Eerste Bestuursrapportage 2011
1
0. Inhoudsopgave
0. Inhoudsopgave ............................................................................................................................2 1. Voortgang beleid en financieel beeld ............................................................................................5 1.1 Voortgang beleid..............................................................................................................5 1.2 Financieel beeld ......................................................................................................................8 2. Realisatie per Beleidsmatige inspanning .....................................................................................16 1. Beleidsveld Bestuur en dienstverlening ....................................................................................16 1.1 Beleidsmatige inspanning besluitvorming en ondersteuning Raad............................................16 1.2 Beleidsmatige inspanning besluitvorming en advisering college ...............................................17 1.3 Beleidsmatige inspanning bestuurlijke samenwerking ............................................................20 1.4 Beleidsmatige inspanning dienstverlening..............................................................................22 2. Beleidsveld algemene middelen...............................................................................................25 2.1 Beleidsmatige inspanning belastingen ....................................................................................25 2.2 Beleidsmatige inspanning beheer algemene middelen ............................................................27 3. Beleidsveld cultuur, sport en recreatie .....................................................................................31 3.1 Beleidsmatige inspanning cultureel klimaat ............................................................................31 3.2 Beleidsmatige inspanning topsport en vergroten deelname sport en recreatie .........................34 4. Beleidsveld veiligheid ..............................................................................................................37 4.1 Beleidsmatige inspanning wijkveiligheid .................................................................................37 4.2 Beleidsmatige inspanning geweld en (jeugd‐)overlast..............................................................41 4.3 Beleidsmatige inspanning crisisbeheersing en handhaving openbare orde................................43 5. Beleidsveld onderwijs..............................................................................................................44 5.1 Beleidsmatige inspanning leer‐ en schoolprestaties.................................................................44 6. Beleidveld Volksgezondheid en zorg.........................................................................................49 6.1 Beleidsmatige inspanning volksgezondheid.............................................................................49 6.2 Beleidsmatige inspanning jeugdgezondheidszorg en opvoeding...............................................51 6.3 Beleidsmatige inspanning kwetsbare personen en huiselijk geweld..........................................54 7. Beleidsveld participatie ...........................................................................................................57 7.1 Beleidsmatige inspanning arbeidsparticipatie .........................................................................57 7.2 Beleidsmatige inspanning maatschappelijke participatie..........................................................63 7.3 Beleidsmatige inspanning participatie jeugd...........................................................................67 7.4 Beleidsmatige inspanning armoedebestrijding ........................................................................69 8. Beleidveld Ruimtelijke ontwikkeling en wonen..........................................................................71 8.1 Beleidsmatige inspanning ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling ...................................71 Programma Binnenstad...............................................................................................................71 Bijzondere aanpak Zuid ...............................................................................................................72 8.2 Beleidsmatige inspanning wonen ...........................................................................................77 8.3 Beleidsmatige inspanning vastgoed ........................................................................................81 9. Beleidsveld verkeer en vervoer ................................................................................................84 9.1 Beleidsmatige inspanning stedelijke bereikbaarheid................................................................84 9.2 Beleidsmatige inspanning duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad ....................................89 10. Beleidsveld economie............................................................................................................91 10.1 Beleidsmatige inspanning economische structuur en vestigingsklimaat ..................................91 Programma Regionale en Stedelijke Economie .............................................................................91 Programma Arbeidsmarkt ...........................................................................................................91 11. Beleidsveld milieu en duurzaamheid ......................................................................................94 11.1 Beleidsmatige inspanning milieu en duurzaamheid ...............................................................94 Programma Duurzaamheid .........................................................................................................94 12. Beleidsveld fysiek beheer van de stad.....................................................................................97
2
12.1 Beleidsmatige schoon (maken van de stad)...........................................................................97 12.2 Beleidsmatige inspanning heel (maken van de stad) ............................................................101 3. Bedrijfsvoering.........................................................................................................................104 3.1 Concernontwikkelingen .......................................................................................................104 3.2 ICT......................................................................................................................................107 3.3 Formatieontwikkeling..........................................................................................................109 3.4 Externe Inhuur ....................................................................................................................111 3.5 Overhead............................................................................................................................114 3.6 Programma Controletoren...................................................................................................114 3.7 Bezuinigingsopgave .............................................................................................................117 3.8 Betaalgedrag.......................................................................................................................118 Voorstel: ...................................................................................................................................121 Ontwerpbesluit.........................................................................................................................122
Bijlagen aparte boekwerken: Bijlage 1: Monitor grote projecten Bijlage 2: Monitor ICT
3
Rotterdam, 14 juni 2011. Onderwerp: Eerste Bestuursrapportage 2011 Aan de Gemeenteraad. Voor u ligt de 1e bestuursrapportage na vier maanden in 2011. Met de bestuursrapportages leggen wij elke vier maanden verantwoording af over de uitvoering van de Begroting 2011. Daarbij doen wij voorstellen tot aanpassing van de begroting en informeren wij uw raad over de meest substantiële risico’s die het financiële beeld kunnen beïnvloeden. De bestuursrapportage is ingedeeld naar beleidsvelden en beleidsmatige inspanningen, de nieuwe indeling zoals gebruikt in de begroting 2011. Na de hoofdlijnen van de voortgang beleid en financiën in hoofdstuk 1 volgt een voortgangsrapportage per beleidsmatige inspanning uit de begroting in hoofdstuk 2. Voortgang met betrekking tot onze belangrijkste programma’s is daarin opgenomen, in de inhoudsopgave vindt u terug waar er wordt gerapporteerd over deze programma’s. Het is een rapportage over belangrijke ontwikkelingen en afwijkingen, met het accent op de ambities, targets en inspanningen uit het collegewerkprogramma. Daar waar voortgang gemeten is, is dat opgenomen. De begrotingswijzigingen worden op het niveau van beleidsmatige inspanningen ter vaststelling aan uw raad voorgelegd. De wijzigingen betreffen de uitvoering van de lopende Begroting 2011 en zijn incidenteel van karakter. Daarbij kan het gaan om autonome ontwikkelingen in de externe omgeving, technische overboekingen van middelen tussen of binnen de beleidsvelden en mutaties van de reserves. Ook kan het zijn dat er sprake is van een risico dat het financiële beeld kan beïnvloeden, maar dat vanwege het onzekere karakter nog niet in de cijfers is verwerkt. In de bestuursrapportage maken wij bij de toelichting op de financiële mutaties een helder onderscheid in bovengenoemde categorieën. Alle genoemde bedragen zijn x €1.000, tenzij anders is vermeld. Tot slot is een rapportage opgenomen over de belangrijkste ontwikkelingen op het terrein van bedrijfsvoering. Ook daar ligt het accent op rapportage over het collegewerkprogramma. Tegelijkertijd met deze bestuursrapportage bieden wij de Monitor Grote Projecten aan. De Monitor Grote Projecten is in het leven geroepen naar aanleiding van het onderzoek naar de kostenoverschrijding van de parkeergarage Museumpark. In de Monitor Grote Projecten geven wij u informatie over de grote, risicovolle investeringsprojecten waarin de gemeente participeert. Ook ontvangt u de Monitor ICT projecten – 1e trimesterrapportage 2011, waarin we rapporteren over de stand van zaken omtrent de automatiseringsprojecten.
4
1. Voortgang beleid en financieel beeld
1.1 Voortgang beleid Vorig jaar bij ons aantreden was de boodschap “investeren in talent en ondernemen en in een aantrekkelijke stad”. Tegelijkertijd is toen een aanzienlijke bezuinigingsopgave aangekondigd; € 249 miljoen structureel. Deze ambitie was tegen de achtergrond van een voorzichtig opklimmende economie reëel. Ondanks dat er sprake is van voorzichtig economisch herstel worden in alle lagen van de overheid de effecten van de economische crisis vertraagd duidelijk. Ook Rotterdam, en in het bijzonder het sociale domein, heeft te maken met een grote financiële opgave voor 2011, 2012 en verder. In de stad is dit goed merkbaar. Sinds de economische crisis is de druk op het domein Werk & Inkomen enorm toegenomen. Dat de werkgelegenheid in de afgelopen periode is afgenomen, is een forse tegenvaller. De instroom in de bijstand steeg in samenhang daarmee harder dan de uitstroom en meer mensen deden een beroep op (armoede)voorzieningen. Deze ontwikkelingen en de snel teruglopende rijksbijdragen waarvan de volle omvang ondertussen duidelijk is geworden zorgen voor een fors tekort. Verder bevindt de vastgoedmarkt in Rotterdam zich nog steeds in zwaar weer. Wij hebben daar als gemeente slechts beperkt invloed op. Tegelijkertijd heeft dit wel zijn weerslag op de concernfinanciën. Met een pakket aan crisismaatregelen heeft het vorige college getracht, de effecten van de crisis te verzachten. Op dit moment is de opgave echter nog beduidend groter. Alles bij elkaar genomen is er maar één conclusie mogelijk: forse ingrepen zijn onvermijdelijk. In het lopende boekjaar 2011 worden grote tekorten voorzien. Om deze tekorten aan te pakken leggen we in deze bestuursrapportage voorstellen neer. Ook brengen we in beeld waar aan gewerkt is de afgelopen periode: waar staan we als het gaat om ruimte voor talent, ruimte voor ondernemen en een aantrekkelijke, mooie en veilige stad? Ruimte voor talent Er wordt een enorm beroep gedaan op wat mensen en wat organisaties in huis hebben. Met recht is dan de Rotterdamse vindingrijkheid op het gebied van Rotterdamse scholen breed uitgemeten in de media; de aanpak om Citoscores te verhogen en schooluitval tegen te gaan getuigen hiervan. Talent dwingt ruimte af. De teruglopende middelen daarentegen voor re‐integratie, sociale zekerheid, armoedebeleid en ook deelgemeenten vragen om zware keuzes die we in deze bestuursrapportage voor 2011 voorleggen. Daarbij worden taken gedecentraliseerd met minder geld dan voorheen beschikbaar was. Dat legt een grote druk op de vindingrijkheid van talentrijke netwerken, waarvan we weten dat de rek niet oneindig is – en op het uithoudingsvermogen. Ruimte voor ondernemen Het voorzichtige herstel van de economie biedt kansen voor ondernemers en die ontwikkeling zal op termijn helpen om meer mensen uit de bijstand aan het werk te helpen. Ondernemers willen doorpakken en vragen van de gemeente korte lijnen en boter bij de vis, zoals ook uit de Irritatie top 10 bleek. Alert optreden ligt ook aan de voet van de aanpak van de leegstand en gezamenlijke programma’s met de universiteiten van Delft en Rotterdam. De praktijk maakt duidelijk hoe duurzaamheid het stadium van appèls en voornemens kan overstijgen, als we de concrete meerjarige investeringsprogramma’s zien die afgelopen half jaar tot stand zijn gekomen. Ook gezien de voorgenomen investeringsprojecten met het Rotterdam Investment Agency als een permanente aanjager. Recente problemen met er bereikbaarheid van de stad maken duidelijk dat we er nog niet zijn. De A15 wordt aangepakt en de doorstroming op de hoofdroutes de stad in en uit is gehandhaafd. Aantrekkelijke, mooie en veilige stad De werkzaamheden aan de Lijnbaan zijn gestart en samen met stakeholders is de toekomstvisie opgesteld, de Rijnhavenbrug gaat er komen, het nieuwe Binnenwegplein is gereed en op de parkeergarage Westblaak komt de grootste groene gevel van Europa. Beheersvraagstukken in de buitenruimte vragen (met een deelgemeentestelsel dat onder druk staat) aandacht, zodat de stad schoon en heel blijft. Veiligheid wordt gebiedsgericht aangepakt met de stuurgroep Veilig in de wijk. De Buurt bestuurt en dat willen we weten ook. Dat vraagt om nieuwe verhoudingen, waarbij ondernemers, publiek, politie en stadswachten ieder
5
een specifieke bijdrage leveren. Uit de jongste onderzoeken blijkt waardering voor de dienstverlening van de gemeente. Alle hens aan dek De omvorming van de gemeentelijke organisatie is ingezet, met het oog op een flexibele inzet van medewerkers, intensivering van de samenwerking tussen diensten en een besparing op de bedrijfsvoering. Met de verbinding van diensten in vier compacte clusters, de vorming van een concerndirectie, de aanstelling van medewerkers in concerndienst en het terugdringen van externe inhuur en loonkosten snijden we de organisatie toe op een smallere en tegelijk steviger leest. Zodat de overheidsorganisatie beter kan aansluiten op problemen in de stad en vooral ook op de mensen en middelen die staan voor het probleemoplossend vermogen van Rotterdam. We zullen met aanzienlijk minder medewerkers de klus moeten klaren, dat staat ook vast. Het is in alle opzichten; alle hens aan dek. Meetbare voortgang collegeprioriteiten Hieronder wordt de meetbare voortgang weergegeven van de targets voor zover gemeten is na 4 maanden. Dat is met de keuze voor targets op het niveau van effecten niet altijd het geval. Voor de targets verhogen schoolprestaties en meer bewoners, werknemers en bezoekers binnenstad is de nu beschikbare informatie over nulmetingen weergegeven, respectievelijk over Citoscores en cijfers en over bezoekers binnenstad.
Target: Verhogen school‐prestaties Taal & Rekenen PO & VO ‐ Het Rotterdamse gemiddelde op de CITO eindtoets, groep 8: Realisatie Target: 10.000 bijstandsgerechtigde Rotterdammers stromen uit naar betaald werk Realisatie Target: In deze collegeperiode zet 60% van de deelnemers aan een taal‐ en participatietraject één of meerdere stappen op de participatieladder (behaalt het participatieresultaat) Realisatie
Mijlpaal
Mijlpaal
Mijlpaal
Realisatie 2010/ nulmeting
2011/4 mnd
2012
531,2.
531,9 1
2013 /Eindwaarde, einde collegeperiode ≥ 534,0.
1.800
2.500
2.500
9.300/10.000 2
2.246
902
60%
41%
33% 3
Target: aan het einde van deze collegeperiode heeft de binnenstad 5% meer bewoners, 5% meer werknemers en 10% meer bezoekers 5% meer inwoners Mijlpaal 31.305 31.305 31.555 32.400 Realisatie 31.835 5% meer werknemers Mijlpaal 80.184 80.184 81.467 82.750 Realisatie n.v.t. 10% meer bezoekers Mijlpaal 531.700 549.246 566.792 584.870 Realisatie n.v.t. Target: Bereikbaarheid stad Snelheid op zes Mijlpaal op 25 km/u 25 km/u 25 km/u 25 km/u hoofdroutes in beide richtingen Nulmeting: 11 Eerste richtingen kwartaal: 11 1 Landelijk: is de Citoscore 535,5 2 . Target einde collegeperiode is 10.000: Bij de eindverantwoording 31‐12‐2013 kan een inschatting gegeven worden van nog te verwerken mutaties. 3 cumulatief 2010/2011
6
Target: het met behulp van de Rotterdam Investment Agency realiseren van 100 investerings‐projecten (succesvolle proposities) in deze collegeperiode Realisatie
Mijlpaal
Realisatie 2010/ nulmeting
2011/4 mnd
2012
2013 /Eindwaarde, einde collegeperiode
scoren goed, van één richting moet het resultaat na controle worden afgekeurd wegens meetfouten.
richtingen scoren goed, tussen 27,7 en 36,3 km/u. Eén richting (Stadhoudersw eg‐Statenweg stad uit) scoort 24,5 km/u.
20
43
70
100
20
28 4
4
cumulatief 2010/2011
7
1.2 Financieel beeld In deze paragraaf wordt aan de hand van aan u voorgestelde begrotingswijzingen de financiële stand van zaken na 4 maanden in 2011 gegeven. Het budgettair beeld van de gemeente is ten opzichte van de begroting fors verslechterd. Belangrijkste redenen zijn: ‐ de tegenvallende volumeontwikkelingen in de WWB, ‐ de vertraagde doorwerking van de gevolgen van de economische recessie (grond, bouw, gemeentelijke organisatie), ‐ wegvallende (specifieke) rijksuitkeringen die niet volledig kunnen worden gecompenseerd door gemeentelijke bezuinigingen. Ten opzichte van de oorspronkelijke begrotingsstand is sprake van een totale wijziging van € 86,5 mln.
Toelichting wijzigingen begroting 1. WWB (‐90.244) De volumeontwikkeling van de WWB veroorzaakt in 2011 een tekort van 100 miljoen op het vanuit de rijksoverheid gefinancierde Inkomens‐ ofwel I‐deel. Dit geprognosticeerde tekort is gebaseerd op het scenario waarbij het volume oploopt van 33.000 tot 36.000 bijstandsgerechtigden aan het eind van het jaar. Grof vertaald naar uitkeringen betekent dit dat er sprake is van een kleine 7.000 meer verstrekte uitkeringen dan waarvoor Rotterdam vanuit het rijksbudget gefinancierd wordt. Om het tekort op de uitkeringslasten van € 100 mln te verminderen worden maatregelen uitgevoerd om de instroom te beperken, de uitstroom te bevorderen en de gemiddelde prijs per uitkering te verminderen (bv door deeltijdarbeid). Deze maatregelen beogen een reductie van het tekort in 2011 van € 28,5 mln. Er resteert dan een tekort van ca € 71,5 mln. Rotterdam kan een beroep kan doen op een incidentele aanvullende uitkering (de IAU). Bij een totaal budget van € 417 mln en een ‘eigen risico’ van 10% kan Rotterdam een aanvraag indienen tot een bedrag van (ca) 29,8 mln. Omdat honorering van de aanvraag onzeker is treffen we tegenover de potentiële vordering op het Rijk tegelijkertijd een voorziening van
8
gelijke grootte; een eventuele toekenning van een aanvullende uitkering is immers niet zeker en vindt bovendien ruim na de jaarafsluiting plaats. Daarnaast is er een begrotingstekort van € 20 mln. doordat de primaire begroting 2011 nog rekening hield met een overschot op de inkomensverstrekking en opbrengsten uit handhaving en verlonen; een en ander is aan de orde gekomen in het begrotingsonderzoek van de COR. 2. WSW (‐7.500) Als gevolg van het dalende participatiebudget is de vergoeding voor de WWB trajecten voor 2011 fors verlaagd waardoor het financiële tekort op de SW in zijn volledige omvang zichtbaar is geworden (€ 14 mln.). Het college neemt in 2011 zelf maatregelen voor € 6,5 mln. Het resterende tekort komt ten laste van de algemene middelen. 3. Armoedebeleid (500) Op het budget woonvoorzieningen is een onderschrijding aan de orde. Deze middelen worden aan de algemene middelen toegevoegd. 4. Naijl economische crisis (‐14.056) Door de economische crisis is er een terugloop ontstaan in het werkpakket van met name Stadsontwikkeling. Daarnaast dient Stadsontwikkeling ook in te krimpen nav opgelegde taakstellingen in het coalitieakkoord en andere bedrijfsvoeringstaakstellingen. Dit leidt tot forse afname in de financiele kaders van Stadsontwikkeling. Deze afname moet worden gerealiseerd door een reductie van het personeelsbestand. De doorlooptijd van reorganisaties zorgen ervoor dat de noodzakelijke organisatorische en personele aanpassingen achterlopen op de afname van de financiële kaders. Dit probleem telt het zwaarst op de kortere termijn. In de komende jaren zal door reorganisaties, een stringente personeelsstop en mobiliteitsinspanningen sprake zijn van een afnemend tekort. 5. Grondexploitaties (‐2.677) Naar aanleiding van de herijking grondexploitaties waarin het verdienvermogen van de grondexploitaties is bijgesteld en daarmee ook de verwachting van het saldo van winst‐ en verliesnemingen voor 2011 en volgende jaren komt het resultaat grondexploitaties in 2011 € 2.677 lager uit. Hierbij is ook rekening gehouden met de gefaseerde implementatie van een kostendekkend grondbedrijf. 6. Rentederving (‐7.944) Door de vrijval van de bestemmingsreserve Havenbedrijf ad € 198.611 in het resultaat 2010 moet de aan het product deelnemingen toegerekende omslagrente (4%) met ingang van 2011 structureel met een bedrag van € 7.944 worden verhoogd tot € 11.915. 7. Bijstelling ramingen belastingen, leges en dividenden (‐14.234) Er worden minder opbrengsten verwacht uit diverse belastingen en leges (‐/‐ € 1,2 mln minder inkomsten OZB, ‐/‐ € 2,8 overige belastinginkomsten, ‐/‐ € 3 mln minder opbrengsten leges Wabo). Daarnaast is er, door een lager netto resultaat 2010 van Eneco, sprake van een lagere dividenduitkering dan geraamd (‐/‐ € 7,2 mln) 8. Kernregistraties (‐1.300) De basisadministratie Adressen en gebouwen wordt voor concerngebruik gevoerd door Stadsontwikkeling, dit betreft een wettelijke taak. Om deze kosten te dekken dient het lastenbudget van het beleidsveld Wonen en RO met € 1.300 te worden verhoogd. 9. BWS (‐450) Het voormalig ministerie VROM heeft het besluit Woninggebonden subsidies per 1 september 2010 afgekocht. Na het opheffen van het bureau Wijkaanpak zijn de resterende medewerkers verspreid aan het werk gegaan. De hiervoor benodigde middelen werden gevonden uit de vrijval van de BWS‐middelen. Nu deze met de jaarrekening 2009 ten behoeve van het concern zijn vrijgevallen stellen wij voor het jaar € 450 beschikbaar. 10. Recreatieschappen (‐745) De gemeente Rotterdam is lid van het Koepelschap en een aantal recreatieschappen in Zuid‐Holland. De invloed van de gemeente Rotterdam op de begrotingen van deze schappen is beperkt. Het totaal van de begrotingen is hoger dan het daarvoor beschikbare budget. Hiertoe hogen wij het lastenbudget in 2011 met € 745 op. Voor de toekomst moet zo spoedig mogelijk overleg plaatsvinden met het nieuwe bestuur van de provincie.
9
11. Stelselwijziging vastgoed (‐4.000) Als gevolg van de stelselwijziging afschrijving vastgoed met ingang van 2010 zijn de kapitaallasten de eerste jaren lager dan begroot. Hierdoor ontstaat bij JOS en SenR beleidsvrije ruimte (€ 5,2 mln). Daarnaast zijn er in het kader van de concernhuisvesting huurcontracten opgezegd waardoor de huisvestingskosten lager uitvallen (€ 0,6 mln). Deze middelen (€ 5,8 mln) worden gereserveerd in een Bestemmingsreserve Knelpunten Kostprijsdekkende Huren om toekomstige knelpunten die zich voordoen bij de invoering van de kostprijsdekkende huur te dekken. Deze problematiek moet begin 2012 inzichtelijk zijn. Van de € 5,8 mln. heeft € 1,8 mln betrekking op overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden). De € 4,0 mln. heeft betrekking op begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen. Reden is dat het voordeel van de stelselwijziging in de sfeer van onderwijs wordt ingezet voor het oplossen van knelpunten in de onderwijshuisvesting. 12. Incidentele meevaller vastgoed (15.000) In december 2006 heeft het college besloten om kapitaal toe te voegen aan RET voor een bedrag van 15 mln ter versteviging van het eigen vermogen van RET. De bestuurlijke afspraak werd daarbij gemaakt dat RET locaties zou ontruimen, zodat de gemeente deze zou kunnen herontwikkelen. De inschatting zou zijn dat de gemeente herontwikkelingswinst zou kunnen boeken, waarvan reeds maximaal 15 mln. aan RET ter beschikking was gesteld. Onlangs hebben RET en de gemeente geconstateerd dat de locaties niet worden ontruimd en dus ook de beoogde herontwikkeling niet in die mate zal voltrekken, zoals voorafgaand aan de verzelfstandiging was afgesproken. RET en de gemeente zijn nieuwe afspraken aan het vastleggen over de status van de betreffende locaties en een terugbetaling van de bijbehorende kapitaalstorting aan de gemeente. De verwachting is dat nog in 2011 de afspraken kunnen worden geformaliseerd, met een maximale bate van 15 mln. 13. OV 65+ (‐176) Voor gratis OV voor 65+‐ers is meerjarig € 5,3 mln beschikbaar. De kosten zijn € 6 mln. Om gratis OV voor 65+‐ers in 2011 voort zetten, hogen wij het lastenbudget met € 176 op. Binnen de dienst is incidenteel een dekking van € 425 beschikbaar 14. Opheffen reserves en voorzieningen (324) De bestemmingsreserve Rotterdams Restauratiefonds is opgeheven. Dit impliceert dat er noch stortingen noch onttrekkingen zullen kunnen plaatsvinden. Ditzelfde geldt voor de voorziening Rotterdams Restauratiefonds en de bestemmingsreserve taakstelling 2007. Daarom kan € 324 vrijvallen ten gunste van de algemene middelen. 15. Dienstverlening (‐7.560) Binnen het programma dienstverlening is sprake van een knelpunt van € 4,5 mln. Dit bevat onder andere de 1e en 2e tranche dienstverlening. Daarnaast wordt de taakstelling van € 3 mln op de Stadswinkels in 2011 niet gerealiseerd. 16. Huisverbod (‐1.300) Sinds 2009 voert de GGD Rotterdam Rijnmond namens de gemeente Rotterdam als centrumgemeente van de regio voor de vrouwenopvang de Wet tijdelijk huisverbod uit. Reeds voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet tijdelijk huisverbod in 2009 was duidelijk dat de middelen vanuit het Rijk voor de uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod niet dekkend waren. 17. Onderwijshuisvesting (‐1.200) Voor de OHV problematiek is een investeringsscenario uitgewerkt, waarbij de periode 2011‐2015 budgettair neutraal verloopt. Voor 2011 is € 1,2 mln benodigd. Het meerjarige scenario wordt verwerkt in de kaderbrief. 18. CJG (‐3.000) Het CJG voert taken uit in het kader van de Wet Publieke Gezondheidszorg en Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Het beschikbare budget in de begroting is onvoldoende om de huidige taken van het CJG, zoals het bereik van de jeugdgezondheidszorg als het zorgen voor een goed functionerende organisatie die klaar is voor de rol die na de decentralisatie van de jeugdzorg moet worden verricht, te kunnen realiseren. 19. SMI (‐1.000) Er is een groei van het aantal aanvragen Sociaal Medische Indicatie (SMI). In 2011 is er nog steeds sprake van een open eindregeling en de aanvragen nemen door de bekendheid met SMI toe. Zolang het open einde karakter van
10
de regeling blijft bestaan is overschrijding niet te voorkomen. Hoewel de criteria sterk zijn verscherpt, blijven er schrijnende individuele gevallen waarbij SMI gewenst is ter bevordering van de gezondheid en welzijn van de betrokken kinderen. 20. Uitstellen onderhoud containers (300) In 2011 worden de budgetten voor onderhoud aan de ondergrondse vuilcontainers afgeroomd ten behoeve van het algemene beeld. In 2012 wordt het onderhoud hierop weer gecontinueerd. 21. Depot Boymans (888) Bij de behandeling van de begroting 2011 heeft uw raad een motie aangenomen over de dekking van het depot Boijmans van Beuningen (2010‐2843)). In deze motie wordt verzocht de tijdelijke maatregelen, voor het depot van museum Boijmans van Beuningen niet ten koste te laten gaan van de Cultuurplanperiode 2013‐2016. Teneinde de motie af te doen stelt het college voor om € 412 uit de algemene middelen beschikbaar te stellen in de jaren 2011‐2014. Een en ander betekent dat de begroting beleidsmatige inspanning Cultureel klimaat per saldo met € 888 afneemt in 2011 (ten gunste van het algemene beeld). 22. Sportcomplex Toepad (‐750) Het sportcomplex Toepad is de afgelopen jaren geherstructureerd. Het project moet nog afgerond worden de aanleg van een parkeerplaats en de aanleg van een derde kunstgrasveld voor voetbalvereniging NOC. De kosten hiervan bedragen € 750. 23. Stadsinitiatieven (5.000) Om het financiële beeld 2011 te ontlasten, stelt het college voor om het budget voor Stadsinitiatieven in 2011 in te zetten ten gunste van het algemene beeld. 24. S&R (‐4.000) Het knelpunt heeft betrekking op personeelskosten en ICT kosten. Op de personeelskosten is een knelpunt van € 1,2 mln, onder andere door reorganisaties uit het verleden, de aanschaf van bedrijfspecifieke software en kosten die onvoldoende kunnen worden doorberekend aan de tarieven van deelgemeenten. 25. Verplichtingenstop (53.900) Gelet op de financiële ontwikkelingen is besloten tot de invoering van een verplichtingenstop. Verplichtingen, voor zover deze essentiële onderdelen van de bedrijfsvoering (going concern) niet raken, worden niet langer aangegaan. Dit levert een bijdrage in het terugdringen van het tekort. Bij de beleidsmatige inspanningen wordt een nadere toelichting op de onderdelen van de verplichtingenstop gegeven. Bestemmingsvoorstellen jaarrekening 2010 Uw raad besluit op 23 juni over de jaarrekening 2010. Gezien het negatieve rekeningresultaat (‐/‐ € 58 mln.) is er geen ruimte voor bestemmingsvoorstellen. Desondanks is een aantal bestemmingsvoorstellen vanuit technisch oogpunt noodzakelijk. Dit heeft te maken met de gesloten systemen (riolen, parkeren), cofinanciering (bijdragen van derden) en specifieke rijksmiddelen die niet ingezet mogen worden voor andere doeleinden. Dit leidt ertoe dat wij voorstellen om voor € 20 mln. aan bestemmingen goed te keuren. Na goedkeuring worden deze bestemmingsvoorstellen verwerkt in de tweede bestuursrapportage.
11
Toelichting 1. Fit 4 work is een project dat gesubsidieerd wordt door het ministerie van SZW en moet worden teruggestort als het geld niet wordt besteed aan het project. 2. Parkeren is een gesloten systeem, waarbinnen alle exploitatielasten gedekt worden. Het positieve resultaat 2010 (€ 3,7 mln.) is niet direct in 2011 benodigd. Vandaar dat wordt voorgesteld om deze reserve in 5 jaar aan te vullen. 3. Riolen en gemalen is ook een gesloten systeem, waarbij de exploitatielasten gedekt worden uit het riooltarief. Het positieve resultaat 2010 wordt toegevoegd aan de betreffende reserve. Daarbij is de afspraak gemaakt dat in 2011 en 2012 jaarlijks € 5 mln. uit de reserve wordt gebruikt om de veegkosten (Roteb, algemene middelen) te dekken. Dit verlicht het algemene beeld in die beide jaren met € 5 mln. Dit wordt verwerkt in de tweede bestuursrapportage. 4. Met dit bestemmingsvoorstel wordt het Sociaal Programma (2006‐2010) financieel geheel afgewikkeld. 5. Taakmutaties betreft rijksgelden die in 2010 zijn ontvangen, maar waarvoor in 2010 nog geen uitgaven zijn gedaan. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is de financiële buffer van de gemeente om onvoorziene gebeurtenissen en risico’s op te kunnen vangen. Het weerstandsvermogen bestaat uit de Algemene Concernreserve en de Financieringsreserve. De stand van het weerstandsvermogen op 31 december 2010 bedroeg circa € 169 mln., waardoor het weerstandsvermogen net onder de norm uitkwam. Na verwerking van het negatieve resultaat komt het weerstandsvermogen uit op € 110,9 mln. Wanneer ook de bestemmingsvoorstellen (‐/‐ € 20,1 mln) en de mutaties eerste bestuursrapportage (‐/‐ 86,7 mln) worden afgetrokken nadert het weerstandsvermogen eind 2011 € 0. In de kaderbrief en de begroting leggen wij u een meerjarig financieel beeld voor, waarbij wij maatregelen voorstellen om het weerstandsvermogen gedurende deze collegeperiode weer op een acceptabel niveau te brengen. Investeringskader Conform de Verordening financiële huishouding stelt uw raad het investeringskader vast. Het investeringskader is het totaalbedrag waarbinnen ons college investeringskredieten kan toekennen aan de dienst. Het gevoteerde krediet betreft de investeringen die naar verwachting in 2011 starten. Het karakter van de votering is meerjarig; (een deel van) de daadwerkelijke investeringsuitgave kan ook plaatsvinden in latere jaren. De dekking van de bijbehorende kapitaallasten vindt plaats binnen de exploitatie van de betreffende dienst en is verwerkt in de meerjarenraming van de beleidsvelden. Het investeringskader 2011 is door uw raad bij omissieregeling 2011 vastgesteld op € 341.734 mln. Conform de Verordening financiële huishouding worden de afwijkingen in de lopende investeringskredieten aan u gemeld en wordt het bijgestelde Investeringskader 2011 ter vaststelling aan u aangeboden. Wij stellen onderstaande toevoegingen, voor een bedrag van € 51.491 mln, aan u voor: Investeringskader 2011
bedragen
* € 1.000
Stand bij omissieregeling 2011 Toevoegingen bij Bestuursrapportage
341.734 51.491
Stand 1e bestuursrapportage 2011
393.225
Omschrijving krediet 1. Reguliere vervanging werkplekken 2. Infrastructuur en netwerk 3. Uitbreiding storage
Dienst SDR SDR SDR
Categorie Bestaand Bestaand Bestaand
Bedragen* € 1.000 1.000 3.057 2.388
12
4. Netwerk 5. Oracle Licenties 6. Oracle Licenties (beheer) 7. Roosterapplicaties 8. Nieuwe PMS 9. Project Vervanging Handterminals 10. Parkeergarage Grote Markt 11. Kruispleingarage 12. Topsportcentrum 13. Museumparkgarage 14. Theaterzaal en Foyer Bibliotheek 15. Nieuw Digitaal Loket 16. Keten Pand en Persoon 17. Parksaver 18. kunstgrasveld SV Ommoord Mutaties
SDR SDR SDR STZ STZ STZ OBR OBR OBR OBR OBR DS+V STZ STZ OBR
Bestaand Nieuw Bestaand Bestaand Nieuw Nieuw Bestaand Bestaand Bestaand Bestaand Bestaand Bestaand Nieuw Nieuw Nieuw
905 4.900 744 105 430 1514 6.647 15.600 1.498 8.875 28 300 1.000 2.000 500 51.491
(1) Werkplekken (€ 1.000) Om de continuïteit van de informatievoorziening te kunnen waarborgen en te voldoen aan de gemaakte dienstverleningsafspraken voor werkplekapplicaties, is het van belang de apparatuur die hierbij benodigd is periodiek te vervangen. Het investeringsvoorstel betreft een vervangingsinvestering van werkapparatuur. De exploitatiekosten, afschrijving en rentelasten worden gedekt binnen de begroting. (2) Infrastructuur en netwerk (€ 3.057) Alle gebruikers, mailboxen, pc’s en printers maar ook databases, opslag en applicaties zullen in 2011 naar de nieuwe infrastructuur van ICT diensten Rotterdam worden overgezet. Er zullen extra servers, opslag en verbindingen in het datacenter moeten worden bijgeplaatst om voldoende ruimte en capaciteit te creëren. De exploitatiekosten, afschrijving en rentelasten worden gedekt binnen de begroting. 3) Uitbreiding storage (€ 2.388) Er is een toenemende vraag naar data‐opslag (“storage”) vanuit diverse diensten en projecten voor de komende jaren, onder meer bij het Gemeentearchief en de dienst Gemeentebelastingen. Het investeringstraject loopt vijf jaar. Alleen de investering voor het eerste jaar valt binnen de aanvraag van dit krediet. De exploitatiekosten, afschrijving en rentelasten worden gedekt binnen de begroting. (4) Netwerk (€ 905) De investering betreft vervanging van netwerkapparatuur om de continuïteit van de informatie‐voorziening te kunnen waarborgen. De exploitatiekosten, afschrijving en rentelasten worden gedekt binnen de begroting. (5) Oracle Licenties (€ 4.900) Er wordt meer gebruik gemaakt van licenties Oracle dan is voorzien (“out of compliancy)”. Met Oracle is een contract gesloten om deze licentiekosten (€ 4.900) in een keer te betalen in 2011 en vanaf 2012 hierover 20% onderhoud te betalen. De exploitatiekosten, afschrijving en rentelasten worden gedekt binnen de begroting. (6) Oracle licenties (beheer) (€ 744) In 2010 zijn Oracle licenties aangeschaft die geactiveerd zijn, maar waarvoor geen krediet is aangevraagd. Voorheen werden licenties via de opdrachtgever/eigenaar aangeschaft en bij de kostenplaats concernfinanciën geactiveerd. Deze kredietaanvraag vloeit voort uit de nieuwe werkwijze. De exploitatiekosten, afschrijving en rentelasten worden gedekt binnen de begroting. (7) Roosterapplicaties (€ 105) Dienst Stadstoezicht gebruikt voor het rooster planningsproces, de registratie van verlof, ziekte en gerealiseerd werk en het rapporteren van werkzaamheden van de (buitendienst) medewerkers voor onder andere deelgemeenten een integrale rooster planningsysteem. Dit bestaande systeem zal, mede gezien de Rotterdamse
13
(ICT) ontwikkelingen en de toenemende functionele eisen die aan een dergelijk systeem worden gesteld, vervangen worden door een nieuw rooster planningsysteem. Het tot en met 2010 aangevraagde en gevoteerde krediet van € 170 voor deze vervanging is overschreden doordat in 2010 € 244 is uitgegeven. De exploitatiekosten, afschrijving en rentelasten worden gedekt binnen de begroting. (8) Nieuwe PMS (€ 430) De vervanging van verouderde parkeermanagement systemen in de parkeergarages Erasmusbrug, Nieuwe Binnenweg I en P+R Alexander wordt geraamd op € 430. In 2010 zijn door de dienst Stadstoezicht uitgaven (€ 212) gedaan. De kapitaallasten van deze parkeer‐ managementsystemen worden gedekt uit de parkeerbaten. (9) project Vervanging Handterminals Stadstoezicht (€ 1.514) De bestaande handterminals van de handhavers van Stadstoezicht zijn verouderd. Stadstoezicht heeft, voor de noodzakelijke vervanging, de ontwikkeling van een open en flexibel platform zelf ter hand genomen en heeft gekozen voor een vooruitstrevende oplossing. In 2010 zijn door de dienst Stadstoezicht uitgaven (€ 854) gedaan. Voor de vervanging van de handterminals is een krediet benodigd van € 1.514. De exploitatiekosten, afschrijving en rentelasten worden gedekt binnen de begroting. (10, 11, 12, 13 en 14) Parkeergarage Grote Markt, Kruispleingarage, Topsportcentrum, Museumparkgarage en Theaterzaal en Foyer Bibliotheek In het proces van vereenvoudiging en uniformering van de financiële huishouding en administratie is de regelgeving voor de berekening van de investeringsbedragen aangescherpt. De aanscherping houdt in dat voor alle investeringsprojecten de verwachte prijspeilontwikkelingen en de bouwrente worden meegenomen op het moment dat een investeringskrediet wordt aangevraagd. Tot nu toe was de regelgeving op dit vlak onduidelijk met als gevolg dat dit voor het ene project wel en voor het andere project niet het geval was. Door de integrale kosten mee te nemen kan aan de voorkant een zuiverdere investeringsbeslissing worden genomen. De integrale kosten kunnen worden afgeschreven over de termijn waarover ze worden gebruikt. Dit is ook toegelicht in het jaarverslag 2010, bijlage 5. In het verlengde hiervan zijn alle lopende investeringsprojecten systematisch doorgelopen op prijspeilontwikkelingen en bouwrente. De aanscherping leidt tot hogere investeringsbedragen en de hiervoor benodigde dekking. Voor de projecten waarbij hier nog geen rekening was gehouden leidt dit tot hogere investeringskredieten, zoals aangegeven bij het jaarverslag worden deze in de bestuursrapportage aangepast. Voor de dekking stellen wij voor dat deze wordt gevonden binnen het project, binnen de eigen dienst of cluster. De aanscherping leidt tot hogere investeringsbedragen, maar niet tot hogere kosten, de kosten worden immers al gemaakt. De aanscherping houdt in dat de kosten die voor de investeringen integraal zichtbaar worden (15) Nieuw Digitaal Loket (€ 300) Intentie van de gemeente is om vergunningsaanvragen volledig digitaal te af te handelen. In de praktijk bestaat echter nog steeds de mogelijkheid om vergunningen (Wabo) op papier aan te vragen en op papier uit te leveren. In de gebouwde systemen is hiermee geen rekening gehouden. Het project Nieuw Digitaal Loket Rotterdam (NDLR) draagt zorg voor de bouw en invoering van de aanpassing aan deze voorzieningen en maakt een onlosmakelijk deel van uit van de invoering van Wabo. De aanvullende exploitatiekosten, afschrijving en rentelasten worden gedekt binnen de begroting. (16) Keten Pand en persoon (€ 1.000) Voor het verder professionaliseren van de keten Pand en Persoon wordt in opdracht van de dienst Stadstoezicht voor de dienst Publiekszaken een nieuw informatie‐ en registratiesysteem ontwikkeld. De directie van Stadstoezicht heeft aangegeven dat voor de ontwikkeling van het Ketensysteem Pand en Persoon een krediet benodigd is van € 1 mln. De dienst heeft verzuimd voorafgaand aan de investering het krediet aan te vragen. De exploitatiekosten, afschrijving en rentelasten worden gedekt binnen de begroting. (17) Parksaver (€ 2.000) Dit krediet, waarvan een groot deel al in 2010 is aangewend, wordt ingezet voor de gezamenlijke ontwikkeling van de nieuwe internetapplicatie Parksaver voor de dienst Publiekszaken en Stadstoezicht. Met de ontwikkeling van deze dienstverlening kunnen bewoners volledig digitaal hun parkeerproducten aanvragen. De dienst heeft verzuimd voorafgaand aan de investering het krediet aan te vragen. De exploitatiekosten, afschrijving en rentelasten worden gedekt binnen de begroting.
14
(18) kunstgrasveld SV Ommoord (€ 500) Aan de raad wordt voorgesteld het investeringskader op te hogen met € 0,5 mln. in verband met de aanleg van een kunstgrasveld in Ommoord in opdracht van de deelgemeente. Het Dagelijks Bestuur van de deelgemeente heeft hiertoe besloten. Dekking hiervoor is geregeld door een kostprijsdekkende huur aan de deelgemeente.
15
2. Realisatie per Beleidsmatige inspanning 1. Beleidsveld Bestuur en dienstverlening 1.1 Beleidsmatige inspanning besluitvorming en ondersteuning Raad Geen bijzonderheden te melden. Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning Besluitvorming en ondersteuning Raad
begroting 2011 incl omissie 403 9.519 ‐9.116 0 0 ‐9.116
(bedragen x € 1.000,‐) financiële stand wijziging 4‐maands ‐2 401 ‐2 9.517 0 ‐9.116 0 0 0 0 0 ‐9.116
baten lasten saldo vóór reserveringen onttrekking aan reserves toevoegingen aan reserves saldo na reserveringen Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Besluitvorming en ondersteuning Raad baten lasten saldo Ondersteuning raad/griffie 0 ‐5 5 Raad 0 0 0 Rapporten Ombudsman ‐1 4 ‐5 Rapporten Rekenkamer ‐1 ‐1 0 totaal ‐2 ‐2 0 Aansluittabel mutaties Mutaties baten lasten Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1. Herijking budgetten ‐2 ‐2 Totaal ‐2 ‐2 Technische mutaties 1. Herijking budgetten (stijging lasten 404, daling lasten 406, daling baten 2) Binnen het product Raad heeft er een herijking plaatsgevonden van de budgetten. Dientengevolge zijn een aantal budgetten budgetneutraal bijgesteld.
16
1.2 Beleidsmatige inspanning besluitvorming en advisering college Geen bijzonderheden te melden. Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning Besluitvorming en advisering College
begroting 2011 incl omissie 10.555 84.469 ‐73.914 0 0 ‐73.914
(bedragen x € 1.000,‐) financiële stand wijziging 4‐maands ‐1.732 8.823 ‐12.591 71.878 10.859 ‐63.055 67 67 0 0 10.926 ‐62.988
baten lasten saldo vóór reserveringen onttrekking aan reserves toevoegingen aan reserves saldo na reserveringen Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Besluitvorming en advisering College baten lasten saldo Auditrapportages ‐4.236 ‐186 ‐4.050 College 0 ‐100 100 Ondersteuning bestuurlijke besluitvorming 2.504 ‐12.305 14.809 totaal ‐1.732 ‐12.591 10.859 Aansluittabel mutaties Mutaties baten lasten Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. Overhead Servicedienst ‐16.672 2. Afroming budgetten concerncertificering ‐115 3. Budget audits ‐1.544 4. Terugdraaien taakstelling productiviteit ‐49 5. Taakoverheveling directie veiligheid naar OBB 691 6. Herschikking budget binnen Bestuursdienst 900 7. technische correctie aanvulling budget Jeugdconsul ‐100 8. Technische correctie producten Veiligheid 883 9. Monitoring ICT projecten en programma’s 300 10. Budgetwijziging agv overgang concerncertificering ‐2.692 11. Verplichtingenstop ‐1.000 Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1. Reclassificatie economische categorieën 0 0 2. Technische correctie binnen het product OBB 2504 2504 Onttrekking reserves 1. Verbouwing stadhuis 67 Totaal ‐1.732 ‐12.591 Overboekingen tussen beleidsvelden 1. Overhead Servicedienst (daling lasten 16.672) In de meerjarenbegroting 2011‐2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. 2. Afroming budgetten concerncertificering (daling lasten 115) In de meerjarenbegroting 2011‐2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een
17
accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. 3. Budget audits (daling baten 1.544) Het beschikbare budget voor de audits die ASR uitvoert in het kader van 213A, rol onafhankelijke toezichthouder (voorheen MOAP) en overige concernaudits wordt gepositioneerd bij de ASR. Het gaat in totaal om een bedrag van 1,68 mln (economische categorie 6300). De baten van ASR nemen met dit bedrag af, bij Concern financiën nemen de lasten af met hetzelfde bedrag. 4. Terugdraaien taakstelling productiviteit (daling lasten 49) De taakstelling betreft het aan ASR opgelegde deel van de productiviteitskorting. De opgehaalde baten voor deze taakstelling zijn als onrechtmatig beoordeeld en worden hierbij teruggedraaid. De lasten bij ASR worden verlaagd, zo ook de baten van concernfinanciën. 5. Taakoverheveling directie veiligheid naar OBB (stijging 691 lasten) Dit betreft een overheveling van taken binnen de Bestuursdienst. Naar aanleiding van de reorganisatie van de Directie Veiligheid worden twee taken overgedragen naar de afdeling IZB en BGS (informatiemanagement en integriteitsbeleid). 6. Herschikking budget binnen Bestuursdienst (stijging 900 lasten) Om tot een sluitende begroting van de Bestuursdienst te komen, is de taakstelling zoals die in 2010 van toepassing was, ook in 2011 aan de directies van de Bestuursdienst opgelegd. Dit leidt tot een herschikking binnen het product Ondersteuning bestuurlijke besluitvorming en een overheveling vanuit de Directie Veiligheid naar het product Ondersteuning bestuurlijke besluitvorming. 7. Jeugdconsul (daling lasten 100) Bij de beleidsmatige inspanning besluitvorming en advisering college en de beleidsmatige inspanning wijkveiligheid worden de lasten met € 100 verlaagd. Het budget ad € 200 is overgeheveld naar de beleidsmatige inspanning jeugdgezondheidszorg en opvoeding. 8. Technische correctie producten Veiligheid (stijging lasten 883) Bij de begroting 2011 is in het kader van de nieuwe DIM‐structuur een nieuwe opzet van de begroting opgesteld, waarbij twee producten zijn opgegaan in 6 nieuwe producten. Sinds februari 2011 is bij de directie Veilig een nieuwe organisatiestructuur van kracht. De baten stijgen met € 1,192 mln. door bijdragen aan het veiligheidshuis door ketenpartners die pas eind 2010 bekend zijn geworden. De lasten stijgen met hetzelfde bedrag waarbij € 900 is overgeheveld van de directie Veilig naar de afdelingen Interne Zaken en Bureau Gemeentesecretaris in het kader van formatieoverdracht, voornamelijk voor medewerkers van communicatie, ICT, financiën en integriteit. 9. Monitoring ICT projecten en programma’s (stijging lasten 300) De ASR hevelt € 300 over naar de BSD in het kader van de overgedragen taak ‘monitoring ICT projecten en programma’s'. 10. Budgetwijziging als gevolg van de overgang concerncertificering (daling baten 2.692) Als gevolg van besluitvorming over de overgang van dienstcertificering naar concerncertificering dient ASR haar baten bij te stellen. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën. Op concernniveau is deze boeking neutraal. 11. Verplichtingenstop (daling lasten 1.000) Gelet op de financiële ontwikkelingen is besloten tot de invoering van een verplichtingenstop. Verplichtingen, voor zover deze essentiële onderdelen van de bedrijfsvoering (going concern) niet raken, worden niet langer aangegaan. Dit levert een bijdrage in de terugdringing van het tekort. Voor beleidsmatige inspanning besluitvorming en advisering college betekent dit een lasten verlaging van 1.000. Technische mutaties 1. Reclassificatie economische categorieën (daling lasten 839, stijging lasten 839)
18
Enerzijds vinden er een aantal verschuivingen plaats van de economische categorie 0000 ‘niet in te delen lasten’ en 6300 ‘overige verrekeningen’. De kosten worden overgeboekt naar de juiste economische categorieën. Daarnaast vinden er een aantal verschuivingen plaats met betrekking tot de externe en interne inhuur, aangezien er steeds meer gebruik wordt gemaakt van interne dienstverlening. 2. Technische correctie binnen het product OBB Dit betreft een nadere specificatie van de eerder ingediende begroting. De baten en lasten zijn op deze manier realistischer begroot. Onttrekking reserves 1. Verbouwing stadhuis (stijging lasten 67) Ten behoeve van de verbouwing stadhuis worden er 67 aan de reserves onttrokken.
19
1.3 Beleidsmatige inspanning bestuurlijke samenwerking Financiële kwesties Als uitvloeisel van de herijking van het deelgemeentefonds is een aantal financiële kwesties inmiddels nader onderzocht en rijp gemaakt voor besluitvorming bij bestuursrapportage en/of kaderbrief. Het betreft de vervanging van objecten in de buitenruimte en het beheer en onderhoud van de stadsparken Kralingse bos, Zuiderpark en Het Park. Ook de bestuursopdracht die in dit kader in 2010 is verstrekt aan de dienst SenR, o.a. gericht op het aanpassen van de regels ten aanzien het afbouwen van voorzieningen door deelgemeenten en op het verbeteren van de aansturing en bekostiging van openbare zwembaden, atletiekbanen en het skatepark op de Westblaak, is ambtelijk uitgewerkt. Het resultaat fungeert als basis voor bestuurlijke besluitvorming. En in november 2010 kon met de deelgemeenten Charlois en Prins Alexander al een meerjarige afspraak worden gemaakt over de wijze waarop de extra kosten van hun stadswinkels L(arge) worden teruggedrongen. Doorontwikkeling Gebiedsgericht werken (GGW) Gebiedsgericht werken is binnen de gemeente Rotterdam dé manier van werken. Hiermee zijn we er nog niet. Zo is er binnen het concern nog in onvoldoende mate een gedeelde visie op wat GGW nu in de praktijk precies betekent. Aandacht voor Gebiedsgericht werken blijft dan ook noodzakelijk, voor ons als college, de deelgemeenten en de diensten. De doorontwikkeling van Gebiedsgericht werken in het concern wordt vanuit stad en deelgemeenten gezamenlijk opgepakt. De Concerndirectie is ambtelijk verantwoordelijk voor het verder vormgeven en verbeteren van Gebiedsgericht werken. Hierbij merken wij op dat ongeacht de consequenties voor de gemeente Rotterdam van het wetsvoorstel van minister Donner om de deelgemeenten op te heffen, Gebiedsgericht werken in Rotterdam dé manier van werken blijft. Eerste resultaten afspraken bestuursakkoorden In het kader van “We kunnen zoveel beter” hebben wij op 10 december 2010 met 13 deelgemeenten een bestuursakkoord ondertekend. Hiermee is een belangrijke stap gezet in de verdere doorontwikkeling van het complementair bestuur in deze stad. Twee maal per jaar zal de voortgang van de gemaakte afspraken met elke deelgemeente individueel worden besproken. De verdere reguliere overlegstructuur tussen stad en deelgemeenten heeft inmiddels ook vorm gekregen. Integrale wijkactieplannen (i‐Wappen) worden in november het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding vastgesteld. I‐Wappen zijn ook jaarschijven van het bestuursakkoord tussen stad en deelgemeente. Omdat de bestuursakkoorden met de deelgemeenten in december 2010 zijn ondertekend, zijn nog niet alle integrale wijkactieplannen 2011 opgesteld en heeft de besluitvorming vertraging opgelopen. In overleg met de deelgemeenten wordt bezien hoe met deze situatie zal worden omgegaan. De eerste ronde bestuurlijk overleg met de deelgemeenten over de voortgang van de gemaakte afspraken, heeft onder andere door de bezuinigingsopgave waar we als stad voor staan vertraging opgelopen. Verder zet de bezuinigingsopgave waar we momenteel voor staan de in de akkoorden gemaakte afspraken onder druk. Met de deelgemeenten is afgesproken de bestuurlijke monitoring van de akkoorden on hold te zetten. Het overleg met de deelgemeenten zal plaatsvinden na besluitvorming in ons college over de bezuinigingen. In de volgende bestuursrapportage komen we terug op de bereikte resultaten uit de akkoorden. We willen uw raad wel een impressie geven van de eerste resultaten van de afgesloten akkoorden. De besturen weten elkaar goed te vinden, de onderlinge ambtelijke samenwerking is eveneens sterk verbeterd. Daarnaast wordt vanuit het gebiedsgericht werken meer gebruik gemaakt van de lokale kennis, op basis waarvan inzetten nauwkeurig afgestemd kunnen worden op de behoeften in de wijken. Daarbij komt steeds meer oog voor het feit dat standaardpakketten niet altijd voldoen en de resultaten gezamenlijk geleverd moeten worden. Een greep uit de afspraken die reeds op de rails staan en waaraan al gewerkt wordt: o In Pernis worden alle woningen door HBO‐studenten bezocht om de behoefte aan (mantel‐) zorg in kaart te brengen. De maatschappelijke opvangvoorziening is in aanbouw en wordt in september opgeleverd. o In Oud Crooswijk en de Tarwewijk is full engagement opgestart door SoZaWe. o In Hillegersberg‐Schiebroek wordt een visie voor het Kleiwegkwartier ontwikkeld. o In Delfshaven is gestart met de uitrol van Stichting Nederland Schoon op de winkelstraten. o Ten slotte is het programma Kwaliteitssprong Zuid van start gegaan. Dit programma dient als pilot voor de verdere doorontwikkeling van het Gebiedsgericht werken in het concern.
20
Punten van gesprek met de deelgemeenten worden onder andere de wegvallende rijksmiddelen ten behoeve van DOSA, de aanpak van hinderlijke en overlastgevende jeugd in Delfshaven, het gemeentelijke zwembadenbeleid en de gebiedsgerichte inzet van SoZaWe in Feijenoord. Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) begroting 2011 financiële stand Bestuurlijke samenwerking incl omissie wijziging 4‐maands baten 0 0 0 lasten 332.010 0 332.010 saldo vóór reserveringen ‐332.010 0 ‐332.010 onttrekking aan reserves 0 0 0 toevoegingen aan reserves 0 0 0 saldo na reserveringen ‐332.010 0 ‐332.010 Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Bestuurlijke samenwerking baten lasten saldo Uitkering deelgemeenten 0 0 0 Uitkering gemeenschappelijke regeling 0 0 0 totaal 0 0 0
21
1.4 Beleidsmatige inspanning dienstverlening Dienstverlening Vrijwel alle deelgemeenten zijn over op 14010 of gaan hier op over in 2011. Uitzonderingen zijn Hillegersberg‐ Schiebroek en Rozenburg . Publiekszaken onderneemt de nodige actie om concernbrede aansluiting op 14010 te realiseren. Verschillende deelgemeenten maken geen gebruik van de concern website www.rotterdam.nl en hebben een eigen website ontwikkeld. Op deze websites is sprake van onvoldoende integratie met, en aandacht voor, het concern e‐loket, waardoor digitale dienstverlening (en kanaalsturing hierop) onvoldoende aandacht krijgt. Dit staat haaks op het uitgangspunt dat Rotterdam de burger één ingang aanbiedt. Hoogvliet, Noord, Centrum en Rozenburg zijn volledig aangesloten op www.rotterdam.nl. Met de overige deelgemeenten vindt overleg plaats over de overgang naar Rotterdam.nl.. Telefonische bereikbaarheid Het aantal telefonische contacten dat binnen 20 seconden wordt beantwoord is over de eerste drie maanden van 2011 gestegen naar 84%, ten opzichte van 64% over 2010. In het eerste trimester van 2011 is de directe afhandeling van telefonische vragen nauwelijks veranderd ten opzichte van 2010, 68 resp. 69 %. De norm van 80% wordt niet gehaald. Door het verbeteren van de gegevens van diensten en deelgemeenten in het informatiesysteem zal het percentage vragen dat direct kan worden afgehandeld verbeteren. Publiekszaken geeft diensten en deelgemeenten informatie over welke vragen niet kunnen worden beantwoord, en dus worden doorgezet naar deze diensten. Met deze informatie kan de content van het informatiesysteem door de desbetreffende dienst of deelgemeente worden verbeterd. Publiekszaken treedt daarbij op als regisseur en adviseur. Dwangsom Binnen Publiekszaken wordt in 2011 een nieuwe afdeling Klantenservice ingericht. Deze afdeling zal voor het concern onder andere het aantal toegekende dwangsommen gaan registreren. Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) begroting 2011 financiële stand Dienstverlening incl omissie wijziging 4‐maands baten 197.038 ‐38.535 158.503 lasten 218.737 9.492 228.229 saldo vóór reserveringen ‐21.699 ‐48.027 ‐69.726 onttrekking aan reserves 1.850 5.372 7.222 toevoegingen aan reserves 0 0 0 saldo na reserveringen ‐19.849 ‐42.655 ‐62.504 Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Dienstverlening baten lasten saldo Archivering en beschikbaar stellen van archieven 0 ‐313 313 Beveiliging gemeentelijke gebouwen ‐65 ‐36 ‐29 Interne dienstverlening ‐40.696 ‐1.634 ‐39.062 Publieksdiensten 2.226 11.475 ‐9.249 totaal ‐38.535 9.492 ‐48.027 Aansluittabel mutaties Mutaties baten lasten Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Knelpunt dienstverlening 4.560 2. Frictiekosten Stadswinkels 3.000 3. Verplichtingenstop ‐5.234 Overboekingen tussen beleidsmatige inspanningen
22
1. Herijking begroting Stadstoezicht ‐65 ‐36 2. Herfinanciering van de Servicedienst ‐44.180 ‐1.450 3. Afroming budgetten concerncertificering ‐204 Technische mutaties (saldoneutraal binnen de beleidsmatige inspanning) 1. Overdracht ICT hardware (kapitaallasten) 1.139 1.139 2. Overboeking trend 0 0 3. Reclassificatie economische categorie 0000 0 0 4. Energiekosten GAR 0 0 5. Uitzendkrachten GAR 0 0 6. Energiekosten concern 1.500 1.500 7. Overkomst personeel van Publiekszaken naar Servicedienst 845 845 8. Masterplan Dienstverlening 2.226 Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. Onttrekking reserves Programma Dienstverlening 5.372 Totaal ‐38.535 9.492 Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Knelpunt dienstverlening (daling lasten 940, stijging lasten 5.500) Binnen het programma dienstverlening is sprake van een knelpunt van 5.500. Dit bevat onder andere de 1e en 2e tranche dienstverlening en een structureel begrotingstekort bij Publiekszaken. 940 van het knelpunt wordt intern opgelost, o.a. door verdere reductie van de personeelsformatie. Er resteert een knelpunt van 4.560. 2. Frictiekosten Stadswinkels (stijging lasten 3.000) De problematiek wordt veroorzaakt door in de begroting opgenomen besparingen voor stadswinkels. Deze besparingen zijn met ingang van 2011 opgenomen als een taakstelling van 3 mln. Deze taakstelling kan niet eerder dan met ingang van 2012 worden gerealiseerd. Het eenmalige knelpunt van 3 mln. in 2011 is frictie. 3. Verplichtingenstop (daling lasten 5.234) Gelet op de financiële ontwikkelingen is besloten tot de invoering van een verplichtingenstop. Verplichtingen, voor zover deze essentiële onderdelen van de bedrijfsvoering (going concern) niet raken, worden niet langer aangegaan. Dit levert een bijdrage in het terugdringen van het tekort. Voor beleidsmatige inspanning dienstverlening betekent dit een daling van de lasten met € 5.372. Dit betreft met name het stoppen externe inhuur Servicedienst. Overboekingen tussen beleidsvelden 1. Herijking begroting STZ (daling baten 65, daling lasten 36) Er heeft een herijking van de begroting van Stadstoezicht plaatsgevonden. Door deze budgettair neutrale mutatie tussen beleidsvelden worden de baten en lasten van beveiliging gemeentelijk gebouwen vanaf nu correct begroot en verantwoord. in tegenstelling tot voorgaande jaren is er nu een reëel beeld van de kosten en opbrengsten op productniveau en per economische categorie. 2. Herfinanciering van de Servicedienst (daling baten 44.180, daling lasten 1.450) Ten einde onderling factureren tussen de diensten terug te dringen en daarmee tevens bij te dragen aan een efficiënter afstemmingsproces van vorderingen en schulden tussen de diensten, is besloten tot herfinanciering van de Servicedienst ter grootte van 44,180 mln. Dit betekent een herverdeling van budgetten voor de diensten. Het bedrag wordt bij de andere diensten afgeroomd waardoor de Servicedienst dit bedrag niet meer bij de diensten in rekening hoeft te brengen. 3. Afroming budgetten concerncertificering (daling lasten 204) In de meerjarenbegroting 2011‐2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een
23
accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. Technische mutaties 1. Overdracht ICT hardware (kapitaallasten) (stijging baten 1.139, stijging lasten 1.139) Dit betreft een budgetneutrale wijziging van kapitaallasten in verband met de overgedragen boekwaarde van diverse hardware vanuit SoZaWe en GGD aan de Servicedienst / ICT diensten. 2. Overboeking trend (daling baten 113, stijging baten 113) De trend 2011 "goederen en diensten" ad € 113 K is ten onrechte geboekt op economische categorie 4010 "belasting op producenten". Deze moet worden gereclassificeerd naar economische categorie 3400 ""goederen en diensten". Dit is een budgetneutrale overboeking. 3. Reclassificatie economische categorie 0000 (daling lasten 2.350, stijging lasten 2.350) De begroting op de economische categorie 0000 "niet in te delen lasten" bedraagt € 1.650 K negatief, dit bedrag wordt overgeboekt naar de juiste economische categorieën. 4. Energiekosten GAR (daling lasten 205, stijging lasten 205) De energiekosten vanaf 2010 worden door de Servicedienst doorbelast, deze worden niet meer op economische categorie. 3100 verantwoord, maar op economische categorie 6222. Hiervoor dient een begrotingswijziging te worden uitgevoerd ad € 205. 5. Uitzendkrachten GAR (daling lasten 24, stijging lasten 24) De post personeel van derden (economische categorie 3000) ad € 24 dient te worden overgebracht naar uitzendkrachten: economische categorie 3010. 6. Energiekosten concern (stijging lasten 1.500, stijging baten 1.500) De aan diensten door te belasten energiekosten vanuit de Servicedienst / Facilitaire Services zijn hiermee op het niveau van de realisatie gebracht. Deze kosten worden één op één aan de diensten doorbelast en zijn dus voor de Servicedienst budget‐ en resultaatneutraal. 7. Overkomst personeel van Publiekszaken naar Servicedienst (stijging lasten 845, stijging baten 845) In 2011 zijn zowel medewerkers van POD als van Publiekszaken overgekomen naar de Servicedienst. De bijbehorende personeelsbudgetten zijn hiermee overgeheveld. 8. Masterplan Dienstverlening (stijging baten 2.226) De projecten van programma dienstverlening worden enerzijds gefinancierd uit de bestemmingsreserves en anderzijds vanuit de facturatie aan andere diensten. De begroting 2011 van het programma is sluitend en is vanuit de projecten opgebouwd. Reserves 1. Onttrekking reserves Programma Dienstverlening (stijging lasten 5.372) De onttrekkingen aan de bestemmingsreserve zijn benodigd voor het Programma Dienstverlening. De projecten van programma dienstverlening worden enerzijds gefinancierd uit de bestemmingsreserves en anderzijds vanuit de facturatie aan andere diensten. De begroting 2011 van het programma is sluitend en is vanuit de projecten opgebouwd. Per 31 december 2011 is de verwachting dat € 850 K op de Reserve Dienstverlening blijft staan in het kader van het afronden van de onderhanden projecten
24
2. Beleidsveld algemene middelen 2.1 Beleidsmatige inspanning belastingen Geen bijzonderheden te melden. Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning Belastingen
begroting 2011 incl omissie 213.528 27.147 186.381 0 0 186.381
(bedragen x € 1.000,‐) financiële stand wijziging 4‐maands ‐4.000 209.528 ‐850 26.297 ‐3.150 183.231 0 0 0 0 ‐3.150 183.231
baten lasten saldo vóór reserveringen onttrekking aan reserves toevoegingen aan reserves saldo na reserveringen Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Belastingen baten lasten saldo Belastingheffing ‐4.000 ‐850 ‐3.150 totaal ‐4.000 ‐850 ‐3.150 Specificatie mutaties Mutaties baten lasten Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Afschaffen rentebaten rekening courant ‐1.500 2. Lagere belasting opbrengsten ‐2.500 3. Overhead Servicedienst ‐624 4. Afroming budgetten concerncertificering ‐126 5. Verplichtingenstop ‐100 Technische mutaties 1. Administratieve wijziging vergoeding interne inhuur 0 2. Administratieve wijziging niet in te delen lasten 0 Totaal ‐4.000 ‐850 Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Afschaffen rentebaten rekening courant (daling baten 1.500) Tot 2011 ontving GBR rentebaten over de stand van de rekening courant. Tijdens de begrotingsretraite najaar 2010 heeft het college besloten vanaf de begroting 2011 alle diensten een zelfde financiële concernrelatie, nl. een saldorelatie krijgen. Daarmee ontvangt GBR niet langer rentebaten stand rekening courant. Hierdoor heeft GBR een taakstellend bedrag aan rentebaten van € 1,5 mln. 2. Lagere belasting opbrengsten (daling baten 2.500) De extra belastinginkomsten die voortvloeien uit de 2e Maasvlakte (MV2) zijn reeds in de bestaande meerjarenbegroting verwerkt. Daarbij is uitgegaan van dat m.i.v. 2011 € 2mln. aan belastinginkomsten uit de MV2 is te verwachten oplopend naar € 20 mln. in 2015. Voor 2011 is de huidige verwachting dat de € 2 mln. begrote opbrengsten niet zullen worden gerealiseerd. Daarnaast worden minder opbrengsten verwacht uit diverse belastingen en leges. 3. Overhead Servicedienst (daling lasten 624) Teneinde onderling factureren tussen de diensten terug te dringen en daarmee tevens bij te dragen aan een efficiënter afstemmingsproces van vorderingen en schulden tussen de diensten, is besloten tot herfinanciering van de Servicedienst ter grootte van 44 mln. Dit betekent een herverdeling van budgetten voor de diensten. Het
25
bedrag wordt bij de andere diensten afgeroomd waardoor de Servicedienst dit bedrag niet meer bij de diensten in rekening hoeft te brengen. 4. Afroming budgetten concerncertificering (daling lasten 126) In de meerjarenbegroting 2011‐2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. 5. Verplichtingenstop (daling lasten 100) Gelet op de financiële ontwikkelingen is besloten tot de invoering van een verplichtingenstop. Verplichtingen, voor zover deze essentiële onderdelen van de bedrijfsvoering (going concern) niet raken, worden niet langer aangegaan. Dit levert een bijdrage in het terugdringen van het tekort. Voor beleidsmatige inspanning Belastingen betekent dit een daling van de lasten met € 100. Technische mutaties 1. Administratieve wijziging vergoeding interne inhuur (stijging baten 813, daling baten 813) De vergoedingen voor interne inhuur zijn begroot onder economische categorie 6300 i.p.v. 6221. Dit maakt deze voorgestelde administratieve, budgetneutrale wijziging noodzakelijk. 2. Administratieve wijziging niet in te delen lasten (stijging lasten 28, daling lasten 28) Een bedrag ad € 28 is begroot onder economische categorie 0000 en dient toegerekend te worden aan economische categorie 6221. Vandaar dat deze administratieve, budgetneutrale wijziging noodzakelijk is.
26
2.2 Beleidsmatige inspanning beheer algemene middelen Geen bijzonderheden te melden Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning Beheer algemene middelen
begroting 2011 incl omissie 1.465.444 306.669 1.158.775 164.754 68.852 1.254.677
(bedragen x € 1.000,‐) financiële stand wijziging 4‐maands 8.616 1.474.060 23.800 330.469 ‐15.184 1.143.591 33.220 197.974 12.407 81.259 5.629 1.260.306
baten lasten saldo vóór reserveringen onttrekking aan reserves toevoegingen aan reserves saldo na reserveringen Financieel overzicht beleidsmatige inspanning Beheer algemene middelen baten Beheer algemene middelen 850 Deelnemingen 7.766 Financiering 0 Personeel opgeheven diensten 0 Verzekeringen 0 totaal 8.616 Specificatie mutaties inclusief reservemutaties Mutaties Beheer algemene middelen 1. Beheer algemene middelen Gemeentefonds en relatie Algemene Reserve 2. Beheer algemene middelen Investeringsfonds Rotterdam 3. Beheer algemene middelen overige mutaties 4. Beheer algemene middelen overige reserves 5. Beheer algemene middelen Bestemmingsreserve Stelselwijziging Vastgoed 6. Beheer algemene middelen Sociaal Programma 7. Beheer algemene middelen nagekomen n.a.v. dienstrapportages 8. Beheer algemene middelen Verplichtingenstop: Doorlichting bestemmingsreserves (inclusief IFR) 9. Deelnemingen 10. Deelnemingen Meevaller RET 11. Personeel opgeheven diensten Afroming concerncertificering ASR 12. Personeel opgeheven diensten Financiering overhead SDR Totaal Saldo na reservering Waarvan onttrekkingen aan de reserves onttrekking Algemene Reserve Bestemmingsreserve Aanloopverliezen en frictie Bestemmingsreserve Ahoy en Markthal Bestemmingsreserve Bommenregeling Bestemmingsreserve Groeifonds Bestemmingsreserve Intensiveringen OBR Bestemmingsreserve Programma Sociaal Bestemmingsreserve RECP totaal onttrekkingen
(bedragen x € 1.000,‐) lasten saldo 15.926 ‐15.076 7.944 ‐178 0 0 ‐70 70 0 0 23.800 ‐15.184
baten 900 450 29.079 3.641
lasten 900 0 ‐1.400 29.079 5.855 3.641 258
‐7.234 15.000 41.836
‐10.000 7.944 ‐13 ‐57 36.207 5.629
2.999 17.500 2.000 5.700 1.698 2.000 1.142 181 33.220
27
Waarvan toevoegingen aan de reserves toevoeging Algemene Reserve 352 Bestemmingsreserve Aanloopverliezen en frictie 500 Bestemmingsreserve Bommenregeling 5.700 Bestemmingsreserve Stelselwijziging Afschrijving Vastgoed 5.855 totaal toevoegingen 12.407 Toelichting mutaties per product Beheer algemene middelen (€ 0,9 mln. hogere baten en € 16,0 mln. hogere lasten) Het product “beheer algemene middelen” bevat onder meer de uitkering van het Gemeentefonds. Daarnaast vinden er diverse verrekeningen plaats met diensten en kostenplaatsen in het concern, zoals de taakmutaties (gelabelde middelen in het Gemeentefonds), de centrale bestemmingreserves (IFR, Ahoy) en de concernbrede bedrijfsvoering. Gemeentefonds (hogere baten € 0,9 mln., hogere lasten € 0,6 mln.) In verband met de frictiekosten Rozenburg is door het rijk € 4,5 mln. beschikbaar gesteld hetgeen in jaarlijkse tranches beschikbaar komt. De hogere baten betreffen de jaarschijf voor 2011. De hogere lasten betreffen de daaraan gerelateerde uitgaven. Daar de uitgaven al grotendeels in 2009 en 2010 zijn gemaakt, heeft temporisering via de Algemene Reserve plaatsgevonden. Dit betekent voor 2011 dat wordt voorgesteld ter compensatie het saldo tussen baten en lasten weer toe te voegen aan de Algemene Reserve. Bestemmingsreserves Ahoy en Markthal e.o., intensiveringen OBR, RECP, Aanloopverliezen en Frictiekosten O&F, Centraal Budget Sociaal Programma en Groeifonds (hogere lasten € 26,5 mln.) De bestemmingsreserve OBR is in 2005 gevormd, vanuit de opbrengsten van de erfpachtconversie. Vanuit deze reserve worden geoormerkte projecten gedekt. In 2011 wordt naar verwachting € 2 mln. besteed. Hier staat een overeenkomstige onttrekking tegenover. Vanuit de bestemmingsreserve Ahoy en Markthal e.o. wordt de gemeentelijke bijdrage aan de renovatie van Ahoy en de kosten, verbonden aan de Markhal en omgeving gefinancierd. De reserve is gevormd in 2006 vanuit de verkoop van de AVR. In 2011 wordt naar verwachting het resterende bedrag groot € 2 mln. gedeclareerd. Hier staat een overeenkomstige onttrekking tegenover. In 2010 heeft een eerste aanvullende kapitaalverstrekking aan het Warmtebedrijf plaatsgevonden, in 2011 volgt de volstorting. Pas in latere jaren zal zich dit terugverdienen. De bestemmingsreserve RECP is bedoeld om de bijbehorende rentelasten op te vangen. In 2011 bedragen deze lasten € 0,2 mln. Hier staat een overeenkomstige onttrekking aan deze reserve tegenover. Voor de aanloopverliezen en frictiekosten voor het programma O&F zijn middelen vrijgemaakt. In 2011 wordt naar verwachting € 17 mln. uitgegeven. Hier staat een overeenkomstige onttrekking aan de desbetreffende bestemmingsreserve tegenover. Centraal Budget Sociaal Programma Ter compensatie van de ingeboekte overmaat wordt voorgesteld dit te neutraliseren door de lasten te verhogen met € 3,6 mln en daartegenover een onttrekking aan de desbetreffende bestemmingsreserve te stellen voor zover mogelijk, en vervolgens voor te stellen het dan nog resterende saldo thans te onttrekken aan de Algemene Reserve, om dit in de komende jaren door het terugdringen van de lasten met € 1 mln. per jaar ter compensatie weer toe te voegen aan de Algemene Reserve. Vanuit het Groeifonds worden projecten van de Stedelijke Visie gedekt. In 2011 wordt naar verwachting € 1,7 mln. gedeclareerd. Hier staat een overeenkomstige onttrekking tegenover. Overig, waaronder verplichtingenstop (lagere lasten € 11,1 mln.) De lagere lasten bestaan voor € 1,6 mln. verrekeningen met overige diensten, waardoor dit op concernniveau budgettair neutraal verloopt, terwijl hieronder ook is opgenomen de afgesproken afroming in verband met de concerncertificering 2011 ASR. Daar staat tegenover een bedrag van € 0,5 mln., nog nader in te vullen uit het coalitieakkoord waarvan wordt voorgesteld dit te onttrekken aan de Algemene Reserve. Gelet op de financiële
28
ontwikkelingen is besloten tot de invoering van een verplichtingenstop. Verplichtingen, voor zover deze essentiële onderdelen van de bedrijfsvoering (going concern) niet raken, worden niet langer aangegaan. Dit levert een bijdrage in het terugdringen van het tekort. Voor het product Beheer Algemene Middelen betekent dit een lagere last op van € 10 mln. als gevolg van een nog nader te verdelen vrijval in de reservesfeer. Deelnemingen (€ 7,8 mln. hogere baten en € 7.9 mln. hogere lasten) In verband met lagere winst van Eneco Holding N.V. over 2010 wordt de dividendraming van het product deelnemingen met € 7.234 naar beneden bijgesteld. De gemeente heeft bij de verzelfstandiging van RET NV een bedrag van 15 mln betaald voor de herontwikkeling van zogenaamde 'strategische activa' (waaronder busstallingen). Genoemd bedrag is aangewend ter versterking van het eigen vermogen van RET NV. De veronderstelde herontwikkeling heeft tot dusver niet plaatsgevonden. Om die reden wordt de toenmalige transactie teruggedraaid door middel van een terugbetaling aan de gemeente van 15 mln ten laste van de agio van RET NV. Mocht de gemeente er in slagen deze strategische activa in de komende jaren wel te herontwikkelen dan deelt RET NV mee in eventuele herontwikkelingswinsten. Door de vrijval van de bestemmingsreserve Havenbedrijf ad € 198.611 in het resultaat 2010 moet de aan het product deelnemingen toegerekende omslagrente (4%) met ingang van 2011 structureel met een bedrag van € 7.944 worden verhoogd tot € 11.915. Personeel opgeheven diensten (€ 0.1 mln. lagere lasten) Afroming budgetten concerncertificering (daling lasten 13) In de meerjarenbegroting 2011‐2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. Overhead Servicedienst (daling lasten 57) Ten einde onderling factureren tussen de diensten terug te dringen en daarmee tevens bij te dragen aan een efficiënter afstemmingsproces van vorderingen en schulden tussen de diensten, is besloten tot herfinanciering van de Servicedienst ter grootte van € 44 mln. Dit betekent een herverdeling van budgetten voor de diensten. Het bedrag wordt bij de andere diensten afgeroomd waardoor de Servicedienst dit bedrag niet meer bij de diensten in rekening hoeft te brengen. Toelichting op wijzigingen onttrekking/toevoeging reserves Onttrekkingen (€ 33.220) Algemene reserve De hogere onttrekking heeft voor € 0,5 mln. betrekking op de invulling van het coalitieakkoord en voor € 2,5 mln. op de invulling van de ingeboekte overmaat op het Sociaal Programma. Dit laatste bedrag wordt in de komende jaren weer toegevoegd aan de Algemene Reserve. Bestemmingsreserve Ahoy en Markthal Zie de toelichting bij het product “Beheer algemene middelen”. Bestemmingsreserve Groeifonds Zie de toelichting bij het product “Beheer algemene middelen”. Bestemmingsreserve Intensiveringen OBR Zie de toelichting bij het product “Beheer algemene middelen”. Bestemmingsreserve RECP Zie de toelichting bij het product “Beheer algemene middelen”.
29
Bestemmingsreserve Centraal Budget Sociaal Programma Zie de toelichting bij het product “Beheer algemene middelen” en de toelichting onder de onttrekking aan de Algemene Reserve. Bestemmingsreserve Bommenregeling Dit betreft onttrekking voor hetzelfde bedrag in verband met verantwoording van de uitgaven worden de uitgaven gedeclareerd bij de Algemene Middelen. Het niet benutte deel van de rijksmiddelen wordt toegevoegd aan de bestemmingsreserve Bommenregeling. Bestemmingsreserve Aanloopverliezen en Frictiekosten O&F Zie de toelichting bij het product “Beheer algemene middelen”. Toevoegingen (€ 12.407) Algemene reserve De hogere toevoeging heeft betrekking op de frictiekosten Rozenburg, die over de jaren heen budgettair‐neutraal zullen verlopen. Bestemmingsreserve Bommenregeling Zie de toelichting onder de onttrekking aan de reserve Bommenregeling. Bestemmingsreserve Aanloopverliezen en Frictiekosten O&F Zie de toelichting bij het product “Beheer algemene middelen”. Bestemmingsreserve Stelselwijziging afschrijving Vastgoed. Als gevolg van de stelselwijziging afschrijving vastgoed met ingang van 2010 zijn de kapitaallasten de eerste jaren lager dan begroot. Hierdoor ontstaat bij JOS en SenR beleidsvrije ruimte (€ 5,2 mln). Daarnaast zijn er in het kader van de concernhuisvesting huurcontracten opgezegd waardoor de huisvestingskosten lager uitvallen (€ 0,6 mln). Deze middelen (€ 5,8 mln) worden gereserveerd in een Bestemmingsreserve Knelpunten Kostprijsdekkende Huren om toekomstige knelpunten die zich voordoen bij de invoering van de kostprijsdekkende huur te dekken. Deze problematiek moet begin 2012 inzichtelijk zijn. Van de € 5,8 mln. heeft € 1,8 mln betrekking op overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden). De € 4,0 mln. heeft betrekking op begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen. Dit komt omdat het voordeel van de stelselwijziging is ingezet voor onderwijshuisvesting.
30
3. Beleidsveld cultuur, sport en recreatie 3.1 Beleidsmatige inspanning cultureel klimaat Cultuureducatie Het programma Denken, voelen, doen geeft scholen de mogelijkheid een jaar lang teambegeleiding te krijgen om cultuureducatie te integreren in curriculum, schoolwerkplan en lesactiviteiten. Daarnaast ontwikkelt het Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam kenniskringen, kennisbijeenkomsten, adviestrajecten en methodieken die de verdere verankering van cultuureducatie mogelijk maken en wordt gewerkt aan doorlopende leerlijnen van basisonderwijs tot en met voortgezet onderwijs. In G4‐verband is bij het Rijk aangedrongen op behoud van de oormerking van het budget voor cultuureducatie in de lump sum voor basisscholen en voor behoud van de cultuurkaart voor het voortgezet onderwijs. Daarnaast hebben wij als G4 de beide bewindspersonen gevraagd cultuureducatie op een adequate manier op te nemen in de kerndoelen voor primair en voortgezet onderwijs. Bibliotheek Gezien het teruglopende gebruik van de kleine wijkbibliotheken en de snelle ontwikkeling van nieuwe media, hebben wij gekozen voor minder en betere bibliotheken: met ruime openingstijden, een brede collectie en eigentijdse digitale faciliteiten. Wijkbibliotheken worden gesloten op het moment dat vervangende voorzieningen zijn gerealiseerd. Voor minder mobiele Rotterdammers wordt de dienstverlening van de Bibliotheek aan Huis uitgebreid. Talentontwikkeling van de jeugd staat voorop: er komt een bibliotheekservice voor kinderen van 0 tot 13 jaar in scholen en voorschoolse instellingen. Het voorgenomen vestigingsbeleid is besproken met de deelgemeenten en uw raadscommissie. Eind tweede kwartaal 2011 ontvangt uw raad het uitgewerkte vestigingsplan, inclusief de ambities voor de uitrol en de vorm van bibliotheekvoorzieningen op scholen. In Hillegersberg‐Schiebroek en Hoek van Holland wordt de invulling van de vervangende voorzieningen nog onderzocht in samenspraak met de deelgemeentebesturen. Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) begroting 2011 financiële stand Cultureel klimaat incl omissie wijziging 4‐maands baten 4.285 1.960 6.245 lasten 137.368 ‐2.481 134.887 saldo vóór reserveringen ‐133.083 4.441 ‐128.642 onttrekking aan reserves 93 0 93 toevoegingen aan reserves 202 0 202 saldo na reserveringen ‐133.192 4.441 ‐128.751 Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Cultureel klimaat baten lasten saldo Bibliotheek 0 ‐1.503 1.503 Subsidieverlening culturele instellingen, gezelschappen en activiteiten 1.960 ‐978 2.938 totaal 1.960 ‐2.481 4.441 Aansluittabel mutaties Mutaties baten lasten Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Depot museum Boijmans van Beuningen (1) 412 2. Depot museum Boijmans van Beuningen (2) ‐1.300 3. Verplichtingenstop ‐2.265 Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1.budgetafroming inzake Servicedienst ‐ DKC ‐79
31
2.budgetafroming concerncertificering DKC ‐43 3.budgetafroming concerncertificering Bibliotheek ‐36 4.budgetafroming inzake servicedienst ‐ Bibliotheek ‐872 5.budgetafroming inkoop en facilitair Bibliotheek ‐258 Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1. Stichting WORM 1.260 1.260 2. Gouvernestraat 700 700 Lasten die worden gedekt uit de reserves geen Totaal 1.960 ‐2.481 Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Depot museum Boijmans van Beuningen (1) (€ 412) Bij de behandeling van de begroting 2011 heeft uw raad de motie Verveen e.a. aangenomen (Dekking depot Boijmans van Beuningen (2010‐2843)). In de motie wordt verzocht de tijdelijke maatregelen, ad € 2,548 mln., voor het depot van museum Boijmans van Beuningen niet ten koste te laten gaan van de Cultuurplanperiode 2013‐ 2016. Bij de rekening 2010 (p. 219) is reeds € 900 ten laste van het concernresultaat gekomen. Teneinde de motie af te doen stelt het college voor om ook het restant ad € 1,648 mln. ten laste te brengen van het concern in de jaren 2011‐2014, € 412 per jaar. 2. Depot museum Boijmans van Beuningen (2) (‐ € 1,3 mln.) Als vervolg op bovenstaand wordt de begroting 2011 en volgende jaren. gecorrigeerd. Dit betekent een verlaging van de begroting 2011 van € 1,3 mln respectievelijk € 397 in 2012 en een begrotingstoename van € 863 en € 834 in 2013 respectievelijk 2014. 3. Verplichtingenstop (‐ € 2,265 mln.) Gelet op de financiële ontwikkelingen is besloten tot de invoering van een verplichtingenstop. Verplichtingen, voor zover deze essentiële onderdelen van de bedrijfsvoering (going concern) niet raken, worden niet langer aangegaan. Dit levert een bijdrage in het terugdringen van het tekort. Voor deze beleidsmatige inspanning betekent dit: begroting specificatie mutaties verplichtingenstop 2011 Verplichtingenstop: Huisvesting (BR) 115 Verplichtingenstop: Evenementen & Communicatie (BR) 100 Verplichtingenstop: ICT (BR) 122 Verplichtingenstop: Popprogrammering (DKC) 429 Verplichtingenstop: Locale Cultuur Centra/ Cultuur in de wijken (DKC) 249 Verplichtingenstop: Mediabeleid incidenteel (DKC) 27 Verplichtingenstop: Incidentele subsidies (DKC) 326 Verplichtingenstop: Programma internationaal (DKC) 255 Verplichtingenstop: Overige subsidies/budgetten (DKC) 142 Verplichtingenstop: Filmproject Bombardement Rotterdam (DKC) 500 totaal 2.265 Overboekingen 1. budgetafroming inzake Servicedienst / DKC (€ ‐79) Ten einde onderling factureren tussen de diensten terug te dringen en daarmee tevens bij te dragen aan een efficiënter afstemmingsproces van vorderingen en schulden tussen de diensten, is besloten tot herfinanciering van de Servicedienst ter grootte van 44 mln.
32
Dit betekent een herverdeling van budgetten voor de diensten. Het bedrag wordt bij de andere diensten afgeroomd waardoor de Servicedienst dit bedrag niet meer bij de diensten in rekening hoeft te brengen. 2. budgetafroming concerncertificering DKC (€ ‐43) In de meerjarenbegroting 2011‐2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. 3. budgetafroming concerncertificering Bibliotheek (€ ‐36) In de meerjarenbegroting 2011‐2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. 4. budgetafroming inzake Servicedienst / Bibliotheek (€ ‐872) Ten einde onderling factureren tussen de diensten terug te dringen en daarmee tevens bij te dragen aan een efficiënter afstemmingsproces van vorderingen en schulden tussen de diensten, is besloten tot herfinanciering van de Servicedienst ter grootte van 44 mln. Dit betekent een herverdeling van budgetten voor de diensten. Het bedrag wordt bij de andere diensten afgeroomd waardoor de Servicedienst dit bedrag niet meer bij de diensten in rekening hoeft te brengen. 5. budgetafroming inkoop en facilitair Bibliotheek (€ ‐258) Bij de begroting 2010 zijn de budgetafromingen inkoop en facilitair niet ingedaald bij de bibliotheek. Deze stonden nog 'geparkeerd' bij Concernfinanciën. Bij de 1e bestuursrapportage 2011 en bij de begroting 2012 dalen deze afromingen alsnog in (€ 258). Technische mutaties 1. Stichting WORM De stichting WORM was vijf jaar lang gehuisvest in het VOC pand in Delfshaven, maar kon daar niet blijven vanwege de bouw van woningen in de nabijheid van dit pand. In het voormalig onderkomen van het Fotomuseum in de Witte de Withstraat is een nieuw onderkomen gevonden. Een culturele functie in dit pand is vanuit de wens voor levendigheid in de stad en versterking van het culturele cluster in de binnenstad zeer welkom. Voor de herhuisvesting is in het IFR nog € 1.260 gereserveerd. Omdat de investering door de stichting zelf zal worden gedaan, de stichting is opdrachtgever, worden de middelen door de dKC door middel van subsidiëring aan de stichting beschikbaar gesteld. Aan het IFR zal € 1.260 worden gedeclareerd. Derhalve worden de baten en lasten met € 1.260 verhoogd. 2. Gouvernestraat Ten behoeve van de verlengde culturele functie in het voormalig pand van Lantaren/Venster in de Gouvernestraat, heeft het College op 15 maart 2011 besloten om het pand te verwerven. In het IFR is € 700 gereserveerd voor de verwerving en het achterstallig onderhoud van het pand in de Gouvernestraat. Een deel van dit bedrag wordt uitgekeerd in de vorm van een subsidie aan Lantaren / Venster en een deel voor het achterstallig onderhoud. Aan het IFR zal € 700 worden gedeclareerd. Derhalve worden de baten en lasten met € 700 verhoogd.
33
3.2 Beleidsmatige inspanning topsport en vergroten deelname sport en recreatie Stimulering topsport, breedtesport en recreatie 8 maart hebben wij het uitvoeringsprogramma sport (UP Sport) vastgesteld, een uitwerking van de Sportnota 2016. Met dit UP Sport wil Rotterdam, samen met haar vele partners in de stad, de sportparticipatie verhogen van 58% in 2009 naar 64% in 2014. De ambitie is zelfs een sportparticipatie van 70% in 2016. Door de inzet van de maatregelen uit het UP Sport willen we de komende jaren bijna 40.000 Rotterdammers, die nu nog niet actief sporten, structureel aan het sporten krijgen. Dit betekent dat in 2014 ruim 330.000 Rotterdammers tussen de 6 en 75 jaar minimaal 1x per maand actief sporten (Richtlijn Sportdeelname Onderzoek). Inspanningen/prestaties Maatregel Bereik Rotterdammers Uitbreiding Lekker Fit basisscholen 1.000 Lekker Fit 0‐6 jaar 5.000 Schoolsportverenigingen 2.500 Beweegkuur 4.000 Buddyproject 3.000 Sportinitiatieven deelgemeenten 5.000 Herijking sportstimulering 5.000 Sport en bewegen ouderen 3.000 Sport voor gehandicapten 1.200 Jeugdsportfonds 3.000 Sportsupport: toename ledenaantal verenigingen 5.000 Totaal 37.700 Een aantal maatregelen uit het UP Sport bestaan al en zullen wegens bewezen succes worden voortgezet. Het UP Sport bevat ook nieuwe maatregelen en bestaande maatregelen die vanwege goede resultaten worden uitgebreid. Een van deze maatregelen is het jeugdsportfonds voor kinderen uit minimagezinnen. Het bereik van deze maatregel wordt vergroot van 2.400 jongeren per jaar in 2010 naar 3.000 in 2011 en 4.000 vanaf 2012. Ook het aantal Schoolsportverenigingen wordt uitgebreid van 18 naar 30 in totaal in 2014. Op dit moment zijn er al twee schoolsportverenigingen bijgekomen. De Lekker Fit! aanpak wordt uitgebreid met de leeftijdsgroep 0‐6 jaar en hun ouders. In het kader van de Lekker fit! aanpak is op 13 april het convenant JOGG ondertekent door Rotterdam. “JOGG is de beweging waarbij iedereen in stad, dorp of wijk zich inzet om gezond eten en bewegen voor jongeren gemakkelijk en aantrekkelijk te maken. Jongeren (0‐19), hun ouders en hun omgeving staan hierbij centraal”. De JOGG‐aanpak Rotterdam Lekker Fit! is daarmee van start gegaan. WK tafeltennis Voorafgaand aan en tijdens het WK tafeltennis (8‐15 mei 2011) zijn “side events” georganiseerd in de stad (Rotterdam Topsport, Rotterdam Sportsupport en de organisatie van het WK spelen hierin een belangrijke rol). Dit betreft onder andere een scholen‐ en een bedrijvencompetitie. Tevens vonden tafeltennis activiteiten in de binnenstad plaats die naast het verhogen van de sportparticipatie ook het vergroten van de zichtbaarheid van de binnenstad als doel hadden. Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) begroting 2011 financiële stand Topsport en vergroten deelname sport en recreatie incl omissie wijziging 4‐maands Baten 56.503 8.868 65.371 Lasten 98.794 7.340 106.134 saldo vóór reserveringen ‐42.291 1.528 ‐40.763 onttrekking aan reserves 1.804 0 1.804 toevoegingen aan reserves 0 0 0 saldo na reserveringen ‐40.487 1.528 ‐38.959
34
Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Topsport en vergroten deelname sport en recreatie baten lasten saldo Inzet voor deelgemeenten 6.104 10.658 ‐4.554 Natuur en milieu‐educatie 566 561 5 Stimulering topsport, breedtesport en recreatie 2.198 ‐3.879 6.077 Totaal 8.868 7.340 1.528 Aansluittabel mutaties Mutaties baten lasten Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. bedrijfsvoeringsknelpunt 4.000 2. Toepad 750 3. verplichtingenstop ‐2.735 Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. budgetafroming budgetten concerncertificering ‐153 2. budgetafroming SDR –S&R ‐2.038 3. stelselwijziging ‐1.352 Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1. budgetneutrale correctie 8.868 8.868 Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. geen Totaal 8.868 7.340 Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Bedrijfsvoeringsknelpunt (€ 4 mln.) Het college verzoekt de raad ad € 4 mln. toe te voegen aan de beleidsmatige inspanning topsport en vergroten deelname sport en recreatie. Het knelpunt heeft betrekking op personeelskosten en ICT kosten. Op de personeelskosten is een knelpunt van € 1,2 mln, onder andere door reorganisaties uit het verleden en bijvoorbeeld de verhoging van de minimale eindejaarsuitkering welke vooral bij de lager ingeschaalde medewerkers tot hogere stijging heeft geleidt ten opzichte van de trend. De aanschaf van bedrijfspecifieke software, maar vooral de concernontwikkeling (centrale bedrijfsvoeringssystemen zoals Oracle, Docloods en de SSC ICT ontwikkeling) heeft tot extra kosten van circa € 3 mln. geleid. In het verleden werd pas bij de rekening deze problematiek ten laste gebracht van het concern. 2. Toepad (€ 750) Het sportcomplex Toepad is de afgelopen jaren geherstructureerd: minder voetbalvelden, fusie verenigingen en de komst van hockeyclub Leonidas. Het project moet nog afgerond worden met twee voorzieningen: de aanleg van een parkeerplaats en de aanleg van een derde kunstgrasveld voor voetbalvereniging NOC. De kosten hiervan bedragen € 1,2 mln. De parkeerplaats moet binnen het complex worden aangelegd (buiten het complex is er geen ruimte) op een bestaand grasveld. Daardoor zou de capaciteit voor de voetbalvelden onder de KNVB‐norm komen te liggen en moet een ander grasveld vervangen worden door een kunstgrasveld om de speelcapaciteit op de norm te houden. Financiering hiervan zou aanvankelijk plaatsvinden uit de opbrengsten van de herontwikkeling van de oude locatie van Leonidas in De Esch. In 2008 heeft het OBR aangegeven dat deze opbrengsten op nihil zouden moeten worden ingeschat. Als alternatief is toen bedacht om de aanleg te financieren door medegebruik tegen betaling van de Van Ghentkazerne van de parkeerplaats. Begin 2011 heeft de kazerne echter laten weten vooralsnog af te haken vanwege de bezuinigingen op Defensie en de onzekerheid of de kazerne nog blijft bestaan. Pas na de zomer 2011 zal duidelijk worden of de kazerne nog blijft. De kansen hierop zijn kleiner geworden nu de Amerikaanse vestiging niet doorgaat. Na de komst van de hockeyclub Leonidas is er een groot parkeerprobleem ontstaan inde weekenden. De hockeyclub moet voor de bouw van het clubgebouw nog een bouwvergunning van
35
de deelgemeente krijgen. Hier is een parkeereis aan verbonden.. Aan die parkeereis kan alleen worden voldaan door aanleg van de parkeervoorziening. Door die aanleg verdwijnt er een voetbalveld en is dus een vervanging van een ander grasveld door een kunstgrasveld bij de voetbalclub NOC nodig om de speel‐ en trainingscapaciteit op de KNVB‐normen te behouden. Beide voorzieningen zullen voor het begin van het nieuwe seizoen gerealiseerd moeten zijn. Het is mogelijk om de kosten voor de parkeervoorziening terug te brengen met € 450 door een wat lagere kwaliteit en door deze via de hockeyclub Leonidas te laten aanleggen. De totale kosten nemen daarmee af van € 1,2 mln naar € 750. Het college verzoekt uw raad € 750 toe te voegen aan de begroting van de beleidsmatige inspanning topsport en vergroten deelname sport en recreatie. 3. verplichtingenstop Gelet op de financiële ontwikkelingen is besloten tot de invoering van een verplichtingenstop. Verplichtingen, voor zover deze essentiële onderdelen van de bedrijfsvoering (going concern) niet raken, worden niet langer aangegaan. Dit levert een bijdrage in het terugdringen van het tekort. Voor deze beleidsmatige inspanning betekent dit: begroting specificatie mutaties verplichtingenstop 2011 Verplichtingenstop: Opleidingskosten (S&R) 266 Verplichtingenstop: Personeelskosten (S&R) 80 Verplichtingenstop: Servicewerkplaats (S&R) 246 Verplichtingenstop: Timmerwerkplaats (S&R) 45 Verplichtingenstop: Uitvoeringsprogramma Sport, Natuur‐ en milieueducatie (S&R) 1.776 Verplichtingenstop: Loonkosten/inhuur (S&R) 322 totaal 2.735 Overboekingen 1. budgetafroming budgetten concerncertificering (€ ‐153) In de meerjarenbegroting 2011‐2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. 2. budgetafroming SDR ‐ S&R (€ ‐2.038) Ten einde onderling factureren tussen de diensten terug te dringen en daarmee tevens bij te dragen aan een efficiënter afstemmingsproces van vorderingen en schulden tussen de diensten, is besloten tot herfinanciering van de Servicedienst ter grootte van 44 mln. Dit betekent een herverdeling van budgetten voor de diensten. Het bedrag wordt bij de andere diensten afgeroomd waardoor de Servicedienst dit bedrag niet meer bij de diensten in rekening hoeft te brengen. 3. stelselwijziging afschrijving vastgoed € ‐1,352 mln. Eind 2009 heeft het college ingestemd met het voorstel om met ingang van 2010 annuïtair te gaan afschrijven op vastgoedobjecten in plaats van het lineaire stelsel. De financiële consequenties m.b.t deze stelselwijziging (het verlagen van de begroting SenR is aldus verwerkt. De afroming ad € 1,352 mln. wordt gereserveerd ten behoeve van knelpunten kostprijsdekkende huren. Technische mutaties 1. Dit betreft een budgetneutrale correctie van de begroting. Baten en lasten gaan met € 8,868 mln. omhoog. De begroting is daarmee realistischer op baten en lasten niveau.
36
4. Beleidsveld veiligheid 4.1 Beleidsmatige inspanning wijkveiligheid Voortgang stuurgroepen in de wijk In de eerste vier maanden van 2011 zijn er zes stuurgroepen Veilig georganiseerd met burgemeester, hoofdofficier van justitie, korpschef en de verschillende wethouders in de wijken die slecht scoren in de Veiligheidsindex: Nieuwe Westen, Oude Westen, Cool, Tarwewijk, Bloemhof en Hillesluis. Tijdens deze stuurgroepen zijn de actielijsten behandeld van de voorafgaande stuurgroepen uit 2010. Een aantal onderwerpen komt in iedere wijk ter sprake, zoals jongerenoverlast (het ‘hangen’ van jongeren), vuil op straat en herinrichting van bepaalde plekken in de wijk. Specifiek is na de stuurgroep in het Oude Westen in maart een zorgmijder/overlastgever aangehouden die zorg bleef weigeren, is in Bloemhof een parkeerprobleem aangepakt en in verschillende wijken is na een vraag aan de stuurgroep Veilig cameratoezicht ingesteld. Voortgang per focus wijk Oude Westen Naar aanleiding van de uitkomsten van de vorige index is een actieprogramma opgesteld. Recente resultaten zijn dat de drugsgerelateerde overlast in en ronde de Westkruiskade in 2010 met circa 1/3 is verminderd (zowel qua meldingen als qua beleving bewoners). De kwartaalcijfers voor het Oude Westen als geheel (meldingen en aangiften) tonen een vergelijkbaar beeld met vorig jaar, met uitzondering van overlast. Dit element is licht gestegen. Nieuwe Westen Veiligheidspartners hebben in het eerste kwartaal 2011 in het Nieuwe Westen onder meer de aandacht gericht op intensivering van toezicht rond winkelstraten in het kader van overvalproblematiek, de afronding van de zogenaamde track and trace aanpak van auto‐inbraak, de aanpak van overlastpanden, het actieprogramma Burgemeester Meineszplein en de uitrol van Buurt Bestuurt over het Nieuwe Westen. Tarwewijk De focus van de inzet is gericht op woon‐, drugs‐ en straatoverlast. Deze inzet vertaalt zich naar een aanzienlijke daling van het aantal meldingen en aangiften op deze punten. De eerste warme dagen gaven met name in de Mijnkintbuurt een onrustig straatbeeld. Door de gezamenlijke inzet van onder meer politie en stadstoezicht is de sfeer verbeterd. Hier wordt nu integraal op ingezet. In de hotspot Verschoorplein blijft het vooralsnog rustig. Verontrustend is het aantal straatroven van de laatste maanden. In 80% van de gevallen gaat om het afpakken/stelen van I‐phones en smartphones. De politie zet hier nu doelgericht in. Verder zien we een toename van het aantal ontmantelde hennepkwekerijen, is er een regisseur persoonsgerichte aanpak overlastgevers aangesteld en is de Rijksbelastingdienst vanaf 1 januari een pilot in de Tarwewijk gestart. Komende maanden staan in het teken van samenwerking met particuliere woningeigenaren om overlast te verminderen.. Hillesluis Speerpunten 2011 zijn jeugd‐ en drugsoverlast, schoon en heel, buurttevredenheid en veiligheidsbeleving. De objectieve cijfers (aangiften en meldingen) blijven stabiel. Wel zijn er 33% meer aanhoudingen verricht (dealers, panden) op grond van drugsoverlast. De grootste winst is te behalen in het verbeteren van de buurttevredenheid en veiligheidsbeleving. Inmiddels zijn meer dan 20 jongeren via het banenprogramma “College Hillesluis” aan de slag in de wijk. Zij verrichten werkzaamheden op gebied van schoon, heel en veilig. Eind dit jaar zullen totaal 45 jongeren op deze wijze actief zijn, waardoor een afname van jeugdoverlast, schooluitval, jeugdwerkloosheid en delicten door jeugdigen verwacht wordt (van de eerste 10 deelnemers zijn er 9 inmiddels weer naar school of aan het werk). . Bijkomstig effect is de verbetering van buurttevredenheid en veiligheidsbeleving doordat veel jongeren zich zichtbaar anders profileren. Naast de West‐Varkenoordeseweg (inmiddels afgerond) wordt momenteel ook de Utrechtsestraat aangepakt met een pand voor pand aanpak (overbewoning, drugs, irreguliere verblijfplaats (IVI’s)).
37
De Slaghekbuurt blijft de slechtst scorende buurt in Hillesluis. De stadsmarinier zal in deze buurt per 1 juni 2011 een wijk‐ inlooppunt realiseren. Daarnaast wordt vooral daar extra ingezet op schoon en heel, jeugdoverlast en burengerucht, bedreiging. Cameratoezicht In de commissie BVM is gesproken over de Evaluatie Cameratoezicht Gemeente Rotterdam. In het huidige kalenderjaar zijn de camera's in het Oude Westen (6 stuks) in gebruik genomen. Voor 5 camera's in de omgeving van de Strevelsweg is inmiddels goedkeuring . Tevens is het project Cameratoezicht Openbaar Vervoer (CTOV) afgerond. Met dit project bevordert de veiligheid in het openbaar vervoer. Maatregel: Keten Handhaving Persoon & Pand t.b.v. hennepaanpak De aanpak van Hennep is een belangrijke troef in het tegengaan van criminaliteit en het bevorderen van de veiligheid en leefbaarheid van de stad. In het kader van het actieprogramma Maatschappelijke Integriteit gaan we de onderlinge informatie uitwisseling verder verbeteren om zo de organisaties achter de hennepteelt met meer succes te bestrijden. Het aantal meldingen van ‘verdachte panden’ is gestegen van 258 naar 294 ten opzichte van dezelfde periode 2010. Het aantal ontmantelingen is gestegen van 75 naar 89. Daarnaast is per 1 maart 2011 de bestuurlijke boete als sanctie instrument inzetbaar in strijd tegen verloedering die door woningonttrekking voor hennepteelt door malafide eigenaren ontstaat. Met eigenaren en verhuurders (vastgoedbelang en corporaties) maken we afspraken over verbeteringen in de werkwijze bij verhuur van panden om hennepteelt te voorkomen Toename aantal stadswachten Per 1 april 2011 hebben 428 stadswachten opsporingsbevoegdheid (zij zijn buitengewoon opsporingsambtenaar). In de opleiding tot stadswacht, maar ook in bijspijkertrainingen, wordt intensief aandacht besteed aan bejegeningsvaardigheden, flexibel optreden op straat en gastheerschap. De inzet van de stadswachten in de vier Focuswijken Veilig wordt vastgelegd in de jaarcontracten met de betreffende deelgemeenten. Daarnaast blijft de handhaving op verkeerd aangeboden huisvuil één van onze prioriteiten. Target wijkveiligheid Belangrijkste inspanningen & meetbare prestaties, 4 focuswijken: Aantal stadwachten met opsporingsbevoegdheid
Realisatie 4 mnd
Realisatie 2010/nulmeting 350
Mijlpaal 2011
Mijlpaal 2012
428
Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning Wijkveiligheid baten lasten saldo vóór reserveringen onttrekking aan reserves toevoegingen aan reserves saldo na reserveringen Financieel overzicht beleidsmatige inspanning Wijkveiligheid Gebiedsgerichte veiligheid Handhaven wet‐ en regelgeving totaal
begroting 2011 incl omissie 15.302 50.170 ‐34.868 235 0 ‐34.633
Eindwaarde (2013/anders) 450
(bedragen x € 1.000,‐) financiële stand wijziging 4‐maands 4.870 20.172 10.995 61.165 ‐6.125 ‐40.993 92 327 0 0 ‐6.033 ‐40.666
(bedragen x € 1.000,‐) baten lasten 0 ‐2.438 4.870 13.433 4.870 10.995
saldo 2.438 ‐8.563 ‐6.125
38
Aansluittabel mutaties Mutaties baten lasten Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. Herijking begroting Stadstoezicht (product handhaving wet‐ en regelgeving) naar beleidsmatige inspanning stedelijke bereikbaarheid. 4.870 15.453 2. Financiering overhead SDR (Stadstoezicht, product handhaving wet‐ en regelgeving) ‐1.818 3. Afroming budgetten concerncertificering (Stadstoezicht, product handhaving wet‐ en regelgeving) ‐49 4. Stelselwijziging Vastgoed (Stadstoezicht, product handhaving wet‐ en regelgeving) ‐153 5. Overheveling Jeugdconsul (naar beleidsmatige inspanning jeugdgezondheidszorg en opvoeding) ‐100 6. Overheveling taken (naar beleidsmatige inspanning besluitvorming en adviseren college) ‐53 7. Sluitende begroting Bestuursdienst ‐900 8. Overheveling formatie (naar beleidsmatige inspanning besluitvorming en advisering college) ‐883 Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1. Herverdeling/Aanvullende baten en lasten Veiligheidshuis ‐594 Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. Cameratoezicht 92 Totaal 4.870 10.995 Overboekingen 1. Er heeft een herijking van de begroting van Stadstoezicht plaatsgevonden. Door deze budgettair neutrale mutatie tussen beleidsvelden (€10,6 mln.) worden de baten en lasten van exploitatie en beheer parkeren vanaf nu correct begroot en verantwoord. In tegenstelling tot voorgaande jaren is er nu een reëel beeld van de kosten en opbrengsten op productniveau en per economische categorie. 2. De Servicedienst Rotterdam brengt vanaf 2011 de toe te rekenen overhead niet meer in rekening over haar activiteiten bij de verschillende diensten. Hiervoor zijn de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. 3. In de meerjarenbegroting 2011‐2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. 4. Betreft stelselwijziging vastgoed. 5. Overboeking van lasten van jeugdconsul naar beleidsmatige inspanning jeugdgezondheidszorg en opvoeding. 6. Dit betreft een overheveling van taken binnen de Bestuursdienst. Naar aanleiding van de reorganisatie van de Directie Veiligheid worden twee taken overgedragen naar de afdeling IZB en BGS (informatiemanagement en integriteitsbeleid) 7. Om tot een sluitende begroting van de Bestuursdienst te komen, is de taakstelling zoals die in 2010 van toepassing was, ook in 2011 aan de directies van de Bestuursdienst opgelegd. Dit leidt tot een herschikking binnen het product Ondersteuning bestuurlijke besluitvorming en een overheveling vanuit de Directie Veiligheid naar het product Ondersteuning bestuurlijke besluitvorming. 8. Een bedrag van € 883 is overgeheveld naar de beleidsmatige inspanning besluitvorming en advisering college in het kader van formatieoverdracht, voornamelijk voor medewerkers van communicatie, ICT, financiën en integriteit (van directie Veilig naar de afdelingen Interne Zaken en Bureau Gemeentesecretaris).
39
Technische mutaties 1. Deze mutatie heeft betrekking op de beleidsmatige inspanningen geweld en (jeugd‐)overlast, wijkveiligheid en crisisbeheersing en handhaving openbare orde. De baten stijgen per saldo met € 1,192 mln. door bijdragen aan het veiligheidshuis door ketenpartners die pas eind 2011 bekend zijn geworden. Reserves 1. Een hernieuwde meerjarige calculatie inzake rente en kapitaallasten voor cameratoezicht heeft een extra onttrekking tot gevolg van € 92 als gevolg van investeringen die in 2010 zijn gedaan.
40
4.2 Beleidsmatige inspanning geweld en (jeugd‐)overlast Jeugdactieprogramma Momenteel zetten we met het Jeugdactieprogramma Ruimte geven door grenzen te stellen specifiek in op het voorkomen en terugdringen van jeugdoverlast in Rotterdam en ontvangen wijken met een verhoogd dan wel hoog risico een bedrag voor een op maat gesneden wijkaanpak. Bijna alle deelgemeenten ontvangen een projectleider groepsaanpak. Deze pakt samen met politie en justitie en diverse jeugdhulpverleners gefaseerd alle Beke groepen aan. Deze aanpak werkt. Ten opzichte van 2007 is het aantal jeugdgroepen gehalveerd. Momenteel verscherpt de gemeente Rotterdam de aanpak van jeugdgroepen waardoor ook zogenaamde “gelegenheids‐coalities” in beeld worden gebracht en aangepakt kunnen worden. Iedere deelgemeente ontvangt een DOSA‐regisseur en ondersteuning. Daarnaast ontvangen de 6 deelgemeenten met de 20 aandachtswijken extra jongerenwerkers. Deze jongerenwerkers hebben allen het kwaliteitstraject “grenzenstellend jongerenwerk” doorlopen en worden ingezet in het voorkomen van jeugdoverlast én voortijdig schoolverlaten. Onlangs is de evaluatie jongerenwerk afgerond waaruit naar voren kwam dat het verbetertraject vruchten afwerpt, maar dat de kwaliteit van jongerenwerk continue aandacht vraagt, evenals de sturing hierop. Stad en deelgemeenten zullen zich hier de komende tijd over buigen. Tot slot ontvangen de deelgemeenten een bijdrage voor een specifiek wijkgerichte aanpak op overlastgevende jongeren. Monitor Veilig Ondernemen Wij willen dat 85% van de ondernemers zich veilig voelt in hun onderneming en 80% van de ondernemers buiten hun onderneming, daarnaast moet het aantal delicten dalen en de aangiftebereidheid toenemen. Op basis van de Monitor Veilig Ondernemen 2010 is besloten om vooral die winkelgebieden en bedrijventerreinen aan te pakken die slecht(er) scoren. Wij willen in 2011 in minimaal 10 gebieden het keurmerk veilig ondernemen (KVO) invoeren. Het 1e KVO in deze reeks was het gebied Schiedamseweg/Historisch Delfhaven (gestart op 5 april), nu volgt de Dordtselaan en daarna de Lusthofstraat. Een KVO‐gebied kenmerkt zich door de invoering van toezichtmodellen op straatniveau, waarbij politie, stadstoezicht en eventueel particuliere beveiliging samenwerken en informatie delen. Verder wordt op straatniveau verlichting verbeterd, parkeeroverlast aangepakt en het ‘schoon, heel en veilig’‐regime doorgevoerd. Binnen de onderneming is de ondernemer verantwoordelijk voor het nemen van preventieve maatregelen, zoals PIN‐apparatuur, camera’s, DNA‐douches etc. Hiervoor kan de ondernemer een beroep doen op overheidssubsidies. Actieprogramma Overvalcriminaliteit Regio Rotterdam‐Rijnmond In het kader van regionale aanpak van overvallen, hebben de gezamenlijke partners: politie, OM, gemeenten en bedrijfsleven de handen ineen geslagen. Deze samenwerking komt tot uiting in het Actieprogramma Overvalcriminaliteit Regio Rotterdam‐Rijnmond. De politie spoort met een overvallenteam, bestaande uit 50 personen, overvallers op en brengt ze voor de rechter. Het aantal overvallen in de eerste drie maanden van 2011 is 20% lager dan het aantal overvallen over de eerste drie maanden in 2010. Onze inzet is 40% vermindering van het aantal overvallen Gemeentebrede aanpak geweld tegen publieksfunctionarissen In de aanpak geweld tegen publieksfunctionarissen zijn zowel preventieve maatregelen zoals trainingen voor medewerkers opgenomen als nazorg voor de betreffende medewerker(s), het verhalen van schade en een centrale registratie van geweldsincidenten. Het centraal registratiesysteem wordt met terugwerkende kracht gevuld met de gegevens van 2010. Bij de volgende bestuursrapportage leveren we de gemeentebrede cijfers aan. Sociale veiligheid in het openbaar vervoer Eind januari 2011 is het Lokale Veiligheidsarrangement rondom station Rotterdam Zuid afgesloten. In dit arrangement hebben de veiligheidspartners afspraken gemaakt om de veiligheid op en rondom dit station te waarborgen. In de pilot die in Delfshaven is gestart om geweld en agressie in het OV aan te pakken, is in de afgelopen maanden geëxperimenteerd met het inbrengen van inzet en expertise van stadstoezicht. Verder is
41
geëxperimenteerd met de inzet van beveiligingshonden en is er een PGA lijst van OV‐raddraaiers voor Delfshaven opgesteld. Maatregelen die blijken te werken worden na de pilot uitgerold over de hele stad. Begin 2011 is de RET gestart met het ontwikkelen van de opleiding voor de toezichthouders plus die toezicht gaan houden op de metrostations en in de metro. Naar verwachting worden medio 2011 de eerste toezichthouders plus ingezet. Verder geldt ook in 2011 het OV‐verbod op de tramlijnen 2, 21 en 23. Er zijn van januari 2011 tot heden 14 OV‐ verboden opgelegd. Medio 2011 volgt er een evaluatie van de inzet van het OV‐verbod. Financiële toelichting per beleidsmatige inspanning Geweld en Jeugdoverlast Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) begroting 2011 financiële stand Geweld en (jeugd‐)overlast incl omissie wijziging 4‐maands baten 0 1.192 1.192 lasten 11.350 2.885 14.235 saldo vóór reserveringen ‐11.350 ‐1.693 ‐13.043 onttrekking aan reserves 0 0 0 toevoegingen aan reserves 0 0 0 saldo na reserveringen ‐11.350 ‐1.693 ‐13.043 Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Geweld en (jeugd‐)overlast baten lasten saldo Bestrijden geweld en overlast (jeugd) 1.192 2.885 ‐1.693 totaal 1.192 2.885 ‐1.693 Aansluittabel mutaties Mutaties baten lasten Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. Overheveling taken (naar beleidsmatige inspanning besluitvorming en adviseren college) ‐164 Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1. Herverdeling/aanvullende baten en lasten Veiligheidshuis 1.192 3.049 Totaal 1.192 2.885 Overboekingen 1. Dit betreft een overheveling van taken binnen de Bestuursdienst. Naar aanleiding van de reorganisatie van de Directie Veiligheid worden twee taken overgedragen naar de afdeling IZB en BGS (informatiemanagement en integriteitsbeleid) Technische mutaties 1. Deze mutatie heeft betrekking op de beleidsmatige inspanningen geweld en (jeugd‐)overlast, wijkveiligheid en crisisbeheersing en handhaving openbare orde. De baten stijgen per saldo met € 1,192 mln. door bijdragen aan het veiligheidshuis door ketenpartners die pas eind 2011 bekend zijn geworden.
42
4.3 Beleidsmatige inspanning crisisbeheersing en handhaving openbare orde Veiligheidsregio Rotterdam‐ Rijnmond Aan het einde van het tweede kwartaal 2010 heeft het bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam‐Rijnmond (VRR) ingestemd met de ombuigingsvoorstellen die in 2009 door de deelnemende gemeenten zijn opgelegd. Het 1e kwartaal van 2011 heeft met name in het teken gestaan van deze ombuigingsoperatie. Voor de brandweer begon deze ombuigingsoperatie met het uitrollen van het materieelspreidingsplan, de voorbereidingen op de fusering en sluiting van diverse posten en de uitrol van het programma ‘Veiligheid Voorop’. Dit alles zal leiden tot nieuwe werkwijzen, verdeling van taken, andersoortige inzet van materieel en aanpassingen van procedures. Een goed voorbeeld van een nieuwe werkwijze is de inzet van het Snelle Interventie Voertuig (SIV). Deze inzet is nu nog een pilot, maar op termijn zal deze aanvullende vorm in combinatie met de activiteiten, die vanuit het project Brandveilig Leven worden opgestart moeten leiden tot een snellere signalering en een effectievere en efficiëntere bestrijding van incidenten. Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) begroting 2011 financiële stand Crisisbeheersing en handhaven openbare orde incl omissie wijziging 4‐maands baten 1.990 0 1.990 lasten 66.058 ‐1.737 64.321 saldo vóór reserveringen ‐64.068 1.737 ‐62.331 onttrekking aan reserves 0 0 0 toevoegingen aan reserves 0 0 0 saldo na reserveringen ‐64.068 1.737 ‐62.331 Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Crisisbeheersing en handhaven openbare orde baten lasten saldo Crisisbeheersing en brandweerzorg 0 0 0 Handhaven openbare orde 0 ‐575 575 Regie en coördinatie maatschappelijke integriteit 0 ‐1.162 1.162 totaal 0 ‐1.737 1.737 Aansluittabel mutaties Mutaties baten lasten Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. Overheveling taken (naar beleidsmatige inspanning besluitvorming en adviseren college) ‐474 Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1. Herverdeling/aanvullende baten en lasten Veiligheidshuis ‐1.263 Totaal 0 ‐1.737 Overboekingen 1. Dit betreft een overheveling van taken binnen de Bestuursdienst. Naar aanleiding van de reorganisatie van de Directie Veiligheid worden twee taken overgedragen naar de afdeling IZB en BGS (informatiemanagement en integriteitsbeleid) Technische mutaties 1. Deze mutatie heeft betrekking op de beleidsmatige inspanningen geweld en (jeugd‐)overlast, wijkveiligheid en crisisbeheersing en handhaving openbare orde. De baten stijgen per saldo met € 1,192 mln. door bijdragen aan het veiligheidshuis door ketenpartners die pas eind 2011 bekend zijn geworden.
43
5. Beleidsveld onderwijs 5.1 Beleidsmatige inspanning leer‐ en schoolprestaties Betere onderwijsresultaten De ambitie is om de onderwijsresultaten in Rotterdam te verhogen; we streven naar aantoonbaar betere resultaten op taal en rekenen. Het Rotterdams onderwijsbeleid is een gezamenlijke krachtsinspanning van gemeente, scholen en schoolbesturen. Samen doen wij wat nodig is om de onderwijsresultaten in Rotterdam te verhogen en de kwaliteit te verbeteren. Het is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: o Goed onderwijs is cruciaal voor talentontwikkeling; o De school is de eenheid voor verandering; o Het schoolbestuur en de school zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs; o Het resultaat telt; o Het programmabureau Beter Presteren werkt als lerende organisatie; o Rijksbeleid en gemeentelijk beleid versterken elkaar. In januari 2011 hebben wij het programma Beter Presteren opgesteld. Dit programma is deel 1 van het Rotterdams Onderwijsbeleid 2011‐2014 en is een gezamenlijk plan van de gemeente en de de schoolbesturen voor PO, VO en MBO. Op 17 februari 2011 is het programma besproken door uw raad. In het programma zijn concrete doelen opgenomen voor de verbetering van de leerprestaties voor taal en rekenen in het PO en VO. Voor het MBO worden deze afspraken in de loop van dit jaar nog gemaakt. De subsidieaanvragen van de scholen in het kader van het programma Beter Presteren worden door de gemeente beoordeeld op basis van de Beleidsregel Rotterdams Onderwijsbeleid 2011‐2012. De beoordeling wordt afgerond in juni 2011. Meer leertijd, groep nul De schoolbesturen hebben 30 scholen geselecteerd, die in september 2011 van start zullen gaan. In overleg met welzijnsinstellingen, SoZaWe en de Centra voor jeugd en gezin worden extra mogelijkheden voor drang ontwikkeld. Met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wordt gekeken naar mogelijkheden tot dwang. Meer leertijd Per 1 april 2011 zijn de aanvragen voor meer leertijd binnengekomen. Na beoordeling zal duidelijk zijn hoeveel scholen meer leertijd inzetten en welke projecten worden uitgevoerd. Vakantieschool Belangstellende scholen, deelgemeenten en aanbiedende instellingen zijn geïnformeerd. Per 1 april 2011 zijn de aanvragen binnengekomen, deze worden momenteel beoordeeld. Professionele school Het definitieve plan van aanpak is gereed op 1 september 2011. Speerpunten van de professionele school zijn kwaliteit van docenten, resultaatgerichte schoolcultuur en kwantiteit (docententekort). Ouderbetrokkenheid Het definitieve plan van aanpak is gereed op 1 september 2011. Speerpunt hierin is het onderwijsondersteunend gedrag van ouders. Schoolarrangementen: Intensieve School Ontwikkeling (ISO) Schoolbesturen en scholen PO, afdelingen VO en opleidingen MBO zijn de afgelopen periode door de ISO‐ commissie uitgenodigd om voor 1 april 2011 de scholen voor te dragen die volgens de Inspectie (zeer) zwak zijn of een risico lopen om zwak te worden. In de komende periode zullen deze scholen werken aan hun analyse en plan van aanpak. Na de zomervakantie zullen de scholen die een positief advies hebben ontvangen van de ISO‐ commissie uitvoering geven hun ISO‐ traject. Naast de opstart van nieuwe ISO‐ trajecten sluiten 5 ISO‐ scholen dit schooljaar hun ISO‐traject af.
44
Topklassen De scholen zijn in een informatiebijeenkomst geïnformeerd over de criteria voor deelname aan het topklassenarrangement en de procedure. Ook is een topklassenteam met experts uit het onderwijsveld geformeerd, die de scholen zal begeleiden Bij het traject. De aanvragen zijn op 1 april binnengekomen en worden momenteel beoordeeld. Mijlpalen voor bovenstaande actielijnen worden in overleg met het scholenveld in het derde kwartaal 2011 vastgesteld, conform de afspraken die zijn vastgelegd in het programma Beter Presteren. Hieronder is wel de 0‐ meting en de eindwaarde opgenomen voor de target gericht op het verhogen van de scores voor taal en rekenen aangevuld met de uitgangswaarden voor wiskunde en Nederlands.
Realisatie 2010/ nulmeting Het Rotterdamse gemiddelde op de CITO eindtoets is 531,2.
2011
2012
2013
n.n.t. b 531,9 5 n.v.t.
534,0
Target: Verhogen schoolprestaties Taal & Rekenen PO
Mijlpaal/planning
‐ Groep 8:
531,2
realisatie
Realisatie 4 mnd
Eindwaarde014 is afgesproken in BP) Het Rotterdamse gemiddelde op de CITO eindtoets is ≥ 534,0.
Terugdringen schooluitval Jongeren die voortijdig de school verlaten, hebben te weinig maatschappelijk perspectief in de toekomst. In het collegewerkprogramma is de target geformuleerd dat jaarlijks het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters (VSV‐ ers) afneemt met 10%. Om te beginnen moet hiervoor het schoolverzuim zoveel mogelijk worden voorkomen en daar waar het toch plaatsvindt stevig worden aangepakt. Andere prioriteiten zijn: uitbreiding aantal wijk‐ en vakscholen, verbetering van de zorg in en om de scholen en het stimuleren van een goede beroepsoriëntatie met nadruk op de sectoren haven, zorg en zakelijke dienstverlening. Het Rotterdams Offensief, een samenwerkingsverband van VO en MBO, is hierbij onze partner. Om de ambitie te realiseren wordt samen met het onderwijsveld gewerkt aan een programma. Dit programma vormt deel twee van het Rotterdams Onderwijsbeleid en is genaamd ‘Aanval op Uitval’. Het programma zal voor de zomer aan u worden gepresenteerd. Voor het programma is het bestuursakkoord dat gesloten wordt met de vijf grote schoolbesturen: Boor, CVO, LMC, Albeda en Zadkine van groot belang. De vijf scholen zullen zich binnenkort verenigen in de Coöperatieve Vereniging Rotterdams Offensief met een uitvoeringsorganisatie. Het rotterdams Offensief vormt als collectief een strategische partner voor de gemeente bij de aanpak van het voortijdig schoolverlaten, omdat het de slagkracht op een specifiek aantal thema’s bundelt. Met de vakinstellingen Grafisch Lyceum, het Hout en Meubilering College en het Scheepvaart en Transportcollege worden eveneens concrete afspraken gemaakt. De voortgang op de bovengenoemde thema’s is als volgt. Voorkomen van schoolverzuim Er is een sterke relatie tussen voortijdig schoolverlaten en verzuim (spijbelen). Een speerpunt binnen het programma wordt dan ook een stevige aanpak op verzuim: o In februari van dit jaar is met alle regiogemeenten in Rijnmond overeenstemming bereikt over een regionale aanpak op verzuim. Het belangrijkste uit deze aanpak is dat ook steviger wordt ingezet op jongeren van 18 jaar en ouder die spijbelen. De werkwijze bij het jongerenloket wordt versneld en vereenvoudigd zodat jongeren eerder, bijvoorbeeld op de scholen, worden aangesproken op hun spijbelgedrag.
5 Landelijk: is de Citoscore 535,5
45
o
o
Daarnaast wordt gewerkt aan het verstevigen van wettelijke handhavingsinstrumenten om spijbelgedrag aan te pakken. Hiervoor worden gesprekken met het ministerie van OC&W gevoerd. Met de onderwijsinspectie worden voor de zomer van 2011 afspraken gemaakt over het toezicht op en de handhaving van het schoolverzuim. In november 2010 is schriftelijk aan uw raad gemeld op welke manier het pluspakket handhaving Leerplicht voor het VO wordt ingezet. De actie om het pluspakket ook voor het MBO in te voeren is gestart.
Uitbreiding aantal wijk‐ en vakscholen Op dit moment draaien er twee wijkscholen. Dit zijn pilots. Er worden voorbereidingen getroffen om het aantal wijkscholen dit jaar te verhogen naar vier wijkscholen. De uitbreiding naar zeven wijkscholen kan alleen als het ministerie ook 350 plekken financiert. Hierover worden gesprekken gevoerd met het ministerie van OC&W. De exploitatie ligt bij de uitvoeringsorganisatie van de Coöperatieve Vereniging Rotterdams Offensief (i.o.). Deze zomer ligt er een plan voor de vakscholen. Voor de overige punten geldt dat na vaststelling van aanval op de uitval de uitvoering plaatsvindt. Het ministerie van OC&W meet jaarlijks het aantal nieuwe VSV‐ers. Voor het schooljaar 2008‐2009 waren er 2734 voortijdig schoolverlaters. Dit is 6,3% van de totale populatie. Voor het schooljaar 2009‐2010 waren dit er 2483 of 5,7% van de totale populatie volgens de voorlopige planning. De definitieve cijfers zijn in november 2011 bekend. Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) begroting 2011 financiële stand Leer‐ en schoolprestaties incl omissie wijziging 4‐maands baten 45.007 3.840 48.847 lasten 184.866 3.684 188.550 saldo vóór reserveringen ‐139.859 156 ‐139.703 onttrekking aan reserves 290 906 1.196 toevoegingen aan reserves 0 0 0 saldo na reserveringen ‐139.569 1.062 ‐138.507 Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Leer‐ en schoolprestaties baten lasten saldo Handhaving leerplicht 0 ‐1.284 1.284 Leertijduitbreiding (waaronder voor‐ en vroegschoolse Educatie en Brede 1.296 0 ‐1.296 School Ondersteuning onderwijskwaliteit 0 186 ‐186 Onderwijshuisvesting 1.200 2.400 ‐1.200 Voortijdig Schoolverlaten functie / Regionale meld‐ en coördinatiefunctie en ‐526 2.640 3.166 handhaving kwalificatieplicht Zorg in en op school 0 512 ‐512 totaal 3.840 3.684 156 Aansluittabel mutaties Mutaties baten lasten Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Onderwijshuisvesting 1.200 2. Verplichtingenstop ‐1.400 Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. budgetafroming SDR – JOS ‐921 2. overheveling budget mentoring van beleidsmatige inspanning Participatie jeugd 59
46
Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1. VSV convenant 241 241 2. pilot wijkschool 2.129 2.129 3. RMC 257 257 4. kwalificatieplicht 13 13 5. binnenklimaat onderwijshuisvesting 1.200 1.200 Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. bestemmingsreserve CED‐groep 906 Totaal 3.840 3.684 Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Onderwijshuisvesting (€ 1.200) Voor de OHV problematiek is een investeringsscenario uitgewerkt, waarbij de periode 2011‐2015 budgettair neutraal verloopt. In de uitwerking is rekening gehouden met o.a. een andere berekening van de kapitaalslasten door een andere afschrijvingsmethodiek bij het OBR. De huur voor de dienst JOS bij het OBR wordt daardoor lager. Omdat ook rekening moest worden gehouden met het niet kunnen bestemmen (onvoldoende rekeningresultaat 2010) van de onderbesteding van het meerjaren onderhoudsplan onderwijs (MOP) van € 6,4 mln. in 2010 is het eindresultaat dat per saldo het concernbeeld toch nog wordt belast voor € 1,2 mln. in 2011 en € 1,2 mln. in 2015. In de uitwerking wordt rekening gehouden met toevoegingen ad € 3,1 respectievelijk € 1,1 mln. in 2012 en 2013 aan een (nieuwe) reserve OHV en dat deze weer wordt onttrokken in 2014 en 2015 met € 1,9 mln. respectievelijk € 2,3 mln. Vanaf 2016 ontstaat er dan weer een nieuw knelpunt. Het college verzoekt uw raad ad € 1,2 mln. toe te voegen aan de beleidsmatige inspanning leer‐ en schoolprestaties in 2011 voor onderwijshuisvesting in 2011. De begrotingsmutaties vanaf 2012 zullen in de kaderbrief worden voorgelegd. 2. Verplichtingenstop Gelet op de financiële ontwikkelingen is besloten tot de invoering van een verplichtingenstop. Verplichtingen, voor zover deze essentiële onderdelen van de bedrijfsvoering (going concern) niet raken, worden niet langer aangegaan. Dit levert een bijdrage in het terugdringen van het tekort. Voor deze beleidsmatige inspanning betekent dit: begroting specificatie mutaties verplichtingenstop 2011 Verplichtingenstop: Onderwijsbeleid: Programma Beter Presteren (JOS) 1.100 Verplichtingenstop: VSV (JOS) 300 totaal 1.400 Overboekingen 1. budgetafroming SDR ‐ JOS (€ 921) Ten einde onderling factureren tussen de diensten terug te dringen en daarmee tevens bij te dragen aan een efficiënter afstemmingsproces van vorderingen en schulden tussen de diensten, is besloten tot herfinanciering van de Servicedienst ter grootte van 44 mln. Dit betekent een herverdeling van budgetten voor de diensten. Het bedrag wordt bij de andere diensten afgeroomd waardoor de Servicedienst dit bedrag niet meer bij de diensten in rekening hoeft te brengen. 2. In de begrotingsraad is via een amendement een bedrag van € 59 voor Mentoring toegevoegd aan het product Jongerenactiviteiten in de begroting. Dit bedrag had echter moeten worden toegevoegd aan het product VSV. Door verlaging van de lasten in het product Jongerenactiviteiten en door verhoging van de lasten in het product VSV met een bedrag van € 59 wordt deze omissie gecorrigeerd. Technische mutaties
47
1. Vanuit de overlopende passiva worden de in 2010 ontvangen rijksmiddelen voor een bedrag van € 241 in de eerste helft van 2011 voor het VSV Convenant ingezet. De baten en lasten worden binnen het product VSV opgehoogd met dit bedrag. 2. Door het rijk is voor de voortzetting van de pilot wijkschool in 2011 een bedrag beschikbaar gesteld van € 1,4 mln. Daarnaast worden vanuit de overlopende passiva de in 2010 ontvangen rijksmiddelen voor de pilot wijkschool voor een bedrag van € 729 in 2011 ingezet. In totaal wordt in 2011 voor de pilot wijkschool aan het Rotterdams Offensief een bedrag van € 2,129 mln. beschikbaar gesteld. De baten en lasten van het product VSV worden hiertoe met € 2,129 mln. opgehoogd. 3. Vanuit de overlopende passiva worden de in 2010 ontvangen rijksmiddelen voor RMC en de in 2011 ontvangen indexering van het Rijk ingezet. Het gaat om een totaal bedrag van € 257. De baten en lasten van het product VSV worden hiertoe met dit bedrag opgehoogd. 4. Vanuit het rijk is voor de kwalificatieplicht in 2011 een bedrag van € 13 meer beschikbaar gesteld. De baten en lasten van het product VSV worden hiertoe met dit bedrag opgehoogd. 5. In 2011 zal het laste deel van de rijksregeling Binnenklimaat worden gerealiseerd. Vanuit de overlopende passiva (balans) wordt € 1,2 mln. opgenomen in de baten en lasten binnen het product Onderwijshuisvesting. Reserves 1. bestemmingsreserve CED‐groep Blijkens de jaarrekening 2010 wordt het resterende saldo van de bestemmingsreserve CED‐activiteiten (€ 906) gebruikt ter dekking van de in 2011 te realiseren contractuele verplichtingen. In het kader van de afbouw van de subsidies aan de CED‐groep zijn meerjarige afspraken gemaakt. Hiervoor zijn harde juridische financiële verplichtingen aangegaan. Om de bestemmingsreserve in te mogen zetten dient toestemming te worden gevraagd een de gemeenteraad door middel van een begrotingswijziging. Voorgesteld wordt de begroting 2011 voor het product Zorg in en op school hiertoe aan te passen door het verhogen van de lasten met € 906.
48
6. Beleidveld Volksgezondheid en zorg 6.1 Beleidsmatige inspanning volksgezondheid Een goede gezondheid Gezonde mensen zijn gelukkiger, productiever, presteren beter en dragen zo bij aan een sociaal en economisch sterke stad. Rotterdammers zijn gemiddeld echter ongezonder dan de rest van Nederland. Deze achterstand in gezondheid is hardnekkig en vraagt om doorbraken. De inzet focust in eerste instantie op Rotterdammers in zes targetwijken in vier deelgemeenten6. De aanpak hebben we uitgewerkt in het programma “Samen Werken aan een Goede Gezondheid” (SWGG) dat aan u als gemeenteraad wordt toegezonden. In het programma worden concreet meetbare resultaten benoemd. Per beoogd resultaat wordt indien mogelijk het effect op de ervaren gezondheid gemeten. Over de algemene voortgang van het programma, of indien relevant over specifieke onderwerpen uit het programma, zal de Wethouder Volksgezondheid u periodiek informeren. De ervaren gezondheid wordt gemeten door middel van een vraag die is opgenomen in de Sociale Index. In 2011 worden deze gegevens verzameld en in 2012 wordt daarover gerapporteerd. Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) begroting 2011 financiële stand Volksgezondheid incl omissie wijziging 4‐maands baten 14.513 ‐1.071 13.442 lasten 28.368 ‐2.591 25.777 saldo vóór reserveringen ‐13.855 1.520 ‐12.335 onttrekking aan reserves 0 0 0 toevoegingen aan reserves 0 0 0 saldo na reserveringen ‐13.855 1.520 ‐12.335 Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Volksgezondheid baten lasten saldo Bestrijding infectieziekten 195 ‐1.419 1.614 Brede zorgcoördinatie volwassenen ‐1.314 ‐952 ‐362 Medische milieukunde en technische hygiënezorg 48 ‐220 268 totaal ‐1.071 ‐2.591 1.520 Aansluittabel mutaties Mutaties baten lasten Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Verplichtingenstop ‐742 Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. budgetafroming SDR ‐ GGD ‐701 2. afroming budgetten concerncertificering ‐22 Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1. budgetneutrale correctie binnen beleidsveld Volksgezondheid en zorg ‐1.071 ‐1.126 Lasten die worden gedekt uit de reserves geen Totaal ‐1.071 ‐2.591 Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Verplichtingenstop 6
Delfshaven: Het Nieuwe Westen; IJsselmonde: Lombardijen; Charlois: Tarwewijk; Feijenoord: Afrikaanderwijk, Hillesluis, Bloemhof.
49
Gelet op de financiële ontwikkelingen is besloten tot de invoering van een verplichtingenstop. Verplichtingen, voor zover deze essentiële onderdelen van de bedrijfsvoering (going concern) niet raken, worden niet langer aangegaan. Dit levert een bijdrage in het terugdringen van het tekort. Voor deze beleidsmatige inspanning betekent dit: begroting specificatie mutaties verplichtingenstop 2011 Verplichtingenstop: MMK en THZ (GGD) 41 Verplichtingenstop: Bestrijding Infectieziekten (GGD) 229 Verplichtingenstop: Brede Zorgcoordinatie Volwassenen (GGD) 98 Verplichtingenstop: Brede zorg coordinatie volwassenen (GGD) 227 Verplichtingenstop: Bestrijding infectieziekten (GGD) 147 totaal 742 Overboekingen 1. budgetafroming SDR ‐ GGD (€ 701) Ten einde onderling factureren tussen de diensten terug te dringen en daarmee tevens bij te dragen aan een efficiënter afstemmingsproces van vorderingen en schulden tussen de diensten, is besloten tot herfinanciering van de Servicedienst ter grootte van 44 mln. Dit betekent een herverdeling van budgetten voor de diensten. Het bedrag wordt bij de andere diensten afgeroomd waardoor de Servicedienst dit bedrag niet meer bij de diensten in rekening hoeft te brengen. 2. Afroming budgetten concerncertificering (€ 22) In de meerjarenbegroting 2011‐2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. Technische mutaties 1. Dit betreft een budgetneutrale correctie van de begroting van het beleidsveld Volksgezondheid en zorg. Ten opzichte van de begroting na omissie is de verdeling van de baten en lasten over de beleidsmatige inspanningen volksgezondheid, jeugdgezondheidszorg / opvoeding en kwetsbare personen / huiselijk geweld gewijzigd. De begroting is daarmee realistischer op baten en lasten niveau per product, beleidsmatige inspanning en beleidsveld.
50
6.2 Beleidsmatige inspanning jeugdgezondheidszorg en opvoeding Eerdere betere en snellere jeugdzorg De gemeenten van de stadsregio hebben een stadsregionale beleidsagenda 2010‐2014 vastgesteld op 16 december 2010. Op drie kernthema’s wordt de komende jaren ingezet: 1. de doorontwikkeling Centrum voor Jeugd en Gezin 2. de aansluiting onderwijs en zorg 3. de verbinding lokale zorg en geïndiceerde jeugdzorg (inclusief uitwerking stelselwijziging). Binnen deze kernthema’s staan ketensamenwerking, informatiedeling en doorontwikkeling professionaliteit centraal. In aansluiting op de stadsregionale afspraken legt Rotterdam met het Programma IKW, zorg voor de toekomst haar eigen ambities en doelen vast. We zetten in op 3 sporen: 1. versterken van de opvoedomgeving van kind en gezin 2. professionals aan zet: versterken van de uitvoering 3. sturen op zorg voor de jeugd: partnerschap, verantwoordelijkheid, resultaat De prestatie indicatoren zijn uitgewerkt in het Programma dat aan uw raad is aangeboden. Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) begroting 2011 financiële stand Jeugdgezondheidszorg en opvoeding incl omissie wijziging 4‐maands baten 25.734 ‐107 25.627 lasten 50.185 3.338 53.523 saldo vóór reserveringen ‐24.451 ‐3.445 ‐27.896 onttrekking aan reserves 0 0 0 toevoegingen aan reserves 0 0 0 saldo na reserveringen ‐24.451 ‐3.445 ‐27.896 Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Jeugdgezondheidszorg en opvoeding baten lasten saldo Centrum voor jeugd en gezin ‐1.544 2.253 ‐3.797 Jeugdconsul ‐200 0 ‐200 Samenhang / integratie beleid jeugdgezondheidszorg 1.723 722 1.001 Sociaal medische indicatie en inspectie kinderopvang ‐86 363 ‐449 totaal ‐107 3.338 ‐3.445 Aansluittabel mutaties Mutaties baten lasten Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Sociaal Medische Indicatie 1.000 2. Centrum voor Jeugd en Gezin 3.000 3. Verplichtingenstop ‐1.565 Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. budgetafroming SDR ‐ GGD ‐501 2, budgetafroming budgetten concerncertificering ‐44 3. jeugdconsul ‐200 Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1. budgetneutrale correctie binnen beleidsveld Volksgezondheid en zorg 93 1.448 Lasten die worden gedekt uit de reserves geen Totaal ‐107 3.338
51
Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Sociaal Medische Indicatie (SMI) (€ 1 mln.) Er is een groei van het aantal aanvragen Sociaal Medische Indicatie (SMI). In 2011 is er nog steeds sprake van een open eindregeling en de aanvragen nemen door de bekendheid met SMI toe. Er worden meer gezinnen met zware problematiek bereikt en begeleid naar hulp. Het aantal aanvragen ter voorkoming van uithuisplaatsing van de kinderen neemt ook toe. Zolang het open einde karakter van de regeling blijft bestaan is overschrijding niet te voorkomen. Hoewel de criteria sterk zijn verscherpt, blijven er schrijnende individuele gevallen waarbij SMI gewenst is ter bevordering van de gezondheid en welzijn van de betrokken kinderen. Het college verzoekt uw raad ad € 1 mln. toe te voegen aan de beleidsmatige inspanning jeugdgezondheidszorg en opvoeding in 2011. 2. Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) (€ 3 mln.) Het CJG voert taken uit in het kader van de Wet Publieke Gezondheidszorg (jeugdgezondheidszorg) en Wet Maatschappelijke Ondersteuning (prestatieveld 2). Het CJG heeft een sleutelrol in de voorgenomen decentralisatie van de jeugdzorg per 2014. Het college verzoekt uw raad ad € 3 mln. toe te voegen aan de beleidsmatige inspanning jeugdgezondheidszorg en opvoeding in 2011 voor het CJG. Voor het jaar 2011 is € 3 mln. tekort voor het realiseren van de huidige taken van het CJG zoals het bereik van de jeugdgezondheidszorg als het zorgen voor een goed functionerende organisatie die klaar is voor de rol die na de decentralisatie van de jeugdzorg moet worden verricht. Bij de kaderbrief 2011 zal 2012 ev worden voorgelegd. 3. Verplichtingenstop Gelet op de financiële ontwikkelingen is besloten tot de invoering van een verplichtingenstop. Verplichtingen, voor zover deze essentiële onderdelen van de bedrijfsvoering (going concern) niet raken, worden niet langer aangegaan. Dit levert een bijdrage in het terugdringen van het tekort. Voor deze beleidsmatige inspanning betekent dit: begroting specificatie mutaties verplichtingenstop 2011 Verplichtingenstop: Centrum voor Jeugd en Gezin (GGD) 22 Verplichtingenstop: SMI & Inspectie Kinderopvang (GGD) 65 Verplichtingenstop: Samenhang beleid Jeugdgezondheidszorg (GGD) 1.478 totaal 1.565 Overboekingen 1. budgetafroming SDR ‐ GGD (€ 501) Ten einde onderling factureren tussen de diensten terug te dringen en daarmee tevens bij te dragen aan een efficiënter afstemmingsproces van vorderingen en schulden tussen de diensten, is besloten tot herfinanciering van de Servicedienst ter grootte van 44 mln. Dit betekent een herverdeling van budgetten voor de diensten. Het bedrag wordt bij de andere diensten afgeroomd waardoor de Servicedienst dit bedrag niet meer bij de diensten in rekening hoeft te brengen. 2. Afroming budgetten concerncertificering (€ 44) In de meerjarenbegroting 2011‐2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. 3.budget jeugdconsul Bij het product beleidsmatige inspanning besluitvorming / advisering college en de beleidsmatige inspanning wijkveiligheid worden de lasten met € 100 verlaagd. Het budget ad € 200 is overgeheveld naar de beleidsmatige inspanning jeugdgezondheidszorg en opvoeding (lagere baten is meer budget algemene middelen). Technische mutaties 1. Dit betreft een budgetneutrale correctie van de begroting van het beleidsveld Volksgezondheid en zorg. Ten opzichte van de begroting na omissie is de verdeling van de baten en lasten over de beleidsmatige inspanningen
52
volksgezondheid, jeugdgezondheidszorg / opvoeding en kwetsbare personen / huiselijk geweld gewijzigd. De begroting is daarmee realistischer op baten en lasten niveau per product, beleidsmatige inspanning en beleidsveld.
53
6.3 Beleidsmatige inspanning kwetsbare personen en huiselijk geweld ‘Niemand door de bodem’. Een klein deel van de Rotterdamse bevolking is niet zelfredzaam en heeft last van verweven problematiek op meerdere leefgebieden tegelijk. Het gaat om circa 30.000 mensen (5%). Deze mensen zijn de sturing op hun leven kwijt, vinden hun weg in de zorg niet, mijden de zorg zelfs. Zo haken groepen als kwetsbare jongeren, dak‐ en thuislozen, en mensen met meervoudige GGZ‐problematiek en kwetsbare ouderen af. Het potentieel van de stad komt achterop en de overlast neemt toe. Wij hebben de volgende target geformuleerd: ‘aan het eind van deze collegeperiode (1‐1‐2014) is er bij 9.200 zeer kwetsbare Rotterdammers sprake van een stabiele situatie voor leefgebieden zoals wonen, zorg, justitie, dagbesteding, (werk/stage/scholing), inkomen en sociaal netwerk’. De realisatie van dit onderdeel van het Collegewerkprogramma is vastgelegd in het uitvoeringsprogramma ‘Programmaplan Kwetsbare personen Rotterdam’. Het programma zet in op de volgende maatschappelijke effecten: 1. Beter starten in de samenleving; 2. Meer deelname aan de samenleving; 3. Minder verkommering van kwetsbare ouderen; 4. Nog minder dak‐ en thuisloosheid; Minder overlast en criminaliteit Het uitvoeringsprogramma wil kwetsbare personen verder brengen in hun zelfredzaamheid of hen langer zelfredzaam houden. Het programma is een samenwerking van GGD Rotterdam‐Rijnmond, SoZaWe, JOS, Directie Veiligheid, Stadsontwikkeling en Bestuursdienst, en ondersteunt de veertien Rotterdamse deelgemeenten waar nodig in de realisatie van huisvesting voor bijzondere doelgroepen. Kwetsbare jongeren op het MBO Samen met het Rotterdams Offensief op het MBO is gestart met het ontwerpen en inrichten van een persoonsvolgende aanpak voor kwetsbare jongeren op het MBO. De diensten JOS, GGD, SoZaWe en Rotterdams Offensief werken hierin samen. Zorgverzekeraar Achmea en gemeente Rotterdam hebben zich in maart 2011 verbonden aan het samen ontwerpen van de keten, zodat de persoonsvolgende aanpak komend schooljaar van start kan gaan. Zwerfjongeren, dak‐ en thuislozen, chronisch psychiatrische patiënten met meervoudige GGZ‐problematiek, justitiabelen met zorgbehoefte. Het aantal dak‐ en thuislozen dat via een persoonsgebonden traject doorgroeit naar een stabiele situatie neemt nog steeds toe. Begin 2011 hebben 3.700 dak‐ en thuislozen een integraal trajectplan. 2.200 van hen bevinden zich in een stabiele situatie (oude definitie van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang 2006‐2009). In het tweede trimester van 2011 wordt voor alle doelgroepen van PvA MO tweede fase de stabiele situatie gedefinieerd en waar nodig herijkt (dak‐ en thuislozen). Voor het organiseren en functioneren van de persoonsgebonden aanpak voor meervoudig/GGZ wordt vanuit de Locale Zorgnetwerken trajectregie ingericht. Onder leiding van het ministerie van Veiligheid en Justitie worden het ontwerp en de ketenafspraken gemaakt voor de persoonsgebonden aanpak voor justitiabelen met een zorgbehoefte. In samenspraak met het Veiligheidshuis Rotterdam (VHR) wordt de doelgroep bepaald (start mei 2011). Zeer kwetsbare ouderen Veel ouderen hebben problemen op meerdere leefgebieden, maar zijn daarmee nog niet zeer kwetsbaar. Deze afbakening vindt momenteel plaats. Vervolgens zal de situatie op de leefgebieden “inkomen, huisvesting, verslaving, ADL‐vaardigheden, en sociaal netwerk” in kaart worden gebracht door SoZaWe en GGD. De resultaten hiervan komen beschikbaar in augustus 2011. Doelmatigheid maatschappelijke opvang In 2011 moet bezuinigd worden op de begroting van de maatschappelijke opvang. In overleg met de ketenpartners (mo/ggz) is gekozen voor stevig snijden in de dag‐ en nachtopvang en extra investeren in vormen van begeleid wonen. Vanaf 2011 wordt in de tweede fase van het PvA MO ingezet op het vasthouden van het herstel van mensen en het voorkomen van nieuwe gevallen van dakloosheid.
54
De Rotterdamse kosten‐batenanalyse van de maatschappelijke opvang (goede zorg rendeert) wordt ondersteund door de analyse van het ministerie van VWS. Hieruit blijkt dat voorkomen beter en goedkoper is dan genezen en dat ketensamenwerking een belangrijke voorwaarde is voor succes. Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) begroting 2011 financiële stand Kwetsbare personen en huiselijk geweld incl omissie wijziging 4‐maands baten 5.617 ‐1.677 3.940 lasten 98.091 ‐2.802 95.289 saldo vóór reserveringen ‐92.474 1.125 ‐91.349 9.960 onttrekking aan reserves 9.960 0 toevoegingen aan reserves 0 0 0 saldo na reserveringen ‐82.514 1.125 ‐81.389 Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Kwetsbare personen en huiselijk geweld baten lasten saldo Bestrijding huiselijk geweld ‐752 678 ‐1.430 Regie op kwetsbare groepen (MO, verslavingszorg) ‐810 ‐923 113 Zorg voor Kwetsbare personen (LZN, PGA) ‐115 ‐2.557 2.442 totaal ‐1.677 ‐2.802 1.125 Aansluittabel mutaties Mutaties baten lasten Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Huisverboden 1.300 2. Verplichtingenstop ‐426 Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. budgetafroming SDR ‐ GGD ‐621 2. budgetafroming budgetten concerncertificering ‐78 Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1. budgetneutrale correctie binnen beleidsveld Volksgezondheid en zorg ‐1.677 ‐2.977 Lasten die worden gedekt uit de reserves geen Totaal ‐1.677 ‐2.802 Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Huisverboden (€ 1,3 mln) Het college verzoekt uw raad ad € 1,3 mln. toe te voegen aan de beleidsmatige inspanning kwetsbare personen en huiselijk geweld in 2011. Sinds 2009 voert de GGD Rotterdam Rijnmond namens de gemeente Rotterdam als centrumgemeente van de regio voor de vrouwenopvang de Wet tijdelijk huisverbod uit. De daarmee gemoeide kosten bestaan uit personele lasten ad € 1,42 mln. ( ca. 15 fte) en materiële kosten ad € 455 voor 24 uur x 7 dagen per week beschikbaarheid van de crisisdienst van het Centrum voor Dienstverlening en het digitaal systeem bestuurlijke afhandeling. Reeds voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet tijdelijk huisverbod in 2009 was duidelijk dat de middelen vanuit het Rijk voor de uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod niet dekkend waren. Het Rijk ging uit van 1000 c.q. 2000 huisverboden landelijk op jaarbasis, terwijl Regio Rotterdam Rijnmond alleen al rekening hield met 400 tot 600 huisverboden op jaarbasis (in 2010 werden er 417 huisverboden opgelegd in CG Rotterdam). Er is daarom sinds 2008 gelobbyd voor meer Rijksgelden, vooralsnog zonder resultaat. 2. Verplichtingenstop Gelet op de financiële ontwikkelingen is besloten tot de invoering van een verplichtingenstop. Verplichtingen, voor zover deze essentiële onderdelen van de bedrijfsvoering (going concern) niet raken, worden niet langer
55
aangegaan. Dit levert een bijdrage in het terugdringen van het tekort. Voor deze beleidsmatige inspanning betekent dit: begroting specificatie mutaties verplichtingenstop 2011 Verplichtingenstop: Zorg voor kwetsbare personen (GGD) 170 Verplichtingenstop: Regie op Kwetsbare Groepen (GGD) 41 Verplichtingenstop: Bestrijding Huiselijk Geweld (GGD) 215 totaal 426 Overboekingen 1. budgetafroming SDR ‐ GGD (€ 621) Ten einde onderling factureren tussen de diensten terug te dringen en daarmee tevens bij te dragen aan een efficiënter afstemmingsproces van vorderingen en schulden tussen de diensten, is besloten tot herfinanciering van de Servicedienst ter grootte van € 44 mln. Dit betekent een herverdeling van budgetten voor de diensten. Het bedrag wordt bij de andere diensten afgeroomd waardoor de Servicedienst dit bedrag niet meer bij de diensten in rekening hoeft te brengen. 2. Afroming budgetten concerncertificering (€ 78) In de meerjarenbegroting 2011‐2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. Technische mutaties 1. Dit betreft een budgetneutrale correctie van de begroting van het beleidsveld Volksgezondheid en zorg. Ten opzichte van de begroting na omissie is de verdeling van de baten en lasten over de beleidsmatige inspanningen volksgezondheid, jeugdgezondheidszorg / opvoeding en kwetsbare personen / huiselijk geweld gewijzigd. De begroting is daarmee realistischer op baten en lasten niveau per product, beleidsmatige inspanning en beleidsveld.
56
7. Beleidsveld participatie 7.1 Beleidsmatige inspanning arbeidsparticipatie Verhogen arbeidsparticipatie Onze ambitie is het verhogen van de arbeidsparticipatie. Betaald werk is het hoogste doel, maar als betaald werk (nog) niet binnen het bereik ligt zijn mensen actief door een nuttige bijdrage aan de stad te leveren. Mensen die meedoen vergroten hun eigenwaarde, ontwikkelen hun zelfredzaamheid en zijn over het algemeen mentaal en fysiek fitter. Bij het opstellen van de collegetargets is hiermee uitdrukkelijk rekening gehouden. Enerzijds wordt ingezet op de uitstroom naar werk, anderzijds wordt voor klanten die nog niet kunnen uitstromen ingezet op de stijging op de Participatieladder. Op 27 januari 2011 is het Meerjaren Beleidskader Werk en Re‐integratie 2011‐2014 en het Activiteitenprogramma Werk en Re‐integratie 2011 aan de raad aangeboden en besproken. Door middel van de rapportage Werk en Re‐integratie wordt de commissie MVSP geïnformeerd over de voortgang op het Activiteitenprogramma. In overleg met de commissie MVSP is er een nieuwe wijze van rapporteren tot stand gekomen en is overgestapt van een kwartaal naar een 4‐maandsrapportage zodat deze aansluit bij de brede rapportagecyclus. De eerste nieuwe 4‐maandsrapportage Werk en Re‐integratie is op 13 april besproken in de commissie MVSP. Collegetarget: 10.000 bijstandsgerechtigde Rotterdammers stromen uit naar betaald werk Target: 10.000 bijstandsgerechtigde Rotterdammers stromen uit naar betaald werk
Realisatie 2010
2011
2012
Mijlpaal/planning
1.800
2.500
2.500
Eindwaarde (2013/anders) 9.300 *
Realisatie
2.246
902
* Target einde collegeperiode is 10.000. Bij de eindverantwoording 31‐12‐2013 kan een inschatting gegeven worden van de nog te verwerken mutaties.
In 2010 verliep de uitstroom naar werk, ondanks de recessie, boven verwachting. In de eerste vier maanden van 2011 is de uitstroom naar werk op koers. Door middel van een quick‐scan worden klanten die een uitkering aanvragen maar direct inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt geselecteerd. Voor deze klanten wordt er direct een vacature gezocht. Als er binnen twee weken geen match is, komt de klant in een intensieve, op het zo snel mogelijk vinden vnl werk, gericht groepsaanpak (WerkLoont). Ondanks de volgens plan verlopende uitstroom naar werk, ontwikkelt het aantal uitkeringsgerechtigden zich niet naar wens. Mede door de rijkskorting op het WWB budget is een forse overschrijding van het budget onafwendbaar. We nemen ingrijpende maatregelen om het tekort te keren. Deze maatregelen hebben betrekking op het verminderen van de instroom, vergroten van de uitstroom en verminderen van de gemiddelde ‘prijs’ van de uitkeringen. De centrale uitgangspunten daarbij zijn: investeren in de zelfsturing van klanten strengere controle aan de poort sterkere focus op uitstroom naar (tijdelijk) werk sterkere focus op parttime werk aanpak van handhaving. We willen de uitstroom naar werk in 2011 verhogen, o.a. door het eisen van een tegenprestatie (in dit geval werk) voor een uitkering (full engagement); het toepassen van een standaard aanpak voor alle klanten met een relatief korte afstand tot de arbeidsmarkt (WerkLoont); verbreding van de 5 % regeling en het bundelen van de beschikbare capaciteit van de gemeente en UWV voor de werkgeversservices in het nieuwe werkgeversservicepunt. Collegetarget: 10.000 Rotterdammers die niet in staat zijn naar werk uit te stromen ontwikkelen zich tijdens deze collegeperiode een stap omhoog op de Participatieladder
57
Wij hebben de ambitie dat tijdens de collegeperiode 10.000 Rotterdammers die niet in staat zijn naar werk uit te stromen zich verder ontwikkelen door een stap omhoog op de Participatieladder te maken. Bij het opstellen van deze target was de startpositie van de klanten nog niet bepaald. Eind 2010 is dat gebeurd voor het totale SoZaWe‐bestand. U bent hierover met de 4e Kwartaalrapportage Werk en Re‐integratie 2010 al geïnformeerd. Voor 2011 is een mijlpaal van 3.000 klanten die doorstromen op de Participatieladder opgenomen. Aan het eind van het eerste jaar worden – na een evaluatie – de mijlpalen voor de target ‘stijging op de Participatieladder’ voor de komende periode vastgesteld. De uitvoering van het plan van aanpak WWB betekent een zeer sterke focus op uitstroombevordering en instroombeperking. Dit betekent dat er minder middelen ingezet kunnen worden voor de klantgroep activering (zeer lange afstand tot de arbeidsmarkt). Dit vormt een risico voor de collegetarget die luidt dat 10.000 mensen maken een stap op de participatieladder. Hiervan wordt een melding gemaakt in de eerstvolgende bestuursrapportage. Eind dit kalenderjaar volgt de eerstvolgende meting. Dan kan een inschatting gemaakt worden van de haalbaarheid van dit collegetarget Full Engagement / Werken naar vermogen Full Engagement (elke klant moet een tegenprestatie leveren voor de uitkering) is in 2010 ingevoerd in Overschie (in eigen beheer) en februari 2011 in Tarwewijk (aanbesteed). Totaal gaat het om circa 1.100 klanten. In Overschie zijn met alle klanten (500) afspraken gemaakt over hun participatie. In Tarwewijk gaat het om circa 600 klanten, die eerst vier maanden werken met behoud van uitkering en daarna in dienst treden bij twee bedrijven, die klanten plaatsen bij werkgevers. De eerste 60 personen zijn geplaatst bij twee bedrijven. In 2011 wordt nog in 5 andere wijken gestart. In 2012 worden de resultaten geëvalueerd en wordt besloten over een vervolg. Ter ondersteuning van de aanpak zijn onder meer de Re‐integratieverordening en het Maatregelenbeleid aangepast. Jongeren Begin 2011 is ‘Ga gewoon door!’ de Rotterdamse aanpak van de jeugdwerkloosheid 2011 – 2012 aangeboden aan de raadscommissie MVSP en besproken. Hierin staat beschreven hoe Rotterdam de jeugdwerkloosheid aanpakt: vooral door te investeren in jongeren, in hun talenten en kwaliteiten. Jongeren zijn zelf verantwoordelijk voor hun eigen toekomst. Wanneer jongeren niet beschikken over een startkwalificatie worden zij terug geleid naar school. Dit voorkomt een beroep op de uitkering en vergroot de toekomstkansen van de jongere. Er is voldoende werkleeraanbod voor jongeren beschikbaar. Er blijft wel een tekort aan banen waarvoor jongeren snel geschikt te maken zijn. Dit heeft vooral te maken met de gestelde opleidingseisen en het opleidingsniveau waarover de doelgroep op het ogenblik beschikt en/of maximaal kan behalen. Daarnaast speelt de crisis ook jongeren parten. In 2010 is vanuit het Rijk een landelijke evaluatie van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ) gestart. De resultaten worden in het najaar van 2011 bekend gemaakt. Daarnaast heeft het kabinet een aanscherping van de huidige WIJ aangekondigd. In onze WWB –aanpak anticiperen we op deze aanscherping. WSW In het verleden was de uitvoering van de WSW ondergebracht bij drie verschillende diensten. Vanaf 2011 is de Roteb verantwoordelijk voor de uitvoering van de WSW. In 2011 wordt voor het budget voor de uitvoering van de WSW een tekort van in totaal € 14 miljoen verwacht. Dit tekort is als volgt samengesteld: Overrealisatie € 2 miljoen Korting Rijksbudget € 4 miljoen Verwacht tekort bedrijfsvoering € 8 miljoen Het verwachte tekort op de bedrijfsvoering wordt mede veroorzaakt doordat het ten gevolge van de crisis moeilijker is om rendabele opdrachten binnen te halen. SoZaWe en Roteb doen voorstellen om het tekort om te buigen, door het terugdringen van overrealisatie, het optimaliseren van de bedrijfsvoering en het uitbreiden van de plaatsingsmogelijkheden bij bedrijven. De kosten van de uitvoering van de WSW kunnen worden verlaagd als meer mensen met een dienstverband ‘Begeleid Werken’ worden aangesteld. Door bij aan‐ of inbesteding te verlangen dat geïnteresseerde bedrijven tussen de 5 en 50% ‐ afhankelijk van de bedrijfstak ‐ van de mensen uit de gemeentelijke doelgroep inzetten, kan de gemeente Rotterdam het aantal personen met een ‘Begeleid Werken‐verband’ verhogen.
58
Bestuursopdracht ‘Verdere ontwikkeling SoZaWe’ Op 22 maart 2011 hebben wij de bestuursopdracht “Verdere ontwikkeling SoZaWe” vastgesteld. In een uitvoeringsprogramma staan de ingrepen om vanaf 2011 de kosten Participatie, WSW, Schulddienstverlening en WMO binnen de begrote kaders te krijgen. Naar aanleiding van het COR onderzoek naar het beleidsveld Participatie is afgesproken met een hogere frequentie, namelijk tweemaandelijks, te rapporteren aan de raad over de financiële situatie van de dienst SoZaWe. Verstrekken van uitkeringen Burgers van Rotterdam die tijdelijk geen inkomen en geen vermogen hebben, kunnen aanspraak maken op een bijstandsuitkering. Deze uitkering wordt betaald vanuit het budget Inkomensdeel WWB. Het doel is om de bijstandsperiode zo kort mogelijk te laten duren. Het aantal bijstandsgerechtigden (WWB plus WIJ) in Rotterdam is gestegen tot bijna 34.400 eind april 2011. Begin april is de gemeenteraad geïnformeerd over het geprognosticeerd tekort op de WWB van ca 100 mln euro in 2011 en de wijze waarop dit is opgebouwd. Er is een plan van aanpak opgesteld met maatregelen om het tekort te verminderen. Ondanks de gemeentelijke inspanningen blijft er voor 2011 een tekort van meer dan 10% van het Rijksbudget, waardoor Rotterdam een aanvraag zal indienen bij het Rijk voor de Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU). De IAU biedt gemeenten met een tekort van 10% op het inkomensdeel van de WWB de mogelijkheid van compensatie van het meerdere boven de 10%. Voorwaarde is dat het tekort niet verwijtbaar mag zijn. Een aanvraag voor de IAU over 2011 moet voor 31 juli 2012 zijn ingediend bij de Toetsingscommissie WWB, die beoordeelt of er al dan niet sprake is van verwijtbaarheid; ze maakt daarbij gebruik van de diensten van de Inspectie Werk en Inkomen. De Toetsingscommissie stelt een advies op voor de minister van SZW; de minister beslist voor 31 december 2012 over de toekenning. Bij de bepaling of het tekort wel of niet verwijtbaar is wordt gekeken naar drie zaken: ‐ is er sprake van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt? ‐ is het tekort een gevolg van een onrechtmatige uitvoering ? ‐ is het tekort een gevolg van beleidskeuzen van of handelen door het college of de gemeenteraad ? Voldoet de gemeente niet aan alle voorwaarden dan heeft zij geen recht op een IAU‐uitkering. Er is sprake van een ‘alles of niets’‐beginsel. Een aantal kwesties maakt de toekenning van de IAU onzeker. Zo zijn de door de Toetsingscommissie in beoordeling te nemen aspecten niet limitatief vastgelegd. Dit maakt zowel de beoordelingsaspecten als het beoordelingskader voor de aanvraag ‘zacht’. Om het risico op een afwijzing van de aanvraag te minimaliseren zorgen we ervoor dat het beleidsmatige dossier straks alle noodzakelijke informatie over het Rotterdamse beleid en de uitvoering bevat, hebben we een taskforce ingesteld voor het verbeteren van de rechtmatigheid en stemmen we vooraf af met de commissie over eventuele nieuwe ontwikkelingen e/o wensen. Onverlet deze inspanningen mogen we er niet van uitgaan dat de aanvraag (met zekerheid) wordt gehonoreerd. De onzekerheid over de toekenning van de IAU bepaalt de wijze waarop de potentiële vordering op het Rijk in de gemeentebegroting kan worden verwerkt. Omdat er geen sprake is van een harde vordering wordt er in deze rapportage vanuit gegaan dat tegenover de vordering een voorziening wordt opgenomen van gelijke hoogte. Dit beïnvloedt het begrotingsbeeld 2011 (negatief). De genomen maatregelen (t.b.v. beperken instroom, vergroten uitstroom en verminderen van de gemiddelde prijs) verminderen het tekort op de WWB ( I‐deel), verminderen daarmee de aanvraag IAU en de te treffen voorziening, wat een gunstig effect heeft op het begrotingsbeeld. Indien de minister SZW in 2012 positief besluit op de aanvraag IAU is dan in dat jaar sprake van een ‘meevaller’. Bezuinigingen op het Participatiebudget Als gevolg van de rijksbezuinigingen daalt het Participatiebudget zeer sterk in deze collegeperiode. Op basis van de laatste berekeningen waarin niet alleen de gevolgen van het regeerakkoord, maar ook de gevolgen van het bestuursakkoord zijn meegenomen is de inschatting dat het Participatiebudget voor Rotterdam daalt van 201,2 miljoen in 2011 naar € 66,8 miljoen in 2014. De Rijksbijdrage voor Inburgering daalt zelfs tot nul. Dientengevolge is een reorganisatie van het Centraal Inburgeringsloket ingezet. Het Participatiebudget is het budget dat ingezet kan worden om uitstroom naar werk te bevorderen en zo de uitkeringskosten te doen dalen (ter terugdringing van het tekort op de WWB). De mogelijkheden hiertoe nemen de komende jaren sterk af. Bij de aanvraag van de Incidentele Aanvullende Uitkering op het tekort op de WWB wordt een toets gedaan of de inzet van de middelen uit het Participatiebudget voldoende heeft bijgedragen aan uitstroombevorderend beleid. De ruimte binnen het Participatiebudget om uitstroombevorderend beleid te
59
voeren wordt in hoge mate bepaald door de keuze die wordt gemaakt rondom de ID en WIW. Bij gelijkblijvend beleid zal in 2014 ca 39 miljoen euro besteed worden aan gesubsidieerde arbeid. De inzet van het resterende participatiebudget moet verdeeld gaan worden over de diverse doelgroepen (jongeren, werk, re‐integratie, activering). Ons voorstel omtrent de ID/WIW wordt u in een separaat document aangeboden. Financiële toelichting (bedragen x € 1.000,‐) Financieel overzicht beleidsmatige inspanning begroting 2011 financiële stand Arbeidsparticipatie incl omissie wijziging 4‐maands baten 798.691 ‐4.927 793.764 lasten 845.089 86.937 932.026 saldo vóór reserveringen ‐46.398 ‐91.864 ‐138.262 662 onttrekking aan reserves 0 662 toevoegingen aan reserves 0 0 0 saldo na reserveringen ‐46.398 ‐91.202 ‐137.600 Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Arbeidsparticipatie baten lasten saldo Inkomensverstrekking ‐6.161 82.031 ‐88.192 Reïntegratietrajecten 33.942 30.755 3.187 Sociale werkvoorziening SoZaWe ‐4.593 ‐4.593 0 Werkgelegendheid en participatie Roteb ‐28.115 ‐21.256 ‐6.859 totaal ‐4.927 86.937 ‐91.864 Aansluittabel mutaties (zie ook 2e en 3e bestuursrapportage 2010) Mutaties baten lasten Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Problematiek WWB 29.839 120.083 2. Problematiek WSW ‐7.500 3. Verplichtingenstop Roteb ‐346 Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. Afwikkeling inburgeringstrajecten SoZaWe 1.015 2. Rijksbijdrage WSW ‐4.593 ‐4.593 3. Concerncertificering SoZaWe ‐504 4. Concerncertificering Roteb ‐67 5. Kantoorhuisvesting ‐350 6. Afroming overhead SDR – SoZaWe ‐6.010 7. Afroming overhead SDR – Roteb ‐892 Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1. Actualiseren participatiebudget 33.942 33.942 2. Actualiseren budget inkomensverstrekking ‐36.000 ‐36.000 3. Technische wijzigingen Roteb ‐20.615 ‐20.613 4. Taalvoorzieningen 610 Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. Stichting Luchthaven 662 Totaal ‐4.927 86.937 Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen
60
1. De volumeontwikkeling van de WWB veroorzaakt in 2011 een tekort van € 100 mln. op het vanuit de rijksoverheid gefinancierde Inkomens‐ ofwel I‐deel. Dit geprognosticeerde tekort is gebaseerd op het scenario waarbij het volume oploopt van 33.000 tot 36.000 bijstandsgerechtigden aan het eind van het jaar. Grof vertaald naar uitkeringen betekent dit dat er sprake is van een kleine 7.000 meer verstrekte uitkeringen dan waarvoor Rotterdam vanuit het rijksbudget gefinancierd wordt. Daarnaast is er een begrotingstekort van € 20 mln. doordat de primaire begroting 2011 nog rekening hield met een overschot op de inkomensverstrekking en opbrengsten uit handhaving en verlonen. Om het tekort op de uitkeringslasten van € 100 mln. te verminderen worden maatregelen uitgevoerd om de instroom te beperken, de uitstroom te bevorderen en de gemiddelde prijs per uitkering te verminderen (bv door deeltijdarbeid). Deze maatregelen beogen een reductie van het tekort in 2011 van € 28,5 mln. Uiteraard is de realisatie van dit bedrag mede afhankelijk van (o.a.) de economische ontwikkeling in Rotterdam. Er resteert dan een tekort van ca. € 71,6 mln. wat betekent dat Rotterdam een beroep kan doen op een incidentele aanvullende uitkering (de IAU). Bij een BUIG‐budget van € 417 mln. en een ‘eigen risico’ van 10% kan Rotterdam een aanvraag indienen tot een bedrag van (ca) 29,8 mln. Omdat honorering van de aanvraag onzeker is treffen we tegenover de potentiële vordering op het Rijk tegelijkertijd een voorziening van gelijke grootte. Het begrotingsbeeld verandert dus per saldo niet (vordering minus voorziening is nul). In 2012 is er in het geval het rijk de aanvraag toekent een ‘meevaller van ca € 29,8 mln). 2. Als gevolg van het dalende participatiebudget is de vergoeding voor de WWB trajecten voor 2011 fors verlaagd waardoor het financiële tekort op de SW in zijn volledige omvang zichtbaar is geworden. Naast het reeds bestaande tekort uit 2010, wordt Roteb in 2011 geconfronteerd met een lagere taakstelling, wat tot overrealisatie leidt in 2011 (€ 2 mln. tegenvaller) alsmede met een verlaging van de subsidie per se medewerker en het vervallen van de Begeleid Werken Bonus (samen € 4 mln tegenvaller). Dit effect wordt voor Roteb versterkt door de overkomst van D&BW van SoZaWe per 1 januari 2011. Cumulatief heeft Roteb in 2011 een financieel knelpunt van € 14 miljoen op het uitvoeren van de Wet Sociale Werkvoorziening. Roteb neemt zelf maatregelen voor € 6,5 mln. De resterende middelen worden ten laste van de algemene middelen gebracht. 3. Gelet op de financiële ontwikkelingen is besloten tot de invoering van een verplichtingenstop. Verplichtingen, voor zover deze essentiële onderdelen van de bedrijfsvoering (going concern) niet raken, worden niet langer aangegaan. Dit levert een bijdrage in de terugdringing van het tekort. Voor dit beleidsveld betekent dit: specificatie mutaties verplichtingenstop Verplichtingenstop: Roteb Bedrijfsvoering totaal
begroting 2011 346 346
Overboekingen 1. SoZaWe neemt de gehele afwikkeling van inburgeringstrajecten voor haar rekening. SoZaWe regelt de uitvoering en maakt hiervoor de kosten (waaronder de kosten van het Centraal Inburgeringsloket ‐ CIL). Om de interne facturatie te verminderen wordt een bedrag van € 4,74 mln. administratief overgeheveld van de dienst JOS naar SoZaWe. In de begroting worden de lasten van de producten Specifieke doelgroepen (€ 3,725 mln. uitvoeringskosten) en Inkomensverstrekking (€ 1,015 mln. voor huisvesting en ICT) verhoogd. 2. Door het Rijk is een lagere bijdrage voor de uitvoering van de Wsw vastgesteld. De baten en lasten zijn hierdoor met € 4,59 mln. verlaagd. 3+4. In de meerjarenbegroting 2011‐2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. 5. Betreft stelselwijziging vastgoed.
61
6+7. De Servicedienst Rotterdam brengt vanaf 2011 de toe te rekenen overhead niet meer in rekening over haar activiteiten bij de verschillende diensten. Hiervoor zijn de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. Technische mutaties 1. De baten en lasten van het participatiebudget zijn aangepast aan de laatste inzichten. 2. De baten en lasten van inkomensverstrekking zijn aangepast aan de laatste inzichten. 3. De technische verschuivingen betreffen verschuivingen binnen het product en zijn derhalve op productniveau budgetneutraal. 4. De afwikkeling van de taalovereenkomsten met de Regionale Opleidingscentra (ROC's) wordt geheel verzorgd door SoZaWe. Een bedrag van € 610 binnen het product Taal‐ en Participatietrajecten administratief wordt overgeheveld van de dienst JOS. Reserves 1. De bestemmingsreserve Stichting Luchthaven en de hierbij behorende onttrekking was nog niet opgenomen in de Begroting 2011. Deze bestemmingsreserve is gevormd bij de vaststelling van de 3e bestuursrapportage 2010. De voorgestelde onttrekking vanuit de bestemmingsreserve is in overeenstemming met de jaarrekening 2010.
62
7.2 Beleidsmatige inspanning maatschappelijke participatie De taal spreken en participeren In deze collegeperiode (2010 t/m 2013) starten er 11.600 taal‐ en participatietrajecten. De target is dat aan het eind van de collegeperiode bij 60% van de afgeronde taal‐ en participatietrajecten een stap op de participatieladder is gezet. Dit is een hoge ambitie, zeker voor de deelnemers aan trajecten voor maatschappelijke participatie en richting werk. Het gaat om ouder(s)/opvoeder(s) met jonge kinderen, sociaal geïsoleerden en langdurig werkzoekenden voor wie de afstand tot de arbeidsmarkt groot is. Er is een risico dat de duur en intensiteit van de participatieactiviteiten voor deze groepen te hoog is. De kwaliteit van de trajecten kan ook een rol spelen bij het afronden van de trajecten en het behalen van het participatieresultaat. De resultaten van de audit naar de kwaliteit van trajecten zijn in een afrondende fase. De concept‐eindrapportages worden momenteel met de aanbieders besproken. Het aantal deelnemers, gestart in 2010, dat in 2010 examen heeft gedaan is 466, waarvan tot nu toe 41% de participatiedoelstelling heeft behaald. Totaal zijn in 2010 en 2011 660 trajecten afgerond met een examen. Van dit totaal hebben 218 deelnemers een stap op de participatieladder gezet, of 33%. Naarmate de collegeperiode vordert neemt het percentage afgeronde trajecten toe en kan het participatieresultaat worden geregistreerd. Bij alle aanbieders ligt het zwaartepunt (meer dan 50%) bij de langlopende trajecten (12‐ of 18 maanden). De komende twee kwartalen wordt een fors deel van de trajecten, gestart in 2010, afgesloten met een examen en een eindrapportage waaruit het participatieresultaat blijkt. In onze brief van 3 februari 2011 hebben wij u geïnformeerd over de evaluatie van de Verordening Inburgering in de periode 2007‐2010. Ook heeft wethouder Louwes de commissie MVPS in een brief van 15 maart 2011 geïnformeerd over de uitgangspunten voor de taalaanpak voor de periode 2011‐2014, mede naar aanleiding van de bezuinigingen van het Rijk op inburgering en educatie. Voorts zijn de gewijzigde beleidsregel Bewonersinitiatieven en de nieuwe beleidsregel Stadsburgerschap zodanig ingericht dat deze ondersteunend zijn aan de bovengenoemde collegetarget. Dit geldt ook voor het in april van dit jaar vastgestelde Meerjarenplan WMO.
Realisatie 2010/nulmeting
2011 t/m 1ste kwartaal
2012
Eindwaarde (2013/anders) 60%
Target: In deze collegeperiode zet 60% van de deelnemers aan een taal‐ en participatietraject één of meerdere stappen op de participatieladder (behaalt het participatieresultaat)
Mijlpaal/planning
Realisatie
41%
33% (4 mnd; cumulatief 2010/2011)
Belangrijkste inspanningen & meetbare prestaties:
Mijlpaal/planning (datum)
11.600 taal‐ en participatietrajecten
In deze collegeperiode starten er 11.600 taal‐ en participatietrajecten
Realisatie 4 mnd
4.645 trajecten
5.893 trajecten 7 (cumulatief 2010/2011)
WMO‐ pilots Vanuit het Innovatiefonds Wmo krijgen twee pilots een financiële bijdrage. De pilot Schiebroek is inmiddels afgerond. De pilot IJsselmonde loopt echter nog. Aan de raad is beloofd dat de resultaten van de pilots aan het eind van dit jaar meegenomen worden in de eindverantwoording van het innovatiefonds. Basisinfrastructuur sociaal De kwalitatieve normering voor de basisvoorziening in Rotterdam is nog niet gereed. In het tweede kwartaal van dit jaar ontvangt de raad een voortgangsrapportage. 7
Betreft alleen duale en niet‐duale inburgeringstrajecten die worden afgerond met een inburgeringsexamen
63
Vrijwilligers: uitbreiding en versterking van het aanbod van activiteiten Steunorganisaties ondersteunen vraaggericht alle vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties in Rotterdam en creëren stedelijk een duidelijk herkenbare ingang voor het vrijwilligerswerk. Zo blijft het aantal Rotterdamse vrijwilligers per 2014 stabiel op 140.000. Dat is tegen de landelijke trend van daling in. In de eerste maanden van 2011 is een start gemaakt met de herpositionering van de ondersteuningsstructuur voor het vrijwilligerswerk. Facilitering blijft intact met de vrijwilligersverzekering en promotie en waardering blijven de belangrijkste aspecten van het beleid. Woonservicegebieden Er is tijdelijk een regiegroep ingesteld die de voortgang van de sociale en fysieke opgaven in de woonservicegebieden bewaakt en de ontwikkeling van de 16 voorbeeldgebieden bestuurlijk monitort. Stedelijk wordt er een eenduidig registratiesysteem opgezet om te kunnen sturen op vraag en aanbod van aangepaste woningen en ouderenwoningen. De deelgemeente Hilligersberg‐Schiebroek en Overschie sluiten nog niet aan bij het stedelijk programma. De overige deelgemeenten zijn actief met Wmo‐AWBZ zorg‐ en welzijnsactiviteiten en het ontwikkelen van buurtgerichte servicecentra en woonzorgvoorzieningen. Burgerinitiatieven De beleidsregel Stadsinitiatieven hebben wij vastgesteld en u bent hierover geïnformeerd. Stadsburgerschap Wij hebben de Beleidsregel Burgerschapsbeleid "Participatie: Kiezen voor talent" vastgesteld. U bent hierover geïnformeerd. De instellingen zijn door de wethouder AHIP persoonlijk geïnformeerd over de nieuwe beleidsregel en de consequenties hiervan voor de gesubsidieerde instellingen. Er wordt fors bezuinigd in de komende jaren. Het beschikbare budget daalt van 8 naar 3 miljoen. Individuele voorzieningen: Het verder vormgeven van de omslag van individuele voorzieningen naar collectieve voorzieningen vindt samen met de betrokken ketenpartners in de stad plaats. Hiervoor is onder meer op 19 april 2011 een seminar georganiseerd met vertegenwoordigers van de deelgemeenten, zorgaanbieders, welzijnsorganisaties en cliënten. Thans wordt een wijziging van de verordening en onderliggende regelgeving voorbereid. In deze wijziging wordt ook een aantal voorstellen doorgevoerd om de komende jaren binnen het financieel kader te blijven. Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) begroting 2011 financiële stand Maatschappelijke participatie incl omissie wijziging 4‐maands baten 14.449 ‐2.380 12.069 lasten 174.340 ‐10.705 163.635 saldo vóór reserveringen ‐159.891 8.325 ‐151.566 400 onttrekking aan reserves 0 400 toevoegingen aan reserves 0 0 0 saldo na reserveringen ‐159.891 8.725 ‐151.166 Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Maatschappelijke participatie baten lasten saldo Individuele voorzieningen 0 ‐422 422 Specifieke doelgroepen ‐4.265 ‐1.723 ‐2.542 Stadsburgerschap 0 ‐5.037 5.037 Taal‐en participatietrajecten 0 ‐5.386 5.386 Volwasseneducatie 1.885 1.863 22 totaal ‐2.380 ‐10.705 8.325
64
Aansluittabel mutaties Mutaties baten lasten Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Verplichtingenstop SoZaWe ‐2.000 2. Stadsinitiatief ‐5.000 Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. Afroming concernoverhead (JOS) ‐200 Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1. Centraal Inburgeringscontract ‐5.022 ‐5.022 2. Zonder Dak 410 410 3. Project Even buurten 347 347 4. Jeugdcultuurfonds 100 5. Afwikkeling inburgeringstrajecten SoZaWe 3.725 6. Afwikkeling inburgeringstrajecten JOS ‐4.740 7. Taalvoorzieningen JOS ‐610 8. WEB 1.885 1.885 Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. Ouderenbeleid 23 2. Plan van aanpak MO 272 3. WMO 105 Totaal ‐2.380 ‐10.705 Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Gelet op de financiële ontwikkelingen is besloten tot de invoering van een verplichtingenstop. Verplichtingen, voor zover deze essentiële onderdelen van de bedrijfsvoering (going concern) niet raken, worden niet langer aangegaan. Dit levert een bijdrage in de terugdringing van het tekort. Voor dit beleidsveld betekent dit: specificatie mutaties verplichtingenstop
begroting 2011 2.000
Verplichtingenstop: Taakstelling Sozawe 2. Bij de begrotingsbehandeling 2011 is voor het programma Stadsinitiatief voor de periode 2011‐ 2014 per jaar een budget van € 5 mln. beschikbaar gesteld. Bij de 1e bestuursrapportage en de kaderbrief 2011 verzoekt het college de raad dit bedrag bij te stellen op de beleidsinspanning maatschappelijke participatie naar € 16 miljoen voor de periode 2012‐2015 ( 2012 € 5 miljoen, 2013 en 2014 € 4 miljoen en 2015 € 3 mln). Een en ander ter dekking van de bezuinigingsoperatie. Overboekingen 1. De Servicedienst Rotterdam brengt vanaf 2011 de toe te rekenen overhead niet meer in rekening over haar activiteiten bij de verschillende diensten. Hiervoor zijn de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. Technische mutaties 1. Als gevolg van nieuwe afspraken met JOS over de financiering van CIL is er een correctie doorgevoerd met als gevolg een verlaging van baten en lasten Inburgeringsloket. 2. Aanpassing baten en lasten als gevolg van een groeiend klantenbestand (meer woningen en bewoners). 3. Van ZonMW is een meerjarige subsidie verkregen voor de uitvoering van het project ''Even buurten''.
65
4. In verband met hogere uitgaven voor het Jeugdcultuurfonds is een bedrag overgeheveld vanuit het product Bijzondere Bijstand naar het product Specifieke doelgroepen om subsidie te kunnen verlenen. 5+6. SoZaWe neemt de gehele afwikkeling van inburgeringstrajecten voor haar rekening. SoZaWe regelt de uitvoering en maakt hiervoor de kosten (waaronder de kosten van het Centraal Inburgeringsloket ‐ CIL). Om de interne facturatie te verminderen wordt een bedrag van € 4,74 mln. administratief overgeheveld van de dienst JOS naar SoZaWe. In de begroting van de dienst SOZAWE wordt dit bedrag geplitst over twee producten. De lasten van de producten Specifieke doelgroepen (€ 3,725 mln. uitvoeringskosten) en Inkomensverstrekking (€ 1,015 mln. voor huisvesting en ICT) worden verhoogd. 7. De afwikkeling van de taalovereenkomsten met de Regionale Opleidingscentra (ROC's) wordt geheel verzorgd door SoZaWe. Een bedrag van € 610 binnen het product Taal‐ en Participatietrajecten administratief wordt overgeheveld van de dienst JOS. 8. Op basis van de in 2010 door de dienst JOS afgesloten contracten met instellingen in het kader van de WEB (Wet Educatie Beroepsonderwijs) worden in 2011 nog betalingen aan de instellingen verricht door de dienst JOS voor een bedrag van € 1,885 mln. De rijksmiddelen (Participatiebudget) waaruit deze lasten worden gedekt, worden door de dienst SoZaWe beheerd. Met de dienst SoZaWe is afgesproken dat deze lasten middels facturatie door de dienst JOS kunnen worden gedeclareerd. Reserves 1. De bestemmingsreserve van Ouderenbeleid wordt volledig aangesproken ten behoeve van een subsidie voor ouderenwelzijn. 2. De bestemmingsreserve MO wordt gebruikt voor de doorontwikkeling van het cliëntvolgsysteem van Centraal Onthaal en het opstellen van een business case voor (Z)onderdak. Bestemmingsreserve MO is bestemd voor de overschrijding van de uitgaven in het kader van het project (Z)Onderdak. Volgens het PvA MO II zal de opvang van de meest kwetsbare groepen de komende jaren alleen maar toenemen. 3. Conform de jaarrekening 2010 wordt het resterende saldo van de in 2009 gevormde bestemmingsreserve Innovatiefonds WMO (€ 105) gebruikt ter dekking van de in 2011 te realiseren prestatieafspraken waarvoor in 2010 harde juridische financiële verplichtingen zijn aangegaan.
66
7.3 Beleidsmatige inspanning participatie jeugd Maatschappelijke stages In het schooljaar 2011/2012 worden maatschappelijke stages verplicht voor iedere leerling in het voortgezet onderwijs. Ter voorbereiding hierop is een Maatschappelijke Stage‐centrale ingericht waar stagebieders, leerlingen en scholen terecht kunnen. Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) begroting 2011 financiële stand Participatie jeugd incl omissie wijziging 4‐maands baten 2.727 577 3.304 lasten 12.965 121 13.086 saldo vóór reserveringen ‐10.238 456 ‐9.782 0 onttrekking aan reserves 0 0 toevoegingen aan reserves 0 0 0 saldo na reserveringen ‐10.238 456 ‐9.782 Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Participatie jeugd baten lasten saldo Begeleiding jeugd naar onderwijs en/of arbeidsmarkt 0 ‐364 364 Jongerenactiviteiten/faciliteren jongeren participatie 577 485 92 totaal 577 121 456 Aansluittabel mutaties Mutaties baten lasten Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. Afroming concerncertificering (JOS) ‐179 2. Afroming concernoverhead (JOS) ‐218 3. Overheveling budget Mentoring (JOS, naar beleidsveld Onderwijs) ‐59 Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1. Aanvullende bijdrage jongerenactiviteiten (JOS) 23 23 2. Aanvullende bijdrage jongerenvoorziening (JOS) 254 254 3. Aanvullende bijdrage jongerenwerk (JOS) 300 300 Lasten die worden gedekt uit de reserves Totaal 577 121 Overboekingen 1. In de meerjarenbegroting 2011‐2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de dienstjaarrekening nog werd voorzien van een accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd.
67
2. De Servicedienst Rotterdam brengt vanaf 2011 de toe te rekenen overhead niet meer in rekening over haar activiteiten bij de verschillende diensten. Hiervoor zijn de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. 3. In de begrotingsraad is via een amendement een bedrag van € 59 voor Mentoring toegevoegd aan het product Jongerenactiviteiten in de begroting. Dit bedrag had echter moeten worden toegevoegd aan het product VSV. Technische mutaties 1. Door het Nederlands Jeugdinstituut is voor Jeugdparticipatie een bedrag van € 23 beschikbaar gesteld. 2. In het kader van Pact op Zuid is door dS+V voor jongerenvoorzieningen (accommodaties) in IJsselmonde in 2011 een bedrag van € 254 beschikbaar gesteld. De betreffende uitgaven kunnen op factuurbasis worden gedeclareerd. 3. Door de Directie Veilig is voor de verbetering van de kwaliteit van het Jongerenwerk in 2011 een bedrag van € 300 beschikbaar gesteld op basis van een door de dienst JOS opgesteld uitvoeringsplan. De betreffende uitgaven kunnen op factuurbasis worden gedeclareerd.
68
7.4 Beleidsmatige inspanning armoedebestrijding Bijzondere bijstand Per 1 januari 2011 zijn de toeslag 65+ en de kindertoeslag verlaagd. Er worden ‐ gezien de financiële problematiek ‐ verdergaande voorstellen gedaan voor een pakket aan maatregelen waarmee de benodigde financiële taakstellingen meerjarig op een verantwoorde manier worden ingevuld. Voor 2011 zijn de vergoedingen voor de kosten van woninginrichting teruggebracht. Voor 2012 wordt overwogen om de langdurigheidstoeslag te verlagen en de toeslag 65+ geheel af te schaffen, om zo de extra bezuiniging vanuit het Rijk van (naar schatting) 4 miljoen op te vangen, naast de besparing die voortvloeit uit de dan verplichte teruggang van de doelgroep van ons armoedebeleid van 120% WML naar 110% sociaal minimum. In een separaat document wordt u nader over de voorstellen geïnformeerd. Schulddienstverlening De schulddienstverlening in Rotterdam is breed toegankelijk. Door samenwerking in de keten met het algemeen maatschappelijk werk (AMW), Vraagwijzer, Centrum voor Dienstverlening (CVD) en inzet van vrijwilligers wordt ook de toegang voor burgers die niet zelf de weg weten te vinden naar de Kredietbank Rotterdam (KBR) gewaarborgd. Per april 2011 is de KBR gestart met Budgetbeheer Online. Via internet kunnen klanten van de KBR informatie over hun reserveringen en betalingen opvragen. Voor jongeren heeft de KBR een speciaal jongerenteam en wordt in het kader van preventie o.a. ingezet op voorlichtingen, workshops en spreekuren op scholen door de KBR, het CVD en stichting Jong. Thuisadministratieprojecten (Inzet vrijwilligers bij schulddienstverlening) In het eerste kwartaal van 2011 zijn de drie gefinancierde projecten (Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Centrum, Centrum Voor Dienstverlening en Humanitas) op dezelfde voorwaarden doorgegaan als in 2010. Op basis van de evaluatie van 2010 worden voor de overige drie kwartalen van 2011 nieuwe afspraken gemaakt over doelgroep, aantallen klanten, werkwijze en aansluiting bij de samenwerkingsafspraken tussen de KBR en het algemeen maatschappelijk werk. Optimalisering samenwerking in de keten schulddienstverlening De eerste fase (pilot) van de samenwerking, binnen 6 deelgemeenten, tussen het algemeen maatschappelijk werk en de KBR is afgerond. Een uitwerking van de tweede fase vindt plaats. Financiële toelichting per beleidsmatige inspanning Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) begroting 2011 financiële stand Armoedebestrijding incl omissie wijziging 4‐maands baten 2.134 6.359 8.493 lasten 62.798 5.759 68.557 saldo vóór reserveringen ‐60.664 600 ‐60.064 0 onttrekking aan reserves 0 0 toevoegingen aan reserves 0 0 0 saldo na reserveringen ‐60.664 600 ‐60.064 Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Armoedebestrijding baten lasten saldo Bijzondere bijstand 0 ‐600 600 Inkomensverstrekking 0 0 0 Kwijtschelding 0 0 0 Schulddienstverlening 6.359 6.359 0 totaal 6.359 5.759 600
69
Aansluittabel mutaties (zie ook 2e en 3e bestuursrapportage 2010) Mutaties baten lasten Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1 Bijzondere bijstand ‐500 Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1 Jeugdcultuurfonds ‐100 2 Bijdrage Schulddienstverlening 6.359 6.359 Lasten die worden gedekt uit de reserves Totaal 6.359 5.759 Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Op het budget woonvoorzieningen is een onderschrijding aan de orde. Deze middelen worden aan de algemene middelen toegevoegd. Technische mutaties 1. In verband met hogere uitgaven voor het Jeugdcultuurfonds is een bedrag overgeheveld vanuit het product Bijzondere Bijstand naar het product Specifieke doelgroepen om subsidie te kunnen verlenen. 2. Door het rijk zijn extra middelen ten bedrage van € 6,36 mln. ter beschikking gesteld voor de uitvoering van de schulddienstverlening. Deze middelen worden (o.a.) aangewend voor de uitbouw van de vraagwijzer, de inzet van het algemeen maatschappelijk werk bij de aanpak van de schuldenproblematiek, de inzet van vrijwilligers bij het op orde brengen van administratie ‘thuis’, de uitvoering van de wet gemeentelijke schuldhulpverlening, die verplicht tot integrale schuldhulpverlening tot het bieden aan alle burgers, het afkopen van de premieschulden van deelnemers aan de collectieve zorgverzekering bij Zilveren Kruis/Achmea (hierdoor kan voor deze groep bronheffing (boete) worden voorkomen; de bij Achmea afgekochte schuld wordt vervolgens door de verzekerden aan de gemeente terugbetaald).
70
8. Beleidveld Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8.1 Beleidsmatige inspanning ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling Bestemmingsplannen De raming van 20 bestemmingsplannen is vanwege bezuinigingen niet haalbaar. Het is realistisch om voor 2011 uit te gaan van het gereedkomen van maximaal 15 gebiedsbestemmingsplannen. Dit houdt in dat per 2013 niet alle bestemmingsplannen actueel zullen zijn en niet voldaan wordt aan het vereiste van de Wet Ruimtelijke ordening. De sanctie hierop is dat er geen leges geheven mogen worden. Bij de prioritering van de afwikkeling van de gebiedsbestemmingsplannen is hiermee rekening gehouden en wordt voorrang gegeven aan gebieden waar (bouw)ontwikkelingen zullen plaatsvinden. Het risico van legessanctie kan niet voor 100% uitgesloten worden. Per 1 april is één bestemmingsplan door de raad vastgesteld en drie bestemmingsplannen ter vaststelling aangeboden. Dit brengt het aantal bestemmingsplannen per één april op vier bestemmingsplannen. Programma Binnenstad Onze ambitie voor de binnenstad is dat er meer mensen in de binnenstad gaan wonen en werken. Ook willen we dat er meer mensen de binnenstad bezoeken en er langer blijven en meer besteden. Om dit te bereiken gaan we door met het ontwikkelen van de binnenstad tot een plek waar altijd iets te doen is. Een plek waar het aangenaam is om te verblijven en te verpozen voor bewoners, bezoekers, studenten en bedrijven. Wij zetten door op het Binnenstadsplan 2008‐2020, de Binnenstad als Citylounge. De inzet voor de binnenstad is gebaseerd op 2 sporen: 1. Sterker inzetten op levendigheid, gastvrijheid en imago (software). 2. Doorgaan met verdichting, doorgaan met bouwen (hardware). Er zijn meer bewoners en bedrijven nodig om een levendige, economisch vitale binnenstad te creëren. De doelstellingen zijn doorvertaald naar 5 programmapijlers: Levendige Binnenstad, Gastvrije Binnenstad, Binnenstad om in te wonen, Verbonden Binnenstad en Bedrijvige Binnenstad. De pijlers zijn verder uitgewerkt zijn in het Uitvoeringsprogramma Binnenstad, waarvan de uitvoering is gestart. Resultaten Er is een open en een besloten consultatiebijeenkomst georganiseerd. Het draagvlak is groot. De koers voor de binnenstad, zoals beschreven in het programmaplan is bevestigd en onderstreept door de stakeholders. In de gesprekken is meegedacht hoe we dit samen kunnen gaan bereiken. Op 19 april 2011 hebben wij het programmaplan Binnenstad vastgesteld. Er wordt steeds meer georganiseerd om de levendigheid in de binnenstad te vergroten: o voor de 40e editie van het Internationaal Film Festival Rotterdam is een speciale editie van de Parfum de Boem Boem georganiseerd, o de marathon had dit jaar een uitgebreider, tweedaags programma, o kindertheater Max en het productiehuis van de Schouwburg hebben zich gevestigd in het voormalig pand van Lantaren/Venster, o het bouwterrein van het Stadskantoor is tijdelijk ingericht als groene ontmoetingsplek en kan ook gebruikt worden voor evenementen, o het programma van de Eureka week vindt dit jaar meer in de binnenstad plaats, o rond het WK tafeltennis en de Eurogames zijn sportactiviteiten in de binnenstad gepland, o op het Schouwburgplein en het Stadspodium (Grotekerkplein) zullen deze zomer activiteiten georganiseerd worden, o het uitgaansaanbod is verbreed met nieuwe locaties als het Perron, Blender en Heidegger. Het convenant leegstaande kantoren is op 13 april jl ondertekend en zal nu concreet voor de binnenstad worden uitgewerkt. Voor het Stadhuisplein is samen met de stakeholders een visie opgesteld. Voor de Coolsingel is een verbeeldend programma van eisen gemaakt.
71
De resultaten van het Programma Buitenruimte zijn op straat duidelijk merkbaar. In dit kwartaal zijn het Leuvehoofd, het Binnenwegplein, de Ichtushof (bij Hogeschool Laan op Zuid) en de Wijnhaven opgeleverd. In uitvoering zijn: de Kruiskade, de Nieuwemarkt, de van Ommerenhaven (Westerkade) en het Museumpark. In dit kwartaal zijn twee grote projecten gestart: de Boompjeskade en de Lijnbaan. Vanuit de pijler Gastvrije Binnenstad is een hospitality‐training voor front‐office medewerkers van hotels, restaurants, etc. georganiseerd om zo de kennis van de stad te vergroten. Tijdens IFFR zijn Citystewards ingezet om bezoekers een welkom gevoel te geven. De inzet van stichting Meion (professioneel jongerenwerk) heeft een positief effect op de lijnbaan. Aandachtspunten zijn dat in de pijler Woningbouw de afzetbaarheid van woningen meer nadruk zal moeten krijgen. We moeten zoveel mogelijk speciale producten, gericht op de doelgroepen jongeren, ouderen en gezinnen, op de markt brengen. Verder is de Citylounge‐ambitie niet door de overheid alleen te realiseren. We zijn zeer sterk afhankelijk van de inzet van andere partijen. Rond de nieuwe pijlers moeten we ons netwerk opbouwen en benutten om het programma verder te ontwikkelen. Maar ook op het schaalniveau van de binnenstad als geheel is meer samenwerking mogelijk. We onderzoeken de oprichting van een Platform Binnenstad. Target: 5% meer inwoners
Mijlpaal/planning Realisatie 4 mnd
Target: 5% meer werknemers
Mijlpaal/planning Realisatie 4 mnd
Target: 10% meer bezoekers
Mijlpaal/planning Realisatie 4 mnd
Realisatie 2010 nulmeting 31.305 80.184 531.700
2011 31.305 31.835 80.184 Nog niet bekend 549.246 Nog niet bekend
2012
Eind‐waarde 2013 31.555 32.400 81.467
82.750
566.792
584.870
Bijzondere aanpak Zuid Onze ambitie om de middenklasse op Zuid vast te houden omvat een breed samenhangend pallet van ambities, dat kan worden samengevat tot het terugbrengen van selectieve migratie en het verhogen van de sociaaleconomische participatie. Daartoe spannen wij ons in om op grond van het advies Deetman/Mans een nationaal programma (Kwaliteitssprong) voor Zuid te realiseren. Dit programma richt zich specifiek op 7 wijken waar de verbetering niet snel genoeg gaat. In het Pact op Zuid is door de gemeente en de partners van het Pact al ervaring opgedaan met het werken aan een kwaliteitsslag voor Zuid. Pact op Zuid blijft bestaan als alliantie van partijen die zich in zetten voor Zuid en wordt onderdeel van het nationale programma. De alliantie zet zich in voor het hele Pactgebied (IJsselmonde, Charlois en Feijenoord). Om de komende 15 á 20 jaar daadwerkelijk doorbraken te bewerkstelligen is meer focus nodig in doelen en inspanningen en een differentiatie naar gebied. Juist die scherpere keuzes zorgen voor massa en daardoor kunnen sneller betere resultaten worden behaald. In het programma geven we dan ook niet een volledig beeld van alle reguliere inzet op Zuid: de focus staat centraal. Dit is vertaald naar: 1. Een speciale aanpak in 7 wijken (zie hieronder); 2. Kiezen voor 3 thema’s (talentontwikkeling, werk en inkomen en woonmilieu’s) 3. Richten op 4 kanskaarten (dit behelst de grote langetermijn economische structuurversterkingen op Zuid, waaronder Stadshavens, Stadionpark, Zorgboulevard en Hart van Zuid. Hierdoor moeten de bewoners van Zuid meer perspectief krijgen, wordt het arbeidspotentieel benut en moet Zuid aantrekkelijker worden voor sociale stijgers om er te blijven wonen.) Met de partners wordt de gezamenlijke visie aangescherpt. Op 16 februari 2011 hebben Rijk (minister van BZK) en de gemeente Rotterdam (burgemeester), naar aanleiding van het rapport Deetman‐Mans, een intentieverklaring ondertekend. Hierin is afgesproken dat Rijk en gemeente op basis van het advies en de afspraken in de intentieovereenkomst in september 2011 tot een nationaal programma komen.
72
Tegelijkertijd zal in september ook de aanpak voor de 7 focuswijken gereed zijn De focuswijken zijn gekozen omdat in deze wijken de problematiek zich in ernstige mate gestapeld voordoet. Het zijn: Oud‐Charlois, Carnisse, Tarwewijk, Afrikaanderwijk, Feijenoord, Bloemhof en Hillesluis. In deze wijken wordt een nieuwe werkwijze opgezet waardoor doorbraken en meer resultaten voor de bewoners wordt gerealiseerd. Ambitie: Inzet op Zuid De ambitie op Zuid is om het systeem van hoge instroom/doorstroom, selectieve migratie, lage woonkwaliteit, imperfecte woningmarkt, en onbenutte economische potenties te doorbreken. Dat geldt ook voor het doorbreken van de sociaal‐economische situaties waarin grote groepen rondkomen van een uitkering of criminaliteit, waar de mensen geen arbeidsverleden en geen arbeidsperspectief hebben, waar het ontbreekt aan ambitie en goede voorbeelden voor de jeugd en waar de mensen elkaar vasthouden in deze ‘greep’. De inspanningen wordt momenteel door het team Zuid verder uitgewerkt. Dit gebeurt samen met (lokale) partners en de Rijksoverheid. (bedragen x € 1.000,‐) Financieel overzicht beleidsmatige inspanning Begroting 2011 Financiële Stand Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling incl omissie wijziging 4‐maands baten 625.056 ‐216 624.840 lasten 712.760 844 713.604 saldo vóór reserveringen ‐87.704 ‐1.060 ‐88.764 86.007 onttrekking aan reserves 84.516 1.491 toevoegingen aan reserves 0 0 0 saldo na reserveringen ‐3.188 431 ‐2.757 Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling baten lasten saldo Engineering ‐28.393 ‐32.752 4.359 Grondzaken ‐5.342 ‐3.731 ‐1.611 Inrichten openbare ruimte 21.929 12.576 9.353 Monumenten 385 1.564 ‐1.179 Regie stedebouw / planvorming 11.205 23.187 ‐11.982 totaal ‐216 844 ‐1.060 Financiële toelichting mutaties baten lasten Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Aanpassing resultaat grondexploitaties ‐2.677 2. Bedrijfsvoeringstaakstelling Stadsontwikkeling 13.678 3. Recreatieschappen 745 4. Verplichtingenstop 407 ‐12.001 Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. Herfinanciering Servicedienst 321 ‐4.433 2. Afroming budgetten Concerncertificering ‐350 3. Verschuivingen apparaatskosten tussen Economie en OBR ‐19 Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1. Projectmanagementbureau Rotterdam 0 0 2. Krimpend werkpakket Gemeentewerken ‐28.714 ‐28.714 3. Samenvoeging stafdiensten Stadsontwikkeling 8.540 8.540 4. 2000 Bomen 2.000 2.000
73
5. Groenvoorziening Vreewijk 385 385 6. Bestaand Rotterdams gebied 2.697 2.697 7. Aanleg groene daken 972 972 8. Motie Aubert 293 293 9. Kindvriendelijke wijken 527 527 10. Kleur en Fleur 11 11 11. Rotterdamse Stijl 1.022 1.022 12. Buitenruimte Binnenstand 14.000 14.000 Onttrekking reserves (ophogen lasten) zie onder 1. Oplevering Fort Hoek van Holland 1.259 2. Korte klappen 106 3. Afronding project Brandgrens 126 totaal ‐216 844 Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Aanpassing resultaat grondexploitaties Er heeft een herijking van de grondexploitaties plaatsgevonden. Daarin is het verdienvermogen van de grondexploitaties bijgesteld en daarmee ook de verwachting van het saldo van winst‐ en verliesnemingen voor 2011 en volgende jaren. Het resultaat grondexploitaties komt in 2011 € 2.677 lager uit. Hierbij is ook rekening gehouden met de gefaseerde implementatie van een kostendekkend grondbedrijf. 2. Bedrijfsvoeringstaakstelling Stadsontwikkeling Door diverse oorzaken staat de organisatie van het cluster Stadsontwikkeling onder druk. De cumulatie van doelstellingen uit het coalitieakkoord (waakvlam dS+V), de bedrijfsvoeringstaakstellingen en de terugloop in het werkpakket als gevolg van bezuinigingen door deelgemeenten, stadsregio en andere derden leiden ertoe dat de financiële kaders voor de organisatie veel sneller afnemen dan door middel van personeelsreductie kan worden opgevangen. Om dit te compenseren hogen wij het lastenbudget met € 13.678 op. 3. Recreatieschappen De gemeente Rotterdam is lid van het Koepelschap en een aantal recreatieschappen in Zuid‐Holland. De invloed van de gemeente Rotterdam op de begrotingen van deze schappen is beperkt. Het totaal van de begrotingen is hoger dan het daarvoor beschikbare budget. Hiertoe hogen wij het lastenbudget voor 2011 met € 745 op. Voor de begroting 2013 en verder moet zo spoedig mogelijk met het nieuwe bestuur van de provincie overlegd worden om een aantal gemeenten meer te laten betalen of de misgelopen bijdrage te compenseren. 4. Verplichtingenstop Gelet op de financiële ontwikkelingen is besloten tot de invoering van een verplichtingenstop. Verplichtingen, voor zover deze essentiële onderdelen van de bedrijfsvoering (going concern) niet raken, worden niet langer aangegaan. Dit levert een bijdrage in het terugdringen van het tekort. Voor Ruimtelijke Ordening en Gebiedsontwikkeling betekent dit per saldo een verlaging van € 12.408. Het gaat om Buitenruimte Binnenstad (€ 4,0 mln.), Spoor en Provenierssingel (€ 3,8 mln.), 2000 bomen (€ 1,6 mln., wordt gecompenseerd vanuit middelen programma duurzaam), Rotterdamse Stijl (€ 0,5 mln.), Middelen Motie Aubert (€ 0,3 mln.). Overboekingen 1. Herfinanciering Servicedienst Ten einde onderling factureren tussen de diensten terug te dringen en daarmee tevens bij te dragen aan een efficiënter afstemmingsproces van vorderingen en schulden tussen de diensten, is besloten tot herfinanciering van de Servicedienst ter grootte van in totaal € 44 mln. Dit betekent een herverdeling van budgetten voor de diensten. Het bedrag wordt bij de andere diensten afgeroomd waardoor de Servicedienst dit bedrag niet meer bij de diensten in rekening hoeft te brengen. Voor € 4.433 heeft dat betrekking op deze beleidsmatige inspanning en zijn de lasten verlaagd. 2. Afroming budgetten concerncertificering
74
In de meerjarenbegroting 2011‐2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. 3. Verschuivingen apparaatskosten tussen Economie en OBR Technische wijzigingen in de verdeling van de apparaatskosten tussen Economie en OBR. Deze mutaties zijn saldoneutraal tussen de beleidsvelden. Technische mutaties 1. Projectmanagementbureau Rotterdam Het gaat om de administratieve overgang van projectmanagers van het product Grondzaken naar het Projectmanagementbureau bij het product Regie Stedebouw / Planvorming. Het betreft een overheveling van in totaal € 2,7 mln aan lasten en baten. 2. Krimpend werkpakket Gemeentewerken De per saldo lagere baten en lasten van ca. € 28,7 mln. zijn met name een gevolg van het krimpende werkpakket Gemeentewerken en ingenieursbureau. Met name de omzetten voor het OBR en de RET zijn lager vergeleken met eerdere verwachtingen. 3. Samenvoeging stafdiensten Stadsontwikkeling De stafafdelingen Communicatie, Directie en Beleidsondersteuning, Facilitaire zaken en P&O van dS+V en OBR zijn samengevoegd. De budgetten worden administratief overgeheveld naar de DS+V. Het betreft een overheveling van in totaal € 8,5 mln aan kosten en baten. 4. 2000 Bomen In de najaarsretraite 2010 is een bijdrage uit het Investeringsfonds Rotterdam (IFR) ter grootte van € 2.000 ter beschikking gesteld voor het project "2.000 Bomen" in 2011. Binnen het onderdeel "Een aantrekkelijke mooie en veilige stad" heeft het college een aantal concrete targets gesteld. Hoofdtarget is "vergroening van de 10 meest stenige wijken'. Dit gebeurt door het aanplanten van gemiddeld 2.000 extra (kwaliteit) bomen per jaar in 2011 en 2012, alsmede het vergroenen van 10 stenige plekken samen met de buurtbewoners. Hiertoe hogen wij het baten‐ en het lastenbudget met € 2.000 op. 5. Groenvoorziening Vreewijk Tuindorp Vreewijk is één van de oudste tuindorpen van Nederland en heeft een grote monumentale waarde. Het Rijk heeft een voorstel aan de Gemeente Rotterdam gedaan om tuindorp Vreewijk als beschermd stadsgezicht aan te wijzen. In de decembercirculaire 2008 van het Gemeentefonds is een bedrag ad 1 mln. toegezegd in het kader van de inzet vanuit het ministerie van OCW in de 40 prachtwijken ten behoeve van de groenaanleg in Vreewijk. De aanpak tuindorp Vreewijk betreft de fysieke herstructurering van een deel van het beschermd stadsgezicht Vreewijk. Het gaat om de herontwikkeling van ca 1300 woningen en ca 20.000 m2 buitenruimte. Tot 2010 is voor dit project 60 aan uitgaven gedaan. De betreffende deelgemeente is voornemens in 2011 een aantal projecten ten laste van dit budget uit te voeren. Hiertoe hogen wij het baten‐ en het lastenbudget op met € 385. 6. Bestaand Rotterdams Gebied BRG (Bestaand Rotterdams Gebied) is één van de drie deelprojecten van het PMR (Project Mainportontwikkeling Rotterdam), dat verder bestaat uit het deelproject Landaanwinning en het deelproject 750 hectare natuur‐ en recreatiegebied. De inkomsten bestaan uit geïndexeerde jaartranches, te betalen door VROM (63%) en Havenbedrijf (37%). Dit leidt tot een administratieve herschikking van de baten en de lasten. Daarnaast hogen wij het baten‐ en het lastenbudget met € 2.697 op. 7. Aanleg Groene daken In 2008 is Rotterdam de subsidie “Aanleg Groene Daken” ingesteld. Deze regeling is opgesteld met als visie de geleidelijke transformatie van een substantieel deel van alle (platte) daken binnen Rotterdam naar groene daken.
75
De begrote kosten voor het groen maken van de daken bedragen dit jaar € 972. Daarom hogen wij het baten‐ en het lastenbudget op. Hiertegenover staat een vrijval van een balanspost. 8. Motie Aubert In 1999 heeft de gemeenteraad de motie Aubert aangenomen. Met deze motie wil men de toename van CO² als gevolg van de ontwikkeling van Mainport Rotterdam compenseren door de aanplant van bomen. Het budget, dat is gereserveerd voor de afhandeling van het Rijnmond‐gedeelte van de motie Aubert, bedraagt € 1.588 en zal in de periode 2011 tot en met 2014 besteed worden. De besteding van de middelen bestaat uit proces‐en begeleidingskosten en kosten van het aanplanten van bomen in Hoekse Park, Oranjebuitenpolder, Annie M.G. Schmidtpark en Landtong Rozenburg. Voor de uitvoering in 2011 hogen wij het baten‐ en het lastenbudget op met € 293 op. Hiertegenover staat een vrijval van een balanspost. Deze middelen vallen voor 2011 onder de verplichtingenstop. 9. Kindvriendelijke wijken Vanuit het programma Rotterdam Kindvriendelijk is € 1.055 beschikbaar gesteld aan bestaande stedelijke uitvoeringsprogramma’s om fysieke projecten in Rotterdamse wijken te realiseren, die een belangrijke bijdrage leveren aan het kindvriendelijk maken van de wijk. Dit programma is gebaseerd op de stedenbouwkundige visie “Bouwstenen voor een kindvriendelijk Rotterdam”, waarvan de nadruk ligt op veilige schoolomgeving, veilige routes, bespeelbaar groen, buitenspeelnorm, en omvormen van schoolpleinen naar buurtpleinen. Voor de uitvoering in 2011 hogen wij het baten‐ en het lastenbudget met € 527 op. Hiertegenover staat een vrijval van een balanspost. 10. Kleur en Fleur Voor de uitvoering van het project Kleur en Fleur in 2011 hogen wij het baten‐ en het lastenbudget met € 11 op. Hiertegenover staat de vrijval van een balanspost. Een gedeelte van deze middelen valt in 2011 onder de verplichtingenstop. 11. Rotterdamse Stijl Voor de Rotterdamse Stijl is in 2010 € 10 mln. ter beschikking gesteld vanuit het IFR. Daarvan is vorig jaar € 3.400 doorgeschoven naar 2011. Dit was noodzakelijk doordat een aantal onderdelen van de versnelde uitrol voor dit project geen uitgaven mogelijk waren. Deze onderdelen zijn of worden in 2011 uitgevoerd. De belangrijkste hiervan zijn: project Oudedijk, uitrol Bomenstructuurvisie, uitrol Lichtplan en uitrol nieuwe straatmeubilair. Hiertoe hogen wij het baten‐ en het lastenbudget met € 1.022 op. Een gedeelte van deze middelen valt in 2011 onder de verplichtingenstop. 12. Buitenruimte Binnenstad Voor Buitenruimte Binnenstad is voor de periode tot en met 2011 financiële ruimte in het IFR gereserveerd. Dit programma is bestaat uit meerdere buitenruimteprojecten. Voor het jaar 2011 is € 16 mln begroot De kosten van Buitenruimte Binnenstad voor 2011 worden echter begroot op € 30 mln. Hiertoe hogen wij het baten‐ en het lastenbudget met € 14 mln op. Een gedeelte van deze middelen valt in 2011 onder de verplichtingenstop. Onttrekking bestemmingsreserves 1. Oplevering Fort Hoek van Holland De bestemde reserve Fort Hoek van Holland is bedoeld ter dekking van de lasten bij de restauratie van het betreffende object. Daar verwacht wordt dat dit jaar het project zal worden opgeleverd dient er een onttrekking aan deze reserve plaats te vinden. Hiertoe hogen wij het baten‐ en lastenbudget met € 1.259 op. Dit leidt tot een navenante onttrekking aan de reserve. 2. Korte klappen In het kader van de zogeheten Korte Klappen worden dit jaar kosten verwacht ter grootte van 106. Hiertoe hogen wij zowel het baten‐ als het lastenbudget op. Dit leidt tot een navenante onttrekking aan de reserve. 3. Afronding project Brandgrens Teneinde de afronding van het project "Brandgrens" mogelijk te maken wordt het resterende bedrag aan de bestemde reserve onttrokken. Hiertoe hogen wij het baten‐ en het lastenbudget met € 126 op.
76
8.2 Beleidsmatige inspanning wonen Aantrekkelijke woonstad Alle Rotterdammers moeten prettig in Rotterdam kunnen wonen. Een goede woning en een aantrekkelijke omgeving zijn daarvoor belangrijke voorwaarden. Daarom blijven wij ons richten op verbetering van de kwaliteit en diversiteit van de woningvoorraad, op verkorting van wachtlijsten en op kansen op de woningmarkt voor iedereen. We behouden Rotterdammers voor de stad door woonmilieus en mogelijkheden tot wooncarrière te bieden die aansluiten bij hun behoeften. Studenten, ouderen en gezinnen hebben onze bijzondere belangstelling. Van alle Rotterdammers mag worden verwacht dat zij netjes omgaan met hun woning en niet tot overlast zijn voor hun buren. Waar dat wel zo is, grijpen we in. Als gemeente kunnen we deze ambitie niet alleen realiseren. Daar hebben we nadrukkelijk de woningcorporaties en de andere marktpartijen bij nodig. In 2010 is veel energie gestoken in het betrekken van deze partijen bij de uitvoering. Op 8 februari 2011 zijn met de woningcorporaties nieuwe samenwerkingsafspraken voor de periode 2010 tot en met 2013 getekend. Uitvoeringsprogramma Woonvisie 2010‐2014 Het uitvoeringsprogramma is op 22 februari 2011 door ons vastgesteld en op 13 april 2011 in de raadscommissie FIB besproken. Doel van het uitvoeringsprogramma is een betere sturing op het realiseren van de doelen in de bestaande woonvisie en de ambities en targets in het hoofdstuk Woonstad van het Collegewerkprogramma. Realiseren 3.000 woningen voor gezinnen in de jaren 2010 tot en met 2013 Onder woningen voor gezinnen wordt verstaan: eengezinswoningen, maisonnettes, beneden‐bovenwoningen en gezinsvriendelijke appartementen zoals gedefinieerd in de nota 'Bouwstenen voor een kindvriendelijk Rotterdam'. Onder realisatie wordt verstaan: in aanbouw genomen (nieuwbouw) en in de voorraad toegevoegd (aanpak bestaande voorraad). In 2010 zijn 669 woningen voor gezinnen in aanbouw genomen op een totale bouwproductie (start bouw) van 1.419 woningen. Het aantal toevoegingen in de voorraad in 2010 is nog niet bekend. De verwachting is dat ‐ afhankelijk van het economisch herstel ‐ aan het einde van deze collegeperiode in totaal 3.500 tot 4.500 woningen voor gezinnen zijn gestart. Ontwikkelen kindvriendelijke wijken Uitgaande van de stedenbouwkundige visie Bouwstenen voor een kindvriendelijk Rotterdam worden ontwikkelende partijen gestimuleerd om bij nieuwbouw of herstructurering op basis van de KIWI‐bouwstenen te ontwikkelen. Momenteel worden zgn. KIWI‐scans uitgevoerd, totaal in 2011 in 11 wijken. Vanuit de stad wordt regie gevoerd op de realisatie van kindvriendelijke wijken. Verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt voornamelijk bij de deelgemeenten. Met hen is afgesproken, dat zij de Rotterdamse buitenspeelnorm realiseren als dat financieel en ruimtelijk haalbaar is. Ontwikkelen woonservicegebieden In de vorige collegeperiode zijn 16 prioritaire woonservicegebieden aangewezen. Vanuit de stad wordt regie gevoerd (via de ketenregisseur woonservicegebieden) op de verdere ontwikkeling van deze gebieden. Ook hier ligt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering grotendeels bij de deelgemeenten. Per woonservicegebied zijn/worden samenwerkingsafspraken tussen alle betrokken partijen (gemeente/deelgemeente, corporaties, zorg‐ en welzijnspartijen etc.) vastgelegd in een convenant. Verbeteren 8.000 woningen in de jaren 2010 tot en met 2013 Deze inspanning bestaat uit de voorgenomen verbetering van 5.000 woningen door de woningcorporaties en 3.000 woningen door particuliere eigenaren. Voor het aantal gerealiseerde verbeteringen in 2010 zijn er voorlopige cijfers, zie de onderstaande tabel. Aanpak verloederd particulier bezit Deze aanpak is onderdeel van de Keten handhaving pand en persoon, welke momenteel opnieuw wordt opgezet. Belangrijk element in de nieuwe opzet is een gebiedsgerichte en op het principe van het casemanagement gebaseerde inzet van instrumenten om fysieke verloedering te bestrijden. Keten handhaving
77
inhoudelijke voortgang ten aanzien van de inspanningen van stadsontwikkeling in de keten pand en persoon is conform de afspraken gemaakt in de keten. Risico is dat het budget van de Keten (nog) niet sluit voor 2011. Hieronder is de meetbare voortgang voor de inspanningen waar dat kan weergegeven. De targets gericht op woontevredenheid en het behouden van gezinnen, hoger opgeleiden en hogere inkomens voor de stad worden om het jaar gemeten, zoals aangegeven in de definiëring van de targets. Belangrijkste inspanningen & meetbare prestaties:
Realiseren 3.000 woningen voor gezinnen in periode 2010 t/m 2013 Realisatie 4 mnd
Verbeteren 8.000 woningen in periode 2010 t/m 2013
Realisatie 4 mnd
Realisatie 2010/nulmeting Gemiddeld 750 per jaar
2011
2012
Gemiddeld 1500 in 2 jaar
Gemiddeld 2250 in 3 jaar
Eindwaarde (2013/anders) 3.000 woningen voor gezinnen gerealiseerd
In 2010 zijn 669 woningen voor gezinnen in aanbouw genomen op een totale bouwproductie (start bouw) van 1.419 woningen Gemiddeld 1.250 corporatie woningen en 750 particuliere in 1 jaar
Wordt later dit jaar over gerapporteerd
n.v.t.
Gemiddeld 2.500 corporatie woningen en 1500 particuliere in 2 jaar
Volgens voorlopige cijfers is in 2010 van 1.081 woningen van corporaties en 607 woningen van particulieren de verbetering gestart
Wordt later dit jaar over gerapporteerd
Gemiddeld 3.750 corporatie woningen en 2.250 particuliere in 3 jaar
5.000 woningen door de woningcorporaties en 3.000 woningen door particuliere eigenaren verbeterd.
Financieel overzicht beleidsmatige inspanning Wonen baten lasten saldo vóór reserveringen onttrekking aan reserves toevoegingen aan reserves saldo na reserveringen Financieel overzicht beleidsmatige inspanning Wonen Investeren in wonen en RO Regie op wonen(dS+V) Regie op wonen(KPBG) Toezicht kwaliteit en gebruik gebouwen Vergunningen totaal
begroting 2011 incl omissie 73.571 125.321 ‐51.750
(bedragen x € 1.000,‐) financiële stand wijziging 4‐maands 21.334 94.905 22.242 147.563 ‐908 ‐52.658
606 330
‐606 ‐330
0 0
‐51.474
‐1.184
‐52.658
(bedragen x € 1.000,‐) baten lasten 25.634 24.912 ‐1.300 ‐3.028 0 0 0 ‐11 ‐3.000 369 21.334 22.242
saldo 722 1.728 0 11 ‐3.369 ‐908
78
Mutaties Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Kernregistraties 2. Frictiekosten BWS 3. Bedrijfsvoeringstaakstelling Stadsontwikkeling 4. Leges WABO 5. Verplichtingenstop 6. Opheffen voorziening Rotterdams Restauratiefonds Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. Afroming budgetten Concerncertificering 2. Herfinanciering Servicedienst Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1. ISV 2 en 3 2. Rente op uitstaande leningen 3. Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten 2009 4. Revitalisering Binnenweg 5. Correctie Bestaande voorraad Lasten die worden gedekt uit de reserves N.v.t. Totaal Onttrekkingen aan de reserves onttrekking Bestemmingsreserve Rotterdams restauratiefonds Bestemmingsreserve taakstelling 2007 totaal onttrekkingen Toevoegingen aan de reserves toevoeging Bestemmingsreserve Rotterdams restauratiefonds totaal toevoegingen
baten ‐1.300 ‐3.000 24.533 ‐ 4.110 6.323 410 ‐ 1.522 21.334
lasten 450 378 ‐563 ‐600 ‐180 ‐2.877 24.533 ‐ 4.110 6.323 410 ‐ 1.522 22.242
‐600 ‐6 ‐606
‐330 ‐330
Begrotingswijzgingen die invloed hebben op de Algemene Middelen 1. Kernregistraties De Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG) wordt voor concerngebruik gevoerd door Stadsontwikkeling. Het betreft een wettelijke taak. Het structurele gebruik van deze administratie door de cluster Dienstverlening wordt niet vergoed. De baten worden daarom met € 1.300 verlaagd. 2. Frictiekosten BWS (Besluit Woninggebonden Subsidies) Het voormalig ministerie VROM heeft het besluit Woninggebonden subsidies per 1 september 2010 afgekocht. Na het opheffen van het bureau Wijkaanpak zijn de resterende medewerkers verspreid aan het werk gegaan. De hiervoor benodigde middelen werden gevonden uit de vrijval van de BWS‐middelen. Nu deze met de jaarrekening 2009 ten behoeve van het concern zijn vrijgevallen stellen wij voor het jaar € 450 beschikbaar. 3. Bedrijfsvoeringstaakstelling Stadsontwikkeling Door diverse oorzaken staat de organisatie van het cluster Stadsontwikkeling onder druk. De cumulatie van doelstellingen uit het coalitieakkoord (waakvlam en kostendekkendheid grondbedrijf), de bedrijfsvoeringstaakstellingen en de terugloop in het werkpakket als gevolg van bezuinigingen door
79
deelgemeenten, stadsregio en andere derden leiden ertoe dat de financiële kaders voor de organisatie veel omvangrijker en sneller afnemen dan door middel van personeelsreductie kan worden opgevangen. Daar hogen wij het lastenbudget met € 378 op. 4. Leges WABO (Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht) De eerste 4 maanden van dit jaar geven aanleiding om de legesopbrengsten drastisch naar beneden bij te stellen. De kleinere bouwplannen lopen redelijk conform de verwachting, de grote bouwprojecten blijven echter sterk achter. Door het systeem van de kruissubsidiëring waarbij het zwaartepunt van de legesheffing ligt bij de grote bouwplannen (de grote aanvragen ‘betalen’ de kleine aanvragen), betekent het uitblijven van ca. 50 tot 60 grote bouwprojecten een inkomstendaling van miljoenen. Verwacht wordt dat de inkomsten met een bedrag tussen de € 3mln en € 6 mln tegen zullen vallen. Hierop anticiperen wij door de baten met € 3 mln te verlagen. 5. Verplichtingenstop Gelet op de financiële ontwikkelingen is besloten tot de invoering van een verplichtingenstop. Verplichtingen, voor zover deze essentiële onderdelen van de bedrijfsvoering (going concern) niet raken, worden niet langer aangegaan. Dit levert een bijdrage in het terugdringen van het tekort. Voor deze beleidsmatige inspanning betekent dit een verlaging van het lastenbudget met € 563. Dit vullen wij in door binnen het project De Kievit, waaronder meerdere woonwagenlocaties vallen, te faseren 6. Opheffen voorziening Rotterdams Restauratiefonds De voorziening Rotterdams Restauratiefonds is bij jaarrekening 2010 opgeheven, de toevoeging aan deze voorziening hoeft daarom in 2011 niet plaats te vinden. Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. Afroming budgetten concerncertificering In de meerjarenbegroting 2011‐2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. In totaal is dit € 180. 2. Herfinanciering Servicedienst Teneinde onderling factureren tussen de diensten terug te dringen en daarmee tevens bij te dragen aan een efficiënter afstemmingsproces van vorderingen en schulden tussen de diensten, is besloten tot herfinanciering van de Servicedienst ter grootte van in totaal € 44 mln. Dit betekent een herverdeling van budgetten voor de diensten. Het bedrag wordt bij andere diensten afgeroomd waardoor de Servicedienst dit bedrag niet meer bij diensten in rekening hoeft te brengen. Voor € 2.877 heeft dit betrekking op deze beleidsmatige inspanning en zijn de lasten verlaagd. Technische mutaties ( saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1. ISV 1 en 2 Omdat de ISV‐bijdragen voortaan via het Gemeentefonds aan de gemeenten worden afgedragen waren de ISV‐ bijdragen in de begroting verschoven. Dit blijkt echter alleen betrekking te hebben op ISV‐3. Voor ISV‐1 en ISV‐2 is de systematiek ongewijzigd, daarom hogen wij het baten‐ en lastenbudget op met € 24.533 op het product Investeren in Wonen en RO. 2. Rente op uitstaande leningen De huidige begroting voor de ontvangst van rente op uitstaande leningen, houdt nog geen rekening met de vervroegd afgeloste leningen in de afgelopen jaren. Tevens wordt geen rekening gehouden met de recente renteconversies, waardoor voor een aantal bestaande leningen de te betalen rente verlaagd is. Daarom verlagen wij het baten‐ en het lastenbudget met € 4.110. 3. Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten 2009
80
Het voormalige ministerie van VROM heeft de 'Tijdelijke Stimuleringsregeling Woningbouwprojecten 2009' (TSW) in het leven geroepen om woningbouwprojecten vlot te trekken, die stilgevallen of vertraagd zijn door de heersende crisis. Deze regeling maakt onderdeel uit van de crisismaatregelen van het kabinet. In het kader van de TSW geeft het rijk subsidies aan gemeenten, die vervolgens vrij zijn in de wijze waarop zij deze subsidies besteden aan woningbouwprojecten. Hiertoe hogen wij het baten‐ en het lastenbudget met € 6.323 op. 4. Revitalisering Binnenweg Het doel van het project Revitalisering Nieuwe Binnenweg is het aanpakken van de leegstand en het stimuleren van de vestiging van nieuwe ondernemers, die passen in het gewenste brancheringsprofiel, zoals opgesteld in de Visie nieuwe Binnenweg. De dekking van dit budget vindt plaats vanuit het projectplan EFRO. Voor de uitvoering in 2011 hogen wij het baten‐ en het lastenbudget op met € 410. 5. Correctie Bestaande voorraad In 2010 heeft, binnen het toenmalige Investeringsprogramma Pact op Zuid een overschrijding plaatsgevonden voor het deelprogramma Bestaande Voorraad ad € 1.522, dat in dit programma werd verrekend met het deelprogramma Pact op Zuid. Er is toen aangegeven dat bij de eerste bestuursrapportage in 2011 de begroting van dat jaar voor de bestaande Voorraad met dit bedrag gecorrigeerd zou worden. Hiertoe verlagen wij het baten‐ en het lastenbudget met € 1.522. Reserves Bestemmingsreserve Rotterdams Restauratiefonds en Bestemmingsreserve Taakstelling 2007 De Bestemmingsreserve Rotterdams Restauratiefonds is bij jaarrekening 2010 opgeheven. Dit impliceert dat er noch stortingen noch onttrekkingen meer zullen plaatsvinden. De Bestemmingsreserve Taakstelling 2007 valt vrij.
8.3 Beleidsmatige inspanning vastgoed In de eerste vier maanden is gewerkt aan het verder professionaliseren van de vastgoedorganisatie per ultimo 2012. De u bekende ‘Routekaart naar een professionele vastgoedorganisatie’ met als thema’s Meerjaren Perspecief Rotterdams Vastgoed, Meer met minder, Gezonde bedrijfsvoering, Netwerksturing en communicatie is hierbij leidend. Er is onder meer gewerkt aan het verder in kaart brengen van de onderhoudsstaat van de objecten van de kernportefeuille en aan de verdere realisatie van de voorzieningenplannen per deelgemeente. Daarnaast zijn enkele projecten opgeleverd, waarvan de renovatie van Ahoy de meest in het oog springende is. Tenslotte is in het eerste kwartaal ook het krediet voor het nieuwe stadskantoor door de gemeenteraad beschikbaar gesteld. Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) begroting 2011 financiële stand Vastgoed incl omissie wijziging 4‐maands baten 294.952 0 294.952 lasten 271.042 ‐6.002 265.040 saldo vóór reserveringen 23.910 6.002 29.912 0 onttrekking aan reserves 0 0 toevoegingen aan reserves 0 0 0 saldo na reserveringen 23.910 6.002 29.912 Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Vastgoed baten lasten saldo Doorbelasting Economie 0 0 0 Erfpacht 11.774 ‐401 12.175 Exploitatie vastgoed MPRV ‐61.745 ‐54.130 ‐7.615
81
Exploitatie vastgoed niet‐MPRV 54.971 48.578 6.393 Incidentele opbrengsten vastgoed ‐5.000 ‐49 ‐4.951 totaal 0 ‐6.002 6.002 Financiële toelichting mutaties baten lasten Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Vastgoedobjecten zonder kostprijsdekkende huren (niet‐MPRV): . Geen beleidsdienst ‐1.800 . Dubbele trend vastgoedopbrengsten ‐360 . Gebiedsontwikkeling ‐2.300 . Economie ‐1.200 2. Incidentele erfpachtconversie opbrengsten 5.660 3. Verplichtingenstop ‐5.321 Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. Herfinanciering Servicedienst ‐553 2. Afroming budgetten concerncertificering ‐129 3. Verschuivingen apparaatskosten tussen Economie en OBR 1 Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1. Verdeling product exploitatie vastgoed ‐ 6.100 2. Verschuiving opbrengsten van Exploitatie Vastgoed niet MPRV naar Erfpacht 6.100 Onttrekking reserves (ophogen lasten) zie onder N.v.t. totaal 0 ‐6.002 Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Vastgoedobjecten zonder kostprijsdekkende huren Voor een deel van de vastgoedportefeuille worden nog geen kostprijsdekkende huren in rekening gebracht. Het betreft panden waarvoor geen beleidsdienst (meer) aanwezig is, panden die zijn overgekomen uit de grondexploitaties in het kader van de herijking grondexploitaties in 2010 en panden Economie. De kosten die voor deze panden worden gemaakt zullen met ingang van 2012 ten laste van de betreffende beleidsdienst komen. Deze portefeuilles worden kostendekkend gemaakt of afgebouwd. 2. Incidentele erfpachtconversie opbrengsten Voor de dekking van het deel van de vastgoedportefeuille dat nog niet kostendekkend is, wordt ingezet op incidentele erfpachtconversie opbrengsten. Hiervoor zijn in de begroting 2011 geen opbrengsten begroot. Er lopen hiervoor aanbiedingen aan corporaties. Het realiseren van deze opbrengsten is onzeker. 3. Verplichtingenstop Gelet op de financiële ontwikkelingen is besloten tot de invoering van een verplichtingenstop. Verplichtingen, voor zover deze essentiële onderdelen van de bedrijfsvoering (going concern) niet raken, worden niet langer aangegaan. Dit levert een bijdrage in het terug dringen van het tekort. Voor Vastgoed betekent dit een verlaging van het lastenbudget van € 5.321. Dit heeft voor € 5 mln. betrekking op het opschorten van onderhoudskosten op vastgoedobjecten waar de gemeente zelf gehuisvest is. Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. Herfinanciering Servicedienst Ten einde onderling factureren tussen de diensten terug te dringen en daarmee tevens bij te dragen aan een efficiënter afstemmingsproces van vorderingen en schulden tussen de diensten, is besloten tot herfinanciering van de Servicedienst ter grootte van in totaal € 44 mln. Dit betekent een herverdeling van budgetten voor de diensten. Het bedrag wordt bij de andere diensten afgeroomd waardoor de Servicedienst dit bedrag niet meer bij
82
de diensten in rekening hoeft te brengen. Voor € 553 heeft dat betrekking op deze beleidsmatige inspanning en zijn de lasten verlaagd. 2. Afroming budgetten concerncertificering In de meerjarenbegroting 2011‐2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. 3. Verschuivingen apparaatskosten tussen Economie en OBR Technische wijzigingen in de verdeling van de apparaatskosten tussen Economie en OBR. Deze mutaties zijn saldoneutraal tussen de beleidsvelden. Technische mutaties ( saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1. Verdeling product exploitatie vastgoed Zoals in de begroting 2011 is aangegeven wordt in de voorliggende bestuursrapportage de vastgoedportefeuille verdeeld over 2 producten: Exploitatie Vastgoed MPRV en Exploitatie Vastgoed niet‐MPRV. Hierdoor verschuiven er baten en lasten van het bestaande product Exploitatie Vastgoed MPRV naar het product Exploitatie Vastgoed niet MPRV. Bij de baten bedraagt de verschuiving € 61.745 en in de lasten € 49.038. Het product exploitatie Vastgoed MPRV heeft alleen nog betrekking op de maatschappelijke vastgoedportefeuille en heeft als doelstelling kostendekkend te zijn. Het resultaat van dit product wordt in 2011 begroot op ‐ € 4.913. Dit komt deels doordat de portefeuille Kunst & Cultuur (€ 2.400), nog niet kostendekkend is. De portefeuille zal kostendekkend worden met ingang van het nieuwe Cultuurplan. Verder speelt hier het traject van de vorming van de vastgoedorganisatie, dit past in de routekaart van de Vastgoedorganisatie. Het product exploitatie Vastgoed niet‐MPRV heeft betrekking op de overige portefeuille, het gaat dan om het overige vastgoed, opbrengsten brandstofverkoopppunten en reclameopbrengsten. Het resultaat van het product wordt in 2011 begroot op € 6.200. Bij dit product is rekening gehouden met de invulling van een deel van de opdracht verdienvermogen. Het product incidentele opbrengsten Vastgoed heeft betrekking op de verkoopresultaten Vastgoed. Voor 2011 wordt verwacht dat het resultaat hiervan uitkomt op € 45. Hier is in de begroting uitgegaan van een laag verkoopresultaat. De marktomstandigheden blijven weerbarstig en de kosten voor verkoop moeten eerst worden goedgemaakt. In de begroting 2011 was hier ook de verdienvermogenopdracht t.a.v. reclameopbrengsten opgenomen. Deze verschuift in de nieuwe indeling naar het product Vastgoed Exploitatie niet‐MPRV (€ 5 mln.). 2. Verschuiving opbrengsten van Exploitatie Vastgoed niet MPRV naar Erfpacht (€ 6,1 mln.) De verdienvermogenopdracht zal in 2011 nog niet geheel kunnen worden gerealiseerd op het product Vastgoed. Verwacht wordt dat dit voor € 6,1 mln. zal worden gerealiseerd door niet begrote incidentele erfpachtconversie opbrengsten. Het realiseren van deze opbrengsten is nog onzeker. Reserves Niet van toepassing voor deze beleidsmatige inspanning.
83
9. Beleidsveld verkeer en vervoer 9.1 Beleidsmatige inspanning stedelijke bereikbaarheid We zetten ons in voor een goede bereikbaarheid van de economische centra, zowel binnen de stad als in de haven. Een goede bereikbaarheid van Rotterdam is essentieel voor een goede economie en een aantrekkelijke woonstad. Snelle verbindingen in de regio en binnen de stad zijn noodzakelijk, zowel per auto, fiets als openbaar vervoer. De afgelopen jaren hebben we flinke verbeteringen gerealiseerd, door op hoofdroutes naar het centrum de snelheid te verhogen, het fietsnetwerk uit te breiden en door de bouw van het nieuwe Rotterdam Centraal en RandstadRail. De komende jaren blijven we erop inzetten deze kwaliteit vast te houden. Belangrijkste speerpunten hierin zijn: o maken van afspraken met het Rijk en de stadsregio over lange termijn investeringen om de bereikbaarheid van Rotterdam te garanderen o zorgen voor een betrouwbare bereikbaarheid van de economische centra van de stad door middel van optimale benutting van de bestaande infrastructuur o zorgen dat de kwaliteit van het verkeersnetwerk op niveau blijft en aansluit bij het gebruik. Target is het handhaven van de gemiddelde snelheid op zes hoofdinvalswegen naar het centrum in beide richtingen op 25 km/u: Maasboulevard‐A. van Rijckevorselweg, Groene Kruisweg‐Dorpsweg, Stadionweg‐Laan op Zuid, Tjalklaan‐Vierhavensstraat‐Westzeedijk, Vaanweg‐Pleinweg, Stadhoudersweg‐Statenweg. De stand van zaken is als volgt: STAD STAD UIT 1e kwartaal 2011 IN Groene Kruisweg ‐ Dorpsweg ‐ Maastunnel 32,6 33,4 Vaanweg ‐ Pleinweg ‐ Maastunnel 28,0 30,4 Stadionweg ‐ Laan op Zuid ‐ Wilhelminaplein 29,7 29,7 Maasboulevard ‐ A. van Rijckvorselweg 36,3 36,0 Stadhoudersweg ‐ Statenweg ‐ Statentunnel 29,0 24,5 Tjalklaan ‐ Vierhavenstraat ‐ Westzeedijk 27,8 35,1 Bovenstaande tabel geeft de waarden weer op basis van het voortschrijdend gemiddelde van de laatste vier kwartalen (conform definitieboekje). Op vrijwel alle hoofdinvalswegen uit de target wordt gemiddeld meer dan 25 km/u gereden, met waarden tussen de 27 km/u en de 36 km/u. Over het algemeen zijn de resultaten in het eerste kwartaal verbeterd ten opzichte van het laatste kwartaal van 2010. Het zachte winterweer wordt hiervan mede als oorzaak gezien. Op de Stadhoudersweg‐Statenweg wordt met 24,5 km/u de doelstelling net niet gehaald. Dit wordt veroorzaakt door een zeer slechte score in het vierde kwartaal 2010. De oorzaak daarvan is niet duidelijk. Meetfout nulmeting Stadhoudersweg‐Statenweg stad uit Uit nadere analyse van de gegevens blijkt dat de nulmeting van het traject Stadhoudersweg‐Statenweg niet correct is uitgevoerd. Eén van de camera’s langs het traject werkte niet goed. In plaats daarvan zijn gegevens genomen van een camera die een laag geprioriteerde afslaande richting meet. De gemeten reistijd werd daardoor echter sterk negatief beïnvloed. Het cijfer voor deze eerste kwartaalrapportage geeft een juister (en gunstiger) beeld van de doorstroming richting A13.
Realisatie 2010/nulmeting Target: Mijlpaal/planning Snelheid op zes Bereikbaarheid hoofdroutes in beide stad richtingen op 25 km/u Realisatie 4 mnd Nulmeting: 11 richtingen scoren goed, van één richting moet het resultaat na controle worden afgekeurd wegens
2011
2012
Snelheid op zes hoofdroutes in beide richtingen op 25 km/u Eerste kwartaal: 11 richtingen scoren goed, tussen 27,7 en 36,3 km/u. Eén richting (Stadhoudersweg‐ Statenweg stad uit)
25 km/u
Eindwaarde (2013/anders) 25 km/u
84
meetfouten.
scoort 24,5 km/u.
Projectvoortgang In het afgelopen kwartaal is gestart met de aanbesteding van Routegeleiding, de inrichting van de Verkeerscentrale en de optimalisatie van de Groene Golven op de hoofdroutes door analyse van de actuele stand van zaken van de systemen. Diverse ondersteunende inspanningen lopen, zoals de verdere verbetering van het fietsroutenetwerk en de uitrol van een mobiliteitsmanagementprogramma gericht op knooppuntlocaties. Doorlichting exploitatie parkeersector incl. alternatieven voor invulling bezuiniging en consequenties daarvan voor parkeerfonds In het kader van de bestuursopdracht Parkeren is inmiddels de zogeheten "Rapportage Doorkijk Parkeersector” door ons vastgesteld. In deze rapportage wordt beschreven welke ontwikkelingen zich komende jaren in de parkeersector voordoen en welke gevolgen dat financieel heeft. De rapportage biedt een aantal oplossingsrichtingen, waarover een eerste discussie in de commissie EHMV heeft plaatsgevonden Bereikbaarheid haven Onze ambitie is om de autobereikbaarheid van de haven al tijdens de ombouw van de A15 te verbeteren. Aan het einde van deze collegeperiode heeft de automobilist die in de spits op de A15 reist tussen Maasvlakte en Vaanplein, in beide richtingen 91% zekerheid dat zijn reis niet langer duurt dan 38 minuten. In 2009 was deze zekerheid in de avondspits haven uit onder de maat, met 80,2%. De ontwikkeling van onze ambitie over 2010 geeft, ten opzichte van de nulmeting, volgens gegevens van De Verkeersonderneming het volgende beeld: Gemiddelde reistijd (in minuten): Betrouwbaarheid: Traject: ochtendspits: avondspits: Traject: ochtendspits: avondspits: Nulmeting: mei – september 2009: Va > Ma: Haven IN 25,2 26,6 Va > Ma Haven IN 98,6% 96,6% Ma > Va: Haven UIT 27,2 36,3 Ma > Va Haven UIT 99,3% 80,2%* Rapportage: januari – december 2010 Va > Ma: Haven IN 28,7 28,3 Va > Ma Haven IN 96,0% 98,6% Ma > Va: Haven UIT 27,2 37,9 Ma > Va Haven UIT 99,3% 71,7% * in eerdere berekening (eind 2009) sloot dit cijfer door afrondingen op 83,0%. Dat percentage werd als startpunt genomen in het Jaarplan 2010 van De Verkeersonderneming en is als nulmeting gesteld voor de collegetarget. Volgens exacte berekening, is het percentage 80,2%. De rapportage over 2010 bevestigt het beeld uit de nulmeting dat de avondspits haven uit de meest problematische spits is. De betrouwbaarheid van de reistijd is in die spits zelfs verslechterd van 80,2% naar 71,7%. Het aantrekken van het verkeer door het wegebben van de effecten van de economische crisis, is hier ongetwijfeld debet aan. In de overige spitsen en richtingen wordt de doelstelling gehaald, zowel wat betreft reistijd als betrouwbaarheid. Programma verkeersmanagement Het programma Verkeersmanagement is in uitvoering genomen. De effecten van dit programma zullen optreden vanaf 2011‐2012. Belangrijke feiten over de afgelopen periode zijn de reconstructie van het Hartelkruis en het aanbrengen van een geavanceerd hoogtedetectiesysteem voor de Botlek‐ en Thomassentunnel, wat leidt tot vermindering van het aantal tunnelafsluitingen. Daarnaast zijn voor diverse systemen, waaronder omleidroutes bij incidenten, voorbereidingen getroffen. In het kader van het programma Mobiliteitsmanagement zijn in 2010 op alle niveau’s uitvoerige gesprekken gevoerd met 121 bedrijfslocaties in de haven, op basis waarvan begin 2011 op maat gemaakte aanbiedingen worden gedaan met kansrijke maatregelen en cofinanciering. Dit moet uiteindelijk medio 2011 leiden tot overeenkomsten met werkgevers en implementatie van maatregelen. Separaat zijn de projecten SpitsScoren A15 uitgevoerd, met dagelijks 715 spitsmijders, en de e‐bike en scooterregeling, waarmee 300 havenwerkers zijn overgestapt op de elektrische fiets of scooter. Ook deze effecten zullen pas ten volle optreden in 2012.
85
Inspanningen langere termijn De aanbesteding van de ombouw van de A15 is succesvol verlopen. De aannemerscombinatie start in het najaar van 2011 en rond het werk medio 2015 af. Bij de selectie van de aannemer heeft de mate waarin deze de verkeershinder weet te beperken, een zeer belangrijke rol gespeeld Gemeente, stadsregio en Rijk werken gezamenlijk aan de voorbereiding van besluitvorming over de Nieuwe Westelijke Oeververbinding. Het Rijk zal naar verwachting een voorkeursbesluit nemen in het MIRT‐overleg in het derde kwartaal. Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) begroting 2011 financiële stand Stedelijke bereikbaarheid incl omissie wijziging 4‐maands baten 67.017 30.497 97.514 lasten 98.090 22.420 120.510 saldo vóór reserveringen ‐31.073 8.077 ‐22.996 17.939 onttrekking aan reserves 14.383 3.556 toevoegingen aan reserves 7.700 0 7.700 saldo na reserveringen ‐24.390 11.633 ‐12.757 Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Stedelijke bereikbaarheid baten lasten saldo Autobereikbaarheid (en verkeersmanagement) 9.035 9.035 0 Beleid Verkeer en Vervoer 0 ‐20 20 Exploitatie en beheer parkeren 20.965 9.352 11.613 Investeren in parkeren / realiseren parkeervoorzieningen 497 4.053 ‐3.556 totaal 30.497 22.420 8.077 Aansluittabel mutaties Mutaties baten lasten Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Verplichtingenstop ‐345 Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. Afromen kosten concerncertificering ‐70 2. Afkoop parkeereisen ‐353 ‐353 3. Herijking begroting STZ 20.965 10.353 4. Herfinanciering Servicedienst ‐606 Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1. Dekking projecten Aurobereikbaarheid en Verkeersmanagement 9.035 9.035 2. Fietsenstalling Coolsingel 500 500 3. P+R Meijersplein 350 350 Lasten die worden gedekt uit de reserves: 1. Actualisatie B+I Parkeren 3.556 Totaal 30.497 22.420 (‐/‐ is verlaging budgetten, +/+ is ophoging budgetten) Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Verplichtingenstop
86
Gelet op de financiële ontwikkelingen is besloten tot de invoering van een verplichtingenstop. Verplichtingen, voor zover deze essentiële onderdelen van de bedrijfsvoering (going concern) niet raken, worden niet langer aangegaan. Dit levert een bijdrage in de terugdringing van het tekort. Wij verlagen het lastenbudget met € 345. Dit vullen wij in door investeringen in parkeersystemen te faseren. Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1 Afromen kosten concerncertificering In de meerjarenbegroting 2011‐2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. Hiertoe verlagen wij het lastenbudget met € 676 (€ 20 bij Beleid verkeer en vervoer, € 656 bij Parkeren) 2 Afkoop parkeereisen De afkoopbedragen van parkeereisen hebben betrekking op aanvragen voor bouwvergunningen, waarbij een aantal inpandige parkeerplaatsen gerealiseerd moet worden. Als men daarin niet slaagt, dient er een afkoopbedrag betaald te worden. Voor deze inkomsten zijn we dus afhankelijk van de te ontvangen aanvragen. Ten gevolge van de heersende conjunctuur mag niet verwacht worden dat dit een grote vlucht neemt. Daarom verlagen wij het baten en het lastenbudget met € 350. Dit leidt tot een navenante verlaging van de toevoeging aan de voorziening Parkeerfonds. 3 Herijking begroting Stadstoezicht Baten + 20.965 lasten + 10.353 Er heeft een herijking van de begroting van Stadstoezicht plaatsgevonden. Door deze budgettair neutrale mutatie tussen beleidsvelden (per saldo €10,6 mln) worden de baten en lasten van exploitatie en beheer parkeren vanaf nu correct begroot en verantwoord. in tegenstelling tot voorgaande jaren is er nu een reëel beeld van de kosten en opbrengsten op productniveau en per economische categorie. Hiertoe hogen wij het lastenbudget met € 20.965 op en het lastenbudget met € 10.353. 4 Herfinanciering servicedienst Ten einde onderling factureren tussen de diensten terug te dringen en daarmee tevens bij te dragen aan een efficiënter afstemmingsproces van vorderingen en schulden tussen de diensten, is besloten tot herfinanciering van de Servicedienst ter grootte van € 44 mln. Dit betekent een herverdeling van budgetten voor de diensten. Hiertoe verlagen wij het lastenbudget met € 606. Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld 1 Dekking projecten Autobereikbaarheid en Verkeersmanagement De projecten Groene Kruisweg, Tjalklaan, Dynamische Routegeleiding en Pettendijk, plus diverse kleinere projecten, worden deels gefinancierd uit een investeringskrediet, deels uit bijdragen van derden, dan wel gemeentelijke bijdragen, die uit andere bronnen worden verkregen, bijvoorbeeld opbrengsten in het kader van de erfpacht (bij de Tjalklaan). Hiertoe hogen wij het baten‐ en het lastenbudget met € 9.035 op. 2 Fietsenstalling Coolsingel Als laatste project, dat gefinancierd wordt uit het Parkeerfonds Oude Stijl, zal binnenkort de fietsenstalling Coolsingel afgerekend worden. Hiertoe hogen wij het baten‐ en het lastenbudget met € 500 op. 3 P+R Meijersplein Voor het P+R‐project Meijersplein, dat in de afrondende fase verkeert, worden nog kosten verwacht ter hoogte van 350. Hiertegenover staan baten vanuit de Stadsregio Rotterdam. De gemeentelijke bijdrage wordt betaald uit het hiervoor gevoteerde investeringskrediet. Hiertoe hogen wij het baten‐ en het lastenbudget met € 350 op. Lasten die gedekt worden uit reserves 1 Actualisatie B&I Parkeren
87
In de actualisatie B&I Parkeren 2011 wordt uitgegaan van kosten, ten laste van de bestemmingsreserve parkeren, in 2011 ad € 15.111. In de vastgestelde begroting werd nog uitgegaan van € 11.555. Dit leidt ophoging van het baten‐ en het lastenbudget met € 3.556. Dit leidt tot een navenante verhoging van de onttrekking uit de reserve Parkeerfonds.
88
9.2 Beleidsmatige inspanning duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad Duurzame mobiliteit Wij hebben begin april de herijking van het RAL (Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit) vastgesteld. Met dit besluit is voor ruim 20 miljoen aan rijkssubsidiegelden gereserveerd voor duurzame mobiliteit: mobiliteitsmanagement, aanleg fietspaden en fietsenstallingen, dynamisch verkeersmanagement en stimulering elektrisch vervoer. De uitvoeringsprogramma's worden momenteel opgesteld en in de loop van dit jaar in uitvoering genomen. Voor verdere informatie over de voortgang duurzame mobiliteit wordt naar de beleidsmatige inspanning Milieu en Duurzaamheid verwezen. Verkeersveiligheid De commissie is in maart geïnformeerd over het verkeersveiligheidbeleid. Ondanks het teruglopen van investeringsmiddelen, houden de gemeente en de stadsregio de essentiële onderdelen van het verkeersveiligheidbeleid: de sanering van black spots en doelgroepgerichte verkeerseducatie, overeind. Ook dit jaar worden weer 10 black spots aangepakt. Al uitgevoerd zijn Strevelsweg‐Lange Hilleweg, Oostplein en Vasteland‐Erasmusbrug. Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) begroting 2011 financiële stand Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad incl omissie wijziging 4‐maands baten 3.035 3.031 6.066 lasten 10.682 4.047 14.729 saldo vóór reserveringen ‐7.647 ‐1.016 ‐8.663 840 onttrekking aan reserves 0 840 toevoegingen aan reserves 0 0 0 saldo na reserveringen ‐7.647 ‐176 ‐7.823 Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad baten lasten saldo Fiets / Openbaar vervoer / Schone vervoerswijzen 3.031 4.047 ‐1.016 Verkeersveiligheid en leefkwaliteit 0 0 0 totaal 3.031 4.047 ‐1.016 Aansluittabel mutaties (zie ook 2e en 3e bestuursrapportage 2010) Mutaties baten lasten Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Gratis OV voor 65+ Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. Vertraging projecten en lagere bijdrage van Stadsregio 2. Duurzame mobiliteit Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) Niet van toepassing Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. Gratis OV voor 65+ 2. Rotterdam Fietst Totaal
176 2.898 133
2.898 133 0
3.071
340 500 4.047
89
(‐/‐ is verlaging budgetten, +/+ is ophoging budgetten) Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1 Gratis OV voor 65+ Voor gratis OV voor 65+‐ers is meerjarig € 5,3 mln beschikbaar. De kosten zijn € 6 mln. Om gratis OV voor 65+‐ers in 2011 voort zetten, hogen wij het lastenbudget met € 176 op. Binnen de dienst is incidenteel een dekking van € 425 beschikbaar Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1 Vertraging projecten en lagere bijdrage vanuit de Stadsregio Een aantal projecten, met name de Ridderkerklijn en de Hoekselijn, worden vooralsnog aangehouden. Hetzelfde geldt opgedragen fietsbrug bij de Harmsenbrug, de tunnel bij de G.K. van Hogendorpweg en de fietsroutes. Hiertoe verlagen wij het baten‐ en het lastenbudget met € 2.898. 2 Duurzame mobiliteit Bij de derde kwartaalrapportage 2010 is verzocht een bedrag ad 133 met betrekking tot 'Duurzame Mobiliteit' te storten in het IFR en daar te labelen voor 'Duurzame Mobiliteit'. Om dit bedrag in 2011 te kunnen besteden, verhogen wij het baten‐ en het lastenbudget met € 133 Technische mutaties Er zijn geen technische mutaties bij deze beleidsmatige inspanning Reserves 1 Vrijval reserve Gratis OV voor 65+ Wij laten de reserve Gratis OV voor 65+ vrij vallen voor naar verwachting hogere kosten. 2 Rotterdam fietst Voor de uitvoering van de fietsvoorziening in de Proveniersstraat is een bestemde reserve gevormd ad 500. Naar verwachting zal de oplevering hiervan in 2011 plaatsvinden, waardoor dit kalenderjaar aanspraak gemaakt zal worden op deze reservering. Hiertoe verlagen wij het baten‐ en het lastenbudget met € 500
90
10. Beleidsveld economie 10.1 Beleidsmatige inspanning economische structuur en vestigingsklimaat Programma Regionale en Stedelijke Economie Het Programma Regionale en Stedelijke Economie inclusief uitvoeringsprogramma is ter consultatie aangeboden aan uw raad. Tegelijkertijd zijn ook de Economische Verkenning en de Arbeidsmarktmonitor verschenen. Naast het opstellen van het programma is ook al een aantal projecten gestart, zie onder doelstellingen. In april is het Strategisch beraad voor het eerst bijeen geweest. Hierin overleggen bestuurders van gemeente, grote bedrijven en organisaties over koers en aanpak en werken ze samen aan oplossingen. Het strategisch beraad bewaakt de strategische inhoudelijke koers op het gebied van economie en arbeidsmarkt, verdiept die en vult die aan waar zij dat nodig acht. Daarnaast wordt verder vooruit gekeken en komt er een strategische agenda voor de lange termijn. Binnen het beleidsveld Economie zijn bij de verschillende doelstellingen de volgende resultaten geboekt: Doelstelling 1: de economische structuur versterken Sterke clusters Binnen het cluster medisch en zorg wordt het Biomedical fonds geëvalueerd (dit tweede kwartaal) en is het Platform Zorg opgericht. Voor het cluster Haven wordt het Uitvoeringsprogramma Haven geëvalueerd, resultaten worden na de zomer verwacht. Dit levert, in het verlengde van de komende Havenvisie 2030, input voor een vervolgprogramma. De bedrijfslevenbrief van het ministerie van EL&I levert voor de Rotterdamse sectoren, Water, Energie, Chemie, Life Sciences en Logistiek voldoende mogelijkheden voor het Rotterdamse bedrijfsleven. Ook voor de andere Rotterdamse sectoren zijn er voldoende aanknopingspunten. Innovatie Op het terrein van innovatie zijn er tussen Delft, Leiden en Rotterdam afspraken gemaakt om tot een gezamenlijke innovatieagenda te komen. Het doel is het vergroten van het innovatief vermogen en kenniscirculatie. Doelstelling 2: Concurrerende vestigingsvoorwaarden Locaties voor ondernemers De Navigator Werklocaties nr. 2 is verschenen met daarin de gegevens over bedrijven, kantoren en winkels. Het algemene beeld dat naar voren komt, is dat Rotterdam steeds meer te maken heeft met een vervangingsmarkt en steeds minder met een groeimarkt. Dat leidt tot een bijstelling van de stedelijke ontwikkeling, waarbij het accent verschuift van meer kwantiteit naar een betere kwaliteit. Zorgwekkend is het oplopende aanbod aan kantoorruimte. De omvang van dit aanbod is met circa 615.000 m2 bvo ruim twee keer zo groot als wenselijk in een evenwichtige kantorenmarkt. Het gevolg hiervan is dat (incourante) kantoorpanden steeds langer leeg staan. Er is inmiddels een convenant leegstand kantoren getekend, tussen gemeente en marktpartijen. Partijen gaan een inspanningsverplichting aan om de leegstand aan te pakken. Wegnemen belemmeringen en irritaties voor ondernemers Daarnaast zijn ondernemers via een online enquête gevraagd naar hun grootste ergernissen, met als doel de hieruit voortvloeiende “Irritatie top‐10” gericht aan te pakken. Dit jaar willen we de eerste drie irritaties, te weten, het doorverwijzen binnen de gemeente, de wijziging van regels en de afhandelingtermijnen van correspondentie aanpakken. Acquisitie en accountmanagement De werkzaamheden van het Rotterdam Investment Agency hebben resultaat: in 2011 zijn in de eerste 4 maanden 8 investeringsprojecten gerealiseerd. Daarmee komt het totaal in op 28 . Programma Arbeidsmarkt Doelstelling 3: Voldoen aan de vraag naar arbeid in de economie. Deze doelstelling staat centraal in het Programma Arbeidsmarkt en wordt vooral gericht op de kansrijke sectoren, zoals de zorgsector, die één van de grootste en de snelst groeiende sector van de Rotterdamse economie is en die
91
een groeiende personeelsvraag laat zien. Voor deze sector is daarom in februari 2011 het Platform Zorg opgericht dat bestaat uit vertegenwoordigers van zorg‐ en onderwijsinstellingen en gemeentelijke diensten. Dit Platform heeft een sectoragenda opgesteld om de tekorten in deze sector terug te dringen en in te spelen op ontwikkeling op dit arbeidsmarktsegment. Deze sectoragenda heeft de vorm van een convenant dat op 30 mei 2011 door de leden van het Platform Zorg wordt ondertekend. Voorbeelden van activiteiten uit deze agenda zijn: ontwikkelen van een imagocampagne, het verbreden van de werving en het realiseren van doorstroming van werknemers. Ook voor andere kansrijke sectoren worden de komende tijd zulke sectoragenda’s opgesteld. Daarnaast is er, onder de noemer Rotterdam Carrièrestad een thema‐agenda in ontwikkeling gericht op het binden van hoger opgeleiden aan onze arbeidsmarkt. Target: het met behulp van de Rotterdam Investment Agency realiseren van 100 investeringsprojecten (succesvolle proposities) in deze collegeperiode
Realisatie 2010
2011
2012
Mijlpaal/planning
20
43
70
Eindwaarde (2013/anders) 100 (cumulatief)
Realisatie
20
28 (2010 + 2011)
Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning Economische structuur en vestigingsklimaat
begroting 2011 incl omissie 8.505 41.078 ‐32.573
baten lasten saldo vóór reserveringen onttrekking aan reserves 627 toevoegingen aan reserves 0 saldo na reserveringen ‐31.946 Financieel overzicht beleidsmatige inspanning Economische structuur en vestigingsklimaat Beheer markten Versterken economische structuur Versterken kansenstructuur Versterken vestigingsklimaat totaal Financiële toelichting (baten en lasten) mutaties Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Verplichtingenstop Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. Herfinanciering Servicedienst 2. Afroming budgetten Concerncertificering 3. Verschuivingen apparaatskosten tussen Economie en OBR Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) N.v.t. Lasten die worden gedekt uit de reserves:
(bedragen x € 1.000,‐) financiële stand wijziging 4‐maands 0 8.505 208 41.286 ‐208 ‐32.781 972 0 764
1.599 0 ‐31.182
(bedragen x € 1.000,‐) baten lasten 0 0 0 ‐259 0 ‐53 0 520 0 208
baten
saldo 0 259 53 ‐520 ‐208
lasten ‐251 ‐431 ‐100 18
92
1. Bestemmingsreserve Revitalisering Winkelgebieden 590 2. Bestemmingsreserve Kansenzones 382 totaal 208 Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Verplichtingenstop Gelet op de financiële ontwikkelingen is besloten tot de invoering van een verplichtingenstop. Verplichtingen, voor zover deze essentiële onderdelen van de bedrijfsvoering (going concern) niet raken, worden niet langer aangegaan. Dit levert een bijdrage in het terug dringen van het tekort. Voor Economie betekent dit een verlaging van het lastenbudget met € 251. Dit heeft vnl. betrekking op bedrijfsvoeringsbudgetten. Overboeking 1. Herfinanciering Servicedienst Ten einde onderling factureren tussen de diensten terug te dringen en daarmee tevens bij te dragen aan een efficiënter afstemmingsproces van vorderingen en schulden tussen de diensten, is besloten tot herfinanciering van de Servicedienst ter grootte van in totaal € 44 mln. Dit betekent een herverdeling van budgetten voor de diensten. Het bedrag wordt bij de andere diensten afgeroomd waardoor de Servicedienst dit bedrag niet meer bij de diensten in rekening hoeft te brengen. Voor € 431 heeft dat betrekking op deze beleidsmatige inspanning en zijn de lasten verlaagd. 2. Afroming budgetten concerncertificering In de meerjarenbegroting 2011‐2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. 3. Verschuiving apparaatskosten tussen Economie en OBR Technische wijzigingen in de verdeling van de apparaatskosten tussen Economie en OBR. Deze mutaties zijn saldoneutraal tussen de beleidsvelden. Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. Bestemmingsreserve Kansenzones De uitvoeringskosten 2011 van de Ondernemersregeling Kansenzones Rotterdam II (OKR II) zullen in 2011 worden gedekt uit de daarvoor aanwezige bestemmingsreserve 2. Bestemmingsreserve Revitalisering Winkelgebieden Het project Revitalisering Winkelgebieden zal in 2011 kosten maken voor cofinanciering. Deze worden gedekt uit de daarvoor aanwezige bestemmingsreserve.
93
11. Beleidsveld milieu en duurzaamheid 11.1 Beleidsmatige inspanning milieu en duurzaamheid Programma Duurzaamheid De ambitie met dit programma is dat Rotterdam de duurzaamste wereldhavenstad in zijn soort wordt. Hiertoe wordt ingezet op het groener, schoner en gezonder maken van de stad. Daarnaast staat het versterken van de economie centraal. Binnen de middelen voor de Stadsvisie 2030 is € 31 mln geoormerkt voor het programma Duurzaam. Daarbovenop zijn diverse, grotendeels gelabelde, budgetten beschikbaar voor luchtkwaliteit, geluidhinder, bodem en vergunningverlening en handhaving. Het programma Duurzaam omvat daartoe naast de taken op het gebied van energie en klimaat ook de klassieke milieutaken en vervult de gemeentelijke opdrachtgeverrol voor de DCMR. Het programma Duurzaam is in het eerste kwartaal 2011 vastgesteld en op 18 mei jl. aan de raad en stad gepresenteerd. De uitvoering van het programma kent een goede start. Enkele eerste resultaten zijn: o De basic engineering van het project Stoompijp Botlek West is gestart door de betrokken bedrijven. Investeringsbeslissing wordt deze zomer verwacht. Deze is afhankelijk van toekenning subsidie van het Rijk in het kader van Pieken in de Delta of anderszins. Dit project beoogt stoomuitwisseling tussen bedrijven in het Botlekgebied te verzorgen waardoor stoomketels uitgezet kunnen worden wat energiebesparing oplevert. o Twee Rotterdamse consortia hebben een subsidieaanvraag bij het Rijk en bij de EU voor grootschalige afvang, transport en opslag van CO2 (offshore) ingediend. Inmiddels is bekend dat het rijk de NER aanvraag van Air Liquide ondersteunt. o Een joint venture van E‐On en Electrabel is bezig met de projectvoorbereiding voor een eerste grote afvangdemonstratie. Het gaat om het ROAD‐project (Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject, Programme for Recovery’). Hierbij wordt ingezet op subsidies van het Rijk en de EU. De finale investeringsbeslissing wordt dit najaar verwacht (medio oktober). o In februari jl. heeft het college het ontwerpbesluit genomen om te participeren in een duurzame Innovatiefonds. Op 17 maart jl. heeft de Raad hiermee ingestemd. Inmiddels zijn de aandelen uitgegeven aan de gemeente Rotterdam en heeft de eerste capital call plaatsgevonden. De eerste bedrijven zijn al aan de slag met behulp van dit duurzame fonds. o Er is opnieuw resultaat geboekt bij het (inter)nationaal profileren van Rotterdam als duurzame en innovatieve stad; dit onder meer als trekker van het netwerk Connecting Delta Cities. Zo is er in het eerste kwartaal een MoU afgesloten met Jakarta voor samenwerking op het gebied van kustverdediging en binnenstedelijk baggeren. Daarnaast is een MoU gesloten met Ho Chi Minh City over de ontwikkeling van een adaptatiestrategie voor deze deltastad. o De aanbesteding rondom het verduurzamen van negen gemeentelijke zwembaden is succesvol afgerond. Dit pilotproject is onderdeel van het programma ‘Rotterdamse Groene Gebouwen’ en moet leiden tot 34% besparing op de energiekosten, dat neerkomt op zo’n € 3,4 miljoen. Ook wordt een verlaging van bijna 2000 ton minder CO2 uitstoot per jaar en een verhoging van de water‐ en luchtkwaliteit van de baden gerealiseerd. Daarnaast besteedt de gemeente het gehele beheer en onderhoud van de gemeentelijke zwembaden voor de komende tien jaar uit wat een besparing oplevert van 1,1 miljoen euro. o Afspraken met woningcorporaties over 10% CO2 reductie in deze collegeperiode zijn in februari bevestigd met de ondertekening van de overeenkomst ‘Samen werken aan Rotterdam’. o De gemeentelijke inzet op het realiseren van duurzame ikoonprojecten voor Rotterdam heeft er onder meer toe geleid dat het initiatief van Green Mobility om een uniek ‘belevingscentrum’ te realiseren op het gebied van elektrisch vervoer in een rap tempo van de grond is gekomen. In het belevingscentrum kunnen bedrijven en consumenten alle merken elektrische auto’s en scooters testen en daarmee ervaren hoe het is om elektrisch te rijden. Daarnaast is in dit onafhankelijke centrum alle mogelijke informatie verkrijgbaar over elektrisch vervoer en het optimaal gebruik van mobiliteit. Het Elektrisch Vervoer Centrum wordt gezien als de ontbrekende schakel die het elektrisch vervoer in Nederland een grote stap verder brengt. Het centrum wordt naar verwachting rond de zomer geopend en komt in het gebouw tussen het Centraal Station en het Central Post gebouw in Rotterdam. o Voor wat betreft de aanpak van de geluidhinder is in de eerste helft van 2011 de lijn van 2010 doorgetrokken. Nadat in 2010 957 Rotterdammers in hun woning een geluidsbelasting door wegverkeerslawaai hadden die minimaal 3 db lager lag dan op 1 januari van dat jaar (m.n. door stillere wegdekken op
94
de Tjalklaan, Gordelweg en oostelijk deel Brede Hilledijk) zijn in het eerste kwartaal van 2011 de Burgemeester Baumannlaan en het westelijk deel van de Brede Hilledijk aangepakt. Ook is in deze periode een uitvoeringsovereenkomst opgesteld voor de isolatie van geluidsbelaste gevels van circa 300 woningen. Daarnaast heeft Rotterdam in de eerste maanden overleg gevoerd met Prorail en RWS over respectievelijk gevelsanering in Rozenburg en geluidschermen langs de A20, om te bewerkstelligen dat zij de aangekondigde inspanningen voortvarend aanpakken. De prognose voor eind 2010 was gesteld op 1000 Rotterdammers die in hun woning een geluidsbelasting als gevolg van wegverkeerslawaai hebben die minimaal 3 decibel lager ligt dan op 1 januari 2010. De geringe afwijking van de realisatie in 2010 is toe te schrijven aan het feit dat enige tijd gemoeid was met het inpassen van stil asfalt in lopende voorbereidingstrajecten. Doordat er minder middelen beschikbaar zijn en de toepassing van stil asfalt duurder is dan de gangbare alternatieven, is voor het behalen van de komende mijlpalen forse inspanning nodig. Het bereiken van de target gericht op het investeren van minimaal € 350 miljoen in duurzaamheid in Rotterdam en de haven ligt op dit moment op koers. Maatstaf is de ‘Final Investment Decision’ (FID), op basis waarvan de volgende investeringsbeslissingen als resultaat gelden: o Groene daken: investeringsbeslissingen 2,7 mln. o Elektrisch Vervoercentrum: investeringsbeslissing 1,5 mln. o Proeftuin elektrisch vervoer: investeringsbeslissing 5,7 mln. o Verduurzaming gemeentelijke zwembaden: investeringsbeslissing 2,6 mln. o Duurzaam Stadskantoor: investeringskrediet vastgesteld (totaal 100 mln, duurzaamheid is integraal onderdeel van het ontwerp. Daarom is niet of nauwelijks te bepalen wat de investeringswaarde van de duurzame elementen van gebouw en inrichting is; het zal om een relatief beperkt deel van de totale investering gaan. Een nadere inschatting kan op een later moment worden gemaakt). o Uitrusten Stena Line Terminal met walstroomvoorzieningen: investeringsbeslissing 2,8 ml. Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) begroting 2011 financiële stand Milieu en duurzaamheid incl omissie wijziging 4‐maands baten 0 1.131 1.131 lasten 27.655 7.022 34.677 saldo vóór reserveringen ‐27.655 ‐5.891 ‐33.546 6.641 onttrekking aan reserves 0 6.641 toevoegingen aan reserves 0 0 0 saldo na reserveringen ‐27.655 750 ‐26.905 Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Milieu en duurzaamheid baten lasten saldo Regie Duurzaamheid (RCI en RCP) 1.131 7.022 ‐5.891 Regie lucht, geluid, bodem, vergunningverlening en handhaving 0 0 0 totaal 1.131 7.022 ‐5.891 Aansluittabel mutaties Mutaties baten lasten Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen Verplichtingenstop: Projecten/activiteiten duurzaam ‐750 Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) Technische correctie Regie duurzaamheid 1.131 1.132 Lasten die worden gedekt uit de reserves Bestemmingsreserve RCI 6.641 Totaal 1.131 7.022
95
Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen Verplichtingenstop Gelet op de financiële ontwikkelingen is besloten tot de invoering van een verplichtingenstop. Verplichtingen, voor zover deze essentiële onderdelen van de bedrijfsvoering (going concern) niet raken, worden niet langer aangegaan. Dit levert een bijdrage in het terug dringen van het tekort. Voor Milieu en Duurzaamheid betekent dit een verlaging van het lastenbudget met € 750. Technische mutaties Technische correctie Regie duurzaamheid (Baten + 1.132, lasten + 7.772) Het programma Duurzaam is begin 2011 nader uitgewerkt. Dat leidt ten opzichte van de oorspronkelijke begroting tot aanvullende lasten (€ 7,772 mln.). Dit leidt tot een onttrekking aan de bestaande bestemmingsreserve Rotterdam Climate Initiative van € 6,641 mln. Daarnaast zijn additionele subsidies ontvangen (€ 1,131 mln.). Voor nadere informatie wordt verwezen naar het onlangs gepubliceerde programma Duurzaamheid. Reserves Technische correctie Regie duurzaamheid (baten +6.641) Zie hiervoor de toelichting bij de technische mutaties.
96
12. Beleidsveld fysiek beheer van de stad 12.1 Beleidsmatige schoon (maken van de stad) Schoon Onze ambitie is dat het gemiddelde schoonniveau in alle wijken gemiddeld een 4 blijft. Met de deelgemeentebesturen zijn in december 2010 bestuursakkoorden afgesloten met daarin afspraken over de ‘basis op orde’ en het schoonniveau. Hoewel bij de meeste deelgemeenten een bezuinigingsronde heeft plaatsgevonden, maar de financiële gevolgen (zoals de uitstroom van personeel) nog op gang moet komen, is de verwachting dat het gemiddelde schoonniveau 4 voor 2011 gerealiseerd wordt. De schoonresultaten van het eerste kwartaal laten een positief beeld zien. Alle deelgemeenten scoren boven het schoonniveau 4. Ook aandachtswijken met sociale maatregelen scoren boven 4. Het stedelijk schoongemiddelde voor het eerste kwartaal is een 4+. Met deelgemeenten die voornemens zijn behoorlijke bezuinigingen in de komende bestuursperiode door te voeren maakt Roteb zoveel mogelijk afspraken om de bezuinigingen gefaseerd door te voeren maar dat lukt niet in elk geval. Hieronder een aantal aandachtspunten. Deelgemeente Noord heeft voor 2011 10% op het budget voor Reiniging bezuinigd. Het ligt evengoed in de verwachting dat niveau 4 in 2011 behaald zal worden. Ook Hoogvliet is een uitzondering. Onder druk van de deelgemeentelijke bezuinigingen accepteert de deelgemeente dat een 3,8 in 2011 mogelijk gerealiseerd zal worden. Indien hiervan sprake is, volgt bestuurlijk overleg met de portefeuillehouder Buitenruimte omdat in het bestuursakkoord met Hoogvliet geen specifieke afspraak is opgenomen over het afwijken van schoonniveau 4. Voor alsnog is de realisatie Q1 een 4+. Ook in IJsselmonde is de deelgemeentelijke bezuiniging voor 2011 fors, ruim 8%. Roteb zet alle zeilen bij en in overleg met IJsselmonde zijn duidelijke keuzes gemaakt waarbij het in de verwachting ligt om het gemiddelde niveau 4 te behalen. Ook voor dit gebied geldt dat de realisatie Q1 een 4+ is. Aanpak 5 meest genoemde ergernissen op straat Storingsonderhoud behelst o.a. het opheffen van storingen aan wegen, bebording, kolken, rioolaansluitingen, overhangend groen, boomwortels, het verwijderen van onkruid, vuil, graffitty e.d. en het verwijderen van o.a. fietswrakken, onbeheerd staande auto’s, aanhangwagens. De meldingen (Meldingen Systeem Buitenruimte) moeten binnen 3 werkdagen afgehandeld zijn (gereed gemeld of in behandeling zijn genomen met een reden waarom nog niet afgehandeld kan worden). Hieronder volgt de top 5 van ergernissen in de buitenruimte en het percentage aan klachten dat binnen de afhandelingsnorm is afgehandeld (Uitgangspunt: klachten burgers/klachten anoniem, stand van zaken per 31‐3‐2011) o Afval (ROTEB) – 96,5% binnen de servicenorm van 3 werkdagen (afspraak is 95%). De meest voorkomende verstoringen in het kader van afval op straat zijn gedumpt grofvuil en huisvuilzakken naast de ondergrondse container. In het eerste kwartaal van 2010 betrof dit gemiddeld 53 MSB‐meldingen per dag, in deze zelfde periode in 2011 is dit gemiddeld aantal gedaald naar 42 meldingen per dag. Het is opvallend dat de meeste meldingen over deze twee onderwerpen op maandag worden doorgegeven. In het eerste kwartaal van 2011 heeft Roteb 18% minder MSB‐meldingen over grofvuil ontvangen dan in hetzelfde kwartaal 2010. Voor meldingen over huisvuilzakken naast de ondergrondse container is een afname in het aantal meldingen ten opzichte van het zelfde kwartaal in 2010 zichtbaar van 24%. In het eerste kwartaal 2011 heeft Roteb 96,5% van de MSB meldingen binnen de servicenorm van 3 werkdagen afgehandeld. Hiermee voldoet Roteb ruimschoots aan de servicenorm van minimaal 95% binnen drie werkdagen af te handelen. In de aanpak om deze vervuiling en verloedering te bestrijden werken op diverse vlakken Stadstoezicht en Roteb al intensief samen om bijvoorbeeld in pilots tot een optimale en effectieve afstemming van inzet van beide diensten te komen. Eén van de prioriteiten bij de inzet van Stadstoezicht blijft de handhaving op verkeerd aangeboden huisvuil. De inzet op verkeerd aangeboden huisvuil is vastgelegd in de jaarcontracten met de deelgemeenten. o Zwerfvuil (ROTEB) – 95 % binnen de servicenorm van 3 werkdagen (afspraak is 95%). Het eerste kwartaal van 2011 laat ten opzichte van hetzelfde kwartaal 2010 een lichte toename zien van 2% in het aantal MSB‐ meldingen over zwerfvuil op straat. Deze toename wordt veroorzaakt door toetreding van deelgemeente Rozenburg en een lichte stijging van het aantal meldingen vanuit deelgemeente Kralingen/Crooswijk. Roteb voldoet aan de servicenorm, dat wil zeggen dat van alle ontvangen MSB‐meldingen minimaal 95% in 3 werkdagen is afgehandeld. o Defecte Openbare Verlichting (GW) – 78,5 % binnen de servicenorm van 3 werkdagen (afspraak is 80%). o Verzakte wegen (GW) – 91,8 % binnen de servicenorm van 3 werkdagen (afspraak is 80%)
97
o Wateroverlast (GW) – 88,7% binnen de servicenorm van 3 werkdagen (afspraak is 80%) Projecten gedragsverandering misdragingen in de buitenruimte, pilot wijkconcierges. Zwerfaval Verschillende activiteiten, projecten, en onderzoeken die in 2010 gestart zijn in het kader van bewustwording van de eigen verantwoordelijkheid en uiteindelijk tot gedragsverandering moeten leiden, liepen door in het eerste kwartaal 2011. De evaluaties worden afgerond in het tweede kwartaal 2011. Met als centraal onderwerp de aanpak tegen zwerfafval worden via AgentschapNL verschillende gebieds‐ en thematrajecten gevolgd. Deze trajecten worden doelgroepgericht ingezet zoals de aanpak van winkelgebieden, het ontwikkelen van maatschappelijke stage en een participatieproject voor kinderen. Uit deze trajecten volgen maatwerk‐ uitvoeringsplannen en projectplannen opgesteld op genoemde onderwerpen, die afhankelijk van het onderwerp uitgevoerd worden vanaf het 2e kwartaal 2011. De trajecten worden begeleid door externe adviseurs, waarbij Roteb de regie voert naar partners en belanghebbende betrokken partijen zoals deelgemeente, STZ en JOS. Pilot wijkconciërges De wijkconciërge heeft op het gebied van schoon, heel en veilig als belangrijke taak het gastheerschap, het aanspreken van burgers op onfatsoenlijk gedrag en mensen en initiatieven verbinden. De wijkconciërge als aanspreekpunt fungeert in de frontlinie en pleegt snelle interventies. De opstartperiode van deze nieuwe functie kan omschreven worden als een zoektocht door de drukte op wijkniveau. De wijkconciërges faciliteren in veranderingsprocessen bij mensen en systemen, zowel bij overheid als corporaties. In de deelgemeente Delfshaven, in de wijk Oud Mathenesse is hiermee vanaf november 2010 gestart. In de deelgemeente Hoogvliet is hiermee gestart met ingang van januari 2011. Het project van de wijkconciërges heeft een looptijd van een jaar en wordt daarna geëvalueerd. Belangrijkste inspanningen & meetbare prestaties: Schoonniveau 4
Realisatie 2010/nulmeting
4
4
4
Realisatie
4
4
Heel niveau 3,5
3,5
4
Realisatie
3,5 3,5
3,5 8
% binnen de norm afgehandeld: o Defecte openbare verlichting o Verzakte wegen o Wateroverlast o Afval o Zwerfvuil
% Realisatie (norm %) 2010 = opgave 1e kwartaal 2010 2011 = opgave 1e kwartaal 2011
83,8% (80%) 90,2% (80%) 84,4% (80%) 93,6 % (95%) 89,5 % (95%)
78,5 % 91,8 % 88,7 % 96,5 % 95 %
8
2011
2012
Eindwaarde (2013/anders)
gem. opgave van 8 dg. die in het 1e kw. geschouwd hebben
98
Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning
Schoon (maken v/d stad)
begroting 2011 incl omissie 184.701 200.714 ‐16.013
(bedragen x € 1.000,‐) financiële stand wijziging 4‐maands ‐1.097 183.604 ‐3.436 197.278 2.339 ‐13.674
baten lasten saldo vóór reserveringen 0 onttrekking aan reserves 0 0 toevoegingen aan reserves 0 0 0 saldo na reserveringen ‐16.013 2.339 ‐13.674 Financieel overzicht beleidsmatige inspanning (bedragen x € 1.000,‐) Schoon (maken v/d stad) baten lasten saldo Afvalinzameling/verwerking ingezameld en gebracht afval 2.114 1.120 994 Reiniging openbare ruimte ‐3.211 ‐4.556 1.345 totaal ‐1.097 ‐3.436 2.339 Aansluittabel mutaties Mutaties baten lasten Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. lagere opbrengst Bedrijfsreinigingsrecht ‐900 2. Vrijval voorziening Rente‐egalisatiefonds 900 3. Onderhoud ondergrondse containers ‐300 4. Verplichtingenstop ‐654 Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. Afroming budgetten concerncertificering ‐98 2. Herfinanciering Servicedienst ‐1.285 Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1. Technische verschuivingen ‐1.097 ‐1.099 Totaal ‐1.097 ‐3.436 Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Lagere opbrengst Bedrijfsreinigingsrecht (Baten € ‐900) Eind 2010 zijn de opbrengsten uit Afvalstoffenheffing, Bedrijfsreinigingsrecht en Bedrijfsafvalcontracten over 2010 en voorgaande jaren geanalyseerd. In deze analyse is geconstateerd dat de opbrengsten uit Bedrijfsreinigingsrecht structureel met € 900 lager zullen uitvallen. Dit structureel lagere bedrag was nog niet opgenomen in de Begroting 2011, maar wel vermeld in de jaarrekening 2010. 2. Vrijval voorziening Rente‐egalisatiefonds (Baten € 900) De voorziening Rente‐egalisatiefonds wordt bepaald door het verschil van de in de leasecalculaties doorberekende marktconforme rente (vast percentage) en de te betalen rente Algemeen Lening Fonds (jaarlijks variabel percentage). De voorziening is getroffen om maximaal 1 % structurele stijging van de ALF‐rente op te vangen. Dit betekent dat de voorziening maximaal 3 % van de boekwaarde van de aanwezige vervoermiddelen bedraagt. Het minimum van deze voorziening is gesteld op 1 % van de boekwaarde. Het voorstel voor deze begrotingswijziging is om mede in het licht van de concernbezuinigingen de omvang van deze voorziening af te romen naar 1,5 % van de boekwaarde, waardoor € 0,9 miljoen kan vrijvallen. 3. onderhoud ondergrondse containers (lasten ‐300) In 2011 worden de budgetten voor onderhoud aan de ondergrondse vuilcontainers afgeroomd ten behoeve van het algemene beeld. In 2012 wordt het onderhoud hierop weer gecontinueerd.
99
4. Verplichtingenstop (lasten ‐654) Gelet op de financiële ontwikkelingen is besloten tot de invoering van een verplichtingenstop. Verplichtingen, voor zover deze essentiële onderdelen van de bedrijfsvoering (going concern) niet raken, worden niet langer aangegaan. Dit levert een bijdrage in de terugdringing van het tekort. Voor beleidsmatige inspanning schoon betekent dit € 0,65 mln, dit heeft voornamelijk betrekking op de bedrijfsvoering bij Roteb. Overboekingen 1. Afroming budgetten concerncertificering In de meerjarenbegroting 2011‐2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. 2. Herfinanciering Servicedienst (lasten ‐1.285) Ten einde onderling factureren tussen de diensten terug te dringen en daarmee tevens bij te dragen aan een efficiënter afstemmingsproces van vorderingen en schulden tussen de diensten, is besloten tot herfinanciering van de Servicedienst ter grootte van 44,386 mln. Dit betekent een herverdeling van budgetten voor de diensten. Het bedrag wordt bij de andere diensten afgeroomd waardoor de Servicedienst dit bedrag niet meer bij de diensten in rekening hoeft te brengen. Technische mutaties 1. Technische verschuivingen (baten ‐1.097, lasten ‐1.099) De technische verschuivingen betreffen verschuivingen binnen het product en zijn derhalve op productniveau budgetneutraal.
100
12.2 Beleidsmatige inspanning heel (maken van de stad) Heel Onze ambitie is dat de buitenruimte op het heel‐niveau 3,5 blijft. Met de deelgemeenten zijn over dit heel‐niveau afspraken gemaakt in de bestuursakkoorden. Bij de meeste deelgemeenten heeft een bezuinigingsronde plaatsgevonden. Ook op de centrale ROS‐gelden heeft met ingang van 2011 een bezuiniging van € 2 mln plaatsgevonden.De heelnorm wordt 2 x per jaar geschouwd. In het eerste kwartaal hebben acht deelgemeenten geschouwd. De eerste resultaten laten zien dat de heel‐norm nog op het vereiste niveau is. Planten van 2000 bomen in 2011 en 2012 De doelstelling is om in 2011 en 2012 jaarlijks 2000 extra bomen of 2000 bomen van extra kwaliteit in de openbare ruimte te planten. In de eerste drie maanden van 2011 zijn in het plantseizoen 296 extra bomen geplant die tegelijkertijd van extra kwaliteit waren vergeleken met wat de standaard (maatsoort) is voor nieuw te planten bomen. Starten aanleg blauwe verbinding Het programma van eisen voor het noordelijk tracé is vastgesteld door deelgemeente Charlois op 23 maart 2011. Aan het ontwerp wordt gewerkt opdat volgens planning in juni het Inrichtingsplan kan worden vastgesteld. Inmiddels is gestart met de voorbereidingen ten behoeve van de uitvoering aan het eind van 2011. Realiseren 160.000 m2 groene gevels en daken Om deze doelstelling te bereiken zet de gemeente Rotterdam in op de volgende vijf pijlers: o Vergroenen eigen gemeentelijk vastgoed (zelf het goede voorbeeld geven) o Stimuleren aanleg middels een subsidieregeling o Informeren en communiceren o Verdere kennisontwikkeling en innovatie o Incorpereren groene daken in gebiedsgericht stedenbouwkundig beleid Medio juli 2008 is de gemeentelijk subsidieregeling aanleg groene daken 2008 van kracht geworden. Met deze subsidieregeling stelt de gemeente Rotterdam geld beschikbaar om particulieren, bedrijven en woningbouwcorporaties te stimuleren groene daken aan te leggen (€ 25,=/m2). In 2009 is daar nog € 5/m2 bijgekomen vanuit de Rotterdamse waterschappen. Sinds de subsidieregeling in juli 2008 in werking is getreden zijn tot 31 december 2010 in het totaal 92 daken vergroend, met een totaal oppervlak van circa 47.261m2, waaronder de daken van het Sophia Kinderziekenhuis en het Maasstad Ziekenhuis en 10 gemeentelijke gebouwen, met een totaal oppervlak van 7.700 m2. Er zijn drie gebouwen voorzien van groene gevels: St Jacobskwartier, Parkeergarage West Blaak en de Delftsestraat. Met een totaal oppervlak van circa 5.500 m2. De totaalstand voor 2010 is 52.761 m2 groene daken en gevels. In 2011 is tot en met april 8.205 m2 gerealiseerd. Pilots PPS Voor de pilot tuinruimen wordt een plan van aanpak opgesteld. Voor de Wilhelminapier is er een concept‐ vergroeningsplan aan ons en de projectonwikkelaar OVG voorgelegd. Tevens is een vijftal pilots met het nieuwe instrument BIZ (Business Improvement Zone, lokale ondernemersfondsen) in voorbereiding, waar ondernemers gezamenlijk investeren in gebiedsverbetering met behulp van een heffing onder alle ondernemers binnen dat gebied. Verder wordt gewerkt aan een instrumentarium dat de burger in staat stelt om ‐ in eerste instantie ‐ een bankje, bloembak of boom te financieren die ergens in de openbare ruimte van Rotterdam geplaatst wordt. Hiertoe worden ook de randvoorwaarden meegenomen, waaronder burgers kleine verbeteringen in de buitenruimte kunnen bekostigen. Ontwikkeling ecologische routes en groengebieden rond de stad i.s.m. PZH, stadsregio en natuurbeschermingsorganisaties De ontwikkeling van ecologische routes en groengebieden rond de stad staat vanwege rijksbezuinigingen onder zware druk. Samen met de Stadsregio en Provincie wordt in 2011 bepaald welke ontwikkelingen doorgaan, anders worden vormgegeven of gestopt worden.
101
Structurele borging middelen vervanging civiele werken aan het einde levensduur Als onderdeel van de herijking van het deelgemeentefonds (2009) vindt nadere uitwerking plaats van centrale dekking van de vervanging van deelgemeentelijke kapitaalgoederen bij einde technische levensduur Het systeem voor (vervangings)investeringen voor centrale kapitaalgoederen wordt opnieuw bezien, waar mogelijk wordt op korte termijn getemporiseerd. Openbare verlichting Doel is dat 98% van de openbare verlichting functioneert, Uit de eerste aan/uit‐schouw van 2011, gehouden in week 3, blijkt dat gemiddeld over de gehele stad 98,6 % van de openbare verlichting brandt. Duurzaamheid is een van de pijlers van het Lichtplan Rotterdam. In de periode najaar 2009 t/m juni 2011 worden/zijn op de doorgaande wegen circa 8.000 armaturen en lampen vervangen door energiezuiniger wit licht. In de nachtelijke uren wordt deze verlichting gedimd. Bij de keuze voor nieuwe armaturen is een voorwaarde dat ze niet of nauwelijks lichtvervuiling veroorzaken. Met nieuwe technologie zoals led worden proeven uitgevoerd.
Realisatie 2010
2011
2012
Eindwaarde (2013/anders)
Belangrijkste inspanningen & meetbare prestaties: Planten van 2000 bomen in 2011 en 2012
Mijlpalen
Realisatie 1e kw./4 mnd Mijlpalen
296 extra bomen 85.000 m2
2000 extra (kwaliteit) bomen
120.000 m2
160.000 m2
Realisatie 1e kw./4 mnd Mijlpalen
60.966 m2) (2010 + 2011)
98% brandt
Realisatie
98,6 % 9
Realiseren 160.000 m2 groene gevels en daken 98% openbare verlichting functioneert
52.761 m2
Financiële toelichting Financieel overzicht beleidsmatige inspanning Heel (maken v/d stad) baten lasten saldo vóór reserveringen onttrekking aan reserves toevoegingen aan reserves saldo na reserveringen Financieel overzicht beleidsmatige inspanning Heel (maken v/d stad) Beheer begraafplaatsen en crematorium Openbare verlichting Riolering en gemalen Wegen, water en groen totaal 9
begroting 2011 incl omissie 87.722 134.389 ‐46.667
(bedragen x € 1.000,‐) financiële stand wijziging 4‐maands 3.185 90.907 ‐461 133.928 3.646 ‐43.021
211 0 ‐46.456
0 0 3.646
211 0 ‐42.810
(bedragen x € 1.000,‐) baten lasten 0 0 0 0 0 0 3.185 ‐461 3.185 ‐461
saldo 0 0 0 3.646 3.646
(nav schouw in het 1e kwartaal)
102
Aansluittabel mutaties Mutaties baten lasten Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Verplichtingenstop ‐3.569 Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsvelden) 1. Afroming budgetten concerncertificering ‐77 Technische mutaties (saldoneutraal binnen het beleidsveld) 1.Overdracht Hbr objecten 3.232 3.232 2. Overige mutaties ‐47 ‐47 Totaal 3.185 ‐461 Begrotingswijzigingen die invloed hebben op de algemene middelen 1. Verplichtingenstop (lasten ‐3.569) Gelet op de financiële ontwikkelingen is besloten tot de invoering van een verplichtingenstop. Verplichtingen, voor zover deze essentiële onderdelen van de bedrijfsvoering (going concern) niet raken, worden niet langer aangegaan. Dit levert een bijdrage in de terugdringing van het tekort. Voor deze beleidsmatige inspanning betekent dit: begroting specificatie mutaties verplichtingenstop 2011 Verplichtingenstop: Gw uitvoering onderhoud 1.569 Verplichtingenstop: Onderuitputting doeluitkering ruiming bommen 2.000 totaal 3.569 Overboekingen Afroming budgetten concerncertificering In de meerjarenbegroting 2011‐2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. Technische mutaties Overdracht Havenbedrijf objecten (baten + 3.232, lasten +3.232) Op 15 maart 2011 is het college akkoord gegaan met het aangaan van een overeenkomst met het Havenbedrijf Rotterdam N.V. (HbR) inzake ‘Verdeling beheer en onderhoud stedelijk gebied en haven‐ en industrieel complex’. Daarbij is onder andere besloten om met ingang van 2011 structureel aan Rotterdam (kpl ORM) een bedrag van € 4,3 mln toe te kennen per jaar ten behoeve van het dagelijks en groot onderhoud van de overgedragen HbR‐ objecten. Conform de overeenkomst wordt dit jaar € 3,2 mln van de afkoopsom door het HbR betaald.
103
3. Bedrijfsvoering Hier wordt gerapporteerd over de volgende onderwerpen: 1. Concernontwikkelingen 2. ICT. 3. Formatieontwikkeling 4. Externe inhuur. 5. Overhead 6. Programma Controletoren. 7. Concernbrede besparingen op de bedrijfsvoering
3.1 Concernontwikkelingen Rotterdam vraagt om een overheid die makkelijk en goed bereikbaar is, afspraken nakomt en uitstekende dienstverlening biedt. Vraagstukken moeten snel en goed worden opgelost. De kwaliteit van de producten en diensten moet hoog zijn. Tegelijkertijd staan we voor een omvangrijke bezuinigingsoperatie. Hierdoor is het noodzakelijk dat wij beslissingen nemen die nodig zijn om ons aan te passen aan de snel veranderende situatie. Het collegeprogramma Organisatie en Financiën (O&F) geeft invulling aan de ontwikkeling die we als organisatie voorstaan, met inachtneming van de bezuinigingen op de bedrijfsvoering . De resultaten op de concernontwikkeling waaraan het programma O&F eind 2014 heeft bijgedragen,zijn: o Een kwalitatief betere organisatie o Een flexibele en mobiele organisatie die wendbaar en extern georiënteerd is o Een kleinere formatie (een krimp van 1.000 fte eind 2014) o Efficiëntere bedrijfsvoering (bezuiniging van € 72 mln. op de bedrijfsvoering) Het collegeprogramma O&F coördineert, versnelt en faciliteert concernbrede projecten en acties. Hierbij past een veranderaanpak die bijdraagt aan een optimaal draagvlak en betrokkenheid bij het bestuur, management en medewerkers. Het programma informeert waar dat nodig is en betrekt enthousiaste mensen bij het proces. Het programma monitort de voortgang, bewaakt de uitgangspunten en ziet erop toe dat de besparingen daadwerkelijk worden gehaald. De juiste inzet van communicatie is daarbij een belangrijke voorwaarde voor het realiseren van de resultaten. We hebben uw raad tussentijds al bericht over de voortgang van het programma O&F door brieven over de volgende moties: 1. “Heldere doelstellingen ambtenarenapparaat” (motie Molenaar) 2. “Voortvarend reorganiseren” (motie Schonk e.a.) 3. “Benoem en prioriteer kerntaken” (motie Simons) Samen met de algemene uitgangspunten van het programmaplan O&F zijn de drie moties besproken in de commissie voor Bestuur, Veiligheid en Middelen (BVM) van 24 maart 2011. In deze vergadering is afgesproken dat over de voortgang van O&F gerapporteerd wordt volgens de reguliere lijn van de bestuursrapportages en dat er nog voor de zomer een informele bijeenkomst zou worden belegd, waarin de wethouder organisatie en de gemeentesecretaris hoe de organisatie(ontwikkeling) er voor staat, deze bijeenkomst stond gepland op 1 juni maar is doorgeschoven. Voortgang O&F van 1 januari tot en met 30 april (1e trimester 2011) Wij hebben in februari 2011 een nieuwe concerndirectie geïnstalleerd onder leiding van de algemeen directeur en de organisatie ingericht naar clusters (Maatschappelijke Ontwikkeling, Stadsbeheer, Stadsontwikkeling en Dienstverlening). Dit om slagvaardig aan de slag te kunnen met de transitie van de organisatie. Daarnaast hebben wij besloten de diensten DS+V en OBR per 1 mei 2011 op te heffen en te integreren binnen het nieuwe cluster Stadsontwikkeling. De belangrijkste opdracht van de nieuwe concerndirectie is sturen op de concernbrede
104
bedrijfsvoering, de integraliteit bewaken van programma’s en projecten, sturen op gebiedsgericht werken en de realisatie van de doelstellingen van het collegewerkprogramma. In het 1e trimester van 2011 zijn o.a. de volgende onderwerpen programmatisch opgestart: Het nieuwe werken in samenhang met de kantoorhuisvesting De basisuitgangspunten voor Het Nieuwe Werken in Rotterdam (HNW010) zijn vastgesteld. HNW010 zorgt ervoor dat mensen slimmer werken en beter kennis met elkaar delen, met als eindresultaat een beter product voor de Rotterdammer. Dat vraagt om een andere organisatie en een nieuwe manier van werken. HNW010 betekent: o Tijd‐ en plaatsonafhankelijk werken waar dat kan o Afrekenbaar zijn op prestaties en vooraf in overleg het resultaat bepalen o Vrije toegang tot kennis, ervaring en informatie o Een flexibele arbeidsrelatie met arbeidsvoorwaarden afgestemd op levensstijl en –fase. Tijd‐en plaatsonafhankelijk werken is direct van invloed op de ontwikkeling van de kantoorhuisvesting van het ambtenarenapparaat. Een volledige werkplek met voorzieningen is straks voor lang niet iedereen meer nodig. Je goed kunnen richten op de opgaven in de stad vraagt om meer samenwerken, collega’s en Rotterdammers vaker opzoeken en dus vaker van locatie wisselen. Je gaat daar samenwerken waar dat het best passend is. De ICT ondersteuning moet daar op worden aangepast en zal daarom moeten worden geïntensiveerd. De basisportefeuille kantoorhuisvesting is vastgesteld en zal op termijn (2015) gaan bestaan uit zes panden: Stadhuis, Coolsingel 6, Stadskantoor, Schiedamsedijk, Librijesteeg en de Rotterdam. Voor de Rotterdam vindt in 2011 eerst nog een marktconsultatie plaats. Mocht deze positief uitpakken, dan zal deze locatie in de markt worden verhuurd en wordt een alternatief gezocht. Het huidige ruimtebeslag voor kantoorpersoneel zal daarmee op termijn (2015) nagenoeg worden gehalveerd en de huidige portefeuille van 39 panden zal in de komende jaren grotendeels worden opgezegd en afgestoten. Met het opzeggen van op korte termijn expirerende huurcontracten is reeds gestart. Op termijn zijn er met deze nieuwe manier van werken en bijbehorende maatregelen aanzienlijke besparingen te realiseren. Er zijn wel (beperkte) kosten te maken voor verhuizing, herinrichting, ICT voorzieningen etc. Doorlichting van primaire processen Bestaande (personele) taakstellingen worden door de nieuw gevormde clusters zelf ingevuld onder aansturing van de concerndirectie. Onderdeel daarvan is het doorlichten van de primaire processen en de beoordeling van de uitvoering binnen de gemeentelijke organisatie op basis van benchmarks. Dit is een dynamisch proces dat in volle gang is. Lopende initiatieven zijn een onderzoek naar de uitbesteding van het technisch beheer van het gemeentelijk vastgoed, verzelfstandiging van de bibliotheek en een takenanalyse binnen Sport en Recreatie (met als doel van uitvoering naar regie). Voor de Roteb loopt een benchmark in samenwerking met de overige G4 gemeenten. Procesdoorlichtingen vonden plaats in het 1e trimester bij Publiekszaken, SoZaWe , (subsidies) en binnen Stadsontwikkeling (herinrichting staven). Vanuit het cluster maatschappelijke ontwikkeling wordt in het tweede trimester één standaard subsidieproces gerealiseerd waarbij alle diensten zullen aansluiten. Vorming van een serviceorganisatie De vorming van een centrale serviceorganisatie is onderdeel van de organisatie van de bedrijfsvoering. De opdracht is om volgens het concept van operational excellence te werken voor alle generieke dienstverlening. De typering van de serviceorganisatie is: een betrouwbare organisatie, die een afgesproken dienstverlening verzorgt tegen zo laag mogelijke kosten en goede kwaliteit. De focus is gericht op kostenverlaging en procesoptimalisatie. De bestaande SSC’s worden doorontwikkeld volgens het genoemde concept en drie nieuwe SSC’s, voor HR, Juridische diensten en Communicatie worden gestart. De financiering van de serviceorganisatie is aangepast op deze rol. Voor generieke dienstverlening beschikt SDR met ingang van 2011 over eigen, zelfstandige budgetten. Organisatie van de bedrijfsvoering De bedrijfsvoering wordt in lijn met concernontwikkelingen vormgegeven: integrale sturing op concernniveau, over clustergrenzen heen, bundeling en centralisatie om zowel kwaliteitsverbetering als kostenbesparing te bereiken. Concernbrede bundeling en centrale aansturing van de ondersteunende functies maken het mogelijk om synergievoordelen te behalen, standaardisatie en uniformering maken efficiënter werkende processen mogelijk. Door centrale aansturing en bundeling kan ook gerichter gestuurd worden op kwaliteitsverbetering en
105
mobiliteit. In onze opdracht is een sturingsmodel ontwikkeld, dat een duidelijke verdeling van de rollen en taakverdeling in het bedrijfsvoeringsdomein geeft. Het uitgangspunt ‘de lijn stuurt de ondersteuning’ wordt op concernniveau door de concerndirectie vormgegeven. De Bestuursdienst werkt hiervoor in opdracht van de concerndirectie. De PIJOFIACH (personeel, ICT (inclusief informatievoorziening), juridisch, organisatie, financiën, inkoop, administratie, communicatie, huisvesting (inclusief facilitair)) bedrijfsvoeringsfuncties worden volgens het governance model uitgewerkt. Bij de serviceorganisatie is de uitvoering van deze ondersteunende functies georganiseerd. De clusters dragen zorgen voor bundeling van de vraag en de invoering van het concern‐ bedrijfsvoeringsbeleid. Het sturingsmodel is het kader waarbinnen de bedrijfsvoering verder wordt vormgegeven:
sturende rol (concerndirectie) Kerntaken:
• beleid vaststellen en evalueren • budget vaststellen • toezien op naleving • ketenregie
vraagrol (clusters)
uitvoerende rol (SO)
Kerntaken:
Kerntaken:
• behoeften aangeven • evalueren dienstverlening • business partner (vraagarticulatie,
• uitvoeren van afgesproken
strategisch advies, etc.)
dienstverlening
• afstemming met gebruikers • adviseren over procesinriching
Doorlichting van ondersteunende processen Doelmatigheid wordt niet bereikt met alleen bundeling en centralisatie. Daarvoor is het ook nodig dat processen efficiënt worden ingericht en verlopen. Ondersteunende processen worden daarom doorgelicht om dubbel werk, onnodig lange wacht‐ en behandeltijden weg te nemen en de mogelijkheden van automatisering te benutten. Afgerond is de doorlichting van het klantcontactcentrum (één telefoonnummer). In het eerste trimester is de keten telefonie doorgelicht (1‐telefoonnumer). Maatregelen worden thans getroffen en dit leidt op termijn tot de volgende potentiële besparingen: kanaalsturing (reductie aantal calls/ stimuleren gebruik van internet): € 0,7 mln. efficiëntere organisatie van het proces: € 0,7 mln. inventarisatie servicenormen, € 0,6 mln. vermindering van interne handelingen: Van deze besparingen is € 1 mln. ingeboekt in 2011 bij het programma dienstverlening. Voorbereid worden de interne BTW‐processen, de voorbereiding van de invoering van de fiscale werkkostenregeling en het crediteurenproces zoals toegelicht bij de bezuinigingsopgave. De financiële situatie van de gemeente maakt het ook vanuit de concernontwikkeling noodzakelijk dat de focus primair op de korte termijn komt te liggen om de begroting voor 2011 sluitend te krijgen. Dit betekent in het 2e trimester een heroverweging van de reeds opgestarte initiatieven en aanvullende gerichte organisatorische maatregelen op de korte termijn.
106
3.2 ICT ICT Exploitatie In 2010 is geconstateerd dat de wijze waarop tot dusverre over ICT kosten is gerapporteerd, onvoldoende bruikbare cijfers opleverde. De belangrijkste oorzaak is dat de verantwoorde kostencategorieën niet eenduidig uit de financiële administraties van de diensten waren te betrekken, waardoor er bij iedere opgave interpretatie plaatsvond door de diverse rapporteurs. Dit heeft geleid tot fouten en onvergelijkbare cijfers in de opgaven. Onderzoek naar de mogelijkheden voor een benchmark ICT kosten met soortgelijke organisaties heeft bovendien uitgewezen dat de ICT‐kostencategorieën die tot dusverre gehanteerd zijn, niet goed vergelijkbaar zijn met soortgelijke organisaties. Zoals aangegeven in de derde Bestuursrapportage 2010, wordt daarom in het vervolg een kostenindeling gehanteerd die beter herleidbaar is uit de administraties van de diensten, en die aansluit bij een landelijke benchmark. Met Amsterdam en Den Haag is afgesproken volgens deze opzet ICT kosten onderling te benchmarken. Als onderdeel van deze uitvraag voor de eerste Bestuursrapportage, is diensten tevens verzocht over het jaar 2010 volgens de nieuwe kostenindeling te rapporteren, om de benchmark met Amsterdam en Den Haag over dat jaar als nog mogelijk te maken. Uit analyse van die opgaven blijkt dat de verantwoording volgens de nieuwe methodiek een correctie vergt, onder meer op het gebied van onderlinge verrekeningen en projectkosten. Hierdoor is op dit moment ook nog geen voldoende betrouwbare prognose te geven voor de ICT exploitatiekosten 2011. Deze prognose, en de eerste uitkomsten van de kostenvergelijkingen met Amsterdam en Den Haag, ontvangt u bij de volgende bestuursrapportage. ICT Investeringen Met ingang van 2011 worden nieuwe ICT investeringen vooraf getoetst door de CIO. Voorwaarden voor het goedkeuren van een ICT investering zijn: • Een valide business case waarbij baten meetbaar zijn gemaakt; • Financiering van het project en dekking van de toekomstige exploitatielasten; • Kostenopgave op basis van integrale kosten (centraal en decentraal) van de door te voeren verandering; • Verantwoordelijkheid voor het daadwerkelijk realiseren van de businesscase is belegd in de organisatie. Bij de eerste Bestuursrapportage zijn diverse kredietaanvragen voor ICT projecten ingediend (zie hoofdstuk 1.2). Niet al deze aanvragen investeringskrediet zijn voor aanvang ingediend. Voor een aantal projecten geldt dat deze in 2010 zijn gestart. ICT Projecten Van Monitor Omvangrijke AutomatiseringsProjecten (Monitor) naar portfoliomanagement In de eerste Bestuursrapportage 2010 is aangekondigd een review uit te voeren op de effectiviteit van de Monitor. Kernvraag hierbij: “Wat is de effectiviteit van de Monitor bij de besturing en verantwoording van ICT projecten op bestuurlijk, ambtelijk en op project niveau binnen de gemeente Rotterdam en hoe kan deze verbeterd worden?”. Op basis van eigen bevindingen en de bevindingen vanuit de review is besloten om de bewaking en monitoring van ICT projecten bij de CIO te beleggen per 1 maart 2011. De toetsing van opzet, werking en risicobeheersing van risicovolle ICT projecten (het stelsel) conform de toezichtrol, wordt uitgevoerd door de Auditfunctie (in de huidige situatie uitgevoerd door de ASR). Derhalve rapporteert de CIO vanaf de eerste Bestuursrapportage 2011 over de status en voortgang van risicovolle ICT projecten in lijn met de herziene opzet van de Monitor Grote Projecten (MGP). Deze rapportage is als aparte bijlage bij deze bestuursrapportage opgenomen (bijlage 2, apart boekwerk). Hieronder volgt een samenvatting van de bevindingen bij de belangrijkste projecten uit de rapportage. Concern Bedrijfsvoeringssystemen Voor de ontwikkeling van de Concern Bedrijfsvoeringssystemen (Concerninformatie‐architectuur, Financiën ‐ Inkoop ‐ Subsidies, Human resource management (HR), Document management systeem en Dienstverlening) is een krediet van € 54 mln. beschikbaar gesteld. De uitvoering van de nog lopende projecten bevindt zich in een
107
afrondende fase. Afronding van de laatste projecten staat gepland voor eind 2011. Het krediet zal in 2011 afgesloten worden. Project ICT Migratie Dit project heeft als doel de migratie van SoZaWe, GGD, en PZR als nieuwe klant en de migratie van de bestaande klanten BSD, STZ, GBR, DKC, SDR, Stadsregio, Ombudsman, Rekenkamer, Raad, Griffie, Bureau P&O deelgemeenten en D&BW naar de nieuwe infrastructuur van IDR. In de eerste helft van april heeft zich een storing voorgedaan in de gemeentelijke infrastructuur, waarvan de gebruikers hinder hebben ondervonden. De geplande migratie van PZR op 22 april is als gevolg hiervan uitgesteld. Een herplanning van de migratie van PZR in juni 2011 heeft geen gevolgen voor de totale doorlooptijd van het project. Wanneer zich nieuwe knelpunten voordoen waardoor herplanning noodzakelijk is bestaat het risico op uitloop van het project. De businesscase met daarin een uitwerking van het inverdieneffect wordt op dit moment geconcretiseerd. R12 In 2003 heeft de gemeente Rotterdam ervoor gekozen om de Oracle E‐business suite(Oracle‐EBS) concernbreed in te zetten als ondersteunend ICT‐systeem voor de bedrijfsvoering (financiën, inkoop, HR, projecten en subsidies). De daaropvolgende jaren is Oracle‐EBS concernbreed uitgerold. De doelstelling van het project is het ontwikkelen en implementeren van één nieuwe versie van de concerntemplate op release 12 van Oracle, op fysiek één systeem en met één beheerorganisatie voor de uitvoering van de bedrijfsvoering op het gebied van inkoop, financiën, HR en subsidies voor alle diensten en deelgemeenten (t.b.v HRM) per 1 januari 2012. Vanaf het begin van het project maakte Roteb hiervan geen onderdeel uit. Een separaat traject wordt hiervoor opgestart. De scope en planning van het project staan onder druk. Belangrijkste oorzaak hiervan is het niet voldoende aanhaken van de organisatie (o.a. bedrijfsonderdelen GW en SDR). De migratie van het OBR per 1 januari 2012 naar de nieuwe template is uitgesteld. Deze migratie zal opnieuw worden ingepland met als gevolg een uitloop in tijd. Binnen het project worden maatregelen genomen om binnen het oorspronkelijke budget de volledige scope te realiseren en er voor te zorgen dat de organisatie voldoende / tijdig aanhaakt. Deze herdefiniëring moet in lijn liggen met de veranderingen op het gebied van bedrijfsvoering en organisatieontwikkeling. De uitgaven voor 2010 bedragen ca. € 2,1 mln. Het betreft noodzakelijke voorbereidingskosten vooruitlopend op de formele kredietaanvraag van ca. € 8,5 mln. In de omissieregeling 2011 is het krediet aangevraagd. De businesscase wordt op dit moment geconcretiseerd. Columbus Grex In het 3e kwartaal van 2009 is door het OBR, naar aanleiding van bevindingen van de MOAP en een door ASR uitgevoerde Quick‐Scan, besloten het oorspronkelijke project terug te brengen tot een compact restproject te weten Grex. Grex kent een afzonderlijke businesscase. Het doel van het project is om Grobis, dat nu gebruikt wordt ter ondersteuning van de grondexploitatie bij het OBR, te vervangen door Grex en Grobis vervolgens uit te faseren. In de initiële planning zoals opgenomen in het projectplan stond de ingebruikname gepland voor juni 2010. Op basis van nadere voorstellen van het OBR is er, aanvullend op het eerder gevoteerde krediet, een investering nodig van ca. € 1,4 mln. en na bestuurlijke besluitvorming nog ca. 7 maanden voor het afronden van het project. Aangezien dit beeld sterk afwijkt van de oorspronkelijke planning en (kosten) raming en gezien het verloop van het project tot nu toe, is het project in opdracht van de CIO, door de opdrachtgever stilgelegd. Er is een analyse nodig die duidelijkheid verschaft over de kwaliteit van de opgeleverde producten en de geschiktheid ervan om bestaande grondexploitaties te migreren naar de nieuwe oplossing. Deze analyse dient tevens een advies op te leveren voor het vervolg (stoppen ‐ een alternatief kiezen ‐ doorgaan met een harde garantie van tijd, geld en resultaat). De benodigde acties hiervoor zijn in opdracht van de CIO, in samenspraak met het OBR, in gang gezet.
108
Voortgang aanpak Grip op ICT De sturing op informatie en ICT kan niet los gezien worden van de organisatieontwikkeling van de gemeente in het algemeen en de sturing op de bedrijfsvoering in het bijzonder. Op 29 januari 2011 hebben wij een sturingsmodel voor de bedrijfsvoering vastgesteld, met daarin een uitgewerkte verdeling van taken en verantwoordelijkheden van centraal en decentraal binnen het concern. De CIO vervult de sturende rol voor het domein Informatie en ICT, en neemt deel aan de vergaderingen van de concerndirectie als Informatie en ICT onderwerp van bespreking zijn. In het kader van het borgen van beschikbare kennis over beheersing van ICT projecten, is er een kennisbank (“wiki”) over ICT projectmanagement op Sjaan gepubliceerd. Een dergelijke kennisbank rond het onderwerp architectuur is in voorbereiding. De stand van zaken rondom informatiebeveiliging is geëvalueerd. Geconstateerd is dat Rotterdam de benodigde procedures op dit terrein goed beschreven heeft. Als aandachtspunt is de inbedding van het aspect informatiebeveiliging in bestaande beheerprocessen benoemd. Al met al verloopt de aanpak van Grip op ICT conform de toezeggingen in onze brief van januari 2010. In het derde kwartaal zal de eindrapportage van het CIO programma verschijnen. Wij zullen uw raad hierover informeren in de derde Bestuursrapportage.
3.3 Formatieontwikkeling Meerjarige doelstelling In het collegewerkprogramma is de ambitie opgenomen tot betere prestaties te komen door de flexibiliteit en de mobiliteit van medewerkers te vergroten. Daarnaast is de ambitie “1.000 ambtenaren minder” opgenomen. Deze doelstellingen en de huidige financiële context waarin de gemeente verkeert maken een beter inzicht in en een grotere grip op de formatie noodzakelijk. Met ingang van 2011 wordt de ontwikkeling van de personele bezetting daarom maandelijks gemonitord. Meerjarig is in de (initiële) begroting op concernniveau de volgende personele reductie voorzien: Personele consequenties (in fte) 2011 2012 2013 2014 2015 Maatregelen taakstellingen CWP 236 313 365 468 501 8 punten plan 31 40 40 40 40 Motie Moti 160 160 160 160 160 Additionele krimp € 25 mln. 0 150 225 300 370 Saldo financieel kader 427 663 790 968 1.071 Bij de bespreking van het CWP is toegezegd is dat de doelstelling van 1.000 ambtenaren minder eind 2014 zal worden gerealiseerd. Naast bovenstaande krimp vanuit de collegedoelstellingen is er ook een terugval in de vraag als gevolg van bezuinigingen en afname van subsidies bij de opdrachtgevers in de keten. Sommige diensten treft dat extra hard (DS+V, Sport en Recreatie), andere diensten krijgen het moeilijker om hun doelstelling te realiseren. Ook indirect heeft de economische situatie invloed op de processen bij de gemeente. Zo ondervindt Roteb, dat er minder werk uit de markt is, maar krijgt tegelijkertijd wel een groter aanbod aan mensen die naar het arbeidsproces moeten worden geleid. De terugval in de vraag raakt vaak functies in de uitvoering (S&R, dS+V, GW, Roteb). Dat is niet alleen op de lagere functieniveaus, maar ook op de hogere functies in de uitvoering zoals stedenbouwkundigen en het ingenieursbureau. Tijdens de hoorzittingen van de COR over de jaarrekening 2010 is door de wethouder Organisatie toegezegd in de bestuursrapportage aandacht te besteden aan de volgende vragen: 1. Inzicht in de mate van leegloop (niet‐declarabele uren) en kosten die daarmee gemoeid zijn, alsmede antwoord op de vraag hoe dit gemonitord wordt? 2. Zijn de systemen bij Gemeentewerken zo ingericht dat er op leegloop geschreven wordt?
109
Vraag 1 We hanteren als definitie dat het bij declarabele uren gaat om dat deel van de productieve uren waarvoor een opdrachtgever betaalt middels uren maal tarief. Bij niet‐declarabele uren gaat het om dat deel van de productieve uren dat indirect wordt gedekt als overhead uit declarabele uren. Te denken valt aan management, ondersteuning van de lijn en de staven. Stadsontwikkeling (DS+V) en Gemeentewerken hanteren voor de planning, beheersing en monitoring verschillende principes. Bij Stadsontwikkeling wordt de volledige formatie in het voorafgaande jaar ingepland op opdrachten voor het college, de stadsregio, deelgemeenten, andere diensten en derden. Leegloop ontstaat door het teruglopen van opdrachten, uitstel van opdrachten en vertraging in besluitvorming. Bij Stadsontwikkeling ontstaan hierdoor bovenformatieven waarvan bekend is hoeveel productieve uren deze zouden kunnen maken. Het volledige personeel schrijft tijd, de kosten worden berekend op basis van uren x tarief. Stadsontwikkeling is actief bezig mensen te detacheren bij andere gemeenten. Gemeentewerken werkt in opdracht van derden en drukt in beginsel niet op de gemeentebegroting (kostendekkende exploitatie). Geen opdrachten dan ook geen inkomsten. De omvang van de eigen bezetting van Gemeentewerken is gebaseerd op de verwachte omvang van het vaste werkpakket op de middellange termijn. Om fluctuaties in het werkpakket te kunnen opvangen wordt, indien het volume van het werkpakket stijgt boven het niveau van het vaste werkpakket, extern personeel ingehuurd. Gemeentewerken heeft als norm dat de flexibiliteit (verhouding tussen inhuur en totale bezetting) maximaal 15% mag bedragen. Indien het volume van het werkpakket afneemt kan Gemeentewerken, zonder dat leegloop ontstaat bij de eigen vaste bezetting, door het afstoten van extern ingehuurd personeel de afname in het volume in het werkpakket opvangen. In het verleden ontstond daardoor nauwelijks leegloop. Zo is de flexibiliteit a.g.v. afnemend werkpakket teruggelopen van 15,7% in 2009 tot 10,0% in 2010 en naar verwachting tot 5,3% in 2011. M.i.v. het begrotingsjaar 2011 is a.g.v. bezuinigingsmaatregelen het werkpakket m.n. bij het Ingenieursbureau, sterk gekrompen. De krimp kan niet in alle gevallen met het afstoten van extern ingehuurd personeel worden opgevangen waardoor, nu nog op beperkte schaal, leegloop ontstaat. Ten tijde van het opstellen van de eerste 4‐maandsrapportage 2011 was de verwachting dat de leegloop 0,4% van het totaal aantal uren zal bedragen hetgeen inhoudt dat Gemeentewerken ca. € 1 mln. minder dekking heeft voor de kosten van het eigen apparaat. Gezien de recente ontwikkelingen zoals ondermeer een verplichtingenstop kan de leegloop verder oplopen. Vraag 2 Zoals bij vraag 1 vermeld voert Gemeentewerken in opdracht van derden projecten uit. De kosten voor de inzet van personeel op de projecten worden via tijdschrijven ten laste van die projecten gebracht (dekking voor de kosten van het eigen apparaat). Iedere medewerker verantwoord in Oracle volledig tijd. De tijdverantwoording bestaat op hoofdlijnen uit: • Productieve (declarabele) uren t.l.v. projecten. • Afwezigheidsuren met aparte codes voor vakantie, ADV, ziek etc. • Improductieve uren met aparte codes voor management, administratie, werkoverleg, afstemmingverlies = leegloop, etc. De systemen bij Gemeentewerken zijn zo ingericht dat erop leegloop geschreven wordt. De terugval in de vraag leidt bij de betreffende diensten tot minder inkomsten, de diensten moeten hun kosten overeenkomstig verlagen om binnen de begroting te blijven. Dit leidt onvermijdelijk tot een extra reductie van de formatie. Veelal wordt met scenario’s gewerkt om de impact van de vraaguitval inzichtelijk te maken. Stand van de formatie per 30 april 2011 Op concernniveau is per 30 april 2011 sprake van het volgende beeld: 1. Bezetting 1‐1‐11 12.990 fte 2. Bezetting 30‐4‐11 12.815 fte 3. Prognose bezetting 31‐12‐11 12.805 fte 4. Begrote bezetting 31‐12‐11 12.568 fte (Ambtenaren volgens AR, exclusief deelgemeenten en VOIL): In de eerste vier maanden van 2011 is de bezetting per saldo met 175 fte afgenomen. Hiervan zit ruim 1/3e deel in de hogere schalen (FSK 10+). Uit de prognose voor de resterende maanden blijkt dat er per saldo een te beperkte afname van de bezetting verwacht wordt om de doelstelling voor 2011 (427 fte) te realiseren. Daarom zijn er eind
110
april in onze opdracht door de concerndirectie een aantal aanvullende maatregelen getroffen waarvan de effecten in het tweede en derde trimester in de cijfers tot uitdrukking zullen komen: o Een algemene externe vacaturestop voor alle functieniveaus; o verdere inperking van de inhuur (een vrijwel volledige inhuurstop); o het zoveel mogelijk beëindigen van tijdelijke aanstellingen; o proeftijdaanstellingen voor bepaalde groepen niet omzetten in een vast dienstverband; o sterke focus op de gedwongen mobiliteit (naar buiten de organisatie). Op basis van het huidige beeld bestaat er een maximaal financieel risico op het eigen personeelsbudget van circa € 32 mln. De externe inhuur (zie paragraaf 3.4) kent daarentegen een sterke daling (circa € 14 mln. oplopend naar maximaal € 40 mln. op basis van de inhuurstop). Met de aanvullende maatregelen wordt dus geprobeerd de risico’s zoveel mogelijk te ondervangen en de daling van de totale arbeidskosten te versnellen. De verdere uitwerking in de komende maanden moet inzicht geven in de effecten die de genoemde maatregelen hebben op de omvang en samenstelling van het personeelsbestand. Op basis van dat inzicht kan besloten worden bepaalde maatregelen langer generiek toe te passen (concernbreed), of juist specifiek op de plekken waar de knelpunten zich manifesteren.
Bovenstaande grafiek laat de ontwikkeling van de totale arbeidskosten zien (bedragen x 1 mln.), bestaande uit de totale loonkosten en de kosten voor externe inhuur. De grafiek laat zien dat de totale arbeidskosten tussen 2008 en 2010 met 3,7% is gestegen. Wel laat de grafiek een sterke verschuiving zien van kosten voor extern personeel naar kosten voor eigen personeel. De geprognosticeerde totale arbeidskosten voor 2011 dalen beperkt ten opzichte van 2010. Deze daling wordt veroorzaakt doordat de kosten voor extern personeel nog verder worden teruggebracht. In de prognose is nog geen rekening gehouden met eerdergenoemde maatregelen. In de bijlage 1 is een totaaloverzicht opgenomen met kerncijfers per dienst. Daarnaast zal in het tweede trimester worden bezien in hoeverre de volledige inzet van het frictiebudget O&F noodzakelijk is, dit in combinatie met een beoordeling van de realisatie van de overige besparingen op de concernbrede bedrijfsvoering. Uitgegaan wordt van een inzet (€ 17,5 mln.) in 2011 conform de vastgestelde begroting.
3.4 Externe Inhuur De strakke sturing op het beperken van externe inhuur op basis van de in 2010 vastgestelde beleidsregels wordt ook in 2011 voortgezet. Tabel 1 presenteert de begroting 2011 en de realisatie na de eerste 4 maanden. De externe inhuur is uitgesplitst naar kosten uitzendkrachten en overige inhuur.
111
Tabel 1. Totalen Inhuur externen, 1e bestuursrapportage 2011 (x € 1.000,‐) Begroting Realisatie Prognose 2011 4-maands 2011 Lasten uitzendkrachten 46.172 11.782 30.000 Lasten overige inhuur 36.161 6.701 12.300 Totaal 82.333 18.483 42.300 Voor 2011 is een bedrag van € 82,3 mln aan kosten externe inhuur begroot, inclusief de binnen de bedrijfsvoering te realiseren besparingen. De kosten voor externe inhuur worden op basis van prognoses van de diensten nu ingeschat op € 68,5 mln. Hiermee zal de dalende lijn van 2009 en 2010 ook in 2011 worden doorgezet. Ook hierbij geldt dat de zeer recent getroffen maatregelen (een nagenoeg volledige inhuurstop) nog niet zijn verwerkt in het financiële beeld. Op basis van een eerste inschatting zal het effect van de maatregelen leiden tot een maximale daling met € 40 mln. naar circa € 42,3 mln. De inhuur maakt echter gedeeltelijk ook onderdeel uit van het maatregelenpakket rond de verplichtingenstop zodat deze daling niet volledig kan worden ingezet binnen de beheersing van de totale loonsom. Conform de regels Inhuur Externen is een concernplafond vastgesteld. De totale lasten voor externe inhuur mogen maximaal 15% van de totale loonsom (inclusief externe inhuur) bedragen. In de 1e bestuursrapportage zijn de totale lasten voor externe inhuur 7,3% van de begrote loonsom inclusief externe inhuur. Gelet op de druk op de eigen salariskosten van de gemeente wordt verwacht dat dit percentage in het tweede trimester weer iets zal toenemen. Met name voor uitzendkrachten die worden ingezet voor de uitvoering (o.a. bij de Roteb) geldt dat deze arbeidscapaciteit bewust in deze vorm wordt ingezet voor piekwerkzaamheden. De grootste daling wordt dus verwacht op de lasten van de overige inhuur. Onderstaande tabel presenteert per dienst de begroting 2011, de realisatie over de eerste 4 maanden opgesplitst in uitzendkrachten en overige inhuur, en de nu nog geldende prognose voor 2011. Tabel 2. Inhuur externen per dienst, eerste bestuursrapportage 2011 10 (x €1.000,‐) Begroting Realisatie Realisatie Prognose Dienst 2011 uitzendkrachten overige inhuur 2011 170 97 40 417 108 ASR 200 37 0 201 110 GAR 1621 199 255 1.628 111 GBR 36 204 12 111 114 BIBL 3.260 1011 41 2576 123 DSV 18.151 3581 41 9212 126 GW 6000 69 217 3.256 127 OBR 3.540 264 87 2.149 128 GGD 1341 95 641 4.644 139 PZR 0 120 1242 140 Economie 10.933 1971 169 7983 162 ROTEB 3651 244 521 2.052 172 BSD 2.095 1267 268 2105 176 JOS 8.164 1401 195 7.935 178 SZW 1.778 251 436 1.967 179 SENR 1.434 381 1195 2.651 182 STZ 19.319 697 2442 17.758 197 SDR 387 0 12 389 283 DKC 233 14 8 193 305 RAAD 20 0 0 20 400 KPCF Eindtotaal 82.333 11.782 6.701 68.489 10
Begroting 2011 is de stand zoals is vastgesteld bij de behandeling van de Omissieregeling 2011.
112
Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de diensten die een prognose afgeven die vooralsnog boven de begroting ligt op basis van bestaand beleid. Daarnaast wordt een toelichting gegeven op de nu al voorziene forse daling bij Gemeentewerken. ASR ASR huurt voornamelijk externe capaciteit in om de piekwerkzaamheden zoals bij de controle van de jaarrekening 2010 op te kunnen vangen. Op basis van het nul risicobeleid is een planning opgesteld van de werkzaamheden en is de benodigde inzet van de inhuur van externen bepaald. Op basis van de huidige planning bedragen de kosten voor externe inhuur 417K. Bibliotheek De overschrijding bij de Bibliotheek is het gevolg van inhuur voor gesubsidieerde projecten, het niet vervullen van enkele vacatures in afwachting van de afronding van de lopende reorganisatie en extra inhuur als gevolg van enkele langdurig zieke medewerkers. Gemeentewerken Naar verwachting komt de externe inhuur bij GW €9.021 lager uit dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat de reguliere uitvoerende externe inhuur is afgenomen als gevolg van een kleiner werkpakket/meer uitbesteding bij het Ingenieursbureau. Publiekszaken In de prognose van PZR is van €4.644 is een bedrag van €3.297. van het programma dienstverlening opgenomen De uitgaven worden gedekt uit een bestemmingreserve waarvoor in het 2e trimester de begroting zal worden aangepast. Sport en Recreatie Naar verwachting ontstaat er een overschrijding op de categorie Accountancy, financiën en AO als gevolg van vacatureruimte op eigen personeel en inzet van extra capaciteit voor het versterken van de financiële functie. Stadstoezicht De inhuur is vooral nodig om aan de toenemende vraag naar Bewaking en Beveiliging te kunnen voldoen. Hier staan voor STZ baten tegenover. De lijn binnen STZ is dat de inhuur wordt afgebouwd, de huidige prognose voor heel 2011 is een reductie van 50% ten opzichte van 2010. De verdere afbouw kost tijd, het biedt kansen om eigen medewerkers van andere afdelingen (en diensten) binnen het concern op een productieve manier in te zetten.
113
3.5 Overhead Onderstaande grafiek laat de ontwikkeling van de overhead zien. De cijfers per 30 april 2011 laten een dalend overheadpercentage zien. Het aandeel van de overhead binnen de gemeente Rotterdam daalt van 32,44% in 2010 naar 31,89% ultimo april. Dit is in lijn met onze ambities, waarbij wordt gestreefd naar het afslanken van de organisatie door met name te krimpen in de ondersteunende functies en de uitvoering zoveel mogelijk te ontzien.
3.6 Programma Controletoren Het programma ‘Tijdige gecontroleerde concernjaarrekening 2010 en fundamentele herinrichting concern‐ verantwoording en ‐controle’ , kortweg ‘Controletoren’ genoemd, onderscheidt twee sporen: Spoor 1 is geheel gericht op een effectief verantwoordings‐ en controleproces van de concernjaar‐ (korte termijn rekening 2010 en daarmee het verschaffen van zekerheid over de tijdige oplevering van de t/m mei 2011) gecontroleerde concernjaarrekening per 1 mei 2011. Met het opleveren van de gecontroleerde concernjaarrekening 2010 wordt spoor 1 van het programma afgesloten. Een terugblik hierop is op zijn plaats. In het kader van het korte termijnspoor 1 zijn in 2010 op hoofdlijnen de volgende risicoreductie‐acties genomen: o De externe accountant heeft de ‘lead’ in het controleproces van de concernjaarrekening gekregen: zijn zienswijze ten aanzien van de aard en diepgang van het concerncontroleplan is leidend geworden voor de hiervan afgeleide controlewerkprogramma van de interne accountant van het college (ASR) aangaande de ontwerp‐concernjaarrekening. Hij heeft de opzet, diepgang, aanpak, documentatie en voortgang van de werkzaamheden van de ASR actief gestuurd, is nauwer met de ASR gaan samenwerken, was meer aan de voorkant betrokken bij de (interne) controleprocessen en heeft zelfstandig diensten bezocht om de procesverbeteringen en versnelling van de verantwoording te peilen. o Er zijn in samenwerking met diensten en beide accountants voor zowel het 3e kwartaal als de jaarrekening 2010 door DMC heldere afspraken gemaakt, P&C‐instructies aangescherpt en voorlichtende workshops gegeven over na te komen (financieel) administratieve verplichtingen door de diensten respectievelijk proces‐ eigenaren. Hierbij is vooral aandacht gegeven voor de tijdigheid en kwaliteit van rapportages (beleidmatig en financieel), (sub)administraties, balansdossiers, SiSa‐dossiers en afstemming interne vordering en schulden. Verder zijn heldere escalatiekanalen afgesproken bij eventuele stagnatie van de benodigde (verbeter)acties en bij gebrek aan discipline in het opvolgen van financiële beheers‐ en verantwoordingsinstructies o Ter versnelling van de concernjaarrekeningcontrole 2010 is de controlefocus verlegd van afzonderlijke dienst(jaarrekening)en naar kritische concern(verantwoordings)processen, waardoor de afzonderlijke certificering van dienstjaarrekeningen vanaf 2010 door de ASR is losgelaten.
114
o
Accountantscontrole van de concernjaarrekening 2010 is zoveel mogelijk systeemgericht (steunend op de AO/IC en gebruik maken van in ICT‐systemen geprogrammeerde geautomatiseerde controles) ingestoken. Hierbij is de controle gebaseerd geweest op een door de externe accountant en ASR gezamenlijk gedragen risico‐inschatting van de voor de tijdigheid en kwaliteit van de concernjaarrekening kritische concern(verant‐ woordings)processen. Hiertoe zijn door ASR bij alle diensten nulmetingen van deze kritische processen uitgevoerd en met de verantwoordelijke diensten verbeterafspraken gemaakt. De voortgang hiervan bij diensten is met vervolgprocesaudits van de ASR en zelfstandige onderzoeken van de externe accountant gevolgd. De ASR heeft hierbij een start gemaakt met het zich inzetten op de rol van ‘dirigerend adviseur’.
Ondanks deze extra inspanningen is de gecontroleerde concernjaarrekening 2010 twee weken vertraagd opgeleverd (16 mei jl.) en is voorzien van een controleverklaring met een goedkeurend oordeel inzake de getrouwheid doch met een beperkend oordeel inzake de rechtmatigheid. De beperking in het rechtmatigheidsoordeel is het gevolg van de niet strikte naleving van de vigerende rechtmatigheidcriteria bij een aantal transacties c.q. processen en de presentatie hiervan in de concernjaarrekening. Te noemen zijn onder andere Europese aanbesteding, uitvoering bijstandsregelingen en WMO, begrotingsoverschrijding (enkele beleidsvelden, reserves en één kapitaalinvestering) en het onjuist toepassen van de financiële verslaggevingregels (BBV) bij erfpachtgronden, materiële vaste activa met economisch nut, financiële vaste activa, grondexploitaties en participatiebaten. De vertraging in de oplevering van de gecontroleerde concernjaarrekening 2010 is te herleiden naar de volgende punten: o Onvoldoende kennis bij de totstandkoming van de dienst‐ en concernjaarrekening betrokken medewerkers omtrent de financiële verslaggevingregels (BBV en P&C) en overige wet‐ en regelgeving die van belang is voor de rechtmatige uitvoering. o Gebrek aan uniformiteit c.q. standaardisatie bij keuze, aanpak en inrichting van kritische concern(verant‐ woordings)processen en –ICT‐systemen bij de diensten. Niet alle diensten voeren de administratie met het concernstandaardadministratiesysteem ORACLE FIN. o Nog niet vastgestelde (concernstandaarden voor) algemene IT‐beheerprocessen (wijziging‐, toegang‐, backup‐, recovery‐beheer en gebruiksrechten‐) en ontbrekende geprogrammeerde applicatiecontrols met risico’s voor onbetrouwbare informatie en interne beheersing. Het gevolg is dat dan ook een uitgebreide kostbare gegevensgerichte accountantscontrole‐aanpak oet plaatsvinden. . o Onvoldoende kwaliteit van de administratieve processen, kwaliteit en aansturing van (verbijzonderde) IC’s.. o Een onvoldoende besef van gezamenlijk gedeelde concernbelangen, discipline en concerncultuur bij de naleving van regels en afspraken op het gebied van P&C (tijdigheid en kwaliteit aanlevering van informatie en rapportages, balansdossiers, SiSa‐dossiers, intercompany‐afrekeningen etc.) maar ook de overige wet‐ en regelgeving in het kader van de rechtmatige uitvoering. o Verantwoordelijkheden voor de (financiële) processen (bijv. SiSa) worden onvoldoende in de ‘lijn’ gevoeld en worden doorgeschoven naar de volgende schakels (waaronder DMC, ASR en externe accountant). Dit gaat ten koste van de capaciteit voor de hoofdtaak van de daaropvolgende schakels (‘concerncontrol’ DMC resp. ‘controleur/adviseur’ ASR) die daardoor onnodig veel reparatie‐ of controle‐inspanningen hebben moeten doen om de vaste deadlines te kunnen behalen. o Verantwoordelijkheden van diensten en proceseigenaren worden onvoldoende geraakt doordat enerzijds vele concernjaarrekeningcorrecties, concerncontrolebevindingen en ‐ adviezen van accountants (die te hoog in de organisatie worden neergelegd) onvoldoende naar de jaarrekeningen van en verbeteracties bij diensten c.q. proceseigenaren/niveau worden vertaald en gemonitord. Anderzijds doordat de follow‐up monitoring door de ASR van de door haar aan de diensten c.q. proceseigenaren uitgebrachte natuurlijke adviezen op te hoge abstractieniveau gaat. Samenvattend, is hieruit af te leiden dat in deze fase van verandering de vereiste: o concerncultuur/‐governance (toezicht op basis van verdiende vertrouwensprincipe gebaseerd op duidelijke belegging van heldere taken/rollen/verwachtingen die goed gemonitord worden met als resultante beloning/afrekening, verantwoordelijkheidsbesef, discipline, één concerngedachte, integraal denken, veranderbereidheid en openheid), o kennis (financieel, verslaggeving en rechtmatigheidskader), o concernbrede proces‐ en systeemstandaarden voor de concern kritische (verantwoording)processen ondersteund door (ICT)systemen met ingebouwde geprogrammeerde controls en general IT‐controls én
115
o
de tijdigheid en kwaliteit van de (vastlegging, aanlevering, verzameling, verwerking van) informatievoorziening nog niet zijn bereikt, kortom: de Basis is nog niet op Orde. Het college stelt zich ten doel hoge prioriteit te geven aan de noodzakelijke verbeteracties.
Belemmeringen om tot een efficiënte systeemgerichte accountantscontrole‐aanpak (gefocused op kritische concernprocessen/systemen steunend op AO/IC, in de controletoren ingepaste verbijzonderde IC’s bij diensten, general IT‐controls en in ICT‐systemen ingebouwde geprogrammeerde controls) van de concernjaarrekening te komen, zullen moeten worden weggenomen. Met ondersteuning van de nieuwe externe accountant zal hierop actie worden genomen. Spoor 2 geeft uitwerking aan de fundamentele vragen over de structurele inrichting en herstructurering (lange termijn) van de concernverantwoording en de controle hiervan. Vanaf medio 2011 verschuift de aandacht van het programma naar spoor 2, namelijk het vinden van structurele oplossingen voor de optimale herinrichting van de concernverantwoording en de controle hiervan. Het centrale thema voor de jaren 2011 en 2012 zal eerst het brengen van de hierboven genoemde Basis op Orde zijn. Hierna zal de inrichting en werking van de controletoren weer structureel gewaarborgd moet worden, zodat de gemeente op alle aspecten volledig ‘in control’ komt en daarmee een efficiënte systeemgerichte accountantscontrole‐aanpak mogelijk wordt. De door uw raad in het kader van de controletoren reeds genomen keuze (bestekeis) om: a. vanaf 2011 de accountantscontrole van de concernjaarrekening, b. vanaf 2012 de op ons verzoek, de deelgemeenten en het ambtelijk management specifieke controle‐, beoordeling‐ en/of assurance‐opdrachten bij specifieke verantwoordingen over specifieke regelingen ten behoeve van Europa, rijksoverheid en andere instanties die tot de verantwoordelijkheid van ons college en de deelgemeenten behoren, c. vanaf 2012 onze specifieke opdrachten die in het onderzoek om inzet van accountantskennis vragen (vgl. Museumparkgarage), voor zover deze niet door de interne auditfunctie zelf kunnen worden verricht en d. vanaf 2012 de accountantscontrole van de 14 deelgemeentelijke jaarrekeningen en de gelieerde externe bedrijven alleen toe te vertrouwen aan uw externe accountant, is een belangrijk gegeven voor zowel het aanbrengen van de structurele verbeteringen binnen het concern Uw bovenstaande keuzes hebben immers tot gevolg dat onze huidige interne accountant (ASR) vanaf 2011 de ontwerp‐concernjaarrekening niet meer zal voorcertificeren zodat uw externe accountant dan ook hiervan geen gebruik meer kan maken. Het college en het ambtelijk management verliest daarmee de eigen adviseur op het gebied van de getrouwheid‐ en rechtmatigheidscontrole van de concernjaarrekening. Uw externe accountant zal in het vervolg invulling aan deze advisering geven door middel van een ‘management letter’ voor ons die hij naast de ‘controleverklaring’ en ‘boardletter (voorzien van ons collegereactie)’ aan uw raad zal opstellen. De e huidige ASR zal omgevormd worden naar een brede interne auditfunctie die zich zal richten op proactieve audit, risico‐onderzoek en dirigerend advisering van ons en/of het ambtelijk management over te nemen concrete verbetermaatregelen inzake opzet, bestaan en werking van de Interne beheersingsorganisatie. Voor de invulling van dit verandertraject van ASR naar de brede interne auditfunctie hebben wij op 4 april jl. een verandermanager (directeur ASR a.i.) aangesteld. Deze zal in nauwe samenwerking met de betrokken actoren, waar onder de voorzitter stuur‐ en projectgroep Controletoren, Algemeen directeur en uw externe accountant, in 2011 voorstellen hiervoor ontwikkelen. Een uitgangspunt daarbij is dat risico's in de financiële concernverantwoording vermeden moeten worden. Voor de verbetering van kwaliteit van de reguliere bestuurlijke informatievoorziening richting uw raad wordt op 28 juni 2011 met uw raadsleden een tweede workshop gehouden. Het voertuig voor de discussie met uw raad voor het afspreken van verbeteracties i.c. zal deze bestuursrapportage 2011 zijn, waarin al reeds een aantal eerste verbeteracties zichtbaar zijn.
116
3.7 Bezuinigingsopgave Zoals elders in deze bestuursrapportage geschetst blijven de bezuinigingen uit het CWP op onderdelen achter op de doelstelling voor 2011. Daarnaast zijn er buiten het domein van de bedrijfsvoering in 2011 forse tegenvallers ontstaan die ombuigingen noodzakelijk maken, zoals u elders in deze bestuursrapportage hebt kunnen lezen. Binnen de concernbrede bedrijfsvoering gelden de volgende financiële doelstellingen. Concernbrede besparingen 2011 2012 2013 2014 2015 bedrijfsvoering Terugdringen inhuur externen 9,0 12,0 12,0 12,0 12,0 HR, arbeidsvoorwaarden 3,0 5,0 5,0 5,0 5,0 Stroomlijnen juridische functie 1,0 2,0 2,0 2,0 2,0 Stroomlijnen communicatiefunctie 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 BSD hoogwaardige concernstaf 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 Besparing efficiënte inkoop 2,5 5,0 10,0 10,0 10,0 Versoberen arbeidsvoorwaardenpakket 5,3 5,3 5,3 6,3 5,0 Projectcommunicatie 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0 Interne verrekeningen/ 2,5 4,0 6,0 6,0 6,0 bureaucratie Additionele krimp ‐ 10,0 15,0 20,0 25,0 (370 fte) Motie Moti voorziening*) ‐2,0 ‐2,0 ‐2,0 ‐2,0 ‐2,0 Totaal 31,3 51,3 63,3 69,3 73,0 *) Hier worden de (tijdelijke) kosten van de vorming van het Concern Mobiliteitscentrum (CMc) uit gefinancierd. De eerste 5 concernbrede besparingen zijn uitgewerkt in maatregelen , en zijn financieel volledig verwerkt in de dienstbegrotingen. De voortgang wordt binnen de reguliere P&C cyclus bewaakt, evt. knelpunten in de uitvoering komen elders in deze bestuursrapportage aan de orde. Voor het jaar 2011 is op concernniveau een bedrag van € 15,3 mln. om te zetten in maatregelen en te verdelen naar de begrotingen van de (clusters) diensten, de voortgang op de onderdelen wordt nu toegelicht: Besparingen efficiënte inkoop (2,5 mln.) Voor het stroomlijnen van de concernbrede inkoopfunctie en het efficiënter inkopen is een besparing opgenomen die oploopt tot 10 mln. vanaf 2013. Op een direct beïnvloedbare inkoopportefeuille van circa 200 mln. is dat 5%. Een shortlist van bezuinigingsvoorstellen is in het 1e trimester vastgesteld (o.a. de toekenning en kosten van vaste en mobiele telefonie, het gebruik van vergaderaccommodaties, (papieren) abonnementen, licenties, meubilair, meervoudig onderhandse aanbestedingen, verhuizingen en afvalverwijdering). Deze voorstellen worden in het tweede trimester uitgewerkt en doorgevoerd, verwacht wordt dat met dit pakket de besparingen voor 2011 kunnen worden gerealiseerd. Een tweede tranche ten behoeve van 2012 wordt voorbereid. Rekening wordt gehouden met aflopende (mantel) overeenkomsten en doelstellingen op het gebied van duurzaamheid (fairtrade) en werkgelegenheid. Versoberen arbeidsvoorwaardenpakket (5,3 mln.) Voor het versoberen van het arbeidspakket is een besparing opgenomen die is opgebouwd uit diverse onderwerpen. De uitstroom van personeel, al dan niet via natuurlijk verloop en het vervangen door goedkopere arbeid is daarbij een belangrijke factor. Inzet is om uitloopschalen en bijzondere regelingen tot een minimum te beperken. Het aanpassen van de arbeidsvoorwaarden is deels afhankelijk van de medezeggenschap en instemming van de bonden. Het proces van onderhandeling en afstemming maar tegelijkertijd zijn voor het zekerstellen van een besparing op korte termijn (2011) de volgende maatregelen genomen: 1. Afschaffen van het kerstpakket voor 2011 2. Bevriezen van de beloningsregeling van het Topkader 3. Bevriezen van de toepassing van de PPT/PPU
117
4.
Strengere en soberder toepassing voorwaarden voor toekenning vergoeding en regelingen, waaronder het cafetariamodel (o.a. de fietsregeling), dienstreizen (openbaar vervoer, tenzij) overwerk en beperken en versoberen van werklunches Strakker sturen op declaraties
5. Uitgangspunt blijft om de uitvoering zoveel mogelijk te ontzien en “het resultaat op straat” te kunnen blijven garanderen. Verwacht wordt dat met de korte termijn maatregelen de besparingen in 2011 kunnen worden gerealiseerd, eventuele verliezen worden gedekt uit de bestemmingsreserve voor frictiekosten. Bezuinigingen op projectcommunicatie (5,0 mln.) De besparingen op (project) communicatie dienen voornamelijk te worden gerealiseerd bij de begeleiding en advisering van grootschalige programma’s en projecten en bij de kosten voor campagnes. Volgens de principes van de eerdergenoemde governance op de bedrijfsvoering, is begin juni het plan voor de inrichting van de concernbrede communicatiefunctie vastgesteld. Het verdeelvoorstel voor de bezuinigingen op de projectcommunicatie is daarmee vastgelegd. In het 2e trimester zal die in de begroting worden verwerkt. Interne verrekeningen, interne bureaucratie (2,5 mln.) De besparingen op interne verrekeningen en interne bureaucratie strekken zich uit over alle administratief ondersteunde processen binnen het concern. Er is een top 10 van kritische processen samengesteld waarin naar verwachting de grootste besparingen te realiseren zijn. Door een centraler en effectiever contractbeheer voor energienota’s is in 2010 een besparing gerealiseerd op de verwerking van het aantal facturen (van circa 50.000 naar circa 5.000 facturen). Gerealiseerde besparing bedraag circa € 0,8 mln. In het eerste trimester is gestart met een project gericht op het afschaffen dan wel drastisch vereenvoudigen van het interne BTW regime. Hierdoor wordt de interne bureaucratie verminderd, verschillende systemen en methodieken om intern BTW door te berekenen worden herzien. Het project wordt in 2011 afgerond inclusief besparingen. In het tweede trimester wordt gestart met het stroomlijnen van het intercompanyproces (onderlinge facturen). Zoals in het rapport van de externe accountant bij de Jaarrekening 2010 aangegeven zijn hiermee zowel in de doelmatigheid als in de rechtmatigheid verbeteringen en besparingen te realiseren. Doelstelling is vereenvoudiging en standaardisering van het proces, als ook een forse reductie van het aantal transacties en het beperken van de verwerkingskosten. Verder staan in de tweede helft van het jaar de financieel administratieve processen en het subsidieproces ingepland. Verwacht wordt dat de begrote besparingen in 2011 kunnen worden gerealiseerd. In de begroting is op concernniveau voor de jaarschijf 2011 een bestemmingsreserve gevormd van € 17,5 mln. ter dekking van de verwachte directe kosten van het programma Organisatie en Financiën (circa 1,0 mln.), aanloopverliezen vanwege vertraagde besluitvorming, kosten van reorganisaties bij clusters, frictiekosten en flankerend beleid. Deze bestemmingsreserve zal naar verwachting conform de begroting worden ingezet bij het oplossen van de totale financiële problematiek in 2011, waarbij zowel de maatregelen gericht op formatiereductie als ook de besparingen binnen de concernbrede bedrijfsvoering worden meegenomen.
3.8 Betaalgedrag Betaalgedrag Met ingang van 2010 informeren wij u via de bestuursrapportages periodiek over het betaalgedrag. De norm van voor het betalen van facturen is 30 dagen. De gemiddelde betaaltermijn van het concern is ten opzichte van de jaarrekening gedaald met gemiddeld 25 dagen. Deze cijfers zijn een gewogen gemiddelde van de betaalsnelheid per dienst en het aantal facturen. Voor de berekening wordt een aantal correcties toegepast en veronderstellingen gehanteerd: 1. Het gemiddelde is gebaseerd op gegevens van 19 diensten/kostenplaatsen. De gemiddelden van de kostenplaatsen Raad en VOIL ontbreken. De kostenplaatsen Raad en VOIL zijn uit de analyse gelaten vanwege het beperkt aantal facturen. Ook ontbreekt de kostenplaats ORM vanwege het vooral interne karakter van de facturering. Het factuurverkeer van deze kostenplaats is vooral gericht op de fysieke diensten en deelgemeenten.
118
2. Gemiddeld is sprake van een verschil van 4 dagen tussen factuurdatum van de leverancier en het moment van ontvangst door de gemeente. Daar in de administratie de factuurdatum wordt vastgelegd en nog niet in alle gevallen het moment van ontvangst, wordt vooralsnog het gemiddelde voor het aantal van 4 dagen als algemene correctie toegepast. 3. Ontvangen facturen waarbij de geleverde prestatie wordt betwist, worden niet betaald. Over deze facturen vinden gesprekken plaats tussen gemeente en leveranciers. Gebleken is dat daarvan in de meeste gevallen sprake is bij een factuur van meer dan 120 dagen. Deze facturen zijn – vanwege het betwiste karakter – buiten de rekening gehouden. Er is geen separate registratie van betwiste facturen voorhanden. Overzicht betaalgedrag gem. betaaltermijn aantal facturen gem. betaaltermijn aantal facturen t/m t/m 4de maand 2011 t/m Q4 2010 t/m Q4 2010 4de maand 2011 Dienst (< 120 dagen) (< 120 dagen) (< 120 dagen) (< 120 dagen) GBR 2.685 29,48 978 24,98 JOS 3.668 25,99 941 20,00 BSD 8.739 35,50 2.305 28,46 STZ 8.841 33,69 3.180 35,98 SZW 12.904 24,60 4.584 25,52 DSV 8.674 30,21 2.130 30,39 KPBG 1.536 33,77 250 25,75 BR 5.180 30,08 2.184 31,41 DKC 595 26,95 142 18,49 GAR 1.035 33,15 335 34,80 ASR 332 39,99 113 23,50 CF 282 39,36 56 31,29 PZR 3.395 37,12 707 37,14 GGD 9.677 34,71 2.534 27,13 SDR 15.297 30,98 4.052 28,69 SenR 18.772 32,33 4.802 34,24 OBR 32.735 35,70 10.907 30,59 GW 55.095 38,60 17.243 31,00 ROTEB 59.687 28,34 15.475 23,31 Totaal 249.129 33‐4= 29 72.918 29‐4=25
119
Bijlage 1: Bedrijfsvoeringskengetallen
120
Voorstel: Samenvattend stellen wij u voor: De Eerste bestuursrapportage 2011 vast te stellen. Het bijbehorende ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.
Burgemeester en Wethouders van Rotterdam,
De secretaris,
De burgemeester,
121
Ontwerpbesluit De raad van de gemeente Rotterdam, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 juni 2011; Gelet op de artikelen 191 en 192 van de Gemeentewet ; Besluit: 1) het investeringkader 2011, waarbinnen ons college van burgemeester en wethouders investeringen kan toekennen, vast te stellen op € 393,2 mln 2) De baten (B) en lasten (L) en het saldo (S) van de begroting 2011 per beleidsmatige inspanning als volgt vast te stellen
Product Besluitvorming en ondersteuning Raad
B/L/S
Resultaat voor bestemming Reserves 4-maand 4-maand Begroting rapportage Begroting rapportage 2011 2011 2011 Wijziging 2011 Wijziging
Na resultaatbestemming Begroting 2011 Wijziging
4-maand rapportage 2011
Baten Lasten Saldo
403 9.519 -9.116
-2 -2 0
401 9.517 -9.116
0 0 0
0 0 0
0 0 0
403 9.519 -9.116
-2 -2 0
401 9.517 -9.116
Baten Lasten Saldo
10.555 84.469 -73.914
-1.732 -12.591 10.859
8.823 71.878 -63.055
0 0 0
67 0 67
67 0 67
10.555 84.469 -73.914
-1.665 -12.591 10.926
8.890 71.878 -62.988
Baten Lasten Saldo
8.505 41.078 -32.573
0 208 -208
8.505 41.286 -32.781
627 0 627
972 0 972
1.599 0 1.599
9.132 41.078 -31.946
972 208 764
10.104 41.286 -31.182
Baten Lasten Saldo
0 332.010 -332.010
0 0 0
0 332.010 -332.010
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 332.010 -332.010
0 0 0
0 332.010 -332.010
Baten Lasten Saldo
197.038 218.737 -21.699
-38.535 9.492 -48.027
158.503 228.229 -69.726
1.850 0 1.850
5.372 0 5.372
7.222 0 7.222
198.888 218.737 -19.849
-33.163 9.492 -42.655
165.725 228.229 -62.504
Milieu en duurzaamheid Baten Lasten Saldo
0 27.655 -27.655
1.131 7.022 -5.891
1.131 34.677 -33.546
0 0 0
6.641 0 6.641
6.641 0 6.641
0 27.655 -27.655
7.772 7.022 750
7.772 34.677 -26.905
Baten Lasten Saldo
184.701 200.714 -16.013
-1.097 -3.436 2.339
183.604 197.278 -13.674
0 0 0
0 0 0
0 0 0
184.701 200.714 -16.013
-1.097 -3.436 2.339
183.604 197.278 -13.674
Heel (maken v/d stad)
Baten Lasten Saldo
87.722 134.389 -46.667
3.185 -461 3.646
90.907 133.928 -43.021
211 0 211
0 0 0
211 0 211
87.933 134.389 -46.456
3.185 -461 3.646
91.118 133.928 -42.810
Belastingen
Baten Lasten
213.528 27.147
-4.000 -850
209.528 26.297
0 0
0 0
0 0
213.528 27.147
-4.000 -850
209.528 26.297
Besluitvorming en advisering College
Economische structuur en vestigingsklimaat
Bestuurlijke samenwerking
Dienstverlening
Schoon (maken v/d stad)
122
Saldo
186.381
-3.150
183.231
197.974 1.630.198 81.259 375.521 116.715 1.254.677
41.836 36.207 5.629
1.672.034 411.728 1.260.306
4.378 137.570 -133.192
1.960 -2.481 4.441
6.338 135.089 -128.751
1.804 0 1.804
58.307 98.794 -40.487
8.868 7.340 1.528
67.175 106.134 -38.959
92 0 92
327 0 327
15.537 50.170 -34.633
4.962 10.995 -6.033
20.499 61.165 -40.666
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 11.350 -11.350
1.192 2.885 -1.693
1.192 14.235 -13.043
1.990 64.321 -62.331
0 0 0
0 0 0
0 0 0
1.990 66.058 -64.068
0 -1.737 1.737
1.990 64.321 -62.331
3.840 3.684 156
48.847 188.550 -139.703
290 0 290
906 0 906
1.196 0 1.196
45.297 184.866 -139.569
4.746 3.684 1.062
50.043 188.550 -138.507
14.513 28.368 -13.855
-1.071 -2.591 1.520
13.442 25.777 -12.335
0 0 0
0 0 0
0 0 0
14.513 28.368 -13.855
-1.071 -2.591 1.520
13.442 25.777 -12.335
Baten Lasten Saldo
25.734 50.185 -24.451
-107 3.338 -3.445
25.627 53.523 -27.896
0 0 0
0 0 0
0 0 0
25.734 50.185 -24.451
-107 3.338 -3.445
25.627 53.523 -27.896
Kwetsbare personen en huiselijk geweld Baten Lasten Saldo
5.617 98.091 -92.474
-1.677 -2.802 1.125
3.940 95.289 -91.349
9.960 0 9.960
0 0 0
9.960 0 9.960
15.577 98.091 -82.514
-1.677 -2.802 1.125
13.900 95.289 -81.389
Baten Lasten Saldo
798.691 845.089 -46.398
-4.927 86.937 -91.864
793.764 932.026 -138.262
0 0 0
662 0 662
662 0 662
798.691 845.089 -46.398
-4.265 86.937 -91.202
794.426 932.026 -137.600
Baten Lasten Saldo
14.449 174.340 -159.891
-2.380 -10.705 8.325
12.069 163.635 -151.566
0 0 0
400 0 400
400 0 400
14.449 174.340 -159.891
-1.980 -10.705 8.725
12.469 163.635 -151.166
Participatie jeugd
Baten Lasten Saldo
2.727 12.965 -10.238
577 121 456
3.304 13.086 -9.782
0 0 0
0 0 0
0 0 0
2.727 12.965 -10.238
577 121 456
3.304 13.086 -9.782
Armoedebestrijding
Baten
2.134
6.359
8.493
0
0
0
2.134
6.359
8.493
Beheer algemene middelen
Culturele klimaat
Topsport en vergroten deelname sport en recreatie
Wijkveiligheid
Geweld en (jeugd)overlast
Crisisbeheersing en handhaven openbare orde
Leer- en schoolprestaties
Volksgezondheid
Jeugdgezondheidszorg en opvoeding
Arbeidsparticipatie
Maatschappelijke participatie
186.381
-3.150
183.231
0
0
0
Baten Lasten Saldo
1.465.444 306.669 1.158.775
8.616 23.800 -15.184
1.474.060 330.469 1.143.591
164.754 68.852 95.902
33.220 12.407 20.813
Baten Lasten Saldo
4.285 137.368 -133.083
1.960 -2.481 4.441
6.245 134.887 -128.642
93 202 -109
0 0 0
93 202 -109
Baten Lasten Saldo
56.503 98.794 -42.291
8.868 7.340 1.528
65.371 106.134 -40.763
1.804 0 1.804
0 0 0
Baten Lasten Saldo
15.302 50.170 -34.868
4.870 10.995 -6.125
20.172 61.165 -40.993
235 0 235
Baten Lasten Saldo
0 11.350 -11.350
1.192 2.885 -1.693
1.192 14.235 -13.043
Baten Lasten Saldo
1.990 66.058 -64.068
0 -1.737 1.737
Baten Lasten Saldo
45.007 184.866 -139.859
Baten Lasten Saldo
123
Lasten Saldo
62.798 -60.664
5.759 600
68.557 -60.064
0 0
0 0
0 0
62.798 -60.664
5.759 600
68.557 -60.064
Baten Lasten Saldo
625.056 712.760 -87.704
-216 844 -1.060
624.840 713.604 -88.764
84.516 0 84.516
1.491 0 1.491
86.007 0 86.007
709.572 712.760 -3.188
1.275 844 431
710.847 713.604 -2.757
Wonen
Baten Lasten Saldo
73.571 125.321 -51.750
21.334 22.242 -908
94.905 147.563 -52.658
606 330 276
-606 -330 -276
0 0 0
74.177 125.651 -51.474
20.728 21.912 -1.184
94.905 147.563 -52.658
Vastgoed
Baten Lasten Saldo
294.952 271.042 23.910
0 -6.002 6.002
294.952 265.040 29.912
0 0 0
0 0 0
0 0 0
294.952 271.042 23.910
0 -6.002 6.002
294.952 265.040 29.912
Baten Lasten Saldo
67.017 98.090 -31.073
30.497 22.420 8.077
97.514 120.510 -22.996
14.383 7.700 6.683
3.556 0 3.556
17.939 7.700 10.239
81.400 105.790 -24.390
34.053 22.420 11.633
115.453 128.210 -12.757
Baten Lasten Saldo
3.035 10.682 -7.647
3.031 4.047 -1.016
6.066 14.729 -8.663
0 0 0
840 0 840
840 0 840
3.035 10.682 -7.647
3.871 4.047 -176
6.906 14.729 -7.823
Baten Lasten Saldo
4.218.479 4.420.724 -202.245
39.716 167.476 -127.760
4.258.195 4.588.200 -330.005
279.329 77.084 202.245
53.613 12.077 41.536
332.942 4.497.808 89.161 4.497.808 243.781 0
93.329 179.553 -86.224
4.591.137 4.677.361 -86.224
Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling
Stedelijke bereikbaarheid
Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad
TOTAAL
De griffier
De voorzitter
J.G.A. Paans
A. Aboutaleb
124
125