1.1
openbare orde en veiligheid
1 7
O p e n b a r e
o r d e
e n
v e i l i g h e i d
Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen? 1. Veiligheid in Maassluis Algemeen uitgangspunt in het veiligheidsbeleid van de gemeente is dat in samenwerking met de partners in de veiligheidsketen (brandweer, politie, Maasdelta) wordt gewerkt aan de bevordering van het veiligheidsgevoel bij de inwoners. De gemeente vervult in het kader van de samenwerking een belangrijke regiefunctie. In samenwerking met politie, justitie, brandweer, Maasdelta en wijkbeheer wordt jaarlijks een wijk veiligheidsplan opgesteld. Bovendien wordt gebruik gemaakt van de uitkomsten van de veiligheids index van de politieregio, de resultaten van de gemeenteatlas, tevens wordt het Meldpunt schoon, heel, veilig gebruikt als input. Ter bevordering van de coördinatie en de afstemming is de stuurgroep Lokale veiligheid in het leven geroepen. Deze stuurgroep, die onder voorzitterschap staat van de burgemeester, monitort de voort gang van de uitvoering van het wijkveiligheidsplan. Actieve en structurele communicatie over veiligheidsaangelegenheden draagt in belangrijke mate bij aan het bevorderen van het veiligheidsgevoel van de inwoners. Over de uitvoering van het wijkveiligheidsplan en andere veiligheidsprojecten e.d. wordt dan ook geregeld in gemeente-info, via persberichten, bewonersbrieven, de website etc. gecommuniceerd. Over veiligheid in de brede zin van het woord zijn we voornemens om middels de website hierover meer concrete informatie beschikbaar te stellen. Vanuit de provincie wordt middels de provinciale risicokaart aan de inwoners informatie gegeven over de risico’s in de woon- of werkomgeving. De politie vervult een essentiële rol in de realisering en effectuering van het veiligheidsbeleid. Bereikbaarheid, zichtbaarheid op straat en goede communicatie met de burgerij achten wij van groot belang. In het wekelijkse overleg met de wijkteamchefs wordt voor deze aspecten voortdurend aandacht gevraagd. Naast de politie vervult ook de brandweer een belangrijke rol bij het realiseren van het veiligheids beleid. De ontwikkeling van Brandweer Waterweg heeft de afgelopen jaren dan ook extra aandacht van het gemeentebestuur gekregen. Met de komst van de veiligheidsregio is de zelfstandige positie van Brandweer Waterweg onder druk komen te staan. Een gezamenlijke inspanning van de drie waterweg gemeenten heeft echter geleid tot een acceptabele positionering van Brandweer Waterweg binnen de veiligheidsregio waarbij de aansturing geschiedt via een aparte bestuurscommissie waarin de drie burgemeesters van de waterweggemeenten zitting hebben. Het is de inzet van het gemeentebestuur van Maassluis om alles wat mogelijk is te doen om de hulp verlening van de brandweer kwalitatief op het huidige peil te houden binnen de financieel haalbare kaders.
Crisisbeheersing Het in het kader van de Wet Kwaliteitsbevordering Rampenbestrijding in 2005 aan de Commissaris van de Koningin aangeboden nieuwe crisisbeheersingsplan van de gemeente Maassluis, heeft de toetsing door de provincie op een enkel detail na ruimschoots doorstaan. De aandachtspunten waar de provincie op heeft gewezen (een nieuwe hoogwaterregeling en aandacht voor risicocommunicatie) zijn opgepakt en verwerkt. Het bestrijdingsplan hoogwater zal in september ter vaststelling worden aangeboden.
1 9
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
Inmiddels is de verdere implementatie van de deelplannen ter handgenomen middels instructiebijeen komsten. In 2007 zijn twee oefeningen van de gemeentelijke Veiligheidsstaf gepland. Om deze doelstellingen te realiseren, worden in 2007 de volgende activiteiten uitgevoerd: n opstellen en uitvoeren van het integrale wijkveiligheidsplan n communicatie over veiligheidprojecten en plannen n structureel overleg met politie n aandacht voor positie brandweer waterweg in veiligheidsregio n implementatie deelplannen crisisbeheersing
2. Voorkomen criminaliteit, geweld en overlast Preventieprojecten zoals Pak je Kans, Doe effe Normaal, Halt en Justitieel Casus Overleg worden door de gemeente al enige jaren gesubsidieerd. Dit beleid wordt gecontinueerd. Wel zal het resultaat van de projecten steeds kritisch worden geanalyseerd en zal worden bezien in hoeverre nieuwe projecten gestalte kunnen krijgen. Teneinde de leefbaarheid en de veiligheid in de wijken en buurten te bevor deren worden daar waar nodig fysieke maatregelen getroffen. Het project Achterpadverlichting is inmiddels afgerond maar daar waar zich nog onveilige plekken voordoen wordt alsnog ingespeeld op de mogelijkheid om verlichting aan te brengen. Om deze doelstellingen te realiseren, worden in 2007 de volgende activiteiten uitgevoerd: n continueren preventieprojecten; n fysieke maatregelen.
2 0
O p e n b a r e
o r d e
e n
v e i l i g h e i d
3. Uitbreiding tot 5 toezichthouders – BOA’s Een effectief handhavingsbeleid vormt een belangrijke voorwaarde voor de bevordering van het veilig heidsgevoel. Met de instelling van het team handhaving en toezicht binnen de afdeling OOW is in 2004 een start gemaakt met een integraal beleid op dit terrein. Een belangrijke succesfactor in deze is de nauwe samenwerking en goede afstemming met onder meer brandweer, politie, en DCMR. Binnen het team handhaving en toezicht wordt bijgedragen aan het integraal handhavingsbeleid door zowel bestuursrechtelijk (bestuursdwangprocedures) als strafrechtelijk (optreden van Buiten gewone Opsporingsambtenaren) activiteiten te ondernemen. Het team wordt daarbij ondersteund door de toezichthouders die met name een signalerende functie hebben en bovendien burgers kunnen aanspreken op hun gedrag.
Veilig uitgaan bevorderen Het horecabeleid van de gemeente is gericht op het bevorderen van veilig uitgaan in Maassluis zonder overlast in en om de horecagelegenheden. Structureel overleg met de horecaondernemers, het opstel len van exploitatievergunningen en het toepassen van het horecahandhavingsarrangement (waaraan gemeente, politie en justitie meewerken) dragen bij aan dit beleid. Om deze doelstellingen te realiseren, worden in 2007 de volgende activiteiten uitgevoerd: n uitbreiding bevoegdheden team handhaving en toezicht; n aanstellen extra toezichthouder ; n veilig uitgaan bevorderen.
4. Integratiebevordering Regie en organisatie Platform Allochtonen Maassluis Er zal structureel overleg plaatsvinden tussen de gemeente en vertegenwoordigers van diverse migranten organisaties in Maassluis met als doel: n het gevraagd en ongevraagd adviseren van het gemeentebestuur over voorgenomen en ingezet
beleid; n het initiëren van activiteiten die een brug slaan tussen de diverse Maassluise bevolkingsgroepen; n het fungeren als intermediair voor het gemeentebestuur om de diverse allochtone bevolkings
groepen in onze gemeente te bereiken. Hiertoe zal de gemeente 4 tot 5 keer per jaar een bijeenkomst organiseren met het Platform. De agendacommissie (vertegenwoordigers van het platform) stelt in overleg met de voorzitter van het Platform de agenda’s op. De gemeente biedt ondersteuning door inzet van personeel en faciliteiten.
Inburgering vreemdelingen De Wet Inburgering die naar verwachting per 1 januari 2007 in werking treedt schept het landelijke kader waarbinnen de vreemdelingen (nu nog: nieuwkomers en oudkomers) in de Nederlandse samen leving kunnen inburgeren. Elke vreemdeling die geen leerplicht van 8 jaar achter de rug heeft of niet in aanmerking komt voor een van de gronden tot vrijstelling van het inburgeringsplicht/-examen is na de inwerkingtreding van de nieuwe Wet Inburgering een inburgeringsplichtige. Na 1 januari 2007 vervalt het verschil tussen een nieuwkomer en een oudkomer en de huidige Wet inburgering nieuwkomers en de Regeling Oudkomers worden vervangen door de nieuwe wet.
2 1
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
De nieuwe wet maakt inburgering primair tot de verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige. Daar mag de vreemdeling die in het land van herkomst een entreetoets heeft gedaan 3,5 jaar en een in Nederland woonachtige vreemdeling (bijvoorbeeld een oudkomer) 5 jaar over doen. De inburgeringsplichtige, tenzij een aanbod gedaan door de gemeente, moet zelf de kosten opbrengen en kan zelf het scholingsinstituut uitkiezen om zijn doelstelling te behalen. De inburgeringsplichtige kan een lening voor zijn of haar kosten aanvragen. Bij succesvolle afronding is er een tegemoetkoming in de kosten. De nieuwe wet verplicht de gemeenten om slechts voor een kleine groep een inburgeringaanbod te doen. Voor de overige inburgeringsplichtigen kunnen/mogen gemeenten een aanbod doen en handhaven. Wij zullen vooral inzetten in goed informeren en coachen van (overige) inburgeringsplichtigen. Gemeentelijk beleid op het terrein van o.a. de arbeidsmarkt, participatie en integratie van allochtonen in de samenleving, vormt het kader op lokaal niveau en is complementair op de uitvoering van de Wet Inburgering. n Inkoop gecombineerde trajecten
Voor nieuwkomers met een bijstandsuitkering, statushouders en geestelijke bedienaren gaan wij via een aanbesteding gecombineerde trajecten reïntegratie en inburgering inkopen. Wij gaan deze groep ook handhaven. n Informeren, faciliteren en handhaven inburgeringsplichtigen
Wij gaan de wettelijke taak informeren van inburgeringsplichtigen onderbrengen bij Burgerzaken en Informatiecentrum. Faciliteren van inburgeringsplichtigen is een onderdeel van de informerende taak, in die zin dat deze taak ook een coachende en doorverwijzende component krijgt. Handhaven is alleen aan de orde als wij de inburgeringsplichtige een aanbod hebben gedaan.
Prestatie-indicatoren programma 1.
Rekening 05
begroting 06
begroting 07 5
Aantal bijeenkomsten platform allochtonen Aantal verstrekte subsidies
1
1
1
Aantal rampoefeningen per jaar
2
2
2
Aantal oefeningen brandweer
50
50
50
Aantal klachten in en om horecagelegenheden
30
20
20
90
90
200
200
Aantal verleende vergunningen horecagelegenheden Aantal verleende vergunningen APV Aantal meldingen bij schoon, heel & veilig
1500
Kwaliteit programma 1. Brandweer: aankomsttijden binnen norm
2 2
Rekening 05
begroting 06
begroting 07
80%
80%
80%
O p e n b a r e
o r d e
e n
v e i l i g h e i d
Kwaliteit GemeenteATLAS Maassluis 2005 Rapportcijfer burger voor veiligheid
2001
2005
2007
6,5
6,9
7,0
Kengetallen Cluster openbare orde en veiligheid netto lasten per inwoner in € 70
Maassluis 44
60
43
55
61
Soortgenoten
50 43
40 2003
2004
2005
48
66
71
2006
Wat gaat het kosten? Tabel financiële consequenties Programma 1 (bedragen x € 1.000,-) Bestaand beleid
2005
2006
2007
2008
2009
2010
lasten
1.846
2.005
2.271
2.267
2.269
2.269
baten
125
12
12
12
12
12
-1.721
-1.993
-2.259
-2.255
-2.257
-2.257
2005
2006
2007
2008
2009
2010
30
30
30
30
4
4
4
4
Saldo bestaand beleid nieuw beleid lasten Uitbreiding team handhaving Opvang zwerfdieren Nieuw beleid baten
saldo bestaand en nieuw beleid
2005
2006
2007
2008
2009
2010
-1.721
-1.993
-2.293
-2.289
-2.291
-2.291
2 3
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
Tabel onttrekkingen / stortingen reserves van dit programma bedragen x € 1000,mutatie reserves
2007
2007
2008
2008
2009
2009
2010
2010
stortingen
onttrekk.
stortingen
onttrekk.
stortingen
onttrekk.
stortingen
onttrekk.
Bijdrage brandweer Totaal mutatie reserves
63 0
63
0
0
0
0
0
Toelichting wijzigingen bestaand beleid De mutaties binnen het bestaand beleid ten opzichte van 2006 worden voornamelijk veroorzaakt door verwerking van het nieuwe beleid 2006 (‘Brandweer’ en ‘Integraal veiligheidsbeleid en openbare orde’), de doorwerking van begrotingswijzigingen 2006 (‘Brandweer’) en de wijzigingen in de apparaats lasten door de toerekening van meer of minder ambtelijke uren. Een en ander binnen de kaders van het bestaande beleid.
Toelichting nieuw beleid Uitbreiding team handhaving In 2006 is een extra toezichthouder ingehuurd via uitzendbureau Start. De kosten die hiermee zijn gemoeid zijn in 2006 ten laste gebracht van het budget Openbare Orde en Veiligheid. Omdat het project ‘Beveiliging Winkelcentra’ (inhuren beveiligingsbedrijf voor onder meer nachtelijke controles in en om winkelcentra) geen doorgang vond, was er binnen het reguliere budget incidenteel ruimte voor deze toezichthouder. Om het team handhaving en toezicht structureel de mogelijkheid te bieden extra inzet bij winkelcentra en scholen te plegen, wordt voorgesteld om de extra toezichthouder toe te voegen aan de personeels formatie toezichthouders. De kosten hiervoor bedragen € 30.000,-.
Opvang zwerfdieren Dit betreft een wettelijke taak. De budgetverruiming van € 4.000,- betreft de bekostiging van uitbrei ding van de opvang tot alle zwerfdieren en niet alleen van honden en katten.
Investeringen In 2007 worden binnen dit programma geen investeringen gedaan.
2 4
0
1.2
stedelijke ontwikkeling EN E C ONO M IE
S t e d e l i j k e
o n t w i k k e l i n g
e n
e c o n o m i e
Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen? 1. Het bouwen van gemengde wijken met minimaal 33% goedkope woningen Het streven is erop gericht om een zo evenwichtig mogelijk woningbestand te realiseren. Het beleid terzake is neergelegd in de in 2005 vastgestelde Nota bouwen en vernieuwen. In deze nota is het beleid vervat voor de komende vijf jaar. Het streven is met name gericht op het bouwen van ten minste 1.400 woningen (exclusief sloop) voor 2010, waarvan ten minste 33% sociaal/goedkoop genoemd kan worden. Het beleid is in 2006 verder aangescherpt via onder meer het Programma op Hoofdzaken, met name op het punt van starters op de woningmarkt. De 33% is nader verdeeld in 20% goedkope woningen en 13% starters-woningen. Starters behoeven zowel via nieuwbouw, woonruimteverdeling als financiering de komende jaren meer aandacht. De opgave is gericht om per saldo te komen tot de realisatie van ongeveer 950 woningen in de periode 2005-2010. Om dit aantal te halen zal een extra inspanning noodzakelijk zijn. Zowel op het terrein van de woningbouw als de stedelijke vernieuwing zijn wij actief om subsidies te verkrijgen bij hogere overheden. Deze subsidies zijn overigens afhankelijk van de voortgang bij de bouwprojecten, die wij periodiek zullen monitoren. Conform de wens van de raad zullen wij elk half jaar een voortgangsrapportage woningbouw en stedelijke vernieuwing uitbrengen. Overigens ligt de productie vooralsnog op schema waarbij wel moet worden aangetekend dat sprake is van een “code orange”.
Woonruimteverdeling / raamconvenant wonen Op basis van de nieuwe regionale overeenkomst woonruimteverdeling zal in de komende jaren met Maasdelta en de VBBM invulling gegeven worden aan een goede woonruimteverdeling. Daarbij zal naast specifieke aandacht voor starters, de aandacht ook uitgaan naar lokaal maatwerk, herhuisvesting e.d. In overleg met Maasdelta en VBBM zijn (aanpassingen van de) bijlagen bij het raamconvenant wonen in voorbereiding. Het gaat daarbij om de aan te passen bijlage woonruimteverdeling alsmede om een nieuwe bijlage op het terrein van wonen, zorg en welzijn.
2 9
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
Woononderzoek Het landelijk woononderzoek, waarin wij als gemeente samen met Maasdelta participeren, is in 2006 gehouden. Via de Kadernota 2007 zijn de kosten voor de rapportages over dit onderzoek gedekt. De rapportages verwachten wij in het voorjaar van 2007 aan u te kunnen aanbieden.
2. Geen nieuwe sloopbesluiten In de komende raadsperiode zullen geen nieuwe sloopbesluiten met betrekking tot de woningbouw worden genomen, ten einde de aanwezige woningvoorraad zoveel mogelijk te behouden. De besluiten inzake de uitvoering van de Burgemeesterwijk 3e fase zullen na 2010 worden genomen.
3. Maatregelen ter ondersteuning van starters Aan ontwikkelaars zal vanaf heden worden gevraagd om waar mogelijk te voldoen aan de volgende concrete doelstellingen: 20% goedkope huur tot € 520,- dan wel € 485,- indien 2 - 3 kamerwoningen en bij voorkeur 15%, maar in ieder geval 13% koopwoningen met een prijsdifferentiatie tot maximaal € 200.000,- en gemiddeld onder € 163.000,- , primair voor starters en zoveel mogelijk in Maatschappelijk Gebonden Eigendom (MGE)-verband of met vergelijkbare constructies.
Startersbeleid De komende jaren is er extra aandacht voor starters op de woningmarkt. Dat vindt plaats via het bijstellen van afspraken met Maasdelta en VBBM in het kader van het raamconvenant wonen (woonruimteverdeling en woningbouw), maar ook via afspraken met projectontwikkelaars over het aantal te bouwen woningen speciaal voor deze groep. Daarnaast hebben wij besloten om vanaf 2007 speciale leningen aan starters op de koopmarkt te verstrekken via het Stimuleringsfonds Startersregeling van de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn). De omvang van het fonds voor startersleningen bedraagt € 842.000,-.
3 0
S t e d e l i j k e
o n t w i k k e l i n g
e n
e c o n o m i e
4. Stimuleren eigen woningbezit Het eigen woningbezit zal worden gestimuleerd door in de nieuwbouw overwegend koopwoningen te bouwen, door het verstrekken van startersleningen (zie hiervoor; punt 3), alsmede door het waar mogelijk realiseren van MGE-woningen.
5. Ruimtelijke gebiedsvisie/ Beperking hoogbouw in Maassluis Van bijzonder belang is de Gebiedsvisie Maassluis. Aan de hand van diverse onderzoeken, voor wat betreft bijvoorbeeld woningbouw, economie en verkeer, wordt in deze gebiedsvisie het ruimtelijk beleid voor de komende jaren (tot 2020) geformuleerd. De visie is met name van belang voor de herinrichtingsopgave in de gebieden Kapelpolder, De Kade en de Dijk. De Gebiedsvisie Maassluis is aan u gepresenteerd op de thema-avond van 7 juni 2006. De visie zal in 2007 ter vaststelling aan u worden aangeboden. De visie vormt de basis voor het op stellen van bestemmingsplannen. Onder andere door de vaststelling van deze bestemmingsplannen worden de randvoorwaarden voor de gewenste ruimtelijke ontwikkeling vastgelegd, die uiteindelijk in samenwerking met marktpartijen wordt gerealiseerd. Voorts is van belang voor een stedenbouwkundig en planologisch gewenste (her)ontwikkeling van gebieden de in ontwikkeling zijnde visie betreffende locaties in de stad waar mogelijk hoger gebouwd zou kunnen worden dan dat gebruikelijk is. Een eerste concept van deze visie is in 2006 aan u gepresenteerd. De visie beoogt die locaties in beeld te brengen waar in stedenbouwkundige zin, door te werken met andere bouwhoogtes, waarde toegevoegd wordt aan de beleving van de stad. De hogere bouwhoogte mag volgens de visie alleen op deze bijzondere locaties worden ingezet. Of daadwerkelijk op die locaties gewerkt gaat worden met grotere hoogtes en in welke verschijningsvorm wordt uiteindelijk bepaald door middel van een op te stellen bestemmingsplan. In 2007 zal in samenhang met de procedure Gebiedsvisie Maassluis de voornoemde visie verder worden ontwikkeld en ter vaststelling worden aangeboden.
Specifieke projecten Voor het opstarten van specifieke projecten zal in 2007 toepassing worden gegeven aan artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Door toepassing van dit artikel kan vrijstelling worden verleend van het vigerende bestemmingsplan en wordt geanticipeerd op het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan. Een overzicht van alle projecten zal worden opgenomen in de Nota Grondbedrijf. De projecten Brouwerijstraat, Steendijkpolder en Vloot- Schutsluis zijn hierin niet opgenomen omdat bij deze ontwikkelingen niet is voorzien in eigen grondexploitatie. Over deze ontwikkelingen wordt u separaat geïnformeerd.
Actualisatieslag De gemeente Maasluis is in 2004 naar aanleiding van een onderzoek van de VROM-inspectie gestart met een omvangrijke “actualisatieslag” van de verschillende bestemmingsplannen. Deze inhaalslag is nog in volle gang. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de bestemmingsplannen die in procedure zijn en bestemmingsplannen die in komende jaren op “de rol” worden gezet. De actualisatie betreft in hoofdzaak de herziening van zogenaamde conserverende bestemmingsplannen.
3 1
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
Overzicht actualisatie bestemmingsplannen Vanaf 2003 constateerde de VROM-Inspectie dat het overgrote deel van de bestemmingsplannen van Maassluis sterk verouderd was. Eind 2004 is begonnen met de actualisatie van diverse bestemmingsplannen. Inmiddels lopen er 10 herzieningen van bestemmingsplannen. In de komende periode zullen een aantal te herziene bestemmingsplannen worden samengevoegd. Herzieningen van deze plannen zullen in 2007 en 2008 op de rol worden gezet. Dit geeft het volgende beeld: 1. Steendijkpolder-Noord en Steendijkpolder-Zuid (opstarten 2007); 2. Dijkpolder I, Dijkpolder II, Lange Boonestraat en Verto e.o. (opstarten 2007/2008); 3. Koningshoek I en Chopinstraat e.o. in te voegen bij het nog op te stellen bestemmingsplan voor de Koningshoek; 4. Taanschuurpolder en Oranjewijk (opstarten 2007); 5. ’t Hoofd (opstarten 2008).
6. Hoogwaardige bebouwing Dijkpolder met 3e aansluiting A20 en hoogwaardig voorzieningenniveau Bij het opzetten van het stedenbouwkundig plan wordt uitgegaan van een hoogwaardige woonwijk, een derde aansluiting op de A20 en een hoogwaardig voorzieningenniveau. In het komende jaar zal dit in de planuitwerking worden meegenomen, door middel van projectdocumenten en voortgangsrapportages zult u inzake het vorenstaande worden geïnformeerd.
7. Kwaliteit van woonomgeving De kwaliteit van de woonomgeving is essentieel voor de kwaliteit van leven. Er zal nadrukkelijk aandacht besteed worden aan het verbeteren van het onderhoudsniveau van de voorzieningen.
8. Prioritering bouwprojecten Voor het bevorderen van goede ruimtelijke (her)ontwikkeling van de stad is een actueel ruimtelijke instrumentarium essentieel. Door middel hiervan kunnen de verschillende ruimtelijke belangen op een goede wijze worden afgewogen en op elkaar worden afgestemd. Mede op basis van de belangen afweging zullen prioriteiten worden gesteld binnen de verschillende projecten. Een voorstel tot prioritering van de verschillende projecten heeft u inmiddels bereikt.
Ruimtelijke gebiedsvisie Zie hiervoor; punt 5.
Onderzoek naar ontwikkeling Kapelpolder Mede naar aanleiding van de Gebiedsvisie Maassluis zal de ontwikkeling van het gebied Kapelpolder worden onderzocht. Nog in 2007 zal aan u een bestemmingsplanherziening ter vaststelling worden aangeboden. Deze herziening heeft een beschermend karakter. Een verdere vestiging van zware bedrijvigheid wordt door vaststelling van de herziening uitgesloten. Vervolgens zal mede afhankelijk van de voortgang van de ontwikkelingen in Kapelpolder een integrale herziening worden opgesteld.
Herontwikkeling winkelcentra Voor de winkelcentra Binnenstad, Koningshoek en Steendijkpolder worden de nodige plannen ontwikkeld. Kortheidshalve wordt hier verwezen naar Revitalisering Binnenstad nr. 10, het project Koningshoek in de Nota grondbedrijf.
3 2
S t e d e l i j k e
o n t w i k k e l i n g
e n
e c o n o m i e
Beleidsplan Ruimtelijke Ordening Tot slot vormt een belangrijk instrument het Beleidsplan Ruimtelijke Ordening. In dit plan wordt vast gelegd hoe de gemeente omgaat met wettelijke bevoegdheden voortvloeiende uit de Wet op de Ruimtelijke Ordening en aanverwante wetgeving. Het plan geeft onder meer aan welke prioriteitstelling wordt gehanteerd bij de herziening van bestemmingsplannen. Plannen bijvoorbeeld waarin een instrument ontbreekt om afstemming te realiseren tussen bedrijfsmatige activiteiten en gevoelige activiteiten zoals “wonen” krijgen prioriteit. Een voorbeeld hiervan is de “Partiele herziening Kapelpolder”. Ook bijvoorbeeld aan gebieden waar geen adequaat planologisch regime geldt, kent het Beleidsplan prioriteit toe. In dit verband moet gedacht worden aan het gebied “De Kade”. Het beleidsplan is inmiddels vastgesteld.
9. De Dijk bestemmen voor bedrijvigheid en begraafplaats Voor de Dijk zal een bestemmingsplan worden opgesteld uitgaande van de Gebiedsvisie Maassluis dat voorziet in de vestiging van een begraafplaats en kleinschalige schone bedrijvigheid. Het bestemmingsplan zal u in 2007 ter vaststelling worden aangeboden.
3 3
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
10. Versterken van de historische Binnenstad en de haven Revitalisering Binnenstad Met de ondernemers in de Binnenstad is in 2006 een samenwerkingsovereenkomst gesloten waarmee de revitalisering van de Binnenstad gezamenlijk kan worden opgepakt. De overeenkomst is een vervolg op het economisch actieplan dat samen met de ondernemers uit de Binnenstad is vervaardigd. De overeenkomst geeft mede vorm aan de samenwerking tussen de ondernemers, de centrummanager en de nog aan te stellen acquisiteur/accountmanager. Dit samenwerkingsverband geeft mede vorm aan het uitwerken van een robuust pakket van maatregelen op het terrein van economie en de kwaliteit van de woon- en leefomgeving in de Binnenstad. Er komt een beeldkwaliteit- en reclamebeleid en een Binnenstadsadviesraad (Bar), waarin belangen en disciplines zitting hebben. De Bar adviseert en initieert aangaande binnenstadsaangelegen en projecten.
Havenbeleid Ter uitvoering van het Havenbeleid zal nog in 2006 dan wel in begin 2007 gestart worden met het plaatsen van de bewegwijzeringborden en informatiezuilen/panelen. De kosten daarvan, € 25.000,-, zijn geraamd voor 2006 maar kennen mogelijk een doorloop naar 2007. De jaarlijkse kosten bedragen € 2.500,- voor de Schouwcommissie, alsmede € 15.000 voor de samenwerkende historische sleepvaartorganisaties (Kadernota 2007). Hiervoor moeten zij wel een programma met activiteiten op het gebied van cultuur, educatie en promotie overleggen.
11. Behoud en beperking exploitatielasten VVV/ onderzoek herhuisvesting VVV In Maassluis worden door verschillende organisaties promotionele activiteiten verricht, waaronder die door de Stichting Promotie Maassluis (SPM), de centrummanager, de VVV en de gemeente zelf. De gemeente verleent voor een groot aantal van deze activiteiten subsidie. Met de SPM en de centrummanager zullen uitvoeringsovereenkomsten worden aangegaan. Voor de centrummanager is er een structureel budget van € 5.000. Voor SPM is voor de jaren 2007 en 2008 per jaar € 13.500,- beschikbaar. De informatieverstrekking aan toeristen is een belangrijk onderdeel van stadspromotie. Het streven is daarbij om de exploitatiekosten van de VVV te beperken en daartoe in 2007, bij het aflopen van het huidige contract met de VVV, ten behoeve van 2008 nieuwe afspraken te maken.
12. Versterking Maassluise bedrijfsleven door gunstige voorwaarden te scheppen De ambitie van Integrale Economische Beleidsnota Maassluis (juli 2006) is gericht op meer werk en minder pendel. In termen van werkgelegenheid is de daarin geformuleerde minimumopgave voor de toekomst tot 2015 de creatie van ruim 600 banen. Indien ook de ambities inzake het terugdringen van de pendel en het woningbouwprogramma waargemaakt kunnen worden betekent dit nog eens 690 extra banen. Wij zullen de komende jaren aan deze doelstellingen en de daaruit voortvloeiende beleidsmaatregelen en activiteitenprogramma’s werken en zijn voornemens om de voortgang daarin in 2008 tussentijds te evalueren. Om de doelstellingen en ambities op het terrein van de economie waar te maken zijn in de Integrale Economische Beleidsnota (2006) maatregelen opgenomen. Genoemde beleidsmaatregelen zijn mede in het licht van de Kadernota 2007 nader uitgewerkt en betreffen met name het volgende:
Acquisitiebeleid De nieuw aan te stellen acquisiteur/accountmanager zal starten met het voorbereiden van een gericht acquisitiebeleid voor herstructureringsgebieden zoals de Dijk, de Kapelpolder en zal, op pro-actieve wijze, de contacten met de verschillende winkelcentra onderhouden.
3 4
S t e d e l i j k e
o n t w i k k e l i n g
e n
e c o n o m i e
Daarnaast zal de acquisiteur/accountmanager nadrukkelijk betrokken zijn bij het overleg met het lokale bedrijfsleven (zie hierboven; onderdeel ‘Revitalisering Binnenstad’). Onder zijn verantwoordelijkheid zal in 2007 een onderzoek worden ingesteld naar de haalbaarheid van parkmanagement op het bedrijventerrein De Nieuwe Waterweg, vooreerst op beperkte schaal. Met Parkmanagement kan winst worden behaald voor zowel de ondernemer (kostenvoordeel van gezamenlijk inkopen bijvoorbeeld) als het milieu. Indien er draagvlak voor is kan parkmanagement worden uitgebreid.
Mentorbeleid Het Mentorbeleid voor startende ondernemers is medio 2006 van start gegaan. Het betreft een coproductie van de samenwerkende organisaties OFM, BKM Kamer van Koophandel en gemeente. Ook voor 2007 is budget geraamd en nodig. Voor het mentorbeleid is voor 2006/2007 een bedrag van € 40.000,- beschikbaar. In 2007 volgt een evaluatie of het beleid aan de verwachtingen voldoet. Als dan zal vanaf 2008 een structureel bedrag in de begroting nodig zijn .
Overleg met bedrijfsleven Ook in 2007 staat overleg met het bedrijfsleven, voornamelijk verenigd in OFM en BKM, nadrukkelijk op de agenda. Dit geschiedt via het periodieke lokaal economische overleg (Leo en Leo+) en de regionale pendant daarvan (het Reo en de werkgroep Reo), maar vanzelfsprekend ook op incidentele basis.
Ondernemersloket Afgelopen zomer 2006 is het functioneren van het Ondernemersloket Maassluis onder de loep genomen. Dat heeft geleid tot een bijstelling van de doelstellingen, herschikking van taken en een voorstel tot een andere meer pro-actieve werkwijze. Een periode tot begin 2007 wordt gebruikt om op onderdelen de taken en verantwoordelijkheden verder uit te werken en de andere manier van werken te implementeren. Aansluiting zal worden gezocht bij het Bedrijfsloket van de kamer van Koophandel. Door middel van het bedrijfsloket zullen de Maassluise ondernemers ook betrokken worden bij reïntegratieactiviteiten in het kader van de WWB.
13. Gemeentelijke coördinatieregeling Met ingang van 1 februari jl. biedt de Wet op de Ruimtelijke Ordening de mogelijkheid om diverse besluiten ten behoeve van ruimtelijke projecten te bundelen. Wij zullen te zijner tijd de gemeenteraad voorstellen om voor een ruimtelijk project een coördinatiebesluit te nemen.
14. Introductie omgevingsvergunning In 2008 treedt naar alle waarschijnlijkheid de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking. Met de introductie van de omgevingsvergunning dienen de nodige organisatorische aanpassingen doorgevoerd te worden.
15. Inwerkingtreding Wet Ruimtelijke Ordening Na verwachting treedt in 2007 de herziene Wet Ruimtelijke Ordening in werking. Het onderdeel grondexploitatie maakt hier onderdeel van uit. Als gevolg hiervan dient van gemeentewege een aantal verordeningen te worden vastgesteld.
3 5
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
Prestatie-indicatoren Rekening 05
begroting 06
begroting 07
3
2
4
Verleende bouwvergunningen
110
95
100
Aantal opgeleverde woningen
1
67
348
-
378
-
-
25
7
7
7
148
170
190
Rekening 05
begroting 06
begroting 07
Bouwvergunning binnen termijn
99%
100%
100%
Doorlooptijd procedure bestemmingsplannen gem.
2 jr.
2 jr.
2 jr.
- goedkope huur, maximaal
20%
20%
20%
- goedkope koop, minimaal
13%
13%
13%
- koop, minimaal
60%
60%
60%
- grondgebonden, minimaal
40%
40%
40%
- nultredenwoning, minimaal
40%
40%
40%
ca. 6200
6250
6300
2001
2005
2007
Rapportcijfer burger voor leefbaarheid
7,2
7,2
7,2
Rapportcijfer burger voor kwaliteit woonomgeving
6,3
6,7
6,8
Rapportcijfer voor voorzieningen
7,0
6,6
6,6
programma 2. Aantal geactualiseerde bestemmingsplannen
Aantal gesloopte woningen Aantal woningen t.b.v. starters Aantal verstrekte startersleningen Aantal toeristen* Aantal lokaal economische overleggen Aantal klanten ondernemersloket * In 2007 wordt gestreefd naar een nul-meting
Kwaliteit programma 2.
Doelen nieuwbouwdifferentiatie 2005-2010:
Doelstelling 2015 ten minste 600 extra banen
Gemeenteatlas Maassluis 2005
3 6
S t e d e l i j k e
o n t w i k k e l i n g
e n
e c o n o m i e
Kengetallen Functie economische zaken 6
netto lasten per inwoner in €
4
Maassluis
2
3
1
3
-2
-1
4
Soortgenoten
0 -2 2003
2004
2005
7
5
2006 Cluster: Ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing 40 35
netto lasten per inwoner in €
30
Maassluis 16
25
16
24
18
Soortgenoten
20 23
15 2003
2004
2005
23
36
44
2006
Cluster: Volkshuisvesting 20 15
netto lasten per inwoner in €
10
Maassluis 8
5
9
0
8
-4
Soortgenoten 17
-5 2003
2004
2005
18
15
13
2006
3 7
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
Wat gaat het kosten? Tabel financiële consequenties Programma 2 (bedragen x € 1.000,-) Bestaand beleid
2005
2006
2007
2008
2009
2010
lasten
20.839
11.184
24.028
7.253
10.401
6.366
baten
15.540
10.325
23.719
6.944
9.995
5.973
Saldo bestaand beleid
-5.300
-859
-309
-309
-406
-392
2005
2006
2007
2008
2009
2010
economisch beleid (motie)
50
50
50
50
uitvoering integr.ec.beleidsnota
15
15
15
15
VVV
-20
-20
-20
-20
uitbreiding ROM
73
73
73
73
starters op de woningmarkt
40
40
40
40
woningbehoefteonderzoek
0
0
30
0
afschrijving maatschappelijke investeringen tlv AR
0
0
0
0
nieuw beleid lasten
nieuw beleid baten
saldo bestaand en nieuw beleid
2005
2006
2007
2008
2009
2010
-5.300
-859
-467
-466
-593
-550
Tabel onttrekkingen / stortingen reserves van dit programma bedragen x € 1000,mutatie reserves
2007
2007
2008
2008
2009
2009
2010
2010
stortingen
onttrekk.
stortingen
onttrekk.
stortingen
onttrekk.
stortingen
onttrekk.
Geen mutaties
Totaal mutatie reserves
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting wijzigingen bestaand beleid In dit programma zijn de cijfers van het grondbedrijf opgenomen, zoals bij de 2e kwartaalrapportage 2006 is gemeld. Dit veroorzaakt vooral in 2007 een flinke verhoging van zowel de bestaande lasten als de bestaande baten. Verder veroorzaakt voornamelijk de verwerking van het nieuwe beleid 2006 (Mentorbeleid, Havenbeleid en Promotie-activiteiten) en de wijzigingen in de apparaatslasten (‘Ruimtelijke ordening’) voor de mutatie van het saldo van het bestaande beleid. Een en ander binnen de kaders van het bestaande beleid.
Mentorbeleid Voor mentorbeleid is een bedrag van € 40.000,- voor 2006 met een mogelijke doorloop naar 2007 beschikbaar. Hiervoor zal een voorstel aan de raad gedaan worden.
3 8
0
S t e d e l i j k e
o n t w i k k e l i n g
e n
e c o n o m i e
Havenbeleid Ter uitvoering van het Havenbeleid zal nog in 2006 dan wel in begin 2007 gestart worden met het plaatsen van de bewegwijzeringborden en informatiezuilen/panelen. De kosten, ad. € 25.000,-, zijn geraamd voor 2006 maar kennen mogelijk een doorloop naar 2007. Hiervoor zal de raad een voorstel gedaan worden.
Promotie-activiteiten Voor activiteiten van SPM is € 40.000,- benodigd over een periode van drie jaar. Het bedrag is opgebouwd uit circa € 13.500,- in 2006, 2007 en 2008. Per jaar is voorts vanaf 2006 structureel € 5.000,beschikbaar voor de centrummanager.
Toelichting nieuw beleid Acquisitiebeleid (motie economisch beleid) De raad heeft bij motie er op aangedrongen dat er € 50.000,- structureel ter beschikking wordt gesteld voor de uitvoering van het economisch beleid. Dit bedrag is, zoals aangekondigd in de Kadernota 2007, nodig om dit beleid nader vorm te geven via accountmanagement/acquisiteur.
Uitvoering integrale economische beleidsnota In de Kadernota 2007 is aangegeven dat vanaf 2007 voor de samenwerkende organisaties rondom de haven structureel een bedrag van € 15.000,- beschikbaar is.
VVV Contractueel zijn wij tot eind 2007 verplicht om een bedrag van € 65.588,- aan de VVV te subsidiëren. Op dit moment worden alternatieve locaties onderzocht en een andere opzet van de organisatie nagestreefd, waarbij het voornemen is om een voordeel in de exploitatie c.q. in de subsidie te behalen van € 20.000,-.
Uitbreiding ROM Bij besluit van 20 december 2005 heeft de raad besloten de noodzakelijke uitbreiding van de afdeling Ruimtelijke Ordening en Milieu te accorderen.
Startersbeleid Zoals aangekondigd in de Kadernota 2007 is voor het verstrekken van leningen ten behoeve van starters op de koopwoningmarkt een bijdrage nodig aan het Stimuleringsfonds Startersregeling van € 842.000,-. Voor de structurele rente- en beheerskosten is vanaf 2007 € 40.000,- opgenomen.
Woningbehoefteonderzoek Voor de rapportages over het woononderzoek is, zoals aangekondigd in de Kadernota 2007, eens in de drie jaar een bedrag opgenomen van € 30.000,-.
Afschrijving maatschappelijke investeringen In 2007 zijn er investeringen met maatschappelijk nut versneld afgeschreven ten laste van de Algemene Reserve. Het betreft hier met name investeringen in grondwerken, wegen, bruggen, waterbouw en enkele speelvoorzieningen. Dit levert een voordeel op in de afschrijvingslasten. Dit voordeel is vewerkt in elk programma en wordt daarom niet meer afzonderlijk vermeld.
Investeringen In 2007 worden binnen dit programma geen investeringen gedaan.
3 9
1.3
stedelijk beheer
4 1
S t e d e l i j k
b e h e e r
Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen? 1. Continuering campagne Schoon, Heel en Veilig De campagne Schoon, Heel en Veilig zal in de komende jaren worden voortgezet. Het opstellen van een convenant leefbaarheid, het jaarlijks op te stellen wijkveiligheidsplan en de uitvoering van het hand havingsbeleid zullen de leidraad vormen voor het nader concretiseren van de wijkgericht aanpak. Zie hiervoor ook hoofdstuk 1.1.
2. Handhaven en verbeteren groenstructuur De bestaande groenstructuur in en rondom Maassluis mag niet worden aangetast en zal waar mogelijk worden versterkt met meer en hoogwaardiger groen. Om dit te realiseren worden zowel in 2007 als de volgende jaren op basis van beschikbare budgetten de volgende activiteiten uitgevoerd: n implementatie waar mogelijk van het bestaande groenstructuurplan; n onderhouden van het groen in Maassluis conform het Groenbeheerplan en
de beschikbare onder-houdsbudgetten; n implementatie van het nog vast te stellen instrument BOR (Handboek Beheer Openbare Ruimte)
4 3
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
Handboek Beheer Openbare Ruimte (BOR) Mede ingegeven door de financiële positie wordt de noodzaak erkend de beschikbare middelen optimaal te benutten. In het begin van 2006 is in samenwerking met het bureau Oranjewoud een aan vang gemaakt met de ontwikkeling van een handboek Beheer Openbare Ruimte, dat de eisen vastlegt waaraan de inrichting en het beheer van de openbare ruimte zou moeten voldoen. De verdere uitwerking van het instrument BOR zal in 2006 verder gestalte krijgen en worden afgerond. Vanaf 2007 zal dit instrument, het handboek, als leidraad gaan dienen en het handelingskader vormen voor het maken van strategische keuzes voor het gewenste ambitie- en kwaliteitsniveau binnen de beschikbare (onderhoud) budgetten voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Bovendien kan bij communicatie naar de samenleving toe het handboek worden gebruikt bij het begrijpelijk maken van de beheerkwaliteit en om uit te leggen welke, waarom en hoe beslissingen zijn genomen. Zie ook hoofdstuk 2.3 ‘Onderhoud kapitaalgoederen’.
Herstructurering Binnenstad Bij de verdere planontwikkeling van de Binnenstad zal de mogelijkheid voor het realiseren van een groen stadsparkje worden meegenomen. Dit geschiedt, zoals vaker bij herontwikkeling van gebieden, door het vaststellen van de diverse uitgangspunten op te nemen in een programma van eisen.
3. Realisering speeltuin met kinderboerderij In 2006 is het speelruimteplan vastgesteld. Gestreefd zal worden naar een uitvoering binnen 10 jaar. Gezien het beschikbare structurele budget van € 50.000,- zullen per jaar prioriteiten worden gesteld. Er zal gestart gaan worden met de voorzieningen voor 12 t/m 18 jarigen. Als deze voorzieningen, zoals in het plan aangegeven, zijn gerealiseerd, wordt bezien welke buurten en voorzieningen daarna aan gepakt gaan worden. Uiteraard zal steeds op de actualiteit worden ingespeeld. Het college zal, conform de aangenomen motie “onderzoek aanleg speeltuin met kinderboerderij” in samenspraak met de gemeenteraad het gevraagde onderzoek uitvoeren.
4. Concretiseren wijksgewijze aanpak Doel van het beleid op het terrein van wijk- en buurtbeheer is het creëren van leefbare wijken en buur ten door samenwerking van partners in het wijkbeheer. Om deze doelstelling te realiseren worden de partners (politie, Maasdelta en VBBM) en de bewoners nadrukkelijk betrokken bij het op te stellen wijkveiligheidsplan. Daarnaast wordt wederom een gemeenteatlas uitgebracht die als onderlegger voor het wijkveiligheidsplan als ook voor te ontwikkelen beleid zal dienen. Daarnaast zal op grond van het afgesloten convenant leefbaarheid samen met genoemde partners structureel overleg met bewonersorganisaties worden gecontinueerd en daar waar nodig geïnitieerd teneinde tot een gezamenlijke aanpak te komen. Bovendien zullen activiteiten die de leefbaarheid en de veiligheid bevorderen op wijkniveau worden georganiseerd.
5. Goede Afwikkeling autoverkeer Mede met het oog op de groei van het aantal woningen in Maassluis, wordt zeer nadrukkelijk aandacht besteed aan de afwikkeling van het autoverkeer. Doorgaand verkeer dient in woongebieden te worden beperkt. M.b.t. de afwikkeling van het autoverkeer gelden de volgende uitgangspunten: n De ontsluiting door het autoverkeer van het bouwproject Dijkpolder mag niet uitsluitend worden
geconcentreerd op de Westlandseweg, maar moet ook rechtstreeks via het rijkswegennet kunnen plaatsvinden. De overeenkomst met Lely over de bebouwing van de Dijkpolder, wordt pas aange gaan op het moment dat de ontsluiting via het rijkswegennet geregeld is. (zie ook hoofdstuk 1.2, onderdeel 6) Dit wordt meegenomen in de ontwikkeling van het project de Dijkpolder. In 2007 zullen werkzaamheden worden verricht om deze beleidslijn verder uit te werken;
4 4
S t e d e l i j k
b e h e e r
n De afwikkeling en doorstroming op kruispunten in de verkeersaders worden bekeken. Indien de
ruimte hiervoor beschikbaar is, zullen kruispunten worden vervangen door rotondes als dit een positieve bijdrage levert aan de doorstroming van het verkeer en verkeersveiligheid; n In de Wegenstructuurvisie wordt inzicht gegeven in de ontwikkeling van de verkeersafwikkeling
mede als gevolg van de uitbreiding van het woningaanbod. De visie ondersteunt de noodzaak tot reconstructie van het Havenplein waarbij aangesloten wordt op het verbeteren van de woonschoolroute en de ontwikkeling van het Balkon; n In de 1e fase van de ontwikkeling van het Balkon zal een langzaam verkeertunnel bij station
Maassluis-West worden gerealiseerd; n Problemen met doorgaand autoverkeer, zijnde geen bestemmingsverkeer zullen in de Zuidbuurt
en op de Noordvliet worden aangepakt. Indien zich in deze straten concreet problemen voordoen wordt in overleg met de bewoners gestreefd deze op te lossen. Om deze uitgangspunten te realiseren worden de volgende activiteiten uitgevoerd: n In het traject van de totstandkoming van de studieresultaten voor de Wegenstructuurvisie was een
drietal workshops opgenomen waarin de te onderzoeken varianten en de te behandelen aspecten aan de orde zijn gesteld. Op basis van genoemde uitgangspunten en de resultaten van deze work shops wordt nu de laatste hand gelegd aan het concept-eindrapport van de Wegenstructuurvisie. Als alles volgens planning verloopt, verwachten wij binnenkort een besluit over de Wegenstruc tuurvisie te kunnen nemen. Wij zijn voornemens om, alvorens de raad hierover te consulteren, de inspraakverordening op de Wegenstructuurvisie toe te passen. Wij zullen u tussentijds nader berichten over de voortgang ten aanzien van de ontwikkelingen rondom Wegenstructuurvisie; n De rotonde Mozartlaan-Westlandseweg wordt in 2007 opgeleverd; n Bij noodzakelijke reconstructies van kruispunten in verkeersaders zal een vormgeving als rotonde
primair het uitgangspunt zijn. Bij noodzakelijke vervangingen van verkeersregelinstallaties zal eveneens de reconstructie tot rotonde worden onderzocht.
6. Snelheidsremmende maatregelen Snelheidremmende maatregelen leveren een bijdrage aan de verbetering van de verkeersveiligheid. Daarom zal onderzoek worden verricht om het aantal 30 km routes uit te breiden. Bovendien moeten snelheidsbeperkende maatregelen zodanig worden uitgevoerd dat de maximaal toegestane snelheid ook daadwerkelijk zonder gevaar voor of schade aan het voertuig kan worden gereden. Fysieke maat regelen zullen regelmatig worden gecontroleerd en waar nodig aangepast om dit te waarborgen. Het treffen van snelheidsremmende maatregelen zal overigens mede worden bezien in het licht van de bijdrage die deze maatregelen leveren aan het terugdringen van de luchtverontreiniging. Om deze doelstellingen te realiseren worden de volgende activiteiten uitgevoerd: n In 2007 wordt onderzocht of de verkeersader Wagenstraat, Lange Boonestraat, P.C. Hooftlaan kan
worden omgevormd tot verblijfsgebied. Aspecten als verkeersafwikkeling, verkeersveiligheid en waarborgen van de kwaliteit van het openbaar vervoer krijgen hierbij bijzondere aandacht. n Bij de realisering van fysieke snelheidsbeperkende maatregelen blijft de berijdbaarheid van de weg
met de wettelijk toegestane snelheid en de berijdbaarheid voor het openbaar vervoer en nood- en hulpdiensten een belangrijk punt van aandacht; n De uitvoering van het besluit tot het aanbrengen van fysieke snelheidsbeperkende maatregelen ter
verbetering van de oversteekbaarheid van verkeersaders wordt in 2007 voortgezet.
4 5
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
7. Verkeersveiligheid scholen en woon-schoolroutes De verkeersveiligheid bij scholen alsmede de woon-schoolroutes zijn een aandachtspunt. De komende periode worden plannen ontwikkeld om waar nodig de situatie te verbeteren. Jaarlijks wordt de verkeersveiligheid bij scholen gecontroleerd en geëvalueerd in overleg met de direct betrokkenen. Om deze doelstellingen te realiseren worden de volgende activiteiten uitgevoerd: n Jaarlijks worden, vóór de start van het nieuwe schooljaar, de maatregelen gerealiseerd die uit de
controles en evaluatie voortkomen; n Wij houden u op de hoogte van de evaluatieresultaten en de te nemen maatregelen.
8. Verkeerscongestie op Rijksweg A20 afrit 7 De verkeerscongestie op Rijksweg A20 ter hoogte van afrit 7, evenals de verkeersafwikkeling op het kruispunt ter hoogte van de oude veiling in Maasland, is zorgelijk. In overleg met de betrokken over heidsinstanties wordt gezocht naar een spoedige oplossing van deze problematiek. Om deze doelstellingen te realiseren worden de volgende activiteiten uitgevoerd: n Voor de aanpak van de problematiek rondom afrit 7 is in SWINGH (Samenwerken in Groot Haag
landen) verband een projectgroep ingesteld, waar de gemeente Maassluis ook deel van uitmaakt. Trekker van dit project is de gemeente Midden-Delfland. Door deze projectgroep wordt verken nend onderzoek verricht naar mogelijke oplossingen. Wij zullen u over de onderzoeksresultaten, na consultatie van de betrokken partijen, informeren.
9. Geen Aanleg Blankenburgtunnel De eventuele aanleg van een Blankenburgtunnel in het gebied tussen Maassluis en Vlaardingen is onbespreekbaar. Maassluis is voorstander van een Oranjetunnel/Eurotunnel. Het gemeentebestuur zal dit standpunt uitdragen naar overheidsinstanties die betrokken zijn bij de ontwikkeling van plannen rond de uitbreiding van het rijkswegennet.
4 6
S t e d e l i j k
b e h e e r
Om deze doelstellingen te realiseren worden de volgende activiteiten uitgevoerd: n Dit standpunt -geen Blankenburgtunnel- zullen wij laten doorklinken in onze reacties naar
de diverse instanties die betrokken zijn bij de ontwikkeling van plannen rond de uitbreiding van het rijkswegennet en ons hard maken voor aanleg van de Oranjetunnel. De onlangs vanuit het Rotterdamse gelanceerde suggestie voor een brug in plaats van een tunnel op het tracé van de Blankenburgtunnel stuit bij ons op dezelfde bezwaren als die tegen een tunnel. Ons standpunt ten aanzien van de Blankenburgtunnel is dan onverkort van toepassing op een eventuele brug in dit tracé.
10. Parkeerproblematiek wijken Parkeerproblemen zullen per wijk worden aangepakt. Indien zich in een wijk concrete problemen voordoen, dan worden deze zo mogelijk in overleg met de betrokken wijkbewoners opgelost. Bij voldoende draagvlak onder de bewoners, kan worden overgegaan tot het invoeren van ‘parkeren voor vergunninghouders’ Om deze doelstellingen te realiseren worden de volgende activiteiten uitgevoerd: n Het zoeken naar oplossingen vraagt veelal maatwerk. In 2007 zal, evenals in voorgaande jaren,
in die delen van de stad waar de parkeervraag in relatie tot de beschikbare parkeercapaciteit onder druk staat, in samenspraak met de bewoners naar maatregelen worden gezocht die zijn gericht op het deels of geheel oplossen van de parkeerproblematiek; n De uitvoering van deze maatregelen wordt uit efficiëntieoverwegingen zoveel mogelijk ingepast
in de plannen voor het noodzakelijk regulier onderhoud aan de verhardingen; n Voor de benodigde extra investeringen is € 20.000,- beschikbaar.
11. Invoering betaald parkeren Het gemeentebestuur is zeer terughoudend met betrekking tot het invoeren van betaald parkeren. Echter, wanneer de kwaliteit van de stedenbouwkundige plannen dit vereist, bestaat de mogelijkheid om voor de financiering gebruik te maken van een vorm van betaald parkeren. Bij die plannen zal deze vorm van parkeren deel uitmaken van de onderzoeken naar de economische haalbaarheid.
12. Inventarisatie algemene invalidenparkeerplaatsen bij winkelcentra en openbare gebouwen Er wordt nagegaan of er voldoende algemene gehandicaptenparkeerplaatsen beschikbaar zijn bij o.a. winkelcentra en openbare gebouwen. Indien blijkt dat er behoefte is om het aantal algemene gehandicaptenparkeerplaatsen uit te breiden, dan zal hiertoe worden overgegaan. Om deze doelstellingen te realiseren worden de volgende activiteiten uitgevoerd: n In 2007 zal de inventarisatie worden opgepakt; n Op basis van deze inventarisatie van de algemene gehandicaptenparkeerplaatsen bij winkelcentra
en openbare gebouwen doen wij voorstellen voor het, indien nodig, uitbreiden van het aantal algemene gehandicaptenparkeerplaatsen.
13. Stimuleren openbaar vervoer Het gemeentebestuur zet zich in voor het stimuleren van het openbaar vervoer. De openbaar vervoers verbindingen voor het dagelijkse woon-werkverkeer, het woon-schoolverkeer en de bereikbaarheid van ziekenhuis/zorginstellingen dienen optimaal te zijn. Bijvoorbeeld via de Stadsregio zal hiervoor aandacht worden gevraagd. Voorts stelt het gemeentebestuur zich tot doel dat: n Bij omzetting van de Hoekse Lijn in een Light Rail voorziening een derde station ter hoogte van
de Burgemeesterswijk wordt gerealiseerd. Initiatieven om Light Rail door te trekken naar Den Haag worden ondersteund; n Onderzoek wordt verricht naar een aftakking van een openbaar vervoerverbinding in de richting
van de Dijkpolder;
4 7
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
n Het gebruik van de Waternet-steiger ten behoeve van het openbaar vervoer over het water (bijvoor
beeld Fast Ferry) dient te worden gestimuleerd; n De nachtbus wordt gecontinueerd.
Om deze doelstellingen te realiseren worden de volgende activiteiten uitgevoerd: n Bij onze inbreng in de Programma’s van Eisen voor de door de Stadsregio Rotterdam te verlenen
openbaar vervoersconcessies en onze reacties op de vervoersplannen van de vervoerders zal bevordering van het gebruik van het openbaar vervoer, optimalisering van de bereikbaarheid van ziekenhuizen en zorginstellingen, verbeteren van de toegankelijkheid onze leidraad zijn; n In de ontwikkeling van de plannen voor de Dijkpolder zal de bereikbaarheid, dus ook het openbaar
vervoer, een belangrijk aspect zijn. n Openbaar vervoer over water is voor ons sinds jaar en dag een belangrijk item. Stimulering daarvan
is voor ons het uitgangspunt in onze reacties op de verkeers- en vervoersplannen van de vervoers autoriteit, de Stadsregio Rotterdam; n Continuering van het Nachtnet blijft voor ons het uitgangspunt in onze reacties op de openbaar
vervoersplannen van de Stadsregio Rotterdam.
14. Stimuleren fietsgebruik Stimulering van het gebruik van de fiets wordt verder vormgegeven door een beleid waarbij sprake is van het verbeteren van fietsroutes en paden, het plaatsen van meer stallinghekjes en het opzetten van gratis bewaakte stallingen (met inzet gesubsidieerde banen). Om deze doelstellingen te realiseren worden de volgende activiteiten uitgevoerd: n Uitvoering preventie fietsendiefstalscan; n Bestaande stallingsvoorzieningen die niet voldoen aan het Fietsparkeur gefaseerd vervangen.
Hiervoor is € 30.000,- beschikbaar; n Nieuwe stallingsgelegenheid voor fietsers alleen uit te voeren met voorzieningen die voldoen aan
het Fietsparkeur; n De bestaande stallingcapaciteit zal worden uitgebreid als blijkt dat de benodigde stallingcapaciteit
op basis van de richtlijnen groter is; n Voor de realisatie van gratis bewaakte fietsenstallingen wordt een haalbaarheidsonderzoek uit
gevoerd in relatie tot de inzet van gesubsidieerde banen; n Voortzetten van het ingezette beleid gericht op het zoveel mogelijk aanbrengen van asfalt
verharding op fietspaden.
15. Een consistent en wervend milieubeleid Gebruik chemische (bestrijdings)middelen Wij staan voor om geen chemische middelen meer te gebruiken bij het bestrijden van onkruid en dit op te nemen in het nog vast te stellen milieubeleidsplan. Er moet rekening gehouden worden met een substantiële kostenstijging om toch de huidige beeldkwaliteit (bij benadering) te kunnen handhaven zonder gebruikmaking van chemische middelen. Deze extra kosten zijn o.a. afhankelijk van de keuze van bestrijding. Er zijn verschillende alternatieve technieken, die nader onderzocht dienen te worden. Borstelen is waarschijnlijk het minst dure alter natief maar heeft niet de voorkeur in verband met de milieubelasting, slijtage aan verhardingen (beeld kwaliteit), schade als gevolg van wegspattende steentjes en hinder voor bewoners door stof en geluid.
4 8
S t e d e l i j k
b e h e e r
Om deze doelstellingen te realiseren worden de volgende activiteiten uitgevoerd: n Nader onderzoek alternatieve onkruidbestrijdingmethode. Op basis van de onderzoeksresultaten
zullen wij de meest efficiënte methode, voor zowel het straatbeeld als milieu gaan toepassen. n Opname in het Milieubeleidsplan.
Milieubeleidsplan Het voorgaande milieubeleidsplan had een doorlooptijd van 2003 tot en met 2006. In deze periode hebben veel nieuwe thema’s aandacht gekregen (onder andere luchtkwaliteit en asbest) en zijn diverse onderzoeken uitgevoerd (onder andere windenergie, warmtenet, externe veiligheid). Voor de periode 2007 tot en met 2010 wordt momenteel gewerkt aan een nieuw milieubeleidsplan. In dit plan krijgen nieuwe thema’s meer aandacht en worden de inzichten die voort zijn gekomen uit uitgevoerde onderzoeken verwerkt. Voor het nieuwe milieubeleidsplan wordt gewerkt aan een integrale aanpak die beter aansluit bij de beleving van de gemeenteraad en de inwoners van Maassluis. Bezien wordt of een wijkgerichte aanpak mogelijk is. De kwaliteit van bijvoorbeeld de woningen in een bepaalde wijk kan aanleiding zijn de aandacht in die wijk specifiek te richten op energiebesparing.
Klimaatbeleid In de initiatieffase bij woningbouwprojecten worden randvoorwaarden opgenomen met betrekking tot duurzame energie, duurzame stedenbouw en duurzaam bouwen. De mogelijkheden inzake duurzame energie zoals industriële restwarmte en windenergie zullen worden ingepast in projecten. Voor woningeigenaren wordt een energieloket ingericht waar ondersteuning wordt geboden bij het uitvoeren van energiebesparende maatregelen. Andere mogelijkheden voor energiebesparing binnen bestaande bouw worden nader onderzocht. Daarnaast zal de gemeente vanuit haar voorbeeld functie ook binnen de eigen gebouwen aandacht besteden aan energiebesparing. Wij hebben in 2003 het Plan van Aanpak Klimaatbeleid vastgesteld. Op basis hiervan heeft het ministerie van VROM subsidie uitgekeerd om het klimaatbeleid in te voeren bij de gemeente. Met het bedrag van € 50.000,- in 2006 voor het klimaatbeleid zal het komende jaar verder uitvoering gegeven kunnen worden aan het plan van aanpak. In 2007 zullen wij opnieuw bezien hoeveel middelen hiermee gemoeid zijn.
Risicovolle bedrijven / veiligheid In het kader van de externe veiligheid zal nauwgezet worden toegezien op handhaving van de verschil lende vergunningvoorschriften van die bedrijven of activiteiten die relevante risico’s veroorzaken op het gebied van de externe veiligheid. Naar mogelijke financiële steun bij verplaatsing van dergelijke bedrijven van hogere overheden zal nader onderzoek worden gedaan.
Luchtkwaliteit Ook in 2006 is er een jaarrapportage luchtkwaliteit vastgesteld. Vergeleken met voorgaande jaren is gemiddeld genomen de luchtkwaliteit in Maassluis verbeterd. Ook is het plan van aanpak lucht kwaliteit vastgesteld. In 2007 zal verdere uitvoering worden gegeven aan het plan van aanpak, onder meer door aanschaf van schone voertuigen (bij vervanging) en roetfilters voor het gemeentelijk wagen park. Mogelijk wordt een vervolg gegeven aan de cursus “het nieuwe rijden” voor de buitendienst. Verder wordt een actief fietsbeleid gevoerd en wordt bij de wegbeheerder aangedrongen op snelheids vermindering A20. Via het klimaatbeleid wordt ook een bijdrage geleverd aan de verbetering van luchtkwaliteit. In het nieuwe milieubeleidsplan worden eventuele nieuwe maatregelen voor verbete ring van luchtkwaliteit in kaart gebracht.
4 9
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
Geluidsoverlast A-20 onderzoek Uit recent onderzoek is gebleken dat de geluidsnormen niet zodanig worden overschreden dat maat regelen getroffen moeten worden ingevolge de Wet geluidshinder. Een uitbreiding van de geluidswal langs de A-20 is thans niet noodzakelijk.
Gemeentelijk geluidbeleid In de Wet geluidhinder (hoofdstuk IX) zijn drie nieuwe taken geformuleerd waarmee ook de gemeente Maassluis te maken krijgt: n het opstellen van geluidsbelastingkaarten; n het vaststellen van actieplannen; n informatie en communicatie.
Deze taken zijn verplicht gesteld voor de door de minister van VROM aangewezen agglomeraties, belangrijke nader gedefinieerde wegen en spoorwegen, en voor de luchthaven Schiphol. De wet wordt in twee tranches ingevoerd. Gemeente Maassluis maakt deel uit van de Agglomeratie Rotterdam/ Dordrecht en valt hierdoor in de eerste tranche. De gemeenten die bij de eerste tranche horen, stellen geluidsbelastingkaarten vast vóór 30 juni 2007. De actieplannen volgen vóór 18 mei 2008. Daarna volgt een cyclus van vijf jaar waarbinnen de kaarten en actieplannen geactualiseerd dienen te worden. In het verlengde hiervan is de gemeente verplicht tot het (desgevraagd) leveren van informatie aan andere gemeenten of bronbeheerders. De kaarten en actieplannen hebben in het algemeen geen direct rechtsgevolg voor burgers of andere partijen binnen de agglomeratiegemeenten. De kaarten kunnen natuurlijk wel een rol spelen bij bijvoorbeeld de ruimtelijke ordening of de vergunningverlening. De gemeente krijgt de volgende nieuwe taken: n vaststellen van de blootstelling aan omgevingslawaai door middel van geluidsbelastingkaarten; n aannemen van actieplannen om omgevingslawaai zo nodig te voorkomen en/of te beperken, en
de geluidskwaliteit waar die goed is te handhaven; n voorlichten van het publiek over omgevingslawaai en de aanpak daarvan.
De gemeente ontvangt een apparaatkostenvergoeding in verband met het maken van de geluids belastingkaart. Deze vergoeding zal gebruikt worden om een gespecialiseerd onderzoeksbureau in te schakelen die voor de gemeente de geluidsbelastingkaarten opstelt en in het vervolg hierop adviseert over het opstellen van een actieplan binnen de gemeente.
NME Het behoud van het natuur- en milieueducatief centrum is van grote waarde.
Locatie windmolens Voor de ontwikkeling van het gebied De Dijk wordt een bestemmingsplanherziening voorbereid. Het onderzoek naar de plaatsing van windmolens zal hierbij worden betrokken.
16. Reclamebeleid-handhaving Overeenkomstig het gestelde in het PoH is voor het verkrijgen van een vergunning in het wettelijk aangewezen beschermd stadsgezicht een toets door de Commissie beschermd Stadsgezicht vereist. Verwacht mag worden dat van deze werkwijze een zeker preventief effect zal uitgaan.
5 0
S t e d e l i j k
b e h e e r
Ingevolge de op 25 mei 2004 door de gemeenteraad vastgestelde beleidsnota Handhaving en Toezicht hebben reclame-uitingen qua handhaving geen hoge prioriteit meegekregen. Bij klachten wordt de situatie onderzocht en worden waar mogelijk maatregelen getroffen. Een structureel handhavings beleid op dit terrein kan gestalte krijgen op het moment dat het huidige zeer gedateerde reclamebeleid (1990) is geactualiseerd. Wij zullen dit beleid op korte termijn actualiseren.
17. Nota Bodem bescherming In 2007 zal in overleg met de provincie Zuid-Holland een programma van eisen worden opgesteld ten behoeve van het Triade-onderzoek betreffende de bodemverontreiniging Loswal 88. Door Gedeputeerde Staten is medio maart 2005 besloten dat op basis van milieuhygiënische criteria en maatschappelijke overwegingen binnen 5 jaar na afgifte van de beschikking met een eventuele sanering moet zijn begonnen. De uiteindelijke beoordeling of een sanering nodig is, wordt gebaseerd op basis van een specifiek onderzoek naar de ecologische urgentie. Uit het genoemde Triade-onderzoek moet blijken welke stappen gewenst zijn. Uit een eerste ver kennend gesprek met de provincie Zuid-Holland is gebleken dat het onderzoek en de verplichte wettelijke procedure de nodige procedure tijd kent. Bovendien kan het benodigde veldonderzoek alleen in het voorjaar plaatsvinden.
Prestatie-indicatoren programma 3. AANTAL MELDINGEN / KLACHTEN BETREFFENDE VERKEER EN GRIJS / GROEN Bestratingen
Rekening 05
begroting 06
begroting 07
269
225
270
Bruggen
4
Gladheidbestrijding
6
0
5
106
0
110
Openbare groenvoorzieningen
5
Openbare verlichting
58
60
Parkeerproblematiek
33
8
35
Ongedierte / plaagdieren
15
10
20
Riolering
92
95
Speelplaatsen
13
15
Straatmeubilair
71
75
Straatreiniging
4
5
Verkeerslichten
4
5
Watergangen
5
5
Zwerfvuil
41
45
Verkeersoverlast
29
30
Zie ook prestatie-indicatie Milieubeleidsplan, Wegbeheerplan, Gemeentelijk Rioleringsplan, handboek BOR en het Groenbeheerplan.
5 1
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
Rekening 05
begroting 06
begroting 07
- huisvuil
8.576
9.400
8.600
- bedrijfsvuil
1.299
1.300
1.300
- GFT
1.804
2.000
1.800
641
700
650
MILIEU Opgehaald afval (x 1000 kg)
- grofvuil Aantal klachten / meldingen milieu - afval
500
- grof vuil
750
- honden overlast
300
Diversen Aantal gerealiseerde voorzieningen speelruimteplan
-
-
4
50
Aantal klachten Wet Milieu Beheer / meldkamer DCMR Aantal processen-verbaal milieucontrole
27
26
25
120
120
120
2.320
2.225
2.700
Gemiddeld aantal meldingen grofvuil per week Aantal leerlingen dat deelneemt aan NME-lessen Zie ook prestatie-indicatoren Milieubeleidsplan OVERIGEN: Aantal aangelegde rotondes
1
Aantal gehouden snelheidscontroles
*)
Aantal afgegeven parkeervergunningen
*)
Aantal gerealiseerde parkeerplaatsen
*)
Aantal invaliden parkeerplaatsen
*)
*) in 2007 wordt er naar gestreefd om voor deze indicatoren nulmetingen te doen.
Kwaliteit WEGTYPE
MAXIMUM KWALITEITSNIVEAU VERHARDINGEN* GOED 1
REDELIJK 2
MATIG 3
SLECHT 4
ZEER SLECHT 5
TOTAAL
GEMIDDELD
Verkeersaders
65 %
25 %
10 %
0%
100 %
2,5
Verblijfsgebieden
65 %
25 %
10 %
0%
100 %
2,5
Fietspaden
75 %
20 %
5%
0%
100 %
2,3
Rekening 05
begroting 06
begroting 07
Gem. afhandeling aanvraag en realisatie invalideparkeerplaatsen
6 wk
6 wk
6 wk
Gemiddelde wachttijd inzameling grofvuil
1 wk
1 wk
1 wk
6
6
6
Aantal dagen openstelling milieustraat per wk.
5 2
S t e d e l i j k
Gemeenteatlas Maassluis 2005
b e h e e r
2001
2005
2007*
Rapportcijfer burger voor bestrating
-
6,3
6,5
Rapportcijfer burger voor parkeeergelegenheid
-
5,9
6,2
Rapportcijfer burger voor straatverlichting
-
7,1
7,1
Rapportcijfer burger aanwezigheid groen
-
6,7
6,7
6,0
6,7
6,7
21**
16**
Rapportcijfer burger onderhoud groen Rapportcijfer verkeersveiligheid scholen Aantal gemelde verkeersongevallen
* : streefwaarde ** : aantal per 1.000 woningen
Kengetallen 130
Cluster: Wegen
120
netto lasten per inwoner in €
110
Maassluis
100
82
74
118
116
81
97
Soortgenoten
90 80 2003
2004
2005
134
139
2006 Cluster: Water
10
netto lasten per inwoner in €
8
Maassluis 4
6
4
3
3
Soortgenoten
4 10
2 2003
2004
2005
5
9
12
2006 85
Cluster: Groen
80
netto lasten per inwoner in € Maassluis
75 84
70
83
79
62
Soortgenoten
65 83
60 2003
2004
2005
84
79
80
2006 Cluster: Riolering
8
netto lasten per inwoner in € Maassluis
4 0
0
1
0
-1
Soortgenoten
-4 8
-8 2003
2004
2005
-7
-1
-2
2006
5 3
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
Wat gaat het kosten? Tabel Financiële consequenties Programma 3 (bedragen x € 1.000,-) Bestaand beleid
2005
2006
2007
2008
2009
2010
lasten
16.691
13.288
13.209
13.375
13.584
13.621
baten
7.053
6.899
7.559
7.705
7.808
7.816
Saldo bestaand beleid
-9.638
-6.389
-5.650
-5.670
-5.777
-5.805
2005
2006
2007
2008
2009
2010
preventie fietsendiefstal
30
30
30
30
verkeersveiligheid scholen
15
15
15
15
parkeerproblemen in de wijk
20
20
20
20
Afschr. maatsch. Invsteringen
-116
-117
-115
-102
formatie IBB binnen
120
180
180
180
openbare verlichting
8
16
16
16
onderhoud bruggen
50
50
50
50
beschoeiing gemeentewerf
25
25
25
25
waterplan
30
0
0
0
5
5
5
5
50
50
50
50
0
50
0
0
518
518
518
518
Structurele ruimte rek 05 / reiniging openbare ruimte
100
100
100
100
Kosten riolering en reiniging
300
300
300
300
Administratieve aanpassing riool- reinigingsrechten
518
518
518
518
-5.487
-5.594
-5.653
-5.694
nieuw beleid lasten
volksfeesten speelruimteplan nota bodembescherming administratieve aanpassing riool- reiningsrechten BAten
-9.638
saldo bestaand en nieuw beleid
-6.389
Tabel onttrekkingen / stortingen reserves van dit programma bedragen x € 1000,mutatie reserves Onderhoud bewegwijzering
2007
2007
2008
2008
2009
2009
2010
2010
stortingen
onttrekk.
stortingen
onttrekk.
stortingen
onttrekk.
stortingen
onttrekk.
9
8
9
8
9
8
9
8
Egalisatie exploitatie begraafplaats Totaal mutatie reserves
5 4
19 9
27
20 9
28
20 9
28
21 9
29
S t e d e l i j k
b e h e e r
Toelichting wijzigingen bestaand beleid De mutaties binnen het bestaand beleid ten opzichte van 2006 worden voornamelijk veroorzaakt door verwerking van het nieuwe beleid 2006 (‘Verblijfsgebieden’ en ‘Bruggen’), de doorwerking van begrotingswijzigingen 2006 en de wijzigingen in de apparaatslasten door de toerekening van meer of minder ambtelijke uren. Daarnaast kan een wijziging in de kapitaallasten een rol spelen. Een en ander binnen de kaders van het bestaande beleid.
Kapitaallasten kademuren De kapitaallasten voor de kademuren stonden te hoog in de Begroting 2006. Een investering werd abusievelijk dubbel opgenomen. Dit veroorzaakt een structurele daling van de kapitaallasten vanaf 2007 ten opzichte van begrotingsjaar 2006 van € 270.000,-.
Wijziging Wet Geluidhinder Door wijziging van de Wet geluidhinder is het doorlopen van ontheffingsprocedures hogere grens waarden voortaan een gemeentelijke in plaats van een provinciale bevoegdheid. Dit houdt in dat er meer ambtelijke capaciteit benodigd zal zijn. In samenhang met de bovenstaande nieuwe taken zal met de wijziging van de Wet geluidhinder ook het vaststellen van hogere grenswaarden (op enkele uitzonderingen na) gedecentraliseerd worden naar de gemeenten. Dit zal een extra inspanning van de gemeenten vragen.
Terugdraaien bezuinigingen groen In het meerjarenperspectief van de programmabegroting 2005 werd nog rekening gehouden met structurele ruimtescheppende maatregelen in de openbare ruimte en groen voor 2006 ter grootte van € 100.000,- en voor 2007 en volgende jaren € 150.000,-. Tijdens de begrotingsbehandeling van 7 november 2005 is met motie 1 uitgesproken dat verdere structurele bezuiniging niet verantwoord is. Voor 2007 en volgende jaren moet echter nog wel de € 50.000,- die als structurele ruimtescheppende maatregelen in de openbare ruimte en groen zijn opgenomen worden bezuinigd. Op dit moment wordt onderzocht wat de bedrijfsmatige en financiële gevolgen zijn van het afschaffen van de chemische onkruidbestrijding. Het kwaliteitsbeeld van de openbare ruimte ligt objectief bezien op een behoorlijk hoog niveau. Het (deels) terugdraaien van de bezuiniging op groen is dus niet noodzakelijk.
Toelichting nieuw beleid Uitvoering preventie fietsendiefstal Naar aanleiding van de uitgevoerde fietsdiefstalscan is besloten om over te gaan tot het uitvoeren van concrete maatregelen op basis van een vastgesteld uitvoeringsprogramma. Belangrijk onderdeel van dit programma is het vervangen van de bestaande oude fietsenrekken in Maassluis door rekken die zijn voorzien van het keurmerk Fietsparkeur. Omdat wij belang hechten aan de uitvoering van de aanbevelingen van de scan stellen wij voor om voorlopig een structureel budget van € 30.000,- hiervoor uit te trekken.
Verkeersveiligheid scholen Een verkeersveilige schoolomgeving en woon-schoolroutes zijn een groot goed. Waarborgen en ver betering daarvan verdient dan ook hoge prioriteit. Daarom dient deze te worden bewaakt. De met dit doel in te stellen jaarlijkse monitoring van de verkeersveiligheid rondom de scholen en op de woon-schoolroutes zal veelal resulteren in het treffen van meest kleinschalige maar noodzakelijke infrastructurele en verkeersmaatregelen. Voor de uitvoering van deze maatregelen bieden de reguliere budgetten onvoldoende ruimte. Koppeling aan noodzakelijke beheersmaatregelen is veelal (in verband
5 5
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
met de periode waarbinnen de maatregelen moeten worden getroffen) niet aan de orde zodat extra budget hiervoor noodzakelijk is. De met de uitvoering van deze maatregelen gepaard gaande kosten worden geraamd op € 15.000,- per jaar.
Parkeerproblemen in de wijk Uit de parkeeronderzoeken en de wijkveiligheidsmonitor is gebleken dat verschillende wijken of delen daar van te kampen hebben met een grote parkeerdruk. Vaak is het mogelijk om deze parkeerdruk door maatwerk binnen de wijk, in samenspraak met de belanghebbenden, voor een deel of geheel op te lossen. Grootschalige maatregelen worden zoveel mogelijk ingepast in het noodzakelijk regulier groot onderhoud aan de verhardingen. Voor de extra kosten die dit vraagt alsmede voor de kleinere maatregelen is extra budget noodzakelijk. Wij stellen voor een jaarlijks budget van € 20.000,- beschik baar te stellen voor het verrichten van maatwerk.
Afschrijving maatschappelijke investeringen In de Kadernota 2007 is voorgesteld om € 2,0 miljoen af te schrijven op investeringen met maatschap pelijk nut: dat zijn investeringen die met behoud van hun functie niet in het economische verkeer verhandelbaar zijn. De investeringen met maatschappelijk nut die versneld worden afgeschreven zijn met name inves teringen in grondwerken, wegen, bruggen, waterbouw en enkele speelvoorzieningen. Met het voordeel van deze extra afboekingen (gerekend wordt met de vrijvallende jaarlijkse afschrijving en niet met de rente), is in deze begroting rekening gehouden.
Formatie IBB Onlangs is een formatieonderzoek (benchmark) uitgevoerd naar de formatie van de binnendienst van IBB, door het bureau Leeuwendaal. Uit dit onderzoek - wat een actualisatie is van een onderzoek uit gevoerd door hetzelfde bureau in 2002 - blijkt dat IBB nog steeds kampt met een substantieel formatie tekort voor de reguliere werkzaamheden. Daar komt ook nog bij dat de grote projecten veel capaciteit vragen van de afdeling IBB. Er is besloten om (oplopend) 3 fte’s tot 2008 te honoreren. De afdeling zal met deze uitbreiding de achterstanden in de werkvoorraad niet volledig kunnen oplossen.
Openbare verlichting De gemeente wacht een stijging van kapitaallasten van € 8.000,- in 2007 tot € 16.000,- vanaf 2008 omdat door verlenging van afschrijvingstermijnen en uitbreiding/vernieuwing van het aantal licht masten nu de kapitaallasten van investeringen uit meerdere jaren tegelijk moeten worden gedragen.
Onderhoud bruggen Uitgevoerde visuele inspecties hebben aangetoond dat een flink aantal vaste (verkeers)bruggen, waaronder de brug over de Boonervliet, een aantal bruggen over het Nieuwe Water langs de Wevers kade en diverse fiets- en voetgangersbruggen, te lijden hebben van achterstallig onderhoud. Om deze bruggen weer in orde te kunnen brengen zal hieraan de komende jaren groot onderhoud moeten worden uitgevoerd. Eind 2006 zal daarom gestart worden met het opstellen van een meerjaren onderhoudsprogramma met een plan van aanpak voor het (achterstallig) onderhoud van de bruggen wat in 2007 zal worden afgerond. Voor het weer in goede staat brengen van deze vaste bruggen wordt gedacht aan een investering van € 350.000,-.
5 6
S t e d e l i j k
b e h e e r
Om deze doelstellingen te realiseren worden de volgende activiteiten uitgevoerd: n Inspecteren van de bruggen en het opstellen van een onderhoudsadvies; n Opstellen onderhoudsschema met plan van aanpak; n Onderhoud van de bruggen uitvoeren conform dit plan.
Aan de beweegbare Lijndraaiersbrug is onlangs door derden een uitvoerige technische inspectie uit gevoerd. Het onderzoek laat zien dat het z.g. val (complete brugdek incl. de onderliggende stalen constructie) zeer ernstig door corrosie is aangetast. De aantasting is dermate ernstig dat deze gehele constructie op korte termijn zal moeten worden vernieuwd. Inmiddels zijn tijdelijke noodmaatregelen getroffen om eventuele ongelukken en problemen te voorkomen. Voor deze vernieuwing is nog geen plan met kostenraming voorhanden, maar geschat wordt dat hiermee wel eens investering gemoeid zou kunnen zijn van ca. € 150.000,- Voor het groot onderhoud van deze genoemde bruggen wordt met ingang van 2007 rekening gehouden met extra kapitaalslasten van € 50.000,- per jaar.
Beschoeiing gemeentewerf Aan een vernieuwing van de lage beschoeiing langs de gemeentewerf valt, gelet op de slechte staat waarin deze zich bevindt, niet te ontkomen. Met vernieuwing wordt voorkomen dat het naast gelegen opslagterrein en de glooiing afkalft en zich problemen kunnen voordoen met de langsvarende scheepvaart. Voor de hiermee gemoeide investering is met ingang van 2008 rekening gehouden bedrag van € 25.000,- aan kapitaallasten. Inmiddels zijn drie offertes aangevraagd voor het maken van een bestek. Om deze doelstellingen te realiseren worden de volgende activiteiten uitgevoerd: n Een nieuwe (sobere) stalen damwandconstructie wordt aangebracht. Deze zal evenwel niet meer
als lage beschoeiing maar als een tot het maaiveld reikende constructie worden uitgevoerd.
5 7
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
Waterplan De laatste jaren is duidelijk geworden dat in Nederland een gemeenschappelijke aanpak nodig is om de waterproblemen, veroorzaakt door de structurele veranderingen in het klimaat, de zeespiegelstijging, de bodemdaling en verdere verstedelijking het hoofd te kunnen bieden. Hiertoe is in 2003 het Nationaal Bestuursakkoord Water ondertekend, op grond waarvan gemeenten een Waterplan opstellen. Het Waterplan zal naast een beleidsdeel een operationeel maatregelenpakket bevatten dat betrekking heeft op alle watergerelateerde beheersaspecten. Daarnaast zal het Waterplan ruimtelijke maatregelen bevatten ten gunste van waterberging en waterafvoer. Ook zijn er maatregelen te verwachten vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water. Deze zullen, zo mogelijk, meteen in het Waterplan worden meegeno men. In het Waterplan, dat nauw zal aansluiten bij de landelijke ontwikkelingen, zal tevens worden aangegeven op welke wijze de uit het Waterplan voortvloeiende kosten zullen worden gedekt. Voor de vervaardiging van het Waterplan is voor 2007 een incidenteel bedrag beschikbaar gesteld van € 30.000,-. Met het Gemeentelijk Waterplan willen we bereiken dat er een duurzaam, veilig, veerkrachtig en gezond watersysteem ontstaat en wordt onderhouden in de gemeente Maassluis. Om deze doelstellingen te realiseren worden de volgende activiteiten uitgevoerd: n In 2007 worden de voorbereidingen in samenwerking met het waterschap opgestart voor het
opstellen van het Gemeentelijk Waterplan Maassluis.
Volksfeesten Wegens structurele overschrijding van het budget door onder andere hogere kosten voor de intocht van Sinterklaas, Koninginnedag en Aubade wordt een structurele verhoging van € 5.000,- geraamd.
Speelruimteplan Het speelruimteplan is onderdeel van de nota Integraal Jeugdbeleid, welke door de gemeenteraad is vastgesteld in 2003. De uitvoering van dit plan loopt van 2007 tot en met 2015. Het benodigde budget van € 50.000,- is bedoeld voor nieuwe aanschaf, inrichting onderhoud van speelruimten. Binnen dit beschikbare budget zullen uitvoeringsprioriteiten worden gesteld met inachtneming van de aanvang periode, waarvoor bepaald is dat de eerste aandacht uitgaat naar de groep 12-18 jarigen.
Nota bodembescherming: Loswal 88 Uiterlijk maart 2010 dient de uitkomst van het verdere onderzoek naar het ecologische risico voor wat betreft de locatie Loswal 88 (Vogelbuurt - Burgemeesterswijk) bekend te zijn. De gemeente zal het onderzoek inplannen en het offertetraject opstarten, zodat het triade-onderzoek in 2008 kan worden uitgevoerd. (Een triade-onderzoek is een onderzoek naar de bodemverontreiniging op basis van chemische analyses, veldonderzoek en testen van bodemmonsters op proeforganismen). De kosten bedragen eenmalig € 50.000,- in 2008.
Structurele ruimte Rekening 2005, reiniging openbare ruimte Uit de analyse van Rekening 2005 is gebleken dat er een structurele ruimte van € 100.000,- aanwezig is. Het betreft hier de reiniging openbare ruimte: op dit moment wordt straatreiniging gedeeltelijk ten laste gebracht van reiniging en riool. Deze benadering zal worden doorgetrokken naar het opruimen van zwerfvuil in het openbaar groen. Daarnaast blijkt uit de analyse van Rekening 2005 dat het budget structureel kan worden verlaagd.
5 8
S t e d e l i j k
b e h e e r
Kosten riolering en reiniging De kosten van de reiniging van straten en plantsoenen e.d. zullen vanaf 2007 volledig toegerekend worden aan de kosten van de riolering en de reiniging (thans wordt 50% toegerekend). De kosten verschuiving van circa € 300.000,- zal in 2007 in de verhouding 85:15 verdeeld worden naar respectie velijk de reiniging en riolering. Door een geleidelijke accentverschuiving zullen deze kosten uiteindelijk in 2010 fifty-fifty over beide exploitaties worden verdeeld.
Administratieve aanpassing riool- en reinigingsrechten Dit betreft een budgettair neutrale aanpassing om bovenstaande wijzigingen administratief correct te kunnen verwerken.
Investeringen Vervangingsinvesteringen: n onderhoud bruggen (waaronder schilders- en reparatiewerkzaamheden)
€
47.950,-
n onderhoud waterkeringen en afwatering
€
46.870,-
n onderhoud aula begraafplaats
(waaronder baggerwerk en reparatie duikers)
€
27.360,-
n onderhoud gebouwen buitendienst
€
61.470,-
Uitbreiding- en vervangingsinvesteringen: n plaatsen ondergrondse containers voor huishoudelijk afval
€ 318.170,-
n vervanging hulpmiddelen groen
€ 289.870,-
n vervanging hulpmiddelen reiniging
€ 274.760,-
Aanschaf- en vervangingsinvesteringen: n rioolbeheer (waaronder renovatie Sluispolder oost en west,
diverse pompen en vervanging drukriolering Weverskade e.o.)
€ 717.080,-
5 9
1.4
onderwijs en jeugd
6 1
O n d e r w i j s
e n
j e u g d
Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen? 1. Invullen speelruimteplan en “Veilig Opgroeien in Maassluis” met mogelijkheden voor opvoedingsondersteuning en schoolmaatschappelijk werk Speelruimte In 2006 is het speelruimteplan vastgesteld. Gestreefd zal worden naar een uitvoering binnen 10 jaar. Voor de uitvoering van het speelruimteplan is jaarlijks een te investeren bedrag beschikbaar van € 50.000,-. Van jaar tot jaar zullen wij bezien aan welke prioriteiten voorrang gegeven zal worden. In eerste instantie richt onze inspanning zich op het creëren van voldoende speelgelegenheid voor de groep 12-18 jarigen.
Voorkomen (en bestrijden) jeugdoverlast Wij nemen het onderwerp jeugdoverlast mee in de wijkplannen. Bij de aanpak van jeugdoverlast is de samenwerking tussen politie, jongerenwerk en gemeente onontbeerlijk. Alleen door het inzetten van een tweesporenbeleid (preventie – repressie) kunnen mogelijk goede resultaten geboekt worden. Met het uitvoeren van het speelruimteplan (voorzieningen voor 12 t/m 18 jarigen) proberen we jeugdoverlast te voorkomen en tegemoet te komen aan de vraag van de jeugd op dit gebied. Ook verwachten wij resultaat van het arrangement “jeugdoverlast” dat wij in principe uit zullen voeren als onderdeel van de activiteiten in het kader van de impuls Buurt Onderwijs en Sport (BOS).
6 3
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
Veilig Opgroeien In 2004 is gestart met het project Veilig Opgroeien in Maassluis. Dit is een gebiedsgerichte preventiestrategie voor de lange termijn, die gericht is op het voorkomen of terugdringen van probleemgedrag en maatschappelijke uitval van jongeren van 0 t/m 18 jaar. Het doel van het project is het creëren van een gemeente waarin kinderen en jongeren zich op een veilige en gezonde manier kunnen ontwik kelen. In 2006 hebben wij ingestemd met het preventieplan Veilig Opgroeien. De uitvoering van het preventieplan zal in 2007 starten. In dit plan wordt aangegeven hoe er de komende jaren gewerkt wordt aan de volgende factoren: Risicofactoren: - ouders die problemen hebben hun gezin te managen (problemen met gezinsmanagement); - ouders die probleemgedrag bevorderen door hun houding; - leerachterstanden beginnend op de basisschool. Beschermende factoren: - gezonde opvattingen en duidelijke normen binnen het gezin; - gezonde opvattingen en duidelijke normen binnen het individu en de vriendengroep (o.a. op het gebied van alcohol en drugs). Tevens wordt in het preventieplan aandacht besteed aan de volgende onderdelen: - de doelen en resultaten die we op lange termijn wil bereiken; - het programma-aanbod waarmee de doelen en resultaten bereikt worden; - de gewenste resultaten van het programma-aanbod; - een plan van aanpak met betrekking tot de invoering van het programma-aanbod en de evaluatie. Om de risicofactoren binnen het domein “gezin” aan te pakken, wordt een dekkend aanbod opvoedings ondersteuning neergezet.
6 4
O n d e r w i j s
e n
j e u g d
Binnen Veilig Opgroeien wordt de nadruk gelegd op preventie en het vroegtijdig onderkennen van problemen. De verschillende betrokken partijen zoals het consultatiebureau, de GGD, peuterspeelzalen, basisscholen en het voortgezet onderwijs bekijken hoe problemen het best en zo snel mogelijk gesignaleerd kunnen worden. Ook worden afspraken gemaakt met betrekking tot de doorverwijzing van risicoleerlingen.
Voorpost Bureau Jeugd Zorg (BJZ) Het is van groot belang dat een goede bereikbaarheid van de jeugdzorg gewaarborgd is. In dit kader is een goede en snelle behandeling van de jeugdzorgzaken en een betere samenwerking tussen de instellingen op het terrein van de Jeugdzorg essentieel. Daarom zijn in 2006 afspraken gemaakt met Bureau Jeugdzorg over de realisatie van een voorpost van Bureau Jeugdzorg in Maassluis. De realisatie van een voorpost is opgenomen in de bestuurlijk overeenkomst jeugdzorg - jeugdbeleid die in juli 2006 door de Stadsregio en de drie NWN gemeenten is ondertekend.
Schoolmaatschappelijk werk en pedagogisch spreekuur In de bestuurlijke overeenkomst jeugdzorg – jeugdbeleid, die in juli 2006 is ondertekend, is aangegeven dat het schoolmaatschappelijk werk in het basisonderwijs op het huidige niveau gehandhaafd moet blijven. Voor het voortgezet onderwijs wordt het schoolmaatschappelijk werk vanuit het Steunpunt onderwijs geregeld. Met BJZ worden duidelijke (subsidie) afspraken gemaakt over de evaluatie van dit product. Vanaf 2007 financieren wij ook de kosten van de pedagogisch spreekuurmedewerkers van BJZ (de kosten aan Thuiszorg worden al betaald). Binnen Veilig Opgroeien wordt gekeken of het spreekuur toegankelijk gemaakt kan worden voor alle ouders (dus ook voor ouders met kinderen ouder dan 12 jaar).
Opvoedingsondersteuning In 2005 hebben de drie NWN gemeenten afzonderlijk onderzoek laten uitvoeren op het gebied van opvoedingsondersteuning. In het najaar 2005 is er een conferentie geweest voor gemeenten en instellingen om te komen tot een visie op het gebied van opvoedingsondersteuning. In 2006 is, binnen Veilig Opgroeien, het aanbod onder de loep genomen en gekeken hoe dit aanbod afgestemd kan worden op de vraag. Het preventieplan Veilig Opgroeien, waarin staat beschreven wie wat en wanneer gaat doen, zal met ingang van 2007 worden uitgevoerd.
Jeugd Gezondheids Zorg (JGZ) De gemeente heeft taken op het gebied van opvoed-, opgroei- en gezinsondersteuning in de preven tieve sfeer. De Wet op de Jeugdzorg vraagt van gemeenten dat zij dit lokale hulpaanbod in onderlinge samenhang aanbieden en afstemmen met de jeugdzorg. De GGD en de Thuiszorg werken samen om tot een integrale jeugdgezondheidszorg 0 tot 19 jaar te komen. De GGD heeft in het kader van de Wet collectieve preventie volksgezondheid een belangrijke taak als het gaat om gezondheidsvoorlichting en -opvoeding. De Thuiszorg (OKZ) en de GGD zijn belangrijke partners bij de uitvoering van het project Veilig Opgroeien. De afname van maatwerkproducten bij deze instellingen zal mede gebaseerd worden op het preventieplan Veilig Opgroeien.
Zorgadviesteams (ZAT’s), GOSA, signaleringssysteem Met ingang van het schooljaar 2006-2007 zijn twee ZorgAdviesTeam’s voor de 0 tot 12 jarigen door ons ingesteld. Middels de ZAT’s wordt aandacht besteed aan kinderen die op een of andere manier uit de boot dreigen te vallen of - in ernstige situaties - al uit de boot gevallen zijn, verwijzing van ouders naar de juiste instellingen en het signaleren van knelpunten in de zorg voor kinderen.
6 5
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
Partners in de teams zijn het basisonderwijs, de GGD (tak jeugdgezondheidszorg), Bureau Jeugdzorg (tak schoolmaatschappelijk werk), Stichting Kinderopvang (tak Ouder en kindzorg i.c. voor- en naschoolse voorzieningen) en de leerplichtambtenaar. Aan de GGD is de opdracht gegeven om deze teams te coördineren.
Jeugd Casemanagement In 2007 zal een jeugdcasemanager worden aangewezen die het Gemeentelijk Overleg Sluitende Aanpak (GOSA) gaat opstarten en die werkt met een signaleringssysteem. Deze jeugdcasemanager heeft als taak te komen tot een sluitende aanpak van de problemen van jeugdigen (en hun omgeving) en de regie over de uitvoering te voeren middels onder andere het toegankelijk maken van het hulpaanbod. Hierbij valt te denken aan acties voor doelgroepen die nu slecht gebruik maken van het aanbod: allochtonen, drugsverslaafden, minder begaafde ouders. Om dit te bereiken onderhouden we een kernteam dat bestaat uit het onderwijs, politie, leerplicht, Bureau Jeugdzorg, gemeente en de GGD. De gemeentelijke jeugdcasemanager initieert, bewaakt en evalueert de ingezette trajecten.
Lichte ambulante hulpverlening, Pak je Kans, intensieve gezinshulp, nazorg In het kader van de Wet op de Jeugdzorg zijn 5 taken voor de gemeenten benoemd: 1. Het verstrekken van informatie aan ouders, kinderen en jeugdigen over opvoeden en opgroeien en het bieden van opvoedingsondersteuning; 2. Signaleren van problemen door voorliggende voorzieningen in het lokale jeugdbeleid, zoals jeugdgezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, algemeen maatschappelijk werk; 3. Het organiseren van toegang tot het (gemeentelijk) hulpaanbod (beoordeling en toeleiding), onder andere door de beschikbaarheid van informatie hierover voor ouders, jeugdigen en verwijzers; 4. De pedagogische hulp (advisering en lichte hulpverlening); 5. De coördinatie van zorg in het gezin op lokaal niveau. In de (bijlage bij de) bestuurlijke overeenkomst Jeugdzorg – Jeugdbeleid NWN wordt aangegeven hoe de gemeente Maassluis deze taken gaat uitvoeren. Vanaf 2007 worden o.a. de volgende producten bij Bureau Jeugdzorg ingekocht:
Lichte ambulante hulpverlening Het gaat hier om trajecten waarin ouders en eventueel hun kind(eren) 10 tot 15 gesprekken krijgen aangeboden. De bedoeling is dat de communicatie binnen het gezin na deze gesprekken weer goed verloopt en de problemen van de baan zijn.
Pak je Kans Pak je Kans heeft als doel te voorkomen dat jeugdigen afglijden naar crimineel gedrag of dat problemen verergeren. Daarom wordt deze interventie ook genoemd in het preventieplan Veilig Opgroeien. BJZ heeft een traject in gang gezet waarbij alle 12-minners die bij de politie bekend zijn, door een Pak je Kans medewerker worden gezien, ook als de ouders aangeven geen hulp te willen (nu is toestemming van ouders verplicht). Dit zou leiden tot ongeveer 10 extra aanmeldingen per jaar. Wij hebben aangegeven hier tegen de tijd dat het traject gereed is, apart over geïnformeerd te willen worden.
6 6
O n d e r w i j s
e n
j e u g d
Intensieve gezinshulp Voor sommige ouders zijn het pedagogisch spreekuur, een cursus opvoedingsondersteuning of een licht ambulante hulp traject niet voldoende om de (pedagogische) problemen op te lossen. Voor deze ouders is intensieve gezinshulp noodzakelijk. Te denken valt bijvoorbeeld aan ouders die huiselijk geweld toepassen of gezinnen waar meerdere problemen tegelijk spelen (alcohol- / drugsprobleem, financiële problemen, relatieproblemen etc.) waardoor zij hun kind(eren) niet op een gezonde manier kunnen opvoeden.
Nazorg Het gaat hier om nazorgtrajecten voor jongeren die in een jeugdzorginstelling of detentie hebben gezeten. Met de Stadsregio worden hier in 2007 nadere afspraken over gemaakt.
Huiselijk geweld Het Steunpunt huiselijk geweld is in 2005 officieel van start gegaan. De missie van het Steunpunt is het stoppen van huiselijk geweld in een zo vroeg mogelijk stadium. De doelstelling is het voorkomen van huiselijk geweld en het bewerkstelligen van een zo helder mogelijk, afgestemd hulpverleningsaanbod. Op basis van de in 2006 gehouden evaluatie en het convenant huiselijk geweld zullen wij in samenspraak met de drie NWN gemeenten in 2007 verder beleid ontwikkelen op het gebied van huiselijk geweld. Regionale plaats(en) voor daderopvang zijn beschikbaar in sociaal pension Het Klooster in onze gemeente.
6 7
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
2. Uitbouw Multifunctionele Accommodaties (MFA’s) naar echte brede scholen met een wijkfunctie De multifunctionele accommodaties (MFA’s) in Maassluis West en Oost worden functioneel uitgebouwd naar echte brede scholen met een wijkfunctie. De partners binnen de MFA’s ontwikkelen ideeën over een nadere samenwerking. Daarnaast wordt een gemeentelijke visie ontwikkeld.
Samenwerking op buurt- en wijkniveau (zie ook hiervoor; punt 1 ‘Veilig opgroeien’) Wij zullen op buurt- en wijkniveau zorgdragen voor het realiseren van samenwerking tussen jongeren, gezin, school, maatschappelijke organisaties en de gemeente. Aldus moeten netwerken worden gevormd van instellingen die problemen signaleren en aanpakken. -
Samenwerking tussen jongeren, gezin, school, maatschappelijke organisaties en de gemeente
Deze samenwerking kan gerealiseerd worden door het jongerenwerk en de sportbuurtwerker. Ook de afdeling openbare orde en wijkbeheer heeft hier ervaring mee. Tevens kent het Accent College Reviusplein de zgn. maatschappelijke stages waarbinnen leerlingen vrijwilligerswerk doen bij verschillende maatschappelijke organisaties.
-
Netwerken van instellingen die problemen signaleren en aanpakken Vanaf het schooljaar 2006/2007 wordt in Maasluis gestart met de zgn. ZAT’s (Zorg Advies Teams – zie ook hiervoor; punt 1). Binnen deze teams werken diverse instellingen samen om gesignaleerde problemen bij kinderen van 0-12 jaar aan te pakken. Voor kinderen vanaf 12 jaar zijn er de social teams die verbonden zijn aan de scholen voor voortgezet onderwijs. Ook het Albeda College is bezig met de opzet van een dergelijk team.
Inrichting en buitenschools gebruik schoolpleinen aantrekkelijker maken Zie uitwerking hierna, bij punt 5 ‘Basisscholen als goed bereikbare wijkvoorzieningen met wijkfunctie schoolpleinen buiten schooltijd’.
3. Bestrijden en voorkomen van onderwijsachterstandssituaties Onderwijsachterstanden, VVE, schakelklassen (zie ook hiervoor; punt 1) Binnen Veilig Opgroeien wordt aandacht besteed aan de risicofactor ‘leerachterstanden beginnend op de basisschool’. Hierbij zal voornamelijk gewerkt worden aan het voorkomen van taalachterstanden bij kinderen. Gebleken is namelijk dat leerachterstanden vaak het gevolg zijn van een taalachterstand. Om taalachterstanden te voorkomen en aan te pakken wordt o.a. gewerkt met voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Binnen de VVE wordt gewerkt met een doorlopend programma “Startblokken/ basis ontwikkeling” voor kinderen van 2 tot en met 5 jaar. Van de bij Veilig Opgroeien betrokken basisscholen is de aandacht voor taal groot. In het preventieplan wordt aangegeven dat het werk van de Centrale Opvang behouden moet blijven. De Centrale Opvang heeft als doel leerlingen, die het Nederlands niet of onvoldoende beheersen, op een centraal punt op te vangen en een intensief taalprogramma te bieden, voordat zij naar het reguliere basisonderwijs gaan. Het streven is dat deze leerlingen op het juiste niveau kunnen instromen in het reguliere basisonderwijs.
Opvangmogelijkheden kinderen tot 12 jaar Met de nieuwe Wet Kinderopvang is de gemeentelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van de opvang voor kinderen tot 12 jaar beperkt tot het peuterspeelzaalwerk, kinderopvang voor sociaal medisch geïndiceerden en het toezicht en handhaving van de kwaliteit van de kinderopvang. Peuterspeelzaalwerk vormt samen met het consultatiebureau en de basisschool de primaire keten voor kinderen in de
6 8
O n d e r w i j s
e n
j e u g d
leeftijdsgroep 0-6 jaar. Peuterspeelzalen dragen in belangrijke mate bij aan de ontwikkeling van kinderen. Daarnaast heeft de peuterspeelzaal sinds de invoering van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) een belangrijke taak erbij gekregen. In de gemeentelijke ‘Verordening Kwaliteitsregels Peuterspeelzalen Maassluis 2005’ hebben wij het ambitieniveau van het peuterspeelzaalwerk op hetzelfde niveau als de VVE gesteld. Het bereik van de doelgroep VVE moet tot 2010 gefaseerd van 50% naar 70% worden opgeschroefd. Wij zijn hierover in nauw overleg met de uitvoerende instanties. De intentie is om ook VVE in kinderdagverblijven op te starten.
4. Uitvoeren leerplichtwet en aanpak schoolverzuim en vroegtijdig schoolverlaten Schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten Door samenwerkende gemeenten, vakscholen, regionale opleidingscentra (ROC’s) en het voortgezet onderwijs zijn, ter bestrijding van schoolverzuim en vroegtijdig schoolverlaten, een protocol en een uitvoeringsdocument opgesteld. De leerlingenadministratiesystemen en de meldprocedures sluiten regionaal aan. Samen met de gemeenten Vlaardingen en Schiedam en het samenwerkingsverband VO-VSO is gewerkt aan een beleidsplan “Zorg in het voortgezet onderwijs”.
6 9
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
Dit plan is gebaseerd op de huidige uitvoering van het GOA-plan voortgezet onderwijs en aangepast aan de nieuwe verhoudingen tussen gemeenten en schoolbesturen. De uitvoering van dit plan wordt gecoördineerd vanuit het Steunpunt onderwijs in Schiedam. Tot slot moet het jongerenwerk betrokken blijven bij het project Veilig Opgroeien in Maassluis.
Leerplichtwet De Leerplichtwet zal strikt worden gehandhaafd. Het schoolverzuim rond de schoolvakanties moet tot een minimum worden beperkt. De leerplichtambtenaar zal hier actief tegen optreden door onder andere deel te nemen aan het Justitieel Casusoverleg en aan de social teams van de scholen voor het voortgezet onderwijs en wanneer nodig proces-verbaal op te maken.
Uitvoering geven aan Regionale Meld- en coördinatiefunctie (RMC) bovenleerplichtigen Door melding en registratie van bovenleerplichtigen zal uitvoering worden gegeven aan de RMC. Hierdoor ontstaat inzicht in het aantal voortijdige schoolverlaters en een basis om op deze doelgroep in te zetten. Vanuit het Steunpunt onderwijs worden trajectbegeleiders ingezet om jongeren weer naar een opleiding te loodsen.
Lokale PlaatsingsAdviesCommissie (PAC) Deze lokale PAC is ingesteld vanuit het interzuilair directieberaad en heeft tot doel basisschoolleerlingen die geen school kunnen vinden, omdat scholen menen dat zij ‘vol’ zitten alsnog te plaatsen op één van de Maassluise basisscholen. In deze PAC zit de leerplichtambtenaar en per denominatie een directeur. Het besluit van de PAC is bindend.
5. Basisscholen als goed bereikbare wijkvoorzieningen met wijkfunctie schoolpleinen buiten schooltijd Bij de realisatie van nieuwe wijken wordt bezien op welke wijze een basisschool kan worden gerealiseerd. Hiermee dient al vroegtijdig rekening gehouden te worden bij de planvorming. Het richting gevende kader hierbij is de huisvestingsverordening.
7 0
O n d e r w i j s
e n
j e u g d
Het beschikbaar zijn van schoolpleinen voor de wijkfunctie is één van de onderdelen die wordt uit gewerkt in het Speelruimteplan. Hierover dient overleg plaats te vinden met de schoolbesturen en de juridische en financiële afspraken zullen worden vastgelegd. Een aandachtspunt hierbij is noodzaak van preventieve maatregelen in het kader van vandalisme. Dit kan de openbare wijkfunctie negatief beïnvloeden.
6. Instandhouden godsdienst- en humanistisch vormingsonderwijs, uitbreiden uren lichamelijke opvoeding en stimuleren gezondheidsvoorlichting Godsdienst- en humanistisch vormingsonderwijs Wat betreft het lespakket zal godsdienstonderwijs en humanistisch vormingsonderwijs in stand worden gehouden en zullen de desbetreffende organisaties daarvoor op grond van te leveren prestaties worden gesubsidieerd.
Lichamelijke opvoeding Bevorderd zal worden dat het aantal lesuren lichamelijke opvoeding wordt uitgebreid. Hiermee wordt bij wijze van proef gestart op een tweetal scholen die deelnemen aan het BOS project. Op jaarbasis gaat het om een uitbreiding van 10 uur voor de groepen 5 en 6; voor de groepen 7 en 8 is dat 20 uur extra. Daarnaast wordt bevorderd dat de kinderen tussen de middag en na schooltijd meer gaan bewegen.
Uitvoering arrangement Buurt, Onderwijs en Sport (BOS) – zie ook hiervoor; punt 1 Wij hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een aanvraag bij het rijk in te dienen voor projecten, die zich erop richten dat jongeren van 4 tot 19 jaar met een achterstand actief gaan bewegen. Wij verwachten dat het rijk voor aanvang van het begrotingsjaar 2007 een beslissing zal hebben genomen op de aanvraag. Het gaat dan om de arrangementen “Jeugdoverlast” en “Bewegingsarmoede en overgewicht bij leer lingen in het basisonderwijs”. Bij de arrangementen is onder meer sprake van een samenwerking tussen onderwijs, sportorganisaties, bewonerscomités, groepen jongeren en de sportbuurtwerker.
Gezondheidsvoorlichting- en opvoeding GGD Via de activiteiten binnen de productgroep Jeugdgezondheidszorg van de GGD en het werk van de thuiszorg (consultatiebureaus) zal onverminderd aandacht worden besteed aan gezondheids voorlichting en -opvoeding van 0 tot 19 jarigen. Daarnaast verwachten wij beleid te formuleren ter verbetering van de gezondheids- en leefsituatie van 0 – 23 jarigen met een beperking.
7. Regionaal afstemmen schoolvakanties In het overleg met het interzuilair besturenberaad zullen wij de schoolbesturen verzoeken om de vakanties van de basisscholen en het voortgezet onderwijs in de regio beter op elkaar af te stemmen, zodat kinderen uit een gezin die verschillende scholen bezoeken tegelijkertijd vakantie hebben.
8. Handhaven niveau schoolzwemmen en onderzoeken vervroeging leeftijd Het schoolzwemmen blijft als activiteit in eerste instantie gehandhaafd voor de groepen 5 en 6 van de basisscholen en zal onderdeel zijn van de prestatie- c.q. uitvoeringsovereenkomst die wordt afgesloten met het zwembad. Tevens wordt gezorgd voor het vervoer van leerlingen naar het zwembad en weer terug naar school. Wij zullen een onderzoek instellen naar de mogelijkheden om leerlingen op een 1-jaar jongere leeftijd te laten starten met het schoolzwemmen, hetgeen betekent dat de groepen 4 en 5 zullen gaan school-
7 1
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
zwemmen. Er zal gekeken worden naar de organisatorische en eventuele financiële consequenties van deze maatregel. Hiervoor zullen wij overleggen met het bestuur van het zwembad en het onderwijs.
9. Voeren van integraal jeugdbeleid Sport in de wijk / project Buurt, Onderwijs en Sport (zie ook hoofdstuk 1.7; punt 1) Wij hebben in 2006 besloten dat er een sportbuurtwerker via detachering wordt ingehuurd door de gemeente. De sportbuurtwerker gaat een sportaanbod voor de jeugd ontwikkelen dat voldoet aan de vraag. Sportverenigingen worden, indien nodig, zoveel mogelijk betrokken bij het wijkgerichte jongerenwerk, de activiteiten van de sportbuurtwerker en de uitvoering van het speelruimteplan.
Jongerenwerk Vanwege het faillissement van Raster zal in 2007 het jongerenwerk bij een andere organisatie dan de huidige uitvoeringsorganisatie worden ingekocht. Met deze organisatie zullen heldere afspraken gemaakt worden waarop de organisatie ook afgerekend zal worden. Het is in ieder geval van belang dat de jongerenwerkers veel ambulant werken en hun activiteiten afstemmen op de vraag van de jongeren, waarbij rekening wordt gehouden met het werkplan van de sportbuurtwerker. Ook is het belangrijk dat de jongeren betrokken worden bij het organiseren en uitvoeren van activiteiten. Tevens moeten de jongerenwerkers goed doorverwijzen naar overige instanties (zoals BJZ) indien dit nodig is. Tot slot moet het jongerenwerk betrokken blijven bij het project Veilig Opgroeien in Maassluis.
Jongerenraad Een aantal ‘oudere jongeren’ werkt aan het opstellen van een nieuwe jongerenraad. Initiatieven tot heroprichting van de Jongerenraad zullen positief worden ontvangen en waar mogelijk worden gefaciliteerd. Dit is inmiddels in gang gezet.
Onderzoek gehandicapte en chronische zieken jeugdigen In 2006 heeft de GGD NWN een onderzoek uitgevoerd naar de aantallen en de gezondheids- en leef situatie van 0 t/m 23 jarigen met een beperking, handicap of met een chronische ziekte in Maassluis. Er is tevens een publieke sociale kaart gemaakt. Daarnaast is in beeld gebracht wat de vraag is van deze groep jeugdigen. In 2007 worden de resultaten van het onderzoek betrokken bij de uitvoering van het Jeugdbeleid.
10. Subsidies Voor de uitvoering van activiteiten, die voorheen door de uitvoeringsorganisatie Raster werden ontplooid, richten wij ons op de hoofdprioriteiten jongerenwerk, allochtone aandachtgroepen en vrijwilligers. Daardoor is het haalbaar om een noodzakelijke bezuiniging op het subsidieplafond te realiseren van € 100.000,-.
7 2
O n d e r w i j s
e n
j e u g d
Prestatie-indicatoren programma 4.
Rekening 05
begroting 06
begroting 07
Aantal verstrekte subsidies
7
7
7
Aantal ontvangen afrekeningen subsidies
7
7
7
Aantal consulten voorpost BJZ
-
10
60
38
42
60
108
115
125
Aantal consulten ZAT
-
10
35
Aantal bijeenkomsten GOSA
-
3
8
Aantal interventies jeugdcasemanager
-
8
25
Aantal gerealiseerde voorzieningen BOS
-
-
2
67
97
112
7
7
14**
251
250
250
35
35
35
7
5
10
99
120
160
184
184
210***
0,5 %
0,4 %
0,3 %
152 86 57 9
150 85 55 10
150 85 55 10
2001
2004
2007*
Percentage jeugd met gezondheidsproblemen
-
20 %
20 %
Percentage VO dat gezondheid slecht vind
-
6%
13 %**
Percentage jeugd dat niet regelmatig sport
-
26 %
26 %
Cluster jeugd
Aantal consulten pedagogisch spreekuur Aantal consulten schoolmaatschappelijk werk
Cluster onderwijs Aantal geplaatste VVE-kinderen (peuterspeelzaal en kinderdagverblijf) Aantal processen verbaal leerplicht* Aantal deelnemers humanistisch vormings-onderwijs Aantal deelnemers godsdienstonderwijs Aantal absoluut verzuimers* Aantal relatief verzuimers* Aantal voor- en vroegtijdige schoolverlaters* Aantal niet-schoolgaande 4 jarigen* Aantal leerlingen dat gebruik maakt van leerlingenvervoer waarvan met taxi waarvan met openbaar vervoer waarvan met eigen auto * : genoemde aantallen betreffen resp. de schooljaren 2005/2006, 2006/2007 en 2007/2008 ** : dit aantal staat in verband met de verhoging van de leerplichtleeftijd tot 18 jaar (kwalificatieplicht) *** : deze cijfers komen voort uit de aanmeldingen RMC
Kwaliteit Gemeenteatlas Maassluis 2005
* : streefwaarde ** : Meten aan jezelf schooljaar 2005 / 2006) - vraagstelling: vindt gezondheid niet (zo) goed (dus andere vraagstelling / antwoordcategorie dan in 2004)
7 3
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
Kengetallen Cluster: Educatie 130
netto lasten per inwoner in € Maassluis
120 110
92
109
90
94
102
100
Soortgenoten
100 90 2003
2004
2005
122
125
2006
65 60
Waarvan Onderwijshuisvesting
55
netto lasten per inwoner in €
50
Maassluis 47
45
61
57
60
Soortgenoten
40 36
35 2003
2004
2005
45
63
65
2006
Wat gaat het kosten? Tabel Financiële consequenties Programma 4 (bedragen x € 1.000,-) Bestaand beleid
2005
2006
2007
2008
2009
2010
lasten
8.085
4.637
5.423
5.397
5.327
5.296
baten
3.714
496
807
807
807
807
Saldo bestaand beleid
-4.371
-4.141
-4.616
-4.590
-4.521
-4.489
2005
2006
2007
2008
2009
2010
project veilig opgroeien
50
50
50
50
zorgnetwerk voorschoolse periode
33
20
20
20
meldpunt GOSA
23
23
23
23
nieuw beleid lasten
Nieuw beleid baten
saldo bestaand en nieuw beleid
7 4
2005
2006
2007
2008
2009
2010
-4.371
-4.141
-4.722
-4.683
-4.614
-4.582
O n d e r w i j s
e n
j e u g d
Tabel onttrekkingen / stortingen reserves van dit programma bedragen x € 1000,mutatie reserves
2007
2007
2008
2008
2009
2009
2010
2010
stortingen
onttrekk.
stortingen
onttrekk.
stortingen
onttrekk.
stortingen
onttrekk.
Onderhoud openbaar onderwijs
28
Kapitaallasten meerj. onderh. gebw Totaal mutatie reserves
28 24
28
28 35
24
28
35
28 33
28
33
34 28
34
Toelichting wijzigingen bestaand beleid De mutaties binnen het bestaand beleid ten opzichte van 2006 worden voornamelijk veroorzaakt door verwerking van het nieuwe beleid 2006 (‘Openbaar onderwijs huisvesting’ / MFA Oost en ‘Bijzonder voortgezet onderwijshuisvesting’ / Accent College). Een en ander binnen de kaders van het bestaande beleid.
Overschrijdingsuitkering onderwijs Per 1-8-2006 is het openbaar onderwijs verzelfstandigd. Het openbaar onderwijs moet binnen de haar beschikbare middelen de uitgaven realiseren. Zolang de gemeente geen extra middelen verstrekt aan het openbaar onderwijs, behoeft de gemeente ook geen extra middelen te reserveren voor het bijzonder onderwijs, wat resulteert in een structureel voordeel van € 40.000,-.
Toelichting nieuw beleid Project Veilig opgroeien Voor de uitvoering van het project Veilig Opgroeien is integraal een preventieplan opgesteld waarin rekening is gehouden met het wijkgericht werken in Maassluis. Binnen het beschikbare budget van € 50.000,- zal een aantal activiteiten worden uitgevoerd.
Zorgnetwerk 0-12 jarigen Dit is één van de vijf wettelijke gemeentelijke taken in het kader van de Wet op de Jeugdzorg. In Maassluis zullen twee Zorg AdviesTeam’s worden opgestart. Hiervoor is voor 2007 € 33.000,- gereserveerd en voor de volgende jaren € 20.000,-.
Meldpunt GOSA Het Gemeentelijk Overleg Sluitende Aanpak (GOSA) is een hulpmiddel voor preventief jeugdbeleid. Als taakstellend budget is een bedrag van € 23.000,- aangewezen voor het geautomatiseerd signaleringssysteem.
Investeringen Vervangingsinvestering: - onderhoud diverse schoolgebouwen
€
263.140,-
7 5
1.5
werk en inkomen
7 7
W e r k
e n
i n k o m e n
Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen? 1. Optimaal en rechtmatig gebruik van ruimhartige inkomensvoorzieningen Ruimhartige verstrekkingen en uitbreiding van de mogelijkheden van bijzondere bijstand brengen met zich mee dat het budget voor de bijzondere bijstand in overeenstemming met de wens van de raad (motie 18 bij de begrotingsbehandeling voor 2006) is verhoogd. De besteding hiervan wordt voor bereid in gemeenschappelijk overleg met Raad en cliëntenraad Wet werk en bijstand. De dekking van deze toevoeging bestaat uit handhaving van een taakstellende bezuiniging van gelijke grootte op het zogenoemde Inkomensdeel WwB. Deze moet worden gerealiseerd door middel van beperking van de instroom in en verhoogde uitstroom uit de uitkering als gevolg van intensivering van reïntegratieactiviteiten en fraudebestrijding. Tegelijkertijd leiden aanpassingen in de verdelingswijze van het landelijke Inkomensdeel WWB in combinatie met neerwaartse bijstelling van dat deel vanwege een (landelijk) dalend aantal bijstands gerechtigden ertoe dat de gemeente in 2007 minder middelen ontvangt om de maandelijkse algemene bijstandsuitkeringen te betalen. In eerste instantie zal de hiervoor bestemde egalisatiereserve ingezet worden. Dreigende onverzekerdheid voor ziektekosten blijft een belangrijk punt van aandacht. De gemeente moet er zoveel mogelijk aan bijdragen dat dit wordt voorkomen: een collectieve basisverzekering voor personen met een laag inkomen tegen gunstige voorwaarden -in samenwerking met Schiedam, Vlaardingen en Delft- is daarvoor een geschikt instrument.
7 9
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
Om deze doelstellingen te realiseren, worden in 2007 de volgende activiteiten uitgevoerd: n Intensivering van beleidsregels bijzondere bijstand; n Het overleg met Raad en cliëntenraad WWB over de bijzondere bijstand voortzetten en daarbij de
besteding van deze toevoeging meenemen; n Individuele benadering (o.a. huisbezoek) van potentiële doelgroep; n De egalisatiereserve inzetten om de daling van het landelijke Inkomensdeel WWB op te vangen; n Tegengaan van onverzekerdheid tegen ziektekosten, bij voorkeur door middel van een collectieve
basisverzekering voor minima tegen aantrekkelijke voorwaarden.
2. Pro-actief beleid kwijtschelding gemeentelijke belastingen De gemeentelijke lasten worden kwijtgescholden aan mensen met een minimum inkomen. Het proactieve beleid richt zich op een onderzoek naar het automatisch verstrekken van kwijtschelding aan bijstandsgerechtigden en ouderen met een laag inkomen. Verder wordt bekeken of voor meerdere jaren kwijtschelding kan plaatsvinden van de gemeentelijke belastingen. Aandachtspunten hierbij zullen zijn de wettelijke (on)mogelijkheden en de koppeling van bestanden van de kwijtscheldingsadministratie met de Sociale Verzekeringsbank. Verder worden de burgers gewezen op de mogelijkheid tot kwijtschelding via publicaties in de Schakel, via de website van de gemeente Maassluis, bij de beschikking van de reinigingsrechten en via spreekuren van de kwijtschel dingsambtenaar in de Vliet, de Vloot en op het stadhuis.
3. Dienstverlening Sociale Zaken en Werkgelegenheid monitoren De dienstverlening van de afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt jaarlijks gemonitord. De afdeling Sozawe heeft deelgenomen aan de landelijke Benchmark Sozawe. Binnen deze Benchmark bestaat de mogelijkheid jaarlijks deel te nemen aan een klanttevredenheidsonderzoek. De uitslag van het onderzoek wordt besproken met de Cliëntenraad Wwb en wordt gebruikt om de dienstverlening verder te optimaliseren. De kosten van het onderzoek worden betaald uit het inkomensdeel Wwb. Naast het onderzoek naar de tevredenheid van de klant zal ook een medewerkerstevredenheids onderzoek worden gehouden. Om deze doelstelling te realiseren, wordt in 2007 de volgende activiteit uitgevoerd: n Er wordt een klanttevredenheidsonderzoek gehouden, met als doel een eindresultaat van minimaal
een 7 te halen.
8 0
W e r k
e n
i n k o m e n
4. Informeren van ouderen en gehandicapten over WMO en Bijstand De raad wil ouderen en gehandicapten nadrukkelijk informeren over hun rechten m.b.t. de WMO en bijzondere bijstand. Elektronische bestandsvergelijkingen worden niet langer hoofdzakelijk gebruikt om fraudebestrijding en handhaving te ondersteunen, maar worden daarnaast ingezet om het ongewenste niet-gebruik van minimavoorzieningen tegen te gaan en de voorlichting over deze voorzieningen op de juiste plaats te krijgen. Met hetzelfde doel zal het afleggen van huisbezoeken bij ouderen en gehandicapten opnieuw worden ingevoerd. Drempels voor het aanvragen van bijzondere bijstand worden hiermee zoveel mogelijk weggenomen. Om deze doelstellingen te realiseren, worden in 2007 de volgende activiteiten uitgevoerd: n Er wordt 0,5 fte extra formatie ingezet ten behoeve van huisbezoeken ouderen en gehandicapten; n Structurele invoering van doelgroepbenadering minimabeleid door middel van
bestandsvergelijkingen.
5. Optimaal benutten rijksbudgetten Besteding van het Inkomensdeel Wwb vindt volledig plaats. Het werkdeel Wwb zal zo veel mogelijk worden benut op basis van een jaarlijks vast te stellen uitvoeringsplan. Zie hierna; punt 6, 7 en 11.
6. Uitbreiding banen gesubsidieerde arbeid Het aantal banen met gesubsidieerde arbeid wordt uitgebreid. De verschillende vormen van gesubsi dieerde arbeid worden zo veel mogelijk benut. Voorafgaande aan de opstapbaan is de instapbaan mogelijk voor mensen met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt. Het doel van gesubsidieerde arbeid blijft uitstroom naar reguliere arbeid. Gesubsidieerde banen zullen daar waar mogelijk worden ingezet bij reguliere werkgevers in de profit en non-profit sector. Daarnaast zullen deze banen in diverse (werkgelegenheid)projecten worden ingezet. Voor de invulling van het uitvoeringsplan besteding werkdeel 2007 zal het aantal gesubsidieerde arbeidsplaatsen opnieuw worden bepaald. De gemeente zal in overleg treden met verschillende partijen over de invulling van nieuwe (tijdelijk) gesubsidieerde arbeidsplaatsen, met als resultaat 10 gesubsidieerde banen voor jongeren en 15 voor ouderen. Zie verder bij punt 7.
7. Bestrijding jeugdwerkloosheid De jeugdwerkloosheid wordt bestreden door jongeren direct actief aan de slag te laten gaan. Voor jongeren tot 23 jaar geldt de sluitende aanpak. Alle jongeren worden direct op een traject richting scholing of arbeid gezet. Daar waar nog geen sprake is van een behaalde startkwalificatie zal de jongere gemotiveerd worden in een combinatie van leren en werken alsnog de startkwalificatie te behalen. In samenwerking met het Albeda college en het project Samen Leven In Maassluis (SLIM) worden trajecten voor deze doelgroep opgezet. Om de doelstellingen van punt 5 t/m 7 te realiseren, worden in 2007 de volgende activiteiten uitgevoerd: n Met werkgevers afspraken maken over werkgelegenheidsprojecten waarbij gesubsidieerde arbeid
wordt ingezet; n Jongeren direct bij instroom op traject zetten (circa 15 jongeren per jaar); n Leer-werk trajecten uitvoeren met het Albeda college en SLIM, waarbij een startkwalificatie behaald
kan worden (10 jongeren per jaar); n Zie ook hierna; punt 11; n Regionale verbreding jongerenloket.
8 1
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
8. Actieve werkhouding van bijstandscliënten Mensen met een uitkering worden gewezen op hun eigen verantwoordelijkheid bij het zoeken en aan vaarden van werk. Met de invoering van de Wwb per 1 januari 2004 is extra nadruk gelegd op “werk boven inkomen”. Bij het intakegesprek voor een uitkering zal dit nadrukkelijk aan de orde worden gesteld. Het streven is de klant zo snel mogelijk duurzaam aan een reguliere arbeidsplaats te helpen. Wanneer arbeidsinschakeling binnen afzienbare tijd geen haalbare optie is volgt een reïntegratietraject met intensieve begeleiding. Hierbij zal vooral worden ingezet op benutting van de capaciteiten van de klant. De Maatregelenverordening zal worden ingezet wanneer de klant bewust onvoldoende of niet meewerkt aan het traject naar arbeid. Ingezet wordt op een afbouw van het cliëntenbestand waardoor het tekort op het Inkomensdeel wordt teruggebracht. Om deze doelstelling te realiseren, wordt in 2007 de volgende activiteit uitgevoerd: n Inzet op arbeid is onderdeel van het intake gesprek (sluitende aanpak); 50% van nieuwe instroom
gaat direct via Dukdalf; n Reïntegratie aan het werk; benutting van de capaciteiten van de klant; n Daar waar nodig wordt gebruik gemaakt van de Maatregelenverordening; n Afbouw van het cliëntenbestand met minimaal 15 per jaar.
9. Fraudebestrijding door bestandsvergelijkingen Elektronische bestanden worden intensief benut om fraude tegen te gaan. De koppelingen van elektro nische bestanden via het Inlichtingenbureau worden steeds verder uitgebreid. Maandelijks vindt uitwisseling van deze bestandsgegevens plaats. Op basis van de gegevens wordt beoordeeld of een (fraude) onderzoek gewenst is. Naast het Inlichtingenbureau biedt SUWInet de mogelijkheid om gegevens in te zien betreffende arbeid en arbeidsverleden. Bij een intake en ook tussentijds wordt SUWInet geraadpleegd. Het Regionaal Coördinatiepunt Fraudebestrijding Rotterdam Rijnmond Zuid Holland Zuid biedt regel matig de mogelijkheid mee te doen aan projectmatige bestandsvergelijking. Van deze mogelijkheid zal intensief gebruik gemaakt worden. Om dit te realiseren worden de volgende activiteiten ontplooid: n Maandelijkse koppeling met het Inlichtingenbureau; n Gebruik van SUWInet; n Samenwerking met Regionaal Coördinatiepunt Fraudebestrijding Rotterdam Rijnmond
Zuid Holland Zuid; n Vaststelling van een uitvoeringsplan handhaving met doelstellingen en activiteiten op het gebied
van handhaving en van een uitvoeringsverslag met de resultaten daarvan.
10. Preventie schuldhulpverlening Preventieve maatregelen worden ingezet op schuldhulpverlening. Begin 2007 zal een nieuwe aan besteding voor de uitvoering van Schuldhulpverlening plaatsvinden. Onderdeel van de aanbesteding is het verzorgen van cursussen budgetbeheer. In het voorjaar 2007 zullen 2 cursussen worden uitge voerd. Ook de klanten van de voedselbank worden hierbij betrokken. Om deze doelstelling te realiseren, wordt in 2007 de volgende activiteit uitgevoerd: n Aanbesteding schuldhulpverlening; n Aanvragen rijkssubsidie; n Verzorgen van cursussen budgetbeheer; n Samenwerking met voedselbank.
8 2
W e r k
e n
i n k o m e n
11. Combinatie reïntegratie met Dukdalf De mogelijkheden van reïntegratie binnen Dukdalf worden ook voor Wwb-klanten benut. De uitbeste dingsverplichting van reïntegratietrajecten is per 1 januari 2006 komen te vervallen. In samenwerking met de Dukdalf zal de reïntegratie van Wwb-klanten weer in eigen hand worden genomen. Het productiebedrijf van Dukdalf zal worden benut voor het opdoen van werkervaring. De detachering mogelijkheden van Dukdalf (groenvoorziening en schoonmaak) worden ook gebruikt voor werk ervaring voor Wwb-klanten. Het begeleid werken en de gesubsidieerde arbeid zal in gezamenlijkheid vorm gegeven worden. De ontwikkeling van de mens staat daarbij centraal. Het werkdeel van de Wwb zal hiervoor worden ingezet, maar ook zal gebruik gemaakt worden van de extra middelen die voor de Wsw beschikbaar komen. Hiervoor worden in 2007 de volgende activiteiten ontplooid: n De reïntegratie van werkzoekenden via Dukdalf in eigen beheer uitvoeren (100 nieuwe trajecten
per jaar); n Gebruikmaking van het productiebedrijf voor het opdoen van werkervaring; n Detachering / gesubsidieerde arbeid in combinatie van Wsw en Wwb uitvoeren; n Inzet van werkdeel en extra Rijksmiddelen voor de Wsw.
Dukdalf Bedrijven Voor het jaar 2007 zal in algemene zin het beleid van meer diversificatie worden voortgezet. Het mooie maar qua rendement zeer kwetsbare campingbedrijf wordt verder afgeslankt naar een lager volume niveau. Dit is een zeer kritisch proces. Het verlagen van het volumeniveau is in de eerste plaats bedrijfseconomisch noodzakelijk en in de tweede plaats is het noodzakelijk om reden van de nieuwe Modernisering wetgeving. Deze wetgeving zal per 1 januari 2008 ingaan en het jaar 2007 wordt gezien als een overgangsjaar. De wet omvat een aantal nieuwe elementen, waar in dit verband de belangrijkste zijn: n De ontwikkeling van SW personeel van binnen naar buiten. Dit betekent meer personeel aan
het werk in individueel detacheringverband of groepsdetachering, dan wel begeleid werken; n De Gemeente krijgt in toenemende mate de regiefunctie op SW personeel.
Dukdalf heeft inmiddels de detacheringen fors uitgebreid door middel van het opzetten van het schoonmaakbedrijf en een sterke uitbreiding van het werk in de groenvoorziening. Dit heeft inmiddels zijn gevolgen op het campingbedrijf doordat in het algemeen beter gekwalificeerd personeel in de nieuwe sector detacheringen geplaatst wordt. De productiecapaciteit in het camping bedrijf zal hierdoor dalen. Een aantal scenario’s zal ontwikkeld worden waarlangs de productie van Dukdalf op een financieel verantwoorde wijze kan worden omgevormd. Een nieuw aspect is ook de vorming van een reïntegratiebedrijf voor de uitvoering van reïntegratie activiteiten voor Wwb-uitkeringsgerechtigden. In dit kader vindt uitvoering van reïntegratietrajecten in eigen beheer plaats. Met Dukdalf worden resul taatgerichte afspraken gemaakt over de reïntegratie. Dukdalf heeft hierbij de garantie van het altijd beschikbaar hebben van een realistische werkomgeving, wat een belangrijke voorwaarde voor succesvolle reïntegratie is. Het werkdeel Wwb wordt hiervoor ingezet. Op deze wijze verwachten we de tekorten van Dukdalf verder te beperken.
8 3
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
Conform de Strategische Koers Dukdalf (Strategisch Plan) moeten de te hoge kosten en risico’s van het campingbedrijf verder worden beheerst en zullen de revenuen uit het schoonmaakbedrijf, het groenbedrijf en de detacheringen het tekort in toenemende mate compenseren. Voor 2007 hebben wij de gemeentelijke bijdrage in het exploitatietekort taakstellend bepaald op € 350.000,-.
12. Implementatie nieuwe Wet sociale werkvoorziening De invoering van de nieuwe Wsw is verschoven naar 2008. Het jaar 2007 kunnen gemeenten gebruiken voor de implementatie van de wet. In de nieuwe Wet krijgt de gemeente de volledige verantwoordelijk heid voor de uitvoering van de Wsw. De Wsw is gericht op ontwikkeling van mensen met een handicap zover als mogelijk binnen het reguliere bedrijfsleven. Detachering en begeleid werken zullen volop ingezet moeten worden. Dukdalf is de ontwikkeling naar de nieuwe Wet al in 2006 ingegaan. Het productiebedrijf biedt mensen een mogelijkheid om werkervaring op te doen en kan benut worden als middel tot reïntegratie voor zowel de mensen met een Wwb uitkering als de Wsw populatie. Hiervoor wordt in 2007 het volgende ingezet: n Implementatie van een mensontwikkelbedrijf binnen Dukdalf; n Optimalisering van het productiebedrijf; n Uitbreiding van de detachering bij reguliere werkgevers; n Realiseren van begeleid werken plaatsen bij reguliere werkgevers.
Prestatie-indicatoren programma 5.
Rekening 05
begroting 06
begroting 07
0,3 %
0,3 %
0,3 %
98
100
105
Klanttevredenheidsonderzoek
7
7
7
Uitbreiding gesubsidieerde arbeid - jongeren - ouderen
-
15
10 42
Instroom jongeren direct op traject
-
-
15
Leer-werktraject, behalen startkwalificatie
-
-
10
Afbouw cliëntenbestand
-
-
15
Nieuwe trajecten combinatie reïntegratie Dukdalf
-
-
100
Gegronde bezwaarschriften op beslissingen Beëindigingen uitkeringen wegens werkaanvaarding
8 4
W e r k
e n
i n k o m e n
Kwaliteit rekening 05
begroting 06
begroting 07
8 wkn
6 wkn
6 wkn
45
45
45
2002
2004
2007*
5%
7%
5,5 %
2,3 %
2,4 %
2,25 %
26.900
31.400
28.500
Gemiddelde afhandelingtermijn bijstandsaanvragen Telefonische bereikbaarheid sociale dienst (uren per week) gemeenteatlas maassluis 2005 Totaal percentage niet-werkende werkzoekenden Percentage bijstandsuitkeringen** Gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden per jaar*** in €
* : streefwaarde ** : percentage is in de gemeenteatlas te hoog opgenomen *** : in 2000 en 2002 ipv 2002 en 2004
Kengetallen Cluster: Werk en Inkomen 130
netto lasten per inwoner in € Maassluis
115 108
100
114
108
107
Soortgenoten
85 67
70 2003
2004
2005
69
124
127
2006 Functie: Werkgelegenheid (incl. Dukdalf) 40
netto lasten per inwoner in € Maassluis
30 20
16
20
7
4
8
25
Soortgenoten
10 0 2003
2004
2005
28
29
2006
8 5
P r o g r a m m a b e g r o t i n g
2 0 0 7
Wat gaat het kosten? Tabel Financiële consequenties Programma 5 (bedragen x € 1.000,-) Bestaand beleid
2005
2006
2007
2008
2009
2010
lasten
32.456
31.202
30.213
30.250
30.255
30.257
baten
29.409
27.486
25.779
26.029
26.179
26.329
Saldo bestaand beleid
-3.048
-3.716
-4.434
-4.221
-4.076
-3.928
2005
2006
2007
2008
2009
2010
100
100
100
100
25
25
25
25
2007
2008
2009
2010
88
88
88
88
-4.471
-4.258
-4.113
-3.965
nieuw beleid lasten motie 18 bijzondere bijstand (motie) voorlichting / bezoek ouderen nieuw beleid Baten
2005
2006
Kwijtschelding reiniging in tarief -3.048
saldo bestaand en nieuw beleid
-3.716
Tabel onttrekkingen / stortingen reserves van dit programma bedragen x € 1000,mutatie reserves
2007
2007
2008
2008
2009
2009
2010
2010
stortingen
onttrekk.
stortingen
onttrekk.
stortingen
onttrekk.
stortingen
onttrekk.
0
0
0
0
0
0
Uitvoeren bijstand Totaal mutatie reserves
250 0
250
Toelichting wijzigingen bestaand beleid De mutaties binnen het bestaand beleid ten opzichte van 2006 worden voornamelijk veroorzaakt door de doorwerking van begrotingswijzigingen 2006 (‘Sociale werkvoorziening Dukdalf’) en de wijzigingen in de apparaatslasten door de toerekening van meer of minder ambtelijke uren. Een en ander binnen de kaders van het bestaande beleid.
Bijstand inkomensdeel De bijstandsuitgaven laten in 2007 een tekort zien van ongeveer € 750.000,- ten opzichte van het inkomensdeel. Uit de egalisatiereserve inkomensdeel wordt € 250.000,- onttrokken ten gunste van het tekort. Voordeel € 250.000,- Incidenteel. Vanaf 2008 is een inspanningsverplichting om het cliënten bestand per jaar te verminderen met 15 cliënten.
Bijdrage Dukdalf Bedrijven De concurrentie positie van Dukdalf op de markt van campingmeubelen staat fors onder druk. Voor 2006 wordt een exploitatietekort verwacht van € 500.000,-. Daarnaast verplicht de nieuwe Wet sociale werkvoorziening tot een wijziging van beleid. De koersnotie Dukdalf 2006 – 2010 geeft de rich ting aan waarin de bedrijfsvoering wordt ombogen. Deze ombuiging, waarin de reïntegratie van Wsw en Wwb een nadrukkelijke rol krijgt, vraagt een uiterste inspanning van alle partijen. Deze inspanning moet leiden tot een daling van het negatieve exploitatieresultaat. Hierbij wordt ingezet op een daling naar een tekort van € 250.000,-.
8 6
W e r k
e n
i n k o m e n
Doorstroming ID-baan Binnen de afdeling Dienstverlening is een voormalige medewerker met een Instroom-Doorstroombaan daadwerkelijk doorgestroomd naar een reguliere arbeidsplaats. Hiervoor dient in het meerjaren perspectief nog een structurele raming opgenomen te worden.
Toelichting nieuw beleid Motie 18 bijzondere bijstand In motie 18, aangenomen bij de begrotingsbehandeling 2006 in november 2005, is opgenomen dat de bezuiniging op het Inkomensdeel van de Wet werk en bijstand ongedaan gemaakt dient te worden en ten gunste gebracht dient te worden van het budget bijzondere bijstand. Een bedrag van € 100.000,- is opgenomen als toevoeging aan het budget bijzondere bijstand. Besteding van dit budget wordt in overleg met Raad en cliëntenraad voorbereid. De bezuiniging op het Inkomensdeel blijft gehandhaafd, omdat dit een extra ruimtevrager van € 100.000,- zou betekenen.
Voorlichting/bezoek ouderen Het niet gebruik van bijzondere bijstand willen we terugbrengen. Ervaringen hebben geleerd dat het afleggen van huisbezoeken de drempel bij (vooral) ouderen verlaagt bij het aanvragen van bijzon dere bijstand. Met een bedrag van € 25.000,- kan een parttime formatieplaats worden ingevuld zodat de ouderen thuis bezocht kunnen worden.
Kwijtschelding reiniging in tarief Het voorstel is, om de kosten van de kwijtschelding van de reiniging voor bijstandsgerechtigden niet meer ten laste van de algemene dienst te brengen, maar om deze te verwerken in de tarieven van de reinigingsrechten.
Investeringen Aanschaf- en vervangingsinvesteringen: n aanpassingen en onderhoud gebouwen en installaties Dukdalf
€ 168.740,-
n aanschaf metaalbewerkingmachine Dukdalf
€ 122.710,-
8 7