BOVENSTE EXTREMITEITEN Spiergroep Spiernaam
Extensoren bovenarm * dorsaal gelegen
Flexoren bovenarm * ventraal gelegen
Flexoren onderarm * ventraal gelegen
Aanhechtingsplaats proximaal
Aanhechtingsplaats distaal
Innervatie
Functie
* m. biceps brachii
* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula
* Radius en fascia van de voorarm dmv bicipitaal aponeurose
Geinnerveerd door n. musculocutaneous (C5 en C6)
* Flexie bovenarm
* m. brachialis
* halverwege voorkant humerus
* Ulna
* m. deltoideus
* scapula
* humerus
* n. axillaris (C5 en C6)
* m. triceps brachii
* long head: scapula * lateral head: posterior humures, superior radiale groeve * medial head: posterior humures, inferior radiale groeve * knobbel die je aan binnenkant elleboog voelt. (Medial epicondyle)
* proximale eind olecranon (in de buurt van telefoonbotje) van de ulna
* n. radialis (C6, C7 en C8)
* middelste handbotjes
* n. medianus (C6 en C7)
* extensie bovenarm lange kop van deze spier stabiliseert kop van geabducteerde humerus * flexie pols, abductie hand
* m. flexor carpi ulnaris
* humerale kop: medial epicondyle
* polsbotje
* n. ulnaris (C7 en C8)
* flexie pols, adductie hand.
* m. flexor digitorum superficialis
* medial epicondyle, coronoid procss, bovenste deel anterior ulna
* voorlaastse kootjes van de vier vingers
* n. medianus (C7, C8 en T1)
* flexie hand
* m. flexor digitorum profundus
* bovenste driekwart van de ulna
* laatste kootjes van de vier vingers
* mediaal: n. ulnaris lateraal: n medialis (C8 en T1)
* helpt met flexie hand
* m. flexor carpi radialis
© Birgit Nienhaus, 2007
* Flexie bovenarm in alle posities * anterior: flexie en mediaal draaien arm middle: abductie posterior: extensie en laterale rotatie arm
Extensoren onderarm * dorsaal gelegen
* m. extensor digitorum
* laterale epicondyle (arm strekken, handpalm naar boven, li. botuitsteeksel elleboog)
* Rugzijde vingerkootjes
* m. extensor carpi ulnaris
* laterale epicondyle en posterior deel ulna
* basis van de pink
* m. extensor pollicis
* posterior opp van middelste deel ulna en membrana interossa * proximale tweederde deel laterale kant humerus
* basis van de wijsvinger * laterale opp van distale eind radius
* laterale epicondyle
* basis middelvinger
Extensoren onderarm * m. brachioradialis * radiaal gelegen * m. extensor carpi radialis brevis
*n. interossa (tak van de n. radialis; C7 en C8)
* n. interossa posterior (C7 en C8)
© Birgit Nienhaus, 2007
* extensie vingers en hand (ter hoogte van pols) * extensie en adductie hand op polshoogte * abductie duim
* n. radialis (C5, C6 en C7)
* flexie bovenarm
* diepe tak n. radialis (C7 en C8)
* extensie en abductie hand op pols
ONDERSTE EXTREMITEITEN Spiergroep Spiernaam
Flexoren bovenbeen * ventraal gelegen (extensoren kniegewricht)
Extensoren bovenbeen * dorsaal gelegen (flexoren kniegewricht)
Aanhechtingsplaats proximaal
Aanhechtingsplaats distaal
Innervatie
Functie
* m. biceps femoris (long en short head)
* long head: ischial ‘tuberosity’ * short head: lineas aspera
* laterale kant kop fibula, pees gespleten door fibullair collateraal ligament van de knie
* long: tibiale divisie n. sciatus (L5, S1 en S2) short: gewone fibulaire tak divisie n. sciaticus (L5, S1 en S2)
* flexie been, laterale rotatie, extensie dijbeen (bij lopen bijvoorbeeld)
* semitendinosus
* ischial ‘tuberosity’
* mediale deel superior part tibia
* tabiale verdeling van n. sciaticus (L5, S1 en S2)
* semimenbranosus * m. vastus medialis
* ischial ‘tuberosity’ * mediaal onder heupkop
* medaile condyle
* extensie dijbeen, flexie been, mediale rotatie, (trunk extensie)
* m. vastus lateralis
* lateraal onder heupkop * basis van de patella, en bij patellair ligament aan de tibia (geldt voor de gehele m. quadriceps)
* n. femoralis (L2, L3 en L4)
* Extensie been op kniehoogte, rectus femoris stabiliseert heupgewricht en strakke flexie iliopsoas
* bovenste deel mediale opp tibia
* n. femoralis (L2 en L3)
* flexie, abductie en laterale rotatie heupgewricht, flexie been op kniehoogte
* m. vastus intermediaris
* anterior en lateraal deel femur
* m. rectus femoris
* anterior inferior iliac spine
* m. sartorius
* anterior superior iliac spine
© Birgit Nienhaus, 2007
Adductoren bovenbeen * mediaal gelegen (adductoren heupgewricht)
Plantairflexoren onderbeen * dorsaal gelegen (oppervlakkig, flexoren enkelgewricht)
Plantairflexoren onderbeen * dorsaal gelegen (diep, flexoren tenen + enkel)
* m. adductor longus
* lichaam van de pubis
* middelste derde deel femur
*n. obturator anterior (L2, L3 en L4)
* adductie dijbeen
* m. adductor magnus
* inferior ramus pubis en ischium
* linea aspera (loopt over femur)
* adductor deel: n. obturator (L2, L3 en L4); hamstring deel: tibiale deel van n. sciaticus (L4)
* adductie dijbeen, flexie been, mediale rotatie
* m. gracilis
* inferior ramus pubis
* bovenste deel mediale opp tibia
* n. obturator (L2 en L3)
* adductie dijbeen, flexie been, mediale rotatie
* m. gastrocnemius
* laterale en mediale condyle (bobbels net onder je knie op tibia)
* posterior opp calcaneus (hielbeen)
* n. tibialis (S1 en S2)
* m. soleus
* kop fibula en mediale kant tibia
* posterior opp calcaneus (hielbeen)
* n. tibialis (S1 en S2)
* m. plantaris
* laterale inferior kop van de femur
* posterior opp calcaneus (hielbeen)
* n. tibialis (S1 en S2)
* m. tibialis posterior
* membrana interossae, posterior oppervlak tibia en fibula
* basis 2de, 3de en 4de teen
* n. tibialis (L4 en L5)
* m. flexor hallucis longus
* onderste deel posterior kant fibula
* basis grote teen
* n. tibilais (S2 en S3)
* flexie grote teen alle kootjes + plantairflex enkel.
* m. flexor digitorum longus
* mediale deel posterior kant tibia
* basis laterale vier tenen
* n. tibilais (S2 en S3)
* flexie alle vier de tenen + plantairflex enkel
© Birgit Nienhaus, 2007
* plantairflexie enkel, hiel omhoog tijdens lopen, flexie been ter hoogte van knie * helpt gastrocnemius een klein beetje bij flexie knie * Plantairflex enkel en invertie voet
Dorsiflexoren onderbeen (extensoren) * ventraal gelegen (extensoren enkel + tenen)
Eversiespieren * lateraal gelegen (voor eversie)
Dorsiflexie Plantairflex Inversie Eversie Flexie Abductie Adductie
* m. tibialis anterior
* bovenste deel laterale kant tibia, onderkant femur
* voetbotjes en basis grote teen
* n. fibularis (diep) (L4 en L5)
* dorsiflex enkel, keren van voet
* m. extensor hallucis longus
* middelste deel fibula en membrana interossae.
* eindkootje grote teen
* n. fibularis (diep) (L5 en S1)
* dorsiflex enkel, extensie grote teen
* m. extensor hallucis brevis
* calcaneus
* 2e teenkootje grote teen
* n. fibularis (diep) (L5 en S1)
* dorsiflex enkel, extensie grote teen
* m. extensor digitorum longus
* bovenste driekwart laterale zijde tibia, mediale zijde fibula en interosseous membraan
* middelste en distale teenkootjes 4 laterale tenen
* n. fibularis (diep) (L5 en S1)
* dorsiflex enkel, extensie laterale tenen
* m. extensor digitorum brevis
* calcaneus
* middelste en distale teenkootjes 4 laterale tenen
* n. fibularis (diep) (L5 en S1)
* m. peroneus longus
* kop en tweederde laterale deel fibula
* basis grote teen en het botje daarvoor
* n. fibularis superfiscialis (L5, S1 en S2)
* m. peroneus brevis
* inferior tweederde deel laterale deel fibual
* basis kleine teen
* n. fibularis superfiscialis (L5, S1 en S2)
Voet omhoog bewegen (omhoog tillen) Voet naar beneden bewegen (op de grond zetten) Voet naar binnen toe omhoog brengen (kantelen als het ware) Voet naar buiten toe omhoog brengen (kantelen als het ware) Buigen Bewegen van lichaam af Bewegen naar lichaam toe
© Birgit Nienhaus, 2007
* dorsiflex enkel, extensie laterale tenen * evertie voet, beetje plantairreflex enkel
* evertie voet, beetje plantairreflex enkel