RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 23 oktober 2000 (24.10) (OR. fr)
12569/00
LIMITE ECOFIN 298 MI 132 SOC 374 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Bernhard ZEPTER, adjunct-secretaris-generaal van de Europese Commissie ingekomen: 20 oktober 2000 aan: de heer Javier SOLANA, secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger Betreft: mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - voortgangsverslag over het actieplan voor risicokapitaal
Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument - COM(2000) 658 def.
________________________
Bijlage: COM(2000) 658 def.
12569/00
hb DG G
1
NL
NL
ECFIN/557/04
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
Brussel, 18.10.2000 COM(2000) 658 definitief
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT VOORTGANGSVERSLAG OVER HET ACTIEPLAN VOOR RISICOKAPITAAL
. .
SAMENVATTING In deze mededeling wordt de vooruitgang bij de tenuitvoerlegging van de strategie voor de ontwikkeling van de Europese risicokapitaalmarkt onderzocht in het licht van de conclusies van de speciale Europese Raad van Lissabon en de voor de uitvoering van het actieplan voor risicokapitaal (APRK) gestelde termijn, te weten 2003. De Europese risicokapitaalmarkt heeft in 1999 goed gepresteerd, maar zij blijft klein en gefragmenteerd in vergelijking met die van de Verenigde Staten. Hoewel er geen bewijs is van een algemeen tekortschieten van de markt blijven de start- en technologie-investeringen zeer gering. De verdere ontwikkeling van de risicokapitaalmarkt vereist een versnelde integratie, een verlichting van de nationale belemmeringen voor een efficiënte marktwerking en, meer algemeen, de bevordering van een ondernemerscultuur. Een tijdige tenuitvoerlegging van het actieplan voor financiële diensten (APFD) zal een belangrijke bijdrage betekenen tot de integratie van de Europese risicokapitaalmarkt. Een uitgebreide reeks maatregelen die in dit actieplan zijn opgenomen met betrekking tot het risicokapitaal, zijn onlangs door de Commissie aangenomen of worden momenteel door de diensten van de Commissie voorbereid. Bovendien zal het door de Commissie voorgestelde Gemeenschapsoctrooi bijdragen tot verlaging van de kosten en verhoging van de rechtszekerheid voor innoverende bedrijven die in het buitenland zaken willen doen. Het is van cruciaal belang dat alle betrokken partijen met elkaar samenwerken om te komen tot een spoedige overeenkomst over de invoering van deze maatregelen in het Gemeenschapsrecht. De structurele hervormingen ter bevordering van het risicokapitaal op nationaal niveau worden voortgezet. In verschillende lidstaten is de regelgeving op de activiteit van de institutionele beleggers op de aandelenmarkten versoepeld en zijn de administratieve procedures voor de oprichting van een bedrijf verlicht. In de meeste lidstaten is echter nog weinig gedaan aan de ontmoedigende effecten van de faillissements- en insolventieprocedures. Een beperkte vooruitgang is geboekt op het gebied van de fiscale belemmeringen voor risicokapitaalinvesteringen: in sommige lidstaten zijn aanpassingen aangebracht in de belasting op bedrijfs- en vermogenswinsten. De belastinghervormingen zullen moeten worden bespoedigd en uitgebreid wil het APRK tegen de gestelde termijn ten uitvoer zijn gelegd. Een aantal communautaire acties zijn ondernomen ter bevordering van een cultuur van ondernemerschap. Ondernemerschap is een van de vier pijlers van de werkgelegenheidsrichtsnoeren. De door de Commissie voor 2001 voorgestelde richtsnoeren vragen om meer ondernemingszin in de samenleving, en het Europees Sociaal Fonds financiert allerlei onderwijs- en opleidingsacties op dit gebied. De Commissie heeft ook maatregelen genomen ter bevordering van de innovatie in de Unie, bijvoorbeeld door de praktijken in de meer succesvolle regio’s te belichten. De lidstaten nemen eveneens maatregelen op dit gebied, met name door financiering van bepaalde studierichtingen aan particuliere en openbare universiteiten, stimulering van technologieoverdracht aan het MKB en aanmoediging van samenwerking tussen MKB, academici en grote ondernemingen. De filosofie achter de strategie voor de ontwikkeling van de Europese risicokapitaalmarkt wil dat vooral de klemtoon wordt gelegd op een omgeving die gunstig is voor de oprichting en instandhouding van nieuwe en innoverende bedrijven. In overeenstemming met deze filosofie wordt een beperkte rol toegekend aan openbare financiering als middel om identificeerbare markttekortkomingen te verhelpen. Zoals echter voor alle gevallen van openbare financiering 2
geldt, moeten de voordelen worden afgewogen tegen de risico’s van marktverstoring en, met name op het gebied van het risicokapitaal, verplaatsing of verdringing van activiteiten van de particuliere sector. Veel moet nog worden gedaan opdat de Europese risicokapitaalmarkt op hetzelfde peil zou komen als de Amerikaanse. Daartoe is het van essentieel belang het APRK tegen de termijn van 2003 ten uitvoer te leggen.
3
1.
INLEIDING
Belang van risicokapitaalinvesteringen voor duurzame groei en werkgelegenheid werd erkend in conclusies van de speciale Europese Raad van Lissabon.
Hoewel klein in vergelijking met andere financiële markten, is de risicokapitaalmarkt1 van uniek belang voor de vermogensfinanciering van jonge en innoverende bedrijven. Zoals in de mededeling van april 1998 over risicokapitaal2 werd beklemtoond, kunnen de werkgelegenheidseffecten niet precies worden berekend, maar wijzen verschillende studies op een hoge werkgelegenheidsintensiteit van de activiteit van innoverende KMO's. In verschillende onderzoeken is ook gewezen op de rol die durfkapitaalfinanciering en beursgang kunnen spelen voor de ontwikkeling van snelgroeiende bedrijven. Een ontwikkelde en efficiënt werkende risicokapitaalmarkt vervult derhalve een belangrijke rol voor een duurzame economische groei en de werkgelegenheidsschepping.
Doel van deze mededeling is de strategie voor de ontwikkeling van de risicokapitaalmarkt in het licht van de conclusies van Lissabon te bekijken.
De bevordering van ondernemerschap en innovatie vormt de kern van de strategie voor de schepping van een kenniseconomie in de EU als uiteengezet in de conclusies van de speciale Europese Raad van Lissabon (maart 2000). In overeenstemming daarmee heeft de Raad de ontwikkeling van een pan-Europese risicokapitaalmarkt tot hoge prioriteit verklaard. Ook heeft de Raad gevraagd het actieplan voor risicokapitaal (APRK) dat gehecht is aan de mededeling over risicokapitaal van april 1998 tegen 2003 ten uitvoer te leggen. In het APRK worden initiatieven op het vlak van de Gemeenschap en/of de lidstaten voorgesteld op het gebied van marktfragmentatie, institutionele en regelgevende belemmeringen, belastingen, uitbreiding van het aantal hightech-KMO’s, menselijke middelen en culturele barrières. In oktober 1999 heeft de Commissie een eerste gedetailleerd verslag over de uitvoering van het APRK uitgebracht3. Het volgende uitvoeringsverslag zal gebaseerd zijn op het benchmarkingen monitoringmechanisme dat beschreven is in bijlage 14. Deze mededeling heeft een meer beperkt doel, namelijk de strategie voor de ontwikkeling van de Europese risicokapitaalmarkt te bekijken in het licht van de conclusies van Lissabon. Met name wordt voorgesteld de prioritaire actiegebieden vast te stellen om de uitvoering van het APRK tegen 2003 te verzekeren. De mededeling is als volgt ingedeeld. In afdeling 2 wordt de achtergrond voor het onderzoek van de strategie beschreven door middel van een korte samenvatting van de voornaamste ontwikkelingen op de Europese risicokapitaalmarkt in 1999. In afdeling 3 worden de vorderingen bij de tenuitvoerlegging van de strategie onderzocht op drie belangrijke punten: maatregelen ter bevordering van de marktintegratie, structurele
1
2 3
4
De risicokapitaalmarkt omvat de informele investeringen door “business angels”, de meer formele durfkapitaalinvesteringen en de investeringen op de speciale markten voor nieuwe bedrijven en potentiële groeibedrijven. “Risicokapitaal: Sleutel voor de schepping van werkgelegenheid in de Europese Unie”, SEC(1998)552. “Risicokapitaal: Uitvoering van het actieplan - Voorstellen voor verdere vooruitgang”, COM(1999)493 en de bijlage, werkdocument van de Commissie, SEC(1999)1725. De lidstaten zijn al geraadpleegd over het benchmarking- en monitoringmechanisme.
4
hervormingen en bevordering van een cultuur van ondernemerschap. Ook wordt kort ingegaan op de betekenis van openbare financiering. Afdeling 4 bevat enkele algemene conclusies.
2.
VOORNAAMSTE ONTWIKKELINGEN OP DE RISICOKAPITAALMARKT IN 1999
2.1. Duidelijk verbeterende tendens Alle segmenten van de Europese risicokapitaalmarkt hebben in 1999 goede resultaten geboekt.
Durfkapitaalinvesteringen in EU 70% toegenomen t.o.v. 1998.
5 6
De risicokapitaalmarkt van de EU heeft in 1999 goede resultaten te zien gegeven en is thans goed voor ongeveer 5% van het totale vermogen dat op de beurzen van de EU wordt samengebracht. Deze gunstige resultaten hebben zich uitgebreid tot alle segmenten van de risicokapitaalmarkt, te weten de investeringen van business angels, de durfkapitaalinvesteringen en de hogegroeimarkt. Business angels zijn individuele investeerders die kleine en middelgrote bedrijven financieren. De beperkte gegevens maken het moeilijk de activiteit van de business angels stelselmatig te volgen. Uit bepaalde tekenen blijkt echter dat het aantal actieve business angels in Europa toeneemt. In 1999 en 2000 is het aantal netwerken van business angels in de EU bijna verdubbeld tot in totaal 110 actieve netwerken. 80% ervan is echter gevestigd in slechts drie lidstaten. De gegevens over de formele durfkapitaalinvesteringen zijn gemakkelijker te verkrijgen. Zij wijzen op een stijging met 70% tot ongeveer 12 miljard € (0,14% van het BBP) in 1999, tegen ongeveer 7 miljard (0,09% van het BBP) in 19985. Deze aanzienlijke toename komt ook tot uiting in het aantal investeringen (verhoogd met 56%) en het aantal gefinancierde bedrijven (gestegen met 44% tot 7.300). Hoewel de onderhandse kapitaalmarkt in de EU steeds vooral gericht is geweest op de beter renderende investeringen in latere stadia, zoals management buy-outs (MBO’s), valt het op dat de investeringen in het beginstadium in 1999 zijn verdubbeld tot ongeveer 3 miljard €, hetgeen tienmaal meer is dan in 19956. Analyse van de verwachte allocatie van de in 1999 samengebrachte middelen bevestigt deze tendens: ongeveer 5,5 miljard € (22% van de totale middelen) is bestemd voor toekomstige begininvesteringen.
Exclusief Luxemburg waarvoor geen gegevens beschikbaar zijn. Het beginstadium, de basis van de ontwikkeling van een bedrijf, draagt een hoog risico en heeft meestal een lager rendement dan MBO’s. De resultaten van deze investeringen zijn echter verbeterd met het volwassen worden van de durfkapitaalmarkt in de EU, zodat het verschil ten opzichte van het rendement van MBO’s is verminderd.
5
Grafiek 1: Durfkapitaalinvesteringen in de EU €m 12.000 10.000 8.000
expansie
6.000
start 4.000 2.000 0 1995
EU-beurzen voor jonge en innoverende bedrijven waren levendig in 1999
7
1996
1997
1998
1999
Bron: EVCA
Bij het onderzoek van de ontwikkelingen op het gebied van risicokapitaal moet ook rekening worden gehouden met de resultaten van de gespecialiseerde beurzen voor groeibedrijven. Deze markten, die nauw met de durfkapitaalactiviteit verbonden zijn omdat zij de investeerders een belangrijke “exit route” bieden, hebben in 1999 overal in de wereld een sterke groei gekend. Hun ontwikkeling heeft grote invloed gehad op de financiële en ondernemerscultuur in de EU. De EU-markten voor jonge en snel groeiende bedrijven hebben bijzonder goede resultaten te zien gegeven en zetten de vaste tendens voort die is waargenomen sedert hun oprichting aan het einde van de jaren negentig. Wegens de aanzienlijke stijging van de aandelenkoersen in de voorafgaande maanden kan de inzinking van maart 2000 vooral worden gezien als een marktcorrectie en een stap in de richting van toenemende ontwikkeling van dit soort investeringen7. Even aanzienlijk als de stijgende aandelenprijzen was de sterke verhoging van het aantal op deze markten genoteerde bedrijven. De Neuer Markt heeft onlangs haar 300ste bedrijf genoteerd, terwijl op Le Nouveau Marché ongeveer 140 ondernemingen en op de AIM ongeveer 430 genoteerd staan. In 1999 en 2000 zijn verschillende nieuwe gespecialiseerde markten opgericht, zoals de Nuovo Mercato in Italië en de Nuevo Mercado in Spanje. In 1999 is in totaal 10 miljard € bijeengebracht op de gespecialiseerde markten van de EU (waarvan ongeveer 80% op de Neuer Markt) en in de eerste zes maanden van 2000 reeds 13 miljard €.
Meestal worden deze markten gekenmerkt door een grote prijsvolatiliteit wegens het hoge risico van de betrokken activa, hun kleine omvang en het beperkte draagvermogen van hun liquiditeit.
6
Table : Voornaamste markten die gespecialiseerd zijn in de financiering van het MKB - stand op 30 Juni 2000
Euro. NM
Oprichting
Le Nouveau Marché (Paris)
Neuer Markt
Euro.NM Belgium
Nuovo Mercato
EASDAQ
AIM
techMARK1
NASDAQ
NMAX
Maart 96
Maart 97
Maart 97
Maart 97
Juni 99
Nov 96
Juni 95
Nov 99
Febr. 71
16
15
62
429
220
4 843
0.5
20
50
22.6
1 006
5 818
0
2.3
0.3
1.6
3.1
33.2
31
1 340
806
53
4 574
1 201
0.2
53
32
48
3 633
76 680
+14%
+2%
-8%
-11%
-8%
-3%
467
Aantal genoteerde bedrijven (A)
140
281
15
Kapitalisatie (miljard €) (B)
27
191
1.7
Bijeengebracht kapitaal (lopend jaar, miljard €)
1.2
9.5
0.4
Gemiddelde kapitalisatie per bedrijf (miln €) (B)/(A) Uitgewisseld kapitaal (miln €/day)2
240
13.4 513 192
678
116 537
37
442
5
+26%
+17%
+ 4%
+17% Index sedert 30.12.1999
Bron : Euro.NM, EASDAQ, LSE, NASDAQ, eigen berekeningen.
1 Cijfers sedert 4.11.1999(lancering). 2 Gemiddeld, lopende maand.
2.2. Verschillende krachten vormen de marktontwikkelingen
Ontwikkeling van risicokapitaalmarkt moet worden gezien in breder verband van mondialisering en technologische vooruitgang.
Risicokapitaalmarkt wordt ook beïnvloed door specifieke
De vooruitgang van de risicokapitaalmarkt in de EU moet worden gezien tegen de achtergrond van de grondige veranderingen in de werking van het financieel bestel van de EU als geheel. Deze veranderingen zijn voor een groot gedeelte een reactie op de bredere invloed van de mondialisering. De toepassing van nieuwe en geavanceerde technologie in het internationaal financieel systeem heeft aan de concurrentie een nieuwe dimensie gegeven door de geografische grenzen op te heffen en de traditionele marktstructuren te hervormen (bijvoorbeeld de opkomst van geautomatiseerde verhandelingssystemen). De financiële markten en de tussenpersonen hebben op deze veranderingen gereageerd door globale marktstrategieën te ontwikkelen waarbij een grotere omvang tot stand wordt gebracht door fusies en overnames en handel op wereldschaal. Hoewel zij minder gemondialiseerd zijn dan andere financiële markten, hebben ook de risicokapitaalmarkten grondige wijzigingen ondergaan. Zo is de samenstelling van de investeringsprojecten die door de financiële markten worden gefinancierd veranderd: zogenaamde “nieuwe economie”bedrijven vertonen steeds meer de neiging zich rechtstreeks te financieren via de gespecialiseerde markten. Vaak hebben dergelijke bedrijven behoefte aan een grote kapitaalinjectie gedurende een aantal jaren voordat zij winst kunnen boeken, maar door hun hoge winstpotentieel trekken zij investeerders aan. Het duidelijkste voorbeeld van dit verschijnsel is te vinden in de sector informatietechnologie, waar zich een stijging van het aantal beursnoteringen heeft voorgedaan onder invloed van de hoge vraag naar de aandelen van IT-bedrijven. In de Europese Unie is de transformatie op de financiële markten - met inbegrip van de risicokapitaalmarkten - geïntensiveerd door de toegenomen
7
factoren als marktintegratie en invoering van de euro.
inspanningen om de interne markt voor financiële diensten te voltooien en door de invoering van de euro. Deze EU-specifieke factoren zullen het ontstaan van diepe, brede en liquide financiële markten bespoedigen. Meer indirect zal de door de EMU opgelegde begrotingsdiscipline bijkomend kapitaal voor investeringen in de particuliere sector vrijmaken door beperking van het financieringstekort van de overheid en stimulering van een “crowding in”-effect. De privatisering van overheidsbedrijven - vaak in verband met het beleid van begrotingsconsolidatie - heeft het aanbod van financieringskapitaal verhoogd. In veel lidstaten, zoals Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, is het aantal gezinnen dat aandelen bezit in de laatste jaren sterk toegenomen onder invloed van de over het algemeen vaste aandelenkoersen en de terugtrekking van de overheid uit commerciële activiteiten. Tegen deze algemene achtergrond heeft de risicokapitaalactiviteit zich ook uitgebreid doordat de beleggers een hogere opbrengst trachten te behalen en het aandeel van bankdeposito's in hun portefeuille verlagen. 2.3. Nog ruimte voor verbetering
EU blijft achterlopen op VS wat betreft durfkapitaalinvesteringen, vooral in technologiesectoren.
8
Ondanks de in 1999 geboekte vooruitgang blijft de risicokapitaalmarkt van de EU klein in vergelijking met die van de Verenigde Staten, vooral op het gebied van startinvesteringen en investeringen in technologiesectoren. De durfkapitaalinvesteringen in de VS zijn in 1999 opgelopen tot 33 miljard € of 150% meer dan in 1998. Hiervan ging 13 miljard € (42%) naar startinvesteringen, hetgeen meer is dan de totale durfkapitaalinvesteringen in de EU en ruim viermaal de EU-investeringen in startende bedrijven. De durfkapitaalmarkt voor startende bedrijven in Europa blijft klein en ondoorzichtig, met een beperkte relatie tussen risico en opbrengst. Deze ongunstige vergelijking plaatst de recente expansie van de risicokapitaalmarkt van de EU in perspectief en toont aan welke uitdagingen nog moeten worden aangegaan. Anderzijds moet worden opgemerkt dat de expansie van de durfkapitaalinvesteringen in de VS in 1999 vooral toe te schrijven was aan een toename van de omvang van de individuele “deals”, eerder dan aan een stijging van het aantal investeringen. De relatief grote omvang van de transacties in de VS is voor een deel te verklaren door het hogere percentage technologie-investeringen, vooral in diensten op het internet. In 1999 bedroegen de investeringen in technologiesectoren (vooral software-industrie, telecommunicatie en internetdiensten) in de Verenigde Staten 18 miljard € en in Europa amper 5 miljard €8.Sommige commentatoren zien de toenemende omvang van de Amerikaanse transacties evenwel als een teken van pure speculatie en hebben vragen bij de kwaliteit van enkele recente durfkapitaalinvesteringen.
De Europese en de Amerikaanse gegevens zijn niet geheel vergelijkbaar, omdat het Europese onderzoek ook de niet door zekerheden gedekte schulden omvat, terwijl het Amerikaanse onderzoek schulden buiten beschouwing laat, en omdat het Amerikaanse onderzoek ook betrekking heeft op met technologie verbonden investeringen in andere, niet-technologiecategorieën (zoals nieuwe media en ITadvisering in de zakelijke dienstverlening).
8
Grafiek 2: Durfkapitaalinvesteringen in Europa en de VS in 1999 4,899
Communicatie
Europa
1,098
VS
n.a.
Internettechnologie
921 3,395
Netwerken & Apparatuur
n.a. 6,899
Computers 2,107 840 334
Elektronica Medische instrumenten
1,023 204 977 504
Biotechnologie
15,355
Overige
6,690 0
2,000
4,000
6,000
8,000
€m 10,000
12,000
14,000
16,000
Bron: PwC, Money for Growth, Technology Investments Report 1999
Verschillen in resultaten tussen de lidstaten wijzen op fragmentatie van de durfkapitaalmarkt.
De risicokapitaalmarkt van de EU heeft ook een achterstand op de Amerikaanse doordat zij zeer gefragmenteerd is en weinig grensoverschrijdende activiteiten kent. De fragmentatie blijkt uit de grote verschillen in resultaten tussen de lidstaten. In 1999 varieerden de durfkapitaalinvesteringen van 0,32% van het BBP in Nederland tot 0,04% in Oostenrijk. Drie groepen lidstaten kunnen worden onderscheiden: (i) Nederland, België, het Verenigd Koninkrijk en Zweden met durfkapitaalinvesteringen ten bedrage van ruim 0,2% van het BBP en een grotendeels vergelijkbare situatie met de VS een jaar daarvoor; (ii) Finland, Duitsland, Frankrijk, Spanje en Ierland met 0,1% tot 0,2% van het BBP; en (iii) Griekenland, Italië, Denemarken, Portugal en Oostenrijk waar de durfkapitaalmarkt nog steeds kleiner is dan 0,1% van het BBP. Eenzelfde patroon wordt waargenomen wat betreft de startinvesteringen, met als opmerkelijke uitzondering het Verenigd Koninkrijk waar deze minder dan 0,02% van het BBP bedragen ondanks een relatief grote durfkapitaalmarkt. De lidstaten verschillen ook wat betreft de investeringen in de technologiesector: ruim 50% van de durfkapitaalinvesteringen gaat naar de technologiesector in België, Frankrijk, Ierland en Zweden, maar op de minder ontwikkelde markten van Oostenrijk, Griekenland en Portugal vinden zeer weinig technologie-investeringen plaats.
9
Grafiek 3: Durfkapitaalinvesteringen in de lidstaten van de EU en in de VS in 1999 (% van BBP)
0,40 0,35 0,30 0,25 0,20 0,15 0,10 0,05 0,00 A
Start
Fragmentatie is ook een kenmerk van deze gespecialiseerde beurzen in de Europese Unie.
Ondanks de vorderingen van 1999 moet de strategie voor de ontwikkeling van de risicokapitaalmarkt van de EU dringend worden uitgevoerd.
9
P DK
I
EL IRL E
F
D FIN S UK
Expansie
B
NL
EU US
Bron: EVCA, PwC
Evenals de durfkapitaalmarkt is de EU-markt voor jonge bedrijven en groeibedrijven gefragmenteerd en vertoont zij grote verschillen in resultaten tussen de lidstaten. Grensoverschrijdende vergelijkingen worden bemoeilijkt door de bijzondere kenmerken van de nationale markten. De omvang van de verschillen wordt geïllustreerd door het contrast tussen de Neuer Markt en de AIM. De Neuer Markt heeft een gemiddelde kapitalisatie van 680 miljoen €, 40 buitenlandse noteringen9 en 70% van de noteringen betreft de technologiesector, terwijl de AIM een gemiddelde kapitalisatie heeft van slechts 53 miljoen €, noteringen van vooral Britse bedrijven en slechts 15% in de technologiesector. Omdat de financiële integratie in de EU toeneemt, mag worden verwacht dat zich een panEuropese markt voor snel groeiende bedrijven zal ontwikkelen. De fusie van de beurs van Brussel, Amsterdam en Parijs tot Euronext is een stap in die richting. 3.
STRATEGIE
VOOR DE ONTWIKKELING RISICOKAPITAALMARKT
VAN
DE
EUROPESE
De gunstige prestaties van de Europese risicokapitaalmarkt in 1999 geven reden tot optimisme. De prestaties van de Europese markt blijven echter ver achter op die van de Amerikaanse. Er is geen bewijs van een algemeen marktfalen in de Europese Unie, maar het verschil in resultaten tussen de lidstaten wijst op problemen van marktfragmentatie en nationale belemmeringen voor een efficiëntere marktwerking. Meer algemeen
25% is Oostenrijks, want in Oostenrijk bestaat een dergelijke markt niet.
10
schijnen de ongunstige resultaten van de Europese risicokapitaalmarkt ook toe te schrijven te zijn aan een ontoereikende ondernemerscultuur in veel lidstaten. Al deze factoren wijzen erop dat werk moet worden gemaakt van de tenuitvoerlegging van het APRK vóór de termijn 2003. In deze afdeling wordt de strategie ter ontwikkeling van de Europese risicokapitaalmarkt op drie punten bekeken: (i) maatregelen ter bevordering van de marktintegratie; (ii) structuurhervormingen ter vermindering van de nationale marktbelemmeringen; (iii) maatregelen ter bevordering van een cultuur van ondernemerschap in de lidstaten. De aandacht gaat naar de gemaakte vorderingen en de nog uit te voeren maatregelen van het APRK, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen maatregelen die onder de verantwoordelijkheid van de Gemeenschap vallen en maatregelen die de lidstaten moeten nemen. Ook wordt kort ingegaan op de betekenis van overheidsfinanciering voor de ontwikkeling van de Europese risicokapitaalmarkt. 3.1.
Maatregelen ter bevordering van de marktintegratie
Het verdwijnen van het wisselkoersrisico in de eurozone heeft de huidige afstemmingseisen tussen activa en passiva tot een voorbijgestreefde zaak gemaakt en brengt mee dat de beslissingen inzake portefeuilleallocatie steeds meer “sectorgericht” in plaats van “landgericht” worden. Verwacht Marktfragmentatie wordt dat de convergentie van het economisch beleid ten gevolge van de betekent dat EMU de landenspecifieke factoren zal verminderen die van invloed zijn op investeringsbesluiten investeringsbesluiten. De beschikbare bedrijfswaarderingsgegevens wijzen nog steeds vooral echter niet op een belangrijke verschuiving naar sectorspecifieke “landgericht” zijn. waardering. Vermoedelijk ligt de verklaring in de aanhoudende fragmentatie van de Europese financiële markten. Maatregelen ter verhoging van de marktintegratie zijn dan ook een hoofdelement van de strategie van Lissabon voor de bevordering van doelmatige financiële markten in het algemeen en beter werkende risicokapitaalmarkten in het bijzonder.
Tijdige uitvoering van actieplan voor financiële diensten om te zorgen voor integratie van financiële markten van de EU.
De Europese Raad van Lissabon heeft gevraagd een sterke impuls te geven aan de integratie van de Europese financiële markten en de risicokapitaalmarkten in het bijzonder. In punt 20 van de conclusies van het voorzitterschap wordt verklaard: “het is essentieel … de integratie van de financiële markten van de EU verder door te voeren” en “efficiënte markten voor risicokapitaal spelen ... een belangrijke rol bij de ontwikkeling van innoverende, sterk groeiende MKB-ondernemingen en het creëren van nieuwe en duurzame banen”. Punt 21 is meer specifiek en bepaalt dat stappen moeten worden genomen om het actieplan voor financiële diensten (APFD) vóór 2005 en het APRK vóór 2003 volledig ten uitvoer te leggen. Voorts wordt in dit punt gewezen op het belang van sommige prioritaire APFD-actiegebieden en met name twee die van grote betekenis zijn voor het APRK: (i) vergemakkelijking van een zo breed mogelijke toegang tot investeringskapitaal op EU-schaal, ook voor het MKB, door middel van een “Europees paspoort” voor emittenten, en (ii) vergemakkelijking van een geslaagde participatie van alle beleggers in een geïntegreerde markt door opheffing van de belemmeringen voor
11
beleggingen in pensioenfondsen.
APFD zal uitgevoerd zijn tegen 2005.
Comité van Wijzen zal zich concentreren op praktische regelingen voor de toepassing van de EU-voorschriften .
Het APFD (waarin alle maatregelen van financiële regelgeving uit het APRK zijn overgenomen) wordt tegen een redelijk tempo uitgevoerd. Er zijn al twee voortgangsverslagen ingediend bij de Raad (november 1999 en mei 2000)10. Een derde voortgangsverslag zal worden ingediend op 27 november 2000. Op verzoek van de Raad van 17 juli 2000 zal het twee nieuwe elementen bevatten: (i) een prioriteitsgericht "kritisch pad" om de doelstellingen van het APFD te verwezenlijken tegen 2005 en (ii) mogelijke indicatoren (benchmarks) om de vooruitgang te meten bij de verwezenlijking van de economische voordelen van een geïntegreerde sector van financiële diensten in de EU, wat (i) betreft zal rekening worden gehouden met de door Lissabon vastgestelde termijn voor de uitvoering van het APRK (2003). Van bijzonder groot belang voor de ontwikkeling van de Europese risicokapitaalmarkt zal de tijdige vaststelling zijn van de richtlijn betreffende het bedrijfseconomisch toezicht op aanvullende pensioenfondsen, de twee richtlijnen op de ICBE's, de amendementen op de prospectus-richtlijnen en de wetgevende follow-up van de mededeling over de strategie inzake jaarrekeningen. De Raad van 17 juli 2000 nam nog een ander belangrijk besluit ter bevordering van de integratie van de financiële markten in de EU: de oprichting van een "Comité van Wijzen"11 onder voorzitterschap van de heer Alexandre Lamfalussy. In aansluiting op het APFD zal dit comité zich concentreren op praktische regelingen voor de tenuitvoerlegging van de communautaire voorschriften en zal het scenario's voorstellen om de huidige praktijken aan te passen teneinde meer convergentie en samenwerking tussen de regelgevende instanties te bereiken. De vorderingen met betrekking tot de in het APFD en het APRK opgenomen acties betreffen:
Een reeks maatregelen is onlangs door de Commissie aangenomen of wordt door haar diensten voorbereid op terreinen als gemeenschappelijk prospectus, corporate governance, opstelling en
10 11 12
· Verbetering van de richtlijnen op het prospectus om het bedrijfsleven in staat te stellen grensoverschrijdend kapitaal aan te trekken (b.v. beursgang) De Commissie werkt aan een voorstel in nauwe samenwerking met de lidstaten en vooral met het FESCO (Forum of European Securities Commissions). De ad-hocwerkgroep van het FESCO, waarin de Commissie waarnemer is, heeft midden 2000 haar werkzaamheden voltooid. Doel van de werkgroep is niet alleen de grensoverschrijdende procedures te verbeteren (ze eenvoudiger, goedkoper en sneller te maken), maar ook de invoering van moderne technieken zoals "shelf registration"12 te
Zie htpp://europa.eu.int/comm/internal_market (financiële diensten, afdeling actieplan). Zie htpp://europa.eu.int/comm/internal_market (financiële diensten, afdeling algemene zaken). Bij shelf registration wordt het prospectus in twee stappen opgesteld: eerst wordt een "beperkt" prospectus opgesteld dat alles bevat behalve informatie over de bij de emissie betrokken effecten en dat eenmaal per jaar bij de bevoegde nationale autoriteiten wordt ingediend, en vervolgens stellen de bedrijven, zodra de tijd voor de emissie is gekomen, het "emissiebericht" op waarin de kenmerken van
12
controle van de jaarrekeningen, prudentiële voorschriften voor institutionele beleggers en hervorming van het octrooisysteem.
vergemakkelijken. De Commissie is voornemens vóór het einde van 2000 een voorstel over dit onderwerp in te dienen. Bovendien is de algemene mening dat de toegang tot grensoverschrijdend kapitaal voor het MKB zal worden vergemakkelijkt door op EU-niveau overeen te komen welke beleggers moeten worden beschouwd als beroepsbeleggers. In dit verband zal de Commissie vóór het einde van 2000 in het kader van het APFD een mededeling uitbrengen over het onderscheid tussen "professionele" en "kleine" beleggers. · Verspreiding van de beste praktijken inzake ondernemingsbestuur De Commissie zal een onderzoek13 van de bestaande codes van corporate governance laten verrichten om de wettelijke en administratieve belemmeringen aan het licht te brengen die de ontwikkeling van een eengemaakte markt voor financiële diensten in de weg staan. De resultaten van dit onderzoek worden verwacht in de tweede helft van 2001. · Evaluatie van de voorschriften inzake opstelling en controle van de jaarrekeningen Op 14 juni 2000 heeft de Commissie een mededeling uitgebracht over een strategie voor financiële verslaglegging. Een belangrijk kenmerk van het nieuwe beleid is de invoering van de eis dat alle in de EU genoteerde bedrijven hun geconsolideerde jaarrekeningen moeten opstellen volgens de internationale normen (IAS). Dit voorschrift zou uiterlijk in 2005 van kracht moeten worden. De Commissie zal vóór het einde van 2000 de passende wetgeving voorstellen. Wat de wettelijke controle betreft zal de Commissie vóór het einde van 2000 een aanbeveling over de externe betrouwbaarheidsverklaring uitbrengen op basis van de werkzaamheden van het Audit-Comité van de EU. · Vaststelling van prudentiële voorschriften om de institutionele beleggers de mogelijkheid te bieden in durfkapitaal te beleggen In 2000 is aanzienlijke vooruitgang geboekt wat betreft de beleggingsfondsen (ICBE's). Na de vaststelling van de geamendeerde voorstellen door de Commissie op 30 mei 2000 zal de Raad naar verwachting in oktober een politieke overeenkomst over het eerste voorstel bereiken. De instemming met het tweede voorstel wordt verwacht vóór maart 2001. Dit zal het mogelijk maken de twee nieuwe richtlijnen spoedig vast te stellen. Wat de aanvullende pensioenfondsen betreft, heeft de Commissie op 11 oktober 2000 een voorstel voor een richtlijn inzake het bedrijfseconomisch toezicht op aanvullende pensioenfondsen vastgesteld14. In dit voorstel is rekening gehouden met de verschillende soorten pensioenfondsen die in de Europese Unie werkzaam zijn en worden zaken
13 14
het aanbod en de effecten worden beschreven. België, Spanje, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Italië maken al gebruik van deze methode. Aanbesteding gepubliceerd op 21 maart 2000. COM(2000)507 voorl.
13
behandeld als vergunning, verslaglegging, deskundigheid en betrouwbaarheid en voorschriften inzake passiva en solvabiliteit. De beleggingsvoorschriften zullen worden gebaseerd op de "goede huisvader"regel en zullen ervoor zorgen dat de pensioenfondsen op risicokapitaalmarkten kunnen beleggen. · Hervorming van het Europees octrooisysteem15 Op 5 juli 2000 heeft de Commissie een voorstel voor een verordening op het Gemeenschapsoctrooi vastgesteld waardoor de uitvinders een octrooi kunnen verkrijgen dat overal in de Europese Unie geldig is. Volgens het voorstel van de Commissie zullen de door het Europees Octrooibureau af te geven Gemeenschapsoctrooien betaalbaar en wettelijk beschermd zijn. Met name wordt verwacht dat de vertaalkosten kunnen worden teruggebracht tot ongeveer 2.200 € doordat geen vertalingen zullen worden geëist buiten die waarin reeds wordt voorzien bij het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien (Verdrag van München). Wat de rechtszekerheid betreft stelt de Commissie voor bij het Europees Hof van Justitie een nieuwe, gecentraliseerde rechtbank op te richten voor het regelen van geschillen in verband met schending en geldigheid van Gemeenschapsoctrooien. Dit zal een aanpassing van het Verdrag vergen. 3.2. Structurele hervormingen moeten worden gericht op regelgevende en fiscale beperkingen in de lidstaten.
De inspanningen ter bevordering van een meer geïntegreerde risicokapitaalmarkt in de EU moeten worden ondersteund door gepaste en tijdige structurele hervormingen om de nationale belemmeringen voor een efficiënte werking van de risicokapitaalmarkten aan te pakken. Deze hervormingen zijn vooral een zaak voor de lidstaten en zullen uiteraard door de nationale omstandigheden worden bepaald. In het APRK is echter de klemtoon gelegd op twee grote categorieën structuurhervormingen regelgevende en fiscale - om de risicokapitaalmarkten in de lidstaten te ontwikkelen. 3.2.1.
Beperkingen op institutionele beleggingen op aandelenmarkten verminderen aanbod van risicokapitaal.
15
Structurele hervormingen om nationale beperkingen te regelen
Verlichting van de regelgeving
Er zijn twee soorten regelgevende beperkingen voor de ontwikkeling van de risicokapitaalmarkten. Het eerste type betreft de wettelijke voorzieningen waardoor de mogelijkheden tot institutionele belegging in risicokapitaal worden beperkt en die een negatieve invloed hebben op de aanbodzijde van de markt. Slechts vier lidstaten (Finland, Ierland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk) kennen geen wettelijke beperkingen - behalve een algemene voorzichtigheidseis - op aandelenbeleggingen door banken, verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen. Wellicht zijn dit niet de enige belemmeringen voor
Deze maatregel valt niet onder het APFD maar is van groot belang voor de risicokapitaalmarkten.
14
institutionele beleggingen in risicokapitaal16, maar uit de ervaring in de VS na het besluit de "Prudent Man Regulation" (1978) te versoepelen blijkt dat de afschaffing van kwantitatieve beperkingen de ontwikkeling van risicokapitaal in de EU een aanzienlijke stimulans kan geven. De voorgestelde EU-richtlijn over de bedrijfspensioenregeling (zie hoger) behandelt dit soort belemmeringen voor de aanvullende pensioenfondsen, die zeer belangrijke institutionele beleggers zijn. Beklemtoond wordt dat de nationale voorschriften ervoor moeten zorgen dat de pensioenfondsen onder meer op de risicokapitaalmarkten kunnen beleggen met inachtneming van de "goede huisvader"-regel. Inmiddels hebben veel lidstaten al maatregelen genomen om bepaalde institutionele beleggers de mogelijkheid te geven te beleggen in niet-genoteerde bedrijven. In Zweden biedt de nieuwe regelgeving inzake pensioenen de verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen de mogelijkheid meer in onderhands kapitaal te beleggen, waardoor deze institutionele beleggers thans de voornaamste leveranciers van durfkapitaal zijn geworden. In Frankrijk is het zogenaamde "DSK"-levensverzekeringscontract ingevoerd (1998) dat de verzekeraars fiscaal aanmoedigt 50% van hun portefeuille in aandelen te beleggen, waarvan een minimum van 5% in niet-genoteerde effecten, en is de regeling voor het voornaamste durfkapitaalinstrument, de "Fonds Communs de Placement à Risques", verbeterd, waardoor het mogelijk wordt fondsen van fondsen of "lichte"17 fondsen voor beroepsbeleggers op te richten. In Italië zijn enkele beperkingen op de closed-end fondsen afgeschaft (1998) en in Spanje zijn de binnenlandse onderlinge fondsen gemachtigd (1997) tot 10% van hun activa te beleggen in niet-genoteerde effecten. Ook Denemarken overweegt het aandeel van het particuliere pensioensparen te verhogen dat in niet-genoteerde bedrijven mag worden belegd. Niettegenstaande deze maatregelen moet een hogere prioriteit worden gegeven aan de afschaffing van kwantitatieve beperkingen op beleggingen in aandelenkapitaal, en dus ook in risicokapitaal.
Vermindering van formaliteiten zal vraag naar risicokapitaal stimuleren, maar er is nog weinig verbetering van faillissements- en insolventieprocedures.
16
17
Het tweede soort regelgevende beperkingen voor de ontwikkeling van de risicokapitaalmarkten heeft betrekking op de administratieve procedures voor de oprichting van een bedrijf, de faillissements- en insolventieprocedures enz. Deze beperkingen hebben invloed op de vraagzijde van de markt doordat zij de kosten van de oprichting van een bedrijf verhogen. In de meeste lidstaten zijn belangrijke vorderingen gemaakt bij de vereenvoudiging van de administratieve procedures, bijvoorbeeld door de invoering van de één-loketregeling. Over het algemeen is de periode voor de registratie van een bedrijf verkort. Zo kan een bedrijf in Frankrijk thans in 24 uur worden opgericht (hoewel dit meestal twee tot drie dagen wordt), in Ierland in vijf dagen, in Denemarken in twaalf dagen en in Portugal in drie werken (tegen vroeger drie maanden).
Zoals blijkt uit het onderzoek in opdracht van de UK Treasury (mei 2000) naar de factoren die de besluitvorming van de institutionele belegger verstoren. Volgens een vereenvoudigde procedure.
15
Weinig vooruitgang is echter geboekt bij de verbetering van de toepassing van de faillissements- en insolventiewetgeving om te zorgen dat de gevolgen van een faling niet zo ernstig zijn dat risiconemers worden ontmoedigd18. Veel van de culturele barrières (zie punt 3.3) die belangrijke belemmeringen voor het ondernemerschap en het risico nemen vormen blijven bestaan door de huidige wettelijke regelingen. De behoefte aan hervorming van de procedures na faillissement en insolventieverklaring wordt al lang erkend en moet voor de lidstaten een duidelijke prioriteit worden. 3.2.2.
Vermindering van de fiscale beperkingen
De belastingstructuur kan op verschillende wijzen een belemmering vormen voor de ontwikkeling van het risicokapitaal.
Vermogenswinstbelasting heeft invloed op investeringsactiviteit, vooral bij hoger risico.
Belastingstructuur benadeelt vaak eigen vermogen ten opzichte van vreemd vermogen, waardoor risicokapitaalactiviteit wordt beperkt.
18 19
In de eerste plaats kan de belastingstructuur een negatieve invloed op de investeringsactiviteit uitoefenen als de opbrengst van de investering na belasting te laag wordt geacht. In dit verband is het meest relevante kenmerk van de belastingstructuur voor de ontwikkeling van de risicokapitaalmarkten het tarief van de vermogenswinstbelasting. Het is opvallend dat de risicokapitaalinvesteringen in de VS in het begin van de jaren tachtig toenamen na een verlaging van de vermogenswinstbelasting (1978) en afnamen na de belastinghervormingswet van 1986 waarbij deze belasting werd opgetrokken. Het loont dus na te gaan of verlaging van de vermogenswinstbelasting ook in Europa die positieve invloed kan hebben op de kapitaalmarkten. De vermogenswinstbelasting moet uiteraard in verband worden gezien met vele andere aspecten van de belastingwetgeving (bv. successierechten) en de algemene belastingstructuur (bv. de hoogte van de belasting op de arbeid). Daarbij moet rekening worden gehouden met de algemene implicaties van deze belasting in een bepaald belastingstelsel. De belasting op aandelenopties kan eveneens vanuit dit oogpunt worden bekeken. In de tweede plaats kan de belastingstructuur de investeringen belemmeren door een relatief gunstige behandeling te geven aan financiering met vreemd vermogen. In een studie van de effectieve belastingdruk in de EU uitgevoerd door Baker & McKenzie (1998)19 werd geconcludeerd dat financiering met vreemd vermogen fiscaal een efficiënter middel is om een bedrijf te ontwikkelen dan gebruik van ingehouden winst of nieuw aandelenkapitaal. Met uitzondering van Finland en Italië geven alle lidstaten in hun belastingstructuur de voorkeur aan financiering met vreemd vermogen, hoewel eraan moge worden herinnerd dat nog andere factoren, zoals de beschikbaarheid en kosten van financiering, een even belangrijke rol spelen in het financieringsbesluit van een bedrijf. Het Finse belastingsysteem behandelt nieuw eigen vermogen en vreemd vermogen op
De Britse regering is aan overleg over deze aangelegenheden begonnen. "Survey of the effective tax burden in the European Union", Baker & McKenzie, januari 1999, studie in opdracht van het Nederlandse ministerie van Financiën.
16
dezelfde wijze, en kennelijk heeft het Finse MKB een hoog en toenemend percentage eigen vermogen in verhouding tot het MKB in andere lidstaten. Het belastingstelsel van Italië geeft sinds 1998 de voorkeur aan financiering met eigen vermogen, maar het Italiaanse MKB blijft relatief veel vreemd vermogen bezitten. De toekomstige ontwikkeling van de financieringsstructuur van het Finse en het Italiaanse MKB kan als een testcase dienen bij de beoordeling van de mogelijkheden om het risicokapitaal te ontwikkelen via een meer evenwichtige fiscale behandeling van financiering met vreemd en eigen vermogen. De diensten van de Commissie zijn bezig met een grondig onderzoek van deze vraagstukken in het kader van een algemene studie van de belastingen op ondernemingen, waarvan de resultaten begin 2001 bekend zullen worden gemaakt.
Belastingstructuur kan grensoverschrijdende beleggingen belemmeren .
In de derde plaats kan de belastingstructuur grensoverschrijdende activiteiten belemmeren door specifieke fiscale restricties en zelfs door discriminatie van buitenlandse beleggers. Dergelijke belemmeringen kunnen het best worden aangepakt door gecoördineerd optreden op EU-vlak. In ieder geval moeten de lidstaten ervoor zorgen dat belastingverdragen en/of andere rechtsinstrumenten dubbele belasting van dividenden voorkomen. In de reeds vermelde studie van de belastingen op ondernemingen zullen deze vraagstukken eveneens uitvoerig worden behandeld.
Lidstaten zijn begonnen aan belastinghervormingen, maar meer moet worden gedaan aan negatieve prikkels voor ondernemerschap.
In het APRK werd belastinghervorming bestempeld als hoofdprioriteit, en in veel lidstaten zijn al hervormingsmaatregelen genomen. Duitsland zal zijn vennootschaps- en inkomstenbelasting verlagen en de belasting op de verkoop van vreemde aandelen door vennootschappen vanaf 2002 afschaffen20. Ook Frankrijk zal zijn vennootschaps- en inkomstenbelasting verlagen en heeft de belastingvoordelen voor herinvesterende business angels verhoogd. Italië zal een gunstige fiscale behandeling geven aan beleggingsfondsen met vast kapitaal en Spanje heeft fiscale voordelen toegekend aan geregistreerde durfkapitaalinvesteerders. Verschillende lidstaten hebben tevens de negatieve fiscale prikkels voor de oprichting van bedrijven verminderd. Van belang is ook dat de lidstaten hun belastingstelsel zodanig ontwerpen dat de belasting op aandelenbezit en aandelenopties het ondernemerschap niet ontmoedigt21. In het Verenigd Koninkrijk en Ierland - waar het fiscale klimaat voor risicokapitaalinvesteringen al zeer gunstig is - is de belasting op aandelenopties hervormd22. In Frankrijk zijn de aanvraagvereisten voor het systeem van "Bons de Souscription des Parts et Créateurs d'Entreprises (BSPCE)" verruimd en uitgebreid tot eind 2001, maar moet de hervorming
20 21
22
Als deze aandelen ten minste een jaar in portefeuille zijn gehouden. In het werkdocument van de Commissie bij de mededeling over risicokapitaal van oktober 1999 (SEC(1999)1725) werd gewezen op de voordelen van aandelen(optie)regelingen voor het personeel en werden enkele voorbeelden van goede praktijken gegeven. Uitstel van belastingbetaling tot de verkoop van de aandelen in Ierland, en "Save As You Earn"regeling; "All Employee Share Ownership Plan" en "Enterprise Management Incentive"-regelingen in het VK.
17
van de aandelenoptieplannen nog worden voltoooid. 3.3.
Bevordering van een cultuur van ondernemerschap
Europa loopt nog achter wat betreft innovatie en innoverende bedrijven. In een recente mededeling (Naar een Europese onderzoekruimte)23 legt de Commissie de klemtoon op het belang van het aanmoedigen en vergemakkelijken van de oprichting van nieuwe bedrijven door onderzoekers. Zowel de Commissie als de lidstaten hebben de maatregelen opgevoerd om de technologieoverdracht aan het MKB te bevorderen en de oprichting van bedrijven en de samenwerking tussen het MKB, de academische wereld en de grote ondernemingen te stimuleren.
Zowel Commissie als lidstaten hebben maatregelen genomen ter bevordering van cultuur van innovatie en ondernemerschap.
De op 20 september door de Commissie goedgekeurde mededeling over innovatie in een door kennis aangedreven economie24 geeft een beeld van de huidige situatie van de hightechbedrijven en stelt een strategie voor voor de innovatieactiviteit. Het trendschema van het innovatiebeleid geeft instrumenten voor het volgen en het ontwerpen van beleidsinitiatieven ter zake. Drie verslagen25 zullen worden uitgebracht in het najaar. Zij zullen indicatoren bevatten van menselijke middelen, schepping, transmissie en toepassing van kennis, innovatie, productie en markten. In die verslagen zullen ook een zestigtal maatregelen worden onderzocht die de lidstaten in het laatste jaar hebben uitgevoerd om durfkapitaal, zaaikapitaal, starterscentra, enz. te ondersteunen. In het kader van de communautaire onderzoekprogramma's zijn diverse acties ondernomen om de oprichting van hightechbedrijven en de wisselwerking tussen onderzoekers, ondernemers en investeerders te stimuleren. Zo heeft het "Biotechnology & Finance Forum", een gezamenlijk initiatief van het Life Scienceprogramma van de Commissie en de European Association of Security Dealers (EASD), twee conferenties (1998 en 1999) georganiseerd om netwerken op het gebied van biotechnologie te bevorderen. In november 2000 zal een derde conferentie plaatsvinden. In het kader van de PAXIS-actie zijn 15 innoverende gebieden in Europa geselecteerd om een netwerk ter bevordering van de beste praktijken tot stand te brengen. In november 2000 zal in Lyon het tweede forum voor innoverende bedrijven worden gehouden waarop de ondernemers feedback kunnen geven over beleidsmaatregelen (regionale, nationale of Europese) die moeten worden genomen om Europa te helpen een op kennis en innovatie gebaseerde samenleving tot stand te brengen. Omdat de durfkapitaalfondsen nog steeds moeilijk managers kunnen aantrekken die aan de hand van de recente O&O-resultaten innoverende bedrijven kunnen analyseren, heeft de Commissie in het kader van het I-TEC-initiatief een actie gelanceerd om de uitwisseling van ervaringen en
23 24 25
COM(2000)6. COM(2000)567. (i) Het Europese innovatiescorebord voor de kenniseconomie, (ii) het monitoringverslag over startende en op technologie gebaseerde bedrijven en (iii) het monitoringverslag over innovatiefinanciering.
18
goede praktijken tussen durfkapitaalmaatschappijen, technologie-incubators en verbindingskantoren tussen bedrijfsleven en onderzoekinstellingen en universiteiten overal in Europa te stimuleren. Bovendien vergemakkelijkt de Commissie door haar steun aan nieuwe Europese, nationale en regionale netwerken van business angels de koppeling van informele investeerders en startende bedrijven. Dit najaar zal de Commissie het eerste BEST-uitvoeringsverslag publiceren waarin alle aspecten van het beleid dat het ondernemerschap en het concurrentievermogen in Europa en de lidstaten beïnvloedt zullen worden behandeld. Ondernemerschap is een van de vier pijlers van de werkgelegenheidsrichtsnoeren. De door de Commissie voor 2001 voorgestelde richtsnoeren vragen om meer ondernemingszin in de samenleving en het onderwijs. Het Europees Sociaal Fonds financiert allerlei onderwijs- en opleidingsprogramma's op dit gebied en sommige lidstaten hebben directe maatregelen getroffen om de culturele belemmeringen voor het ondernemerschap te overwinnen door dit als vak op de scholen te introduceren en door openbare of particuliere/openbare financiering van leerstoelen voor ondernemerschap aan particuliere en openbare universiteiten. Bovendien kennen sommige lidstaten prijzen toe aan ondernemers. 3.4.
Betekenis van overheidsfinanciering
De filosofie achter de strategie voor de ontwikkeling van de risicokapitaalmarkt in de EU wil in de eerste plaats dat een klimaat wordt geschapen dat gunstig is voor de oprichting en ondersteuning van nieuwe en innoverende bedrijven. De maatregelen van het APRK ter bevordering van de marktintegratie, verlichting van de marktbeperkingen en stimulering In overeenstemming van een ondernemerscultuur stroken met deze filosofie. In hiermee is de rol overeenstemming hiermee is de rol voor financiering door de overheid voor financiering beperkt tot een middel om identificeerbare markttekortkomingen aan te door de overheid pakken. Zoals echter steeds het geval is bij openbare financiering, moeten beperkt tot een middel om de voordelen worden afgewogen tegen de risico's van marktverstoring en, identificeerbare met name wat het risicokapitaal betreft, verplaatsing of verdringing van markttekortkomingen activiteiten van de particuliere sector. Met haar voorschriften inzake aan te pakken. staatssteun beschikt de Gemeeenschap over een mechanisme en een procedure voor deze afweging. De lidstaten moeten erop toezien dat alle maatregelen in overeenstemming zijn met de voorschriften inzake staatssteun. Dit kan betekenen dat aan de Commissie de in artikel 88, lid 3, van het Verdrag bedoelde kennisgeving moet worden gezonden, zodat zij kan beoordelen of een maatregel in overeenstemming is met de gemeenschappelijke markt. De Gemeenschap beschikt over een reeks financieringsinstrumenten, welke worden beheerd door de EIB, het EIF en de Commissie. Er moge aan worden herinnerd dat de Europese Raad van Lissabon de Commissie heeft opgedragen de coherentie van de financiering van risicokapitaalactiviteiten
19
door de EIB en het EIF te onderzoeken. Deze aangelegenheid wordt behandeld in een afzonderlijke mededeling26. 4.
CONCLUSIE
Steeds meer blijkt dat de prestaties van een economie op lange termijn verband houden met de ontwikkeling van haar financieel systeem. Een groeiend aantal studies bewijst dat er een verband bestaat tussen de economische groei en de beschikbaarheid van innovatiefinanciering27. De toegang tot risicokapitaal kan dus een beslissende rol spelen in de ondersteuning van de economische groei en de schepping van werkgelegenheid door de ontwikkeling van nieuwe en innoverende bedrijven mogelijk te maken. Ondanks de gunstige ontwikkelingen van 1999 loopt de Europese risicokapitaalmarkt nog achter op de Amerikaanse. De EU en de lidstaten hebben daarom maatregelen genomen om de structurele en regelgevende voorwaarden voor de ontwikkeling van risicokapitaal en ondernemerschap te verbeteren. De Commissie heeft verschillende wetgevende maatregelen gepland om de doelmatigheid van de financiële markt in de EU te verhogen. Een tijdige vaststelling van het APFD met name zal aanzienlijk bijdragen tot de integratie van de risicokapitaalmarkt. Bij de opstelling van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid heeft de Commissie de klemtoon gelegd op het belang van structuurhervormingen. De lidstaten hebben ook gereageerd met een reeks structurele hervormingen en acties ter bevordering van het ondernemerschap. Er dient echter nog veel te worden gedaan wil het APRK ten uitvoer zijn gelegd tegen de termijn van 2003 die de speciale Europese Raad van Lissabon heeft vastgesteld. De uitvoering van het APRK vereist maatregelen op veel fronten, maar prioriteit moet worden gegeven aan drie terreinen, welke alle drie onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten vallen: (i) vermindering van de kwantitatieve beperkingen op institutionele beleggingen in risicokapitaal (te vervangen door "goede huisvader"-wetgeving)28, (ii) versoepeling van de faillissementswetgeving, om ondernemers een tweede kans te geven (maar tegelijk de rechten van de crediteuren te beschermen) en (iii) ontwikkeling van een fiscaal kader dat bevorderlijk is voor investeringen en ondernemerschap. Als op deze drie prioritaire gebieden zichtbare vooruitgang kan worden geboekt en de financiële integratie bespoedigd, zijn de economische en wettelijke voorwaarden aanwezig voor een bloeiende Europese risicokapitaalmarkt.
26 27
28
Zie referentie. Zie bijvoorbeeld "How do financial systems affect economic performance?", W. Carlin en C. Mayer, juli 1999. Beginsel dat in het Gemeenschapsrecht moet worden opgenomen voor de aanvullende pensioenfondsen (zie het Commissievoorstel van 11 oktober inzake aanvullende pensioenfondsen).
20
BIJLAGE 1
BENCHMARKING EN MONITORING VAN HET ACTIEPLAN VOOR RISICOKAPITAAL
A.
ACHTERGROND
Een efficiënte risicokapitaalmarkt vervult een belangrijke rol bij de ontwikkeling van innovatieve, snelgroeiende kleine en middelgrote ondernemingen en draagt aldus in aanzienlijke mate bij tot het bewerkstelligen van een duurzame economische groei en het scheppen van werkgelegenheid. Na tot de bevinding te zijn gekomen dat de ontwikkeling van het risicokapitaal in de EU verder diende te worden gestimuleerd, heeft de Commissie een mededeling en een actieplan (april 1998) in die zin aangenomen. In oktober 1999 werd de tenuitvoerlegging van het Actieplan voor risicokapitaal (APRK) een eerste maal beoordeeld. Deze beoordeling wees uit dat er weliswaar enige vooruitgang was geboekt, maar dat de beschikbaarheid van risicokapitaal in de EU nog steeds te wensen overliet. Op grond van deze evaluatie heeft de ECOFIN-Raad de Commissie verzocht een monitoring- en benchmarkingmechanisme29 voor het APRK uit te werken. Verwacht wordt immers dat een dergelijk mechanisme het makkelijker zal maken het APRK uit te voeren vóór het verstrijken van de door de Europese Raad van Lissabon vastgestelde streefdatum van 2003. In het APRK wordt een breed scala van maatregelen voorgesteld om de totstandkoming van een efficiënte risicokapitaalmarkt in de EU in de hand te werken. Deze door de Commissie en de lidstaten te nemen maatregelen hebben betrekking op zes verschillende terreinen, namelijk marktfragmentatie, barrières van institutionele en regelgevende aard, belastingheffing, schaarste aan kleine en middelgrote hightechondernemingen, menselijke hulpmiddelen en culturele barrières. Tal van de in het APRK vervatte maatregelen vallen tevens onder het bestaande EU-beleid ter stimulering van innovatie, ter vervolmaking van de interne markt voor financiële diensten en ter bevordering van het ondernemerschap en het concurrentievermogen. Er is dan ook sprake van een aanzienlijke overlapping tussen de in het kader van het APRK voorgestelde acties en die welke in de onderscheiden actieplannen van de Commissie voor innovatie, financiële diensten en ondernemerschap zijn opgenomen. In het licht hiervan is het de bedoeling dat het monitoring- en benchmarkingmechanisme voor het APRK wordt geënt op de overeenkomstige mechanismen die reeds zijn ingesteld voor het toezicht op de uitvoering van het "Actieplan voor de tenuitvoerlegging van het kader voor financiële markten"30, het "Actieplan ter bevordering van het ondernemerschap en het
29
30
Benchmarking is een continu en systematisch proces waarbij de prestatie van organisaties, ondernemingen, economieën enz. wordt getoetst aan een gekozen norm. Het is een leerproces dat erop gericht is optimale werkwijzen te onderkennen en toe te passen. De belangrijkste achtereenvolgende stappen van een benchmarkingproces zijn: - identificatie van een te verbeteren prestatie; - vaststelling van een (of meer) specifieke prestatie-indicator(en) (benchmark(s)) voor het verrichten van de toetsing; - toetsing van de eigen prestatie aan het benchmark; - analyse van de optimale werkwijze en identificatie van de punten waarop verbeteringen mogelijk zijn; - toepassing van de optimale werkwijze; - voortdurende monitoring. COM(99) 232.
21
concurrentievermogen"31 (BEST) en het "Actieplan voor innovatie"32. Voorts zal het mechanisme voor het APRK nauw worden gecoördineerd met een – eveneens door de Europese Raad van Lissabon verlangd – benchmarkingproces dat betrekking heeft op de totstandbrenging van een gunstig klimaat voor de oprichting en ontwikkeling van innoverende ondernemingen, met name in het MKB. Bij de uitwerking van het mechanisme zal ten slotte ook kunnen worden geprofiteerd van de aan de gang zijnde voorbereidende werkzaamheden om in het kader van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid en het syntheseverslag tot een bredere analyse van structurele indicatoren te komen . Door de uit deze en andere bronnen beschikbare informatie te benutten, moet het mogelijk zijn het aantal nieuwe indicatoren dat specifiek voor het toezicht op de uitvoering van het APRK is vereist, tot een minimum te beperken. Sommige van de in het APRK voorgestelde maatregelen zijn reeds genomen en kunnen direct worden beoordeeld. Andere maatregelen zijn daarentegen op de langere termijn gericht, waardoor de invloed ervan op de risicokapitaalmarkt niet altijd onmiddellijk meetbaar is. Bovendien moet er bij de uitwerking van een monitoringmechanisme voor het APRK rekening mee worden gehouden dat de risicokapitaalmarkt aan snelle veranderingen onderhevig is. In dit stadium wordt voorgesteld dat het monitoring- en benchmarkingmechanisme voor het APRK de volgende elementen zou omvatten: (1)
een reeks indicatoren risicokapitaalmarkt;
voor
het
volgen
van
(2)
voor elk van de in het APRK vervatte maatregelen:
de
ontwikkelingen
op
de
– een beknopt overzicht van de tot dusver gemaakte vorderingen; – indien relevant, een analyse van de optimale werkwijzen; – indien mogelijk, vaststelling van de specifieke prestatie-indicatoren. Het mechanisme moet een regelmatige actualisering van het APRK mogelijk maken door aan te geven welke maatregelen niet langer relevant zijn en welke nieuwe maatregelen eventueel voor opneming in het actieplan in aanmerking komen. B.
VASTSTELLING EN RISICOKAPITAALMARKT
MONITORING
VAN
INDICATOREN
VAN
DE
Risicokapitaal is de overkoepelende term voor een reeks instrumenten voor het verstrekken van aandelenfinanciering aan ondernemingen die zich in hun vroege groeifase bevinden. Het betreft drie financieringsvormen: informele investeringen door business angels, durfkapitaal en het aantrekken van kapitaal op in snelgroeiende ondernemingen gespecialiseerde effectenbeurzen (de zogeheten "nieuwe markten"). Bij het monitoringproces van de risicokapitaalmarkt zal de ontwikkeling van deze drie belangrijkste financieringsvormen worden gevolgd. Er zal ook gebruik worden gemaakt van indicatoren voor de financiële structuur, aangezien aandelenfinanciering moet worden gezien in samenhang met de overige
31 32
COM(98) 550. COM(96)589.
22
externe financieringsvormen waarop een onderneming een beroep kan doen. Voorts zal bijzondere aandacht worden geschonken aan de financiering van kleine en middelgrote ondernemingen. Ten slotte zal een vergelijking worden gemaakt met de ontwikkelingen op de VS-markt. In mei 1997 hebben de Commissie en de lidstaten op verzoek van de Raad "Industrie" samen een proefactie gelanceerd voor de benchmarking van de randvoorwaarden voor het Europese bedrijfsleven. Eén van de vier projecten die in het kader van deze actie werden opgezet, betrof de benchmarking van de financiering van innovatie. Het project werd gecoördineerd door het Deense ministerie van Handel en Industrie. Bij de opstelling van het APRK werd mede van de resultaten van dit project uitgegaan en werden tal van de eruit voortvloeiende aanbevelingen overgenomen. Het is derhalve aangewezen dat bij het monitoringmechanisme voor het APRK zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de in het kader van dit project voorgestelde indicatoren. Voorgestelde indicatoren risicokapitaalmarkt
voor
het
volgen
van
de
ontwikkelingen
op
de
Indicator
Beschikbaarheid van gegevens
Financiële structuur van het MKB: – ratio van het eigen vermogen; – ratio van de financiële schuldenlast.
BACH-gegevensbank. Probleem: achterstand en dekking (de gegevensbank bestrijkt momenteel 11 lidstaten, de VS en Japan). Voor sommige
landen (met name Duitsland en Oostenrijk) is de steekproef uitsluitend beperkt tot vennootschappen. Investeringen door business angels
Momenteel zijn geen uitvoerige gegevens beschikbaar. Er is enige fragmentarische informatie beschikbaar die afkomstig is van het European Business Angels Network (EBAN).
Toegang tot durfkapitaal: Verhouding tussen investeringen in de vorm van durfkapitaal en het BBP; uitgesplitst naar: – investeringsfase; – bedrijfstak/sector.
EVCA, jaarlijks; vanaf 2000, tweemaal per jaar. (PwC voor gegevens met betrekking tot de VS).
De verhouding tussen het aantal ondernemingen dat zaai- en startkapitaal ontvangen heeft en het aantal Het aantal ondernemingen dat zaai- en ondernemingen dat tijdens het jaar is opgericht, zal startkapitaal ontvangen heeft, moet worden niet vergelijkbaar zijn tussen de lidstaten aangezien vergeleken met het aantal ondernemingen dat de gegevens betreffende het ontstaan van ondernemingen nog niet zijn geharmoniseerd. tijdens het jaar is opgericht. Toegang tot effectenbeurzen voor FIBV, jaarlijks. snelgroeiende ondernemingen: – kapitalisatie (in verhouding tot het BBP); – aantal beursgenoteerde ondernemingen (in verhouding tot de bevolking); – beursomzet (waarde van de aandelenhandel); – aantal beursintroducties (in verhouding tot de bevolking); – aangetrokken kapitaal (in verhouding tot
23
Indicator
Beschikbaarheid van gegevens
het BBP).
C.
MONITORING
C.1.
Marktfragmentatie
VAN DE IN HET MAATREGELEN
ACTIEPLAN VOOR
RISICOKAPITAAL VOORGESTELDE
De structuur van de risicokapitaalmarkt is aan snelle veranderingen onderhevig. Vooraleer tot de beoordeling van de gevolgen van de in het APRK voorgestelde maatregelen ter vermindering van de marktfragmentatie kan worden overgegaan, moet eerst het effect van bredere ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld Euronext, ECN's enz., worden geanalyseerd. Wat meer in het bijzonder het risicokapitaal betreft, dient eveneens gebruik te worden gemaakt van een aantal indicatoren voor de marktintegratie: Indicator
Beschikbaarheid van gegevens
Grensoverschrijdende investeringen in de EVCA. vorm van durfkapitaal, als percentage van het totaal Grensoverschrijdende beursintroducties op FIBV. beurzen voor groeiaandelen, als percentage van het totaal Beëindigingen van investeringen in de vorm EVCA. van durfkapitaal door middel van beursintroducties, als percentage van het totaal Aantal met durfkapitaal beursintroducties
C.1.1.
gefinancierde Effectenbeurzen.
Onder de bevoegdheid van de Commissie vallende maatregelen
· Monitoring van de markt en verbetering van de statistische gegevens en andere informatie over alle vormen van durfkapitaal in de EU De belangrijkste bron van informatie over durfkapitaal in de EU is de jaarlijkse "Private equity survey" van EVCA. Daarnaast heeft de Commissie in het kader van de tenuitvoerlegging van het Actieplan ter bevordering van het ondernemerschap en het concurrentievermogen enige aanvullende gegevens ontvangen van de lidstaten. Ook in het kader van de "Trend chart on innovation" (ingevoerd in het kader van het Actieplan voor innovatie) zal onder meer informatie worden verzameld over de achtergrond en de resultaten van de nationale en EU-beleidsmaatregelen ter ondersteuning van durfkapitaal. Andere informatiebronnen zijn de studie "Corporate venturing in Europe", waartoe de Commissie in 1999 opdracht heeft gegeven om de sterke opkomst van het vennootschappelijk risicokapitaal in Europa te analyseren, en het onderzoek naar de typische groeipaden van biotechnologie- en informatietechnologiebedrijven en de rol van de verschillende soorten financiers in dit verband.
24
· Rondetafelconferentie over de invloed van de fragmentatie van de Europese risicokapitaalmarkt Deze actie is reeds afgerond. De rondetafelconferentie heeft eind november 1998 plaatsgevonden. Deze conferentie heeft bijgedragen tot een beter begrip van de betekenis van risicokapitaalmarkten voor de bevordering van groei en werkgelegenheid. Tijdens de conferentie werd tevens gewezen op het belang van het opheffen van de culturele barrières voor het ondernemerschap in Europa en op de behoefte aan een beter geïntegreerde risicokapitaalmarkt in de EU. (Verslag gepubliceerd in Euro Papers, nr. 32, januari 1999). · Diepgaand onderzoek naar de kosten schuldfinanciering en aandelenfinanciering
voor
Europese
ondernemingen
van
De Commissie heeft opdracht gegeven tot het verrichten van een studie over dit onderwerp. Deze studie, die tegen eind 2000 voltooid zal zijn, kan eventueel fungeren als uitgangspunt voor het vaststellen van een aantal indicatoren voor de kosten van schuldfinanciering en van aandelenfinanciering. Een indicator voor de kapitaalkosten zou zeer nuttig zijn, maar in de EU is een dergelijke indicator momenteel niet voorhanden. C.1.2.
Onder de bevoegdheid van de Commissie en de lidstaten vallende maatregelen
· Ontwikkeling van netwerken van business angels op regionaal, nationaal en communautair niveau In de meeste lidstaten zijn netwerken van business angels opgericht, in sommige gevallen met de steun van de overheid. De Europese Commissie ondersteunt de ontwikkeling van dergelijke netwerken, zowel via haar bijstand aan EBAN (het European Business Angels Network) als via de financiering van haalbaarheidsstudies en specifieke projecten. Indicator
Beschikbaarheid van gegevens
Aantal actieve netwerken van business angels
Gegevensbank van het European Business Angels Network (EBAN) (slechts een beperkte dekking). Gegevens beschikbaar vanaf 1998.
· Financiële steun van de overheid ter bevordering van de ontwikkeling van durfkapitaal, innovatiefinanciering en een betere toegang tot de effectenbeurzen33 In de mededeling van de Commissie inzake risicokapitaal (april 1998) ging de aandacht vooral uit naar de totstandbrenging van een beter kader voor risicokapitaalfinanciering door de belemmeringen voor de markttoegang op te heffen. De mededeling bevatte geen specifieke aanbeveling in verband met het verstrekken van financiële steun door de overheid. In verscheidene begin 1999 van de lidstaten ontvangen verslagen over de tenuitvoerlegging van het APRK werd evenwel melding gemaakt van openbare financiële instrumenten ter bevordering van de ontwikkeling van durfkapitaal en innovatiefinanciering. Tal van lidstaten hebben deze instrumenten eveneens vermeld in hun Cardiff-verslagen over product- en
33
Deze maatregel is niet expliciet in de in april 1998 uitgebrachte mededeling inzake risicokapitaal opgenomen.
25
kapitaalmarkten. In de tweede mededeling inzake risicokapitaal (oktober 1999) werd gewezen op de rol van staatssteun als katalysator voor de verstrekking van risicokapitaal. Hoewel structurele markthervormingen en een efficiënte aanwending van overheidsfinanciering hand in hand kunnen gaan, moet er toch op toe worden gezien dat het overheidsoptreden de goede werking van de kapitaalmarkten niet verstoort en niet indruist tegen de regels inzake het verstrekken van overheidssteun. De diensten van de Commissie werken momenteel aan een evaluatie van de communautaire financiële instrumenten ter bevordering van het durfkapitaal. Bij de monitoring van het APRK zal met de resultaten van deze evaluatie rekening worden gehouden. C.2.
Barrières van institutionele en regelgevende aard
C.2.1.
Onder de bevoegdheid van de Commissie vallende maatregelen
Het betreft hoofdzakelijk regelgevende maatregelen die niet onmiddellijk aan de hand van indicatoren kunnen worden beoordeeld. Zodra deze maatregelen zijn aangenomen, kan de omzetting en tenuitvoerlegging ervan door de lidstaten echter worden gevolgd door middel van een scorebord. · Durfkapitaalfondsen: evaluatie van de behoefte aan communautaire regelgeving betreffende gespecialiseerde beleggingsfondsen met vast kapitaal Eind 1998 heeft de Commissie het ICBE-Contactcomité bijeengeroepen om na te gaan of het aanbeveling verdiende de communautaire regelgeving inzake beleggingsfondsen uit te breiden tot durfkapitaalfondsen. De vergadering werd eveneens bijgewoond door vertegenwoordigers van durfkapitaalverstrekkers, in snelgroeiende kleine en middelgrote ondernemingen gespecialiseerde effectenbeurzen en organisaties uit het MKB. Alle partijen waren het erover eens dat de uitvaardiging van een richtlijn in die zin niet wenselijk is. · Evaluatie van de tenuitvoerlegging en mogelijke wijziging van de prospectussenrichtlijn teneinde het gemakkelijker te maken voor ondernemingen om grensoverschrijdend kapitaal aan te trekken (bv. via beursintroducties) In nauwe samenwerking met het FESCO wordt een ontwerp-voorstel voor een richtlijn voorbereid. De lidstaten worden geraadpleegd via diverse comités. De richtlijn zal naar verwachting vóór eind 2000 worden aangenomen. Het is niet alleen de bedoeling om tot betere grensoverschrijdende procedures te komen, maar ook om moderne technieken zoals bijvoorbeeld "shelf registration"34 in te voeren. Het zou bijzonder bevorderlijk zijn voor de grensoverschrijdende activiteiten van kleine en middelgrote ondernemingen mocht op EU-niveau overeenstemming worden bereikt over de vraag welke beleggers als professionele partijen dienen te worden aangemerkt. De Commissie
34
"Shelf-registration" is een procedure waarbij het prospectus in twee stappen wordt opgesteld. Eerst stellen de bedrijven samen met hun jaarverslag een "onvolledig" prospectus op (het RD – referentiedocument), dat alle gegevens bevat behalve informatie over de specifieke effecten waarop de emissie betrekking heeft. Dit document wordt eenmaal per jaar bij de bevoegde autoriteiten van het land van herkomst ingediend. Wanneer de tijd rijp is voor een emissie, stellen de ondernemingen vervolgens de VN (verrichtingsnota) op, waarin de kenmerken van de uitgifte en de effecten worden beschreven. In plaats van het klassieke prospectus ontvangen de beleggers het RD, de VN en alle relevante recente gegevens. België, Spanje, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Italië passen deze procedure al toe.
26
werkt samen met het FESCO op dit gebied. De ad hoc werkgroep van het FESCO heeft in mei 2000 zijn werkzaamheden afgerond. In het kader van de uitvoering van het Actieplan voor financiële diensten zal de Commissie vóór eind 2000 een mededeling publiceren over het onderscheid tussen "professionele" en kleine beleggers. · Beoordeling van de accountantscontrole
bestaande
voorschriften
voor
de
verslaglegging
en
de
Teneinde de voltooiing van een eengemaakte en concurrerende effectenmarkt te bespoedigen, heeft de Europese Raad van Lissabon aangedrongen op dringende maatregelen op het gebied van de financiële verslaglegging, met name met de bedoeling een grotere vergelijkbaarheid van de jaarrekeningen te bewerkstelligen. In juni 2000 heeft de Commissie een mededeling inzake de financiële verslaglegging in Europa goedgekeurd. Tegen eind 2000 zou de Commissie een wetgevingsvoorstel terzake moeten klaarhebben. Een wezenlijk aspect van het nieuwe beleid is dat alle beursgenoteerde EU-ondernemingen ertoe zullen worden verplicht hun geconsolideerde jaarrekeningen op te stellen overeenkomstig de internationale standaarden voor jaarrekeningen (International Accounting Standards – IAS). Deze verplichting zal gelden vanaf 2005. Welke IAS door de beursgenoteerde ondernemingen zullen moeten worden toegepast, zal worden bepaald met behulp van een validatiemechanisme op EU-niveau. Het nieuwe beleid legt eveneens sterk de nadruk op een adequaat toezicht op de naleving van de standaarden. De belangrijkste maatregelen op dit gebied zullen vooral betrekking hebben op de verstrekking van richtsnoeren voor de tenuitvoerlegging van de standaarden, de bevordering van de kwaliteit van de accountantscontroles en de intensivering van de coördinatie van het toezicht. Het staat de lidstaten vrij de IAS eveneens toe te passen op rekeningen van niet-beursgenoteerde ondernemingen en particulieren. Opdat de jaarrekeningenrichtlijnen de basis kunnen blijven vormen voor de financiële verslaglegging door alle vennootschapsvormen, zal de Commissie vóór eind 2001 een voorstel tot modernisering van de jaarrekeningenrichtlijnen indienen. Om de EU-ondernemingen in staat te stellen de IAS toe te passen zonder de jaarrekeningenrichtlijnen te overtreden, heeft de Commissie op 24 februari 2000 een voorstel tot wijziging van de jaarrekeningenrichtlijnen ingediend dat de ondernemingen toestaat bepaalde financiële activa en passiva tegen de waarde in het economisch verkeer in de jaarrekening op te nemen. Wat de wettelijke controle betreft, zal de Commissie later dit jaar aanbevelingen doen ten aanzien van de externe kwaliteitsborging; zij zal daarbij uitgaan van de werkzaamheden van het Comité Accountantscontrole van de EU. Verdere aanbevelingen inzake de onafhankelijkheid van de accountant en inzake standaarden voor de accountantscontrole zullen volgen. Met deze aanbevelingen wordt uitvoering gegeven aan de maatregelen die in de in 1998 uitgebrachte mededeling inzake de wettelijke controle in de EU werden aangekondigd en wordt tevens beoogd in de EU een geharmoniseerde accountantscontrole van hoge kwaliteit tot stand te brengen. C.2.2.
Onder de bevoegdheid van de lidstaten vallende maatregelen
· Omzetting en tenuitvoerlegging van de richtlijnen inzake financiële diensten – toezicht met behulp van het scorebord van de interne markt
27
De gemaakte vorderingen bij het opheffen van de barrières van institutionele en regelgevende aard die de integratie van de risicokapitaalmarkten in de weg staan, kunnen worden beoordeeld met behulp van het door de Commissie opgestelde scorebord van de interne markt. Hierna wordt een overzicht gegeven van de stand van zaken in mei 2000:
B DK D EL E F IRL I L NL A P FIN S UK EU
Banken
Verzekeringen
Effecten
Betalingssystemen
Vennootschapsrecht
Totaal
Rang
22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 100%
22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 100%
14/14 14/14 14/14 14/14 14/14 14/14 14/14 14/14 13/14 14/14 14/14 14/14 14/14 14/14 14/14 99,52%
2/2 2/2 2/2 2/2 2/2 1/2 2/2 0/2 1/2 2/2 2/2 2/2 2/2 2/2 2/2 86,66%
15/15 15/15 14/15 15/15 15/15 15/15 15/15 15/15 15/15 15/15 15/15 15/15 15/15 15/15 15/15 99,56%
75/75 75/75 74/75 75/75 75/75 74/75 75/75 73/75 73/75 75/75 75/75 75/75 75/75 75/75 75/75 99,46%
1 1 12 1 1 12 1 14 14 1 1 1 1 1 1 /
Vennootschapsrecht 15/15 15/15 14/15 15/15 15/15 15/15 15/15 15/15 15/15 15/15 15/15 15/15 15/15 15/15 15/15 99,56%
Totaal
Rang
73/75 75/75 73/75 75/75 75/75 72/75 75/75 73/75 72/75 75/75 74/75 75/75 74/75 75/75 75/75 98,75%
11 1 11 1 1 14 1 11 14 1 9 1 9 1 1 /
Stand van zaken inclusief inbreukprocedures:
B DK D EL E F IRL I L NL A P FIN S UK EU
Banken
Verzekeringen
Effecten
Betalingssystemen
22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 22/22 21/22 22/22 22/22 22/22 22/22 99,69%
20/22 22/22 21/22 22/22 22/22 20/22 22/22 22/22 21/22 22/22 22/22 22/22 21/22 22/22 22/22 97,87%
14/14 14/14 14/14 14/14 14/14 14/14 14/14 14/14 13/14 14/14 14/14 14/14 14/14 14/14 14/14 99,52%
2/2 2/2 2/2 2/2 2/2 1/2 2/2 0/2 1/2 2/2 2/2 2/2 2/2 2/2 2/2 86,66%
28
· Vereenvoudiging van administratieve formaliteiten voor het oprichten van ondernemingen (inclusief de minimumkapitaalvereisten) Tal van lidstaten hebben op dit terrein reeds hervormingen doorgevoerd, maar de Europese Raad van Lissabon heeft benadrukt dat nog verdergaande maatregelen noodzakelijk zijn. Indicatoren om deze vooruitgang te volgen, zouden bijzonder nuttig zijn. Momenteel zijn er echter geen uitvoerige en actuele gegevens terzake beschikbaar. De Commissie zal haar werkzaamheden op dit gebied voortzetten. Indicator
Beschikbaarheid van gegevens
Termijnen en kosten voor de registratie van Momenteel zijn geen gegevens beschikbaar. De ondernemingen enige beschikbare gegevens zijn afkomstig van de studie van Logotech, waartoe de Commissie in 1997 opdracht heeft gegeven. De gegevens hebben betrekking op de situatie in 1996 en zijn totaal verouderd. In het kader van de tenuitvoerlegging van het actieplan ter bevordering van het ondernemerschap en het concurrentievermogen werd de lidstaten verzocht de Commissie recentere gegevens te verstrekken. De Europese Raad van Lissabon heeft de Commissie en de Raad uitdrukkelijk gevraagd dit aspect te benchmarken. Kapitaalvereisten voor het oprichten van Momenteel zijn geen gegevens beschikbaar. De ondernemingen enige uitvoerige gegevens die voorhanden zijn, zijn afkomstig van de studie van Logotech, waartoe de Commissie in 1997 opdracht heeft gegeven. De gegevens hebben betrekking op de situatie in 1996. Deze indicator is niet opgenomen in de follow-up van het actieplan ter bevordering van het ondernemerschap en het concurrentievermogen. Er worden geen geactualiseerde gegevens verwacht van de lidstaten.
· Herziening van de insolventie- en faillissementswetgeving Het ontbreken van gedetailleerde gegevens bemoeilijkt het instellen van een monitoringmechanisme voor deze maatregel. De diensten van de Commissie zullen evenwel voorbeelden van optimale werkwijzen distilleren uit de informatie die de lidstaten jaarlijks verstrekken in hun nationale verslagen over de hervormingen op de product- en kapitaalmarkten. C.2.3.
Onder de bevoegdheid van de Commissie en de lidstaten vallende maatregelen
· Vaststelling van prudentiële voorschriften om institutionele beleggers de mogelijkheid te bieden in durfkapitaal te beleggen In juli 1998 heeft de Commissie twee voorstellen tot wijziging van de ICBE-richtlijn goedgekeurd. Het eerste voorstel voorziet in de opheffing van de belemmeringen voor de grensoverschrijdende verhandeling van rechten van deelneming in collectieve
29
beleggingsfondsen door het scala aan activa uit te breiden waarin deze fondsen mogen beleggen. Het tweede voorstel verleent het Europees paspoort aan beheermaatschappijen en breidt hun werkterrein uit (zo wordt het deze maatschappijen bijvoorbeeld toegestaan portefeuilles te beheren). In de Raad zijn de technische besprekingen van de voorstellen aan de gang, terwijl het Europees Parlement op 17 februari 2000 de eerste lezing van de voorstellen heeft beëindigd. Wat de pensioenfondsen betreft, heeft de Commissie op 11 oktober 2000 een richtlijn voorgesteld tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening. De beleggingsvoorschriften zullen gebaseerd zijn op de "goede huisvader"-regel en de pensioenfondsen de gelegenheid bieden op risicokapitaalmarkten te beleggen. Verscheidene lidstaten hebben maatregelen genomen, of zijn voornemens dit te doen, om de kwantitatieve beperkingen op te heffen die de pensioenfondsen beletten het doelmatigste en gezondste beleggingsbeleid te voeren. Het belang van deze kwestie werd benadrukt in de voor 2000 vastgestelde globale richtsnoeren voor het economisch beleid. De lidstaten dienen verslag uit te brengen over de op dit gebied gemaakte vorderingen in hun nationale verslagen over de hervormingen op de product- en kapitaalmarkten. Er zal een vergelijking worden gemaakt met de institutionele beleggingen in de VS. Indicator
Beschikbaarheid van gegevens
Institutionele beleggingen, als percentage van EUROSTAT/OESO. het BBP Institutionele beleggingen in aandelenkapitaal, als percentage van het BBP Door durfkapitaalfondsen bij EVCA; waar mogelijk zal onderscheid worden pensioenfondsen en gemaakt tussen binnenen buitenlandse verzekeringsmaatschappijen aangetrokken institutionele beleggers. middelen, als percentage van de in totaal aangetrokken middelen Prudentiële beleggingsregels institutionele beleggers
voor Te actualiseren gegevens. Het verslag over het in 1998 verrichte proefonderzoek "Benchmarking financing of innovation" bevatte een tabel waarin een overzicht werd gegeven van de voornaamste prudentiële voorschriften en beperkingen die gelden voor institutionele beleggers. Deze tabel zal regelmatig moeten worden bijgewerkt aan de hand van de gegevens die worden verstrekt in de jaarlijkse nationale verslagen over de hervormingen op de product- en kapitaalmarkten.
30
C.3.
Belastingheffing
· Belasting van durfkapitaalfondsen belastingheffing)
(transparantie
ter
voorkoming
van
dubbele
· Vermogenswinstbelasting · Aandelenopties · Belastingregelingen voor startende ondernemingen · Belastingheffing op kapitaal met een laag risico (bv. bankdeposito's, obligaties) in vergelijking met de belastingheffing op durfkapitaal De maatregelen op fiscaal gebied en ten aanzien van de belastingheffing dienen op nationaal niveau te worden genomen. De Commissie kan evenwel een rol spelen bij het analyseren van de huidige situatie en het vestigen van de aandacht op voorbeelden van optimale werkwijzen. Belastingmaatregelen zijn van doorslaggevend belang voor de ontwikkeling van het risicokapitaal in de EU, maar daarbij mag niet uit het oog worden verloren dat voordelige fiscale regelingen aanleiding kunnen geven tot staatssteunvraagstukken. De monitoring van het belastingkader wordt bemoeilijkt door de complexe en regelmatig veranderende fiscale regelingen. Voor deze afdeling kon geen algemene indicator worden vastgesteld. De impliciete belasting op andere productiefactoren zou als referentiepunt kunnen fungeren: (belasting op de inkomens van zelfstandigen + vermogensbelasting)/netto exploitatieoverschot van de volkshuishouding (d.w.z. inkomen uit vermogen en bedrijfsuitoefening). Voor de benchmarking van belastingmaatregelen zal gebruik worden gemaakt van bestaande studies, zoals onder meer: – "Taxation of corporate profits, dividends and capital gains", EVCA, 2/99; – "Breaking the barriers, report on multinational share schemes", European Centre for Employee ownership, 4/99 (bevat een analyse van de belastingheffing); – "Effective tax burden in the EU", onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Nederlandse ministerie van Financiën, 1/99. Ook een analyse van de nationale verslagen van de lidstaten over de hervormingen op de product- en kapitaalmarkten kan voorbeelden van optimale werkwijzen opleveren. De werkzaamheden van de diensten van de Commissie met betrekking tot de vennootschapsbelasting zullen eveneens van nut zijn. Er zijn twee werkgroepen van deskundigen ingesteld om de problematiek van de vennootschapsbelasting in Europa en de fiscale belemmeringen voor de interne markt te bestuderen. Zij zullen vermoedelijk in het najaar van 2000 verslag uitbrengen.
31
C.4.
Schaarste aan kleine hightechondernemingen
C.4.1
Onder de bevoegdheid van de Commissie vallende maatregelen
· Oprichting van een pan-Europese club voor innovatieve hightechondernemingen De in dit verband gemaakte vorderingen zullen worden beoordeeld aan de hand van de groei van de in 1999 in het leven geroepen European Federation of High Tech Enterprises. · Hervorming van het Europese octrooistelsel Op 5 juli 2000 heeft de Commissie een verordening voorgesteld houdende invoering van een uniform en overal in de EU geldig octrooi. De rechtspleging met betrekking tot dit EU-octrooi zal worden gecentraliseerd in gerechten van eerste en tweede aanleg. De ontwikkelingen op dit gebied kunnen eventueel worden gevolgd met behulp van een indicator voor het wereldaandeel van Europese en VS-octrooien. C.4.2.
Onder de bevoegdheid van de Commissie en de lidstaten vallende maatregelen
· Vormen en op Europees niveau aaneensluiten van netwerken en clusters van universiteiten, onderzoekscentra, financiers, advocaten, deskundigen op het gebied van het personeelsbeleid enz. De lidstaten en de Commissie hebben tal van acties op dit gebied ondernomen. Uit de gegevens die de lidstaten in het kader van het Actieplan ter bevordering van het ondernemerschap en het concurrentievermogen en het proces van Cardiff reeds aan de Commissie hebben medegedeeld of nog moeten mededelen, zullen voorbeelden van optimale werkwijzen worden gedistilleerd. Tot dusver is nog geen indicator voorgesteld voor de monitoring van deze acties. In de toekomst kan eventueel gebruik worden gemaakt van een aantal van de indicatoren die de Commissie in het kader van de benchmarking van het onderzoekbeleid van de lidstaten heeft voorgesteld, en in het bijzonder van de indicator die is aanbevolen voor de monitoring van het aantal spin-offs dat door universiteiten en onderzoekscentra is gegenereerd. · Ontwikkeling van op maat van kleine ondernemingen gesneden modules voor elektronisch handelsverkeer teneinde hen gemakkelijker toegang te verlenen tot de elektronische handel en de interne markt De vooruitgang op het gebied van het zeer specifieke thema van de ontwikkeling van op maat van kleine ondernemingen gesneden modules voor elektronisch handelsverkeer valt onmogelijk te meten. Uit de verslagen van de lidstaten voor 1999 blijkt dat diverse initiatieven zijn genomen ter bevordering van de elektronische handel, maar dat geen enkel initiatief specifiek betrekking heeft op de ontwikkeling van op maat gesneden modules voor elektronisch handelsverkeer. De Commissie is voornemens een verslag over elektronische handel en het MKB te publiceren. Het aantal kleine en middelgrote ondernemingen dat voor commerciële doeleinden van Internet gebruik maakt, kan eventueel als referentiepunt worden gekozen (er zijn gegevens beschikbaar voor 1998; in de toekomst is verder onderzoek gepland).
32
C.5.
Menselijke hulpmiddelen
· Bevordering van onderwijs- en opleidingsstelsels die ondernemerschap en innovatie in de hand werken Hiervoor kan geen indicator worden gehanteerd. De Commissie zal verslag uitbrengen over de gemaakte vorderingen bij de uitvoering van projecten op dit gebied, zoals bijvoorbeeld het (in juni 1999) in samenwerking met universiteiten, economische hogescholen, beleggers en financiers opgezette project voor de ontwikkeling van opleidingsmodules voor ondernemers in Europa en het project voor de oprichting van een Business Education Network of Europe (BENE), dat organisaties met bewezen ervaring in de opleiding van ondernemers zal samenbrengen om ervaringen uit te wisselen, optimale werkwijzen te definiëren en de cursussen en leerplannen aan te passen aan de veranderende vraag. De Commissie zal tevens de aandacht vestigen op eventuele nuttige acties die de lidstaten op dit gebied hebben ondernomen. In de door de lidstaten opgestelde nationale actieplannen voor de werkgelegenheid wordt de op dit terrein geboekte vooruitgang geschetst. Hoewel deze plannen geen vergelijkbare gegevens voor de lidstaten bevatten, kunnen zij stof leveren voor verder te ontwikkelen acties/werkwijzen. · Nagaan welke de opleidingsbehoeften zijn van beheerders van durfkapitaalfondsen, marktmakers en analisten van hightechondernemingen Hiervoor kan geen indicator worden gebruikt. De Commissie zal verslag doen van de resultaten van het in haar opdracht verrichte onderzoek om uit te maken welke de opleidingsbehoeften zijn van beheerders van durfkapitaalfondsen, marktmakers en analisten van hightechondernemingen, alsook van een aantal andere op dit gebied genomen initiatieven. · Onderzoek naar de voordelen werknemersaandeelhouderschapsregelingen
van
winstdelings-
en
In het werkdocument van de diensten van de Commissie over de uitvoering van het APRK (SEC(1999) 1725) worden de economische en financiële gevolgen geanalyseerd van aandelen- en aandelenoptieplannen voor werknemers. Tevens wordt aangegeven aan welke voorwaarden moet worden voldaan opdat dergelijke regelingen zich in de EU kunnen ontwikkelen. Het belang van aandelen- en aandelenoptieplannen voor werknemers werd benadrukt in de voor 2000 vastgestelde globale richtsnoeren voor het economisch beleid. De Commissie zal de resultaten bekendmaken van de in haar opdracht verrichte studie, getiteld "A company perspective on financial participation in the EU; objectives and obstacles". Voorts dienen de lidstaten over de ontwikkelingen op dit gebied verslag uit te brengen in het kader van de jaarlijkse nationale verslagen over de hervormingen op de product- en kapitaalmarkten. C.6.
Culturele barrières
· Voorlichting over de voordelen van durfkapitaal en bevordering van het ondernemerschap Dit aspect wordt behandeld in het kader van de bovenvermelde acties ter bevordering van het ondernemerschap. · Verspreiding van optimale werkwijzen inzake ondernemingsbestuur Ondernemingsbestuur is één van de vraagstukken die volgens de Commissie moet worden bestudeerd in de context van de totstandbrenging van diepe en liquide Europese kapitaalmarkten. De afgelopen tien jaar is een aantal codes voor een goed 33
ondernemingsbestuur vastgesteld teneinde de belangen van aandeelhouders en/of houders van deelnemingen beter te beschermen. Een aantal andere projecten op dit gebied is nog in de voorbereidingsfase. Verschillen in de regelingen voor het ondernemingsbestuur kunnen leiden tot onnodige onzekerheid onder en moeilijkheden voor zowel grensoverschrijdende emittenten als beleggers, omdat deze niet altijd en overal dezelfde rechten genieten. Naar aanleiding van deze bevindingen heeft de Commissie besloten een onderzoek in te stellen naar de bestaande codes voor een goed ondernemingsbestuur om na te gaan welke juridische of administratieve belemmeringen de ontwikkeling van een interne markt voor financiële diensten in de EU kunnen dwarsbomen. Verwacht wordt dat de resultaten van dit onderzoek in de tweede helft van 2001 beschikbaar zullen komen. D.
CONCLUSIE
De autoriteiten van de lidstaten werden over dit mechanisme geraadpleegd en hebben zich akkoord verklaard met de voorgestelde aanpak en de gekozen indicatoren. Zij hebben tevens nuttige gegevens verstrekt met betrekking tot een indicator waarvoor momenteel nog geen uitgebreide gegevens beschikbaar zijn. Ook de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven hebben de monitoring en benchmarking van het Actieplan voor risicokapitaal verwelkomd. Zodra het mechanisme is ingesteld, zullen gegevens worden verzameld. Deze zullen worden gepresenteerd en geanalyseerd in het volgende verslag over de uitvoering van het Actieplan voor risicokapitaal.
34
BIJLAGE 2
AFKORTINGEN GEBRUIKT IN RCAP AIM:
Alternative Investment Market [Londen]
EIB:
Europese Investeringsbank
EIF:
Europees Investeringsfonds
EASDAQ:
European Association of Securities Dealer Automated Quotation [Brussel]
EURO. NM:
Nouveau Marché (Parijs) + Neuer Markt (Frankfurt) + Nieuwe Markt/Nouveau Marché (Brussel) + Nieuwe Markt (Amsterdam) + Nuovo Mercato (Milaan)
EVCA:
Europese vereniging voor risicodragend kapitaal (European Venture Capital Association)
FESCO:
Forum of European Securities Commission
FIBV
Federation Internationale des Bourses de Valeur
IAS:
Internationale normen Accounting Standards)
ICT:
Informatie en Communicatie Technologie
RBD:
Richtlijn beleggingsdiensten (93/22/EEG)
IT:
Informaticatechnologie
NASDAQ:
National Association of Securities Dealers Automated Quotation system
OTO:
Onderzoek en technologische ontwikkeling
BSEG:
Bureau voor de Statistiek der Europese Gemeenschappen
MKB:
Midden- en kleinbedrijf
ICBE:
Instelling voor collectieve (beleggingsfondsen)
US GAAP:
US Generally Accepted Accounting Principles
35
voor
jaarrekeningen
belegging
(International
in
effecten;
BIJLAGE 3
WOORDENLIJST GEBRUIKT IN RCAP Richtlijnen jaarrekeningen:
Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG.
Business Angels:
Particulieren die rechtstreeks in nieuwe en groeiende nietgenoteerde bedrijven investeren. Business angels verstrekken gewoonlijk financiële middelen in ruil voor een belang in het aandelenkapitaal van het bedrijf, maar kunnen ook voorzien in andere vormen van financiering op lange termijn. Dit kapitaal kan het durfkapitaal* aanvullen met kleinere bedragen (meestal minder dan 150 000 EUR) voordat de firma’s die durfkapitaal verstrekken willen investeren.
Kapitaalmarkt:
Een markt waarop bedrijven en ondernemingen, evenals de nationale en lokale overheden lange-termijnkapitaal betrekken. Effectenbeurzen maken deel uit van de kapitaalmarkt.
Ondernemingsbestuur (Corporate governance):
De wijze waarop organisaties, in het bijzonder vennootschappen, worden beheerd en de managers rekenschap afleggen aan de eigenaars. Het belang van dit thema nam toe sinds het begin van de jaren ‘90, omdat de verstrekkers van externe financiering van een bedrijf zich ervan wilden verzekeren dat het management hun belangen niet schaadt.
Corporate venturing:
Verstrekking van durfkapitaal door een bedrijf voor een ander bedrijf.
Ontwikkelingskapitaal:
Financiering die wordt verstrekt met het oog op de groei en de expansie van een bedrijf.
Startkapitaal stage capital):
(Early Financiering van bedrijven voor zij beginnen met commerciële productie en verkoop en voor zij winst maken. Omvat seed capital* en aanloopkapitaal*.
36
Elektronische handel:
Rechtstreeks via computer of TV-scherm op de markt brengen.
Aandelenkapitaal:
Het eigen vermogen van een bedrijf.
Comité op hoog niveau van effectentoezichthouders (comité van toezicht op de aandelenmarkt):
Informele adviesgroep die in 1985 door de Commissie en de effectentoezichthouders van de EU is opgericht voor samenwerking en grensoverschrijdende aangelegenheden. Het zal worden vervangen door het Comité voor het effectenbedrijf.
Institutionele beleggers:
Met deze term wordt vooral gerefereerd aan verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen en beleggingsfondsen die spaargeld verzamelen en middelen verstrekken aan de beurzen; hij heeft ook betrekking op andere vormen van institutioneel vermogen (bijv. fondsen uit schenkingen, stichtingen, enz.).
IPO:
Initial Public Offering (beursgang): het introduceren van een vennootschap door het publiek uit te nodigen zich in te schrijven op haar aandelen.
Richtlijn beleggingsdiensten:
Richtlijn 93/22/EEG. Hierbij is voorzien in een Europees “paspoort” voor beleggingsfirma's (makelaars, handelaars, enz.) en wordt elektronische beurzen het recht verleend hun terminals in andere lidstaten te plaatsen.
Management buy-out:
Financiering die wordt verstrekt om het huidige management en de beleggers de mogelijkheid te geven een bestaand productengamma of bedrijf te verwerven.
Marktkapitalisatie:
De prijs van een aandeel, vermenigvuldigd met het totale aantal uitstaande aandelen. De totale marktwaarde van een vennootschap. Ook de totale waarde van de bedrijven die aan een aandelenbeurs zijn genoteerd.
37
Primaire markt:
Markt waarop geïntroduceerd.
Onderhands aandelenkapitaal:
Tegengestelde van openbaar aandelenkapitaal; deelname door particuliere beleggers in het eigen vermogen van niet op een aandelenbeurs genoteerde bedrijven.
Prospectus:
Een formeel schriftelijk aanbod tot het verkopen van effecten, waarin een plan voor een nieuw bedrijf wordt voorgesteld of dat de gegevens over een bestaand bedrijf bevat die een belegger nodig heeft om een gegronde beslissing te nemen.
Richtlijnprospectussen:
Overeenkomstig Richtlijnen 89/298/EEG (openbaar bod) en/of 80/390/EEG (gegevens voor beursnotering) opgestelde documenten.
“Goede regel:
Verplichting voor pensioenmanagers om te beleggen zoals een voorzichtige belegger dat voor zichzelf zou doen, in het bijzonder door de portefeuille op een verstandige wijze te diversifiëren, waarbij de samenstelling van de portefeuille slechts beperkt wordt door de eigen beleggingen voor pensioenfondsen die bepaalde voorzieningenregelingen financieren. Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, de Verenigde Staten, Canada en Australië hebben een dergelijke wetgeving.
huisvader”-
een
nieuwe
emissie
van
effecten
wordt
Gereglementeerde markten:
Georganiseerde markten waar kopers en verkopers handelen volgens afgesproken regels en procedures. Markten die beantwoorden aan de voorwaarden van artikel 1.13 van de Richtlijn beleggingsdiensten*.
Vervangingskapitaal:
Aankoop van bestaande aandelen in een bedrijf bij een andere durfkapitaal verstrekkende beleggingsorganisatie of bij een of meerdere andere aandeelhouders.
38
Risicokapitaalmarkten:
Markten waar het eigen vermogen van een bedrijf wordt gefinancierd tijdens de eerste groeifasen (aanloop* en ontwikkeling*). In het kader van deze mededeling heeft dit begrip betrekking op drie financieringswijzen: - Informele beleggingen door business angels*; - Durfkapitaal*; - In het MKB en snelgroeiende ondernemingen gespecialiseerde effectenbeurzen.
Secundaire markt:
Markt waar effecten na de eerste emissie worden gekocht en verkocht. Het bestaan van een bloeiende, liquide secundaire markt is noodzakelijk voor een gezonde primaire markt.
Comité voor effectenbedrijf:
het
Nog op te richten. Het zal een raadgevende rol vervullen en de comitéprocedures behandelen; het zal het Comité op hoog niveau van effectentoezichthouders vervangen. Het zal op het gebied van het effectenbedrijf dezelfde rol vervullen als het Comité voor het Bankwezen en het Comité voor het Verzekeringswezen in hun sectoren.
Effect:
Een financieel activum, o.a.: aandelen, overheids- en andere obligaties, beleggingsfondsen en rechten op geleend of gestort geld.
Seed capital:
Financiering van het onderzoek, de analyse en de ontwikkeling van een initieel concept.
Aanloopkapitaal:
Wordt bedrijven verstrekt met het oog op productontwikkeling en het introduceren op de markt.
Effectenbeurs:
Een markt waarop effecten worden gekocht en verkocht. De belangrijkste functie bestaat erin vennootschappen en nationale en lokale autoriteiten kapitaal te verschaffen door de verkoop van effecten aan beleggers.
*
In de woorden- of afkortingenlijst opgenomen term.
39
Optiebewijs op aandelen (Stock option):
Optie die aan werknemers en/of managers wordt gegeven om aandelen tegen een vaste prijs te kopen.
Durfkapitaal capital):
Beleggingen in niet-genoteerde bedrijven door durfkapitaal verstrekkende ondernemingen die als lastgevers individueel, institutioneel of eigen geld beheren. Er zijn vier belangrijke ontwikkelingsstadia van een bedrijf dat berust op durfkapitaal: start*, ontwikkeling*, vervanging* en buy-out*. In de Verenigde Staten omvat de term “venture capital” de meeste “buy-out”overeenkomsten niet.
(venture
Durfkapitaalfondsen:
Beleggingsmaatschappijen met vast kapitaal die zijn opgericht om durfkapitaal te verstrekken.
40