Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Naar aanleiding van het zwartboek ‘Werken in de bijstand’1 heeft de FNV begin 2013 de lokale FNVgroepen gevraagd om in hun gemeente te onderzoeken hoe het re-integratiebeleid vorm heeft gekregen en wat de ervaringen zijn van bijstandsgerechtigden die in een traject zitten waarin men moet werken met behoud van uitkering. 59 lokaal groepen hebben meegedaan. Niet alle groepen hebben succes gehad. De opgehaalde gegevens over het beleid van gemeenten en de ervaringen van bijstandsgerechtigden, verschilt nogal per groep. Enkele groepen hebben helemaal geen gegevens opgehaald. Er zijn 226 vragenlijsten van bijstandsgerechtigden in onderstaande rapportage verwerkt uit 76 gemeenten en 27 rapportages van gemeentelijk beleid. Daarnaast zijn er rapportages gemaakt van gemeenten waarbij 8 of meer bijstandsgerechtigden de vragenlijst hebben ingevuld. Trajecten werken met behoud van uitkering Gemeenten en bijstandsgerechtigden zijn op grond van de wet verplicht zich in te spannen voor het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid. De gemeente kan daarbij gebruik maken van voorzieningen. Volgens de wet dienen deze voorzieningen maatwerk te zijn en afgestemd op de situatie van de betrokken bijstandsgerechtigde. Als het gaat over tegenprestatie of werken met behoud van uitkering, blijkt uit de wet en kamerstukken dat de werkzaamheden additioneel moeten zijn en niet mogen leiden tot verdringing. Eén van deze voorzieningen zijn trajecten waar men met behoud van uitkering werkt cq werkervaring, arbeidsritme en werknemersvaardigheden opdoet. Een specifieke vorm van trajecten met behoud van uitkering zijn de participatieplaatsen waaraan ook specifieke wettelijke regels verbonden zijn. Daarnaast bestaat er de tegenprestatie, die niet gericht is op arbeidsinschakeling. Echter in de praktijk gebruiken meerdere gemeenten de tegenprestatie als term voor trajecten gericht op arbeidsinschakeling. Het onderzoek richtte zich met name of de trajecten inderdaad gericht zijn op arbeidsinschakeling, of er sprake is van maatwerk en verdringing. Tevens is gevraagd naar de tevredenheid van bijstandsgerechtigden over de trajecten.
Samenvatting en conclusies Gerichtheid op arbeidsinschakeling en maatwerk Doelgroep Ruim 40 procent van de trajecten werken met behoud van uitkering richt zich op bijstandsgerechtigden die minder dan een jaar een uitkering ontvangen en twee derde ontvangt korter dan 2 jaar een bijstandsuitkering. Het merendeel ontvangt dus relatief kortdurend bijstand en blijkt grotendeels recente (jarenlange) werkervaring te hebben. Het is een groep die door de economische recessie aangewezen is op bijstand. Het is niet aannemelijk dat deze groep werknemersvaardigheden moet leren, of arbeidsritme moet opdoen. Wat deze groep nodig heeft, is een baan met loon. Voor een groot deel richten de trajecten waarin men werknemersvaardigheden moet leren en arbeidsritme moet opdoen zich dus op de onjuiste doelgroep. Keuze in soort werk Uit onderzoek blijkt altijd dat motivatie één van de beste voorspellers is om aan het werk te komen. In die zin mag je verwachten dat gemeenten er alles aan doen om hierop in te spelen, maar dat blijkt niet uit het onderzoek. Van de bijstandsgerechtigden die met een eigen voorstel kwamen als alternatief voor de werkzaamheden die de gemeente bood, wordt slechts een derde goedgekeurd. Er 1
Werken in de bijstand, alles behalve gewoon goed werk. Ervaringen van bijstandsgerechtigden met de Wet werk en bijstand – rapportage meldpunt FNV, december 2012
zijn meerdere gemeenten waarbij 100 procent van de alternatieven wordt afgewezen. Er is dus nauwelijks keuze uit werkzaamheden voor bijstandsgerechtigden hetgeen de motivatie niet ten goede komt en daardoor ook niet de uitstroomkans. Rekening met wensen, vooropleiding en vaardigheden Alle deskundigen zullen beamen dat wanneer er rekening gehouden wordt met de wensen, vooropleiding en vaardigheden dit ten goede komt aan de uitstroomkans. In slechts minder dan een derde zeggen de geënquêteerden dat er rekening is gehouden met wensen (27%) of met vooropleiding en vaardigheden (21%). een veel genoemde reden is dat er geen interesse is in persoonlijke omstandigheden of dat er geen keuze is. Overigens blijkt uit de gemeentelijke enquête dat gemeenten zeggen wel rekening te houden met iemands mogelijkheden. Persoonlijk trajectplan Bijna alle gemeenten geven aan dat iedereen een persoonlijk trajectplan heeft waarin de route beschreven is die moet leiden tot betaalde arbeid. Ruim de helft van de bijstandsgerechtigden zegt dat er geen trajectplan is en 14 procent weet het niet. Van degenen die aangeven dat er een trajectplan is (29%) kan slechts een enkeling aangeven wat daarin staat. Dat wil dus zeggen dat de meerderheid wel in een traject zit, maar niet weet wat men kan verwachten, waar men zelf op moet sturen of wat de gemeente van plan is met hen. Begeleiding Wanneer bijstandsgerechtigden moeten leren werken, dan mag je verwachten dat daar begeleiding bij is. Uit de gemeentelijke vragenlijst blijkt dan ook dat het beleid is dat iedereen in principe een persoonlijke begeleider toegewezen krijgt. Uit de enquête onder bijstandsgerechtigden blijkt dat slechts een derde aangeeft dat er begeleiding is bij het werk, waarbij meerderen de opmerking hebben geplaatst dat er eerder sprake is van toezicht. Bijna twee derde zegt geen begeleiding te krijgen, waarbij meerdere de opmerking plaatsen dat dat ook niet nodig is gezien de eenvoudige taken die verricht moeten worden. Bijdrage van het traject aan kans op werk Trajecten worden door gemeenten ingezet om te komen tot arbeidsinschakeling. Slechts 10 procent van de geënquêteerden denkt dat het traject bijdraagt aan kans op werk. Ruim de helft denkt dat dit niet het geval is en een kwart weet het niet cq hoopt het. Er zijn geen gegevens over hoeveel trajecten inderdaad afgesloten worden omdat men aan het werk is. Werk vinden Uit de gemeentelijke enquête blijkt dat bijna alle gemeenten aangeven dat solliciteren in werktijd mogelijk is. Uit de enquête onder bijstandsgerechtigden blijkt echter dat een derde aangeeft geen tijd te krijgen tijdens ‘werktijd’ om te solliciteren, met als reden dat men voldoende tijd heeft om dat in eigen tijd te doen. De conclusie die uit het bovenstaande volgt is dat de trajecten ruim onvoldoende gericht zijn op uitstroom naar betaalde arbeid en dat er ruim onvoldoende maatwerk geboden wordt. De doelgroep die met name in de trajecten terecht komt, heeft recente arbeidservaring en het opdoen van werknemersvaardigheden of arbeidsritme is onzinnig. Er is nauwelijks keuze in werkzaamheden, er wordt nauwelijks gekeken naar vooropleiding en vaardigheden, men weet niet of er een persoonlijk trajectplan is, men geeft aan dat er geen begeleiding is, er is geen tijd om te solliciteren noch is daar begeleiding bij. Daarbij opgemerkt dat de bevindingen het gemiddelde zijn van veel gemeenten. De FNV is gemeenten tegen gekomen, waar maatwerk geboden wordt en waar de trajecten wel op uitstroom gericht lijken te zijn. De FNV krijgt de indruk dat het adagium ‘beter iets doen dan niets doen’ zonder al te veel nadenken uitgevoerd wordt, waarbij gemeenten voorbij gaan aan het feit dat veel bijstandsgerechtigden zich suf solliciteren en allang een zinvolle dagbesteding hebben gevonden. Ook krijgt de FNV de indruk dat er over het algemeen geen sprake is van leren werken, maar van gewoon productie leveren. In die zin zijn veel de werkzaamheden uit de trajecten gewoon arbeid waar normaal voor betaald wordt en waarvoor er dus een arbeidsovereenkomst zou moeten zijn.
Verdringing Het thema verdringing is al vele malen onderwerp van discussie geweest, nu en in het verleden. Het is een concept waar verschillend over gedacht wordt, veelal geleid door belangen. Voor de FNV liggen de grenzen scherp. Als de gemeente geen geld meer (over) heeft voor huishoudelijke taken die vallen binnen de WMO-zorg en deze vervolgens laat uitvoeren door bijstandsgerechtigden zonder loon, dan is er sprake van verdringing. Gemeenten waar dit voorkomt doen iets fundamenteel mis en breken werkgelegenheid af. Immers de bijstandsgerechtigde die zonder loon in het groen werkt, werkt mee aan het creëren van een slechtere werkgelegenheid en een vermindering van zijn uitstroomkans. Al die werkzaamheden die normaal gesproken door betaalde arbeidskrachten verricht worden en aan de arbeidsmarkt onttrokken worden voor trajecten waarin zonder scholing of opleiding productie moet worden geleverd, noemt de FNV verdringing en zijn naar haar mening contra-legem. Uit de gemeentelijke enquête naar beleid blijkt dat geen enkele gemeente werkzaamheden laat verrichten die voorheen door betaalde krachten werden uitgevoerd. Dat is ongeloofwaardig. Bijna de helft van de bijstandsgerechtigden laat echter weten dat dit wel het geval is en daarbij worden veel voorbeelden gegeven. Naast deze voorbeelden heeft de FNV ook meerdere ‘bewijzen’ dat instanties met bijstandsgerechtigden direct de concurrentie aangaan met bijvoorbeeld verhuizers, fietsenmakers, schilders, postbezorgers en schoonmakers. De mening en tevredenheid van de bijstandsgerechtigden De FNV is tegen werken met behoud van uitkering. Werken hoort beloond te worden. Maar wat vinden de bijstandsgerechtigden daar zelf van? Meer dan drie kwart van de geënquêteerden vindt het leveren van een tegenprestatie een goede zaak. De meesten verbinden daar wel voorwaarden aan; zo vindt men dat er meer rekening gehouden moet worden met de persoon en dat eigen inbreng wenselijk is; dat het werk perspectief moet bieden of men wil er financieel op vooruit gaan. Het idee van werken voor je uitkering, heeft dus ook bij de bijstandsgerechtigden postgevat. Er is ook gevraagd wat men vindt van het soort werk dat men doet. Gemiddeld beoordeelt men dat neutraal. De laagste score op de items die tevredenheid meten is voor de begeleiding (tussen slecht en neutraal) en de bejegening (net slechter dan neutraal). Zoals eerder gesteld zijn dit gemiddelden. Uit de analyse per gemeente blijken er gemeenten die op 4 van de 5 scores tussen ‘heel slecht’ en ‘slecht’ scoren. ‘Contact met collega’s’ scoort overigens bij alle gemeenten goed. Geconcludeerd kan worden dat bijstandsgerechtigden in principe welwillend staan tegenover een tegenprestatie, maar daar, meer dan terecht, voorwaarden aan verbinden. Voorlichting / communicatie Op meerdere vragen blijkt dat de bijstandsgerechtigden slecht op de hoogte waren (gebracht) over hun situatie. Zo wist een derde niet wat er met hen zou gebeuren na afloop van het traject. Er waren zelfs mensen die zich ongerust maakten omdat men dacht dat dan de uitkering zou stoppen. Uit de beleidsenquête blijkt echter dat de meeste gemeenten het traject voortzetten (al dan niet in andere vorm), waarbij sommige gemeenten zeggen door te gaan totdat iemand werk heeft gevonden. Ruim meer dan de helft van de bijstandsgerechtigden zegt geen trajectplan te hebben of weet het niet, terwijl er die volgens de gemeenten wel is. Van degenen die weten dat er wel een trajectplan is, kent het merendeel niet de inhoud ervan. Ook weet men vaak niet hoe lang het traject duurt, wat men van de gemeente kan verwachten. In ieder geval is de communicatie hierover onvoldoende. Overigens wist bijna iedereen dat niet meewerken gevolgen kan hebben voor de uitkering. Die boodschap is wel goed overgekomen. Conclusie is dat gemeenten betere voorlichting moeten geven over meerdere aspecten van de uitvoering.
Eindconclusie Het beleid van gemeenten is onderling redelijk eenduidig. De uitkomsten uit de enquête onder bijstandsgerechtigden laat zien dat de uitvoeringspraktijk fors afwijkt van het (papieren) beleid. Er is in de praktijk nauwelijks maatwerk en trajecten zijn niet gericht op uitstroom. Daarnaast is er vaak sprake van verdringing op de arbeidsmarkt. De verschillen in de uitvoeringspraktijken tussen gemeenten zijn groot. Er zijn gemeenten die op bijna alle items in de ogen van de bijstandsgerechtigden slecht scoren (maatwerk, tevredenheid, eigen inbreng etc) en er zijn gemeenten die dit veel beter doen. Dat is geen kwestie van geld naar onze indruk, maar van psychologie. De slechte bejegening die uit het eerdere zwartboek ‘Werken in de bijstand’ naar voren kwam, komt in de enquête minder naar voren.
Aanbevelingen Beloning van werk Trajecten zonder loon waar productie geleverd wordt zonder dat er sprake is van een leertraject (die al dan niet leiden naar een certificaat of diploma) moeten stoppen. Werk hoort beloond te worden. Het werk dat bijstandsgerechtigden uitvoeren vertoont alle kenmerken van een normale arbeidsovereenkomst met uitzondering van het kenmerk loon. Immers er is sprake van een gezagsverhouding, men moet aanwijzingen van de werkgever opvolgen (anders volgt er een sanctie); en men moet een persoonlijke de prestatie verrichtten. Concrete re-integratieverordeningen Zolang de landelijke politiek geen invulling geeft aan de tegenprestatie, verdringing, acceptabele duur van werken zonder loon etc, dan dient de gemeentelijke re-integratieverordening uitkomst te bieden. De huidige re-integratieverordeningen kenmerken zich door ‘kan’ bepalingen en zetten de deur open naar willekeur. Bovendien kan er geen sprake zijn van een goede controle door de gemeenteraden als verordeningen ‘leeg’ zijn. Toets op verdringing Wat additioneel is of niet, is naar de mening van de FNV niet een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Maar zolang er niets landelijks op dit punt is geregeld, adviseert de FNV dat gemeenten transparante criteria hanteren om te beoordelen of de werkzaamheden al dan niet additioneel zijn. Gelegenheid werk te zoeken Mensen die vanuit de WW of als ex-ZZP-er aangewezen worden op bijstand, worden regelmatig voordat de uitkering toegekend is, naar een traject werken met behoud van uitkering gestuurd. Geef de aanvragers van bijstand enkele maanden de tijd om passend werk te vinden volgens de bijstandsdefinitie (elk werk is passend) en ga dan pas over naar een kansrijk traject. Ruimte voor eigen inbreng Eigen verantwoordelijkheid is het nieuwe adagium. Indien er serieus sprake is van eigen verantwoordelijkheid, dan zou er meer ruimte moeten zijn voor een eigen inbreng. Zo zou iedereen die opgeroepen wordt voor een traject, de mogelijkheid moeten worden geboden om gedurende een aantal weken, met een eigen invulling te komen als alternatief voor de werkzaamheden van de gemeente.
Meer maatwerk
Naast eigen inbreng in het traject, adviseert de FNV dat er veel meer dan nu rekening gehouden wordt met de vaardigheden, de opleiding en wensen van betrokkenen. Door hierbij aan te sluiten, zal men positief gemotiveerd worden om naar werk te zoeken en is de kans op werk ook groter. Scholing Veel bijstandsgerechtigden denken dat door gerichte scholing (in brede zin) de kans op werk toeneemt. In de praktijk blijkt echter, dat er nauwelijks scholing ingezet wordt met als reden onvoldoende budget. Maar ook trajecten kosten geld, verspild geld wanneer het niet tot uitstroom leidt. De FNV adviseert dat er een betere afweging komt wat iemands kans op werk doet toenemen. Onafhankelijk onderzoek Naast de wenselijkheid van een landelijk onderzoek door de Inspectie SZW, beveelt de FNV aan dat elke gemeente laat onderzoeken hoe de uitvoeringspraktijk is, of die effectief is en hoe de bijstandsgerechtigden dit ervaren. Een belangrijk punt van aandacht hierbij is dat de bijstandsgerechtigden er van overtuigd moeten zijn, dat zij hun ervaringen veilig kunnen geven. De angst voor repercussies van de gemeente is groot. Veilig meldpunt voor klachten In de enquête van de bijstandsgerechtigden is niet gevraagd waar men met klachten terecht kan. In de beleidsenquête is daar wel naar gevraagd en wat opviel is dat er wel vaak een klachtenprocedure is, maar dat de klachten worden behandeld door het hoofd sociale dienst, een teamleider of B&W. De FNV beveelt aan dat er een echt onafhankelijke klachtencommissie is waar mensen veilig hun klachten kunnen indienen.
Methode Patricia Veel mails, telefoontjes en brieven ontvangen. Een aanleiding om inspectie SZW in te schakelen. Er hebben 226 bijstandsgerechtigden de enquête ingevuld. Er zijn16 enquêtes verwijderd omdat deze te onvolledig waren ingevuld. In bijlage 1 staat het overzicht van aantal enquêtes naar gemeente. Het onderzoek kent twee onderdelen. Het eerste onderdeel bestaat uit het inventariseren van het gemeentelijk beleid rond re-integratie . Het tweede gedeelte bestaat uit het verzamelen van reacties en ervaringen van bijstandsgerechtigden. Beide deelonderzoeken zijn vormgegeven door enquêtes in Survey Monkey. Eind december 2012 zijn (vertegenwoordigers) van de lokaalgroepen uitgenodigd om hen te informeren over het onderzoek, de aanpak en het doel. Xx lokaalgroepen hebben medewerking aan het onderzoek toegezegd en de cliëntenquêtes uitgevoerd. Dit vanuit de gedachte dat wanneer blijkt dat in een gemeente de situatie onvoldoende is, dezelfde lokaalgroep ingezet kan worden om de situatie te verbeteren, bijvoorbeeld via politiek lobby.
Hieronder worden de resultaten van de cliëntenquêtes beschreven. Van gemeenten waar meer dan 8 enquêtes zijn ontvangen, wordt een gemeentelijke rapportage gemaakt. Deze wordt gespiegeld aan het gemeentelijk beleid indien de enquête daarover is ontvangen.
Gemeentelijk beleid De lokaalgroepen is gevraagd het gemeentelijk beleid inzake werken met behoud van uitkering en participatieplaatsen te inventariseren aan de hand van een enquête. De meeste enquêtes (27) zijn door de gemeenten zelf ingevoerd (waarvan 1 verwijderd is omdat alleen een naam is ingevuld = Bergen op Zoom en) en 2 enquêtes zijn ingevuld door de lokaalgroep, waarvan er één is verwijderd omdat deze was ingevuld door de gemeente. Eén enquête (Dantumadeel) is wel meegenomen, maar van de enquête is alleen het onderdeel Participatieplaatsen in gevuld. Op dat onderdeel is de enquête meegenomen en daarna niet meer.
Aanleiding van het onderzoek Het FNV zwartboek ‘Werken in de Bijstand, alles behalve gewoon goed werk’ van december 2012 riep de vraag op of het werkelijk zo slecht gesteld was met de uitvoeringspraktijk van gemeenten. Het zwartboek was opgesteld naar aanleiding van een door de FNV geopend meldpunt in de zomer van 2012, waarin bijstandsgerechtigden naar hun ervaringen werd gevraagd. Hieruit kwam het beeld naar voren van een slechte bejegening, slechte arbeidsomstandigheden, verdringing op de arbeidsmarkt, gebrek aan maatwerk en trajecten die niet naar betaald werk leidden. De FNV heeft daarop besloten nader onderzoek uit te voeren naar de vraag hoe gemeenten het reintegratiebeleid heeft vorm gegeven, hun re-integratietaak uitvoeren en daarbij de FNV lokaalgroepen in te schakelen. Hieronder volgt in het eerste gedeelte de uitkomst van het onderzoek naar het gemeentelijk reintegratiebeleid. In het tweede gedeelte wordt de uitkomst van het cliëntenonderzoek besproken. In het derde gedeelte volgen de rapportages op gemeentelijk niveau van gemeenten waarbij 8 of meer bijstandsgerechtigden de vragenlijst hebben ingevuld.
I
Onderzoek naar het re-integratiebeleid
Participatieplaatsen Iets minder dan de helft van de gemeenten heeft participatieplaatsen ingevoerd (13 gemeenten). De meeste gemeenten hebben geen participatieplaatsen (14 gemeenten). Van de gemeenten met participatieplaatsen hebben 9 gemeenten het aantal plaatsen opgegeven; gemiddeld zijn er 380 participatieplaatsen per gemeente in 2012 en 447 in 2013. Eén gemeente merkt op dat alle bijstandsgerechtigden met een uitkeringstoekenning een participatieplaats krijgen. Gemiddeld bedraagt de premie €310 per jaar in 2012 en in 2013 €300 per jaar. Eén gemeente merkt op dat de duur van participatieplaatsen te lang is en dat men daarom niet voor deze mogelijkheid heeft gekozen.
Tegenprestatie De tegenprestatie is in 2012 in de bijstandswet opgenomen om gemeenten de mogelijkheid te geven mensen iets te vragen om terug te doen voor hun uitkering. De tegenprestatie is niet bedoeld om de kans op werk toe te laten nemen. Van de 27 gemeenten geven 4 gemeenten aan de tegenprestatie te hebben ingevoerd; 19 gemeenten hebben dit niet gedaan en 4 gemeenten zeggen de tegenprestatie te gaan invoeren, waarbij één gemeente aangeeft dat de tegenprestatie geen verplichtend karakter krijgt. Op de vraag naar het soort werkzaamheden volgen weinig concrete antwoorden: vrijwilligerswerk, algemeen maatschappelijke activiteiten met additioneel karakter, werkzaamheden met een maatschappelijk nut. Maar ook noemt een gemeente: additionele werkzaamheden in het groen, demontage-, wasserij- en schoonmaakwerkzaamheden. De tegenprestatie blijkt volgens 6 gemeenten voor verschillende groepen te (gaan) gelden. Uit de antwoorden lijkt dat enkele gemeenten de tegenprestatie wel inzet om de kans op betaalde arbeid te vergroten. Doelgroep voor de tegenprestatie Bijstandsgerechtigden die (tijdelijk) vrijgesteld zijn Bijstandsgerechtigden die niet (tijdelijk) vrijgesteld zijn Alle bijstandsgerechtigden
Aantal gemeenten 1 2 3
De duur van de tegenprestatie is bij één gemeente 1 maand; bij 3 gemeenten tussen 3 en 6 maanden en bij één gemeente langer dan 6 maanden. Het aantal uren per week ligt tussen 17 en 32 uur. Opmerkingen bij dit onderdeel: Er wordt geen tegenprestatie ingevoerd omdat er betere manieren zijn om mensen aan het werk te helpen. Het budget is nodig voor participatietrajecten. Er is onvoldoende budget daardoor voor de uitvoering van de tegenprestatie.
Trajecten werken met behoud van uitkering
Alle 26 gemeenten hebben trajecten waar met behoud van uitkering gewerkt wordt. Eén gemeente geeft aan dat deze trajecten alleen zijn voor arbeidsgewenning. De uitgevoerde werkzaamheden zijn divers bij zowel profit als non-profit bedrijven. Gemeenten is gevraagd wie in aanmerking komen voor werken met behoud van uitkering en hoe de selectie plaats vindt. Doelgroep werken met behoud van uitkering - Bijstandsgerechtigden met arbeidsverplichting - Bijstandsgerechtigden met voldoende gezondheid - Bijstandsgerechtigden met afstand op de arbeidsmarkt - Bijstandsgerechtigden met afstand, maar kans op regulier werk - Bijstandsgerechtigden langer dan half jaar werkloos
Aantal gemeenten 8 3 7 7 1
Wijze van selectie voor het traject - Gesprek klantmanager/werkcoach van gemeente - Gesprek re-integratiebedrijf - Gesprek klantmanager en re-integratiebedrijf - Test - Anders
Aantal gemeenten 16 1 4 2 3
In een traject werken met behoud van uitkering werken bijstandsgerechtigden gemiddeld 25 uur per week volgens 19 gemeenten (range van 12 tot 32 uur). Veel gemeenten geven in de toelichting aan dat het aantal uren afhankelijk is van iemands persoonlijke situatie. Gemiddeld duurt een traject 8 maanden (21 gemeenten). De langere trajecten zijn vaak inclusief 3 maanden in een trainings- en diagnosecentrum. Het merendeel van de gemeenten voeren de trajecten zelf uit. Duur van het traject - t/m 3 maanden - 6 maanden - 8 maanden - 12 maanden - 24 maanden
Aantal gemeenten 7 6 1 4 2
Uitvoering van het traject - Gemeente - SW-bedrijf - Gemeente en SW-bedrijf - Gemeente en re-integratiebedrijf - Leerwerkbedrijf - Gemeente, SW-bedrijf en re-integratiebedrijf
Aantal gemeenten 10 2 6 3 2 2
Er is gevraagd op welke wijze het traject bijdraag aan de kans op werk. De antwoorden zijn min of meer in 3 categorieën in te delen. Opdoen van arbeidsritme, werkervaring, werknemersvaardigheden. Bijna alle gemeenten benoemen dit aspect. Circa 7 gemeenten noemen expliciet een meer educatief element: vorming, opleiding, scholing, vaktechnische vaardigheden ed. Enkele gemeenten geven aan dat een traject uitgevoerd wordt bij een reguliere werkgever waardoor de stap naar regulier werk klein is. Enkele gemeenten (4 gemeenten) verstrekken bijstandsgerechtigden een bonus voor het werken. Eén gemeente geeft aan dat dat niet het geval is omdat er een arbeidsovereenkomst is na 2
maanden werken met behoud van uitkering. Op de vraag wat de hoogte van de bonus is, zijn de volgende antwoorden gegeven: - Reiskosten, vrijwilligerspremie en werkaanvaardingspremie van € 1.500 - Individueel bepaald - € 300 eenmalig of vrijwilligerspremie - € 80 per maand en aanvulling afhankelijk van de loonwaarde. Er is gevraagd of gemeenten een inleenvergoeding vragen voor verrichte werkzaamheden van bijstandsgerechtigden. Inleenvergoeding Aantal gemeenten - Ja 3 - Nee 16 - In sommige gevallen 5 - Anders: 2 o alleen bij participatieplaatsen o tegenprestatie van werkgever is dat hij de scholing betaald en baanintentie afgeeft Op de vraag water gebeurt als het traject is afgelopen, blijkt dat het merendeel van de gemeenten het traject al dan niet in andere vorm, voortzet. Voor de meeste gemeenten is het belangrijk dat bijstandsgerechtigden actief blijven. Na afloop van het traject - Niets, men blijft in de uitkering - Een alternatief traject - Standaardtraject (papier prikken, schoonmaken) - Vervolg van het traject
Aantal gemeenten 8 12 2 4
Aan het werk komen Alle gemeenten op één na geven aan dat bijstandsgerechtigden de mogelijkheid hebben om tijdens de werktijd te kunnen solliciteren. De gemeente krijgt op verschillende manieren inzicht in wat nodig is om een bijstandsgerechtigde aan het werk te krijgen. De meeste gemeenten geven aan dat dit een combinatie is van gesprekken met de bijstandsgerechtigde waarbij ervaringen geëvalueerd worden. 5 gemeenten geven aan dat screeningsinstrumenten gebruikt worden en 5 gemeenten geven aan dat de werkgeverskant ook een rol speelt (arbeidsmarktinformatie, feedback van werkgevers, contact met de arbeidsmarkt).
Maatwerk Van de 26 gemeenten geven 23 aan dat er een persoonlijk plan van aanpak is waarin de route naar werk is beschreven. De overige 3 gemeenten antwoorden dat er een voorzieningenplan is; dat nog niet voor iedereen er een plan is en dat er voor klanten met een SW-indicatie er een IOP (individueel ontwikkelingsplan)is. Er is gevraagd hoe gemeenten invulling geven aan het maatwerk. Invulling van maatwerk - Individuele trajecten - Begeleidings- en voortgangsgesprekken - Vaste begeleider - Nvt
Aantal gemeenten 15 6 4 1
Overigens geven alle 26 gemeenten aan dat elke bijstandsgerechtigde een persoonlijke begeleider krijgt toegewezen. Deze begeleider voert de regie over het traject, doet de voortgangsgesprekken, coacht etc. Scholing hoort bij alle 26 gemeenten tot de mogelijkheid. 4 gemeenten hebben deze vraag ingekaderd door te stellen dat: - Scholing alleen mogelijk is om afstand tot de arbeidsmarkt te overbruggen; - Mogelijkheden beperkt zijn; - Scholing alleen ingezet wordt als er een baangarantie is; - Scholing alleen ingezet wordt als daarmee de kans op werk sterk toeneemt.
Verdringing Volgens bijna alle gemeenten werden de werkzaamheden uit de trajecten werken met behoud van uitkering voorheen door niemand uitgevoerd. Eén gemeente zegt dat de effecten van verdringing niet in beeld zijn en een andere gemeente zegt dat de werkzaamheden ook door SW-medewerkers uitgevoerd worden. Om verdringing te voorkomen zeggen 24 gemeenten dat men daar alert op is, of toetst dat dat niet gebeurt; 2 gemeenten geven aan niets te doen. Opvallende antwoorden: - Vastleggen in inkoopcontracten dat het om additionele plaatsen gaat - Alleen maatschappelijk nuttige taken komen in aanmerking. Gemeente wacht op betere invulling door de landelijke politiek. - Werken met behoud van uitkering niet langer dan 1 maand, dan arbeidsovereenkomst - Gemeente wil hierover afspraken gaan maken met de OR-en van bedrijven - In de verordening is vastgelegd dat verdringing niet mag
Bejegening Alle gemeenten geven aan aandacht te hebben voor de bejegening. Er is gevraagd naar de manier waarop dat gestalte krijgt en op welke wijze bijstandsgerechtigden hun klachten kunnen bespreken binnen de gemeente. Aandacht voor bejegening Aantal gemeenten - Er is een klachtenprocedure 10 - Instructie, training klantmanagers 9 - Goede voorlichting 2 - Klacht in gesprek behandelen 2 - Combinatie (Klachtenprocedure, voorlichting en instructie klantmanagers) 1 - Klachtenprocedure en cliënten. participatie 2 Klachten behandeling - Er is een klachtencommissie of klachtenfunctionaris - Hoofd SZW - B&W - Klachtencommissie en hoofd SZW - Klachtencommissie en cliëntenraad
Aantal gemeenten 16 5 2 2 1
Het merendeel van de gemeenten (19 gemeenten) geeft aan dat de tevredenheid van bijstandsgerechtigden gemonitord wordt; 2 gemeenten doen dat niet en 5 gemeenten geven aan dat men dat gedaan heeft of van plan is dat te gaan doen, of dat dit onderdeel is van de evaluatie van het traject.
II
Onderzoek onder bijstandsgerechtigden
Algemeen Ruim 40 procent van de personen die gaan werken met behoud van uitkering blijkt nog geen jaar bijstand te ontvangen. Blijkbaar richt het werken met behoud van uitkering zich het meest op mensen die recent de bijstand zijn ingekomen en niet op het ‘granieten’ bestand. Dat is opmerkelijk, want mensen die recent de bijstand in zijn gekomen, hebben over het algemeen werkervaring, met uitzondering van schoolverlaters en vrouwen die recent na een scheiding in de bijstand komen. Dat blijkt ongeveer 10 procent van de respondenten te zijn.
Duur in bijstand Minder dan 3 maanden 3 maanden tot 1 jaar 1 – 2 jaar 2 – 5 jaar Langer dan vijf jaar Uitkering gestopt of aanvraag loopt Totaal
Aantal 20 76 55 46 21 8 226
Percentage 9 34 24 20 9 4
100
Het merendeel geeft aan meerdere jaren werkervaring te hebben; 10 procent heeft geen werkervaring waarvan de helft schoolverlater is. 5 procent van degenen met werkervaring is ZZP-er geweest.
Werken met behoud van uitkering
Lengte en duur
Gemiddeld werkt men op het moment van de enquête bijna 9 maanden met behoud van uitkering. De meest voorkomende duur dat men werkzaam is met behoud van uitkering is 3 maanden. Er zijn ook meerdere meldingen van meer dan 4 jaar. De gemiddeld werkweek bedraagt 27 uur en het meest voorkomend is 32 uur per week. Gemiddeld is de lengte van een traject werken met behoud van uitkering bijna 12 maanden. Het meest voorkomende antwoord is 3 maanden. De reden hiervan is waarschijnlijk dat meerdere gemeenten – zo blijkt uit de antwoorden – trajecten kennen waarvan het eerste deel bestaat uit een diagnosefase van 3 maanden. Uit de enquêtes blijkt tevens dat redelijk veel bijstandsgerechtigden niet weten wat er na deze fase gaat gebeuren. In de praktijk wordt deze fase gevolgd door het daadwerkelijk starten met werken in een bepaalde sector (bijvoorbeeld groenvoorziening, administratie ed) waardoor de totale lengte van het traject verder zal oplopen.
Hoe langt werkt u al met behoud van uitkering? Antwoordopties 0 t/m 3 maanden 4 t/m 6 maanden
Percentage reacties 34% 30%
Aantal reacties 71 62
7 t/m 12 maanden 13 t/m 24 maanden >24 maanden
17% 8% 10% beantwoorde vraag overgeslagen vraag
36 17 20 206 20
Hoeveel uur werkt u met behoud van uitkering? Percentage reacties
Antwoordopties 0 t/m 10 uur 11 t/m 20 uur 21 t/m 30 uur > 30 uur
4% 29% 15% 53% beantwoorde vraag overgeslagen vraag
Aantal reacties 8 59 31 109 207 19
Soort werk
Het blijkt dat de meesten trajecten werken met behoud van uitkering zich afspelen in de gemeentelijke sfeer. Productiewerk wordt vaak verricht in een sociale werkvoorzieningsbedrijf. Schoonmaak betreft tevens schoonmaak in de openbare buitenruimte (ruimen van zwerfafval e.d.). ‘Werkzaamheden voor gemeenten’ is meestal gescoord wanneer er sprake is van meerdere soorten werkzaamheden die iemand voor de gemeente verricht, zoals groenvoorziening, administratie, schoonmaak. Onder de categorie ‘Anders’ worden veelal specifieke maatwerk invullingen genoemd. Er is niet apart gevraagd of het al dan niet bij een commercieel bedrijf is. Wat voor soort werk doet u? Meerdere antwoorden zijn mogelijk Antwoordopties Productiewerk Groenvoorziening Administratief werk Zorg Werkzaamheden voor de gemeente Bij een koeriersbedrijf/post Schoonmaak Kringloop Anders
Percentage reacties 22% 7% 9% 6% 7% 2% 8% 5% 34% aantal reacties beantwoorde vraag overgeslagen vraag
Aantal reacties 60 18 25 16 19 6 22 15 92 273 214 12
Bijdrage van het traject op werk
Slechts 10 procent van de respondenten is van mening dat het traject de kans op werk vergroot, terwijl 50 procent denkt dat dit niet het geval is. Meerdere hebben een opmerking geplaatst dat het
werk totaal niet aansluit bij opleiding, interesse, vaardigheden en capaciteiten. Vooral over het (lage) niveau van het werk wordt kritiek geuit. Een verklaring vanuit de gemeenten voor het lage niveau is dat het traject gericht is op het opdoen van arbeidsritme. Voor degenen die nog recent gewerkt hebben, vormt dit echter geen argument. Denkt u dat u door deze werkzaamheden meer kans heeft op gewoon werk? Antwoordopties Ja Nee Misschien Weet niet Anders
Percentage reacties 10% 54% 19% 6% 11% beantwoorde vraag overgeslagen vraag
Aantal reacties 20 115 40 12 24 211 15
Mening over het ‘werk’
Wat vinden de mensen die moeten werken met behoud van uitkering van het werk en wat daar mee samenhangt? Het soort werk vindt men gemiddeld niet slecht maar ook niet goed . Dat is opvallend gezien het feit dat het werkzaamheden betreft die men verplicht moet doen.. Ruim de helft van de mensen heeft andere werkzaamheden voorgesteld maar die werden niet gehonoreerd door de gemeente (zie verderop). Het contact met collega’s scoort het beste. De begeleiding die men krijgt van de gemeente of de uitvoerende instantie scoort het slechts. Er is niet apart gevraagd of de begeleiding vanuit de gemeente of een andere uitvoerder gegeven werd. Vaak zijn dit verschillende personen. De bejegening van de begeleiders of leidinggevende scoort net onder het gemiddelde.
Wat vindt u?
Antwoordopties
Ik vind het soort werk dat ik doe: Mijn contact met mijn collega's is: Ik vind de begeleiding die ik krijg: Ik vind de arbeidsomstandigheden: Ik vind de bejegening van de begeleiders of leidinggevenden:
niet slecht heel en heel Gemidslecht goed nvt slecht ook goed deld niet goed 39 30 49 62 16 13 2,9 10 15 27 96 49 12 3,8 51 52 44 33 14 15 2,5 29 41 58 54 18 11 3,0 42 39 33 63 15 17 2,8 beantwoorde vraag 211 overgeslagen vraag 15
Medewerking aan het traject
Er is gevraagd wat er gebeurt als men niet meewerkt aan het traject werken met behoud van uitkering. Bijna iedereen is ervan doordrongen dat dit gevolgen heeft voor de uitkering. Een enkele heeft te maken gehad met een korting.
Wat gebeurt er als u niet mee (wilt) werken? Antwoordopties Gekort op de uitkering Uitkering stopgezet Eerst korting, dan stopzetting Geen idee Niets of nvt Anders
Percentage reacties 42% 22% 19% 9% 4% 4% beantwoorde vraag overgeslagen vraag
Aantal reacties 88 46 40 20 9 9 212 14
Na afloop van het traject
Omdat een traject een einde heeft, is gevraagd of men weet wat er na afloop van het traject gebeurt wanneer het traject niet eindigt met een dienstverband. Een derde van de respondenten heeft geen idee wat er gaat gebeuren en ruim een derde denkt dat er een nieuw traject komt of dat het traject verlengd wordt. De meesten die ‘anders’ hebben ingevuld, geven aan dat er geen traject is. Als uw traject is afgelopen en u heeft nog steeds geen werk, wat gebeurt er dan? Antwoordopties Thuis zitten met uitkering Thuis zitten zonder uitkering Traject wordt vervolgd Nieuw traject Weet niet Anders
Percentage reacties 18% 5% 14% 23% 33% 8% beantwoorde vraag overgeslagen vraag
Aantal reacties 35 9 27 44 64 16 195 31
Maatwerk
Trajectplan
Op de vraag of men een persoonlijk trajectplan heeft, antwoord bijna een derde met ja (61 personen). De volgende vraag betrof de inhoud van dit plan. De helft van de mensen die de vraag positief hebben beantwoord beschrijft de activiteiten die men op dat moment uitvoert als inhoud van het trajectplan. Slechts 9 mensen beschrijven een daadwerkelijk plan (met activiteiten en een einddoel). De overige melden dat ze geen idee hebben of beschrijven een doel: opstap naar betaalde arbeid. Of er nu daadwerkelijk wel of geen plan is, is niet duidelijk. Wel dat men dus over het algemeen het plan niet kent. Heeft u een persoonlijk trajectplan?
Antwoordopties Ja Nee Weet niet Anders
Percentage Aantal reacties reacties 29% 61 53% 113 14% 30 4% 8 beantwoorde vraag 212 overgeslagen vraag 14
Rekening met wensen, opleiding en vaardigheden
Meer dan de helft van de respondenten geeft aan dat er geen rekening is gehouden met hun wensen ten aanzien van het werk. Het gaat dan niet alleen over het soort werk, maar ook over werktijden , thuissituatie en gezondheid. Van de 57 personen die aangeven dat er wel rekening wordt gehouden met de wensen, vullen 10 personen aan dat dat wel een beetje is, of gedeeltelijk. Heeft u de indruk dat er rekening wordt gehouden met uw wensen ten aanzien van werk? Antwoordopties Ja Nee Weet niet Anders
Percentage reacties
Aantal reacties
27% 60% 9% 4% beantwoorde vraag overgeslagen vraag
57 125 19 9 210 16
Op de vraag op welke wijze er dan rekening wordt gehouden met eigen wensen zijn 47 reacties gekomen. Aantal reacties o Er wordt rekening gehouden met fysieke beperkingen 7 o Er wordt rekening gehouden met thuissituatie 5 o Er wordt rekening gehouden met voorkeur 19 o Geen relevant antwoord 16 Er is ook gevraagd waarom men denkt dat de gemeente geen rekening houdt met eigen wensen ten aanzien van het werk. Er zijn 123 reacties. Aantal reacties o De gemeente is de baas 29 o Geen interesse, gemeente luistert niet 38 o Al het werk is passend 12 o Er is geen ander werk 12 o Wel beloofd, maar niet nagekomen 4 o Anders 28 Een veel gehoorde klacht op deze vraag is dat de gemeente geen interesse toont in de persoonlijke omstandigheid. Geen rekening houdt met de gezondheid, thuissituatie of leeftijd. Of dat de gemeente afspraken heeft met een bedrijf en verplicht is om mensen te leveren. Heeft u de indruk dat er rekening wordt gehouden met uw vooropleiding en vaardigheden?
Antwoordopties Ja Nee Weet niet Anders
Percentage reacties 21% 68% 10% 1% beantwoorde vraag overgeslagen vraag
Aantal reacties 43 142 21 2 208 18
Eigen initiatief
Er is gevraagd of respondenten een voorstel hebben gedaan aan de gemeente als invulling van het traject naar werk. Ruim de helft zegt dat gedaan te hebben (54%); een derde heeft dat niet gedaan. Aan de mensen die hebben aangegeven dat men met een eigen voorstel is gekomen, is gevraagd hoe de gemeente reageerde op hun alternatief. Het merendeel (56%) geeft aan dat hun voorstel door de gemeente is afgewezen. Uit de toelichting blijkt dat veel mensen hebben gevraagd om een opleiding of training. Deze werden in bijna alle gevallen afgewezen met de motivatie dat er onvoldoende budget was. Een andere veel voorkomende afwijzingsgrond blijkt te zijn dat een alternatief niet past binnen (standaard)mogelijkheden van de gemeente. Wat was de reactie van de gemeente? Antwoordopties
Percentage reacties 56% 37% 4% 3%
85 14 5 2
beantwoorde vraag overgeslagen vraag
106 11
Afwijzing Toegekend In behandeling Anders
Aantal reacties
Begeleiding
Op de vraag of men begeleiding krijgt bij het werk antwoordt bijna twee derde van de respondenten ontkennend, waarbij meerderen de opmerking plaatsen dat er geen sprake is van begeleiding maar van toezicht en controle of van slechts een minimale begeleiding. Ook een aantal zegt dat door de aard van de werkzaamheden (laag niveau) geen begeleiding nodig is. Van de mensen die begeleiding krijgen scoort deze begeleiding gemiddeld neutraal: niet goed en niet slecht. Krijgt u begeleiding bij het werk dat u doet? Antwoordopties Ja Nee Weet niet Anders
Percentage reacties 31% 63% 2% 4% beantwoorde vraag overgeslagen vraag
Aantal reacties 66 134 4 8 212 14
Indien ja, wat vindt u van de begeleiding? heel slecht
slecht
niet slecht en ook niet goed
goed
heel goed
6
14
22
27
7
Gemiddelde waardering
3,2 beantwoorde vraag overgeslagen vraag
Aantal reacties 76 76 150
Aan het werk komen
Werk zoeken en begeleiding
Van alle respondenten zoekt drie kwart naar werk en geeft 1 op de 5 niet naar werk te zoeken. Ruim de helft van de respondenten die actief naar werk zoekt, ontvangt daar geen hulp bij van de gemeente. Bij de antwoorden op de categorie ‘Anders’ blijkt dat meerdere respondenten inmiddels werk hebben gevonden. Zoekt u op dit moment naar werk en krijgt u daar hulp bij? Antwoordopties Nee, ik zoek niet naar werk Ja, ik zoek naar werk maar krijg daar geen hulp bij Ja, ik zoek naar werk en krijg daar ook hulp bij Anders
Percentage reacties
Aantal reacties
19% 58% 16% 6% beantwoorde vraag overgeslagen vraag
40 122 34 13 209 17
Solliciteren
Een derde van de mensen die werkt met behoud van uitkering krijgt tijdens werktijd de tijd om te solliciteren. Vaak meldt men erbij dat er wel toestemming gevraagd moet worden voor een sollicitatiegesprek. De meesten uit de groep ‘Anders’ melden dat men voldoende tijd heeft om naast het werk te solliciteren omdat men niet veel uren per week werkt. Ruim 40 procent geeft aan geen tijd te krijgen om naar werk te zoeken. Dat is opmerkelijk als het doel van het traject is dat men uiteindelijk betaald werk gaat verrichten. Meerderen plaatsen de opmerking dat de gemeente vindt dat men in eigen tijd werk moet zoeken. In bijna de helft van de gevallen heeft de gemeente een verplicht aantal sollicitaties per week opgelegd. Er is niet gevraagd naar het aantal verplichte sollicitaties. Krijgt u tijdens uw werk voldoende tijd om naar werk te zoeken, om te solliciteren? Antwoordopties Ja Nee Weet niet Niet van toepassing; ik zoek niet naar werk
Percentage reacties 35% 42% 9% 10%
Aantal reacties 74 88 18 20
4% beantwoorde vraag overgeslagen vraag
Anders
9 209 17
Heeft uw gemeente bij u een aantal verplichte sollicitaties opgelegd? Antwoordopties Ja Nee Weet niet Anders:
Percentage reacties 48% 45% 6% 1% beantwoorde vraag overgeslagen vraag
Aantal reacties 100 94 12 3 209 17
Vergroting van kans op werk
Er is gevraagd wat men nodig denkt te hebben om weer aan het werk te komen. Hierop hebben 188 respondenten geantwoord. Er blijkt het meesten behoefte te zijn aan een opleiding, waarbij het halen van het rijbewijs vaak gemeld wordt. Mensen melden dat men daar zelf geen geld voor heeft en dat de gemeente een scholing niet langer betaalt als gevolg van de bezuinigingen. Veel mensen melden dat men door een arbeidshandicap geen kans maakt bij een werkgever. Wat heeft u nodig om aan het werk te komen? o Opleiding o Kansen bij een werkgever o Begeleiding o Betere werkgelegenheid o Betere gezondheid o Passende baan o Werkervaring o Sollicitatietijd o Anders Totaal
Aantal reacties 51 30 29 23 11 8 8 4 8 188
Inkomsten De bijstandswet biedt de mogelijkheid om mensen die werken met behoud van uitkering een bonus of premie toe te kennen. Bij participatieplaatsen is dat zelfs in de wet opgenomen. Er is gevraagd of men naast de uitkering een premie of bonus ontvangt. Bijna drie kwart ontvangt alleen de uitkering. 1 op de 5 weet het niet of heeft ‘Anders’ ingevuld. Bij de categorie ‘Anders’ wordt meerdere malen de opmerking gemaakt dat het vergoeding van reiskosten betreft. Een aantal respondenten klaagt dat men geen reiskostenvergoeding ontvangt, maar wel kosten maakt. Hetzelfde geldt voor kinderopvang. Iemand klaagt dat men voorheen 12 uur (betaald) werkte omdat dat het maximum was en nu 32 uur moet werken zonder loon. Tot slot maken meerderen melding dat de bonusregeling per januari 2013 afgeschaft is.
Krijgt u, naast een bijstandsuitkering, ook een premie of bonus voor het werk dat u doet? Percentage reacties
Antwoordopties Ja, ik krijg een bonus of premie naast mijn bijstandsuitkering Ik ontvang alleen een bijstandsuitkering Ik krijg een loonaanvulling, naast mijn bijstandsuitkering Weet niet Anders
Aantal reacties
8% 73% 0% 3% 16% beantwoorde vraag overgeslagen vraag
25 155 0 7 24 211 15
Verdringing Bijna de helft van de mensen denkt dat het werk voorheen door betaalde arbeidskrachten werd verricht; veelal door Wsw-ers, maar ook in andere onderdelen binnen de gemeentelijke organisatie (groenvoorziening, administratie) en de zorg. Meerdere malen werd melding gemaakt dat tijdelijke contracten van medewerkers niet verlengd werden en dat in plaats hiervan bijstandsgerechtigden werden ingezet. Worden de werkzaamheden die u nu doet voorheen door een werknemer gedaan die daarvoor loon kreeg betaald? Antwoordopties
Percentage reacties
Aantal reacties
47% 25% 25% 3%
98 52 52 7
Ja Nee Weet niet Anders
beantwoorde vraag overgeslagen vraag
209 17
Mening over Werken met behoud van uitkering Er is gevraagd wat men denkt over werken met behoud van uitkering met de stelling dat de politiek vindt dat iedereen iets moet doen om zijn of haar uitkering te verdienen. Er zijn 202 reacties hierop gekomen. Ruim drie kwart is het met de stelling eens, maar de meesten stellen wel voorwaarden bij werken met behoud van uitkering. Ruim een op de vijf is het niet eens met de stelling, de meest geuite kritiek is dat werken hoort te lonen en dat werken met behoud van uitkering tot verdringing leidt.
o Goed
maar rekening met persoon en eigen inbreng maar wel perspectief op werk maar wel financiële tegemoetkoming, loon maar geen verdringing of bij commercieel bedrijf maar met goede begeleiding/bejegening maar met goede omstandigheden
Aantal reacties 50 30 21 17 12 10 14
voor het opdoen sociale contacten o Tegen o Weet niet Totaal
2 45 1 202
Bijlage 1 Gemeenten waarvan de vragenlijsten naar gemeentelijk beleid zijn ingevuld. Van de gemeenten die cursief zijn gemaakt is een rapportage gemaakt omdat 8 of meer bijstandsgerechtigden uit die gemeente de vragenlijst hebben ingevuld. Gemeentelijk beleid Alblasserdam, Dordrecht, H-I-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht Almelo Alphen aan den Rijn Amsterdam Apeldoorn Beesel Bergen op Zoom Dantumadeel Doesburg Dronten Eindhoven Etten-Leur Gouda Groningen Halderberge Hengelo (Ov) Leeuwarden Middelburg (gezamenlijk beleid met gemeenten Vlissingen en Veere) Noordenveld Oosterhout Oss Rucphen Sittard - Geleen Stadskanaal Utrecht Vlagtwedde Zoetermeer Zundert Bijlage 2 Gemeenten waar bijstandsgerechtigden wonen van wie een vragenlijsten is ontvangen