Februari - mei 2012
-ValenTaalDit is onze tweede uitgave van ValenTaal. Na de vorige uitgave hebben we veel positieve reacties gehad, we blijven ernaar streven om elke 3 maanden een nieuwe ValenTaal uit te geven! De werkgroep
Een leuke nieuwe site! http://educatie.ntr.nl/taalspel/spelgrid.jsp Hier kunnen de kinderen werken aan woordenschat, spreekwoorden en gezegdes, synoniemen, spelling etc. Zeker de moeite waard om eens te bekijken!
Taalweetje Er is een subtiel verschil in de betekenis van de woorden regelmatig en geregeld.
Regelmatig betekent ‘met gelijke tussenruimten’ of ‘tussenpozen’: Ik beoefen regelmatig yoga (iedere maandagavond).
Geregeld betekent ‘telkens weer’ of ‘volgens gewoonte’: Wij gaan geregeld naar de film.
Taalgerichtvakonderwijs Taalgericht vakonderwijs staat voor een didactiek die gebruik maakt van het feit dat taal een belangrijke rol speelt bij het leren, wat er ook geleerd wordt. Uitgangspunt van Taalgericht vakonderwijs is dat taal, leren en denken onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Taalgericht vakonderwijs zoekt naar mogelijkheden om leren en taal aandacht te geven in de vaklessen. De vakinhoud staat voorop, en daarover praat en schrijf je met elkaar in vaktaal. Aandacht voor taal betekent dan dubbele winst. De leerling begrijpt het vak beter en werkt bovendien aan zijn of haar taalvaardigheid. Taalgericht vakonderwijs is te omschrijven als contextrijk onderwijs, vol interactie en met taalsteun. De eerste twee begrippen, context en interactie, zijn niet specifiek voor taalgericht vakonderwijs. Alle docenten werken met contexten en samenwerkend leren levert veel zinvolle interactie. Voor vaktaalleren is aandacht voor beide echter onmisbaar. Door de leerlingen daarbij op diverse manieren taalsteun te geven, is het leerproces te optimaliseren. De lat kan hoger! Deze webstee geeft informatie over Taalgericht vakonderwijs en over het Platform dat de ontwikkeling ervan ondersteunt. Het biedt steun bij de reflectie op en invoering van Taalgericht vakonderwijs. Het is een uitwisselingspunt van materialen, ervaringen en ontwikkelingen. Bron: http://www.taalgerichtvakonderwijs.nl/
P WEBTI
te lle jna a orgelezen i B nu ’ voor? ijk om vo .nl staat s n e rl or g e je no en het hee w.leesmevo n s e e L d ‘ ww ken e ende in e v e o t b n i ) e s r bek web nten . Kinde Op de eling (pre roken door tekenaars . n e d m p e r a s d o w ge en erz e, in r bek ele v een h tjes onlin treerd doo nd le en al us verha geïll chermafvul te gebruik n e s s r auteu alen zijn s ook goed h u r d De ve pelen en s af te digibord. t op he
DE FUNCTIE VAN TAAL TIJDENS HET TEKENEN.
W
ist je dat… taal en tekenen heel goed samen gaan? Taal reguleert de metacognitieve processen die op gang komen tijdens het tekenen. Dat houdt in dat kinderen die (samen!) tekenen oplossingsgericht denken, plannen maken, reflecteren over hoe je iets kunt afbeelden, complimenten geven en ontvangen en nadenken over verhalen. Tijdens het tekenen ontwikkelen de kinderen niet alleen het beeldend vermogen, maar zie je dat zij ook een ontwikkeling doormaken op gebied van taal, het abstracte en concrete denken, het voorstellingsvermogen, de motoriek, de geletterdheid en gecijferdheid. Daarin speelt de sociale interactie natuurlijk een cruciale rol. Een mooi voorbeeld: kinderen reflecteren als ze alleen of samen nadenken over hoe je iets het beste kunt tekenen. Lewi en Terra praten bijvoorbeeld over de kleur waarmee ze sneeuw kunnen maken op het witte papier. Terra: ‘Soms is sneeuw geel want dat is van hondenplas’. Dan bedenkt Lewi dat sneeuw klontjes kan hebben die een beetje zwart zijn. ‘Dan zit er gewoon een beetje grond.’ ‘Ja,’ zegt Terra, ‘zo grote klonten, dat is blauw.’ De meisjes ontdekken dat je sneeuw zou kunnen weergeven door de plekken te tekenen waar juist geen sneeuw is. Lees hier meer over in: De wereld van het jonge kind, nr. 7, maart 2012. Taalweetje: hebben of zijn? Je kunt een aantal werkwoorden zowel met hebben als met
zijn vervoegen:
1. Ik heb haar cadeautje vergeten. -> betreft een activiteit 2. Ik ben zijn verjaardag vergeten. -> betreft een situatie 1. Gisteren heb ik uitgeslapen. (Activiteit.) 2. Vandaag ben ik uitgeslapen. (Situatie.)
1. Wij hebben een uur gereden. (Activiteit.) 2. Wij zijn naar Den Bosch gereden. (Situatie; wij hebben de plaats bereikt.)
Als je in een zin een van de werkwoorden kunnen, mogen,
moeten of willen schrijft, gebruik je altijd hebben:
1. Ik heb er niet in kunnen slagen de Elfstedentocht uit te rijden. (Activiteit.)
2. Ik ben er niet in geslaagd de Elfstedentocht uit te rijden. (Situatie; ik heb de eindstreep niet bereikt.)
TAAL IN OMSLAG Een aantal jaren geleden begon de Emmausschool in Rotterdam met de doorvoer van diverse onderwijskundige ontwikkelingen op school, nadat de leerresultaten gedurende langere tijd niet teleurstellend waren. Vooral begrijpend lezen en woordenschat bleven achter. Dit moet herkenbaar zijn voor de leerkrachten van de Valentijnschool. Daarom besloot de taalwerkgroep een aantal van de elementen van de aanpak van de Emmausschool – waar zij in de in de middenbouw ongeveer 35 procent ABCscore op de Cito-toetsen in 2001 behaalden, scoren zij nu bijna 70 procent in 2010 – in dit artikel uit te vergroten. Op basis van de volgende punten heeft de Emmausschool zich verbeterd: • • • •
onderwijsmanagement anders organiseren ontwikkelen en monitoren leerkrachtvaardigheden nieuwe methoden voor taal, lezen en woordenschat streefdoelen formuleren en toetsresultaten analyseren
Pim Geurts stelt een onderwijsteam samen bestaande uit intern begeleiders, coaches (ervaren leerkrachten) en een taalcoördinator. Het onderwijsteam ontwikkelt het onderwijsbeleid, creëert intern draagvlak en speelt een belangrijke rol bij de invoering van onderwijsverbeteringen. Bij klassenconsultaties worden voor het team streefdoelen gevormd die gaan over het correcte gebruik van het DIM, goed klassenmanagement en coöperatieve werkvormen. Uit deze algemene streefdoelen volgt een scala aan specifieke didactische vaardigheden, zoals op gebied van begrijpend leesstrategieën en het interactieve voorlezen. Als de leerkrachten minder dan 85% van de gewenste vaardigheden laten zien, stelt hij of zij een POP samen. De coach begeleidt en ondersteunt de leerkracht vervolgens om de achterblijvende vaardigheden verder te ontwikkelen. Hierbij worden de CITO scores nauwlettend in de gaten gehouden. Het mes van de klassenconsultaties snijdt aan twee kanten: verbeteren én borgen. Uiteindelijk heeft de Emmausschool voor tal van gewenste onderwijspraktijken een checklist, overzicht of protocol.
Ook voor de leerlingen zelf spelen de scores een belangrijke rol: als blijkt dat leerlingen op bepaalde onderdelen slecht scoren, zet de school extra ondersteuning in, zowel tijdens als na schooltijd. In het kader van de verlengde schooldag kunnen kinderen extra oefenen met de ictprogramma’s van de taalmethode. Pim Geurts is ervan overtuigd dat dagelijks oefenen en herhalen gunstig werkt. Voor de groep 3 en 4 is tien uur taalleestijd ingeruimd, voor de overige groepen is dat negen uur per week. Naast alle structuur is het volgens hem essentieel om vertrouwen in de leerlingen uit te stralen en hoge verwachtingen te hebben: ‘Dat bepaalt of leerlingen de hoge doelen die we stellen ook werkelijk kunnen halen.’ Bij de invoering van de nieuwe methoden Taalleesland en Nieuwsbegrip komt de focus zo snel mogelijk te liggen op de juiste toepassing van de vakdidactiek. Taalcoördinator Michel van der Linden vertaalt de theorie achter de nieuwe methoden naar praktische hulpmiddelen voor de leerkrachten. Hij verzamelt in het Grote consolideerboek (gebaseerd op het boek Met woorden in de weer) welke coöperatieve werkvormen je voor de vakken in kunt zetten en of activiteiten geschikt zijn voor een kleine of grote groep. Leerkrachten kunnen hier direct zelf mee aan de slag!
Het hele artikel over de Emmausschool is te lezen in OMSLAG IN TAAL, te vinden in de leerkrachtenmap onder: Werkgroepen, Taal, Taalnieuws.
BOEKENTIPS TOEN KWAM SAM (groep 5/6) Voor Kix verandert alles als er op een dag een prachtige, witte berghond komt aanlopen. Hij sluit vriendschap met de geheimzinnige hond, die hij Sam noemt. Sam is het liefst de hele tijd bij Kix en vindt het heerlijk om eindeloos geaaid te worden. Maar Kix maakt zich zorgen, want stel dat de eigenaar Sam terug wil? Tijdens een bloedstollend spannende nacht moet Kix bewijzen hoeveel hij van zijn hond houdt. Dit boek is gebaseerd op een echt verhaal. Toen Edward van de Vendel bij familie in Canada was, verscheen er zomaar een grote witte hond. Het spannende avontuur dat zij met de hond beleefden, staat nu in dit boek.
IS DE KLAS NOG WEL ZO GELUKKIG? (leerkracht) Voor Jacques Vriens is De gelukkige klas van Theo Thijssen een grote inspiratiebron geweest, niet alleen bij het schrijven van boeken, maar vooral in de periode dat hij voor de klas stond. Aan de hand van het boek De gelukkige klas bekijkt Jacques Vriens het hedendaagse onderwijs met een kritische blik. Hij kijkt terug op zijn eigen onderwijservaringen en beschrijft de onderwijsontwikkelingen van de afgelopen jaren, die niet altijd het resultaat hadden wat ze beoogden. Hoe staat het met de klas van tegenwoordig? Is die nog wel zo gelukkig? En op welke manieren zou je de klas weer gelukkig kunnen maken? Een boeiend boek voor ouders, leerkrachten en iedereen die interesse heeft in het onderwijs. Met geestige illustraties van Annet Schaap. VOEL JE WAT IK VOEL? (alle leeftijden) Elk kind – en elke volwassene – kent het gevoel er flink de pest in te hebben, maar in de woorden van de dichter wordt dat gevoel bijzonder en intenser. Poëzie kan troosten, relativeren, doen wegdromen of opkikkeren. In deze bundel vind je een hele waaier aan gevoelens, gevangen in gedichten. Jan Van Coillie selecteerde met veel zorg 150 blije, bange, boze gedichten! Over familie, vrienden, school, dieren, grote en kleine verrassingen en alles wat gevoel in het leven van kinderen brengt.
Uitdrukkingen, werkwoorden en gezegde Wat betekenen uitdrukkingen als een storm in een glas water, boter op het hoofd hebben of de honneurs waarnemen? Om kranten, boeken e.d. te kunnen begrijpen, moet je over een goede woordenschat beschikken en veel uitdrukkingen, spreekwoorden en gezegden kennen. Met onderstaande test kun je vaststellen hoe het met je kennis van het Nederlands idioom is gesteld. 1. Een andere wending… o maken o nemen o vragen 2. Er de brui aan… o geven o toevoegen o smeren 3. Het schip ingaan. o een lange reis maken o min of meer ‘stiekem’ vertrekken. o een financiële strop hebben 4. Stevig in het zadel zitten. o zich door niemand van de wijs laten brengen o heel zelfverzekerd zijn o verzekerd zijn van een goede positie 5. Ergens debet aan… o gaan o voelen o zijn 6. Op gespannen voet …… met iets. o lopen o leven o staan 7. Het gouden kalf aanbidden. o geld het allerbelangrijkst vinden o ongelovig zijn o liever lui dan moe zijn
Mocht je opmerkingen, aanmerkingen, feedback of tips hebben, dan horen we dat graag! Mail ons dan:
[email protected]