EUROPEES PARLEMENT
2009 - 2014
Commissie economische en monetaire zaken
2011/0202(COD) 8.3.2012
AMENDEMENTEN 488 - 813 Ontwerpverslag Othmar Karas (PE478.506v01-00) over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen Voorstel voor een verordening (COM(2011)0452 – C7-0417/2011 – 2011/0202(COD))
AM\895049NL.doc
NL
PE483.852v01-00 In verscheidenheid verenigd
NL
AM_Com_LegReport
PE483.852v01-00
NL
2/194
AM\895049NL.doc
Amendement 488 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een verordening Artikel 49 – lid 1 – letter n Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(n) de voor de instrumenten geldende bepalingen schrijven voor dat bij een triggergebeurtenis de hoofdsom van de instrumenten wordt afgeschreven of dat de instrumenten worden omgezet in uit gewone aandelen bestaande tier 1instrumenten;
(n) de voor de instrumenten geldende bepalingen schrijven voor dat bij een triggergebeurtenis de hoofdsom van de instrumenten wordt afgeschreven of dat de instrumenten worden omgezet in uit gewone aandelen bestaande tier 1instrumenten en voordat staatssteun, zoals bepaald in de rechtspraak volgens artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, aan de betrokken instelling wordt verleend; Or. en
Motivering Het bestaan van een automatische trigger voor omzetting van aanvullend-tier 1-instrumenten in uit gewone aandelen bestaande tier 1-instrumenten wijzigt de politieke economie van overheidsmaatregelen ten gunste van bepaalde categorieën beleggers niet. Het is daarom cruciaal om wettelijke voorschriften in te voeren die ervoor zorgen dat omzettingsclausules moeten worden ingeschakeld voordat de eerste euro van belastinggeld wordt gebruikt.
Amendement 489 Bendt Bendtsen, Anne E. Jensen, Krišjānis Kariņš Voorstel voor een verordening Artikel 49 – lid 1 – letter n Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(n) de voor de instrumenten geldende bepalingen schrijven voor dat bij een triggergebeurtenis de hoofdsom van de instrumenten wordt afgeschreven of dat de instrumenten worden omgezet in uit gewone aandelen bestaande tier 1-
(n) de voor de instrumenten geldende bepalingen schrijven voor dat bij een triggergebeurtenis de hoofdsom van de instrumenten tijdelijk wordt afgeschreven, behalve inzake de bepalingen in onderstaand artikel 51, lid c), onder i), of
AM\895049NL.doc
3/194
PE483.852v01-00
NL
instrumenten;
dat de instrumenten worden omgezet in uit gewone aandelen bestaande tier 1instrumenten; Or. en
Amendement 490 Leonardo Domenici Voorstel voor een verordening Artikel 49 – lid 1 – letter n Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(n) de voor de instrumenten geldende bepalingen schrijven voor dat bij een triggergebeurtenis de hoofdsom van de instrumenten wordt afgeschreven of dat de instrumenten worden omgezet in uit gewone aandelen bestaande tier 1instrumenten;
(n) de voor de instrumenten geldende bepalingen schrijven voor dat bij een triggergebeurtenis de hoofdsom van de instrumenten tijdelijk wordt afgeschreven, behalve inzake de bepalingen in onderstaand artikel 51, lid c), onder i), of dat de instrumenten worden omgezet in uit gewone aandelen bestaande tier 1instrumenten; Or. en
Amendement 491 Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 49 – lid 1 – letter n Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(n) de voor de instrumenten geldende bepalingen schrijven voor dat bij een triggergebeurtenis de hoofdsom van de instrumenten wordt afgeschreven of dat de instrumenten worden omgezet in uit gewone aandelen bestaande tier 1instrumenten;
(n) de voor de instrumenten geldende bepalingen schrijven voor dat bij een triggergebeurtenis de hoofdsom van de instrumenten definitief of tijdelijk wordt afgeschreven of dat de instrumenten worden omgezet in uit gewone aandelen bestaande tier 1-instrumenten; Or. en
PE483.852v01-00
NL
4/194
AM\895049NL.doc
Amendement 492 Vicky Ford Voorstel voor een verordening Artikel 49 – lid 1 – letter p bis(nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement p bis) de voor de instrumenten geldende bepalingen schrijven voor dat de hoofdsom van de aanvullend-tier 1instrumenten definitief tot nul wordt afgeschreven of in uit gewone aandelen bestaande tier 1-instrumenten wordt omgezet op grond van bepaling door de bevoegde autoriteit volgens artikel 51 bis, onder 1), tenzij de lidstaat waarin de instelling gevestigd of bevoegd was over een van kracht zijnde wettelijke regeling beschikt die een gelijkwaardige afschrijving of omzetting voorschrijft en die lidstaat de instelling niet heeft verplicht om gelijkaardige bepalingen in haar eigenvermogensinstrumenten op te nemen. Or. en Motivering
Volgens overweging 27 "moeten alle aanvullend-tier 1- en tier 2-instrumenten van een instelling volledig en definitief afgeschreven zijn of volledig in uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal zijn omgezet wanneer het punt van niet-levensvatbaarheid van de instelling wordt bereikt." Dit amendement weerspiegelt, samen met het amendement dat het nieuwe artikel 51 bis invoert, het feit dat het punt van niet-levensvatbaarheid van een instelling op grond van een zowel kwalitatieve als kwantitatieve beoordeling door de autoriteiten wordt bepaald.
Amendement 493 Bendt Bendtsen, Anne E. Jensen, Krišjānis Kariņš Voorstel voor een verordening Artikel 49 – lid 2 – alinea 1 – letter b
AM\895049NL.doc
5/194
PE483.852v01-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(b) de aard van de afwaardering van de hoofdsom;
(b) de aard van de definitieve of tijdelijke afwaardering van de hoofdsom; Or. en
Amendement 494 Leonardo Domenici, Gianni Pittella Voorstel voor een verordening Artikel 49 – lid 2 – alinea 1 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(b) de aard van de afwaardering van de hoofdsom;
(b) de aard van de definitieve en tijdelijke afwaardering van de hoofdsom; Or. en
Amendement 495 Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 49 – lid 2 – alinea 1 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(b) de aard van de afwaardering van de hoofdsom;
(b) de aard van de afwaardering van de hoofdsom; de aard van een opwaardering van de hoofdsom van een aanvullend-tier 1-instrument volgend op een tijdelijke afwaardering van de hoofdsom ervan. Or. en
Amendement 496 Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 49 – lid 2 – alinea 1 – letter c – punt ii PE483.852v01-00
NL
6/194
AM\895049NL.doc
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
ii) de kennisgeving aan de bevoegde autoriteit en de houders van het instrument dat zich een triggergebeurtenis heeft voorgedaan en dat overeenkomstig de voor het instrument geldende bepalingen de hoofdsom van het instrument zal worden afgeschreven of dat het instrument zal worden omgezet in een uit gewone aandelen bestaand tier 1instrument, naargelang van het geval;
schrappen
Or. en
Amendement 497 Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 49 – lid 2 – alinea 1 – letter c – punt iii Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
iii) het afschrijven van de hoofdsom van het instrument of de omzetting ervan in een uit gewone aandelen bestaand tier 1instrument, naargelang van het geval;
iii) het opwaarderen van de hoofdsom van een aanvullend-tier 1-instrument volgend op een tijdelijke afschrijving van de hoofdsom ervan; Or. en
Amendement 498 Vicky Ford Voorstel voor een verordening Artikel 50 – lid 1 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(b) een verplichting dat de betaling van uitkeringen op uit gewone aandelen bestaande tier 1-, aanvullend-tier 1- of tier 2-instrumenten geschrapt worden wanneer op deze aanvullend-tier 1AM\895049NL.doc
schrappen
7/194
PE483.852v01-00
NL
instrumenten geen uitkeringen worden gedaan; Or. en
Amendement 499 Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 50 – lid 1 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(b) een verplichting dat de betaling van uitkeringen op uit gewone aandelen bestaande tier 1-, aanvullend-tier 1- of tier 2-instrumenten geschrapt worden wanneer op deze aanvullend-tier 1-instrumenten geen uitkeringen worden gedaan;
b) een verplichting dat de betaling van uitkeringen op uit gewone aandelen bestaande tier 1-, aanvullend-tier 1- of tier 2-instrumenten geschrapt worden wanneer op deze aanvullend-tier 1-instrumenten geen uitkeringen worden gedaan indien die verplichting: i) betaling van een ander instrument zou pogen stop te zetten wanneer de betalingen van dit andere instrument niet ook volledig discretionair waren; ii) uitkeringen aan aandeelhouders zou verhinderen gedurende een periode die het tijdstip overschrijdt waarop dividenden/coupons op het aanvullendtier 1-instrument worden hervat; iii) de normale werking van de bank of van herstructureringsactiviteiten (inclusief aankopen/verkopen) zou belemmeren. Een verplichting mag dienen om handelingen te verbieden die gelijk zijn aan de betaling van een dividend, zoals de bank die discretionaire wederinkopen van aandelen uitvoert. Or. en
Motivering Sommige soorten dividend-stopperregelingen worden toegestaan door Bazel III, hetgeen de PE483.852v01-00
NL
8/194
AM\895049NL.doc
aanvullende tekst weerspiegelt.
Amendement 500 Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 51 – lid 1 – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Voor de toepassing van artikel 49, lid 1, onder n), gelden de volgende bepalingen voor aanvullend-tier 1-instrumenten:
Voor de toepassing van artikel 49, lid 1, onder n), gelden de volgende bepalingen voor aanvullend-tier 1-instrumenten die worden geclassificeerd als passiva voor boekhoudkundige doeleinden: Or. en Motivering
Het Bazel III-kader bepaald dat "instrumenten die zijn geclassificeerd als passiva voor boekhoudkundige doeleinden voornaam verliesabsorptie moeten hebben door ofwel i) omzetting in gewone aandelen op een objectief vooraf bepaald triggerpunt of ii) een afschrijvingsmechanisme dat op een vooraf bepaald triggerpunt verlies aan het instrument toewijst". Dit amendement zet preferente aandelen in dezelfde positie als AT1-instrumenten zoals aanzienlijk achtergestelde obligaties met "optionele" coupons.
Amendement 501 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een verordening Artikel 51 – lid 1 – letter a – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(a) er vindt een triggergebeurtenis plaats wanneer de in artikel 87, onder a), bedoelde ratio van het uit gewone aandelen bestaande tier 1-kapitaal van de instelling een van de volgende waarden onderschrijdt:
(a) er vindt een triggergebeurtenis plaats wanneer de in artikel 87, onder a), bedoelde marktwaarde van aandelen van de instelling het volgende onderschrijdt:
Or. en AM\895049NL.doc
9/194
PE483.852v01-00
NL
Motivering CoCo-convertibiliteit moet worden getriggerd door dalingen in de markt, niet in boekhoudkundige waarderingen.
Amendement 502 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een verordening Artikel 51 – lid 1 – letter a – punt i Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(i) 5,125 %;
(i) 5% van de waarde van activa, indien de waarde van activa is bepaald overeenkomstig de beginselen in artikel 416 van deze verordening; Or. en
Amendement 503 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een verordening Artikel 51 – lid 1 – letter a – punt ii Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(ii) een waarde die hoger ligt dan 5,125 %, indien deze door de instelling is bepaald en in de voor het instrument geldende bepalingen is gespecificeerd;
(ii) een waarde die hoger ligt dan 5 % van de waarde van activa, indien deze door de instelling is bepaald en in de voor het instrument geldende bepalingen is gespecificeerd; Or. en
Amendement 504 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie
PE483.852v01-00
NL
10/194
AM\895049NL.doc
Voorstel voor een verordening Artikel 51 – lid 1 – letter a bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement a bis) de instrumenten worden omgezet in uit gewone aandelen bestaande tier 1instrumenten tegen pari-waarde Or. en Motivering
Een omzetting tegen pari-waarde zorgt voor maximale verwatering van bestaande aandelen en maximaliseert daarom de stimulans voor aandeelhouders om nieuwe aandelen te kopen voordat de trigger wordt bereikt en spoort hen aan nog grotere waakzaamheid te betrachten ten opzichte van het risicobeheer op lange termijn van de banken
Amendement 505 Vicky Ford Voorstel voor een verordening Article 51 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Artikel 51 bis Afschrijving of omzetting van aanvullendtier 1-instrumenten op grond van bepaling door de bevoegde autoriteit 1) Voor de toepassing van letter q (nieuw) van artikel 49, lid 1, vindt de afschrijving of omzetting plaats wanneer: a) de bevoegde autoriteit bepaalt dat, tenzij de betrokken aanvullend-tier 1instrumenten worden afgeschreven of omgezet, de instelling niet langer levensvatbaar is; b) in een lidstaat de beslissing is genomen om eigen vermogen, of gelijkwaardige steun, aan de instelling of een moederonderneming van de instelling te verstrekken en de bevoegde autoriteit bepaalt dat de instelling zonder de verlening van dergelijke steun niet langer
AM\895049NL.doc
11/194
PE483.852v01-00
NL
levensvatbaar zou zijn; of c) indien de relevante aanvullend-tier 1instrumenten worden erkend ten behoeve van het voldoen aan de eigenvermogensvereisten van de instelling of haar moederonderneming op geconsolideerde basis, wanneer de bevoegde autoriteit van de lidstaat van de consoliderende toezichthouder bepaalt dat, tenzij die instrumenten worden afgeschreven of omgezet, de geconsolideerde groep niet langer levensvatbaar is. 2) Op grond van een bepaling onder 1) wordt de hoofdsom van de aanvullend-tier 1-instrumenten definitief tot nul afgeschreven of omgezet in uit gewone aandelen bestaande tier 1-instrumenten. 3) Een instelling die aanvullend-tier 1instrumenten uitgeeft, behoudt te allen tijde de noodzakelijke voorafgaande vergunning voor de uitgifte van uit gewone aandelen bestaande tier 1instrumenten waarin de aanvullend-tier 1-instrumenten zouden worden omgezet op grond van een bepaling onder 1); 4) Een instelling die aanvullend-tier 1instrumenten uitgeeft, zorgt ervoor dat er geen procedurele belemmeringen bestaan voor de omzetting van de aanvullend-tier 1-instrumenten in uit gewone aandelen bestaande tier 1-instrumenten krachtens haar oprichtingsakte of statuten. 5) De voorwaarden van de aanvullend-tier 1-instrumenten moeten voorschrijven dat de afschrijving of omzetting plaatsvindt vóór de verstrekking van eigen vermogen of gelijkwaardige steun door een lidstaat. Or. en Motivering Dit amendement vloeit voort uit amendement [ ], dat een verplichting zou invoeren dat aanvullend-tier 1-instrumenten bepalingen bevatten die voorschrijven dat de instrumenten tot nul worden afgeschreven of worden omgezet in CET1-instrumenten op grond van bepaling PE483.852v01-00
NL
12/194
AM\895049NL.doc
door de bevoegde autoriteit. Dit amendement stelt de voorwaarden vast op grond waarvan de aanvullend-tier 1-instrumenten mogen worden afgeschreven op grond van bepaling door de bevoegde autoriteit. Amendement 506 Peter Simon Ontwerpverordening Artikel 59 – lid 1 – onder b bis) (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement b bis) Voorzorgsreserven op basis van de onderwaardering van uitzettingen ingevolge artikel 37, lid 2, van Richtlijn 86/635/EEG. Or. de
Rechtvaardiging Voorzorgsreserven door de onderwaardering van uitzettingen ingevolge artikel 37, lid 2, van Richtlijn 86/635/EEG berusten niet op waardeverminderingen van activa, maar worden aangelegd als beveiliging tegen de bijzondere risico’s in de bedrijfsuitoefening van kredietinstellingen. In geval van liquidatie dienen deze echter te gelde gemaakt te worden en dus als aanvullend kapitaal erkend te worden.
Amendement 507 Burkhard Balz Voorstel voor een verordening Artikel 59 – lid 1 – letter d bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement d bis) waardecorrecties bedoeld in artikel 37, onder 2), van Richtlijn 86/635/EEG; Or. en Motivering
Waardecorrecties bedoeld in Richtlijn 86/635/EEG worden nu erkend als tier 2vermogensbestanddelen volgens artikel 57, onder e), van Richtlijn 2006/48/EG. Er is geen reden waarom dergelijke bestanddelen niet worden aanvaard als tier 2 wanneer ze aan de voorwaarden in artikel 60, lid 1, van de ontwerpverordening voldoen. In sommige landen zijn AM\895049NL.doc
13/194
PE483.852v01-00
NL
deze correcties belangrijke vermogensbestanddelen, met name voor kleinere banken.
Amendement 508 Burkhard Balz Voorstel voor een verordening Artikel 59 – lid 1 – letter d ter (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement d ter) de aansprakelijkheidsverplichtingen van leden van kredietinstellingen met de rechtsvorm van coöperatieve verenigingen en de hoofdelijke verplichtingen van de leningnemers van bepaalde, in de vorm van een fonds georganiseerde instellingen. Or. en Motivering
Waardecorrecties bedoeld in Richtlijn 86/635/EEG worden nu erkend als tier 2vermogensbestanddelen volgens artikel 57, onder e), van Richtlijn 2006/48/EG. Er is geen reden waarom dergelijke bestanddelen niet worden aanvaard als tier 2 wanneer ze aan de voorwaarden in artikel 60, lid 1, van de ontwerpverordening voldoen. In sommige landen zijn deze correcties belangrijke vermogensbestanddelen, met name voor kleinere banken. Amendement 509 Andreas Schwab, Werner Langen Ontwerpverordening Artikel 59 – lid 1 – onder d bis) (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement d bis) De in artikel 37, lid 2, van Richtlijn 86/635/EU genoemde waardecorrecties. Or. de
Amendement 510 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie PE483.852v01-00
NL
14/194
AM\895049NL.doc
Voorstel voor een verordening Artikel 60 – lid 1 – letter m bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement m bis) de voor de instrumenten geldende bepalingen schrijven voor dat bij een triggergebeurtenis de hoofdsom van de instrumenten wordt afgeschreven of dat de instrumenten worden omgezet in uit gewone aandelen bestaande tier 1instrumenten en voordat staatssteun, zoals bepaald in de rechtspraak volgens artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, aan de betrokken instelling wordt verleend; Or. en Motivering
De voorwaarden van alle door een instelling uitgegeven tier 2-instrumenten moeten een bepaling bevatten die voorschrijft dat bij een triggergebeurtenis dergelijke instrumenten moeten worden afgeschreven ofwel in gewone aandelen moeten worden omgezet.
Amendement 511 Vicky Ford Voorstel voor een verordening Artikel 60 – lid 1 – letter n bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement n bis) de voor de instrumenten geldende bepalingen schrijven voor dat de hoofdsom van de tier 2-instrumenten definitief tot nul wordt afgeschreven of in uit gewone aandelen bestaande tier 1instrumenten wordt omgezet op grond van bepaling door de bevoegde autoriteit volgens artikel 60 bis, onder 1), tenzij de lidstaat waarin de instelling gevestigd of bevoegd was over een van kracht zijnde wettelijke regeling beschikt die een gelijkwaardige afschrijving of omzetting
AM\895049NL.doc
15/194
PE483.852v01-00
NL
voorschrijft en die lidstaat de instelling niet heeft verplicht gelijkaardige bepalingen in haar eigenvermogensinstrumenten op te nemen. Or. en Motivering Volgens overweging 27 "moeten alle aanvullend-tier 1- en tier 2-instrumenten van een instelling volledig en definitief afgeschreven zijn of volledig in uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal zijn omgezet wanneer het punt van niet-levensvatbaarheid van de instelling wordt bereikt." Dit amendement weerspiegelt, tezamen met het amendement dat het nieuwe artikel 60 bis invoert, het feit dat het punt van niet-levensvatbaarheid van een instelling op grond van een zowel kwalitatieve als kwantitatieve beoordeling door de autoriteiten wordt bepaald.
Amendement 512 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een verordening Artikel 60 – lid 1 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement De EBA werkt ontwerpen van technische regelgevingsnormen uit voor het specificeren van elementen bedoeld in artikel 49, lid 2, onder de letters b en c. De EBA legt die ontwerpen van technische regelgevingsnormen uiterlijk op 01 januari 2013 voor aan de Commissie. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische regelgevingsnormen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure vast te stellen. Or. en
PE483.852v01-00
NL
16/194
AM\895049NL.doc
Amendement 513 Vicky Ford Voorstel voor een verordening Article 60 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Artikel 60 bis Afschrijving of omzetting van tier 2instrumenten op grond van bepaling door de bevoegde autoriteit 1) Voor de toepassing van letter o van artikel 60, lid 1, vindt de afschrijving of omzetting plaats wanneer: a) de bevoegde autoriteit bepaalt dat, tenzij de betrokken tier 2-instrumenten worden afgeschreven of omgezet, de instelling niet langer levensvatbaar is; b) in een lidstaat de beslissing is genomen om eigen vermogen, of gelijkwaardige steun, aan de instelling of een moederonderneming van de instelling te verstrekken en de bevoegde autoriteit bepaalt dat de instelling zonder de verlening van dergelijke steun niet langer levensvatbaar zou zijn; of c) indien de relevante tier 2-instrumenten worden erkend ten behoeve van het voldoen aan de eigenvermogensvereisten van de instelling of haar moederonderneming op geconsolideerde basis, wanneer de bevoegde autoriteit van de lidstaat van de consoliderende toezichthouder bepaalt dat, tenzij die instrumenten worden afgeschreven of omgezet, de geconsolideerde groep niet langer levensvatbaar is. 2) Op grond van een bepaling in lid 1 wordt de hoofdsom van de tier 2instrumenten definitief tot nul afgeschreven of omgezet in uit gewone aandelen bestaande tier 1-instrumenten.
AM\895049NL.doc
17/194
PE483.852v01-00
NL
3) Een instelling die tier 2-instrumenten uitgeeft, behoudt te allen tijde de noodzakelijke voorafgaande vergunning voor de uitgifte van uit gewone aandelen bestaande tier 1-instrumenten waarin de tier 2-instrumenten zouden worden omgezet op grond van een bepaling in lid 1; 4) Een instelling die tier 2-instrumenten uitgeeft, zorgt ervoor dat er geen procedurele belemmeringen bestaan voor de omzetting van de tier 2-instrumenten in uit gewone aandelen bestaande tier 1instrumenten krachtens haar oprichtingsakte of statuten. 5) De voorwaarden van de tier 2instrumenten moeten voorschrijven dat de afschrijving of omzetting plaatsvindt vóór de verstrekking van eigen vermogen of gelijkwaardige steun door een lidstaat. Or. en Motivering Dit amendement vloeit voort uit amendement [ ], dat een verplichting zou invoeren dat tier 2instrumenten bepalingen bevatten die voorschrijven dat de instrumenten tot nul worden afgeschreven of worden omgezet in CET1-instrumenten op grond van bepaling door de bevoegde autoriteit. Dit amendement stelt de voorwaarden vast op grond waarvan de tier 2instrumenten mogen worden afgeschreven op grond van bepaling door de bevoegde autoriteit.
Amendement 514 Olle Schmidt Voorstel voor een verordening Artikel 73 – lid 1 – letter b bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement b bis) De bevoegde autoriteit kan te allen tijde toestemming verlenen voor een vroegtijdige aflossing van instrumenten met of zonder vervaldatum ingeval de toepasselijke fiscale behandeling of
PE483.852v01-00
NL
18/194
AM\895049NL.doc
indeling van deze instrumenten volgens de regelgeving een wijziging ondergaat die bij uitgifte niet was voorzien. Or. en Motivering De toevoeging van een bepaling voor regulatory calls zou de VKV afstemmen op de huidige Bankenrichtlijn en op een aantal nationale algemeen aanvaarde boekhoudkundige beginselen.
Amendement 515 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een verordening Artikel 75 – lid 4 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
4. De EBA verstrekt uiterlijk op 31 december 2013 technisch advies aan de Commissie betreffende mogelijke andere behandelingen van tegen reële waarde gewaardeerde niet-gerealiseerde winsten dan het opnemen ervan in uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal zonder aanpassingen. In dergelijke aanbevelingen wordt rekening gehouden met relevante ontwikkelingen in de internationale standaarden voor jaarrekeningen en in de internationale overeenkomsten over prudentiële normen voor banken.
4. De EBA verstrekt uiterlijk op 31 december 2013 technisch advies aan de Commissie betreffende mogelijke andere behandelingen van tegen reële waarde gewaardeerde niet-gerealiseerde winsten dan het opnemen ervan in uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal zonder aanpassingen. In dergelijke aanbevelingen wordt rekening gehouden met relevante ontwikkelingen in de internationale standaarden voor jaarrekeningen en in de internationale overeenkomsten over prudentiële normen voor banken. Fundamentele banken worden niet verplicht om gebruik te maken van deze internationale standaarden voor jaarrekeningen of de Europese omzetting ervan. Or. en
Amendement 516 Ramon Tremosa i Balcells, Sharon Bowles AM\895049NL.doc
19/194
PE483.852v01-00
NL
Voorstel voor een verordening Artikel 76 – lid 1 – letter c bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement c bis) Bevoegde autoriteiten mogen in bepaalde, naar behoren met redenen omklede gevallen dochterondernemingen opnemen die niet voldoen aan de punten i) en ii). De EBA werkt ontwerpen van technische regelgevingsnormen uit voor het specificeren van het concept van degelijk gemotiveerde gevallen die ondernemingen voor langetermijnbeleggingen in strategische infrastructuur- en dienstensectoren mogen opnemen. Or. en
Amendement 517 Jürgen Klute Voorstel voor een verordening Artikel 78 – lid 1 – alinea 1 – letter d bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement d bis) ingeval de special purpose entity buiten de EU is gevestigd, verstrekt ze publiek toegankelijke informatie over de jurisdictie waarin ze is gevestigd, haar jaarrekeningen en het betaalde bedrag aan belastingen. Or. en
Amendement 518 Philippe Lamberts, Sven Giegold namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een verordening Artikel 78 – lid 1 – alinea 1 – letter d bis (nieuw) PE483.852v01-00
NL
20/194
AM\895049NL.doc
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement d bis) de special purpose entity verstrekt publiek toegankelijke informatie over de jurisdictie waarin ze is gevestigd, haar jaarrekeningen en het betaalde bedrag aan belastingen. Or. en Motivering
Volgend op een voorstel van Friends of the Earth Europe
Amendement 519 Ramon Tremosa i Balcells Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1 – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Instellingen bepalen het bedrag aan minderheidsbelangen van een dochteronderneming dat in het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal wordt opgenomen door het onder a) bedoelde bedrag vermenigvuldigd met het onder b) bedoelde percentage af te trekken van de minderheidsbelangen van die onderneming.
Instellingen bepalen het bedrag aan minderheidsbelangen van een dochteronderneming dat in het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal wordt opgenomen door het onder a) bedoelde bedrag te vermenigvuldigen met het onder b) bedoelde percentage.
Or. en
Amendement 520 Ramon Tremosa i Balcells Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1 – letter a – inleidende formule
AM\895049NL.doc
21/194
PE483.852v01-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(a) het uit gewone aandelen bestaande tier 1-kapitaal van de dochteronderneming min de laagste waarde van een van de volgende bedragen:
(a) het uit gewone aandelen bestaande tier 1-kapitaal van de dochteronderneming
Or. en
Amendement 521 Bendt Bendtsen, Anne E. Jensen, Krišjānis Kariņö Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1 – letter a – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(a) het uit gewone aandelen bestaande tier 1-kapitaal van de dochteronderneming min de laagste waarde van een van de volgende bedragen:
(a) het uit gewone aandelen bestaande tier 1-kapitaal van de dochteronderneming min de hoogste waarde van een van de volgende bedragen: Or. en
Amendement 522 Ramon Tremosa i Balcells Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1 – letter a – punt i Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
i) het bedrag van het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal van die dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
schrappen
Or. en
PE483.852v01-00
NL
22/194
AM\895049NL.doc
Amendement 523 Sharon Bowles, Olle Schmidt Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1 – letter a – punt i Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
i) het bedrag van het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal van die dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
i) het bedrag van het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal van die dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a), vastgestelde vereiste, de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer en in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] vermelde specifieke eigenvermogensvereisten voor zover door het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal aan die vereisten moet worden voldaan indien de volgende voorwaarden worden vervuld: 1) De in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde vereisten voor elke dochteronderneming zijn volledig opgenomen in de vereisten van de geconsolideerde groep; en 2) De instelling heeft de voorafgaande goedkeuring van de relevante bevoegde autoriteiten in de lidstaat van herkomst en de lidstaat van ontvangst verkregen om de in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde vereisten op te nemen en kan volledig worden gemotiveerd door haar in artikel 8, onder a) van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde plan om uit de crisis te raken. Or. en
AM\895049NL.doc
23/194
PE483.852v01-00
NL
Motivering Minderheidsbelangen moeten toegankelijk zijn voor de moederinstelling of ten behoeve van afwikkeling wanneer nodig.
Amendement 524 Robert Goebbels Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1 – letter a – punt i Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
i) het bedrag van het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal van die dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
i) het bedrag van het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal van die dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer; en de in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde specifieke eigenvermogensvereisten plus een aanzienlijke financiële marge die door de bevoegde autoriteit van de dochteronderneming is vastgesteld. Tevens dient voor dit bedrag rekening te worden gehouden, indien relevant, met artikel 476 en de vereisten die door artikel 443 worden opgelegd; Or. en
Motivering The amendment aims to cover all minimum regulatory requirements imposed upon banks by the CRD IV and the CRR. Any restriction on the inclusion of minority interests will create strong incentives for banking groups to concentrate capital at the parent level and to keep subsidiaries in EU host Member States running at an own funds level corresponding to the minimum regulatory requirement. This creates significant risks for the solvency of subsidiaries, and more widely for the financial systems of Member States where subsidiaries belonging to EU banking groups dominate the banking landscape. The Commission proposal exacerbates this risk by not including all regulatory minimum requirements in the benchmark level for the inclusion of minority interests. The amendment remedies to this by adding to the list of minimum requirements capital add-ons under pillar II and the margin of own funds PE483.852v01-00
NL
24/194
AM\895049NL.doc
institutions have to hold as per article 72 of the CRR. Furthermore any requirements which result form the Basel I floor provided for in article 476 of the CRR and any higher requirements resulting from article 443 of the CRR have also to be taken into account.
Amendement 525 Othmar Karas Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1 – letter a – punt i Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
i) het bedrag van het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal van die dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
i) het bedrag van het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal van die dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a) vastgestelde vereiste, de in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde specifieke eigenvermogensvereisten en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer en eventuele lokale regelgeving van toezichthouders in niet-EU-lidstaten voor zover het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal aan die vereisten moet voldoen; Or. en
Motivering Bij het berekenen van de vereisten voor het eigen vermogen moeten naast de vereisten van Pijler II ook de specifieke vereisten van derde landen in overweging worden genomen.
Amendement 526 Antolín Sánchez Presedo Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1 – letter a – punt i Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
i) het bedrag van het uit gewone aandelen AM\895049NL.doc
i) het bedrag van het uit gewone aandelen 25/194
PE483.852v01-00
NL
bestaand tier 1-kapitaal van die dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
bestaand tier 1-kapitaal van die dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer; en de in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde specifieke eigenvermogensvereisten voor zover aan deze vereisten wordt voldaan met het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal. Or. en
Amendement 527 Bendt Bendtsen, Anne E. Jensen Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1 – letter a – punt i Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
i) het bedrag van het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal van die dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
i) het bedrag van het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal van die dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a) vastgestelde vereiste, de in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde specifieke vereiste of het door de instelling berekende interne kapitaal en de in artikel 122, lid 2 van de Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer; Or. en
Amendement 528 Ramon Tremosa i Balcells Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1 – letter a – punt ii PE483.852v01-00
NL
26/194
AM\895049NL.doc
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
ii) het bedrag van het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal dat op die dochteronderneming betrekking heeft, dat op geconsolideerde basis nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
schrappen
Or. en
Amendement 529 Sharon Bowles, Olle Schmidt Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1 – letter a – punt ii Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
ii) het bedrag van het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal dat op die dochteronderneming betrekking heeft, dat op geconsolideerde basis nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
ii) het bedrag van het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal dat op die dochteronderneming betrekking heeft, dat op geconsolideerde basis nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer; en de in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde specifieke eigenvermogensvereisten voor zover het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal aan die vereisten moet voldoen, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1) De in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde vereisten voor iedere dochteronderneming moeten volledig zijn opgenomen in de vereisten van de
AM\895049NL.doc
27/194
PE483.852v01-00
NL
geconsolideerde groep; en 2) De instelling heeft voorafgaande toestemming verkregen van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst en ontvangst voor het opnemen van de in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde vereisten die volledig worden gerechtvaardigd door haar plan van crisisaanpak waarnaar wordt verwezen in artikel 8 bis van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau]. Or. en Motivering Minderheidsbelangen moeten indien nodig toegankelijk zijn voor de moederonderneming of als crisismechanisme.
Amendement 530 Robert Goebbels Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1 – letter a – punt ii Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
ii) het bedrag van het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal dat op die dochteronderneming betrekking heeft, dat op geconsolideerde basis nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
ii) het bedrag van het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal met betrekking tot die dochteronderneming dat op geconsolideerde basis nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer; en het in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde specifieke eigenvermogensvereiste plus een aanzienlijke financiële marge die door de bevoegde autoriteit van de dochteronderneming is vastgesteld. Tevens dient voor dit bedrag rekening te worden gehouden, indien relevant, met artikel 476 en de vereisten die door artikel
PE483.852v01-00
NL
28/194
AM\895049NL.doc
443 worden opgelegd; Or. en Motivering The amendment aims to cover all minimum regulatory requirements imposed upon banks by the CRD IV and the CRR. Any restriction on the inclusion of minority interests will create strong incentives for banking groups to concentrate capital at the parent level and to keep subsidiaries in EU host Member States running at an own funds level corresponding to the minimum regulatory requirement. This creates significant risks for the solvency of subsidiaries, and more widely for the financial systems of Member States where subsidiaries belonging to EU banking groups dominate the banking landscape. The Commission proposal exacerbates this risk by not including all regulatory minimum requirements in the benchmark level for the inclusion of minority interests. The amendment remedies to this by adding to the list of minimum requirements capital add-ons under pillar II and the margin of own funds institutions have to hold as per article 72 of the CRR. Furthermore any requirements which result form the Basel I floor provided for in article 476 of the CRR and any higher requirements resulting from article 443 of the CRR have also to be taken into account.
Amendement 531 Othmar Karas Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1 – letter a – punt ii Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
ii) het bedrag van het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal dat op die dochteronderneming betrekking heeft, dat op geconsolideerde basis nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
ii) het bedrag van het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal dat op die dochteronderneming betrekking heeft, dat op geconsolideerde basis nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a) vastgestelde vereiste, de in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde specifieke eigenvermogensvereisten en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer en eventuele lokale regelgeving van toezichthouders in niet-EU-lidstaten voor zover het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal aan die vereisten moet voldoen;
AM\895049NL.doc
29/194
PE483.852v01-00
NL
Or. en Motivering Bij het berekenen van de eigenvermogensvereisten moeten naast de vereisten van Pijler II ook de specifieke vereisten van derde landen in overweging worden genomen.
Amendement 532 Antolín Sánchez Presedo Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1 – letter a – punt ii Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
ii) het bedrag van het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal dat op die dochteronderneming betrekking heeft, dat op geconsolideerde basis nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
ii) het bedrag van het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal dat op die dochteronderneming betrekking heeft, dat op geconsolideerde basis nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer; en de in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde specifieke eigenvermogensvereisten voor zover het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal aan deze vereisten moet voldoen. Or. en
Amendement 533 Bendt Bendtsen, Anne E. Jensen Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1 – letter a – punt ii Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
ii) het bedrag van het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal dat op die dochteronderneming betrekking heeft, dat op geconsolideerde basis nodig is
ii) het bedrag van het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal dat op die dochteronderneming betrekking heeft, dat op geconsolideerde basis nodig is
PE483.852v01-00
NL
30/194
AM\895049NL.doc
om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a) vastgestelde vereiste, het in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde specifieke vereiste of het door de instelling berekende interne kapitaal volgens artikel 72 van de Richtlijn en de in artikel 122, lid 2 van de Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer; Or. en
Amendement 534 Othmar Karas Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1 – letter a – punt ii bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement ii bis) De in lid 1 bedoelde berekening moet worden uitgevoerd op basis van een deelconsolidatie voor elke in artikel 76, lid 1, bedoelde dochteronderneming. Een instelling kan ervoor kiezen deze berekening niet uit te voeren voor een in artikel 76, lid 1, bedoelde dochteronderneming. In het geval dat een instelling deze beslissing neemt, wordt het minderheidsbelang van die dochteronderneming mogelijk niet opgenomen in het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal. Or. en Motivering
De verklaringen met betrekking tot de berekening van de aftrek van minderheidsbelangen van uit meer lagen bestaande groepen is gebaseerd op het werk van het Bazelse Comité voor bankentoezicht en voorkomt instrumenten voor dubbele aftrek van eigen vermogen.
AM\895049NL.doc
31/194
PE483.852v01-00
NL
Amendement 535 Elisa Ferreira Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Bovengenoemde regel is niet van toepassing wanneer de dochteronderneming voor een minderheid in handen is van een moederholding moedermaatschappij, financiële moederholding, gemengde holding - die geen operationele activiteiten heeft. De bevoegde autoriteiten kunnen echter per afzonderlijk geval beslissen dat deze regel van toepassing is op een groep, ongeacht of zij een meerderheids- of minderheidsbelang in de dochteronderneming heeft, indien dit gerechtvaardigd is door een hoge mate van risicoblootstelling van die groep. Or. en
Amendement 536 Jean-Paul Gauzès, Diogo Feio Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement In het geval dat het moederbedrijf van een kredietinstelling of een beleggingsonderneming een nonoperating holdingmaatschappij is met een minderheidsbestuur over de geconsolideerde risicogewogen activa, is deze kredietinstelling of beleggingsonderneming vrijgesteld van de toepassing van de bepalingen van dit artikel wat betreft haar betrekkingen met de betreffende minderheidsdochters. Al naar gelang de situatie kunnen bevoegde
PE483.852v01-00
NL
32/194
AM\895049NL.doc
autoriteiten deze regel per afzonderlijk geval op een kredietinstelling of beleggingsonderneming toepassen die geacht wordt in hoge mate blootgesteld te zijn aan systemisch risico. Or. en
Amendement 537 Diogo Feio Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement De bevoegde autoriteiten kunnen instellingen toestaan het resultaat van het vermenigvuldigen van het in lid 1, onder a) bedoelde bedrag met het in lid 1, onder b) bedoelde percentage niet af te trekken van de minderheidsbelangen van een contragarantieregeling, afhankelijk van de voorwaarden uiteengezet in artikel 108, lid 7. Or. en
Amendement 538 Alfredo Pallone, Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Als een bevoegde autoriteit op individuele basis afwijkt van de toepassing van de prudentiële vereisten, zoals uiteengezet in artikel 6, dient bij de berekening van minderheidsbelangen die zijn opgenomen in het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal geen rekening te worden gehouden met de
AM\895049NL.doc
33/194
PE483.852v01-00
NL
individuele vrijstelling. Or. en Motivering Deze wijziging wordt voorgesteld om eerlijke mededingingsvoorwaarden tot stand te brengen op de interne markt van de EU en om moederondernemingen te ontmoedigen om de tenuitvoerlegging van een riskanter beleid voor kapitaalbeheer na te streven.
Amendement 539 Bendt Bendtsen, Anne E. Jensen Voorstel voor een verordening Artikel 80 – lid 1 – letter a – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(a) de laagste van de volgende twee waarden:
a) het uit gewone aandelen bestaande tier 1-kapitaal van de dochteronderneming min de hoogste waarde van een van de volgende bedragen: Or. en
Amendement 540 Salvador Garriga Polledo, Pablo Zalba Bidegain Voorstel voor een verordening Artikel 80 – lid 1 – letter a – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(a) de laagste van de volgende twee waarden:
a) het uit gewone aandelen bestaande tier 1-kapitaal van de dochteronderneming min de laagste waarde van een van de volgende bedragen: Or. en
Amendement 541 Robert Goebbels PE483.852v01-00
NL
34/194
AM\895049NL.doc
Voorstel voor een verordening Artikel 80 – lid 1 – letter a – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(a) de laagste van de volgende twee waarden:
a) het uit gewone aandelen bestaande tier 1-kapitaal van de dochteronderneming min de laagste waarde van een van de volgende bedragen: Or. en
Amendement 542 Othmar Karas Voorstel voor een verordening Artikel 80 – lid 1 – letter a – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(a) de laagste van de volgende twee waarden:
a) het uit gewone aandelen bestaande tier 1-kapitaal van de dochteronderneming min de laagste waarde van een van de volgende bedragen: Or. en
Amendement 543 Sharon Bowles, Olle Schmidt Voorstel voor een verordening Artikel 80 – lid 1 – letter a – punt i Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
i) het bedrag van het tier 1-kapitaal van de dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder b), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
AM\895049NL.doc
i) het bedrag van het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal van de dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder b), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer; en de in 35/194
PE483.852v01-00
NL
artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde specifieke eigenvermogensvereisten voor zover aan deze vereisten moet worden voldaan door het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1) De in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde vereisten voor iedere dochteronderneming moeten volledig zijn opgenomen in de vereisten van de geconsolideerde groep; en 2) De instelling heeft voorafgaande toestemming verkregen van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst en ontvangst voor het opnemen van de in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde vereisten die volledig worden gerechtvaardigd door haar plan van crisisaanpak waarnaar wordt verwezen in artikel 8 bis van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau]. Or. en Motivering Minderheidsbelangen moeten indien nodig toegankelijk zijn voor de moederonderneming of als crisismechanisme.
Amendement 544 Robert Goebbels Voorstel voor een verordening Artikel 80 – lid 1 – letter a – punt i Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
i) het bedrag van het tier 1-kapitaal van de dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder b), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te PE483.852v01-00
NL
i) het bedrag van het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal van de dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder b), vastgestelde vereiste en de 36/194
AM\895049NL.doc
voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer; en de in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde specifieke eigenvermogensvereiste plus een aanzienlijke financiële marge die door de bevoegde autoriteit van de dochteronderneming is vastgesteld. Tevens dient voor dit bedrag rekening te worden gehouden, indien relevant, met artikel 476 en de vereisten die door artikel 443 worden opgelegd; Or. en Motivering
The amendment aims to cover all minimum regulatory requirements imposed upon banks by the CRD IV and the CRR. Any restriction on the inclusion of Tier 1 instruments held by third parties will create strong incentives for banking groups to concentrate capital at the parent level and to keep subsidiaries in EU host Member States running at an own funds level corresponding to the minimum regulatory requirement. This creates significant risks for the solvency of subsidiaries, and more widely for the financial systems of Member States where subsidiaries belonging to EU banking groups dominate the banking landscape. The Commission proposal exacerbates this risk by not including all regulatory minimum requirements in the benchmark level for the inclusion of such Tier 1 instruments. The amendment remedies to this by adding to the list of minimum requirements capital add-ons under pillar II and the margin of own funds institutions have to hold as per article 72 of the CRR. Furthermore any requirements which result form the Basel I floor provided for in article 476 of the CRR and any higher requirements resulting from article 443 of the CRR have also to be taken into account.
Amendement 545 Othmar Karas Voorstel voor een verordening Artikel 80 – lid 1 – letter a – punt i Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
i) het bedrag van het tier 1-kapitaal van de dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder b), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te AM\895049NL.doc
i) het bedrag van het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal van de dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder b) vastgestelde vereiste, de in 37/194
PE483.852v01-00
NL
voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde specifieke eigenvermogensvereisten en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer en eventuele lokale regelgeving van toezichthouders in niet-EU-lidstaten voor zover het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal aan die vereisten moet voldoen; Or. en Motivering
Bij het berekenen van de vereisten voor het eigen vermogen moeten naast de vereisten van Pijler II ook de specifieke vereisten van derde landen in overweging worden genomen.
Amendement 546 Bendt Bendtsen, Anne E. Jensen Voorstel voor een verordening Artikel 80 – lid 1 – letter a – punt i Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
i) het bedrag van het tier 1-kapitaal van de dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder b), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
i) het bedrag van het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal van de dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder b) vastgestelde vereiste, het in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde specifieke vereiste of het door de instelling berekende interne kapitaal en de in artikel 122, lid 2 van de Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer; Or. en
Amendement 547 Sharon Bowles, Olle Schmidt PE483.852v01-00
NL
38/194
AM\895049NL.doc
Voorstel voor een verordening Artikel 80 – lid 1 – letter a – punt ii Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
ii) het bedrag van het geconsolideerde tier 1-kapitaal dat op die dochteronderneming betrekking heeft, dat nodig is om op geconsolideerde basis te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder b), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
ii) het bedrag van het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal dat op de dochteronderneming betrekking heeft, dat op geconsolideerde basis nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder b), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer; en de in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde specifieke eigenvermogensvereisten voor zover aan die vereisten moet worden voldaan door het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1) De in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde vereisten voor iedere dochteronderneming moeten volledig zijn opgenomen in de vereisten van de geconsolideerde groep; en 2) De instelling heeft voorafgaande toestemming verkregen van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst en ontvangst voor het opnemen van de in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde vereisten die volledig worden gerechtvaardigd door haar plan van crisisaanpak waarnaar wordt verwezen in artikel 8 bis van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau]. Or. en
Motivering Minderheidsbelangen moeten indien nodig toegankelijk zijn voor de moederonderneming of als crisismechanisme.
AM\895049NL.doc
39/194
PE483.852v01-00
NL
Amendement 548 Robert Goebbels Voorstel voor een verordening Artikel 80 – lid 1 – letter a – punt ii Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
ii) het bedrag van het geconsolideerde tier 1-kapitaal dat op die dochteronderneming betrekking heeft, dat nodig is om op geconsolideerde basis te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder b), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
ii) het bedrag van het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal van de dochteronderneming dat op geconsolideerde basis nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder a), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer; en de in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde specifieke eigenvermogensvereisten plus een aanzienlijke financiële marge die door de bevoegde autoriteit van de dochteronderneming is vastgesteld. Tevens dient voor dit bedrag rekening te worden gehouden, indien relevant, met artikel 476 en de vereisten die door artikel 443 worden opgelegd; Or. en
Motivering The amendment aims to cover all minimum regulatory requirements imposed upon banks by the CRD IV and the CRR. Any restriction on the inclusion of Tier 1 instruments held by third parties will create strong incentives for banking groups to concentrate capital at the parent level and to keep subsidiaries in EU host Member States running at an own funds level corresponding to the minimum regulatory requirement. This creates significant risks for the solvency of subsidiaries, and more widely for the financial systems of Member States where subsidiaries belonging to EU banking groups dominate the banking landscape. The Commission proposal exacerbates this risk by not including all regulatory minimum requirements in the benchmark level for the inclusion of such Tier 1 instruments. The amendment remedies to this by adding to the list of minimum requirements capital add-ons under pillar II and the margin of own funds institutions have to hold as per article 72 of the CRR. Furthermore any requirements which result form the Basel I floor provided for in article 476 of the CRR and any higher requirements resulting from article 443 of the CRR have also to be taken into account. PE483.852v01-00
NL
40/194
AM\895049NL.doc
Amendement 549 Othmar Karas Voorstel voor een verordening Artikel 80 – lid 1 – letter a – punt ii Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
ii) het bedrag van het geconsolideerde tier 1-kapitaal dat op die dochteronderneming betrekking heeft, dat nodig is om op geconsolideerde basis te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder b), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
ii) het bedrag van het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal dat op de dochteronderneming betrekking heeft, dat op geconsolideerde basis nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder b) vastgestelde vereiste, de in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde specifieke eigenvermogensvereisten en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer en eventuele lokale regelgeving van toezichthouders in niet-EU-lidstaten voor zover het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal aan die vereisten moet voldoen; Or. en
Motivering Bij het berekenen van de vereisten voor het eigen vermogen moeten naast de vereisten van Pijler II ook de specifieke vereisten van derde landen in overweging worden genomen.
Amendement 550 Bendt Bendtsen, Anne E. Jensen Voorstel voor een verordening Artikel 80 – lid 1 – letter a – punt ii Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
ii) het bedrag van het geconsolideerde tier 1-kapitaal dat op die dochteronderneming betrekking heeft, dat nodig is om op AM\895049NL.doc
ii) het bedrag van het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal dat op de dochteronderneming betrekking 41/194
PE483.852v01-00
NL
geconsolideerde basis te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder b), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
heeft, dat op geconsolideerde basis nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder b) vastgestelde vereiste, het in artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde specifieke vereiste of het door de instelling berekende interne kapitaal en de in artikel 122, lid 2 van de Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer; Or. en
Amendement 551 Alfredo Pallone, Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 80 – lid 1 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Als een bevoegde autoriteit op individuele basis afwijkt van de toepassing van de prudentiële vereisten, zoals uiteengezet in artikel 6, dient bij de berekening van in aanmerking komende tier 1-instrumenten die zijn opgenomen in het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1kapitaal, geen rekening te worden gehouden met de individuele vrijstelling. Or. en Motivering
Deze wijziging wordt voorgesteld om eerlijke mededingingsvoorwaarden te creëren op de interne markt van de EU en om moederondernemingen te ontmoedigen om de implementatie van een riskanter kapitaalbeheerbeleid na te streven.
Amendement 552 Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 81 – lid 1 PE483.852v01-00
NL
42/194
AM\895049NL.doc
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Instellingen bepalen het bedrag aan in aanmerking komend tier 1-kapitaal van een dochteronderneming dat in het geconsolideerde aanvullend tier 1-kapitaal wordt opgenomen, door de in het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal opgenomen minderheidsbelangen van die onderneming af te trekken van het in het geconsolideerde tier 1-kapitaal opgenomen in aanmerking komend tier 1-kapitaal van die onderneming.
Instellingen bepalen het bedrag aan in aanmerking komend tier 1-kapitaal van een dochteronderneming dat in het geconsolideerde aanvullend tier 1-kapitaal wordt opgenomen. Het minderheidsbelang in een primaire kredietinstelling in een lidstaat moet volledig worden erkend, mits de bovenmatige financiering, hoger dan de wettelijke vereisten, volledig overdraagbaar is binnen de gehele groep. Het bedrag van de overige minderheidsbelangen die moeten worden opgenomen in het geconsolideerde aanvullende tier 1-kapitaal moet worden berekend door het aftrekken van de minderheidsbelangen van die onderneming die zijn opgenomen in het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1kapitaal van het in aanmerking komende tier 1-kapitaal van die onderneming dat is opgenomen in het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal. Or. en
Motivering Hiermee wordt de ongelijkheid weggenomen die wordt gecreëerd tussen groepen waarvan de moeder een kredietinstelling is, en niet een holding, wanneer kapitaal wordt uitgegeven door de kredietinstelling. Dit amendement bevordert voorzichtig kapitaalbeheer door primaire kredietinstellingen.
Amendement 553 Alfredo Pallone, Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 81 – lid 1 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Instellingen bepalen het bedrag aan in aanmerking komend tier 1-kapitaal van een dochteronderneming dat in het
Instellingen bepalen het bedrag aan in aanmerking komend tier 1-kapitaal van een dochteronderneming dat in het
AM\895049NL.doc
43/194
PE483.852v01-00
NL
geconsolideerde aanvullend tier 1-kapitaal wordt opgenomen, door de in het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal opgenomen minderheidsbelangen van die onderneming af te trekken van het in het geconsolideerde tier 1-kapitaal opgenomen in aanmerking komend tier 1-kapitaal van die onderneming.
geconsolideerde aanvullend tier 1-kapitaal wordt opgenomen, door de in het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal opgenomen minderheidsbelangen van die onderneming af te trekken van het in het geconsolideerde tier 1-kapitaal opgenomen in aanmerking komend tier 1-kapitaal van die onderneming. Als een bevoegde autoriteit op individuele basis afwijkt van de toepassing van de prudentiële vereisten, zoals uiteengezet in artikel 6, dient bij de berekening van in aanmerking komend tier 1-kapitaal dat is opgenomen in het geconsolideerde uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal, geen rekening te worden gehouden met de individuele vrijstelling. Or. en
Motivering Deze wijziging wordt voorgesteld om eerlijke mededingingsvoorwaarden te creëren op de interne markt van de EU en om moederondernemingen te ontmoedigen om de implementatie van een riskanter kapitaalbeheerbeleid na te streven.
Amendement 554 Bendt Bendtsen, Anne E. Jensen Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 1 – letter a – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(a) de laagste van de volgende twee waarden:
(a) het eigen vermogen van de dochteronderneming minus de hoogste van de twee volgende waarden: Or. en
Amendement 555 Robert Goebbels
PE483.852v01-00
NL
44/194
AM\895049NL.doc
Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 1 – letter a – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(a) de laagste van de volgende twee waarden:
(a) het eigen vermogen van de dochteronderneming minus de laagste van de twee volgende waarden: Or. en
Amendement 556 Pablo Zalba Bidegain, Salvador Garriga Polledo Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 1 – letter a – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(a) de laagste van de volgende twee waarden:
(a) het eigen vermogen van de dochteronderneming minus de laagste van de twee volgende waarden: Or. en
Amendement 557 Othmar Karas Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 1 – letter a – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(a) de laagste van de volgende twee waarden:
(a) het eigen vermogen van de dochteronderneming minus de laagste van de twee volgende waarden: Or. en
Amendement 558 Sharon Bowles, Olle Schmidt
AM\895049NL.doc
45/194
PE483.852v01-00
NL
Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 1 – letter a – punt i Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
i) het bedrag van het eigen vermogen van de dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder c), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
i) het bedrag van het eigen vermogen van de dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder c), vastgestelde vereiste, de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer en de specifieke eigenvermogensvereisten van artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] in zoverre aan deze vereisten moet worden voldaan door het uit gewone aandelen bestaand tier 1kapitaal wanneer de volgende voorwaarden zijn vervuld: (1) De vereisten van artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] voor elke dochteronderneming zijn volledig opgenomen in de vereisten van de geconsolideerde groep; en (2) De instelling heeft voorafgaande toestemming verkregen van de desbetreffende bevoegde autoriteiten van het land van herkomst en het land van ontvangst om de vereisten van artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] op te nemen, en dit kan volledig worden gerechtvaardigd door het plan om uit de crisis te raken als bedoeld in artikel 8 bis van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau]. Or. en
Motivering Minderheidsbelangen moeten toegankelijk zijn voor de moederinstelling of ten behoeve van afwikkeling wanneer nodig.
PE483.852v01-00
NL
46/194
AM\895049NL.doc
Amendement 559 Robert Goebbels Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 1 – letter a – punt i Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
i) het bedrag van het eigen vermogen van de dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder c), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
i) het bedrag van het eigen vermogen van de dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder c), vastgestelde vereiste, de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer en de specifieke eigenvermogensvereisten van artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] plus een aanzienlijke, door de bevoegde autoriteit van de dochteronderneming vast te stellen marge. Bij de vaststelling van het bedrag wordt, indien relevant, ook artikel 476 en door artikel 443 opgelegde eisen in aanmerking genomen; Or. en
Motivering The amendment aims to cover all minimum regulatory requirements imposed upon banks by the CRD IV and the CRR. Any restriction on the inclusion of capital instruments held by third parties will create strong incentives for banking groups to concentrate capital at the parent level and to keep subsidiaries in EU host Member States running at an own funds level corresponding to the minimum regulatory requirement. This creates significant risks for the solvency of subsidiaries, and more widely for the financial systems of Member States where subsidiaries belonging to EU banking groups dominate the banking landscape. The Commission proposal exacerbates this risk by not including all regulatory minimum requirements in the benchmark level for the inclusion of such capital instruments. The amendment remedies to this by adding to the list of minimum requirements capital add-ons under pillar II and the margin of own funds institutions have to hold as per article 72 of the CRR. Furthermore any requirements which result form the Basel I floor provided for in article 476 of the CRR and any higher requirements resulting from article 443 of the CRR have also to be taken into account.
Amendement 560 Othmar Karas AM\895049NL.doc
47/194
PE483.852v01-00
NL
Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 1 – letter a – punt i Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
i) het bedrag van het eigen vermogen van de dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder c), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
i) het bedrag van het eigen vermogen van de dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder c), vastgestelde vereiste, de specifieke eigenvermogensvereisten van artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer, en mogelijke aanvullende vereisten van lokale toezichthouders in niet-EU-landen; Or. en
Motivering Bij de berekening van de eigenvermogensvereistenmoeten ook de vereisten onder de tweede pijler en specifieke vereisten van derde landen in aanmerking worden genomen.
Amendement 561 Bendt Bendtsen, Anne E. Jensen Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 1 – letter a – punt i Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
i) het bedrag van het eigen vermogen van de dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder c), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
i) het bedrag van het eigen vermogen van de dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder c), vastgestelde vereiste, een specifieke vereiste krachtens artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] of het door de instelling berekende interne kapitaal van artikel 72 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde
PE483.852v01-00
NL
48/194
AM\895049NL.doc
buffer; Or. en
Amendement 562 Sharon Bowles, Olle Schmidt Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 1 – letter a – punt ii Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
ii) het bedrag van het eigen vermogen dat op de dochteronderneming betrekking heeft, dat nodig is om op geconsolideerde basis te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder c), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
i) het bedrag van het eigen vermogen van de dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder c), vastgestelde vereiste, de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer en de specifieke eigenvermogensvereisten van artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] voor zover aan deze vereisten moet worden voldaan door het uit gewone aandelen bestaand tier 1kapitaal wanneer de volgende voorwaarden zijn vervuld: (1) De vereisten van artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] voor elke dochteronderneming zijn volledig opgenomen in de vereisten van de geconsolideerde groep; en (2) De instelling heeft de voorafgaande toestemming verkregen van de desbetreffende bevoegde autoriteiten van het land van herkomst en het land van ontvangst om de vereisten van artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] op te nemen, en dit kan volledig worden gerechtvaardigd door het plan voor het oplossen van de crisis als bedoeld in artikel 8 bis van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau]. Or. en
AM\895049NL.doc
49/194
PE483.852v01-00
NL
Motivering Minderheidsbelangen moeten toegankelijk zijn voor de moederinstelling of ten behoeve van afwikkeling wanneer nodig.
Amendement 563 Robert Goebbels Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 1 – letter a – punt ii Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
ii) het bedrag van het eigen vermogen dat op de dochteronderneming betrekking heeft, dat nodig is om op geconsolideerde basis te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder c), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
i) het bedrag van het eigen vermogen van de dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder c), vastgestelde vereiste, de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer en de specifieke eigenvermogensvereisten van artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] plus een aanzienlijke, door de bevoegde autoriteit van de dochteronderneming vast te stellen marge. Bij de vaststelling van het bedrag wordt, indien relevant, ook artikel 476 en door artikel 443 opgelegde eisen in aanmerking genomen. Or. en
Motivering The amendment aims to cover all minimum regulatory requirements imposed upon banks by the CRD IV and the CRR. Any restriction on the inclusion of capital instruments held by third parties will create strong incentives for banking groups to concentrate capital at the parent level and to keep subsidiaries in EU host Member States running at an own funds level corresponding to the minimum regulatory requirement. This creates significant risks for the solvency of subsidiaries, and more widely for the financial systems of Member States where subsidiaries belonging to EU banking groups dominate the banking landscape. The Commission proposal exacerbates this risk by not including all regulatory minimum requirements in the benchmark level for the inclusion of such capital instruments. The amendment remedies to this by adding to the list of minimum requirements capital add-ons under pillar II and the margin of own funds institutions have to hold as per article 72 of the CRR. Furthermore any requirements which result form the Basel I floor provided for in PE483.852v01-00
NL
50/194
AM\895049NL.doc
article 476 of the CRR and any higher requirements resulting from article 443 of the CRR have also to be taken into account.
Amendement 564 Bendt Bendtsen, Anne E. Jensen Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 1 – letter a – punt ii Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
ii) het bedrag van het eigen vermogen dat op de dochteronderneming betrekking heeft, dat nodig is om op geconsolideerde basis te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder c), vastgestelde vereiste en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer;
i) het bedrag van het eigen vermogen van de dochteronderneming dat nodig is om te voldoen aan de som van het in artikel 87, lid 1, onder c), vastgestelde vereiste, een specifieke vereiste krachtens artikel 100 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] of het door de instelling berekende interne kapitaal van artikel 72 van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] en de in artikel 122, lid 2, van Richtlijn [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gecombineerde buffer; Or. en
Amendement 565 Bendt Bendtsen, Anne E. Jensen Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 1 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(b) het in aanmerking komend eigen vermogen van de onderneming, uitgedrukt als percentage van alle eigenvermogensinstrumenten van de dochteronderneming die in de uit gewone aandelen bestaande tier 1-, aanvullend-tier 1- en tier 2-bestanddelen zijn opgenomen, en de daaraan gerelateerde ingehouden winsten en agio’s.
(b) het in aanmerking komend eigen vermogen van de onderneming, uitgedrukt als percentage van alle eigenvermogensinstrumenten van de dochteronderneming die in de uit gewone aandelen bestaande tier 1-, aanvullend-tier 1- en tier 2-bestanddelen zijn opgenomen, en de daaraan gerelateerde ingehouden winsten en agio’s.
AM\895049NL.doc
51/194
PE483.852v01-00
NL
Or. en
Amendement 566 Alfredo Pallone, Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 1 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Als een bevoegde autoriteit afwijkt van de toepassing van prudentiële vereisten op individuele basis, zoals neergelegd in artikel 6, moet de berekening van in aanmerking komend tier 1-kapitaal dat wordt opgenomen in het geconsolideerde tier 1-kapitaal worden uitgevoerd zonder rekening te houden met de individuele vrijstelling. Or. en Motivering
Deze wijziging wordt voorgesteld om eerlijke mededingingsvoorwaarden tot stand te brengen op de interne markt van de EU en om moederondernemingen te ontmoedigen om de tenuitvoerlegging van een riskanter beleid voor kapitaalbeheer na te streven.
Amendement 567 Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 83 – lid 1 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Instellingen bepalen het bedrag aan in aanmerking komend eigen vermogen van een dochteronderneming dat in het geconsolideerde tier 2-kapitaal wordt opgenomen, door het in aanmerking komend tier 1-kapitaal van die onderneming dat wordt opgenomen in het geconsolideerde tier 1-kapitaal, af te PE483.852v01-00
NL
Instellingen bepalen het bedrag aan in aanmerking komend eigen vermogen van een dochteronderneming dat in het geconsolideerde tier 2-kapitaal wordt opgenomen. Het minderheidsbelang in een primaire kredietinstelling in een lidstaat moet volledig worden erkend, mits het financieringsoverschot, ofwel het 52/194
AM\895049NL.doc
trekken van het in aanmerking komend eigen vermogen van die onderneming dat wordt opgenomen in het geconsolideerde eigen vermogen.
gedeelte boven de vastgestelde vereisten, volledig overdraagbaar is binnen de hele groep. Het bedrag van het resterende geconsolideerde tier 2-kapitaal wordt bepaald door het in aanmerking komend tier 1-kapitaal van die onderneming dat wordt opgenomen in het geconsolideerde tier 1-kapitaal, af te trekken van het in aanmerking komend eigen vermogen van die onderneming dat wordt opgenomen in het geconsolideerde eigen vermogen. Or. en Motivering
Hiermee wordt de ongelijkheid weggenomen die wordt gecreëerd tussen groepen waarvan de moeder een kredietinstelling is, en niet een holding, wanneer kapitaal wordt uitgegeven door de kredietinstelling. Dit amendement bevordert voorzichtig kapitaalbeheer door primaire kredietinstellingen.
Amendement 568 Alfredo Pallone, Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 83 – lid 1 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Instellingen bepalen het bedrag aan in aanmerking komend eigen vermogen van een dochteronderneming dat in het geconsolideerde tier 2-kapitaal wordt opgenomen, door het in aanmerking komend tier 1-kapitaal van die onderneming dat wordt opgenomen in het geconsolideerde tier 1-kapitaal, af te trekken van het in aanmerking komend eigen vermogen van die onderneming dat wordt opgenomen in het geconsolideerde eigen vermogen.
AM\895049NL.doc
Instellingen bepalen het bedrag aan in aanmerking komend eigen vermogen van een dochteronderneming dat in het geconsolideerde tier 2-kapitaal wordt opgenomen, door het in aanmerking komend tier 1-kapitaal van die onderneming dat wordt opgenomen in het geconsolideerde tier 1-kapitaal, af te trekken van het in aanmerking komend eigen vermogen van die onderneming dat wordt opgenomen in het geconsolideerde eigen vermogen. Als een bevoegde autoriteit afwijkt van de toepassing van prudentiële vereisten op individuele basis, zoals neergelegd in artikel 6, moet de berekening van in aanmerking komend tier 1-kapitaal dat wordt opgenomen in 53/194
PE483.852v01-00
NL
het geconsolideerde tier 1-kapitaal worden uitgevoerd zonder rekening te houden met de individuele vrijstelling. Or. en Motivering Deze wijziging wordt voorgesteld om eerlijke mededingingsvoorwaarden tot stand te brengen op de interne markt van de EU en om moederondernemingen te ontmoedigen om de tenuitvoerlegging van een riskanter beleid voor kapitaalbeheer na te streven.
Amendement 569 Sharon Bowles, Olle Schmidt Voorstel voor een verordening Artikel 83 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Artikel 83 bis Bewaking van regelingen voor geconsolideeerd kapitaal De in de artikelen 80 tot en met 83 neergelegde regelingen voor geconsolideerd kapitaal kunnen leiden tot een conflict tussen regelgevers van de ontvangende lidstaat die de uitgifte van kapitaal via lokale dochterondernemingen aanmoedigen en regelgevers van de lidstaat van herkomst die het bedrag aan kapitaalkrediet dat op groepsniveau mag worden uitgeven beperken. Deze conflicterende belangen moeten met elkaar in evenwicht worden gebracht. De EBA bewaakt de regelingen en het effect ervan op Europese banken en stelt technische regelgevingsnormen met het oog op een geharmoniseerde aanpak in de EU. Or. en
PE483.852v01-00
NL
54/194
AM\895049NL.doc
Amendement 570 Iliana Ivanova Voorstel voor een verordening Deel 3 – artikel 87 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
[...]
schrappen Or. en Motivering
De beginselen van Bazel III moeten worden behouden bij de incorporatie ervan in Europese wetgeving in de vorm van een verordening en een richtlijn, waarbij minimum- en geen maximumvereisten voor in de EU gevestigde krediet- en financiële instellingen moeten worden vastgesteld. Daarom stellen wij voor om het artikel met het oog hierop naar de richtlijn te verplaatsen.
Amendement 571 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een verordening Deel 3 – artikel 87 – lid 1 – letter a Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(a) een ratio van het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal van 4,5%;
(a) een ratio van het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal van 9%; Or. en
Amendement 572 Liem Hoang Ngoc Voorstel voor een verordening Deel 3 – artikel 87 – lid 1 – letter a Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(a) een ratio van het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal van 4,5%; AM\895049NL.doc
(a) een ratio van het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal van 7,5%; 55/194
PE483.852v01-00
NL
Or. en
Amendement 573 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een verordening Deel 3 – artikel 87 – lid 1 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(b) een ratio van het tier 1-kapitaal van 6%;
(b) een ratio van het tier 1-kapitaal van 10,5%; Or. en
Amendement 574 Liem Hoang Ngoc Voorstel voor een verordening Deel 3 – artikel 87 – lid 1 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(b) een ratio van het tier 1-kapitaal van 6%;
(b) een ratio van het tier 1-kapitaal van 10%; Or. en
Amendement 575 Liem Hoang Ngoc Voorstel voor een verordening Deel 3 – artikel 87 – lid 1 – letter c Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(c) een totale kapitaalratio van 8%.
(c) een totale kapitaalratio van 15%. Or. en
PE483.852v01-00
NL
56/194
AM\895049NL.doc
Amendement 576 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een verordening Deel 3 – artikel 87 – lid 1 – letter c Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(c) een totale kapitaalratio van 8%.
(c) een totale kapitaalratio van 12,5%. Or. en Motivering
Instellingen – met uitzondering van banken in enge zin (‘narrow banks’) – moeten voldoen aan een totale kapitaalratio van 12,5%. In combinatie met de instandhoudingsbuffer zorgt deze kapitaalverhoging niet alleen voor een rationelere balans tussen de noodzaak om enorme kosten bij een faillissement van een bank te beperken en de mogelijkheid voor banken om hun diensten tegen redelijke prijzen aan te bieden, maar ook voor een verlaging van het vereiste rendement op het bankvermogen.
Amendement 577 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een verordening Deel 3 – artikel 87 – lid 1 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement 1 bis. Fundamentele banken passen de bepalingen van lid 1 niet toe, maar voldoen aan de volgende vereisten met betrekking tot het eigen vermogen: (a) een ratio van het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal van 4,5%; (b) een ratio van het tier 1-kapitaal van 6%; (c) een totale kapitaalratio van 8%. Or. en
AM\895049NL.doc
57/194
PE483.852v01-00
NL
Amendement 578 Alfredo Pallone Voorstel voor een verordening Deel 3 – artikel 87 – lid 3 – letter a Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(a) de risicogewogen uitzettingsbedragen voor kredietrisico en verwateringsrisico, berekend overeenkomstig deel 3, titel II, met betrekking tot alle bedrijfsactiviteiten van een instelling, met uitsluiting van risicogewogen uitzettingsbedragen in verband met de handelsportefeuilleactiviteiten van de instelling;
(a) de risicogewogen uitzettingsbedragen voor kredietrisico en verwateringsrisico, berekend overeenkomstig deel 3, titel II, met betrekking tot alle bedrijfsactiviteiten van een instelling, met uitsluiting van:
(i) de risicogewogen uitzettingsbedragen voor het kredietrisico van leningen aan het mkb (als omschreven in titel II, hoofdstuk 3, afdeling 2, onderafdeling 2, artikel 148, lid 4) waarvoor de risicogewogen uitzettingsbedragen moeten worden berekend in overeenstemming met titel II en vervolgens worden vermenigvuldigd met 76,19% (toepassing van een ondersteuningsfactor voor het mkb); (ii) risicogewogen uitzettingsbedragen in verband met de handelsportefeuilleactiviteiten van de instelling; Or. en
Amendement 579 Leonardo Domenici, Gianni Pittella Voorstel voor een verordening Artikel 87 – lid 3 – letter a bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement (a bis) de risicogewogen uitzettingsbedragen voor het kredietrisico
PE483.852v01-00
NL
58/194
AM\895049NL.doc
van leningen aan het mkb (als omschreven in titel II, hoofdstuk 3, afdeling 2, onderafdeling 2, artikel 148, lid 4) waarvoor de risicogewogen uitzettingsbedragen moeten worden berekend in overeenstemming met titel II en vervolgens worden vermenigvuldigd met 76,19% (toepassing van een ondersteuningsfactor voor het mkb); Or. en
Amendement 580 Leonardo Domenici, Gianni Pittella Voorstel voor een verordening Artikel 87 – lid 3 – letter a ter (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement (a ter) risicogewogen uitzettingsbedragen uit de handelsportefeuilleactiviteiten van de instelling; Or. en
Amendement 581 Udo Bullmann Voorstel voor een verordening Artikel 87 – lid 4 – letter b bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement (b bis) de risicogewogen uitzettingsbedragen voor het kredietrisico van leningen aan het mkb (als omschreven in titel II, hoofdstuk 3, afdeling 2, onderafdeling 2, artikel 148, lid 4) moeten worden berekend in overeenstemming met titel II en vervolgens worden vermenigvuldigd met 76,19% (toepassing van de ondersteuningsfactor voor het mkb),
AM\895049NL.doc
59/194
PE483.852v01-00
NL
ongeacht of de onderneming de in hoofdstuk 2 of in hoofdstuk 3 van deel 3, titel III beschreven methode gebruikt; Or. en
Amendement 582 Sharon Bowles, Olle Schmidt Voorstel voor een verordening Artikel 87 – lid 4 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement 4 bis. Wanneer een verplichting of een aanvullende kapitaalvereiste als gevolg van de interactie van kapitaalvereisten meer dan eens wordt toegepast, mag de bevoegde autoriteit de toepassing van het desbetreffende deel van deze verordening achterwege laten. De bevoegde autoriteiten stellen de EBA zo spoedig mogelijk in kennis wanneer voor deze aanpak wordt gekozen. De EBA oefent toezicht uit op deze praktijk en verschaft zo nodig op eigen initiatief richtsnoeren om de consistentie op het niveau van de Unie te waarborgen. Or. en
Amendement 583 Jürgen Klute, Miguel Portas Voorstel voor een verordening Artikel 87 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Artikel 87 bis Eigenvermogensvereisten voor systeemrelevante instellingen 1. In afwijking van artikel 78, lid 1,
PE483.852v01-00
NL
60/194
AM\895049NL.doc
hebben de bevoegde autoriteiten de bevoegdheid om op systeeminstellingen (a) een ratio van het uit gewone aandelen bestaand tier 1-kapitaal van 10%; (b) een ratio van het tier 1-kapitaal van 12%; (c) een totale kapitaalratio van 18% toe te passen. 2. De EBA omschrijft, in nauwe samenwerking met de nationale toezichthouders, voor 31 december 2013 wat een systeemrelevante instelling is, rekening houdend met de volgende elementen: a) uitzettingscategorieën; b) de complexiteit van de bedrijfsactiviteiten; c) de deposit to loan-ratio; d) het aandeel van financiering aan het mkb; e) handelen voor eigen rekening; f) het percentage overheidsklanten; g) financiering van diensten van algemeen belang; h) de sociale en milieu-effecten van de projectportefeuille; i) de eerbiediging van ethische en sociale normen; j) interne stimulansstructuren; k) posten op en buiten de balanstelling; l) interconnectiviteit en systeemrelevantie die leiden tot het probleem dat de instelling te groot wordt om failliet te laten gaan. Or. en
AM\895049NL.doc
61/194
PE483.852v01-00
NL
Amendement 584 Udo Bullmann Voorstel voor een verordening Artikel 87 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Artikel 87 bis Voor instellingen die door de bevoegde autoriteiten of de ESRB als een risico voor het systeem worden beschouwd, worden de kapitaalvereisten van artikel 87, lid 1, verhoogd tot: - 125% van het gespecificeerde niveau als de instelling een gematigd systeemrisico vormt - 150% van het gespecificeerde niveau als de instelling een hoog systeemrisico vormt - 200% van het gespecificeerde niveau als de instelling een ernstig systeemrisico vormt. Or. en
Amendement 585 Udo Bullmann Voorstel voor een verordening Artikel 87 ter (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Artkel 87 ter 1. Kleine instellingen met een balans van minder dan 10 miljoen euro aan het eind van voorgaande boekjaren worden niet onderworpen aan de beoordeling als systeemrisico door de ESRB als bedoeld in artikel 87 bis. Datzelfde geldt voor ontwikkelingsbanken die met toestemming van de overheid en in overeenstemming met het recht een stimuleringstaak
PE483.852v01-00
NL
62/194
AM\895049NL.doc
uitvoeren. 2. Instellingen met een balans van meer dan 100 miljoen euro worden automatisch beschouwd als ten minste een gematigd systeemrisico als bedoeld in artikel 87 bis vormend. 3. Instellingen met een balans van meer dan 250 miljoen euro worden automatisch beschouwd als ten minste een hoog systeemrisico vormend. 4. Instellingen met een balans van meer dan 1 miljard euro worden automatisch beschouwd als ten minste een ernstig systeemrisico vormend. Or. en
Amendement 586 Udo Bullmann Voorstel voor een verordening Artikel 87 quater (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Artkel 87 quater De Commissie doet voor 1 januari 2013 voorstellen voor definities van de categorieën van systeemrisico’s als bedoeld in artikel 87 bis en de risicofactoren die in aanmerking worden genomen bij de beoordeling door de ESRB en de bevoegde autoriteiten. Or. en
Amendement 587 Herbert Dorfmann, Sven Giegold Voorstel voor een verordening Artikel 88 – lid 2 AM\895049NL.doc
63/194
PE483.852v01-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
2. Instellingen die reeds op 1 januari 1993 bestonden en waarvan het eigen vermogen niet voldoet aan het vereiste aanvangskapitaal, mogen hun werkzaamheden blijven uitoefenen. In dat geval mag het eigen vermogen van die instellingen niet kleiner worden dan het hoogste niveau dat het sinds 22 december 1989 had bereikt.
2. Instellingen die reeds op 1 januari 1993 bestonden en waarvan het eigen vermogen niet voldoet aan het vereiste aanvangskapitaal, mogen hun werkzaamheden blijven uitoefenen. In dat geval mag het eigen vermogen van die instellingen niet kleiner worden dan het hoogste niveau dat het sinds 22 december 1989 had bereikt, behoudens wanneer de oorzaak voor de daling onder dit niveau is dat bepaalde kapitaalinstrumenten die krachtens Richtlijn 2006/48/EG in aanmerking komen voor indeling als eigen vermogen, krachtens deze verordening niet als eigen vermogen worden aangemerkt, of dat er nieuwe aftrekregels zijn vastgesteld. Or. en
Motivering Dit amendement is afkomstig van de coöperatieve banken. De overgangsbepalingen voor kleine banken die niet over een aanvangskapitaal van vijf miljoen euro beschikken worden in de RKV IV gehandhaafd. Vanwege de kwantitatieve verfijning van de definitie van eigen vermogen zullen bepaalde kapitaalelementen niet meer worden erkend en zullen de aftrekregels worden aangescherpt. Als gevolg daarvan kunnen kleine banken die aan de huidige bepalingen voldoen onder de kapitaaldrempel terechtkomen. Dit effect, dat ertoe leidt dat kleine banken uit de markt worden gedrukt, moet worden vermeden.
Amendement 588 Robert Goebbels Voorstel voor een verordening Artikel 94 – lid 1 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement In afwijking van lid 1 mogen de bevoegde autoriteiten vereisen dat actiefposten en de posten buiten de balanstelling door instellingen worden gewaardeerd
PE483.852v01-00
NL
64/194
AM\895049NL.doc
overeenkomstig de internationale boekhoudnormen die van toepassing zijn krachtens Verordening (EG) nr. 1606/2002. Or. en Motivering The amendment allows competent authorities to require all institutions to use IFRS for reporting purposes, regardless of the accounting standards used for the publication of accounts. This treatment is currently applied in a number of Member States and is compliant to article 74(1) of directive 2006/48/EC. Besides the obvious advantage that such reporting provides comparable data across the board it also provides for a level playing field for the various institutions when calculating their solvency ratios (i.e. an institution can not have a better solvency ratio because it uses e.g. national GAAP compared to a similar institution using IFRS). Article 94 of the Commission proposal would furthermore generate important costs for institutions by forcing them to revert back to reporting according to national GAAP, while they are currently reporting according to IFRS.
Amendement 589 Ildikó Gáll-Pelcz Voorstel voor een verordening Artikel 94 – lid 1 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
De actiefposten en de posten buiten de balanstelling worden gewaardeerd overeenkomstig het kader voor financiële verslaggeving dat krachtens Verordening (EG) nr. 1606/2002 en Richtlijn 86/635/EEG op de instelling van toepassing is.
De actiefposten en de posten buiten de balanstelling worden gewaardeerd overeenkomstig het relevante kader voor financiële verslaggeving.
Or. en
Amendement 590 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een verordening Artikel 95 – titel AM\895049NL.doc
65/194
PE483.852v01-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Rapportage inzake eigenvermogensvereisten
Rapportage inzake eigenvermogensvereisten en financiële informatie Or. en Motivering
Input van de ECB.
Amendement 591 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een verordening Artikel 95 – lid 1 – eerste alinea Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Instellingen die hun eigenvermogensvereisten voor positierisico berekenen, brengen ten minste om de drie maanden over deze eigenvermogensvereisten verslag uit.
De rapportage door instellingen inzake de in artikel 87 vastgestelde verplichtingen vindt ten minste per kwartaal plaats.
Or. en
Amendement 592 Ildikó Gáll-Pelcz Voorstel voor een verordening Artikel 95 – lid 1 – tweede alinea Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Deze rapportage voorziet ook in financiële informatie die is opgesteld overeenkomstig het kader voor financiële verslaggeving dat krachtens Verordening (EG) nr. 1606/2002 en Richtlijn 86/635/EEG op de instelling van toepassing is, voor zover dit
Deze rapportage voorziet ook in financiële informatie die is opgesteld overeenkomstig het relevante kader voor financiële verslaggeving.
PE483.852v01-00
NL
66/194
AM\895049NL.doc
noodzakelijk is om een volledig beeld te krijgen van het risicoprofiel van de activiteiten van de instelling. Or. en
Amendement 593 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een verordening Artikel 95 – lid 1 – tweede alinea Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Deze rapportage voorziet ook in financiële informatie die is opgesteld overeenkomstig het kader voor financiële verslaggeving dat krachtens Verordening (EG) nr. 1606/2002 en Richtlijn 86/635/EEG op de instelling van toepassing is, voor zover dit noodzakelijk is om een volledig beeld te krijgen van het risicoprofiel van de activiteiten van de instelling.
Deze rapportage voorziet ook in financiële informatie die is opgesteld overeenkomstig het kader voor financiële verslaggeving dat krachtens Verordening (EG) nr. 1606/2002 en Richtlijn 86/635/EEG op de instelling van toepassing is, voor zover:
(a) de EBA deze informatie noodzakelijk acht om een volledig beeld te krijgen van het risicoprofiel van de activiteiten van de instelling (b) de EBA, in samenwerking met de ESRB, deze informatie noodzakelijk acht voor de uitvoering van macro-prudentiële toezichtstaken overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1092/2010 en Verordening (EU) nr. 1093/2010. Or. en
Amendement 594 Markus Ferber Voorstel voor een verordening Artikel 95 – lid 1 – tweede alinea
AM\895049NL.doc
67/194
PE483.852v01-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Deze rapportage voorziet ook in financiële informatie die is opgesteld overeenkomstig het kader voor financiële verslaggeving dat krachtens Verordening (EG) nr. 1606/2002 en Richtlijn 86/635/EEG op de instelling van toepassing is, voor zover dit noodzakelijk is om een volledig beeld te krijgen van het risicoprofiel van de activiteiten van de instelling.
Deze rapportage voorziet ook in financiële informatie die is opgesteld overeenkomstig het kader voor financiële verslaggeving dat krachtens Verordening (EG) nr. 1606/2002 op de instelling van toepassing is, voor zover dit noodzakelijk is om een volledig beeld te krijgen van het risicoprofiel van de activiteiten van de instelling.
Or. en
Amendement 595 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een verordening Artikel 95 – lid 1 – vierde alinea Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Instellingen delen de resultaten en alle gevraagde desbetreffende gegevens mee aan de bevoegde autoriteiten.
Instellingen delen de resultaten en alle gevraagde desbetreffende gegevens tijdig mee aan de bevoegde autoriteiten. Or. en
Amendement 596 Sven Giegold, Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een verordening Artikel 95 – lid 2 – eerste alinea Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
De EBA ontwikkelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ter bepaling van de uniforme formats, frequenties en data van de rapportage, alsook van de IToplossingen die voor deze rapportage
De EBA ontwikkelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ter bepaling van de definities, indelingscriteria, uniforme formats, frequenties en data van de rapportage, alsook van de IT-
PE483.852v01-00
NL
68/194
AM\895049NL.doc
moeten worden toegepast. De rapportageformats dienen in verhouding te staan tot de aard, de schaal en de complexiteit van de activiteiten van de instellingen.
oplossingen die voor deze rapportage moeten worden toegepast. Wat betreft de financiële informatie wordt de werkingssfeer van de technische uitvoeringsnormen beperkt tot instellingen die onder artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1606/2002 vallen. De rapportageformats en -frequenties dienen in verhouding te staan tot de aard, de schaal en de complexiteit van de activiteiten van de instellingen. De EBA raadpleegt de ESRB inzake de ontwikkeling van ontwerpen van technische uitvoeringsnormen voor de in lid 1 bedoelde informatie. Or. en
Amendement 597 Antolín Sánchez Presedo Voorstel voor een verordening Artikel 96 – lid 3 – eerste alinea – letter a Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(a) uniforme formats, frequenties en data voor de rapportage van de in lid 1 bedoelde gegevens;
(a) uniforme instructies, formats, frequenties en data voor de rapportage van de in lid 1 bedoelde gegevens met het oog op de consistentie en vergelijkbaarheid van gerapporteerde verliezen; Or. en
Amendement 598 Bendt Bendtsen, Anne E. Jensen Voorstel voor een verordening Artikel 96 – lid 3 – eerste alinea – letter a Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(a) uniforme formats, frequenties en data voor de rapportage van de in lid 1 bedoelde
(a) uniforme definities, formats, frequenties en data voor de rapportage van
AM\895049NL.doc
69/194
PE483.852v01-00
NL
gegevens;
de in lid 1 bedoelde gegevens om een uniforme en vergelijkbare definitie van verliezen te verkrijgen; Or. en Motivering
Er is behoefte aan een vergelijkbare, uniforme en consistente definitie van verliezen die voortvloeien uit hypothecaire leningen. Dit is vooral belangrijk omdat deze gegevens uiteindelijk worden gebruikt om de risicogewichten van hypotheken in de standaardbenadering (opwaarts) te herzien (artikelen 119 en 120) – een maatregel die in potentie een aanzienlijke mate van procycliteit in de sector van de hypothecaire leningen kan invoeren.
Amendement 599 Philippe De Backer Voorstel voor een verordening Artikel 96 – lid 3 – eerste alinea – letter a Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(a) uniforme formats, frequenties en data voor de rapportage van de in lid 1 bedoelde gegevens;
(a) uniforme definities, formats, frequenties en data voor de rapportage van de in lid 1 bedoelde gegevens om een uniforme en vergelijkbare definitie van verliezen te verkrijgen; Or. en
Amendement 600 Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 98 – lid 1 – letter b – punt v bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement (v bis) een actieve strategie voor de bestrijding van fraude. Or. en
PE483.852v01-00
NL
70/194
AM\895049NL.doc
Amendement 601 Udo Bullmann Voorstel voor een verordening Artickel 100 – lid 2 – eerste alinea bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Instellingen ontwikkelen, op basis van de technische normen die de EBA uiterlijk op 1 januari 2013 afgeeft, een ‘marked to funding’-aanpak als gespecificeerd in de definities van deze verordening. Om te beginnen vormt deze aanpak een aanvulling op de door instellingen toegepaste ‘marked to market’-, ‘marked to model’- en boekwaardebenadering en wordt deze vorm van rapportage na een proefperiode die loopt tot 2015 toegepast; de EBA evalueert de doelmatigheid ervan en doet de Commissie aanbevelingen met betrekking tot de vraag of deze aanpak enkele van de andere waarderingsmethoden moet vervangen of althans een aan deze andere methoden gelijkwaardige wettelijke status dient te verkrijgen. Or. en
Amendement 602 Ashley Fox Voorstel voor een verordening Artikel 100 – lid 2 – tweede alinea Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Aan het einde van de rapportageketen staat een lid van het leidinggevend orgaan.
Schrappen
Or. en
AM\895049NL.doc
71/194
PE483.852v01-00
NL
Amendement 603 Ildikó Gáll-Pelcz Voorstel voor een verordening Artikel 106 – lid 1 – eerste alinea – inleidend gedeelte Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
De uitzettingswaarde van een actief bestaat uit de boekwaarde die overblijft nadat specifieke kredietrisicoaanpassingen zijn toegepast. De uitzettingswaarde van een in bijlage I vermelde post buiten balanstelling is het volgende percentage van haar nominale waarde na aftrek van specifieke kredietrisicoaanpassingen.
De uitzettingswaarde van een actief is het bedrag waarmee het prudentieel eigen vermogen zou worden verminderd indien de uitzetting volledig zou worden afgeschreven. De uitzettingswaarde van een in bijlage I vermelde post buiten balanstelling is het volgende percentage van haar nominale waarde na aftrek van specifieke kredietrisicoaanpassingen. Or. en
Amendement 604 Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 108 – lid 7 – eerste alinea – inleidend gedeelte Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Met uitzondering van uitzettingen waardoor verplichtingen ontstaan in de vorm van uit gewone aandelen bestaande, aanvullend-tier 1- of tier 2-bestanddelen, is het instellingen toegestaan, met de toestemming van de bevoegde autoriteiten, de vereisten van lid 1 van dit artikel niet toe te passen op de uitzettingen op tegenpartijen die aangesloten zijn bij hetzelfde institutioneel protectiestelsel, d.w.z. een contractuele of verplichte aansprakelijkheidsregeling waardoor de instellingen beschermd worden en waardoor, zo nodig, met name hun liquiditeit en solventie beschermd worden om faillissement te voorkomen. Bevoegde
Met uitzondering van uitzettingen waardoor verplichtingen ontstaan in de vorm van uit gewone aandelen bestaande, aanvullend-tier 1- of tier 2-bestanddelen, is het instellingen toegestaan, met de toestemming van de bevoegde autoriteiten, om niet alle vereisten van lid 1 van dit artikel toe te passen op de uitzettingen op tegenpartijen die aangesloten zijn bij hetzelfde institutioneel protectiestelsel, d.w.z. een contractuele of verplichte aansprakelijkheidsregeling waardoor de instellingen beschermd worden en waardoor, zo nodig, met name hun liquiditeit en solventie beschermd worden om faillissement te voorkomen. Bevoegde
PE483.852v01-00
NL
72/194
AM\895049NL.doc
autoriteiten worden gemachtigd een dergelijke alternatieve methode toe te staan als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
autoriteiten worden gemachtigd een dergelijke alternatieve methode toe te staan als aan de volgende voorwaarden is voldaan: Or. en
Amendement 605 Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 108 – lid 7 – eerste alinea – punt c bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement (c bis) De EBA wordt in kennis gesteld van het institutioneel protectiestelsel en de leden daarvan en wettelijke regelingen voor de beschikbaarheid van middelen. Indien de EBA van mening is dat uit het protectiestelsel een uitzetting of verplichting voortvloeit die niet is gedekt, doet zij hiervan mededeling. Or. en
Amendement 606 Vicky Ford Voorstel voor een verordening Artikel 108 – lid 7 – tweede alinea Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Indien de instelling overeenkomstig dit lid besluit de vereisten van lid 1 niet toe te passen, kent het een risicogewicht van 0% toe.
Indien de instelling overeenkomstig dit lid besluit de vereisten van lid 1 niet toe te passen, kent het een risicogewicht van 20 % toe. Or. en
Motivering Garanties in het kader van institutionele protectiestelsels brengen enige risico’s met zich mee AM\895049NL.doc
73/194
PE483.852v01-00
NL
en het is niet passend om voor deze risico’s nul kapitaal aan te houden.
Amendement 607 Vicky Ford Voorstel voor een verordening Artikel 108 – lid 8 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement 8 bis. De EBA ontwikkelt ontwerpen van technische regelgevingsnormen ter specificatie van de inhoud van de in lid 7, onder e), bedoelde verslagen en de overige aangelegenheden waarvan het protectiestelsel verslag moet doen. De EBA dient deze ontwerpen van technische regelgevingsnormen uiterlijk op 1 januari 2013 in bij de Commissie. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de in de eerste alinea bedoelde technische regelgevingsnormen aan te nemen overeenkomstig de procedure van de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010. Or. en
Amendement 608 Vicky Ford Voorstel voor een verordening Artikel 108 – lid 8 ter (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement 8 ter. De EBA kan ontwerpen van technische regelgevingsnormen ontwikkelen om het aan het eind van lid 7 bedoelde risicogewicht te verhogen. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de in de eerste alinea bedoelde technische regelgevingsnormen
PE483.852v01-00
NL
74/194
AM\895049NL.doc
aan te nemen overeenkomstig de procedure van de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010. Or. en Motivering Dit amendement is een alternatief voor het vorige amendement. Garanties in het kader van institutionele protectiestelsels brengen enige risico’s met zich mee en het is niet passend om voor deze risico’s nul kapitaal aan te houden.
Amendement 609 Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 109 – lid 1 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
1. Aan uitzettingen op centrale overheden en centrale banken wordt een risicogewicht van 100% toegekend, tenzij de in de leden 2 tot en met 5 vermelde behandelingen van toepassing zijn.
1. Aan uitzettingen op centrale overheden en centrale banken wordt een risicogewicht van 100% toegekend, tenzij de in de leden 2 tot en met 5 vermelde behandelingen van toepassing zijn. Tegen 2014 doet de EBA verslag van de invoering van een systeem van risicogewichten voor staatsschuld dat minimumrisicogewichten toekent die niet lager zijn dan het totale rendement op de vervaldatum. Or. en
Amendement 610 Vicky Ford Voorstel voor een verordening Artikel 109 – lid 4 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
4. Aan uitzettingen op de centrale overheden en de centrale banken van de lidstaten die luiden in de nationale valuta AM\895049NL.doc
4. Aan uitzettingen op de centrale overheden en de centrale banken van de lidstaten die luiden in de nationale valuta 75/194
PE483.852v01-00
NL
en die gefinancierd zijn in de nationale valuta van die centrale overheid en centrale bank, wordt een risicogewicht van 0 % toegekend.
en die gefinancierd zijn in de nationale valuta van die centrale overheid en centrale bank, wordt een risicogewicht van 0 % toegekend, op voorwaarde dat de desbetreffende lidstaat zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 126 VWEU nakomt, rekening houdend met de protocollen bij het VWEU die daarmee verband houden. Or. en
Amendement 611 Sari Essayah Voorstel voor een verordening Artikel 109 – lid 4 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
4. Aan uitzettingen op de centrale overheden en de centrale banken van de lidstaten die luiden in de nationale valuta en die gefinancierd zijn in de nationale valuta van die centrale overheid en centrale bank, wordt een risicogewicht van 0 % toegekend.
4. Aan uitzettingen op de centrale overheden en de centrale banken van de lidstaten die luiden in de nationale valuta en die gefinancierd zijn in de nationale valuta van die centrale overheid en centrale bank die niet het risicogewicht van 0 % van lid 3 behalen, wordt een risicogewicht van 20 % toegekend. Or. en
Amendement 612 Udo Bullmann Voorstel voor een verordening Artikel 109 – lid 4 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
4. Aan uitzettingen op de centrale overheden en de centrale banken van de lidstaten die luiden in de nationale valuta en die gefinancierd zijn in de nationale valuta van die centrale overheid en centrale bank, wordt een risicogewicht van 0 %
4. Aan uitzettingen op de centrale overheden en de centrale banken van de lidstaten die luiden in de nationale valuta en die gefinancierd zijn in de nationale valuta van die centrale overheid en centrale bank, wordt een risicogewicht van 0 %
PE483.852v01-00
NL
76/194
AM\895049NL.doc
toegekend.
toegekend. In haar toekomstige wetgevingsvoorstel past de Europese Commissie een risicogewicht van 0 % toe op euro-obligaties die worden uitgegeven met enige vorm van hoofdelijke garantie door lidstaten van de eurozone. Or. en
Amendement 613 Ramon Tremosa i Balcells Voorstel voor een verordening Artikel 109 – lid 4 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
4. Aan uitzettingen op de centrale overheden en de centrale banken van de lidstaten die luiden in de nationale valuta en die gefinancierd zijn in de nationale valuta van die centrale overheid en centrale bank, wordt een risicogewicht van 0 % toegekend.
4. Aan uitzettingen op de centrale overheden, regionale overheden met de bevoegdheid om belastingen te heffen en te innen en de centrale banken van de lidstaten die luiden in de nationale valuta en die gefinancierd zijn in de nationale valuta van die centrale overheid en centrale bank, wordt een risicogewicht van 0 % toegekend. Or. en
Amendement 614 Sharon Bowles, Carl Haglund, Ramon Tremosa i Balcells, Olle Schmidt Voorstel voor een verordening Artikel 109 – lid 4 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement 4 bis. Instellingen houden geen onevenredig hoge bedragen aan staatsobligaties van een specifiek land aan, met inachtneming van alle omstandigheden. De EBA bewaakt de passende uitzettingsniveaus en geeft daarvoor richtsnoeren.
AM\895049NL.doc
77/194
PE483.852v01-00
NL
Or. en
Amendement 615 Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 110 – lid 2 – tweede alinea bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement De EBA onderhoudt, als resultaat van de ontwikkeling van deze technische regelgevingsnormen, een voor het publiek toegankelijke gegevensbank van alle uitzettingen op lokale en regionale overheden binnen de EU waarvan door de toepassing van technische normen of door de relevante bevoegde autoriteiten is vastgesteld dat ze moeten worden behandeld als uitzettingen op hun centrale overheden. Or. en
Amendement 616 Burkhard Balz Voorstel voor een verordening Artikel 111 – lid 4 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
4. Uitzettingen op publiekrechtelijke lichamen mogen worden behandeld als uitzettingen op de centrale overheid in wier rechtsgebied deze gevestigd zijn, indien er tussen deze uitzettingen geen verschil in risico bestaat wegens het bestaan van een passende garantie van de centrale overheid.
4. Uitzettingen op publiekrechtelijke lichamen mogen worden behandeld als uitzettingen op de centrale overheid, regionale of lokale overheden in wier rechtsgebied deze gevestigd zijn, indien er tussen deze uitzettingen geen verschil in risico bestaat wegens het bestaan van een passende garantie van de centrale overheid, regionale of lokale overheden. Or. en
PE483.852v01-00
NL
78/194
AM\895049NL.doc
Motivering In de door de Commissie voorgestelde tekst wordt het federale staatsstelsel van de Bondsrepubliek Duitsland, met haar ontwikkelingsbanken in het bezit van de centrale overheid en deelstaten, niet gereflecteerd. Volgens de door de Commissie voorgestelde tekst zou alleen aan uitzettingen op ontwikkelingsbanken in het bezit van de centrale overheid een risicogewicht van 0 % kunnen blijven worden toegekend. Dat zou ontwikkelingsbanken in het bezit van deelstaten in een nadelige positie brengen.
Amendement 617 Thomas Mann Voorstel voor een verordening Artikel 111 – lid 4 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
4. Uitzettingen op publiekrechtelijke lichamen mogen worden behandeld als uitzettingen op de centrale overheid in wier rechtsgebied deze gevestigd zijn, indien er tussen deze uitzettingen geen verschil in risico bestaat wegens het bestaan van een passende garantie van de centrale overheid.
4. Uitzettingen op publiekrechtelijke lichamen mogen worden behandeld als uitzettingen op de centrale overheid, regionale of lokale overheden in wier rechtsgebied deze gevestigd zijn, indien er tussen deze uitzettingen geen verschil in risico bestaat wegens het bestaan van een passende garantie van de centrale overheid, regionale of lokale overheden. Or. en
Amendement 618 Peter Simon Ontwerpverordening Artikel 111 – lid 4 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
4. Uitzettingen op publiekrechtelijke lichamen mogen worden behandeld als uitzettingen op de centrale overheid in wier rechtsgebied deze gevestigd zijn, indien er tussen deze uitzettingen geen verschil in risico bestaat wegens het bestaan van een passende garantie van de centrale overheid.
4. Uitzettingen op publiekrechtelijke lichamen mogen worden behandeld als uitzettingen op de centrale overheid in wier rechtsgebied deze gevestigd zijn, of op de regionale of lokale lagere overheden daarvan, indien er tussen deze uitzettingen geen verschil in risico bestaat wegens het bestaan van een passende garantie van de centrale overheid of van de regionale of
AM\895049NL.doc
79/194
PE483.852v01-00
NL
lokale lagere overheden daarvan. Or. de
Amendement 619 Jürgen Klute Voorstel voor een verordening Artikel 111 – lid 4 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
4. Uitzettingen op publiekrechtelijke lichamen mogen worden behandeld als uitzettingen op de centrale overheid in wier rechtsgebied deze gevestigd zijn, indien er tussen deze uitzettingen geen verschil in risico bestaat wegens het bestaan van een passende garantie van de centrale overheid.
4. Uitzettingen op publiekrechtelijke lichamen mogen worden behandeld als uitzettingen op de centrale overheid, regionale of lokale overheden in wier rechtsgebied deze gevestigd zijn, indien er tussen deze uitzettingen geen verschil in risico bestaat wegens het bestaan van een passende garantie van de centrale overheid, regionale of lokale overheden. Or. en
Amendement 620 Sven Giegold, Philippe Lamberts Voorstel voor een verordening Artikel 111 – lid 4 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
4. Uitzettingen op publiekrechtelijke lichamen mogen worden behandeld als uitzettingen op de centrale overheid in wier rechtsgebied deze gevestigd zijn, indien er tussen deze uitzettingen geen verschil in risico bestaat wegens het bestaan van een passende garantie van de centrale overheid.
4. Uitzettingen op publiekrechtelijke lichamen mogen worden behandeld als uitzettingen op de centrale overheid, regionale of lokale overheden in wier rechtsgebied deze gevestigd zijn, indien er tussen deze uitzettingen geen verschil in risico bestaat wegens het bestaan van een passende garantie van de centrale overheid, regionale of lokale overheden. Or. en
PE483.852v01-00
NL
80/194
AM\895049NL.doc
Motivering Een redelijk amendement, dat is voorgesteld door een regionale ontwikkelingsbank (NRW Bank) en is gericht op aanpassing van het toepassingsgebied waarbinnen uitzettingen op publiekrechtelijke lichamen (zoals regionale overheden), onder specifieke omstandigheden, kunnen worden behandeld als uitzettingen op de centrale overheid. Dit amendement draagt bij aan de aanpassing van het RKV IV-kader aan de regionale en gemeentelijke structuren van de lidstaten.
Amendement 621 Robert Goebbels Voorstel voor een verordening Artikel 111 – lid 6 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
6. De EBA ontwikkelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ter specificatie van de publiekrechtelijke lichamen die op basis van de leden 1 en 2 kunnen worden behandeld.
Schrappen
De EBA legt die ontwerpen van technische normen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen volgens de procedure van artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010. Voordat de in de eerste alinea bedoelde technische normen van kracht worden, mogen instellingen de in het eerste lid beschreven behandeling blijven toepassen die de bevoegde autoriteiten vóór 1 januari 2013 hebben toegepast. Or. en Motivering Het amendement heeft als oogmerk om de bepaling dat de EBA technische uitvoeringsnormen ontwikkelt te schrappen. Publiekrechtelijke lichamen worden gedefinieerd in artikel 4, lid 22, en de behandeling die op deze lichamen van toepassing is wordt duidelijk en ondubbelzinnig vastgesteld in artikel 111, leden 1 en 2. Er is derhalve geen noodzaak om aanvullende AM\895049NL.doc
81/194
PE483.852v01-00
NL
specificaties vast te stellen.
Amendement 622 Udo Bullmann Voorstel voor een verordening Artikel 113 – lid 1 – letter d bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement (d bis) het Europees Stabilisatiemechanisme; Or. en
Amendement 623 Alfredo Pallone, Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 114 – lid 1 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
1. Op uitzettingen op instellingen waarvoor een kredietbeoordeling van een aangewezen EKBI beschikbaar is, wordt een risicogewicht toegepast op basis van artikel 115. Op uitzettingen op instellingen waarvoor een kredietbeoordeling van een aangewezen EKBI beschikbaar is, wordt een risicogewicht toegepast op basis van artikel 116.
1. Bij het bepalen van de risicogewichten voor uitzettingen op instellingen wordt een van de twee in artikel 115, leden 1 en 2, en artikel 116 beschreven methoden toegepast.
Or. en Motivering We steunen de handhaving van de op het risicogewicht van de centrale overheid gebaseerde methode. Het schrappen van deze optie zal zich waarschijnlijk vertalen in een de facto verhoging van het risicogewicht van veel instellingen. Dit geldt met name voor middelgrote/kleine instellingen met een rating en zou ernstige negatieve gevolgen voor de toegang van deze instellingen tot financiering kunnen hebben.
PE483.852v01-00
NL
82/194
AM\895049NL.doc
Amendement 624 Alfredo Pallone, Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 114 – lid 2 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
2. Aan in de nationale valuta luidende en gefinancierde uitzettingen op instellingen met een resterende looptijd van ten hoogste drie maanden wordt een risicogewicht toegekend dat één klasse slechter is dan het in artikel 109, de leden 4 en 5, beschreven preferentiële risicogewicht dat aan uitzettingen op de centrale overheid wordt toegekend.
2. Onverminderd de overige bepalingen van artikel 116, wordt op uitzettingen op financiële instellingen waaraan vergunning is verleend door en die onder toezicht staan van de bevoegde autoriteiten die belast zijn met de vergunningverlening aan en het toezicht op kredietinstellingen, en die onderworpen zijn aan prudentiële vereisten die gelijkwaardig zijn aan die welke op instellingen worden toegepast, dezelfde risicoweging toegepast als op uitzettingen op instellingen. Or. en
Motivering We steunen de handhaving van de op het risicogewicht van de centrale overheid gebaseerde methode. Het schrappen van deze optie zal zich waarschijnlijk vertalen in een de facto verhoging van het risicogewicht van veel instellingen. Dit geldt met name voor middelgrote/kleine instellingen met een rating en zou ernstige negatieve gevolgen voor de toegang van deze instellingen tot financiering kunnen hebben.
Amendement 625 Alfredo Pallone, Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 114 – lid 3 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
3. Het risicogewicht van in de nationale valuta van de leningnemer luidende en gefinancierde uitzettingen met een resterende looptijd van ten hoogste drie maanden bedraagt ten minste 20 %.
AM\895049NL.doc
3. Aan uitzettingen op een instelling zonder rating wordt een risicoweging toegekend die niet lager is dan de risicoweging die wordt toegepast op uitzettingen op haar centrale overheid.
83/194
PE483.852v01-00
NL
Or. en Motivering We steunen de handhaving van de op het risicogewicht van de centrale overheid gebaseerde methode. Het schrappen van deze optie zal zich waarschijnlijk vertalen in een de facto verhoging van het risicogewicht van veel instellingen. Dit geldt met name voor middelgrote/kleine instellingen met een rating en zou ernstige negatieve gevolgen voor de toegang van deze instellingen tot financiering kunnen hebben.
Amendement 626 Alfredo Pallone, Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 114 – lid 4 – inleidend gedeelte Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
4. Aan een uitzetting op een instelling die de vorm heeft van door de ECB of door de centrale bank van een lidstaat voorgeschreven door de instelling aan te houden minimumreserves, mag het risicogewicht worden toegekend dat zou worden toegekend aan uitzettingen op de centrale bank van de lidstaat in kwestie, mits:
Schrappen
(a) de reserves worden aangehouden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1745/2003 van de Europese Centrale Bank van 12 september 2003 inzake de toepassing van reserveverplichtingen of een latere vervangende verordening, of overeenkomstig nationale vereisten die in alle materiële opzichten gelijkwaardig zijn aan de vereisten van die verordening; (b) de reserves in geval van faillissement of insolventie van de instelling waar ze worden aangehouden tijdig en volledig aan de instelling worden terugbetaald en niet beschikbaar zijn om aan andere verplichtingen van de instelling te voldoen. Or. en PE483.852v01-00
NL
84/194
AM\895049NL.doc
Amendement 627 Alfredo Pallone, Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 114 – lid 5 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
5. Uitzettingen op financiële instellingen waaraan vergunning is verleend door en die onder toezicht staan van de bevoegde autoriteiten, en die onderworpen zijn aan prudentiële vereisten die gelijkwaardig zijn aan die welke op instellingen worden toegepast, worden behandeld als uitzettingen op instellingen.
Schrappen
Or. en
Amendement 628 Alfredo Pallone, Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 115 – lid 3 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
3. De interactie tussen de behandeling van kredietbeoordelingen voor de korte termijn op basis van artikel 126 en de in lid 2 beschreven algemene preferentiële behandeling voor kortlopende uitzettingen verloopt als volgt:
Schrappen
(a) indien er voor de uitzetting geen kredietbeoordeling voor de korte termijn bestaat, dan is de in lid 2 gespecificeerde algemene preferentiële behandeling van kortlopende uitzettingen van toepassing op alle uitzettingen op instellingen met een resterende looptijd van ten hoogste drie maanden; (b) indien er een kredietbeoordeling voor de korte termijn bestaat en indien deze AM\895049NL.doc
85/194
PE483.852v01-00
NL
leidt tot de toepassing van een risicogewicht dat gunstiger is dan of gelijk aan het risicogewicht dat voortvloeit uit de toepassing van de in lid 2 gespecificeerde algemene preferentiële behandeling van kortlopende uitzettingen, dan wordt uitsluitend voor deze specifieke uitzetting van deze kredietbeoordeling gebruik gemaakt; voor andere kortlopende uitzettingen wordt de in lid 2 gespecificeerde algemene preferentiële behandeling toegepast; (c) indien er een kredietbeoordeling voor de korte termijn bestaat en indien deze leidt tot de toepassing van een risicogewicht dat minder gunstig is dan het risicogewicht dat voortvloeit uit de toepassing van de in lid 2 gespecificeerde algemene preferentiële behandeling van kortlopende uitzettingen, dan wordt geen gebruik gemaakt van de algemene preferentiële behandeling van kortlopende uitzettingen en wordt aan alle kortlopende uitzettingen zonder externe rating hetzelfde risicogewicht toegekend als het risicogewicht dat voortvloeit uit de toepassing van de desbetreffende kredietbeoordeling voor de korte termijn. Or. en
Amendement 629 Jürgen Klute Voorstel voor een verordening Artikel 115 – lid 3 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement 3 bis. Op uitzettingen op kredietinstellingen die zijn gedaan door kredietinstellingen die op nietconcurrerende basis werkzaam zijn en in het kader van wetgevingsprogramma’s of overeenkomstig hun statuten leningen
PE483.852v01-00
NL
86/194
AM\895049NL.doc
verstrekken waarmee steun wordt verleend aan bepaalde economische sectoren, waarbij de overheid op de een of andere wijze toezicht houdt en beperkingen gelden voor de besteding van de leningen, mits de respectieve uitzettingen voortvloeien uit leningen die via andere kredietinstellingen zijn doorgegeven aan de begunstigden, is artikel 116 van toepassing. Or. en Amendement 630 Peter Simon Ontwerpverordening Artikel 115 – lid 3 bis) (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement 3 bis. Uitzettingen van ontwikkelingsbanken, die in het kader van overheidsprogramma’s of op grond van de statuten van de ontwikkelingsbank ter beschikking gesteld worden, worden ingevolge artikel 109 een risicogewicht toegekend. Or. de
Amendement 631 Burkhard Balz Voorstel voor een verordening Artikel 115 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Artikel 115 bis Op uitzettingen op kredietinstellingen die zijn gedaan door kredietinstellingen die op niet-concurrerende basis werkzaam zijn en in het kader van wetgevingsprogramma’s of
AM\895049NL.doc
87/194
PE483.852v01-00
NL
overeenkomstig hun statuten leningen verstrekken waarmee steun wordt verleend aan bepaalde economische sectoren, waarbij de overheid op de een of andere wijze toezicht houdt en beperkingen gelden voor de besteding van de leningen, is artikel 116 van toepassing, op voorwaarde dat de respectieve uitzettingen voortvloeien uit leningen die via andere kredietinstellingen zijn doorgegeven aan de begunstigden. Or. en Motivering Ontwikkelingsbanken verstrekken vanuit het oogpunt van concurrentie neutrale leningen via commerciële banken aan de eindkredietnemers (het “huisbankbeginsel”). De “huisbank” wordt daarbij in de regel kredietnemer van de ontwikkelingsbank, d.w.z. dat er uitzettingen tussen banken worden gegenereerd. De behandeling van uitzettingen op instellingen met een rating die door de Commissie wordt voorgesteld tast de vermogensbasis van ontwikkelingsbanken onevenredig aan en bemoeilijkt hun stimuleringstaak.
Amendement 632 Alfredo Pallone, Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 115 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Artikel 115 bis Op het risicogewicht van de centrale overheid gebaseerde methode 1. Aan uitzettingen op instellingen wordt een risicogewicht toegekend op basis van de kredietkwaliteitscategorie waarin de uitzettingen op de centrale overheid in wier rechtsgebied de statutaire zetel van de instelling gelegen is, overeenkomstig tabel 3 zijn ondergebracht. Tabel 3 Kredietkwaliteitscategorie waarin de centrale overheid is ondergebracht 1 4 5 6
2 3
Risicogewicht van de uitzetting
150%
PE483.852v01-00
NL
20%
50% 88/194
100%
100%
100%
AM\895049NL.doc
2. Het risicogewicht van uitzettingen op instellingen waarvan de statutaire zetel gelegen is in landen waarvan de centrale overheid geen externe rating heeft, bedraagt niet meer dan 100 %. 3. Aan uitzettingen op instellingen met een oorspronkelijke effectieve looptijd van drie maanden of minder wordt een risicogewicht van 20 % toegekend. Or. en Motivering We steunen de handhaving van de op het risicogewicht van de centrale overheid gebaseerde methode. Het schrappen van deze optie zal zich waarschijnlijk vertalen in een de facto verhoging van het risicogewicht van veel instellingen. Dit geldt met name voor middelgrote/kleine instellingen met een rating en zou ernstige negatieve gevolgen voor de toegang van deze instellingen tot financiering kunnen hebben.
Amendement 633 Alfredo Pallone, Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 116 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
[...]
Schrappen Or. en
Amendement 634 Alfredo Pallone, Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 116 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Artikel 116 bis Op een kredietbeoordeling gebaseerde methode 1. Aan uitzettingen op instellingen met een oorspronkelijke effectieve looptijd van meer dan AM\895049NL.doc
89/194
PE483.852v01-00
NL
drie maanden waarvoor een kredietbeoordeling door een aangewezen kredietbeoordelingsinstelling (EKBI) beschikbaar is, wordt conform tabel 4 een risicogewicht toegekend dat overeenstemt met de categorie waarin de bevoegde autoriteiten de kredietbeoordelingen van de erkende EKBI hebben ondergebracht in een kredietkwaliteitbeoordelingsschaal met zes categorieën. Tabel 4 Kredietkwaliteitscategorie
1
2
3
4
5
6
Risicogewicht
20%
50%
50%
100%
100%
150%
2. Aan uitzettingen op instellingen zonder rating wordt een risicogewicht 50 % toegekend. 3. Aan uitzettingen op instellingen met een oorspronkelijke effectieve looptijd van drie maanden of minder waarvoor een kredietbeoordeling door een aangewezen kredietbeoordelingsinstelling (EKBI) beschikbaar is, wordt conform tabel 5 een risicogewicht toegekend dat overeenstemt met de categorie waarin de bevoegde autoriteiten de kredietbeoordelingen van de erkende EKBI hebben ondergebracht in een kredietkwaliteitbeoordelingsschaal met zes categorieën. Tabel 5 Kredietkwaliteitscategorie
1
2
3
4
5
6
Risicogewicht
20%
20%
20%
50%
50%
150%
4. Aan uitzettingen op instellingen zonder rating met een oorspronkelijke effectieve looptijd van drie maanden of minder wordt een risicogewicht van 20 % toegekend. Or. en Motivering We steunen de handhaving van de op het risicogewicht van de centrale overheid gebaseerde methode. Het schrappen van deze optie zal zich waarschijnlijk vertalen in een de facto verhoging van het risicogewicht van veel instellingen. Dit geldt met name voor middelgrote/kleine instellingen met een rating en zou ernstige negatieve gevolgen voor de toegang van deze instellingen tot financiering kunnen hebben.
Amendement 635 Alfredo Pallone, Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 116 ter (nieuw)
PE483.852v01-00
NL
90/194
AM\895049NL.doc
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Artikel 116 ter Interactie met kredietbeoordelingen voor de korte termijn 1. Indien de in artikel 116 gespecificeerde methode op uitzettingen op instellingen wordt toegepast, is de interactie met specifieke kredietbeoordelingen voor de korte termijn als volgt. 2. (a) indien er voor de uitzetting geen kredietbeoordeling voor de korte termijn bestaat, is de in lid 116, lid 3, gespecificeerde algemene preferentiële behandeling van kortlopende uitzettingen van toepassing op alle uitzettingen op instellingen met een resterende looptijd van ten hoogste drie maanden. 3. (b) indien er een kredietbeoordeling voor de korte termijn bestaat en indien deze leidt tot de toepassing van een risicogewicht dat gunstiger is dan of gelijk aan het risicogewicht dat voortvloeit uit de toepassing van de in lid 116, lid 3, gespecificeerde algemene preferentiële behandeling van kortlopende uitzettingen, wordt uitsluitend voor deze specifieke uitzetting van deze kredietbeoordeling gebruik gemaakt; voor andere kortlopende uitzettingen wordt de in lid 116, lid 3, gespecificeerde algemene preferentiële behandeling toegepast; 4. (c) indien er een kredietbeoordeling voor de korte termijn bestaat en indien deze leidt tot de toepassing van een risicogewicht dat minder gunstig is dan het risicogewicht dat voortvloeit uit de toepassing van de in lid 116, lid 3, gespecificeerde algemene preferentiële behandeling van kortlopende uitzettingen, wordt geen gebruik gemaakt van de algemene preferentiële behandeling van kortlopende uitzettingen en wordt aan alle kortlopende uitzettingen zonder externe rating hetzelfde risicogewicht toegekend
AM\895049NL.doc
91/194
PE483.852v01-00
NL
als het risicogewicht dat voortvloeit uit de toepassing van de desbetreffende kredietbeoordeling voor de korte termijn. Or. en Motivering We steunen de handhaving van de op het risicogewicht van de centrale overheid gebaseerde methode. Het schrappen van deze optie zal zich waarschijnlijk vertalen in een de facto verhoging van het risicogewicht van veel instellingen. Dit geldt met name voor middelgrote/kleine instellingen met een rating en zou ernstige negatieve gevolgen voor de toegang van deze instellingen tot financiering kunnen hebben.
Amendement 636 Alfredo Pallone, Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 116 quater (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Artikel 116 quater Kortlopende uitzettingen luidend in de nationale valuta van de leningnemer 1. Aan in de nationale valuta luidende en gefinancierde uitzettingen op instellingen met een resterende looptijd van ten drie maanden of minder kan, naar keuze van de bevoegde autoriteit, volgens zowel de in het artikel 115, leden 1 en 2, als de in artikel 116 beschreven methode een risicogewicht worden toegekend dat één klasse slechter is dan het beschreven preferentiële risicogewicht dat aan uitzettingen op de centrale overheid wordt toegekend. 2. Aan uitzettingen in de nationale valuta van de leningnemer luidende en gefinancierde uitzettingen met een resterende looptijd van drie maanden of minder wordt een risicogewicht van minder dan 20 % toegekend. Or. en
PE483.852v01-00
NL
92/194
AM\895049NL.doc
Motivering We steunen de handhaving van de op het risicogewicht van de centrale overheid gebaseerde methode. Het schrappen van deze optie zal zich waarschijnlijk vertalen in een de facto verhoging van het risicogewicht van veel instellingen. Dit geldt met name voor middelgrote/kleine instellingen met een rating en zou ernstige negatieve gevolgen voor de toegang van deze instellingen tot financiering kunnen hebben.
Amendement 637 Alfredo Pallone, Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 116 quinquies (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Artikel 116 quinquies Beleggingen in eigenvermogensinstrumenten 1. Aan beleggingen in door instellingen uitgegeven aandelen of eigenvermogensinstrumenten wordt een risicogewicht van 100 % toegekend, tenzij deze instrumenten in mindering zijn gebracht op het eigen vermogen. Or. en Motivering
We steunen de handhaving van de op het risicogewicht van de centrale overheid gebaseerde methode. Het schrappen van deze optie zal zich waarschijnlijk vertalen in een de facto verhoging van het risicogewicht van veel instellingen. Dit geldt met name voor middelgrote/kleine instellingen met een rating en zou ernstige negatieve gevolgen voor de toegang van deze instellingen tot financiering kunnen hebben.
Amendement 638 Alfredo Pallone, Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 116 sexies (nieuw)
AM\895049NL.doc
93/194
PE483.852v01-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Artikel 116 sexies Door de ECB voorgeschreven minimumreserves 1. Wanneer een uitzetting op een instelling de vorm heeft van door de ECB of door de centrale bank van een lidstaat voorgeschreven door de kredietinstelling aan te houden minimumreserves, mogen de lidstaten toestaan dat het risicogewicht wordt toegekend dat zou worden toegekend aan vorderingen op de centrale bank van de lidstaat in kwestie, mits: (a) de reserves worden aangehouden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1745/2003 van de Europese Centrale Bank van 12 september 2003 inzake de toepassing van reserveverplichtingen of een latere vervangende verordening, of overeenkomstig nationale vereisten die in alle materiële opzichten gelijkwaardig zijn aan de vereisten van die verordening; (b) de reserves in geval van faillissement of insolventie van de instelling waar ze worden aangehouden tijdig en volledig aan de instelling worden terugbetaald en niet beschikbaar zijn om aan andere verplichtingen van de instelling te voldoen. Or. en Motivering
We steunen de handhaving van de op het risicogewicht van de centrale overheid gebaseerde methode. Het schrappen van deze optie zal zich waarschijnlijk vertalen in een de facto verhoging van het risicogewicht van veel instellingen. Dit geldt met name voor middelgrote/kleine instellingen met een rating en zou ernstige negatieve gevolgen voor de toegang van deze instellingen tot financiering kunnen hebben.
Amendement 639 Udo Bullmann PE483.852v01-00
NL
94/194
AM\895049NL.doc
Voorstel voor een verordening Artikel 117 – lid 2 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
2. Aan uitzettingen waarvoor een dergelijke kredietbeoordeling niet beschikbaar is, wordt een risicogewicht van 100 % of het risicogewicht van de centrale overheid van de onderneming toegekend, al naargelang welk risicogewicht het hoogste is.
2. Aan uitzettingen waarvoor een dergelijke kredietbeoordeling niet beschikbaar is, wordt een risicogewicht van 100 % of het risicogewicht van de centrale overheid van de onderneming toegekend, al naargelang welk risicogewicht het hoogste is, behoudens voor kmo’s waarop een lager percentage kan worden toegepast, zoals elders in dit wetgevingspakket wordt omschreven en naar verwachting onderdeel zal zijn van de aanbevelingen van de EBA die in september 2012 worden verwacht. Or. en
Amendement 640 Peter Simon Ontwerpverordening Artikel 118 – lid 1 – introductie Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Aan uitzettingen die aan de volgende criteria voldoen, wordt een risicogewicht van 75 % toegekend:
Aan uitzettingen die aan de volgende criteria voldoen, wordt een risicogewicht van 50 % toegekend: Or. de
Amendement 641 Sylvie Goulard Voorstel voor een verordening Artikel 118 – lid 1 – inleidend gedeelte Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Aan uitzettingen die aan de volgende criteria voldoen, wordt een risicogewicht AM\895049NL.doc
Aan uitzettingen die aan de volgende criteria voldoen, wordt een risicogewicht 95/194
PE483.852v01-00
NL
van 75 % toegekend:
van 50 % toegekend: Or. en Motivering
Nodig om de kredietverlening zeker te stellen.
Amendement 642 Udo Bullmann Voorstel voor een verordening Artikel 118 – lid 1 – inleidend gedeelte Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Aan uitzettingen die aan de volgende criteria voldoen, wordt een risicogewicht van 75 % toegekend:
Aan uitzettingen die aan de volgende criteria voldoen, wordt een risicogewicht van 50 % toegekend: Or. en
Amendement 643 Markus Ferber Voorstel voor een verordening Artikel 118 – lid 1 – inleidend gedeelte Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Aan uitzettingen die aan de volgende criteria voldoen, wordt een risicogewicht van 75 % toegekend:
Aan uitzettingen die aan de volgende criteria voldoen, wordt een risicogewicht van 50 % toegekend: Or. en
Amendement 644 Sławomir Witold Nitras Voorstel voor een verordening Artikel 118 – lid 1 – inleidend gedeelte
PE483.852v01-00
NL
96/194
AM\895049NL.doc
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Aan uitzettingen die aan de volgende criteria voldoen, wordt een risicogewicht van 75 % toegekend:
Aan uitzettingen die aan de volgende criteria voldoen, wordt een risicogewicht van 50 % toegekend: Or. en
Amendement 645 Andreas Schwab, Werner Langen Ontwerpverordening Artikel 118 – lid 1 – introductie Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Aan uitzettingen die aan de volgende criteria voldoen, wordt een risicogewicht van 75 % toegekend:
Aan uitzettingen die aan de volgende criteria voldoen, wordt een risicogewicht van 75 % x 0,7619 toegekend: Or. de
Rechtvaardiging De risicoarme kredietverlening aan het mkb waren niet de oorzaak van de financiële crisis, maar vormde daarentegen een stabiliserende factor. Om negatieve effecten op de kredietverlening aan het mkb te vermijden mag de kapitaaldekking voor deze kredieten niet toenemen ten opzichte van de bestaande uitzettingen. Om de verhoging van de kapitaaluitzettingen van 8 % naar 10,5 % (stijging +31,25 %) exact te compenseren, moet daarom bij een risicogewicht van 75 % een compensatiefactor (0,7619) in acht genomen worden.
Amendement 646 Jürgen Klute Voorstel voor een verordening Artikel 118 – lid 1 – inleidend gedeelte Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Aan uitzettingen die aan de volgende criteria voldoen, wordt een risicogewicht van 75 % toegekend:
Aan uitzettingen die aan de volgende criteria voldoen, wordt een risicogewicht van 75 % * 0,7619 toegekend: Or. en
AM\895049NL.doc
97/194
PE483.852v01-00
NL
Amendement 647 Ramon Tremosa i Balcells, Sharon Bowles, Pablo Zalba Bidegain Voorstel voor een verordening Artikel 118 – lid 1 – inleidend gedeelte Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Aan uitzettingen die aan de volgende criteria voldoen, wordt een risicogewicht van 75 % toegekend:
1. Aan uitzettingen die aan de volgende criteria voldoen, wordt een risicogewicht van 75 % toegekend: Or. en
Amendement 648 Ramon Tremosa i Balcells, Sharon Bowles, Pablo Zalba Bidegain Voorstel voor een verordening Artikel 118 – lid 1 – letter a Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
a) de uitzetting heeft betrekking op een natuurlijk persoon of natuurlijke personen dan wel op een kleine of middelgrote onderneming;
a) de uitzetting heeft betrekking op een natuurlijk persoon of natuurlijke personen
Or. en
Amendement 649 Ramon Tremosa i Balcells, Sharon Bowles, Pablo Zalba Bidegain Voorstel voor een verordening Artikel 118 – lid 1 – letter c Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
c) het totale bedrag dat de debiteur of groep van verbonden cliënten aan de instelling en moederondernemingen en haar dochterondernemingen verschuldigd is, maar exclusief schuldvorderingen of PE483.852v01-00
NL
Schrappen
98/194
AM\895049NL.doc
voorwaardelijke vorderingen gedekt door zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed, mag voor zover de instelling weet, niet meer dan 1 miljoen EUR bedragen. De instelling zet redelijke stappen om de hoogte van dit bedrag te weten. Or. en
Amendement 650 Markus Ferber Voorstel voor een verordening Artikel 118 – lid 1 – letter c Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
c) het totale bedrag dat de debiteur of groep van verbonden cliënten aan de instelling en moederondernemingen en haar dochterondernemingen verschuldigd is, maar exclusief schuldvorderingen of voorwaardelijke vorderingen gedekt door zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed, mag voor zover de instelling weet, niet meer dan 1 miljoen EUR bedragen. De instelling zet redelijke stappen om de hoogte van dit bedrag te weten.
c) het totale bedrag dat de debiteur of groep van verbonden cliënten aan de instelling en moederondernemingen en haar dochterondernemingen verschuldigd is, maar exclusief schuldvorderingen of voorwaardelijke vorderingen gedekt door zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed, mag voor zover de instelling weet, niet meer dan 5 miljoen EUR bedragen. De instelling zet redelijke stappen om de hoogte van dit bedrag te weten. Or. en
Amendement 651 Sławomir Witold Nitras Voorstel voor een verordening Artikel 118 – lid 1 – letter c Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
c) het totale bedrag dat de debiteur of groep van verbonden cliënten aan de instelling en moederondernemingen en AM\895049NL.doc
c) het totale bedrag dat de debiteur of groep van verbonden cliënten aan de instelling en moederondernemingen en 99/194
PE483.852v01-00
NL
haar dochterondernemingen verschuldigd is, maar exclusief schuldvorderingen of voorwaardelijke vorderingen gedekt door zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed, mag voor zover de instelling weet, niet meer dan 1 miljoen EUR bedragen. De instelling zet redelijke stappen om de hoogte van dit bedrag te weten.
haar dochterondernemingen verschuldigd is, maar exclusief schuldvorderingen of voorwaardelijke vorderingen gedekt door zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed, mag voor zover de instelling weet, niet meer dan 5 miljoen EUR bedragen. De instelling zet redelijke stappen om de hoogte van dit bedrag te weten. Or. en
Amendement 652 Markus Ferber Voorstel voor een verordening Artikel 118 – lid 1 – letter c Door de Commissie voorgestelde tekst c) het totale bedrag dat de debiteur of groep van verbonden cliënten aan de instelling en moederondernemingen en haar dochterondernemingen verschuldigd is, maar exclusief schuldvorderingen of voorwaardelijke vorderingen gedekt door zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed, mag voor zover de instelling weet, niet meer dan 1 miljoen EUR bedragen. De instelling zet redelijke stappen om de hoogte van dit bedrag te weten.
Amendement c) het totale bedrag dat de debiteur of groep van verbonden cliënten aan de instelling en moederondernemingen en haar dochterondernemingen verschuldigd is, maar exclusief schuldvorderingen of voorwaardelijke vorderingen gedekt door zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed, mag voor zover de instelling weet, niet meer dan 5 miljoen EUR bedragen. De instelling zet redelijke stappen om de hoogte van dit bedrag te weten. Or. en
Amendement 653 Vicky Ford Voorstel voor een verordening Artikel 118 – lid 1 – letter c Door de Commissie voorgestelde tekst c) het totale bedrag dat de debiteur of PE483.852v01-00
NL
Amendement c) het totale bedrag dat de debiteur of 100/194
AM\895049NL.doc
groep van verbonden cliënten aan de instelling en moederondernemingen en haar dochterondernemingen verschuldigd is, maar exclusief schuldvorderingen of voorwaardelijke vorderingen gedekt door zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed, mag voor zover de instelling weet, niet meer dan 1 miljoen EUR bedragen. De instelling zet redelijke stappen om de hoogte van dit bedrag te weten.
groep van verbonden cliënten aan de instelling en moederondernemingen en haar dochterondernemingen verschuldigd is, maar exclusief schuldvorderingen of voorwaardelijke vorderingen gedekt door zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed, mag voor zover de instelling weet, niet meer dan 2 miljoen EUR bedragen. De instelling zet redelijke stappen om de hoogte van dit bedrag te weten. Or. en
Amendement 654 Wolf Klinz, Philippe De Backer Voorstel voor een verordening Artikel 118 – lid 1 – letter c bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement (c bis) aan uitzettingen op kleine of middelgrote ondernemingen wordt een risicogewicht van 75 % toegekend, vermenigvuldigd met 0,7619. Or. en
Amendement 655 Markus Ferber, Herbert Dorfmann Voorstel voor een verordening Artikel 118 – lid 1 – letter c bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement (c bis) de totale kapitaalvereisten voor uitzettingen op particulieren en kleine partijen moeten worden aangepast door toepassing van de compenserende factor 0,761. Or. en
AM\895049NL.doc
101/194
PE483.852v01-00
NL
Amendement 656 Othmar Karas Voorstel voor een verordening Artikel 118 – lid 1 – letter c bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement (c bis) aan uitzettingen op kleine of middelgrote ondernemingen wordt een risicogewicht van 75 % * 0,7619 toegekend. Or. en Motivering
In de financiële crisis is gebleken dat leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen stabiel zijn. De invoering van een "compenserende factor" van 0,7619 zal de verhoging van de totale kapitaalvereisten van 8 % tot 10,5 % compenseren. Hiermee wordt voorkomen dat de kosten van bankfinanciering voor kmo’s hoger worden.
Amendement 657 Udo Bullmann Voorstel voor een verordening Artikel 118 – lid 1 – letter c bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement (c bis) de uitzetting is gedaan na behoorlijk onderzoek op basis van klantspecifieke informatie die is vergaard uit hoofde van de relatie met de klant en die niet beschikbaar is in standaardkredietscores en gegevensbanken die in de markt kunnen worden gekocht. Or. en
Amendement 658 Peter Simon
PE483.852v01-00
NL
102/194
AM\895049NL.doc
Ontwerpverordening Artikel 118 – lid 1 bis) (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Een vordering die aan de criteria in lid 1, onder a) en b), voldoet, wordt een risicogewicht toegekend van 75 %, indien het totale bedrag dat de debiteur of groep van verbonden cliënten aan de kredietinstelling en moederondernemingen en haar dochterondernemingen verschuldigd is, exclusief schuldvorderingen of voorwaardelijke vorderingen gedekt door zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed, met inbegrip van de achterstallige posten voor zover de kredietinstelling weet, meer dan 1 miljoen EUR maar niet meer dan 5 miljoen EUR bedraagt. De kredietinstelling moet stappen zetten om zich te overtuigen van de juistheid van deze informatie. Or. de
Amendement 659 Ramon Tremosa i Balcells, Sharon Bowles, Pablo Zalba Bidegain Voorstel voor een verordening Artikel 118 – lid 1 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement 1 bis. Aan uitzettingen die aan de volgende criteria voldoen, wordt conform tabel 1 een risicogewicht van 75 % toegekend: a) de uitzetting heeft betrekking op een natuurlijk persoon of natuurlijke personen dan wel op een kleine of middelgrote onderneming; b) de uitzetting maakt deel uit van een groot pakket uitzettingen met ongeveer dezelfde kenmerken zodat het risico dat aan dergelijke leningen verbonden is, aanzienlijk wordt beperkt; c) het totale bedrag dat de debiteur of groep van verbonden cliënten aan de instelling en AM\895049NL.doc
103/194
PE483.852v01-00
NL
moederondernemingen en haar dochterondernemingen verschuldigd is, maar exclusief schuldvorderingen of voorwaardelijke vorderingen gedekt door zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed, mag voor zover de instelling weet, niet meer dan 5 miljoen EUR bedragen. De instelling zet redelijke stappen om de hoogte van dit bedrag te weten. Tabel 1 | Totale risico dat is aangegegaan ten aanzien van de onderneming Gelijk of lager dan 1 miljoen EUR
50%
Gelijk of lager dan 3 miljoen EUR
60%
Gelijk of lager dan 5 miljoen EUR
75%
Risicogewicht
Voor de toepassing van lid 2, onder a), wordt onder een kleine of middelgrote onderneming verstaan een onderneming die voldoet aan de criteria van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en microondernemingen. Or. en
Amendement 660 Antolín Sánchez Presedo Voorstel voor een richtlijn Artikel 119 – lid 1 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst Aan uitzettingen of delen van uitzettingen die volledig zijn gedekt door hypotheken op onroerend goed, wordt een risicogewicht van 100% toegekend indien de voorwaarden van de artikelen 120 en 121 niet zijn vervuld, behalve voor delen van de uitzettingen die bij een andere categorie uitzettingen zijn ondergebracht.
Amendement Aan uitzettingen of delen van uitzettingen die volledig zijn gedekt door hypotheken op onroerend goed, wordt een risicogewicht van 100% toegekend indien de voorwaarden van de artikelen 120 en 121 niet zijn vervuld, behalve voor delen van de uitzettingen die bij een andere categorie uitzettingen zijn ondergebracht. Wanneer de lening de waarde van het gedekte eigendom overstijgt, wordt de uitzetting een risicogewicht toegekend dat proportioneel gezien hoger ligt dan 100%. Or. en
PE483.852v01-00
NL
104/194
AM\895049NL.doc
Amendement 661 Philippe Lamberts, Sven Giegold Voorstel voor een richtlijn Deel 119 – artikel 1 – lid 1 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Een uitzetting of elk deel van een uitzetting in de vorm van een vreemde valuta of een lening met variabele rentevoet die volledig gedekt wordt door een hypotheek op residentieel vastgoed, wordt een risicogewicht van 50% toegekend, zelfs als voldaan wordt aan de vereisten voor standaard behandeling van uitzettingen en ontwikkelingen op de vastgoedmarkt zoals omschreven in lid 2. Or. en Motivering
Voor consumenten is het moeilijk om de risico’s en de gevolgen te voorzien van vreemde valuta en leningen met variabele rentevoet. Daarom is bij dergelijke leningen wanbetaling waarschijnlijker. Dit amendement is erop gericht om te verzekeren dat financiële instellingen meer kapitaal hebben om voorbereid te zijn op hogere mogelijke wanbetalingen als mogelijk gevolg van uitzettingen in de vorm van vreemde valuta en leningen met variabele rentevoet.
Amendement 662 Robert Goebbels Voorstel voor een richtlijn Artikel 119 – lid 2 – alinea 1 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Op basis van de overeenkomstig artikel 96 vergaarde gegevens en eventuele andere relevante indicatoren beoordelen de bevoegde autoriteiten periodiek en ten minste jaarlijks of het risicogewicht van 35% voor de in artikel 120 bedoelde uitzettingen die gedekt zijn door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed dat op hun grondgebied is gesitueerd,
Op basis van de overeenkomstig artikel 96 vergaarde gegevens en eventuele andere relevante indicatoren beoordelen de bevoegde autoriteiten periodiek en ten minste jaarlijks of het risicogewicht van 35% voor de in artikel 120 bedoelde uitzettingen die gedekt zijn door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed dat op hun grondgebied is gesitueerd,
AM\895049NL.doc
105/194
PE483.852v01-00
NL
en het risicogewicht van 50% voor in artikel 121 bedoelde uitzettingen die gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goed dat op hun grondgebied is gesitueerd, geschikt zijn op basis van de ervaring met wanbetalingen op uitzettingen die door onroerend goed zijn gedekt en rekening houdend met de toekomstige ontwikkelingen op de markten voor onroerend goed en kunnen zij in voorkomend geval op basis van overwegingen in verband met financiële stabiliteit een hoger risicogewicht of striktere criteria dan die van artikel 120, lid 2, en artikel 121, lid 2, vaststellen. De EBA coördineert de door de bevoegde autoriteiten uitgevoerde beoordelingen.
en het risicogewicht van 50% voor in artikel 121 bedoelde uitzettingen die gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goed dat op hun grondgebied is gesitueerd, geschikt zijn op basis van de ervaring met wanbetalingen op uitzettingen die door onroerend goed zijn gedekt en rekening houdend met de toekomstige ontwikkelingen op de markten voor onroerend goed en kunnen zij in voorkomend geval op basis van overwegingen in verband met financiële stabiliteit een hoger risicogewicht of striktere criteria dan die van artikel 120, lid 2, en artikel 121, lid 2, vaststellen.
Or. en Motivering Dit amendement heeft tot doel de door de EBA op te stellen ITS overbodig te maken. De beoordeling en de beslissingsbevoegdheid voor dit probleem op de binnenlandse markt zouden inderdaad de taak moeten blijven van de bevoegde nationale autoriteit, gezien de kenmerken van de vastgoedmarkt erg kunnen verschillen in verschillende lidstaten.
Amendement 663 Markus Ferber Voorstel voor een richtlijn Artikel 119 – lid 2 – alinea 1 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Op basis van de overeenkomstig artikel 96 vergaarde gegevens en eventuele andere relevante indicatoren beoordelen de bevoegde autoriteiten periodiek en ten minste jaarlijks of het risicogewicht van 35% voor de in artikel 120 bedoelde uitzettingen die gedekt zijn door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed dat op hun grondgebied is gesitueerd, en het risicogewicht van 50% voor in artikel 121 bedoelde uitzettingen die
Op basis van de overeenkomstig artikel 96 vergaarde gegevens en eventuele andere relevante indicatoren beoordelen de bevoegde autoriteiten periodiek en ten minste jaarlijks of het risicogewicht van 25% voor de in artikel 120 bedoelde uitzettingen die gedekt zijn door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed dat op hun grondgebied is gesitueerd, en het risicogewicht van 35% voor in artikel 121 bedoelde uitzettingen die
PE483.852v01-00
NL
106/194
AM\895049NL.doc
gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goed dat op hun grondgebied is gesitueerd, geschikt zijn op basis van de ervaring met wanbetalingen op uitzettingen die door onroerend goed zijn gedekt en rekening houdend met de toekomstige ontwikkelingen op de markten voor onroerend goed en kunnen zij in voorkomend geval op basis van overwegingen in verband met financiële stabiliteit een hoger risicogewicht of striktere criteria dan die van artikel 120, lid 2, en artikel 121, lid 2, vaststellen. De EBA coördineert de door de bevoegde autoriteiten uitgevoerde beoordelingen.
gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goed dat op hun grondgebied is gesitueerd, geschikt zijn op basis van de ervaring met wanbetalingen op uitzettingen die door onroerend goed zijn gedekt en rekening houdend met de toekomstige ontwikkelingen op de markten voor onroerend goed en kunnen zij in voorkomend geval op basis van overwegingen in verband met financiële stabiliteit een hoger risicogewicht of striktere criteria dan die van artikel 120, lid 2, en artikel 121, lid 2, vaststellen. De EBA coördineert de door de bevoegde autoriteiten uitgevoerde beoordelingen. Or. en
Amendement 664 Robert Goebbels Voorstel voor een richtlijn Artikel 119 – lid 2 – alinea 2 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
De bevoegde autoriteiten raadplegen de EBA over de aanpassingen aan de toegepaste risicogewichten en -criteria. De EBA publiceert de risicogewichten en – criteria die door de bevoegde autoriteiten worden vastgesteld voor de in de artikelen 120, 121 en 195 bedoelde uitzettingen.
schrappen
Or. en Motivering Dit amendement heeft tot doel de door de EBA op te stellen ITS overbodig te maken. De beoordeling en de beslissingsbevoegdheid voor dit probleem op de binnenlandse markt zouden inderdaad de taak moeten blijven van de bevoegde nationale autoriteit, gezien de kenmerken van de vastgoedmarkt erg kunnen verschillen in verschillende lidstaten.
AM\895049NL.doc
107/194
PE483.852v01-00
NL
Amendement 665 Robert Goebbels Voorstel voor een richtlijn Artikel 119 – lid 2 – alinea 3 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
De EBA ontwikkelt ontwerpen van technische regelgevingsnormen om de voorwaarden te specificeren die bevoegde autoriteiten in acht nemen wanneer zij striktere risicogewichten of striktere criteria bepalen.
schrappen
Or. en Motivering Dit amendement heeft tot doel de door de EBA op te stellen ITS overbodig te maken. De beoordeling en de beslissingsbevoegdheid voor dit probleem op de binnenlandse markt zouden inderdaad de taak moeten blijven van de bevoegde nationale autoriteit, gezien de kenmerken van de vastgoedmarkt erg kunnen verschillen in verschillende lidstaten.
Amendement 666 Robert Goebbels Voorstel voor een richtlijn Artikel 119 – lid 2 – alinea 4 Door de Commissie voorgestelde tekst De EBA legt die ontwerpen van technische normen uiterlijk op 31 december 2014 voor aan de Commissie.
Amendement schrappen
Or. en Motivering Dit amendement heeft tot doel de door de EBA op te stellen ITS overbodig te maken. De beoordeling en de beslissingsbevoegdheid voor dit probleem op de binnenlandse markt zouden inderdaad de taak moeten blijven van de bevoegde nationale autoriteit, gezien de kenmerken van de vastgoedmarkt erg kunnen verschillen in verschillende lidstaten.
PE483.852v01-00
NL
108/194
AM\895049NL.doc
Amendement 667 Robert Goebbels Voorstel voor een richtlijn Artikel 119 – lid 2 – alinea 5 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische regelgevingsnormen vast te stellen volgens de procedure van de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.
schrappen
Or. en Motivering Dit amendement heeft tot doel de door de EBA op te stellen ITS overbodig te maken. De beoordeling en de beslissingsbevoegdheid voor dit probleem op de binnenlandse markt zouden inderdaad de taak moeten blijven van de bevoegde nationale autoriteit, gezien de kenmerken van de vastgoedmarkt erg kunnen verschillen in verschillende lidstaten.
Amendement 668 Philippe Lamberts, Sven Giegold Voorstel voor een richtlijn Deel 119 – lid 2 – alinea 5 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement De EBA mag, op eigen initiatief of op verzoek van het ESRB en gebaseerd op een grondige beoordeling van wanbetalingen en ontwikkelingen op de markt voor privé- en commercieel onroerend goed, waarschuwingen geven aan de betrokken bevoegde autoriteiten en vragen om de invoering van strengere risicogewichten of strengere criteria; Bij het uitblijven van actie, zal de EBA dergelijke waarschuwingen uitgeven; De EBA mag, op eigen initiatief of op verzoek van het ESRB, de Raad tevens
AM\895049NL.doc
109/194
PE483.852v01-00
NL
verzoeken om een beslissing te nemen overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Richtlijn nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad; in dat geval mag de EBA een beslissing nemen overeenkomstig artikel 18, lid 3, van Richtlijn nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad om strengere risicogewichten of strengere criteria in te voeren voor de betrokken markten; Or. en Amendement 669 Pervenche Berès Voorstel voor een verordening Artikel 120 – lid 1 – punt a Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
a) aan uitzettingen of delen van uitzettingen die geheel en volledig zijn gedekt door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed dat wordt of zal worden bewoond of verhuurd door de eigenaar of de economische rechthebbende in het geval van een particuliere beleggingsonderneming, wordt een risicogewicht van 35% toegekend;
a) aan uitzettingen of delen van uitzettingen die geheel en volledig zijn gedekt door hypotheken of door toelaatbare protectiegevers waarvan sprake in artikel 197 op niet-zakelijk onroerend goed dat wordt of zal worden bewoond of verhuurd door de eigenaar of de economische rechthebbende in het geval van een particuliere beleggingsonderneming, wordt een risicogewicht van 35% toegekend; Or. fr
Motivering Là où des dispositifs de couverture de crédit immobilier par des cautions émises par des sociétés de cautions, établissements financiers, sociétés de cautions mutuelles ou sociétés d’assurances ont été mis en place, ces dispositifs de protection ont démontré leur efficacité en sécurisant l’activité d’accession à la propriété des particuliers.Les établissements bancaires utilisant les calculs des pondérations en méthode standard, et proposant des suretés équivalentes à l’hypothèque, doivent pouvoir bénéficier du traitement à 35% pour leur activité de crédit aux particuliers. Cet amendement vise donc à donner un cadre homogène et confirmer indirectement la reconnaissance européenne de suretés équivalentes à l’hypothèque.
PE483.852v01-00
NL
110/194
AM\895049NL.doc
Amendement 670 Markus Ferber Voorstel voor een richtlijn Artikel 120 – lid 1 – letter a Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
a) aan uitzettingen of delen van uitzettingen die geheel en volledig zijn gedekt door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed dat wordt of zal worden bewoond of verhuurd door de eigenaar of de economische rechthebbende in het geval van een particuliere beleggingsonderneming, wordt een risicogewicht van 35% toegekend;
a) aan uitzettingen of delen van uitzettingen die geheel en volledig zijn gedekt door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed dat wordt of zal worden bewoond of verhuurd door de eigenaar of de economische rechthebbende in het geval van een particuliere beleggingsonderneming, wordt een risicogewicht van 25% toegekend; Or. en
Amendement 671 Carl Haglund, Sirpa Pietikäinen, Sari Essayah Voorstel voor een richtlijn Artikel 120 – lid 1 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
b) aan uitzettingen die geheel en volledig zijn gedekt door aandelen in Finse ondernemingen voor de bouw van woningen, welke werkzaam zijn volgens de Finse wet op woningbouwverenigingen van 1991 of latere gelijkwaardige wetgeving ten aanzien van niet-zakelijk onroerend goed dat wordt of zal worden bewoond of verhuurd door de eigenaar, wordt een risicogewicht van 35 % toegekend;
schrappen
Or. en Motivering Zie het amendement op artikel 4, streamlinen van referenties.
AM\895049NL.doc
111/194
PE483.852v01-00
NL
Amendement 672 Bendt Bendtsen, Anne E. Jensen, Krišjānis Kariņš Voorstel voor een richtlijn Artikel 120 – lid 2 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
b) het risico van de leningnemer hangt niet materieel af van het rendement van het onderliggend onroerend goed of project, maar veeleer van de onderliggende capaciteit van de leningnemer om de schuld uit andere bronnen terug te betalen en bijgevolg hangt de terugbetaling van de faciliteit niet materieel af van enigerlei kasstroom die wordt gegenereerd door het onderliggend onroerend goed dat als zekerheid fungeert; voor deze andere bronnen bepalen instellingen in het kader van hun leningsbeleid de maximale ratio loan-to-income en verkrijgen zij bij het verstrekken van de lening passende informatie over het desbetreffende inkomen;
schrappen
Or. en Motivering De invoering van maatregel voorgesteld in artikel 120, lid 2, onder b), zou aanzienlijke kosten met zich meebrengen en zou geen toegevoegde waarde hebben. Bovendien is de maatregel overbodig gezien de bevoegde autoriteiten reeds de flexibiliteit hebben om verschillende risicogewichten of striktere criteria op te leggen dan die in Artikel 120, lid 2, voor vastgoed voor eigen gebruik of voor verhuur.
Amendement 673 Philippe De Backer Voorstel voor een richtlijn Artikel 120 – lid 2 – letter b
PE483.852v01-00
NL
112/194
AM\895049NL.doc
Door de Commissie voorgestelde tekst b) het risico van de leningnemer hangt niet materieel af van het rendement van het onderliggend onroerend goed of project, maar veeleer van de onderliggende capaciteit van de leningnemer om de schuld uit andere bronnen terug te betalen en bijgevolg hangt de terugbetaling van de faciliteit niet materieel af van enigerlei kasstroom die wordt gegenereerd door het onderliggend onroerend goed dat als zekerheid fungeert; voor deze andere bronnen bepalen instellingen in het kader van hun leningsbeleid de maximale ratio loan-to-income en verkrijgen zij bij het verstrekken van de lening passende informatie over het desbetreffende inkomen;
Amendement schrappen
Or. en
Amendement 674 Antolín Sánchez Presedo Voorstel voor een richtlijn Artikel 120 – lid 2 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
b) het risico van de leningnemer hangt niet materieel af van het rendement van het onderliggend onroerend goed of project, maar veeleer van de onderliggende capaciteit van de leningnemer om de schuld uit andere bronnen terug te betalen en bijgevolg hangt de terugbetaling van de faciliteit niet materieel af van enigerlei kasstroom die wordt gegenereerd door het onderliggend onroerend goed dat als zekerheid fungeert; voor deze andere bronnen bepalen instellingen in het kader van hun leningsbeleid de maximale ratio loan-to-income en verkrijgen zij bij het
b) het risico van de leningnemer hangt niet materieel af van het rendement van het onderliggend onroerend goed of project, maar veeleer van de onderliggende capaciteit van de leningnemer om de schuld uit andere bronnen terug te betalen; voor deze andere bronnen bepalen instellingen de maximale loan-to-income ratio’s, rekening houdend met de activa van de lener en verkrijgen zij bij het verstrekken van de lening passende informatie over het desbetreffende inkomen en de activa; instellingen moeten over een criterium beschikken voor loan-
AM\895049NL.doc
113/194
PE483.852v01-00
NL
verstrekken van de lening passende informatie over het desbetreffende inkomen;
to-value en debt-to-income ratio’s waartegen loan-to-income ratio’s gewogen kunnen worden; Or. en
Amendement 675 Vicky Ford Voorstel voor een richtlijn Artikel 120 – lid 2 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
b) het risico van de leningnemer hangt niet materieel af van het rendement van het onderliggend onroerend goed of project, maar veeleer van de onderliggende capaciteit van de leningnemer om de schuld uit andere bronnen terug te betalen en bijgevolg hangt de terugbetaling van de faciliteit niet materieel af van enigerlei kasstroom die wordt gegenereerd door het onderliggend onroerend goed dat als zekerheid fungeert; voor deze andere bronnen bepalen instellingen in het kader van hun leningsbeleid de maximale ratio loan-to-income en verkrijgen zij bij het verstrekken van de lening passende informatie over het desbetreffende inkomen;
b) het risico van de leningnemer hangt niet materieel af van veranderingen in het rendement of de waarde van het onderliggend onroerend goed of project, maar veeleer van de onderliggende capaciteit van de leningnemer om de schuld uit andere bronnen terug te betalen en bijgevolg hangt de terugbetaling van de faciliteit niet materieel af van enigerlei kasstroom die wordt gegenereerd door het onderliggend onroerend goed dat als zekerheid fungeert; voor deze andere bronnen bepalen instellingen in het kader van hun leningsbeleid de maximale ratio loan-to-income en verkrijgen zij bij het verstrekken van de lening passende informatie over het desbetreffende inkomen; wanneer de leningnemer niet van plan is om het huis voor eigen woonst te gebruiken, mag de instelling uitgaan van redelijke voorspelde huurinkomsten bij het bepalen van de onderliggende mogelijkheid van de leningnemer om de lening terug te betalen; Or. en
Amendement 676 Philippe Lamberts, Sven Giegold
PE483.852v01-00
NL
114/194
AM\895049NL.doc
Voorstel voor een richtlijn Artikel 120 – lid 2 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
d) in lidstaten die bij wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen strikte criteria hebben vastgesteld voor de beoordeling van de hypotheekwaarde, bedraagt het deel van de lening waaraan het risicogewicht van 35%, tenzij anders bepaald overeenkomstig artikel 119, lid 2, is toegekend, niet meer dan 80%, tenzij anders bepaald overeenkomstig artikel 119, lid 2, van de marktwaarde van het onroerend goed in kwestie of 80% van de hypotheekwaarde van het onroerend goed in kwestie, tenzij anders bepaald overeenkomstig artikel 119, lid 2.
d) in lidstaten die bij wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen strikte criteria hebben vastgesteld voor de beoordeling van de hypotheekwaarde, bedraagt de lening waaraan het risicogewicht van 35%, tenzij anders bepaald overeenkomstig artikel 119, lid 2, is toegekend, niet meer dan een loan-tovalue ratio van 100% of een loan-to-value ratio van 90% in het geval van een vreemde valuta of leningen met variabele rentevoet en in het geval ze voldoet aan de criteria uiteengezet in artikel 119, lid 2.
Or. en Amendement 677 Peter Simon Ontwerpverordening Artikel 120 – lid 3 – introductie Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
3. Voor uitzettingen die geheel en volledig gedekt zijn door hypotheken op nietzakelijk onroerend goed dat op het grondgebied van een lidstaat gelegen is, kunnen instellingen afwijken van lid 2, onder b), mits de bevoegde autoriteit van die lidstaat informatie heeft gepubliceerd waaruit blijkt dat er op dat grondgebied sprake is van een goed ontwikkelde en reeds geruime tijd bestaande markt voor niet-zakelijk onroerend goed met verliescijfers die de volgende maxima niet overschrijden:
3. Voor uitzettingen die geheel en volledig gedekt zijn door hypotheken op nietzakelijk onroerend goed dat op het grondgebied van een lidstaat gelegen is, kunnen instellingen afwijken van lid 1 en lid 2, onder b), mits de bevoegde autoriteit van die lidstaat daarmee instemt en informatie heeft gepubliceerd waaruit blijkt dat er op dat grondgebied sprake is van een goed ontwikkelde en reeds geruime tijd bestaande markt voor niet-zakelijk onroerend goed met verliescijfers die de volgende maxima niet overschrijden: Or. de
AM\895049NL.doc
115/194
PE483.852v01-00
NL
Amendement 678 Vicky Ford Voorstel voor een richtlijn Artikel 121 Door de Commissie voorgestelde tekst [...]
Amendement schrappen Or. en
Amendement 679 Udo Bullmann Voorstel voor een richtlijn Artikel 121 – lid 1 – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
1. Tenzij anders beslist door de bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 119, lid 2, worden uitzettingen die geheel en volledig door hypotheken op zakelijk onroerend goed zijn gedekt, als volgt behandeld:
1. Tenzij anders beslist door de bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 119, lid 2, worden uitzettingen die geheel en volledig door hypotheken op zakelijk onroerend goed zijn gedekt, als volgt behandeld, onderhevig aan een contracyclische factor voor het aanpassen van risicogewicht tussen 150% en 80%, afhankelijk van het stadium van de vastgoedcyclus in de lidstaat en deze factor moet gebruikt worden om de risicogewichten aan te passen die berekend zijn aan de hand van de volgende artikelen. Dit risicogewicht wordt geheven door de bevoegde autoriteiten binnen de lidstaten in overleg met het ESRB: Or. en
Amendement 680 Markus Ferber
PE483.852v01-00
NL
116/194
AM\895049NL.doc
Voorstel voor een richtlijn Artikel 121 – lid 1 – letter a Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
a) aan uitzettingen of delen van uitzettingen die geheel en volledig gedekt zijn door hypotheken op kantoorgebouwen of andere zakelijke panden, mag een risicogewicht van 50% worden toegekend;
a) aan uitzettingen of delen van uitzettingen die geheel en volledig gedekt zijn door hypotheken op kantoorgebouwen of andere zakelijke panden, mag een risicogewicht van 35% worden toegekend; Or. en
Amendement 681 Carl Haglund, Sirpa Pietikäinen, Sari Essayah Voorstel voor een richtlijn Artikel 121 – lid 1 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
b) aan uitzettingen die geheel en volledig zijn gegarandeerd door aandelen in Finse bedrijven voor de bouw van woningen, die werkzaam zijn volgens de Finse wet op de woningbouwverenigingen van 1991 of latere gelijkwaardige wetgeving die betrekking heeft op kantoren of andere zakelijke panden, mag een risicogewicht van 50% worden toegekend;
schrappen
Or. en Motivering Zie het amendement op artikel 4, streamlinen van referenties.
Amendement 682 Jean-Paul Gauzès Voorstel voor een richtlijn Artikel 121 – lid 1 – letter c
AM\895049NL.doc
117/194
PE483.852v01-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
c) aan uitzettingen in het kader van transacties inzake leasing met betrekking tot kantoren of andere zakelijke panden waarbij de instelling de lessor is en de huurder een koopoptie heeft, wordt een risicogewicht van 50 % toegekend, mits de uitzetting van de instelling geheel en volledig is gedekt door de eigendom van het onroerend goed.
c) aan uitzettingen in het kader van transacties inzake leasing met betrekking tot kantoren of andere zakelijke panden waarbij de instelling de lessor is en de huurder een koopoptie heeft, wordt een risicogewicht van 50 % toegekend, mits de uitzetting van de instelling geheel en volledig is gedekt door de eigendom van het onroerend goed. In een lidstaat waar de bevoegde autoriteiten bepaald hebben dat dit risicogewicht gepast is, overeenkomstig artikel 119, lid 2, en wanneer de leasing van commercieel vastgoed gereguleerd en gecontroleerd wordt, zal dit risicogewicht toegekend worden zonder de toepassing van lid 2, onder d), hieronder: Or. en
Amendement 683 Alfredo Pallone Voorstel voor een richtlijn Artikel 121 – lid 1 – punt c) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
c) aan uitzettingen in het kader van transacties inzake leasing met betrekking tot kantoren of andere zakelijke panden waarbij de instelling de lessor is en de huurder een koopoptie heeft, wordt een risicogewicht van 50 % toegekend, mits de uitzetting van de instelling geheel en volledig is gedekt door de eigendom van het onroerend goed.
c) aan uitzettingen in het kader van transacties inzake leasing met betrekking tot kantoren of andere zakelijke panden waarbij de instelling de lessor is en de huurder een koopoptie heeft, wordt een risicogewicht van 50 % toegekend, mits de uitzetting van de instelling geheel en volledig is gedekt door de eigendom van het onroerend goed. In een lidstaat waar de bevoegde autoriteiten dit risico als gepast hebben gewaardeerd in de zin van artikel 119, lid 2, zal dit worden toegepast zonder de beperking zoals bedoeld in het volgende lid 2, onder d). Or. it
PE483.852v01-00
NL
118/194
AM\895049NL.doc
Amendement 684 Philippe Lamberts, Sven Giegold Voorstel voor een richtlijn Artikel 121 – lid 2 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(d) in lidstaten die bij wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen strikte criteria hebben vastgesteld voor de beoordeling van de hypotheekwaarde, wordt het risicogewicht van 50 %, tenzij anders bepaald overeenkomstig artikel 119, lid 2, toegekend aan het deel van de lening dat niet meer dan 50 % van de marktwaarde van het onroerend goed bedraagt of 60 %, tenzij anders bepaald overeenkomstig artikel 119, lid 2, van de hypotheekwaarde van het onroerend goed in kwestie.
d) in lidstaten die bij wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen strikte criteria hebben vastgesteld voor de beoordeling van de hypotheekwaarde, wordt het risicogewicht van 50 %, tenzij anders bepaald overeenkomstig artikel 119, lid 2, toegekend aan een lening met een loan-to-value ratio van niet meer dan 80% of een loan-to-value ratio van niet meer dan 70%, in het geval van een vreemde valuta of leningen met variabele rentevoet en in het geval ze voldoet aan de criteria uiteengezet in artikel 119, lid 2, van de hypotheekwaarde van het onroerend goed in kwestie. Or. en
Amendement 685 Vicky Ford Voorstel voor een richtlijn Artikel 121 – lid 3 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
3. Voor uitzettingen die geheel en volledig gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goed dat op het grondgebied van een lidstaat gelegen is, kunnen instellingen afwijken van lid 2, onder b), mits de bevoegde autoriteit van die lidstaat informatie heeft gepubliceerd waaruit blijkt dat er op dat grondgebied sprake is van een goed ontwikkelde en reeds geruime tijd bestaande markt voor AM\895049NL.doc
schrappen
119/194
PE483.852v01-00
NL
zakelijk onroerend goed met verliescijfers die de volgende maxima niet overschrijden: a) verliezen die voortvloeien uit leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed tot 50 % van de marktwaarde of tot 60 % van de hypotheekwaarde (tenzij anders bepaald overeenkomstig artikel 119, lid 2,) bedragen in een gegeven jaar niet meer dan 0,3 % van de uitstaande leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed; b) de totale verliezen die voortvloeien uit leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed, bedragen in een gegeven jaar niet meer dan 0,5 % van de uitstaande leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed. Or. en Motivering Commerciële vastgoedprijzen zijn zeer instabiel gebleken tijdens de financiële crisis en 50% zou, ten minste, gezien moeten worden als het minimale risicogewicht.
Amendement 686 Vicky Ford Voorstel voor een richtlijn Artikel 121 – lid 3 – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
3. Voor uitzettingen die geheel en volledig gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goed dat op het grondgebied van een lidstaat gelegen is, kunnen instellingen afwijken van lid 2, onder b), mits de bevoegde autoriteit van die lidstaat informatie heeft gepubliceerd waaruit blijkt dat er op dat grondgebied sprake is van een goed ontwikkelde en reeds geruime tijd bestaande markt voor zakelijk onroerend
3. Voor uitzettingen die geheel en volledig gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goed dat op het grondgebied van een lidstaat gelegen is, kunnen instellingen afwijken van lid 2, onder b), mits de bevoegde autoriteit van die lidstaat informatie heeft gepubliceerd waaruit blijkt dat er op dat grondgebied sprake is van een goed ontwikkelde en reeds geruime tijd bestaande markt voor zakelijk onroerend
PE483.852v01-00
NL
120/194
AM\895049NL.doc
goed met verliescijfers die de volgende maxima niet overschrijden:
goed en verwacht dat de gemiddelde jaarlijkse verliescijfers op lange termijn de volgende maxima niet zullen overschrijden voor een representatieve mengeling van goede en slechte jaren: Or. en Motivering
Als alternatief voor het schrappen van de derogatie, zou, als derogatie van punt (b) van lid 2 toegestaan is, het bewijs om een dergelijke derogatie te verantwoorden rekening moeten houden met verliezen ten gevolge van de cyclus en niet enkel jaarlijkse verliezen. Amendement 687 Peter Simon Ontwerpverordening Artikel 121 – lid 3 – introductie Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
3. Voor uitzettingen die geheel en volledig gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goed dat op het grondgebied van een lidstaat gelegen is, kunnen instellingen afwijken van lid 2, onder b), mits de bevoegde autoriteit van die lidstaat informatie heeft gepubliceerd waaruit blijkt dat er op dat grondgebied sprake is van een goed ontwikkelde en reeds geruime tijd bestaande markt voor zakelijk onroerend goed met verliescijfers die de volgende maxima niet overschrijden:
3. Voor uitzettingen die geheel en volledig gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goed dat op het grondgebied van een lidstaat gelegen is, kunnen instellingen afwijken van lid 1 en lid 2, onder b), mits de bevoegde autoriteit van die lidstaat daarmee instemt en informatie heeft gepubliceerd waaruit blijkt dat er op dat grondgebied sprake is van een goed ontwikkelde en reeds geruime tijd bestaande markt voor zakelijk onroerend goed met verliescijfers die de volgende maxima niet overschrijden: Or. de
Amendement 688 Vicky Ford Voorstel voor een richtlijn Artikel 121 – lid 3 – letter a
AM\895049NL.doc
121/194
PE483.852v01-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
a) verliezen die voortvloeien uit leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed tot 50 % van de marktwaarde of tot 60 % van de hypotheekwaarde (tenzij anders bepaald overeenkomstig artikel 119, lid 2,) bedragen in een gegeven jaar niet meer dan 0,3 % van de uitstaande leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed;
a) verliezen die voortvloeien uit leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed tot 50 % van de marktwaarde of tot 60 % van de hypotheekwaarde (tenzij anders bepaald overeenkomstig artikel 119, lid 2,) bedragen gedurende een representatieve mengeling van goede en slechte jaren niet meer dan 0,3 % van de uitstaande leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed; Or. en Motivering
Als alternatief voor het schrappen van de derogatie, zou, als derogatie van punt (b) van lid 2 toegestaan is, het bewijs om een dergelijke derogatie te verantwoorden rekening moeten houden met verliezen ten gevolge van de cyclus en niet enkel jaarlijkse verliezen.
Amendement 689 Jean-Paul Gauzès Voorstel voor een richtlijn Artikel 121 – lid 3 – letter a Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
a) verliezen die voortvloeien uit leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed tot 50 % van de marktwaarde of tot 60 % van de hypotheekwaarde (tenzij anders bepaald overeenkomstig artikel 119, lid 2,) bedragen in een gegeven jaar niet meer dan 0,3 % van de uitstaande leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed;
a) verliezen die voortvloeien uit leningen of leases die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed tot 50 % van de marktwaarde of tot 60 % van de hypotheekwaarde (tenzij anders bepaald overeenkomstig artikel 119, lid 2,) bedragen in een gegeven jaar niet meer dan 0,3 % van de uitstaande leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed; Or. en
Amendement 690 Alfredo Pallone PE483.852v01-00
NL
122/194
AM\895049NL.doc
Voorstel voor een richtlijn Artikel 121 – lid 3 – punt a) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
a) verliezen die voortvloeien uit leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed tot 50 % van de marktwaarde of tot 60 % van de hypotheekwaarde (tenzij anders bepaald overeenkomstig artikel 119, lid 2) bedragen in een gegeven jaar niet meer dan 0,3 % van de uitstaande leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed;
verliezen die voortvloeien of leasings uit leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed tot 50 % van de marktwaarde of tot 60 % van de hypotheekwaarde (tenzij anders bepaald overeenkomstig artikel 119, lid 2) bedragen in een gegeven jaar niet meer dan 0,3 % van de uitstaande leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed; Or. it
Amendement 691 Jean-Paul Gauzès Voorstel voor een richtlijn Artikel 121 – lid 3 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst b) de totale verliezen die voortvloeien uit leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed, bedragen in een gegeven jaar niet meer dan 0,5 % van de uitstaande leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed.
Amendement b) de totale verliezen die voortvloeien uit leningen of leases die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed, bedragen in een gegeven jaar niet meer dan 0,5 % van de uitstaande leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed. Or. en
Amendement 692 Vicky Ford Voorstel voor een richtlijn Artikel 121 – lid 3 – letter b
AM\895049NL.doc
123/194
PE483.852v01-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst b) de totale verliezen die voortvloeien uit leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed, bedragen in een gegeven jaar niet meer dan 0,5 % van de uitstaande leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed.
Amendement b) de totale verliezen die voortvloeien uit leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed, bedragen gedurende een representatieve mengeling van goede en slechte jaren niet meer dan 0,5 % van de uitstaande leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed. Or. en Motivering
Als alternatief voor het schrappen van de derogatie, zou, als derogatie van punt (b) van lid 2 toegestaan is, het bewijs om een dergelijke derogatie te verantwoorden rekening moeten houden met verliezen ten gevolge van de cyclus en niet enkel jaarlijkse verliezen. Amendement 693 Alfredo Pallone Voorstel voor een richtlijn Artikel 121 – lid 3 – punt b) Door de Commissie voorgestelde tekst b) de totale verliezen die voortvloeien uit leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed, bedragen in een gegeven jaar niet meer dan 0,5 % van de uitstaande leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed.
Amendement b) de totale verliezen die voortvloeien uit leningen of leasings die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed, bedragen in een gegeven jaar niet meer dan 0,5 % van de uitstaande leningen die gegarandeerd worden door zakelijk onroerend goed. Or. it
Amendement 694 Vicky Ford Voorstel voor een richtlijn Artikel 121 – lid 4
PE483.852v01-00
NL
124/194
AM\895049NL.doc
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
4. Indien in een gegeven jaar niet aan één van beide in punt 3 genoemde maxima is voldaan, kan niet langer gebruik worden gemaakt van lid 3 en is de in punt 2, onder b), gestelde voorwaarde van toepassing totdat in een volgend jaar aan de in lid 3 gestelde voorwaarden wordt voldaan.
schrappen
Or. en Motivering Het schrappen van lid 4 is een gevolg van het vorige amendement.
Amendement 695 Vicky Ford Voorstel voor een richtlijn Article 121 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Artikel 121 bis Uitzettingen die volledig gedekt zijn door infrastructuur Tenzij anders besloten door de bevoegde autoriteit worden uitzettingen die volledig gedekt zijn door hypotheken op kritieke infrastructuurprojecten in de Europese Unie op het gebied van transport, energie en communicatie als volgt behandeld: a) wanneer het een uitzetting met een lange looptijd van 5 jaar of meer betreft en de instelling co-investeert met de Europese Investeringsbank, dan mag de uitzetting een risicogewicht van 50% toegekend worden van wat het risicogewicht geweest zou zijn onder deze richtlijn; b) wanneer het een uitzetting met een lange looptijd van 5 jaar of meer betreft,
AM\895049NL.doc
125/194
PE483.852v01-00
NL
dan mag de uitzetting een risicogewicht van 75% toegekend worden van wat het risicogewicht geweest zou zijn onder deze richtlijn. Or. en Amendement 696 Ildikó Gáll-Pelcz Voorstel voor een richtlijn Artikel 122 – lid 3 Door de Commissie voorgestelde tekst 3. Aan uitzettingen die overeenkomstig artikel 120 geheel en volledig gedekt zijn door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed, wordt een risicogewicht toegekend van 100%, exclusief waardeaanpassingen, als op grond van artikel 174 sprake is van een wanbetaling.
Amendement 3. Aan uitzettingen die overeenkomstig artikel 120 geheel en volledig gedekt zijn door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed, wordt een risicogewicht toegekend van 100%, exclusief specifieke kredietrisicoaanpassingen, als op grond van artikel 174 sprake is van een wanbetaling. Or. en
Amendement 697 Philippe De Backer Voorstel voor een richtlijn Artikel 123 – lid 1 Door de Commissie voorgestelde tekst 1. Instellingen kennen in voorkomend geval een risicogewicht van150% toe aan uitzettingen waaraan bijzonder hoge risico’s verbonden zijn, met inbegrip van uitzettingen in de vorm van aandelen of rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging.
Amendement 1. Instellingen kennen in voorkomend geval een risicogewicht van 150% toe aan uitzettingen waaraan bijzonder hoge risico’s verbonden zijn, met inbegrip van uitzettingen in de vorm van aandelen of rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging. Or. en
PE483.852v01-00
NL
126/194
AM\895049NL.doc
Amendement 698 Philippe De Backer Voorstel voor een richtlijn Artikel 123 – lid 2 – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
2. Onder uitzettingen met bijzonder hoge risico’s vallen de volgende investeringen:
2. Onder uitzettingen met bijzonder hoge risico’s kunnen de volgende investeringen vallen: Or. en
Amendement 699 Saïd El Khadraoui Voorstel voor een richtlijn Artikel 123 – lid 2 – letter a Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
a) investeringen in risicokapitaalfondsen;
schrappen Or. en
Amendement 700 Sharon Bowles Voorstel voor een richtlijn Artikel 123 – lid 2 – letter a Door de Commissie voorgestelde tekst a) investeringen in risicokapitaalfondsen;
Amendement a) investeringen in risicokapitaalfondsen, tenzij deze gedekt zijn door een mkbvrijstelling of een alternatief risicogewicht; Or. en Motivering
Dit om aan te sluiten op voorstellen betreffende risicokapitaal. AM\895049NL.doc
127/194
PE483.852v01-00
NL
Amendement 701 Vicky Ford Voorstel voor een richtlijn Artikel 123 – lid 2 – letter a Door de Commissie voorgestelde tekst a) investeringen in risicokapitaalfondsen;
Amendement a) deelneming in risicokapitaalfondsen; Or. en
Amendement 702 Thomas Mann Voorstel voor een richtlijn Artikel 123 – lid 2 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
b) alternatieve beleggingsfondsen zoals omschreven door artikel 4, lid 1, onder 1), van Richtlijn 2011/61/EU;
b) alternatieve beleggingsfondsen zoals omschreven door artikel 4, lid 1, onder 1), van Richtlijn 2011/61/EU; waar de instelling een gemiddeld risicogewicht mag berekenen voor haar uitzettingen in de vorm van eenheid of aandeel in het AIF, zoals uiteengezet in artikel 127, lid 4 (het “doorkijk”-beginsel), indien de AIFbeheersmaatschappij voldoet aan de criteria van artikel 127, lid 3; Or. en
Amendement 703 Wolf Klinz, Werner Langen, Philippe De Backer Voorstel voor een richtlijn Artikel 123 – lid 2 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst b) alternatieve beleggingsfondsen zoals PE483.852v01-00
NL
Amendement b) alternatieve beleggingsfondsen zoals 128/194
AM\895049NL.doc
omschreven door artikel 4, lid 1, onder 1), van Richtlijn 2011/61/EU;
omschreven door artikel 4, lid 1, onder 1), van Richtlijn 2011/61/EU, behalve wanneer de instelling de methode voor kredietrisicobepaling uit artikel 127, lid 2, toepast of het “doorkijk”-beginsel uit artikel 127, lid 4, of het gemiddelderisicogewichtbeginsel uit artikel 5, indien aan de voorwaarden in artikel 127, lid 3, werd voldaan; Or. en
Amendement 704 Vicky Ford Voorstel voor een richtlijn Artikel 123 – lid 2 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
b) alternatieve beleggingsfondsen zoals omschreven door artikel 4, lid 1, onder 1), van Richtlijn 2011/61/EU;
b) deelnemingen in alternatieve beleggingsfondsen zoals omschreven door artikel 4, lid 1, onder 1), van Richtlijn 2011/61/EU; Or. en
Amendement 705 Antolín Sánchez Presedo Voorstel voor een richtlijn Artikel 123 – lid 2 – letter c Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
c) speculatieve financiering van onroerend goed.
c) speculatieve financiering van onroerend goed en elke andere uitzetting van vastgoed, zoals het financieren van tweede woonsten, bepaald door de lidstaten rekening houdend met het risicoprofiel van een kredietportefeuille, de opeenstapeling van uitzettingen in een markt en de eigenschappen en de evolutie
AM\895049NL.doc
129/194
PE483.852v01-00
NL
van de markten. Or. en
Amendement 706 Saïd El Khadraoui Voorstel voor een richtlijn Artikel 123 – lid 2 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement 2 bis. Uitzettingen met bijzonder hoog risico kunnen investeringen in risicokapitaalfondsen omvatten. Or. en
Amendement 707 Philippe De Backer Voorstel voor een richtlijn Artikel 123 – lid 1 – alinea 1 – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Bij de beoordeling of aan een andere uitzetting dan de in lid 2 bedoelde uitzetting bijzonder hoge risico’s verbonden zijn, houden instellingen rekening met de volgende risicokenmerken:
Bij de beoordeling of aan een in lid 2 bedoelde uitzetting, of een andere vorm van uitzetting, bijzonder hoge risico’s verbonden zijn, moeten instellingen onder andere met de volgende risicokenmerken rekening houden; Or. en
Amendement 708 Carl Haglund, Sirpa Pietikäinen, Sari Essayah Voorstel voor een richtlijn Artikel 124 – lid 1 – alinea 1 – letter d – inleidende formule
PE483.852v01-00
NL
130/194
AM\895049NL.doc
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
d) leningen die gedekt zijn door nietzakelijk onroerend goed of aandelen in de in artikel 120, lid 1, onder b), bedoelde Finse ondernemingen voor de bouw van woningen, tot aan een waarde die de laagste is van de hoofdsom van de pandrechten in combinatie met eerder verleende pandrechten, en 80% van de waarde van de in pand gegeven goederen, of leningen die gedekt zijn door preferente aandelen die worden uitgegeven door Franse "Fonds Communs de Créances" of door gelijkwaardige securitisatieinstellingen die onder de wetgeving van een lidstaat ressorteren en die door nietzakelijk onroerend goed gedekte uitzettingen securitiseren. Indien dergelijke preferente aandelen als dekking worden gebruikt, zorgt het in artikel 52, lid 4 van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve beleggingen in effecten (icbe's) opgenomen bijzonder overheidstoezicht ter bescherming van obligatiehouders ervoor dat de onderliggende activa van deze aandelen, op ieder moment dat zij deel uitmaken van de cover pool, voor ten minste 90% bestaat uit residentiële hypotheken die gecombineerd zijn met eventueel eerder verleende pandrechten tot aan een waarde die de laagste is van de hoofdsommen die krachtens de preferente aandelen verschuldigd zijn, de hoofdsommen van de pandrechten en 80% van de waarde van de in pand gegeven goederen, dat de aandelen in aanmerking komen voor de kredietkwaliteitscategorie 1 als vastgelegd in dit hoofdstuk en dat deze aandelen niet meer bedragen dan 10% van het nominale bedrag van de uitstaande uitgifte.
d) leningen die gedekt zijn door nietzakelijk onroerend goed, tot aan een waarde die de laagste is van de hoofdsom van de pandrechten in combinatie met eerder verleende pandrechten, en 80% van de waarde van de in pand gegeven goederen, of leningen die gedekt zijn door preferente aandelen die worden uitgegeven door Franse "Fonds Communs de Créances" of door gelijkwaardige securitisatie-instellingen die onder de wetgeving van een lidstaat ressorteren en die door niet-zakelijk onroerend goed gedekte uitzettingen securitiseren. Indien dergelijke preferente aandelen als dekking worden gebruikt, zorgt het in artikel 52, lid 4 van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve beleggingen in effecten (icbe's) opgenomen bijzonder overheidstoezicht ter bescherming van obligatiehouders ervoor dat de onderliggende activa van deze aandelen, op ieder moment dat zij deel uitmaken van de cover pool, voor ten minste 90% bestaat uit residentiële hypotheken die gecombineerd zijn met eventueel eerder verleende pandrechten tot aan een waarde die de laagste is van de hoofdsommen die krachtens de preferente aandelen verschuldigd zijn, de hoofdsommen van de pandrechten en 80% van de waarde van de in pand gegeven goederen, dat de aandelen in aanmerking komen voor de kredietkwaliteitscategorie 1 als vastgelegd in dit hoofdstuk en dat deze aandelen niet meer bedragen dan 10% van het nominale bedrag van de uitstaande uitgifte.
AM\895049NL.doc
131/194
PE483.852v01-00
NL
Or. en Motivering Zie het amendement op artikel 4, streamlinen van referenties.
Amendement 709 Jean-Paul Gauzès Voorstel voor een richtlijn Artikel 124 – lid 1 – alinea 1 – letter d bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement d bis) woonkredieten die volledig gedekt zijn door een geschikte protectiegever, zoals bepaald in artikel 197, die in aanmerking komt voor kwaliteitsstap 2 of hoger, zoals bepaald in dit hoofdstuk, wanneer de limiet voor de gedekte obligaties overeenkomt met de limiet van 80%, bepaald onder d), en wanneer een loan-to-income ratio hooguit 35% bedroeg bij het uitgeven van de lening; De loan-to-income ratio vertegenwoordigt het gedeelte van het bruto-inkomen van de leningnemer dat de terugbetaling van de lening dekt, met inbegrip van de rente; D protectiegever die garant staat zal onderworpen worden aan toezicht door de bevoegde autoriteiten en moet een gezamenlijk garantiefonds opstellen of een vergelijkbare bescherming voor gereguleerde verzekeringsmaatschappijen om verliezen door kredietrisico op te kunnen vangen, waarvan de kalibrering regelmatig door de bevoegde autoriteiten zal worden herzien; Zowel de kredietinstantie als de protectiegever moeten de kredietwaardigheid van de leningnemer vaststellen; Or. en
PE483.852v01-00
NL
132/194
AM\895049NL.doc
Amendement 710 Carl Haglund, Sirpa Pietikäinen, Sari Essayah Voorstel voor een richtlijn Artikel 124 – lid 1 – alinea 1 – letter e Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
e) leningen die gedekt zijn door zakelijk onroerend goed of aandelen in de in artikel 121, lid 1, onder b), bedoelde Finse ondernemingen voor de bouw van woningen, tot aan een waarde die de laagste is van de hoofdsom van de pandrechten in combinatie met eerder verleende pandrechten, en 60 % van de waarde van de in pand gegeven goederen, of leningen die gedekt zijn door preferente aandelen die worden uitgegeven door Franse "Fonds Communs de Créances" of door gelijkwaardige securitisatieinstellingen die onder de wetgeving van een lidstaat ressorteren en die door zakelijk onroerend goed gedekte uitzettingen securitiseren. Indien dergelijke preferente aandelen als dekking worden gebruikt, zorgt het in artikel 52, lid 4 van Richtlijn 2009/65/EG opgenomen bijzonder overheidstoezicht ter bescherming van obligatiehouders ervoor dat de onderliggende activa van deze aandelen, op ieder moment dat zij deel uitmaken van de cover pool, voor ten minste 90% bestaan uit commerciële hypotheken die gecombineerd zijn met eventueel eerder verleende pandrechten tot aan een waarde die de laagste is van de hoofdsommen die krachtens de preferente aandelen verschuldigd zijn, de hoofdsommen van de pandrechten en 60% van de waarde van het in pand gegeven goederen, dat de aandelen in aanmerking komen voor de kredietkwaliteitscategorie 1 als vastgelegd in dit hoofdstuk en dat deze aandelen niet meer bedragen dan 10% van het nominale bedrag van de uitstaande uitgifte. Door zakelijk onroerend goed gedekte leningen zijn ook toelaatbaar wanneer de ratio van
d) leningen die gedekt zijn door nietzakelijk onroerend goed, tot aan een waarde die de laagste is van de hoofdsom van de pandrechten in combinatie met eerder verleende pandrechten, en 60 % van de waarde van de in pand gegeven goederen, of leningen die gedekt zijn door preferente aandelen die worden uitgegeven door Franse "Fonds Communs de Créances" of door gelijkwaardige securitisatie-instellingen die onder de wetgeving van een lidstaat ressorteren en die door niet-zakelijk onroerend goed gedekte uitzettingen securitiseren. Indien dergelijke preferente aandelen als dekking worden gebruikt, zorgt het in artikel 52, lid 4 van Richtlijn 2009/65/EG opgenomen bijzonder overheidstoezicht ter bescherming van obligatiehouders ervoor dat de onderliggende activa van deze aandelen, op ieder moment dat zij deel uitmaken van de cover pool, voor ten minste 90% bestaan uit commerciële hypotheken die gecombineerd zijn met eventueel eerder verleende pandrechten tot aan een waarde die de laagste is van de hoofdsommen die krachtens de preferente aandelen verschuldigd zijn, de hoofdsommen van de pandrechten en 60% van de waarde van het in pand gegeven goederen, dat de aandelen in aanmerking komen voor de kredietkwaliteitscategorie 1 als vastgelegd in dit hoofdstuk en dat deze aandelen niet meer bedragen dan 10% van het nominale bedrag van de uitstaande uitgifte. Door zakelijk onroerend goed gedekte leningen zijn ook toelaatbaar wanneer de ratio van de lening ten opzichte van de waarde meer dan 60 % maar niet meer dan 70 % bedraagt, op voorwaarde
AM\895049NL.doc
133/194
PE483.852v01-00
NL
de lening ten opzichte van de waarde meer dan 60 % maar niet meer dan 70 % bedraagt, op voorwaarde dat de totale waarde van de als zekerheid voor de gedekte obligaties verschafte activa het nominale bedrag van de gedekte obligatie met ten minste 10 % overtreft en de rechten van de obligatiehouders voldoen aan de in hoofdstuk 4 vastgestelde rechtszekerheidsvereisten. Uitzettingen die het gevolg zijn van de overdracht en het beheer van betalingen of liquidatieopbrengsten van de debiteur van leningen die gedekt zijn door in pand gegeven goederen, preferente aandelen dan wel zekerheden van terugbetaling van de schuld, worden niet in aanmerking genomen bij de berekening van de grenswaarde van 90 %;
dat de totale waarde van de als zekerheid voor de gedekte obligaties verschafte activa het nominale bedrag van de gedekte obligatie met ten minste 10 % overtreft en de rechten van de obligatiehouders voldoen aan de in hoofdstuk 4 vastgestelde rechtszekerheidsvereisten. Uitzettingen die het gevolg zijn van de overdracht en het beheer van betalingen of liquidatieopbrengsten van de debiteur van leningen die gedekt zijn door in pand gegeven goederen, preferente aandelen dan wel zekerheden van terugbetaling van de schuld, worden niet in aanmerking genomen bij de berekening van de grenswaarde van 90 %;
Or. en Motivering Zie het amendement op artikel 4, streamlinen van referenties.
Amendement 711 Jean-Paul Gauzès Voorstel voor een richtlijn Artikel 124 – lid 1 – alinea 1 – letter e bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement e bis) de limiet van 10% voor senior units zoals bepaald door de Franse “Fonds Communs de Créances” of door gelijkaardige securitisatie-entiteiten, zoals bepaald onder d) en e) van huidig artikel 124, lid 1, is niet van toepassing indien: i) de gesecuritiseerde residentiële of commerciële vastgoeduitzettingen komen van een lid van dezelfde geconsolideerde groep waarvan de uitgever van de gedekte obligaties ook lid is of de uitgever via een geassocieerde entiteit verbonden is aan
PE483.852v01-00
NL
134/194
AM\895049NL.doc
hetzelfde centraal orgaan (gemeenschappelijk lidmaatschap van een groep of associatie op het moment dat de senior units als onderpand worden gebruikt voor gedekte obligaties); ii) een lid van dezelfde geconsolideerde groep waarvan de uitgever van de gedekte obligaties ook lid is of de uitgever via een geassocieerde entiteit verbonden is aan hetzelfde centraal orgaan, de gehele eerste schijf van verliezen betreffende de senior units behoudt; Or. en
Amendement 712 Vicky Ford Voorstel voor een richtlijn Artikel 124 – lid 3 – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst 3. Aan gedekte obligaties waarvoor een kredietbeoordeling van een aangewezen externe kredietbeoordelingsinstelling (EKBI) beschikbaar is, wordt conform tabel 6a een risicogewicht toegekend dat overeenstemt met de kredietbeoordeling van de erkende EKBI overeenkomstig artikel 131.
Amendement 3. Aan gedekte obligaties waarvoor een kredietbeoordeling van een aangewezen externe kredietbeoordelingsinstelling (EKBI) beschikbaar is, wordt conform tabel 6a een risicogewicht toegekend dat overeenstemt met de kredietbeoordeling van de erkende EKBI overeenkomstig artikel 131, op voorwaarde dat op doorlopende basis en minimaal één keer per kwartaal bijgewerkte portefeuillegegevens openbaar gemaakt worden en eenvoudig beschikbaar gesteld worden voor beleggers, zo niet zal het risicogewicht voor stap 6 voor kredietkwaliteit volgens tabel 6 bis automatisch van toepassing zijn. Or. en
AM\895049NL.doc
135/194
PE483.852v01-00
NL
Motivering Bijgewerkte gegevens over portefeuilleprestaties zijn noodzakelijk voor het vaststellen van de kredietkwaliteit van de portefeuille die de gedekte obligatie verzekert.
Amendement 713 Anne E. Jensen Voorstel voor een richtlijn Artikel 124 – lid 5 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
5. Gedekte obligaties uitgegeven voor 31 december 2007 zijn niet onderhevig aan de vereisten van paragraaf 1 en 2. Ze komen in aanmerking voor voorkeursbehandeling onder paragraaf 3 totdat ze verlopen.
5. Gedekte obligaties uitgegeven voor 31 december 2007 zijn niet onderhevig aan de vereisten van paragraaf 1 en 2. Ze komen in aanmerking voor voorkeursbehandeling onder paragraaf 3 en 4 totdat ze verlopen. Or. en
Amendement 714 Philippe Lamberts, Sven Giegold Voorstel voor een richtlijn Artikel 124 – lid 5 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement 5 bis. De uitgifte van gedekte obligaties die 4% van de totale activa van een kredietinstelling overstijgen, met inbegrip van stortingen, is onderhevig aan een financiële overboeking naar een intern reservedeposito. Or. en
Amendement 715 Vicky Ford
PE483.852v01-00
NL
136/194
AM\895049NL.doc
Voorstel voor een richtlijn Artikel 124 – lid 5 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement 5 bis. Om twijfel te vermijden, komen gedekte obligaties met onderliggende activa, waaronder andere securitisaties of gedekte obligaties als onderpand (een “herverpakking”), niet in aanmerking voor voorkeursbehandeling. Or. en Motivering
Herverpakking en het opnieuw in schijven verdelen van securitisaties was een van de belangrijkste oorzaken van de financiële crisis. Deze instrumenten mogen geen voorkeursbehandeling krijgen, omdat dat een achterpoortje in de wet zou creëren dat mogelijk zou leiden tot grotere systemische risico’s.
Amendement 716 Sharon Bowles Voorstel voor een richtlijn Artikel 127 – lid 3 – alinea 1 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Voor de toepassing van punt a) mag de Commissie middels uitvoeringshandelingen en met inachtneming van de in artikel 447, lid 2, genoemde onderzoeksprocedure besluiten of een derde land een toezicht- en regelgevingsstelsel toepast dat ten minste gelijkwaardig is aan de stelsels die in de Europese Unie worden toegepast. Zolang een dergelijk besluit niet is genomen, mogen instellingen tot 1 januari 2014 de in dit lid beschreven behandeling op het derde land blijven toepassen wanneer de ter zake bevoegde autoriteiten het derde land vóór 1 januari 2013 hadden aangemerkt als in aanmerking komend voor deze behandeling.
Voor de toepassing van punt a) mag de Commissie middels uitvoeringshandelingen en met inachtneming van de in artikel 447, lid 2, genoemde onderzoeksprocedure besluiten of een derde land een toezicht- en regelgevingsstelsel toepast die een gelijkwaardige resultaat geven als de stelsels die in de Europese Unie worden toegepast. Zolang een dergelijk besluit niet is genomen, mogen instellingen tot 1 januari 2014 de in dit lid beschreven behandeling op het derde land blijven toepassen wanneer de ter zake bevoegde autoriteiten het derde land vóór 1 januari 2013 hadden aangemerkt als in aanmerking komend voor deze behandeling.
AM\895049NL.doc
137/194
PE483.852v01-00
NL
Or. en Amendement 717 Jean-Paul Gauzès Voorstel voor een verordening Artikel 129 – lid 7 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
7. Bij lease-overeenkomsten is de waarde van de uitzettingen gelijk aan de gedisconteerde minimumleasebetalingen. De minimumleasebetalingen zijn de betalingen gedurende de leasetermijn die de leasenemer moet betalen of kan worden verplicht te betalen alsmede alle gunstige koopopties die naar alle waarschijnlijkheid worden uitgeoefend. Als een andere partij dan de leasingnemer verplicht kan zijn een betaling te verrichten in verband met de restwaarde van een geleasd onroerend goed en deze betalingsverplichting voldoet aan de reeks voorwaarden van artikel 197 betreffende de toelaatbaarheid van protectiegevers alsook de vereisten van de artikelen 208 tot en met 210 voor de erkenning van andere soorten garanties, kan deze betalingsverplichting op basis van hoofdstuk 4 in aanmerking worden genomen als ongedekte kredietprotectie. Deze uitzettingen worden overeenkomstig artikel 107 in de desbetreffende categorie uitzettingen ondergebracht. Wanneer de uitzetting een restwaarde van geleasde activa is, wordt de risicogewogen uitzetting als volgt berekend: 1/t * 100 % * waarde van de uitzetting, waarbij t gelijk is aan 1 of de op het dichtstbijzijnde gehele getal afgeronde resterende duur van de leaseovereenkomst, al naargelang welke van beide getallen het hoogst is.
7. Bij lease-overeenkomsten is de waarde van de uitzettingen gelijk aan de gedisconteerde minimumleasebetalingen. De minimumleasebetalingen zijn de betalingen gedurende de leasetermijn die de leasenemer moet betalen of kan worden verplicht te betalen alsmede alle gunstige koopopties die naar alle waarschijnlijkheid worden uitgeoefend. Als een andere partij dan de leasingnemer verplicht kan zijn een betaling te verrichten in verband met de restwaarde van een geleasd goed en deze betalingsverplichting voldoet aan de reeks voorwaarden van artikel 197 betreffende de toelaatbaarheid van protectiegevers alsook de vereisten van de artikelen 208 tot en met 210 voor de erkenning van andere soorten garanties, kan deze betalingsverplichting op basis van hoofdstuk 4 in aanmerking worden genomen als ongedekte kredietprotectie. Deze uitzettingen worden overeenkomstig artikel 107 in de desbetreffende categorie uitzettingen ondergebracht. Wanneer de uitzetting een restwaarde van geleasde activa is, wordt de risicogewogen uitzetting als volgt berekend: 1/t * 100 % * waarde van de uitzetting, waarbij t gelijk is aan 1 of de op het dichtstbijzijnde gehele getal afgeronde resterende duur van de leaseovereenkomst, al naargelang welke van beide getallen het hoogst is. Or. fr
PE483.852v01-00
NL
138/194
AM\895049NL.doc
Amendement 718 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een richtlijn Artikel 133 – lid -1 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement -1) een externe kredietbeoordeling mag enkel gebruikt worden indien de instelling een balans heeft van minder dan 2,5 miljard euro en aangetoond heeft niet in staat te zijn om het kredietrisico op een andere manier vast te stellen of wanneer ze naar tevredenheid van de bevoegde autoriteit kan aantonen dat de last van een interne beoordeling niet te verantwoorden is door de materialiteit van de huidige en verwachte toekomstige uitzetting die voortvloeit uit de betrokken activa. Or. en
Amendement 719 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een richtlijn Artikel 133 – lid 1 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement De bevoegde autoriteiten moeten de toereikendheid van het proces voor kredietbeoordeling van instellingen nauwlettend in de gaten houden en ervoor zorgen dat zij niet akkoord gaan met contractuele regelingen die resulteren in het automatisch verkopen van activa in het geval van een verlaging van de kredietbeoordeling door een extern ratingbureau. Or. en
AM\895049NL.doc
139/194
PE483.852v01-00
NL
Amendement 720 Sharon Bowles Voorstel voor een richtlijn Artikel 137 – lid 4 – letter a – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
a) de volgende entiteiten, inclusief entiteiten van derde landen, die soortgelijke activiteiten uitvoeren, die onderworpen zijn aan prudentieel toezicht krachtens EU-wetgeving of wetgeving van een derde land dat vereisten inzake prudentieel toezicht en prudentiële regelgeving toepast die ten minste gelijkwaardig zijn aan die welke in de Unie worden toegepast:
a) de volgende entiteiten, inclusief entiteiten van derde landen, die soortgelijke activiteiten uitvoeren, die onderworpen zijn aan prudentieel toezicht krachtens EU-wetgeving of wetgeving van een derde land dat vereisten inzake prudentieel toezicht en prudentiële regelgeving toepast die een gelijkwaardig resultaat geven als die welke in de Unie worden toegepast: Or. en
Amendement 721 Robert Goebbels Voorstel voor een richtlijn Artikel 137 - paragraaf 1 - alinea 4 - letter a - punt v bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement v bis) een financiële instelling; Or. en Motivering
Volledigheidshalve zal de lijst van “gereguleerde financiële entiteiten” alle gereguleerde activiteiten en entiteiten omvatten overeenkomstig de EU-wetgeving.
Amendement 722 Robert Goebbels
PE483.852v01-00
NL
140/194
AM\895049NL.doc
Voorstel voor een richtlijn Artikel 137 - paragraaf 1 - alinea 4 - letter a - punt v bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement v ter) een gemengde financiële holding; Or. en Motivering
Volledigheidshalve zal de lijst van “gereguleerde financiële entiteiten” alle gereguleerde activiteiten en entiteiten omvatten overeenkomstig de EU-wetgeving.
Amendement 723 Robert Goebbels Voorstel voor een richtlijn Artikel 137 - paragraaf 1 - alinea 4 - letter a - punt v bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement v quater) een instelling voor collectieve belegging (ICB); Or. en Motivering
Volledigheidshalve zal de lijst van “gereguleerde financiële entiteiten” alle gereguleerde activiteiten en entiteiten omvatten overeenkomstig de EU-wetgeving.
Amendement 724 Robert Goebbels Voorstel voor een richtlijn Artikel 137 - paragraaf 1 - alinea 4 - letter a - punt v quinquies (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement v quinquies) een centrale tegenpartij die voldoet aan de vereisten gesteld in artikel 295, lid 2.
AM\895049NL.doc
141/194
PE483.852v01-00
NL
Or. en Motivering Volledigheidshalve zal de lijst van “gereguleerde financiële entiteiten” alle gereguleerde activiteiten en entiteiten omvatten overeenkomstig de EU-wetgeving.
Amendement 725 Vicky Ford Voorstel voor een richtlijn Artikel 139 – lid 1 – alinea 1 – letter g bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement g bis) een instelling die de IRBbenadering mag gebruiken, zal bij haar bevoegde autoriteit op jaarlijkse basis berekeningen indienen van risicogewichten, gebruik makend van hun interne model voor een standaardportefeuille. Or. en
Amendement 726 Vicky Ford Voorstel voor een richtlijn Artikel 139 – lid 2 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement 2 bis. De bevoegde autoriteiten moeten instellingen verplichten om minstens één keer per jaar hun IRB-benadering te benchmarken, gebruik makend van een standaardportefeuille; de EBA zal, in overleg met de bevoegde autoriteiten, technische regelgevingsnormen opstellen voor standaardportefeuilles en benchmarks; De EBA legt die ontwerpen van technische regelgevingsnormen uiterlijk op 31 december 2013 voor aan de
PE483.852v01-00
NL
142/194
AM\895049NL.doc
Commissie. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische regelgevingsnormen overeenkomstig de in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure vast te stellen. Or. en
Amendement 727 Udo Bullmann Voorstel voor een richtlijn Artikel 140 – lid 3 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement 3 bis. De EBA zal, in samenwerking met de nationale autoriteiten, een standaard activaportefeuille ontwikkelen die gewaardeerd zal worden en waarvan het risico bepaald zal worden op basis van hun IRB-modellen door alle banken van de betrokken lidstaat die IRB-modellen gebruiken; de daaruit voortvloeiende verschillen in taxatie en kapitaal gehouden door iedere instelling tegen een dergelijke portefeuille, zullen door de EBA en de nationale autoriteit worden gebruikt om een risicofactor te ontwikkelen waarmee de instelling die beoordeeld wordt haar toegekende totale IRB-risico zal moeten vermenigvuldigen; in geval van onenigheid tussen de lidstaten en de EBA, zal de beslissing van de EBA prevaleren; Or. en
Amendement 728 Udo Bullmann
AM\895049NL.doc
143/194
PE483.852v01-00
NL
Voorstel voor een richtlijn Artikel 140 – lid 3 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement 3 ter. Voor financiële instellingen die meer dan 50% van hun (geconsolideerde) inkomsten verkrijgen uit andere landen, zal de EBA zelfstandig een dergelijke portefeuille ontwikkelen en, indien nodig, overleggen met toezichthouders uit de lidstaat van herkomst/ontvangst, maar ze zal zelf de beslissing nemen betreffende de kapitaalfactor; Or. en
Amendement 729 Antolín Sánchez Presedo Voorstel voor een verordening Artikel 142 – lid 5 – alinea 1 – letter a – punt ii Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
ii) een kleine of middelgrote onderneming, mits in het laatste geval het totale bedrag dat de debiteur of de groep van verbonden cliënten verschuldigd is aan de instelling en aan moederondernemingen en hun dochterondernemingen, met inbegrip van de achterstallige uitzettingen, maar exclusief schuldvorderingen of voorwaardelijke vorderingen gedekt door zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed, voor zover de instelling weet en redelijke stappen heeft gezet om dit te weten, niet meer dan 1 miljoen EUR beloopt;
ii) een kleine of middelgrote onderneming die voldoet aan de criteria in Aanbeveling van de Commissie 2003/361/EG van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, mits in het laatste geval het totale bedrag dat de debiteur of de groep van verbonden cliënten verschuldigd is aan de instelling en aan moederondernemingen en hun dochterondernemingen, met inbegrip van de achterstallige uitzettingen, maar exclusief schuldvorderingen of voorwaardelijke vorderingen gedekt door zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed, voor zover de instelling weet en redelijke stappen heeft gezet om dit te weten, niet meer dan 1 miljoen EUR beloopt; Or. en
PE483.852v01-00
NL
144/194
AM\895049NL.doc
Amendement 730 Ramon Tremosa i Balcells, Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 142 – lid 5 – alinea 1 – letter a – punt ii Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
ii) een kleine of middelgrote onderneming, mits in het laatste geval het totale bedrag dat de debiteur of de groep van verbonden cliënten verschuldigd is aan de instelling en aan moederondernemingen en hun dochterondernemingen, met inbegrip van de achterstallige uitzettingen, maar exclusief schuldvorderingen of voorwaardelijke vorderingen gedekt door zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed, voor zover de instelling weet en redelijke stappen heeft gezet om dit te weten, niet meer dan 1 miljoen EUR beloopt;
ii) een kleine of middelgrote onderneming, mits in het laatste geval het totale bedrag dat de debiteur of de groep van verbonden cliënten verschuldigd is aan de instelling en aan moederondernemingen en hun dochterondernemingen, met inbegrip van de achterstallige uitzettingen, maar exclusief schuldvorderingen of voorwaardelijke vorderingen gedekt door zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed, voor zover de instelling weet en redelijke stappen heeft gezet om dit te weten, niet meer dan 5 miljoen EUR beloopt; Or. en
Amendement 731 Peter Simon Ontwerpverordening Artikel 142 – lid 5 – alinea 1 - onder a) – punt ii) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
een kleine of middelgrote onderneming, mits in het laatste geval het totale bedrag dat de debiteur of de groep van verbonden cliënten verschuldigd is aan de instelling en aan moederondernemingen en hun dochterondernemingen, met inbegrip van de achterstallige uitzettingen, maar exclusief schuldvorderingen of voorwaardelijke vorderingen gedekt door zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed, voor zover de instelling weet en redelijke stappen heeft gezet om dit te weten, niet meer dan 1 miljoen EUR
een kleine of middelgrote onderneming, mits in het laatste geval het totale bedrag dat de debiteur of de groep van verbonden cliënten verschuldigd is aan de instelling en aan moederondernemingen en hun dochterondernemingen, met inbegrip van de achterstallige uitzettingen, maar exclusief schuldvorderingen of voorwaardelijke vorderingen gedekt door zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed, voor zover de instelling weet en redelijke stappen heeft gezet om dit te weten, niet meer dan 5 miljoen EUR
AM\895049NL.doc
145/194
PE483.852v01-00
NL
beloopt;
beloopt; Or. de
Amendement 732 Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 142 – lid 5 – alinea 1 – letter a – punt ii Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
ii) een kleine of middelgrote onderneming, mits in het laatste geval het totale bedrag dat de debiteur of de groep van verbonden cliënten verschuldigd is aan de instelling en aan moederondernemingen en hun dochterondernemingen, met inbegrip van de achterstallige uitzettingen, maar exclusief schuldvorderingen of voorwaardelijke vorderingen gedekt door zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed, voor zover de instelling weet en redelijke stappen heeft gezet om dit te weten, niet meer dan 1 miljoen EUR beloopt;
ii) een kleine of middelgrote onderneming, mits in het laatste geval het totale bedrag dat de debiteur of de groep van verbonden cliënten verschuldigd is aan de instelling en aan moederondernemingen en hun dochterondernemingen, met inbegrip van de achterstallige uitzettingen, maar exclusief schuldvorderingen of voorwaardelijke vorderingen gedekt door zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed, voor zover de instelling weet en redelijke stappen heeft gezet om dit te weten, niet meer dan 5 miljoen EUR beloopt; Or. en
Amendement 733 Sławomir Witold Nitras Voorstel voor een verordening Artikel 142 – lid 5 – alinea 1 – letter a – punt ii Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
ii) een kleine of middelgrote onderneming, mits in het laatste geval het totale bedrag dat de debiteur of de groep van verbonden cliënten verschuldigd is aan de instelling en aan moederondernemingen en hun dochterondernemingen, met inbegrip van de achterstallige uitzettingen, maar
ii) een kleine of middelgrote onderneming, mits in het laatste geval het totale bedrag dat de debiteur of de groep van verbonden cliënten verschuldigd is aan de instelling en aan moederondernemingen en hun dochterondernemingen, met inbegrip van de achterstallige uitzettingen, maar
PE483.852v01-00
NL
146/194
AM\895049NL.doc
exclusief schuldvorderingen of voorwaardelijke vorderingen gedekt door zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed, voor zover de instelling weet en redelijke stappen heeft gezet om dit te weten, niet meer dan 1 miljoen EUR beloopt;
exclusief schuldvorderingen of voorwaardelijke vorderingen gedekt door zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed, voor zover de instelling weet en redelijke stappen heeft gezet om dit te weten, niet meer dan 5 miljoen EUR beloopt; Or. en
Amendement 734 Ramon Tremosa i Balcells, Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 142 – lid 5 – alinea 2 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Voor de toepassing van letter a), onder ii), is een kleine of middelgrote onderneming een onderneming die voldoet aan de criteria in Aanbeveling van de Commissie 2003/361/EG van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen. Or. en
Amendement 735 Thomas Mann Voorstel voor een verordening Artikel 145 – lid 1 – alinea 1 – letter d – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst (d) Uitzettingen op de centrale overheid, regionale overheden, lokale overheden en administratieve organen in de lidstaten, mits:
Amendement (d) Uitzettingen op de centrale overheid in de lidstaten, en regionale overheden, lokale overheden en administratieve organen in een lidstaat, mits: Or. en
AM\895049NL.doc
147/194
PE483.852v01-00
NL
Amendement 736 Jürgen Klute Voorstel voor een verordening Artikel 145 – lid 1 – alinea 1 – letter d – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst (d) Uitzettingen op de centrale overheid, regionale overheden, lokale overheden en administratieve organen in de lidstaten, mits:
Amendement (d) Uitzettingen op de centrale overheid in de lidstaten, en regionale overheden, lokale overheden en administratieve organen in een lidstaat, mits: Or. en
Amendement 737 Olle Schmidt, Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 146 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Artikel 146 bis Een vloer vaststellen voor risicogewichten op portefeuilleniveau of op het niveau van de uitzetting De lidstaten kunnen, op een permanente of tijdelijke basis, een grens stellen aan het risicogewicht om te voorkomen dat het risicogewicht van een bepaalde portefeuille lager is dan een door de lidstaat bepaald getal. De beperking van het risicogewicht kan op portefeuilleniveau worden vastgesteld om te voorkomen dat het gewogen risicogewicht van de specifieke portefeuille lager is dan een bepaald getal, of op het niveau van de uitzetting om te voorkomen dat het risicogewicht van elke individuele uitzetting binnen een bepaalde portefeuille lager is dan een bepaald getal. Deze grenswaarden mogen niet hoger zijn dan het bijbehorende risicogewicht voor de betreffende specifieke uitzettingen
PE483.852v01-00
NL
148/194
AM\895049NL.doc
overeenkomstig de standaardbenadering in de artikelen 106 tot en met 136. Or. en Motivering Om te lage risicogewichten te beperken, moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben om een vloer vast te stellen voor bepaalde risicogewichten. De risicogewichten van de standaardbenadering voor het kredietrisico zullen daarbij functioneren als bovengrens van de door de lidstaten vastgestelde potentiële minimumrisicogewichten.
Amendement 738 Olle Schmidt, Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 146 ter (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Artikel 146 ter De lidstaten kunnen de vermenigvuldigingsfactor van 1,06 van de formules voor de berekening van risicogewichten in artikel 148, lid 1, onder iii), en artikel 149, lid 1, onder iii), naar boven bijstellen, op een permanente of tijdelijke basis, tot op een maximum niveau. Or. en Motivering
Om te lage risicogewichten te beperken moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben om de vermenigvuldigingsfactor in de modellen in de artikelen 148 en 149 te verhogen.
Amendement 739 Ramon Tremosa i Balcells Voorstel voor een verordening Artikel 148 – titel
AM\895049NL.doc
149/194
PE483.852v01-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Risicogewogen uitzettingsbedragen voor uitzettingen op ondernemingen, instellingen en centrale overheden en centrale banken.
Amendement Risicogewogen uitzettingsbedragen voor uitzettingen op ondernemingen, instellingen, centrale overheden, regionale overheden en centrale banken. Or. en
Amendement 740 Ramon Tremosa i Balcells Voorstel voor een verordening Artikel 148 – lid 1 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
1. Met inachtneming van de toepassing van de in de leden 2, 3 en 4 bepaalde specifieke behandelingen worden de risicogewogen uitzettingsbedragen voor uitzettingen op ondernemingen, instellingen en centrale overheden en centrale banken berekend volgens de onderstaande formules:
1. Met inachtneming van de toepassing van de in de leden 2, 3 en 4 bepaalde specifieke behandelingen worden de risicogewogen uitzettingsbedragen voor uitzettingen op ondernemingen, instellingen, centrale overheden, regionale overheden en centrale banken berekend volgens de onderstaande formules: Or. en
Amendement 741 Markus Ferber Voorstel voor een verordening Artikel 148 – lid 4 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
4. Voor uitzettingen op ondernemingen waarbij de totale jaaromzet van de geconsolideerde groep waarvan het bedrijf deel uitmaakt, minder is dan 50 miljoen EUR, mogen instellingen gebruikmaken van de onderstaande correlatieformule in lid 1, onder iii), om de risicogewichten van
4. Voor uitzettingen op ondernemingen waarbij de totale jaaromzet van de geconsolideerde groep waarvan het bedrijf deel uitmaakt, minder is dan 250 miljoen EUR, mogen instellingen gebruikmaken van de onderstaande correlatieformule in lid 1, onder iii), om de risicogewichten van
PE483.852v01-00
NL
150/194
AM\895049NL.doc
uitzettingen op ondernemingen te berekenen. In deze formule staat S voor de totale jaaromzet in miljoen EUR, waarbij 5 miljoen EUR ≤ S ≤ 50 miljoen EUR. Een opgegeven omzet van minder dan 5 miljoen EUR wordt behandeld als een omzet van 5 miljoen EUR. Voor gekochte kortlopende vorderingen is de totale jaaromzet het gewogen gemiddelde van de individuele uitzettingen die tot de pool behoren.
uitzettingen op ondernemingen te berekenen. In deze formule staat S voor de totale jaaromzet in miljoen EUR, waarbij 5 miljoen EUR ≤ S ≤ 250 miljoen EUR. Een opgegeven omzet van minder dan 5 miljoen EUR wordt behandeld als een omzet van 5 miljoen EUR. Voor gekochte kortlopende vorderingen is de totale jaaromzet het gewogen gemiddelde van de individuele uitzettingen die tot de pool behoren. Or. en
Amendement 742 Vicky Ford Voorstel voor een verordening Artikel 148 – lid 4 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
4. Voor uitzettingen op ondernemingen waarbij de totale jaaromzet van de geconsolideerde groep waarvan het bedrijf deel uitmaakt, minder is dan 50 miljoen EUR, mogen instellingen gebruikmaken van de onderstaande correlatieformule in lid 1, onder iii), om de risicogewichten van uitzettingen op ondernemingen te berekenen. In deze formule staat S voor de totale jaaromzet in miljoen EUR, waarbij 5 miljoen EUR ≤ S ≤ 50 miljoen EUR. Een opgegeven omzet van minder dan 5 miljoen EUR wordt behandeld als een omzet van 5 miljoen EUR. Voor gekochte kortlopende vorderingen is de totale jaaromzet het gewogen gemiddelde van de individuele uitzettingen die tot de pool behoren.
4. Voor uitzettingen op ondernemingen waarbij de totale jaaromzet van de geconsolideerde groep waarvan het bedrijf deel uitmaakt, minder is dan 70 miljoen EUR, mogen instellingen gebruikmaken van de onderstaande correlatieformule in lid 1, onder iii), om de risicogewichten van uitzettingen op ondernemingen te berekenen. In deze formule staat S voor de totale jaaromzet in miljoen EUR, waarbij 5 miljoen EUR ≤ S ≤ 70 miljoen EUR. Een opgegeven omzet van minder dan 5 miljoen EUR wordt behandeld als een omzet van 5 miljoen EUR. Voor gekochte kortlopende vorderingen is de totale jaaromzet het gewogen gemiddelde van de individuele uitzettingen die tot de pool behoren. Or. en
AM\895049NL.doc
151/194
PE483.852v01-00
NL
Amendement 743 Vicky Ford Voorstel voor een verordening Artikel 149 - lid 1 Door de Commissie voorgestelde tekst 1. De risicogewogen uitzettingsbedragen voor uitzettingen op particulieren en kleine partijen worden berekend volgens de onderstaande formules:
Risk - weighted exposure amount RW exposure value waarbij het risicogewicht RW gedefinieerd is als volgt: i)
als PD = 0, wordt RW opgevat als:
ii) als PD = 1, d.w.z. voor uitzettingen met betalingsachterstand, is RW RW max0,12.5 LGD ELBE ; waarbij ELBE wordt opgevat als de beste raming van de instelling van het verwachte verlies voor de uitzetting met een betalingsachterstand overeenkomstig artikel 177, lid 1, onder h); iii)
als PD 0%;100% , d.w.z. voor elke andere waarde dan vermeld onder i) en ii)
1 R RW LGD N G PD G 0.999 LGD PD 12.5 1.06 1 R 1 R en waarbij N(x) staat voor de cumulatieve verdelingsfunctie van een standaardnormale willekeurige variabele (d.w.z. de kans dat een normale willekeurige variabele met een gemiddelde van nul en een variantie van één kleiner is dan of gelijk aan x); G (Z) staat voor de inverse cumulatieve verdelingsfunctie van een standaardnormale willekeurige variabele (d.w.z. x heeft een zodanige waarde dat N(x) = z); R
staat voor de correlatiecoëfficiënt, die als volgt wordt berekend:
1 e 35 PD 1 e 35 PD R 0.03 0.16 1 35 1 e 35 1 e
Amendement 1. De risicogewogen uitzettingsbedragen voor uitzettingen op particulieren en kleine partijen ten aanzien van kleine of middelgrote ondernemingen worden berekend volgens de onderstaande formules:
Risk - weighted exposure amount RW exposure value waarbij het risicogewicht RW gedefinieerd is als volgt: i)
als PD = 0, wordt RW opgevat als: 0;
ii)
als PD = 1, d.w.z. voor uitzettingen met betalingsachterstand, is RW
PE483.852v01-00
NL
152/194
AM\895049NL.doc
RW max0,12.5 LGD ELBE ; waarbij ELBE wordt opgevat als de beste raming van de instelling van het verwachte verlies voor de uitzetting met een betalingsachterstand overeenkomstig artikel 177, lid 1, onder h); iii)
als PD 0%;100% , d.w.z. voor elke andere waarde dan vermeld onder i) en ii)
1 R G PD G 0.999 LGD PD 12.5 0.76191.06 RW LGD N 1 R 1 R en waarbij N(x) de cumulatieve verdelingsfunctie van een standaardnormale willekeurige variabele (d.w.z. de kans dat een normale willekeurige variabele met een gemiddelde van nul en een variantie van één kleiner is dan of gelijk aan x); G (Z) staat voor de inverse cumulatieve verdelingsfunctie van een standaardnormale willekeurige variabele (d.w.z. x heeft een zodanige waarde dat N(x) = z); R
staat voor de correlatiecoëfficiënt, die als volgt wordt berekend:
R 0.03
1 e 35 PD 1 e 35 PD 1 0 . 16 1 e 35 1 e 35
Or. en Motivering Dit amendement vermindert het risicogewicht voor vorderingen op kleine en middelgrote ondernemingen met 8/10.5, d.w.z. het niveau van de instandhoudingsbuffer, maar met behoud van de verhoging van Basel I. Amendement 744 Peter Simon Ontwerpverordening Artikel 149 – lid 1 Door de Commissie voorgestelde tekst 1. De risicogewogen uitzettingsbedragen voor uitzettingen op particulieren en kleine partijen worden berekend volgens de onderstaande formules: Risikogewi chteter Forderungs betrag RW Forderungs betrag
waarbij het risicogewicht RW gedefinieerd is als volgt: i)
als PD = 0, wordt RW opgevat als: 0;
ii) als PD = 1, d.w.z. voor uitzettingen met betalingsachterstand, is RW max0,12.5 LGD ELBE ; waarbij ELBE wordt opgevat als de beste raming van de instelling van het verwachte verlies voor de uitzetting met een betalingsachterstand overeenkomstig artikel 177, lid 1, onder h); AM\895049NL.doc
153/194
PE483.852v01-00
NL
iii)
als PD 0%;100% , d.w.z. voor elke andere waarde dan vermeld onder i) en ii)
1 R RW LGD N G PD G 0.999 LGD PD 12.5 1.06 1 R 1 R en waarbij N(x) staat voor de cumulatieve verdelingsfunctie van een standaardnormale willekeurige variabele (d.w.z. de kans dat een normale willekeurige variabele met een gemiddelde van nul en een variantie van één kleiner is dan of gelijk aan x); G(z) staat voor de inverse cumulatieve verdelingsfunctie van een standaardnormale willekeurige variabele (d.w.z. x heeft een zodanige waarde dat N(x) = z); R staat voor de correlatiecoëfficiënt, die als volgt wordt berekend: R 0.03
1 e 35 PD 1 e 35 PD 1 0 . 16 1 e 35 1 e 35
Amendement 1. De risicogewogen uitzettingsbedragen voor uitzettingen op particulieren en kleine partijen ingevolge artikel 142, lid 5, onder a), punt i) en voor uitzettingen op particulieren en kleine partijen ingevolge artikel 142, lid 5, onder a), punt ii), waarbij het totale verschuldigde bedrag niet meer bedraagt dan 1 miljoen EUR, worden berekend volgens de onderstaande formules: Risikogewi chteter Forderungs betrag RW Forderungs betrag
waarbij het risicogewicht RW gedefinieerd is als volgt: i)
als PD = 0, wordt RW opgevat als: 0;
ii) als PD = 1, d.w.z. voor uitzettingen met betalingsachterstand, is RW max0,12.5 LGD ELBE ; waarbij ELBE wordt opgevat als de beste raming van de instelling van het verwachte verlies voor de uitzetting met een betalingsachterstand overeenkomstig artikel 177, lid 1, onder h); iii)
als PD 0%;100% , d.w.z. voor elke andere waarde dan vermeld onder i) en ii) 1 R G PD G 0.999 LGD PD 12 . 5 0 .7619 RW LGD N 1 R 1 R
en waarbij N(x) staat voor de cumulatieve verdelingsfunctie van een standaardnormale willekeurige variabele (d.w.z. de kans dat een normale willekeurige variabele met een gemiddelde van nul en een variantie van één kleiner is dan of gelijk aan x); G(z) staat voor de inverse cumulatieve verdelingsfunctie van een standaardnormale willekeurige variabele (d.w.z. x heeft een zodanige waarde dat N(x) = z); PE483.852v01-00
NL
154/194
AM\895049NL.doc
R staat voor de correlatiecoëfficiënt, die als volgt wordt berekend: 1 e 35 PD 1 e 35 PD R 0.03 0.16 1 1 e 35 1 e 35
Or. de
Amendement 745 Othmar Karas Voorstel voor een verordening Artikel 149 – lid 1 – punt iii bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement iii bis) voor het midden- en kleinbedrijf is het risicogewicht RW als volgt gedefinieerd: RW= (LGD*N(1/√R1-R*G(PD)+√R/1R*G(0,999))-LGD*PD)*12,5*1,06*0,7619 Or. en Motivering
Leningen aan het midden- en kleinbedrijf zijn in de financiële crisis stabiel gebleken. De invoering van een "compenserende factor" met een waarde van 0,7619 zal de verhoging van de totale kapitaalsvereisten van 8 % naar 10,5 % in balans brengen. Dit om hogere kosten van bankfinanciering voor het mkb voorkomen. Amendement 746 Peter Simon Ontwerpverordening Artikel 149 – lid 1 bis) (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement 1 bis. De risicogewogen uitzettingsbedragen voor uitzettingen op particulieren en kleine partijen ingevolge artikel 142, lid 5, onder a), punt ii), waarbij het totale verschuldigde bedrag meer dan 1 miljoen EUR, maar niet meer dan 5 miljoen EUR bedraagt, worden berekend volgens de onderstaande formules: Risikogewi chteter Forderungs betrag RW Forderungs betrag AM\895049NL.doc
155/194
PE483.852v01-00
NL
waarbij het risicogewicht RW gedefinieerd is als volgt: i)
als PD = 0, wordt RW opgevat als: 0;
ii) als PD = 1, d.w.z. voor uitzettingen met betalingsachterstand, is RW max0,12.5 LGD ELBE ; waarbij ELBE wordt opgevat als de beste raming van de instelling van het verwachte verlies voor de uitzetting met een betalingsachterstand overeenkomstig artikel 177, lid 1, onder h); iii)
als PD 0%;100% , d.w.z. voor elke andere waarde dan vermeld onder i) en ii)
1 R RW LGD N G PD G 0.999 LGD PD 12.5 1.06 1 R 1 R en waarbij N(x) staat voor de cumulatieve verdelingsfunctie van een standaardnormale willekeurige variabele (d.w.z. de kans dat een normale willekeurige variabele met een gemiddelde van nul en een variantie van één kleiner is dan of gelijk aan x); G(z) staat voor de inverse cumulatieve verdelingsfunctie van een standaardnormale willekeurige variabele (d.w.z. x heeft een zodanige waarde dat N(x) = z); R staat voor de correlatiecoëfficiënt, die als volgt wordt berekend: R 0.03
1 e 35 PD 1 e 35 PD 1 0 . 16 1 e 35 1 e 35
Or. de Amendement 747 Jean-Paul Gauzès Voorstel voor een verordening Artikel 152 – lid 1 – punt b – inleidende zin Door de Commissie voorgestelde tekst wanneer het gaat om een restwaarde van geleasd onroerend goed, in welk geval het risicogewogen uitzettingsbedrag als volgt wordt berekend:
Amendement wanneer het gaat om een restwaarde van geleasde goederen, in welk geval het risicogewogen uitzettingsbedrag als volgt wordt berekend: Or. fr
Amendement 748 Jean-Paul Gauzès
PE483.852v01-00
NL
156/194
AM\895049NL.doc
Voorstel voor een verordening Artikel 152 – lid 1 – punt b – tweede alinea Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
waarbij t gelijk is aan 1 of de op het dichtstbijzijnde gehele getal afgeronde resterende duur van de leaseovereenkomst, al naargelang welk van beide getallen het hoogst is.
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie)
Or. fr
Amendement 749 Olle Schmidt Voorstel voor een verordening Artikel 153 – lid 5 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
5. De bevoegde autoriteiten stellen een instelling vrij van de vereisten voor risicogewogen uitzettingsbedragen voor het verwateringsrisico van gekochte kortlopende vorderingen op ondernemingen, particulieren en kleine partijen wanneer de instelling ten genoegen van de bevoegde autoriteit heeft aangetoond dat het verwateringsrisico niet van materieel belang is voor die instelling.
5. De bevoegde autoriteiten stellen een ratingsysteem vrij van de vereisten voor risicogewogen uitzettingsbedragen voor het verwateringsrisico van gekochte kortlopende vorderingen op ondernemingen of particulieren en kleine partijen wanneer de instelling ten genoegen van de bevoegde autoriteit heeft aangetoond dat het verwateringsrisico niet van materieel belang is voor dat ratingsysteem. Or. en
Motivering De huidige bewoording van de tekst van de Commissie duidt op een alles-of-nietsaanpak. Het zou verstandiger zijn om deze vrijstelling voor individuele ratingsystemen te verlenen, en niet voor de hele instelling.
Amendement 750 Bendt Bendtsen, Anne E. Jensen
AM\895049NL.doc
157/194
PE483.852v01-00
NL
Voorstel voor een verordening Artikel 155 – lid 1 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Instellingen brengen de overeenkomstig artikel 154, leden 2, 3 en 7, berekende verwachte verliesposten in mindering op de met deze vorderingen samenhangende algemene en specifieke kredietrisicoaanpassingen. Het conform artikel 162, lid 1, bepaalde disagio op op de balans opgenomen vorderingen die gekocht zijn in staat van wanbetaling wordt op dezelfde wijze behandeld als specifieke kredietrisicoaanpassingen. Specifieke kredietrisicoaanpassingen van uitzettingen waarbij sprake is van wanbetaling mogen niet worden gebruikt om verwachte verliezen op andere uitzettingen te dekken. Verwachte verliesposten voor gesecuritiseerde vorderingen en met deze vorderingen samenhangende algemene en specifieke kredietrisicoaanpassingen worden niet in deze berekening meegenomen.
Instellingen brengen de overeenkomstig artikel 154, leden 2, 3 en 7, berekende verwachte verliesposten in mindering op de som van de met deze posten samenhangende waardeaanpassingen en voorzieningen. Het conform artikel 162, lid 1, bepaalde disagio op op de balans opgenomen vorderingen die gekocht zijn in staat van wanbetaling wordt op dezelfde wijze behandeld als waardeaanpassingen. Specifieke kredietrisicoaanpassingen van uitzettingen waarbij sprake is van wanbetaling mogen niet worden gebruikt om verwachte verliezen op andere uitzettingen te dekken. Verwachte verliesposten voor gesecuritiseerde vorderingen en met deze vorderingen samenhangende algemene en specifieke kredietrisicoaanpassingen worden niet in deze berekening meegenomen.
Or. en
Amendement 751 Wolf Klinz Voorstel voor een verordening Artikel 160 – lid 4 Door de Commissie voorgestelde tekst 4. Het risicogewogen gemiddelde LGD van alle vorderingen op particulieren en kleine partijen waarvoor een woning in zekerheid is gegeven en de centrale overheid geen garantie heeft afgegeven, ligt niet onder de 10 %
Amendement schrappen
Het risicogewogen gemiddelde LGD van alle vorderingen op particulieren en kleine partijen waarvoor zakelijk PE483.852v01-00
NL
158/194
AM\895049NL.doc
onroerend goed in zekerheid is gegeven en de centrale overheid geen garantie heeft afgegeven, ligt niet onder de 15 % Or. en
Amendement 752 Sylvie Goulard Voorstel voor een verordening Artikel 160 – lid 4 Door de Commissie voorgestelde tekst 4. Het risicogewogen gemiddelde LGD van alle vorderingen op particulieren en kleine partijen waarvoor een woning in zekerheid is gegeven en de centrale overheid geen garantie heeft afgegeven, ligt niet onder de 10 %
Amendement schrappen
Het risicogewogen gemiddelde LGD van alle vorderingen op particulieren en kleine partijen waarvoor zakelijk onroerend goed in zekerheid is gegeven en de centrale overheid geen garantie heeft afgegeven, ligt niet onder de 15 % Or. en
Amendement 753 Bendt Bendtsen, Anne E. Jensen Voorstel voor een verordening Artikel 160 – lid 4 – alinea 1 Door de Commissie voorgestelde tekst 4. Het risicogewogen gemiddelde LGD van alle vorderingen op particulieren en kleine partijen waarvoor een woning in zekerheid is gegeven en de centrale overheid geen garantie heeft afgegeven, ligt niet onder de 10 % AM\895049NL.doc
Amendement schrappen
159/194
PE483.852v01-00
NL
Het risicogewogen gemiddelde LGD van alle vorderingen op particulieren en kleine partijen waarvoor zakelijk onroerend goed in zekerheid is gegeven en de centrale overheid geen garantie heeft afgegeven, ligt niet onder de 15 % Or. en Motivering Een bodemtarief voor het LGD staat haaks op het principe om een op de risico's afgestemd regelgevingskader tot stand te brengen en zou banken ontmoedigen om in IRB-modellen te investeren. Bovendien bestaat de kans dat het toezichthouders in mindere mate zou stimuleren om modellen te bewaken.
Amendement 754 Carl Haglund, Sirpa Pietikäinen, Sari Essayah Voorstel voor een verordening Artikel 160 – lid 4 – alinea 1 Door de Commissie voorgestelde tekst Het risicogewogen gemiddelde LGD van alle vorderingen op particulieren en kleine partijen waarvoor een woning in zekerheid is gegeven en de centrale overheid geen garantie heeft afgegeven, ligt niet onder de 10 %<
PE483.852v01-00
NL
Amendement Op basis van de overeenkomstig artikel 96 vergaarde gegevens en eventuele andere relevante indicatoren beoordelen de bevoegde autoriteiten periodiek en ten minste jaarlijks of het risicogewogen gemiddelde LGD van uitzettingen die gedekt zijn door hypotheken op nietzakelijk onroerend goed, en van uitzettingen die gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goed op hun grondgebied, geschikt zijn op basis van de ervaring met wanbetalingen op uitzettingen die door onroerend goed zijn gedekt en rekening houdend met de toekomstige ontwikkelingen op de markten voor onroerend goed, en kunnen zij in voorkomend geval op basis van overwegingen in verband met financiële stabiliteit een minimumhoogte voor het risicogewogen gemiddelde LGD vaststellen. De EBA coördineert de door de bevoegde autoriteiten uitgevoerde 160/194
AM\895049NL.doc
beoordelingen. De door de autoriteiten gevolgde procedure wordt openbaar gemaakt. De volledige resultaten en de bij de beoordelingsprocedure gebruikte geaggregeerde gegevens worden op hetzelfde tijdstip als de minimumhoogte van het risicogewogen gemiddelde LGD openbaar gemaakt. Or. en Motivering De grenswaarden voor LGD-bodemtarieven druisen in tegen de doelstelling om een risicogevoeliger regelgevingskader tot stand te brengen. Het vaststellen van vaste bodemtarieven voor het LGD stelt interne ratingmodellen en de goedkeuring daarvan door nationale toezichthouders ter discussie.
Amendement 755 Carl Haglund, Sirpa Pietikäinen, Sari Essayah Voorstel voor een verordening Artikel 160 – lid 4 – alinea 2 Door de Commissie voorgestelde tekst Het risicogewogen gemiddelde LGD van alle vorderingen op particulieren en kleine partijen waarvoor zakelijk onroerend goed in zekerheid is gegeven en de centrale overheid geen garantie heeft afgegeven, ligt niet onder de 15 %
Amendement schrappen
Or. en Motivering Vloeit voort uit het amendement op artikel 160, lid 4, punt 1. Amendement 756 Jean-Paul Gauzès Voorstel voor een verordening Artikel 162 – lid 4
AM\895049NL.doc
161/194
PE483.852v01-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
4. Bij lease-overeenkomsten is de waarde van de uitzettingen gelijk aan de gedisconteerde minimumleasebetalingen. De minimumleasebetalingen zijn de betalingen gedurende de leasetermijn die de leasenemer moet betalen of kan worden verplicht te betalen alsmede alle gunstige koopopties die naar alle waarschijnlijkheid worden uitgeoefend. Als een andere partij dan de leasingnemer verplicht kan zijn een betaling te verrichten in verband met de restwaarde van een geleasd onroerend goed en deze betalingsverplichting voldoet aan de reeks voorwaarden van artikel 197 betreffende de toelaatbaarheid van protectiegevers alsook de vereisten van de artikelen 208 tot en met 210 voor de erkenning van andere soorten garanties, kan deze betalingsverplichting op basis van hoofdstuk 4 in aanmerking worden genomen als ongedekte kredietprotectie.
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie)
Or. fr Amendement 757 Alfredo Pallone Voorstel voor een verordening Artikel 174 – lid 1 – alinea 1 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(b) de debiteur is meer dan 90 dagen achterstallig bij het nakomen van een aanzienlijke kredietverplichting jegens de kredietinstelling, de moederonderneming of een van haar dochterondernemingen.
schrappen
Or. en Motivering De vermindering tot 90 dagen heeft een aanmerkelijke overeenkomst met gedoogzaken. Tenzij dit wordt gewijzigd, zullen banken uitzettingsprocedures moeten starten tegen klanten met een betalingsachterstand op hun hypotheek van 3 maanden, wat betekent dat hun kredietscores PE483.852v01-00
NL
162/194
AM\895049NL.doc
veel eerder dan voorheen negatief worden beïnvloed, waardoor ze in de toekomst moeilijker toegang hebben tot financiering. Daarnaast zullen de hogere risicogewogen activa die banken zullen moeten aanhouden tot duurdere financieringen voor particulieren en kleine partijen leiden.
Amendement 758 Sharon Bowles, Ramon Tremosa i Balcells Voorstel voor een verordening Artikel 174 – lid 1 – alinea 1 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst (b) de debiteur is meer dan 90 dagen achterstallig bij het nakomen van een aanzienlijke kredietverplichting jegens de kredietinstelling, de moederonderneming of een van haar dochterondernemingen.
Amendement (b) de debiteur is meer dan 90 dagen achterstallig bij het nakomen van een aanzienlijke kredietverplichting jegens de kredietinstelling, de moederonderneming of een van haar dochterondernemingen. In het geval van uitzettingen op particulieren en kleine partijen die geheel en volledig zijn gedekt door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed en voor commerciële hypotheken voor het mkb, stelt de bevoegde autoriteit een periode van achterstalligheid vast van tussen de 90 en 180 dagen voor 50% van de vorderingen mits dat gepast is op grond van de plaatselijke voorwaarden. Or. en
Amendement 759 Wolf Klinz Voorstel voor een verordening Artikel 174 – lid 1 – alinea 1 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst (b) de debiteur is meer dan 90 dagen achterstallig bij het nakomen van een aanzienlijke kredietverplichting jegens de kredietinstelling, de moederonderneming
AM\895049NL.doc
Amendement (b) de debiteur is meer dan 90 dagen achterstallig bij het nakomen van een aanzienlijke kredietverplichting jegens de kredietinstelling, de moederonderneming
163/194
PE483.852v01-00
NL
of een van haar dochterondernemingen.
of een van haar dochterondernemingen. In het geval van uitzettingen op particulieren en kleine partijen die volledig zijn gedekt door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed stelt de instelling een periode van achterstalligheid vast van maximaal 180 dagen. Or. en
Amendement 760 Vicky Ford Voorstel voor een verordening Artikel 174 – lid 1 – alinea 1 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst (b) de debiteur is meer dan 90 dagen achterstallig bij het nakomen van een aanzienlijke kredietverplichting jegens de kredietinstelling, de moederonderneming of een van haar dochterondernemingen.
Amendement (b) de debiteur is meer dan 90 dagen achterstallig bij het nakomen van een aanzienlijke kredietverplichting jegens de kredietinstelling, de moederonderneming of een van haar dochterondernemingen, behalve in het geval van uitzettingen op particulieren en kleine partijen die geheel en volledig zijn gedekt door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed, in welk geval de instelling, met instemming van de bevoegde autoriteit, een periode van achterstalligheid vaststelt van tussen de 90 en 180 dagen. Or. en
Amendement 761 Jean-Paul Gauzès Voorstel voor een verordening Artikel 174 – lid 1 – alinea 1 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst (b) de debiteur is meer dan 90 dagen PE483.852v01-00
NL
Amendement (b) de debiteur is meer dan 90 dagen 164/194
AM\895049NL.doc
achterstallig bij het nakomen van een aanzienlijke kredietverplichting jegens de kredietinstelling, de moederonderneming of een van haar dochterondernemingen.
achterstallig bij het nakomen van een aanzienlijke kredietverplichting jegens de kredietinstelling, de moederonderneming of een van haar dochterondernemingen. In het geval van door niet-zakelijk of zakelijk onroerend goed gedekte uitzettingen (lening of lease) en uitzettingen op overheidsorganen, stelt de instelling een periode van achterstalligheid vast van tussen de 90 en 180 dagen. Or. en
Amendement 762 Bendt Bendtsen, Anne E. Jensen, Krišjānis Kariņš Voorstel voor een verordening Artikel 174 – lid 1 – alinea 1 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(b) de debiteur is meer dan 90 dagen achterstallig bij het nakomen van een aanzienlijke kredietverplichting jegens de kredietinstelling, de moederonderneming of een van haar dochterondernemingen.
(b) de debiteur is meer dan 90 dagen achterstallig bij het nakomen van een aanzienlijke kredietverplichting jegens de kredietinstelling, de moederonderneming of een van haar dochterondernemingen. De bevoegde autoriteiten van elke lidstaat mogen een periode van achterstalligheid vaststellen van maximaal 180 dagen voor uitzettingen die zijn gedekt door hypotheken op onroerend goed op op hun grondgebied gevestigde tegenpartijen mits dat gepast is op grond van de plaatselijke voorwaarden. Or. en
Motivering Wat de afschaffing van de bestaande discretionaire bevoegdheden van de lidstaten om wanbetaling voor uitzettingen te definiëren als een periode van achterstalligheid van 180 dagen in plaats van 90 dagen (artikel 174) betreft, is het gereduceerde tijdskader passend noch verenigbaar met sommige nationale hypotheekmodellen waarbij deze afschaffing een aanmerkelijke ontwrichting tot gevolg zal hebben.
AM\895049NL.doc
165/194
PE483.852v01-00
NL
Amendement 763 Philippe De Backer Voorstel voor een verordening Artikel 174 – lid 1 – alinea 1 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(b) de debiteur is meer dan 90 dagen achterstallig bij het nakomen van een aanzienlijke kredietverplichting jegens de kredietinstelling, de moederonderneming of een van haar dochterondernemingen.
(b) de debiteur is meer dan 90 dagen achterstallig bij het nakomen van een aanzienlijke kredietverplichting jegens de kredietinstelling, de moederonderneming of een van haar dochterondernemingen. De bevoegde autoriteiten van elke lidstaat mogen een periode van achterstalligheid vaststellen van maximaal 180 dagen voor uitzettingen die zijn gedekt door hypotheken op onroerend goed op op hun grondgebied gevestigde tegenpartijen mits dat gepast is op grond van de plaatselijke voorwaarden. Or. en
Amendement 764 Sylvie Goulard Voorstel voor een verordening Artikel 174 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement De bevoegde autoriteiten van elke lidstaat mogen een periode van achterstalligheid vaststellen van maximaal 180 dagen voor uitzettingen aangegeven in de artikelen 111 en 118, op op hun grondgebied gevestigde tegenpartijen, mits dat gepast is op grond van de plaatselijke voorwaarden. Or. en Motivering
Deze vermindering van achterstallige dagen houdt geen rekening met de ervaring van de sector, die laat zien dat de meerderheid van leners die bij 90 dagen in gebreke blijven zich PE483.852v01-00
NL
166/194
AM\895049NL.doc
daarna ‘herstelt’, terwijl slechts een minderheid meer dan 180 dagen in gebreke blijft. Daarnaast zullen de hogere risicogewogen activa die banken zullen moeten aanhouden tot duurdere financieringen voor particulieren en kleine partijen leiden.
Amendement 765 Philippe Lamberts, Sven Giegold namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een verordening Artikel 175 – lid 1 – alinea 1 – letter a Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(a) in de eigen ramingen door een instelling van de risicoparameters PD, LGD, omrekeningsfactor en EL is met alle relevante gegevens, informatie en methoden rekening gehouden. De ramingen zijn verricht op grond van historische ervaring en empirisch bewijsmateriaal en niet louter gebaseerd op subjectieve overwegingen. De ramingen zijn aannemelijk en intuïtief en gebaseerd op de wezenlijke determinanten van de respectieve risicoparameters. Hoe minder gegevens een instelling bezit, hoe voorzichtiger zij te werk gaat bij het verrichten van haar ramingen.
(a) in de eigen ramingen door een instelling van de risicoparameters PD, LGD, omrekeningsfactor en EL is met alle relevante gegevens, informatie en methoden rekening gehouden. De ramingen zijn verricht op grond van historische ervaring en empirisch bewijsmateriaal, alsmede op grond van waargenomen en vastgestelde tekortkomingen en gebieden die verbetering behoeven, zoals de aanzienlijke invloed van sociale en milieurisico’s, en zijn niet louter gebaseerd op subjectieve overwegingen. De ramingen zijn aannemelijk en intuïtief, en gebaseerd op de wezenlijke determinanten van de respectieve risicoparameters. Hoe minder gegevens een instelling bezit, hoe voorzichtiger zij te werk gaat bij het verrichten van haar ramingen; Or. en
Motivering Op basis van een voorstel van Friends of the Earth Europe
Amendement 766 Ashley Fox
AM\895049NL.doc
167/194
PE483.852v01-00
NL
Voorstel voor een verordening Artikel 185 – lid 1 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
1. Alle wezenlijke aspecten van de ratingen de ramingsprocedure worden goedgekeurd door het leidinggevend orgaan of een speciaal aangewezen comité daarvan en de directie van de instelling. Deze partijen hebben een algemeen inzicht in de ratingsystemen van de instelling en een diepgaand begrip van de daarmee samenhangende managementverslagen.
Schrappen
Or. en
Amendement 767 Ashley Fox Voorstel voor een verordening Artikel 185 – lid 2 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
2. De directie is onderworpen aan de volgende vereisten:
schrappen
(a) zij stelt het leidinggevend orgaan of een speciaal aangewezen comité daarvan in kennis van wezenlijke wijzigingen in of uitzonderingen op algemeen gebruikelijke beleidslijnen welke een invloed van betekenis hebben op de werking van de ratingsystemen van de instelling; (b) zij heeft een goed inzicht in de opzet en de werking van de ratingsystemen; (c) zij ziet er continu op toe dat de ratingsystemen naar behoren functioneren; De directie wordt regelmatig door de afdelingen kredietrisicobeheersing op de hoogte gebracht van de werking van het ratingproces, de terreinen waarop PE483.852v01-00
NL
168/194
AM\895049NL.doc
verbeteringen noodzakelijk zijn en de vorderingen die zijn gemaakt bij het verhelpen van eerder geconstateerde gebreken. Or. en
Amendement 768 Ashley Fox Voorstel voor een verordening Artikel 185 – lid 3 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
3. De op interne ratings gebaseerde analyse van het kredietrisicoprofiel van de instelling vormt een essentieel onderdeel van de managementverslaggeving aan deze partijen. Bij de verslaggeving wordt ten minste melding gemaakt van het risicoprofiel per klasse, de migratie van de ene klasse naar de andere, de raming van de relevante parameters per klasse en een vergelijking tussen gerealiseerde wanbetalingsgraden en gebruikte eigen ramingen van gerealiseerde LGD's en gerealiseerde omrekeningsfactoren enerzijds en de verwachtingen en de resultaten van stresstesten anderzijds. De frequentie van de verslaggeving hangt af van de belangrijkheid van de informatie, het type informatie en het niveau van de ontvanger.
3. De op interne ratings gebaseerde analyse van het kredietrisicoprofiel van de instelling vormt een essentieel onderdeel van de managementverslaggeving. Bij de verslaggeving wordt ten minste melding gemaakt van het risicoprofiel per klasse, de migratie van de ene klasse naar de andere, de raming van de relevante parameters per klasse en een vergelijking tussen gerealiseerde wanbetalingsgraden en gebruikte eigen ramingen van gerealiseerde LGD's en gerealiseerde omrekeningsfactoren enerzijds en de verwachtingen en de resultaten van stresstesten anderzijds. De frequentie van de verslaggeving hangt af van de belangrijkheid van de informatie, het type informatie en het niveau van de ontvanger.
Or. en Amendement 769 Ashley Fox Voorstel voor een verordening Artikel 185 – lid 4
AM\895049NL.doc
169/194
PE483.852v01-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst 4. De EBA ontwikkelt ontwerpen van technische regelgevingsnormen om de in dit artikel neergelegde vereisten betreffende het leidinggevend orgaan, een speciaal aangewezen comité daarvan en de directie nader te specificeren.
Amendement Schrappen
De EBA legt de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische regelgevingsnormen uiterlijk op 31 december 2014 aan de Commissie voor. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid overgedragen de in de eerste alinea bedoelde technische regelgevingsnormen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure vast te stellen. Or. en
Amendement 770 Sharon Bowles, Ramon Tremosa i Balcells, Olle Schmidt Voorstel voor een verordening Artikel 187 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Artikel 187 bis Het maken van een vergelijkende studie (benchmarken) Instellingen moeten een benchmarkportefeuille toepassen op hun modellen en op kwartaalbasis een overzicht produceren en openbaar maken van het kredietrisiconiveau, de waarde van het risico, de resultaten van stresstesten en de waarde van de risicogewogen activa.
PE483.852v01-00
NL
170/194
AM\895049NL.doc
De EBA stelt de benchmarkportefeuille uiterlijk in juni 2013 vast en maakt de details op haar website openbaar. De EBA mag de portefeuille bijwerken met het oog op ontwikkelingen in activa en modellen en vergelijking met internationaal vergelijkend onderzoek. Or. en Motivering De EBA houdt zich al in enige mate bezig met vergelijkend onderzoek en past dit ook toe als een manier om bankmodellen in andere rechtsgebieden, zoals Singapore, goed te keuren en te toetsen.
Amendement 771 Robert Goebbels Voorstel voor een verordening Artikel 190 – lid 3 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(b) hun liquiditeit is voldoende en hun waarde in de tijd gezien zo stabiel dat ze, gelet op de benadering die wordt gehanteerd om de risicogewogen posten te berekenen en de toegestane mate van erkenning voldoende zekerheid bieden wat de protectie van het krediet betreft.
Schrappen
Or. en Motivering Het amendement is gericht op het verwijderen van een overtolligheid. Alleen die posten die voldoende liquide worden geacht en waarvan de waarde in tijd gezien stabiel genoeg wordt geacht worden immers opgenomen in de lijst van in aanmerking komende activa uit de artikelen 193 tot en met 196. Voorwaarde b) is daarom niet nodig.
Amendement 772 Robert Goebbels
AM\895049NL.doc
171/194
PE483.852v01-00
NL
Voorstel voor een verordening Artikel 190 – lid 5 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst (b) de protectiegever is voldoende betrouwbaar;
Amendement Schrappen
Or. en Motivering Het amendement is gericht op het verwijderen van een overtolligheid. Alleen die protectiegevers die voldoende betrouwbaar worden geacht, zijn immers opgenomen in de lijst van in aanmerking komende protectiegevers zoals vermeld in sectie 2. Voorwaarde b) is daarom niet nodig.
Amendement 773 Robert Goebbels Voorstel voor een verordening Artikel 190 – lid 10 – alinea 1 – letter a Door de Commissie voorgestelde tekst (a) waaruit bestaan voldoende liquide activa en wanneer kunnen de waarden van activa als voldoende stabiel worden beschouwd voor het doel van lid 3;
Amendement schrappen
Or. en Motivering In het amendement wordt de tekst die overtollig is geworden door een amendement op artikel 190, lid 3, letter b verwijderd.
Amendement 774 Robert Goebbels Voorstel voor een verordening Artikel 190 – lid 10 – alinea 1 – letter c
PE483.852v01-00
NL
172/194
AM\895049NL.doc
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(d) wanneer wordt een protectiegever voldoende betrouwbaar geacht voor het doel van letter b van lid 5.
schrappen
Or. en Motivering In het amendement wordt de tekst die overtollig is geworden door een amendement op artikel 190, lid 5, letter b verwijderd.
Amendement 775 Carl Haglund, Sirpa Pietikäinen, Sari Essayah Voorstel voor een verordening Artikel 195 – lid 3 Door de Commissie voorgestelde tekst 3. De instellingen kunnen aandelen in Finse ondernemingen voor de bouw van woningen, welke werkzaam zijn volgens de Finse wet op woningbouwverenigingen van 1991 of latere gelijkwaardige wetgeving ten aanzien van niet-zakelijk onroerend goed dat wordt of zal worden bewoond of verhuurd door de eigenaar, als toelaatbare zekerheid in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed gebruiken, mits aan de voorwaarden in lid 2 is voldaan.
Amendement schrappen
Or. en
Amendement 776 Vicky Ford Voorstel voor een verordening Artikel 195 – lid 8 – alinea 1 – letter a
AM\895049NL.doc
173/194
PE483.852v01-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(a) er bestaan liquide markten, hetgeen blijkt uit de frequente transacties, waarop de zekerheden op een vlotte en economisch efficiënte wijze van de hand kunnen worden gedaan. De instellingen verrichten de beoordeling van deze voorwaarde periodiek en als uit informatie blijkt dat er zich wezenlijke veranderingen in de markt voordoen;
(a) er bestaan liquide markten waarop de zekerheden op een vlotte en economisch efficiënte wijze van de hand kunnen worden gedaan.
Or. en
Amendement 777 Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 195 – lid 8 – alinea 1 – letter a Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(a) er bestaan liquide markten, hetgeen blijkt uit de frequente transacties, waarop de zekerheden op een vlotte en economisch efficiënte wijze van de hand kunnen worden gedaan. De instellingen verrichten de beoordeling van deze voorwaarde periodiek en als uit informatie blijkt dat er zich wezenlijke veranderingen in de markt voordoen;
(a) er bestaan liquide markten, hetgeen blijkt uit de frequente transacties passend bij het type activa, waarop de zekerheden op een vlotte en economisch efficiënte wijze van de hand kunnen worden gedaan. De instellingen verrichten de beoordeling van deze voorwaarde periodiek en als uit informatie blijkt dat er zich wezenlijke veranderingen in de markt voordoen; Or. en
Amendement 778 Vicky Ford Voorstel voor een verordening Artikel 195 – lid 8 – alinea 1 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(b) er bestaan algemeen gangbare, publiek
(b) er bestaan algemeen gangbare, publiek
PE483.852v01-00
NL
174/194
AM\895049NL.doc
beschikbare marktprijzen voor de zekerheden. De instellingen kunnen marktprijzen als gangbaar beschouwen als deze afkomstig zijn van betrouwbare informatiebronnen, zoals publieke indices, en de prijs van de transacties onder normale omstandigheden weerspiegelen. De instellingen kunnen marktprijzen als publiek beschikbaar beschouwen als deze prijzen worden bekendgemaakt en gemakkelijk toegankelijk en regelmatig en zonder onnodige administratieve of financiële lasten verkrijgbaar zijn;
beschikbare marktprijzen voor de zekerheden. De instelling moet kunnen aantonen dat er geen aanwijzingen zijn dat de nettoprijzen die zij ontvangt wanneer de zekerheden worden uitgewonnen, significant van deze marktprijzen afwijken.
Or. en
Amendement 779 Vicky Ford Voorstel voor een verordening Artikel 195 – lid 8 – alinea 1 – letter c Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(c) de instelling analyseert de marktprijzen, tijd en kosten die vereist zijn om de zekerheid te realiseren en de gerealiseerde opbrengst van de zekerheid;
schrappen
Or. en
Amendement 780 Vicky Ford Voorstel voor een verordening Artikel 195 – lid 8 – alinea 1 – letter d Door de Commissie voorgestelde tekst (d) de instelling toont aan dat de gerealiseerde opbrengst van de zekerheid bij meer dan 10% van alle liquidaties voor een bepaalde soort zekerheid niet minder AM\895049NL.doc
Amendement schrappen
175/194
PE483.852v01-00
NL
dan 70% van de waarde van de zekerheid bedraagt. Ingeval de volatiliteit van de marktprijzen aanzienlijk is, tonen de instellingen ten genoegen van de bevoegde autoriteiten aan dat hun waardering van de zekerheid voldoende voorzichtig is. Or. en
Amendement 781 Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 195 – lid 8 – alinea 1 – letter d Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(d) de instelling toont aan dat de gerealiseerde opbrengst van de zekerheid bij meer dan 10% van alle liquidaties voor een bepaalde soort zekerheid niet minder dan 70% van de waarde van de zekerheid bedraagt. Ingeval de volatiliteit van de marktprijzen aanzienlijk is, tonen de instellingen ten genoegen van de bevoegde autoriteiten aan dat hun waardering van de zekerheid voldoende voorzichtig is.
(d) de instelling toont aan dat waar het type activa en een toereikende hoeveelheid gegevens dit toelaten, de meeste liquidaties niet resulteren in opbrengsten die aanmerkelijk lager zijn dan de waarde van de zekerheid. Ingeval de volatiliteit van de marktprijzen aanzienlijk is, tonen de instellingen ten genoegen van de bevoegde autoriteiten aan dat hun waardering van de zekerheid voldoende voorzichtig is. Or. en
Amendement 782 Vicky Ford Voorstel voor een verordening Artikel 195 – lid 8 – alinea 3 Door de Commissie voorgestelde tekst Na de inwerkingtreding van de in lid 10 bedoelde technische uitvoeringsnormen staan de bevoegde autoriteiten de instellingen toe alleen die types andere fysieke zekerheden te gebruiken die in die PE483.852v01-00
NL
Amendement Na de inwerkingtreding van de in lid 10 bedoelde technische uitvoeringsnormen staan de bevoegde autoriteiten de instellingen toe alleen die types andere fysieke zekerheden te gebruiken die 176/194
AM\895049NL.doc
normen opgenomen zijn.
voldoen aan de vereisten van die normen. Or. en
Amendement 783 Jean-Paul Gauzès Voorstel voor een verordening Artikel 195 – lid 9 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
9. Behoudens het bepaalde in artikel 225, lid 2, en wanneer aan de vereisten van artikel 206 is voldaan, mogen uitzettingen uit hoofde van transacties waarbij een instelling onroerend goed aan een derde leaset, op dezelfde wijze worden behandeld als leningen waarvoor geleaset onroerend goed van hetzelfde type als zekerheid fungeert.
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie)
Or. fr
Amendement 784 Vicky Ford Voorstel voor een verordening Artikel 195 – lid 10 – alinea 1 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
De EBA ontwikkelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen om de soorten fysieke zekerheden te specificeren waarvoor aan de onder letter (a) en (b) van lid 8 bedoelde voorwaarden wordt voldaan, gebaseerd op de maatstaven zoals vermeld onder deze letters.
De EBA ontwikkelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen om te specificeren wanneer een bepaalde soort fysieke zekerheid waarvoor aan de onder letter (a) en (b) van lid 8 bedoelde voorwaarden wordt voldaan, gebaseerd op de maatstaven zoals vermeld onder deze letters. Hierbij wordt rekening gehouden met de specifieke rol die fysieke zekerheid speelt in leaseuitzettingen. Or. en
AM\895049NL.doc
177/194
PE483.852v01-00
NL
Amendement 785 Burkhard Balz Voorstel voor een verordening Artikel 197 – lid 1 – letter f Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(f) instellingen;
(f) instellingen en gezamenlijke garantieregelingen / kredietgarantieinstellingen; Or. en Motivering
Verduidelijking
Amendement 786 Olle Schmidt, Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 197 – lid 1 – letter g – punt ii Door de Commissie voorgestelde tekst (ii) die andere ondernemingen hebben, in het geval van instellingen die risicogewogen posten en verwachte verliesposten in het kader van de IRBbenadering berekenen, geen kredietbeoordeling van een erkende EKBI en hebben een interne rating van de instelling gekregen die overeenstemt met een PD die gelijkwaardig is aan die welke overeenstemt met de kredietbeoordelingen van erkende EKBI's welke door de EBA zijn ondergebracht in kredietkwaliteitscategorie 2 of hoger de voorschriften voor het toekennen van risicogewichten aan vorderingen op ondernemingen conform hoofdstuk 2.
Amendement (ii) die andere ondernemingen hebben, in het geval van instellingen die risicogewogen posten en verwachte verliesposten in het kader van de IRBbenadering berekenen, geen kredietbeoordeling van een erkende EKBI en hebben een interne rating van de instelling gekregen.
Or. en
PE483.852v01-00
NL
178/194
AM\895049NL.doc
Motivering Afstemming op Bazel 3. In Bazel 3 worden de op ratings gebaseerde criteria voor in aanmerkingneming expliciet verwijderd voor niet-securitisatieuitzettingen. Deze weglating was ook in eerdere ontwerpen van de VKV opgenomen. Het is niet duidelijk waarom dit opnieuw is opgenomen.
Amendement 787 Burkhard Balz Voorstel voor een verordening Artikel 197 – lid 2 – alinea 3 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement De bevoegde autoriteiten moeten de relevante gezamenlijke garantieregelingen / kredietgarantieinstellingen aangeven aan de EBA overeenkomstig lid 2. Or. en Motivering
Garantiebanken vervullen dezelfde toezichtvereisten als depositobanken. Tot op heden werd hetzelfde risicogewicht van 20% toegepast op beide soorten banken in de nationale tenuitvoerlegging van de Richtlijn Kapitaalvereisten. De flexibiliteit is verdwenen in het huidige wetsinstrument, derhalve is deze verheldering nodig.
Amendement 788 Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 216 – lid 9 – alinea 1 – letter a Door de Commissie voorgestelde tekst (a) wat vertegenwoordigt een immateriële portefeuille met het oog op lid 3;
Amendement (a) definities voor immateriële portefeuilles met het oog op lid 3; Or. en
AM\895049NL.doc
179/194
PE483.852v01-00
NL
Amendement 789 Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 216 – lid 9 – alinea 1 – letter a a (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement (aa) beoordelingsmethode op basis waarvan de bevoegde autoriteiten instellingen toestemming verlenen om de IRB te gebruiken; Or. en
Amendement 790 Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 216 – lid 9 – alinea 1 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(b) de criteria op basis waarvan wordt vastgesteld of een intern model solide is en integer wordt toegepast met het oog op de leden 4 en 5.
(b) de criteria op basis waarvan wordt vastgesteld of een intern model solide is en wordt toegepast met het oog op de leden 4 en 5 en op raamverrekeningsovereenkomsten. Or. en
Amendement 791 Vicky Ford Voorstel voor een verordening Artikel 225 – lid 2 – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst 2. In tabel 5 van dit lid worden de toepasselijke LGD* en de vereiste niveaus van zekerheidsstelling voor de gedekte gedeelten van de uitzettingen weergegeven. Tabel 5 Minimum LGD voor het gedekte gedeelte van de uitzettingen LGD* LGD* voor Vereist Vereist voor nietachtergeste minimumniv minimumniveau achterges lde eau van de van de telde schuldvord zekerheidsste zekerheidsPE483.852v01-00
NL
180/194
AM\895049NL.doc
Kortlopende vorderingen Nietzakelijk/zakel ijk onroerend goed Overige zekerheden
schuldvo rderingen of voorwaar delijke vordering en 35%
eringen of voorwaard elijke vorderinge n
lling van de vordering (C*)
stelling van de vordering (C**)
65%
0%
125%
35%
65%
30%
140%
40%
70%
30%
140%
Amendement van het Parlement 2. In tabel 5 van dit lid worden de toepasselijke LGD* en de vereiste niveaus van zekerheidsstelling voor de gedekte gedeelten van de uitzettingen weergegeven. Tabel 5 Minimum LGD voor het gedekte gedeelte van de uitzettingen LGD* LGD* voor Vereist Vereist voor nietachtergeste minimumniv minimumniveau achterges lde eau van de van de telde schuldvord zekerheidszekerheidsschuldvo eringen of stelling van stelling van de rderingen voorwaard de vordering vordering (C**) of elijke (C*) voorwaar vorderinge delijke n vordering en Kortlopende 35% 65% 0% 125% vorderingen Niet35% 65% 30% 140% zakelijk/zakel ijk onroerend goed, met inbegrip van geleased onroerend goed waarbij de eigendom aan de lessor is overgedragen Overige 40% 70% 30% 140% AM\895049NL.doc
181/194
PE483.852v01-00
NL
zekerheden, met inbegrip van geleased materiaal waarbij de eigendom aan de lessor is overgedragen Or. en Amendement 792 Vicky Ford
Voorstel voor een verordening Artikel 225 – lid 3 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
3. Als alternatief voor de behandeling in de leden 1 en 2, en behoudens artikel 119, lid 2, mogen de instellingen, wanneer alle voorwaarden in artikel 195, lid 6, zijn vervuld, een risicogewicht van 50% toekennen aan het gedeelte van de uitzetting dat, binnen de grenzen van de artikelen 120, lid 2, onder d) repectievelijk 121, lid 2), onder d), volledig gedekt is door niet-zakelijk of zakelijk onroerend goed dat gelegen is binnen het grondgebied van een lidstaat.
Schrappen
Or. en Motivering Dit amendement is in overeenstemming met en een gevolg van amendement [ ] dat leden 3 en 4 van artikel 121 schrapt om arbitrage te voorkomen. Amendement 793 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een verordening Artikel 238 – lid 1 – inleidende formule PE483.852v01-00
NL
182/194
AM\895049NL.doc
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
1. De initiërende instelling van een traditionele securitisatie mag gesecuritiseerde uitzettingen buiten de berekening van risicogewogen uitzettingsbedragen en verwachte verliesposten houden indien aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:
1. De initiërende instelling van een traditionele securitisatie mag 75% van de gesecuritiseerde uitzettingen buiten de berekening van risicogewogen uitzettingsbedragen en verwachte verliesposten houden indien aan een van de volgende voorwaarden is voldaan: Or. en
Amendement 794 Jürgen Klute, Miguel Portas Voorstel voor een verordening Artikel 238 – lid 1 – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
1. De initiërende instelling van een traditionele securitisatie mag gesecuritiseerde uitzettingen buiten de berekening van risicogewogen uitzettingsbedragen en verwachte verliesposten houden indien aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:
1. De initiërende instelling van een traditionele securitisatie mag 75% van de gesecuritiseerde uitzettingen buiten de berekening van risicogewogen uitzettingsbedragen en verwachte verliesposten houden indien aan een van de volgende voorwaarden is voldaan: Or. en
Amendement 795 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een verordening Artikel 238 – lid 6 Door de Commissie voorgestelde tekst 6. De bevoegde autoriteiten houden de EBA op de hoogte van de specifieke gevallen, waarvan sprake in lid 2, waarin de mogelijke vermindering van de AM\895049NL.doc
Amendement 6. De bevoegde autoriteiten houden de EBA op de hoogte van de specifieke gevallen, waarvan sprake in lid 2, waarin de mogelijke vermindering van de 183/194
PE483.852v01-00
NL
risicogewogen uitzettingsbedragen door een overeenkomstige overdracht van kredietrisico aan derden niet gerechtvaardigd is, en het gebruik dat de instellingen van lid 4 maken. De EBA gaat na welke werkwijzen op dit gebied worden gevolgd en geeft overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 richtsnoeren.
risicogewogen uitzettingsbedragen door een overeenkomstige overdracht van kredietrisico aan derden niet gerechtvaardigd is, en het gebruik dat de instellingen van lid 4 maken. De EBA gaat na welke werkwijzen op dit gebied worden gevolgd en ontwikkelt in het licht van de geobserveerde beste praktijken overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 ontwerpen van technische uitvoeringsnormen. Or. en
Motivering Inbreng van de ECB
Amendement 796 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een verordening Artikel 240 – lid 1 – letter a Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
a) in geval van een traditionele securitisatie de door haar gesecuritiseerde posten buiten de berekening van risicogewogen uitzettingsbedragen en — indien van toepassing — van de verwachte verliesposten laten;
a) in geval van een traditionele securitisatie 75% van de door haar gesecuritiseerde posten buiten de berekening van risicogewogen uitzettingsbedragen en — indien van toepassing — van de verwachte verliesposten laten; Or. en
Amendement 797 Jürgen Klute, Miguel Portas Voorstel voor een verordening Artikel 240 – lid 1 – letter a
PE483.852v01-00
NL
184/194
AM\895049NL.doc
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
a) in geval van een traditionele securitisatie de door haar gesecuritiseerde posten buiten de berekening van risicogewogen uitzettingsbedragen en — indien van toepassing — van de verwachte verliesposten laten;
a) in geval van een traditionele securitisatie 75% van de door haar gesecuritiseerde posten buiten de berekening van risicogewogen uitzettingsbedragen en — indien van toepassing — van de verwachte verliesposten laten; Or. en
Amendement 798 Philippe Lamberts namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een verordening Artikel 244 – lid 1 Door de Commissie voorgestelde tekst Bij de berekening van risicogewogen uitzettingsbedragen voor gesecuritiseerde uitzettingen past de initiërende instelling van een synthetische securitisatie, indien aan de in artikel 239 genoemde voorwaarden is voldaan en onverminderd artikel 245, de berekeningsmethoden toe die in deze afdeling zijn vermeld, en niet die welke in hoofdstuk 2 worden beschreven. Voor instellingen die de risicogewogen uitzettingsbedragen en verwachte verliesposten overeenkomstig hoofdstuk 3 berekenen, is de verwachte verliespost met betrekking tot deze uitzettingen nihil.
Amendement Bij de berekening van risicogewogen uitzettingsbedragen voor gesecuritiseerde uitzettingen past de initiërende instelling van een synthetische securitisatie, indien aan de in artikel 239 genoemde voorwaarden is voldaan en onverminderd artikel 245, de berekeningsmethoden toe die in deze afdeling zijn vermeld, en niet die welke in hoofdstuk 2 worden beschreven. Voor instellingen die de risicogewogen uitzettingsbedragen en verwachte verliesposten overeenkomstig hoofdstuk 3 berekenen, is de verwachte verliespost met betrekking tot deze uitzettingen 25% van de verwachte verliespost indien de uitzetting niet werd overgedragen. Or. en Motivering
Buitenmatige risico-overdracht is niet gewenst, aangezien men erdoor minder geneigd is kredietrisico grondig te beoordelen en verantwoordelijkheid te dragen, investeerders meer gaan vertrouwen op externe ratings en systemische risico's toenemen. Daarom wordt een AM\895049NL.doc
185/194
PE483.852v01-00
NL
restwaarde van risicogewicht voor overgedragen uitzettingen ingevoerd zodat buitenmatige overdrachten worden tegengegaan. Merk op dat dit voorgestelde amendement gebaseerd is op een standpuntnota van Finance Watch.
Amendement 799 Jürgen Klute, Miguel Portas Voorstel voor een verordening Artikel 244 – lid 1 Door de Commissie voorgestelde tekst Bij de berekening van risicogewogen uitzettingsbedragen voor gesecuritiseerde uitzettingen past de initiërende instelling van een synthetische securitisatie, indien aan de in artikel 239 genoemde voorwaarden is voldaan en onverminderd artikel 245, de berekeningsmethoden toe die in deze afdeling zijn vermeld, en niet die welke in hoofdstuk 2 worden beschreven. Voor instellingen die de risicogewogen uitzettingsbedragen en verwachte verliesposten overeenkomstig hoofdstuk 3 berekenen, is de verwachte verliespost met betrekking tot deze uitzettingen nihil.
Amendement Bij de berekening van risicogewogen uitzettingsbedragen voor gesecuritiseerde uitzettingen past de initiërende instelling van een synthetische securitisatie, indien aan de in artikel 239 genoemde voorwaarden is voldaan en onverminderd artikel 245, de berekeningsmethoden toe die in deze afdeling zijn vermeld, en niet die welke in hoofdstuk 2 worden beschreven. Voor instellingen die de risicogewogen uitzettingsbedragen en verwachte verliesposten overeenkomstig hoofdstuk 3 berekenen, is de verwachte verliespost met betrekking tot deze uitzettingen 25% van de verwachte verliespost indien de uitzetting niet werd overgedragen. Or. en
Amendement 800 Philippe Lamberts, Sven Giegold Voorstel voor een verordening Artikel 264 – lid 3 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement 3 bis. Instellingen waarop deze verordening van toepassing is, gebruiken geen Geoscoring om de kredietwaardigheid van hun cliënten te bepalen.
PE483.852v01-00
NL
186/194
AM\895049NL.doc
Or.en Motivering Geoscoring is een methode om de kredietwaardigheid van cliënten te bepalen op basis van geografische indicatoren zoals postcodes. Door deze methode wordt niet gekeken naar de persoonlijke kenmerken van de cliënten, maar naar de kredietwaardigheid van de buurt waarin hij woont. Bijgevolg is men met Geoscoring geneigd om alle inwoners van een bepaald geografisch gebied in dezelfde categorie in te delen, onafhankelijk van de persoonlijke situatie en het leven van de persoon. Dit is een schending van de bescherming van hun persoonlijke levenssfeer en leidt tot discriminatie.
Amendement 801 Ashley Fox Voorstel voor een verordening Artikel 280 – lid 4 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
4. Het leidinggevend orgaan en de directie van een instelling zijn actief betrokken bij, en zorgen ervoor dat voldoende middelen worden toegewezen aan het management van het CCR. De directie heeft middels een formeel proces kennis van de beperkingen en aannames van het gebruikte model en het mogelijke effect van die beperkingen en aannames op de betrouwbaarheid van de output. De directie heeft tevens kennis van de onzekerheden van het marktklimaat en operationele kwesties, en van de wijze waarop deze in het model tot uiting komen.
4. Een instelling heeft middels een formeel proces kennis van de beperkingen en aannames van het gebruikte model en het mogelijke effect van die beperkingen en aannames op de betrouwbaarheid van de output. De instelling heeft tevens kennis van de onzekerheden van het marktklimaat en operationele kwesties, en van de wijze waarop deze in het model tot uiting komen.
Or. en
Amendement 802 Ashley Fox Voorstel voor een verordening Artikel 280 – lid 8
AM\895049NL.doc
187/194
PE483.852v01-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
8. Een instelling creëert en houdt een ordelijk en strikt programma van stresstesten aan. De resultaten van die stresstesten worden door de directie regelmatig en ten minste om het kwartaal getoetst en worden verwerkt in de CCRgedragslijnen en -limieten die door het leidinggevend orgaan of de directie worden bepaald. Wanneer uit de stresstesten blijkt dat er sprake is van bijzondere kwetsbaarheid voor een bepaalde samenloop van omstandigheden, neemt de instelling terstond maatregelen om die risico's te beheren.
8. Een instelling creëert en houdt een ordelijk en strikt programma van stresstesten aan. De resultaten van die stresstesten worden door de instelling regelmatig en ten minste om het kwartaal getoetst en worden verwerkt in de CCRgedragslijnen en -limieten die door de instelling worden bepaald. Wanneer uit de stresstesten blijkt dat er sprake is van bijzondere kwetsbaarheid voor een bepaalde samenloop van omstandigheden, neemt de instelling terstond maatregelen om die risico's te beheren.
Or. en
Amendement 803 Ashley Fox Voorstel voor een verordening Artikel 285 – lid 6 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
6. De instellingen verstrekken de directie en het bevoegde comité van het leidinggevend orgaan regelmatig verslagen over zowel het specifieke als het algemene wrong-way risico en de stappen die worden ondernomen om die risico's te beheren.
Schrappen
Or. en
Amendement 804 Ashley Fox Voorstel voor een verordening Artikel 287 – lid 1 – letter d
PE483.852v01-00
NL
188/194
AM\895049NL.doc
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
d) het leidinggevend orgaan en de directie worden betrokken bij het risicocontroleproces en zorgen ervoor dat er voldoende middelen worden uitgetrokken voor de controle van het krediet- en tegenpartijkredietrisico. In dit verband worden de dagelijkse rapporten die door het overeenkomstig artikel 281, lid 1, onder a), opgerichte onafhankelijke afdeling voor risicocontrole zijn opgesteld, getoetst door een managementniveau met voldoende anciënniteit en bevoegdheden om zowel verminderingen van de posities die afzonderlijke handelaren ingenomen hebben als verminderingen in de totale risicoblootstelling van de instelling af te dwingen;
d) De dagelijkse rapporten die door het overeenkomstig artikel 281, lid 1, onder a), opgerichte onafhankelijke afdeling voor risicocontrole zijn opgesteld, worden getoetst door een managementniveau met voldoende anciënniteit en bevoegdheden om zowel verminderingen van de posities die afzonderlijke handelaren ingenomen hebben als verminderingen in de totale risicoblootstelling van de instelling af te dwingen;
Or. en
Amendement 805 Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 289 – lid 1 – alinea 1 – letter c Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
c) contractuele productoverschrijdende verrekeningsovereenkomsten voor instellingen die de methode van afdeling 6 gebruiken voor transacties die onder het toepassingsgebied van die methode vallen.
c) contractuele productoverschrijdende verrekeningsovereenkomsten voor instellingen die van de bevoegde autoriteit goedkeuring hebben gekregen om de methode van afdeling 6 gebruiken voor transacties die onder het toepassingsgebied van die methode vallen. Dit wordt door de EBA gemonitord. Or. en
Amendement 806 Ashley Fox AM\895049NL.doc
189/194
PE483.852v01-00
NL
Voorstel voor een verordening Artikel 296 – lid 1 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
1. De instellingen monitoren al hun uitzettingen op de ctp's en rapporteren regelmatig informatie over die uitzettingen aan hun directie en bevoegde comité of comités van het leidinggevend orgaan.
1. De instellingen monitoren al hun uitzettingen op de ctp's.
Or. en
Amendement 807 Burkhard Balz Voorstel voor een verordening Artikel 296 – lid 5 – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
5. Bij wijze van alternatief voor de in lid 4 gespecificeerde benadering mag een instelling, wanneer zij een cliënt is, de eigenvermogensvereisten voor haar ctpgerelateerde transacties met het clearinglid berekenen in overeenstemming met de artikelen 297 tot en met 300 mits beide volgende voorwaarden worden vervuld:
5. Bij wijze van alternatief voor de in lid 4 gespecificeerde benadering mag een instelling, wanneer zij een cliënt is, de eigenvermogensvereisten voor haar ctpgerelateerde transacties met het clearinglid berekenen in overeenstemming met de artikelen 297 tot en met 300 mits
Or. en Motivering De voorwaarde a) van gescheiden transacties en activa buiten het faillissement is voldoende om het tegenpartijkredietrisico aanzienlijk te verlagen. Een verplichting om de posities van het clearinglid over te dragen in geval van insolventie is in de praktijk niet haalbaar. Hiervoor zou een ander clearinglid contractueel moeten garanderen dat hij alle potentiële posities van dit clearingslid overneemt. Geen enkele onderneming gaat zo een overeenkomst sluiten.
PE483.852v01-00
NL
190/194
AM\895049NL.doc
Amendement 808 Burkhard Balz Voorstel voor een verordening Artikel 296 – lid 5 – letter b Door de Commissie voorgestelde tekst b) de wetten, voorschriften, regels en contractuele regelingen die van toepassing zijn op of bindend zijn voor die instelling of de ctp waarborgen in geval van wanbetaling of insolventie van het clearinglid de overdracht van de posities van de instelling met betrekking tot die contracten en transacties en van de bijbehorende zekerheid aan een ander clearinglid binnen de toepasselijke margerisicoperiode.
Amendement Schrappen
Or. en Justification De voorwaarde a) van gescheiden transacties en activa buiten het faillissement is voldoende om het tegenpartijkredietrisico aanzienlijk te verlagen. Een verplichting om de posities van het clearinglid over te dragen in geval van insolventie is in de praktijk niet haalbaar. Hiervoor zou een ander clearinglid contractueel moeten garanderen dat hij alle potentiële posities van dit clearingslid overneemt. Geen enkele onderneming gaat zo een overeenkomst sluiten.
Amendement 809 Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 297 – lid 1 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
1. Een instelling past een risicogewicht van 2% toe op de uitzettingswaarden van al haar uitzettingen in de handelsportefeuille op ctp's.
1. Een instelling past een risicogewicht van 2% toe op de uitzettingswaarden van al haar uitzettingen in de handelsportefeuille op ctp's, tenzij dergelijke instelling uitsluitend handelt als financieel tussenpersoon tussen een cliënt en een
AM\895049NL.doc
191/194
PE483.852v01-00
NL
ctp. Indien een clearinglid optreedt als financieel tussenpersoon tussen een cliënt en een ctp, is een risicogewicht van 0% van toepassing op de uitzettingswaarden van al haar uitzettingen in de handelsportefeuille op ctp’s voor de transacties van de cliënt. Or. en Motivering Hoewel de bepalingen over de oorspronkelijke marge centrale clearing waarschijnlijk stimuleren, kunnen de kapitaalvereisten in het voorstel van de Commissie de centrale clearing van de transacties van cliënten ontmoedigen door aan een bank hogere kapitaalvereisten te stellen voor de transacties die hij centraal cleart voor zijn klanten dan voor bilaterale transacties met cliënten. Bij een transactie die hij centraal cleart voor een cliënt, zal de bank nog altijd onderhevig zijn aan de bilaterale kapitaalvereisten, maar zal hij daarnaast ook onderhevig zijn aan een 2% risicogewicht op zijn uitzetting op ctp's en een vereiste voor uitzetting op mogelijke zekerheden. Het voorgestelde kapitaalkader zou centrale clearing van transacties tussen banken sterk stimuleren, maar zou waarschijnlijk ook de clearing van transacties van cliënten ontmoedigen.
Amendement 810 Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 297 – lid 5 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement 5 bis. Niettegenstaande lid 1, mogen de totale CVA-vereisten niet hoger zijn voor clearing- dan voor bilaterale overeenkomsten. Indien dit het geval is, voert de bevoegde autoriteit wijzigingen uit om de CVA te verlagen. De EBA ontwikkelt in samenspraak met de EAEM ontwerpen van technische regelgevingsnormen om de wijzigingen te specificeren. Or. en
PE483.852v01-00
NL
192/194
AM\895049NL.doc
Amendement 811 Sharon Bowles, Olle Schmidt Voorstel voor een verordening Artikel 299 – lid 7 – alinea 1 – inleidende formule Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
De EBA ontwikkelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen met het oog op de specificatie van het volgende:
De EBA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de voor toezicht op ctp’s bevoegde autoriteiten, ontwerpen van technische uitvoeringsnormen met het oog op de specificatie van het volgende: Or. en
Amendement 812 Sharon Bowles, Olle Schmidt Voorstel voor een verordening Artikel 299 – lid 7 – alinea 2 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
De EBA legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 aan de Commissie voor.
De EBA legt, in nauwe samenwerking met de voor toezicht op ctp’s bevoegde autoriteiten, die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 aan de Commissie voor. Or. en
Motivering Een voldoende hoog niveau van kapitaalvereisten is essentieel voor financiële stabiliteit. Nauwe samenwerking tussen effectenregelgevers, bankentoezichthouders en centrale banken als toezichthoudend orgaan is nodig om dubbele regelgeving of achterdeurtjes te vermijden. Ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen en eisen voor ctp’s moeten door een autoriteit van de Unie in samenwerking met ESCB-leden worden ontwikkeld.
Amendement 813 Sharon Bowles Voorstel voor een verordening Artikel 300 bis (nieuw) AM\895049NL.doc
193/194
PE483.852v01-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement Artikel 300 bis Ctp’s met bankvergunning Ctp’s met een bankvergunning als toegekend overeenkomstig Verordening (EU) nr. [xxxx/xxxx] van [datum] betreffende transacties in otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters, maken hun gebruik van liquiditeit van de centrale bank bekend om aan te tonen dat ze niet afhankelijk zijn van de liquiditeit van de centrale bank voor solventie of goedkope financiering, wat tot oneerlijke mededinging zou leiden. De EBA monitort in samenspraak met de EAEM het gebruik en de gevolgen van de toepassing van de aanvullende vereisten onder deze verordening door de lidstaten, met name om ervoor te zorgen dat ctp’s voldoende toegang hebben tot liquiditeit, en beoordeelt mogelijke onbedoelde gevolgen en overloopeffecten op andere lidstaten of verstoring van de interne markt. Or. en
PE483.852v01-00
NL
194/194
AM\895049NL.doc