provinsje fryslân provincie fryslân b postbus 20120 8900 hm leeuwarden tweebaksmarkt 52 telefoon: (058) 292 59 25 telefax: (058) 292 51 25 www.fryslan.nl provincie@fryslannl www.twitter.com/provfryslan
Provinciale Staten van de Provincie Fryslan Postbus 20120
8900 HM LEEUWARDEN
Leeuwarden, 6 november 2012 Verzonden,
ziz
07
Ons kenmerk : 01026368 Afdeling Kennis en Ekonomy Behandeld door S. van Stralen /(058) 292 59 36 of
[email protected]
Onderwerp
Doefonds
Geachte Statenleden, In het kader van de actieve informatieplicht aan u sturen wij u hierbij het door Buck Consul tants International (BOl) opgestelde businessplan op hoofdlijnen voor het Doefonds Fryslân. Het businessplan is een uitwerking van het eerder door BCI gedane marktonderzoek naar de noodzakelijkheid van een Doefonds. We zien in het nu voorliggende businessplan voldoende aanleiding om de hoofdlijnen verder uit te werken. De verdere uitwerking van de hoofdlijnen moet zorgvuldig gebeuren en vergt nog enige tijd. Het gaat hierbij om zaken als de corporate governance met statuten, investeringsinstructie, structuur maar ook om het profiel fondsmanager, juridische aspecten, belastingtechnische zaken en de voorbereiding van de aanbesteding. Gezien het belang wat wij met elkaar hechten aan het Doefonds hebben we er voor gekozen de aankomende tijd te gebruiken om veel van bovenstaande zaken uit te werken.
1 /2
-
Ons kenmerk: 01026368
di) •
provinsje fryslân provincie fryslân
b
rj)
Het Doefonds staat in de begroting 2013 voor €8 miljoen en wij zien in dit businessplan op hoofdlijnen een goede basis voor uw begrotingsbehandeling.
Staten van Fryslân,
•It
0 J.
secretaris
-2/2
Ons kenmerk: 01026368
‘/L’”
Doefonds Fryslân Businessplan op hoofdlijnen
Uitgevoerd in opdracht van: Provincie Fryslân
Buck Consultants International Nijmegen, 9 oktober 2012
Inhoudsopgave BIz.
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 1.2 1 .3 1.4
Achtergrond Doelstelling Marktverkenning Overheidsrol
1 2 3 6
Hoofdstuk 2 Opzet Doefonds
7
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
7 7 9 13 14
Inleiding Financial matchmaker Aanjaag- & schaalsprongfonds Fondsomvang Resultaat Doefonds
Hoofdstuk 3 Organisatie Doefonds 3.1 3.2 3.3
Inleiding Uitvoeringsorganisatie Provinciale governance
17 17 18 21
Hoofdstuk 1
1.1
Inleiding
Achtergrond
De afgelopen twintig jaar is de Friese economie veelzijdiger en minder conjunctuurgevoelig geworden. Naast van oudsher sterke sectoren als landbouw, maak- en voedingsmiddelenindustrie zijn de zakelijke en financiële dienstverlening, bouw, gezondheidszorg en toerisme belangrijker geworden. Door toenemende (internationale) concurrentie, schaalvergroting en concentratie, en economische crisis staat de positie van het bedrijfsleven echter onder druk. Vernieuwing is essentieel om de Friese economie te handhaven in een steeds verder gb baliserende economie. De provincie Fryslân 1 zet hierom in op innovatie binnen zowel de belangrijke economische speerpunten van de provincie, als binnen het in Fryslân ruim aan wezige midden- en kleinbedrijf (MKB). Door de relatief hoge risico’s die samenhangen met innovatie en het ontbreken van zeker heden kunnen vooral (jonge) innovatieve bedrijven moeilijk in hun kapitaalbehoefte voor zien. Investeerders zullen bepaalde initiatieven niet oppakken, omdat het risico te hoog is, het rendement te laag is en of de terugverdien periode te lang duurt. De provincie wil hier een rol spelen door financieel deel te nemen in dergelijke initiatieven zodat investeerders uit de markt wel bereid zijn te investeren. De laatste jaren is een duidelijke trend zichtbaar waarbij de Nederlandse overheden 2 finan ciële middelen ter bevordering van de economie steeds meer “revolverend’ willen gaan inzetten. Dit wil zeggen dat middelen worden verstrekt onder voorwaarde dat deze bij suc cesvolle uitvoering van een project of programma worden terugbetaald. Dit kan op verschil lende manieren 3 die veelal worden samengebracht in een innovatiefonds. Ook de provincie Fryslân heeft het voornemen om via een Doefonds een instrument in wer king te stellen, waarmee: • • •
1 2
op een revolverende manier; wordt voorzien in de onvervulde kapitaalbehoefte (inspelen op marktimperfectie); van het innoverende MKB.
Coalitieakkoord 2011-2015, Nije enerzjyfoarFryslân Zie o.a. het Regeerakkoord van Kabinet Rutte 1 en de Coalitleakkoorden van diverse provincies en grote steden Denk hierbij aan leningen, garanties en of deelnemingen/participaties
Buck Consu!tants International
1
Voorliggend is een uitwerking van het businessplan voor dit Doefonds op hoofdlij nen. Het succes van zo’n fonds staat of valt bij de concrete uitwerking van het ge heel, alsmede bij de kwaliteit van de uitvoerders.
1 .2
Doelstelling
Doelstelling van het Doefonds is een versterking van de economische structuur en uit bouw van de werkgelegenheid in Fryslân door stimulering van innovatie bij het midden- en kleinbedrijf. Het gaat om een laagdrempelig instrument, gericht op uitvoering (‘doe” fonds) van innovatieve projecten, waarmee bedrijven op een substantieel ‘hoger niveau’ worden gebracht in termen van omzet, winstgevendheid en/of werkgelegenheid op de lange termijn. Met andere woorden, het moet gaan om een schaalsprong.
Innovatie Het doel is om meer en betere innovaties in het Friese MKB te stimuleren. Bij innovaties gaat het om een brede invulling van de definitie. Dat betekent dat naast nieuwe producten of diensten het ook om substantiële verbeteringen in productieprocessen of dienstverlening kan gaan, alsmede om het benutten van (inter)nationale marktkansen. Innovatie is dus meer dan het stimuleren van spin-offs van kennisinstellingen of het ondersteunen van klei ne high tech bedrijven. 1—let gaat er ook om MKB bedrijven te ondersteunen in de doorgroei van hun bestaande activiteiten. Ofwel, innoveren is slim combineren.
Effectvergro ting Tot nu toe zijn de regionale middelen voor innovatiestimulering vooral in de vorm van sub sidies verstrekt. In het Doefonds worden de middelen revolverend ingezet, zodat tenminste een deel ervan terugkeert en opnieuw kan worden besteed. Dit leidt niet alleen tot een effi ciëntere inzet van schaarser wordende overheidsmiddelen, maar ook tot een mentaliteits verandering bij aanvragers dat overheidsgeld niet gratis is. De provincie beoogt niet te concurreren met de private partijen op de kapitaalmarkt. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om zelf als bank te gaan opereren. Het doel is om de finan ciering van innovatieve projecten , welke anders niet van de grond komen, rond te krijgen 4 door het leveren van ondersteuning en het beschikbaar stellen van kapitaal. De provincie beoogt hiermee een aanjaagrol, waardoor ook andere private financiers bereid zullen zijn mee te investeren (voorwaarde).
‘
Projecten die bijdragen aan de doelstelling; structuurversterking Friese economie, door middel van innovatie in het MKB
Buck Consultants International
2
1.3
Marktverkenning
Aan de hand van een internetenquête onder 675 MKB-bedrijven in Friesland 5 en een tiental verdiepende interviews onder bedrijven met lopende innovatieprojecten zijn de financie ringsknelpunten, alsmede het Friese vraagpotentieel rondom innovatie binnen het MKB in beeld gebracht. Het financiële aanbod en de ontwikkelingen hierbinnen zijn nader verkend door middel van dertien gesprekken met vertegenwoordigers van banken, verschaffers risi cokapitaal en intermediairs 6 over het beschikbare aanbod van (risico)kapitaal in de regio.
Marktimperfectie, ontwikkelingen in het marktaanbod Door de relatief hoge risico’s die samenhangen met innovatie en het ontbreken van zeker heden (zoals onderpand, track-record en/of zicht op toekomstige cashflows) kunnen vooral (jonge) innovatieve bedrijven moeilijk in hun kapitaalbehoefte voorzien. •
•
• •
•
•
Banken zijn dankzij de financiële en economische crisis en hogere eisen (Basel III) te rughoudender geworden; ze zoeken meer zekerheden, stappen pas later in en stellen hogere eisen, bijvoorbeeld aan het eigen vermogen. Venture capital maatschappijen zijn bereid grotere bedragen beschikbaar te stellen, maar doen dit pas als bedrijven al een deel van de innovatieketen hebben doorlopen en de kansen op rendement aanzienlijk zijn. Informal investors (vermogende particulieren) zijn bereid vroeger in de innovatieketen in te komen, maar zijn vaak moeilijker te vinden en investeren beperkte bedragen. De NOM heeft een scala aan instrumenten om bedrijven in verschillende fasen van de innovatieketen te ondersteunen. Het beleid is niet gericht op een zo hoog mogelijk ren dement, maar op het in stand houden van het vermogen, waardoor men lagere rende mentseisen kan stellen dan marktpartijen, maar wel voorzichtig moet opereren. De rijksoverheid biedt ook een breed instrumentarium voor innovatiestimulering, onder andere bestaande uit fiscale instrumenten, garanties, innovatiekredieten, risicokapitaal en aanjaagsubsidies, maar dit voldoet vanwege de beperkte omvang van de bedragen en/of specifieke voorwaarden onvoldoende aan de vraag. In Fryslân heeft de provincie de afgelopen jaren innovatie aangejaagd via gebruik van Europese en landelijke middelen (o.a. EFRO, Koers Noord, REP ZZL en FES) ten be hoeve van innovatieve projecten, algemene regelingen (o.a. NIOF), het eigen subsidieprogramma Fryslân Fernijt en het Fryslân Development Fund (FDF, dat aandelenkapi taal en met steun van de Rabobank Noordwest Fryslân kredieten verstrekt aan inno vatieve, startende bedrijven), maar deze middelen zijn inmiddels (vrijwel) uitgeput. -
6
-
Responsvanl8% In het kader van deze marktverkenning is gesproken met: ABN Amro, Deutsche Bank NL, Friesland Bank, ING, Rabobank, Inventures Management, Newion lnvestments, Noorderhuys Participaties, Nordtech Ventu res, Support Fonds, Friesland Development Fund, NOM en Syntens
Buck Consultants International
3
Aangezien de beschikbare middelen vanuit de markt en het Rijk voor jonge, innovatieve bedrijven ontoereikend zijn, kan de provincie een belangrijke rol spelen in het verlagen van de drempel richting marktkapitaal.
Vraagpotentieel Fryslân herbergt anno 2012 ruim 38.500 bedrijven en instellingen, waarvan verreweg het grootste deel met minder dan 5 werkzame personen. Met het Doefonds richt de provincie zich niet op zeer kleine bedrijven, noch op grote ondernemingen die de weg op de kapi taalmarkt zelf kunnen vinden. Ook ziet de provincie voor zichzelf geen taak weggelegd voor bedrijven die louter lokaal werken, maar wil ze (zgn. stuwende) bedrijven stimuleren, die hun omzet (vooral) buiten de provincie maken en aldus de ‘economische koek’ voor Fryslân vergroten. Na analyse (zie box 1) wordt geschat dat circa 200-300 kleine en middelgrote bedrijven die willen innoveren, de komende jaren niet in hun kapitaalbehoefte kunnen voorzien.
Box 1 • • • •
Vraagpotentieel Doe fonds Provincie Fryslân 3.200 stuwende MKB bedrijven met 5-250 werkzame personen 15-20% ervaart knelpunten bij financiering van innovatie/vernieuwing en hebben behoefte aan aanvullende externe financiering (naast eigen vermogen of bank) Niet al deze bedrijven hebben dezelfde behoefte en voldoen aan de criteria (uitgangspunt 50%) Doelgroep Doefonds: 200-300 bedrijven
Bron: Marktverkenning BCI 2012
Witte vlekken in het aanbod Een deel van de bedrijven kan uit eigen middelen en marktaanbod niet (tijdig) voorzien in de totale kapitaalbehoefte en zoekt een aanvullende financiering van de overheid. Uit inter views met een aantal van deze bedrijven, vertegenwoordigers van banken, venture capita lists en informal investors, en landelijke studies blijkt dat voor deze bedrijven witte vlekken in het aanbod vooral betrekking hebben op (zie figuur 1): • •
Preseed (van idee naar prototype) en seed (van prototype tot marktintroductie) kapitaal. R&D-trajecten (vaak gericht op technologie-ontwikkeling) en eerste fase groei investeringen (gericht op marktuitrol en eventueel export).
Buck Consultants International
4
Figuur 1.1
Witte vlekken in financiering innovaties MKB waar Doefonds op inspeelt
Innovatieketen
Kapitaalvorm
Financieringsbronnen
1 Preseed
Seed
• Eigen vermogen • Persoonlijke lening • Microkrediet • Vaak onvoldoende (witte vlek)
Start-up
Uitrol
• Venture/informal capital • Banken • Vaak onvoldoende of risicomijdend (Witte vlek)
Expansie
Buy-out/ turn
• Banken • Venture capital • Groeifondsen • Aandelen
Daarnaast kan een deel van de jonge, innovatieve bedrijven de weg naar kapitaalverschaf fers en overheidsinstrumenten niet vinden en/of weet de noodzakelijke informatie niet in de benodigde formats te presenteren. Zij hebben veel baat bij iemand die hen ondersteunt bij de financial engineering’ van hun innovatiepropositie richting mogelijke financiers.
Instrumenten-mix Het is bevorderlijk om een volledig pakket aan financiële instrumenten beschikbaar te heb ben om innovatieve en/of sterk groeiende MKB-bedrijven te ondersteunen. Kijkend naar de witte vlekken in het aanbod, met onvoldoende financial engineering, onvoldoende (pre-) seed kapitaal en onvoldoende start-up kapitaal voor opschaling/marktintroductie van inno vatie, wordt een drietal instrumenten ingezet: 1 2
3
Financial matchmaker • Effent de weg naar de beschikbare financiële middelen in de markt. Aanjaagfonds • Verstrekt partcipaties/kredieten voor de eerste fasen van een innovatieproject, tot de marktintroductie. Schaalspongfonds • Verstrekt participaties/kredieten voor opschaling van de productie of dienstverle ning, gericht op uitrol van een nieuw product/dienst en/of benadering van nieuwe markten.
Deze instrumenten worden in hoofdstuk 2 nader uitgewerkt.
Buck Consultants International
5
1.4
Overheidsrol
De rol van de overheid zit in het maatschappelijk belang van innovatie bij het MKB en de daaruit voorvloeiende versterking van de economische structuur binnen de provincie Frys lân. Om de werking van de markt niet te verstoren en binnen de EU-kaders omtrent staats steun te blijven, zullen de financiële middelen marktconform worden verstrekt. Dit betekent niet dat de overheid optreedt als financiële marktpartij met bijhorende verwach te rendementen. Met het Doefonds wil de provincie innovatieve bedrijvigheid stimuleren, in trajecten die anders niet van de grond zouden komen. Het betreft hoog risicovolle investe ringen met weinig tot geen zekerheden, waardoor het financieel rendement van het fonds sterk afhankelijk is van het al dan niet realiseren van enkele zeer geslaagde participaties. De meerwaarde ten opzichte van het verstrekken van subsidies zit hem in het principe van het revolverende karakter. Door het aangaan van participaties en het verstrekken van kre dieten worden enerzijds bedrijven gestimuleerd om bedrijfsmatig met de verstrekte midde len om te gaan en anderzijds ontstaat er een mechanisme dat de overheid financieel mee profiteert indien het innovatietraject tot een succesvolle doorbraak leidt. Aldus wordt het beleidsmatige effect vergroot, aangezien middelen (deels) terugvloeien en opnieuw kunnen worden ingezet ten behoeve van andere innovatieprojecten.
In een separate notitie (BCI, mei 2012) is het begrip revolverend fonds verder uitgewerkt. Buck Consultants International
6
Hoofdstuk 2
2.1
Opzet Doefonds
Inleiding
Het achterliggende doel is om door middel van stimulering van innovatie-inspanningen bij het midden- en kleinbedrijf bij te dragen aan een versterking van de economische structuur en uitbouw van de werkgelegenheid in Fryslân. Met het Doefonds zet de provincie Fryslân in op het rond krijgen van de financiering voor innovatieve projecten binnen het MKB, welke anders niet van de grond komen, door het beschikbaar stellen van kapitaal en ondersteu ning. Binnen het Doefonds worden drie instrumenten ingezet, welke in twee vormen kunnen wor den ingedeeld: • •
Een onafhankelijke financiële matchmaker (compartiment 1) die de weg effent naar de beschikbare financiële middelen in de markt. Het beschikbaar stellen van kapitaal via een aanjaagfonds (compartiment 2) en een schaalsprongfonds (compartiment 3) om een (tijdelijk) hiaat in de financiering van een innovatietraject te vullen en de drempel naar marktpartijen voor financiering van de rest van het traject te verlagen.
2.2
Financial matchmaker
Veel kleinere bedrijven en instellingen weten de weg naar de beschikbare financieringsmid delen niet te vinden en/of de business case niet sluitend te krijgen. Derhalve is er een rol weg gelegd voor een laagdrempelige en onafhankelijke financial matchmaker, die perspec tiefvolle bedrijven adviseert bij de strategisch/bedrijfskundige aanpak en financierbaarheid van hun innovatie-investeringen en ze zo nodig en waar mogelijk introduceert bij moge lijk interessante kapitaalverschaffers en bestaande instrumenten, dan wel bij financiële in termediairs die op commerciële basis de businesscase verder opwerken.. —
—
Hoewel het begin van veel innovaties in het MKB gefinancierd wordt uit bedrijfsreserves en middelen van de ondernemer zelf of de kring daaromheen, is vaak aanvullende financiering nodig om een innovatie daadwerkelijk te kunnen realiseren. Hiervoor klopt men doorgaans aan bij de (huis)bank. De bank vraagt om een businessplan en om zekerheden waarop zij
Buck Consultants International
7
bancair krediet (vreemd vermogen) kan verstrekken. Die zekerheden zijn vaak in onvol doende mate voorhanden en/of Vrij beschikbaar. De verder benodigde financiering zal dan ook vaak in de vorm van eigen vermogen (participatie) dienen plaats te vinden en dus van uit een andere kapitaalverstrekker. De kapitaalbehoefte is aldus een uitvloeisel van de in novatiestrategie van het bedrijf, maar omgekeerd zal men zonder zicht op beschikbaar kapi taal überhaupt niet met een innovatie starten. In het businessplan dienen in ieder geval de Volgende vragen te zijn beantwoord: • • • • • • • •
Is de innovatiestrategie duidelijk? Zijn groeiperspectief/prod ucten/markten helder? Zijn de benodigde competenties/human capital in huis of beschikbaar? Wie zijn de afnemers, hoe zeker is het dat zij dit product/dienst in deze opzet en onder deze voorwaarden gaan afnemen, en wanneer en hoe vaak? Zijn er voldoende toeleveranciers en anderszins voor deze innovatie benodigde partijen beschikbaar? Zijn er vrije zekerheden voor de bank, zouden er aandelen zijn voor een investeerder? Zijn de investerings- en cashflow-prognoses voldoende robuust? Hoe wordt het benodigde kapitaal gemobiliseerd? In welke vorm en van wie? Zijn er al partijen die serieus bereid zijn kapitaal te verstrekken?
De financial matchmaker betreft een onafhankelijke tussenpersoon, die jonge, innovatieve bedrijven ondersteunt bij het uitwerken van hun specifieke businesscase en bijpassende financieringsconstructie. De focus ligt op het ondersteunen van innovatie binnen het MKB via het versterken van de propositie en niet op acquisitie van beschikbare fondsen c.q. op toeleiding naar het Doefonds. De matchmaker functioneert daarbij als eerstelijns adviseur, die de ondernemer helpt bij het uitwerken van de precieze kapitaalbehoefte en de construc tie met de grootste financieringskans. Om niet concurrerend te zijn met de markt, is de tijdinzet per bedrijf beperkt tot circa twee dagen. Op basis van het advies wordt de ondernemer ofwel doorverwezen naar mogelijke financiers (als de businesscase voldoende robuust is), dan wel naar commerciële financiële intermediairs, die de basinesscase verder helpen uit werken. Beide partijen hebben baat bij gekwalificeerde doorverwijzing door de financial matchmaker. De doelgroep waar de financial matchmaker zich op richt, zijn startende en/of groeiende MKB bedrijven binnen de provincie Fryslân, die financiering zoeken voor innova ties/vernieuwing. Aan dergelijke bedrijven biedt de matchmaker de volgende ondersteuning: • •
Feedback geven op innovatiestrategie/businessplan gericht op het signaleren en verbe teren van zwakke plekken. Samen met de ondernemer uitwerken van een optimale financierbaarheid van het inno vatieproject.
•
Het doorverwijzen naar financiers en kapitaalverstrekkers.
Buck Consu!tants International
8
De start, duur en kosten van ondersteuning van de financial matchmaker zijn als volgt: • • •
•
De financial matchmaker kan op verschillende momenten worden ingeschakeld, van erend vanaf de eerste idee fase tot aan de realisatie fase. De ondersteuning start met een oriënterend gesprek waarin de specifieke situatie en mogelijkheden tot ondersteuning worden besproken. De duur van de ondersteuning is afhankelijk van de specifieke situatie. Dit varieert tus sen enkele gesprekken, waarna de ondernemer wordt geïntroduceerd bij of verwezen naar kapitaalverschaffers en/of -inmediairs, tot aan trajecten die worden doorlopen tot dat de benodigde financiering is gerealiseerd. Om de drempel voor het MKB zo laag mogelijk te houden, kan de matchmaker de on dersteuning gratis bieden, gefinancierd vanuit het budget dat voor het fonds beschik baar is. Daarbij worden wel grenzen gesteld ten aanzien van de totale tijdsinzet voor een bedrijf c.q. het aantal innovatietrajecten dat per bedrijf wordt ondersteund, namelijk circa 16 uur per bedrijf per jaar. Het moet gaan om perspectiefvolle trajecten, die onder steuning nodig hebben bij het vinden van de beste financieringsconstructie.
2.3
Aanjaag- & schaalsprongfonds
Met het opzetten van een aanjaag- en schaalspongfonds en het hiermee beschikbaar stel len van kapitaal richt de provincie Fryslân zich op het realiseren van innovatieve projecten binnen het Fniese MKB, welke anders niet van de grond zouden komen. Het opzetten van een fonds met of door een overheid is een bijzondere tak van sport, waarbij iedere case op zichzelf weer unieke eigenschappen heeft. Voor het creëren van een effectief en uitvoerbaar fonds is het van belang dat de uiteindelijk gestelde voorwaarden en criteria aan zowel aanvragende bedrijven als de uitvoerende invest ment manager elkaar versterken. Deze afstemming komt zeer nauw en maakt in be langrijke mate het verschil tussen succes en rendement enerzijds en risico’s en af kalving van het fondsvermogen anderzijds. Navolgende uitwerking betreft een busi nessplan op hooflijnen, waarin de kaders worden geschetst, maar dat voor de con crete invoering verder moet worden uitgewerkt. De doelgroep waar het aanjaag- en het schaalsprongfonds zich op richt, zijn stuwende MKB bedrijven (zowel starters als bestaand MKB) die door middel van stimulering van inno vatie-inspanningen bijdragen aan een versterking van de economische structuur en uitbouw van de werkgelegenheid in Fryslân. Versterking van de intrinsieke kracht van het Friese bedrijfsleven staat centraal. Het fonds richt zich hierbij op de belangrijke economische speerpunten in de regio, zijnde watertechnologie, duurzame energie, agribusiness, metaal zorgeconomie en toerisme, alsmede het stuwende MKB in andere sectoren. Door het beschikbaar stellen van kapitaal in de vorm van deelnemingen (participaties) en kredieten (leningen) wordt beoogd om een tijdelijk hiaat in de financiering van een innova tietraject te vullen en de drempel naar marktpartijen voor financiering van de rest van het Buck Consultants International
9
traject te verlagen. Het verstrekken van de middelen vindt marktconform plaats conform het Market Economy lnvestor Principle (MEIP) en binnen de staatssteunkaders van de EU. Uit de marktverkenning blijkt dat het veel ondernemers niet zozeer gaat om gunstiger voor waarden (bijvoorbeeld lagere rente), maar om het feit dat er überhaupt kapitaal beschikbaar komt. In de marktverkenning gaven ondernemers doorgaans aan voorkeur te hebben voor een lening boven een participatie. De belangrijkste reden is dat bij een participatie de kapitaal verschaffer zeggenschap wil hebben over de besteding van de middelen, terwijl de onder nemer volledig zelfstandig wil kunnen opereren. In de beginfase is een ondernemer tegelijkertijd ook de onderneming. Als een onderneming wil groeien, zal het veelal nodig zijn om deze minder afhankelijk te maken van de onderne mer, door verantwoordelijkheden te delegeren en zeggenschap met meer partijen te gaan delen. Omdat het hier vanuit de kant van de investeerder gezien gaat om hoog risicovolle investeringen in innovatieve projecten, veelal met zeer beperkte of ontbrekende liquiditeit om rente en leningen af te lossen, zijn risicovermindering door sturingsmogelijkheden en een potentiële waardeontwikkeling ter compensatie voor gelopen risico’s van belang. Voor de onderneming zelf is het van belang te kijken naar een zodanige financieringscon structie dat zij aan haar verplichtingen kan voldoen. Als er onvoldoende liquiditeit is om ren te en aflossing te betalen, hetgeen vaak het geval is bij jonge, innovatieve ondernemingen, is een lening geen optie, maar wel toename van het eigen vermogen en dus participatie. Daarnaast is het zo dat indien het eigen vermogen van de firma op orde en hoog genoeg is, een bank eerder bereid zal zijn om aanvullend krediet te verstrekken, hetgeen juist de be doeling van het Doefonds is, namelijk om andere financiers over de streep te trekken. Algemene voorwaarden ten aanzien van de aanvrager zijn: •
MKB bedrijf conform definitie EU , met focus op speerpuntsectoren en stuwende bedrij 8 vigheid. • De aanvrager is in Fryslân gevestigd of is bereid zich in Fryslân te gaan vestigen, waar bij de daadwerkelijke activiteiten in Fryslân worden uitgevoerd. Investering in innovatie conform de (brede) definitie van de OECD . 9 • De aanvrager bestaat bij het moment van de feitelijke investeringsbeslissing in principe uit een rechtspersoon (dus geen eenmanszaak of VOF). Eventueel kan in de beginfase worden volstaan met een BV ‘in oprichting’, een voorstadium van de daadwerkelijke op richting. • De financiering van het bedrijf moet volledig rond zijn, dan wel grotendeel geconcreti seerd met zicht op volledige financiering binnen een aantal maanden. 8
“Iedere eenheid die een economische activiteit uitoefent met minder dan 250 werkzame personen en een jaaromzet van minder dan 50 mln. euro en/of jaarlijks balanstotaal van 43 mln. euro.” Indien een samenwer kingsverband een aanvraag indient, moet dit via een rechtspersoon namens MKB-bedrijven. “A technological product innovation is the implementation/commercialisation of a product with improved performance characteristics such as to deliver objectively new or improved services to the consumer. A technological process innovation is the implementation/adoption of new or significantly improved production or delive,y methods. It may involve changes in equipment, human resources, working methods or a combi nation of these”
Buck Consultants International
10
Gedurende de aanvraag dient een uitgewerkt businessplan te worden aangeleverd, welke inzage geeft in de beoogde investeringen, de verwachte ontwikkelingen en effecten en het bijhorende terugverdienmodel. Belangrijk hierbij is de bijdrage aan het maatschappelijke rendement (innovatie, toekomst bestendig MKB, etc.) in combinatie met zicht op een winst gevende business case. Aan het voldoen aan deze algemene voorwaarden op zich kunnen geen rechten worden ontleend. In tegenstelling tot bij veel subsidieregelingen waarbij in principe alleen aan de voorwaarden hoeft te worden voldaan, ligt de uiteindelijke investeringsbeslissing ten alle tijden bij de fondsbeheerder. De uiteindelijke toetsingscriteria voor bijdragen uit het fonds dienen bij oprichting nader te worden uitgewerkt. Criteria zijn onder meer: • •
Bijdrage aan maatschappelijk rendement (innovativiteit, economische spin-off). Verdienmodel: wat is de marktvraag, wie zijn de (potentiële) klanten, toeleveranciers, etc. en wat zijn zij bereid hiervoor te betalen? Financiële en operationele risico’s.
•
Met het inzetten van participaties en kredieten wordt er gebruik gemaakt van een vorm van financiering waarbij er in tegenstelling tot bij subsidieverstrekking ook weer middelen zullen terugvloeien naar de verstrekker. De waarde van de participatie op het moment van uittre den is afhankelijk van de mate van succes van het project. Het verstrekte krediet wordt in principe terugbetaald, tenzij er sprake is van een faillissement, waarbij de dan geldende procedures worden doorlopen.
Aanjaagfonds Het aanjaagfonds is bestemd voor de eerste fasen van een innovatieproject, tot de marktin troductie. Het gaat bijvoorbeeld om de technische ontwikkeling van prototypes, het uitvoe ren van een haalbaarheidsstudie (proof-of concept), of een demonstratieproject. ° 1 De insteek van het aanjaagfonds is het daadwerkelijk realiseren van een innovatie. Dit vergt veelal het aangaan van participaties, mogelijk in combinatie met al dan niet converteerba re leningen. Op case basis zal een afweging worden gemaakt welke vorm (en mogelijke mix) van financiering de voorkeur geniet, en op welk moment in de tijd. -
-
Ten aanzien van de omvang van de steun en financieringsvoorwaarden worden de volgen de uitgangspunten gehanteerd: • •
10
Een fondsbijdrage per bedrijf van minimaal € 25.000,- en maximaal € 100.000,-. Op het moment van financieren dient de eigen bijdrage (in cash) voor de investering tenminste 50% te bedragen, en bij voorkeur zo groot mogelijk te zijn. Vergelijkbaar met de
—
aflopende
Buck Consultants International
—
NIOF-regeling, maar participatie/krediet i.p.v. subsidie
11
•
•
Per innovatietraject kan er maximaal één keer een aanvraag worden ingediend. Op basis van een beoordeling krijgt de aanvrager al dan niet een bindend financierings voorstel. Voorkomen moet worden dat een aanvrager telkens weer met een onvoldoen de uitgewerkt voorstel terugkeert. Tegen een afwijzingsbesluit kan eenmaal een onder bouwd bezwaar worden ingediend bij de Raad van Commissarissen van het Doefonds. Uitgegaan wordt van een financieringstermijn voor een aanjaagbijdrage (looptijd lening en moment van exit bij participatie) van gemiddeld 3 jaar.
Schaalsprongfonds Het schaalsprongfonds is bestemd voor opschaling van de nieuwe activiteit gericht op uitrol van een nieuw product of dienst en/of bewerking van nieuwe markten, inclusief export. In deze fase van het innovatietraject worden er al inkomsten door verkopen gegenereerd; de eerste betalende klanten zijn er. Echter, vanaf deze eerste opbrengsten is het nog een hele weg te gaan voordat de firma haar volledige aanloop-, productie- en verkoopkosten kan dekken uit de inkomsten. De insteek van het schaalsprongfonds is om via participaties en kredieten kapitaal beschik baar te stellen voor het realiseren van een schaalsprong, teneinde het bedrijf groter (schaalbaar) en daarmee rendabel te maken. Op case basis zal een afweging worden ge maakt welke vorm (en mogelijke mix) van financiering de voorkeur geniet. Dit vergt tot op bepaalde hoogte maatwerk, waarbij ook overleg en concessies met andere financiers noodzakelijk zal zijn. Uitgangspunt hierbij is dat het schaalsprongfonds niet optreed als pri maire financieringsbron, maar als sluitsteen om daarmee het innovatietraject mogelijk te maken. Omvang en financierings voorwaarden van de bijdrage uit het schaalsprongfonds zijn: •
• •
•
•
Een fondsbijdrage per bedrijf van minimaal €100.000,- en maximaal €1.000.000,-, wel ke met het oog op risicobeperking wordt gefaseerd in tranches en eventueel ingezet via verschillende financiële instrumenten. Deze bijdrage kan volgen op een eerdere aan jaagfinanciering uit het Doefonds, maar dit hoeft niet. Op het moment van financieren dient de eigen bijdrage (in cash) voor de investering tenminste 50% te bedragen, en bij voorkeur groter te zijn. Het is te overwegen om aanvragen waarbij een groter aandeel investeringsbijdrage van het bedrijf zelf of van derden (in cash) voorhanden is, met prioriteit te honoreren, indien daarmee significante innovaties kunnen worden gerealiseerd. Per innovatietraject kunnen meerdere financieringsrondes nodig zijn, tot een totaal van maximaal € 1.000.000,- per bedrijf (inclusief eventuele aanjaagbijdrage). De ervaring leert dat innovatietrajecten zeer risicovol zijn en veelal meerdere financieringsrondes nodig zijn, elke keer als weer een stap in het traject is gezet. Op basis van beoordeling krijgt de aanvrager telkens al dan niet een bindend financieringsvoorstel, mede afhanke lijk van overleg en concessies met andere financiers. De toezegging uit het Doefonds treedt pas in werking nadat de financiering volledig rond is. Uitgegaan wordt van een financieringstermijn voor het verstrekken van krediet (looptijd lening) of participatie van gemiddeld 5 jaar.
Buck Consultants International
12
Exit strategie Met het Doefonds wordt nadrukkelijk getracht een innovatieproject van een bedrijf te reali seren, van de start tot het moment dat marktpartijen er genoeg in zien om de rest van de financiering te verstrekken. Om die reden moet er een duidelijk begin en eindpunt zijn in de betrokkenheid vanuit dit overheidsfonds. Bij het aangaan van participaties zal vooraf een duidelijke exit strategie worden geformuleerd. Deze exit strategie vormt bij de financiering het uitgangspunt, maar zal in de praktijk met de nodige flexibiliteit worden gehanteerd. Innovatie laat zich namelijk niet strikt sturen. Afhan kelijk van de case en voortgang in het innovatietraject is het van belang om enige mate van flexibiliteit te hebben in de te hanteren looptijd van de participatie of kredietaflossing, zodat dit niet onder druk op een ongunstig moment hoeft te gebeuren, maar kan plaatsvinden wanneer een aanzienlijke waardestijging kan worden gerealiseerd. Zoals hierboven aange geven wordt uitgegaan van een gemiddelde financieringstermijn van 3 jaar vanuit het aan jaagfonds en 5 jaar vanuit het schaalsprongfonds.
2.4
Fondsomvang
Binnen de provinciale kaders is eenmalig € 8,0 mln. beschikbaar voor het opzetten van een Doefonds. Uitgangspunt is dat het beschikbare fondsbudget bij aanvang direct ter beschik king wordt gesteld, waardoor gestart wordt met een positief saldo aan liquide fondsmidde len. De navolgende inkomende en uitgaande geldstromen treden vervolgens op. Uitgaande geldstromen: • • • •
Initiële investeringen: Kosten fondsmanagement: Externe kosten: Investeringen:
oprichtingskosten fonds acquisitie, begeleiding en beheer van het fonds project gerelateerde kosten, zoals inhuren accountant aangaan participaties en verstrekken leningen
Inkomende geldstromen: • • • • •
Afsluitprovisie: Rente op liquide middelen: Rente verstrekte leningen: Aflossingen leningen: Verkoop aandelen belang:
beperkt bedrag t.b.v. dekken van externe kosten rente-inkomsten op positief fondssaldo rente-inkomsten uit verstrekte leningen aflossing van leningen aan einde van de looptijd verkoop aandelenbelang bij exit van participatie
Binnen het budget voor het Doefonds is € 0,5 mln. gereserveerd voor de finaricial match maker. Hiermee kan gedurende een periode van 5 jaar één fte worden ingezet. In de loop van het vijfde jaar moet worden bezien of de matchmaker nog voldoende toegevoegde waarde heeft voor het opwaarderen van investeringsproposities van innoverende MKB be Buck Consu!tants International
13
drijven en hoe eventuele voortzetting van deze functie wordt gefinancierd. Verder dient re kening te worden gehouden met initiële investeringskosten (oprichtingskosten fondsbeheer, aanbesteding, e.d.), de kosten van het fondsmanagement (acquisitie, begeleiding en be heer van innovatieprojecten) en een strategische reservering voor meerdere ronde financie ring van innovatieprojecten. Van de resterende € 7,5 mln. voor het aanjaag- en schaal sprongfonds is in de praktijk voor de eerste investeringsperiode van vijf jaar circa € 6,5 mln. netto inzetbaar.
2.5
Resultaat Doefonds
Zoals hiervoor aangegeven heeft de uiteindelijk inrichting, maatschappelijke en fi nanciële doelstellingen en bijhorende projectportfolie van het Doefonds een belang rijke impact op het te verwachten resultaat. Na volgend resultaat is gebaseerd op een gesimplificeerde businesscase berekening en geeft derhalve enkel inzage in de orde van grootte van de te verwachten effecten. Aangezien voor economische groei continu innovatie nodig is en bij jonge innovatieve be drijven vrijwel altijd sprake is van marktimperfectie, wordt voorgesteld het Doefonds een open-end karakter te geven, waarvan de voortgang periodiek zal worden geëvalueerd. Dit betekent dat de looptijd van het fonds niet vooraf is vastgesteld en de middelen vanuit het fonds gedurende een lange periode kunnen worden geherinvesteerd in innovatieve pro jecten. Een vaste looptijd van het fonds (bijvoorbeeld 10 jaar) heeft als nadeel dat alleen in de eerste periode middelen kunnen worden uitgezet en terugkerende gelden niet steeds kunnen worden geherinvesteerd. Bovendien bestaat het risico dat exit bij participatie op een ongunstig moment moet plaatsvinden, omdat de looptijd van het fonds eindigt. Derhalve wordt voorkeur gegeven aan een fonds met onbepaalde looptijd, waarvan de resultaten periodiek (bijvoorbeeld elke 5 jaar) door de provincie worden beoordeeld. Tijdens de perio dieke evaluatie zal telkens worden afgewogen of de behaalde resultaten (zowel financieel als maatschappelijk) al dan niet leiden tot een wenselijke continuering van het fonds. Navolgend resultaat geeft het te verwachten resultaat voor de eerste ronde financiering (zonder herinvestering van middelen), waarin de beschikbare middelen in een periode van 5 jaar worden weggezet en een gelijke periode wordt benut voor het terughalen van de ge investeerde middelen. Hierbij wordt uitgegaan van een gemiddelde situatie. In de praktijk ligt dit bij het aangaan van participaties genuanceerder en zal de exit (verkoop aandelenbe lang) sterk afhankelijk zijn van de specifieke situatie.
Buck Consultants International
14
Box 2
Spreiding inzet van middelen
Voor het succesvol uitvoeren van een innovatiefonds is het van belang de inzet van middelen te spreiden over een langere periode. In de huidige periode van financiële en economische crisis is de vraag naar kapitaal aanzienlijk, maar het gaat daarbij lang niet altijd om investeringen in inn 0vatie resp.om perspectiefvolle cases. Spreiding van kapitaalsinzet in de tijd geeft de vrijheid om geld te reserveren voor goede casussen en zorgt ervoor dat de uitvoeringskosten worden ge drukt (minder piekbelasting). In het begin is er namelijk meer personeel nodig voor het selecteren en aangaan van participaties en verstrekking van kredieten. Bovendien is het belangrijk om niet alle middelen in één keer weg te zetten, maar tevens een deel van de middelen te reserveren voor herfinanciering van gecommitteerde participaties. Een innovatietraject vergt doorgaans meerdere rondes van financiering, alvorens de investeringen volledig uit de markt kunnen worden gedekt.
Financial matchmaker Binnen het Doefonds is € 0,5 mln. gereserveerd voor de financial matchmaker. Hiermee kan gedurende een periode van 5 jaar één fte worden ingezet. Vooralsnog is gekozen voor een inzet van 5 jaar, waarna opnieuw zal worden vastgesteld of de financial matchmaker nog een meerwaarde heeft voor het stimuleren van innovatie in het MKB en zo ja, hoe deze functie verder zal worden gefinancierd. Uitgaande van een gemiddelde tijdsbesteding per casus van een halve dag voor het beoor delen en twee dagen voor opwerking van een businessplan kunnen hiermee naast de tijd nodig voor intake, relatiebeheer met financiers, overleg met collega’s van Doefonds en pro vincie, etc. jaarlijks: —
-
• •
Circa 100 cases worden beoordeeld (oordeel vellen en eventueel doorverwijzen). Circa 30 cases worden opgewerkt (begeleiding traject tot aan financiering).
Hiermee wordt de in de marktverkenning gesignaleerde behoefte redelijk afgedekt. Innova tieve Friese MKB-bedrijven met hiaten in businessplan en financiering worden door de matchmaker op gang geholpen om de beoogde investeringen in hun innovatieproject finan cierbaar te krijgen.
Aanjaag- en schaalsprongfonds Voor het aanjaag- en schaalsprongfonds is bij aanvang (na aftrek van initiële investerings kosten, kosten fondsmanagement en strategische reserve) circa € 6,4 mln. netto inzetbaar voor een periode van vijf jaar. Hierbij is geen rekening gehouden met het terugvloeien van middelen uit succesvolle projecten. Voor het bepalen van het te verwachten resultaat is uitgegaan van een gemiddelde investe ring per project, met een verdeling van het aantal projecten over respectievelijk het aan jaagfonds en het schaalsprongfonds in de verhouding 4:1.
Buck Consultants International
15
Gemiddeld project aanjaagfonds: • • • •
Participatie/krediet Looptijd Jaarlijks rendement/rente 11 Succesratio
€ 35.000,3 jaar 7,5% 40%
Gemiddeld project schaalsprongfonds: • • • •
Participatie/krediet gemiddeld Looptijd gemiddeld Jaarlijks rendement/rente Succesratio
€ 250.000,5 jaar 7,5% 60%
Uitgaande van bovengenoemde gemiddelde financieringsomvang kunnen gedurende de eerste investeringsronde van 5 jaar, met een totale investeringsvolume van € 6,4 mln., circa 90 projectfinancieringen worden aangegaan, waarvan 75 aanjaagprojecten en 15 schaal sprongprojecten. Voor het realiseren van deze 90 financieringen zullen circa 200-300 aanvragen in behande ling worden genomen, d.w.z. circa 50-60 per jaar. Dit totaal aantal van circa 90 financierin gen kan minder zijn, indien geïnvesteerd wordt in enkele grootschalige schaalsprongpro jecten. Uit deze vingeroefening van een businesscase berekening blijkt een mate van revolverend heid van 63% (nominaal), dit wil zeggen dat na een looptijd van 10 jaar het berekende fondsvolume (zonder herinvestering van middelen) 63% bedraagt van het aanvangsvolume. Gezien de aannames in deze versimpelde businesscase (o.a. investeringsperiode van 5 jaar zonder herinvestering), ervaringen elders en gevoerde gesprekken in de markt advise ren wij uit te gaan van een verwachte mate van revolverendheid van tussen de 50% en 75%.
Met succesratio wordt bedoeld welk deel van de projecten een financieel succes wordt. Bij succes wordt er van uitgegaan dat het krediet c.q. de participatie volledig wordt terugbetaald. Indien geen succes (failure) is er uitgegaan van een faillissement zonder enige terugbetaling van verstrekte middelen (afboeken). Buck Consultants International
16
Hoofdstuk 3
3.1
Organisatie Doefonds
Inleiding
Bij het opzetten van de Organisatie van het Doefonds gelden de volgende uitgangspunten: • • •
•
•
• •
Geen ‘gedoefonds’: de Organisatie moet simpel zijn, met zo beperkt mogelijke admini stratieve lasten voor zowel uitvoerder als aanvrager. De opzet dient te voldoen aan de vigerende regelgeving, zoals HOF, staatssteun, even tuele aanbesteding, e.d.. De aan bedrijven ten behoeve van innovatieprojecten uitgezette middelen dienen zoveel mogelijk revolverend te zijn, dw.z. binnen een bepaalde tijd terug te vloeien in het fonds. De beoordeling van aanvragen en het beheer van de totale portfolio dient onafhankelijk en professioneel te geschieden, door personen met de benodigde competenties aan de hand van strikte voorwaarden. Het beheer is actief, gericht op de aanjaagrol van de provincie (complementaire finan ciering, juiste timing), beperking van de risico’s, terughalen van ingezette geld en/of tij dige exit, alsmede vooraf rekening te houden met eventuele herfinancieringen. De verhouding tussen de kosten van het fondsmanagement en de inzet van het fonds dient reëel te zijn. 12 Het fonds staat open voor participatie van externe financiers, die de doelen en opzet ondersteunen.
Voor de uitvoering van het Doefonds bestaan twee opties, namelijk intern door de provincia le organisatie, al dan niet met inhuur van extra capaciteit, dan wel extern door een derde partij, verkregen via een openbare aanbesteding. In paragraaf 3 van de notitie begrip revolverend fonds (BCI, mei 2012) zijn de voor- en na delen van intern en extern fondsbeheer geschetst. Het grootste nadeel van fondsbeheer door de provincie zelf (al dan niet met inhuur van deskundigen) is het gevaar dat de beoor deling niet volledig onafhankelijk en louter op basis van maatschappelijk en financieel ren dement plaatsvindt, maar de investeringsbeslissingen politiek worden getuurd en prioriteiten telkens wisselen. Dit gevaar kan worden gereduceerd door de fondsmanager onder een 12
In de praktijk varieert het percentage, mede afhankelijk van de omvang van het fonds en de complexiteit van de financieringen van 1,5-3% van het gestort vermogen per jaar, hoewel ook uitschieters naar boven en be neden bekend zijn. Doordat de financial matchmaker bij de beheerorganisatie wordt ondergebracht, zijn de beheerkosten relatief hoog. Het is onderdeel van de aanbesteding een goede prijs-kwaliteitsverhouding te krijgen.
Buck Consultants International
17
onafhankelijke Investeringscommissie te plaatsen, die uiteindelijk beslist over investerings voorstellen. De rol van de overheid is niet gericht op ondernemen of bankieren. Om de be oordeling louter op zakelijke gronden te laten plaatsvinden, wordt geadviseerd het fondsbe heer buiten de deur te zetten. Gezien de omvang van de dienstverlening die hiermee is gemoeid, moet een aanbesteding plaatsvinden en kan het niet i-op-i worden gegund aan bijvoorbeeld EDE of NOM.Nadeel van extern fondsbeheer is dat de dienst BTW-plichtig is, hetgeen normaliter niet door de provincie kan worden verrekend. Bezien moet worden of de opzet hierop moet worden aangepast. Extern fondsbeheer wil niet zeggen dat de provincie geen zeggenschap houdt over de be schikbaar gestelde middelen. Om de beschikbaarheid van het geld voor innovatie binnen het MKB te garanderen, wordt voorgesteld het onder te brengen in een aparte BV, met de provincie als 100% aandeelhouder. Het oprichten van zo’n rechtsvorm vergt toestemming van het ministerie van BZK. Het beheer van het fonds c.q. de directievoering van de BV wordt uitbesteed aan een deskundige externe partij, die voortkomt uit de aanbesteding. Geadviseerd wordt het functioneren van de fondsbeheerder periodiek (bijvoorbeeld elke 3 jaar) te evalueren.
3.2
Uitvoeringsorganisatie
Zoals hierboven aangegeven dient het beheer van het fonds onafhankelijk en professioneel te zijn, met voldoende checks & balances. Grofweg zijn bij de uitvoering van een innovatiefonds de volgende activiteiten te onderscheiden: 1 2 3 4 5 6 7
Acq uisitie/scouting: werving van perspectiefrijke voorstellen. Screening: beoordelen van voorstel op haalbaarheid. Businessplan: feedback geven ter versterking van businessplan. Financial engineering: ondersteuning bij optimale financieringsconstructie. Toetsing: eerste beoordeling voorstel aan de hand van de fondscriteria. Beoordeling: uitgebreide beoordeling van plan door Investeringscommissie van experts. Onderhandeling (bij participatie): opstellen en uitonderhandelen van termsheet, juridi sche formaliteiten, leidend tot bindend investeringsvoorstel dat uiteindelijk wordt goed gekeurd door directie van de fondsbeheerder (mandaat tot bepaald bedrag) en lnveste ringscommissie. 8 Beheer: driemaandelijks gesprek met bedrijf over de inhoudelijke en financiële voort gang van het innovatieproject op basis van monitoringssysteem, waarin zowel de finan ciële resultaten als de effecten op innovatie, werkgelegenheid en economische struc tuurversterking worden bijgehouden. 9 Verantwoording: rapportage over gehele investeringsportefeuille aan Raad van Com missarissen van Doefonds BV c.q. richting fondsverstrekker (GS en eventueel externe finan cier). 10 Exit: organiseren van de verkoop en afhandeling van het aandeel c.q. volledige aflos sing van krediet.
Buck Consultants International
18
Voor de uitvoering van deze activiteiten wordt een organisatiestructuur voorgesteld die in figuur 3.1 schematisch is weergegeven.
Figuur 3.1
Organisatiestructuur Doefonds
GS Fryslân
Doefonds BV (eigendom fonds)
Fonds beheerder Matchmaker p ro osities)
Investment Directeur manager(s) —* (voorbereiding besluitvorming) (beoordeling)
De organisatiestructuur bestaat uit de volgende onderdelen: •
•
•
•
De voor het Doefonds gealloceerde middelen worden ondergebracht in een aparte Doefonds BV, waarvan de provincie alle aandelen heeft (tenzij een derde partij even eens gelden voor innovatiestimulering bij het Friese MKB in het fonds stort). Als 100% aandeelhouder van Doefonds BV stelt GS op basis van het resultaat van de aanbesteding de fondsbeheerder aan. Afspraken tussen de provinciale BV en de fondsbeheerder worden vastgelegd in een beheerovereen komst. Daarnaast benoemt GS een Raad van Commissarissen, die fungeert als Investerings commissie. Deze RvC bestaat uit drie onafhankelijke deskundigen, met expertise op het vlak van innovatie in het MKB en financieringsconstructies. De lnvesteringscommissie besluit over alle financieringsaanvragen boven € 100.000,- c.q. fiatteert achteraf alle kleinere financieringsaanvragen, waarvan de beslissing aan de directie van het fondsbeheer is gemandateerd. De fondsdirectie rapporteert halfjaarlijks aan de RvC de voort gang en resultaten van de investeringsportfolio. Daarbij wordt op basis van een risicoanalyse bezien of nadere interventies in bepaalde innovatietrajecten nodig zijn en/of de investerings- en exit-strategie dient te worden bijgesteld. Na eventuele aanvulling stuurt de RvC de voortgangsrapportage naar GS. GS rapporteert in het kader van de voort gang van het provinciaal economisch beleid eens per jaar over de resultaten van het Doefonds aan PS Het fondsbeheer omvat de volgende functies (niet persé fulltime): Een directeur die verantwoordelijk is voor het behalen van de doelen, inclusief het doen van een bindend aanbod aan bedrijven voor financieringen kleiner dan € 100.000 euro en het voorleggen van grotere financieringsaanvragen aan de Investe —
Buck Consultants International
19
—
—
ringscommissie, halfjaarlijkse voortgangsrapportage en jaarlijkse verantwoording en planning. Een financial matchmaker die primair verantwoordelijk is voor het financierbaar ma ken van perspectiefvolle innovatietrajecten van het stuwend MKB, onafhankelijk van het feit of ze financiering uit het Doefonds vergen. Deze functie staat in principe los van het Doefonds, maar vanwege synergiemogelijkheden in werk en organisatie en om te voorkomen dat deze persoon geïsoleerd opereert, wordt ze in de fondsbeheer ondergebracht. Eén of meer investment managers die perspectiefvolle innovatietrajecten identifice ren, beoordelen, ondersteunen en uiteindelijk ter besluitvorming voorleggen aan fondsdirectie en RvC/lnvesteringscommissie. Na goedkeuring van de financiering monitort de investment manager tenminste elke drie maanden de voortgang van het innovatietraject en adviseert hij/zij de ondernemer over strategische vervolgstappen. In het financieringsaanbod zijn ook de financieringsvorm(en) en exit-strategie vast gelegd, die tijdens deze gesprekken worden geëvalueerd. Op basis van deze moni toringsgesprekken rapporteert de investment manager elk halfjaar de resultaten van de investeringsportfolio aan de directie.
De taakverdeling tussen de verschillende gremia in de onderscheiden stappen van het fondsproces is in figuur 3.2 samengevat.
Figuur 3.2
Processchema Doe fonds
Wat
Wie
Werving voorstellen
• Provinciale medewerkers • lntermediairs • Financial matchmaker
Screening
• Financial matchmaker • Investment manager
Opwaardering businessplan
• Financial malchmaker • lnvestment manager
• Financial matchmaker
• lnvestment manager
Beoordeling
Onderhandeling
• Directeur • Investeringscommissie
• Directeur
4 Besluitvorming
• Directeur • Investeringscommissie
4 Beheer
• Directeur
Rapportage
• Directeur • Investeringscommissie
Exit
• Directeur • Investeringscommissie
Buck Consultants International
20
Bij de uitwerking van de uitvoeringsorganisatie moet ook een beheer- en controlesysteem wordt uitgeschreven, waarin onder andere aandacht wordt besteed aan: • • •
Fondsprocedures. Informatieverschaffing en rapportage. Wijze waarop omgegaan wordt met risicoprofiel en —beheersing.
Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de procedures van andere provincies, die uiteraard op de specifieke Friese situatie moeten worden toegespitst.
3.3
Provinciale governance
De sturing van de provincie op het behalen van de doelen wordt geborgd door: • •
•
Het fonds wordt ondergebracht in een aparte BV met de provincie als enige aandeel houder. GS benoemt een Raad van Commissarissen, die tevens fungeert als Investeringscom missie, die uiteindelijk beslist over financieringsvoorstellen, de ontwikkeling van de in vesteringsportfolio monitort en zo nodig actief bijstuurt en jaarlijks de resultaten rappor teert aan GS. GS selecteert op basis van een aanbestedingsprocedure de fondsbeheerder. Periodiek (bijvoorbeeld elke 3 jaar) wordt het functioneren van de fondsbeheerder geëvalueerd, waarna het beheer wordt voortgezet of bij niet optimaal functioneren opnieuw wordt aanbesteed. GS rapporteert jaarlijks in het kader van de verantwoording van het gevoerde econo misch beleid ook de resultaten van het Doefonds aan PS. Elke 5 jaar wordt geëvalueerd in hoeverre de doelen van het Doefonds worden bereikt en of bijstelling van doelen, doelgroepen en/of opzet nodig is. —
• •
-
Risicomanagement De belangrijkste risico’s voor de provincie, de kans daarop, en de mogelijke beheersmaat regelen worden in onderstaande tabel samengevat. Invalshoek Kans Financieel • Mislukking aanzienlijk deel • Aanzienlijk innovaties, waardoor kapitaal beperkt terugvloeit en fonds leegloopt
Buck Consultants International
Beheersmaatregelen •
• •
Fondsbedrag in één keer af schrijven/extern plaatsen Deskundig fondsbeheer Heldere voorwaarden aan fi nanciering, inclusief safe
21
Invalshoek
Kans
•
Claims vanwege advisering matchmaker
•
Beperkt
•
Werken met gespecificeerde overeenkomst tussen onder steund MKB-bedrijf en match maker
•
Exit trager of lastiger dan gepland
•
Aanzienlijk
•
Incalculeren in fondsbeheer, o.a. door inzet van hoogwaar dige expertise en voldoende flexibiliteit
•
Exit te vroeg, waardoor met rug tegen muur
•
Aanzienlijk
•
Open fondsperiode en flexibiliteit in grace period
Organisatorisch • Kwaliteit uitvoerders onvoldoende
•
Beperkt
•
Goede aanbesteding Tijdelijk contract met tussen tijdse evaluatie op basis van resultaatafspraken
•
Financial matchmaker overspoeld door werk
•
Aanzienlijk
•
Strikte criteria voor aanname hanteren
•
Financial matchmaker klem tussen belangen fonds en andere financiers van betref fende innovatieproject
•
Beperkt
•
Heldere taakomschrijving
Juridisch • Niet voldaan aan wet- en regelgeving
•
Aanzienlijk gezien complexiteit
•
Aanbesteding, m.b.v. eigen juristen en second opinion! Staatssteuntoets
•
•
Aanzienlijk
•
EU-definitie MKB hanteren OECD-definitie innovatie han teren Aanvrager dient rechtspersoon te zijn Lijst van voorwaarden, waarin alleen bepaalde zaken uitge sloten en rest met enige flexi biliteit te hanteren
Bezwaar tegen afbakening doelgroep/project
Beheersmaatregelen g uards Terugkerend geld opnieuw inzetten, waardoor grotere le verage mogelijk
•
•
• •
Buck Consultants International
22
Invalshoek •
Claim tegen provincie van mededin ging(fondsmanagement, matchmaker)
Kans Beperkt
Beheersmaatregelen • •
Opzet past binnen Algemene Groepsvrijstellingsverordening Precompetitieve rol van match maker uitwerken
20121050
Buck Consultants International
23