compressed natural gas (CNG) compressed natural gas (CNG) compressed natural gas (CNG) compressed natural gas (CNG) compressed natural gas (CNG)
l:\doc\i\2009\056201\i2009056201n001-v002.docx 14-06-2011
aantal 11 3 50 76 2 1.400 7 2 3 28 1
5
I.2009.0562.01.N001 Rotterdam World Gateway; Bijlage 1: niet-technische samenvatting
5.6
Secundaire werkprocessen Binnen de containerterminal kunnen een aantal secundaire werkprocessen worden benoemd: Een deel van de containers zijn reefers (koelcontainers). De reefers worden in het stack voorzien van een elektrische aansluiting. RWG realiseert 1.400 reefer aansluitplaatsen. Ten behoeve van het vervoer van personeel rijden bussen en personenwagens over de terminal. RWG beschikt over een eigen werkplaats en wasplaats. Deze worden voorzien van een vloeistofdichte vloer. RWG beschikt over een tankplaats (diesel), welke is voorzien van een vloeistofdichte bodem. Tevens beschikt RWG over een CNG-tankplaats. De inzet van enkele reachstackers en een vorkheftruck voor specifieke activiteiten die afwijken van het standaardwerkproces. Ten behoeve van het personeel en bezoekers beschikt RWG over een parkeerplaats. Personeelsvoorzieningen (wasgelegenheden, kantines). In de werkplaats worden de onderhoudswerkzaamheden aan het eigen materieel uitgevoerd. Dit omvat zaken als regulier onderhoud (olie verversen, lampen vervangen) en voorkomende reparaties aan materieel. Hier is ook de opslag van de gebruiksmaterialen voor het eigen materieel.
Den Haag, 14 juni 2011 DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V.
ir. J. (Rob) Witte Voor deze: ir. E.A. (Edward) Vermaas Behandeld door: ir. E.A. (Edward) Vermaas
l:\doc\i\2009\056201\i2009056201n001-v002.docx 14-06-2011
6