Verslag en Conclusies
Landelijke Ontmoeting voor Regionale Netwerken voor Dorpszorg Initiatieven Georganiseerd op 2 oktober 2015 door het project IndeKern, namens de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen (LVKK)
‘Het gelijk in de verschillen’
Verslag en conclusies Landelijke Ontmoeting voor Regionale Netwerken voor Dorpszorg Initiatieven Pagina 1 van 11
Wie, wat, waar… IndeKern onderzoekt in opdracht van de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen de zichtbaarheid en het netwerk van bewonersinitiatieven rond de thema’s zorg & welzijn en duurzaamheid. De waarde van elkaar leren kennen en herkennen blijkt op regionaal niveau groot. Met dit voorbeeld organiseerde IndeKern een eerste landelijke ontmoeting. Kartrekkers van regionale netwerken voor dorpszorg initiatieven vanuit het hele land kregen de gelegenheid elkaar te leren kennen, inspireren en wellicht hérkennen. De ontmoeting vond plaats op 2 oktober 2015. De landelijke ontmoeting bood genoeg ruimte voor informeel kennis maken, maar er werd vooral intensief en effectief met elkaar gesproken. De gesprekken werden gevoerd middels innovatietafels, met begeleiding van Jurgen van der Heide en Jitske Riemersma van Omzien naar Elkaar, het Utrechtse netwerk voor burgerinitiatieven. De discussies en conclusies tijdens de plenaire gedeelten werden begeleid door dagvoorzitter Ben van Essen.
Organisatie: Alle Postmus en Inge Zwerver, projectleiders IndeKern Dagvoorzitter: Ben van Essen Met een bijdrage van en tevens tafelleiders: Jurgen van der Heijden en Jitske Riemersma, van Omzien naar Elkaar Locatie: Podium Oost, Oudwijkerdwarsstraat 148 te Utrecht
Verslag en conclusies Landelijke Ontmoeting voor Regionale Netwerken voor Dorpszorg Initiatieven Pagina 2 van 11
Het gelijk in de verschillen Een beweging in wording “Een jaar geleden waren we hier nog niet aan toe, maar nu is het tijd om de beweging landelijk zichtbaar te maken”. Vrij vertaald was dit één van de meest interessante uitspraken op 2 oktober tijdens de herkenningsbijeenkomst. Jan Snijders van Austerlitz Zorgt gaf daarmee aan dat, na eerdere pogingen in de afgelopen jaren, de tijd nu rijp is voor een meer georganiseerde landelijke beweging van zorgcoöperaties en dorpszorginitiatieven.
Veel kennis in huis Er bleek gedurende de bijeenkomst dat er verspreid over de deelnemers veel kennis in huis is. Kennis die lang niet altijd bij iedereen bekend is en lang niet voor iedereen beschikbaar is. Kortom, de landelijke aanwezige kennis wordt nog niet effectief genoeg gedeeld. Koplopers worden momenteel overvraagd, zo blijkt. Er zijn wel ontwikkelingen qua kennisdeling, maar deze vinden voornamelijk nog lokaal en regionaal plaats. In de plenaire introductie en de voorstelrondjes tijdens de innovatietafels kwam veel van deze informatie boven tafel. Ook organisaties als KNHM en hogeschool HAN hebben veel kennis in huis en vragen zich af welke rol zij kunnen spelen in de ondersteuning van initiatieven.
Verslag en conclusies Landelijke Ontmoeting voor Regionale Netwerken voor Dorpszorg Initiatieven Pagina 3 van 11
Innovatietafel 1: ‘Knelpunten en vraagstukken’ De rode draad bij innovatietafel 1 waren ‘knelpunten”. Moeilijkheden waar burgerinitiatieven tegen aanlopen en de vraagstukken waar zij zich mee bezig houden. Er leken twee thema’s naar boven te komen:
Operationeel en organisatorisch Vraagstukken en knelpunten: Zorginitiatieven kunnen in alle stadia van hun ontwikkeling aanlopen tegen praktische vragen en moeilijkheden. Vragen als: ‘wat je wel of niet doet als vrijwilliger, hoe ver ga je? Je hebt een goed idee, maar dan? Hoe betrek je zoveel mogelijk mensen in je dorp of buurt en wat als mensen uitgesloten worden. Hoe inventariseer je de zorgbehoefte van je dorp of buurt en ontdek je de kansen?’ Momenteel worden de koplopers op het gebied van zorginitiatieven overvraagd om hun kennis en ervaringen te delen met dorpen en buurten die in het proces achter hun aan komen. De vraag naar praktische kennisuitwisseling, maar ook inspiratie, blijkt groot.
Formele en informele zorg; wet- en regelgeving Vraagstukken en knelpunten: Door alle veranderingen en bezuinigingen in de zorg aan de ene kant en de opkomst van burgerinitiatieven aan de andere kant, is er een verschuiving gaande tussen de formele en informele zorg. Er ontstaat een grijs gebied waarin zowel betaalde professionals werken, als ook een steeds groter groeiende groep onbetaalde vrijwilligers, die zich middels een zorginitiatief samenvoegen en bereid zijn zorgtaken op zich te nemen. Taken, verantwoordelijkheden en financieringsstromen lijken door de nieuwe wet- en regelgeving niet altijd duidelijk. Uit deze innovatietafel kwam naar voren dat veel burgerinitiatieven in de praktijk veel vraagstukken en knelpunten tegenkomen met betrekking tot onderwerp. Zorginitiatieven zitten vaak in gevecht met lokale overheden en zorginstanties. Initiatieven werken echt vanuit hun buurt of dorp en kijken voor oplossingen dan ook erg lokaal en heel breed naar hun buurt als het gaat over zorg, welzijn en welbevinden. Ze kijken meer naar preventie en mogelijkheden in het voorliggend veld. Denk aan sociale cohesie, sport, cultuur en natuur. Overheden en instanties daarentegen werken en denken nog steeds in hokjes en afdelingen en zoeken oplossingen nog altijd binnen de zorg- en welzijnsorganisaties zelf. Dit sluit duidelijk niet op elkaar aan. Er lijken wel twee verschillende talen te worden gesproken. Het is erg lastig voor burgerinitiatieven om zowel financiën te verkrijgen als ook zeggenschap en eigenaarschap over een bepaald domein. De opbrengsten van een zorginitiatief zijn vaak/niet meetbaar, zijn (nu nog niet in) cijfers, statistieken en geld om te zetten.
Verslag en conclusies Landelijke Ontmoeting voor Regionale Netwerken voor Dorpszorg Initiatieven Pagina 4 van 11
Verder lopen veel initiatieven vast in de huidige wet- en regelgeving. Er lijkt ruimte te zijn binnen de Wmo-wet met de zogenaamde Right to Challenge, maar in de praktijk weten veel lokale initiatiefnemers niet hoe ze dit kunnen toepassen en zijn veel gemeenten niet eens bekend met deze uitdaging in de wet. Ook nieuwe, veilige en toekomstbestendige woonvormen, gebouwd in eigen dorp en buurt, lijken vrijwel onmogelijk. Dit komt met name door de hoge kosten deze woonvormen met zich mee brengen als ook dat de nieuwe woningwet het bouwen van gemengde woonvormen blokkeert voor de woningcorporaties.
Verslag en conclusies Landelijke Ontmoeting voor Regionale Netwerken voor Dorpszorg Initiatieven Pagina 5 van 11
Innovatietafel 2: ‘Economisch meest voordelige inschrijving’ De rode draad bij innovatietafel 2 was de indeling (door Omzien naar Elkaar) in fases van ontwikkeling van zorginitiatieven. Iedere fase heeft een andere informatiebehoefte. De drie fases zijn:
1. Initiatieven maken de vraag in hun wijk zichtbaar door ze te bundelen in veelal kleinschalige en laagdrempelige activiteiten. Denk aan projecten op het gebied van ontmoeting, burenhulp, maaltijden en vervoer. 2. Initiatieven worden intermediair (makelaar) tussen zorgvraag en formeel en informeel aanbod (de dorpsondersteuners zijn daarvan een voorbeeld) en organiseren gezamenlijke activiteiten en ontmoetingen. 3. Initiatieven gaan zelf zorgaanbod creëren (enkele zorgcoöperaties zijn daarvan een voorbeeld). Een verdere professionalisering van diensten op het gebied van bijvoorbeeld wijkverpleging en kleinschalige woonzorgvoorzieningen.
Bij de doorontwikkeling van bewonersinitiatieven in de zorg is een terugkerende vraag hoe deze initiatieven duurzaam gefinancierd kunnen worden. De dorpsondersteuner wordt daarbij centraal gesteld omdat met deze functie nogal wat zorgkosten uitgespaard kunnen worden. Verschillende dorpszorginitiatieven pleiten er voor om de ‘winst’ terug te laten vloeien in het dorp, zodat het dorp aanvullende diensten kan opzetten en eventueel zelf beroepskrachten kan aansturen. Een aantal zorgcoöperaties gaan al een stapje verder door zelf zorg te organiseren. Door mee te doen in aanbestedingen maken ze aanspraak op (een deel van de) zorgbudgetten. Tijdens de innovatietafel wordt gesproken over de toegevoegde waarde van de Right to Challenge die dit aanbesteden moet stimuleren. Er zijn nog nauwelijks voorbeelden bekend. En men vraagt zich zelfs af of dit recht wel nodig is als blijkt dat dorpszorginitiatieven, door aansturing vanuit het dorp en werkend met betaalde en onbetaalde professionals, goedkoper en efficiënter de zorg kunnen organiseren. Is er dan geen sprake van EMVI: Economisch meest voordelige inschrijving? En komt deze dan niet automatisch bovendrijven in aanbestedingen? Aandachtspunt hierin is nog wel hoe niet alleen de financiële impact, maar ook de sociale impact vertaald kan worden richting euro’s.
Verslag en conclusies Landelijke Ontmoeting voor Regionale Netwerken voor Dorpszorg Initiatieven Pagina 6 van 11
Moet ieder dorpszorginitiatief een zorgcoöperatie worden? Een vraag die voortkomt uit de constatering dat een groeiend initiatief behoefte heeft aan een rechtspersoon. Zeker in de beginfase is deze rechtspersoon veelal nog niet nodig. Veel initiatieven starten met laagdrempelige welzijnsactiviteiten, soms onder de paraplu van de dorpsraad. Bij de doorontwikkeling kan een rechtspersoon noodzakelijk worden. Maar dit hoeft lang niet altijd een zorgcoöperatie te zijn. Veel zorgcoöperaties zijn feitelijk ook geen coöperatie maar vaak een stichting. Belangrijker dan de keuze van de rechtspersoon is in begin vooral het vraagstuk van eigenaarschap (bij het dorp zelf). Tijdens de innovatietafel wordt tevens de suggestie gedaan om per dorp onderscheid te maken in aanbieders (zorgcoöperatie) en de vragers (vereniging) zodat je als aanbieder makkelijker kan meedoen in aanbestedingen.
Verslag en conclusies Landelijke Ontmoeting voor Regionale Netwerken voor Dorpszorg Initiatieven Pagina 7 van 11
Opbrengsten van de dag: Een beweging in wording! Na deze intensieve ronde met twee innovatietafels werden in een kring en onder begeleiding van Ben van Essen de opbrengsten plenair gedeeld, besproken en gestructureerd. Er werd geconcludeerd dat er niet per sé behoefte is aan een landelijk platform, vergelijkbaar met de regionale platforms zoals die al in veel regio’s ontstaan, met een allerlei formaliteiten van dien. Wel hebben de dorpszorginitiatieven in het land elkaar veel te bieden. Zeker nu deze ontwikkeling een enorme vlucht neemt. Er kan inmiddels namelijk wel degelijk van een beweging gesproken worden. En de grote vraag is: Hoe brengen we deze beweging vooruit zonder daarbij de eigenheid van de individuele initiatieven aan te tasten? (“Hoe blijft het van de mensen?”)
Het antwoord werd op 2 oktober als volgt vormgegeven:
Speerpunt 1: Kennis ontsluiten Landelijke helpdesk en lerende netwerken Er is veel kennis in het land, maar niet altijd zichtbaar en toegankelijk. Tegelijk worden een aantal koplopers overbelast door alle verzoeken om kennis te delen (hoewel ze dat graag doen). Hoe kun je deze kennis ontsluiten? • Organiseer een landelijke helpdesk voor dorpszorginitiatieven. Vanuit de Stadsdorpen in Amsterdam gaan al geluiden op om een helpdesk op te zetten • Bundel kennis online: over financiering en fondsen, organisatievormen, methodieken, samenwerking met gemeente en zorgaanbieders, succesvolle en minder succesvolle voorbeelden, etc.
Verslag en conclusies Landelijke Ontmoeting voor Regionale Netwerken voor Dorpszorg Initiatieven Pagina 8 van 11
• Organiseer leerkringen (lerende netwerken) van dorpszorginitiatieven op lokaal of regionaal niveau. • Niet alleen online actief: er is veel behoefte om elkaar te kunnen zien en te spreken; zowel lokaal, regionaal als landelijk.
Speerpunt 2: Beweging zichtbaar en herkenbaar Het gelijk in de verschillen De landelijke beweging krijgt steeds meer vorm nu meer dorpen en wijken initiatieven starten. Hoewel gekenmerkt door verscheidenheid en diversiteit is er de behoefte om de beweging in beeld te brengen, te bundelen. Initiatieven hebben behoefte om ‘er bij te horen’. Om de beweging in beeld te krijgen, een gezicht te geven en gehoord te laten worden, moeten we op zoek naar het gelijk in de verschillen. • Het gelijk in de verschillen laten zien, een gezamenlijk doel bepalen en tonen want anders wordt je niet zichtbaar. • Erkenning voor de kracht van bewonersinitiatieven in zorg en welzijn richting overheden, zorgaanbieders, fondsen, verzekeraars, etc. • Werken aan duidelijkheid en herkenbaarheid. Toegankelijk taalgebruik in communicatie en bevestiging van het ‘merk’. • Agendering van de behoeften en knelpunten van dorpszorginitiatieven ten behoeve van wet- en regelgeving. • Promotie en vergroting van de kennis van dorpszorginitiatieven bij dorpen en wijken, gemeenten, zorgprofessionals. • Activeren van (soms slapende) fondsen om budgetten beschikbaar te stellen voor de oprichting en doorontwikkeling van zorginitiatieven. Ook gezamenlijk naar fondsen toe stappen voor stevigere fondsaanvraag. • De beweging kan als ‘keurmerk’ fungeren voor fondsen, overheden en zorgpartijen. “Deze organisaties doen er toe!”
Speerpunt 3: Onderzoek en ontwikkel Onderzoek; initiatieven zélf formuleren de opdrachten De ontwikkeling van dorpszorginitiatieven staat niet stil. Hoe meer initiatieven er komen, hoe meer vraag naar (nieuwe) kennis voor en over deze initiatieven. Maak de beweging niet alleen zichtbaar, maar meet ook wat ze bereiken. • Stel een landelijke onderzoeksagenda op vanuit de initiatieven zelf.
Verslag en conclusies Landelijke Ontmoeting voor Regionale Netwerken voor Dorpszorg Initiatieven Pagina 9 van 11
• Doe onderzoek naar effectiviteit en resultaat van dorpszorginitiatieven. Hoe kunnen we zichtbaar maken welke (sociale) winst deze initiatieven opleveren? Niet alleen aandacht voor de financiële winst. • Een model ontwikkelen om besparing inwonersinitiatief op zorg en welzijn zichtbaar te maken. • Onderzoek naar mogelijkheden van eigenaarschap en zeggenschap bij dorpen en wijken, niet alleen op het thema zorg.
Een aantal andere aandachtpunten zijn:
Sociale onderneming Aanbeveling vanuit de bijeenkomst: Een landelijke beweging moet een sociale onderneming worden, van onderop georganiseerd, zodat het op termijn niet afhankelijk is van subsidies.
Kwaliteitswaarborging Daarnaast werd gesproken over kwaliteitswaarborging: een veel gestelde vraag vanuit de wereld van zorgprofessionals en gemeenten. Austerlitz Zorgt voert bijvoorbeeld met enige regelmaat een klanttevredenheidsonderzoek uit.
Verschil tussen steden en dorpen? De landelijke beweging van bewonersinitiatieven in de zorg doet zich niet alleen op het platteland voor. Ook in stadswijken pakken mensen de zorg voor elkaar op. De Stadsdorpen in Amsterdam zijn daarvan het meest georganiseerde voorbeeld. Hoewel de aanleiding en de context soms verschilt (bijv. bereikbaarheid voorzieningen op het platteland, anonimiteit in de steden) zijn de overeenkomsten groot genoeg om samen op te trekken. De belangenorganisaties voor kleine kernen en stadswijken (LVKK en LSA) werken al steeds meer samen, ook op dit thema.
Wat er al is versterken en landelijk oppakken? Een helpdesk is in oprichting vanuit Stadsdorpen Amsterdam en Omzien naar Elkaar. Wellicht kan de kennis die daarbij opgedaan worden ook resulteren in een landelijke helpdesk. Het vorig jaar opgerichte Platform Zorgcoöperaties Brabant wil een speler zijn in aanbestedingen. Het platform stelt zich (op termijn) open voor andere dorpszorginitiatieven die ook mee willen doen in aanbestedingen voor de zorg.
Verslag en conclusies Landelijke Ontmoeting voor Regionale Netwerken voor Dorpszorg Initiatieven Pagina 10 van 11
Vervolgacties IndeKern Uit de herkenningsbijeenkomst vloeien de volgende acties voor IndeKern voort:
Agenderen bij de landelijke politiek Via IndeKern en de voorbereidingsgroep voor het PlattelandsParlement hebben we de contacten met Tweede Kamerlid Otwin van Dijk een nieuwe impuls gegeven. Op 18 september heeft een kleine groep van dorpszorginitiatieven met hem gesproken over de knelpunten waar zij en andere initiatieven tegenaan lopen. Otwin van Dijk gaf daarbij aan bezig te zijn met een initiatiefnota Zorgcoöperaties en dat hij deze en andere input wil gebruiken in de nota. De input van de herkenningsbijeenkomst van 2 oktober zal meegenomen worden richting het PlattelandsParlement op 14 november. Onder andere via IndeKern zijn diverse dorpszorginitiatieven uitgenodigd om op 18 november deel te nemen aan een congres, georganiseerd door de PvdA, over de beweging rondom zorgcoöperaties en de ontwikkeling van de Initiatiefnota.
Samenwerking tussen bewonersorganisaties LVKK, LSA en KNHM om tafel en in gesprek gaan over mogelijkheden/ samenwerking in de drie lijnen. Later met dezelfde groep, maar dan met kartrekkers Helpdesk Stadsdorpen Amsterdam en Omzien naar Elkaar en kartrekkers Platform Brabant: is er ruimte dit landelijk op te pakken met elkaar?
Aanbeveling eindrapportage IndeKern IndeKern loopt eind 2015 af. In de eindrapportage zal een nadrukkelijke aanbeveling moeten worden opgenomen. In deze aanbeveling zal de noodzaak van een rol voor de LVKK, voor een voortzetting van deze landelijke beweging rond zorginitiatieven, goed moeten worden beschreven.
Meer informatie vanuit de bijeenkomst: • Er kwam ter sprake dat het Maagdenhuisfonds interessante financier is voor dorpszorginitiatieven. Hier meer info (ook over andere fondsen). • De korte film over Austerlitz en de reportage van Brandpunt over Elsendorp. • De kaart van Vilans met zorgcoöperaties en dorpszorginitiatieven. Niet volledig dus meld je initiatief evt. bij hun aan. • Het onderzoek van Trimbos naar de effecten van de Dorpsondersteuner in Elsendorp en omliggende dorpen. • Het boek van Buurkracht (over duurzame energie) dat als voorbeeld kan dienen voor de beweging van zorgcoöperaties en dorpszorginitiatieven.
Verslag en conclusies Landelijke Ontmoeting voor Regionale Netwerken voor Dorpszorg Initiatieven Pagina 11 van 11