Maatschap Van der Sluis De Leijen 13 8401 AX GORREDIJK
Leeuwarden, 21 september 2012 Verzonden, Ons kenmerk Afdeling Behandeld door Uw kenmerk Bijlage(n)
: : : : :
01017538 Stêd en Plattelân G. Wijnsma / (058) 292 58 08 of
[email protected] AS/JV/525/B-51.416C 2
Onderwerp
: Vergunning ex art. 19d Natuurbeschermingswet 1998 Verplaatsing en uitbreiding veehouderij Van der Sluis (Van Oordt's Mersken)
Geachte heer Van der Sluis, Overeenkomstig uw aanvraag en de daarbij behorende stukken heb ik besloten de gevraagde vergunning onder de volgende voorschriften en beperkingen te verlenen. Voorschriften en beperkingen 1. 2. 3.
5.
De vergunning staat op naam van Maatschap Van der Sluis, De Leijen 4 te Gorredijk1 De maximale emissie van NH3 t.g.v. de aanwezige dieraantallen op De Leijen 4 mag niet meer bedragen dan 2.542,4 kg NH3/jaar, zijnde de aangevraagde emissie (zie tabel “Gewenste situatie” in overweging A.1.1) De emissie vanuit De Leijen 13 dient te zijn beëindigd bij het gebruiken van De Leijen 4. In de “Gewenste situatie” als bedoeld in overweging A.1.1) Dit moet zijn gewaarborgd door het intrekken van de voor die inrichting geldende milieuvergunning van 18 juni 1993, en/ of het vervallen van de hiervoor geldende melding, zodat deze inrichting niet kan worden voortgezet. De vergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd.
Voor de motivering van mijn besluit verwijs ik u naar bijlage 1.
1
Adres tot de bedrijfsverplaatsing van De Leijen 13 naar De Leijen 4.
-1/9-
Ons kenmerk: 01017538
Afschriften Afschriften van dit besluit worden verzonden aan het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland en Staatsbosbeheer Regio Noord en uw adviseur dhr. Sinnige, Rombou te Zwolle. Meldingsclausule Wanneer met de voorgenomen werkzaamheden gestart wordt, dient dit gemeld te worden via het bijgevoegde meldingsformulier bij de afdeling Omgevingsvergunningen en Toezicht van de provincie Fryslân of via
[email protected]. Namens het college van Gedeputeerde Staten,
Mevr. A.D. Bodewitz Hoofd Team Vergunningen en Beheer – Afdeling Stêd en Plattelân Bezwaar Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, kan tegen dit besluit binnen zes (6) weken na de verzending daarvan een bezwaarschrift indienen bij Gedeputeerde Staten, Postbus 20120, 8900 HM Leeuwarden. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet tenminste bevatten: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; d. de gronden van het bezwaar. Meer informatie over de bezwaarschriftenprocedure vindt u op www.fryslan.nl onder “contact”, of u kunt bellen met het secretariaat van de bezwaarschriftencommissie: tel. (058) 292 51 57. Kennisgeving Van dit besluit zal, conform artikel 42, lid 3, van de Nb-wet kennis worden gegeven door publicatie in de Leeuwarder Courant en het Friesch Dagblad en op www.fryslan.nl/nb-wet. Bijlagen Bijlage 1: Motivering besluit Bijlage 2: Meldingsformulier
-2/9-
Ons kenmerk: 01017538
Bijlage 1: Motivering van het besluit
A.
Weergave van de feiten
A1.
Vergunningaanvraag
U vroeg mij bij brief van 29 maart 2012 om een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb-wet). Uw aanvraag is op 30 maart 2012 ontvangen en ingeboekt onder nummer 00998738. Voor het aangevraagde project of andere handeling is niet eerder vergunning verleend op grond van de Nb-wet. A1.1. Beschrijving van het project of andere handeling Het project of andere handeling waarvoor vergunning wordt aangevraagd is de volgende: * verplaatsing en uitbreiding veehouderij Maatschap Van der Sluis De verplaatsing staat in verband met de aanleg van de rondweg rond Gorredijk. De weg zal over het agrarische bouwperceel van de bestaande bedrijfslocatie, De Leijen 13 te Gorredijk, lopen, waardoor de ruwvoeropslag zal verdwijnen. Daarnaast splitst de rondweg het bedrijf van de huiskavel. Hiermee wordt de bestaande bedrijfslocatie ongeschikt voor de voortzetting van de huidige bedrijfsvoering en zal deze worden beëindigd. De aanvrager heeft De Leijen 4 als vervangende bedrijfslocatie aangekocht. De vorige melkveehouder op dit adres heeft het bedrijf beëindigd. Gekoppeld aan de verplaatsing, wordt een uitbreiding van de veestapel beoogd. Om de gewenste veestapel te kunnen huisvesten, is een nieuwe ligboxstal benodigd. De aanvraag is erop gericht om via het verplaatsen van ammoniakemissie van De Leijen 13 een uitbreiding van de emissie op de nieuwe locatie (De Leijen 4) te bewerkstellingen. Voor de beoordeling in het kader van de Nb-wet is met name de emissie van ammoniak van belang, in combinatie met de depositie die deze emissie veroorzaakt op de gevoelige habitats. Ingevolge de vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State 2 behoeft deze voor de aanwijzing van het gebied als speciale beschermingszone in de zin van de Vogelrichtlijn eerder vergunde handeling niet alsnog aan een (passende) beoordeling op grond van artikel 6, derde en vierde lid van de Habitatrichtlijn te worden onderworpen. Onderhavig Natura 2000-gebied, Van Oordt’s Mersken is op 24 maart 2000 aangewezen als Vogelrichtlijngebied. Derhalve geldt de vergunde situatie op die datum als referentiesituatie. Als onderbouwing van de situatie op de referentiedatum zijn de op dat moment vigerende vergunningen of geaccepteerde meldingen overlegd; Brief acceptatie melding “Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer van 18 augustus 1993 voor De Leijen 4 en Hinderwetvergunning van 18 juni 1993 voor De Leijen 13. 2
sinds 1 september 2010 (200905018/1/R2)
-3/9-
Ons kenmerk: 01017538
In onderstaand overzicht is de emissie in de referentiesituatie vergeleken met de emissie in de aangevraagde situatie. Situatie op referentiedatum
De Leijen 4 (melding 18 augustus 1993) Categorie
Omschrijving conform RAV
Aantal
A 1.100.2
Melkkoeien, overige huisvesting, permanent opstallen Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar
A3
Totaal (kg NH3)
71
Emissie per dierplaats 11,0
51
3,9
198,9
Totale emissie (kg NH3/jr)
781
979,9
De Leijen 13 (Hinderwet 18 juni 1993) Categorie
Omschrijving conform RAV
Aantal
A 1.100.2
Melkkoeien, overige huisvesting, permanent opstallen
170
Emissie per dierplaats 11,0
Totale emissie (kg NH3/jr)
Totaal (kg NH3)
1.870
1.870
Gewenste situatie (aanvraag)
De Leijen 4 Categorie
Omschrijving conform RAV
Aantal
A 1.100.1
Melkkoeien, overige huisvesting, beweiden (bedoeld voor periode rond afkalven) Melkkoeien, loopstal met sleufvloer en mestschuif (BWL 2010.24.V2), permanent opstallen. Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar
A 1.15.2
A3
Totale emissie (kg NH3/jr)
Totaal (kg NH3)
10
Emissie per dierplaats 9,5
225
8,0
1.800
166
3,9
95
647,4 2.542,4
De Leijen 13 Niet meer in bedrijf.
-4/9-
Ons kenmerk: 01017538
A1.2. Periode De vergunning wordt aangevraagd voor onbepaalde tijd. A1.3. Relevante bescheiden U hebt voor de beoordeling van uw aanvraag de volgende rapporten en tekeningen aangeboden: •
•
“Passende beoordeling”, inclusief Aagrostacksberekeningen, kaart met locatie bedrijf in relatie tot gevoelige habitattypen en toetsingspunten, afschriften van vigerende vergunningen / meldingen, beschrijving emissiearme vloer, machtiging. Afschrift verklaring bedrijfsverplaatsing Maatschap Van der Sluis, 21 mei 2012.
Verder heb ik (ambtshalve) bij de beoordeling van de aanvraag betrokken de brief “Voorontwerp bestemmingsplan buitengebied, intentie tot wijziging bestemming De Leijen 13 te Gorredijk bij verkoop of verhuur” van Provinciale Staten van Fryslân aan Gemeente Opsterland, 26 juli 2012, kenmerk 01014000. A1.4. Aanvullende gegevens Er is door u op 2 mei 2012 op mijn verzoek aangeleverd een door de aanvrager ondertekende machtiging, alsmede de bij de aanvraag onbrekende bijlagen. Er is op 13 juli 2012 op mijn verzoek aangeleverd een door de gemeente Opsterland en de aanvrager ondertekende “Verklaring bedrijfsverplaatsing”. A1.5. Uw aanvraag en de bescherming van Natura 2000 Uw project of handeling vindt plaats in of nabij het Natura 2000-gebied Van Oordt’s Mersken. Op uw aanvraag zijn daarmee de besluiten van toepassing, zoals weergegeven op de website van het Ministerie van E,L&I: http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/gebiedendatabase.aspx?subj=n2k&groep=2&id= n2k15&topic=documenten
A2.
Bevoegdheid
De bescherming van Natura 2000-gebieden door Nederlandse wetgeving wordt stapsgewijs ingevoerd. Deze gefaseerde invoering is van invloed op de manier waarop de op grond van Europese wetgeving (artikel 6, lid 3, van de HR) verplichte beoordeling van uw project of handeling plaatsvindt en door welke instantie dit gebeurt. (zie de onder A1.5. genoemde website). Het project of de andere handeling waarvoor een vergunning wordt gevraagd is geen project of andere handeling die op grond van artikel 19d, vierde lid, van de Nb-wet is aangewezen in het Besluit vergunningen Natuurbeschermingswet 1998. Voor deze aanvraag zijn wij daarom thans bevoegd.
A3.
Procedure
De vergunningprocedure is uitgevoerd in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk VIII van de Nb-wet en de hiervoor relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht.
-5/9-
Ons kenmerk: 01017538
A3.1. Zienswijze 1. Naar aanleiding van uw aanvraag zijn, op grond van artikel 44, lid 3, Nb-wet, burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland gedurende een termijn van 8 weken in de gelegenheid gesteld over deze aanvraag hun zienswijze kenbaar te maken. 2. Daarnaast is op grond van artikel 4, lid 8, van de Algemene wet bestuursrecht, Staatsbosbeheer Regio Noord gedurende een termijn van 8 weken in de gelegenheid gesteld hun zienswijze over deze aanvraag kenbaar te maken. 3. De gemeente Opsterland heeft per brief van 20 augustus 2012 (ingeschreven onder kenmerk 1018152) aangegeven dat de aanvraag hen geen aanleiding geeft een zienswijze in te dienen). Onder het aandachtspunt Van de mogelijkheid tot het kenbaar maken van zienswijzen is verder geen gebruik gemaakt. A3.2. Verlengen beslistermijn Van de mogelijkheid om de beslistermijn te verlengen is geen gebruik gemaakt. A3.3. Coördinatie met andere wetgeving 1. U heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid als bedoeld in artikel 19ka, lid 2, Nbwet om een van de betrokken bestuursorganen schriftelijk te verzoeken om coördinatie van besluitvorming. 2. Ingevolge artikel 19ka, lid 1, Nb-wet en artikel 3:20 Algemene wet bestuursrecht stel ik u er van in kennis dat voor de door u te verrichten activiteit, voor zover mij bekend, ook de navolgende op de aanvraag te nemen besluiten nodig zijn: Naam en adres van het bestuursorgaan, bevoegd tot het nemen van het besluit • Gemeente Opsterland
Wettelijk voorschrift krachtens welk het besluit wordt genomen • Wabo (omgevingsvergunning)
A3.4. Betrokkenheid van een andere provincie waarin het betreffende Natura 2000gebied mede is gelegen Niet van toepassing op deze aanvraag
A4. 1.
2.
Vergunningplicht Op basis van de aanvraag en de daarbij behorende rapporten en tekeningen hebben wij beoordeeld of het door u aangevraagde project en/of handeling schadelijke gevolgen kan hebben voor de natuurlijke kenmerken van het gebied, zoals beschreven in de instandhoudingsdoelstelling van dit Natura 2000-gebied. Wij stellen vast dat: 2.1 het onder A1. omschreven project en/of handeling niet wordt gerealiseerd overeenkomstig een beheerplan als bedoeld in de artikelen19a of 19b Nb-wet; 2.2 het onder A1. omschreven project en/of de handeling weliswaar gevolgen kan hebben voor het Natura 2000-gebied, maar dat het de instandhoudingsdoelstelling daarvan niet in gevaar kan brengen, afzonderlijk noch in combinatie met andere projecten of plannen, zodat het niet kan worden beschouwd als een project dat significante gevolgen kan hebben voor het betrokken gebied; 2.3 er dus vergunning nodig is op grond van artikel 19d Nb-wet, maar er geen toepassing hoeft te worden gegeven aan artikel 19 g, lid 2, en artikel 19 h.
Wij verwijzen voor de motivering van dit oordeel naar onze overwegingen onder B. (Toetsing)
-6/9-
Ons kenmerk: 01017538
B.
Toetsing
B1.
Wettelijk kader
B1.1. Nb-wet 1. Artikel 19d, lid 1, van de Nb-wet bepaalt, dat het verboden is zonder vergunning, of in strijd met aan die vergunning verbonden voorschriften of beperkingen, projecten te realiseren of andere handelingen te verrichten, die, gelet op de instandhoudingdoelstelling, de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten, in een op grond van artikel 10a, lid 1, aangewezen gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. 2. Zodanige projecten of andere handelingen zijn in ieder geval projecten of handelingen die de natuurlijke kenmerken van het desbetreffende gebied kunnen aantasten. 3. Artikel 19e van de Nb-wet bepaalt dat bij het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 19d, lid 1, van de Nb-wet rekening moet worden gehouden, enerzijds met de gevolgen die een project of andere handeling kan hebben, gelet op de instandhoudingdoelstelling van het betrokken gebied, anderzijds met de vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied, alsmede regionale en lokale bijzonderheden. Als er sprake is van een vastgesteld beheerplan moet ook daarmee rekening worden gehouden. 4. Voor de beoordeling van de vergunningaanvraag is het van belang na te gaan of, en in welke mate, het voorgenomen project en/of de handeling de doelstellingen kan aantasten, zoals die zijn opgenomen in: • het ontwerp-aanwijzingsbesluit tot Natura 2000-gebied Van Oordt’s Mersken. B1.2. Overig beleid in relatie tot vergunningverlening Nb-wet (niet van toepassing)
B2.
Inhoudelijke beoordeling
B2.1. Kwalificerende waarden 1. Het onder A1 genoemde project en/of handeling betreft een project en/of handeling die, gelet op de instandhoudingsdoelstelling, mogelijk de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in het Natura 2000-gebied Van Oordt’s Mersken kan verslechteren of een significant verstorend effect kan hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. 2. De kwalificerende waarden van het Natura 2000-gebied Van Oordt’s Mersken zijn in het ontwerp-aanwijzingsbesluit van 10 september 2008 verdeeld in kwalitatieve instandhoudingdoelstellingen voor habitattypen, Habitatrichtlijnsoorten en vogelsoorten, (en mogelijk de doelstellingen ten aanzien van het behoud, herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied, anders dan vereist ingevolge de Vogel- en de Habitatrichtlijn). Voor de beschrijving van het betreffende Natura 2000-gebied en de betreffende kwalificerende waarden verwijs ik naar de website van het Ministerie van E,L&I: http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/gebiedendatabase.aspx?subj=n2k&groep=2&i d=n2k15&topic=documenten 3. Hieronder wordt uw aanvraag getoetst aan de beoordelingskaders van het Natura 2000gebied Van Oordt’s Mersken. Daarbij worden mogelijke verslechteringen en verstoringen besproken in het licht van de relevante kwalificerende waarden van genoemd gebied. 4. De aanvraag wordt zo nodig tevens getoetst aan de doelstellingen anders dan vereist ingevolge de Vogel- en de Habitatrichtlijn. Daartoe behoren de doelstellingen ten aanzien van het behoud, herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied en de zogenaamde complementaire doelen in de aanwijzingsbesluiten.
-7/9-
Ons kenmerk: 01017538
5. Onder de vergunningplicht ex artikel 16 Nb-wet vallen de schadelijke handelingen die in het gebied zelf plaatsvinden, en niet de handelingen buiten het gebied (externe werking) tenzij dat in het aanwijzingsbesluit van het Natura 2000-gebied uitdrukkelijk is geregeld (artikel 16, vierde lid, Nb-wet). B2.2 . Selectie van relevante kwalificerende waarden De kwalificerende waarden van het Natura 2000-gebied Van Oordt’s Mersken zijn in de (ontwerp-) aanwijzingsbesluiten verdeeld in kwalitatieve instandhoudingsdoelstellingen voor habitats, vogelsoorten en habitatsoorten. Vogelrichtlijnsoorten Het Natura 2000-gebied ‘Van Oordt’s Mersken’ is mede aangewezen voor diverse vogelrichtlijnsoorten. Aangezien dit soorten betreffen die in het gebied zelf voorkomen en de locatie op 3,8 km afstand van het gebied ligt, kan een invloed van de activiteit worden uitgesloten. Habitatsoorten Het Natura 2000-gebied Van Oordt’s Mersken is mede aangewezen voor twee habitatsoorten. Aangezien dit vissoorten betreft die in het gebied zelf voorkomen en de locatie op 3,8 km van het gebied ligt, kan een invloed van de activiteit worden uitgesloten. Habitats Het Natura 2000-gebied Van Oordt’s Mersken is aangewezen voor een aantal habitats die gevoelig tot zeer gevoelig zijn voor stikstofdepositie, met kritische depositiewaarden variërend van 830 tot 1300 mol/ha/jr. Gezien de achtergrondwaarden van de depositie in het gebied, is er sprake van een overschrijding van de kritische depositiewaarden (een aantal van) deze habitats. Een uitbreiding van een veehouderij leidt tot een toename van de emissie van ammoniak (zoals onder “activiteiten” is aangegeven). Gekoppeld aan de uitbreiding, wordt echter de bedrijfsvoering op de locatie De Leijen 13 beëindigd. Het is van belang dat de bedrijfsvoering op deze locatie ook daadwerkelijk wordt beëindigd en de rechten niet wordt overgedragen aan een eventuele koper. De aan De Leijen 13 verbonden Hinderwetvergunning kan echter niet worden ingetrokken, aangezien het bedrijf na het verlenen van deze vergunning niet meer vergunningplichtig is, maar onder de meldingplicht valt. De locatie is momenteel eigendom van de provincie Fryslân, afdeling Infraprojecten en Advies en opgekocht om de rondweg Gorredijk te kunnen voltooien. In het koopcontract is een uiterste datum van 1 mei 2013 genoemd. Bij een eventuele verhuur of verkoop wordt in het verkoop- of verhuurcontract een beding opgenomen dat de agrarische bestemming vervalt en de planologische bestemming lichte bedrijvigheid wordt, categorie bedrijfsfunctie (categorie 1 of categorie 2); “lichte bedrijfsmatige activiteiten mogelijk.” Gekoppeld aan de uitbreiding van het aantal stuks melkvee, vindt op locatie De Leijen 4 een nieuwbouw van de stal plaats. Met behulp van het model Aagrostacks is het verschil tussen de depositie van de referentiesituatie en de aangevraagde situatie berekend. Daarbij is een aantal punten met gevoelige habitats in het betreffende Natura-2000 gebied als gevoelig punt gehanteerd.
-8/9-
Ons kenmerk: 01017538
In onderstaande tabel is het verschil weergeven tussen de depositie in de nieuwe situatie en de referentiesituatie weergegeven.
Vochtige Heide H4101A Vochtige Heide H4101A Heischraal grasland H6230 Blauwgrasland H6410)
Toename depositie (mol / ha per jaar) 0 0 0 0
X
Y
200539 200395 199830 199978
560302 560458 560578 560673
Uit mijn berekeningen blijkt dat er op het Natura 2000-gebied Van Oordt’s Mersken geen toename van de depositie plaatsvindt. De nieuwe bedrijfssituatie, in de door u beschreven stalsituatie met de door u aangegeven dieraantallen, leidt niet tot een feitelijke toename van de depositie van stikstof op het Natura 2000-gebied.
B3.
Zienswijzen
Van de mogelijkheid tot het indienen van een zienswijze hebben de gemeente en belanghebbende geen gebruik gemaakt.
C.
Conclusie
Op grond van de voortoets en de voorgaande verstorings- en verslechteringstoets staat vast dat de verplaatsing en uitbreiding van Maatschap van der Sluis op de door u aangegeven wijze, géén significante negatieve effecten zal veroorzaken op de beschermde natuurwaarden. Door het stellen van voorschriften en beperkingen, worden de te verwachten schadelijke gevolgen voor de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied voldoende voorkomen.
-9/9-
Ons kenmerk: 01017538