Verslag
Netwerkbijeenkomst integratiepositie Somalische Nederlanders: ‘Succesfactoren en uitdagingen in het bereiken van Somalische Nederlanders in achterstandssituaties.’
30 januari 2014
Inhoud
1.
Achtergrond ............................................................................................................................................... 2
2.
Verslag van de bijeenkomst ....................................................................................................................... 2
3.
Conclusies: sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen .......................................................................... 10
Bijlagen ............................................................................................................................................................. 11 A.
Projectinformatie................................................................................................................................. 11
B.
Programma .......................................................................................................................................... 11
C.
Deelnemerslijst .................................................................................................................................... 11
1
1. Achtergrond In oktober 2010, maart 2011 en maart 2012 hebben er, in opdracht van de Directie Inburgering en Integratie, netwerkbijeenkomsten plaatsgevonden voor gemeenten met de grootste aantallen Somaliërs om te bezien wat er mogelijk is aan verbetering van de integratie van deze groep. De bijeenkomst in 2010 focuste op knelpunten en/of succesfactoren, in 2011 was het thema het verbeteren van het bereik van psychosociale zorg en opvoedingsondersteuning en in 2012 het qatgebruik. Behalve kennisoverdracht, bieden deze bijeenkomsten de aanwezigen de ruimte om hun kennis en ervaringen met anderen te delen, alsmede te leren van elkaars ervaringen, promising practices en do’s & don’ts. Op 30 januari 2014 heeft Pharos, in opdracht van de Directie Inburgering en Samenleving, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, een vierde netwerkbijeenkomst georganiseerd voor gemeenten. Deelnemers aan deze bijeenkomst waren gemeente ambtenaren, samen met afgevaardigden werkzaam bij een uitvoerende organisatie en bij een Somalische organisatie uit diezelfde gemeente. De directie Inburgering en Samenleving heeft een aantal Somalische Nederlanders à titre personnel uitgenodigd. Het thema dit jaar is ‘succesfactoren en uitdagingen in het bereiken van Somalische Nederlanders in achterstandssituaties.’ In de voorbereiding is aan genodigde gemeenten gevraagd informatie aan te leveren over lopende projecten m.b.t. het verbeteren van de integratie van Somalische Nederlanders in betreffende gemeente. De aangereikte projecten bevinden zich op het terrein van integratie, welzijn en veiligheidsaspecten. Een aantal gemeenten heeft geen specifieke projecten (meer), o.a. vanwege het afschaffen van het doelgroepenbeleid. Regulier aanbod van maatschappelijke of sectorale organisaties moet ook toegankelijk zijn voor deze doelgroep. Wel wordt onderkend dat het bereik van deze doelgroep extra aandacht behoeft. Ondanks dat een aantal gemeenten geen specifieke projecten (meer) hebben, hebben deze gemeenten wel aandacht voor deze groep via bv. financiering van maatschappelijke of Somalische organisaties. M.n. deze laatste groep van organisaties speelt een belangrijke rol in een aantal gemeenten. Zie bijlage A voor een overzicht van de projecten. Tijdens de bijeenkomst stonden we uitgebreid stil bij bestaande aanpakken in verschillende gemeenten: wat zijn sterke en zwakke punten, wat zijn kansen en bedreigingen? Drie gemeenten (Groningen, Den Haag en Apeldoorn) presenteerden een succesvol project. Verder besteedden we aandacht aan de resultaten van het Europese onderzoek ‘At home in Europe’ naar de participatie en integratie van Somaliërs in verschillende Europese steden. In Nederland is dit onderzoek uitgevoerd in Amsterdam. De onderzoekers Gery Nijenhuis en Ilse van Liempt van de Universiteit van Utrecht presenteerden de resultaten van het onderzoek in Nederland. Het onderzoeksrapport verschijnt in het voorjaar 2014.
2. Verslag van de bijeenkomst Opening en welkom drs. W.J.M. Palm, Senior beleidscoördinator Directie Integratie en Samenleving, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Het kabinet vindt het van belang dat instellingen in de publieke sector in staat zijn de vraagstukken die voortkomen uit een divers samengestelde bevolking en achterblijvende integratie het hoofd te bieden. Dit vergt dat voorzieningen toegankelijk én effectief zijn voor iedereen, of het nu gaat om de veiligheidshuizen, de GGD, GGZ of de Bureaus Jeugdzorg. De inzet heeft tot op heden bij deze doelgroep nog niet tot voldoende resultaat geleid. Het is daarom van belang dat het bereik van deze voorzieningen verder verbeterd wordt bij juist die groepen waar de meeste problemen voorkomen. Hier is behoorlijk wat winst te boeken.
2
Dat kan het kabinet niet alleen. Integratie is een zaak van alle burgers, organisaties, instituties en de overheid. Om integratievraagstukken probleemgericht aan te pakken, integratiekansen te bevorderen en te komen tot oplossingen is samenwerking met betrokken partijen essentieel. Inzet zal de komende jaren gericht zijn op de volgende drie kernthema’s: Meedoen en zelfredzaam zijn; Grenzen stellen en opvoeden; Omgaan met elkaar en verinnerlijken van waarden. Meedoen en zelfredzaam: 1. Taal, 2. Participatieovereenkomst, 3. Integratie EU-burgers, 4. Aanpak jeugdwerkloosheid onder migranten, 5. Stimuleren sociaal ondernemerschap. Grenzen stellen en opvoeden: 6. Aanpak criminaliteit, 7. Verbeteren ouderbetrokkenheid. Omgaan met anderen en verinnerlijking van waarden: 8. Kennis van sociale competenties, 9. Aanpak discriminatie, 10. Bevorderen homoacceptatie, 11. Aanpak huwelijksdag. Gemeenten zijn belangrijke strategische partners bij het realiseren van de opgave dat publieke instellingen toegankelijk en effectief zijn voor iedereen. Kennis op lokaal niveau van wat werkt en wat niet werkt is daarbij van belang. Daar dient deze bijeenkomst voor. Ik wens u een inspirerende bijeenkomst. Inleiding aanpak Den Haag John Waalring, Senior beleidsmedewerker, Gemeente Den Haag Het project Afrikanen Aan Zet is in eind 2010 geïnitieerd door Somaliërs zelf. Het doel was het aanpakken van de problemen waarmee Somalische gezinnen in Den Haag worden geconfronteerd om zo het isolement van Somalische gezinnen te doorbreken en hen waar nodig overdragen aan organisaties die belast zijn met de feitelijke hulpverlening. Het project is een geslaagd project, en in 2013 is het project uitgebreid naar bevolkingsgroepen uit Oostelijk Afrika. Inmiddels zijn ruim 150 gezinnen bereikt. Specifieke projecten blijven nodig om deze doelgroep goed te kunnen blijven bereiken. Maar we zien ook bedreigingen: financiën onder druk staan en het Rijk trekt zich terug. Dilemma’s ontstaan als gevolg van andere verwachtingspatronen tussen de gemeente en een zelforganisatie, o.a. over wie beheert het geld? Later vanmiddag zult u meer horen over de aanpak in Den Haag. At home in Europe: Somaliërs in Amsterdam. Presentatie van de resultaten Gery Nijenhuis en Ilse van Liempt, Universiteit Utrecht De onderzoekers presenteren de resultaten van een onderzoek, uitgevoerd in 2013 naar de participatie en sociale integratie van Somaliërs in Amsterdam. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Open Society Foundation als follow up van eerder onderzoek naar de positie van Moslims in Europese steden, waaruit bleek dat de Somalische Diaspora een kwetsbare groep is. Het onderzoek in Amsterdam maakt deel uit van een comparatief onderzoek (Malmö, Kopenhagen, Oslo, Leicester, Londen, Helsinki). Er is grote diversiteit binnen de groep Somaliërs in Amsterdam, maar over het algemeen: is het opleidingsniveau relatief laag; schooluitval is hoog; 23% heeft basiskwalificatie; is er geringe participatie op de arbeidsmarkt; m.n. vrouwen zijn een kwetsbare groep; speelt taal een cruciale rol;
3
is de gezondheidssituatie is redelijk, maar……; zijn er veel geestelijke gezondheidsproblemen die niet altijd goed zichtbaar zijn; kan de toegang tot gezondheidszorg beter, vooral voor (afgewezen) asielzoekers; leidt dure ziektekostenverzekering tot prioriteiten stellen onder Somaliërs wat hun gezondheid niet altijd ten goede komt; komen misverstanden als gevolg van taalproblemen en culturele achtergrond tussen cliënt en arts vaak voor; zijn er problemen met opvoeding: er is een groeiende kloof tussen ouders en kind, met angst voor ‘ingrijpen Bureau Jeugdzorg’ i.h.b. voor uithuisplaatsing van je kind. Interessante initiatieven: Beleidsnotitie ‘Vluchtelingen in Amsterdam 2011-2014’. Hierin is vastgelegd welke ondersteuning vluchtelingen krijgen tijdens het inburgeringstraject door de gemeente Amsterdam en de Stichting VluchtelingenWerk Amstel tot Zaan (SVAZ). In deze beleidsnotitie wordt de nadruk gelegd op samenwerking tussen de verschillende gemeentelijke eenheden en maatschappelijke instanties die betrokken zijn bij het proces van inburgering. Overeenkomst UAF - Gemeente Amsterdam (2013), gericht op verbeterde dienstverlening aan hoger opgeleide vluchtelingen (MBO+niveau), zodat ze hun opleiding kunnen afronden; Talent uit Isolement (sinds 2011), uitgevoerd door SVAZ. Dit project heeft als doel de toegang van vluchtelingenvrouwen, waaronder Somalische vrouwen, tot de arbeidsmarkt te vergemakkelijken. Alhoewel het in de praktijk lastig blijkt om een baan te vinden, geeft het vrouwen wel een betere uitgangspositie. Activiteiten van zelforganisaties, o.a. SOMVAO (sinds 1994) en IFTIN (sinds 2005). Vernieuwde aanpak Bureau Jeugdzorg Amsterdam en opvoedondersteuning. Sinds 2011 is er sprake van een gezinsgerichte aanpak, begeleiding vindt thuis plaats. Daarnaast is er ingezet op de verdere ontwikkeling van een methodiek voor opvoedingsondersteuning, waarbij specifiek wordt ingezet op de rol van vaders (Inter-Lokaal Nijmegen/Pharos). Succesfactoren: Het gebruik van rolmodellen met een Somalische achtergrond; Inzetten van opleiders en trainers die de taal spreken en de achtergrond begrijpen; Inzicht in Somalische tradities t.a.v. mondelinge communicatie. Aanbevelingen voor landelijk beleid: Vanwege de zorgelijke maatschappelijke situatie van deze relatief kleine groep is het belangrijk dat de overheid landelijke uitwisseling door lokale overheden en organisaties mogelijk blijft maken. Aanbevelingen voor het veld: Gemeenten, i.s.m. andere relevante actoren kunnen: o binnen het kader van het huidige vluchtelingenbeleid de mogelijkheden onderzoeken voor extra ondersteuning aan Somaliërs en andere groepen vluchtelingen om de effectiviteit van het inburgeringsprogramma te verbeteren. ‘Maatwerk binnen algemeen beleid’ moet daarbij het devies zijn. Ook binnen het voortraject - voor de fase van inburgering - moet meer aandacht komen voor taal en informatievoorziening. o bij het ontwikkelen van nieuwe activiteiten aansluiten bij eerdere veelbelovende initiatieven, waarbij succesfactoren - zoals rolmodellen met een Somalische achtergrond, opleiders en trainers met een Somalische achtergrond, en aansluiting bij de specifieke Somalische achtergrond - moeten worden meegenomen. o overwegen gezinscoaches in te zetten voor het geven van opvoedingsondersteuning aan Somalische gezinnen, toegesneden op de specifieke behoeften van Somalische huishoudens; dit gebeurt al in Amsterdam (BJAA); Somalische organisaties kunnen: o financiële steun zoeken bij de gemeentelijke overheid om alfabetiseringscursussen aan te bieden in het Somalisch, teneinde ongeletterde Somaliërs te helpen zich voor te bereiden op het inburgeringstraject. o hun rol heroverwegen en tevens Somaliërs begeleiden naar een onafhankelijker positie. De kracht van de organisaties ligt in hun rol als intermediair tussen de overheid en de samenleving. Zij zouden kunnen starten met spreekuren waarin Somaliërs praktische ondersteuning kunnen krijgen van andere
4
Somaliërs in de gemeenschap. Daarmee worden de organisaties ontlast, worden Somaliërs onafhankelijker, en ontstaat er een bredere betrokkenheid binnen de gemeenschap. Zorginstellingen moeten investeren in het toegankelijker maken van hun diensten voor Somaliërs, onder andere door het gratis aanbieden van tolken en het vergaren van kennis over specifieke kwesties zoals trauma’s en VGV-gerelateerde problemen bij bevallingen. Actuele kennis over de positie van Somaliërs is essentieel voor een effectieve aanpak. De gemeentelijke overheden moeten in samenwerking met zorginstellingen (GGD’s) en scholen investeren in het monitoren van de positie van Somaliërs op het gebied van onderwijs, werk, gezondheid en welzijn. Een aantal reacties uit de zaal: Sinds kort is het taal en oriëntatieprogramma voor vluchtelingen in Amsterdam een verplicht onderdeel onder de bijstandsuitkering. Een alfabetiseringscursus in eigen taal is een interessante gedachte en belangrijk voordat mensen aan een inburgeringstraject beginnen. Het is beter goed te investeren in het begin, voordat je aan een lang bijstandstraject begint. Maar hoe realiseer je dat in het huidige tijdsgewricht? Is de reguliere hulpverlening toegerust voor mensen uit de Somalische cultuur? Intermediairs moeten worden ingezet, beroepskrachten getrained, anders gaat het mis. Aansluiten bij de behoeften van de doelgroep is belangrijk. De verschillende rapporten in dit onderzoek zijn (binnenkort) te vinden op: http://www.opensocietyfoundations.org/search?key=somalis&sort=created&order=desc&f[0]=field_taxonomy _regions%3A33 De rapporten van Somalis in Malmö, Oslo en Helsinki zijn reeds openbaar: http://www.opensocietyfoundations.org/reports/somalis-malmo http://www.opensocietyfoundations.org/reports/somalis-oslo http://www.opensocietyfoundations.org/reports/somalis-helsinki Workshops 1. Den Haag op Maat: toerusting van beroepskrachten Shamsa Saïd, trainer/adviseur SONPPCAN In het project ’Den Haag op Maat’ zijn onder meer beroepskrachten die werken met de doelgroep getraind over de achtergronden en problematiek van de doelgroep. Shamsa benadrukt dat zij ook regelmatig als tolk informatie krijgt over de kijk van Nederlanders op Somaliërs waaruit blijkt dat het voor Nederlandse organisaties lastig is om een goed beeld te krijgen. Bijv. in huizen met Somalische bewoners zitten soms de gordijnen overdag dicht. Dat hoeft geen teken te zijn dat het slecht gaat met deze mensen. Het is niet ongewoon dat Somaliërs het daglicht buitensluiten. Dat was in het herkomstland gewoon. Het is belangrijk dat gemeentelijke diensten en zorgverleners ook over Somaliërs basale kennis hebben. De workshop start met een quiz. De aanwezigheid van Somalische landgenoten geeft deze workshop extra verdieping. De presentatie demonstreert dat de tijd nemen om je gezamenlijk te verdiepen in de achtergronden van Somaliërs helpt om adequatere begeleiding te bieden. Quiz Shamsa gaat in op de antwoorden van de deelnemers. Uitgebreide informatie kunt u op Wikipedia vinden (http://nl.wikipedia.org/wiki/Somali%C3%AB). Zij zelf woont al heel lang in Nederland en heeft het grootste deel van haar leven in hoofdstad Mogadishu gewoond. Afkomstig zijn van de stad of van het platteland kan heel bepalend zijn voor de achtergronden van de Somalische Nederlanders. Op de vraag waarom Somaliërs vanaf 1988 voor Nederland kozen stelt zij dat de toenmalige minister Pronk tijdens een bezoek aan Kenia Somaliërs uitnodigde om naar Nederland te vluchten. Maar ook bleken veel
5
Somaliërs op weg naar Engeland of Scandinavië geen goede papieren te hebben. Zij werden op Schiphol daardoor ‘gedwongen’ asiel in Nederland aan te vragen. Wie de baas is in huis? Kort door de bocht de vrouw. Maar daarbuiten vertegenwoordigt de man het gezin. Ook buitenstaanders die in het gezin komen kunnen het best starten de man aan te spreken. Kaart van Somalië In 1884 hebben buitenlandse mogendheden de grenzen van Somalië bepaald. Er was een Franstalig Djibouti en een Italiaans en Engels deel. Cultuurachtergrond 60% van de bevolking is nomadisch, maar daarbij blijven zij wel in een groot eigen gebied met een omtrek van 300 kilometer. Het zijn veehouders, die vanwege het klimaat rondtrekken. Het Somalische vee zijn de kamelen. Ze worden voor vlees en voor melk gehouden, maar spelen ook een belangrijke rol in het vervoer. Somaliërs zijn trots op het vlees en de melk, deze zijn gezonder dan de producten van de koe. Een reeks van oorlogen maakt nu dat er heel veel mensen rondtrekken. Voor de oorlogen waren de steden groter en was er veel visserij. Clanverhouding De clan is een zeer uitgebreide verwantschapsstructuur. Clans zijn onderverdeeld in subclans en daaronder is weer de zogeheten ver-familie. Hoewel Shamsa’s leven als stedeling minder door de invloed van de clan werd bepaald, is wel duidelijk dat voor veel Somaliërs vandaag de dag de clan nog steeds belangrijk is. Heel veel Somaliërs hebben het over “wij” op het moment dat Nederlanders over “ik” zouden spreken. De namen van Somaliërs bestaan uit namen van vader, zoon en grootvader, maar veel Somaliërs kennen reeksen van voorouders tot soms wel 30 voorouders toe. De clan brengt steun met zich mee, maar ook verplichtingen. Clanleden kunnen je familieleden sturen waar jij geacht wordt voor te zorgen. Maar de clan zorgt ook dat er geld bij elkaar gelegd wordt voor een begrafenis in een ander land. De Nederlandse gezinsleden kunnen soms klagen over de druk die de clanverplichtingen met zich meebrengt. Maar de clan is ook een vangnet voor bijvoorbeeld financiële hulp. Eén van de deelnemers benadrukt dat in Nederland mantelzorg steeds belangrijker wordt. Eigenlijk is de clan een vorm van mantelzorg. Rolverdeling Formeel zijn mannen de baas, maar de interpretaties hiervan verschillen per familie. Meisjes worden voorbereid op een rol als moeder, maar in grote steden volgen meisjes ook vaak een opleiding. Polygamie is officieel verboden, maar iets dat in Somalië nog veel plaatsvindt. Maar de rol van de vrouw en een verschijnsel als polygamie, staan ter discussie zo gauw families in het westen wonen. Rol mannen Er is een vraag over het waarom van het grote aantal alleenstaande moeders. Soms zijn mannen omgekomen, maar ook door het leven in het westen kiezen vrouwen vaker dan voorheen om alleen te leven. Ook gebeurt het dat mannen op de achtergrond nog wel een rol spelen. Overigens waren niet alle huwelijken voor de wet gesloten, iets wat veel problemen geeft bij bijvoorbeeld gezinshereniging. Een deelnemer vertelt dat het in Zweden gebruikelijk wordt dat Imams toestemming “moeten” geven voor de ontbinding van het Islamitische huwelijk. Dat is ook een middel om gezinnen meer bij elkaar te houden. Ook het qatverbod komt ter sprake. Hoewel veel Somaliërs zelf voorstanders waren van dit verbod vanwege de ontwrichtende effecten van het gebruik, is het de vraag of het gewerkt heeft. Er is nog steeds veel invoer en gebruik en het is nu veel duurder. Een evaluatie van dit beleid is gewenst. Grote gezin Het is heel vanzelfsprekend om heel veel kinderen te krijgen, omdat door slechte leefomstandigheden en oorlogen vaak kinderen overleden en er geen oudedagsvoorzieningen zijn. Een dergelijke vanzelfsprekendheid zal ook in Nederland minder groot worden, maar dat gaat stap voor stap. In de zaal ontstaat een korte discussie over het krijgen van kinderen, omdat het vrouwen zo belemmert in hun eigen ontwikkeling. Ondanks capaciteiten kunnen ze bijvoorbeeld opleidingen niet afmaken.
6
Samenvattend Shamsa’s presentatie krijgt een extra verdieping door de aanwezigheid van het gemengde publiek. Het is een voorbeeld hoe dit ook in andere gemeenten georganiseerd zou kunnen worden. Naast Shamsa zijn er ook andere Somalische deskundigen die “ingehuurd” kunnen worden.
2. Samenwerking met sleutelfiguren essentieel Iris Engelsman, beleidsmedewerker/projectleider MJD Groningen, Abubaker Ali Said, toeleider MJD Groningen en Ahmed Sheikh, voorzitter Stichting Somaliërs Groningen (SSG). Activeringsproject Groningse Somaliërs Een intensieve en bloeiende samenwerking. In deze workshop stond de samenwerking met sleutelpersonen centraal. De intensieve samenwerking tussen MJD en SSG heeft er in Groningen toe geleid dat: de gemeente de Somalische gemeenschap beter bereikt; overlast in de publieke ruimte is teruggebracht; er een positievere beeldvorming over Somaliërs is; er vanuit de Somalische gemeenschap een positiever beeld over de hulpverlening is; de drempel naar hulpverlening is verlaagd; voor een groot deel van de deelnemers passende dagbesteding (werk, vrijwilligerswerk, taalverbetering, etc) is gevonden. Naast deze mooie resultaten is er nog steeds een weg te gaan. Met name ten aanzien van huisvesting voor de Groningse Somaliërs. De aanpak kenmerkt zich door samenwerking. SSG en MJD werken onder andere samen met de Gemeente Groningen, woningcorporaties, verslavingszorg, werkprojecten, GGZ en Politie. De cliënt staat centraal, en de organisaties bundelen hun krachten om gezamenlijk de situatie van de cliënt te verbeteren. Daarbij wachten ze niet af, maar zijn ze proactief. Krachten van de samenwerking MJD en SSG 1. SSG staat midden in de Somalische gemeenschap en heeft een duidelijke en zichtbare rol. Het is een kwestie van lange adem; altijd in contact blijven, laten zien dat je wat kan betekenen. 2. De brugfunctie die SSG vervult is verankerd door de reguliere overlegstructuur met relevante organisaties, zoals woningbouw, politie en zorg- en welzijnsinstellingen. 3. Er is draagvlak voor de rol van SSG onder de Somalische gemeenschap en onder reguliere instellingen. 4. Het project wordt nu regulier uitgevoerd door MJD. Dit zorgt voor continuïteit en de lange adem. Leerpunten 1. De samenwerking tussen MJD en SSG, en de overige betrokken organisaties is de kracht van het project, en is dus ook kwetsbaar. Samen dragen we zorg voor goed contact en op koers blijven. 2. Bereiken van de Somalische gemeenschap. SSG en MJD hebben stevig geïnvesteerd in het winnen van vertrouwen. Discussiepunten tijdens de workshop Samenwerking met zelforganisaties. Gemeenten hebben wisselende ervaringen met het samenwerken met zelforganisaties. In de meeste gemeenten krijgen deze organisaties geen subsidie meer. Ook wel ervaringen dat er een te groot beroep is gedaan op zelforganisaties. Zij konden niet voldoen aan de vraag. Samenwerken met reguliere instanties. Voor Somalische zelforganisaties is het vaak moeilijk om contacten te leggen met reguliere zorg- en welzijnsinstellingen en een overlegstructuur op te zetten.
7
Vertrouwen winnen van de gemeenschap. Belang van lange adem. Belang van waardering van de functie in termen van salaris. Dat geeft de medewerkers meer status en recht van spreken.
3. Transformatoren voor Begrip Jan Stuart, senior beleidsadviseur Gemeente Apeldoorn en Ragaiy Sinout, Kémi Ra Consultancy In 2005 zocht de gemeente Apeldoorn naar een effectieve manier om informatie van de gemeente aan verschillende groepen ingezetenen over te dragen. Het bleek dat veel informatie van de gemeente niet alle mensen bereikt, dat de informatie niet altijd aankomt of verkeerd begrepen wordt. Bij sommige groepen migranten heerste er wantrouwen richting de overheid. Naar aanleiding daarvan is het project ‘Transformatoren voor Begrip’ gestart. Het achterliggende idee is dat mensen met een migrantenachtergrond zich oriënteren op personen en niet op instituten. Netwerk Het netwerk ‘Transformatoren voor Begrip’ is een netwerk van vrijwilligers uit diverse etnische groepen. Het is een instrument van de gemeente Apeldoorn en gaat uitsluitend over het verbeteren van communicatie en informatievoorziening. Leden van het netwerk hebben de rol van een transformator: ze zorgen voor het overbrengen van informatie aan etnische groepen in Apeldoorn op een manier waarop deze groepen gewend zijn, waardoor de informatie beter beklijft. Een taal spreken en verstaan is niet genoeg, mensen moeten ook begrijpen wat je zegt. De twee golflengtes moeten bij elkaar komen, vandaar de term transformator. Transformeren van informatie Transformatoren spelen een intermediaire rol, maar het gaat niet om belangenbehartiging namens de doelgroep, het gaat ook niet over het geven van voorlichting. Belangenbehartigers en voorlichters zijn verantwoordelijk voor de informatie die zij overbrengen, zijn eigenaar van de boodschap. Transformatoren brengen informatie van de gemeente over, zodat iedereen de juiste kennis heeft. Zij zorgen dat de groep een positief gevoel krijgt over de boodschap die wordt overgebracht. Een voorbeeld is het negatieve beeld dat bij veel mensen was ontstaan over inburgeren. De transformatoren zijn ingezet om te stimuleren dat de doelgroep open ging staan voor informatie over inburgeren en dat bleek positief te werken. Als een ontvanger het met bepaalde informatie niet eens is of verdere, aanvullende vragen heeft, verwijst de transformator de persoon door naar betreffende gemeente ambtenaar. Werving Bij het werven van deze mensen is gezocht naar mensen die positief in het leven staan en anderen willen helpen om hun leven te verbeteren. De voorkeur ging uit naar mensen die een positieve grondhouding hebben, die een bepaalde positie hebben in betreffende groep en het vertrouwen hebben onder de achterban. Mensen die het leuk vinden om informatie van de gemeente op een onafhankelijke manier over te dragen. Het doel is het wekken van vertrouwen van instellingen en dat wordt gedaan door personen die het vertrouwen hebben van de doelgroep. Informatie wordt overgebracht op een manier die mensen ontspant. Transformatoren geven geen presentaties, ze gaan in discussie met de groep, omdat daarmee de informatie beter beklijft en zo ook te kunnen verifiëren of de informatie echt begrepen wordt. Onderwerpen die tot nu toe aan de orde zijn geweest zijn polarisatie en radicalisering, inburgering, zorg(verzekeringen), cliëntenraden. Transformatoren krijgen de informatie van de professionals of deskundigen. Vier tot vijf keer per jaar komen ze daarvoor bij elkaar. Er wordt altijd begonnen met een gezamenlijke maaltijd. Mensen met verschillende achtergronden worden bij elkaar aan tafel gezet zodat zij van elkaar kunnen leren. Transformatoren op hun beurt organiseren discussiebijeenkomsten onder hun doelgroep of sluiten aan bij bestaande bijeenkomsten. Op dit moment zitten er 32 vrijwilligers in het netwerk, 17 mannen en 15 vrouwen. Zij hebben samen 13 nationaliteiten en 16 etnische groepen. Er is onlangs ook een vraag binnengekomen om deze methode in te zetten bij autochtone groepen met lage taalvaardigheden.
8
De kosten voor de gemeente komen jaarlijks uit op ongeveer € 13.500 voor begeleiding en facilitering van transformatoren. Als project is het in 2008 gestart, maar inmiddels is het een jaarlijks terugkerende post op de begroting. Effect Het effect van het project is gemeten door interviews onder de Apeldoornse bevolking door een extern bureau. Aan de hand van vragen als: ‘bent u op de hoogte van’, ‘wat weet u daarvan’, ‘hoe bent u aan de informatie gekomen?’ Daaruit is naar voren gekomen dat het netwerk 70% van de doelgroep effectief bereikt, en dat de gemeente als overheidsinstelling minder gewantrouwd wordt. Input vanuit de deelnemers Vanuit de deelnemers aan de workshop is de suggestie meegegeven aan de gemeente Apeldoorn om de transformatoren uit te breiden met autochtone Nederlanders, zodat je echt tot een kruisbestuiving kunt komen en een breder draagvlak creëert voor interculturele communicatie. Verder is er door de deelnemers aan de workshop ook aandacht gevraagd om iets te doen met de informatie die vanuit de doelgroep via de transformatoren teruggekoppeld wordt aan de gemeente. Tot nu toe heeft de gemeente er op ad-hoc basis iets mee gedaan, maar misschien dat dat structureler zou kunnen? Plenaire terugkoppeling Groningen 1. Samenwerken met een zelforganisatie is essentieel. 2. De gemeente moet een rol hebben. 3. De rol van de intermediair moet gewaardeerd worden. 4. Continuïteit en vertrouwen is essentieel. Apeldoorn 1. In gesprek met de doelgroep: het gaat er niet alleen om elkaar te verstaan, maar vooral elkaar te begrijpen. 2. Het gaat niet om voorlichten, maar in discussie gaan met. 3. Transformatoren vertegenwoordigen niet de doelgroep, maar transformeren informatie van de gemeente naar de doelgroep. Den Haag 1. Clanverhoudingen kunnen samenwerking en bereik bemoeilijken, maar je kunt dat ook positief inzetten omdat er een groot vangnet is (‘Eigen Kracht 2.0’). 2. Wat zijn de effecten van het qatverbod? Veel Somalische vrouwen zijn blij met een qatverbod, maar tevens is er de angst voor meer criminaliteit/illegale handel. De zaal zou graag willen dat nagegaan wordt of het qatverbod het gebruik daadwerkelijk heeft doen dalen en welke positieve en negatieve effecten nu zichtbaar zijn. 3. Personen en familie: de invloed van wetgeving: bv een scheiding wordt in NL niet erkend, maar wel onder de Sharia wetgeving. Dit kan vervelende consequenties hebben voor het echtpaar dat onder een andere wetgeving gescheiden is. Tenslotte, een aantal opmerkingen: Enkele deelnemers hebben informatie gemist over de positie van vrouw en kinderen. Het is belangrijk om de weg naar de wethouder in de gemeente te vinden. Er is een Kenniscentrum Somaliërs in oprichting, een centrum van professionals. Het wordt geen belangenbehartigingsorganisatie. Doorgaan met dit soort bijeenkomsten is nuttig. De vraag kan zijn: “Wat dragen Somaliërs bij aan de Nederlandse (participatie)samenleving?” Een update van de projectenlijst is noodzakelijk – aan iedereen de oproep om deze lijst voor 14 feb aan te vullen. Daarna moet het document levendig gehouden worden.
9
3. Conclusies: sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen Uit de presentaties en discussies tijdens de bijeenkomst, de van te voren aangeleverde projectinformatie en aanvullende gesprekken komen onderstaande factoren naar voren: Sterke factoren: • De gemeente of maatschappelijke organisatie: o heeft een aantal beroepskrachten in dienst met een Somalische achtergrond. o werkt met Somalische vrijwilligers. o zet opleiders en trainers in met een Somalische achtergrond. o werkt met rolmodellen met een Somalische achtergrond. o werkt outreachend, bezoekt de mensen thuis. o gebruikt mondelinge, i.p.v. schriftelijke communicatie. o brengt informatie over op een manier zoals mensen die willen ontvangen. o heeft medewerkers in dienst met kennis van en inzicht in de Somalische cultuur. o heeft spreekuren ingelast speciaal voor Somaliërs. Zo wordt voorkomen dat contactpersonen de hele dag belast worden met vragen. • De Somalische organisatie staat dicht bij de doelgroep, kent de communicatielijnen. • De Somalische organisatie vervult een rol als intermediair tussen de overheid en de samenleving. • Good will van mensen: flexibele, respectvolle houding, zonder zaken af te willen dwingen. • Politieke wil (stimulerende rol van de burgemeester en/of wethouder). Zwakke factoren: • In sommige gemeenten of maatschappelijke organisaties hebben medewerkers te weinig kennis over de Somalische cultuur. • Een gemeente, maatschappelijke en Somalische organisatie hebben niet altijd dezelfde verwachtingen m.b.t. doelen en resultaten. • Een gemeente, maatschappelijke en Somalische organisatie hebben verschillende manieren van werken en afspraken maken, met als gevolg dat een soepele samenwerking niet vanzelfsprekend is. • Tussen een aantal Somalische organisaties is een moeizame samenwerking, waardoor zaken kunnen blijven liggen • Bij een aantal Somalische organisaties is onvoldoende draagvlak bij de achterban. • Een Somalische organisatie heeft soms de neiging om hulpzoekenden ‘bij zich te houden’ en niet door te geleiden naar reguliere instellingen. Bedreigingen: • Mensen komen al met een bepaalde achterstand uit de AZCs in de gemeente, met alle gevolgen van dien. • Hoe bereiken we nieuwe groepen? Hoe leren we nieuwe groepen omgaan met democratie en met professionele hulpverlening? • Hoe houd je mensen bij je voorziening, hoe voorkom je een hoge drop out? • De focus ligt nu op gemeenten met grote aantallen Somalische Nederlanders. Het is nog onduidelijk wat er in de periferie gebeurt. • De rol van intermediair bij de Somalische organisatie staat onder druk, door te veel gevraagd te worden voor praktische ondersteuning van individuen. • Negatieve beeldvorming in de media. • Bezuinigingen. • Geen doelgroepenbeleid, met als risico dat het onderwerp geen aandacht meer krijgt. • Het gaat om relatief kleine aantallen. Kansen: • Op zoek naar speelruimte: rolverheldering van gemeenten, maatschappelijke organisaties en Somalische organisaties. • Betere samenwerking tussen Somalische organisaties en/of met andere minderheidsgroepen, met als doel samenwerken op gemeenschappelijke probleemgebieden. • Professionalisering van zelforganisaties heeft een positief effect op draagvlak o.a. onder de doelgroep.
10
• • • •
Verbeteren van zichtbaarheid van maatschappelijke organisaties op lokaal niveau (werken in de wijk). Betere ontsluiting van de sociale kaart. Problemen in de Somalische gemeenschap worden collectief door de gemeenschap opgepakt. Verdiep je echt in de ander, wat zijn belangrijke waardes voor hem of haar? Kun je die als aangrijpingspunt gebruiken om je boodschap te brengen? Verstaan alleen is niet genoeg. Begrijpt de ander ook wat je zegt? Soms moeten mensen eerst rust in hun hoofd krijgen, voordat ze openstaan voor zaken als inburgering. • Er is veel tijd nodig om vertrouwen te winnen, geef het ook de tijd.
Bijlagen A.
Projectinformatie
B.
Programma
C.
Deelnemerslijst
11