ERMIE
Bron: WTCB-dossier - n°4/2008 - Katern 1 - TC Hygrothermie
De Energieprestatieregelgeving voor gebouwen :
In het kader van de Euro-
pese richtlijn van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen, zagen het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich ertoe verplicht hun reglementering met betrekking tot de warmteisolatie van gebouwen aan te passen. Zo werden er nieuwe eisen op het vlak van de energieprestatie en de ventilatie van gebouwen ingevoerd. Dit artikel geeft een overzicht van deze nieuwe ontwikkelingen en vat de eisen samen die van kracht zijn in de drie Gewesten van ons land.
1
DE WETTELIJKE GRONDSLAG
Op 19 april 2007 (BS van 29 mei 2007) heeft de Waalse Regering het kaderdecreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium met het oog op het bevorderen van de energieprestatie van de gebouwen ingevoerd [8]. Het Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de berekeningsmethode en de eisen, de goedkeuringen en de sancties op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen werd dan weer goedgekeurd op 17 april 2008 (BS van 30 juli 2008) en treedt in voege vanaf 1 september 2008 [9]. Dit zal gebeuren in twee fasen. Op 7 juni 2007 (BS van 11 juli 2007) vaardigde de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op haar beurt de Ordonnantie houdende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen uit, die zorgt voor de juridische omzetting van de Europese Energieprestatierichtlijn voor gebouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest [6]. Op 21 december 2007 (BS van 5 februari 2008) keurde deze Regering tevens het Besluit tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen goed. De eerste fase van dit Besluit werd van kracht op 2 juli 2008 [5]. Voor meer informatie omtrent de Energieprestatieregelgeving in het Vlaamse Gewest, verwijzen we de geïnteresseerde lezer naar één van onze vorige artikels [5]. 2
ENERGIEPRESTATIE EN BINNENKLIMAAT
Overeenkomstig de Europese richtlijn bepalen de nieuwe besluiten zowel eisen op het vlak van de energieprestatie, de warmte-isolatie en het
nieuwe ontwikkelingen in Brussel en Wallonië
binnenklimaat als op het vlak van de ventilatie (EPB-eisen). Ze zijn bovendien van toepassing op een brede waaier van nieuwe, verbouwde of herbouwde gebouwen waarvoor een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd (woongebouwen, schoolgebouwen, industriële gebouwen, kantoorgebouwen, ziekenhuizen, hotels, sportinstallaties, handelszaken, …) (zie tabellen op de pagina’s 3 tot 7). 2.1 PEIL
VAN PRIMAIR ENERGIEVERBRUIK
De voornaamste nieuwigheid ligt in de invoering van het ‘peil van primair energieverbruik’ (E-peil). Het gaat hier om een concept dat betrekking heeft op woongebouwen enerzijds en op kantoor- en schoolgebouwen anderzijds. Hoewel de berekeningsmethode identiek is voor de drie Gewesten van ons land (zie kader op p. 2), willen we erop wijzen dat de laatste rekenstap voor woongebouwen in Wallonië een klein verschil vertoont. Hierin wordt namelijk een andere referentiewaarde gehanteerd. Dit verklaart waarom men het in Wallonië heeft over het Ew-peil en niet over het E-peil. De grenswaarden voor het peil van primair energieverbruik (E-peil of Ew-peil) zijn opgenomen in de tabellen op de pagina’s 3 tot 7).
constructieonderdelen moeten voldoen aan een maximale warmtedoorgangscoëfficient (Umax-waarde, eveneens gekend als de kmax-waarde) of aan een minimale warmteweerstand (R-waarde) (zie tabellen op de pagina’s 3 tot 7). Verder werd het maximaal toelaatbare globale warmte-isolatieniveau (K-peil) verlaagd (zie tabellen op de pagina’s 3 tot 7). Dit betekent dat de gebouwen beter geïsoleerd zullen moeten worden dan vroeger. In het Waalse Gewest is de eis inzake het K-peil nu ook van toepassing op industriële gebouwen en gebouwen met een andere bestemming (ziekenhuizen en klinieken, gebouwen uit de HORECA-sector, sportinstallaties, gebouwen die handelszaken herbergen, …). De berekening van de U-waarde, de R-waarde en het K-peil gebeurt in overeenstemming met een specifiek document, dat gebaseerd is op de Europese normen en gepubliceerd werd door de Gewesten. In het Waalse Gewest zal de berekening van de U-waarde, de R-waarde en het K-peil in de periode tussen 1 september 2008 en 31 augustus 2009 echter nog blijven gebeuren volgens de normen NBN B 62-002 uit 1987 (en zijn addenda) [1] en NBN B 62-301 uit 1989 [2].
Naast het Ew-peil werd er in het Waalse Gewest voor woongebouwen nog een andere eis ten aanzien van het karakteristieke jaarlijkse primaire energieverbruik ingevoerd. Dit bijkomende criterium (dat geen officiële naam draagt) heeft betrekking op het karakteristieke jaarlijkse primaire energieverbruik, gedeeld door de volledige verwarmde vloeroppervlakte (zie tabel 1). Gemakshalve zullen we dit criterium in het vervolg van dit artikel aanduiden als het specifieke verbruik (Espec).
De toelaatbare Umax-waarden die gedurende deze periode aangewend moeten worden, zijn vastgelegd in bijlage III van de reglementering [9].
2.2 WARMTE-ISOLATIE
? C. Delmotte, ir., hoofd van het laborato-
Wat de warmte-isolatie betreft, zullen de
2.3 VENTILATIE Volgens de nieuwe reglementeringen moeten de gebouwen tevens uitgerust zijn met ventilatievoorzieningen (zie tabellen op de pagina’s 3 tot 7). rium ‘Luchtkwaliteit en Ventilatie’, WTCB
71 WTCB-Dossiers – Nr. 4/2008 – Katern nr. 1 – paginaDIMENSION 1
TH
i
HET
PEIL VAN PRIMAIR ENERGIEVERBRUIK VAN GEBOUWEN
Het E-peil heeft niet alleen betrekking op het gebouw en de installaties voor verwarming, ventilatie, warm tapwater, koeling en verlichting (dit laatste punt geldt evenwel niet voor woongebouwen), maar ook op het gebruik van duurzame energie. Dankzij deze combinatie van bouwkundige mogelijkheden, installatietechnische keuzen en duurzame energieopwekking kan de ontwerper de meest geschikte middelen kiezen om te voldoen aan de opgelegde eisen. De primaire energie, waarvan sprake in het E-peil, vertegenwoordigt het geheel van niet-omgezette energiegrondstoffen die rechtstreeks gebruikt of ingevoerd worden. Het gaat hier voornamelijk om ruwe aardolie, aardgas, vaste minerale brandstoffen (zoals steenkool), biomassa (bijvoorbeeld hout), zonnestraling, hydraulische energie, windenergie, aardwarmte en de energie die voortkomt uit de splitsing van uranium. Het E-peil neemt dus eveneens de energie in aanmerking die nodig is om de verschillende vormen van energie die verbruikt worden in het gebouw (met inbegrip van de omzetting en het transport van de energie) ter beschikking te stellen. De bepaling van het karakteristieke jaarlijkse primaire energieverbruik en van het peil van primair energieverbruik (E-peil) gebeurt in verschillende stappen : • eerst en vooral berekent men de maandelijkse netto energiebehoeften voor verwarming en warm tapwater. Hierbij worden zowel de transmissieverliezen, de ventilatieverliezen, de zonnewinsten, de interne warmtewinsten als het verbruik van warm tapwater in aanmerking genomen. Het risico op oververhitting maakt het voorwerp uit van een afzonderlijke controle • ten tweede worden de maandelijkse netto energiebehoeften voor verwarming en warm tapwater omgezet in maandelijkse bruto energiebehoeften. Dit gebeurt door de netto behoeften te delen door het systeemrendement van de verwarmingsinstallatie enerzijds en van de installatie voor warm tapwater anderzijds • vervolgens bepaalt men het maandelijkse (eind)energieverbruik voor verwarming en warm tapwater. Hiervoor trekt men, in voorkomend geval, de maandelijkse energiebijdrage van het thermische zonne-energiesysteem af van de bruto energiebehoeften voor verwarming en warm tapwater. Het aldus bekomen verschil wordt gedeeld door het opwekkingsrendement van het warmteproductiesysteem. Daarnaast berekent men ook het maandelijkse (eind)energieverbruik voor de hulpfuncties en bepaalt men het equivalente maandelijkse (eind)energieverbruik voor de koeling. Indien er in het gebouw elektriciteit geproduceerd wordt met een fotovoltaïsch zonne-energiesysteem of met behulp van warmtekrachtkoppeling, berekent men de karakteristieke maandelijkse elektriciteitsproductie • in een vierde stap wordt het karakteristieke jaarlijkse primaire energieverbruik bepaald. Hiertoe vermenigvuldigt men eerst elk van de maandelijkse eindenergieverbruiken (voor verwarming, warm tapwater en de hulpfuncties) met de omrekenfactor voor primaire energie van de betreffende energiedrager om de maandelijkse primaire energieverbruiken te bekomen. Voor zelfopgewekte elektriciteit wordt de primaire energiebesparing die gerealiseerd werd in de elektrische centrale berekend door vermenigvuldiging met de van toepassing zijnde omrekenfactor. Vervolgens wordt de som gemaakt van de karakteristieke maandelijkse primaire energieverbruiken over de 12 maanden van het jaar, en trekt men er de karakteristieke maandelijkse primaire energiebesparing als gevolg van de zelfopgewekte elektriciteit van af • het peil van primair energieverbruik (E-peil) wordt dan uiteindelijk bepaald als de met 100 vermenigvuldigde verhouding tussen het karakteristieke jaarlijkse primaire energieverbruik en een referentieverbruik (voor een gebouw met identieke geometrische karakteristieken). Bij de diverse rekenstappen heeft men de keuze tussen een eenvoudige benadering en een meer gedetailleerde benadering. De eenvoudige benadering berust op waarden bij ontstentenis. Voor de gedetailleerde berekening zijn een aantal bijkomende invoergegevens en de aanlevering van informatie door het bedrijfsleven vereist.
Voor individuele woningen (Brussel) en woongebouwen (Wallonië) verwijzen de teksten voornamelijk naar de Belgische norm NBN D 50-001 [3]. Wat de andere gebouwen betreft (bv. kantoorgebouwen, gebouwen bestemd voor het onderwijs, restaurants of ziekenhuizen), verwijzen de reglementeringen naar een aantal nieuwe maatregelen, die grotendeels gebaseerd zijn op de Europese normen. Deze eisen hebben betrekking op de ontwerpdebieten en op een aantal technische beschouwingen. 2.4 OVERVERHITTING Een andere nieuwigheid ligt in het in aanmerking nemen van het risico op oververhitting van de gebouwen in de zomer. Hiertoe berekent men een oververhittingsfactor die de door de Gewesten vastgelegde maximumwaarde niet mag overschrijden. Als deze waarde toch overschreden wordt, dient men maatregelen te treffen zoals de installatie van zonneweringen,
de verhoging van de toegankelijke thermische massa of de vermindering van de beglaasde oppervlakte. Het doel is om het risico op een gebrek aan comfort tengevolge van een te hoge temperatuur binnenin de woning in de zomer te vermijden. Dankzij deze benadering is het bovendien mogelijk het gebruik van energieverslindende actieve koelsystemen tot een minimum te beperken. 2.5 EISEN
MET BETREKKING TOT DE TECHNI-
E
O PMERKING
Bepaalde tabellen uit dit artikel werden vereenvoudigd om hun leesbaarheid te verbeteren. De officiële teksten uit het Belgisch Staatsblad blijven echter de enige wettelijke referentie.
SCHE INSTALLATIES
Aanvullend op voornoemde maatregelen werden er in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ook een aantal technische eisen geformuleerd met betrekking tot : • de vermogensmodulatie van ketelbranders • de thermische isolatie van leidingen en accessoires • de verdeling van de verspreiding van warmte, koude en lucht • de manuele bedienings- en automatische programmeerinrichtingen
WTCB-Dossiers – Nr. 4/2008 – Katern nr. 1 – pagina 2
72 DIMENSION
• de energiemetingen • de installaties voor de aanvoer van verse lucht. n
i
NUTTIGE
INFORMATIE
Alle wetteksten waarnaar verwezen wordt in dit artikel kunnen geconsulteerd worden via de website www.normen.be.
TC HYGROTHERMIE
Tabel 1 Te respecteren thermische eisen in het Waalse Gewest voor nieuwbouw (1). Eisen (vanaf 1 september 2008) Warmte-isolatie
Woongebouwen • • •
Energieprestatie
max
K45 max. of RUmin
Ewmax. 100 en Espec max. 170 kWh/m² (vanaf 1 september 2009) • Ewmax. 80 en Especmax. 130 kWh/m² (vanaf 1 september 2011)
Kantoor- en dienstengebouwen, gebouwen bestemd voor het onderwijs • •
max
K45 max. of RUmin
Gebouwen met een andere bestemming (2) • •
max
Ew max. 100 kWh/m2 (vanaf 1 septemùber 2009) • Ew max. 80 kWh/m2 (vanaf 1 september 2011)
K45 max. of RUmin
Industriële gebouwen • •
max
K55 max. (3) of RUmin
•
– ( 3)
Ventilatievoorzieningen (niet-residentieel)
–
• Binnenklimaat
Ventilatievoorzienin gen (residentieel) Ventilatievoorzieningen • Beperking van het (niet-residentieel) risico op oververhitting
– ( 3)
techniek
Bron: WTCB-dossier - n°4/2008 - Katern 1 - TC Hygrothermie
(1) Eveneens van toepassing voor alle gebouwen die het voorwerp uitmaken van herbouwings- of uitbreidingswerken waarvoor een bouwvergunning vereist is en die bestaan uit het creëren van een wooneenheid of een beschermd volume groter dan 800 m3. (2) Zijn opgenomen in deze categorie : ziekenhuizen en klinieken, gebouwen uit de HORECA-sector, sportinstallaties, gebouwen die handelszaken herbergen, ... (3) Deze eis (of het ontbreken ervan, al naargelang van het geval) is eveneens van toepassing op de delen van industriële gebouwen die ingericht zijn voor gebruik als kantoor of andere diensten, of op nieuwe delen met een andere bestemming, voor zover het beschermde volume van dit deel van het gebouw kleiner is dan 800 m3 en kleiner is dan of gelijk is aan 40 % van het volledige beschermde volume.
Tabel 2 Te respecteren thermische eisen in het Waalse Gewest voor belangrijke of eenvoudige renovatiewerken. Eisen (vanaf 1 september 2008) Warmte-isolatie
Woongebouwen
Kantoor- en dienstengebouwen, gebouwen bestemd voor het onderwijs
Gebouwen met een andere bestemming (1 )
Industriële gebouwen
Umax of Rmin (gerenoveerde elementen)
Umax of Rmin (gerenoveerde elementen)
Umax of Rmin (gerenoveerde elementen)
–
Energieprestatie
–
–
–
–
Binnenklimaat
Luchttoevoeropeningen (residentieel) in ruimten waarvan de vensterramen of de (buiten) deurkaders vervangen worden
Luchttoevoeropeningen (niet-residentieel) in ruimten waarvan de vensterramen of de (buiten)deurkaders vervangen worden
Luchttoevoeropeningen (niet-residentieel) in ruimten waarvan de vensterramen of de (buiten)deurkaders vervangen worden
–
(1) Zijn opgenomen in deze categorie : ziekenhuizen en klinieken, gebouwen uit de HORECA-sector, sportinstallaties, gebouwen die handelszaken herbergen, ...
Tabel 3 Te respecteren thermische eisen in het Waalse Gewest voor een wijziging van bestemming (1). Eisen (vanaf 1 september 2008) Warmte-isolatie Energieprestatie Binnenklimaat
Woongebouwen • •
max
K65 max. of RUmin –
Ventilatievoorzieningen (residentieel)
Kantoor- en dienstengebouwen, gebouwen bestemd voor het onderwijs • •
max
K65 max. of RUmin
Gebouwen met een andere bestemming (2 ) • •
–
Ventilatievoorzieningen (niet-residentieel)
max
K65 max. of RUmin –
Ventilatievoorzieningen (niet-residentieel)
Industriële gebouwen • •
max
K65 max. of RUmin – –
(1) De bestemming, die aangegeven is bovenaan de kolommen, is de nieuwe bestemming. Het gaat hier om gebouwen of delen van gebouwen waarbij er na de bestemmingswijziging en in tegenstelling tot de beginsituatie, energie wordt verbruikt om voor de gebruikers een specifieke binnentemperatuur te waarborgen, of om industriële gebouwen die omgevormd worden tot woongebouwen, kantoor- en dienstengebouwen of gebouwen bestemd voor het onderwijs. (2) Zijn opgenomen in deze categorie : ziekenhuizen en klinieken, gebouwen uit de HORECA-sector, sportinstallaties, gebouwen die handelszaken herbergen, ...
WTCB-Dossiers – Nr. 4/2008 – Katern nr. 1 – pagina DIMENSION 3 73
TC HYGROTHERMIE
Bron: WTCB-dossier - n°4/2008 - Katern 1 - TC Hygrothermie
Tabel 4 Te respecteren thermische eisen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor nieuwbouw (1).
Van kracht zijnde eisen
Warmte-isolatie
Andere bestemming (4)
Umax of Rmin
Umax of Rmin
E 90 max. (vanaf 2 juli 2009) • E 75 max. (vanaf 2 juli 2011)
–
–
Ventilatievoorzieningen (niet-residentieel)
Ventilatievoorzieningen (niet-residentieel)
–
Wooneenheden (2)
Kantoren en diensten, onderwijs
• •
• •
• •
•
max
K40 max. of RUmin
E 90 max. (vanaf 2 juli 2009) • E 70 max. (vanaf 2 juli 2011)
Energieprestatie
Gezondheidszorg, cultuur en ontspanning, restaurants en cafés, handelszaken of sport
Gemeenschappelijk residentieel (3)
max
K40 max. of RUmin –
Ventilatievoorzie ningen (residentiVentilatievooreel) zieningen (niet• Beperking van het residentieel) risico op oververhitting
•
max
K45 max. of RUmin
• Binnenklimaat
Technische installaties
Eisen uit bijlage VIII (behalve hoofdstuk 1 dat van kracht wordt vanaf 1 januari 2009)
(1) Eveneens van toepassing voor : - alle herbouwde gebouwen gedeeltelijke alle herbouwingen van bestaande gebouwen met een oppervlakte van meer dan 250 m2 of die minstens één wooneenheid bevatten nieuwe uitbreidingen alle van bestaande gebouwen met een oppervlakte van meer dan 250 m2 of die minstens één wooneenheid bevatten. (2) Zijn opgenomen in deze categorie : eengezinswoningen, appartementen, studio’s, hotelappartementen, hotelflats, … (3) Zijn opgenomen in deze categorie : hotels, herbergen, jeugdherbergen, motels, pensions, penitentiaire of heropvoedingsinrichtingen, rusthuizen, internaten, … (4) Zijn opgenomen in deze categorie : gebouwen waar er industriële of artisanale activiteiten plaatsvinden, werkplaatsen, landbouwgebouwen, luchthavens, stations, funeraria, …
Tabel 5 Te respecteren thermische eisen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zware en eenvoudige renovaties (met inbegrip van bepaalde bestemmingswijzigingen).
Van kracht zijnde eisen
Wooneenheden (1)
Gemeenschappelijk residentieel (2)
Kantoren en diensten, onderwijs
Gezondheidszorg, cultuur en ontspanning, restaurants en cafés, handelszaken of sport
Warmteisolatie
Umax of Rmin
Umax of Rmin
Umax of Rmin
Umax of Rmin
Umax of Rmin
Energieprestatie
–
–
–
–
–
gevalInvan een toevoeging, verwijdering of vervanging van de vensters van een ruimte : - luchttoevoer- of afvoeropeningen (residentieel) (4) - intensieve ventilatie • een nieuwe In ruimte : luchttoevoer- of afvoeropeningen (residentieel)
In geval van een toevoeging, verwijdering of vervanging van de vensters en voor alle nieuwe ruimten : luchttoevoer- of afvoeropeningen (niet-residentieel)
In geval van een toevoeging, verwijdering of vervanging van de vensters en voor alle nieuwe ruimten : luchttoevoer- of afvoeropeningen (niet-residentieel) (4)
In geval van een toevoeging, verwijdering of vervanging van de vensters en voor alle nieuwe ruimten : luchttoevoer- of afvoeropeningen (niet-residentieel)
–
•
Binnenklimaat
Technische installaties
Andere bestemming (3)
Eisen uit bijlage VIII Hoofdstuk 2 (5)
(1) Zijn opgenomen in deze categorie : eengezinswoningen, appartementen, studio’s, hotelappartementen, hotelflats, … (2) Zijn opgenomen in deze categorie : hotels, herbergen, jeugdherbergen, motels, pensions, penitentiaire of heropvoedingsinrichtingen, rusthuizen, internaten, … (3) Zijn opgenomen in deze categorie : gebouwen waar er industriële of artisanale activiteiten plaatsvinden, werkplaatsen, landbouwgebouwen, luchthavens, stations, funeraria, … (4) In geval van een bestemmingswijziging tot een gebruik als wooneenheid of kantoor- en dienstengebouw : ventilatievoorzieningen. (5) Niet van toepassing in geval van een eenvoudige renovatie.
74 DIMENSION WTCB-Dossiers – Nr. 4/2008 – Katern nr. 1 – pagina 4
TC HYGROTHERMIE Tabel 6 Te respecteren thermische eisen in het Vlaamse Gewest voor nieuwbouw (1). Van kracht zijnde eisen Warmte-isolatie
Woongebouwen • •
Energieprestatie
max
K45 max. of RUmin
max. E 100
Gebouwen met een andere specifieke bestemming (2) (3)
Kantoorgebouwen en schoolgebouwen • •
max
K45 max. of RUmin
• •
max. E 100
K45 max. of RUmin –
• •
max
K55 max. of RUmin –
• Binnenklimaat
Ventilatievoorzienin gen (residentieel) Ventilatievoorzieningen • Beperking van het (niet-residentieel) risico op oververhitting
max
Industriële gebouwen (4 )
Ventilatievoorzieningen (niet-residentieel)
Ventilatievoorzieningen (niet-residentieel)
(1) Eveneens van toepassing voor : - het herbouwen na de volledige afbraak van een gebouw - de uitbreiding of gedeeltelijke herbouw, waarbij er één of meerdere wooneenheden toegevoegd worden - de uitbreiding of gedeeltelijke herbouw van een beschermd volume, groter dan 800 m3 - de verbouwing van een gebouw waarvan het beschermde volume groter is dan 3000 m3, wanneer de draagstructuur van het gebouw bewaard blijft en de aanwezige installaties toelaten een binnenklimaat te waarborgen en ten minste 75 % van de gevels vervangen worden. (2) Zijn opgenomen in deze categorie : ziekenhuizen, hotels en restaurants, sportinstallaties, groot- en kleinhandelsgebouwen, … 3 ( ) Eveneens van toepassing voor nieuwe kantoorgebouwen waarvan het beschermde volume kleiner is dan 800 m3, die deel uitmaken van een gebouw met een andere specifieke bestemming en die hoogstens 40 % van het beschermde volume vertegenwoordigen dat gevormd wordt door de kantoorgedeelten en de delen met andere specifieke bestemmingen van het gebouw. (4) Eveneens van toepassing voor nieuwe kantoorgebouwen waarvan het beschermde volume kleiner is dan 800 m3, die deel uitmaken van een industrieel gebouw en die hoogstens 40 % van het beschermde volume vertegenwoordigen dat gevormd wordt door de kantoorgedeelten en de industriële gedeelten van het gebouw.
Tabel 7 Te respecteren thermische eisen in het Vlaamse Gewest voor een uitbreiding of gedeeltelijke herbouw (1). Van kracht zijnde eisen
Woongebouwen
Kantoorgebouwen en schoolgebouwen
Gebouwen met een andere specifieke bestemming (2)
Industriële gebouwen
Warmte-isolatie
Umax of Rmin
Umax of Rmin
Umax of Rmin
Umax of Rmin
Ventilatievoorzieningen (residentieel)
Ventilatievoorzieningen (niet-residentieel)
Ventilatievoorzieningen (niet-residentieel)
Ventilatievoorzieningen (niet-residentieel)
Energieprestatie Binnenklimaat
–
–
–
–
(1) Van toepassing indien het beschermde volume van het toegevoegde of herbouwde deel niet groter is dan 800 m3 en indien het niet gaat om de toevoeging van één of meer wooneenheden. De eisen zijn van kracht voor het toegevoegde of herbouwde deel. (2) Zijn opgenomen in deze categorie : ziekenhuizen, hotels en restaurants, sportinstallaties, groot- en kleinhandelsgebouwen, …
Tabel 8 Te respecteren eisen in het Vlaamse Gewest voor verbouwingen (1). Van kracht zijnde eisen
Woongebouwen
Kantoorgebouwen en schoolgebouwen
Gebouwen met een andere specifieke bestemming (2)
Industriële gebouwen
Warmte-isolatie
Umax of Rmin
Umax of Rmin
Umax of Rmin
Umax of Rmin
Luchttoevoeropeningen (residentieel) in ruimten waarvan de ramen vervangen worden
Luchttoevoeropeningen (niet-residentieel) in ruimten waarvan de ramen vervangen worden
Luchttoevoeropeningen (niet-residentieel) in ruimten waarvan de ramen vervangen worden
–
Energieprestatie Binnenklimaat
–
–
–
–
(1) Niet van toepassing voor gebouwen waarvan het beschermde volume groter is dan 3000 m3, wanneer de draagstructuur van het gebouw bewaard blijft en de aanwezige installaties toelaten een binnenklimaat te waarborgen en ten minste 75 % van de gevels vervangen worden. (2) Zijn opgenomen in deze categorie : ziekenhuizen, hotels en restaurants, sportinstallaties, groot- en kleinhandelsgebouwen, …
76 DIMENSION
WTCB-Dossiers – Nr. 4/2008 – Katern nr. 1 – pagina 5
Bron: WTCB-dossier - n°4/2008 - Katern 1 - TC Hygrothermie
TC HYGROTHERMIE
Tabel 9 Te respecteren thermische eisen in het Vlaamse Gewest voor functiewijzigingen (1). Van kracht zijnde eisen
Woongebouwen
Kantoorgebouwen en schoolgebouwen
Gebouwen met een andere specifieke bestemming (2)
Industriële gebouwen
Warmte-isolatie
max. K65
max. K65
max. K65
max. K65
Energieprestatie
–
–
–
–
Binnenklimaat
Ventilatievoorzieningen (residentieel)
Ventilatievoorzieningen (niet-residentieel)
Ventilatievoorzieningen (niet-residentieel)
Ventilatievoorzieningen (niet-residentieel)
(1) Het gaat hier om gebouwen waarbij er na de functiewijziging en in tegenstelling tot de beginsituatie energie wordt verbruikt om voor de gebruikers een specifieke binnentemperatuur te waarborgen, of in geval van een functiewijziging van een industrieel gebouw tot een woon-, kantoor- of schoolgebouw, indien het beschermde volume groter is dan 800 m3. 2 ( ) Zijn opgenomen in deze categorie : ziekenhuizen, hotels en restaurants, sportinstallaties, groot- en kleinhandelsgebouwen, …
Tabel 10 Maximaal toelaatbare U-waarden (W/m2K) of minimaal te realiseren R-waarden (m2K/W) in de drie Gewesten. Constructieonderdeel Scheidingsconstructies die het beschermde volume omhullen, met uitzondering van deze die de scheiding vormen met een aanpalend beschermd volume : – transparante scheidingsconstructies, met uitzondering van deuren en garagepoorten, gordijngevels (lichte gevels) en glasbouwsteenwanden – opake scheidingsconstructies, met uitzondering van deuren en garagepoorten en gordijngevels (lichte gevels) : - daken en plafonds - muren niet in contact met de grond, met uitzondering van verticale en hellende scheidingsconstructies in contact met een kruipruimte of met een kelder buiten het beschermde volume - muren in contact met de grond - verticale en hellende scheidingsconstructies in contact met een kruipruimte of met een kelder buiten het beschermde volume - vloeren in contact met de buitenomgeving - andere vloeren (vloeren op de volle grond, boven een kruipruimte of boven een kelder buiten het beschermde volume, ingegraven keldervloeren) – deuren en garagepoorten (met inbegrip van het kader) – gordijngevels (lichte gevels) – glasbouwsteenwanden Scheidingsconstructies tussen twee beschermde volumes op aangrenzende percelen De volgende opake scheidingsconstructies binnen het beschermde volume of palend aan een bestaand beschermd volume op hetzelfde perceel, met uitzondering van deuren en garagepoorten : – tussen aparte wooneenheden – tussen wooneenheden en gemeenschappelijke ruimten (trappenhuis, inkomhal, gangen, …) – tussen wooneenheden en ruimten met een niet-residentiële bestemming – tussen ruimten met een industriële bestemming en ruimten met een nietindustriële bestemming
Vlaams Gewest
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Waals Gewest (1)
Umax = 2,5 en Ug,max = 1,6
UW,max = 2,5 en Ug,max = 1,6
UW,max = 2,5 en Ug,max = 1,6
Umax = 0,4 Umax = 0,6
Umax = 0,3 Umax = 0,4
Umax = 0,3 Umax = 0,4
Rmin = 1,0 Rmin = 1,0
Rmin = 1,0 Rmin = 1,0
Rmin = 1,0 Rmin = 1,0
Umax = 0,6
Umax = 0,6
Umax = 0,6
Umax = 0,4 of Rmin = 1,0
Umax = 0,4 of Rmin = 1,0
Umax = 0,4 of Rmin = 1,0
Umax = 2,9
UD,max = 2,9
UD,max = 2,9
Umax = 2,9 en Ug,max = 1,6 Umax = 3,5
UCW,max = 2,9 en Ug,max = 1,6 Umax = 3,5
UCW,max = 2,9 en Ug,max = 1,6 Umax = 3,5
Umax = 1,0
Umax = 1,0
Umax = 1,0
Umax = 1,0
Umax = 1,0
Umax = 1,0
(1) Van kracht na 1 september 2009.
WTCB-Dossiers – Nr. 4/2008 – Katern nr. 1 – pagina 6
DIMENSION 77
TC HYGROTHERMIE
Bron: WTCB-dossier - n°4/2008 - Katern 1 - TC Hygrothermie
Tabel 11 Maximaal toelaatbare U-waarden die in het Waalse Gewest van kracht zijn tot 1 september 2009. TC HYGROTHERMIE Constructieonderdeel Scheidingsconstructies die het beschermde volume omhullen, met uitzondering van deze die de scheiding
Umax (W/m²K)
Tabel 11 Maximaal toelaatbare U-waarden vormen met een aanpalend beschermd volume : die in het Waalse Gewest van kracht zijn tot 1 september 2009. – transparante scheidingsconstructies, met uitzondering van deuren en garagepoorten, lichte gevels en Constructieonderdeel glasbouwsteenwanden Scheidingsconstructies die het beschermde volumevan omhullen, uitzondering van de scheiding – opake scheidingsconstructies, met uitzondering deurenmet en garagepoorten endeze lichtedie gevels : vormen met een aanpalend beschermd volume : - daken en plafonds – transparante met uitzondering van deuren en garagepoorten, lichte gevels en - muren niet scheidingsconstructies, in contact met de grond, met uitzondering van verticale en hellende scheidingsconstructies glasbouwsteenwanden in contact met een kruipruimte – opake scheidingsconstructies, met uitzondering van deuren en garagepoorten en lichte gevels : - muren in contact met de grond -- daken en plafonds verticale en hellende scheidingsconstructies in contact met een kruipruimte -- muren niet contact scheidingsconstructies met de grond, met uitzondering hellende scheidingsconstructies verticale eninhellende in contactvan metverticale met eenen kelder buiten het beschermde in contact met een kruipruimte volume -- muren vloereninincontact contactmet metde degrond buitenomgeving of boven een kruipruimte -- verticale en hellende scheidingsconstructies contact eenbuiten kruipruimte andere vloeren (vloeren op de volle grond of in boven eenmet kelder het beschermde volume, inge- verticale en hellende scheidingsconstructies in contact met met een kelder buiten het beschermde graven keldervloeren) volume – deuren en garagepoorten (met inbegrip van het kader) - vloeren in contact met de buitenomgeving of boven een kruipruimte – lichte gevels - andere vloeren (vloeren op de volle grond of boven een kelder buiten het beschermde volume, inge– glasbouwsteenwanden graven keldervloeren) Scheidingsconstructies tussen(met tweeinbegrip beschermde volumes – deuren en garagepoorten van het kader) op aangrenzende percelen – lichte gevels De volgende opake scheidingsconstructies binnen het beschermde volume of palend aan een bestaand – glasbouwsteenwanden beschermd volume op hetzelfde perceel, met uitzondering van deuren en garagepoorten : – tussen aparte wooneenheden Scheidingsconstructies tussen twee beschermde volumes op aangrenzende percelen – tussen wooneenheden en gemeenschappelijke ruimten (trappenhuis, inkomhal, gangen, …) De volgende opake scheidingsconstructies binnen het beschermde volume of palend aan een bestaand – tussen wooneenheden en ruimten met een niet-residentiële bestemming beschermd volumemet op hetzelfde perceel, met uitzondering van deuren garagepoorten : – tussen ruimten een industriële bestemming en ruimten met eenenniet-industriële bestemming – tussen aparte wooneenheden – tussen wooneenheden en gemeenschappelijke ruimten (trappenhuis, inkomhal, gangen, …) – tussen wooneenheden en ruimten met een niet-residentiële bestemming – tussen ruimten met een industriële bestemming en ruimten met een niet-industriële bestemming
1
Umax = 0,3 UW,max = U 2,5 en Ug,max = 1,6 = 0,5 max
Umax U max Umax U Umax max
= = = = =
0,9 0,3 0,6 0,5 0,9
U max Umax U Umax max Umax
= = = = =
0,9 0,6 0,6 0,9 0,9
UD,max = 2,9 = 0,6 max en U UCW,max =U2,9 = 1,6 g,max U = 0,9 max = 3,5 Umax = 1,0 UUD,max max = 2,9 UCW,max = 2,9 en Ug,max = 1,6 Umax = 3,5 U = Umax = 1,0 1,0 max
Umax = 1,0
LITERATUURLIJST
1. Bureau voor Normalisatie
B 62-002 (A1:2001, A2:2005) Berekening van de 1NBN wanden van gebouwen. Brussel, NBN, 1987 (in herziening [4]).
UW,max = 2,5(W/m²K) en Ug,max = 1,6 Umax
van
LITERATUURLIJST
2. 1. Bureau voor Normalisatie NBN B 62-301 van gebouwen. 62-002 Warmte-isolatieprestatie (A1:2001, A2:2005) Berekening van de Globaal warmte-isolatiepeil (K-peil) gebouw.Brussel, Brussel,NBN, NBN,1987 1989(in (inherziening herziening). wanden van van een gebouwen. [4]).
van
3. 2. Bureau voor Normalisatie NBN D 50-001 Warmte-isolatieprestatie Ventilatievoorzieningen invan woongebouwen. Brussel, NBN, 1991. B 62-301 gebouwen. Globaal warmte-isolatiepeil (K-peil) van een gebouw. Brussel, NBN, 1989 (in herziening). 4. Bureau voor Normalisatie prNBN B 62-002 Thermische prestaties van gebouwen. Berekening van de warmtedoor3. Bureau voor Normalisatie (U-waarden) van gebouwcomponenten en gebouwelementen. NBN D 50-001 Ventilatievoorzieningen in woongebouwen. Brussel, NBN, 1991. Berekening van de warmteoverdrachtscoëfficiënten door transmissie (HT-waarde) en ventilatie 4. voor Normalisatie (HVBureau -waarde). Brussel, NBN, 2007. prNBN B 62-002 Thermische prestaties van gebouwen. Berekening van de warmtedoor5. Delmotte C. (U-waarden) van gebouwcomponenten en gebouwelementen. BereDe Energieprestatieregelgeving voor gebouwendoor : de transmissie laatste evoluties. Brussel, kening van de warmteoverdrachtscoëfficiënten (HT-waarde) enWTCB, ventilatie WTCB-Dossiers, nr. 3,NBN, Katern 2, 2005. (HV-waarde). Brussel, 2007. 6. van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 5. Ministerie Delmotte C. Ordonnantie van 7 juni 2007 houdende de energieprestatie het binnenklimaat van De Energieprestatieregelgeving voor gebouwen : de laatste en evoluties. Brussel, WTCB, gebouwen. Brussel, WTCB-Dossiers, nr. Belgisch 3, KaternStaatsblad, 2, 2005. 11 juli 2007.
78 DIMENSION
7. 6. Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke van 21 december 2007 tot vaststelling Ordonnantie van 7 juni 2007 houdende deRegering energieprestatie en het binnenklimaat van van de eisen op het Belgisch vlak van Staatsblad, de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen. gebouwen. Brussel, 11 juli 2007. Brussel, Belgisch Staatsblad, 5 februari 2008. 7. Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 8. Ministerie van het Waalse Gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling Kaderdecreet vanhet 19vlak aprilvan 2007 wijziging van het Wetboek van van de eisen op de tot energieprestatie en Waalse het binnenklimaat vanRuimtelijke gebouwen. Ordening, Stedenbouw en Patrimonium het oog op het bevorderen van de energieBrussel, Belgisch Staatsblad, 5 februari met 2008. prestatie van de gebouwen. Brussel, Belgisch Staatsblad, 29 mei, 2007. 8. Ministerie van het Waalse Gewest 9. Ministerie van Gewest Kaderdecreet vanhet 19Waalse april 2007 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Besluit vanStedenbouw de Waalse Regering van 17 met aprilhet 2008 totop vaststelling van devan berekeningsmeOrdening, en Patrimonium oog het bevorderen de energiethode en van de eisen, de goedkeuringen en de sancties op het de energieprestaprestatie de gebouwen. Brussel, Belgisch Staatsblad, 29vlak mei,van 2007. ties en het binnenklimaat van gebouwen. Brussel, Belgisch Staatsblad, 30 juli 2008. 9. Ministerie van het Waalse Gewest Besluit van de Waalse Regering van 17 april 2008 tot vaststelling van de berekeningsmethode en de eisen, de goedkeuringen en de sancties op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen. Brussel, Belgisch Staatsblad, 30 juli 2008.
WTCB-Dossiers – Nr. 4/2008 – Katern nr. 1 – pagina 7