Tijdschrift Toelating gesloten verpakking 2099 Antwerpen X - n° BC 6379
Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
België-Belgique P.B. 2099 Antwerpen X PB 8/1779
erkenning: p303221
14 me i 2 0 0 8 | nr 9 | 19 de j aa r g ang | w w w. k ul e u v e n .be / c k /
t i jdschrif t va n de k .u.l eu v en
NAVO-baas in debat met studenten campus kortrijk [2]
BioSCENTer boven de doopvont samenwerkingsverband bio-onderzoek [3]
Nieuw fonds steunt stamcelonderzoek inhuldiging ‘Jouw gezondheid’ [5] (© Michael De Lausnay)
Intensieve aandacht
Op 7 mei bracht prins Filip een bezoek aan het Laboratorium Intensieve Geneeskunde. Professor Greet Van den Berghe (links naast prins Filip) en haar team van jonge onderzoekers gaven de belangstellende prins een stand van zaken in het translationeel wetenschappelijk onderzoek binnen de intensieve geneeskunde.
Camera leest pijn af van gezichtsexpressie Veel dementerende bejaarden kunnen pijn niet verbaal signaleren en krijgen daardoor soms niet de beste behandeling. Onderzoekers van de K.U.Leuven en de KHKempen werken samen met zorgcentrum De Wingerd aan een geautomatiseerd monitorsysteem dat pijn kan aflezen van het gezicht. Reiner Van Hove “Uit onderzoek is gebleken dat pijn bij niet-communicatieve dementerende bejaarden vaak onderschat wordt,” zegt onderzoeker Pieter Schiepers van de Afdeling M3-BIORES (Meet, Modelleer & Manage Bioresponsies, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen). “Zo is er een studie geweest bij bejaarden met een heupfractuur, die uitwees dat patiënten die hun pijn verbaal kunnen melden meer medicatie toegediend krijgen dan nietcommunicatieve patiënten.” Voor die laatste groep is de gelaatsuitdrukking vandaag één van de meest betrouwbare pijnindicatoren: gezichtsexpressie correleert beter met pijn dan EEG, bloeddruk en hartslag. Aan de hand van gestandaardiseerde checklists met – onder andere faciale – indicatoren kunnen deskundigen pijn scoren tijdens een
observatie. Maar die methode is duur in personeelskost, subjectief en niet continu. Een aanvullende geautomatiseerde monitoring zou die nadelen kunnen wegwerken. “Het onderzoek naar automatische beeldherkenning van gelaatsexpressies is al een tijdje aan de gang en is ondertussen zo ver ontwikkeld dat het gebruikt kan worden in tal van toepassingen”, zegt Schiepers. “Zo hebben we in ons labo M3-Biores al een slaapmonitor voor automobilisten ontwikkeld op basis van camerabeelden in combinatie met andere variabelen. Een camera op het dashboard filmt het gezicht en geeft een waarschuwing als de bestuurder typische patronen – knikkebollen, dichtvallende ogen – vertoont.” Het gebruik van de technologie voor pijnmeting – gefinancierd via een Vlaams TETRA-project – is nieuw, en ook een stuk com-
Verschijningsdata Campuskrant 2008
plexer. Schiepers: “De faciale indicatoren zijn minder expliciet dan bij dat indommelen. Bij deze patiënten kunnen we bovendien lang niet altijd frontaal beelden maken: we willen de pijn ook kunnen meten als de patiënt op zijn zij ligt, en dat is niet zo evident.”
Virtueel masker De onderzoekers werken samen met woon- en zorgcentrum De Wingerd in Leuven, dat vragende partij was voor een meer accurate pijnmeting. “Sinds een jaar voeren we er metingen uit bij dementerende bejaarden in een palliatief stadium”, zegt Bert Bonroy van het onderzoekslaboratorium MOBILAB van de KHKempen. “Ze zijn volledig bedlegerig en kunnen niet meer spreken, bewegen of zelfs maar op een knopje duwen als ze pijn hebben.” pagina 8
Nr. 10 – 11 jun 2008
Nr. 1 – 24 sep 2008
Energie-expert Claude Mandil krijgt eredoctoraat
“Onmiddellijke actie vereist” intervie w [6]
Het conformisme van het non-conformisme Veertig jaar na mei ‘68 [9]
Jean-Jacques Cassiman op emeritaat intervie w me t de gene ticus [12]
Juriste en Vlaams minister
Patricia Ceysens le ven na leuven [16]
Nr. 2 – 22 okt 2008
Nr. 3 – 19 nov 2008 nr. 4 – 17 dec 2008
2 Nieuws colofon Campuskrant Maandelijks tijdschrift van de K.U.Leuven
Redactie Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Reiner Van Hove, Wouter Verbeylen, Sofie Bas (stagiair), Wim Troch (stagiair)
Redactieadres Oude Markt 13 - bus 5005 3000 Leuven T 016 32 40 18, F 016 32 40 14 E
[email protected]
Adreswijzigingen (personeel en externen) Campuskrant T 016 32 40 18 E
[email protected]
Adreswijzigingen (oud-studenten) Erik Gobin T 016 32 40 02 E
[email protected]
Losse medewerkers Joke Depuydt, Ann Fransen, Lien Lammar, Jonas Maris, Ines Minten, Jaak Poot, Katrien Steyaert, Benedict Vanclooster, Luk Vanrespaille, Henk Van Nieuwenhove, Tim Vuylsteke
Grafisch ontwerp Catapult, Antwerpen
Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen
Fotografie Rob Stevens, Michael De Lausnay, Patrick Holderbeke
Cartoons Joris Snaet
Reclameregie Wouter Verbeylen T 016 32 41 46 E Wouter.Verbeylen@dcom. kuleuven.be
Oplage 32.000 ex.
campuskrant
NAVO-secretaris-generaal De Hoop Scheffer in Kortrijk Op 7 mei was de Nederlandse secretaris-generaal van de NAVO, Jaap de Hoop Scheffer, te gast op de Campus Kortrijk. Hij trad er in debat met de bachelorstudenten rechten, maar ook andere geïnteresseerden konden het evenement bijwonen. De pers kon De Hoop Scheffer die avond niet te woord staan, maar voor Campuskrant maakte de sympathieke en welbespraakte NAVO-topman graag een uitzondering. Tim Vuylsteke Campusrector Piet Vanden Abeele wil bachelorstudenten op een informele manier in contact brengen met uiteenlopende sectoren en leidinggevers. Het bezoek van De Hoop Scheffer paste in dat opzet. De studenten spaarden de secretaris-generaal niet. Nadat hij een korte uiteenzetting had gegeven over de geschiedenis van de NAVO, bestookten ze hem met vragen over de rol van de NAVO in de Irak-crisis, zijn standpunt inzake het verrijkte uranium in Iran, de soms moeilijke relatie van de NAVO met Rusland – die De Hoop Scheffer overigens vergeleek met een hordeloop: niet makkelijk, maar ook hordelopers komen meestal heelhuids aan de finish – en het beslissingsmechanisme van de organisatie, dat berust op het consensusprincipe. Vindt meneer De Hoop Scheffer dat niet lastig, zo’n debat met uiterst kritische jongeren? “Helemaal niet. Ik stel het altijd bijzonder op prijs met jonge mensen van gedachten te kunnen wisselen. Zij zijn het immers die straks de belangrijke beslissingen zullen moeten nemen, en ik vind het dan ook belangrijk hen te doen begrijpen wat de NAVO precies is en waar wij voor staan.” “Studenten stellen hun vragen wel op een heel directe manier, en dat zorgde ervoor dat het debat van vanavond verschillend was
De Kortrijkse studenten bestookten NAVO-secretaris-generaal De Hoop Scheffer met kritische vragen. (© P. Holderbeke)
van de meeste andere debatten en lezingen waarvoor ik gevraagd word. Op een positieve manier verschillend, welteverstaan. Er werden heel wat uiteenlopende onderwerpen behandeld, en elke vraag die gesteld werd, vond ik relevant. Trouwens, jullie rector heeft me tijdens zijn speech uitgenodigd nog eens terug te komen, en ik ben zeker van plan dat verzoek ooit te honoreren.” Voor het debat van start ging,
Joris steekt de draak
heeft de secretaris-generaal ook gedineerd met de Kortrijkse studenten en professoren. “Ook dat was een heel bijzondere ervaring. De tafelschikking was zo dat mijn vrouw en ik niet met de prominenten aten, maar tussen de studenten zaten. En ook toen hebben we over van alles gepraat: de Belgische politiek, de Nederlandse politiek, een veelheid van onderwerpen eigenlijk. Alleen over de NAVO hebben we het bijna niet gehad.” Op het einde van zijn inleiding gaf De Hoop Scheffer de studen-
ten de raad “te blijven vechten voor onze waarden”. Wat bedoelde hij daar precies mee? “Ik bedoelde dat de jonge mensen van vandaag – maar eigenlijk wij allemaal – het nooit normaal mogen vinden dat in onze landen de mensenrechten worden gerespecteerd, dat hier vrijheid van godsdienst heerst… In grote delen van de wereld zijn die zaken immers niet zo vanzelfsprekend. Het was dus een soort van algemene oproep die ik lanceerde om nooit te vergeten hoe waardevol onze vrijheden eigenlijk wel zijn.”
Drukwerk Verheyen Graphics, Deurne
Verantwoordelijke uitgever Ronny Vandenbroele Oude Markt 13 - bus 5005 3000 Leuven
Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie. Het volgende nummer verschijnt op 11 juni. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet: www.kuleuven.be/ck/
(© Rob Stevens)
Hoog Hongaars bezoek
Studiedag ‘Digitale toegankelijkheid aan de K.U.Leuven’, zie pagina 11.
Op 16 april bracht de Hongaarse president László Sólyom een bezoek aan Leuven. In de Universiteitshal werd Sólyom verwelkomd door een delegatie van de K.U.Leuven en door het Leuvens Universitair Koor, dat enkele Hongaarse liederen bracht. De president gaf vervolgens een toespraak en beantwoordde vragen van onder meer Hongaarse studenten. In de Jubileumzaal kreeg hij tekst en uitleg bij documenten over de relaties tussen Leuven en Hongarije, meer bepaald over de hulp aan Hongaarse studenten in de jaren 50 en de steun aan de Hongaarse opstand. Later op de dag bracht Sólyom ook nog een bezoek aan IMEC.
14 mei 2008
Nieuws 3
BioSCENTer stroomlijnt biowetenschappen
Op 28 mei wordt BioSCENTer boven de doopvont gehouden. Het gaat om een platform of samenwerkingsverband voor alle onderzoekers die binnen de Groep Wetenschap en Technologie actief zijn in bio(techno)logisch onderzoek. Ludo Meyvis Coördinator Bart De Moor noemt het een ambitieus maar ook realistisch initiatief, waarbinnen biologen, bio-informatici, bioingenieurs en tal van andere onderzoekers, samen toch al gauw een kleine vijfhonderd man, eerst en vooral elkààr kunnen vinden. “De moderne biowetenschap evolueert met een rotvaart. Wat in de ICT de Wet van Moore is, is in de biowetenschap de Wet van Carlsson: de eerste vertolkt de exponentiële groei in computers, de tweede in de biodata. De biowetenschappen, die pakweg tien of twintig jaar geleden nog dataarm waren, grossieren nu in de terabytes aan informatie. Dat betekent meteen ook een daling van de datakost. Het eerste menselijk genoom bepalen kostte schatten, maar over enkele jaren geef je bij opname in het ziekenhuis een druppeltje bloed voor onderzoek, en tegelijk wordt je genoom bepaald, voor een verwaarloosbare kost.” “Samen met de exponentieel toenemende rekenkracht van onze computers heeft die informatiestroom enorme gevolgen. Je kunt realistische diermodellen op computer bouwen om ziektepatronen in te simuleren en te behandelen. Je kunt aan
geïnformatiseerde evolutionaire biologie gaan doen en via DNAontwikkelingen letterlijk in het verleden kijken. Je kunt de taxonomie van Linnaeus, die op soms betwistbare uitwendige kenmerken gebaseerd was, volledig hertekenen op basis van eenduidige genetische informatie. Je kunt de bio-archeologie uitbouwen en op zoek gaan naar onze oervaders en -moeders en hun reisroute vanuit Afrika.” “Of denk ook aan de verfijning in de modificatietechnieken, waardoor je, ook nù al, een bacterie genetisch kunt reduceren tot een soort bio-chassis, waarop je dan nieuwe, niet in de natuur bestaande eigenschappen inplant. Je zou bacteriën kunnen maken die overdag licht opslaan en die ’s nachts als kunstlicht gebruikt kunnen worden, of bacteriën met een ingebouwde oscillator die als knipperlicht optreden. Deze zomer al zullen een tiental Leuvense studenten trouwens deelnemen aan de iGEM Jamboree, een competitie van het MIT voor bio-engineering op bacterieel niveau, een soort bacterie-ontwerprace, zeg maar.”
steeds meer expertise en inter- groeiend en steeds grootschalidisciplinariteit vergen. De sa- ger wetenschapsdomein, waarin menwerking tussen biologen, in- we de boot niét mogen missen.” genieurs, informatici enzovoort Meer informatie vindt u op http:// ligt voor de hand – alleen was die www.kuleuven.be/BioSCENTer, er nog niet. Hen een platform ook betreffende het openingseveaanreiken is de eerste bedoeling nement op 28 mei, Aud. M. van BioSCENTer. Vanzelfspre- Weber, Parkstraat 151. kend hoort daar ook ethische reflectie bij.” “Verder wil BioSCENTer de kruisbestuiving tussen verschillende disciplines binnen de Groep bevorderen, en in een latere fase de samenwerking met Professor emeritus Erik De de Groep Biomedische WetenClercq (Afdeling Virologie en schappen en allicht ook met de Chemotherapie) heeft de lifeAssociatie alle kansen geven. Betime achievement award van de langrijk is ook dat we werken aan Europese Commissie en het Euschaal-integratie. Dat betekent ropean Patent Office ontvangen. dat atomaire, moleculaire, weefDe Clercq verrichtte de voorbije sel- tot en met populatie-genetici vier decennia pionierswerk bij elkaar éindelijk ook kunnen ontde ontwikkeling van medicijmoeten en aan samenwerking nen tegen virale infecties als kunnen denken. We willen ook hepatitis B en HIV. Hij lag mee onderwijsactiviteiten uitbouwen, aan de basis van de ontwikkebijvoorbeeld door in de Doctoral ling van een cocktail van meSchool een cursus Technologie dicijnen die tegenwoordig als van de Biowetenschappen aan referentie geldt bij de behandete bieden. Ook de maatschappeling van aids. lijke en economische valorisatie van onderzoeksresultaten krijgt veel aandacht, naast het bevorderen van rekruteringsactiviteiten, Kruisbestuiving wetenschapscommunicatie en “Ik geef die voorbeelden om aan beleidsondersteuning. Een hele te geven dat de biowetenschap- boterham, inderdaad, maar het pen razendsnel evolueren en gaat dan ook om een razendsnel Professor Manuel Sintubin, verbonden aan het Departement Aard- & Omgevingswetenschappen, zal de komende vijf jaar het International Geoscience Programme ‘Earthquake Archaeology leiden. Het project zal aardbevingen uit de oudheid bestuderen en daaruit conclusies trekken voor de toekomst. Het International Geoscience Programme is een gezamenlijk initiatief van de Unesco en de IUGS, de International Union of Geological Sciences. http://www.unesco.org/science/ earth/igcp.shtml
De Clercq bekroond
K.U.Leuven leidt Unescoproject
Fietsscène
Tijdens het pinksterweekend bracht het openluchtfestival ‘Leuven in Scène’ sfeer en spektakel in de stad. De K.U.Leuven was in het Stadspark aanwezig met vier moeilijk te besturen fietsen van het type dat ook aan de kust wel eens voor komische taferelen zorgt. Deelnemers die een parcours aflegden zonder de voeten aan de grond te zetten, maakten kans op een fiets met het K.U.Leuven-logo en de slogan ‘Ontdek jezelf, begin bij de wereld’. (© Michael De Lausnay)
Kwaliteitsmerk voor KHMechelen De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie kent een kwaliteitsmerk toe aan de bachelor Journalistiek en de bachelor Communicatiemanagement van de Katholieke Hogeschool Mechelen. Het merk komt er voor de bijdrage die onderzoek en maatschappelijke dienstverlening op het vlak van overheids- en nonprofitcommunicatie en op het vlak van nieuwe media hebben geleverd aan de ontwikkeling van de opleidingen. De toekenning van het kwaliteitsmerk is uniek voor de Vlaamse hogescholen.
Geciteerd
Beha KNT?
Het Laatste Nieuws, 16.4.2008
Britse ouderverenigingen zijn boos op winkelketen Tesco: in de kledingrekken voor 7- en 8-jarige meisjes hangen er opgevulde behaatjes, in kindermaten. K.U.Leuven-docent Patrick Meurs, gespecialiseerd in kinderen en seksualiteit: “Nooit eerder werd de kindertijd zo gecommercialiseerd. Want heeft het ene kind zo’n beha, dan wil het andere het ook. Kinderen worden evenzeer als ‘verbruikers’ gezien als volwassenen. De kindertijd wordt verkort.” Maar Meurs blijft gematigd: “Ik ben geen voorstander van gevulde bh’s voor 7-jarigen, maar ik ga ook niet roepen dat ze onze kinderen kapotmaken en sowieso hun psychologische ontwikkeling schaden. Het ene meisje zal het opvatten als ludiek, speels paraderen. Het andere zal wél te vroeg overgestimuleerd worden.”
Auto-automatismen De Standaard, 24.4.2008
Etienne Schouppe (CD&V), staatssecretaris van mobiliteit, denkt erover na om de alcohollimiet voor onervaren – en vaak dus ook ‘jonge’ – bestuurders van 0,5 promille naar 0,2 promille te verlagen. (…) Rijvaardigheidsexpert en professor emeritus aan de K.U.Leuven, Jan Pauwels, staat volledig achter het voorstel van Schouppe: “Het is bewezen dat zowel de leeftijd als de ervaring van een bestuurder een nefaste invloed heeft op het rijdrag. Iemand die pas begint te rijden, moet nog nadenken bij elke handeling in de auto. Schakelen, het pedalenwerk, noem maar op. Voor iemand die meer ervaring heeft, is dat een gewoonte waarvan hij de handelingen in zijn langetermijngeheugen heeft opgeslagen. Hij moet er niet langer bewust mee bezig zijn, het is een automatisme geworden. Uit ons onderzoek blijkt dat alcohol een sterkere invloed heeft op delen van de hersenen die instaan voor de bewuste controle. In die zin heeft alcohol voor iemand die langer rijdt minder invloed op de manier waarop hij een auto bestuurt.”
LO met computer Bodytalk, mei 2008
Jan Tolleneer, professor bewegingswetenschappen aan de K.U.Leuven, is enthousiast over de nieuwe trend in gameland: de exergames of fysiek actieve computergames. “In de Verenigde Staten, met West Virginia als koploper, krijgen alle overheidsscholen nu al subsidies voor de aankoop van dancegames voor de lessen lichamelijke opvoeding. Het geld komt van ziekteverzekeringsmaatschappijen die ervan overtuigd zijn dat deze games de volkgezondheid ten goede komen. Op de scholen blijken veel leerlingen die anders aan de kant blijven staan met smoezen en uitvluchten inderdaad aan de slag te gaan.” (…) Tolleneer hoopt dat exergames ook bij senioren zullen aanslaan. “Zij zullen waarschijnlijk minder warm lopen voor de vechtspelletjes, maar er bestaan ook tai chi-games met trage, elegante bewegingen waarbij de computer je feedback geeft voor de juiste uitvoering ervan.”
4 Nieuws
campuskrant
Videobeelden zetten zware fouten buitenspel
Onlangs trok de FIFA 27,7 miljoen euro uit om de opleiding van scheidsrechters te verbeteren. Een verstandige investering? Doctorandus Bart Gilis van de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen onderzocht de waarnemings- en beslissingsprocessen van scheidsrechters in het voetbal. Jonas Maris Een eerste vaststelling van Gilis: tijdens het bekijken van videobeelden passen scheidsrechters de spelregels accurater toe. Tackles en onsportief gedrag worden strikter en consequenter beoordeeld dan tijdens de wedstrijd. Volgens Gilis valt dit eenvoudig te verklaren: “Scheidsrechters houden tijdens een wedstrijd rekening met wat er vooraf is gebeurd. Een speler die geel pakt, zal nadien bij een gelijkaardige fout minder hard bestraft worden. Maar ook bij onsportief gedrag – uitdelen van een elleboogstoot, natrappen en dergelijke – is de perceptie tij-
dens de wedstrijd helemaal anders. Zulke dingen worden vaak verkeerd of helemaal niet waargenomen door de scheidsrechter.” “In Engeland werken ze al een aantal jaar met video-opnames. Met resultaat: uit vrees om achteraf toch nog een straf te krijgen, passen de spelers hun gedrag op het veld aan waardoor er minder zware blessures voorvallen. Deze manier van beoordelen zou ook hier meer gehanteerd moeten worden. Momenteel komen videobeelden er enkel in uitzonderlijke gevallen aan te pas.” Een ander probleem dat regelmatig stof doet opwaaien, is het waarnemen van buitenspel. Door
Internationale scheidsrechters schatten, ondanks het flash-lag effect, de positie van de spelers beter in. “Voormalig assistentscheidsrechter Roland Van Mylen bijvoorbeeld, paste voor zichzelf de één meter-regel toe. Zag hij de aanvaller één meter verder dan de laatste verdediger, dan floot hij geen buitenspel. Uit ervaring wist hij dat de aanvaller geen buitenspel liep. Om het spel eerlijker te laten verlopen, moeten scheidsrechters de positie van de spelers beter gaan inschatten.” Naast het gebruik van videobeelden kan dus ook een betere opleiding van “Dat is een optische illusie waar- schil te zijn tussen nationale en scheidsrechters bijdragen tot een door de assistent-scheidsrechter internationale scheidsrechters. correcter spelverloop. middel van computeranimaties en eenvoudige buitenspelsituaties op het veld toonde Gilis aan dat het flash-lag effect aan de basis ligt van foutieve beslissingen:
de aanvaller verder waarneemt dan hij werkelijk is. Daardoor is hij geneigd sneller te vlaggen voor buitenspel.” Er blijkt een opmerkelijk ver-
“Als er video-opnames worden gemaakt, passen de spelers hun gedrag op het veld aan en zijn er minder zware blessures.”
Negatieve emoties tijdens zwangerschap beïnvloeden ontwikkeling tot in adolescentie De mate van angst die een moeder ervaart tijdens haar zwangerschap, beïnvloedt de manier waarop haar kinderen informatie verwerken. Dat concludeert Maarten Mennes van de Onderzoeksgroep Gezondheidspsychologie in zijn doctoraatsonderzoek. Ann Fransen Meer dan twintig jaar geleden klopte Mennes’ promotor professor Bea Van den Bergh met een vragenlijst in de hand aan bij zwangere vrouwen. Stellingen als “Ik voel me kalm”, “Ik ben zenuwachtig”, … en een daaraan gekoppelde waardeschaal moesten een beeld geven van de mate waarin de vrouwen negatieve emoties ervaarden. Vervolgens onderzocht Van den Bergh de kinderen op geregelde tijdstippen tijdens hun ontwikkeling. Ze toonde onder meer aan dat aandachtsproblemen en hyperactief gedrag bij kinderen deels verklaard kunnen worden door de mate van angst ervaren door de moeder tijdens haar zwangerschap. De metingen werden verricht tijdens drie verschillende periodes van de zwangerschap. Mennes: “Ik ben in de studie gestapt toen de kinderen vijftien waren. Uit mijn onderzoeksresultaten blijkt dat vooral de angstgevoelens ervaren in de eerste metingperiode — 12 tot 22 weken — een invloed uitoefenen op het kind”. Mennes bestudeerde voor zijn doctoraatsonderzoek zowel het gedrag als de hersenactiviteit van de deelnemers. De resultaten zijn opmerkelijk. De kinderen van moeders die tijdens hun zwangerschap angstig waren, onder-
vonden moeilijkheden als hen gevraagd werd een strategie uit te denken om een opdracht tot een goed einde te brengen. Als hen een strategie werd opgelegd, doken er geen problemen op. “We vroegen de twintigers uit de onderzoeksgroep bijvoorbeeld om op een knop te drukken telkens er een vierkantje op hun computerscherm verscheen. Als er een cirkeltje verscheen, mochten ze niet drukken. Deze opdracht bracht geen enkel probleem met zich mee. De vierkantjes en cirkeltjes gaven namelijk aan welke strategie gevolgd moest worden. Een opdracht die moeilijker bleek, was het combineren van meerdere taken. Zo vroegen we de deelnemers om op een groot blad een aantal voorwerpen te zoeken en tegelijkertijd geluiden te tellen. Kinderen van angstige zwangere vrouwen bleken moeilijkheden te hebben met het vinden van de juiste strategie om beide taken te combineren. Ofwel hadden ze te veel aandacht voor de objecten op het blad, ofwel voor de geluiden.”
Werkdruk De onderzoekers besluiten dat negatieve emoties die een moeder tijdens de zwangerschap ervaart subtiele afwijkingen kunnen veroorzaken in de her-
senontwikkeling van de foetus: “Die veranderingen vormen de basis voor de aangetoonde effecten op de latere ontwikkeling van het kind. Uit het onderzoek blijkt bovendien dat de effecten van lange duur zijn en niet verdwijnen naarmate het kind ouder wordt. We veronderstellen echter dat de gemeten functies gestuurd worden vanuit een hersenzone die zich tot ongeveer het 25ste levensjaar ontwikkelt. Eén nader te onderzoeken hypothese stelt dat de kinderen van angstige moeders hun achterstand goedmaken zodra de hersenzone in kwestie volledig ontwikkeld is.” Hoewel het verband tussen angst tijdens de zwangerschap en de ontwikkeling van het kind niet leidt tot ernstige aandoeningen, wil Mennes benadrukken dat er rekening moet gehouden worden met de bevindingen: “Een te hoge werkdruk bij zwangere vrouwen bijvoorbeeld kan al leiden tot angst en stress en zo het kind mogelijks levenslang nadelig beïnvloeden. Uit verder onderzoek moet blijken of het verminderen van de werkdruk tijdens de zwangerschap, het verbeteren van de steun die een zwangere vrouw vanuit haar omgeving ondervindt, en relaxatie-oefeningen de gevonden effecten kunnen verminderen.”
(© Damien Dumoulin)
Tijdelijke tandem Het zijn drukke wielertijden voor rector Marc Vervenne. Niet alleen mocht hij onlangs de eerste 2WD-dienstfiets in ontvangst nemen (zie achterpagina), hij nam ook deel aan Bike&Run, op 30 april. De loop- en fietswedstrijd tussen de UCL en de K.U.Leuven was dit jaar aan zijn zesde editie toe, en lokte 300 deelnemers. Rector Vervenne illustreerde de filosofie achter het evenement door hand in hand te fietsen met zijn UCL-collega Bernard Coulie – al vermoeden we dat ze dat niet het hele 33km lange parcours hebben volgehouden.
14 mei 2008
Nieuws 5
Universiteitsfonds ‘Jouw gezondheid’ steunt stamcelonderzoek Voortaan kan het Interdepartementaal Stamcelinstituut Leuven officieel rekenen op de steun van een gloednieuw universiteitsfonds. Na een succesvol kerstconcert vorig jaar wil initiatiefnemer Bart Cool verder zijn schouders zetten onder activiteiten die een permanente steun kunnen betekenen voor het stamcelonderzoek. Het fonds wordt ingehuldigd op 22 mei. Ines Minten “De naam van het fonds hebben we ontleend aan de periode waarin we onze eerste activiteit hebben georganiseerd”, legt Bart Cool uit. “Iedereen wenst elkaar met Kerst een goede gezondheid. Door ons initiatief te steunen, kon je je woorden in daden omzetten.” Zoals wel vaker het geval is met particulieren die universiteitsfondsen opzetten, heeft ‘Jouw gezondheid’ een erg persoonlijke aanleiding. Toen bij de echtgenote van Bart Cool na de geboorte van hun zoontje diabetes werd vastgesteld, googlede hij erop los om informatie over het onderwerp te vergaren. Hij kwam snel terecht bij het baanbrekende stamcelonderzoek van professor Catherine Verfaillie, waarin veel patiënten met diabetes type I hoop stellen. Bij type I-patiënten maakt de alvleesklier nauwelijks nog insuline aan. Het is de vorm van suikerziekte die al vanaf erg jonge leeftijd kan optreden. “Ik vond het onderzoek van het Stamcelinstituut zo interessant dat ik onmiddellijk de koe bij de horens heb gevat”, legt Bart Cool uit. Hij organiseerde een kerstconcert, met de bedoeling dat het om een eenmalig evenement zou gaan. “Maar er kwam enorm veel belangstelling en positieve respons. Vlaams minister-president Kris Peeters is zelfs komen opdagen. Hem heb ik nu gevraagd om
peter te worden van het fonds. Hij heeft vrijwel onmiddellijk toegezegd.” Senator en voorzitter van de Commissie Sociale Zaken Nahima Lanjri is meter. “Ook Catherine Verfaillie en haar medewerkers hebben het eerste concert heel warm onthaald. Toen ik zag hoezeer ze zo’n klein initiatief apprecieerden, stond mijn besluit vast: ik moest hiermee doorgaan.” Voor het officiële fonds nam Bart Cool twee gelijkgezinden onder de arm. “Voor één persoon alleen is het te veel werk.”
Oplossing Professor Verfaillie beaamt dat elke steun voor het onderzoek welkom is, hoe groot of hoe klein ook. “De opbrengst van het fonds gaat integraal naar wetenschappelijk onderzoek. We kunnen het gebruiken om experts aan te werven, voor toestellen die het Stamcelinstituut nodig heeft, voor extra opleiding van medewerkers, om samenwerkingsverbanden op te zetten en dergelijke.” Het fonds zal stamcelonderzoek in het algemeen steunen, maar meer specifiek ook het onderzoek naar diabetes. “We gaan na of we stamcellen, dus ongespecialiseerde cellen die zich nog tot verschillende types cellen kunnen ontwikkelen, instructies kunnen geven om zich te ontplooien tot insulineproducerende cellen”, legt Catherine Verfaillie uit. Daar schuilt hem immers het probleem voor type I-diabetespatiën-
Professor Catherine Verfaillie is enthousiast over de steun die het Stamcelinstituut krijgt.
ten. Hun immuunsysteem maakt de eigen insulineproducerende cellen kapot. Momenteel bestaat er al een ingreep die deze patiënten kan helpen: een injectie met insulineproducerende cellen uit de eilandjes van Langerhans, die in de alvleesklier zitten. “Het grote probleem met die behandeling is dat we veel te weinig van die eilandjes kunnen oogsten om alle patiënten met type I-diabetes te behandelen.” Stamcellen zouden dus wel eens dé oplossing in zich
kunnen dragen. Maar voor ze al hun geheimen prijsgeven zal er nog heel wat onderzoek overheen moeten gaan.
Unieke avond Om dat vooruit te helpen is Bart Cool alweer druk in de weer. Op 24 januari 2009 organiseert hij een uniek concert. Het wordt iets heel bijzonders waar hij voorlopig niet meer over kwijt wil. Voor het zover is zullen de initiatiefnemers het nog bijzonder druk
(© Rob Stevens)
krijgen met sponsorwerving en organisatie. “We hebben nog veel werk, maar ook veel spannende momenten voor de boeg”, zegt hij. “En we zijn heel erg overtuigd van ons doel. De opbrengst van dit fonds komt rechtstreeks bij de mensen terecht die dagelijks daadwerkelijk naar oplossingen zoeken. Dat stemt bijzonder hoopvol.” http://www.jouwgezondheid.be of Isabel Penne, Leuvens Universiteitsfonds, (t) 016 32 41 44
Studiedag over BHV en andere heikele kwesties Grondwetspecialisten krijgen van politici weleens te horen dat het makkelijk is om achteraf kritiek te spuien. Het Instituut voor Constitutioneel Recht hoopt met een studiedag over thema’s die nog in volle ontwikkeling zijn, het politieke debat met juridische argumenten te kunnen voeden. Luk Van Respaille De studienamiddag wordt georganiseerd naar aanleiding van de veertigste verjaardag van het Instituut voor Constitutioneel Recht.
Tegelijk wordt, naar het voorbeeld van het invloedrijke Centrum voor Economische Studiën, gestart met een reeks Leuvense Staatrechtelijke Standpunten. Daarmee geven deze juristen aan dat ze, naast hun wetenschappelijk werk, ook de dagelijkse juridische praktijk niet uit het oog verliezen. Een van de auteurs van het eerste deel is bijvoorbeeld Jeroen Van Nieuwenhove, voltijds rechter – staatsraad – bij de Raad van State en vrijwillig medewerker van het Instituut. Hij spreekt tijdens de studiedag over Brussel-Halle-Vilvoorde, de negentiende-eeuwse kieskring die geleidelijk heeft gezorgd tot een zelfs voor België zelden geziene politieke impasse. Jeroen van Nieuwenhove: “BHV is een probleem geworden door de stapsgewijze federalisering van dit land. De Vlamingen willen geen tweetalige kieskring behouden die ook het principieel eentalige Halle-Vilvoorde omvat, maar de Franstaligen houden de afschaffing met alle mogelijke middelen tegen. Er is praktisch gezien geen uitweg uit de cri-
sis. Nieuwe verkiezingen zonder een splitsing van BHV zouden ongrondwettig zijn, omdat het Grondwettelijk Hof dat in 2003 duidelijk heeft gesteld. Toch zijn er in de praktijk voor de burger geen echte middelen om iets te ondernemen.”
Messen “We leven in een ontzettend complex land. De Verenigde Staten samenstellen is eenvoudiger dan het piepkleine België uiteenrafelen. Denk maar aan de bescherming van minderheden: Vlamingen in Brussel, Franstaligen op federaal niveau. De hele toestand is ongelukkig. We dreigen te verzeilen in ongrondwettige verkiezingen, terwijl we in Congo met het schoolmeestervingertje zwaaien... Vlamingen en Walen staan in een dodelijke omhelzing met de messen op elkaars rug gericht. Wie terugdeinst, lijdt gezichtsverlies. Wie steekt, ontketent misschien wel een echte regimecrisis. BHV is een demonstratie van de onmacht van de politiek om bepaalde problemen op te lossen.
Anders is het met het voorstel om de verkiezingen op federaal en deelstatelijk niveau te laten samenvallen. Dat voorstel illustreert juist de almacht van de partijendemocratie. Zij willen af van de permanente verkiezingskoorts die resulteert uit gescheiden verkiezingen. Het pleidooi voor een terugkeer naar samenvallende verkiezingen is echter ook een stap terug, die eigenlijk haaks staat op de federale logica.” “Sommigen menen dat het communautaire opbod kan worden getemperd door een federale kieskring in te stellen. Op zich is dat geen slecht idee. Bruggenbouwers tussen de gemeenschappen zouden zo meer aandacht krijgen. Misschien zou het beide gemeenschappen ertoe aanzetten toch een beetje met en niet louter naast elkaar te leven. Maar behalve het feit dat je nog maar eens een nieuwe categorie parlementsleden invoert, vrees ik dat 15 van de 150 kamerzetels in een federale kieskring laten verkiezen toch wat weinig is om echt iets te veranderen. Tweele-
digheid zonder go-between zal altijd moeilijk blijven. We blijven veroordeeld tot de confrontatie met de andere taalgemeenschap wanneer we het oneens zijn. Tot een echte breuk zie ik het niet zo gauw komen, vooral dan vanwege Brussel. En uiteindelijk hebben we ook andere katten te geselen. Dat mag dan een ironische slotnoot zijn: als door de opwarming van de aarde het zeepeil verder stijgt en de Belgische kust samenvalt met de taalgrens, zou de Belgische territoriumstrijd wel eens een heel andere draai kunnen krijgen.” ‘Conflicten tussen politici Meningsverschillen tussen rechtscolleges’, donderdag 22 mei, auditorium Zeger Van Hee (N.V. 91.56), Tiensestraat 41, 3000 Leuven. De deelnameprijs bedraagt 100 euro, waarin een exemplaar van het boek ‘Leuvense staatsrechtelijke standpunten’ is inbegrepen. Inschrijven via leen.stroobants@ law.kuleuven.be of (f) 016 32 54 66. http://www.law.kuleuven.be/icr
6 Eredoctor
campuskrant
“Zonder snelle actie stevenen we recht op een energiecrisis af” Als voormalig directeur van het Internationaal Energieagentschap deed Claude Mandil al veelvuldig Brussel aan. Op 14 mei komt hij nu voor het eerst ook naar Leuven, om een eredoctoraat van de Groep Wetenschap & Technologie in ontvangst te nemen. “Ik behaalde diploma’s aan ingenieursscholen, maar heb geen universitair diploma. Een erkenning uit deze hoek is dan ook een groot genoegen.”
Benedict Vanclooster
“Waarom bent u niet met het openbaar vervoer hierheen gespoord?”, vraagt Mandil als hij hoort dat we naar de ChampsElysées zijn gekomen met de wagen. De hoge CO2-uitstoot van de auto is hem immers een doorn in het oog. “Allemaal weten we dat het energieverbruik in de wereld problematisch is, maar al te graag zien we dit als een zaak van onze buren en wenden we onze blik af”, zegt Mandil. “Nee, zelf ga ik ook niet vrijuit, hoor. Volgens mijn vrouw neem ik in mijn toespraken met ‘energiebesparing’ wel vlot een mooi woord in de mond, maar ben ik wel de laatste die het licht dooft in huis.” Net zoals de publieke opinie in hun land, steken ook de westerse staats- en regeringsleiders nog te vaak als struisvogels hun kop in het zand, vindt Mandil, die de G8-bijeenkomsten in Gleneagles (2005), Sint-Petersburg (’06) en Heiligendamm (’07) bijwoonde. “Het probleem is niet zozeer dat onze energievoorraden uitgeput zullen raken. Daarvoor zal de technische vooruitgang ons wel behoeden. Dertig jaar geleden waren we nog apetrots toen we aardolie van op 200 meter diepte uit de Noordzee naar boven haalden. Nu boren we al meer dan 2.000 meter diep. Ongetwijfeld kan de technologie ons nog dieper brengen, naar nieuwe lagen. Alleen is het zo dat de huidige investeringen in energieproductie de snel toenemende consumptie niet volgen.” Pas echt zorgwekkend volgens Mandil is de klimaatlimiet die op ons afkomt. “Het broeikaseffect noopt ons om dringend minder CO2 uit te stoten en daarom minder aardolie te verbruiken. Doen we dat niet, dan dreigen we bovendien almaar meer afhankelijk te worden van een steeds kleiner wordend aantal leveranciers. Met alle gevolgen van dien voor de energieprijzen. Daarom was ik het helemaal niet eens met president Bush, toen hij twee jaar geleden verkondigde dat we voor een oplossing voor de klimaatverandering maar geduldig moesten wachten op de ontwikkeling van nieuwe technologieën. Gelukkig klinkt zijn discours inmiddels helemaal anders. Er is wel degelijk onmiddellijk actie vereist.”
Microbe Claude Mandil volgt de energieproblematiek al sinds begin jaren 80 op de voet. “Toen ik in 1981 kabinetsmedewerker werd
van premier Mauroy was energie één van mijn verantwoordelijkheden. De microbe heeft me nooit meer losgelaten. Na een vijfjarige onderbreking bij een Franse investeringsmaatschappij kwam ik opnieuw in de energiewereld terecht, onder meer als gedelegeerd bestuurder van Gaz de France en als voorzitter van het Institut Français du Pétrole.” Van februari 2003 tot zijn pensionering in september vorig jaar stond Mandil aan het hoofd van het Internationaal Energieagentschap (IEA), met zetel in Parijs. Deze denktank van de G8, waarvoor zo’n 190 energieexperten uit 27 landen werken, werd geboren in de nasleep van de eerste oliecrisis van 1973. “De olieprijzen breken tegenwoordig ook records, maar er zijn toch belangrijke verschillen met de situatie toen”, vindt Mandil. “De crisis van ’73 werd veroorzaakt door acties van de Arabische olieproducerende landen. Vandaag jagen objectieve, marktgebonden mechanismen de prijs de hoogte in. De olieconsumptie in de wereld, met name in de groeipolen China en India, stijgt sneller dan de investeringen in de productie. Een ander verschil is dat de gemiddelde Europeaan relatief gesproken veel minder uitgeeft aan energie dan in ’73 en dus al bij al zonder problemen de touwtjes aan elkaar kan blijven knopen.” Vandaar dat sommigen durven te beweren dat de hoge olieprijs zelfs een zegen is, omdat de ontwikkeling en het gebruik van andere, milieuvriendelijkere energiebronnen erdoor gestimuleerd wordt. “Zover zou ik de redenering niet drijven”, zegt Mandil. “Niet zozeer voor de rijke, maar wel voor de arme landen zijn deze prijsstijgingen een absolute ramp. Bovendien is het nog maar de vraag of de hogere prijzen aan de pomp ons olieverbruik wel doen dalen. Ik heb de indruk van niet.”
Belgische pijnpunten Nochtans, als ons energieconsumptiepatroon niet van vandaag op morgen verandert, stevenen we regelrecht op een crisis af, vreest Mandil. “Met zijn relatief beperkte CO2-uitstoot en gediversifieerde energietoevoer behoort België tot de betere leerlingen van het IEA. Toch zie ik ook voor jullie nog drie punten waar vooruitgang moet geboekt worden. Zoals alle Europeanen zullen de Belgen efficiënter met energie moeten omspringen. Ik geloof in de werking van de markt, maar beklem-
toon tegelijk de nood aan een reglementering. Er mogen geen huizen meer bijkomen die niet uitstekend geïsoleerd zijn. Voor de huishoudapparaten moet een maximaal verbruik opgelegd worden. Ook het beleid ten aanzien van wagens moet strenger.” “De twee andere pijnpunten gelden specifiek voor België. Ik pleit voor een integratie van de gas- en elektriciteitsmarkt. Voor de vrijmaking van de markt is het een slechte zaak dat een klein land als België maar liefst vier regulatoren telt. Tot slot zou ik het erg betreuren mocht België zijn kerncentrales sluiten, tenminste zolang ze veilig geacht worden. Een uitstap uit de kernenergie zou leiden tot meer CO2 in de lucht en België afhankelijker maken van gasleverancier Rusland.” Net als alle leden van het IEA beschikt België over een strategische olievoorraad om in gevallen van nood de bevoorradingszekerheid te garanderen. Mandil: “De VS hebben alleen ruwe aardolie in stock en geen geraffineerde producten. Ze hadden nooit kunnen vermoeden dat een aantal van hun grootste raffinaderijen
(© Rob Stevens)
in Texas en Louisiana voor een of twee maanden lam zouden liggen door wateroverlast. Dit is nochtans wat gebeurde in 2005 tijdens de doortocht van de orkaan Katrina. De Europese landen zijn toen te hulp gesneld door hun voorraden ruwe olie op de markt te gooien. Een opwindend moment voor mij als directeur, want behalve bij de Iraakse invasie in Koeweit was nog nooit overgegaan tot het gebruik van de strategische reserve.” Sinds 1 september wordt de directiestoel van Mandil bij het IEA bezet door de Japanner Nobuo Tanaka. Wat heeft Mandil zijn opvolger aangeraden? “Mijn belang-
rijkste tip is dat hij altijd moet onthouden dat het personeel de grootste rijkdom vormt van het Agentschap. Als directeur kan hij ervoor zorgen dat zijn formidabele ploeg goed werk levert en graag naar het Agentschap komt.” Mandil zelf was van plan zijn pensioen aan te wenden om meer tijd met zijn vrouw, vijf kinderen en de kleinkinderen door te brengen. “Daar slaag ik maar ten dele in, want ik word nog frequent gevraagd voor conferenties en colloquia en zetel ook in diverse raden van bestuur. Wat telt is dat ik mij kan blijven ten dienste stellen en dat ik het gevoel heb dat wat ik doe, nuttig is.”
Steden met 50 miljoen inwoners en andere aardse zaken 2008 is het Internationaal Jaar van de Planeet Aarde. Om dat te vieren pakt het kersverse Departement Aarden Omgevingswetenschappen (A&OW) uit met een symposium over ‘Aardse Zaken’. De grote problemen waar onze planeet vandaag onder kreunt, passeren er de revue. Henk Van Nieuwenhove Een symposium over de grote uitdagingen van de 21ste eeuw is gesneden koek voor het A&OW, dat op 1 januari boven de doopvont werd gehouden. Het nieuwe departement is ontstaan uit een fusie van de voormalige departementen Landbeheer en –economie en Geografie-Geologie. “Zo’n
fusie is een unicum voor onze universiteit”, zegt professor Roel Merckx, een van de gangmakers van het nieuwe departement. “Door het samenbrengen van wetenschappers en bio-ingenieurs doorbreken we de ietwat rigide structuren van een universiteit en sluiten we nauwer aan bij de interdisciplinaire synergieën die vandaag in het hoger onderwijs gestimuleerd worden. De tijd is voorbij dat men louter biologisch onderzoek doet naar bijvoorbeeld één plantensoort. Wie daar geen economische en sociale, en als het even kan politieke dimensie aan koppelt, mist de boot.” De thema’s die binnen het A&OW worden bestudeerd, zijn vaak van levensbelang voor de mens. Als we om ons heen kijken, stellen we vast dat het verbazingwekkend snel gaat met de evolutie van onze aarde. Steden van 50 miljoen inwoners bijvoorbeeld waren tot voor kort verre toekomstvisioenen. “In China zijn steden van enkele tientallen miljoenen inwoners vandaag de dag geen uitzondering”, zegt Roel Merckx. “Plots
stellen we vast dat er nu al steden zijn die dicht in de buurt van die 50 miljoen komen. De gevolgen van die pijlsnel toenemende verstedelijking zijn bijzonder groot. Dat is slechts één van de boeiende thema’s waar wij in ons departement rond werken.” De thema’s die binnen het A&OW aan bod komen, hebben alvast gemeen dat ze zeer actualiteitsgericht zijn. Dat, gekoppeld aan de multidisciplinaire aanpak, moet zorgen voor een groeiend studentenaantal in de komende jaren. “Daar hopen we inderdaad op met onderzoeksdomeinen als landbouwproductie, grondstoffen, verstedelijking, natuurbeheer en landgebruik”, aldus Merckx. “De toekomst van onze planeet staat op het spel en daar denken wij over na.” Ter gelegenheid van het symposium stelt het nieuwe departement ook haar nieuwe huisvesting voor, het Geo-instituut, gelegen op de campus Heverlee. Symposium ‘Aardse zaken’, 30 mei, info: http://aow.kuleuven. be/aardsezaken
14 mei 2008
Nieuws 7
Nobelprijswinnaar Derek Walcott geeft Servottelezing Twee jaar geleden hield de Zuid-Afrikaanse auteur Nadine Gordimer de eerste Herman Servottelezing. Dit jaar komt Derek Walcott naar Leuven. Toeval of niet, hij volgde haar ook op als Nobelprijswinnaar. Ludo Meyvis Derek Walcott werd geboren in 1930 op het Antilliaanse eiland Saint Lucia. Zijn oeuvre is ongeveer gelijk verdeeld over theater en poëzie, aangevuld met enkele essays. Behalve schrijver is Walcott ook hoogleraar Creative Writing in Boston. Het grote publiek leerde hem vooral kennen door zijn Nobelprijs voor de Literatuur die hij in 1992 ontving, aldus het Nobelprijscomité, “for a poetic oeuvre of great luminosity, sustained by a historical vision, the outcome of a multicultural commitment”. Ortwin de Graef, hoogleraar Engelse letterkunde, is erg verheugd over het bezoek, dat het niveau van de Servottelezing duidelijk erg hoog legt. “Twee Nobelprijswinnaars op rij, dat schept verwachtingen maar ook mogelijkheden voor de toekomst. Walcott
is misschien iets minder bekend dan Gordimer, maar daarom niet minder belangrijk. Zijn bezoek geeft ons een hoge benchmark, en het is een niet te versmaden argument om latere sprekers er, indien nodig, van te overtuigen om naar Leuven te komen.” “Nobelprijswinnaars zijn drukbezette mensen. Voor de logistiek konden we gelukkig beroep doen op de zeer gewaardeerde steun van Ilke Froyen van Het Beschrijf.”
Niet gemakkelijk “Derek Walcott is geen gemakkelijke schrijver. Zijn Caraïbische en postkoloniale thematiek is niet meteen wat we gewend zijn te lezen. Bovendien schrijft hij alleen poëzie en theater, vormen die als medium heel wat minder toegankelijk zijn dan een roman. Voeg daar nog bij dat hij er niet
voor terugschrikt om lange gedichten te maken, en je begrijpt dat niet iedereen hem vlotjes leest. Er is wel wat van hem vertaald, bijvoorbeeld zijn bekendste werk Omeros, maar zelfs dan moet je je als lezer enige moeite getroosten. Walcott is bovendien een erg erudiet auteur, iemand die zijn rijke kennis verweeft in zijn werk. Op dat vlak kan je hem met enige fantasie misschien wel vergelijken met Claus.” “Zijn poëzie voelt klassiek aan. Hij maakt gebruik van oude, elisabethaanse versvormen. In zijn theater daarentegen gaat hij niet zelden de meer volkse toer op, ook op vormvlak. Hij schaaft zijn theaterteksten voortdurend bij, gebruikt een hybride taal van Engels en Creools, en schuwt de experimentele uitbarsting niet. In de Caraïben is hij wellicht beter bekend als theaterauteur en the-
atermaker dan als dichter.” “Ik hoop dat het contact met Walcott niet alleen de echte liefhebbers van Engelse literatuur zal aantrekken, maar vooral ook de studenten, alleen al om hen te doen voelen dat je ook met een vandaag toch relatief gemarginaliseerd genre als poëzie heel actuele dingen kunt zeggen.” “Walcott en Herman Servotte hebben elkaar niet gekend, maar er zijn wel inhoudelijke raakvlakken, bijvoorbeeld door hun beider voorliefde voor het werk van T.S. Eliot. Het Fonds Herman Servotte wil met de komst van Walcott uiteraard de liefde voor de Engelse literatuur bestendigen, zoals Servotte dat zovele jaren gedaan heeft. Maar het is niet de enige activiteit van het Fonds. We maken van de gelegenheid gebruik om voor de tweede keer een prijs uit te reiken aan een verhan-
(© ingezonden)
deling over de Engelse literatuur, deze keer aan Katrien Bolle, voor haar werk rond Bram Stoker. En verder wordt een beurs toegekend aan een Congolese doctoraatsstudent, die in Leuven onderzoek zal uitvoeren onder supervisie van een Congolese hoogleraar, die op zijn beurt een leerling van Herman Servotte was. Op die manier willen we opnieuw de veelzijdigheid van de figuur van Servotte onderstrepen, een veelzijdigheid die we nooit mogen vergeten.” Derek Walcott spreekt op 15 mei om 20u in de Aula Pieter de Somer, Charles Deberiotstraat 24. De toegang is gratis, maar om organisatorische redenen dienen belangstellenden zich vooraf aan te melden via http://www.fondshermanservotte.be.
Demografische studiedag belicht het interbellum
De eerste helft van de twintigste eeuw is in demografische zin “een intellectueel vacuüm”. Daar wil het Centrum voor Sociologisch Onderzoek iets aan doen met de studiedag ‘Tussen markt en moraal. Bevolkingskwesties in de Lage Landen tijdens het interbellum’. Ines Minten Onderzoek leert dat de pers, de media en opiniemakers én de man in de straat zich in de periode tussen de twee wereldoorlogen om meer zorgen maakten dan de economische crisis alleen. “Onze studiedag licht er zo een aantal toe. Seksueel deviante jonge vrouwen, echtscheidingen, het lage geboortecijfer, migratie, de opgang van en opinies over gezonde voeding… We willen aantonen dat veel hete hangijzers van vandaag helemaal zo nieuw niet zijn als we doorgaans aannemen”, zegt professor Koen Matthijs van het Centrum voor Sociologisch Onderzoek. De studiedag komt er onder de vleugels van de Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap Historische Demografie (FWO-Vlaanderen), waaraan onderzoekers van verscheidene instellingen uit Nederland en België verbonden zijn. ”De bevolkingsboekhouding van vandaag is erg uitgebreid”, legt Koen Matthijs uit. “Ook de negentiende eeuw is bijzonder goed in kaart gebracht – met bepaalde gegevens, zoals geboorte, huwelijken, scheidingen, sterfte, zelfmoord en dergelijke was men haast obsessief bezig.” Dat onderzoek is in het slop geraakt tijdens en na de Eerste Wereldoorlog en pas vanaf ongeveer 1950 kwam
er een inhaalbeweging op gang. “De eerste helft van de twintigste eeuw, en zeker het interbellum, is in demografische zin een intellectueel vacuüm. Daar willen we iets aan doen met deze studiedag, omdat het toch gaat om een erg boeiende periode.”
Moreel verval Medeorganisator professor Jan Van Bavel van de Vrije Universiteit Brussel sloeg er zelf de literatuur uit het interbellum op na.
“Daarin is de economische crisis uiteraard aanwezig, maar ze was niet zo allesoverheersend als we vandaag denken. Het was een periode van grote spanningen op uiteenlopende maatschappelijke terreinen”, zegt hij. ‘Het viel me op dat er heel veel verschenen is over maatschappelijk-culturele thema’s. Het zogenaamde morele verval en de zedenverwildering was iets waar men in die tijd blijkbaar erg mee zat. Daaraan schreef men zowat alles toe wat fout liep,
terwijl men nu denkt dat alles aan de crisis te wijten was. De waarheid ligt wellicht ergens tussen markt en moraal.” Eén van de thema’s die sterk leefden, was de eugenetica. Dat gedachtegoed had in heel Europa en de Verenigde Staten aanhangers in brede intellectuele kringen. “In Californië zijn mensen in die periode gedwongen gesteriliseerd omdat ze een bepaalde handicap hadden. Ook in België bestond een vereniging die de eugenetica aanhing. Men vreesde bijvoorbeeld een ‘degeneratie’ van de bevolking, omdat bleek dat laag opgeleiden, alcoholici en vrouwen van lichte zeden gemiddeld meer kinderen kregen dan hoog opgeleide koppels.”
Fabeltje
Toekomstbeeld uit de jaren ‘30
“Uiteraard kregen fenomenen zoals lage geboortecijfers, scheidingen en dergelijke een andere verklaring dan tegenwoordig”, legt Koen Matthijs uit. “Maar het is interessant te zien dat er zich parallelle ontwikkelingen hebben afgespeeld in het interbellum. Vandaag is er bijvoorbeeld heel wat maatschappelijke en politieke commotie omdat in veel West-Europese landen het geboortecijfer onder het vervangingsniveau ligt. De bezorgdheid daarrond is terecht, maar ze is
niet nieuw: vóór de Tweede Wereldoorlog was het geboortecijfer in België niet veel hoger dan vandaag. In de eerste helft van de negentiende eeuw was het nog frappanter: men trouwde laat, kreeg laat kinderen en relatief gezien zat het aantal scheidingen in de lift. Dat men toen over de hele lijn kroostrijke gezinnen had, jong in het huwelijksbootje stapte en er levenslang in bleef zitten, is dus een verhaal dat geen hout snijdt.” Leken trekken grote ogen als ze het programma van de studiedag doornemen. “Het is absoluut onze bedoeling om de interesse voor historische demografie in het interbellum aan te wakkeren. Er valt nog heel wat te ontdekken op dat vlak”, vertelt Jan Van Bavel. “Weinig mensen weten bijvoorbeeld dat in veel landen de babyboom al begonnen is eind jaren dertig. Een sluitende verklaring daarvoor bestaat niet.” Alle demografisch geïnteresseerden zijn van harte welkom op 29 mei. ‘We mikken op een heel ruim, historisch geïnteresseerd publiek’, besluit Jan Van Bavel. 29 mei, 9-19u, Flageygebouw, studio 3, Brussel Inschrijven kan tot 19 mei via
[email protected]. be http://soc.kuleuven.be/ceso/ bevolkingskwesties/index.php
8 Onderzoek
campuskrant
Grootste Vlaamse onderzoek naar ontwikkeling van kinderen van start Het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin is in opdracht van Vlaams minister Steven Vanackere en in nauwe samenwerking met Kind & Gezin, een onderzoek gestart naar de gezondheid, de ontwikkeling, het gedrag en de opvoeding van baby’s in Vlaanderen. De studie krijgt de naam JOnG! en is de grootste studie in Vlaanderen ooit op dit vlak. Vier jaar lang zal een multidisciplinair team van Leuvense en Gentse onderzoekers ruim vijfduizend zuigelingen opvolgen met de bedoeling gezondheid, ontwikkeling, gedrag en opvoeding van kinderen in Vlaanderen in kaart te brengen. Het onderzoek is vanwege zijn multidisciplinaire karakter, zijn grootschaligheid en zijn focus op kwetsbare – meer bepaald kansarme en allochtone – kinderen en gezinnen uniek in Vlaanderen. Met dit onderzoek verwacht men niet alleen evoluties in gezondheid, ontwikkeling en opvoeding aan het licht te brengen. De onderzoekers zijn ook op zoek naar factoren die een negatieve invloed kunnen hebben op de gezondheid van kinderen, die aanleiding kunnen zijn voor een ontwikkelingsachterstand,
gedragsproblemen in de hand kunnen werken, of het risico op een problematische opvoeding kunnen verhogen. Zo hopen zij antwoorden te vinden op vragen als: Hoe evolueren – kwetsbare – kinderen en gezinnen? Bereiken zij de hulpverlening en welke impact heeft deze op hen? De rode draad in het onderzoek is die van de zorgtrajecten. De minister wil namelijk een accuraat beeld krijgen van de instroom,
doorstroom en uitstroom van mensen in welzijns- en gezondheidsvoorzieningen. Zo zal de studie JOnG! laten zien welke ouders sneller een pediater dan een huisarts aanspreken, wie vooral de ondersteuning van Kind en Gezin gebruikt, wie er vanuit een bepaalde achtergrond instroomt in de bijzondere jeugdzorg, enzovoort. JonG! is een geregionaliseerde studie, die zal plaatsvinden in
acht Vlaamse regio’s en in Brussel. Zo kunnen de zorgtrajecten van kinderen en gezinnen worden geëvalueerd in het licht van het plaatselijke zorgaanbod en de lokale organisatie hiervan. De onderzoekers gaan na in welke mate het aanbod aan zorgvoorzieningen de vraag naar hulpverlening mee genereert en vorm geeft. Ook het gebruik van en de dwarsverbindingen tussen gezondheidsen welzijnsvoorzieningen worden
onderzocht. In het najaar zal JOnG! worden uitgebreid met cohorten van zesen twaalf-jarigen. Beide worden gerekruteerd in dezelfde negen regio’s en bestaan elk uit ruim drieduizend kinderen. Het project moet minister Vanackere de kans geven zijn welzijns- en gezondheidsbeleid beter op de reële behoeften af te stemmen en hierbij rekening te houden met relevante lokale factoren.
Telescoopdoop In maart organiseerde de alumnivereniging Science@ Leuven voor de eerste keer een alumnireis, met bestemming La Palma. Tijdens een bezoek aan de sterrenwacht op Roque de los Muchachos werd de Oosterlinck-telescoop ingehuldigd. Voor de kenners: de telescoop, aan de sterrenwacht geschonken door ererector André Oosterlinck, is een 30cm Dobson met een computer-aided object locator. Van links naar rechts: dr. Pol Bamelis (voorzitter van Science@Leuven), professor Jan Beirlant (decaan van de Faculteit Wetenschappen), en professor Christoffel Waelkens (hoofd van het Instituut voor Sterrenkunde). (© Cindy Beelen)
pagina 1
Camera leest pijn af van gezichtsexpressie “Aan onze metingen ging uiteraard een periode van overleg vooraf: er waren zowel technische als ethische eisen waaraan we moesten voldoen. Zo was er enige bezorgdheid dat onze opstelling te prominent aanwezig zou zijn in de kamer van de patiënt. Daarom hebben we een compacte, makkelijk te verplaatsen constructie gemaakt met twee kleine camera’s. Maar die kunnen wel een hoog aantal beelden per seconde maken, in een hoge resolutie: zo krijgen we meer informatie dan het menselijke oog. Tijdens de opnames staat er een pijnexpert van De Wingerd naast het bed die de sessie labelt met de internationaal aanvaarde pijnschaal. Die gegevens matchen we met onze analyse van het beeldmateriaal. We hopen om uiteindelijk met onze technologie de scores van die schaal te kunnen evenaren.”
Onbewerkte foto
Schiepers: “Momenteel kunnen we faciale punten bepalen en op basis daarvan een virtueel masker maken. Aan de hand van de vervormingen en de rimpelzones in dat masker zullen we in een later stadium kunnen besluiten of er pijn is. Nu zijn we bezig met de analyse en de classificatie van de parameters die we uit het masker halen. We kunnen nog niet zeggen: die patiënt heeft pijn, die niet. Maar we zijn volop aan het verfijnen en kunnen steeds meer indicatoren aan ons lijstje toevoegen.” Bonroy: “Fronsen en klappertanden zijn typische voorbeelden van indicatoren. Uiteraard is gelaatsexpressie wel persoonsafhankelijk: iemand die van nature een norse blik heeft, zou bijvoorbeeld een afwijking kunnen geven bij de meting. Daarom zal het systeem voor elke patiënt eerst een ijking moeten maken: een
neutraal masker voor die speci- meerwaarde heeft, bleek al tijdens de meetperiode: “De pijnexfieke patiënt.” pert die de observatie deed, stelde Automatisch alarm bij één van de patiënten vast dat Een belangrijk voordeel van de het systeem meer pijn registreertechnologie is dat ze continue de dan verwacht. De huisarts is er ‘pijnbewaking’ mogelijk zou ma- meteen bijgehaald en de medicaken. Bonroy: “Er zijn vandaag tie werd aangepast.” zeer lichtgevoelige camera’s en De onderzoekers benadrukken eventueel zou het systeem met dat ze hun systeem niet zien als een infraroodcamera zelfs in het een potentiële vervanger van de donker kunnen blijven monito- menselijke zorgverlener. Schieren. Als de camera een te hoge pers: “Die misvatting leidt wel pijn registreert, kan een automa- eens tot negatieve opmerkingen tisch alarm de verpleger – of in het uit medische hoek. Maar het sysgeval van thuiszorg: de partner teem zal nooit zelf ingrijpen. Je of familie – waarschuwen. Met moet het zien als een stethoscoop continue monitoring kan je ook of een hartmonitor: een hulpmidrapporten opmaken van de pijn: del dat artsen en verpleegkunop welke momenten heeft de pa- digen meer informatie geeft. Zij tiënt pijn en wat is het effect van beslissen vervolgens zelf wat ze de medicatie? Op basis daarvan daarmee doen. Ons doel is dus kan de arts de behandeling en de helemaal niet de verpleger verdosering van medicatie eventueel vangen, maar bijdragen tot betebijsturen.” re zorg door een ondersteunend Dat continue monitoring een werkinstrument te bezorgen aan
Detectie van opvallende punten
Schatten van andere sleutelpunten
verpleger en arts.” Het project loopt nog tot september van dit jaar. Schiepers: “Dan willen we een proof of concept kunnen presenteren: het bewijs dat dit systeem een menselijke observator kan evenaren in nauwkeurigheid en bovendien de patiënt continu kan monitoren. We hopen dat we de kans krijgen om een vervolgtraject te starten. Interesse vanuit de zorgpraktijk is er zeker. De doelgroep zou trouwens uitgebreid kunnen worden naar andere non-communicatieve patiënten: vroeggeborenen, comapatiënten, mentaal gehandicapten… We hopen dat er ook voldoende belangstelling komt uit de wetenschappelijke en de commerciële wereld, zodat we ons project naar een volgend stadium kunnen brengen.” http://www.painvision.be, http://www.mobilab-khk.be,
[email protected]
Een passend virtueel masker
14 mei 2008
Maatschappij 9
Mei ’68: Tussen waarheid en mythe (1) Veertig jaar na mei ’68 blikken we in twee delen terug op de periode van het Leuvense studentenprotest vanuit linkse, Vlaamse, filosofische en feministische hoek. We noteerden vier verschillende verhalen van bevoorrechte getuigen uit die tijd. In dit deel: filosoof Herman De Dijn en CD&V’er Jozef Dauwe, oudKVHV-voorzitter. Wouter Verbeylen In mei ’68 was de belangrijkste strijd in Leuven eigenlijk al gestreden. Al in mei ’66 stond Leuven in rep en roer toen de bisschoppen besloten dat Leuven tweetalig zou blijven. In de loop van ‘67 klonk naast ‘Leuven Vlaams’ de slogan ‘Studenten en arbeiders, één strijd’ steeds luider, en in januari ’68 brak de tweede studentenre-
volte los. Toen in het voorjaar van ‘68 de regering was gevallen over Leuven, en een splitsing werd toegezegd, viel de studentenbeweging steeds verder uiteen in links en rechts. De tijd van ‘Leuven Vlaams’ was voorbij, die van het anti-autoritaire ‘vrijheid, blijheid’ nog lang niet. Op 16 mei organiseert Animo Leuven samen met Historia, Politika, de Nieuwe Filosofische
Jozef Dauwe
de jongeren nu niet meer begeestert. Nu hebben studenten het op alle gebieden veel comfortabeler. En – dat merk ik ook bij mijn eigen kinderen – de studiedruk is erg hoog door de Bologna-hervorming. Studenten moeten nu vanaf oktober studeren, ze hebben nog veel te weinig tijd over voor De ‘Aktie Informatierecht’ in november ‘68. Aan de microfoon studentenleider en maatschappelijk engagement. later journalist Paul Goossens, geneeskundestudent Kris Merckx, die later GeneesDat is een spijtige lacune in hun kunde voor het Volk zou oprichten, leunt tegen het bord. (© Universiteitsarchief) opleiding.”
CD&V-gedeputeerde Provincie Oost-Vlaanderen “Ik groeide op in Lebbeke bij Dendermonde in de Golden Sixties. Ik was er bij de KSA en was al geëngageerd Vlaamsgezind toen ik in Leuven aankwam. In ’66, toen de bisschoppen bekendmaakten dat Leuven tweetalig zou blijven, voerde ik al mee actie. Ik was ook als actief bestuurslid toegetreden tot het Katholiek Vlaams Hoogstudenten Verbond (KVHV).” “Binnen het KVHV behoorde ik niet tot degenen die zichzelf progressieven noemden. Zij werden, zeker in ’68, steeds radicaler-links, tot het Maoïsme toe. Ze legden het zwaartepunt van de verdere acties niet meer bij een autonome, democratische Vlaamse universiteit in Leuven, maar bij de solidariteit met de arbeiders. ‘Arbeiders en Studenten, één strijd’, klonk het. Een scheuring aan de top kon niet meer vermeden worden. Studentenleider Paul Goossens zou uiteindelijk misnoegd het KVHV verlaten, en ik volgde hem op als voorzitter.” “Ik begon te vrezen dat de jarenlange moeizame mentale reconversie voor een Vlaamse universiteit in Leuven teniet zou worden gedaan. Vanuit een pragmatisch standpunt trachtten we in het licht van de eindstrijd, minstens naar buiten toe, de eenheid te bewaren. Want ‘Leuven Vlaams’ was in de eerste plaats een actie van tienduizenden ‘gewone’ studenten, en niet van de linkse voorhoede. Samen hielden we tientallen demonstraties en sitins, en we bereikten in het vroege voorjaar van ‘68 ons doel: de regering viel over de kwestie Leuven, Leuven zou een Vlaamse universiteit worden.” “Nadien is de studentenbeweging toch uit elkaar gespeeld. Rector Pieter De Somer heeft daar een eerder funeste rol in gespeeld: hij is beginnen flirten met de zogenaamde linksen om de macht van de tot dan eensgezinde studentenbeweging te breken. En hij is in zijn opzet gedeeltelijk geslaagd. Het KVHV heeft nadien nooit meer dezelfde leidende positie gehad.”
Kring en Comac Leuven een debat over mei ’68. Vier van de sprekers komen in Campuskrant aan het woord: in dit nummer CD&V’er Jozef Dauwe en filosoof Herman De Dijn, in het juni-nummer feministe Liliane Versluys en Kris Merckx van Geneeskunde voor het Volk. ‘Mei ’68 – Tussen waarheid en mythe’, vrijdag 16 mei om 20u, Maria Theresiacollege Leuven
Jozef Dauwe
(© ingezonden)
Regelneverij “Ik denk niet dat er nu nog iemand rouwig is om de splitsing. Leuven heeft vandaag een volwaardige universiteit van wereldformaat, en onze Franstalige broeders ook. Maar ik vind wel dat we in ’68 andere kansen hebben laten liggen: we hadden toen de opportuniteit om een progressief model uit te werken, en doordat sommigen zich te extreem-links opstelden, is dat er niet van gekomen. Vlaanderen was daar toen niet rijp voor, en zelfs nu nog niet. Ik heb niets tegen hemelbestormers, maar als er niemand meer volgt, moeten degenen die aan de leiding staan daar hun conclusies uit trekken.” “De algemene tijdsgeest van ’68 was er één van afkeer voor het gezag, en dat is bij mij ook steeds blijven hangen: ik krijg het nog altijd moeilijk als ik een rijkswachter zie (lacht). Het was een periode waarin de creativiteit vrij en ongebonden kon opborrelen, en die is nadien grotendeels weer verdwenen. Natuurlijk moet er een orde in de samenleving zijn, maar laat die dan toch binnen brede krijtlijnen bestaan, en niet langs de dunne draad waarop de ambtenarij ons nu nog meer dan ooit doet lopen. We worden steeds meer verstikt in de regelneverij waar we toen zo intens tegen gevochten hebben.” “Spijtig genoeg moet ik vaststellen dat het engagement van ’68 niet meer bestaat bij de jongeren van vandaag. Misschien ontbreekt nu de aanleiding: wij kwamen toen uit een Sturm und Drang-periode met een vuur dat
Herman De Dijn filosoof
“Ik was al 25 in ’68. Ik heb de revolte van ’66, tegen het mandement van de bisschoppen, van dichtbij meegemaakt. Ik was toen preses van de Filosofische Kring, en was lid van Universitas, de beweging gesticht door Mgr. Dondeyne. In ’68 was ik nog ‘half student’, ik volgde de enige kandidatuur letteren en wijsbegeerte, en deed mijn legerdienst in Heverlee.” “Tussen ’66 en ’68 zag je een machtsgreep van linkse studenten in organen als het KVHV en Universitas. Ik was zelf ook zijdelings betrokken bij de Studentenvakbeweging SVB – ik zat toen in een studiegroepje georganiseerd door Walter De Bock, en samen lazen we marxistische teksten. Toen de SVB overging in Amada, kon ik niet meer mee. Was dat dan de bedoeling van universiteit lopen, dat je in de fabriek beland-
Herman De Dijn
(© Rob Stevens)
wikkelingen, vooral van het kapitalisme, dat uitgesteld en tegelijk aangedreven door WO II, nu ook in Europa volop tot bloei kwam. De ‘conspicuous consumption’, de consumptie van goederen waarmee je anderen de loef afsteekt, kwam hier pas goed op gang in de jaren ’50. Ze werd ideologisch gekoppeld aan een expressief in-
Herman De Dijn: “In mei ‘68 heerste het conformisme van het non-conformisme.” de? Het was een blinde edelmoedigheid waarvoor ik te nuchter was.” “Het anti-autoritaire klimaat van ‘vrijheid, blijheid’ was al langer op til. De jeugd kreeg niet pas in ’66 de kriebels – de seminaries zijn al vóór ’66 leeggelopen, om maar iets te noemen. Het was een logisch gevolg van bredere ont-
dividualisme: de mens moet zijn innerlijke creativiteit uitdrukken. Grote groepen jongeren hadden voor het eerst leisure, vrije tijd, en dus kreeg je voor het eerst een brede jeugdcultuur die zich vertaalde in eigen mode, eigen muziek.”
Conformisme “Een deel van die jeugd adop-
teerde natuurlijk niet alleen flower power als lifestyle, maar had nog altijd een missie – het soort jongeren dat enkele jaren eerder nog pastoor, dokter of missionaris was geworden. Het ideologisch klimaat bracht mee dat die meest ‘edelmoedige’ jeugd in het vaarwater van het marxisme kwam, of van radicalere versies ervan. Men had beter kunnen weten, als je zag wat er in het Oostblok gebeurde. Maar de radicalen namen de naïevelingen op sleeptouw. Mensen in groep zijn nu eenmaal conformistisch, en toen – en ook nu nog – heerste het conformisme van het nonconformisme.” “Het heeft geen zin om die hele evolutie rond ’68 positief of negatief te kwalificeren, ze was onvermijdelijk. Wie de sfeer van ‘vrijheid, blijheid’ heeft meegemaakt, weet dat het geweldig was, maar beseft dat het niet houdbaar was voor lange tijd. Allerlei taboes zijn toen gesneuveld, maar allerlei nieuwe problemen zijn in de plaats gekomen. Tegenwoordig heeft men een bijna absolute vrijheid in de privé-sfeer, terwijl men daarbuiten steeds meer disciplinering, meer dwang ondergaat: de werkdruk, de flexibilisering van de arbeid, de druk op de arbeidsmarkt door de globalisering…” “De studenten zelf zijn inderdaad niet meer geëngageerd zoals veertig jaar geleden, maar wat zegt dat? De context is zo verschillend. Wat kan engagement vandaag nog betekenen, nu je volkomen in beslag wordt genomen door de verplichtingen van consumptie en entertainment? De écht geëngageerden, die ageren tegen armoede of voor het milieu, bestaan nog, maar zoals altijd is die groep héél klein, net zoals in ’68.”
10 Nieuws
campuskrant
“Arbeidsgeneeskunde is een stuk uitdagender geworden” De arbeidsgeneeskunde in België bestaat dit jaar veertig jaar, én professor Raphaël Masschelein gaat weldra op emeritaat. Daarom organiseert de Afdeling Arbeids-, Milieu- en Verzekeringsgeneeskunde op 29 en 30 mei het internationaal symposium ‘Education and Training in Occupational Health’. Wij vroegen Masscheleins opvolger, professor Lode Godderis, waarom we daarbij moeten zijn. Tim Vuylsteke Godderis: “Eigenlijk is er, naast Masscheleins emeritaat en de viering van veertig jaar arbeidsgeneeskunde, nog een derde reden om terug te blikken. Het is ondertussen al meer dan tien jaar geleden dat de befaamde Welzijnswet in voege trad, en daarom vonden we het interessant eens na te gaan wat de gevolgen van die wet geweest zijn op het gebied van, bijvoorbeeld, de arbeidshygiëne en de ergonomie, maar ook op het juridische en sociale vlak.” “De Welzijnswet komt op de tweede dag van het symposium, die eerder voor een Belgisch publiek bedoeld is, aan bod. Op de eerste dag, die wordt georganiseerd in samenwerking met EASOM (European Association of Schools of Occupational Medicine), waarvan Masschelein een van de bezielers is, ontvangen we sprekers uit heel Europa. Die zullen het, zoals de titel van het symposium aangeeft, hebben over de arbeidsgeneeskundige opleidindie gezamenlijk door de UGent, vorm zal hebben van een vierjagen op ons continent.” de UA en de VUB wordt georgani- rige ManaMa voor artsen – twee Multidisciplinair seerd. Vanaf volgend jaar worden jaar theorie en twee jaar praktijk “Voor de Welzijnswet er kwam, die twee samengevoegd, en zal er – die gemakkelijk te combineren waren de arbeidsgeneeskundige dus enkel nog een interuniver- is met een job.” dienst en de veiligheidsdienst sitaire opleiding bestaan, die de “Maar het verstrekken van ontwee aparte instanties. De medische tak stond, met andere woorden, los van de rest. Dat veranderde dus in 1996, toen de diensten voor preventie en bescherming op het werk werden opgericht. Zo’n dienst moet, om erkend te worden, naast het aanbieden van dienstverlening op het vlak van gezondheid en arbeidsveiligheid, ook zorgen voor psychosociale ondersteuning, instaan voor de arbeidshygiëne en ergonomie, adviezen geven in verband met leefmilieu, en de werknemers beschermen tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel Sofie Bas gedrag.” gina gevisualiseerd worden aan “Er bestaan zowel interne als de hand van vijf Olympische “Professor Willy Clarysse, hoofd ringen. Alleen jammer dat we externe DPBW’s, maar allemaal van de Onderzoekseenheid van het International Olympic hebben ze gemeen dat ze nu, Oude Geschiedenis, heeft al ja- Committee de officiële ringen veel meer dan vroeger, multidisren contact met Yan Haiying, als symbool van de Olympische ciplinair zijn. De niet-medische professor geschiedenis van de Spelen niet mochten gebruiken aspecten van het welzijn op het Oudheid in Beijing,” vertelt So- op onze website, die nochtans werk maken vandaag onlosmafie Remijsen, enthousiast me- louter educatief is. We hebben kelijk deel uit van de preventie, dewerkster aan de website. “De dan maar Olympische vierkanen er wordt nu ook veel sneller Olympische Spelen vormen de ten ingevoerd.” dan vroeger een beroep gedaan ideale gelegenheid om die saop psychologen, ergonomen en De website behandelt achtermenwerking te verdiepen.” meetingenieurs. Uiteraard blijeenvolgens de site Olympia, “We zijn aan de concrete uit- verschillende Griekse spelen, ven de artsen en verplegers de werking begonnen in 2006. Om- de belangrijkste sporten en ateerstelijnsspelers in de arbeidsdat de kennis van de Oudheid leten, achtergrondinformatie geneeskunde, maar ze hoeven beperkt is in China, hebben wij over de idealen en de banden niet meer alles alleen te doen.” alle teksten geschreven en naar met andere maatschappelijke Genetica het Engels vertaald. In septem- domeinen en de impact van Terug naar de eerste dag van het ber ben ik dan zelf naar China sport in de Oudheid op het lesymposium, wanneer het over opgereisd om het project daar te ven en denken van toen en nu. leidingen arbeidsgeneeskunde installeren en om kennis te ma- “We willen verder gaan dan de gaat. Hoe zit het in Leuven wat dat ken met de twee Chinese verta- Olympische Spelen zelf,” verbetreft? “Op dit moment bestaan lers. Het resultaat is een drieta- telt Sofie Remijsen. “Sport was er twee dergelijke opleidingen in lige website, opgebouwd rond een belangrijk fenomeen in de Vlaanderen, één bij ons en één vijf thema’s, die op de startpa- antieke samenleving, met een
derwijs is natuurlijk niet onze enige taak – hoewel het voor Raphaël Masschelein, die nog steeds zeer gedreven is, ongetwijfeld de belangrijkste was. We doen daarnaast ook aan maatschappelijke
dienstverlening, wat betekent dat we zetelen in commissies over, pakweg, het vastleggen van de limietwaarden voor een bepaalde stof en geregeld spreken voor en advies geven aan werkgevers, vakbonden en overheidsinstanties.” “En dan is er uiteraard nog het wetenschappelijk onderzoek. Het gaat daarbij vooral om het bestuderen van de effecten op de gezondheid van blootstelling aan bepaalde chemische agentia: vanaf welke concentratie heeft men een verhoogde kans op ziekte? Tegenwoordig betrekken we echter steeds vaker ook de genetica bij onze tests: hoe komt het dat niet iedereen kanker krijgt die aan dezelfde stof wordt blootgesteld? En: wat is het effect van een blootstelling op de genen?” “Als je die laatste lijn doortrekt naar de DPBW’s en de bedrijfsartsen, dan kan je stellen dat hun werk de laatste jaren een stuk uitdagender is geworden: vroeger moesten ze hoofdzakelijk werknemers onderzoeken en ongevallen voorkomen, vandaag moeten ze ook aandacht hebben voor het milieu, individuele gevoeligheid en zelfs aan gezondheidspromotie doen.” http://med.kuleuven.be/cpg/ symposium.html
Website belicht Olympische Spelen in de Oudheid Samen met de universiteit van Beijing, heeft de Onderzoekseenheid Oude Geschiedenis een website opgericht over de Olympische Spelen – en sport in het algemeen – in de Oudheid. grote impact op het culturele, politieke en sociale leven. Onze website biedt bijvoorbeeld een kijk op sport als politieke propaganda, vrouwen in de sport, erotische connotaties, enzovoort. Verder geven wij bijvoorbeeld ook informatie over de Capitolische en de Actische spelen en de atletenvakbond, innovaties uit de Romeinse tijd die op gangbare sites vaak ontbreken, en reiken we een vergelijking aan met de moderne Olympische Spelen waarin we de typische cliché’s proberen te doorbreken.” Het gevolg is een zeer leesbare, goed gestructureerde website. “In feite willen we twee grote doelgroepen bereiken. Enerzijds kan onze website handig zijn voor studenten en leerkrachten, omdat de informatie die we bieden overzichtelijk en zo volledig mogelijk is en om-
dat we links hebben ingevoegd naar ons bronnenmateriaal. Zo kunnen studenten met een simpele muisklik toegang krijgen tot fragmenten van bekende en minder bekende Griekse auteurs of tot afbeeldingen van archeologisch materiaal. Anderzijds is de website ook bedoeld voor louter geïnteresseerden, die enkel op zoek zijn naar eenduidige informatie. Dankzij de korte, leesbare tekstjes die allemaal met elkaar gelinkt zijn, vinden ze bij ons precies waarnaar ze op zoek zijn.” “Voor een project als het onze is het moeilijk om externe sponsors aan te trekken,” zegt Sofie. “Daarom zijn we rector Vervenne extra dankbaar voor zijn persoonlijke steun. De belangstelling voor de website groeit trouwens van week tot week.” http://ancientolympics.arts. kuleuven.be
14 mei 2008
Diversiteit 11
Studiedag belicht digitale toegankelijkheid aan de K.U.Leuven Tijdens de studiedag ‘Digitale toegankelijkheid aan de K.U.Leuven’ komen een aantal stappen aan bod die de universiteit tot hiertoe zette om de studiemogelijkheden van studenten met een functiebeperking te verbeteren. Joke Depudyt Al dertig jaar voert de K.U.Leuven begeleiding van studenten met een beperking hoog in het vaandel. Een traditie waar ze op Europees vlak heel wat erkenning voor kreeg. Professor Jan Engelen, hoofddocent Departement Elektrotechniek (ESAT), doet als voorzitter van de Studiedag ‘Digitale toegankelijkheid aan de K.U.Leuven’ een oproep om dit beleid onverminderd voort te zetten. Zeker in de elektronische informatiemaatschappij van vandaag: ”Bij toegankelijkheid en mensen met een beperking denk je algauw aan gebouwen die problemen opleveren voor rolstoelgebruikers. Maar in onze huidige ‘elektronische’ maatschappij kampt een student met leesbeperkingen evengoed met een toegankelijkheidsprobleem. Samen met IBM werkte de universiteit gedurende 2006 en 2007 aan verschillende projecten om de studiemogelijkheden van studenten met een functiebeperking te verbeteren.” Koen Neyens van de Cel ‘Studeren met een functiebeperking’ van de Dienst Studentenvoorzieningen: “De Werkgroep Digitale Toegankelijkheid verenigt de expertise op het vlak van studentenbegeleiding én de technische expertise binnen de universiteit. De resultaten willen we voorstellen tijdens onze studiedag, die tegelijk een hoogtepunt wil zijn en een nieuw vertrekpunt in het
zoeken naar een meer inclusieve leeromgeving.” Engelen: “Dankzij IBM staat in een zeven à achttal universiteitsbibliotheken, waaronder die van de Campus Kortrijk, aangepaste leesapparatuur. Andere – interne – realisaties zijn het vergroten van de toegankelijkheid van het Toledo-portaal, de richtlijnen voor webmasters en docenten die werden opgesteld en de vernieuwde website van de universiteit, die het Belgische kwaliteitslabel Anysurfer kreeg.” Raf van Kuyck, hoofd van de Cel Internetcommunicatie: “Om de website zo toegankelijk mogelijk te maken hebben we zo veel mogelijk balast eraf gegooid. Voor blinden en slechtzienden hebben we bovenaan de pagina extra links voorzien, waardoor ze via een browser kunnen kiezen welke informatie ze willen horen. Maar we beperken ons niet tot mensen met een visueel probleem alleen. Zo is het, met het oog op mensen met concentratiestoornissen, beter om bewegende beelden te vermijden. Maar eigenlijk wint elke gebruiker bij maximale toegankelijkheid. Toegankelijkheid slaat trouwens ook op toegankelijkheid bij verschillende schermresoluties of op palmtops. Als een webpagina zo smal wordt weergegeven, genereren we een specifieke opmaak.” “De vernieuwde pagina’s voldoen ook aan de strenge technische W3C-richtlijnen. Dat we er met
onze nieuwe website in geslaagd zijn daaraan tegemoet te komen, is een enorme ruggensteun voor ons. De uitdaging is nu om ondersteuning te bieden aan alle webmasters binnen de universiteit om de door ons aangereikte templates te implementeren.” Neyens: “Om gelijke kansen te waarborgen is het ook nodig om ICT in te zetten als hulpmiddel. We moeten de leeromgeving maximaal toegankelijk maken waar het kan en op maat van de gebruikers ad hoc aanvullen met specifieke ICT-ondersteuning. Als niet op elke pc een brailleleesregel ingebouwd kan worden, dan blijven bijkomende hulpmiddelen noodzakelijk. En waarom geen voorleessoftware voor mensen met dyslexie of andere vormen van ICT-assistentie bij examens? Wat
Joke Depuydt “Dat vrouwen moeilijker doorstromen, staat niet langer ter discussie”, verduidelijkt Elsy Van Roy, stafmedewerker Centrum voor Gelijke Kansenbeleid. “Om hen effectiever, efficiënter en zichtbaarder op de ‘academische kaart’ te zetten ontwikkelden de vijf Vlaamse universiteiten samen de Equality Guide: een praktische handleiding met HR-instrumenten voor gelijke kansen.” “Elke universiteit koos een on-
derzoeksaspect uit dat toegepast moest worden in de eigen universitaire context. Ondanks de hoge verwachtingen verliep de samenwerking, ook internationaal, heel succesvol. Met de diversiteitsmeter van de VUB kan alvast geen enkele universiteit meer beweren dat ze niet weet hoe ze haar personeel en studenten moet bevragen. Tevredenheid, behoeften, openheid, diversiteitsgevoeligheid… zijn maar enkele elementen die aan bod kwamen. Opvallend is dat toch 12 procent van het personeel een of andere ervaring rond discriminatie meldde. De meesten zijn heel tevreden, holebi’s en mensen met een handicap waren dat iets minder. De VUB-studenten met een handicap of van allochtone afkomst stipten ook vaker problemen aan.” “UGent volgde de in-, door- en uitstroom van haar personeel. Opvallend is dat net die elementen die aantrekkelijk waren bij de jobkeuze diegene zijn waarom sommigen later afhaken. Inhoudelijke creativiteit, fundamentele aard
nen de universiteit. Onze eigen technische diensten leveren een aantal oplossingen, maar zouden moeten kunnen terugvallen op een ondersteunend adviescentrum – de kennis in deze materie is zeer specifiek en verandert zeer snel. Op basis van studies kan die begeleidingsdienst dan systematisch de nodige kennis doorspelen, tendensen, ook internationaal, opvolgen en de betrokkenen briefen. De universiteit heeft op dit gebied een prestige hoog te houden.” Studiedag ‘Digitale toegankelijkheid’, 29 mei. http://www.kuleuven.be/digitaletoegankelijkheid
Aan de stok Het driedaagse mobiliteitsfeest ‘Rollen en bollen’ – van 6 tot 8 mei – plaatste duurzame mobiliteit en toegankelijkheid onder de aandacht van de studenten en het personeel van de Leuvense instellingen hoger onderwijs. Zo konden deelnemers aan het interactieve mobiliteitsparcours aan Alma 3 zich inleven in de beperkte bewegingsvrijheid van ‘andersmobiele’ medemensen: rolstoelrijden, zich verplaatsen met verminderd zicht, manoeuvreren met een buggy… Het parcours was meteen de start van de (pre)campagne ‘Red de stoep’, die volgend academiejaar het bewustzijn van de Leuvense studenten rond toegankelijkheid in de stad wil vergroten. http://www.kuleuven.be/mobiliteit/ fiets/rollenbollen.htm (© Michael De Lausnay)
HR-instrumenten voor gelijke kansen Dat vrouwen in een academische loopbaan moeilijker doorstromen, ligt volgens de mannen aan de vrouwen zelf. Die wijzen op hun beurt de bedrijfscultuur met de vinger. Het is maar één conclusie uit het VlirEqual-project dat onlangs werd afgerond.
we de studenten graag zouden aanbieden, varieert van een gratis softwarepakket over training in ICT-vaardigheden tot en met vlot leesbaar en omzetbaar cursusmateriaal. Met de ‘leveranciers’, docenten en uitgevers dus, willen we graag afspraken maken over het digitaal aanleveren van cursussen en boeken voor studenten met een functiebeperking.” Engelen: “Naast de ICT-begeleiding voor de circa 200 studenten met dyslexie, en de coördinatie van de ad-hocwerkgroep wil ik op lange termijn de noodzaak benadrukken van een concrete technologische begeleidingsdienst bin-
van het onderzoek en intellectuele uitdaging bijvoorbeeld worden dan aangevoeld als gebrek aan steun, een bureaucratische omgeving en een competitieve sfeer. Grote genderverschillen vind je bij de obstakels in de doorstroming. Vrouwen ervaren dat ze minder gevraagd worden dan mannen, of het nu gaat om een vergadering te leiden, een buitenlandse opdracht of een intern dossier. Zwangerschap blijft eveneens een ‘struikelblok’. Bovendien zijn liefst 37 procent van de academische vacatures niet genderneutraal. Daarom zoekt de UGent onder meer naar neutrale en correct Nederlandse functiebenamingen, en werft ze geen vroedvrouwen of -mannen meer aan, maar enkel nog vroedkundigen.” “Onze universiteit had het voordeel van al bestaande organisatiestructuren op het vlak van diversiteit en gelijkekansenbeleid waardoor we iets sneller van start konden gaan. De K.U.Leuven bracht de loopbaan van zowel AP als ATP stap per
stap in kaart via schaardiagrammen, het verloop van een academische carrière werd bevraagd, een stappenplan uitgewerkt voor functiebeschrijvingen en het netwerk van meanstreaming promotoren uitgebouwd. Per faculteit of dienst fungeert een duo, een man en een vrouw, als aanspreekpunt voor gelijke kansen. Het zijn er ongeveer dertig in de faculteiten, plus daarbij nog eens een twintigtal in de centrale diensten. Belangrijk is dat ze eventuele knelpunten centraal kunnen melden aan de Dienst Diversiteitsbeleid binnen de organisatie. Wij van onze kant letten erop dat er voldoende actieve promotoren zijn, bieden hun jaarlijks een vorming aan en volgen hun acties op.” “Vrouwen zijn minder geneigd energie te steken in het naar buiten brengen van hun wetenschappelijke onderzoeksresultaten. Als het goed is, komt het sowieso bovendrijven, redeneren ze. Fout. Uit het UA-onderzoek rond wetenschapscommunicatie komt duidelijk naar voren dat je met een minimale inspanning en de knepen van het vak verbluffende resultaten bereikt. Via trainingen in tien sessies leer je het: hoe duidelijker de communicatie, hoe vlotter en sneller je loopbaan evo-
lueert, maar ook hoe slechter de input, hoe minder vlot en snel…” “Datzelfde gegeven komt terug bij de mentorgids van UHasselt. Een ideale relatie tussen mentee en mentor dient duidelijk gedefinieerd te worden. De mentor kent de organisatie door en door, en reageert op vragen die altijd uitgaan van de mentee, en meestal draaien om praktische zaken als een tijdelijk buitenlands verblijf of een promotiedossier. De mentor en de mentee behoren bij voorkeur tot dezelfde groep, maar niet tot dezelfde faculteit, want een hiërarchische relatie werkt belemmerend in een mentortraject. Bij toepassing op grotere schaal blijken er wel mentoren te weinig. Een nieuwe uitdaging, dus. Gelukkig hebben alle betrokken partijen bij het Vlir-Equal-project te kennen gegeven de ingeslagen weg verder te willen (op)volgen. Bovendien zijn de onderzoeksmodules blijvend toepasbaar, met waarschijnlijk weinig verschillen qua resultaten. We moeten ons durven afvragen of we ons beleid niet gewoon kunnen afstemmen op de bevindingen uit het onderzoek elders in plaats van het opnieuw aan de eigen universiteit te bevragen? Het komt er nu op aan de vinger aan de pols te houden!”
12 Interview
campuskrant
Geneticus Jean-Jacques Cassiman
“Ik betreur niets”
Jean-Jacques Cassiman is één van Leuvens meer bekende hoogleraren. Wanneer er ‘iets genetisch’ opduikt in de actualiteit, voorziet hij met karakterkop en sonore basstem in de nodige uitleg en duiding. Dat zal wellicht niet veranderen na 1 oktober van dit jaar, wanneer hij emeritus wordt.
interview Ludo Meyvis “Ach, dat emeritaat… Het belangrijkste verschil zal zijn dat ik geen universitaire kredieten meer mag beheren. Maar het betekent niet dat je met geweld uit je discipline gezet wordt. Het ligt een beetje aan jezelf: als je wil, blijf je betrokken bij wat er gebeurt. En ik wil dat. Pas op, het is wel degelijk ingrijpend hoor, iets dat eigenlijk al een paar jaar voor je eigenlijke emeritaat begint. Bij projectaanvragen, bijvoorbeeld, hou ik me al een tijdje afzijdig. Wanneer die aanvragen de administratie doorlopen hebben, zal ik immers al emeritus zijn, en mag ik geen financiële verantwoordelijkheid meer dragen. Je werkt dus toch al ànders dan zonder dat emeritaat. Maar verder ben ik niet van plan mijn leven fundamenteel te veranderen.” “Tijd voor andere dingen? Ik maak daar ook nù al tijd voor vrij, en ik zou niet weten voor welke andere dingen ik dat dan extra zou moeten doen. Bovendien ben ik betrokken bij een aantal projecten en initiatieven die niet beïnvloed worden door mijn emeritaat. Maar misschien zouden we toch eens moeten nadenken over wat er gebeurt in Italië: daar is de emeritaatsleeftijd 72 jaar. Dat zou trouwens al beter passen in de aanpak van de vergrijzing…”
Risico nemen Het is een officiële vakantiedag, en ik bevind me moederziel alleen
op de binnenplaats van Onderwijs en Navorsing 1. Niemand te zien, alle deuren potdicht. Alleen in het kleine kantoortje van Cassiman brandt licht. Werken op een vakantiedag? Doe je dan als aanstaande emeritus niet aan uitbollen? “Nee, niet bepaald. Ik heb het druk. Afspraken voor een voordracht kan ik dit jaar niet meer aannemen, dat kan pas in 2009. In het Centrum voor Menselijke Erfelijkheid (CME) zijn er momenteel ongeveer 400 medewerkers. Als je dat vergelijkt met de tijd toen ik begon… Herman Vandenberghe, Herman Verrezen en ikzelf, en een handvol technici, meer was dat niet. Klinische genetica bestond ook niet als discipline. Als je daar iets rond wilde doen, was pediatrie eigenlijk de meest aangewezen richting. Daar heb ik me dan ook in gespecialiseerd, maar ik ben nooit kinderarts geweest: het was alleen de opstap naar een klinische en wetenschappelijke loopbaan in de genetica.” “Trouwens, zelfs nù is genetica nog altijd geen afzonderlijke specialiteit: het vàk ‘genetica’ bestaat niet eens. Natuurlijk komen er in diverse colleges wel deelaspecten aan bod, bij embryologie bijvoorbeeld, of bij celbiologie, en er zijn nogal wat keuzevakken, maar een vak genetica op hetzelfde niveau als anatomie of fysiologie bestaat nog niet. Gelukkig kom je ook geen mensen meer tegen die zich afvragen ‘Of dat nou allemaal wel zo belangrijk is’, zoals me ooit wel overkomen is. Het eerste onderwijs in de genetica was trou-
wens niet bij Geneeskunde, maar bij Psychologie! In vergelijking met andere deelgebieden is het natuurlijk ook nog een piepjonge discipline, waar nog heel veel werk in gedaan moet worden. Maar juist daarom is het ook zo boeiend.” “Ik heb het geluk gehad een mentor als Herman Vanden Berghe gehad te hebben, iemand die een compleet nieuw vakgebied alle kansen gaf, ook al was dat toén, eind jaren 60, nog heel erg riskant. Die bereidheid bestond ook op hogere echelons. Rector De Somer steunde ons, en binnen de ziekenhuizen werd ook Jan Peers een belangrijke medestander. Ik vrees een beetje dat dat, de bereidheid om risico te nemen, in de afgelopen decennia toch wel aanzienlijk verminderd is. Je moet publiceren om aan de bak te blijven komen, en het verrekenbare aspect van je publicaties, dus het aantal of de impactfactor van het tijdschrift waarin je publiceert, krijgt een groter belang dan de eigenlijke inhoud. Dat kan niet goed blijven gaan. Het is een ontwikkeling die ook de supergedetailleerde specialisatie aanmoedigt. Echte vooruitgang kàn niet zonder specialisatie, dat is evident, maar het mag niet ontaarden in oogklepdenken.”
Institutionalisering “Ik wil niet zeggen dat het vroeger echt beter was hoor. Maar heel anders was het wel. Het familiale van het wetenschappelijk werk is weg. Je komt terecht in een gro-
Vier in een pij Van de Nederlandse fotografe Annie Van Gemert was in KADOC eerder de reeks ‘Uniform’ te zien, over het internaatsleven in Vlaanderen. Tijdens dat project raakte ze geïntrigeerd door het kloosterleven, en in 1994 ging ze het reilen en zeilen vastleggen in een vijftiental Nederlandse en Vlaamse contemplatieve kloosters en abdijen, waaronder de trappistenabdij van Achel en de cisterciënzerinnenabdij Mariënlof in Borgloon. Tien jaar later maakte Van Gemert een nieuwe reeks foto’s rond het thema. Veel is er niet veranderd: enkele kloosters zijn intussen gesloten, het aantal kloosterlingen is verder afgenomen en hun gemiddelde leeftijd ligt nog hoger. Toch zie je ook enkele jonge gezichten, moderne interieurs en een (enkele) pc. De tentoonstelling ‘Kloosterlingen’ is nog tot 21 juni te bezichtigen in KADOC, Vlamingenstraat 39, Leuven. (© Annie van Gemert)
(© Rob Stevens)
ter geheel, een instituut, waarin je een welbepaalde plaats toebedeeld krijgt en waarin je, op alle niveaus, meer tijd moet besteden aan allerlei weliswaar begrijpelijke maar in se meestal onproductieve controles of regels. Ik mag op mijn eigen pc bijvoorbeeld zelfs niet meer installeren wat ik wil, beeld je in! Ik begrijp dat wel, maar daarom vind ik het nog niet prettig om een technicus te moeten bellen telkens ik een misschien wel zinvol genetisch programma wil uitproberen. Erg positief is anderzijds natuurlijk dat de wetenschap, en zeker ook de genetica, veel internationaler geworden is.” “In een exponentieel gegroeide instelling als het CME heeft die groei duidelijke consequenties. Ik kom al jàren niet meer met een witte jas in het labo, en er zijn heel wat belangrijke recente technieken die ik niet heb kunnen leren. Dat is jammer, maar daar staat natuurlijk tegenover dat je wel een brede horizon verwerft, gestoeld op ervaring, die voor de gespecialiseerde medewerkers dan hopelijk toch weer interessant is. Je stuurt het onderzoek aan, maar je kunt het zelf niet meer doén. Dat heeft ook te maken met ouder worden. Je gààt achteruit, maar daar staat tegenover dat je wat meer reliëf ziet.” “Of ik dingen gedaan heb die verdienstelijk zijn, dat moeten anderen maar uitmaken. Op wetenschappelijk vlak heb ik het meeste voldoening gevonden in onderzoek rond het mucoviscidose-gen en rond het adhesieproces, dus hoe cellen aan elkaar klitten, en op toegepast vlak natuurlijk het diagnostiseren van nieuwe DNA-afwijkingen. Het grote publiek kent me anders, dat weet ik wel. Ik heb er geen moeite mee om voor de media aan te treden, maar het moet wel iets met mijn vakgebied te maken hebben. In spelletjesprogramma’s zal je me niet zien – ook al is de vraag er wel degelijk. Maar voor een groot publiek uitleggen wat we eigenlijk doen, dat vind ik een gedeelte van mijn taak, en dat heb ik altijd graag gedaan. En als dat dan wat weerklank krijgt, zoals het onderzoek op het DNA van de Dauphin,
ach, dan is dat natuurlijk niet onaangenaam.”
Complexiteit “Ik denk dat voor een geneticus de grootste frustratie erin bestaat dat er wel steeds meer genetische defecten bekend raken, maar dat de therapie het nog laat afweten. De genetische bron van de ziekte van Huntington, bijvoorbeeld, kennen we al sinds 1983. Het muco-gen werd in 1989 ontdekt. Zodra dat gebeurt, neemt de hoop op een snelle en doeltreffende therapie sterk toe – maar voor beide ziektes is er ook nu nog altijd geen genezing mogelijk. En dat knaagt. Maar de complexiteit van de problemen is nu eenmaal enorm. Voeg daar nog bij dat de financiering niet altijd optimaal is, én, om het dan specifiek over de genetica te hebben, het feit dat belangrijke doorbraken nog maar enkele jaren oud zijn. De ontrafeling van het genoom, bijvoorbeeld, is een beginpunt, geen eindpunt: het échte werk kan nu pas beginnen…” “De genetica spreekt tot de verbeelding, niet alleen omdat er, hopelijk, belangrijke pathologieën mee aangepakt zullen kunnen worden. We evolueren zeker naar een meer efficiënte geneeskunde, omdat er steeds meer invalshoeken ter beschikking komen. Maar de genetica roept daarnaast ook vragen op, zeker waar het niet langer gaat om ‘genezen’, maar om het ‘manipuleren’ van eigenschappen. Zeker wanneer er sprake is van zogenaamde enhancement, roept dat ethische problemen op. Nu, in Leuven mogen we op dat vlak van een stevige traditie spreken. Medische en ethische specialisten werken hier al lang en heel nauw samen. Dat bevordert de sereniteit en de transparantie.” “En nu? Ik zat mijn emeritaat niet af te wachten, maar ik heb er ook geen echte moeite mee. Ik heb een mooie loopbaan gehad. Ik betreur niets, en ik ben ook niet van plan mijn leven vanaf nu ingrijpend te veranderen. Je kunt niet alles in regeltjes en schema’s gieten, niet in je werk, en niet in je leven. Er moet een zekere ruimte blijven voor toeval en geluk…”
14 mei 2008
Personeel 13
Nieuwe E-man beloont energiebewuste sloganbedenkers Het strakke pakje van de superheld die duurzaam energiegebruik promoot, zit sinds kort rond een ander lichaam. De nieuwe E-man toonde zich meteen van zijn meest vrijgevige kant en deelde prijzen uit aan winnaars van een sloganwedstrijd. Reiner Van Hove Zelfs superhelden nemen wel eens tijdskrediet, zo blijkt: de eerste E-man, een medewerker van Campusservice, trok onlangs om die reden zijn pak uit. De drijvende krachten achter de energiecampagne gingen op zoek naar een nieuw boegbeeld. De missie van E-man is Associatiewijd en de keuze viel deze keer op een student van het Lemmensinstituut. Thomas Crauwels is de naam, and you bet he’s ready to fill his predecessor’s shoes. Met overschot zelfs: hij blijkt een grotere schoenmaat te hebben en zijn laarzen knellen nog wat. “Er is trouwens wel meer dat krap zit in dit kostuum”, lacht Thomas. Maar een geschikte energieheld is hij zeker. “Ik hoorde van de vacature via onze directeur. Ze zochten iemand met acteertalent en ik volg de opleiding woordkunst, vandaar waarschijnlijk. Energiebewust ben ik ook wel: ik zit bij de sp.a in Kontich, een partij die toch een stevig milieu- en energiebeleid heeft. En ik heb ook veel voeling met beterewereld-organisaties.” De nieuwe E-man mocht warmlopen met een relatief eenvoudige eerste opdracht. Hij deelde prijzen uit aan de winnaars van de sloganwedstrijd voor het nieuwe luik van de energiecampagne, dat ons vraagt om apparaten tijdig uit te schakelen. De winnende
slogan Zet ‘m af! kwam uit de koker van Mie Sterckx (rechts op de foto). Ze nam een meterweter, een spaarlamp en een stekkerblok met schakelaar in ontvangst. En wij deze reactie: “Op het Centrum voor Taal en Onderwijs, waar ik werk, ben ik zelf zo’n beetje de E-vrouw: ik verspreid energietips via onze maandelijkse nieuwsbrief. Het was dus ook niet toevallig dat ik de aankondiging van de wedstrijd zag. Die slogan schoot me meteen te binnen, dus heb ik hem maar opgestuurd. Als we een titel nodig hebben op het werk, ben ik trouwens wel vaker van dienst. Voor een onderwijsproject heb ik bijvoorbeeld ooit ‘Met vereende leerkrachten’ bedacht.” De tweede gelukkige die mocht kennismaken met E-man is Heidi Peeters van Literatuurwetenschap. Van haar komt de ondertitel Schakel apparaten tijdig uit, die haar een spaarlamp en een stekkerdoos opleverde. Heidi: “Ik had de aankondiging van de wedstrijd gezien in de e-Nieuwsbrief, en ik had een aantal slogans bedacht, maar die hebben het niet gehaald. Ik had er ook een stom zinnetje uitleg bijgezet, en dat hebben ze wel gebruikt. Eigenlijk vind ik de prijs dus een beetje onverdiend, maar ik ga hem toch niet weigeren. (lacht) Ik vond het ook een leuk initiatief om de medewerkers te laten meedenken over de slogan. De campagne om de trap te nemen in plaats van
de lift vond ik destijds trouwens ook heel geslaagd: ik heb altijd schuldgevoelens als ik toch eens in de lift stap. We moeten met z’n allen wat minder verkwisten, daar ben ik van overtuigd.” Op http://www.kuleuven.be/ energie/ vindt u geregeld nieuwe acties en informatie over energiegebruik aan de K.U.Leuven. Onder: Heidi Peeters, Mie Sterckx en de nieuwe E-man. (© Michael De Lausnay)
VGM-antenne bewaakt uw gezondheid en ons milieu Eind mei begint de opleiding van een aantal personeelsleden tot VGM-antenne. Belangrijkste doelstelling is de communicatie optimaliseren tussen werkvloer en Dienst Veiligheid, Gezondheid en Milieu (VGM). Jaak Poot “Op het vlak van veiligheids-, gezondheids- en milieubeleid heeft de universiteit meer dan andere organisaties een voorbeeldfunctie”, stelt professor Jef Roos, voorzitter van de Raad van Bestuur van de K.U.Leuven. “Ook personeelsleden en studenten zijn begaan met dit thema. En er is de druk van de wetgever en de dreiging van potentiële aansprakelijkheid. Daarom gaf de Raad van Bestuur de opdracht om een vijfjarenplan op te stellen dat de gezondheid en veiligheid van
onze medewerkers en van de buitenwereld maximaal garandeert. Na een intensieve voorbereiding volgt nu de fase van implementatie op de werkvloer.” “Dat beleidsplan 2006-2010 wil de acties voor veiligheid, gezondheid en milieu beter integreren in de werking van de universiteit”, zegt Lieven Put, hoofd van de Dienst VGM. “Binnen een complexe organisatie zoals de onze is er nood aan een niveau tussen centrale dienst en leidinggevend personeel, individuele medewerkers en studenten. Het eerste anderhalf jaar hebben we gebruikt
om de nieuwe aanpak grondig voor te bereiden en een reeks nieuwe en vernieuwde processen en procedures uit te schrijven.” Vanaf half mei komen er dan – in fases tot eind 2008 – VGMantennes. In de groep Humane Wetenschappen en de Centrale Diensten is dat een VGM-antennecoördinator. In de departementen van de groepen Biomedische Wetenschappen en Wetenschappen en Technologie is de materie flink ingewikkelder: daar krijgt de VGM-antennecoördinator de steun van een aantal ‘leden’. Die worden meer tech-
nisch geschoold en bewaken spe- dat relevante informatie naar de cifieke radioactieve, biologische Dienst VGM doorstroomt. Vanaf eind mei organiseren we – veren scheikundige VGM-risico’s. plichte – opleidingen. Voor de coCommunicatie ördinatoren gaat het om twee halLieven Put: “We vinden het be- ve dagen – drie voor Biomedische langrijk dat de VGM-antenneco- Wetenschappen en Wetenschapördinatoren van een voldoende pen en Technologie. De antennehoog niveau zijn. Zij moeten leden die toezien op radioactieve anderen helpen om correct te en biologische risico’s krijgen een handelen. En ze coördineren. De halve dag vorming, hun collega’s belangrijkste taak van de VGM- voor chemische risico’s een volantennes is zorgen voor een ledige dag. Later komen er, waar gestroomlijnde eerstelijnscom- nodig, terugkomdagen.” municatie tussen werkvloer en “We zochten voor de VGM-ancentrale dienst VGM. Daar blijven tennes inspiratie bij de financiële de huidige adviseurs beschikbaar antennes”, zegt professor Roos. om advies te geven, technische “Maar met een ander accent in oplossingen uit te werken en te de taakinvulling. De medewerimplementeren. Want dat moet kers van een VGM-antenne zijn duidelijk zijn: de centrale dienst geen uitvoerders, ze zorgen voor wordt niet afgebouwd. Die blijft informatie en terugkoppeling. even actief als vroeger en staat pa- Daarom is het belangrijk dat ze raat voor maximale operationele kort bij de doelgroep staan, goed ondersteuning.” aanvoelen wat er leeft.” Lieven “Na implementatie lopen alle Put voegt eraan toe: “Wij willen meldingsprocedures via de VGM- er ook echt voor zorgen dat de antennes. Daarom voorzien we antennes het spook van de admiook dat ze zichtbaar gemaakt nistratieve overlast uit de wereld worden via het K.U.Loket zodat ze helpen. Zij zorgen er precies voor makkelijk te vinden zijn. De co- dat er minder overlast is voor de ördinatoren staan ervoor garant onderzoekers.”
14 Personeel
campuskrant
[38] De Collega’s
“Ik vind alle aspecten van mijn job wel leuk”
In deze rubriek proberen we een gezicht te plakken op die collega met wie u zo goed samenwerkt, maar die u op straat straal voorbij zou lopen. Wim Troch
In de vorige aflevering gaf een e-mail bestemd voor Hélène Collin ons aan in welke richting we onze collegiale ontdekkingstocht moesten voortzetten. De volgende schakel in de ketting is Herlinde Leemans (39). We belanden in het classicistische Huis Bethlehem in de Schapenstraat, op de Dienst Onderzoekscoördinatie. Nadat we de statige witmarmeren trap hebben genomen, vinden we Herlinde achteraan in een lokaal op de eerste verdieping. Herlinde: “Ik heb sporadisch contact met Hélène, vooral in verband met Lirias. Dat is het nieuwe systeem waarmee we publicatiegegevens kunnen beheren. De onderzoekers kunnen er zelf zowel een artikel als een beschrijving ervan in onderbrengen. Op die manier ontstaat een archief van alle wetenschappelijke output. Dat kunnen andere onderzoekers, maar ook externen, dan raadplegen. Het is de bedoeling dat zo veel onderzoek als mogelijk voor iedereen vrij toegankelijk wordt, voor zover dat natuurlijk in overeenstemming is met de auteursrechten.” “Ik stond mee aan de wieg van Lirias; ik was er van ontwerp tot implementatie bij betrokken. Mijn voornaamste taak bij de Eenheid Beleidsondersteuning bestaat erin bibliometrische en
beleidsvoorbereidende rapporten op te stellen. Ik vind eigenlijk alle aspecten van mijn job wel leuk; zowel het contact met de onderzoekers als het werken met de data.” “Op de Dienst Onderzoekscoördinatie worden aanvragen voor onderzoeksfinanciering ondersteund. We werken hier met ongeveer 25 mensen, die allemaal vrij verschillende taken vervullen. Zo is er iemand die de EU-projectaanvragen opvolgt, iemand die werkt rond de academisering van de hogescholen, iemand die zich bezighoudt met het organiseren van infosessies voor onderzoekers, enzovoort. Wij zorgen daarnaast bijvoorbeeld ook deels voor de financiële administratieve opvolging van de projecten. En er worden hier ook analyses uitgevoerd ter voorbereiding van het onderzoeksbeleid. Een zeer gevarieerd pakket, dus.” “Ik werk nu vijf jaar op de Dienst Onderzoekscoördinatie, maar ik ben in 1991 al aan de K.U.Leuven begonnen als onderzoeker. Ik heb TEW gestudeerd in Antwerpen, en heb dan een jaar beleidsinformatica gevolgd aan de K.U.Leuven. Nadien heb ik een doctoraalscriptie gemaakt en heb ik op het monitoraat informatica gewerkt van wat toen nog de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen was. Ik zag toen een vacature
(© Rob Stevens)
voor deze job en die leek me wel interessant.” “Vrije tijd heb ik niet zo veel, aangezien ik vier kinderen heb. Die sporten allemaal: ofwel basketballen ze, ofwel voetballen ze. Dat betekent dus dat ik in het weekend vrij veel tijd doorbreng langs de zijlijn van sportterreinen. En ook in de wagen,
van voetbalveld naar sporthal en weer terug. Ook in de week speel ik vaak taxi, voor de trainingen. Maar als er nog wat tijd overblijft voor mezelf, dan ga ik graag wat lopen. Ik hou er ook van om in de tuin te werken. Vroeger ging ik nog regelmatig zingen, maar nu doe ik dat niet meer wegens tijdsgebrek.”
Op dat ogenblik gaat de telefoon over. “Chris Schroeven is faculteitsbibliothecaris van de Bibliotheek Sociale Wetenschappen. We hebben regelmatig contact, meestal in verband met Lirias.” Over deze negenendertigste collega en haar werk komt u alles te weten in het nummer van september.
Aanbod personeelsopleidingen breidt uit “Te veel werknemers denken dat ze niet goed bezig zijn als ze door hun diensthoofd gevraagd worden een opleiding te volgen. Of diensthoofden vinden een opleiding voor hun medewerkers zonde van hun tijd.” De Personeelsdienst streeft ernaar een cultuur van leren te stimuleren aan de universiteit. Ze breiddde alvast het opleidingsaanbod sterk uit. Sofie Bas Volgens Johan Thibaut van de cel Opleiding en Ontwikkeling is het opleidingsbeleid van de Personeelsdienst vooral gericht op drie strategische thema’s: “Ten eerste richten we ons op de ontwikkeling van leiderschap, in deze fase nog vooral voor eerstelijns-leidinggevenden die rechtstreeks een team aansturen. Om hen te versterken in de rol van leidinggevende als coach bieden we nu een vierdaagse opleiding ‘coachend leidinggeven’ aan. Daarnaast richten we ons op het professionalisme van onze medewerkers. In tijden van groeiende internationalisering en stijgende kwaliteitseisen moeten zij namelijk continu voldoende opgeleid en professioneel ontwikkeld zijn, niet alleen op technisch vlak maar ook in de zogenaamde ‘soft skills’.”
pak is veranderd; de opleidingen zijn namelijk nog sterker ervaringsgericht gemaakt. Niet de theoretische kennis staat daarbij centraal, maar de dagelijkse praktijk van de deelnemer. Die methode werkt in twee richtingen; enerzijds wordt de inhoud van de opleidingen specifiek afgestemd op de praktijkwereld en de concrete vragen van de deelnemers, anderzijds wordt van de ingeschrevenen engagement en actieve deelname verwacht. “Onze opleidingen hebben gedragsverandering als uiteindelijk doel,” legt Thibaut uit. “Het is de bedoeling dat het geleerde ook toegepast wordt in de praktijk, dan pas heeft een opleiding rendement. Je mag een opleiding nog zo interessant gevonden hebben, als je er in de prakPraktijkgericht tijk niets mee doet, is het zonde Niet alleen het aanbod aan oplei- van de tijd. Leidinggevenden en dingen is vernieuwd, ook de aan- collega’s kunnen daarbij een sti-
“Ten slotte focussen we, met het oog op de steeds veranderende invulling van functies, op de ‘employability’ of inzetbaarheid van medewerkers. Zo proberen we doctorandi bewust te maken van het belang van een brede competentieontwikkeling, waarin naast academische en intellectuele competenties, ook relationele en leidinggevende vaardigheden een rol spelen. Een reeks speciaal op hen afgestemde opleidingsmodules moet daarbij helpen.” Alle personeelsleden, ongeacht hun statuut, kunnen zich inschrijven voor de verschillende opleidingen. Diensthoofden kunnen daarnaast ook een opleiding op maat aanvragen voor hun afdeling, vanuit een specifieke vraag of situatie.
mulerende rol spelen en de nodige voorwaarden scheppen om opleidingen te laten renderen. Je moet bijvoorbeeld voldoende feedback krijgen op je functioneren en ruimte om te experimenteren met het nieuwe dat je hebt opgepikt.” Omdat je uiteindelijk het meeste leert in de praktijk – slechts 20% van het ontwikkelen en verbeteren van competenties vindt plaats ‘off the job’ en 80% ‘on the job’ – biedt de Personeelsdienst naast een reeks van opleidingen ook een toolbox voor competentieontwikkeling aan. Thibaut: “De toolbox zal een verzameling worden van laagdrempelige instrumenten, zoals handige tips, stappenplannen en evaluatiefiches, om snel elke dag mee aan de slag te kunnen. Zo staan er nu al een korte praktijktip over het brengen van slecht nieuws en een tekst over situationeel leidingge-
ven online. In de toekomst – de uitbreiding van het opleidingsaanbod is een meerjarenplan – wil de Personeelsdienst de opleidingen rond leiding geven, professionalisering en employability verder uitwerken, door bijvoorbeeld ook cursussen op maat van decanen, departementshoofden, middenmanagement en postdocs te voorzien. “Ondertussen proberen we een positiever beeld te koppelen aan personeelsopleidingen,” besluit Thibaut. “We hopen dat een cultuur van ontwikkeling en leren vanzelfsprekend zal worden aan de universiteit.” Ook geïnteresseerd in een individuele of groepsopleiding? Spreek er over met uw diensthoofd of personeelsconsulent. Het volledige opleidingsaanbod is te vinden op de vernieuwde website http://www.kuleuven.be/ personeel/opleidingen/index.html
14 mei 2008
Personeel 15
Voorschriften op komst voor kilometerslange universiteitsarchief
In het kader van de JAP Opruimactie 2008 wordt na de laboratoria en het academisch erfgoed nu ook het universiteitsarchief onder handen genomen. Archivaris Jan Roegiers: “De universiteit bezit drieëneenhalve kilometer archief: het wordt tijd dat er voorschriften komen voor bewaring.” Sofie Bas “Archief is het resultaat van elke vorm van beleid of administratieve activiteiten,” vertelt professor Roegiers, hoofd van het Universiteitsarchief. “Omdat die administratie in principe volgens vaste procedures verloopt, bestaat de
taak van een archivaris er bij het classificeren en beschrijven in om die ordeningsmethodes te volgen en te expliciteren in zijn inventaris.” Toch loopt er in de praktijk nog heel wat mis; op de afzonderlijke diensten houden personeelsleden nutteloze documenten ja-
Le 2WD est arrivé fiets is echter voorzien van een ring- en kabelslot en bovendien komt er een overdekte fietsenstalling met camerabewaking in het nieuwe KBC-complex aan het station, met directe toegang tot de perrons.” Bedoeling is dat de gebruiker weinig kopzorgen heeft met de 2WD-fiets: “De fietsen worden één keer per jaar en bij elk gemeld defect nagekeken en hersteld. Dat gebeurt op je werkplek, door Velo en op kosten van de universiteit.” Iedereen die zich heeft ingeschreven heeft ondertussen een uitnodiging gekregen om elektronisch een tijdstip te kiezen waarop hij of zij de fiets wil komen afhalen. Vòòr het begin van het nieuwe academiejaar zou de operatie moeten zijn afgerond. (wt) Inschrijven via http://www.kuleuven.be/2wd
gen worden. Wat zeker bewaard moet worden zijn documenten met blijvende juridische waarde, stukken die te maken hebben met de oprichting, reorganisatie of opheffing van instellingen en diensten en één exemplaar van verslagen, jaarrekeningen, begrotingen, etcetera. Het dienstvoorschrift wordt normaliter in september verspreid. Dat het Universiteitsarchief een belangrijke bron van informatie is voor de geschiedenis van de universiteit en daarbuiten, lijdt geen twijfel. Roegiers: “Veel documenten hebben een blijvend nut. Stel bijvoorbeeld dat de universiteit een eigendom verkoopt. Zelfs jaren later kunnen er nog vragen gesteld worden over het vroegere gebruik van de grond, over bodemvervuiling, … Ook sociale onderzoekers kunnen terecht in het archief. Zo hielden de
“Nu zijn er binnen de K.U.Leuven geen voorschriften voor de bewaring van archiefmateriaal.” vroegere vice-rectoren een régistre des quartiers bij, een lijst van alle straten en huizen in Leuven met de vermelding of studenten er wel of niet (‘trop socialiste!’) op kot mochten. Elke periode heeft zo haar eigen gebruiken; het is het archief dat die gewoonten, veranderende tradities en breuken in de geschiedenis weerspiegelt.”
(© Rob Stevens)
Op 19 mei begint de verdeling van de 2WD-fietsen, die gratis ter beschikking worden gesteld aan personeelsleden die hiervoor aan hun parkeerplaats verzaken (zie ook achterpagina). Initiatiefnemer Ivo Jacobs en mobiliteitscoördinator Jan Paesen: “Uiteindelijk hebben we gekozen voor het Belgische merk Oxford. Het gaat om kwaliteitsvolle en onderhoudsarme fietsen; met rollersbrakes, dynamo en versnellingen in de naaf van het wiel en een gesloten kettingkast. De fiets is heel gebruiksvriendelijk, dankzij het aluminium frame en het gelzadel.” Tot nu toe hebben meer dan 1.000 personeelsleden definitief ingetekend en inschrijven kan nog altijd. “Ik krijg nog steeds mails met vragen waaruit blijkt dat de schadevergoeding van 200 euro in geval van diefstal een teer punt is. De
voor het dagelijkse werk bewaard worden in de kantoren zelf,” legt Roegiers uit. “Bewaring op lange termijn is namelijk de opdracht van het Universiteitsarchief. Het probleem is de grijze zone van informatie die niet meer dagelijks geconsulteerd wordt, maar die wel nog regelmatig nodig is. Voor die documenten zou elk universiteitsgebouw of elke dienst een aparte ruimte moeten voorzien.” Daarnaast pleit de werkgroep van de opruimactie voor opberging in standaardarchiefdozen en -omslagen. Roegiers: “Standaardverpakkingen zijn zowel economischer – je kan de ingenomen ruimte er in de regel mee reduceren tot een derde – als beter voor bewaring op lange termijn. Daarom zijn die doDigitaal magazijn zen op maat straks verkrijgbaar bij De bedoeling is dat een vademe- de Aankoopdienst.” cum wordt opgesteld met duide- Verder zal het dienstvoorschrift lijke regels voor wat er waar en overzichtelijke criteria vastleghoe bewaard moet worden. Een grote moeilijkheid is de bewaring van digitaal materiaal. Momenteel wordt door het Universiteitsarchief, in samenwerking met de Universiteitsbibliotheek, de Faculteit Godgeleerdheid en KADOC het LIAS-project uitgewerkt, om digitale bestanden op een geauthentificeerde en beveiligde wijze permanent op te slaan. gen voor de selectie, bewaring, In afwachting van dit digitaal ma- overdracht en vernietiging van gazijn, dat waarschijnlijk in 2009 documenten. Zo stelt de nota dat klaar zal zijn, kunnen in het kader boekhoudkundige documenten van de opruimactie wel al enkele die niet meer door het Rekenvuistregels opgesteld worden in hof kunnen worden opgevraagd, de vorm van een dienstvoorschrift dubbels van verslagen of van anvan het Algemeen Beheer. dere administratieve stukken of “Ideaal zou zijn als papieren do- routinedrukwerk als collegerooscumenten niet langer dan nodig is ters in elk geval vernietigd mo-
renlang ongeordend bij of wordt waardevolle informatie juist vernietigd. Roegiers: “Op dit moment zijn er binnen de K.U.Leuven geen voorschriften voor de bewaring van archiefmateriaal. Bij problemen wordt het Universiteitsarchief vaak gecontacteerd, maar wegens chronisch plaatsgebrek en een beperkte personeelsbezetting konden wij tot nog toe onmogelijk ingaan op verzoeken om omvangrijke decentrale archieven over te nemen. Met de verhuis van het archief binnenkort, deels naar een nieuw magazijn op het gelijkvloers van de centrale bibliotheek, deels naar het nieuwe KADOCmagazijn in Heverlee, kan daar nu eindelijk verandering in komen.”
Kleedkameraden Ivo Jacobs en Jan Paesen met een 2WD-fiets.
(© Rob Stevens)
Een goede sfeer in de kleedkamer is onontbeerlijk voor sportief succes, zo bewijst deze personeelsploeg van de K.U.Leuven in het damesvolleybal. Met een zege tegen Diegem op 17 april verzekerde het
team zich van de titel in tweede provinciale A van de recreatieve VLM-competitie. Na een minder seizoen waren ze vorig jaar van eerste naar tweede provinciale gezakt, maar dankzij hun titel promoveren ze dus meteen weer. Van links naar rechts: Els Feys, Ine Callebaut, Eva Saver, Monique Geurts, Kathleen Geraedts, Ines Van Houtte, Sarah Vercruysse.
16 Leven na Leuven
campuskrant
juriste en Vlaams minister
Patricia Ceysens Terwijl Louis Tobback in het eerste meiweekend zijn 70ste verjaardag vierde, zat zijn stadsgenote en politiek anders gezinde collega Patricia Ceysens (42) met haar kroost in de zandbak. De Vlaams minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse handel beleefde er een zeldzaam moment van ontspanning. “De laatste rit van een legislatuur is een kuitenbijter.”
“Als je de lat te hoog legt, kan je er niet altijd over” (© Rob Stevens)
Interview Katrien Steyaert “Ik vind mijn ontspanning deels in mijn job. Dat moet ook”, zegt Ceysens tijdens ons avondlijke gesprek. De VLD-politica lijkt van het idee te houden dat doorzetting en ambitie haar met de paplepel zijn ingegeven. Als jonge Hasseltse liep ze zowel thuis als op de nonnenschool strak in het gelid. “Naast liefde en geborgenheid waren discipline en gehoorzaamheid het hoogste goed. Het was een schok toen ik tijdens mijn studententijd ontdekte dat het ook anders kan. Mijn eerste, goede kerstexamens waren een valkuil; het deed me geloven dat ik werk en plezier makkelijk kon combineren.” Gevolg: tweede zit en een klein drama ten huize Ceysens. “Ik heb alles op alles gezet en ben uiteindelijk met grote onderscheiding afgestudeerd”, wuift de minister de eventuele smet op haar blazoen weg. Dat ze rechten zou studeren was een uitgemaakte zaak. “Iedereen zei me hoe mondig ik was en dat ik wel advocaat zou worden. Ik heb nooit aan iets anders gedacht; ik was meisje genoeg om aan de verwachtingen te willen voldoen. Ik heb geen spijt, al ontdek ik nu dat wetenschap en ondernemen me ook fascineren.” De jonge Ceysens brengt haar kandidatuursjaren door aan de F.N.D.P. in Namen. “De gespreide examens leken me een voordeel maar dan wou ik het mezelf moei-
lijk maken door te studeren in het Frans. Ondergedompeld worden in een andere taal en cultuur, op een korte afstand van thuis, vond ik een meerwaarde. Ik was er wat bang voor maar het ging heel vlot. Namen is, net als Leuven waar ik mijn licenties afwerkte, aantrekkelijk vanwege de verwevenheid van de stad en de universiteit. Waar ik in Namen actief was in studentenbewegingen, heb ik me in Leuven toegelegd op mijn studies.” “De onbezorgdheid en zeeën van tijd komen nooit meer terug”, zucht ze. “Maar mijn beste vriendinnen blijven. Ik ken de universiteit goed; ik was twee jaar assistent familierecht bij professor Senaeve en later kruiste de instelling mijn pad in de gemeenteraad. Het is extra speciaal dat ik nu als minister van Wetenschap mee in de funding van de K.U.Leuven voorzie.”
The long & lonely road “Blijkbaar lazen ook mijn jaargenoten het woord ‘advocaat’ op mijn voorhoofd. Ik wilde het zelf heel graag en ging meteen na mijn studies aan de slag aan de Leuvense balie.” Ze blijft ruim tien jaar. “Ik werkte hard maar wilde nog een tandje bijsteken. Ik werd eindredacteur, en later hoofdredacteur, van het vakblad Vlaams Jurist Vandaag en volgde avondlessen marketingmanagement. Ik ben trots dat ik als beginnende advocaat de Leuvense pleitwedstrijd won. Maar
er waren ook moeilijke momenten. Het greep me erg aan dat ik als pro-Deoadvocaat in contact kwam met minderjarigen die in vreselijke omstandigheden opgroeiden. Het leerde me niet te snel ‘lastige’ kinderen te veroordelen. Maar een moeilijke jeugd mag geen vrijgeleide zijn, bijvoorbeeld voor criminaliteit. Crisissen zijn kansen en het is aan die jongeren om ze te grijpen.” Nu spreekt de politica, die haar eerste stappen zet bij de toenmalige PVV-jongeren. “Het trok me sterk aan om me op een breder, maatschappelijk vlak met de problematiek van jeugdzorg bezig te
Ceysens kan alvast niet schermen met een ronkende familienaam. “Het is voor hen soms een vloek, maar kinderen van bekende politici starten met een kapitaal dat ik pas aan het einde van mijn carrière zal hebben vergaard. Ik stond er niet bij stil dat het voordelen heeft om te starten in mijn geboortestreek. Later vroeg men mij daar om terug te keren maar Leuven is mijn thuis.” Daar verovert de juriste in 1994 een zitje in de gemeenteraad, waar ze nog steeds deel van uitmaakt. Een jaar later maakt ze haar debuut in het parlement. “Er gingen jaren van volharding
“Ik ben stilaan de interimkampioen! Vijf jaar als minister lijkt me een zee van tijd.” houden. Bovendien ontmoette ik Guy Verhofstadt, die me van in het begin inspireerde en aanmoedigde. De Leuvense liberalen kampten toen met een machtsvacuüm en hadden geen vrouwen op overschot. Ik was de juiste vrouw op de juiste plaats. Maar het is niet omdat de puzzel ideaal lijkt dat hij makkelijk te leggen is. Politiek is altijd een strijd.”
aan vooraf. Ik hou van menselijk contact en zoek graag naar oplossingen maar ik heb ook veel opgeofferd voor de job. Ik zat menig zaterdagavond alleen in mijn autootje op weg naar de zoveelste ontmoeting. Er waren momenten waarop ik twijfelde of wankelde door harde klappen, maar ondertussen heeft de investering van ruim 17 jaar geloond.”
Reizen op de keukentafel Nadat ze in 2003 Jaak Gabriëls vervangt als Vlaams minister voor Eeconomie, Buitenlands Beleid en E-government, wordt ze VLDfractieleidster in het Vlaams Parlement. Sinds oktober 2007 neemt ze de taken over van Fientje Moerman, die ontslag moest nemen, en is ze Vlaams minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse handel. “Het is niet eenvoudig een minister halfweg de legislatuur te vervangen maar ik ben stilaan de interimkampioen! Vijf jaar als minister lijkt me een zee van tijd”, droomt ze luidop. Haar kinderwens zet Ceysens tot haar dertigste in de koelkast. “Het voordeel is dat mijn zonen nooit anders geweten hebben dan dat ik hard werk. Voorlopig klagen ze niet.” Het gaat zelfs zo goed dat Ceysens met haar boek E-mama, e-werken, kids koesteren (2004) Vlaanderen deelachtig wil maken aan het geheim van een goed huwelijk tussen privé en métier: thuiswerken. E-mama schopt het zelfs tot in Van Dale. “Je moet vooral je kinderen kunnen delen. In Afrika zeggen ze: ‘It takes a village to raise a child.’ Ik kan me voorstellen dat sommige moeders het niet zouden kunnen maar ik heb een netwerk gebouwd rond mijn kroost. Ik zeur er niet over want ik heb ervoor gekozen. En mijn zonen profiteren van de mentale rijkdom rondom hen.” pagina 17
14 mei 2008
Kamerbreed 17
Concerten Festival van Vlaanderen Vlaams-Brabant
Ontdek de kortingen op www.kuleuven.be/cultuur Reservaties vanaf 8 mei 2008.
pagina 16 Als het politieke kwesties betreft, zit Ceysens niet om woorden verlegen maar over haar privé-leven wil ze nauwelijks iets kwijt. “Ik droom van het geluk van mijn kinderen. Nu ze opgroeien, wordt goede scholing steeds belangrijker. Als je zelf kansen hebt gekregen, is het je verdomde plicht die ook aan je kinderen te bieden!” Mogen ze wielrenner of muzikant worden? Ze grijnst. “De kans is klein. Er zit wel een enthousiaste basketter tussen. Hoever ga je in de stimulering van hun talenten? Als die creatief of sportief zijn, houdt dat toch een risico in.” Met drie zonen is sport nochtans onvermijdelijk. “Onlangs brachten we het weekend door aan het sportkot, perfect. Mijn jongens komen er doodgraag, er is altijd wat te beleven. Ik hou van de internationale sfeer. Na een buitenlandse missie – de mooie kant van de job – toon ik mijn kinderen de bestemming op de wereldbol. We reizen op de keukentafel.” In Vlaanderen organiseerde Ceysens op 9 mei een academische zitting, waarmee het 25-jarige bestaan van Flanders Technology (FT), de revolutionaire technologiebeurs, werd herdacht. “Het was een fascinerend initiatief van de eerste Vlaamse regering die resoluut voor vernieuwing koos. Net als vandaag haperden de economie en politiek maar toch bracht FT een verhaal van geloof en optimisme. Ook nu kijken we vooruit, naar de wereldwijde uitdagingen van globalisering en klimaatsverandering. Ik vind dikketruiendag sympathiek – ik doe elk jaar mee – maar het zal de wereld niet redden. Technologie en innovatie zullen dat doen! Hoe moeilijk de behoudsgezinde Vlaming daartoe ook te overtuigen is, er moet verandering komen. Darwin leerde ons dat niet de sterkste of grootste soorten overleven maar de meest flexibele.” Ceysens’ vernieuwingsdrang stuit al eens op kritiek. “Mijn achillespees is dat ik altijd te veel wil doen of veranderen. Als je de lat te hoog legt, geraak je er niet altijd over. Ik vergeet wel eens dat ik geen speedboot maar een mammoet bestuur.” Is die in BHV-tijden met uitsterven bedreigd? “Het probleem gijzelt de hele politiek maar er moet en zal een oplossing komen. Ik heb geleerd dat elke dag antwoorden brengt. Ik ben nogal onthecht geworden. Politiek is immers onzeker en mislukkingen doen pijn. Pas op, ik ben ambitieus en wil het elke dag waarmaken, maar ik maak geen plannen meer.”
Kamer breed
(© Rob Stevens)
Om de vier weken belt onze man in de straat aan bij een willekeurig Leuvens – of Kortrijks – studentenkot, en onderwerpt een kamer én haar bewoner aan een grondig onderzoek. Deze keer hielden we halt in de Brusselsestraat, maar wees op je hoede, want onze reporter verlegt voortdurend zijn terrein. Volgende keer belt hij misschien wel bij jou aan!
DE KAMER
DE BEWONER
Adres
Naam
Brusselsestraat 69, kamer 11.03
Yvonne de Rue
zoek ik keramiek vanaf de twaalfde eeuw, opgegraven in het Nederlandse Roermond. Aan de hand daarvan zou ik dan een paar conclusies over de oudste fase van Roermond moeten kunnen trekken. Ik zit nu in mijn laatste jaar, maar wat ik hierna ga doen weet ik nog niet. Waarschijnlijk ga ik nog verder studeren, maar ik zou zeker wel graag in de archeologische hoek willen blijven.
Ligging
Leeftijd
Hobby’s
In een vleugel van de Sint-Pieters- 20 jaar kliniek, elfde verdieping
Grootte 28m 2
Huurprijs 280 euro per maand
Aantal studenten
Studierichting Master archeologie
Woonplaats Venlo (Nederland)
Lief
Al twee en een half jaar samen met Op de gang 16 (van vijf verschillen- Erik de nationaliteiten: een Poolse, een Indiër, een Turk, 3 Nederlanders en Geslaagd?/! Het lijkt misschien wat vreemd om 11 Belgen) als Nederlandse in Vlaanderen te Inboedel komen studeren, maar van waar Drie kasten, twee zetels, salontafel, ik woon is Leuven even ver als de staande lamp, bureau, computer, Nederlandse alternatieven. Ik heb twee stoelen, bed, lavabo, boeken- destijds voor archeologie gekozen rek, piano omdat het mij een leuke combinatie leek van theorie en praktijk. Ook het feit dat je veel buiten moet werken sprak mij aan. Bij archeologie ga je actief om met het patrimonium, in tegenstelling tot bij geschiedenis. Voor mijn meesterproef onder-
tief goedkoop.
Kotleven Af en toe houden we een feestje. Zoals met kerstmis – dan helpt iedereen bij het maken van een viergangendiner. En tijdens de blok en de examens hadden we een blokschema opgesteld. Daardoor had iedereen op hetzelfde moment pauze en hielden we samen in de keuken ons funmoment, waarbij we bijvoorbeeld Jungle Speed speelden. We kookten en aten toen trouwens ook samen. Tijdens het jaar eten we niet altijd allemaal op hetzelfde moment, maar meestal is er wel genoeg volk in de keuken om het toch gezellig te maken.
Mijn voornaamste hobby’s zijn lezen en piano spelen. Ik volg al sinds mijn achtste muzieklessen in Nederland. Ik scherm ook één keer per week op het Sportkot, en in de zomer ga ik soms kajakken. Vroeger deed ik dat in een vereniging, maar nu kajak ik Uitgaansleven enkel nog af en toe met mijn vriend. Als ik uitga is dat meestal gewoon samen met een paar medestudenten Hoezo dit kot? wat drinken in de Fakbar Letteren. Vier jaar geleden ben ik tijdens een Dat doe ik vaker dan echt fuiven. Al open dag in enkele residenties ge- zijn er natuurlijk, niet te vergeten, weest. Van de niet-gesubsidieerde twee keer per jaar de Alfafuiven van – want als Nederlandse heb ik geen onze studentenkring. recht op een gesubsidieerde kamer – beviel deze me het meest. De Piano kamers zijn hier immers groter dan Die is eigenlijk van mijn ouders. Hij gemiddeld, en er zijn ook minder – heeft altijd bij ons thuis gestaan, maar toen mijn ouders een andere, bijna geen – regeltjes. Het is hier echt gezellig, hoewel de akoestische piano kochten, mocht faciliteiten niet altijd zo denderend de oude, elektrische, hier staan. Hij zijn: zo is de lift bijvoorbeeld vrij geeft in vergelijking met nieuwere vaak stuk. Maar de goede sfeer, of akoestische piano’s geen perfect de ligging en het uitzicht vanop de geluid, maar hij klinkt toch nog goed elfde verdieping maken veel goed. genoeg om er enkele keren per (wt) Bovendien zijn de kamers hier rela- week op te oefenen.
18 Alumni
campuskrant
Professionele diversiteitsmanagers
Veerle Depauw volgt dit jaar de eerste editie van de postgraduaatsopleiding Diversiteitsmanagement . Vanaf 1 juni kan ze het geleerde in de praktijk brengen want dan wordt ze diversiteitsmanager bij haar werkgever, de VDAB. Jaak Poot In de opleiding komt diversiteit in de brede betekenis aan bod volgens programmadirecteur professor Annie Hondeghem: “Zowel allochtonen en interculturaliteit, gender en holebi’s als leeftijdsverschillen en functiebeperkingen. Een goede diversiteitsmanager slaagt erin de meerwaarde uit elke groep te halen. Hoe? Dat leren we onze cursisten met een unieke combinatie van theorie en praktijk. Vergelijkbare opleidingen focussen ofwel op het ene ofwel op het andere. Bij ons zorgen dertig deskundigen voor de band tussen recent wetenschappelijk onderzoek en praktische toepassing.” Veerle Depauw: “Dat is een pluspunt van deze opleiding: deskundigen met diverse achtergrond – professoren, maar ook doctores en kabinetsmedewerkers. En de
mix van cursisten zorgt ervoor dat je getuigenissen krijgt uit heel diverse sectoren: overheidsinstellingen, defensie, vakbonden, hogescholen …” De postgraduaatsopleiding loopt over één jaar. Het eerste semester is er op vrijdag een halve lesdag, afhankelijk van de keuzes wordt het daarna een volledige vrijdag. “Daar hebben we lang over nagedacht”, zegt Sarah Scheepers die instaat voor de wetenschappelijke begeleiding. “We kozen er bewust voor om de opleiding in de werkweek te schuiven. Alleen voor de zes halve trainingsdagen hebben de deelnemers de keuze tussen donderdag of zaterdag.” Iedereen volgt theoretische lessen over regelgeving en krijgt een historisch-filosofische evaluatie van diversiteit en gelijkheid. Daarna kiezen ze voor twee doelgroepen en twee sectoren. Die staan ook centraal in de training,
het practicum en het eindwerk.”
Inspirerend “De deelnemers dragen heel praktische vragen aan”, zegt Sarah Scheepers. “Bijvoorbeeld: een consulent wordt aan het einde van een selectieprocedure
“Een goede diversiteitsmanager slaagt erin de meerwaarde uit elke groep te halen.” beschuldigd van racisme omdat hij een autochtone kandidaat aanwerft. Hoe gaat hij om met zo’n reactie? Of: wat doet een personeelsdirecteur als Marokkanen een afwijking vragen van de bedrijfsregel en al hun vakantieda-
Cd-bon in ruil voor vijftien juiste adressen! Alumni Lovanienses kan prat gaan op een bestand met inmiddels meer dan 130.000 adressen van oud-studenten. Alumnileden kunnen het raadplegen via http://www.alum.kuleuven.be. Handig als je de gegevens van een vroegere jaargenoot wil opzoeken. Om de gegevens in het bestand zo up-to-date mogelijk te houden, organiseren Campuskrant
en Alumni Lovanienses een update-actie. Zoek je oude klasgenoten, je vroegere medestudenten, je buren, ooms en tantes, neven en nichten, collega’s, vrienden en kennissen op in de databank, en check of hun adresgegevens nog kloppen. Vind je een verkeerd adres, en beschik jij over het juiste, meld dat dan aan Alumni Lovanienses. Met elke inzending maak je kans op
gen aan één stuk willen opnemen om naar hun thuisland te reizen? Mag je een groep anders behandelen? Hoe leg je dat uit aan de andere werknemers?” “Dit jaar schreven vooral werknemers uit overheidsinstellingen en non-profitorganisaties
een citytrip voor twee (trekking in juni). Wie vijftien adressen in één keer doorstuurt, ontvangt een cd-bon van 20 euro. Stuur het juiste én het foutieve adres met vermelding ‘Campuskrant’ naar
[email protected], of naar Alumni Lovanienses, Atrechtcollege, Naamsestraat 63, 3000 Leuven. Vergeet je eigen naam en adres niet te vermelden!
Guinness met Cola Light Is het een bizar ritueel van een satanische sekte? Een geheim BHV-overleg dat eindelijk schot in de zaak brengt? Is het Mega Mindy? None of the above: het is een geslaagde recordpoging, op 23 april jongstleden. Als je een Mentos-muntje in een fles Cola Light dropt, krijg je heel even een spectaculaire fontein te zien. Laat je 1.360 studenten dat tegelijkertijd doen op het Ladeuzeplein, dan is het resultaat een verbluffend visueel schouwspel én een plaatsje in het Guinness Book of Records. Het vorige record stond op 973 fonteinen. De stunt maakte deel uit van de – overigens succesvolle – verkiezingscampagne van Ploeg Imagine voor het presidium van Ekonomika. (© Kasper Van Lombeek)
in”, zegt Annie Hondeghem. “We mikken voor volgend academiejaar ook op cursisten uit bedrijven, banken, enzovoort. Daar is de problematiek even sterk aan-
Agenda Alumni Nos Iungit Academia Lentewandeling door de Hagelandse heuvels (duur: ongeveer 2u30) • 18 mei, 14u30, parking opzij achter de Moedermeule te Gelrode Aspergesouper • 30 mei, 20u30, Koning Leopold I-straat 18, Leuven. Inschrijven tot 26 mei op het nummer (t) 016 25 42 80. • Info: Annemie Wollants,
[email protected], (t) 016 25 11 64 http://users.telenet.be/ws35381/ NIA/index.htm Kern Brussel Ontbijt (10u) en concert van Trio Carlo Van Neste met Dvorák en Smetana in coproductie met de Muziekkapel Koningin Elisabeth (11u) • 1 juni, Paleis voor Schone Kunsten, Brussel. Inschrijven voor 25 mei (8 euro voor leden van één van de facultaire alumniverenigingen, 12 euro voor niet-leden; kinderanimatie (tot 12 jaar) 3 euro). • Info:
[email protected]. be, (t) 016 32 40 02, (f) 016 32 41 90 http://alum.kuleuven.be/ verenigingen/kernbrussel.html Alfagen Ledendag Alfagen met statutaire vergadering (8u45-10u); studiedag ‘Samenwerken aan een preventieve gezondheidszorg in Vlaanderen’ (10-12u30) en viering alumnus van het jaar 2008 (12u30) • 24 mei, O&N2, Herestraat 49 • Info: Inge.Moerman@med. kuleuven.be, (t) 016 33 74 76, (f) 016 33 74 36 Alumnireis naar Extremadura Van 11 november tot 16 november organiseert Alumni Lovanienses een reis naar de Spaanse regio Extremadura, de historische cultuurstad Toledo en de Spaanse hoofdstad Madrid. Naast een bezoek aan Guadalupe, Logrosán en Trujillo omvat de reis ook
wezig.” Veerle Depauw: “Ik ben heel tevreden over de opleiding: ik heb nu een veel ruimere en gefundeerde kijk op het thema en ik heb inspirerende contacten gehad. Eén suggestie voor verbetering heb ik wel: de focus ligt nog te weinig op het management van diversiteit. Dat wordt vanaf 1 juni mijn belangrijkste actiepunt: de transfer maken van mijn inzichten naar het management in mijn organisatie.” http://www.kuleuven.be/ diversiteit/cgkd_onderwijs.htm of
[email protected], 016 32 32 70. Dienst Permanente Vorming Krakenstraat 3, 3000 Leuven (t) 016 32 84 84, (f) 016 32 84 87 E-mail:
[email protected] http://www.kuleuven.be/ permanentevorming/ een bezoek aan de historische cultuursteden Mérida, Badajoz en Cáceres. Ook de plaatsjes Plasencia, Yuste, Jarandilla en Plasencia komen aan bod. De reis besluit met een bezoek aan Madrid, waarbij we onder meer focussen op het prachtige Prado-museum. We overnachten in viersterrenhotels. De richtprijs bedraagt 1.775 euro per persoon bij minimum 20 personen en daalt naargelang het aantal deelnemers stijgt (supplement van 220 euro voor éénpersoonskamer). • Info: Inschrijven via Avatours nv, Koning Albertstraat 86, 8500 Kortrijk, (t) 056 21 50 00, (f) 056 22 39 00,
[email protected]. http://alum.kuleuven.be/reizen/ extremadura Leuvens Alumni Orkest Alumni Lovanienses en het Leuvens Alumni Orkest (LAO) nodigen u graag uit op de concerten ‘Van Europa naar de Nieuwe Wereld’, in samenwerking met pianist Stéphane De May, musician in residence aan de K.U.Leuven. Op het programma: ouverture uit Die Meistersinger von Nürnberg (R. Wagner), pianoconcerto nr. 4 in G, op.58 (L. Van Beethoven) en symfonie nr. 9 De Nieuwe Wereld (A. Dvorak) • 17 mei, 20u15, 18 mei, 15u, Aula Pieter de Somer, Leuven. • Info: http://www.lao.be of (t) 016 32 03 40 Ziekenhuis- en verplegingswetenschappen Residentiële cursus ‘Betere zorg door resultaatgericht sturen van geïntegreerde processen’ met academische zitting naar aanleiding van 45 jaar permanente vorming, georganiseerd door het Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschappen • 22 en 23 mei, Hotel Métropole, de Brouckèreplein 31, Brussel, 725 euro inclusief overnachting, ontbijt en studiemateriaal. • Inschrijven via http://www.czv. kuleuven.be, info: mia.veuchelen@ med.kuleuven.be, (t) 016 33 69 72, (f) 016 33 69 70
14 mei 2008
doctoraten Godgeleerdheid 9 mei - Kasonga Banyingela La doctrine de l’Incarnation et ses implications pour la compréhension de la conception chrétienne du salut
Hoger Instituut voor Wijsbegeerte 5 mei - Benny Karuvelil Holistic Behaviourism and Rationalistic Naturalism: The Epistemological Compatibility of Quinean Chomskyan Philosophies
Economie en Bedrijfswetenschappen 18 april - Victor Rodriguez Material transfer agreements: Research agenda choice, copublication activity and visibility in biotechnology 30 april - Jeroen Delmotte Evaluating the HR function: empirical studies on HRM architecture and HRM system strength 5 mei - Kristian Orsini Making work pay: Insights from microsimulation and random utility models 13 mei - Romain Houssa Macroeconomic fluctuations in developing countries
Sociale Wetenschappen 29 april - Annelies Debels Flexibility and insecurity. The impact of European variants of labour market flexibility on employment, income and poverty dynamics
Letteren 18 april - Godelieve Watteeuw De handdruk van Chronos. Zorgen voor het middeleeuwse manuscript (1731-1937) 13 mei - Piet Van Avermaet Taalverschuiving bij Italianen in Eisden, Vlaanderen
Psychologie en Pedagogische Wetenschappen 21 april - Karin Proost Fearing the evaluative context of personnel selection: How bad can it get? 5 mei - Maarten Mennes Longitudinal study on the effects of maternal anxiety during pregnancy: Neuropsychological and neurophysiological examination of cognitive control in the adolescent offspring 9 mei - Pieter Verachtert Kindergarten risk factors for early mathematics difficulties: Evidence from the longitudinal SiBO study
Wetenschappen 16 april - Marnix Vangheluwe Chirale poly(3-alkoxythiofenen) en poly(fenyleen-alt-bithiofenen): synthese en chiroptische eigenschappen 18 april - Jan Ramaekers Metallomesogens based on 1,10Phenanthroline 23 april - Johan Fastenakels Studie van invarianten van Riemannse deelvariëteiten 5 mei - Steven Janssens Phylogeny of Balsaminaceae: integration of molecular systematic and palynological data 9 mei - Vincent Merckx Myco-heterotrophy in Dioscoreales:
Ad Valvas 19 systematics and evolution
Ingenieurswetenschappen 16 april - Inge Bertels Building the City, Antwerp 1819 - 1880 17 april - Wouter De Cock Frequentie synthesizers voor volledig geïntegreerde draadloze ontvangers in diep-submicron CMOS technologieën 17 april - Ellen Van Impe Architectural Historiography in Belgium 1830 - 1914 18 april - Satish Chandra Achanta Investigation of Friction from Nano to Macro Force Scale under Reciprocating Sliding Conditions 18 april - Ahmed Zaib Khan Mahsud Constantinos A. Doxiadis’ plan for Islamabad: The Making of a ‘City of the Future’ 1959-1963 25 april - Alessio Giardino Numerical Modelling of Sediment Transport in Shelf Seas and Estuaries. Case Studies: the Kwinte Bank and the ‘IJzermonding’ 28 april - Hendrik Speleers Constructie, analyse en toepassing van Powell-Sabin spline eindige elementen 28 april - Sanjay Kumar SLS of Iron-Based Powder and SLS/ SLM for Rapid Tooling 28 april - Muath Sabha Sample-Based Texture Synthesis 5 mei - Johan Coosemans Draadloze en batterijloze medische meetsystemen 5 mei - Bart Vanluyten Realization, Identification and Filtering for Hidden Markov Models using Matrix Factorization Techniques 8 mei - Yves Younan Efficient Countermeasures for Software Vulnerabilities due to Memory Management Errors
Bio-ingenieurswetenschappen 17 april - Efrén Germán Santos Ordóñez Characterization and isolation of T-DNA tagged banana promoters active during in vitro regeneration and low temperature stress 29 april - Katrien Beullens High throughput measurement of taste components of fruit juices 14 mei - Maarten Roeffaers Heterogeneous catalysis: a fluorescence microscopy study
Geneeskunde 17 april - Wouter Bossuyt Cancer and Differentiation: a tumour suppressor function for atonal-group genes 22 april - Annelies Beckers The AMPK-ACC axis as a target for antineoplastic intervention 25 april - Leen Timmermans Impact of tumor-associated lipogenesis on the composition, properties and functioning of membranes
29 april - Kim De Keersmaecker ABL1 fusions in T cell acute lymphoblastic leukemia 30 april - Maria Binda Pathophysiology and prevention of adhesion formation in a laparoscopic mouse model 6 mei - Kirsten Van Landuyt Optimization of the chemical composition of dental adhesives 14 mei - Geert Maleux Value of new diagnostic and interventional radiological techniques to improve clinical outcome of transjugular intrahepatic portosystemic shunts
Farmaceutische Wetenschappen 23 april - Kerstin Hillmayer Generation and application of monoclonal antibodies against rat thrombin activatable fibrinolysis inhibitor (TAFI)
Bewegings- en Revalidatiewetenschappen 29 april - Bart Gilis The acquisition and application of expert performance in association football refereeing: perception and decision-making issues
Benoemd of onderscheiden Op 14 april werd aan professor Jan Balzarini, afdelingshoofd Virologie & Chemotherapie van het Rega Instituut, de prestigieuze Gertrude Elion Award uitgereikt ter bekroning van zijn antiviraal onderzoek. Hij ontving deze onderscheiding ter nagedachtenis van Dr. Gertrude Elion, Nobelprijswinnaar Geneeskunde in 1988, tijdens de conferentie van de International Society of Antiviral Research in Montreal, Canada. Professor Steven Boonen, afdelingshoofd Geriatrie van het Departement Experimentele Geneeskunde, is de laureaat van de EULAR Clinical Science Research Award voor zijn onderzoek inzake ouderdomsgebonden osteoporose. De European League Against Rheumatism zal hem deze prijs overhandigen tijdens het Annual European Congress of Rheumatology op 11 juni in Parijs. Professor Herman Nys, directeur van het Interfacultair Centrum voor Biomedische Ethiek en Recht (CBMER), werd begin april aangesteld als penningmeester van de nieuw opgerichte European Association of Health Law tijdens een conferentie georganiseerd door de University of Edinburgh, Schotland. Op die conferentie won Tom Goffin, als doctoraatsstudent verbonden aan het CBMER, de posterwedstrijd met zijn bijdrage over patiëntenautonomie en professionele autonomie binnen de arts-patiëntrelatie.
In Memoriam
De universitaire gemeenschap neemt afscheid van: De heer Frans DEWINTER Gepensioneerd medewerker aan het Departement Natuurkunde en Sterrenkunde geboren op 7 juli 1926 en overleden op 4 mei 2008
RECHTgezet Is het zevende jaar een kritiek punt in een relatie of huwelijk? Reiner Van Hove Vorig jaar lanceerde de flamboyante Duitse politica Gabriele Pauli het voorstel om de geldigheidsduur van de (burgerlijke) huwelijksbelofte tot zeven jaar te beperken. Reiner Wahnsinn, horen we u denken. Maar sinds de opwaaiende jurk van Marilyn Monroe in The Seven Year Itch gaat bij sommige koppels inderdaad een alarmlicht zwaaien op de zevende verjaardag van hun relatie of huwelijk. “In mijn praktijk heb ik – heel uitzonderlijk, hoor – ook wel eens mensen gehad die dachten dat ze in die zevenjaarscrisis zaten”, zegt emeritus professor en relatietherapeut Alfons Vansteenwegen. “Maar wetenschappelijke gronden daarvoor zijn er niet. Achter dat idee van de seven year itch schuilt wel een reëel gegeven: de passionele liefdesrelatie dooft op een gegeven moment uit. Als mensen verliefd zijn, zien ze hun partner zoals ze die wensen. Daaruit volgt automatisch de illusie: we passen bij elkaar. Het dagelijkse samenleven doorbreekt die droom: je partner verliest zijn aureool, en eigenlijk begint de relatie dan pas echt. Maar bij het ene paar is dat na drie jaar, bij het andere na tien jaar. Hooguit kunnen we die zeven jaar dus als een gemiddelde beschouwen.”
[conclusie]
“Eén van de theorieën wil dat verliefdheid gepaard gaat met hormonale wisselingen die ervoor zorgen dat partners betrokken blijven op elkaar tot hun kind op zijn eigen pootjes kan staan. In onze cultuur klinkt dat eigenlijk belachelijk: soms duurt het dertig jaar voor een mensenkind echt zelfstandig is. Met zeven jaar zou je alleszins niet toekomen.” De valkuilen voor een relatie zijn de laatste decennia overigens veranderd, zo weet Vansteenwegen uit zijn praktijk: “Dertig jaar geleden zag ik heel wat koppels waarvan de ene – meestal de vrouw – zich helemaal opofferde voor de andere, en daardoor soms verbitterde. Nu zie ik jonge mensen die te weinig geven aan elkaar. Ze zijn beïnvloed door een soort consumentisme – ik citeer letterlijk een cliënt: ik haal uit mijn relatie wat eruit te halen valt. Als je zo in een relatie staat, kan je die nooit duurzaam maken.” Tot slot: wat vindt Vansteenwegen van het voorstel van mevrouw Pauli? “Als er kinderen in het spel zijn, is dat bijna moordend. Dan voel ik meer voor het idee dat ooit in Nederland geopperd is: tot de kinderen een bepaalde leeftijd bereikt hebben, zouden de ouders niet kunnen scheiden. Dat voorstel heeft het overigens ook niet gehaald.”
Zeven? Zever! Het aureool van je partner kan ook vroeger of later verdampen.
20 Buitenkant
campuskrant
Doop in de wielerwereld
(© Rob Stevens)
Op 5 mei legden Vlaams minister van mobiliteit Kathleen Van Brempt, rector Marc Vervenne en algemeen beheerder Koenraad Debackere de eerste meters af op de gloednieuwe 2WDbedrijfsfietsen. Aan hun gezichten te zien zit het wel snor met het zadelcomfort. Zie ook bericht op pagina 15.
500 woorden
“Niets boven een sigaar om je geloof te beleven!” Florentino García Martínez (65), specialist in de Qumrangeschriften en Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw Interview Sofie Bas “Mijn eerste aanraking met de Dode Zeerollen was in 1969, toen ik in Rome aan het Pauselijk Bijbelinstituut studeerde. Daarvoor was ik als Spaanse priester in mijn parochie in aanvaring gekomen met het Francoregime, waardoor ik Spanje moest verlaten. Mijn studie van de geschriften van Qumran begon echter pas zes jaar later, nadat de docent die me zou begeleiden bij mijn studie naar rabbijnse en apocalyptische geschriften overleed en ik daardoor mijn beurs verloor. Dankzij een tip van mijn Spaanse leermeester Alejandro Díez Macho, die zei dat er misschien wel geld was voor onderzoek naar de rollen, ben ik aan de Ecole Biblique in Jeruzalem kunnen beginnen.” “Eind jaren zeventig zocht mijn voorganger Adam van der Woude een opvolger voor zijn collega, die met pensioen ging. Hij wilde iemand die gespecialiseerd was in het vroege jodendom, zodat hij zich meer kon richten op het Oude Testament. Zo ben ik in Groningen terecht gekomen, waaraan
ik veel te danken heb. Adam was een groots man, voor hem heb ik ontzettend veel respect. Toen ik in het universiteitsgebouw zijn portret zag ophangen, waarop hij exact hetzelfde lintje draagt als ik gekregen heb bij mijn benoeming tot Ridder, was ik oprecht ontroerd.” “Mijn onderscheiding tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw was totaal onverwacht. Als Spanjaard benoemd worden tot een Nederlandse Orde is dan ook heel bijzonder. In feite was mijn kandidatuur een initiatief van mijn Groningse collega’s, die mij ondanks mijn allochtone afkomst gemeend beschouwen als één van hen. Alleen daarom waardeer ik de onderscheiding al enorm, het toont aan dat we naast medewerkers ook één grote groep vrienden zijn in Groningen.” “Na dertig jaar blijven de Dode Zeerollen nog altijd heel boeiend voor mij. Je moet je voorstellen dat die geschriften meer dan 2000 jaar ongecensureerd in de Qumran-grotten hebben gelegen. Er worden dankzij de rollen dus nog elke dag nieuwe dingen ontdekt in verband met het vroege joden-
dom. Zo hebben we in 1988 de Groningen Hypothese gepresenteerd die onder andere stelt dat de gemeenschap van Qumran is voortgekomen uit een breuk binnen de esseense beweging en dat slechts een deel van de gevonden geschriften echt behoorde tot die samenleving. Heel controversieel tegenover de standaardveronderstelling dat de Qumran gemeenschap bestond uit een groep essenen die hun geschriften tijdens de Joodse Oorlog van 66 tot 72 na Christus verborgen in grotten.” “Ook al ben ik slechts toevallig verzeild geraakt in het onderzoek van de rollen van de Dode Zee, ik ben er toch enthousiast aan blijven kleven. Daarbuiten heb ik colleges Spaanse literatuur gedoceerd, ik ben voorzitter van het Qumran instituut, in 2002 ben ik vast benoemd aan de K.U.Leuven en ik heb meegeholpen bij archeologische opgravingen. Mijn enige bron van spijt is dat er maar zo weinig tijd is om te lezen, te (© Rob Stevens) studeren en te genieten. In het algemeen ben ik een heel tevreden man: ik heb een prachtige vrouw mag dan misschien niet zo kerke- gaat niets boven een heerlijke Cuen kinderen en zeer goede vrien- lijk ingesteld zijn, maar ik ervaar baanse sigaar met een single malt den in Groningen en Leuven. Ik mijn geloof in letterlijk alles. Er om je geloof te beleven!”