Jaarverslag 2012
02
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Jaarverslag 2012 Inhoudsopgave 2
Voorwoord van de hoofddirectie
6
Rabo Vastgoedgroep in 2012
6 Kerncijfers 6
Bestuur per 31 december 2012
7 Organogram 8 Kerngegevens 9
Kerngegevens MVO (Nederland)
10
Rabo Vastgoedgroep in beeld
10
Visie
10
Profiel
10
Activiteiten
13
Profiel Rabobank Groep
14
Bericht van de raad van commissarissen
16
Verslag van de hoofddirectie
16
Rabo Vastgoedgroep in 2012
16
Visie en strategie
17
Ondernemingsbeleid
25
Samenwerking Rabobank Groep
26
Marktontwikkelingen 2012
29
Financieel resultaat
30
Ontwikkeling
34
Financiering
36
Investment Management
38
Medewerkers
38
Vooruitzichten
40
Directeuren per divisie
42
Contactgegevens
44
Jaarrekening 2012
46
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening
47 Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde
en niet-gerealiseerde resultaten
48
Geconsolideerde balans
49
Geconsolideerd vermogensoverzicht
50
Geconsolideerd overzicht van kasstromen
51
Toelichting op de geconsolideerde
jaarrekening 68 Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening 75
Toelichting op de geconsolideerde balans
96
Overige informatie
2
10
Voorwoord van de hoofddirectie
Rabo Vastgoedgroep in beeld
Rabo Vastgoedgroep behoudt haar solide en robuuste basis, in een turbulente omgeving.
Realiseren van de ambities van onze klanten op het gebied van wonen, werken, winkelen en recreëren.
16 Rabo Vastgoedgroep in 2012 Lastige omstandigheden op de vastgoedmarkt beïnvloeden het resultaat van Rabo Vastgoedgroep.
38 Vooruitzichten Onze kennis en expertise zijn het onderscheidende vermogen waarmee we de uitdagingen aangaan.
2
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Voorwoord van de hoofddirectie
Omgaan met structurele markthervormingen We kunnen stellen dat vele indicatoren voor de markten van vastgoedontwikkeling, -financiering en -investment management op rood staan. De voortdurende politieke onzekerheid maakt dat het consumentenvertrouwen danig is aangetast. De dalende koopkracht, de oplopende werkloosheid en de diffuse situatie over het woningmarktbeleid maken dat de consument meer spaart en minder besteedt. De zorgen over de aanhoudende financiële crisis in Europa en de terug houdendheid van banken om nieuwe kredieten te verschaffen (mede door de verhoging van de kapitaaleisen), leiden ertoe dat het sentiment er niet beter op wordt. Duitsland onttrekt zich aan de malaise, waardoor de vastgoedmarkt zich daar positief ontwikkelt. Ondanks de negatieve teneur en de ronduit moeilijke markt omstandigheden zien wij dat binnen de bedrijven van Rabo Vastgoedgroep alert wordt gereageerd op de kansen die zich voordoen in de vastgoeddeelmarkten. Daarbij bestaat nadrukkelijk veel aandacht voor risicobeheersing. Rabo Vastgoedgroep heeft dan ook scherp zicht op de risico’s van de huidige crisismarkt en deze worden nadrukkelijk gemanaged. Ook op de resultaten van Rabo Vastgoedgroep had de crisis impact, wat heeft geleid tot het eerste negatieve groeps resultaat sinds haar oprichting. Rabo Vastgoedgroep werd geconfronteerd met afwaarderingen op vastgoedposities, alsmede met waardeveranderingen van vorderingen. Vanwege de waardeveranderingen van vorderingen nam de winst gevendheid van FGH Bank af. FGH Bank boekte echter wel ruimschoots zwarte cijfers. De bedrijven van Rabo Vastgoedgroep laten een gedifferentieerd beeld zien. Voor Bouwfonds Property Development geldt dat de aanzienlijke daling van het aantal verkochte woningen in belangrijke mate is toe te schrijven aan de slechte woningmarkt in Nederland. In het buitenland werd net als in 2011 een hoger aantal transacties gerealiseerd dan in Nederland. In Duitsland ontwikkelde de markt en daarmee ook het resultaat, zich positief. In Frankrijk werd een goed resultaat behaald, maar ook de Franse woningmarkt is in 2012 onder druk komen te staan. MAB Development had succes met de verhuur en verkoop van commercieel vastgoed. De productie bleef echter achter. Voor de Duitse en Franse markten voor vastgoedontwikkeling
geldt dat deze niet zo sterk onder druk staan als de Nederlandse vastgoedmarkt. Dit vormt een bevestiging van de gevoerde internationale strategie. FGH Bank kreeg dit jaar te maken met hoge waarde veranderingen van vorderingen, waardoor de winstgevendheid is afgenomen. De omvang van de kredietportefeuille bleef stabiel, wel is de intensiteit van het beheer van de portefeuille verder toegenomen. Bouwfonds REIM was succesvol met de groei van bestaande fondsen en het plaatsen van nieuwe fondsen. Toch viel de instroom van vermogen tegen en was sprake van uitstroom van vermogen en afwaarderingen. Bouwfonds REIM heeft de nodige organisatorische veranderingen doorgevoerd, wat leidt tot meer focus in haar markt- en productbenadering. Conform de visie en strategie van Rabo Vastgoedgroep wordt intensief gewerkt aan het bieden van toegevoegde waarde als vastgoedexpertisecentrum van de Rabobank Groep. Lokale Rabobanken doen in toenemende mate een beroep op FGH Bank. Dit betreft aanvragen voor taxaties, voor analyses van vastgoedfinancieringsaanvragen, voor revisies van financiële belangen en voor portefeuilleanalyses. De regiokantoren van Bouwfonds Ontwikkeling trekken steeds meer op met lokale Rabobanken bij de verkoop van woningen, de ontwikkeling van regionale woningmarktvisies en bij initiatieven om de regionale woningmarkt te stimuleren. Bouwfonds REIM intensiveerde de samenwerking met Robeco Duitsland voor de verkoop en distributie van een Europees vastgoedfonds. Dit resulteerde in een forse instroom van vermogen in het betreffende fonds. In 2012 werden binnen alle bedrijfsonderdelen processen afgerond gericht op heroriëntatie en kostenreductie. Dit door de aanhoudend moeilijke marktomstandigheden en het vooralsnog uitblijven van economisch herstel. Bij Bouwfonds Ontwikkeling, MAB Development, Bouwfonds REIM en het Bestuurscentrum heeft dit helaas geleid tot gedwongen afscheid van collega’s. In de zorgvuldige besluitvorming is intensief samengewerkt met de ondernemingsraad. Voor een deel betroffen het aanpassingen in de organisaties, die al eerder waren voorzien en waarvan het tempo voor realisatie flink werd opgeschroefd. Dit heeft in 2012 geresulteerd in kostenniveaus die fors lager waren dan in 2011. Voor FGH Bank geldt dat de marktomstandigheden geleid hebben tot verdere efficiency
3
en versobering, maar niet tot personele krimp. De verdere intensivering van risicomanagement vereist juist extra aandacht. In september 2012 werd overeenstemming bereikt met de vakbonden over de cao-afspraken 2012/2013. Belangrijk uitgangspunt hierin is dat zo veel mogelijk pas op de plaats wordt gemaakt met de arbeidsvoorwaarden en dat de huidige afspraken gehandhaafd blijven. Dit betekent dat er geen collectieve loonsverhogingen plaatsvinden en dat het huidige Sociaal Plan gehandhaafd blijft. In de tussentijd wordt met de vakbonden overlegd over de ‘cao voor overmorgen’, met belangrijke thema’s als beloning, mobiliteit, modernisering en ook versobering. Binnen Rabo Vastgoedgroep hechten wij grote waarde aan de transparantie en integriteit in de vastgoedmarkt en in de verslaglegging hieromtrent. Betrokkenheid bij het maat schappelijk debat binnen de sector hoort daarbij. Wij geven dit onder meer vorm door lidmaatschappen van diverse brancheorganisaties, waaronder de NEPROM en de IVBN. In het Integriteit Overleg Vastgoed (IOV) neemt FGH Bank, namens de vastgoedfinanciers, deel. Rabo Vastgoedgroep werkt samen met de Nederlandse Belastingdienst gebaseerd op horizontaal toezicht. Zij baseren hun onderlinge relatie op transparantie, begrip en vertrouwen. Hans van der Linden is per 1 december 2012 toegetreden tot de raad van bestuur van Rabobank Nederland. Hij heeft vanaf zijn aantreden in 2009 een belangrijke rol gehad, met name in het creëren van verbindingen tussen de bedrijven van Rabo Vastgoedgroep en de Rabobank-organisatie. Wij kunnen stellen dat mede door de bestuurlijke rol van Hans van der Linden de bedrijven een solide marktpositie hebben kunnen behouden. De rol van voorzitter van de hoofddirectie van Rabo Vastgoedgroep wordt tijdelijk door Peter Keur waargenomen.
i Van links naar rechts: Walter de Boer, Isaäc Kalisvaart, Peter Keur, Jos van Lange en Jaap Gillis
4
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Vooruitblik voor 2013 Europa blijft vooralsnog kampen met diverse financiële en politieke perikelen. Voor Nederland geldt dat een fors pakket aan structurele hervormingen is geformuleerd, dat voor financiële onzekerheid zorgt in alle lagen van de bevolking. Het huidige gebrek aan vertrouwen zorgt voor een flinke rem op de bestedingen van consumenten en op de investerings drang van het bedrijfsleven. Onze verwachting voor 2013 is dan ook dat de commerciële activiteiten en resultaten van Rabo Vastgoedgroep onder druk blijven staan. Vanuit financiële optiek betekent dit dat potentiële afwaarderingen en mogelijke voorzieningen het groepsresultaat negatief kunnen blijven beïnvloeden. Aan de andere kant willen we het negatieve beeld enigszins nuanceren. Voor de tweede helft van 2013 wordt een lichte groei van de Nederlandse economie verwacht. Dat zal niet direct betekenen dat ook de vastgoedmarkt weer op de weg omhoog gaat, maar hopelijk ligt het dieptepunt dan wel achter ons. Tegen de geschetste achtergrond blijft ons beleid gericht op het scherp in beeld houden van risico’s. Dit met een stevige kostenbewaking, terwijl wij commerciële kansen onveranderd zullen benutten. Het herstel van de vastgoeddeelmarkten is in hoge mate afhankelijk van factoren die buiten onze beïnvloedingssfeer liggen. Politiek leiderschap binnen de Europese Unie is cruciaal om te komen tot de positieve impulsen, die nodig zijn om het vertrouwen in de breedte te herstellen. In deze buitengewoon onzekere markt houden wij vast aan onze strategie, waarbij onderscheidende divisies vanuit hun eigen kracht in de verschillende vastgoedsegmenten kunnen opereren. Wij bieden een breed scala van vastgoedexpertise en vastgoedgerelateerde diensten, waarbij de wensen van de klant centraal staan. De diversificatie van de bedrijven in de Nederlandse markt en in de focuslanden Frankrijk en Duitsland blijft daarbij speerpunt van beleid.
De marktposities van Bouwfonds Property Development, MAB Development, FGH Bank en Bouwfonds REIM dragen alle bij aan een solide positie voor Rabo Vastgoedgroep als geheel. Dit wordt versterkt doordat Rabo Vastgoedgroep onderdeel uitmaakt van de Rabobank Groep. Om die marktposities te behouden staat ook in 2013 het investeren in de ontwikkeling van de medewerkers centraal. De arbeidsmarkt wordt op termijn krapper. Het aantrekken en behouden van waardevolle expertise en vaardigheden is van groot belang om de leidende positie van onze groep van bedrijven te kunnen behouden op de enerverende en specialistische markten van vastgoedontwikkeling, -financiering en -investment management. Wij hebben het vertrouwen dat de gebundelde kracht, capaciteit, creativiteit en visie binnen Rabo Vastgoedgroep het onderscheidend vermogen biedt om de uitdagingen in 2013 aan te gaan en deze om te zetten in toegevoegde waarde voor onze klanten. De betrokkenheid van de Rabobank Groep als financieel sterke aandeelhouder biedt ons daarbij een solide en robuuste basis.
Hoevelaken, 10 april 2013 Peter Keur, vicevoorzitter Walter de Boer Jaap Gillis Isaäc Kalisvaart Jos van Lange
5
6
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Rabo Vastgoedgroep in 2012
Kerncijfers Nettoresultaat
-/- € 113 miljoen
Rendement op eigen vermogen
-/- 6,9%
Aantal verkochte woningen in Nederland en in het buitenland
6.312
Productie commercieel vastgoed
€ 218 miljoen
Omvang kredietportefeuille FGH Bank
€ 19,2 miljard
Beheerd vermogen Bouwfonds REIM 1
€ 5,5 miljard
Bestuur per 31 december 2012 Hoofddirectie
Raad van commissarissen
P.C. Keur (Peter) FGH Bank, vicevoorzitter
L.C. Brinkman, voorzitter
W.P. de Boer (Walter) Bouwfonds Property Development
S.N. Schat, vicevoorzitter
J.C.M.A. Gillis (Jaap) Bouwfonds REIM
J.G. Blokhuis
I.M. Kalisvaart (Isaäc) MAB Development
L.M.J. van Halderen
J.H.P.M. van Lange (Jos) Chief Financial & Risk Officer
1 Bouwfonds REIM past sinds 2012 een nieuwe rekensystematiek voor beheerd vermogen toe, welke in lijn is met internationale richtlijnen.
7
Organogram
Ontwikkeling Wonen
Ontwikkeling Commercieel Vastgoed
Financiering
BESTUURSCENTRUM
Investment Management
Beheer Maatschappelijke Fondsen
8
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Kerngegevens Resultaat 2012 2011 Nettoresultaat
€ miljoen
(113) 31
€ miljoen € miljoen € miljoen
1.591 1.698 – 40 1.607 1.753
Vermogenspositie Eigen vermogen Achtergestelde leningen Aansprakelijk groepsvermogen
Ratio’s Rendement op eigen vermogen % (6,9) 1,9 BIS-ratio kernvermogen % 9,4 10,2 BIS-ratio totaal toetsingsvermogen % 9,4 10,5 Raroc % (7,2) 1,8
Productie Verkochte woningen (inclusief projecten van derden) Productie commercieel vastgoed
aantal 6.312 8.206 € miljoen 218 269
Portefeuille (bruto) € miljoen € miljoen € miljoen
19.204 5.528 2.945
19.009 5.887 3.033
aantal m2
87.000 2.297.000
85.000 2.781.000
Fte’s aantal – Binnenland – Buitenland
1.622 1.086 536
1.709 1.208 501
Totaal aantal medewerkers aantal – Binnenland – Buitenland
1.769 1.205 564
1.850 1.326 524
Kredieten Beheerd vermogen 2 Beheerd duurzaam maatschappelijk vermogen
Ontwikkelingsportefeuille Woningen Commercieel vastgoed
Medewerkers
2 Vergelijkend cijfer is aangepast en is in lijn met het cijfer voor 2012, samengesteld op basis van een nieuwe rekensystematiek voor beheerd vermogen in lijn met internationale richtlijnen.
9
Kerngegevens MVO (Nederland) Personeelsgegevens 3 2012 2011 Medewerkers (in fte) Ziekteverzuim Vrouwen in dienst Vrouwen in hogere functies (> schaal 11) Opleidingsinvesteringen per fte
aantal % % % € duizend
1.147 2,7 36 20 1,28
1.218 3,4 37 20 1,19
€ duizend
984
1.378
Sponsoring en donaties Sponsoring en donaties
Bedrijfsvoering CO₂-uitstoot bedrijfsvoering CO₂-uitstoot per fte Elektriciteitsgebruik Aandeel groene stroom Gasverbruik Papiergebruik A4 Leaseportefeuille A-, B- en C-auto’s ten opzichte van totaal
duizend ton CO2 ton CO2 kWh per fte % m3 per m2 brutovloeroppervlak kg per fte %
4,2 4,8 3,6 4,0 4.874 4.956 97 97 11,2 10,3 48 45 97 94
Fondsenbeheer Nederland Beheerd duurzaam maatschappelijk vermogen
€ miljoen
2.945
3.033
aantal € miljoen € miljoen € miljoen aantal
48 171 162 36 5
44 172 152 19 4
Kengetallen van de onafhankelijke maatschappelijke fondsen Industrieel erfgoed in eigendom en herontwikkeling dienstverlening (BOEi) Verstrekte stimuleringsleningen voor volkshuisvesting (SVn) Verstrekte financieringen voor restauraties (Nationaal Restauratiefonds) Verstrekte financieringen voor natuurontwikkelingsprojecten (Nationaal Groenfonds) Boerderijen in eigendom en herontwikkeling (Boerderij en Landschap)
3 Gebaseerd op het gemiddeld aantal fte.
10
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Rabo Vastgoedgroep in beeld
Visie In de visie van Rabo Vastgoedgroep is vastgoed een belangrijke factor voor het welzijn en de welvaart van mensen en vormt het een essentieel onderdeel van de bedrijfsvoering van ondernemingen. Daarom helpen wij graag om de ambities van onze klanten en opdrachtgevers op het gebied van wonen, werken, winkelen en recreëren te realiseren. Concreet vertalen wij de ambities in gebiedsontwikkelingen, vastgoedprojecten, -financieringen en -beleggingen. Wij streven naar een gezonde balans tussen de sociale, economische en ecologische effecten van onze vastgoedactiviteiten. Binnen de vastgoedsector willen we tot de top in duurzaamheid behoren. Duurzaamheid is dan ook op alle fronten verweven in het beleid van de bedrijven van Rabo Vastgoedgroep. Met Fondsenbeheer Nederland maken wij bovendien de groei mogelijk van maatschappelijke fondsen op het gebied van cultureel erfgoed, volkshuisvesting, natuur en landschap. Ook op deze manier heeft Rabo Vastgoedgroep oog voor morgen en dragen we bij aan een groeiende welvaart en een betere leefomgeving.
Profiel Rabo Vastgoedgroep is het vastgoedexpertisecentrum van de Rabobank Groep. Wij zijn een vastgoedonderneming die actief is in vastgoedontwikkeling (woongebieden en commercieel vastgoed), vastgoedfinanciering, investment management en het beheer van maatschappelijke fondsen. Dat doen wij onder de merknamen Bouwfonds Property Development, MAB Development, FGH Bank, Bouwfonds REIM en Fondsenbeheer Nederland. Rabo Vastgoedgroep behoort tot de grootste vastgoedondernemingen in Europa. Buiten Nederland zijn wij vooral actief in Frankrijk en Duitsland.
Activiteiten Ontwikkeling Integrale woongebieden en kleinschalige multifunctionele projecten Bouwfonds Property Development realiseert als één van de grootste Europese gebiedsontwikkelaars al ruim 65 jaar integrale woongebieden en kleinschalige multifunctionele
projecten. Bouwfonds Property Development is een stabiele en betrouwbare partner die kwaliteit, duurzaamheid en de klant centraal stelt. Doel is om leefomgevingen te realiseren met een hoge gebruiks-, belevings- en toekomstwaarde. Bouwfonds Property Development, in Nederland actief onder de merknaam Bouwfonds Ontwikkeling, kan dankzij de marktkennis van haar regiokantoren en het fijnmazige netwerk van de lokale Rabobanken daadkrachtig inspelen op specifieke lokale omstandigheden. Bouwfonds Ontwikkeling legt als gebieds ontwikkelaar de focus op de beginfase van het ontwikkelings proces en legt daarmee samen met gemeenten en andere partijen de basis voor een succesvolle, integrale gebieds ontwikkeling. Bouwfonds Property Development is marktleider in Nederland en heeft een sterke positie in Frankrijk (Bouwfonds Marignan) en Duitsland (Bouwfonds Immobilienentwicklung). Commercieel vastgoed en toonaangevende multifunctionele projecten MAB Development is met vestigingen in Nederland, Frankrijk en Duitsland één van de leidende ontwikkelaars van commercieel vastgoed in Europa. Visie en durf leiden al meer dan veertig jaar tot toonaangevende projecten. Samen met gebruikers en geïnspireerd door de locatie worden duurzame en succesvolle combinaties van winkelen, werken, wonen en recreëren toegevoegd aan de stedelijke omgeving. De meerwaarde van MAB Development bestaat uit een focus op de klant, het kiezen van de juiste locatie, een gedegen stedenbouwkundige benadering, bijzondere architectuur en een duurzame aanpak. Met een sterkere focus op retail en binnenstedelijke heront wikkeling draagt MAB Development bij aan een levendige omgeving in de stad.
Financiering FGH Bank is specialist in het financieren van commercieel vastgoed. Vastgoedfinanciering vraagt om een doordachte en gedegen aanpak, waarbij betrouwbaarheid, deskundigheid en professionaliteit een grote rol spelen. FGH Bank heeft alle vastgoedkennis in eigen huis: het commerciële team wordt ondersteund door vastgoedanalisten, taxateurs en bouw kundigen. Ook op juridisch en fiscaal gebied staan experts paraat. Het landelijk dekkend netwerk van regiokantoren zorgt ervoor dat FGH Bank weet wat er in de regionale en lokale vastgoedmarkten speelt en wat haar klanten bezighoudt.
11
Investment Management
Beheer Maatschappelijke Fondsen
Bouwfonds REIM biedt, als real estate investment manager, beleggingsproducten voor institutionele beleggers in de sectoren woningen en commercieel vastgoed, parkeergarages, telecommunicatie-infrastructuur en landbouw. De producten zijn gebaseerd op maatschappelijk verantwoorde beleggings principes. Kennis van de lokale situatie is een vereiste bij deze activiteiten. Bouwfonds REIM werkt dan ook, met hoofdkantoor in Nederland, met gespecialiseerde teams vanuit lokale kantoren in Duitsland en Frankrijk. Bouwfonds REIM behoort in Nederland tot de tien grootste spelers op het gebied van vastgoedbeleggingen.
Fondsenbeheer Nederland is een onafhankelijke beheerder van verschillende maatschappelijke fondsen en organisaties. Elk fonds zet zich intensief in voor een betere kwaliteit van onze leefomgeving. Fondsenbeheer Nederland voert het management voor: • Nationaal Restauratiefonds; • Nationaal Groenfonds; • Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn); • Nationale Maatschappij tot Behoud, Ontwikkeling en Exploitatie van Industrieel Erfgoed (BOEi); • Behoud en Herbestemming Religieus Erfgoed; • Boerderij en Landschap; en • Klimaatlandschap Nederland. Al deze fondsen zijn zelfstandige en onafhankelijke organisaties. Ze zijn opgericht door gedreven mensen en instanties die hart hebben voor stad en land. Stuk voor stuk experts met een uitgebreid netwerk in het deelgebied waarin ze actief zijn. Ze leveren een belangrijke bijdrage aan de diversiteit van onze leefomgeving.
12
13
Profiel Rabobank Groep Profiel Rabobank Vanuit de identiteit van de Rabobank zijn coöperatief bankieren en duurzaamheid nauw met elkaar verbonden. Zo ziet de Rabobank het als haar missie om bij te dragen aan een duurzame ontwikkeling van welvaart en welzijn door de (financiële) ambities te helpen realiseren van klanten, gemeenschappen en de samenleving als geheel. Vanuit deze missie is het de ambitie van de Rabobank Groep om in Nederland één van de beste en meest klantgedreven en vernieuwende instellingen te zijn op financieel terrein. Internationaal wil de Rabobank Groep de beste food- en agribank zijn met een sterke aanwezigheid in de belangrijkste food- en agrilanden in de wereld. De Rabobank Groep wil daarnaast internationaal excelleren op het gebied
Rabobank Groep organisatieschema
van duurzaam ondernemen en bankieren, passend bij haar identiteit en maatschappelijke positie.
Dochterondernemingen en deelnemingen De Rabobank kenmerkt zich al meer dan 110 jaar door haar coöperatieve structuur en lokale verbondenheid. De 136 lokale Rabobanken, hun 10 miljoen klanten en hun 1,9 miljoen leden vormen het hart van de coöperatie. De samenstelling van de Rabobank Groep kenmerkt zich door een sterke onderlinge verwantschap vanuit haar coöperatieve oorsprong, ook al kennen de dochters en gelieerde instellingen zelf geen coöperatieve structuur.
Situatie op 31 december 2012
14
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Bericht van de raad van commissarissen
Wij bieden u het jaarverslag 2012 van Rabo Vastgoedgroep Holding N.V. aan. De jaarrekening is opgesteld door de hoofddirectie van Rabo Vastgoedgroep en gecontroleerd door Ernst & Young Accountants LLP. Mede op grond van de controleverklaring stellen wij de aandeelhouder voor de jaarrekening vast te stellen en het resultaat te behandelen in overeenstemming met het gedane voorstel.
Wij hebben in totaal zeven keer vergaderd, waarvan vijf keer in aanwezigheid van de leden van de hoofddirectie en twee keer zonder. Geen van de vier leden van de raad van commissarissen was frequent afwezig bij vergaderingen. Gelet op de omvang van de raad van commissarissen zijn er geen afzonderlijke commissies. In de vergaderingen zijn de actuele ontwikkelingen in de vastgoedmarkt, de moeilijke economische omstandig heden en de gevolgen daarvan voor Rabo Vastgoedgroep steeds uitgebreid aan de orde geweest. Daarnaast is uitvoerig van gedachten gewisseld over de strategie van Rabo Vastgoedgroep en de divisies. De hoofddirectie heeft ons diepgaand geïnformeerd over de merkbare en te verwachten gevolgen voor de eigen business. De herinrichting van de organisatie en de personele consequenties binnen de divisies zijn daarbij uitvoerig besproken. Naar aanleiding van de Management Letter 2011, het accountantsverslag over 2011 en het halfjaarrapport 2012 is er drie keer vergaderd in aanwezigheid van de externe accountant. In de gesprekken met de externe account is door de raad veel aandacht geschonken aan de wijze waarop de waarderingen van de diverse activa op de balans van Rabo Vastgoedgroep tot stand komen. Bij vijf van de zeven vergaderingen was de interne accountant aanwezig; wanneer het auditplan 2013 en de kwartaalrapportages werden besproken. Ook het hoofd Compliance was bij vijf vergaderingen aanwezig; bij de bespreking van de kwartaalrapportages, het compliance plan voor 2013 en het jaarverslag van de vertrouwenscommissie over 2011. De hoofddirectie heeft ons telkens op de hoogte gesteld van de vorderingen in het proces tegen de verdachten in de vastgoedfraude (Klim-op-zaak). In januari 2012 zijn de meeste verdachten veroordeeld. De overige verdachten zijn in het laatste kwartaal van 2012 veroordeeld. Zowel het Openbaar Ministerie als de verdachten hebben in nagenoeg alle zaken hoger beroep aangetekend. Tevens hebben we van gedachten
gewisseld over de te treffen schikkingen en over Customer Due Diligence (CDD)-gerelateerde onderwerpen. Wij hebben het aangepaste fiatteringskader 2013 goedgekeurd, naar aanleiding van de evaluatie van het bestaande fiatterings kader door de hoofddirectie. Ook zijn de toprisico’s voor Rabo Vastgoedgroep in de raad besproken. Voorts is het product goedkeuringsbeleid van Rabo Vastgoedgroep goedgekeurd. De voortgang van de meest risicovolle projecten van MAB Development is diverse malen aan de orde geweest. In december 2012 zijn de aandelen van een partner in een aantal van deze projecten overgenomen. De raad van commissarissen beoordeelt de leden van de hoofddirectie op basis van een performancecontract, waarin onder meer de strategische doelstellingen van de onderneming zijn verwerkt. De beloning wordt vastgesteld op basis van de gerealiseerde doelen in het performancecontract. Tijdens het verslagjaar is de voorzitter van de hoofddirectie, de heer J.A.M. van der Linden, afgetreden wegens zijn benoeming in de raad van bestuur van Rabobank Nederland. Het voorzitterschap wordt tijdelijk waargenomen door de heer P.C. Keur. In 2012 is gedurende het jaar een aantal keer gesproken over beloning en het voor Rabo Vastgoedgroep geldende belonings beleid. Behalve het jaarlijks terugkerende remuneratieproces is ook gesproken over de aanpassing van het beloningsbeleid in het kader van de CRD-III-richtlijn. In het Groepsbreed Beloningsbeleid voor de Rabobank Groep zijn de spelregels op basis van de CRD-III-richtlijn verwerkt en ook voor Rabo Vastgoedgroep door de raad van commissarissen vastgesteld. In dit kader zijn door de raad van commissarissen ook de specifieke doelgroepen (Identified Staff en Monitoringfuncties) voor Rabo Vastgoedgroep bepaald.
15
Meer specifiek is in de raad van commissarissen gesproken over het beloningsbeleid voor het senior management. In 2012 is voor de top van Rabo Vastgoedgroep een nieuw beloningsbeleid ontwikkeld, met het voornemen dit in 2013 in te voeren. De raad van commissarissen onderkent het belang van doorstroming van medewerkers naar de hogere posities binnen de onderneming. In het bijzijn van de hoofddirectie en het hoofd Human Resources Rabo Vastgoedgroep heeft een review plaatsgevonden van het beleid voor management development. In het kader van permanente educatie hebben we ons samen met de hoofddirectie uitgebreid laten informeren over een zorgvuldige productontwikkeling. In 2012 heeft de raad haar eigen functioneren geëvalueerd en daarbij zijn enkele onderwerpen benoemd waaraan we nader aandacht wensen te besteden. Voor de onderneming is 2012 een moeilijk jaar geweest. De vooruitzichten voor 2013 zijn zodanig, dat het wederom een uitdagend jaar wordt. De hoofddirectie en de medewerkers staan derhalve voor de taak om de onderneming door de huidige economische moeilijke omstandigheden te leiden. Wij hebben er alle vertrouwen in dat zij hierin zullen slagen.
fractievoorzitter CDA in de Eerste Kamer lid raad van commissarissen Van Nieuwpoort lid raad van commissarissen BMC lid raad van commissarissen Movares S.N. (Sipko) Schat, vicevoorzitter (1960, Nederlandse nationaliteit) Commissaris sinds: 2007 Huidige zittingstermijn: 2012 – 2016 Hoofdfunctie: lid raad van bestuur van Rabobank Nederland Overige bestuursfuncties: Paris Orléans (Rothschild) J. Safra Sarasin Holding Externe functies namens de Rabobank Groep: Euronext lid dagelijks bestuur VNO-NCW J.G. (Jaap) Blokhuis (1958, Nederlandse nationaliteit) Commissaris sinds: 2010 Huidige zittingstermijn: 2010 – 2014 Hoofdfunctie: tot 1 februari 2012: Redevco (tot 1 november 2011 CEO) Nevenfuncties: raad van toezicht NRW raad van commissarissen Corio
Hoevelaken, 10 april 2013 Raad van commissarissen L.C. Brinkman, voorzitter S.N. Schat, vicevoorzitter J.G. Blokhuis L.M.J. van Halderen
Samenstelling van de raad van commissarissen in het verslagjaar met personalia, hoofd- en nevenfuncties L.C. (Elco) Brinkman, voorzitter (1948, Nederlandse nationaliteit) Commissaris sinds: 2007 Huidige zittingstermijn: 2011 – 2015 Hoofdfunctie: voorzitter Bouwend Nederland Belangrijkste nevenfuncties: voorzitter raad van commissarissen Algemene Pensioen Groep vicevoorzitter VNO-NCW
L.M.J. (Ludo) van Halderen (1946, Nederlandse nationaliteit) Commissaris sinds: 2009 Huidige zittingstermijn: 2009 – 2013 Hoofdfunctie: toezichthoudende en adviserende functies Commissaris: Rabobank IJsseldelta Draka Holding Van Gelder Groep Brink Groep Smit Transformatoren Wavin Lid raad van advies: Moroccan Dutch Leadership Institute Milieuraad gemeente Amsterdam Lid van bestuur: Ondersteuningsstichting Bachvereniging Introdans voorzitter Kameroperahuis
16
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Verslag van de hoofddirectie
Rabo Vastgoedgroep in 2012 De crisis in de vastgoedsector heeft ook zijn impact op de resultaten van Rabo Vastgoedgroep. In 2012 heeft Rabo Vastgoedgroep een negatief resultaat laten zien. Het verlies is uitgekomen op netto € 113 miljoen. Gecorrigeerd voor afwaarderingen op vastgoed en waarde veranderingen van vorderingen was het onderliggende resultaat evenwel vergelijkbaar met eerdere jaren. FGH Bank liet ruimschoots zwarte cijfers zien. Rabo Vastgoedgroep verstevigde haar positie als vastgoedexpertisecentrum van de Rabobank Groep. Het aantal woningtransacties dat Bouwfonds Property Development in 2012 realiseerde lag 22% lager dan in 2011. Er werden 6.312 woningtransacties gerealiseerd, tegenover 8.112 in 2011. De daling is voornamelijk toe te rekenen aan de woningmarktomstandigheden in Nederland en Frankrijk. Het aantal transacties lag hier 30% lager dan in 2011. In het buitenland bleef de daling beperkt tot 15%. In de slechte markt voor ontwikkeling van commercieel vastgoed daalde de productie bij MAB Development tot € 218 miljoen; 19% lager dan in 2011. De kredietportefeuille van FGH Bank bleef stabiel op € 19,2 miljard. Het beheerd vermogen van Bouwfonds REIM daalde met 7% naar € 5,5 miljard. De aanhoudend slechte marktomstandigheden waren dan ook aanleiding om te reorganiseren. Dit leidde tot een personeelsreductie bij de onderdelen Bouwfonds Ontwikkeling, MAB Development, Bouwfonds REIM en het Bestuurscentrum.
Visie en strategie Algemeen Als gedreven vastgoedonderneming de ambities van klanten mogelijk maken op het gebied van wonen, werken, winkelen en recreëren: dat is de missie van Rabo Vastgoedgroep. Onze ambitie is om de meest logische partner in vastgoed te zijn. Dat kunnen we zijn, omdat we de wensen van onze particuliere en zakelijke klanten centraal stellen. We hebben de vastgoedkennis in huis, beschikken over een sterk netwerk en staan bekend als een transparante en duurzame vastgoed onderneming. Als vastgoedexpertisecentrum van de Rabobank Groep beschikken wij bovendien over financiële slagkracht.
Bij het realiseren van onze ambitie hanteren wij twee rand voorwaarden: het realiseren van een – voor risico gecorrigeerd – passend rendement voor onze aandeelhouder en een versteviging van onze sterke nationale en internationale marktposities, met een beheerste groei van de activiteiten in Frankrijk en Duitsland.
Ontwikkeling Bouwfonds Property Development bezit een sterk ruimtelijk en regionaal gediversifieerde projectenportefeuille die een solide basis biedt voor de productie van de komende jaren. De ambitie is om het kwantitatief marktleiderschap in Nederland te behouden en het kwalitatief leiderschap te versterken. Daarvoor wordt verder geïnvesteerd in de samenwerking met andere onderdelen van de Rabobank Groep. In Nederland is de organisatie aangepast aan de moeilijke marktomstandigheden. De groei moet komen uit Frankrijk en Duitsland: het streven is een top 5-positie in deze markten en er wordt geïnvesteerd in uitbreiding van de marktgebieden. De focus ligt hierbij op economisch sterke stedelijke regio’s. De activiteiten in andere Europese landen worden gefaseerd afgebouwd. De markt voor commercieel vastgoed in West-Europa verandert van een uitbreidings- naar een herontwikkelingsmarkt. MAB Development richt zich dan ook vooral op heront wikkelingsk ansen in de sterke binnenstedelijke gebieden in de thuismarkten Nederland, Frankrijk en Duitsland. Binnen multifunctionele projecten ligt het accent met name op winkels (retail).
17
Financiering
Beheer Maatschappelijke Fondsen
Voor FGH Bank is het belangrijk om zo dicht mogelijk bij de klant te blijven en dat betreft zowel de externe als de interne vastgoedklanten, zoals de lokale Rabobanken en onderdelen van de Rabobank Groep. FGH Bank heeft een grote financieringsportefeuille en het beheer daarvan is van groot belang. Met de inbreng van specifieke vastgoedexpertise levert FGH Bank toegevoegde waarde aan de lokale banken en de Rabobank Groep. Bijvoorbeeld in het ondersteunen van de vastgoed(financierings)portefeuille van de Rabobank Groep. FGH Bank neemt haar verantwoordelijkheid richting markt partijen en groepsonderdelen van de Rabobank, maar ook richting toezichthouders. Uiteindelijk draait het om marktverantwoordelijkheid en beheerintensiteit. FGH Bank heeft sinds jaar en dag een eigen taxatieafdeling in huis; dat garandeert een onafhankelijke positie. FGH Bank blijft zich in sterke mate richten op de Nederlandse markt en staat in deze moeilijke markt nog steeds open voor goede vastgoed financieringsproposities van bestaande relaties.
Samenwerking tussen publieke en private partijen is van groot belang in de complexe markt voor ruimtelijke investeringen, juist in deze tijd. De fondsen die worden gefaciliteerd door Fondsenbeheer Nederland helpen overheden en andere investeerders in ruimtelijke kwaliteit hun doelen te verwezen lijken door middel van innovatieve kracht, financierings capaciteit en ondernemerschap. In een bedrijfsmatige en effectief georganiseerde werkorganisatie kunnen de fondsen samenwerken met elkaar en met stakeholders. Mede daardoor is in 2012 veel geïnvesteerd in de restauratie en herbestemming van monumentaal erfgoed, konden kopers van woningen worden geholpen met startersleningen en werden – ondanks forse bezuinigingen – duurzame investeringen gedaan in natuur, bos en landschap.
Investment Management De focus van Bouwfonds REIM ligt vooral op het aanbieden van vastgoedbeleggingsproducten met een relatief laag risicoprofiel aan beleggers in Nederland, Duitsland en Frankrijk. Steeds meer institutionele beleggers kiezen nadrukkelijk voor duurzaam beleggen. In overleg met de beleggers wil Bouwfonds REIM de komende jaren haar portefeuilles verduurzamen. Bij nieuwe fondsen geldt duurzaamheid als uitgangspunt.
Ondernemingsbeleid Besturingsmodel Rabo Vastgoedgroep wordt bestuurd door de hoofddirectie. Die bestaat uit de voorzitter, de Chief Financial & Risk Officer (CFRO) en de directievoorzitters van de vier divisies. Eén van hen is vicevoorzitter. De leden van de hoofddirectie zijn collectief verantwoordelijk voor de besturing van Rabo Vastgoedgroep, de algemene zaken van de onderneming en de divisies. Dit houdt onder meer in dat de hoofddirectie een gezamenlijke visie uitdraagt, het beleid en de strategie per divisie vaststelt en de risico’s van grote businessvoorstellen beoordeelt. De raad van commissarissen houdt toezicht op de hoofd directie. Aandeelhouder Rabobank Nederland benoemt zowel de hoofddirectie als de raad van commissarissen.
18
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Vastgoed staat in dienst van de eindgebruiker en moet bijdragen aan de kwaliteit van de samenleving in het heden en in de toekomst. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) betekent voor Rabo Vastgoedgroep: • actief zijn met duurzaam vastgoed • integer ondernemen • verantwoorde bedrijfsvoering • maatschappelijke betrokkenheid dat alles binnen een financieel verantwoorde huishouding. Evenals bij de Rabobank Groep wordt MVO geïntegreerd in de strategie en kernactiviteiten van Rabo Vastgoedgroep. Actief met duurzaam vastgoed De basis van het MVO-beleid bestaat uit duurzame vastgoeden gebiedsontwikkelingen. Daarbij wordt gekozen voor een integrale aanpak van de verschillende duurzaamheidsaspecten als energie, multifunctionaliteit, transformatie, mobiliteit en cultuurhistorie. Bouwfonds Property Development heeft in 2012 de campagne ‘Daarom nieuwbouw’ gevoerd om consumenten te wijzen op energiebesparing bij nieuwbouw. Bij de nieuwbouwwoningen van Bouwfonds Property Development – die al voldoen aan hoge eisen op het gebied van energiezuinigheid – kan de consument met de zogenoemde ‘Groene Kopers Keuzelijst’ kiezen uit verschillende additionele energiebesparende maatregelen. Het onderzoek 'naar de toekomst voorbereide woning' toonde aan dat slimme voorzieningen in huizen ervoor zorgen dat deze in de toekomst geoptimaliseerd kunnen worden ten aanzien van energieprestaties. MAB Development ontwikkelt voor de toekomst. Een goed voorbeeld daarvan is winkelcentrum De Heuvelgalerie in Eindhoven. Dit project is 20 jaar geleden door MAB Development opgeleverd en behaalde in 2012 het BREEAM-in-use certificaat Very Good, zonder additionele bouwkundige investeringen, die voor eenderde de score bepalen. Op de markt van commercieel vastgoed is BREEAM de standaard in duurzaamheid. MAB Development hanteert voor haar ontwikkelingen minimaal de BREEAM-score Good. Bij First Rotterdam is de score Excellent gerealiseerd. Aangezien duurzaamheid niet alleen de verantwoordelijkheid is van de ontwikkelaar, maar van alle betrokken partijen, werkt MAB Development steeds vaker met green lease in de huurcontracten. Een deel van de verantwoordelijkheid voor duurzaamheid komt daardoor bij de huurder te liggen. De eindgebruiker bepaalt of de verwachte CO2-besparing ook uitkomt. FGH Bank heeft in 2012 een duurzaamheidsmodule ingevoerd om te inventariseren welke duurzaamheidslabels de objecten hebben die de bank in portefeuille heeft. Verder neemt FGH Bank actief deel aan de Kantorentop. Dit is een samen werkingsverband waarin gemeenten, provincies, het Rijk, beleggers, ontwikkelaars, gebruikers en vastgoedfinanciers overleggen op landelijk niveau over een doeltreffende aanpak van leegstaande kantoren. In juni 2012 hebben de partijen een convenant getekend om de leegstand in kantoren te bestrijden
en een beter functionerende kantorenmarkt te stimuleren. De intentie is om uiterlijk medio 2013 met een actieplan te komen. FGH Bank heeft het Energie Convenant Utrecht ondertekend, met als doel om op een goede manier invulling te geven aan de rol van inspirerende koploper, zoals FGH Bank is toebedeeld door de gemeente Utrecht. Tot slot is FGH Bank partner van het Nationaal Renovatie Platform (NRP). Bouwfonds REIM streeft ernaar om de komende jaren haar bestaande portefeuille te verduurzamen. In de meer traditionele vastgoedsectoren levert Bouwfonds REIM als asset manager een belangrijke bijdrage aan de verduurzaming van de vastgoedvoorraad. Zo behaalde Bouwfonds REIM bij een recentelijk gehouden meting van de woningportefeuille in de Verenigde Staten, een score van 68%. Deze score geeft aan dat duurzaamheidsmaatregelen effectief zijn geweest. In de overige beleggingssectoren probeert Bouwfonds REIM een voortrekkersrol te vervullen. Conform de Food & Agri Principles van de Rabobank wordt geïnvesteerd in de landbouw in Midden-Europa. Lokale gemeenschappen worden ondersteund op het gebied van ondernemerschap en bij de oprichting van coöperaties, om het economisch en sociaal perspectief te verbeteren. Voor parkeergaragefondsen werkt Bouwfonds REIM samen met duurzame beheerders, zoals Q-Park. Verder is Bouwfonds REIM betrokken bij het overleg met Dutch Green Building Council (DGBC) over een BREEAM-NL certificering voor parkeergarages. Voor alle fondsen van Bouwfonds REIM geldt dat veel inspanning wordt geleverd om, waar mogelijk, aan te sluiten bij de GRESB en INREV standaarden voor het inzichtelijk maken van de resultaten op het gebied van duurzaamheid. Fondsenbeheer Nederland heeft als strategisch motto: investeren in ruimtelijke kwaliteit. De fondsen binnen Fondsenbeheer Nederland bieden een unieke mix van innovatieve kracht, financieringscapaciteit en ondernemer schap. Hiermee kunnen zij overheden en andere investeerders in ruimtelijke kwaliteit helpen hun doelen duurzaam te verwezenlijken, met name op het gebied van het gebouwde erfgoed, natuur en landschap. Integer ondernemen De nieuwe beleidsregel Integriteitsbeleid van De Nederlandsche Bank betreffende zakelijke vastgoedactiviteiten is in 2012 conform planning binnen Rabo Vastgoedgroep ingevoerd. Hiertoe zijn bij een aantal divisies integriteitsworkshops en dilemmatrainingen voor medewerkers gehouden. Verplichte deelname zorgt ervoor dat medewerkers zich bewuster worden van de Gedragscode van Rabo Vastgoedgroep en regelingen op het gebied van integriteit en gedrag van medewerkers. De Gedragscode sluit aan op die van de Rabobank Groep. Het vastleggen van alle relevante gegevens omtrent de trans acties, waarbij Bouwfonds Ontwikkeling en MAB Development betrokken zijn, vormt een onderdeel van het Customer Due Diligence (CDD)-beleid. Dit biedt de externe en interne accountant de mogelijkheid om de transacties ook achteraf te toetsen op compliance met wettelijkheid en correctheid.
19
i Fondsenbeheer Nederland Fondsenbeheer Nederland maakt groei van fondsen mogelijk op het gebied van monumenten (Nationaal Restauratiefonds), volkshuisvesting (SVn), natuur (Nationaal Groenfonds), industrieel erfgoed (BOEi), agrarisch erfgoed (Boerderij en Landschap) en religieus erfgoed (Behoud en Herbestemming Religieus Erfgoed) alsmede natuurontwikkeling met duurzame energie (Klimaatlandschap Nederland). Eind 2012 bedroeg het totale balanstotaal van de fondsen tezamen € 2.945 miljoen. Eind 2011 was dit € 3.033 miljoen.
Samenwerking met de Rabobank Het financieren van monumentaal vastgoed vereist gerichte expertise en grote betrokkenheid. Het Nationaal Restauratiefonds werkt daarom regelmatig samen met de Rabobank. Vaak blijkt dat monumentaal erfgoed alleen op die manier in stand gehouden kan worden. Zo werd het Nationaal Restauratiefonds betrokken bij de restauratie- en herbestemmingsopgave van GeoFort. Dit is een fort in Herwijnen, dat onderdeel uitmaakt van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Naast de restauratiefinanciering was ook een bedrijfsfinanciering noodzakelijk. Dat resulteerde in een gezamenlijke financiering met Rabobank Vijfheerenlanden. Een goede samenwerking en een gemeenschappelijke visie stonden garant voor een succesvolle financiering.
Verantwoorde bedrijfsvoering De CO2-belasting van het energiegebruik wordt jaarlijks groepsbreed binnen de Rabobank Groep gecompenseerd, door de aanschaf van CO2-certificaten. Bij investeringen in apparatuur is nadrukkelijk gekeken naar besparingen op het gebied van energieverbruik. De huidige autoleaseregeling, die gebaseerd is op de energielabels A, B en C, wordt geëvalueerd en gewijzigd naar een systeem waarbij naar de werkelijke uitstoot wordt gekeken. Maatschappelijke betrokkenheid Rabo Vastgoedgroep wil ondernemen met oog voor morgen. Duurzaam ondernemen is dan ook op alle fronten in het beleid verweven. Rabo Vastgoedgroep is al jaren hoofdsponsor van de Open Monumentendag, één van de grootste culturele
evenementen in Nederland, die de rijkdom van het Nederlands erfgoed viert. In 2012 bezochten ruim 925.000 mensen de meer dan 3.500 opengestelde monumenten. Maatschappelijke betrokkenheid wordt vormgegeven via de activiteiten van drie non-profit bedrijfsonderdelen: – Fondsenbeheer Nederland voert het management over publiek/private maatschappelijke fondsen, die zich inzetten voor ruimtelijke kwaliteit in Nederland. – Bouwfonds Cultuurfonds ondersteunt culturele projecten die een relatie hebben met de gebiedsontwikkelingen van Bouwfonds Ontwikkeling. – Bouwfonds Kunststichting verzamelt, beheert en behoudt hedendaagse kunst ter verfraaiing van de werkomgeving.
20
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Financieel beleid Financieel wil Rabo Vastgoedgroep, vanuit het perspectief om de klant goed te bedienen, een rendabele onderneming zijn met een evenwichtig risicoprofiel. In het performancecontract zijn strategische doelstellingen uitgewerkt, zowel voor Rabo Vastgoedgroep als geheel als voor de afzonderlijke divisies. Dit leidt tot strategische, operationele en financiële afspraken, gericht op waardecreatie. Daarbij wordt gestreefd naar een voor de aandeelhouder passend – voor risico gecorrigeerd – rendement op het geïnvesteerde vermogen.
Risicobeheersing Rabo Vastgoedgroep heeft nadrukkelijk aandacht voor de beheersing van haar vastgoedposities en haar organisatie. Voortschrijdend inzicht en externe invloeden zoals negatieve marktomstandigheden en wet- en regelgeving leiden tot een aanscherping van bestaande processen en procedures. Waar nodig stuurt Rabo Vastgoedgroep processen bij. Nieuwe en bestaande posities worden getoetst aan een stelsel van limieten dat is vastgelegd in een risicobereidheids verklaring. Markt- en kredietrisico dat wordt aangegaan, wordt ter goedkeuring behandeld via een gelaagde fiatterings structuur. Het Balans- en Risicomanagement Comité (BRMC) ziet toe op balans- en marktrisico’s op portefeuilleniveau. Ook operationeel risico- en kapitaalmanagement staan bij het BRMC op de agenda. Het comité, dat maandelijks bijeenkomt, bestaat uit de CFRO van Rabo Vastgoedgroep en de financieel directeuren van de divisies, aangevuld met treasurers, risico managers en controllers. In 2012 heeft Rabo Vastgoedgroep een productgoedkeuringsbeleid ingevoerd. Nieuwe producten worden voor marktintroductie getoetst op onder meer klantbelang, operationeel risico en reputatierisico. Ook bestaande producten worden op deze risico’s beoordeeld.
Het gefaseerd ingevoerde Business Control Framework maakt de belangrijkste risico’s inzichtelijk en toetst de effectiviteit van de daarbij behorende beheersingsmaatregelen. Waardering Rabo Vastgoedgroep waardeert de grondpositie, onderhanden werk en gereed product tegen kostprijs verminderd met noodzakelijk geachte waardeverminderingen. Jaarlijks wordt getoetst of er indicaties zijn voor mogelijke waardedalingen die kunnen leiden tot het aanpassen van de boekwaarde. De vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd tegen de reële waarde; de meest waarschijnlijke prijs die redelijkerwijs per balansdatum in de markt kan worden verkregen. Voor de bepaling van de waarde van grote en risicovolle projecten wordt periodiek gebruikgemaakt van onafhankelijke taxateurs. De uitstaande financieringen van Rabo Vastgoedgroep worden minimaal jaarlijks gereviseerd, waarbij een oordeel wordt gevormd over de waarde. Kredieten die een waarde verandering hebben ondergaan, worden afgeschreven tot de realiseerbare opbrengstwaarde. De waarderingsprocessen binnen Rabo Vastgoedgroep zijn prudent van opzet, waarbij rekening is gehouden met aanbevelingen vanuit toezichthouders en beroepsorganisaties. Impact crisis op Rabo Vastgoedgroep De crisis laat diepe sporen na in de vastgoedmarkt. Voor de risicobeheersing binnen Rabo Vastgoedgroep heeft dit gezorgd voor veranderingen binnen het risicodomein. Jaarlijks wordt het risicomanagementbeleid geëvalueerd. Er is een gedetailleerd Risk Appetite Statement geformuleerd. Naast de gebruikelijke periodieke revisie van kredieten, reviseert Rabo Vastgoedgroep ook haar ontwikkelprojecten, (vastgoed)beleggingen en samenwerkingspartners. De grondportefeuille is geclassificeerd en gewaardeerd op basis van verwacht ontwikkelingspotentieel. Rabo Vastgoedgroep heeft door deze maatregelen goed zicht op de risico´s, maar ook in de kansen. Zij fungeert in deze
21
crisis als het vastgoedexpertisecentrum van aandeelhouder Rabobank, die zorgt voor de financiële stabiliteit.
Meer informatie over risicobeheersing, waaronder het gebruik van financiële instrumenten, is opgenomen in de risico paragraaf van de jaarrekening op pagina 104.
Compliance Rabo Vastgoedgroep kent een onafhankelijke complianceorganisatie, bestaande uit een centrale compliancefunctie met decentraal per divisie een Compliance Officer. De centrale compliancefunctie heeft een functionele lijn naar de decentrale Compliance Officers, zoals het Directoraat Toezicht Rabobank Nederland een functionele lijn heeft naar de centrale compliancefunctie van Rabo Vastgoedgroep. Het hoofd Compliance Rabo Vastgoedgroep rapporteert aan de voorzitter van de hoofddirectie en aan de raad van commissarissen. Alle activiteiten van Rabo Vastgoedgroep dienen te voldoen aan (financieel toezicht) wet- en regelgeving, integriteit, maatschappelijk geaccepteerde normen en waarden en de specifieke normen en waarden van de Rabobank Groep. Van medewerkers wordt verwacht dat zij bij hun activiteiten integer en professioneel handelen, verantwoordelijkheid nemen en een integere belangenafweging maken. Integriteit is een mindset en een belangrijk onderdeel van de cultuur van de organisatie. Rabo Vastgoedgroep werkt met een Gedragscode waarin onder andere een klokkenluiderregeling is opgenomen. De Gedragscode wordt periodiek geëvalueerd en waar nodig aangepast. Jaarlijks wordt medewerkers gevraagd om te bevestigen dat zij de Gedragscode hebben nageleefd. Herijking Gedragscode Om de Gedragscode actueel te houden en zo veel mogelijk toe te snijden op de dagelijkse praktijk heeft in 2012 een herijking
van de Gedragscode plaatsgevonden en is de inhoud van een aantal regelingen uit de Gedragscode geëvalueerd. Er is in dit traject intensief samengewerkt met een afvaardiging van de Gemeenschappelijke Ondernemingsraad zodat ook de signalen en suggesties van medewerkers zijn meegenomen. Daarnaast was het noodzakelijk de Gedragscode te laten aansluiten op nieuwe wet- en regelgeving en de veranderende omgeving. Zowel de raad van commissarissen als de Gemeenschappelijke Ondernemingsraad heeft ingestemd met de herijking van de huidige Gedragscode. De nieuwe herijkte Gedragscode is per 1 januari 2013 van kracht. Periodiek wordt ook het integriteits- en complianceklimaat onder medewerkers onderzocht. De afdeling Compliance van Rabo Vastgoedgroep stelt periodiek via risicoanalyse vast of de geldende beheersmaatregelen de risico’s adequaat afdekken. Incidenten kunnen zich voordoen, bijvoorbeeld doordat individuele medewerkers zich niet houden aan regels en voorschriften. Bij gesignaleerde (vermoedens van) onregel matigheden, neemt Rabo Vastgoedgroep op gepaste wijze maatregelen. In zijn algemeenheid, maar in het bijzonder in het huidige economische klimaat, geldt dat ondernemingen kwetsbaarder zijn geworden voor risico’s ten aanzien van compliance en integriteit. Daar is Rabo Vastgoedgroep zich terdege van bewust en handelt daarnaar.
22
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Klim-op-zaak De activiteiten met betrekking tot de afwikkeling van de vastgoedfraude, de zogenoemde Klim-op-zaak van de FIODECD en het Openbaar Ministerie, is bij Rabo Vastgoedgroep in 2012 gecontinueerd en steeds meer gericht op verhaalsacties op de verdachten. Daarnaast levert dit dossier voortdurend input voor het CDD-beleid. De onderzoekswerkzaamheden zijn uitgevoerd met behulp van externe partijen. Sinds 2007 is aan forensisch onderzoek en externe juridische ondersteuning € 28 miljoen besteed. Begin 2012 is vonnis in de strafzaak tegen verdachte partijen gewezen en zijn de meeste verdachten veroordeeld. Aan het eind van het jaar zijn de overige verdachten veroordeeld. In bijna alle gevallen is hoger beroep ingesteld door het Openbaar Ministerie en de verdachten. De behandeling van het hoger beroep zal plaatsvinden in de loop van 2013. Met instemming van het Openbaar Ministerie zijn in het verslagjaar door verdachte partijen vaststellings overeenkomsten gesloten met de benadeelde partijen Philips Pensioenfonds en Rabo Vastgoedgroep. Tevens zijn er nog besprekingen gaande met verdachte partijen terzake het sluiten van een vaststellingsovereenkomst. Verder lopen er civielrechtelijke procedures gericht op het verhalen van schade bij verdachte partijen die geen bereidheid tonen tot terugbetalen van schade.
Code Banken In september 2009 is de Code Banken vastgesteld. Formeel geldt deze code binnen Rabo Vastgoedgroep alleen voor FGH Bank als instelling met een bankvergunning in het kader van de Wet op het financieel toezicht, maar Rabo Vastgoedgroep heeft ervoor gekozen om de Code Banken op al haar meerderheidsdeelnemingen toe te passen. Daarbij is rekening gehouden met de specifieke kenmerken van een vastgoedbedrijf. Daar waar in de hiernavolgende tekst Rabo Vastgoedgroep gelezen wordt, geldt dit zonder uitzondering eveneens voor FGH Bank. Hieronder volgen de hoofdonderwerpen van de Code Banken, waarbij de eventuele afwijkingen expliciet zijn aangegeven. Raad van commissarissen De raad van commissarissen van Rabo Vastgoedgroep is divers samengesteld en de leden vullen elkaar aan. FGH Bank heeft
een eigen raad van commissarissen, maar deze kent een personele unie met de raad van commissarissen van Rabo Vastgoedgroep. De raad van commissarissen heeft zijn eigen functioneren in het afgelopen jaar geëvalueerd. Alle leden hebben zich in het kader van permanente educatie verdiept in het onderwerp zorgvuldige productontwikkeling. In het jaarverslag legt de raad van commissarissen verantwoording af over zijn werkzaamheden. Conform de Code Banken zijn er profielschetsen van de leden. Bestuurders De voorzitter en CFRO van Rabo Vastgoedgroep en de directieleden van FGH Bank hebben een moreel-ethische verklaring, gebaseerd op de Code Banken, ondertekend. Alle medewerkers hebben de Gedragscode ondertekend, welke eind 2012 is hernieuwd. In 2012 heeft de volledige hoofddirectie in het kader van de permanente educatie kennisgenomen van het onderwerp zorgvuldige product ontwikkeling. De leden van de statutaire directie van FGH Bank hebben zich verdiept in de onderwerpen duurzaamheid, zorgplicht en waarderen en taxeren van beleggingsvastgoed. Risicomanagement De hoofddirectie en de raad van commissarissen ontvangen periodiek rapportages over de groepsbrede ontwikkeling van onder meer krediet-, markt- en operationeel risico, het risico van non-compliance, renterisico en de liquiditeitspositie van Rabo Vastgoedgroep. Deze rapportages geven beide organen tijdig inzicht in de materiële risico’s die Rabo Vastgoedgroep loopt. De hoofddirectie is verantwoordelijk voor het vaststellen, uitvoeren, monitoren en bijstellen van het risicobeleid en de risicobereidheid. Het BRMC adviseert de hoofddirectie bij beleids beslissingen. In 2012 is een aantal belangrijke onderdelen van risicobereidheid voorgelegd aan de raad van commissarissen, waaronder het hernieuwde fiatteringskader en de toprisico's. Klant centraal Binnen de activiteiten van de Rabo Vastgoedgroep wordt het klantbelang centraal gesteld. De mate waarin dat gebeurt, is in 2012 onderzocht door de afdeling Compliance. Zij heeft een GAP-analyse uitgevoerd bij verschillende divisies, waaruit actieplannen zijn opgesteld. Het uitvoeren van deze acties zal onder andere leiden tot een verdere inbedding van het klantbelang en zorgplicht in de organisatie.
23
Productgoedkeuringsproces Rabo Vastgoedgroep heeft een productgoedkeuringsbeleid dat is gebaseerd op het beleid van de Rabobank Groep. Producten worden pas op de markt gebracht of gedistribueerd na een zorgvuldige afweging van de risico's en zorgvuldige toetsing van relevante aspecten, waaronder zorgplicht. Ook vinden periodiek productreviews plaats van alle producten in het assortiment. De afdelingen Risk management, Compliance en Juridische Zaken adviseren de productgoedkeuringscommissie inzake gevraagde besluitvorming. Auditfunctie Rabo Vastgoedgroep voldoet aan alle bepalingen van de Code Banken op het gebied van audit. Er is een onafhankelijk gepositioneerde auditfunctie die rapporteert aan de voorzitter van de hoofddirectie en de voorzitter van de raad van commissarissen. Tussen de afdeling Audit en de externe accountant vindt periodiek informatie-uitwisseling plaats. De risicoanalyse, bevindingen en het auditplan van de interne en externe accountant worden op Rabobank Groep-niveau besproken met De Nederlandsche Bank (DNB). Beloning Rabo Vastgoedgroep onderschrijft de visie op belonen, een beleidsdocument van de Rabobank Groep. In afwijking van de Code Banken stelt de aandeelhouder, met goedkeuring van de raad van commissarissen, de beloning van de hoofddirectie vast. De hoofddirectie en de raad van commissarissen streven naar de mediaanpositie in de relevante beloningsmarkt, waarbij Rabo Vastgoedgroep in essentie, in lijn met de Code Banken, trendvolgend in de markt is. Rabo Vastgoedgroep respecteert bestaande arbeidsovereen komsten van hoofddirectieleden, waarbij de bepalingen rondom de ontslagvergoeding afwijkt van de Code Banken. Deze is namelijk gebaseerd op de kantonrechtersformule. Voor nieuwe leden van de hoofddirectie is vastgesteld dat zij een ontslagvergoeding van maximaal éénmaal het jaarsalaris krijgen. Variabele beloningen voor de hoofddirectie bedragen nooit meer dan 100% van het vaste inkomen en kennen een langetermijncomponent die mede afhankelijk is van winstgevendheid en/of continuïteit. De beloningsuitkomsten zijn evenwichtig en de performancecriteria zetten niet aan tot
het nemen van onverantwoorde risico’s. Retentie-, exit- en welkomstpakketten zijn in principe niet toegestaan binnen Rabo Vastgoedgroep. Indien dit in incidentele gevallen toch noodzakelijk is, behoeven zij goedkeuring op het niveau van de hoofddirectie en worden vervolgens besproken in de raad van commissarissen. Rabo Vastgoedgroep voldoet met haar beloningsbeleid aan de CRD-III-richtlijn en de regeling beheerst beloningsbeleid van de financieel toezichthouders en het Groepsbreed Beloningsbeleid (GBB) van de Rabobank Groep. Bij één van de niet-bancaire dochterondernemingen in Frankrijk stuit de invoering van het GBB, op het onderdeel van variabele beloningen, op afspraken uit de bedrijfstak-cao. Daardoor is sprake van een afwijking van de regeling GBB. De variabele beloning is daar voor bepaalde, niet-bancaire, commerciële functies niet begrensd tot 100%. Tevens is een door de Rabobank goedgekeurde uitzondering van toepassing op de algemeen directeur van Frankrijk, waarbij in zijn bestuurdersmandaat risicomitigerende maatregelen zijn opgenomen. Het principe dat bij beoordeling van prestaties, op basis van vastgestelde prestatiecriteria, financiële prestaties moeten worden gecorrigeerd voor de (geschatte) risico's en de kosten van kapitaal worden op dit moment in Nederland niet toegepast op de cao populatie. Hierover kon geen overeen stemming worden bereikt met de vakbonden. De Rabobank toetst op groepsniveau het totale bedrag aan variabele beloning aan de kapitaalpositie van de groep. Zowel DNB als de Autoriteit Financiële Markten (AFM) houdt toezicht op de implementatie van de regeling beheerst beloningsbeleid. In 2012 is voor de onder financieel toezicht staande divisies van Rabo Vastgoedgroep een risicoanalyse uitgevoerd ten aanzien van compliance met de regeling. Op hoofdlijnen wordt door Rabo Vastgoedgroep aan de regeling voldaan en daar waar dit door de hoofddirectie nodig werd geacht zijn aanvullende beheersmaatregelen voorgesteld, goedgekeurd en in gang gezet. In 2013 zal de regeling beheerst beloningsbeleid in het auditplan worden meegenomen.
25
Samenwerking Rabobank Groep De verschillende onderdelen van Rabo Vastgoedgroep zijn erop gericht om met hun specialistische expertise op het gebied van vastgoed een toegevoegde waarde te bieden aan de Rabobank Groep. Dit vertaalt zich in verschillende vormen van samenwerking met lokale Rabobanken en andere onderdelen van de Rabobank Groep. Die samenwerking levert synergievoordeel op. Een aantal voorbeelden daarvan uit 2012: Bouwfonds Ontwikkeling presenteerde de Stad van de Zon in de Rabo Earthwalk op de Floriade. Dit project in Heerhugowaard is het grootste CO2-emissieneutraal woongebied van Europa. Op verzoek van de Rabobank organiseerde Bouwfonds Ontwikkeling een duurzaamheidsworkshop voor enkele van hun grootzakelijke, maatschappelijk betrokken relaties. Doel was om samen te komen tot invulling van duurzaamheidsbeleid binnen ieders organisatie. De regiokantoren van Bouwfonds Ontwikkeling hebben ook in 2012 met grote regelmaat samen opgetrokken met Rabobank Nederland en de lokale Rabobanken. Bijvoorbeeld bij de verkoop van nieuwbouwprojecten, de ontwikkeling van regionale woningmarktvisies, de (her)ontwikkeling van gebieden of bij acties om de lokale woningmarkt te stimuleren. Bouwfonds Ontwikkeling werkte intensief samen met de Rabobank voor het tweejaarlijkse landelijk evenement Bouwfonds Woonproeven. Ook zijn met diverse Rabobanken lokale marketingacties geïnitieerd. Sinds september 2012 worden op kwartaalbasis markt onderzoeksbijeenkomsten gehouden voor onderzoekers van alle divisies van Rabo Vastgoedgroep en de afdeling Kennis Economisch Onderzoek van Rabobank Nederland. Doel is om de visie op de ontwikkeling van de woningmarkt te bespreken en af te stemmen. MAB Development werkt steeds vaker samen met onderdelen binnen de Rabobank als het gaat over vastgoedvraagstukken. MKB Vastgoed Plan, onderdeel van MAB Development, is specialist in het ontwikkelen en herstructureren van kleinere winkelgebieden in Nederland. Het kunnen combineren van kennis van vastgoedontwikkeling met kennis van detail handel is een belangrijke factor. Dat geldt ook voor de nauwe samenwerking die vaak wordt aangegaan met de lokale Rabobanken, zoals in het Westland en op de Veluwe. Lokale Rabobanken schakelen voor vastgoedfinancierings vraagstukken FGH Bank in als kennis- en expertisecentrum. FGH Bank ondersteunt de banken met de analyse van de bestaande vastgoedportefeuille en van vastgoed financieringsaanvragen en voert markt- en locatie onderzoeken uit. Daarnaast biedt FGH Bank ondersteuning bij taxaties via de FGH Rabo Taxatiedesk en in de vorm van opinievorming.
De FGH Rabo TaxatieDesk heeft in 2012 gezorgd voor een aangescherpt taxatiebeleid en heeft binnen dat beleid een ondersteunende rol gespeeld bij het bewaken van de kwaliteit van de externe taxateurs en de taxatierapporten. Via Rabo Onroerend Goed adviseert FGH Bank lokale Rabobanken over de eigen huisvesting. Rabo Onroerend Goed is sinds 2005 onderdeel van FGH Bank en treedt ook op als huismakelaar voor de lokale banken. Bouwfonds REIM intensiveerde de samenwerking met Robeco Duitsland voor de verkoop en distributie van het Bouwfonds European Residential Fund. Inmiddels is door dit fonds voor ruim € 500 miljoen geïnvesteerd in woningen in Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Nederland, Noorwegen en Zweden. Rabo Farm van Bouwfonds REIM is actief met investeringen in de food- en agrisector. Daarbij werkt zij nauw samen met verschillende onderdelen binnen de Rabobank Groep. Het netwerk en de kennis van de Rabobank binnen het segment food en agri is uniek en stelt Rabo Farm in staat om de juiste investeringen te doen. Nationaal Groenfonds is betrokken bij de opzet van gebiedsfondsen. Hierbij wordt nauw samengewerkt met lokale Rabobanken die een zakelijke spaarrekening (RaboStreekrekening) koppelen aan zo'n gebiedsfonds. Een deel van de rentewinst wordt door de lokale Rabobank geschonken aan het gebiedsfonds. Nationaal Restauratiefonds en Rabo Vastgoedgroep hebben als sponsor en partner een belangrijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming van de Open Monumentendag. Steeds meer lokale Rabobanken zijn hierbij betrokken, waardoor lokale initiatieven (Open Monumentencomités) succesvol worden ondersteund. Mede dankzij de inspanningen van Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) kon de Starterslening worden voortgezet en is er zicht op extra middelen. De starterslening wordt in het financieringsproces van de aankoop van een woning vaak verstrekt in samenwerking met de lokale Rabobank. Er zijn regelmatig contacten tussen Nationaal Restauratie fonds, Nationaal Groenfonds en het directoraat Coöperatie en Duurzaamheid van Rabobank Nederland om samen duurzame projecten te initiëren en te ondersteunen. Rabo Eigen Steen, waarin specialisten van Rabo Vastgoed groep samenwerken, ondersteunt lokale Rabobanken bij huisvestingsvraagstukken. De Rabo Kunstcollectie en de Bouwfonds Kunstcollectie van Rabo Vastgoedgroep hebben in 2012 gezamenlijk een tentoonstelling gehouden in de Rabo Kunstzone in het bestuurscentrum van de Rabobank in Utrecht. De tentoonstelling Habita(n)t concentreert zich op de leefomgeving van de mens.
26
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Marktontwikkelingen 2012 Onzekerheid troef De Nederlandse vastgoedsector staat sterk onder druk. Niet alleen de economische recessie, maar ook het verscherpte toezicht vanuit Europa op financiële instellingen en de lagere financieringsbereidheid van banken leiden tot een afname van investeringen in vastgoed. Het regeerakkoord, de daarbij horende overheidsbezuinigingen en het dalende consumenten vertrouwen zullen de omstandigheden op de markt de komende tijd extra verzwaren. Er zijn ook lichtpuntjes; beleggers zijn meer dan ooit op zoek naar rendement en zekerheid. Beleggingen in kwalitatief hoogwaardig vastgoed blijven relatief op peil.
Woningmarkt Nederland: financiële onzekerheid bij consumenten De markt voor bestaande woningen ontwikkelde zich vanaf het begin van 2012 ongunstig. Door onzekerheid in de besluitvorming over de woningmarkt, had de consument een afwachtende houding. Het aantal transacties was aanvankelijk nog op peil, maar de prijsdaling zette onverminderd voort. In de tweede helft van 2012 daalden bestaande woningen ongeveer 6% in prijs ten opzichte van dezelfde periode een jaar daarvoor. Het aantal transacties kwam in 2012 uit op 117.000, circa 3% minder dan in 2011. De prijsdaling trad op bij alle woningtypen, maar het meest bij vrijstaande huizen. Opvallend in 2012 was de zeer negatieve stemming van consumenten. Het aanbod in Nederland (230.000 woningen) was bijna twee keer zo groot als het aantal transacties. De vraagprijzen zijn duidelijk gedaald. Ook in de markt voor nieuwbouwwoningen was de negatieve stemming voelbaar. Het aantal projectmatig ontwikkelde
27
woningen lag tot en met het derde kwartaal van 2012 35% lager dan in de vergelijkbare periode in 2011. Mede door aanscherping van de regels is het voor consumenten lastiger om een woning te financieren. Onder meer daardoor zijn steeds meer woningzoekenden aangewezen op de huurmarkt. Het gaat hierbij met name om huurwoningen in de vrije sector, wat wordt veroorzaakt doordat de beschikbaarheid van en het recht op sociale huurwoningen beperkt is. Een aantal gemeenten besteedt in haar woningmarktbeleid dan ook meer aandacht aan vrijesectorhuurwoningen, oftewel woningen in de huurcategorie tussen de € 700 en € 900 per maand. Frankrijk: de presidentsverkiezingen en de Eurocrisis zorgden voor een daling van de woningproductie Ook in Frankrijk zijn de gevolgen van de financieel-economische crisis merkbaar in de markt voor nieuwbouwwoningen. De onzekerheid over het woningmarktbeleid van de nieuwe socialistische regering was er mede debet aan dat de markt voor nieuwe woningen tot en met het derde kwartaal van 2012 terugviel met 17%. Tot en met het derde kwartaal stegen de prijzen van nieuwe woningen bij appartementen licht met 1,0% en bleven gelijk bij eengezinswoningen. De regionale verschillen waren daarbij opnieuw groot. Verhoudingsgewijs heeft de nieuwbouw in Frankrijk een hoog volume ten opzichte van de bestaande markt. In de bestaande markt kwam het aantal transacties uit op circa 730.000 (circa 7,0% minder dan in 2011). De prijzen lagen een fractie lager dan een jaar eerder, uitgezonderd Île-de-France, waar de prijzen van bestaande woningen (veelal appartementen) nog fractioneel stegen (+0,3%). Duitsland: gezonde woningmarkt De economische ontwikkelingen in Duitsland waren ook in 2012 positief, vooral door een relatief hoog consumenten vertrouwen en een grote binnenlandse vraag naar producten.
De (hypotheek)rentes bleven historisch laag. De Duitse woningmarkt blijkt nog steeds een goede investering te zijn voor investeerders en eigenaren/gebruikers. Met 180.000 woningen bereikte de bouwproductie een nieuw record. De trek naar de grote steden ging onverminderd door. De huur- en koopprijzen in steden als Berlijn, Frankfurt, Hamburg, München en Stuttgart namen dan ook fors toe. Het totale schuldenvolume in de woningmarkt is niet toegenomen, hetgeen duidt op de inbreng van eigen vermogen. De huren zijn licht sterker gestegen dan de koopprijzen. Hierdoor is ondanks de gestegen woningprijzen in 2012 geen bubbel in de woningmarkt ontstaan.
Commercieel vastgoed Nederland Kantorenmarkt: aanhoudend lage vraag drukt kantorenmarkt De vraag naar kantoorruimte daalde in 2012 tot het laagste niveau sinds eind jaren tachtig. Doordat bedrijven als gevolg van de crisis en 'het nieuwe werken' minder behoefte hebben aan nieuwe kantoorruimte en bovendien gemiddeld kleinere metrages huren, liep de totale opname terug tot net iets meer dan 1 miljoen m². Dit is de helft van de opname in 2007, toen de vraag naar kantooroppervlakte het hoogst was. Als gevolg van de afname van de behoefte, daalde de huurprijs tot gemiddeld € 129 per m². Daardoor nam ook de onderliggende waarde van vastgoedportefeuilles af. De geringe marktdynamiek heeft vooral effect op nieuwe verhuisbeslissingen. Desondanks neemt de leegstand van kantoren niet verder toe. Eind 2012 werd 7,1 miljoen m² aangeboden, wat neerkomt op een daling van 2,0%. In tegenstelling tot de algemene verwachtingen in de markt, lijkt het aanbod dus te stabiliseren. Dit neemt niet weg dat met 14,5% van de voorraad de leegstand hoog blijft. De belangrijkste reden dat het aanbod niet is gestegen, is dat belanghebbenden inzien dat de leegstand teruggedrongen
28
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
moet worden en bereid zijn hiertoe maatregelen te nemen. Dit is deels vastgelegd in het Convenant Aanpak Leegstand Kantoren dat in juni 2012 door een groot aantal publieke en private partijen is ondertekend. In korte tijd is het aantal plannen voor nieuwe locaties fors omlaag gebracht. De feitelijke nieuwbouw is gedaald tot ongeveer 400.000 m² op jaarbasis. Tegelijkertijd worden meer verouderde gebouwen getransformeerd tot andere functies of daadwerkelijk gesloopt. Ondanks dat voor het terugdringen van de leegstand naar een marktconform niveau (6%) nog een lange weg te gaan is, is duidelijk dat actief handelen door alle partijen een deel van de oplossing is. Winkelmarkt: veel dynamiek ondanks laag vertrouwen De omzet en marges in de detailhandel staan al enkele jaren onder druk, waardoor de reserves inmiddels fors zijn terug gelopen. Diverse retailketens hebben in 2012 de deuren moeten sluiten. Als gevolg hiervan is de leegstand opgelopen tot meer dan 6%. Toch is het opmerkelijk dat de opname van winkelruimte relatief hoog: er is 770.000 m² verhuurd, wat neerkomt op een stijging van bijna 20% ten opzichte van 2011. De belangrijkste verklaring is dat de mutatiesnelheid toeneemt. Winkelbedrijven die op aantrekkelijke locaties sluiten, worden redelijk snel weer verhuurd. Ondanks, of misschien zelfs dankzij, de crisis blijft de dynamiek in de winkelmarkt daarom op niveau. De marktomstandigheden voor retailers blijven echter lastig. Een groot aantal bezuinigingen treft direct de portemonnee van burgers en door verschuiving van de lasten blijven de uitgaven laag. Dit zet de winkelmarkt verder onder druk, waarbij de sterke locaties weliswaar aantrekkelijk blijven, maar op minder aantrekkelijke locaties meer aanbod ontstaat en de huren dalen.
Bedrijfsruimtemarkt: uiteenlopende perspectieven De vraag naar bedrijfsruimte viel in 2012 iets terug. De opname daalde tot 2,7 miljoen m², een afname van bijna 7,0%. Veel bedrijven zijn terughoudend in hun huisvestingskeuze en stellen een eventuele verhuizing uit. Dit hangt direct samen met dalende groei van de export en een gestage daling van het ondernemersvertrouwen. Ondernemingen zijn pessimistischer geworden over de omzetontwikkeling in de komende periode. Nieuwe investeringen worden waar mogelijk uitgesteld en dat heeft invloed op de vraag naar huisvesting. Het aanbod van bedrijfsruimte in de markt blijft dan ook onverminderd hoog op circa 9,5 miljoen m². Door het matige vertrouwen, de geringe vraag en het hoge aanbod daalden de huurprijzen in het verslagjaar tot gemiddeld € 47,-/m². Winkelvastgoed Frankrijk en Duitsland De economische crisis heeft ook in de rest van Europa impact op de retailmarkt. Vrijwel overal daalde het Bruto Nationaal Product en steeg de werkloosheid. Mede daardoor nam het consumentenvertrouwen af en daalden de consumenten bestedingen. De focuslanden Frankrijk en Duitsland doen het relatief gezien beter dan de meeste andere landen. In Duitsland en Frankrijk namen de winkelbestedingen iets toe. Maar ook in deze landen was het consumentenvertrouwen in 2012 negatief. Dit heeft invloed op de retailmarkt: er zijn weinig transacties en de vraag naar winkelvastgoed blijft beperkt. Alleen de vraag naar winkelvastgoed in A1-winkelgebieden, hoofdzakelijk in de kern van de grote steden, blijft groter dan het aanbod. Op die binnenstedelijke plekken is ruimte per definitie schaars. Leegstand is er dan ook nauwelijks en prijzen blijven daar vrij stabiel. Dit geldt niet voor secundaire winkellocaties: het verschil met A1-locaties is verder vergroot.
29
Beleggen in vastgoed Groeiend onderscheid tussen top- en secundair vastgoed Het totale transactievolume is vorig jaar in vergelijking met 2011 met 12% gedaald tot € 4,3 miljard. Van dit investerings bedrag kwam circa driekwart voor rekening van binnenlandse beleggers en de rest door buitenlandse partijen. Tussen sectoren deden zich enkele opmerkelijke veranderingen voor. Met € 1,4 miljard werd het meeste belegd in kantoren, mede door de aankoop van de High Tech Campus in Eindhoven door de Chalet Groep. Dit is opvallend, omdat kantoren toch als één van de zwakkere sectoren worden beschouwd. Ook in woningen werd meer belegd. Investeerders kochten vorig jaar voor iets meer dan € 1 miljard aan verhuurde wooncomplexen. Met name deze sector wordt gezien als de meest veilige belegging voor de langere termijn. Het investeringsvolume in winkels daalde met bijna 20% tot iets meer dan € 1,1 miljard. In de overige sectoren, zoals bedrijfsruimte en hotels, werd in totaal ongeveer € 800 miljoen belegd. Yields zijn gemiddeld in alle segmenten gestegen in 2012. De yields van het absolute topsegment bleven echter stabiel.
Financieel resultaat Rabo Vastgoedgroep heeft in 2012 een negatief resultaat gerealiseerd van netto € 113 miljoen. Afwaarderingen en voorzieningen door de moeilijke omstandigheden in de vastgoedmarkt hadden forse impact op het financiële resultaat. Het rendement op het eigen vermogen van Rabo Vastgoedgroep was negatief 6,9% tegen positief 1,9% over 2011. Het saldo van de baten en lasten met inbegrip van onder de projectlasten opgenomen forse afwaarderingen op vastgoed, alsmede de waardeveranderingen van vorderingen resulteert in een bedrijfsresultaat van € 100 miljoen negatief. Dit is € 155 miljoen lager dan het bedrijfsresultaat van 2011. Gecorrigeerd voor afwaarderingen op vastgoed en waardeverandering van vorderingen was het onderliggende resultaat positief en vergelijkbaar met eerdere jaren.
30
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Bouwfonds Property Development ONT WIKKELING
Bouwfonds Property Development maakt al sinds 1946 aangenaam wonen voor veel mensen mogelijk. Bouwfonds Property Development staat niet alleen garant voor goed wonen, maar ook voor prettig leven en recreëren. Want juist de woonomgeving bepaalt de kwaliteit van wonen. In de thuislanden Nederland, Frankrijk en Duitsland richt Bouwfonds Property Development zich op de ontwikkeling van integrale woongebieden en klein schalige multifunctionele projecten. Inclusief voorzieningen: van scholen tot zorgcentra, van winkels tot aantrekkelijke openbare gebieden. Samen met alle belanghebbenden worden duurzame leefomgevingen gerealiseerd. 2012 moeizaam jaar voor Bouwfonds Property Development In 2012 daalde het aantal woningtransacties van Bouwfonds Property Development met 22% naar 6.312 transacties tegenover 8.122 in 2011. Bouwfonds Property Development acteert op de woningmarkt in Nederland, Frankrijk en Duitsland. De aanhoudende misère op de woningmarkt in Nederland leidde ertoe dat het aantal transacties in Nederland daalde van 3.922 naar 2.739. In Frankrijk waren de omstandigheden op de woningmarkt ook aanzienlijk minder gunstig dan in 2011. Kopers en beleggers waren hier afwachtend vanwege mogelijke wijzigingen in het woning marktbeleid van het nieuwe kabinet. Bouwfonds Property Development realiseerde in Frankrijk 2.448 woningtransacties. Dit is een daling van 25% in vergelijking met 2011 (3.258). In Duitsland bleef de woningmarkt onverminderd goed en steeg het aantal woningtransacties met 29% naar 1.002. Bouwfonds Property Development blijft bij nieuwe productie het risico beperken door strikte voorverkoopnormen te hanteren. In Nederland heeft Bouwfonds Property Development begin 2012 door een reorganisatie, die bestond uit een forse personeelsreductie en herinrichting, de organisatie aangepast aan de nieuwe marktomstandigheden in Nederland.
Woningen voor iedereen Ieder project begint met het in beeld brengen van de klant behoeften; samen met het landschap, de cultuurhistorie en duurzaamheid vormen die het uitgangspunt voor haar plannen. Bouwfonds Property Development realiseert appartementen in binnensteden, gezinswoningen in de stad, villa’s op vrije kavels, starterswoningen, studentenwoningen, beleggers-huurcomplexen en zorgwoningen. De omgevingskwaliteit zorgt voor de verbinding tussen de verschillende woonprojecten waarbij er voor klanten veel flexibiliteit is voor de indeling en afwerking van de woningen. Voortdurend wordt gezocht naar innovatieve methoden en oplossingen. En omdat Bouwfonds Property Development in drie thuislanden vanuit 27 regiokantoren werkt, is er veel kennis over de lokale markten. Deze succesvolle manier van ontwikkelen vanuit regionale kennis heeft Bouwfonds Property Development gemaakt tot wie zij is: toonaangevend – zowel binnen als buiten de stad – en één van de grootste gebieds ontwikkelaars van Europa.
Duurzame oplossingen Gebiedsontwikkeling heeft een grote impact op de toekomst. Daarom wordt gestreefd naar een optimale balans tussen milieu, ruimte en economie. Harde, transparante criteria worden aangehouden voor lucht-, bodem- en waterkwaliteit en grondstoffen- en energieverbruik. Onder duurzaamheid verstaat Bouwfonds Property Development: een betrouwbare, integere partner zijn in langdurige, stabiele samenwerkings relaties. In het belang van eindgebruiker, onderneming en maatschappij.
BUSINESS CASES
Parijs Canal Square
Specificaties Project Canal Square Aantal en type woningen 134 appartementen (115 vrije verkoop, 19 sociale huur) Voorzieningen 1.700 m² winkelruimte en ondergrondse garage met 94 parkeerplaatsen Architect Agence TVK Start ontwikkeling 2011 Verwachte start bouw 2013 Verwachte oplevering 2015
Wonen in de charme van Parijs met de kenmerkende architectuur van New York kan in het moderne appartementencomplex Canal Square. Bouwfonds Marignan Immobilier realiseert hier 134 luxe woningen met vrij uitzicht over het Canal de l’Ourcq. Nieuwbouwlocaties binnen de Boulevard Périphérique zijn zeer schaars in Parijs. Voor Bouwfonds Marignan was het dan ook een uitgelezen kans om op deze locatie in het 19de arrondisement een aantrekkelijk woongebied te realiseren. Deze buurt in het noord oosten van Parijs is sterk in opkomst en heeft veel toekomstpotentie. Het plan is in de zomer van 2012 in verkoop gegaan en is door de markt positief ontvangen. Canal Square is een rustige woonwijk en richt zich op doelgroepen die binnenstedelijk kunnen en willen wonen. Het project ademt een postindustriële sfeer uit à la het Meatpacking District in New York. Rechte solide architectuur met kleine, maar luxe lofts en duplex woningen die allemaal stijlvol zijn afgewerkt en zijn voorzien van hoge ramen voor een optimaal ruimtelijk effect. Op de begane grond van het gebouw komt 1.700 m² aan winkelruimte en een onder grondse parkeergarage.
Metropoolregio Amsterdam Bloemendalerpolder
Specificaties Project Bloemendalerpolder Aantal woningen 2.750 Voorzieningen Diverse commer ciële en maatschappelijke voor zieningen (o.a. horeca, haven voor pleziervaart, brede school, gezond heidscentrum en groenzones) Opstellen bestemmingsplan 2013 Verwachte start bouw 2016
In november 2012 hebben Bouwfonds Ontwikkeling en vijf andere marktpartijen na jaren onderhandelen een overeenkomst gesloten met vijf overheden (provincie Noord-Holland, gemeente Weesp, gemeente Muiden, waterschap AGV en het Rijk) ten behoeve van ontwikkeling van de Bloemendalerpolder nabij Weesp. Hier moet vanaf 2016 een nieuw woongebied ontstaan met maximaal 2.750 woningen in een groene, landschappelijke omgeving. Bijzonder aan deze ontwikkeling is dat niet alleen de woonlocaties, maar ook het omringende landschap en alle infrastructuur door private partijen worden ontwikkeld en gerealiseerd. Bouwfonds Ontwikkeling zet met de andere marktpartijen in op een bijzondere woonomgeving, waarin veel aandacht zal zijn voor duurzaamheid en het verweven van wonen met het omringende landschap. Zo ontstaat een plek om te wonen die uitstekend aansluit op de toekomstige grote vraag naar woonruimte in de metropoolregio Amsterdam. De locatie, die zowel met openbaar vervoer als met de auto uitstekend bereikbaar is, is voor de regio een belangrijke aanvulling op de meer stedelijke Amsterdamse woonmilieus. Vanaf 2013 wordt gewerkt aan het opstellen van het bestemmingsplan, waarna de bouwvoorbereiding van start kan gaan. In 2016 kunnen naar verwachting de eerste woningen worden gebouwd.
31
P R O J E C T E N I N 20 1 2
32
Nederland
Frankrijk
Bouwfonds Ontwikkeling en de gemeente Oegstgeest zijn een nieuwe samenwerkingsovereenkomst voor de locatie Rijngeest aangegaan. Het gaat om de bouw van 1.300 woningen. Hiervoor werd een nieuwe organisatie opgericht. In Den Haag is de gebieds ontwikkeling Wateringse Veld na 18 jaar in de afrondende fase terechtgekomen. Vanuit deze publiekprivate samenwerking tussen de gemeente en Bouwfonds Ontwikkeling zijn er in dit voormalige glastuinbouw- en poldergebied zo’n 8.000 woningen en voorzieningen gerealiseerd. De eerste 200 woningen van Nieuw Kortenoord in Wageningen zijn opgeleverd. Alle woningen zijn energiezuinig en voorzien van warmte-koudeopslag. Kopers maakten optimaal gebruik van de optie om zonnepanelen te kopen. De herontwikkeling van dit universiteitsterrein tot woonwijk met 1.000 woningen, voorzieningen en bedrijventerrein wordt volledig risicodragend uitgevoerd, inclusief de aanleg van de openbare ruimte. In Velp werd het gemengde project Velperbroek opgeleverd. Het winkelcentrum en de huur woningen zijn verkocht aan Syntrus Achmea. Het plan omvat 106 appartementen, 4.000 m² winkelruimte, een medisch cluster en een bovengronds parkeerdek. Op de locatie Laan van Spartaan in Amsterdam werkt Bouwfonds Ontwikkeling met corporatie Ymere aan een integrale gebiedsontwikkeling met ruim 800 woningen (koop, huur, zorg), onderwijsvoorzieningen, sportvoorzieningen, commerciële voorzieningen en parkeergarages. Bouwfonds Ontwikkeling sloot een turnkey-overeenkomst met DeltaWonen voor de realisatie van 95 energiezuinige woningen in Zwolle en Kampen. De start van de bouw van 44 woningen vond eind 2012 plaats. De overige woningen worden in 2013 en 2014 gerealiseerd.
Bouwfonds Marignan en MAB Development hebben in Parijs Batignolles samen een belangrijke prijsvraag gewonnen voor de ontwikkeling van een grootschalig multifunctioneel project met zo’n 39.000 m² woningen, maatschappelijk vastgoed, kantoren, winkels, infra en ruim 450 parkeerplaatsen. In Toulon is het appartementengebouw Le Fémina ontwikkeld. Het centrum-stedelijke complex voldoet aan de norm NF Logement démarche HQE®. Er wordt dagelijks schone energie geproduceerd, onder meer door zonnecollectoren voor warm water. In Lyon bracht Bouwfonds Marignan het complex L’Adyssa met 31 appartementen in verkoop. Het gebouw onderscheidt zich door een extreem laag energie verbruik en is voorzien van het BBC Effinergielabel vanwege de goede isolatie en zonnepanelen.
Duitsland In Stuttgart kocht Bouwfonds Immobilienentwicklung een terrein van 49.000 m² van sanitairfabrikant HANSA. In de integrale gebieds ontwikkeling komen onder meer 220 appartementen, een brandweer kazerne en een kantoorgebouw. Voor het project Europaviertel in Frankfurt werd in 2012 de eerste paal geslagen voor de bouw van 154 appartementen. In totaal worden 370 appartementen op deze binnenstedelijke locatie gerealiseerd. In Keulen werd gestart met de bouw van 237 appartementen op de centrum-stedelijke locatie Am Eifelplatz. Het plan draagt bij aan de noodzakelijke uitbreiding van het aantal binnenstedelijke huurwoningen. Uitdagend was het plaatsen van een glaswand, die bijdraagt aan de ruimtelijk beleving en geluidsbescherming voor de bewoners biedt. In Würzburg is grond aangekocht voor de ontwikkeling van 99 appartementen. Bouwfonds Immobilienentwicklung is hiermee voor het eerst actief in de regio Franken (Bayern). De ambitie is om de aanwezigheid in deze economisch sterke regio de komende jaren verder uit te breiden.
32
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
MAB Development ONT WIKKELING
MAB Development ontwikkelt commercieel vastgoed en hoogwaardige multifunctionele projecten in Nederland, Duitsland en Frankrijk. De focus ligt met name op retail en op transformatie van bestaand vastgoed in de stedelijke omgeving. MAB Development creëert omgevingen waar mensen graag willen winkelen, werken, wonen en recreëren. Want juist een mengeling van functies zorgt voor de sfeer die zo kenmerkend is voor een stad. De concepten van MAB Development dagen uit en tonen visie en creativiteit. Hiermee wordt een impuls gegeven aan de leefbaarheid van een stad.
Productie commercieel vastgoed in lastige marktomstandigheden lager
Initiator vanuit duurzaam locatiegebruik en hoge kwaliteit
MAB Development opereert in een turbulente omgeving met lastige marktomstandigheden. Hierdoor is de productie van commercieel vastgoed in 2012 met 19% gedaald naar € 218 miljoen.
Hergebruik van een locatie of gebouw is het vertrekpunt voor MAB Development. Daarbij wordt actief gezocht naar de samenwerking met potentiële gebruikers, beleggers en overheid. Balancerend tussen de wensen van klanten en wat praktisch haalbaar is, wordt samen gezocht naar oplossingen. Doel is om stedelijke locaties en gebouwen te ontwikkelen die door kwaliteit en flexibiliteit een lange levensduur hebben.
MAB Development heeft zowel in Frankrijk als in Duitsland substantiële voortgang gerealiseerd in de acquisitie van nieuwe projecten. Een viertal projecten is aan de portefeuille toegevoegd, waarvan één direct in herontwikkeling is genomen. In 2012 is de bouw gestart van een drietal projecten. MAB Development verstevigt de samenwerking met huurders en beleggers. Het accent van de toekomstige (her)ontwikkelingsk ansen in de thuismarkten ligt vooral in het binnenstedelijk gebied. Eind 2012 had MAB Development vijf projecten in aanbouw. Gedurende het jaar werden drie projecten opgeleverd. De beleggingswaarde van deze projecten bedroeg € 228 miljoen. MAB Development heeft in 2012 een personeels- en kostenreductie doorgevoerd naar aanleiding van de marktomstandigheden en matige vooruitzichten. Voor een optimale focus op drie grote projecten van MAB Development, is een specialistisch team samengesteld. Zij zorgen voor uitontwikkeling en optimalisatie van deze projecten. In dit kader zijn tevens per eind 2012 de aandelen van de partner in deze projecten overgenomen.
Hiermee worden hoogwaardige duurzame projecten gerealiseerd. Bijzondere architectuur, goede inpassing in de bestaande stedelijke structuur en voldoende flexibiliteit maken een gebouw aantrekkelijk voor een grote diversiteit aan gebruikers en daarmee ook voor beleggers. Want attractieve gebouwen staan nooit lang leeg en zorgen voor een duurzaam rendement.
Duurzaamheid vormt basis Duurzaamheid is terug te vinden in de langdurige relatie met partners, in de locatiekeuzes en de manier van bouwen. De projecten kennen een optimale bereikbaarheid met openbaar vervoer, fiets of auto. MAB Development kiest voor duurzame materialen en streeft naar een minimaal energiegebruik door de inzet van bijvoorbeeld een warmte-koudeopslag. MAB Development hanteert voor haar projecten BREEAM, de standaard in duurzaam ontwikkelen. Voor het project First Rotterdam heeft dit geleid tot het BREEAM-NL Excellent certificaat.
BUSINESS CASES
De Rotterdam Verticale stad aan de Maas Op de Wilhelminapier in Rotterdam verrijst een 150 meter hoog gebouw, genaamd De Rotterdam. MAB Development ontwikkelt dit gebouw samen met OVG, naar een ontwerp van Rem Koolhaas. Door de bijzondere mix aan functies ontstaat een verticale stad die 24 uur per dag leeft.
Specificaties Project De Rotterdam Programma Multifunctioneel gebouw, oppervlakte 160.000 m², bestaande uit onder andere een hotel met 280 kamers en congresruimte, health club, restaurants, cafés, parkeergarage, 220 appartmenten Realisatie 2013 Architect Rem Koolhaas, OMA
Met de containerachtige opbouw verwijst het architectonisch ontwerp naar de maritieme geschiedenis van de locatie op de Wilhelminapier. Hiervandaan vertrokken de schepen van de HollandAmerika Lijn en daarmee tienduizenden emigranten naar Amerika. In De Rotterdam worden 220 appartementen, een hotel met congresruimte, kantoren, een healthclub, diverse cafés en restaurants gerealiseerd. Dagelijks zullen er 3.000 tot 4.000 mensen wonen, werken en recreëren. In De Rotterdam komen geen radiatoren, cv-ketels en airco’s. Verwarming en warm water komen uit het lokale warmtenet, koeling gebeurt met Maaswater en duurzame elektriciteit wordt ter plekke geproduceerd door een bio-warmtekrachtkoppeling. Door deze en andere duurzame oplossingen – zoals aanwezigheids detectie, hoogrendementsverlichting en dag-lichtschakeling in de kantoren – wordt De Rotterdam energiezuiniger dan vergelijkbare nieuwbouw.
Cool63 Rotterdam Aan de Coolsingel in Rotterdam, naast het oude Luxortheater, ontwikkelt MAB Development het project Cool63. Het gaat om de duurzame herontwikkeling van de gebouwen ‘Het Spinozahuis’, ‘Paviljoen Monisima’ en ‘De Generale Bank’. Met de herontwikkeling van de bestaande Generale Bank en de sloop/nieuwbouw van het Spinozahuis en Monisima wordt 25.000 m² retail, horeca, kantoren en woningen gerealiseerd. Allies and Morrison Architects ontwerpt het plan. Verwachte oplevering is medio 2014. Electronicaretailer Saturn huurt in Cool63 10.000 m² en brengt daarmee haar eerste flagshipstore naar Nederland. Met dit winkel oppervlak gaat deze Saturn tot een van haar grootste vestigingen in Europa behoren. De opening van dit grote filiaal sluit aan bij de ambitie van Rotterdam om de Coolsingel als winkelgebied te versterken.
Specificaties Project Cool63 Programma 14.000 m² retail en horeca, 5.000 m² kantoren, 15 appartementen, circa 50 parkeerplaatsen Realisatie 2014 Architect Allies and Morrison Architects
33
P R O J E C T E N I N 20 1 2
34
Nederland
Frankrijk
MAB Development en Maarsen Groep zijn in december begonnen met de bouw van First Rotterdam, recht tegenover het Centraal Station. Hierin komen de nieuwe hoofdkantoren van Robeco en Nauta Dutilh. First Rotterdam is een project met een BREEAM-NL Excellent certificaat. De oplevering is gepland in 2016. Op het Oosterdokseiland in Amsterdam zijn kavels 2 en 3 opgeleverd met onder andere de volgende nieuwe huurders: Vodafone, DE Masterblenders, Adyen, Amtrada, Saturn, &samhoud, Coffee Company, restaurant VIEW en B&B Lunchroom. De huurwoningen in beide kavels zijn opgeleverd aan Ymere en aan Stadgenoot. Alle kantoren en commerciële ruimten van kavel 3 op het Oosterdokseiland te Amsterdam zijn verkocht aan Real I.S. Hiermee is afzet gerealiseerd van alle verhuurde ruimten. De Kroon in Den Haag is volledig verhuurd. De 130 meter hoge toren heeft 2.400 m² retail en 9.000 m² kantoren. De woningen zijn verkocht aan partner Haag Wonen. MAB Development, Bouwfonds Ontwikkeling, ASR en de gemeente Utrecht hebben de overeenkomst getekend voor de realisatie van wijkwinkelcentrum Terwijde in Utrecht. Dit centrum naast Station Terwijde krijgt een totale opper vlakte van 12.000 m² met circa 40 winkels voor de dagelijkse boodschappen. In de eerste fase worden ook 285 woningen gereali seerd en 1.000 parkeerplaatsen. SugarCity in Halfweg NoordHolland wordt de nieuwe locatie voor The Style Outlets in Nederland. MAB Development en NEINVER hebben met CobraSpen overeen stemming bereikt over de aankoop van de grond waar de voormalige suikerfabriek CSM heeft gestaan. In 2013 wordt gestart met de bouw. MAB Development en Dura Vermeer Vastgoed hebben het project Bigshops Parkboulevard in Rotterdam overgedragen aan DEKA Immobilien. De beleggings transactie omvat 25.000 m² groot schalige retail en horeca en een parkeergarage met 750 plaatsen.
Outletcenter Roppenheim The Style Outlets in de Elzas heeft in april 2012 haar deuren voor het publiek geopend. The Style Outlets is het eerste outletcenter dat MAB Development en NEINVER gezamenlijk hebben ontwikkeld. Het centrum telt 111 winkels en restaurants, 1.700 parkeerplaatsen, opgezet in een 50.000 m² grote groene omgeving, omzoomd door twee meren. Voor het outletcenter Honfleur (nabij Le Havre in Normandië) zijn in 2012 alle benodigde vergunningen toegekend en kan de ontwikkeling verder gestalte krijgen. Het afgelopen jaar heeft MAB Development samen met Bouwfonds Marignan een belangrijke prijsvraag gewonnen in Parijs, Clichy Batignolles. In Toulouse is het winkel centrum Compans Caffarelli verworven als herontwikkelings project.
Duitsland MAB Development heeft de prijsvraag gewonnen voor het project Quartier Sedelhöfe in de binnenstad van Ulm. Het stads kwartier Sedelhöfe bevindt zich op een A-locatie direct tegenover het centraal station van Ulm. Het project kent een grondoppervlak van 9.000 m². Op deze plek wordt 50.000 m² retail, horeca en kantoren ontwikkeld, inclusief 600 parkeerplaatsen. MAB Development en Sonae Sierra zijn gestart met de realisatie van het winkelcentrum Hofgarten in Solingen. Het winkelcentrum, gevestigd in het centrum van de stad, bestaat uit circa 28.000 m² retail/horeca en een ondergrondse parkeergarage voor 600 auto’s. Met de aankoop van een bestaand multifunctioneel bedrijfspand in Bad Homburg is de start gegeven voor een volledige revitalisering van deze locatie. Het project omvat 670 m² retail, 2.275 m² kantoren, 4 woningen en 38 parkeerplaatsen.
34
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
FGH Bank FINANCIERING
Bij het inrichten en onderhouden van de openbare ruimte zijn veel partijen betrokken. Bovendien worden keuzes voor een langere periode gemaakt in een dynamische en veranderlijke omgeving. Dat maakt het realiseren van commercieel vastgoed complex. En ook de financiering ervan. FGH Bank is dé vastgoedbank sinds 1890 en verbindt diepgaande kennis aan een lokale, persoonlijke marktbenadering. Door die kennis kan vooruit worden gekeken, kunnen nieuwe perspectieven worden ontdekt en kan de visie van FGH Bank op commercieel vastgoed worden bepaald. Van daaruit maakt FGH Bank de vertaalslag naar de praktijk van alledag. Intensief beheer met een stabiele portefeuille. Waardeveranderingen gestegen naar 124 basispunten FGH Bank behield in 2012 haar sterke positie in de Nederlandse vastgoedfinancieringsmarkt. De kredietportefeuille bleef nagenoeg stabiel op € 19,2 miljard. De expertise van FGH Bank wordt steeds intensiever ingezet ten behoeve van de dienstverlening aan lokale Rabobanken. Als gevolg van de omstandigheden in de Nederlandse vastgoedmarkt is de winstgevendheid van FGH Bank afgenomen vanwege waardeverandering op vorderingen. De waardeverandering kwam uit op 124 basispunten van de gemiddelde kredietverlening.
In alle markten thuis FGH Bank financiert kantoren, winkels, bedrijfsruimtes, verhuurde woningpakketten en woningcomplexen en biedt daarbij een passende vorm van vastgoedfinanciering. Dat kan een grond- en/of bouwfinanciering zijn, maar ook een beleggings financiering. Elke aanvraag is maatwerk. Dat vereist een grote betrokkenheid bij de klant, een sterke professionaliteit en een goede samenwerking tussen de specialisten van FGH Bank. In combinatie met de visie van FGH Bank op commercieel vastgoed kan met deze gebundelde kennis een toegespitst financieringsvoorstel worden gedaan. De financiering van projecten komt altijd tot stand door de samenwerking van de verschillende vastgoeddisciplines van de bank. Daardoor is FGH Bank in staat snel te organiseren en te handelen.
FGH Bank gaat verder dan vastgoedfinanciering alleen. Zo biedt zij ondersteuning aan lokale Rabobanken op het gebied van portefeuille-analyse, bijzonder beheer, taxaties en vastgoed financieringsadvies. Het label RNHB Hypotheekbank richt zich op financiering van de vastgoedmiddenmarkt, zowel via intermediairs als via het directe kanaal.
Lokaal sterk verankerd Lokaal gerichte kennis en vaardigheden liggen aan de basis van vastgoedfinanciering. De vastgoedmarkt is immers een regio-afhankelijke markt. Daarom werkt FGH Bank met afzonderlijke regio's die elk sterk zijn verankerd in hun eigen werkgebied. De mensen van FGH Bank koesteren hun netwerk, volgen regionale en nationale marktontwikkelingen op de voet en spelen direct in op veranderende behoeften.
Kennis delen De uitgebreide kennis stelt FGH Bank als geen ander in staat maatschappelijke en economische ontwikkelingen te analyseren en hun impact in te schatten op de markt voor commercieel vastgoed. Die kennis deelt FGH Bank graag met de markt, onder meer via de jaarlijkse publicatie: het ‘FGH Vastgoedbericht’. Verder levert FGH Bank haar bijdrage aan een verdere professionalisering van het vakgebied. Een uiting daarvan is de FGH Vastgoedprijs, een tweejaarlijkse prijs voor onderscheidend ondernemerschap.
35
Erkenning voor visie, durf en ondernemerschap FGH Vastgoedprijs Al sinds 1990 wordt hij tweejaarlijks uitgereikt: de FGH Vastgoedprijs. Deze prijs is een erkenning voor visie, durf en ondernemerschap in de Nederlandse vastgoedmarkt. De winnaars ontvangen een award en een plaquette, die bij elk winnend project een mooie plaats krijgt in het vastgoedobject zelf.
FGH Vastgoedprijs Sinds wanneer Sinds 1990, een tweejaarlijkse uitreiking Prijs Een erkenning voor visie, durf en ondernemerschap in de Nederlandse vastgoedmarkt
Met de FGH Vastgoedprijs stimuleert FGH Bank onderscheidend ondernemerschap in de vastgoedmarkt. De projecten die in aanmerking komen voor de prijs, hebben niet alleen meerwaarde voor de gebruikers, maar getuigen ook van aandacht voor de maatschappelijke context waarbinnen ze hun functie vervullen. De onafhankelijke vakjury beoordeelt inzendingen op ondernemerschap, projecteconomie en -risico, architectuur, duurzaamheid en maatschappelijke impact. De FGH Vastgoedprijs 2012 ging naar The Bank in Amsterdam van de Kroonenberg Groep. Volgens de jury voorziet de herontwikkeling van het voormalig hoofdkantoor van ABN AMRO niet alleen in de behoeften van zijn gebruikers, maar geeft het ook het centrumgebied van Amsterdam een krachtige kwaliteitsimpuls. Ook heeft het een gebouw van internationale allure opgeleverd.
Waarom Stimuleren van onder scheidend ondernemerschap in de vastgoedmarkt Projecten Projecten getuigen van aandacht voor de maatschappelijke context waarbinnen ze hun functie vervullen Winnaar 2012 The Bank in Amsterdam van de Kroonenberg Groep
Investeren in krediet FGH Vastgoedbericht ‘Negativisme helpt de sector niet verder. Een realistische kijk op de waarde van vastgoed en het terugwinnen van vertrouwen wel.’ ‘Investeren in krediet’ was het thema van het FGH Vastgoedbericht 2012. Dit marktrapport wordt jaarlijks gepubliceerd en biedt een compleet overzicht van de trends en ontwikkelingen in de commercieel vastgoedmarkt en de visie van FGH Bank hierop.
FGH Vastgoedbericht 2012 FGH Real Estate Report 2012
INVESTEREN IN KREDIET INVESTING IN CREDIT
FGH Vastgoedbericht Thema 2012 Investeren in krediet Wanneer Jaarlijkse uitgave Inhoud Overzicht van de trends en ontwikkelingen in de commercieel vastgoedmarkt en de visie van FGH Bank hierop Conclusie 2012 De vastgoedsector kampt met haar imago. De uitdaging is dan ook dat de vastgoedsector inzet op het terugwinnen van vertrouwen
Een paar jaar geleden was de sector nog rotsvast overtuigd dat investeren in kwalitatief hoogwaardig vastgoed een verstandige en weloverwogen beslissing was. Die overtuiging lijkt vandaag de dag geheel te zijn verdwenen. In de optiek van FGH Bank is dat even onbegrijpelijk als onterecht. Te lang hebben de dagkoersen van het vastgoed de markt bepaald. Nu wordt echter duidelijk dat vastgoed geen snelle ‘geldmachine’ is. Integendeel: vastgoed vraagt om tijd. Daarnaast kampt de vastgoedsector met haar imago. De vastgoedmarkt staat dan ook voor de uitdaging om het vertrouwen in vastgoed en in de sector weer terug te verdienen. Dat zijn de belangrijkste conclusies uit het FGH Vastgoedbericht 2012.
36
FGH Bank in 2012 FGH Bank heeft in 2012 het Energie Convenant Utrecht ondertekend, met als doel om op een goede manier invulling te geven aan de rol van inspirerende koploper, zoals die FGH Bank is toebedeeld door de gemeente Utrecht.
36
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Bouwfonds REIM INVESTMENT MANAGEMENT
Als real estate investment manager biedt Bouwfonds REIM beleggingsproducten voor institutionele en particuliere beleggers. Bouwfonds REIM is actief in de sectoren woningen, winkels, kantoren, parkeergarages, telecommunicatie-infrastructuur en landbouw. Als investment manager is zij naast Nederland met name actief in Duitsland en behoort zij tot de tien grootste spelers op het gebied van vastgoedbeleggingen in Nederland.
Een enerverend jaar voor Bouwfonds REIM
Research en Risk Management
Bouwfonds REIM was in 2012 succesvol met het uitbreiden van haar parkingfondsen; in Duitsland werden fondsen voor institutionele en particuliere beleggers gelanceerd. De fondsen investeren in parkeergarages in Europa. Ook andere fondsen van Bouwfonds REIM hebben hun portefeuille in 2012 verder uitgebreid. Zo groeide het Bouwfonds European Residential Fund in het verslagjaar naar ruim € 500 miljoen beheerd vermogen. Ook het Rabo Bouwfonds Communication Infrastructure Fund en Rabo Farm Europe Fund hebben hun portefeuille verder uitgebreid.
De wensen van de klant en de ontwikkelingen in de nationale en Europese beleggingsmarkt, vormen in combinatie met wat Bouwfonds REIM daarin kan betekenen de basis voor het ontwikkelen van nieuwe fondsen. Dankzij het netwerk van kantoren in Hoevelaken, Amsterdam, Berlijn en Parijs is Bouwfonds REIM optimaal verbonden met de markten waarin zij actief is.
Bouwfonds REIM profiteerde in het verslagjaar van gunstige marktontwikkelingen in de Verenigde Staten. Zo is in januari 2012 een woningcomplex in Tampa te Florida succesvol verkocht. Daarnaast zijn in juli 2012 twee appartements gebouwen verkocht in Washington DC. Bouwfonds REIM heeft per 1 oktober 2012 het beheer van zeven particuliere vastgoedfondsen extern overgedragen. Per saldo is het beheerd vermogen gedaald naar € 5,5 miljard. Bouwfonds REIM heeft een nieuwe rekensystematiek in lijn met internationale richtlijnen toegepast. Begin 2012 heeft Bouwfonds REIM haar strategie aangescherpt als reactie op de aanhoudende slechte marktomstandig heden. Dit ging gepaard met personeels- en kostenreductie en in augustus is een nieuwe CEO benoemd. Bouwfonds REIM wil zich in de toekomst meer richten op de institutionele klant. Distributie van particuliere fondsen zal in de toekomst alleen plaatsvinden via intermediairs.
Rendement door innovatie Beleggers streven naar een zo aantrekkelijk mogelijk rendement bij een bepaald risico. In een overvolle markt worden die beleggingen steeds schaarser. Bouwfonds REIM verkent de grenzen van de markt. Naast de traditionele vastgoed beleggingsproducten is zij continu op zoek naar innovatieve beleggingsproducten in niches met een goed perspectief voor haar klanten, zoals parkeergarages, telecommunicatieinfrastructuur en landbouw.
De afdeling Research volgt en analyseert de financiële en vastgoedontwikkelingen en relevante trends nauwlettend, zowel in Nederland als daarbuiten. Zij neemt daarom een belangrijke plaats in bij het opzetten van nieuwe fondsen en het adequaat beheren van bestaande fondsen. Ook de afdeling Risk Management is hierbij essentieel, zij houdt zich namelijk bezig met het monitoren en beheersen van de relevante risico’s rondom de vastgoedfondsen.
Meerwaarde duurzaamheid Voor beleggers en huurders wordt duurzaamheid een steeds belangrijker thema, daarom stelt Bouwfonds REIM dit punt centraal in haar beleid. Concreet richt Bouwfonds REIM zich op het geheel van energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde van de objecten. Er wordt daarbij gestreefd naar een bovengemiddelde duurzaamheidsscore. Niet alleen bij nieuwe fondsen wordt gekeken naar duurzaamheid, ook bij de bestaande portefeuille wordt het verbeterpotentieel in beeld gebracht, inclusief kostenconsequenties. Op basis daarvan worden mogelijke aanpassingen voorgelegd aan de beleggers.
BUSINESS CASES
Bouwfonds Private Dutch Parking Fund I Bouwfonds REIM heeft in 2012 het eerste parkeergaragefonds voor Duitse particuliere beleggers gelanceerd en geplaatst. Het Bouwfonds Private Dutch Parking Fund I investeert in zes bestaande parkeer garages in Nederland en is het eerste parkeergaragefonds voor Duitse particuliere beleggers. De zes parkeergarages zijn gelegen in Apeldoorn, Hengelo, Rijswijk, Roermond, Zaandam en Zwolle op locaties met een centrale ligging in de binnenstad of in de buurt van een groot winkelcentrum. De garages worden geëxploiteerd door Q-Park. Voor alle zes objecten heeft Bouwfonds REIM met Q-Park huurovereenkomsten met een looptijd van 45 jaar afgesloten. Bouwfonds REIM heeft in het verslagjaar een aantal prestigieuze prijzen gewonnen met het Bouwfonds Private Dutch Parking Fund I. Zo won het Duitse kantoor van Bouwfonds REIM met het fonds in september de prestigieuze ‘Cash Award’ in de categorie ‘Besloten vastgoedfondsen Buitenland’. In november 2012 won Bouwfonds REIM de ‘Beteiligungspreis’, in de categorie ‘Innovatie en Trend’. In aanmerking komen partijen in de beleggingswereld die zich onderscheiden door kwaliteit en innovatiekracht. Het fonds sleepte bovendien op 22 november 2012 de ‘Scope Award’ in de wacht in de categorie ‘Management Performance Innovation’.
Private Dutch Parking Fund I Assets Nederlandse parkeergarages Doelgroep Duitse particuliere beleggers Fondsvolume Ruim 64 miljoen euro
Rabo Farm Europe Fund
Rabo Farm Europe Fund Assets Europese landbouwsector Doelgroep Institutionele beleggers wereldwijd Fondsvolume (beoogd) 315 miljoen euro
Rabo Farm Europe Fund is een fonds voor institutionele beleggers. De investeringsfocus van het fonds is gericht op Midden-Europa, primair op Polen en Roemenië. In totaal wordt er nu met meer dan 80 agrarische ondernemers samengewerkt en is er voor ruim € 150 miljoen geïnvesteerd. Rabo Farm Europe Fund geniet een steeds groter wordende interesse van agrariërs die met het fonds willen samenwerken. De boerderijen worden opgeknapt en het land wordt in een betere conditie gebracht. Door middel van het wegwerken van achterstallig onderhoud, afbreken van ruïnes en investeringen in een betere waterhuishouding en gezondheid van de grond, wordt actief bijgedragen aan het verbeteren van het agrarisch en financieel potentieel van de boerderijen. Deze manier van verantwoordelijk investeren is belangrijk; op een duurzame manier bijdragen om de wereldbevolking in de komende decennia te kunnen voeden. Rabo Farm Europe Fund investeert in een vruchtbare toekomst.
37
P R O J E C T E N I N 20 1 2
Bouwfonds REIM fondsen in 2012 Agriculture In het verslagjaar zijn veel inspanningen gedaan om het gecommitteerde kapitaal van beleggers in Rabo Farm Europe Fund te investeren. De portfolio van het fonds is in 2012 gegroeid van 16.000 ha aan het begin van het jaar tot meer dan 20.000 ha eind 2012, waarbij het merendeel verpacht wordt aan lokale boeren. De mijlpaal van € 100 miljoen is inmiddels gepasseerd. Commercial In 2012 werden voor verschillende fondsen verkopen en grote verhuurtransacties van kantoren gerealiseerd, onder andere door samen met de huurders bestaande kantoren te verduur zamen. Bouwfonds REIM ziet verduurzaming van de bestaande portefeuille als eis om de waarde van het vastgoed op peil te kunnen houden. Infrastructure Rabo Bouwfonds Communication Infrastructure Fund laat in het verslagjaar een flinke groei zien. Zo zijn onder andere acquisities in Harderwijk, Borculo en Hilvarenbeek gedaan. In 2012 is een joint venture met Cogas gesloten; Cogas Kabel N.V. genaamd. De joint venture is een belangrijke stap, omdat het toegang geeft tot 90.000 extra aansluitingen. De joint venture zal een glasvezelinfrastructuur gaan aanleggen in het verzorgingsgebied van Cogas en is eind 2012 gestart met de glasvezeluitrol.
38
Parking In 2012 heeft de eerste closing van het Bouwfonds European Parking Fund II (€ 105 miljoen) plaatsgevonden en lag de focus op acquisitie van parkeergarages voor dit tweede institutionele Parkeerfonds. In Duitsland is het eerste parkeergaragefonds voor Duitse particuliere beleggers gelanceerd en geplaatst: het Bouwfonds Private Dutch Parking Fund I. Residential Het Bouwfonds European Residential Fund is in het verslagjaar de grens van € 500 miljoen beheerd vermogen gepasseerd. Het fonds presteert uitstekend: het fonds is top performer over de laatste twaalf maanden en tweede performer sinds de lancering van het fonds, vergeleken met de Duitse openended markt van ongeveer € 80 miljard. (‘Das Investment’, mei 2012). Bovendien is over het afgelopen jaar een 6,7% totaal rendement behaald, waardoor een out performance fee is verdiend. Met een recente capital raising tour van Robeco en Bouwfonds REIM is een extra € 40 miljoen equity opgehaald. Eind 2012 heeft Bouwfonds REIM een mandaat van een grote institutionele Duitse belegger binnengehaald. Dit mandaat houdt in dat Bouwfonds REIM voor deze belegger een portefeuille van circa € 400 miljoen aan Duitse woningen mag gaan aankopen en beheren.
38
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Medewerkers
Vooruitzichten
De medewerkers van Rabo Vastgoedgroep hebben een roerig jaar achter de rug als gevolg van de aanhoudende tegenwind in de sector, de verslechterde resultaten, toenemende wet- en regelgeving voor de financiële markten, bezuinigingen en kostenbesparingen. Als gevolg van reorganisaties heeft een fors aantal medewerkers het bedrijf verlaten.
2013 wordt een lastig jaar
Per 1 oktober 2012 is een nieuwe cao afgesloten. De aanpassingen zijn beperkt: op thema’s als loon en het Sociaal Plan is pas op de plaats gemaakt. De betrokken partijen gaan de komende periode samen werken aan de uitwerking van belangrijke thema’s voor de ‘cao van overmorgen’, zoals beloning, mobiliteit, individuele keuzevrijheid en een modernisering, vereen voudiging en versobering. Rabo Vastgoedgroep heeft in het verslagjaar verdere invulling gegeven aan de cao studieafspraak over Performance & Competence Management. Er is een nieuw digitaal afsprakenen beoordelingsformulier geselecteerd en ingericht. Ook is de procedure voor de beoordelings- en ontwikkelingsronde geactualiseerd en aangepast aan de eisen van deze tijd. Hiermee is de basis gelegd voor een eenduidige en gebruikersvriendelijkere manier van werken voor medewerkers van Rabo Vastgoedgroep. Organisatiebrede invoering vindt plaats bij de start van de afsprakenronde in 2013. In 2012 is gewerkt aan de uitvoering van het plan van aanpak voor 'Slimmer Werken'. Diverse pilots bij verschillende divisies hebben succesvolle resultaten opgeleverd. FGH Bank gaat als eerste tot brede invoering over. Rabo Vastgoedgroep is in 2012 verder gegaan met de herijking van haar beleid op het gebied van functiewaardering en beloning van het senior management. Nadat in 2011 de nadruk heeft gelegen op de invoering van beheerst beloningsbeleid van de financiële toezichthouders in Nederland, is in 2012 een vervolg gegeven aan het proces van invoering van dit beleid in Duitsland en Frankrijk. Voor volledige invoering moeten in overleg met belang hebbenden de cao's in Nederland en het buitenland op enkele punten worden aangevuld. Invoering van het beleid in Frankrijk en Duitsland buiten de financiële sector, stuit op het ontbreken van bedrijfstakspecifieke regelingen en afspraken. De activiteiten op het gebied van management development zijn in het verslagjaar voortgezet. Het leiderschapsprogramma voor het senior management is in november 2012 begonnen. De nieuwe wetgeving met betrekking tot evenwichtige verdeling van de zetels in de raad van bestuur en raad van commissarissen, over vrouwen en mannen zal worden meegenomen op het moment dat een vacature ontstaat. Op dit moment heeft in zowel de hoofddirectie als de raad van commissarissen geen vrouw zitting.
De Nederlandse vastgoedmarkt zal in 2013 vermoedelijk weinig tekenen van herstel laten zien. De Nederlandse economie zal doorkwakkelen en naar verwachting zal de consument, mede door de aangekondigde bezuinigingen, terughoudend blijven in zijn bestedingen. Ook is de verwachting dat de bedrijfs investeringen afnemen en dat de werkgelegenheid verder onder druk komt te staan. In de tweede helft van 2013 kan de situatie zich langzaam stabiliseren. Het beleggingsvolume kan langzaam toenemen, de weg omhoog moet in stapjes gevonden worden. Woningmarkt: alleen in Duitsland positieve vooruitzichten Rabo Vastgoedgroep voorziet dat de crisis op de Nederlandse woningmarkt in 2013 voortduurt, ondanks de pogingen van het tweede kabinet Rutte de woningmarkt te willen hervormen. Het in februari 2013 bereikte Woonakkoord biedt wel een aantal perspectieven voor de toekomst, waarbij de rust op de woning markt en daarmee het vertrouwen van de consument, het meest gebaat is. Echter de verhoging van de lasten voor de burger op vele terreinen, zoals zorg, wonen, studie, kinder opvang, zal het consumentenvertrouwen weinig goed doen. De starters lijken in 2013 ruimere financiële impulsen te krijgen. Doorstromers zullen waarschijnlijk nog een periode afwachten. De vraag naar (nieuwe) koopwoningen zal pas hierna gaan opleven. In Frankrijk worden grote bezuinigingen verwacht die het inkomen van de burgers zullen treffen. De werkloosheid neemt toe en het consumentenvertrouwen zal afnemen. De woning vraag in de grootstedelijke regio’s is echter groot. Investeren in een woning blijft voor Fransen een belangrijke zekerheid in onrustige economische tijden. De voortdurende onzekerheid over de euro en de gebeurtenissen in de Zuid-Europese landen zal de Duitse woningmarkt voor beleggers positief blijven beïnvloeden. Bovendien zal de trend van verhuizingen naar de grote steden voortduren en in 2013 voor een sterke nieuwbouwmarkt zorgen, in zowel de huur- als de koopmarkt. De voortdurende lage rentestanden en de angst voor inflatie zal de vraag naar koopwoningen in 2013 verder doen toenemen.
Commercieel vastgoed: kansen voor ondernemende partijen De vooruitzichten voor de Nederlandse markt van commercieel vastgoed zijn niet positief. Te veel aanbod en te weinig onderscheidend vermogen zorgen voor druk op de huurprijzen en een lastige verhuurbaarheid van gebouwen. Dit heeft directe implicaties op de waarde van het vastgoed. Hierin schuilt ook een nieuwe kans: juist doordat het aan variatie in vastgoedproducten ontbreekt, liggen er voor ondernemende partijen goede kansen. Zowel in de ontwikkeling van nieuwe vastgoedconcepten als in de renovatie en transformatie van gebieden en gebouwen. Daarnaast helpt meer samenwerking
39
om ogenschijnlijk tegenstrijdige belangen tussen vastgoed partijen te doorbreken. Dat was bijvoorbeeld te zien bij het Convenant Aanpak Leegstand Kantoren, dat voorziet in het voorkomen van verdere escalatie van problemen en verval tegengaat. Ook op andere terreinen, zoals in de woningmarkt en bij de renovatieopgave, ontstaan dergelijke gelegenheidscoalities.
Beleggen in vastgoed: klaarmaken voor de opleving Rabo Vastgoedgroep verwacht dat de woningmarkt langzaam maar zeker gaat draaien en dat geleidelijk volumes zullen terugkeren. Dat biedt kansen voor beleggers. Die liggen er zeker ook op de Duitse beleggersmarkt; zowel qua investeringen als bij het vinden van potentiële investeerders. Verder zal de aandacht vooral gericht zijn op het beheer en het kwalitatief verbeteren van de huidige (vastgoed- en financierings-) portefeuilles. Daarbij wordt duurzaamheid steeds belangrijker. Dit is dan ook een speerpunt van Rabo Vastgoedgroep. Rabo Vastgoedgroep is goed voorbereid om sterk door de recessie te komen en klaar te staan voor een opleving.
Rabo Vastgoedgroep in 2013 Binnen alle bedrijfsonderdelen zijn in 2012 projecten uitgevoerd om de organisatie beter af te stemmen op de veranderende vastgoedmarkt. Dit heeft geleid tot strategische herpositionering, aanpassing van de organisatie die gepaard ging met personele krimp en kostenreductie. In 2013 zijn geen nieuwe forse personele krimp noch bijzondere investeringen voorzien. Ontwikkelingen in wet- en regelgeving, regulering, accountingstandaarden en dergelijke worden nauwlettend gevolgd en hierop zal adequaat worden gereageerd. Over de omstandigheden waarvan de omzetontwikkeling en rentabiliteit van Rabo Vastgoedgroep in 2013 afhankelijk zijn, kunnen geen uitspraken worden gedaan. Hoewel een macroeconomisch herstel tegen het einde van het jaar 2013 mogelijk lijkt, is het wel nagenoeg zeker dat de weg die Rabo Vastgoedgroep als laatcyclisch vastgoedbedrijf af te leggen heeft, nog lang is. In deze onzekere situatie is kennis van de markt buitengewoon belangrijk. Kwaliteit en duurzaamheid van vastgoed is speerpunt in het beleid. Rabo Vastgoedgroep heeft een sterke marktpositie en grote expertise. Op kansen die zich voordoen in de vastgoeddeelmarkten wordt alert gereageerd. Daarbij bestaat onveranderd nadrukkelijk veel aandacht voor risicobeheersing.
40
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Directeuren per divisie Ontwikkeling Wonen Bouwfonds Property Development B.V.
Duitsland Bouwfonds Immobilienentwicklung GmbH
W.P. de Boer (1958) – CEO
F.J. Lickteig (1959) – Voorzitter van de directie
H.W.J. Doornink (1961) – COO
S. Messemer (1964) – Directeur Regio Rhein-Main
J.C. Kreikamp (1968) – CFRO
A. Kirsch (1954) – Directeur Regio Rhein-Neckar
J.J.M. Franck (1949) – Directeur
M. Keller (1964) – Directeur Regio Hamburg C. Gaspers (1963) – Directeur Regio Nordrhein-Westfalen
Nederland
A. Kleinert (1962) – Directeur Regio Bayern
Bouwfonds Ontwikkeling B.V. W.P. de Boer (1958) – Voorzitter van de directie R.A. Willems (1951) – Directeur Regio Noord-West F.A. Holleman (1966) – Directeur Regio Noord-Oost P.J.J. Hoen (1953) – Directeur Regio Zuid
Ontwikkeling Commercieel Vastgoed MAB Development Group B.V.
E.A.M. van Winsen (1964) – Directeur Regio Zuid-West P.B.J.M. Joosen (1963) – Directeur Regio Midden
I.M. Kalisvaart (1955) – CEO J.G.F. Eijkemans (1954) – Managing Director International
Frankrijk Bouwfonds Marignan Immobilier S.A.S. J.P. Bourgade (1957) – Voorzitter van de directie
R.J.A.E. van Dam (1970) – CFRO Nederland MAB Development Nederland B.V.
P.E. Berger (1965) – Directeur Regio Provence-Languedoc / Var / Côte d’A zur J.X.Bonnet (1961) – Directeur Regio Rhône-Alpes / Savoie / Midi-Pyrénées M. Niederlender (1963) – Directeur Regio Pays-de-la-Loire / Bretagne / Centre L. Bonnardot (1967) – Directeur Regio Paris Île-de-France
L.J.M.J. Melchers (1958) – Directeur F.E.A. Dechesne (1964) – Directeur Frankrijk MAB Development France S.A. J.G.F. Eijkemans (1954) – Managing Director
G. Robic (1955) – Directeur Regio Nord-Picardie / Haute-Normandie / Alsace B. Kunvari (1961) – Directeur Commercieel Vastgoed
Duitsland MAB Development Deutschland GmbH M.L. Flesch (1967) – Directeur
41
Financiering FGH Bank N.V. P.C. Keur (1953) – CEO
Frankrijk Bouwfonds REIM S.A.S. P. Rossard (1946) – Managing Director
R.H.J. Wismans (1972) – CFRO R.A.M. van de Bilt (1969) – Statutair directeur J.H. Boerrigter (1961) – Statutair directeur G.M. Brenninkmeijer (1967) – Directeur Bijzonder Beheer
Duitsland Bouwfonds REIM GmbH M. Eberhardt (1964) – Managing Director
H.H.J. Dijkstra (1958) – Directeur Structured Real Estate Finance G.P.H. Overbeek (1957) – Directeur RNHB Hypotheekbank F.J. van den Berg (1968) – Kantoordirecteur Utrecht L. van Dorp (1953) – Kantoordirecteur Rotterdam L.F.M. van der Pol (1964) – Kantoordirecteur Eindhoven-Maastricht J.F.M. Marquenie (1957) – Kantoordirecteur Arnhem-Groningen J.B. Burwinkel (1950) – Kantoordirecteur – Directeur Intensief Beheer P.H. Lubach (1955) – Directeur Intensief Beheer E. van der Hoek (1968) – Kantoordirecteur Den Haag J.G. van der Tol (1968) – Kantoordirecteur Amsterdam
Beheer Maatschappelijke Fondsen Fondsenbeheer Nederland B.V. P. Bouwman (1956) – Directeur J. Meems (1961) – Directeur Bedrijfsvoering
Nationaal Restauratiefonds P. Siebinga (1962) – Directeur
Nationaal Groenfonds W.J. Kooy (1949) – Directeur
Duitsland D. Groh (1953) – Kantoordirecteur Frankfurt
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting
Nederlandse gemeenten
Investment Management Bouwfonds REIM B.V. J.C.M.A. Gillis (1954) – CEO
J.W. van Beek (1960) – Directeur
Nationale Maatschappij tot Behoud,
Ontwikkeling en Exploitatie van Industrieel Erfgoed A.K.D. Boon (1964) – Directeur
A.W. Rozendaal (1962) – CFRO M. Dubois (1961) – Managing Director Residential Real Estate A.H.M. Gijsbers (1965) – Managing Director Commercial Real
Boerderij en Landschap C. Koomen (1979) – Directeur
Estate B.T.J. Pierik (1969) – Managing Director Parking J.J.M. Goderie (1967) – Managing Director Communication
Klimaatlandschap Nederland J. van Olst (1958) – Directeur
Infrastructure Fund R. Smeehuijzen (1960) – Managing Director US & Private Funds S.P.E. Baecke (1971) – Managing Director Rabo Farm
Behoud en Herbestemming
Religieus Erfgoed S.C.J.M. Pijnenborg (1971) – Directeur
42
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Contactgegevens
Bouwfonds Property Development Hoofdkantoor Westerdorpsstraat 66, 3871 AZ Hoevelaken Postbus 15, 3870 DA Hoevelaken T +31 (0)33 253 97 00 | F +31 (0)33 253 96 85
[email protected] www.bouwfonds.com Bouwfonds Marignan Immobilier Hoofdkantoor Frankrijk 70, rue de Villiers F-92532 Levallois-Perret Cedex T +33 (0)1 49 64 15 15 | F +33 (0)1 47 58 89 11 www.bouwfonds-marignan.com Bouwfonds Immobilienentwicklung Hoofdkantoor Duitsland Lyoner Strasse 15 D-60528 Frankfurt am Main T +49 (0)692 197 980 | F +49 (0)692 197 9819 www.bouwfonds-immobilienentwicklung.de Bouwfonds Ontwikkeling Hoofdkantoor Nederland Westerdorpsstraat 66, 3871 AZ Hoevelaken Postbus 15, 3870 DA Hoevelaken T 033 253 97 00 | F 033 253 96 85
[email protected] www.bouwfonds.nl Regio Noord-Oost Grote Voort 221, 8041 BK Zwolle Postbus 10054, 8000 GB Zwolle T 038 425 44 40 | F 038 425 44 41
[email protected] Regio Midden De Brand 30, 3823 LK Amersfoort Postbus 1, 3800 AA Amersfoort T 033 45341 11 | F 033 453 41 90
[email protected] Regio Noord-West Leidsevaart 590, 2014 HT Haarlem Postbus 4376, 2003 EJ Haarlem T 023 530 66 03 | F 023 536 63 94
[email protected]
Regio Zuid-West Poortweg 2, 2612 PA Delft Postbus 75, 2600 AB Delft T 015 268 08 08 | F 015 262 33 63
[email protected] Regio Zuid Kronehoefstraat 72, 5622 AC Eindhoven Postbus 6540, 5600 HM Eindhoven T 040 265 98 59 | F 040 246 40 40
[email protected] Bezoekadres Heerlen Nieuw Eyckholt 282, 6419 DJ Heerlen Bezoekadres Goes 's-Heer Hendrikskinderendijk 111 4461 EA Goes
Brummelhuis Munsterstraat 16, 7418 EV Deventer T 0570 66 69 50 | F 0570 66 69 51
[email protected] www.brummelhuis.nl
MAB Development Group Hoofdkantoor Wijnhaven 60, 2511 GA Den Haag Postbus 19412, 2500 CK Den Haag T +31 (0)70 306 84 00 | F +31 (0)70 354 36 18
[email protected] www.mab.com MAB Development Nederland Wijnhaven 60, 2511 GA Den Haag Postbus 19412, 2500 CK Den Haag T 070 306 84 00 | F 070 354 36 18
[email protected] www.mab.com MAB Development France 125, Champs Elysées F-75008 Paris T +33 (0)1 53 67 70 60 | F +33 (0)1 53 67 70 69
[email protected] www.mab.com
MAB Development Deutschland Schillerstrasse 20 D-60313 Frankfurt am Main T +49 (0)69 50 600 530 F +49 (0)69 50 600 535 00
[email protected] www.mab.com MKB Vastgoed Plan Loolaan 554, 7315 AG Apeldoorn Postbus 10338, 7301 GH Apeldoorn T 055 576 36 79 | F 055 576 38 39
[email protected] www.mkbvastgoedplan.nl Eigen Steen Ontwikkeling Wijnhaven 60, 2511 GA Den Haag Postbus 19412, 2500 CK Den Haag T 070 306 84 00 | F 070 354 36 18
[email protected] www.mab.com
FGH Bank Hoofdkantoor – Utrecht Leidseveer 50, 3511 SB Utrecht Postbus 2244, 3500 GE Utrecht T +31 (0)30 232 39 11 | F +31 (0)30 233 45 72
[email protected] www.fghbank.nl Regiokantoor – Amsterdam Koningslaan 33, 1075 AB Amsterdam T 020 664 41 41
[email protected] Regiokantoor – Arnhem Cronjéstraat 10, 6814 AH Arnhem T 026 442 77 10
[email protected] Regiokantoor – Den Haag Nieuwe Uitleg 15, 2514 BP Den Haag T 070 304 01 38
[email protected] Regiokantoor – Eindhoven Parklaan 62, 5613 BH Eindhoven T 040 296 08 11
[email protected]
43
Regiokantoor – Groningen Verlengde Hereweg 173, 9721 AP Groningen T 050 311 45 82
[email protected] Regiokantoor – Maastricht Aldenhofpark 30, 6211 LV Maastricht T 043 350 08 85
[email protected] Regiokantoor – Rotterdam Blaak 333, 3011 GB Rotterdam T 010 242 01 50
[email protected] Regiokantoor – Utrecht Museumlaan 7, 3581 HK Utrecht T 030 232 3550
[email protected] Kantoor Frankfurt Beethovenstrasse 4 D-60325 Frankfurt am Main T +49 (0)69 76 75 7950 F +49 (0)69 76 75 79513
[email protected] RNHB Hypotheekbank Leidseveer 30, 3511 SB Utrecht Postbus 2244, 3500 GE Utrecht T 030 755 20 00 | F 030 755 2020
[email protected] www.rnhb.nl
Bouwfonds REIM Hoofdkantoor De Beek 18, 3871 MS Hoevelaken Postbus 15, 3870 DA Hoevelaken T +31 (0)33 750 47 50 | F +31 (0)33 750 47 77
[email protected] www.bouwfondsreim.nl www.bouwfondsreim.com Bouwfonds REIM Schiphol Boulevard 375, 1118 BJ Amsterdam Schiphol T 020 206 66 03
[email protected] www.bouwfondsreim.nl
Bouwfonds REIM Deutschland Potsdamer Strasse 58 D-10785 Berlin T +49 (0)30 59 00 9760 F +49 (0)30 59 00 9789
[email protected] www.bouwfondsreim.de Bouwfonds REIM France 6, avenue Franklin Roosevelt F-75008 Paris T +33 (0)175 579 020 | F +33 (0)175 579 024
[email protected] www.bouwfondsreim.fr
Fondsenbeheer Nederland Westerdorpsstraat 68, 3871 AZ Hoevelaken Postbus 15, 3870 DA Hoevelaken T +31 (0)33 253 94 28 | F +31 (0)33 253 11 42
[email protected] www.fondsenbeheer.nl Nationaal Restauratiefonds Westerdorpsstraat 68, 3871 AZ Hoevelaken Postbus 15, 3870 DA Hoevelaken T 033 253 94 39 | F 033 253 95 95
[email protected] www.restauratiefonds.nl Nationaal Groenfonds Westerdorpsstraat 68, 3871 AZ Hoevelaken Postbus 15, 3870 DA Hoevelaken T 033 253 92 55 | F 033 253 95 95
[email protected] www.nationaalgroenfonds.nl Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) Westerdorpsstraat 58, 3871 AZ Hoevelaken Postbus 15, 3870 DA Hoevelaken T 033 253 94 01 | F 033 253 94 24
[email protected] www.svn.nl
Nationale Maatschappij tot Behoud, Ontwikkeling en Exploitatie van Industrieel Erfgoed (BOEi) Lieve Vrouw ter Eem Klooster Daam Fockemalaan 22, 3818 KG Amersfoort Postbus 2641, 3800 GD Amersfoort T 033 760 06 60
[email protected] www.boei.nl Boerderij en Landschap Lieve Vrouw ter Eem Klooster Daam Fockemalaan 22, 3818 KG Amersfoort Postbus 2641, 3800 GD Amersfoort T 033 760 06 60
[email protected] www.boerderijenlandschap.nl Behoud en Herbestemming Religieus Erfgoed Lieve Vrouw ter Eem Klooster Daam Fockemalaan 22, 3818 KG Amersfoort Postbus 2641, 3800 GD Amersfoort T 033 760 06 60
[email protected] www.bhre.nl Klimaatlandschap Nederland Westerdorpsstraat 68, 3871 AZ Hoevelaken Postbus 15, 3870 DA Hoevelaken T 033 253 92 44 | F 033 253 95 95
[email protected] www.klimaatlandschapnederland.nl
Rabo Vastgoedgroep Westerdorpsstraat 66, 3871 AZ Hoevelaken Postbus 15, 3870 DA Hoevelaken T +31 (0)33 253 91 11 | F +31 (0)33 253 95 55
[email protected] www.rabovastgoedgroep.nl
44
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Jaarrekening 2012
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten Geconsolideerde balans Geconsolideerd vermogensoverzicht Geconsolideerd overzicht van kasstromen
46 47 48 49 50
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 1 Algemene informatie 2 Overzicht van de belangrijkste grondslagen 2.1 Overeenstemmingsverklaring 2.2 Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening 2.3 Nieuwe, gewijzigde standaarden en voorgestelde veranderingen 2.4 Grondslagen voor consolidatie 2.5 Valutaomrekenverschillen 2.6 Renteresultaat 2.7 Projectresultaat 2.8 Provisieresultaat 2.9 Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde 2.10 Resultaat vastgoedbeleggingen 2.11 Overige 2.12 Financiële activa en verplichtingen 2.13 Saldering 2.14 Hedge accounting 2.15 Waardeverminderingen van financiële activa 2.16 Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen 2.17 Vastgoed 2.18 Immateriële activa 2.19 Pensioen en andere regelingen na pensionering 2.20 Voorzieningen 2.21 Overige verplichtingen 2.22 Acute en latente belastingen 2.23 Uitgegeven schuldbewijzen 2.24 Aandelenkapitaal 2.25 Winst- en verliesposten niet opgenomen in het resultaat 2.26 Overzicht van kasstromen
51 51 51 51 51 52 54 55 56 56 56 57 57 57 57 59 59 61 62 63 64 64 65 65 65 66 66 66 67
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening 3 Renteresultaat 4 Projectresultaat 5 Provisieresultaat 6 Resultaat uit deelnemingen 7 Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde 8 Resultaat vastgoedbeleggingen 9 Personeelskosten 10 Algemene en beheerskosten 11 Afschrijvingen 12 Bijzondere waardeveranderingen 13 Belastingen
68 68 69 69 70 70 71 71 72 72 72 73
45
Toelichting op de geconsolideerde balans 14 Kasmiddelen 15 Kredieten en vorderingen bankiers 16 Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde voor hedging-doeleinden 17 Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening 18 Voor verkoop beschikbare financiële activa 19 Kredieten en vorderingen private en publieke sector 20 Waardeveranderingen kredieten en vorderingen private en publieke sector 21 Vastgoed 22 Deelnemingen 23 Immateriële activa 24 Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen 25 Belastingvorderingen 26 Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen 27 Overige activa 28 Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop 29 Verplichtingen bankiers 30 Verplichtingen private en publieke sector 31 Uitgegeven schuldbewijzen 32 Overige verplichtingen 33 Voorzieningen 34 Pensioenregeling werknemers 35 Belastingverplichtingen 36 Achtergestelde schulden 37 Aandelenkapitaal en reserves
75 75 75 76 77 79 79 80 81 86 86 87 87 88 89 89 89 90 90 90 90 91 94 94 95
Overige informatie 38 Voorwaardelijke schulden en onherroepelijke kredietfaciliteiten 39 Overige niet uit de balans blijkende activa en verplichtingen 40 Overnames en afstotingen 41 Overzicht van kasstromen 42 Reële waarde 43 Honoraria conform artikel 2:382a BW 44 Bezoldiging bestuurders en raad van commissarissen 45 Risk management 45.1 Governance 45.2 Marktontwikkelingen 45.3 Financiële instrumenten 45.4 Meting, normering en rapportage 45.5 Marktrisico 45.6 Rente-, valuta- en liquiditeitsrisico 45.7 Kredietrisico 45.8 Operationeel risico 46 Kortlopende en langlopende balansposten 47 Solvabiliteit 48 Joint ventures 49 Verbonden partijen 50 Gebeurtenissen na balansdatum
96 96 96 97 98 99 103 103 104 104 104 104 105 105 106 108 110 111 112 113 114 114
Vennootschappelijke jaarrekening Verkorte vennootschappelijke winst-en-verliesrekening Vennootschappelijke balans (na resultaatbestemming) Toelichting op de vennootschappelijke balans Belangrijkste deelnemingen Overige gegevens Statutaire bepalingen inzake de winst- en verliesbestemming
115 116 117 118 119 120 121
46
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening
Jaar eindigend op 31 december Toelichting
2012
2011
Rentebaten Rentelasten Renteresultaat
3 3
856.323 544.900 311.423
912.183 635.458 276.725
Projectbaten Projectlasten Projectresultaat
4 4
1.526.214 1.485.139 41.075
1.613.754 1.466.526 147.228
Provisiebaten Provisielasten Provisieresultaat
5 5
51.405 18.352 33.053
50.211 15.183 35.028
6, 22 7 8
6.129 15.949 16.432 5.823 429.884
15.242 9.764 32.925 5.070 521.982
Personeelskosten Algemene en beheerskosten Afschrijvingen Bedrijfslasten
9 10 11
193.499 89.174 9.883 292.556
201.443 119.823 9.728 330.994
Bijzondere waardeveranderingen Totaal lasten
12
237.509 530.065
136.461 467.455
(100.181) (8.379) (108.560)
54.527 (18.889) 35.638
4.767 (113.327)
4.245 31.393
in duizenden euro’s
Resultaat uit deelnemingen Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde Resultaat vastgoedbeleggingen Overige Baten
Bedrijfsresultaat vóór belastingen Belastingen Resultaat na belastingen inclusief belang derden Resultaat toekomend aan belang derden Resultaat toekomend aan aandeelhouders moedermaatschappij
Zie bijgaande toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening.
13
47
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten Jaar eindigend op 31 december 2012
2011
(108.560) (108.560)
35.638 35.638
(10.604) (59) (10.663)
(21.041) (60) (21.101)
Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, na belastingen
(119.223)
14.537
Toe te rekenen aan Aandeelhouders moedermaatschappij Derden
(123.990) 4.767
10.292 4.245
in duizenden euro’s
Toelichting
Resultaat na belastingen inclusief belang derden voortvloeiend uit de periode Totaal gerealiseerd resultaat na belastingen Ongerealiseerde resultaten op macro kasstroomhedges Wijzigingen in reële waarde voor verkoop beschikbare financiële activa Winst- en verliesposten niet opgenomen in het resultaat, na belastingen
Zie bijgaande toelichting op het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.
16 18
48
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Geconsolideerde balans
Per 31 december in duizenden euro’s
Activa
Kasmiddelen Kredieten en vorderingen bankiers Financiële activa tegen reële waarde voor hedging-doeleinden Financiële activa tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening Voor verkoop beschikbare financiële activa Kredieten en vorderingen private en publieke sector Vastgoed Deelnemingen Immateriële activa Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Belastingvorderingen Uitgestelde belastingvorderingen Overige activa Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop Totaal activa
Verplichtingen
Verplichtingen bankiers Verplichtingen private en publieke sector Uitgegeven schuldbewijzen Financiële verplichtingen tegen reële waarde voor hedging-doeleinden Overige verplichtingen Voorzieningen Belastingverplichtingen Uitgestelde belastingverplichtingen Achtergestelde schulden Financiële verplichtingen tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening Totaal verplichtingen
Toelichting
2012
2011
14 15 16 17 18 19, 20 21 22 23 24 25 26 27 28
42 598.694 65 424.050 3.890 17.816.165 4.349.072 89.504 3.542 47.029 60.822 84.498 156.312 4.040 23.637.725
41 600.054 10.579 434.817 5.661 18.539.200 3.957.444 82.978 4.334 52.736 23.381 89.544 167.764 4.503 23.973.036
29 30 31 16 32 33 35 26 36 17
20.132.955 759.695 – 207.901 572.539 52.762 18.514 38.214 – 248.284 22.030.864
17.869.311 970.478 460.500 193.710 686.932 71.152 23.621 44.014 40.081 1.900.161 22.259.960
10.071 1.137.590 601.949 (158.202) 1.591.408 15.453 1.606.861
10.071 1.119.383 716.060 (147.539) 1.697.975 15.101 1.713.076
23.637.725
23.973.036
Eigen vermogen
Aandelenkapitaal Agioreserve Ingehouden winst Winst- en verliesposten niet opgenomen in het resultaat Eigen vermogen aandeelhouders moedermaatschappij Belang van derden Totaal eigen vermogen Totaal verplichtingen en eigen vermogen
Zie bijgaande toelichting op de geconsolideerde balans.
37
49
Geconsolideerd vermogensoverzicht
in duizenden euro’s
Aandelenkapitaal
Winst- en verliesposten niet Ingehouden opgenomen in Agioreserve winst het resultaat
Eigen vermogen aandeel houders moedermaat schappij
Belang van Totaal eigen derden vermogen
Stand per 1 januari 2012 Resultaat na belastingen (gerealiseerd resultaat) Ongerealiseerd resultaat na belastingen Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, na belastingen
10.071
1.119.383
716.060
(147.539)
1.697.975
15.101
1.713.076
–
–
(113.327)
–
(113.327)
4.767
(108.560)
– –
– –
– (113.327)
(10.663) (10.663)
(10.663) (123.990)
– 4.767
(10.663) (119.223)
Toevoegingen Dividenduitkering Deconsolidatie Koersverschillen Overige Stand per 31 december 2012
– – – – – 10.071
18.207 – – – – 1.137.590
– – – 464 (1.248) 601.949
– – – – – (158.202)
18.207 – – 464 (1.248) 1.591.408
(119) (2.813) (1.400) (9) (74) 15.453
18.088 (2.813) (1.400) 455 (1.322) 1.606.861
Stand per 1 januari 2011 Resultaat na belastingen (gerealiseerd resultaat) Ongerealiseerd resultaat na belastingen Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, na belastingen
10.071
1.119.383
685.968
(126.438)
1.688.984
14.415
1.703.399
–
–
31.393
–
31.393
4.245
35.638
– –
– –
– 31.393
(21.101) (21.101)
(21.101) 10.292
– 4.245
(21.101) 14.537
Toevoegingen Dividenduitkering Deconsolidatie Koersverschillen Overige Stand per 31 december 2011
– – – – – 10.071
– – – – – 1.119.383
– – – (41) (1.260) 716.060
– – – – – (147.539)
– – – (41) (1.260) 1.697.975
1.031 (1.336) (3.413) (16) 175 15.101
1.031 (1.336) (3.413) (57) (1.085) 1.713.076
Zie bijgaande toelichting op het geconsolideerd vermogensoverzicht.
50
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Geconsolideerd overzicht van kasstromen Jaar eindigend op 31 december 2012
2011
(100.181)
54.527
9.883 238.294 194.868 575 (6.129) 20.425
9.728 136.571 125.959 26.266 (15.242) (3.510)
15.949 373.684
9.764 344.063
2.314.733 (233.073) (1.657.059) 139.948
1.763.935 (1.458.918) (944.501) (3.874)
(210.783) (460.500) (35.025) (34.365) (541) (131.959) 1.673 66.733
46.485 – (21.613) (7.425) (47.910) 198.963 3.567 (127.228)
1.712
3.982
(11.726) (509) (3.667) – (14.190)
– (1.090) (5.660) 281 (2.487)
Dividend belang derden Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten
(2.813) (2.813)
(1.336) (1.336)
Netto mutatie in liquide middelen
49.730
(131.051)
442.483 492.213
573.534 442.483
in duizenden euro’s
Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten
Bedrijfsresultaat vóór belastingen Aangepast voor: Niet-geldelijke posten opgenomen in het resultaat Afschrijvingen Waardeveranderingen Dotatie/(vrijval) vastgoedvoorzieningen Dotatie/(vrijval) overige voorzieningen Resultaat niet-geconsolideerde deelnemingen en resultaat verkoop van dochterondernemingen Ongerealiseerde reële waardeveranderingen vastgoedbeleggingen Ongerealiseerde reële waardeveranderingen uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening
Netto mutatie in operationele bedrijfsmiddelen
Vorderingen en verplichtingen aan bankiers Kredieten en vorderingen private en publieke sector Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening Vastgoed
Netto mutatie in verplichtingen uit hoofde van operationele activiteiten Verplichtingen private en publieke sector Uitgegeven schuldbewijzen Mutatie in overige voorzieningen Overige mutaties in overlopende activa en passiva Betaalde belastingen Overige mutaties uit operationele activiteiten Ontvangen dividenden uit niet-geconsolideerde deelnemingen Netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
Kasstromen uit investeringsactiviteiten
Voor verkoop beschikbare financiële activa Overname/verkoop van ondernemingen waarover zeggenschap wordt verkregen/verloren, na aftrek van overgenomen geldmiddelen Verwerving van immateriële activa Verwerving uit aankoop en verkoop van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Ontvangsten uit verkoop van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten
Kasstromen uit financieringsactiviteiten
Beginstand liquide middelen Eindstand liquide middelen
Zie 41 Overzicht van kasstromen voor toelichting op het geconsolideerd overzicht van kasstromen.
51
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening in duizenden euro’s, tenzij anders weergegeven
1 Algemene informatie Rabo Vastgoedgroep Holding N.V. (voorheen Rabo Bouwfonds N.V.) is in Nederland gevestigd. De geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar 2012 omvat de cijfers van Rabo Vastgoedgroep Holding N.V. en haar dochterondernemingen (hierna tezamen ‘Rabo Vastgoedgroep’) en het belang van Rabo Vastgoedgroep in deelnemingen. Sinds 1 december 2006 houdt De Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. (hierna ‘Rabobank Nederland’) te Amsterdam middels Rabo Bouwfonds Holding N.V. alle aandelen van Rabo Vastgoedgroep en wordt zij aangeduid als de uiteindelijke eigenaar van Rabo Vastgoedgroep. De bedrijfsactiviteiten van Rabo Vastgoedgroep hebben betrekking op het ontwikkelen, financieren en managen van vastgoed. De jaarrekening is op 10 april 2013 geautoriseerd en vrijgegeven voor publicatie door de hoofddirectie.
2 Overzicht van de belangrijkste grondslagen 2.1 Overeenstemmingsverklaring De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeen stemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard door de Europese Unie (EU) en met Titel 9 Boek 2 BW. Op grond van de geboden mogelijkheid in artikel 402 van het Burgerlijk Wetboek 2, Titel 9 neemt Rabo Vastgoedgroep in haar enkelvoudige jaarrekening een verkorte winst-en-verlies rekening op.
2.2 Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening De jaarrekening luidt in euro’s, de rapporterings- en functionele valuta van Rabo Vastgoedgroep, afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal, tenzij anders weergegeven. Bij de opstelling van de jaarrekening is van verschillende waarderingsgrondslagen gebruikgemaakt. De reële waarde
wordt gebruikt voor afgeleide financiële instrumenten, voor financiële activa en verplichtingen die worden aangehouden voor handelsdoeleinden of die zijn aangewezen als tegen reële waarde op te nemen posten met verwerking van waarde veranderingen in de winst-en-verliesrekening, en voor activa die beschikbaar zijn voor verkoop. De boekwaarde van activa en verplichtingen die deel van een reële-waarde hedgerelatie uitmaken, wordt aangepast met betrekking tot reële waarde veranderingen die voortvloeien uit het afgedekte risico. Overige financiële activa (met inbegrip van kredieten en vorderingen) en verplichtingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Niet-financiële activa en verplichtingen worden gewaardeerd tegen historische kostprijs, behalve de vastgoedbeleggingen welke worden gewaardeerd tegen reële waarde. De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met IFRS zoals aanvaard door de EU vereist dat beoordelingen en schattingen worden gemaakt die van invloed zijn op de opname en waardering van activa en verplichtingen, de informatie verschaffing over voorwaardelijke vorderingen en schulden per de datum van de jaarrekening en de gerapporteerde baten en lasten over de verslagperiode. Hoewel deze beoordelingen en schattingen met betrekking tot gebeurtenissen en handelingen naar beste weten van het management worden gemaakt, kunnen de feitelijke uitkomsten uiteindelijk afwijken van deze schattingen. Tot de belangrijkste onderdelen waarvoor beoordelingen en schattingen moeten worden gemaakt, behoren risico en rendement en andere relevante criteria om te bepalen of een financieel actief niet langer op de balans moet worden opgenomen of op welk moment een voor een bijzonder doel opgezette entiteit (‘Special Purpose Entity’) moet worden geconsolideerd. Hiertoe behoren eveneens het bepalen van de reële waarde van met name vastgoed, derivaten, belastingen, de omvang en de timing van toekomstige kasstromen uit kredieten die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan, de uitkomst van geschillen en verstrekte garanties en de veronderstellingen die ten grondslag liggen aan het vaststellen van langlopende personeelsverplichtingen en overige voorzieningen. Tevens behoren hiertoe de tussentijdse vaststelling van resultaten op verkochte projecten in het kader van vastgoedontwikkeling. Door verslechterde markt omstandigheden voor zowel woningen als commercieel vastgoed en het beperkte aantal transacties zijn de onzekerheden
52
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
met betrekking tot de waardering van vastgoed (grondposities, onderhanden werk, gereed product en vastgoedbeleggingen) en vastgoedfinancieringen toegenomen. De waardering van vastgoed kent verschillende aannames en waarderings technieken. Het gebruik van verschillende aannames en technieken kan, door het subjectieve karakter, tot verschillende uitkomsten leiden.
2.3 Nieuwe, gewijzigde standaarden en voorgestelde veranderingen Nieuwe standaarden uitgegeven door de IASB en goedgekeurd door de EU IFRS 7 (gewijzigd) Informatieverschaffing – overdracht van financiële activa De IASB heeft in november 2011 een aantal wijzigingen in IFRS 7 gepubliceerd en deze wijzigingen zijn in december 2012 door de EU goedgekeurd. Deze wijzigingen moeten gebruikers van de jaarrekening in staat stellen om een betere inschatting te maken van de risico’s die zijn verbonden aan overdrachten van financiële activa en de gevolgen van die risico’s voor de financiële positie van een entiteit. Deze nieuwe standaard is in werking getreden voor boekjaren beginnende op of na 1 januari 2012. Nieuwe standaarden uitgegeven door de IASB, goedgekeurd door de EU, maar nog niet van toepassing De volgende standaarden zijn door de IASB uitgegeven en in 2012 goedgekeurd door de EU, maar zijn nog niet van toepassing en worden niet vervroegd toegepast door Rabo Vastgoedgroep. IFRS 1 (gewijzigd) Eerste toepassing IFRS 7 (gewijzigd) Informatieverschaffing over financiële instrumenten IFRS 10 Geconsolideerde jaarrekening IFRS 11 Samenwerkingsverbanden IFRS 12 Informatieverschaffing over belangen in andere entiteiten IFRS 13 Waardering van de reële waarde IAS 1 Presentatie van de jaarrekening IAS 12 Winstbelastingen IAS 19 Personeelsbeloningen IAS 27 (gewijzigd) Vennootschappelijke jaarrekening IAS 28 (gewijzigd) Investeringen in deelnemingen en joint ventures
IAS 32 (gewijzigd) Presentatie van financiële instrumenten IFRIC 20 Afschraapkosten in de productiefase van een bovengrondse mijn De standaarden die gevolgen kunnen hebben voor Rabo Vastgoedgroep worden hieronder kort toegelicht. IFRS 7 (gewijzigd) Informatieverschaffing over financiële instrumenten De IASB heeft in oktober 2010 een aantal wijzigingen in IFRS 7 gepubliceerd en deze wijzigingen zijn in december 2012 door de EU goedgekeurd. Deze wijzigingen hebben betrekking op additionele toelichtingsvereisten over financiële instrumenten die het mogelijk moeten maken om de jaarrekening beter te analyseren en uit de jaarrekening belangrijke financiële ratio’s af te leiden. Rabo Vastgoedgroep beoordeelt momenteel de gevolgen van deze nieuwe standaard. De gewijzigde standaard treedt in werking voor boekjaren beginnende op of na 1 januari 2013. IFRS 10 Geconsolideerde jaarrekening De IASB heeft in mei 2011 een standaard met betrekking tot de geconsolideerde jaarrekening gepubliceerd en deze standaard is door de EU in december 2012 goedgekeurd. IFRS 10 vervangt IAS 27 (waar deze standaard betrekking heeft op de geconsolideerde jaarrekening) en SIC 12 en geeft nieuwe regels voor de consolidatie. Degene die control heeft consolideert. Dat kan ook gelden voor minderheidsaandeelhouders en in extreme gevallen voor vastgoedvermogensbeheerders die geen direct belang hebben in een vastgoedfonds, maar door de combinatie van variabele beloningen, hun beslissings bevoegdheid en de rechten van anderen, dan wel de afwezigheid daarvan, wel control hebben. Rabo Vastgoedgroep beoordeelt momenteel de gevolgen van deze nieuwe standaard. Deze nieuwe standaard treedt in werking voor boekjaren beginnende op of na 1 januari 2014. IFRS 11 Samenwerkingsverbanden De IASB heeft in mei 2011 een standaard met betrekking tot joint ventures gepubliceerd en deze standaard is door de EU in december 2012 goedgekeurd. IFRS 11 vervangt IAS 31 en SIC 13. In deze nieuwe standaard wordt een onderscheid gemaakt tussen zogenaamde ‘joint operations’ en ‘joint ventures’. Bij een joint operation hebben partijen recht op activa en verplichtingen ter zake van de passiva gerelateerd aan het samenwerkings verband en bij een joint venture hebben partijen recht op het netto actief. Joint operations moeten op basis van proportionele consolidatie worden geadministreerd en joint ventures op basis
53
van de equitymethode. De keuzevrijheid in IAS 31 tussen proportioneel consolideren of rapporteren op basis van de equitymethode verdwijnt hiermee. Met deze wijziging is convergentie met US GAAP bereikt. Voor het overige zijn de regels voor een groot deel hetzelfde als onder IAS 31. Rabo Vastgoedgroep beoordeelt momenteel de gevolgen van deze nieuwe standaard. Deze nieuwe standaard treedt in werking voor boekjaren beginnende op of na 1 januari 2014. IFRS 12 Informatieverschaffing over belangen in andere entiteiten De IASB heeft in mei 2011 een standaard met betrekking tot informatieverschaffing over belangen in andere entiteiten gepubliceerd en deze standaard is door de EU in december 2012 goedgekeurd. IFRS 12 combineert alle toelichtings vereisten die er bestaan voor dochterondernemingen, samenwerkingsverbanden, deelnemingen en zogenaamde niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten in één alles omvattende standaard. Deze toelichtingsvereisten waren voorheen opgenomen in IAS 27, 28 en 31, maar er zijn ook nieuwe vereisten bijgekomen. Rabo Vastgoedgroep beoordeelt momenteel de gevolgen van deze nieuwe standaard. Deze nieuwe standaard treedt in werking voor boekjaren beginnende op of na 1 januari 2014. IFRS 13 Waardering van de reële waarde De IASB heeft in mei 2011 een standaard met betrekking tot verslaggeving op basis van de reële waarde (fair value) gepubliceerd en deze standaard is door de EU in december 2012 goedgekeurd. Alle verwijzingen in andere standaarden naar de reële waarde komen te vervallen en worden samen gevoegd in één allesomvattende standaard. IFRS 13 brengt geen veranderingen aan in de vereisten of opties om de reële waarde te gebruiken, maar wel hoe de reële waarde moet worden gemeten. Rabo Vastgoedgroep beoordeelt momenteel de gevolgen van deze nieuwe standaard. Deze nieuwe standaard treedt in werking voor boekjaren beginnende op of na 1 januari 2013. IAS 1 Presentatie van de jaarrekening De IASB heeft in juni 2011 een aantal wijzigingen in IAS 1 gepubliceerd en deze wijzigingen zijn in juni 2012 door de EU goedgekeurd. Deze wijzigingen hebben betrekking op het duidelijker presenteren van de verschillende componenten van het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten en een verduidelijking voor wat betreft de componenten van het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten die al dan niet kunnen worden gereclassificeerd naar de winst-
en-verliesrekening. Rabo Vastgoedgroep beoordeelt momen teel de gevolgen van deze nieuwe standaard. De gewijzigde standaard treedt in werking voor boekjaren beginnende op of na 1 januari 2013. IAS 12 Winstbelastingen De IASB heeft in september 2010 een aantal wijzigingen in IAS 12 gepubliceerd en deze wijzigingen zijn in december 2012 door de EU goedgekeurd. Het doel van deze wijzigingen is in een uitzondering op het IAS 12 vastgelegde waarderings principe te voorzien in de vorm van een weerlegbaar vermoeden dat de boekwaarde van een tegen reële waarde gewaardeerde vastgoedbelegging via verkoop zou worden gerealiseerd en dat een entiteit van het op de verkoop onderliggende actief toepasselijke belastingtarief zou moeten gebruikmaken. Rabo Vastgoedgroep beoordeelt momenteel de gevolgen van deze nieuwe standaard. De gewijzigde standaard treedt in werking voor boekjaren beginnende op of na 1 januari 2013. IAS 19 Personeelsbeloningen In juni 2011 heeft de IASB verbeteringen gepubliceerd van de vereisten inzake de verantwoording van vergoedingen na uitdiensttreding en deze wijzigingen zijn in juni 2012 door de EU goedgekeurd. De werknemers van Rabo Vastgoedgroep vallen onder de pensioenregeling van Stichting Rabobank Pensioenfonds (hierna ‘Rabobank Pensioenfonds’). Deze pensioenregeling dient te worden beschouwd als een toegezegd-pensioenregeling die risico’s delen tussen verschillende entiteiten onder gemeenschappelijke zeggen schap (Rabobank Nederland) waarbij de netto kosten uit hoofde van de toegezegd-pensioenregeling voor het pensioenplan als geheel niet als zodanig wordt doorbelast door Rabobank Nederland aan Rabo Vastgoedgroep. Rabobank Nederland beoordeelt momenteel de gevolgen van deze nieuwe vereisten. In 2013 zal door Rabobank Nederland worden beoordeeld wat de consequenties voor de door belasting aan Rabo Vastgoedgroep zullen zijn. Op dit moment is niet bekend dat de doorbelasting van Rabobank Nederland aan Rabo Vastgoedgroep wijzigt en zodoende zijn de gevolgen van deze nieuwe standaard voor Rabo Vastgoedgroep ook niet duidelijk. De gewijzigde standaard treedt in werking voor boekjaren beginnende op of na 1 januari 2013. IAS 27 (gewijzigd) Vennootschappelijke jaarrekening De IASB heeft in mei 2011 een aantal wijzigingen in IAS 27 gepubliceerd en deze wijzigingen zijn in december 2012 door de EU goedgekeurd. Deze wijzigingen houden verband met de publicatie door de IASB en de bekrachtiging door de EU van
54
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
IFRS 10 (zie voorafgaand). Regelgeving met betrekking tot de geconsolideerde jaarrekening wordt verplaatst van IAS 27 naar IFRS 10. IAS 27 behandelt nu alleen nog de regelgeving met betrekking tot de vennootschappelijke jaarrekening. Rabo Vastgoedgroep beoordeelt momenteel de gevolgen van deze nieuwe vereisten. De gewijzigde standaard treedt in werking voor boekjaren beginnende op of na 1 januari 2014. IAS 28 (gewijzigd) Investeringen in deelnemingen en joint ventures De IASB heeft in mei 2011 een aantal wijzigingen in IAS 28 gepubliceerd en deze wijzigingen zijn in december 2012 door de EU goedgekeurd. Deze wijzigingen houden verband met de publicatie door de IASB en de bekrachtiging door de EU van IFRS 11 (zie voorafgaand) en hebben tot gevolg dat de regelgeving met betrekking tot de waardering van joint ventures (zoals gedefinieerd onder IFRS 11) nu ook wordt meegenomen in IAS 28 en dat de toelichtingsvereisten van deelnemingen zijn verplaatst naar IFRS 12. Rabo Vastgoedgroep beoordeelt momenteel de gevolgen van deze nieuwe vereisten. De gewijzigde standaard treedt in werking voor boekjaren beginnende op of na 1 januari 2014. IAS 32 (gewijzigd) Presentatie van financiële instrumenten De IASB heeft in december 2011 een aantal wijzigingen in IAS 32 gepubliceerd en deze wijzigingen zijn in december 2012 door de EU goedgekeurd. Deze wijzigingen geven een verduidelijking van de regels met betrekking tot het al dan niet mogen salderen van activa en passiva. Rabo Vastgoedgroep beoordeelt momenteel de gevolgen van deze nieuwe vereisten. De gewijzigde standaard treedt in werking voor boekjaren beginnende op of na 1 januari 2014.
Het is op dit moment nog niet duidelijk wanneer alle fasen van deze nieuwe standaard afgerond zijn en in werking zullen treden maar de verwachting is dat dit op zijn vroegst pas 1 januari 2015 zal zijn. Rabo Vastgoedgroep beoordeelt de gevolgen van deze nieuwe standaard zodra alle fasen zijn afgerond.
2.4 Grondslagen voor consolidatie Dochterondernemingen en acquisities Dochterondernemingen zijn die ondernemingen waarover Rabo Vastgoedgroep de zeggenschap heeft. Er wordt geacht sprake te zijn van zeggenschap indien Rabo Vastgoedgroep de mogelijkheid heeft om, direct of indirect, het financiële en operationele beleid van een onderneming te bepalen teneinde voordelen te verkrijgen uit de activiteiten van de onderneming. Deze ondernemingen worden in de jaarrekening van Rabo Vastgoedgroep in de consolidatie betrokken indien, gezien de aard van de relatie tussen Rabo Vastgoedgroep en de onderneming, Rabo Vastgoedgroep de feitelijke zeggenschap over de onderneming heeft. Bij het beoordelen of Rabo Vastgoedgroep zeggenschap heeft, wordt eveneens het bestaan van eventuele stemrechten, die alsdan uitgeoefend of geconverteerd kunnen worden, evenals het effect daarvan, in aanmerking genomen. De jaarrekeningen van dochterondernemingen zijn in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de aanvangsdatum van de zeggenschap tot aan het moment waarop deze eindigt.
Nieuwe standaarden uitgegeven door de IASB, maar nog niet goedgekeurd door de EU
Het belang van derden in het eigen vermogen en het netto resultaat wordt afzonderlijk gepresenteerd in respectievelijk de geconsolideerde balans en de geconsolideerde winst-en-verliesrekening.
IFRS 9 Financiële instrumenten IFRS 9 is door de IASB uitgegeven maar tot op heden niet goedgekeurd door de EU. IFRS 9 is gericht op het vervangen van IAS 39 Financiële instrumenten met als doelstelling de bruikbaarheid van de jaarrekening te verbeteren door de classificatie en waarderingsvereisten rondom financiële instrumenten te vereenvoudigen. In 2009 heeft de IASB dit project in drie fasen onderverdeeld. De eerste fase is afgerond en behandelt de rubricering en waardering van financiële activa en verplichtingen. De tweede fase (‘Bijzondere Waarde verminderingen van Financiële Instrumenten’) en derde fase (‘Hedge Accounting’) zijn op dit moment nog in ontwikkeling.
IFRS 3 Bedrijfscombinaties is van toepassing op fusies en overnames. De verkrijgingsprijs van een overgenomen entiteit wordt bepaald op de reële waarde van de opgegeven activa, de uitgegeven aandelen en de aangegane verplichtingen per overnamedatum, vermeerderd met de direct aan de overname toe te rekenen kosten. Het positieve verschil tussen de verkrijgingsprijs en het aandeel van Rabo Vastgoedgroep in de reële waarde van het saldo van identificeerbare activa en verplichtingen (waaronder begrepen bepaalde voorwaardelijke schulden) van de overgenomen entiteit wordt opgenomen als goodwill. Een uitzondering vormen overgenomen onder nemingen en entiteiten die worden aangehouden voor verkoop.
55
In het geval van een stapsgewijze acquisitie waarbij de zeggenschap in fasen tot stand komt, worden alle activa en verplichtingen van de overgenomen entiteit, met uitzondering van goodwill, geherwaardeerd naar de reële waarde per de datum van de laatste aandelenovernametransactie. Verschillen in de reële waarde van bestaande belangen worden direct ten gunste of ten laste van het eigen vermogen gebracht. Het feit dat alle activa en verplichtingen van de dochter onderneming tegen reële waarde worden opgenomen, leidt ertoe dat het belang van derden wordt berekend aan de hand van deze reële waarden. Deelnemingen Deelnemingen zijn die ondernemingen waarin Rabo Vastgoedgroep invloed van betekenis (over het algemeen wanneer Rabo Vastgoedgroep tussen 20% en 50% van de stemrechten bezit) heeft op het operationele en financiële beleid, maar waarover Rabo Vastgoedgroep geen zeggenschap heeft. Investeringen waarbij invloed van betekenis wordt uitgeoefend, worden volgens de equitymethode verantwoord. Volgens deze methode wordt de investering bij eerste opname verantwoord tegen kostprijs en vervolgens verhoogd (of verlaagd) met de nettowinst (of het nettoverlies) na de overname, overige mutaties die het eigen vermogen van de participatie beïnvloeden en eventueel noodzakelijke aanpassingen voor waardeverminderingen. Indien het aandeel van Rabo Vastgoedgroep in verliezen hoger is dan de boekwaarde van de investering, wordt de boekwaarde verlaagd tot nihil en wordt de verantwoording van verdere verliezen stopgezet, behalve voor zover Rabo Vastgoedgroep verplichtingen is aangegaan of betalingen heeft verricht namens de participatie. Entiteiten waarover gezamenlijke zeggenschap wordt uitgeoefend Entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend (‘joint ventures’), zijn die ondernemingen waarover Rabo Vastgoedgroep gezamenlijke zeggenschap heeft, zoals vastgelegd in een overeenkomst. In de geconsolideerde jaar rekening wordt het belang van Rabo Vastgoedgroep in deze entiteiten proportioneel geconsolideerd. De geconsolideerde jaarrekening bevat het evenredige aandeel van Rabo Vastgoedgroep in de activa, verplichtingen, baten en lasten van deze ondernemingen, vanaf de aanvangsdatum van de gezamenlijke zeggenschap tot aan de datum waarop deze eindigt.
Activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten Activa en/of bedrijfsactiviteiten worden aangewezen als aangehouden voor verkoop indien de boekwaarde daarvan hoofd zakelijk gerealiseerd zal worden door middel van een verkooptransactie en niet door het voortgezette gebruik. Verder dient het actief voor verkoop gereed te zijn en de verkoop dient volgens planning binnen twaalf maanden plaats te vinden. Indien aan deze voorwaarden is voldaan, worden voor verkoop aangehouden activa gewaardeerd tegen de boekwaarde of, indien lager, de reële waarde minus de verkoopkosten en worden zij afzonderlijk van de andere activa in de balans opgenomen. De activa en verplichtingen van een voor verkoop aangehouden bedrijfsactiviteit worden afzonderlijk weergegeven. Het resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten (indien deze van betekenis en afzonderlijk te onderscheiden zijn) wordt in de winst-en-verliesrekening gepresenteerd als één bedrag dat bestaat uit de nettowinst en/of het nettoverlies van de beëindigde bedrijfsactiviteit en het resultaat na belastingen dat is gerealiseerd bij verkoop of de waardering tegen reële waarde minus de verkoopkosten van de netto activa die de beëindigde bedrijfsactiviteit omvat. Dit vereist dat de nettowinst uit voort gezette bedrijfsactiviteiten en de nettowinst uit beëindigde bedrijfsactiviteiten afzonderlijk worden verantwoord. De vergelijkende cijfers in de winst-en-verliesrekening worden aangepast indien in de verslagperiode bedrijfsactiviteiten als te beëindigen worden aangemerkt. Eliminatie van transacties bij consolidatie Verhoudingen en transacties tussen groepsmaatschappijen en daarmee verband houdende niet-gerealiseerde winsten worden geëlimineerd bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening. Niet-gerealiseerde winsten op transacties met deelnemingen en entiteiten waarover gezamenlijk de zeggen schap wordt uitgeoefend, worden geëlimineerd naar rato van het belang dat Rabo Vastgoedgroep in de onderneming heeft. Niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd, tenzij uit de transactie blijkt dat er sprake is van bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief.
2.5 Valutaomrekenverschillen De financiële resultaten van de buitenlandse activiteiten van de groep die worden uitgeoefend via kantoren, dochter ondernemingen, deelnemingen en joint ventures, worden uitgedrukt in de valuta die het best de economische betekenis
56
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
van de onderliggende gebeurtenissen en omstandigheden weergeeft die relevant zijn voor die entiteit (‘de functionele valuta’). Transacties in een andere valuta dan de functionele valuta van de entiteit die de transactie aangaat worden omgerekend in de functionele valuta tegen de wisselkoers op de transactiedatum. Overige activa en verplichtingen worden omgerekend op basis van de wisselkoers op de laatste dag van de maand waarop de resultaten betrekking hebben. Monetaire activa en verplichtingen die in vreemde valuta luiden, worden omge rekend tegen de wisselkoers per balansdatum. In vreemde valuta luidende niet-monetaire activa en verplichtingen die tegen historische kostprijs worden gewaardeerd, worden omgerekend tegen de wisselkoers op de datum van eerste opname. Valutaomrekenverschillen op monetaire financiële activa en verplichtingen, ongeacht of deze tegen geamortiseerde kostprijs of reële waarde worden gewaardeerd, worden opgenomen onder valutakoersresultaten in de winst-enverliesrekening. Valutaomrekenverschillen op niet-monetaire posten die worden aangehouden tegen reële waarde, worden eveneens opgenomen onder valutakoersresultaten in de winsten-verliesrekening. Valutaomrekenverschillen op voor verkoop beschikbare financiële activa worden opgenomen in het eigen vermogen, in de component ‘Niet-gerealiseerde winsten/ verliezen op activa beschikbaar voor verkoop’.
per vervaldatum, berekend op basis van de effectieve rentevoet. Onder deze post worden tevens rentebaten en -lasten met betrekking tot handelsposities verantwoord. Indien leningen onderhevig zijn aan bijzondere waardevermindering, worden zij afgewaardeerd tot hun realiseerbare bedragen. De rentebaten worden vervolgens verantwoord op basis van het rentetarief dat is gehanteerd om de toekomstige kasstromen contant te maken teneinde het realiseerbare bedrag te bepalen.
2.7 Projectresultaat Binnen Rabo Vastgoedgroep wordt met betrekking tot de opbrengstverantwoording van projecten onderscheid gemaakt tussen overeenkomsten die kwalificeren als overeenkomsten voor de constructie van vastgoed in opdracht van derden en overeenkomsten die hier niet toe kwalificeren. Indien over het ontwerp en de belangrijke specificaties van het project is onderhandeld met de koper kwalificeert het project zich als overeenkomst voor de constructie van vastgoed in opdracht van derden. Bij een dergelijke overeenkomst geldt dat de opbrengstverantwoording plaatsvindt naar gelang de voort gang van het project. De voortgang wordt bepaald aan de hand van de uitgevoerde projectfasen. Verwachte verliezen op projecten worden onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening verwerkt.
De activa en verplichtingen van buitenlandse entiteiten, met inbegrip van goodwill en correcties voor ‘purchase accounting’, worden omgerekend in euro’s tegen de wisselkoers per balansdatum. De baten en lasten van buitenlandse activiteiten worden iedere maand omgerekend in euro’s tegen de wisselkoers per einde van de desbetreffende maand. De aldus ontstane valutaomrekenverschillen worden direct opgenomen in het eigen vermogen in de component ‘Reserve valuta omrekenverschillen’. Wanneer buitenlandse activiteiten geheel of gedeeltelijk worden verkocht, worden deze valutaomreken verschillen in de winst-en-verliesrekening opgenomen.
Indien de koper geen of slechts beperkte invloed heeft op de belangrijke specificaties van het project, dan dient de opbrengst verantwoord te worden volgens de bepalingen van IAS 18 Opbrengsten uit verkoop van goederen. Volgens deze bepalingen geldt dat bij een geleidelijke overgang van het risico naar de afnemer gedurende de bouw de opbrengsten eveneens worden verantwoord naar gelang de voortgang van het project. Indien een geleidelijke risico-overdracht ontbreekt, vindt de opbrengstverantwoording plaats op moment van oplevering.
2.6 Renteresultaat
Onder provisieresultaat zijn opgenomen de provisiebaten en -lasten uit structureringen, acquisities, syndiceringen, performance, vermogensbeheer en fondsenbeheer. Deze vergoedingen worden verantwoord wanneer de betrokken dienst wordt verleend op basis van het toerekeningsbeginsel. Resultaatafhankelijke provisie wordt pas opgenomen op het moment dat aan de performancecriteria is voldaan.
Rentebaten en -lasten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen volgens de effectieve-rentemethode. De toepassing van deze methode omvat de amortisatie van een eventueel disagio of agio of andere verschillen tussen de eerste boekwaarde van een rentedragend instrument en het bedrag
2.8 Provisieresultaat
57
2.9 Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde Dit omvat de winsten en verliezen uit de verkoop van niet voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa en verplichtingen, de ineffectiviteit van bepaalde reële-waarde hedges en de reële waardeveranderingen met betrekking tot activa en verplichtingen die zijn aangewezen als tegen reële waarde op te nemen posten met verwerking van veranderingen in de reële waarde in de winst-en-verliesrekening.
2.10 Resultaat vastgoedbeleggingen De exploitatieopbrengsten, exploitatielasten en de reële waardemutaties uit de vastgoedbeleggingen worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen onder het resultaat vastgoedbeleggingen.
2.11 Overige De post overige omvat alle resultaten die niet onder andere categorieën kunnen worden verantwoord.
2.12 Financiële activa en verplichtingen Rubricering Rabo Vastgoedgroep rubriceert de financiële activa en verplichtingen in de volgende waarderingscategorieën:
Rabo Vastgoedgroep heeft geopteerd om financiële instrumenten, die niet worden verworven of aangegaan om winst te genereren uit kortetermijnfluctuaties in prijzen of marges van handelaren, aan te wijzen als financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waarde veranderingen in de winst-en-verliesrekening. Financiële activa en verplichtingen zijn door het management in deze categorie geclassificeerd bij eerste verwerking indien wordt voldaan aan een van de volgende criteria: • Deze aanwijzing elimineert of vermindert significant een inconsistente behandeling die anders zou zijn ontstaan bij het waarderen van de activa of verplichtingen of bij het erkennen van winsten of verliezen op verschillende waarderingsgrondslagen; • de activa en verplichtingen zijn onderdelen van een groep van financiële activa, financiële verplichtingen of beide die gemanaged en beoordeeld worden op basis van de reële waarde in overeenstemming met een gedocumenteerde risicomanagementstrategie of investeringsstrategie; of • het financieel instrument bevat een ‘embedded derivative’, tenzij het ‘embedded derivative’ geen significante impact heeft op de kasstromen of indien het evident is dat, met een beperkte of geen analyse, het niet apart hoeft te worden opgenomen. Rente gerealiseerd of te betalen op deze activa en verplichtingen wordt verantwoord als ‘Rentebaten’ of ‘Rentelasten’. Alle overige gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen bij herwaardering van deze financiële instrumenten tegen reële waarde worden opgenomen onder ‘Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde’.
Kredieten en vorderingen zijn niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen, die niet in een actieve markt zijn genoteerd. Deze activa ontstaan wanneer Rabo Vastgoed groep geldmiddelen of diensten direct aan een klant verstrekt zonder het voornemen de lening te verhandelen of te verkopen. Leningen die zijn verstrekt met het voornemen om deze te verkopen, worden gerubriceerd onder ‘Overige activa’ en aangewezen als posten waarbij veranderingen in de reële waarde in de winst-en-verliesrekening worden verwerkt.
Financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden zijn afgeleide financiële instrumenten die weliswaar als economische afdekkingen fungeren in het kader van de risicobeheerposities maar niet kwalificeren voor hedge accounting volgens de specifieke regelgeving van IFRS en worden derhalve behandeld als voor handelsdoeleinden aangehouden derivaten.
Financiële activa aangehouden tot einde looptijd zijn nietafgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen (bijvoorbeeld ‘schuldbewijzen’) en een vaste looptijd die Rabo Vastgoedgroep voornemens is en in staat is aan te houden tot het einde van de looptijd.
Alle derivaten voor handelsdoeleinden met per saldo een positieve reële waarde, alsmede gekochte opties, worden verantwoord als financiële activa aangehouden voor handels doeleinden. Alle derivaten voor handelsdoeleinden met per saldo een negatieve waarde, alsmede geschreven opties, worden verantwoord als financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden.
58
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Alle gerelateerde gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen worden opgenomen onder ‘Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde’. Rente verdiend op voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa worden opgenomen onder ‘Rentebaten’. Derivaten zijn afgeleide financiële instrumenten die geen of een geringe netto investering vereisen en waarbij de toekomstige verrekening afhankelijk is van een tarief dat als benchmark fungeert, bijvoorbeeld rentetarieven. De reële waarde van derivaten wordt beïnvloed door mutaties in de verwachte toekomstige kasstromen als gevolg van veranderingen in de onderliggende benchmark. Alle derivaten worden in de balans tegen reële waarde opgenomen. Reële-waardeveranderingen van derivaten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen, behalve wanneer een post wordt aangemerkt als kasstroomhedge (zie 2.14 Hedge accounting). Sommige hybride contracten bestaan uit zowel een afgeleide als een niet-afgeleide component. In dergelijke gevallen wordt de afgeleide component een ‘embedded derivative’ genoemd. Wanneer de economische kenmerken van dergelijke in contracten besloten derivaten niet nauw zijn verbonden met die van het basiscontract, worden deze derivaten gescheiden van het basiscontract, tenzij het basiscontract is aangemerkt als een tegen reële waarde opgenomen post met veranderingen via het resultaat, en worden verantwoord op een wijze die overeenkomt met op zichzelf staande derivaten. Instrumenten die afscheidbare derivaten bevatten, bevinden zich doorgaans in de handelsportefeuille. Er kan ook voor worden gekozen om dergelijke samengestelde instrumenten tegen reële waarde op te nemen met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Voor verkoop beschikbare financiële activa zijn financiële activa die zijn bedoeld om voor onbepaalde tijd te worden aangehouden en die kunnen worden verkocht om te voorzien in liquiditeitsbehoeften of als reactie op wijzigingen in het rentetarief, wisselkoersen of aandelenkoersen. Financiële verplichtingen niet aangehouden voor handels doeleinden die niet zijn aangewezen als tegen reële waarde op te nemen posten met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs.
Opname in en verwijdering van balans Een financieel actief (of een deel van een financieel actief ) wordt van de balans verwijderd als: • de rechten op de kasstromen uit het actief aflopen; • de rechten op de kasstromen uit het actief en nagenoeg alle risico’s en voordelen van het eigendom van het actief worden overgedragen; • een verplichting om de kasstromen uit het actief over te dragen verondersteld wordt en nagenoeg alle risico’s en voordelen worden overgedragen; • een verplichting om de kasstromen uit het actief over te dragen verondersteld wordt; of • niet alle economische risico’s en voordelen worden overgedragen of behouden maar de zeggenschap over het actief wordt overgedragen. Indien Rabo Vastgoedgroep de zeggenschap over het actief behoudt maar niet nagenoeg alle risico’s en voordelen, wordt het actief verantwoord overeenkomstig de mate van de aanhoudende betrokkenheid van Rabo Vastgoedgroep. Een gerelateerde verplichting wordt eveneens verantwoord overeenkomstig de mate van aanhoudende betrokkenheid. De verantwoording van de wijziging in de waarde van de verplichting geschiedt in overeenstemming met de verantwoording van wijzigingen in de waarde van het actief. Aankopen en verkopen van beleggingen en verhandelde instrumenten worden opgenomen op de transactiedatum. Dit is de datum waarop Rabo Vastgoedgroep zich verplicht tot het kopen of verkopen van het onderliggende instrument. Kredieten en vorderingen en elders aangehouden tegoeden worden opgenomen op het moment dat zij door Rabo Vastgoedgroep worden verworven of gefinancierd en worden niet langer opgenomen op het moment dat zij worden afgewikkeld. Uitgegeven schuldbewijzen worden opgenomen per uitgiftedatum; toevertrouwde middelen worden opgenomen wanneer de geldmiddelen bij Rabo Vastgoedgroep worden gestort. Overige financiële activa en verplichtingen, met inbegrip van derivaten, worden opgenomen op de balans wanneer Rabo Vastgoedgroep partij wordt in de contractuele bepalingen van het actief of de verplichting.
59
Waardering Alle voor handelsdoeleinden aangehouden instrumenten en financiële activa en verplichtingen die zijn aangewezen als tegen reële waarde op te nemen posten, worden verwerkt tegen reële waarde, waarbij de transactiekosten direct ten laste van de winst-en-verliesrekening worden gebracht. Alle derivaten worden in de balans opgenomen tegen reële waarde, waarbij veranderingen in de reële waarde in de winsten-verliesrekening worden verwerkt, tenzij het derivaat in aanmerking komt voor verantwoording als kasstroomhedge. Voor verkoop beschikbare financiële activa worden bij eerste waardering verantwoord tegen kostprijs en direct geherwaardeerd tegen reële waarde. De niet-gerealiseerde winsten en verliezen worden na aftrek van belastingen direct ten gunste of ten laste van het eigen vermogen gebracht. Indien voor verkoop beschikbare activa worden verkocht of worden geïncasseerd, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt van het eigen vermogen naar ‘Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde’. Indien voor verkoop beschikbare activa een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan, wordt dit verlies opgenomen als ‘Bijzondere waardeveranderingen’ in de winsten-verliesrekening. De waarde van een financieel actief is bijzonder verminderd wanneer de inschatting is dat de kostprijs blijvend hoger is dan de geschatte realiseerbare opbrengst waarde. De realiseerbare opbrengstwaarde van een tegen reële waarde verantwoord instrument is de hoogste waarde van (i) de verwachte verkoopprijs minus kosten die direct gerelateerd zijn aan het verkoopbaar maken en het verkopen van het financieel actief (‘directe opbrengstwaarde’) en (ii) de contante waarde van verwachte toekomstige kasstromen op basis van de actuele marktrente voor een vergelijkbaar financieel actief (‘indirecte opbrengstwaarde’). De eerste waardering van alle overige financiële activa en verplichtingen geschiedt tegen reële waarde, met inbegrip van direct toerekenbare transactiekosten. Daarna worden zij gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met gebruik van de effectieve-rentemethode. Door toepassing van deze methode worden agio’s en disagio’s, inclusief daarvoor in aanmerking komende transactiekosten, opgenomen in de boekwaarde van het desbetreffende instrument en geamortiseerd op basis van de oorspronkelijke effectieve rentevoet van het instrument gedurende de periode tot de einddatum of de verwachte vervroegde aflossing.
Reële waarden worden ontleend aan genoteerde marktprijzen in liquide markten, mits deze beschikbaar zijn. Indien geen genoteerde marktprijs beschikbaar is, wordt de reële waarde van het instrument geschat aan de hand van prijsnoteringen van handelaren, prijsbepalingsmodellen en/of contantewaardemethoden. De in prijsbepalingsmodellen gehanteerde gegevens zijn in het algemeen in de markt waarneembare gegevens of kunnen van in de markt waarneembare gegevens worden afgeleid. Bij toepassing van een contante-waarde methode worden de geschatte toekomstige kasstromen gebaseerd op de beste schattingen van het management. De bij deze methode gehanteerde disconteringsvoet is een marktgerelateerde voet per balansdatum voor instrumenten met vergelijkbare voorwaarden. Ontvangen of betaalde rente wordt, ongeacht de rubricering van activa en verplichtingen in de balans, verwerkt in de winsten-verliesrekening onder ‘Rentebaten’ of ‘Rentelasten’. Op soortgelijke wijze worden ontvangen dividenden verwerkt onder ‘Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde’.
2.13 Saldering In het geval dat Rabo Vastgoedgroep hetzij de wettelijke hetzij de contractuele bevoegdheid en tevens het voornemen heeft financiële activa en verplichtingen gesaldeerd of gelijktijdig af te wikkelen, worden deze gesaldeerd en wordt het saldo in de balans opgenomen. Vanwege tijdsverschillen in feitelijke kasstromen worden derivaten met een positieve reële waarde over het algemeen niet gesaldeerd met derivaten met een negatieve reële waarde, zelfs niet als zij bij dezelfde tegenpartij worden aangehouden.
2.14 Hedge accounting Rabo Vastgoedgroep maakt als onderdeel van het risicobeheer gebruik van afgeleide instrumenten voor het beheer van posities die blootstaan aan rente-, valuta- en kredietrisico’s, met inbegrip van posities die voortvloeien uit toekomstige transacties. Rabo Vastgoedgroep past hetzij reële-waardehedge accounting hetzij kasstroomhedge accounting toe wanneer transacties voldoen aan bepaalde criteria die gelden voor de admini stratieve verwerking van hedgetransacties (‘Hedge accounting’).
60
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Een hedgerelatie komt in aanmerking voor hedge accounting indien: • er bij het aangaan van de hedge formele documentatie van de hedgetransactie aanwezig is; • de hedge naar verwachting zeer effectief zal zijn; • de effectiviteit van de hedge betrouwbaar kan worden bepaald; • de hedge gedurende de hele verslagperiode zeer effectief is; en • voor het afdekken van toekomstige transacties: de transactie zeer waarschijnlijk zal plaatsvinden en dit neerkomt op een blootstelling aan bewegingen in kasstromen die uiteindelijk het netto resultaat zouden kunnen beïnvloeden. Een afgedekte positie kan zijn een actief, een verplichting, een vaststaande verplichting, een zeer waarschijnlijke toekomstige transactie of een netto investering in een buitenlandse entiteit (a) waarmee de entiteit wordt blootgesteld aan het risico van veranderingen in de reële waarde of toekomstige kasstromen en (b) die wordt aangemerkt als afgedekte positie. Het afgedekte risico betreft met name rente- of valutabewegingen. Voor kredietrisicoderivaten (ook wel aangeduid als ‘Credit Default Swaps’) wordt geen hedge accounting toegepast. In overeenstemming met het bovenstaande beoordeelt Rabo Vastgoedgroep formeel, zowel bij het aangaan van de hedgerelatie als gedurende de looptijd daarvan, of de derivaten waarvan gebruik is gemaakt ten behoeve van hedgetransacties zeer effectief zijn (geweest) voor het opvangen van veranderingen in de reële waarde of kasstromen van de afgedekte positie. Een hedge wordt normaliter geacht zeer effectief te zijn indien Rabo Vastgoedgroep, vanaf het begin en gedurende de gehele looptijd, kan verwachten, en de werkelijke resultaten hierop wijzen, dat veranderingen in de reële waarde of de kasstromen van de afgedekte positie worden gecompenseerd door veranderingen in de reële waarde of kasstromen van het hedge-instrument, binnen een bandbreedte van 80% tot 125%. Een hedgerelatie is zeer effectief als Rabo Vastgoedgroep daarmee bewerkstelligt dat veranderingen in de reële waarde of kasstromen voor het afgedekte risico worden gecompen seerd. Het ineffectieve deel van een hedgerelatie (de mate waarin de veranderingen in de reële waarde van het derivaat verschillen van de veranderingen in de reële waarde van de afgedekte positie of de mate waarin veranderingen in de verwachte kasstromen van het derivaat verschillen van de
verwachte veranderingen in de kasstromen van de afgedekte positie) en de winsten en verliezen op componenten van een derivaat die bij de beoordeling van de effectiviteit van de hedgetransactie buiten beschouwing worden gelaten, worden direct in het resultaat verwerkt. Rabo Vastgoedgroep zal hedge accounting beëindigen indien: a) vastgesteld wordt dat een derivaat niet of niet langer zeer effectief is als hedge-instrument; b) het derivaat afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend; c) de afgedekte positie vervalt of wordt verkocht of terugbetaald; d) een voorziene transactie niet langer als zeer waarschijnlijk wordt beschouwd; of e) het financieel instrument niet langer als een hedge wordt aangemerkt. Vervolgens worden eventuele hieraan gerelateerde derivaten verwerkt als financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden, tenzij deze opnieuw als hedge worden aangemerkt in een nieuwe hedgerelatie. Reële-waardehedges Wanneer een afgeleid financieel instrument dient ter afdekking van veranderingen in de reële waarde van opgenomen activa of verplichtingen, wordt de boekwaarde van de afgedekte post aangepast voor het afgedekte risico. Winsten of verliezen bij herwaardering van zowel het hedge-instrument als de afgedekte post worden opgenomen in de winst-en-verlies rekening, doorgaans onder ‘Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde’. Wanneer een hedge-instrument of hedgerelatie in het kader van een reële-waardehedge wordt beëindigd, wordt een eventuele reële-waardeaanpassing van de boekwaarde van een rentedragend financieel actief of een rentedragende financiële verplichting geamortiseerd in de winst-en-verliesrekening onder ‘Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde’ gedurende de resterende looptijd van de oorspronkelijke afgedekte post. Kasstroomhedges Wanneer een afgeleid financieel instrument dient ter afdekking van de variabiliteit van de kasstromen uit opgenomen activa of verplichtingen, verwachte transacties of vaststaande verplichtingen, wordt het effectieve deel van de winst of het verlies als gevolg van de herwaardering van het
61
hedge-instrument direct opgenomen in het eigen vermogen. Indien een hedge-instrument of hedgerelatie ter afdekking van kasstromen wordt beëindigd, maar de afgedekte transactie naar verwachting nog steeds zal plaatsvinden, blijft de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies opgenomen in het eigen vermogen. In het eigen vermogen verwerkte cumulatieve winst of verlies wordt overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening op het moment dat de afgedekte transactie het netto resultaat beïnvloedt en wordt gepresenteerd op dezelfde regel als de afgedekte transactie. In het uitzonderlijke geval dat de afgedekte transactie naar verwachting niet langer zal plaats vinden, wordt de cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat is opgenomen in het eigen vermogen, direct overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening.
2.15 Waardeverminderingen van financiële activa Rabo Vastgoedgroep beoordeelt op elke balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waarde vermindering van een financieel actief of een groep financiële activa. Een financieel actief of een groep financiële activa heeft een bijzondere waardevermindering ondergaan indien er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waarde vermindering als gevolg van een of meer gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan na de eerste opname van het actief en vóór de balansdatum (een ‘tot verlies leidende gebeurtenis’) en een dergelijke gebeurtenis een nadelig effect heeft op de geschatte toekomstige kasstromen uit het financieel actief of de groep financiële activa. Uitsluitend als en voor zover dit het geval is, wordt er een bijzonder waardeverminderingsverlies opgenomen. Objectieve aanwijzingen voor waardeverminderingen van een financieel actief of een groep financiële activa bestaan uit waarneembare gegevens die ter kennis van Rabo Vastgoedgroep komen omtrent de volgende tot verlies leidende gebeurtenissen: • aanzienlijke financiële problemen van de emittent of debiteur; • contractbreuk, zoals achterstallige rentebetalingen of aflossingen; • een concessie die de kredietgever om economische of juridische redenen verleent aan de kredietnemer in verband met financiële problemen van de kredietnemer en die de
kredietgever anders niet zou overwegen te verlenen; • waarschijnlijk faillissement van de kredietnemer of waarschijnlijke financiële herstructurering van de kredietnemer; • het wegvallen van een actieve markt voor het betreffende financieel actief of (een deel van) een groep financiële activa vanwege financiële problemen; of • waarneembare gegevens die erop wijzen dat er sprake is van een meetbare afname van de geschatte toekomstige kasstromen uit een groep financiële activa sinds de eerste opname van die activa, hoewel de afname nog niet kan worden vastgesteld bij de individuele financiële activa in de groep, waaronder: 1 nadelige veranderingen in de betalingsstatus van kredietnemers in de groep financiële activa; en 2 nationale of lokale economische omstandigheden die correleren met achterstallige betalingen ten aanzien van activa in de groep financiële activa. Rabo Vastgoedgroep beoordeelt eerst of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardevermindering van financiële activa (met inbegrip van eventuele daaraan gerelateerde faciliteiten en garanties) die ieder afzonderlijk significant zijn, en doet dit individueel of collectief voor financiële activa die afzonderlijk niet significant zijn. Indien Rabo Vastgoedgroep vaststelt dat er geen objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardevermindering van een afzonderlijk beoordeeld financieel actief, wordt dit actief toegevoegd aan een groep financiële activa met vergelijkbare kenmerken qua kredietrisico, waarna deze groep collectief wordt beoordeeld op bijzondere waardevermindering. Financiële activa waarvoor individueel wordt vastgesteld dat er sprake is van bijzondere waardevermindering, worden niet meegenomen in een collectieve beoordeling van bijzondere waardevermindering. Voor kredieten en vorderingen en activa aangehouden tot einde looptijd wordt het verlies uit hoofde van bijzondere waardevermindering bepaald op het verschil tussen de boek waarde van het actief en de contante waarde van toekomstige kasstromen, verdisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rente van het actief. Het verlies wordt opgenomen in de winsten-verliesrekening onder ‘Bijzondere waardeveranderingen’. In de berekening van de contante waarde van geschatte toekomstige kasstromen van een financieel actief waarvoor zakelijke zekerheden zijn verstrekt, wordt rekening gehouden met de kasstromen die kunnen ontstaan bij uitwinning van de
62
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
zekerheden, ongeacht of uitwinning al dan niet waarschijnlijk is, minus de kosten die gemaakt moeten worden om de zeker heden te verkrijgen en te verkopen. Toekomstige kasstromen in een groep financiële activa die collectief op bijzondere waardevermindering worden beoordeeld, worden geschat op basis van de contractuele kasstromen van de kredieten in de portefeuille en historische verliesgegevens voor kredieten met kredietrisicokenmerken die vergelijkbaar zijn met die van kredieten in de portefeuille. Historische verliesgegevens worden aangepast op basis van actuele waarneembare gegevens, zodat rekening wordt gehouden met actuele omstandigheden die geen rol speelden in de periode waarop de historische verliesgegevens betrekking hebben en de effecten worden geëlimineerd van omstandigheden in de historische periode die thans niet meer actueel zijn. De methodologie en veronderstellingen waarvan bij het schatten van toekomstige kasstromen gebruik is gemaakt, worden regelmatig geëvalueerd om eventuele verschillen tussen geschatte verliezen en daadwerkelijk opgetreden verliezen te verminderen. Het effect van veranderingen in schattingen en realiseringen wordt opgenomen in de winsten-verliesrekening onder ‘Bijzondere waardeveranderingen’. Rentebaten na bijzondere waardevermindering worden opgenomen op basis van de oorspronkelijke effectieverentevoet die voor het bepalen van het bijzondere waardeverminderingsverlies is gehanteerd bij de berekening van de contante waarde van de toekomstige kasstromen. Wanneer een krediet oninbaar is, wordt het afgeboekt op de betreffende voorziening voor bijzondere waardevermindering kredieten. Afboeking van dergelijke kredieten vindt plaats nadat alle vereiste procedures zijn afgerond en het bedrag van het verlies is vastgesteld. Bedragen die na afboeking alsnog worden geïnd, worden ten gunste van de winst-en-verlies rekening gebracht onder ‘Bijzondere waardeveranderingen’. Activa die in het kader van een afwikkelingsprocedure worden verkregen in ruil voor kredieten en vorderingen, worden opgenomen als verkoop van het krediet en verkrijging van het actief. Indien als gevolg van de transactie zeggenschap over een entiteit wordt verkregen, wordt de betreffende entiteit geconsolideerd. Om te beoordelen of zich een bijzondere waardevermindering van voor verkoop beschikbare schuldbewijzen en eigen
vermogeninstrumenten heeft voorgedaan, wordt een significante of langdurige daling van de reële waarde van deze schuldbewijzen en eigen vermogeninstrumenten tot onder de verkrijgingsprijs in aanmerking genomen. Indien hiervoor aanwijzingen zijn, wordt het cumulatieve nettoverlies dat eerder direct ten laste van het eigen vermogen is gebracht, overgeboekt van het eigen vermogen naar ‘Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde’. Teruggenomen waardeverminderingen van schuldbewijzen, met inbegrip van voor verkoop beschikbare schuldbewijzen, worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord. Terug genomen waardeverminderingen van aandelen worden niet in de winst-en-verliesrekening verantwoord; reële-waarde stijgingen van aandelen na bijzondere waardevermindering worden direct in het eigen vermogen verantwoord.
2.16 Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen in eigen gebruik worden gewaardeerd tegen historische kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en eventuele waardeverminderingen. Als onroerende zaken en bedrijfsmiddelen zijn samengesteld uit belangrijke componenten met een verschillende gebruiks duur, worden deze componenten elk afzonderlijk verwerkt. Toevoegingen en uitgaven na eerste verwerking worden geactiveerd uitsluitend voor zover zij naar verwachting de toekomstige economische voordelen van het actief doen toenemen. Uitgaven ter vervanging van componenten worden afzonderlijk geactiveerd. Alle overige uitgaven worden als last in de winst-en-verliesrekening opgenomen op het moment dat zij worden gedaan. Wanneer onroerende zaken en bedrijfsmiddelen buiten gebruik worden gesteld of worden afgestoten, wordt het verschil tussen de verkoopopbrengst minus kosten en de boekwaarde opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Investeringen in gehuurde gebouwen (langetermijn verbeteringen of verbouwingen van gehuurde objecten) worden tegen kostprijs (verkrijgingsprijs) opgenomen en lineair afgeschreven op basis van de gebruiksduur (gewoonlijk gelijk aan de resterende looptijd van de betreffende huurovereenkomst). Afschrijvingen worden lineair ten laste van de winst-en-verlies rekening gebracht gedurende de geschatte gebruiksd uur van
63
onroerende zaken en bedrijfsmiddelen, waarbij de geschatte gebruiksduur per belangrijk component wordt bepaald. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Rabo Vastgoedgroep hanteert in het algemeen de volgende geschatte gebruiksduur: • gebouwen in eigen gebruik 5 – 40 jaar • bedrijfsmiddelen 1 – 5 jaar Om rekening te houden met eventuele wijzigingen in omstandigheden, worden afschrijvingspercentages, afschrijvingsmethoden en restwaarden van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen periodiek getoetst.
2.17 Vastgoed Hieronder vallen alle actiefposten die betrekking hebben op de ontwikkeling en exploitatie van vastgoed. De posten zijn als volgt onderverdeeld: • bouwterreinen en vereveningsfondsen; • onderhanden werk; • handelsdebiteuren vastgoed; • gereed product; en • vastgoedbeleggingen. Bouwterreinen en vereveningsfondsen Terreinen worden gewaardeerd tegen kostprijs, met inbegrip van toegerekende rente en bijkomende kosten voor de aankoop en het bouwrijp maken van terreinen. Voor grond waarop volgens het bestemmingsplan geen speciale bestemming rust, wordt, indien er geen zekerheid bestaat dat de grond bebouwd zal worden, geen rente toegerekend. In de kostprijs van grond is niet de voorwaardelijke verplichting opgenomen die afhankelijk is van toekomstige bestemmings wijziging op de betreffende grond. Voor bij verkoop verwachte verliezen wordt een bijzondere waardevermindering toegepast op de boekwaarde van het terrein. De vereveningsfondsen hebben betrekking op geactiveerde bouwrechten aangekocht van derden, naast bouwrechten die zijn ontstaan bij verkoop van terreinen aan gemeentelijke over heden of andere partijen als het saldo van de kostprijs van de terreinen en de verkoopopbrengst. Geactiveerde reële waarde heeft betrekking op geactiveerde overwaarde bij acquisities. Zowel de vereveningsfondsen als de geactiveerde reële waarde, eventueel verminderd met noodzakelijke voorzieningen, dienen te worden terugverdiend uit toekomstige bouwprojecten.
Onderhanden werk Onderhanden werk betreft verkochte en onverkochte commercieel vastgoedprojecten, alsmede verkochte en onverkochte woningbouwprojecten in aanbouw of voor bereiding. Onderhanden werk wordt gewaardeerd tegen gemaakte kosten vermeerderd met toegerekende rente, verminderd met eventueel noodzakelijke voorzieningen. Indien het project kwalificeert als overeenkomst voor de constructie van vastgoed in opdracht van derden, geldt dat eveneens het resultaat naar gelang de voortgang van het project wordt verantwoord onder het onderhanden werk. Verwachte verliezen op projecten worden onmiddellijk in mindering gebracht op het onderhanden werk. Indien de koper geen of slechts beperkte invloed heeft, maar er wel sprake is van een geleidelijke overgang van het risico naar de afnemer gedurende de bouw, wordt eveneens het resultaat naar gelang de voortgang van het project verantwoord onder het onderhanden werk. Indien deze geleidelijke overdracht van het risico ontbreekt, dan vindt de resultaatverantwoording pas plaats op moment van oplevering. Aan kopers en opdrachtgevers gefactureerde termijnen worden in mindering gebracht op onderhanden werk. Indien voor een project het saldo negatief is (de gefactureerde termijnen bedragen meer dan de geactiveerde kosten), wordt het saldo op dat project overgeboekt naar ‘Overige verplichtingen’. Handelsdebiteuren vastgoed Handelsdebiteuren vastgoed betreft vorderingen op kopers van commercieel vastgoed en woningbouw. De vorderingen kunnen zowel vervallen, nog niet betaalde termijnen betreffen op onderhanden werk als de gehele koopsom bij gereed product. Gereed product Niet-verkocht commercieel vastgoed en woningen worden opgenomen tegen de productiekosten, verminderd met eventueel noodzakelijke voorzieningen. Waardedalingen onderhanden werk en gereed product Zowel de boekwaarde van het gereed product als het onverkochte onderhanden werk wordt jaarlijks getoetst op indicaties van mogelijke waardedalingen. Indien een indicatie aanwezig is, wordt de opbrengstwaarde van het gereed product of het onderhanden werk ingeschat. De opbrengst waarde is de geschatte verkoopprijs in het kader van de normale bedrijfsvoering minus de geschatte kosten van voltooiing en de geschatte kosten die nodig zijn om de verkoop te realiseren.
64
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Indien de kostprijs de verwachte opbrengstwaarde overstijgt, wordt een afwaardering verantwoord voor zover deze voor rekening komt van Rabo Vastgoedgroep. Bij het bepalen van de opbrengstwaarde worden de geschatte toekomstige kasstromen verdisconteerd tegen een disconteringsvoet waarbij rekening wordt gehouden met de huidige marktinschatting van de tijdswaarde van geld en de operationele risico’s die verbonden zijn aan dit actief. Vastgoedbeleggingen Vastgoedbeleggingen worden opgenomen tegen reële waarde. De reële waarde wordt bepaald op de meest waarschijnlijke prijs die redelijkerwijs per balansdatum (dus niet per een datum in het verleden of in de toekomst) in de markt kan worden verkregen. De reële waarde is gebaseerd op de huidige prijzen in een actieve markt voor soortgelijk vastgoed op dezelfde locatie en in dezelfde staat. Indien deze informatie ontbreekt wordt de reële waarde bepaald met behulp van een discounted cashflowwaarderingsmethode of wordt de waarde bepaald op basis van kapitalisatie tegen netto aanvangs rendementen van vergelijkbare transacties. Eventuele winsten of verliezen die voortvloeien uit reëlewaardeveranderingen, worden opgenomen in de winst-enverliesrekening onder ‘Resultaat vastgoedbeleggingen’.
2.18 Immateriële activa Door Rabo Vastgoedgroep verworven immateriële activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs verminderd met cumulatieve amortisatie en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De immateriële activa bestaan uit aangeschafte licenties en afzonderlijk identificeerbare posten die voortvloeien uit de overname van dochterondernemingen, zoals verworven klantrelaties. De amortisatie geschiedt lineair ten laste van de winst-en-verliesrekening gedurende de geschatte gebruiksduur van het immaterieel actief. Kosten in verband met onderhoud van immateriële activa worden als last opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin ze worden gemaakt.
2.19 Pensioen en andere regelingen na pensionering Voor de medewerkers in Nederland en voor de meeste medewerkers in het buitenland zijn pensioen- of andere
oudedagsregelingen getroffen in overeenstemming met de in die landen bestaande voorschriften en gebruiken. Deze regelingen zijn grotendeels bij afzonderlijke pensioenfondsen of bij andere externe partijen ondergebracht. Hierbij wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de toegezegde-bijdrageregeling en de toegezegd-pensioenregeling. Met ingang van 1 augustus 2008 vallen de werknemers van Rabo Vastgoedgroep in Nederland onder de pensioenregeling van Rabobank Pensioenfonds. Deze pensioenregeling dient te worden beschouwd als een toegezegd-pensioenregeling die risico’s deelt tussen verschillende entiteiten onder gemeenschappelijke zeggenschap (Rabobank Nederland) waarbij de netto kosten uit hoofde van de toegezegdpensioenregeling voor het pensioenplan als geheel niet als zodanig door Rabobank Nederland worden doorbelast aan de groepsentiteiten. Rabobank Nederland verwerkt daarom deze toegezegdpensioenregeling in haar geconsolideerde jaarrekening als toegezegd-pensioenregeling en Rabo Vastgoedgroep verwerkt de periodieke pensioenbijdrage als toegezegde-bijdrageregeling. In de jaarrekening van Rabo Vastgoedgroep wordt de pensioenverwerking van Rabobank Nederland in de toelichting opgenomen. Toegezegde-bijdrageregeling De verschuldigde premies voor pensioenregelingen op grond van de toegezegde-bijdrageregeling komen rechtstreeks ten laste van het resultaat over het jaar waarop zij betrekking hebben. Toegezegd-pensioenregeling De voortvloeiende verplichtingen met betrekking tot de toegezegd-pensioenregeling worden beschouwd als eigen verplichtingen, ongeacht of de uitvoering is ondergebracht bij een pensioenfonds of op een andere wijze plaatsvindt. De pensioenverplichtingen voor de toegezegd-pensioenregeling worden berekend in overeenstemming met de ‘projected unit credit method of actuarial cost allocation’. Volgens deze methode wordt de contante waarde van de pensioenverplichtingen en overige personeelsverplichtingen bepaald op basis van het aantal actieve dienstjaren tot aan de balansdatum, het geraamde salarisniveau per de verwachte pensioneringsdatum en de marktrente op bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit. Voor de bepaling van de pensioenlasten wordt tevens het verwachte rendement op de beleggingen in de berekening betrokken. Verschillen tussen het verwachte rendement en het
65
gerealiseerde rendement op de pensioenbeleggingen, alsmede actuariële winsten en verliezen, worden uitsluitend als baten of lasten opgenomen indien de netto cumulatieve, niet-opgenomen actuariële winsten en verliezen aan het einde van het voorgaande boekjaar groter zijn dan 10% van de verplichtingen uit hoofde van de pensioenregeling of, indien hoger, de reële waarde van de daaraan gerelateerde pensioenbelegging. Het gedeelte boven 10% wordt opgenomen in de winst-enverliesrekening over de verwachte resterende dienstjaren van de medewerkers die deelnemen aan de pensioenregelingen. Verschillen tussen de aldus bepaalde pensioenlasten en de af te dragen premies worden als voorziening dan wel vooruitbetaalde bedragen verantwoord. Verplichtingen uit hoofde van vervroegde uittreding van medewerkers (V.U.T.) worden in dit kader als pensioenverplichtingen aangemerkt. Wanneer de aanspraken uit hoofde van een pensioenregeling worden verbeterd, wordt het gedeelte van de verbeterde pensioenaanspraken dat betrekking heeft op de verstreken dienstjaren van medewerkers lineair als last in de winst-enverliesrekening opgenomen gedurende de gemiddelde periode totdat de pensioenaanspraken onvoorwaardelijk worden. Voor zover de aanspraken direct onvoorwaardelijk worden, wordt de last onmiddellijk in de winst-en-verlies rekening opgenomen.
2.20 Voorzieningen Rabo Vastgoedgroep treft een voorziening wanneer ze een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden, het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is en een betrouwbare schatting van de verplichting kan worden gemaakt. Indien het effect van materiële betekenis is, worden voorzieningen bepaald door de toekomstige kasstromen contant te maken tegen een disconteringsvoet vóór belasting waarin de actuele markt tarieven tot uitdrukking komen, alsmede, voor zover van toepassing, de risico’s die specifiek zijn voor de verplichting. Primaire en secundaire personeelsvoorzieningen Overige rechten na pensionering, waaronder bijdragen aan ziektekostenverzekering, jubileumuitkeringen, senioren regelingen, hypotheekrentekortingen en uitkeringen aan nietactieve medewerkers, worden berekend op basis van actuariële veronderstellingen.
Garantiefonds Dit fonds betreft de aangegane garantieverplichtingen met betrekking tot verkochte en opgeleverde woningen. Eigenaren van Rabo Vastgoedgroep woningen verkrijgen bij aankoop een garantiecertificaat dat tien jaar geldig is. De daaruit voort vloeiende financiële verplichtingen worden uit dit fonds voldaan. Per rapportagedatum wordt berekend of de omvang van het garantiefonds aansluit bij de verwachte financiële verplichtingen. Een eventueel verschil wordt in de winst-enverliesrekening verantwoord. Herstructureringsvoorzieningen Een herstructureringsvoorziening wordt opgenomen indien er een verplichting bestaat. Dit laatste is het geval wanneer een gedetailleerd plan is goedgekeurd en bij de bij het plan betrokken partijen een gefundeerde verwachting is gewekt door met de uitvoering van het plan een aanvang te maken of de belangrijkste kenmerken van het plan bekend te maken. Er wordt geen voorziening getroffen voor toekomstige bedrijfslasten. Overige voorzieningen Overige voorzieningen betreffen hoofdzakelijk andere garanties en juridische claims.
2.21 Overige verplichtingen Onder de overige verplichtingen zijn opgenomen de crediteuren, het negatieve saldo onderhanden werk (zie voor beschrijving onderhanden werk 2.17 Vastgoed), ontwikkeling vastgoedprojecten, te betalen rente opgenomen gelden en overige verplichtingen. De ontwikkeling vastgoedprojecten vormt per saldo een verplichting aan klanten indien meer in rekening is gebracht over grondprojecten dan de kostprijs.
2.22 Acute en latente belastingen Verschuldigde belastingen worden als last opgenomen in de periode waarin de winsten ontstaan, op basis van de geldende belastingwetgeving in het desbetreffende rechtsgebied. Het toekomstig fiscaal voordeel van voorwaarts verrekenbare verliezen wordt opgenomen als een actief wanneer het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn waarmee deze verliezen kunnen worden verrekend.
66
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Niet-latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden uitsluitend gesaldeerd als zij binnen dezelfde fiscale eenheid ontstaan en zowel de wettelijke bevoegdheid als het voornemen bestaat om de vorderingen en verplichtingen gesaldeerd af te wikkelen of gelijktijdig te realiseren. Nederlandse vennootschappen waarin Rabo Vastgoedgroep (on)middellijk een 100%-belang heeft worden in het algemeen opgenomen in de fiscale eenheid van Rabobank Nederland. Latente belastingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving en de fiscale boekwaarde van deze activa en verplichtingen. De belangrijkste tijdelijke verschillen vloeien voort uit vastgoedontwikkelings activiteiten, de reële waarde van derivatencontracten, voorzieningen voor pensioenen en ‘purchase accounting’ met betrekking tot overnames. Voor de volgende tijdelijke verschillen wordt geen voorziening getroffen: de eerste opname van activa of verplichtingen die noch de commerciële noch de fiscale winst beïnvloeden en verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen en deelnemingen voor zover zij in de voorzienbare toekomst waarschijnlijk niet zullen worden teruggenomen. Het bedrag van de latente belastingen is gebaseerd op de wijze waarop de boekwaarde van de activa en verplichtingen naar verwachting zal worden gerealiseerd of afgewikkeld, waarbij de belasting tarieven die zijn vastgesteld op balansdatum, dan wel waartoe materieel reeds is besloten, worden gehanteerd. Er wordt uitsluitend een latente belastingvordering opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn die voor de realisatie van de vordering kunnen worden aangewend.
2.23 Uitgegeven schuldbewijzen Uitgegeven schuldbewijzen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met gebruik van de effectieverentemethode, tenzij de schuldbewijzen een hybride karakter hebben en worden aangemerkt als tegen reële waarde op te nemen posten met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Uitgegeven financiële instrumenten of hun componenten worden gerubriceerd als verplichtingen indien Rabo Vastgoedgroep volgens contractuele bepalingen in overwegende mate een verplichting heeft om geldmiddelen of een ander financieel actief aan de houder te leveren, financiële
instrumenten te ruilen onder voorwaarden die mogelijk nadelig zijn of op een andere wijze aan de verplichting te voldoen dan door de ruil van een vast bedrag aan geldmiddelen of een ander financieel actief voor een vast aantal van de eigen vermogensinstrumenten. Uitgegeven financiële instrumenten of hun componenten worden gerubriceerd als eigen vermogensinstrumenten indien zij niet als verplichting kunnen worden aangemerkt en een restbelang in de activa van Rabo Vastgoedgroep vertegen woordigen. Indien uitgegeven financiële instrumenten zowel een vreemd vermogencomponent als een eigen vermogen component bevatten, worden deze componenten afzonderlijk verwerkt. De eigen vermogencomponent wordt alsdan opgenomen tegen het bedrag dat overblijft nadat op het totale instrument de afzonderlijk bepaalde reële waarde van de vreemd vermogencomponent in mindering is gebracht.
2.24 Aandelenkapitaal Marginale externe kosten die direct zijn toe te rekenen aan de uitgifte van nieuwe aandelen worden, onder aftrek van daarop betrekking hebbende belastingen, in mindering gebracht op het eigen vermogen. Dividend op gewone aandelen wordt ten laste van het eigen vermogen gebracht in de periode waarin het door de aandeel houder wordt goedgekeurd.
2.25 Winst- en verliesposten niet opgenomen in het resultaat Reserve valutaomrekenverschillen De reserve valutaomrekenverschillen bevat alle valuta verschillen die voortvloeien uit de omrekening van de balans van buitenlandse dochterondernemingen en deelnemingen naar de functionele munteenheid van Rabo Vastgoedgroep. Reserve kasstroomhedges Deze post omvat het effectieve deel van de cumulatieve reëlewaardeveranderingen van uitgevoerde kasstroomhedges. Reserve voor verkoop beschikbare financiële activa De niet-gerealiseerde winsten en verliezen met betrekking tot voor verkoop beschikbare financiële activa worden na aftrek van belastingen direct ten gunste of ten laste van het eigen
67
vermogen gebracht. Indien voor verkoop beschikbare activa worden verkocht of worden geïncasseerd, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt van het eigen vermogen naar ‘Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde’.
2.26 Overzicht van kasstromen Voor wat betreft het overzicht van kasstromen worden onder kasmiddelen verstaan de aanwezige kasmiddelen en de per saldo aanwezige nostrotegoeden bij andere banken. Het op de indirecte berekeningsmethode gebaseerde overzicht van kasstromen geeft inzicht in de herkomst van de kasmiddelen die gedurende het jaar beschikbaar zijn gekomen en de wijze waarop de kasmiddelen gedurende het jaar zijn aangewend. De kasstromen worden gesplitst naar operationele, investeringsen financieringsactiviteiten. Mutaties in kredieten en vorderingen en interbancaire deposito’s zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Investeringsactiviteiten omvatten aan- en verkopen en aflossingen inzake financiële beleggingen, alsmede de aan- en verkopen van deelnemingen en van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen. De uitgifte van aandelen en de opname en aflossing van lang vreemd vermogen worden als financieringsactiviteit aangemerkt. Mutaties uit hoofde van valutaomrekenverschillen worden, evenals de consolidatie-effecten bij de verwerving van deelnemingen, voor zover van materiële betekenis, uit de kasstromen geëlimineerd.
68
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening 3 Renteresultaat De rentebaten kunnen als volgt worden onderverdeeld: 2012
2011
Kredieten en vorderingen bankiers Kredieten en vorderingen private en publieke sector Overige Subtotaal
34.812 713.591 6.390 754.793
20.680 774.650 10.897 806.227
Financiële activa tegen reële waarde Totaal rentebaten
101.530 856.323
105.956 912.183
2012
2011
Verplichtingen bankiers Verplichtingen private en publieke sector Uitgegeven schuldbewijzen Achtergestelde leningen Overige Subtotaal
327.127 13.226 4.632 158 4.752 349.895
382.924 18.684 9.740 2.400 7.057 420.805
Financiële verplichtingen tegen reële waarde Totaal rentelasten
195.005 544.900
214.653 635.458
De rentelasten kunnen als volgt worden onderverdeeld:
Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde betreffen de rentecomponent van afgesloten derivaten ter afdekking van het renterisico. De afname van zowel de rentebaten als de rentelasten is voornamelijk het gevolg van een daling van de gemiddelde rentevoet in 2012 ten opzichte van 2011. In 2012 is een bedrag van € 31 miljoen (2011: € 36 miljoen) aan rente gealloceerd en geactiveerd onder onderhanden projecten. Het gemiddeld toegepaste rentepercentage voor de bepaling van de te activeren rentekosten ligt in de range van 2,6% tot 5,5% (2011: van 2,0% tot 4,5%).
69
4 Projectresultaat De projectbaten kunnen als volgt worden onderverdeeld:
Woningbouw Commercieel vastgoed Diensten Totaal projectbaten
2012
2011
1.311.115 203.252 11.847 1.526.214
1.329.378 268.798 15.578 1.613.754
2012
2011
1.166.887 315.858 2.394 1.485.139
1.189.114 276.626 786 1.466.526
De projectlasten kunnen als volgt worden onderverdeeld:
Woningbouw Commercieel vastgoed Diensten Totaal projectlasten
In de projectlasten is een bedrag van € 194 miljoen (2011: € 126 miljoen) aan afwaarderingen opgenomen. Dit bedrag is inclusief € 47 miljoen kosten die direct aan de overname van de aandelen van een partner in een aantal projecten in samenwerking zijn toe te rekenen (2011: € nihil) (zie 40 Overnames en afstotingen). De afwaardering op woningbouw bedraagt € 39 miljoen (2011: € 115 miljoen) en de afwaardering op commercieel vastgoed bedraagt € 108 miljoen (2011: € 11 miljoen). Deze afwaarderingen zijn het gevolg van verslechterde marktomstandigheden voor zowel woningen als commercieel vastgoed waardoor vooruitzichten in de slagingskans van projecten, termijn van realisatie, verwachte marges, aantallen woningen en verwachte verhuur- en verkoopopbrengsten van commercieel vastgoed zijn gewijzigd.
5 Provisieresultaat De provisiebaten kunnen als volgt worden onderverdeeld:
Asset management Fund management Acquisitie/structurering Garantieprovisies Taxaties/adviezen Overige Totaal provisiebaten
2012
2011
17.568 23.454 7.354 – 3.029 – 51.405
13.103 25.297 2.800 5.000 3.740 271 50.211
70
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
De provisielasten kunnen als volgt worden onderverdeeld:
Asset management Fund management Acquisitie/structurering Garantieprovisies Overige Totaal provisielasten
2012
2011
3.707 4 5.380 8.427 834 18.352
4.203 463 3.036 7.215 266 15.183
De 2011 provisiebaten omvatten een garantieprovisie die is ontvangen voor het verstrekken van een garantie op de door Rabobank Nederland teruggekochte waardepapieren die Rabo Vastgoedgroep had uitgegeven en waarvoor Rabo Vastgoedgroep zich jegens Rabobank Nederland heeft garant gesteld (zie 49 Verbonden partijen). Taxaties/adviezen heeft voornamelijk betrekking op dienstverlening aan entiteiten van Rabobank Nederland.
6 Resultaat uit deelnemingen In deze post is onder meer opgenomen het aandeel in het resultaat van de lopende vastgoedfondsen waarop Rabo Vastgoedgroep een significante invloed van betekenis heeft. Het resultaat uit deelnemingen wordt nader toegelicht onder 22 Deelnemingen.
7 Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde Dit resultaat kan als volgt worden onderverdeeld:
Derivaten niet aangewezen als hedge-instrument Schuldpapieren Eigen vermogeninstrumenten Overige Totaal resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde
2012
2011
4.383 1.162 5.277 5.127 15.949
1.157 (791) 3.041 6.357 9.764
De afwikkeling van een Credit Default Swap (‘CDS’) heeft geleid tot een bate van € 4 miljoen in 2012. Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde wordt nader toegelicht onder 17 Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening.
71
8 Resultaat vastgoedbeleggingen Het resultaat kan als volgt worden onderverdeeld: 2012
2011
Huurbaten vastgoedbeleggingen Exploitatielasten vastgoedbeleggingen Totaal exploitatieresultaat vastgoedbeleggingen
50.273 (17.001) 33.272
56.347 (22.948) 33.399
Reële waardeveranderingen vastgoedbeleggingen Totaal resultaat vastgoedbeleggingen
(16.840) 16.432
(474) 32.925
2012
2011
123.138 18.229 20.625 31.507 193.499
130.245 18.933 18.378 33.887 201.443
2012
2011
757 149 334 190 104 94 1.628
838 154 313 200 102 104 1.711
De reële-waardeveranderingen op vastgoedbeleggingen worden nader toegelicht onder 21 Vastgoed.
9 Personeelskosten Salarissen (incl. variabele beloningen etc.) Pensioenlasten (incl. vervroegde pensionering) Sociale lasten Overige personeelskosten Totaal personeelskosten
Gemiddeld aantal medewerkers (in fte’s)
Bouwfonds Property Development MAB Development FGH Bank Bouwfonds REIM Fondsenbeheer Nederland Bestuurscentrum Totaal gemiddeld aantal medewerkers
De pensioenlasten hebben betrekking op de bijdrage aan de pensioenregeling zoals uiteengezet in 34 Pensioenregeling werknemers.
72
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
10 Algemene en beheerskosten Professionele dienstverlening Personeelgerelateerde kosten Zakenreizen en transport Huisvestingskosten Kantoorbenodigdheden en drukkosten Communicatie en informatie Commerciële kosten Automatiseringskosten Dotatie/(vrijval) voorzieningen Diverse kosten Totaal algemene en beheerskosten
2012
2011
19.884 2.445 5.921 19.969 2.763 3.210 11.550 14.819 575 8.038 89.174
21.187 2.549 6.176 20.782 4.031 3.515 11.971 15.149 26.266 8.197 119.823
In de dotatie/(vrijval) voorzieningen 2011 is een last opgenomen van € 26,3 miljoen met betrekking tot herstructurerings voorzieningen (zie 33 Voorzieningen).
11 Afschrijvingen Land en gebouwen in eigen gebruik Bedrijfsmiddelen Immateriële vaste activa Totaal afschrijvingen
2012
2011
2.352 6.262 1.269 9.883
2.100 6.680 948 9.728
2012
2011
238.294 (785) 237.509
136.571 (110) 136.461
12 Bijzondere waardeveranderingen Kredieten en vorderingen private en publieke sector Ontvangst na afboekingen Totaal bijzondere waardeveranderingen
Een toelichting op bijzondere waardeveranderingen kredieten en vorderingen private en publieke sector is opgenomen onder 45.7 Kredietrisico. In de bijzondere waardeveranderingen kredieten en vorderingen private en publieke sector is een dotatie van € 5 miljoen (2011: € 1 miljoen) aan de kredietvoorziening opgenomen voor ‘Nog niet gerapporteerde verliezen op kredieten en vorderingen (IBNR)’
73
13 Belastingen Deze post betreft de over het resultaat verschuldigde vennootschapsbelasting. De effectieve belastingdruk op het resultaat bedraagt 8,4% (2011: 34,6%). De belastingdruk is uit de volgende componenten opgebouwd: in procenten (%)
2012
2011
Nominale belastingdruk Nederland Effect belastingvrije inkomsten in Nederland Effect afwijkende belastingdruk overige landen Effect niet-gewaardeerde actieve latentie Effect belastingen voorgaande jaren Effect benutting niet-gewaardeerde actieve latentie Fiscaal vrijgestelde inkomsten ter voorkoming van dubbele belastingen Uitgaven niet aftrekbaar Overige Effectieve belastingdruk bedrijfsresultaat
(25,0) (3,7) 4,7 26,7 (1,7) (1,1) (0,1) 8,6 (0,0) 8,4
25,0 (3,6) 8,5 2,9 (0,8) (0,5) 0,7 2,6 (0,2) 34,6
Het effect afwijkende belastingdruk overige landen heeft zowel in 2012 als in 2011 voornamelijk betrekking op het hogere belastingtarief in Frankrijk. Het effect niet-gewaardeerde actieve latentie in 2012 heeft met name betrekking op cumulatieve exploitatieverliezen in buitenlandse vennootschappen waarbij het onzeker is of er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen komen en kosten met betrekking tot de overname van de aandelen van een partner in samenwerking (zie 40 Overnames en afstotingen) waarbij het onzeker is of deze kosten als fiscaal aftrekbaar kunnen worden beschouwd. Uitgaven niet aftrekbaar in 2012 hebben met name betrekking op kosten gerelateerd aan de overname van de aandelen van een partner in een aantal projecten in samenwerking (zie 40 Overnames en afstotingen). Aansluiting tussen de opgenomen belastingen en het bedrag dat resulteert uit toepassing van het Nederlandse belastingtarief op het resultaat over de boekjaren 2012 en 2011:
Totaal bedrijfsresultaat vóór belastingen Tegen belastingtarief van 25,0% (2011: 25,0%) Effect belastingvrije inkomsten in Nederland Effect afwijkende belastingdruk overige landen Effect niet-gewaardeerde actieve latentie Effect belastingen voorgaande jaren Effect benutting niet-gewaardeerde actieve latentie Fiscaal vrijgestelde inkomsten ter voorkoming van dubbele belastingen Uitgaven niet aftrekbaar Overige Tegen een effectieve belastingdruk van 8,4% (2011: 34,6%)
2012
2011
(100.181)
54.527
25.045 3.659 (4.697) (26.774) 1.714 1.087 129 (8.598) 56 (8.379)
(13.632) 1.970 (4.632) (1.585) 411 275 (363) (1.406) 73 (18.889)
74
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Actuele winstbelastingen - verslagjaar - voorgaande jaren Uitgestelde winstbelastingen (zie 26 Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen) Totaal belastingen
2012
2011
(7.292) 1.714 (2.801) (8.379)
(20.252) 411 952 (18.889)
75
Toelichting op de geconsolideerde balans 14 Kasmiddelen De post liquide middelen omvat alle wettige betaalmiddelen inclusief vreemde valuta welke ter vrije beschikking staan aan Rabo Vastgoedgroep.
15 Kredieten en vorderingen bankiers Deze post omvat alle vorderingen op kredietinstellingen. 2012
2011
Rekening-courant Kredieten van banken Totaal kredieten en vorderingen bankiers
492.171 106.523 598.694
442.442 157.612 600.054
Vrijelijk beschikbaar Niet-vrijelijk beschikbaar Totaal kredieten en vorderingen bankiers
492.171 106.523 598.694
442.442 157.612 600.054
De niet-vrijelijk beschikbare kredieten en vorderingen bankiers hebben betrekking op een niet-opeisbaar depot. Onder kredieten en vorderingen bankiers zijn tevens vorderingen opgenomen op verbonden partijen, zie 49 Verbonden partijen.
76
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
16 Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde voor hedging-doeleinden Rabo Vastgoedgroep gaat verschillende financiële derivaten aan die als afdekking van reële waarde of kasstroom zijn bestemd en zich als zodanig kwalificeren. Rabo Vastgoedgroep gaat tevens derivaattransacties aan als afdekking van economische risico’s waarvoor geen hedge accounting wordt toepast (zie 17 Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening).
Financiële activa aangehouden als kasstroomhedge Financiële activa aangehouden als reële-waardehedge Totaal financiële activa aangehouden voor hedge accounting Financiële verplichtingen aangehouden als kasstroomhedge Totaal financiële verplichtingen aangehouden voor hedge accounting
2012
2011
65 – 65
23 10.556 10.579
207.901 207.901
193.710 193.710
Reële-waardehedge In 2011 waren onder financiële activa aangehouden als reële-waardehedge twee derivaten opgenomen met een marktwaarde van € 11 miljoen die waren afgesloten om de reële-waardemutaties van de schuldpapieren van € 1.655 miljoen en de achtergestelde leningen van € 40 miljoen af te dekken. Door aflossing van de schuldpapieren en de achtergestelde leningen in 2012 zijn de hieraan gerelateerde reële-waardehedges ook beëindigd.
Kasstroomafdekkingen Rabo Vastgoedgroep maakt gebruik van renteswaps om veranderingen in de kasstromen van bepaalde variabelrentende schuldinstrumenten af te dekken. Mutaties in deze derivaten worden in het eigen vermogen verwerkt volgens de principes van hedge accounting. De gecontracteerde nominale bedragen van derivaten aangehouden voor hedging-doeleinden zijn aan de actiefzijde in totaal € 99 miljoen (2011: € 23 miljoen) en aan de passiefzijde in totaal € 4.849 miljoen (2011: € 4.184 miljoen). Per 31 december 2012 hebben de reële-waardemutaties van de derivaten aangemerkt als kasstroomafdekkingen geleid tot een netto niet-gerealiseerd verlies van € 158 miljoen (2011: € 148 miljoen). In 2012 is de mutatie van € 11 miljoen negatief uit hoofde van kasstroomhedges (2011: € 21 miljoen negatief ) rechtstreeks verwerkt in de eigen vermogenscomponent ‘Winst- en verliesposten niet opgenomen in het resultaat’.
77
De perioden waarin de kasstromen naar verwachting zullen plaatsvinden en deze naar verwachting het resultaat zullen gaan beïnvloeden is als volgt:
2012
Financiële activa aangehouden als kasstroomhedge Financiële verplichtingen aangehouden als kasstroomhedge
2011
Financiële activa aangehouden als kasstroomhedge Financiële verplichtingen aangehouden als kasstroomhedge
Reële waarde
Binnen 1 jaar
65 207.901
2.053 754.634
Reële waarde
Binnen 1 jaar
23 193.710
– 841.629
Hoofdsom Tussen Meer dan 1 – 5 jaar 5 jaar 97.167 3.271.399
Totaal
– 822.617
99.220 4.848.650
Hoofdsom Meer dan Tussen 5 jaar 1 – 5 jaar
Totaal
23.284 2.639.256
– 702.919
23.284 4.183.804
17 Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening De financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening bestaan uit financiële activa en verplichtingen die bij eerste opname worden gerubriceerd als financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening en de financiële activa en verplichtingen die worden aangehouden voor handelsdoeleinden. Rabo Vastgoedgroep heeft ervoor geopteerd om financiële instrumenten die niet worden verworven of aangegaan om winst te genereren uit kortetermijnfluctuaties in prijzen of marges van handelaren als ‘financiële activa en verplichtingen bij eerste opname tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening’ aan te wijzen. De criteria voor deze rubricering zijn opgenomen in de grondslagen onder 2.12 Financiële activa en verplichtingen (Rubricering). Financiële activa tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening kunnen als volgt worden onderverdeeld:
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden Derivaten niet aangewezen als hedge-instrument
Financiële activa bij eerste opname aangewezen tegen reële waarde Schuldpapieren Eigen vermogeninstrumenten Overige Totaal financiële activa tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening
2012
2011
255.352
249.811
108.101 57.361 3.236 424.050
116.848 50.775 17.383 434.817
78
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
De eigen vermogeninstrumenten betreffen belangen die niet-beursgenoteerd zijn. Deze belangen worden gewaardeerd tegen equitywaarde. De equitywaarde vertegenwoordigt in deze de beste benadering van de reële waarde omdat de vastgoed beleggingen in de fondsen zijn gewaardeerd tegen reële waarden. De onder schuldpapieren aangekochte gesecuritiseerde schuldpapieren worden gewaardeerd op basis van een modelmatige waarderingsmethodiek. Deze waarderingsmethodiek houdt rekening met de huidige beperkte verhandelbaarheid van de instrumenten en maakt gebruik van afgeleide observeerbare marktparameters. Op basis van de huidige beperkte liquiditeit in bepaalde schuldpapieren en markten is een afgeleid product gebruikt dat dezelfde karakteristieken vertoond en waarvoor de illiquiditeit niet in dezelfde mate geldt. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met de kwaliteit, locatie en aard van de onderliggende activiteiten waarvoor de leningen zijn verstrekt. Verwachte toekomstige kasstromen worden op basis van deze afgeleide parameters contant gemaakt. Financiële verplichtingen tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening kunnen als volgt worden onderverdeeld:
Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden Derivaten niet aangewezen als hedge-instrument
Financiële verplichtingen bij eerste opname aangewezen tegen reële waarde Schuldpapieren Totaal financiële verplichtingen tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening
2012
2011
248.284
244.876
– 248.284
1.655.285 1.900.161
In 2011 bedroeg de gemiddelde rentevoet over de schuldpapieren 1,8%. De reële waarden van deze schuldpapieren werden berekend op basis van een discounted cashflow-methode, waarbij, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de schuldpapieren, deze schuldpapieren contant werden gemaakt tegen een in de markt gebruikelijke rente. Een deel van de verstrekte kredieten ter waarde van € 2 miljard, opgenomen onder 19 Kredieten en vorderingen private en publieke sector, was als zekerheid verstrekt voor de schuldpapieren. De schuldpapieren liepen in 2012 af en zijn dan ook terugbetaald in 2012. De financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden betreffen derivaten (Interest Rate Swaps, hierna ‘IRS’) die niet aangewezen zijn als hedge-instrument. De IRS-contracten met een positieve waarde per jaareinde bedragen € 255 miljoen (2011: € 250 miljoen) met een onderliggende hoofdsom van € 3.276 miljoen (2011: € 3.823 miljoen). De reële waarden van de IRS-contracten met een negatieve waarde per jaareinde bedragen € 248 miljoen (2011: € 241 miljoen) met een onderliggende hoofdsom van € 3.276 miljoen (2011: € 3.815 miljoen). Tevens was in 2011 onder de derivaten niet aangewezen als hedge-instrument een CDS opgenomen met een negatieve reële waarde van € 4 miljoen. Deze CDS is in 2012 afgewikkeld en heeft geleid tot een bate van € 4 miljoen onder Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde.
79
18 Voor verkoop beschikbare financiële activa De voor verkoop beschikbare financiële activa betreffen voornamelijk aangehouden participaties in eigen vermogeninstrumenten van twee vastgoedfondsen. In een van de vastgoedfondsen wordt een belang aangehouden van 6% (2011: 6%) en bedraagt de waarde per 31 december € 0,6 miljoen (2011: € 2,2 miljoen). In het andere vastgoedfonds wordt een belang aangehouden van 4% (2011: 4%) en bedraagt de waarde per 31 december € 2,7 miljoen (2011: € 2,8 miljoen). De voor verkoop beschikbare financiële activa vertoonden het volgende verloop:
Stand per 1 januari Terugbetaling kapitaal Waardevermindering door eigen vermogen Stand per 31 december
2012
2011
5.661 (1.712) (59) 3.890
9.703 (3.982) (60) 5.661
19 Kredieten en vorderingen private en publieke sector Deze post omvat alle vorderingen uit hoofde van kredieten niet zijnde vorderingen op kredietinstellingen. De kredieten kunnen als volgt worden onderverdeeld:
Hypotheken met onderpand woonhuizen Hypotheken met onderpand niet-woonhuizen Kredieten vastgoedactiviteiten Kredieten managementactiviteiten Overige Totaal kredieten en vorderingen private en publieke sector
2012
2011
4.799.553 12.148.344 395.345 384.869 88.054 17.816.165
4.634.593 12.295.705 1.176.120 379.430 53.352 18.539.200
De afname van kredieten vastgoedactiviteiten wordt met name veroorzaakt door de overname van de aandelen van een partner in een aantal projecten in samenwerking (zie 40 Overnames en afstotingen). De verdeling van de kredieten naar sector is als volgt:
Overheid Private sector zakelijk Private sector particulier Totaal kredieten en vorderingen private en publieke sector vóór aftrek voorziening waardeverminderingen Voorziening waardeverminderingen (zie 20 Waardeveranderingen kredieten en vorderingen private en publieke sector) Totaal kredieten en vorderingen private en publieke sector
2012
2011
17.458 17.801.546 373.478
18.319 18.333.728 392.215
18.192.482
18.744.262
(376.317) 17.816.165
(205.062) 18.539.200
80
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
20 Waardeveranderingen kredieten en vorderingen private en publieke sector Stand per 1 januari Dotatie (via ‘Bijzondere waardeverandering’) Vrijval (via ‘Bijzondere waardeverandering’) Onttrekking Wijziging in groepssamenstelling Overige mutaties Stand per 31 december
2012
2011
205.062 240.272 (1.978) (66.964) – (75) 376.317
87.714 142.290 (5.721) (12.758) (7.454) 991 205.062
Alle kredieten die een waardeverandering hebben ondergaan, zijn afgeschreven tot het realiseerbare bedrag. In de waardeveranderingen kredieten en vorderingen private en publieke sector is een kredietvoorziening opgenomen voor ‘Nog niet gerapporteerde verliezen op kredieten en vorderingen (IBNR)’ van € 23 miljoen (2011: € 18 miljoen). De toegenomen dotatie aan de kredietvoorzieningen is het gevolg van verslechterde financiële posities van kredietnemers en de afgenomen waarde van het onderliggende onroerend goed waardoor toekomstige kasstromen voor rente en aflossing negatief beïnvloed kunnen worden. Bij aanhouden van de economische crisis is een verdere toename van de waardeveranderingen niet uitgesloten. In de risk managementparagraaf (zie 45 Risk management) wordt ingegaan op het beheer van financiële risico’s aangaande de kredietportefeuille.
81
21 Vastgoed Deze post omvat de posities betreffende de vastgoedactiviteiten en kan als volgt worden onderverdeeld:
Bouwterreinen en vereveningsfondsen Onderhanden werk Handelsdebiteuren vastgoed Gereed product Vastgoedbeleggingen Totaal vastgoed
2012
2011
1.743.092 823.559 194.354 184.474 1.403.593 4.349.072
1.780.280 1.083.661 211.144 186.152 696.207 3.957.444
In december 2012 zijn de aandelen van een partner in een aantal projecten in samenwerking overgenomen (zie 40 Overnames en afstotingen). Hierdoor is de totale waarde van het vastgoed van Rabo Vastgoedgroep met € 490 miljoen toegenomen per datum overname. De toename van het vastgoed wordt gecompenseerd met een afname van de kredieten en vorderingen op deze voormalige partner. Twee van deze projecten zijn opgeleverd en gedeeltelijk verhuurd. De strategie voor deze projecten is het optimaliseren van de huuropbrengst voor de middellange termijn, waardoor de toekomstige verkoopopbrengst wordt gemaximaliseerd. Hierdoor zijn deze projecten, na taxaties, per 31 december 2012 geherrubriceerd van onderhanden werk en gereed product naar vastgoedbeleggingen. De reële waarde van deze projecten per 31 december 2012 was € 916 miljoen. Het verloop van de vastgoedvoorzieningen (exclusief vastgoedbeleggingen) is als volgt:
Bouwterreinen en vereveningsfondsen Onderhanden werk Handelsdebiteuren vastgoed Gereed product Totaal vastgoed
Stand per 1 januari 2012
Toevoegingen
Onttrekkingen/ overige mutaties
Stand per 31 december 2012
298 355 7 4 664
59 104 – 80 243
8 (321) 4 (21) (330)
365 138 11 63 577
Als gevolg van de herrubricering van een aantal projecten naar vastgoedbeleggingen (zie voorafgaand) zijn op 31 december 2012 voorzieningen op onderhanden werk en gereed product van in totaal € 273 miljoen in mindering gebracht op de activa waarna de reclassificatie naar vastgoedbeleggingen heeft plaatsgevonden.
82
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Bouwterreinen en vereveningsfondsen Deze post kan als volgt worden onderverdeeld:
Bouwrijpe kavels Bouwrijp te maken kavels Terreinen met bestemmingsplan Overige terreinen zonder bestemmingsplan (incl. Vinex) Binnenstedelijke gronden met bestemming wonen Binnenstedelijke terreinen zonder bestemming wonen Binnenstedelijke herstructurering in naoorlogse wijken Vereveningsfondsen Geactiveerde reële waarde Totaal bouwterreinen en vereveningsfondsen
2012
2011
496.499 428.276 79.206 614.056 52.418 23.302 12.861 20.398 16.076 1.743.092
503.767 372.898 111.374 611.252 48.539 35.340 20.891 42.940 33.279 1.780.280
Bij de waardering wordt gebruikgemaakt van beoordelingen en schattingen. Hierin worden risico’s die betrekking hebben op bouw terreinen en vereveningsfondsen, zoals demografische ontwikkelingen, ligging, invulling en uitwerking van ontwikkelplannen en bestuurlijke besluitvorming, meegenomen. Het grootste risico op afwijkingen ten opzichte van beoordelingen en schattingen wordt gelopen bij overige terreinen zonder bestemmingsplan (incl. Vinex). Vanwege de omvang van deze portefeuille, rekening houdend met de actuele marktontwikkelingen, waaronder de afhankelijkheid van derde partijen voor het verkrijgen van een wijziging van de woonbestemming, wordt de voorraad gronden zonder bestemming jaarlijks geanalyseerd. In deze analyse zijn de gronden volgens de inzichten die op dat moment gelden ingedeeld naar categorie op basis van kans op realisatie en doorlooptijd. Op gronden waarvan realisatie op basis van de inzichten onwaarschijnlijk wordt geacht zijn voorzieningen getroffen op basis van de directe opbrengstwaarde. Op gronden worden geen financieringskosten geactiveerd tenzij de grond of het project in vervaardiging is.
Onderhanden werk Deze post kan als volgt worden onderverdeeld:
Onderhanden werk (opgenomen onder 21 Vastgoed) Woningen in voorbereiding en in aanbouw Commercieel vastgoed in ontwikkeling en in uitvoering Vooruit gefactureerde termijnen woningbouw Vooruit gefactureerde termijnen commercieel vastgoed Totaal onderhanden werk (opgenomen onder 21 Vastgoed)
Onderhanden werk (opgenomen onder 32 Overige verplichtingen) Woningen in voorbereiding en in aanbouw Commercieel vastgoed in ontwikkeling en in uitvoering Dienstverlening Vooruit gefactureerde termijnen woningbouw Vooruit gefactureerde termijnen commercieel vastgoed Totaal onderhanden werk (opgenomen onder 32 Overige verplichtingen)
Totaal onderhanden werk
Onderhanden werk (opgenomen onder 21 Vastgoed) Onderhanden werk (opgenomen onder 32 Overige verplichtingen) Totaal onderhanden werk
2012
2011
651.493 998.025 (308.570) (517.389) 823.559
547.985 1.432.545 (222.076) (674.793) 1.083.661
19.448 42.768 (523) (160.310) (54.637) (153.254)
103.456 392.110 (2.990) (271.388) (399.493) (178.305)
823.559 (153.254) 670.305
1.083.661 (178.305) 905.356
Van de in totaal 11.104 (2011: 14.254) woningen in aanbouw zijn er in totaal 9.567 (2011: 12.609) verkocht.
83
De onderhanden werk posities worden jaarlijks geanalyseerd waarbij eventueel gebruik wordt gemaakt van interne of externe taxaties. In de taxaties worden aannames en schattingen meegenomen, zoals exploitatierisico, constructie- en aanneemrisico en verhuur- en verkooprisico.
Handelsdebiteuren vastgoed Dit betreft vorderingen op kopers van commercieel vastgoed en woningbouw. Bij het bepalen van de voorziening voor dubieuze debiteuren wordt gebruikgemaakt van beoordelingen en schattingen.
Gereed product Deze post kan als volgt worden onderverdeeld:
Woningbouwprojecten Commercieel vastgoedprojecten Totaal gereed product
2012
2011
103.640 80.834 184.474
109.961 76.191 186.152
2012
2011
282 3 21 1 307
275 17 3 60 355
Opgeleverde, onverkochte woningen per jaareinde
Nederland Frankrijk Duitsland Overige Totaal opgeleverde, onverkochte woningen
Gereed product wordt jaarlijks intern of extern getaxeerd. In de taxaties worden aannames en schattingen, zoals exploitatierisico en de ontwikkeling van de investeerders-, woning- en financieringsmarkt, meegenomen.
84
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Vastgoedbeleggingen De vastgoedbeleggingsportefeuille kan als volgt worden onderverdeeld:
Winkelcentra Kantoren/bedrijfsruimtes Woningen Overige Totaal vastgoedbeleggingen
2012
2011
566.481 472.840 179.156 185.116 1.403.593
44.384 292.643 287.825 71.355 696.207
2012
2011
696.207 31.062 (206.672) (16.840) 916.070 – (16.234) 1.403.593
722.959 102.360 (98.486) (474) – (14.580) (15.572) 696.207
De categorie ‘overige’ bestaat grotendeels uit parkeergarages en een hotel. De vastgoedbeleggingen vertoonden het volgende verloop:
Stand per 1 januari Uitbreidingen Verkopen Reële-waardeveranderingen vastgoedbeleggingen Herclassificatie van activa vanuit onderhanden werk en gereed product Wijziging in groepssamenstelling Overige Stand per 31 december
De post verkopen heeft met name betrekking op verkopen van delen van onze vastgoedbeleggingsfondsen. De negatieve reëlewaardeveranderingen op vastgoedbeleggingen worden met name veroorzaakt door verslechterde marktomstandigheden en onzekere toekomstverwachtingen.
Taxaties
Externe taxatie Interne taxatie Totaal vastgoedbeleggingen
2012
2011
1.081.548 322.045 1.403.593
130.310 565.897 696.207
Externe taxaties zijn uitgevoerd door hiertoe gecertificeerde externe partijen en hebben plaatsgevonden volgens de RICS taxatiestandaarden of andere gelijkwaardige taxatiestandaarden. De vastgoedbeleggingen zijn gewaardeerd op basis van een discounted cashflowwaarderingsmethode of een cap-rate valuation methode.
85
Bij de intern getaxeerde vastgoedbeleggingen wordt gebruikgemaakt van de interne vastgoedkennis, waarbij € 278 miljoen (2011: € 319 miljoen) is getaxeerd door gecertificeerde medewerkers van Rabo Vastgoedgroep. Intern getaxeerde vastgoed beleggingen worden vaak gewaardeerd op basis van een discounted cashflowwaarderingsmethode. Bij de reële-waardebepaling van vastgoed is onder andere rekening gehouden met verwachte huur- en waardeontwikkelingen, locatie van het vastgoed en courantheid van het vastgoed. Bij de taxaties van de verschillende typen vastgoedbeleggingen wordt een groot aantal parameters gebruikt, waaronder de huidige en verwachte toekomstige markthuur per m2, huidige en verwachte toekomstige leegstandpercentages, de gemiddelde disconteringsvoet, het ontwikkelbudget en eventuele kredietrisico’s. Voor de belangrijkste parameters is bij de verschillende taxaties in 2012 gerekend met de volgende prijzen/percentages:
Markthuur per m2 in euro's per jaar Gemiddelde disconteringsvoet
Winkelcentra
Kantoren/ bedrijfsruimtes
Woningen
Overige
377 5,1%
301 5,8%
76 6,3%
225 5,0%
Rabo Vastgoedgroep heeft in 2012 gevoeligheidsanalyses uitgevoerd op een significant deel van haar vastgoedbeleggings portefeuille. Hieruit is naar voren gekomen dat een mutatie van het aanvangsrendement met 0,25% een effect van € 29 miljoen heeft op het resultaat.
Operationele leaseovereenkomsten De langlopende operationele leaseovereenkomsten met betrekking tot vastgoedbeleggingen zullen naar verwachting tot de volgende minimale cumulatieve leaseontvangsten leiden: in miljoenen euro’s Korter dan één jaar Van één tot vijf jaar Langer dan vijf jaar Totaal minimale operationele leaseontvangsten
2012
2011
73 213 200 486
35 49 5 89
86
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
22 Deelnemingen De post deelnemingen betreft de niet-geconsolideerde deelnemingen die voor langere tijd worden aangehouden. De geaggregeerde financiële informatie van de belangrijkste deelnemingen per jaareinde is hieronder opgenomen. 2012
2011
254 164 6
234 151 15
2012
2011
Kostprijs Cumulatieve afschrijvingen Stand per 1 januari Uitbreidingen Afschrijvingen Overige mutaties Stand per 31 december
6.473 (2.139) 4.334 509 (1.269) (32) 3.542
5.368 (1.191) 4.177 1.090 (948) 15 4.334
Bestaande uit: Kostprijs Cumulatieve afschrijvingen
6.950 (3.408)
6.473 (2.139)
in miljoenen euro’s Totaal activa Totaal verplichtingen Totaal resultaat De boekwaarde van deze deelnemingen bedraagt € 90 miljoen (2011: € 83 miljoen).
23 Immateriële activa De immateriële activa betreffen de aangeschafte contractuele klantenrechten en aangeschafte licenties. De mutatie in immateriële activa was als volgt:
87
24 Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen De boekwaarde van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen vertoonde in 2012 het volgende verloop: Land en gebouwen in eigen gebruik
Bedrijfsmiddelen
Totaal
Kostprijs Cumulatieve afschrijvingen Stand per 1 januari Uitbreidingen Verkopen Afschrijvingen Wijzigingen in groepssamenstelling Overige mutaties Stand per 31 december
87.043 (52.080) 34.963 1.585 – (2.352) (1.996) – 32.200
82.488 (64.715) 17.773 2.082 – (6.262) 1.285 (49) 14.829
169.531 (116.795) 52.736 3.667 – (8.614) (711) (49) 47.029
Bestaande uit: Kostprijs Cumulatieve afschrijvingen
86.509 (54.309)
77.725 (62.896)
164.234 (117.205)
Land en gebouwen in eigen gebruik
Bedrijfsmiddelen
Totaal
Kostprijs Cumulatieve afschrijvingen Stand per 1 januari Uitbreidingen Verkopen Afschrijvingen Overige mutaties Stand per 31 december
85.227 (49.980) 35.247 1.808 – (2.100) 8 34.963
79.770 (58.742) 21.028 3.852 (281) (6.680) (146) 17.773
164.997 (108.722) 56.275 5.660 (281) (8.780) (138) 52.736
Bestaande uit: Kostprijs Cumulatieve afschrijvingen
87.043 (52.080)
82.488 (64.715)
169.531 (116.795)
De boekwaarde van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen vertoonde in 2011 het volgende verloop:
25 Belastingvorderingen Deze post betreft niet-latente belastingvorderingen uit hoofde van (buitenlandse) vennootschapsbelasting. Belastingvorderingen zijn toegenomen van € 23 miljoen per 31 december 2011 naar € 61 miljoen per 31 december 2012. Deze toename wordt met name verklaard door het verlies dat in de Nederlandse fiscale eenheid in 2012 is geleden.
88
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
26 Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen De uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen kunnen aan de volgende posten worden toegerekend: 2012
Vorderingen Verplichtingen Kredieten en vorderingen private en publieke sector Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Vastgoed Voorzieningen Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde voor hedging-doeleinden Geactiveerde compensabele verliezen Overige Totaal uitgestelde belasting vorderingen en -verplichtingen
803 5.350 18.940 2.217
– – 38.214 –
803 2.527 (4.998) 1.161
– – – –
– – 17 –
– 2.823 28.213 1.056
– – 42.506 –
51.959 4.270 959
– – –
(1.054) (1.948) 708
3.538 – –
– – –
49.479 6.218 1.755
4 – 1.504
84.498
38.214
(2.801)
3.538
17
89.544
44.014
2011
Vorderingen Verplichtingen Kredieten en vorderingen private en publieke sector Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Vastgoed Voorzieningen Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde voor hedging-doeleinden Geactiveerde compensabele verliezen Overige Totaal uitgestelde belasting vorderingen en -verplichtingen
2011 Via winsten-verlies Via eigen rekening vermogen Overige Vorderingen Verplichtingen
2010 Via winsten-verlies Via eigen rekening vermogen Overige Vorderingen Verplichtingen
– 2.823 28.213 1.056
– – 42.506 –
– 1.860 (1.790) 90
– – – –
– – (22) –
– 963 42.268 966
– – 54.749 –
49.479 6.218 1.755
4 – 1.504
(268) 1.204 (142)
7.241 – –
(105) – –
42.629 5.014 1.898
22 – 1.505
89.544
44.014
954
7.241
(127)
93.738
56.276
De belastinglatenties binnen de post vastgoed hebben hoofdzakelijk betrekking op de verschillen in commerciële en fiscale verwerkingswijze van (1) de geactiveerde rente in de gronden in vervaardiging, (2) de geactiveerde reële waarde op overgenomen vastgoedondernemingen en (3) de ongerealiseerde waardeveranderingen vastgoed. De belastinglatenties op de financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde voor hedging-doeleinden hebben betrekking op de ongerealiseerde waardemutaties van de kasstroomhedges die netto rechtstreeks in het eigen vermogen worden verwerkt. De belastinglatenties op de voorzieningen hebben betrekking op de verwerkingswijze van de personeelsvoorzieningen. De belastinglatenties op de onroerende zaken en bedrijfsmiddelen hebben betrekking op het verschil in verwerkingswijze van de afschrijvingen. Per 31 december 2012 heeft Rabo Vastgoedgroep voor in totaal € 78 miljoen (2011: € 51 miljoen) aan compensabele verliezen opgebouwd, waarvoor geen uitgestelde belastingvordering is opgenomen. De compensabele verliezen hebben voor een bedrag
89
van € 28 miljoen (2011: € 30 miljoen) betrekking op activiteiten in België. Aan deze verliezen is geen beperking in looptijd verbonden. Het is echter niet waarschijnlijk dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn aangezien de activiteiten in dit land worden afgebouwd. Voor een bedrag van € 12 miljoen (2011: € 9 miljoen) hebben de verliezen betrekking op activiteiten in Nederlandse vennootschappen die geen onderdeel uitmaken van de fiscale eenheid van Rabobank Nederland. Deze verliezen expireren vanaf 2013. Een cumulatief verlies van € 38 miljoen heeft betrekking op overige landen (2011: € 12 miljoen), waarbij een significant deel van dit cumulatieve verlies betrekking heeft op Duitsland en Frankrijk.
27 Overige activa De overige activa hebben betrekking op vooruitbetaalde bedragen voor kosten die ten laste van volgende periode(n) komen en de nog te ontvangen bedragen wegens baten ten gunste van de huidige of voorgaande periode(n).
Nog te ontvangen rente Overige activa Totaal overige activa
2012
2011
66.797 89.515 156.312
86.498 81.266 167.764
28 Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop
De activa aangehouden voor verkoop ter waarde van € 4 miljoen (2011: € 5 miljoen) betreffen verkregen vastgoed dat als onderpand was verstrekt aan Rabo Vastgoedgroep voor verstrekte kredieten. Dit vastgoed is beschikbaar voor verkoop en de boekwaarde zal worden gerealiseerd door verkoop en niet door het voortgezette gebruik.
29 Verplichtingen bankiers Deze post omvat aan kredietinstellingen verschuldigde bedragen, niet zijnde schuldbewijzen en achtergestelde schulden.
Termijndeposito’s Hypothecaire leningen Geldmarktdeposito’s Daggeld en direct opvraagbare kredietsaldi Totaal verplichtingen bankiers
2012
2011
18.699.112 62.044 1.212.380 159.419 20.132.955
16.726.310 66.030 892.019 184.952 17.869.311
De stijging van de termijndeposito’s wordt met name verklaard door de aflossing van de schuldpapieren (zie 17 Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening). In verband met ontvangen financieringen van € 124 miljoen (2011: € 145 miljoen) zijn zekerheden verstrekt in de vorm van vastgoedbeleggingen met een boekwaarde van € 62 miljoen (2011: € 79 miljoen).
90
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
30 Verplichtingen private en publieke sector Deze post omvat alle niet-achtergestelde verplichtingen private en publieke sector, die ontvangen zijn van niet-kredietinstellingen.
Private sector Spaargelden particulieren Publieke sector Totaal verplichtingen private en publieke sector
2012
2011
674.068 14.581 71.046 759.695
853.494 38.466 78.518 970.478
De daling van verplichtingen private sector wordt onder andere veroorzaakt door het feit dat Rabo Vastgoedgroep ernaar streeft om haar financiering zo veel mogelijk te verkrijgen van Rabobank Nederland en niet van externe partijen.
31 Uitgegeven schuldbewijzen In 2011 omvatte deze post uitgegeven waardepapieren die werden verhandeld aan Euronext te Amsterdam. De gemiddelde rentevoet over deze schuldpapieren bedroeg 2,3%. Deze waardepapieren zijn in 2012 afgelost.
32 Overige verplichtingen Onderhanden werk (zie 21 Vastgoed) Bouwterreinen en vereveningsfondsen Crediteuren Te betalen rente opgenomen gelden Overige verplichtingen Totaal overige verplichtingen
2012
2011
153.254 52.155 171.422 69.658 126.050 572.539
178.305 67.272 199.832 115.307 126.216 686.932
2012
2011
10.084 14.752 617 14.451 12.858 52.762
10.277 16.540 955 27.060 16.320 71.152
33 Voorzieningen Primaire en secundaire personeelsvoorzieningen Garantiefonds Personeelsvoorziening na uitdiensttreding Herstructureringsvoorziening Overige voorzieningen Totaal voorzieningen
91
Stand per 1 januari 2012 Toevoeging ten laste van resultaat Onttrekkingen Vrijval ten gunste van resultaat Overige mutaties Stand per 31 december 2012
Primaire en secundaire personeels voorzieningen
Garantiefonds
Personeels voorziening na uitdiensttreding
10.277 1.363 (825) (731) – 10.084
16.540 1.410 (1.838) (1.595) 235 14.752
955 19 (57) (300) – 617
Herstructu rerings Overige voorziening voorzieningen 27.060 3.194 (17.887) (686) 2.770 14.451
16.320 3.162 (5.536) (1.097) 9 12.858
Totaal 71.152 9.148 (26.143) (4.409) 3.014 52.762
Primaire en secundaire personeelsvoorzieningen Deze voorziening heeft betrekking op uitkeringen na pensionering, niet zijnde pensioenrechten en de V.U.T.-regeling alsmede uitkeringen die zijn aan te merken als secundaire arbeidsvoorwaarden.
Garantiefonds Eigenaren van Rabo Vastgoedgroep-woningen krijgen een garantiecertificaat uitgereikt. De daaruit voortvloeiende financiële verplichtingen worden uit dit fonds voldaan.
Personeelsvoorziening na uitdiensttreding De personeelsvoorziening na uitdiensttreding heeft voornamelijk betrekking op de afkoop van een toegezegd-pensioenregeling van twee oud-medewerkers.
Herstructureringsvoorziening Deze voorziening is gevormd uit hoofde van toezeggingen die zijn gedaan in het kader van de besluitvorming over wijzigingen in de organisatiestructuur. Overige mutaties betreft een reclassificatie zonder resultaateffect.
Overige voorzieningen Deze post omvat onder andere voorzieningen voor claims en juridische geschillen.
34 Pensioenregeling werknemers De werknemers van Rabo Vastgoedgroep vallen onder de pensioenregeling van Rabobank Pensioenfonds. Onder deze hoofdpensioenregeling vallen 1.112 medewerkers (2011: 1.211 medewerkers) van Rabo Vastgoedgroep. Deze pensioenregeling dient te worden beschouwd als een toegezegd-pensioenregeling die risico’s delen tussen verschillende entiteiten onder gemeenschappelijke zeggenschap (Rabobank Nederland) waarbij de netto kosten uit hoofde van de toegezegdpensioenregeling voor het pensioenplan als geheel niet als zodanig wordt doorbelast door Rabobank Nederland aan Rabo Vastgoedgroep. Rabobank Nederland verwerkt daarom deze toegezegd-pensioenregeling in haar geconsolideerde jaar rekening als zodanig en Rabo Vastgoedgroep verwerkt alleen de periodieke pensioenbijdrage als kosten in de jaarrekening. Deze periodieke pensioenbijdrage betreft een gelijkblijvende premie (30%) gebaseerd op het bruto arbeidsinkomen. Aangezien het reglement in geen enkel opzicht voorziet in de mogelijkheid van bijstortingen en/of onttrekkingen aan het fonds, kan een surplus of een tekort in de regeling geen invloed hebben op het bedrag van toekomstige bijdragen. De mogelijkheid tot wijziging van de premie is van jaar op jaar aanwezig, maar deze zal van geringe omvang zijn.
92
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
De volgende informatie heeft betrekking op het Rabobank Pensioenfonds in zijn geheel In onderstaande tabellen is informatie opgenomen over de pensioenregeling van Rabobank Nederland zoals opgenomen in de jaarrekening van de Rabobank Groep per 31 december 2012. Rabobank Nederland heeft een aantal pensioenregelingen ingesteld, dat een aanzienlijk percentage van haar medewerkers bestrijkt. In de meeste gevallen gaat het om al dan niet in een fonds ondergebrachte toegezegd-pensioenregelingen op basis van middelloon. De activa van de in een fonds ondergebrachte regelingen worden onafhankelijk van de Rabobankactiva aangehouden in afzonderlijke, door trustees beheerde fondsen. De verplichtingen worden elk jaar op basis van de door IFRS voorgeschreven methode door onafhankelijke actuarissen gewaardeerd. De meest recente actuariële waarderingen zijn verricht ultimo 2012. Circa 98% van de pensioenverplichting heeft betrekking op het Rabobank Pensioenfonds, 2% op buitenlandse pensioenfondsen. De gewogen gemiddelden van de belangrijkste actuariële veronderstellingen ten behoeve van de waardering van de voorziening voor pensioenen (toegezegd-pensioenregelingen) zijn per 31 december (in % per jaar): in procenten (%)
2012
2011
Disconteringsfactor Verwachte salarisontwikkelingen Looninflatie Prijsinflatie Verwacht rendement beleggingen
3,50 3 1,70 2,00 n.v.t.
4,60 3 2,25 2,07 5,10
De looninflatie van 1,70% is het gemiddelde van de eerste drie jaar 0% en daarna 2,25%. Rabobank Nederland past vanaf 31 december 2010 de recent gepubliceerde overlevingstafel toe, waaraan de sterftekansen zullen worden ontleend. Dit betreft de AG-prognosetafel 2012-2062 uitgegeven door het Actuarieel Genootschap met startjaar 2013. De sterftekansen zoals gepubliceerd in deze tafel worden vervolgens vermenigvuldigd met leeftijdsafhankelijke correctiefactoren om rekening te houden met de ervaringssterfte.
93
in miljoenen euro’s Contante waarde van in een fonds ondergebrachte verplichtingen Reële waarde van planactiva Niet-verantwoorde actuariële winsten (verliezen) Niet-verantwoorde backservicekosten Netto verplichting
Ervaringsaanpassingen
Verplichtingen van de regeling Planactiva
Contante waarde van in een fonds ondergebrachte verplichtingen
Contante waarde aanspraken 1 januari Valutakoersverschillen Interest Toename aanspraken in het boekjaar Premiebijdrage werknemers Uitkeringen Waardeoverdracht Beëindiging pensioenregeling Overgedragen naar vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten Overname Friesland Bank Curtailments Overig Verwachte contante waarde aanspraken 31 december Actuarieel resultaat Contante waarde aanspraken 31 december
Reële waarde van planactiva
Reële waarde activa 1 januari Valutakoersverschillen Verwachte opbrengst beleggingen Premiebijdrage werkgever Premiebijdrage werknemer Uitkeringen Waardeoverdrachten en kosten Beëindiging pensioenregeling Overgedragen naar vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten Overname Friesland Bank Overig Verwachte reële waarde activa 31 december Actuarieel resultaat Reële waarde activa 31 december De verwachte premiebijdrage aan de regeling voor 2013 zal naar schatting € 600 miljoen bedragen.
2012
2011
19.647 (18.204) 1.443 (3.436) – (1.993)
15.545 (16.208) (663) (1.187) – (1.850)
227 1.009
(32) 1.259
15.545 2 715 471 40 (289) 27 (127) (334) 290 (12) 61 16.389 3.258 19.647
13.550 5 679 445 36 (247) 13 (33) – – – (7) 14.442 1.103 15.545
16.208 1 826 573 40 (289) (5) (94) (284) 288 (69) 17.195 1.009 18.204
13.794 4 775 617 36 (247) 13 (17) – – (27) 14.949 1.259 16.208
94
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
De planactiva zijn als volgt belegd: in procenten (%) Aandelen en alternatives Rentedragende waardepapieren Vastgoed Liquiditeiten Totaal
2012
2011
41,6 48,8 6,1 3,5 100
53,0 37,7 6,6 2,7 100
Minder dan 5% van de fondsbeleggingen worden aangehouden in eigen middelen van Rabobank Nederland. Dit betreffen voornamelijk liquiditeiten aangehouden bij Rabobank Nederland.
in miljoenen euro’s
Werkelijke opbrengst beleggingen Verwachte opbrengst beleggingen Actuarieel resultaat Werkelijke opbrengst beleggingen
2012
2011
826 1.009 1.835
775 1.259 2.034
De in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening over het boekjaar verantwoorde bedragen zijn als volgt: in miljoenen euro’s
2012
2011
Kosten op basis van diensttijd gedurende het jaar Rente over verplichting Verwacht rendement op planactiva Verliezen/(winsten) op kortingen, vereffeningen en kosten Totaal kosten toegezegd-pensioenregelingen
471 715 (826) 71 431
445 679 (775) 10 359
35 Belastingverplichtingen Deze post betreft niet-latente belastingverplichtingen uit hoofde van (buitenlandse) vennootschapsbelasting.
36 Achtergestelde schulden In 2011 bedroeg de achtergestelde schuld € 40 miljoen. Deze bestond uit een lening met een vast rentepercentage van 6% en is in 2012 afgelost.
95
37 Aandelenkapitaal en reserves Geplaatst en gestort aandelenkapitaal Agioreserve Ingehouden winst inclusief nettoresultaat huidige boekjaar Winst- en verliesposten niet opgenomen in het resultaat Totaal eigen vermogen aandeelhouders moedermaatschappij
2012
2011
10.071 1.137.590 601.949 (158.202) 1.591.408
10.071 1.119.383 716.060 (147.539) 1.697.975
Het maatschappelijk kapitaal bedraagt € 20,7 miljoen (2011: € 20,7 miljoen) en bestaat onveranderd uit 18 miljoen aandelen, waarvan 8.757.578 aandelen zijn geplaatst en volgestort. De aandelen hebben een nominale waarde van € 1,15 elk. De algemene vergadering besluit tot uitgifte van aandelen. De algemene vergadering kan de directie aanwijzen als het tot uitgifte bevoegde orgaan. Zolang de directie tot uitgifte bevoegd is kan de algemene vergadering niet tot uitgifte besluiten. Het resultaat staat ter vrije beschikking van de algemene vergadering. De vennootschap kan aan de aandeelhouders en andere gerechtigden tot de voor uitkering vatbare winst slechts uitkeringen doen voor zover haar eigen vermogen groter is dan het geplaatst kapitaal vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden. In de ingehouden winst is een bedrag opgenomen van € 12 miljoen (2011: € 22 miljoen) dat betrekking heeft op ongerealiseerde waardeveranderingen in het eigen vermogen, welke vennootschappelijk als wettelijke reserve dient te worden beschouwd. De toevoeging aan de agioreserve in 2012 betreft een incidentele, informele kapitaalstorting van Rabobank Nederland. De winst- en verliesposten niet opgenomen in het resultaat hebben betrekking op ongerealiseerde verliezen uit kasstroomhedges. In 2012 is een bedrag van € 11 miljoen negatief (2011: € 21 miljoen negatief ) rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen uit hoofde van kasstroomhedges en is geen mutatie rechtstreeks verwerkt in het minderheidsbelang (2011: € nihil). Het belastingeffect over deze ongerealiseerde verliezen bedraagt € 3,5 miljoen positief (2011: € 7,2 miljoen positief ), zie 26 Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen. Voor een nadere specificatie wordt verwezen naar het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten en het geconsolideerd vermogensoverzicht.
96
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Overige informatie
38 Voorwaardelijke schulden en onherroepelijke kredietfaciliteiten Deze post betreft garanties afgegeven inzake verplichtingen van derden en voorwaardelijk aangekochte grond. Deze hebben hoofdzakelijk betrekking op verplichtingen die gebruikelijk zijn in ontwikkelingsprojecten.
Voorwaardelijke schulden
Voorwaardelijke verplichtingen voortvloeiend uit afgegeven garanties Voorwaardelijke verplichtingen inzake terreinen Totaal voorwaardelijke schulden
2012
2011
1.027.862 369.907 1.397.769
1.017.076 343.530 1.360.606
De voorwaardelijke verplichtingen voortvloeiend uit afgegeven garanties zullen voor een groot deel verlopen bij beëindiging van het project zonder dat zij geheel of gedeeltelijk tot betaling leiden. Dit betekent dat de opgevoerde bedragen niet de verwachte toekomstige kasstromen weergeven. De afgegeven garanties hebben voor € 825 miljoen (2011: € 837 miljoen) betrekking op concerngaranties aan derden en voor € 203 miljoen (2011: € 180 miljoen) betrekking op concerngaranties aan Rabobank Nederland in ruil voor verstrekte bankgaranties door Rabobank Nederland aan derden.
Onherroepelijke kredietfaciliteiten
Beschikkingsruimte kredietfaciliteiten en bouwdepots Openstaande offertes (gewogen naar slagingskans) Totaal onherroepelijke kredietfaciliteiten
2012
2011
288.054 131.628 419.682
311.429 298.274 609.703
39 Overige niet uit de balans blijkende activa en verplichtingen De verplichtingen uit hoofde van werk in uitvoering betreffen 11.104 (2011: 14.254) woningen in aanbouw, waarvan er 9.567 (2011: 12.609) reeds zijn verkocht. Met betrekking tot niet-commerciële vastgoedprojecten zijn per 31 december 2012 voor een bedrag van € 492 miljoen (2011: € 615 miljoen) verplichtingen aangegaan met derden, waaronder onderaannemers en architecten. Met betrekking tot commerciële vastgoedprojecten zijn voor een bedrag van € 59 miljoen (2011: € 172 miljoen) verplichtingen aangegaan met onderaannemers en architecten. Rabo Vastgoedgroep is voor een bedrag van € 474 miljoen (2011: € 426 miljoen) toekomstige afnameverplichtingen aangegaan met betrekking tot gronden voor zowel commerciële als niet-commerciële vastgoedprojecten. Met hoofdelijke aansprakelijkheid ten aanzien van verplichtingen van samenwerkingsverbanden met derden wordt in de balans slechts rekening gehouden indien en voor zover de financiële positie van een of meerdere partners daartoe aanleiding geeft.
97
Er zijn langlopende verplichtingen aangegaan betreffende de huur van kantoorpanden en de operationele leasing van auto’s. Uit hoofde van langlopende huur- en leasecontracten waren per jaareinde de volgende verplichtingen aangegaan:
Korter dan één jaar Van één tot vijf jaar Langer dan vijf jaar Totaal langlopende verplichtingen
2012
2011
15.227 23.473 1.109 39.809
15.151 29.675 2.821 47.647
Rabo Vastgoedgroep heeft geen niet uit de balans blijkende verplichtingen uit hoofde van de afgesloten en lopende derivaatcontracten. De hoofddirectie en raad van commissarissen van Rabo Vastgoedgroep hebben in de eerste helft van 2007 besloten tot een breed en diepgaand forensisch onderzoek naar vermeende fraude bij een aantal projecten uit de tijd van het vroegere ABN AMRO Bouwfonds. Eind 2007 heeft het Openbaar Ministerie in dit kader invallen gedaan, onder meer bij Rabo Vastgoedgroep. De totale kosten van de externe onderzoeken en adviezen bedragen vanaf 2007 tot en met 2012 circa € 28 miljoen. De inschatting van het management is vooralsnog dat het saldo van de mogelijke kosten door toekomstige claims versus toekomstig verhaal nihil zal bedragen. De reeds geïncasseerde schikkingsopbrengsten tot en met 2012 zijn verantwoord in het resultaat van de desbetreffende jaren.
40 Overnames en afstotingen Op 20 december 2012 zijn alle aandelen van Meyer Bergman, een commercieel vastgoedontwikkelaar, in een aantal omvangrijke samenwerkingsverbanden overgenomen. De projecten betreffen hoofdzakelijk commercieel vastgoedprojecten die voor 100% gefinancierd waren door Rabo Vastgoedgroep. De zeggenschap was evenredig verdeeld tussen Rabo Vastgoedgroep en de voormalige partner. Het aandelenbelang van Meyer Bergman bedroeg in de meeste gevallen 50%. Na overname heeft Rabo Vastgoedgroep in de meeste gevallen 100% zeggenschap verworven om zodoende geheel zelfstandig de waarde van deze projecten te kunnen optimaliseren. De reële waarden van de geïdentificeerde activa en passiva voor het overgenomen belang op de datum van overname zijn als volgt: in miljoenen euro’s
reële waarde gerealiseerd bij overname
Vastgoed Kasmiddelen en kredieten en vorderingen bankiers Overige activa
490 10 1 501
Verplichting bankiers Overige verplichtingen
494 7 501
Reële waarde netto actief Totale geschatte kosten gerelateerd aan de overname
– 47
Zowel de reële waarde van de activa als de reële waarde van de verplichtingen op moment van overname bedraagt € 501 miljoen. De totale overnamesom, exclusief belastingeffecten, bedraagt € 47 miljoen. Deze goodwill is geheel ten laste van het resultaat in 2012 geboekt onder projectlasten.
98
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Met uitzondering van bovenstaande geschatte kosten en belastingeffecten direct gerelateerd aan de transactie, heeft de overname geen materiële invloed gehad op de omzet en het resultaat in 2012 van Rabo Vastgoedgroep. Indien de overname zou hebben plaatsgevonden op 1 januari 2012, zou dit bij ongewijzigd beleid hebben geleid tot een stijging van het huurresultaat met € 12 miljoen met een tegengesteld kosteneffect. Er zou geen effect zijn geweest op het resultaat van Rabo Vastgoedgroep. Er zijn geen voorwaardelijke verplichtingen overgenomen als onderdeel van de overname.
41 Overzicht van kasstromen In het geconsolideerd overzicht van kasstromen presenteert Rabo Vastgoedgroep de kasstromen die kunnen worden toegeschreven aan operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. Bepaling van de liquide middelen: 2012
2011
Kasmiddelen Direct opvraagbare tegoeden bij banken (zie 15 Kredieten en vorderingen bankiers) Totaal liquide middelen
42 492.171 492.213
41 442.442 442.483
Stand per 1 januari Mutatie liquide middelen Stand per 31 december
442.483 49.730 492.213
573.534 (131.051) 442.483
De operationele kasstroom omvat € 876 miljoen (2011: € 895 miljoen) aan ontvangen rente en € 591 miljoen (2011: € 596 miljoen) aan betaalde rente.
99
42 Reële waarde In onderstaande tabel wordt de reële waarde van financiële instrumenten weergegeven (inclusief de financiële instrumenten die in de jaarrekening niet tegen reële waarde zijn opgenomen). De reële waarde is het bedrag waarvoor een actief geruild, of een verplichting afgewikkeld zou kunnen worden tussen voldoende geïnformeerde, bereidwillige partijen in een zakelijke transactie. in miljoenen euro’s
Financiële activa
Kredieten en vorderingen bankiers Financiële activa tegen reële waarde voor hedging-doeleinden Financiële activa tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening Voor verkoop beschikbare financiële activa Kredieten en vorderingen private en publieke sector Totaal financiële activa
Financiële verplichtingen
Verplichtingen bankiers Verplichtingen private en publieke sector Uitgegeven schuldbewijzen Financiële verplichtingen tegen reële waarde voor hedging-doeleinden Achtergestelde schulden Financiële verplichtingen tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening Totaal financiële verplichtingen
2012 Boekwaarde Reële waarde
2011 Boekwaarde Reële waarde
599 – 424 4 17.816 18.843
600 – 424 4 18.930 19.958
600 11 435 6 18.539 19.591
600 11 435 6 19.282 20.334
20.133 760 –
20.493 780 –
17.869 970 461
18.033 990 465
208 –
208 –
194 40
194 42
248 21.349
248 21.729
1.900 21.434
1.900 21.624
Reële waarde van financiële instrumenten De reële waarde van variabelrentende financiële instrumenten die tegen geamortiseerde kostprijs worden opgenomen, wordt verondersteld gelijk te zijn aan de boekwaarde. De reële waarde van vastrentende kredieten en hypothecaire leningen die tegen geamortiseerde kostprijs worden opgenomen, wordt berekend door de contractuele kasstromen te verdisconteren tegen de actuele marktrente voor soortgelijke kredieten en leningen. Wijzigingen in de kredietkwaliteit van leningen in de portefeuille hebben geen invloed op het bepalen van de bruto reële waarde, aangezien het effect van de bijzondere waardevermindering afzonderlijk wordt verantwoord door de kredietvoorzieningen in mindering te brengen op zowel de boekwaarde als de reële waarde. In voorkomende gevallen wordt de op de financiële instrumenten opgebouwde rente (per balansdatum) opgenomen in de boekwaarde van de financiële instrumenten. De waarderingsmethoden en aannames zorgen voor een consistente bepaling van de reële waarde van de in de tabel opgenomen activa en verplichtingen van Rabo Vastgoedgroep. Derivaten gebruikt voor hedging-doeleinden worden in de balans opgenomen tegen de reële waarde. De waardeveranderingen in de derivaten aangehouden als kasstroomhedge worden rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt. De waardeveranderingen van de overige derivaten lopen via de winst-en-verliesrekening. De reële waarde van niet-financiële activa en verplichtingen als vastgoed, bedrijfsmiddelen, vooruitbetalingen en niet-rentegerelateerde overlopende posten, is niet in de tabel opgenomen. Rabo Vastgoedgroep heeft geen niet uit de balans blijkende verplichtingen uit hoofde van de afgesloten en lopende derivaatcontracten.
100
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Methode van waardering Rabo Vastgoedgroep waardeert haar financiële instrumenten op basis van twee uitgangspunten. Indien beschikbaar geven genoteerde marktprijzen de beste indicatie van de reële waarde. Indien geen genoteerde marktprijzen beschikbaar zijn voor financiële instrumenten, bepaalt Rabo Vastgoedgroep de reële waarde op basis van een waarderingstechniek met gebruikmaking van marktgegevens. Hierbij worden de verwachte kasstromen contant gemaakt op basis van marktinformatie per balansdatum, zoals rentetarieven en valutakoersen, die in overeenstemming is met de resterende rentevaste periode van het financieel instrument. Voor vaststelling van de reële waarde kunnen diverse methoden en aannames worden gehanteerd. Rabo Vastgoedgroep hanteert de reële waarde van financiële activa en verplichtingen voor de analyse van rentegevoeligheid. De methoden en aannames zijn gericht op ondersteuning van die toepassing van de reële waarde. Veranderingen in de methoden en aannames kunnen een materieel effect hebben op de bepaling van de reële waarde. Het Balans en Risico Management Comité (BRMC) bewaakt de toepassing van de juiste waarderingsmethoden en -technieken. Leidraad hierbij zijn de waarderingsmethoden zoals die door Rabobank Nederland worden toegepast. In onderstaande tabellen wordt weergegeven welke waarderingsmethoden zijn gebruikt ter bepaling van de reële waarde van de financiële activa en verplichtingen. Hierbij worden drie categorieën onderscheiden: Categorie I: Waardering op basis van genoteerde marktprijzen; Categorie II: Waardering op basis van waarderingstechnieken waarbij veronderstellingen worden gehanteerd die wel worden ondersteund door marktprijzen of markttarieven; en Categorie III: Waardering op basis van waarderingstechnieken waarbij veronderstellingen worden gehanteerd die niet worden ondersteund door marktprijzen of markttarieven. Waardering financiële activa en verplichtingen in 2012:
Categorie I Financiële activa tegen reële waarde voor hedging-doeleinden Financiële activa tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening Voor verkoop beschikbare financiële activa Totaal financiële activa tegen reële waarde Financiële verplichtingen tegen reële waarde voor hedging-doeleinden Financiële verplichtingen tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening Totaal financiële verplichtingen tegen reële waarde
Reële waarde Categorie II Categorie III
Totaal
– – – –
– 421 3 424
– 3 1 4
– 424 4 428
–
208
–
208
– –
248 456
– –
248 456
101
De bezittingen in categorie III betreffen de geactiveerde, toekomstige prestatiebeloningen van vastgoedfondsen die boven verwachting renderen en door Rabo Vastgoedgroep beheerd worden. Ook betreft het toekomstige aanspraken op de verwachte winst uit projecten van verkochte deelnemingen waarbij is afgesproken dat het resultaat van die projecten op nacalculatiebasis wordt verdeeld. Deze toekomstige kasstromen zijn contant gemaakt naar balansdatum met gebruikmaking van een verdisconteringsvoet gebaseerd op eigen inzicht van de risico’s, zonder dat daarbij kan worden gesteund op in de markt beschikbare yield-curves. Waardering financiële activa en verplichtingen in 2011:
Categorie I Financiële activa tegen reële waarde voor hedging-doeleinden Financiële activa tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening Voor verkoop beschikbare financiële activa Totaal financiële activa tegen reële waarde
Financiële verplichtingen tegen reële waarde voor hedging-doeleinden Financiële verplichtingen tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening Totaal financiële verplichtingen tegen reële waarde
Reële waarde Categorie II Categorie III
Totaal
– – – –
11 418 3 432
– 17 3 20
11 435 6 452
–
194
–
194
– –
1.896 2.090
4 4
1.900 2.094
102
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Het verloop van de reële waarde van financiële instrumenten welke onder categorie III zijn opgenomen laat het volgende beeld zien: Verloop van financiële instrumenten tegen reële waarde in categorie III
Financiële activa tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening Voor verkoop beschikbare financiële activa
Financiële verplichtingen tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening
Stand per 31 december 2011
Waardeveranderingen opgenomen in w&v
Aankopen
17
(1)
–
(3)
–
3
–
–
–
(2)
20
(1)
–
(3)
(2)
Stand per 31 december 2011
Waardeveranderingen opgenomen in w&v
Aankopen
4
(4)
–
–
–
–
–
4
(4)
–
–
–
–
–
Afwikkelingen Verkopen
Afwikkelingen Verkopen
Stand per Overige 31 december 2012 (10)
3
1 (10)
4
Stand per Overige 31 december 2012
De post overige betreft een nog te ontvangen performance fee die is omgezet in een aandelenbelang in het desbetreffende vastgoedinvesteringsfonds.
103
43 Honoraria conform artikel 2:382a BW Jaarrekeningcontrole Andere controleopdrachten Totaal honoraria
2012
2011
1.202 148 1.350
1.377 184 1.561
De bovenstaande honoraria van de accountantsorganisatie Ernst & Young Accountants LLP zijn ten laste gebracht van het resultaat van de Rabo Vastgoedgroep, haar dochtermaatschappijen en andere maatschappijen die zij consolideert, een en ander zoals bedoeld in artikel 2: 382a BW. De honoraria uit hoofde van de jaarrekeningcontrole, andere controleopdrachten, adviesdiensten op fiscaal terrein en andere niet-controlediensten van overige accountants en overige onderdelen van Ernst & Young zijn niet in dit bedrag begrepen.
44 Bezoldiging bestuurders en raad van commissarissen De leden van de hoofddirectie en de raad van commissarissen worden vermeld op pagina 6 van het jaarverslag. In 2012 bedroeg de bezoldiging van de leden en de oud-leden van de hoofddirectie en haar rechtsvoorgangers € 4,2 miljoen (2011: € 4,1 miljoen). Dit bedrag is opgenomen onder personeelskosten en bestaat uit: 2012
2011
Kortetermijnpersoneelsbeloningen Pensioenregelingen Andere langetermijnpersoneelsbeloningen Afvloeiingsregeling
2.412 573 474 700
2.722 540 834 –
Totaal bezoldiging bestuurders
4.159
4.096
De totale vergoeding voor leden en oud-leden van de raad van commissarissen in 2012 was € 0,2 miljoen (2011: € 0,1 miljoen). Aan het eind van 2012 bedroegen de aan de hoofddirectie verstrekte leningen € 0,3 miljoen (2011: € 0,3 miljoen).
104
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
45 Risk management 45.1 Governance Rabo Vastgoedgroep heeft risicomanagement verankerd in haar processen en belegd tot op het hoogste niveau in de organisatie. De hoofddirectie is collectief verantwoordelijk voor het risicoprofiel van Rabo Vastgoedgroep en hanteert daarbij een risicobereidheidsverklaring waarin per risicocategorie is vast gelegd welke blootstelling maximaal geaccepteerd zal worden. Risico’s worden geïdentificeerd aan de hand van gericht beleid per risicocategorie, dat is goedgekeurd door de hoofddirectie. De formele vastlegging van het risicomanagementproces en haar feitelijke werking worden jaarlijks geëvalueerd. De hoofddirectie staat bij haar vaststelling van de risicobereid heid en het beleid per risicocategorie onder toezicht van de raad van commissarissen. De hoofddirectie wordt bij haar verantwoordelijkheid geadviseerd door het Balans en Risico Management Comité (BRMC) en het Platform Informatiebeleid (PIB). Binnen het Bestuurscentrum is een afdeling Risk Management ingericht voor beleidsontwikkeling, risicoanalyse en geconsolideerde risicorapportage. Deze afdeling Risk Management Bestuurscentrum is vertegenwoordigd in het BRMC en het PIB, die worden voorgezeten door de Chief Financial & Risk Officer (CFRO) uit de hoofddirectie. De CFRO is verantwoordelijk voor de implementatie en naleving van het risicobeleid. Rabo Vastgoedgroep heeft haar risicomanagementactiviteiten zo veel mogelijk decentraal bij de divisies georganiseerd. De beoordeling van risico’s vindt primair plaats binnen de divisies van Rabo Vastgoedgroep. De afdeling Risk Management adviseert aanvullend de hoofddirectie wanneer de grootste financieringsposten en investeringsvoorstellen ter goedkeuring worden voorgelegd. De grote financieringen worden eveneens beoordeeld door de afdeling Kredietrisicomanagement van Rabobank Nederland.
45.2 Marktontwikkelingen Economische tegenwind en een negatief consumenten vertrouwen hebben geleid tot gure omstandigheden in alle vastgoeddeelmarkten in Nederland. Starters op de markt voor koopwoningen hebben moeite toe te treden, waardoor vervolgtransacties uitblijven en het transactievolume ver onder het langjarig gemiddelde blijft. Leegstand op de kantorenmarkt stabiliseert nog niet en wordt gedreven door economische
krimp en ‘het nieuwe werken’. De economische crisis heeft ook zijn impact op de retailmarkt, waar de leegstand met name op de secundaire locaties toeneemt. De waardering van commercieel vastgoed in deze marktomstandigheden is moeilijk, waardoor taxaties alleen met uiterste prudentie gehanteerd kunnen worden. Bij aanhouden van de economische crisis zijn verdere waardedalingen van vastgoed niet uitgesloten. De financiële markten lijken gedurende 2012 meer tot rust te zijn gekomen. Het vertrouwen tussen banken onderling is verbeterd, waardoor er meer fundingsmogelijkheden zijn. Klanten zijn gewend geraakt aan tarieven waarin liquiditeits opslagen voor interbancaire financiering zijn opgenomen, die zijn afgeleid van de kredietwaardigheid van banken. Beperking van de groei van de balans van Rabo Vastgoedgroep wordt daarom niet ingegeven door beperkte beschikbaarheid van funding bij Rabobank Nederland, maar veeleer door het risico dat gepaard gaat met een grote exposure op de markt voor commercieel vastgoed.
45.3 Financiële instrumenten Ontwikkeling, bezit en financiering van vastgoed is kapitaal intensief. Een belangrijk deel van het resultaat van de activiteiten van Rabo Vastgoedgroep wordt daarom bepaald door het efficiënt en risicobewust kunnen hanteren van enkele, relatief eenvoudige, financiële instrumenten. De keuze voor de wijze van financieren wordt grotendeels bepaald door de looptijd, waarvoor de middelen benodigd zijn en door de rentegevoeligheid van de waarde van een investering of portefeuille waarvoor de middelen worden aangewend. Rentegevoeligheid van de waarde van vastgoedbezit is lastig eenduidig vast te stellen, vandaar dat bij investeringen in vastgoed wordt gezocht naar stabiele rentekosten ten opzichte van de huurstroom die wordt ontvangen. Rabo Vastgoedgroep hanteert renteswaps om zichzelf en haar cliënten te beschermen tegen blootstelling aan fluctuaties op de rentemarkt. Deze swaps mogen door zowel Rabo Vastgoedgroep als haar cliënten uitsluitend als risicoafdekking in combinatie met een lening worden afgesloten. Andere (complexere) financiële instrumenten, zoals opties, worden niet door Rabo Vastgoedgroep gehanteerd.
105
45.4 Meting, normering en rapportage Risk Management ziet erop toe dat alle relevante risico’s van activiteiten op consistente wijze gemeten, gelimiteerd en beheerst worden. Dit doet zij door middel van toetsing van de risico’s aan voor dat doel opgesteld risicobeleid en de risicobereidheid. Het risicobeleid is vastgelegd voor markt- en kredietrisico, balansrisico, operationeel risico, product ontwikkeling en concentratierisico en is in principe afgeleid van het beleid van Rabobank Nederland. Risk Management rapporteert minimaal ieder kwartaal over risico’s aan de hoofddirectie en aan de raad van commissarissen. Ook onderhoudt de afdeling Risk Management een rechtstreekse lijn met Group Risk Management van Rabobank Nederland. Het beleid en de positie van Rabo Vastgoedgroep ten aanzien van de risicocategorieën wordt in de paragrafen hierna beschreven.
45.5 Marktrisico Marktrisico is het risico dat de verandering van marktvariabelen, als gevolg van wijzigingen in het algemene economische klimaat, leidt tot winsten of verliezen op aangehouden posities. Rabo Vastgoedgroep is actief op de rentemarkt en de vast goedmarkt. Een kwantificering van het marktrisico op de rente markt is opgenomen in paragraaf 45.6 Rente-, valuta- en liquiditeitsrisico. De posities op de vastgoedmarkt verdeelt Rabo Vastgoedgroep naar ‘vastgoed in ontwikkeling’ en ‘vastgoed in beheer’. Een besluit om te investeren in ieder van die categorieën wordt genomen op basis van een gelaagde fiatteringsstructuur en een oordeel van ervaren risicoanalisten. Divisies en Rabo Vastgoedgroep mogen binnen hun mandaat fiatteren, terwijl voor de meest omvangrijke investeringen goedkeuring moet worden verkregen van Rabobank Nederland. Deze fiatteringsstructuur wordt jaarlijks geëvalueerd. Een Customer Due Diligence (CDD)-onderzoek is een vast onderdeel van deze fiatteringsstructuur. Tweemaal per jaar analyseert Rabo Vastgoedgroep de gevoeligheid van haar bezittingen voor een scenario dat sterk negatief, maar over een middellange periode niet ondenkbaar is. De impact van dit scenario wordt berekend voor vastgoed bezit en voor het bezit van financiële activa, doorgaans met vastgoed als onderliggende waarde. Het doorgerekende
scenario resulteert in een grote impact op de vermogenspositie van Rabo Vastgoedgroep, maar moet in het licht worden bezien van reeds doorgevoerde impairments en genomen voor zieningen. Ook levert een voltrekking van een dergelijk scenario over een middellange termijn voldoende gelegenheid op voor managementinterventie. Marktrisico van vastgoed Waardedalingen op de vastgoedmarkt hebben rechtstreeks impact op het ‘direct’ vastgoedbezit van Rabo Vastgoedgroep. Onder ‘direct’ vastgoedbezit wordt verstaan de grond portefeuille, het onverkochte vastgoed in aanbouw, onverkocht maar reeds opgeleverd vastgoed, vastgoed in exploitatie eventueel ten behoeve van herontwikkeling of ten behoeve van nog te structureren vastgoedbeleggingsfondsen en vastgoed dat uit hoofde van leaseconstructies in bezit is van Rabo Vastgoedgroep. Per 31 december 2012 was de omvang van het ‘direct’ vastgoedbezit € 4.223 miljoen (2011: € 4.295 miljoen). Marktrisico van financiële activa Rabo Vastgoedgroep heeft ook ‘indirect’ vastgoedbezit, omdat in voorkomende gevallen een belang wordt aangehouden in eigen beleggingsfondsen met vastgoed als onderliggende waarde. Per 31 december 2012 was de omvang van deze portefeuille met participaties € 57 miljoen (2011: € 51 miljoen). De participaties in fondsen waarvoor geen actieve markt is, worden gewaardeerd op basis van de equitymethode. Indien het fonds beursgenoteerd is, wordt de beurskoers gehanteerd. De participaties worden aangehouden tot het moment waarop het fonds wordt beëindigd. Waar de gevoeligheidsanalyse een rechtstreekse afwaardering van het ‘directe’ vastgoedbezit van Rabo Vastgoedgroep doorrekent, wordt bij de afwaardering van het ‘indirecte’ vastgoedbezit rekening gehouden met de hefboom die ontstaat wanneer beleggingsfondsen naast eigen vermogen, ook met vreemd vermogen zijn gefinancierd. Rabo Vastgoedgroep bezit tevens financiële activa waarvan de waardemutaties direct in het resultaat verwerkt worden. Rabo Vastgoedgroep is daarmee blootgesteld aan de risico’s op de markten waarop deze activa verhandeld worden en op de markten waarop prijsvorming tot stand komt die gebruikt wordt bij de waardering van deze activa. Indien financiële activa beursgenoteerd zijn, wordt de beurskoers gehanteerd (zie 17 Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening). De totale exposure van financiële
106
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
activa waarvan de waardemutaties direct in het resultaat verwerkt worden, exclusief de participaties waarin een belang kleiner dan 20% wordt aangehouden, is per ultimo 2012 € 115 miljoen (2011: € 140 miljoen).
45.6 Rente-, valuta- en liquiditeitsrisico Renterisico Renterisico is het risico van verandering in het resultaat of de waarde van een onderneming als gevolg van fluctuaties op de rentemarkten. Renterisico kan worden gekwantificeerd in waarde- en in inkomenseffecten. De gevoeligheid van de waarde van Rabo Vastgoedgroep voor rentemutaties, wordt uitgedrukt in de ‘modified duration van het eigen vermogen’. Het BRMC is zich bewust van de aannames die ten grondslag liggen aan de berekeningen. Zij kijkt daarom voornamelijk naar de ontwikkeling van dit getal van maand tot maand, waarbij de goedgekeurde aannames zo veel mogelijk constant gehouden worden. De ‘modified duration van het eigen vermogen’ op 31 december 2012 was 3,7 (2011: 3,9). Een parallelle stijging van de rentecurve met 100 basispunten leidt bij die positie per 31 december 2012 tot een daling van de waarde van het eigen vermogen van € 76 miljoen (2011: € 93 miljoen). Voor deze waardemutatie is een limiet ingesteld die per jaarultimo slechts beperkt benut werd. De inkomenseffecten worden met behulp van Income-at-Risk (IaR) gemeten. Deze maatstaf geeft de gevoeligheid weer van het renteresultaat voor het komende jaar bij een gelijkblijvende balanssamenstelling en zonder managementinterventie. Rabo Vastgoedgroep zou per 31 december 2012 negatief geraakt kunnen worden door een scenario van rentestijging en zou in dat geval maximaal € 14 miljoen (2011: € 11 miljoen) aan renteresultaat verliezen. Dit bedrag aan IaR wordt berekend aan de hand van zowel een stijgend als een dalend rentescenario waarbij voor alle looptijden de rente in 12 maanden geleidelijk oploopt, dan wel afneemt, met 200 basispunten. Mocht een daling van de rente op enig moment in de komende 12 maanden leiden tot een negatieve rente, dan wordt een minder steil scenario toegepast. Per jaareinde was dit het geval. Het scenario van rentedaling zou leiden tot een toename van het renteresultaat van € 0,3 miljoen. Er is een IaR-limiet van kracht die per jaarultimo niet bereikt werd.
Valutarisico Valutarisico is het risico dat de wisselkoers van een vreemde valuta zodanig verandert dat de waarde van een vordering of schuld luidende in die vreemde valuta nadelig wijzigt. Het risicobeleid van Rabo Vastgoedgroep schrijft voor dat investeringen luidend in een vreemde valuta moeten worden gefinancierd met een lening in dezelfde valuta. Rabo Vastgoedgroep had op 31 december 2012, evenals per ultimo 2011, afgedekte valutaposities in Britse ponden en Amerikaanse dollars. Rentemarge en overig resultaat onderhevig aan valutakoersschommelingen zijn niet materieel. Daarom vindt geen indekking van die posities plaats. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat Rabo Vastgoedgroep niet tijdig aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Dit kunnen renteen aflossingsverplichtingen zijn van lopende schulden, maar ook investeringen uit hoofde van bezittingen, zoals bouwtermijnen bij vastgoedontwikkeling. Rabo Vastgoedgroep financiert zich bij Rabobank Nederland, die dankzij haar kredietstatus goede toegang heeft tot geld- en kapitaalmarkten. Jaarlijks wordt de financieringsbehoefte voor het komende jaar begroot, op basis waarvan een limiet wordt afgesproken met Rabobank Nederland. Voor het analyseren van de herfinancieringsverplichting is inzicht nodig in de kasstromen. Naast de hoofdsommen en opgelopen rente van de verplichtingen, dragen ook toekomstige couponbetalingen bij aan inzicht in de liquiditeitspositie van Rabo Vastgoedgroep. Onderstaande tabel groepeert al deze verplichtingen met betrekking tot financiële instrumenten van Rabo Vastgoedgroep onverdisconteerd naar liquiditeitstypische looptijd op basis van de resterende periode per balansdatum tot de eerst redelijke contractuele vervaldatum. De totaalbedragen sluiten niet aan op de waarden in de geconsolideerde balans, aangezien in de tabel naast aflossingsbetalingen ook couponbetalingen worden getoond.
107
Contractuele vervaldatum financiële verplichtingen per 31 december 2012 Direct opvraagbaar
Minder dan 3 maanden tot 3 maanden een jaar
1-5 jaar
Langer dan 5 jaar
Totaal
Verplichtingen Verplichtingen bankiers Verplichtingen private en publieke sector Uitgegeven schuldbewijzen Financiële verplichtingen tegen reële waarde voor hedging-doeleinden Achtergestelde schulden Financiële verplichtingen tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening Totaal verplichtingen
461.837 51.007 –
6.096.732 225.313 –
– –
22.882 –
– 512.844
22.605 6.367.532
3.471.874 11.661.424 237.415 188.143 – – 57.544 –
149.609 –
59.836 174.987 3.826.669 12.174.163
862.604 22.554.471 17.548 719.426 – – 17.385 –
247.420 –
11.002 268.430 908.539 23.789.747
Contractuele vervaldatum financiële verplichtingen per 31 december 2011 Direct opvraagbaar
Minder dan 3 maanden tot 3 maanden een jaar
1-5 jaar
Langer dan 5 jaar
Totaal
Verplichtingen Verplichtingen bankiers Verplichtingen private en publieke sector Uitgegeven schuldbewijzen Financiële verplichtingen tegen reële waarde voor hedging-doeleinden Achtergestelde schulden Financiële verplichtingen tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening Totaal verplichtingen
36.152 95.508 –
3.365.467 181.847 2.287
3.490.701 246.673 463.100
10.926.544 390.201 –
942.721 16.313 –
18.761.585 930.542 465.387
– –
21.416 40.245
57.083 –
148.768 –
22.510 –
249.777 40.245
– 131.660
26.320 3.637.582
1.717.371 5.974.928
182.486 11.647.999
23.775 1.005.319
1.949.952 22.397.488
108
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
45.7 Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat Rabo Vastgoedgroep verliezen leidt als rechtstreeks gevolg van het niet nakomen van betalings verplichtingen door de tegenpartij. Fiattering van kredietrisico’s geschiedt middels een gelaagde fiatteringsstructuur en op basis van een oordeel van ervaren kredietanalisten. Als aanvulling op het beoordelen van kredietrisico’s heeft Rabo Vastgoedgroep robuuste processen rondom CDD-regelgeving ingericht. Maximale kredietrisicopositie Onderstaande tabel toont de maximale kredietrisicopositie per financieel actief. De positie is weergegeven zonder de mitigerende effecten van netting-overeenkomsten en verkregen onderpanden.
Kasmiddelen Kredieten en vorderingen bankiers Financiële activa tegen reële waarde voor hedging-doeleinden Financiële activa tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening Voor verkoop beschikbare financiële activa Kredieten en vorderingen private en publieke sector Overige activa Totaal maximale kredietrisicopositie
2012
2011
42 598.694 65 424.050 3.890 17.816.165 156.312 18.999.218
41 600.054 10.579 434.817 5.661 18.539.200 167.764 19.758.116
31.550
58.242
Kredietgerelateerde en voorwaardelijke verplichtingen Bij ‘Kredietgerelateerde en voorwaardelijke verplichtingen’ zijn de ontvangen garanties opgenomen.
In onderstaande tabel wordt de risicoconcentratie van de totale post kredieten en vorderingen private en publieke sector weergegeven.
Dienstverlening Handel en industrie Landbouw Particulieren Overheid Totaal kredieten en vorderingen private en publieke sector
2012
%
2011
%
106.805 17.292.809 25.615 373.478 17.458 17.816.165
0,6 97,1 0,1 2,1 0,1 100
104.281 18.010.306 15.179 391.115 18.319 18.539.200
0,6 97,1 0,1 2,1 0,1 100
De kredietrisicoconcentratie in de bedrijfstak ‘handel en industrie’ is inherent aan de activiteiten en marktpositie van Rabo Vastgoedgroep. Minimaal ieder kwartaal wordt bewaakt of zich andere concentraties voordoen, voornamelijk ten aanzien van contractpartijen. Hiervoor is in 2011 concentratierisicobeleid opgesteld. Zekerheden Het beleid van Rabo Vastgoedgroep is erop gericht passende zakelijke zekerheden te verlangen voordat aan klanten goedgekeurde kredieten ter beschikking worden gesteld. De belangrijkste vorm van zekerheid die Rabo Vastgoedgroep accepteert is hypothecaire zekerheid. Bij het taxeren van de waarde van het als onderpand aangeboden onroerend goed wordt zo veel mogelijk een beroep gedaan op interne vastgoedspecialisten. De waardeontwikkeling van het als onderpand verkregen vastgoed is onderdeel van een revisiebeleid waarbij alle aspecten van een verstrekking die bijdragen aan het kredietrisico periodiek worden
109
herzien. Ook worden aan Rabo Vastgoedgroep garanties verstrekt als zekerheid. Doorgaans betreft het contragaranties die van samenwerkingspartijen worden verkregen ter compensatie van een deel van een door Rabo Vastgoedgroep verstrekte garantie aan de tegenpartij van het samenwerkingsverband. Voor 99% (2011: 99%) van de verstrekte kredieten aan de private sector zijn hypothecaire of andere zekerheidstellingen ontvangen. Kredietkwaliteit Rabo Vastgoedgroep hanteert voor het grootste deel van de kredietportefeuille de geavanceerde methode van kredietrisico beheersing zoals beschreven in het Bazel II-akkoord. Deze geavanceerde aanpak behelst dat op het moment van het verstrekken van een financiering een gedocumenteerd oordeel wordt gevormd over de procentuele kans dat de kredietnemer in gebreke blijft en over het percentage van de hoofdsom van de lening dat bij uitwinning van het te financieren vastgoed als verloren moet worden beschouwd. Gedurende de looptijd van een financiering wordt deze beoordeling minimaal jaarlijks gereviseerd. Voor een portefeuille met kredieten geldt dat de som van de vermenigvuldiging van beide percentages met de hoofdsom van bijbehorende leningen een indicatie geeft voor het te verwachten verlies uit hoofde van kredietrisico. Clementie Op basis van haar rol als relatiebankier zal FGH Bank door adequaat kredietbeheer, periodiek overleg met haar cliënten en het tijdig nemen van maatregelen mogelijke wanbetaling door de cliënt trachten te voorkomen. Indien ondanks die inspanningen een cliënt toch in default raakt, probeert FGH Bank in veel gevallen, zolang zij op termijn continuïteitsperspectieven ziet, de lening te herstructureren in plaats van het onderpand uit te winnen. Zolang, op basis van een totale analyse van de positie van de klant, de overtuiging bestaat dat de volledige vordering van de bank in de toekomst zal worden voldaan, wordt deze financiering niet als impaired beschouwd. Indien de overtuiging van volledige voldoening van de vordering niet bestaat, zal de betreffende klant in behandeling worden genomen door de afdeling Bijzonder Beheer, die tweemaal per jaar een passende voorziening vaststelt op basis van een impairment-berekening. De basis voor deze impairment-berekening zijn de nog te verwachten kasstromen. Indien aflossing en afwaardering van onderpand uiteen gaan lopen wordt normaliter getracht aanvullende dekking te verkrijgen.
Kwaliteit uitstaande kredieten in miljoenen euro’s Per 31 december 2012 Kredieten en vorderingen bankiers Kredieten en vorderingen private en publieke sector Per 31 december 2011 Kredieten en vorderingen bankiers Kredieten en vorderingen private en publieke sector
Niet in achterstand, noch afgewaardeerd Zeer hoge Hoge Normale In achterstand of kwaliteit kwaliteit kwaliteit afgewaardeerd
Totaal
411.804 103.340
150.164 2.058.943
36.726 12.984.414
– 2.669.468
598.694 17.816.165
373.066 34.534
226.431 2.127.233
557 14.265.503
– 2.111.930
600.054 18.539.200
In de volgende overzichten wordt de ouderdomsanalyse getoond per jaareinde van uitstaande kredieten die vervallen zijn, maar niet afgewaardeerd.
110
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Ouderdomsanalyse vervallen kredieten in miljoenen euro’s
< 31 dagen 31 – 60 dagen 61 – 90 dagen
> 90 dagen
Totaal
Per 31 december 2012 Kredieten en vorderingen private en publieke sector
512.559
101.577
40.024
234.290
888.450
Per 31 december 2011 Kredieten en vorderingen private en publieke sector
730.983
58.849
19.130
66.391
875.353
De reële waarde van het onderpand dat verkregen is ter dekking van financiële activa die per jaareinde een betalingsachterstand kenden, bedroeg € 888 miljoen (2011: € 875 miljoen). De boekwaarde van leningen die in default zijn per jaareinde bedraagt € 1.781 miljoen (2011: € 1.237 miljoen). De boekwaarde van leningen die een waardevermindering hebben ondergaan bedraagt € 1.520 miljoen (2011: € 958 miljoen) De reële waarde van het onderpand van de leningen die een waardevermindering hebben ondergaan bedraagt € 1.168 miljoen (2011: € 958 miljoen). Het onderpand was in alle gevallen onroerend goed. Per 31 december 2012 heeft Rabo Vastgoedgroep een portefeuille in-bezitgenomen-onderpand met een waarde van € 4 miljoen (2011: € 5 miljoen) op de balans.
45.8 Operationeel risico Operationeel risico is het risico van verliezen door inadequate of falende interne processen, menselijk gedrag en systemen of door externe gebeurtenissen. Hierin is begrepen het meten van de effecten van omissies op het gebied van bedrijfscontinuïteit, informatiebeveiliging, juridische zaken, fiscale zaken, compliance, governance en reputatiemanagement. Bedrijfscontinuïteit en informatiebeveiliging zijn binnen Rabo Vastgoedgroep expliciet bij Risk Management belegd. Rabo Vastgoedgroep beperkt deze risico’s door het hanteren van eenduidig en concreet beleid en logische procedures voor de bedrijfsprocessen. Risico’s in de bedrijfsvoering worden periodiek geïnventariseerd en vertaald naar risico-indicatoren die het mogelijk maken de mate van risico te monitoren. Het identificeren van operationele risico’s, het vastleggen van beheers maatregelen en het testen van de werking van die maatregelen voor de bedrijfsvoering in de breedste zin is opgenomen in een Business Control Framework. De implementatie is in 2012 voor het Nederlandse deel van Rabo Vastgoedgroep grotendeels afgerond. Het kapitaal voor operationele risico’s wordt berekend volgens de meest geavanceerde methode. In 2012 is het beleid voor het beheersen van operationele risico’s aangescherpt teneinde de datakwaliteit voor kapitaalberekening verder te verhogen en meer aandacht te besteden aan extreme gebeurtenissen. In de verbeterde managementrapportage voor operationeel risico management wordt nu op een gedetailleerder niveau aandacht besteed aan risico-indicatoren, toprisico’s en de risicobereidheid van Rabo Vastgoedgroep dienaangaande. In 2012 heeft Rabobank Nederland een ‘Incentive Framework’ geïntroduceerd teneinde de kwaliteit van de implementatie en het gebruik van het aangescherpte beleid in een korting of toeslag ten opzichte van het economisch kapitaal voor operationele risico’s te kunnen uitdrukken. Vanaf 2013 zal dit ‘Incentive Framework’ worden toegepast en naar verwachting voor Rabo Vastgoedgroep resulteren in een korting op het toegewezen aan te houden economisch kapitaal. Ieder kwartaal worden dashboards samengesteld voor het BRMC die inzicht geven in de toprisico’s, in omissies in het testen van controls van de belangrijkste bedrijfsprocessen, in de positie van risico-indicatoren en in de classificatie van operationele incidenten. Ook geeft zij inzicht in de verhouding tot de ‘risk appetite’ van Rabo Vastgoedgroep voor operationele risico’s in een aantal kwaliteitsaspecten en in de weerslag die die kwaliteit heeft in termen van korting of toeslag op het economisch kapitaal voor operationele risico’s.
111
46 Kortlopende en langlopende balansposten De tabel hieronder vermeldt voor de materiële balansposten het bedrag dat naar verwachting na meer of minder dan twaalf maanden zal worden geïnd of afgewikkeld. Deze tabel wordt niet gehanteerd voor beheersing van het liquiditeitsrisico maar beoogt inzicht te geven in het onderscheid tussen kortlopende en langlopende activa en verplichtingen.
Onderscheid kortlopende en langlopende balansposten Langer dan één jaar
Totaal
Per 31 december 2012 Kredieten en vorderingen bankiers Kredieten en vorderingen private en publieke sector Vastgoed Overige activa Totaal activa
Korter dan één jaar 314.194 5.677.613 1.528.547 343.857 7.864.211
284.500 12.138.552 2.820.525 529.937 15.773.514
598.694 17.816.165 4.349.072 873.794 23.637.725
Verplichtingen bankiers Verplichtingen private en publieke sector Financiële verplichtingen tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening Overige verplichtingen Totaal verplichtingen
7.961.546 511.626 80.291 670.190 9.223.653
12.171.409 248.069 167.993 219.740 12.807.211
20.132.955 759.695 248.284 889.930 22.030.864
332.413 6.160.957 1.655.971 304.405 8.453.746
267.641 12.378.243 2.301.473 571.933 15.519.290
600.054 18.539.200 3.957.444 876.338 23.973.036
6.591.762 525.685 460.500 1.725.949 851.792 10.155.688
11.277.549 444.793 – 174.212 207.718 12.104.272
17.869.311 970.478 460.500 1.900.161 1.059.510 22.259.960
Per 31 december 2011 Kredieten en vorderingen bankiers Kredieten en vorderingen private en publieke sector Vastgoed Overige activa Totaal activa Verplichtingen bankiers Verplichtingen private en publieke sector Uitgegeven schuldbewijzen Financiële verplichtingen tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening Overige verplichtingen Totaal verplichtingen
112
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
47 Solvabiliteit De Nederlandsche Bank stelt normen voor vermogensratio’s, die zijn afgeleid van de solvabiliteitsrichtlijnen van de EU en het Bazels Comité voor het Bankentoezicht. Deze ratio’s drukken de solvabiliteit uit door het daarvoor in aanmerking komende vermogen van Rabo Vastgoedgroep te vergelijken met de in de balans opgenomen activa, niet in de balans opgenomen verplichtingen en markt- en overige risicoposities op basis van naar risico gewogen bedragen. Vanaf 2008 meet Rabo Vastgoedgroep haar solvabiliteit op basis van aangescherpte regelgeving, het zogenoemde ‘Bazel II-akkoord’. Hierbij wordt een meer geavanceerde risicowegingsmethodiek gehanteerd voor de berekening van kapitaaldekking voor kredietrisico. Niet in de balans opgenomen verplichtingen, voortkomend uit bijvoorbeeld garanties en termijncontracten, worden vermenigvuldigd met een conversiefactor die recht doet aan de kans dat een positie tot een vordering zal leiden. De resulterende equivalente bedragen worden vervolgens naar risico gewogen alsof het reguliere vorderingen betreffen. Naast kapitaal voor kredietrisico wordt onder het Bazel II-regime ook voor markt- en operationeel risico kapitaal aangehouden als buffer voor onverwachte verliezen. Het in aanmerking komende vermogen bestaat uit twee delen. Het Tier 1 vermogen, ofwel kernvermogen, bestaat uit het eigen vermogen van aandeelhouders en daarvoor in aanmerking komende achtergestelde schulden, verminderd met goodwill en immateriële activa. Het Tier 2 vermogen bestaat uit aanvullende en daarvoor in aanmerking komende achtergestelde schulden. De volgende tabel geeft een overzicht van het aanwezige vermogen en het minimumvermogen dat vereist is om aan de normen van de toezichthouder te voldoen. 2012
Vermogen in miljoenen euro’s; Ratio’s in procenten (%)
Totaal vermogen Ratio totaal vermogen (Tier 1 en 2) Kernvermogen Ratio kernvermogen (Tier 1)
2011
Vereist
Aanwezig
Vereist
Aanwezig
1.450 8,0
1.607 9,4
1.363 8,0
1.753 10,5
967 4,0
1.607 9,4
909 4,0
1.713 10,2
Als aanvulling op deze kapitaalberekening voor de toezichthouder, heeft Rabo Vastgoedgroep een intern solvabiliteitssysteem ingericht waarbij meer risicocategorieën voor kapitaaldekking zijn gedefinieerd, op basis van prudentere modellen en aannames. Deze modellen zijn toegespitst op de specifieke activiteiten en risico’s van Rabo Vastgoedgroep en stellen Rabo Vastgoedgroep daarom goed in staat om haar strategische en commerciële activiteiten te toetsen op basis van een voor risico’s aangepast rendement op het met die modellen berekende benodigd vermogen (‘economic capital’).
113
48 Joint ventures Joint ventures met derden waarin geen der partijen overwegende zeggenschap heeft, worden proportioneel in de consolidatie opgenomen. De hoofdelijke aansprakelijkheid voor de verplichtingen die joint ventures met derden zijn aangegaan, wordt alleen in aanmerking genomen indien en voor zover de financiële positie van een of meer van de partners dit rechtvaardigt. In de geconsolideerde jaarrekening zijn de onderstaande activa, verplichtingen, baten en lasten van joint ventures opgenomen. De bedragen geven het aandeel van Rabo Vastgoedgroep weer.
Activa
Kredieten en vorderingen bankiers Kredieten en vorderingen private en publieke sector Vastgoed Overige activa Totaal activa
Verplichtingen
Verplichtingen bankiers Verplichtingen private en publieke sector Overige verplichtingen Totaal verplichtingen
Winst-en-verliesrekening
Operationele baten Operationele bedrijfslasten Bedrijfsresultaat vóór belastingen Belastingen Resultaat
2012
2011
56.133 120.004 594.355 20.497 790.989
94.345 101.641 1.259.583 20.082 1.475.651
184.345 363.856 242.788 790.989
1.060.707 194.807 220.137 1.475.651
(448) 2.836 (3.284) (438) (3.722)
7.094 (4) 7.098 (1.906) 5.192
De daling in activa en verplichtingen van joint ventures per ultimo 2012 wordt met name veroorzaakt door de overname van alle aandelen van een partner in een aantal projecten in samenwerking (zie 40 Overnames en afstotingen). De belangrijkste joint ventures waarin Rabo Vastgoedgroep participeert zijn: Inflation Exchange Fund Capital N.V. (40%) ZOM Real Estate Services B.V. (50%) Ontwikkelingscombinatie Wateringse Veld C.V. (50%) Rotij Planontwikkeling B.V. (25%) New Chinatown Amsterdam C.V. (69%) Bouwfonds – Fortis Vastgoedontwikkeling Leidsche Rijn V.O.F. (50%) IJ-Delta Ontwikkeling V.O.F. (25%) V.O.F. Leidschendam Centrum (25%) Nemab S.A.R.L. (50%)
114
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
49 Verbonden partijen De verbonden partijen van Rabo Vastgoedgroep zijn de dochterondernemingen, de geassocieerde deelnemingen, de joint ventures, de bestuurders en commissarissen (zie 44 Bezoldiging bestuurders en raad van commissarissen), de uiteindelijke moedermaatschappij Rabobank Nederland en andere belangrijke deelnemingen van Rabobank Nederland. In het kader van de gewone bedrijfsuitoefening gaat Rabo Vastgoedgroep een aantal bancaire transacties met verbonden partijen aan. Deze transacties worden uitgevoerd tegen commerciële voorwaarden en tegen markttarieven. Conform IAS 24.4 wordt in de geconsolideerde jaarrekening geen melding gemaakt van transacties binnen Rabo Vastgoedgroep. Voor kredieten aan verbonden partijen zijn in 2012 en 2011 geen voorzieningen wegens oninbaarheid getroffen. De transacties gedurende en openstaande bedragen ultimo 2012 en 2011 tussen Rabo Vastgoedgroep enerzijds en Rabobank Nederland, de belangrijkste joint ventures en de overige verbonden partijen anderzijds zijn opgenomen in onderstaande tabel. Jaar
Interestbaten van verbonden partijen
Interestlasten van verbonden partijen
Te ontvangen van verbonden partijen
Verschuldigd aan verbonden partijen
Rabobank Nederland Rabobank Nederland
2012 2011
12.981 13.065
504.916 575.647
442.610 385.331
20.432.457 20.015.530
Joint ventures Joint ventures
2012 2011
– –
– –
4.060 740.945
– –
Overige verbonden partijen* Overige verbonden partijen*
2012 2011
22.882 33.824
3.873 4.591
12.394 12.884
59.589 86.401
Verbonden partijen
* Onder de overige verbonden partijen zijn de belangrijkste dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen van Rabobank Nederland opgenomen, zoals De Lage Landen en Achmea. De daling in te ontvangen bedragen van joint ventures per ultimo 2012 wordt met name veroorzaakt door de overname van alle aandelen van een partner in een aantal projecten in samenwerking (zie 40 Overnames en afstotingen). In 2012 heeft Rabo Vastgoedgroep taxatie- en adviesdiensten ter hoogte van € 3 miljoen (2011: € 4 miljoen) verleend aan gelieerde ondernemingen van Rabobank Nederland. Er hebben geen materiële transacties plaatsgevonden met de geassocieerde deelnemingen en er staan geen significante vorderingen van en/of schulden aan geassocieerde deelnemingen open. In aanvulling op de financieringsbaten en lasten die te relateren zijn aan Rabobank Nederland is in 2011 € 5 miljoen ontvangen. Deze is opgenomen onder de provisiebaten. Rabobank Nederland heeft in 2011 uitstaande waardepapieren teruggekocht die Rabo Vastgoedgroep had uitgegeven en zich jegens Rabobank Nederland garant had gesteld. Rabo Vastgoedgroep heeft een garantie ontvangen van Rabobank Nederland betreffende potentiële verliezen in de portefeuille projecten bij acquisitie. In 2012 is hierop € 96 miljoen getrokken waardoor per 31 december 2012 de volledige garantie van € 278 miljoen is benut.
50 Gebeurtenissen na balansdatum Tot op heden hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die effect hebben op de cijfers over 2012.
115
Vennootschappelijke jaarrekening Grondslagen De vennootschappelijke jaarrekening van Rabo Vastgoedgroep is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Met ingang van 1 januari 2005 stelt Rabo Vastgoedgroep de geconsolideerde jaarrekening op volgens International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard door de EU. In de vennootschappelijke jaarrekening zijn dezelfde grondslagen toegepast als in de geconsolideerde jaarrekening conform de mogelijkheid die artikel 362.8 hiervoor geeft. De waardering van de deelnemingen in groepsmaatschappijen vindt plaats tegen equitymethode, die wordt bepaald op basis van IFRS zoals aanvaard door de EU.
Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening De jaarrekening luidt in euro’s, afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal, tenzij anders weergegeven. De euro is de rapporterings- en functionele valuta van Rabo Vastgoedgroep.
116
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Verkorte vennootschappelijke winst-en-verliesrekening
Jaar eindigend op 31 december in duizenden euro’s Resultaat deelnemingen na belastingen Overig resultaat na belastingen Resultaat
2012
2011
(94.986) (18.341) (113.327)
45.606 (14.213) 31.393
117
Vennootschappelijke balans (na resultaatbestemming) in duizenden euro’s, tenzij anders weergegeven
Per 31 december in duizenden euro’s
Toelichting
Activa
Kasmiddelen Kredieten en vorderingen bankiers Financiële activa tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening Kredieten en vorderingen private en publieke sector Deelnemingen in groepsmaatschappijen Immateriële activa Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Overige activa Latente belastingvordering Totaal activa
Verplichtingen
Verplichtingen bankiers Verplichtingen private en publieke sector Voorzieningen Overige verplichtingen Acute belastingverplichtingen Totaal verplichtingen
A B C
D E
Eigen vermogen
Aandelenkapitaal Agioreserve Ingehouden winst Winst- en verliesposten niet opgenomen in het resultaat Eigen vermogen aandeelhouders moedermaatschappij Totaal verplichtingen en eigen vermogen
Zie bijgaande toelichting op de vennootschappelijke balans (na resultaatbestemming).
F
2012
2011
2 42.911 674 31.333 1.629.851 57 6.562 2.094 2.505 1.715.989
2 25.532 612 74.273 1.736.281 114 7.676 1.186 2.490 1.848.166
8.750 70.006 18.158 25.101 2.566 124.581
10.000 68.032 14.482 29.557 28.120 150.191
10.071 1.137.590 601.949 (158.202) 1.591.408
10.071 1.119.383 716.060 (147.539) 1.697.975
1.715.989
1.848.166
118
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Toelichting op de vennootschappelijke balans A Kredieten en vorderingen bankiers Deze post omvat alle vorderingen op kredietinstellingen. Deze vorderingen hebben geen betrekking op groepsmaatschappijen.
B Kredieten en vorderingen private en publieke sector Deze post omvat alle vorderingen uit hoofde van verstrekte kredieten, niet zijnde vorderingen op kredietinstellingen, obligaties en andere vastrentende waardepapieren. Van deze vorderingen heeft € 21 miljoen (2011: € 74 miljoen) betrekking op groepsmaatschappijen die deel uitmaken van Rabo Vastgoedgroep.
C Deelnemingen in groepsmaatschappijen 2012
2011
Stand per 1 januari Aandeel in de resultaten Overige mutaties Stand per 31 december
1.736.281 (94.986) (11.444) 1.629.851
1.713.077 45.606 (22.402) 1.736.281
Kredietinstellingen Overige groepsmaatschappijen Totaal groepsmaatschappijen
1.233.647 396.204 1.629.851
1.191.862 544.419 1.736.281
Onder overige mutaties is opgenomen de rechtstreekse mutaties in het eigen vermogen van de deelneming als gevolg van kasstroomhedges van € 11 miljoen (2011: € 21 miljoen).
D Verplichtingen bankiers Deze post omvat aan kredietinstellingen verschuldigde bedragen, niet zijnde schuldbewijzen en achtergestelde leningen.
E
Verplichtingen private en publieke sector Deze post omvat alle verplichtingen private en publieke sector, zoals rekening-couranttegoeden en niet-achtergestelde onderhandse leningen. Van deze verplichtingen heeft € 68 miljoen betrekking op groepsmaatschappijen (2011: € 66 miljoen).
F
Eigen vermogen aandeelhouders moedermaatschappij Voor het verloop en de toelichting op het eigen vermogen wordt verwezen naar het ‘Geconsolideerd vermogensoverzicht’ en 37 Aandelenkapitaal en reserves.
Voorwaardelijke schulden Voor een bedrag van € 1.028 miljoen (2011: € 1.017 miljoen) zijn bank- en groepsgaranties afgegeven, waarvan € 825 miljoen (2011: € 837 miljoen) betrekking heeft op concerngaranties aan derden en € 203 miljoen (2011: € 180 miljoen) betrekking heeft op concerngaranties aan Rabobank Nederland in ruil voor verstrekte bankgaranties door Rabobank Nederland aan derden.
119
Belangrijkste deelnemingen
tenzij anders vermeld is het deelnemingspercentage 100% De belangrijkste deelnemingen binnen Rabo Vastgoedgroep worden hieronder weergegeven:
Ontwikkeling Wonen Bouwfonds Property Development B.V., Hoevelaken Bouwfonds Ontwikkeling B.V., Hoevelaken Bouwfonds Marignan Immobilier S.A.S., Parijs Bouwfonds Deutschland GmbH & Co Projectentwicklungs KG, Frankfurt am Main BPD Zweden B.V., Hoevelaken Nouville Ontwikkeling B.V., Heerlen Brummelhuis Bouwcoördinatie B.V., Deventer Onroerend Goed Exploitatie Maatschappij Weldam B.V., Hoevelaken Commercieel Vastgoed MAB Development Group B.V., ’s-Gravenhage MAB Development Nederland B.V., ’s-Gravenhage MAB Development France S.A., Parijs MAB Development Deutschland GmbH, Frankfurt am Main Onroerend Goed Exploitatie Maatschappij Hoevelaken B.V., Hoevelaken MKB Vastgoed Plan B.V., Apeldoorn MAB Development Outlet Centre B.V., ’s-Gravenhage Palais Quartier GmbH & Co. KG, Frankfurt am Main SCCV Promenade, Parijs Oosterdokseiland Ontwikkeling Amsterdam C.V., Amsterdam
Financiering FGH Bank N.V., Utrecht
Investment Management Bouwfonds Real Estate Investment Management B.V., Hoevelaken Bouwfonds Asset Management Deutschland GmbH, Berlijn Bouwfonds Investments B.V., Hoevelaken Bouwfonds Real Estate Investment Management S.A.S., Parijs Bouwfonds Real Estate Services B.V., Hoevelaken Bouwfonds Vastgoedfondsen Beheer B.V., Hoevelaken Inflation Exchange Fund Capital N.V., Amsterdam (40%) Bouwfonds Food & Agri Real-assets Management (FARM) B.V., Hoevelaken ZOM Real Estate Services B.V., Den Haag (50%) Rabo Bouwfonds CIF General Partner B.V., Hoevelaken Bouwfonds Real Estate Services Institutional B.V., Hoevelaken
Beheer Maatschappelijke Fondsen Fondsenbeheer Nederland B.V., Hoevelaken Een complete lijst van alle deelnemingen als voorgeschreven in de artikelen 379 en 414 van Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. Ingevolge artikel 403, Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is de vennootschap vrijgesteld van deponering bij de Kamer van Koophandel van de jaarrekeningen van een aanzienlijk aantal Nederlandse groepsmaatschappijen die zijn geconsolideerd. Ten behoeve van deze groepsmaatschappijen zijn algemene garanties afgegeven.
120
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Overige gegevens Aan: Rabo Vastgoedgroep Holding N.V.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2012 van Rabo Vastgoedgroep Holding N.V. te Hoevelaken gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde en de enkelvoudige jaarrekening. De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde balans per 31 december 2012, geconsolideerde winst-en-verliesrekening, geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, geconsolideerde vermogensoverzicht en geconsolideerde overzicht van kasstromen over 2012 alsmede uit een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. De enkelvoudige jaarrekening bestaat uit de enkelvoudige balans per 31 december 2012 en de enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2012 met de toelichting.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaar rekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaam heden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de vennootschap gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controleinformatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Oordeel betreffende de geconsolideerde jaarrekening Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Rabo Vastgoedgroep Holding N.V. per 31 december 2012 en van het resultaat en de kasstromen over 2012 in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW.
Oordeel betreffende de enkelvoudige jaarrekening Naar ons oordeel geeft de enkelvoudige jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Rabo Vastgoedgroep Holding N.V. per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amsterdam, 10 april 2013 Ernst & Young Accountants LLP w.g. A.F.J. van Overmeire RA
121
Statutaire bepalingen inzake de winst- en verliesbestemming De statutaire bepalingen inzake de winst- en verlies bestemming luiden als volgt:
Artikel 37 Winst en verlies • Uitkering van winst ingevolge het in dit artikel bepaalde geschiedt na vaststelling van de jaarrekening waaruit blijkt dat zij geoorloofd is. • De winst staat ter vrije beschikking van de algemene vergadering. Bij staking van stemmen over uitkering of reservering van winst wordt de winst waarop het voorstel betrekking heeft gereserveerd. • De vennootschap kan aan de aandeelhouders en andere gerechtigden tot de voor uitkering vatbare winst slechts uitkeringen doen voor zover haar eigen vermogen groter is dan het bedrag van het geplaatste kapitaal vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moet worden aangehouden. • Ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves mag een tekort slechts worden gedelgd voor zover de wet dat toestaat.
Resultaatbestemming 2012 Het verlies van € 113,3 miljoen (2011: winst van € 31,4 miljoen) is voor het volledige bedrag ten laste gebracht van de ingehouden winst.
122
Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012
Colofon Uitgave Rabo Vastgoedgroep Corporate Communications Exemplaren van het Jaarverslag zijn op te vragen bij: Rabo Vastgoedgroep Corporate Communications Westerdorpsstraat 66 Postbus 15, 3870 DA Hoevelaken T (033) 253 91 11 F (033) 253 95 55
[email protected] Realisatie Volta_ontwerpers Fotografie Edwin Walvisch Publicatie Deze publicatie vormt het Jaarverslag van Rabo Vastgoedgroep Holding N.V. Dit verslag is alleen digitaal verkrijgbaar en te downloaden via www.rabovastgoedgroep.nl Openbaarmaking De geconsolideerde jaarrekening 2012, het jaarverslag en de overige gegevens worden na vaststelling gedeponeerd ten kantore van het handelsregister bij de Kamer van Koophandel onder nummer 08012222.
A P R I L 2013