Michael Jackson en de Heilige Geest De Schutse Jeugd; zondagavond, 13 mei 2012
[Speechless van Michael Jackson wordt afgespeeld.] Mooi hè? Ik kan intens genieten van Michael Jackson. Het woord fan vind ik wat ver gaan, maar bewonderaar ben ik zeker. En hij staat niet voor niets op nummer 2 van het lijstje meest gedraaide artiesten bij ons thuis (zie www.last.fm/user/wd1985) – nummer 1 is de íets minder bekende singersongwriter Kendall Payne. Speechless, You rock my world, Smooth criminal, They don’t care about us, … smullen! MJ’s talent is door God gegeven. En weet je wat? Ik denk dat een hoop van zijn liedjes door God zijn geïnspireerd. Dat denk ik niet zomaar, ik denk dat omdat het in de Bijbel staat. Al het goede komt van boven, toch? (Jak. 1:17.) MJ had een interessante theorie over hoe hij aan zijn liedjes kwam. Hij meende dat alle melodieën al bestaan, dat je je alleen maar hoeft af te stemmen op de juiste frequentie en dat je deze melodieën dan kan opvangen. MJ kon de muziek die hij wilde maken als het ware horen. Althans, dat beweerde hij. Het enige wat hij moest doen, is de muziek die hij hoorde vertalen met de juiste instrumenten, zodat ook andere mensen konden horen wat hij hoorde. Omdat hij precíes wist hoe iets moest klinken, kon het een poos duren voordat hij de juiste vertaling had gevonden. Zo schreef hij: ‘I hear the whole entire song and arrangements in my head. What each instrument is supposed to do, I put them down orally on tape then I go out and find that instrument. I don’t give in until I get exactly what I want. I song every part with my mouth’ (tekstboekje bij de cd Michael). Hoe cool is dat? En toen ging MJ dood. Ik weet het nog goed. Ik zat die avond achter mijn laptop toen ik vernam dat hij in kritieke toestand naar het ziekenhuis was gebracht en ben niet naar bed gegaan voor er duidelijkheid was. Vreselijk vond ik het. De zondag erna was ik bij de bidstond. De bidstondleider zei: ‘de wereld rouwt om the King of Pop, maar ze weten niet wie de echte Koning is. De echte Koning leeft!’ Je kent het wel. ‘Amen, amen’, zei iedereen. Ik niet. Ik beschouw de gave van MJ en de muziek die hij met die gave maakte als van God gegeven. Natuurlijk was er het een en ander mis in het hoofd van de man. Natuurlijk. Maar wie ben ik om daar over te oordelen? Ik genoot en geniet alleen van wat hij heeft gemaakt en ik dank God ervoor. Maar goed, MJ was dus dood. En toen? Hij heeft – zo wordt wel gezegd – per studiosessie zo’n honderd liedjes opgenomen. Honderd! Daarvan kwamen er vijftien op cd. Dus er liggen nogal wat liedjes te wachten om uitgebracht te worden. Tenminste, het merendeel van die liedjes die het album niet gered hebben, zijn demo’s. Die liedjes zijn dus nog niet afgewerkt. Op de eerste cd die na MJ’s dood uit kwam staan een paar schitterende nummers. Maar ik mis iets. Ik mis MJ. Eén van de liedjes heet Much too soon. Een heel gevoelig liedje over een relatie die, jawel, veel te vroeg wordt beëindigd. Komt daar ineens een mondharmonica doorheen. Ongelofelijk, wat slecht. Of (I like) the way you love me. Het liedje swingt de pan uit, tot er een super irritante dwarsfluit doorheen komt jengelen. Van dat laatste liedje heb ik ook de demo gehoord en geestig genoeg komt daar helemaal geen dwarsfluit in voor. De demo is echt heerlijk. En als ík de producer van dat liedje was, was ik heel dicht bij de demo gebleven. Nu heb ik toevallig – nou ja, niet echt heel toevallig – een interview gezien met de man die dat liedje heeft geproduceerd. Hij zei: ‘ik vroeg me steeds af: ‘is dit wat MJ wilde?’’. Ik heb de indruk van niet. Ik weet hoe perfectionistisch MJ was. Ik heb net een citaat van hem voorgelezen. MJ bracht geen liedje uit waar hij zich niet 100% lekker bij voelde. Een liedje moest perfect zijn. En ik denk dus dat MJ een goede reden had om dit liedje bij leven niet uit te brengen: het is namelijk nog niet af, het is nog niet goed genoeg. Ik heb dat idee bij bijna alle liedjes op de laatste cd: de geest van MJ ontbreekt.
1
‘We zijn hier bij elkaar om meer over God te leren. Waarom vermoeit Walter ons met zijn geklets over Michael Jackson?’ Dat zal ik later toelichten. Toen Jezus aankondigde zijn discipelen te zullen verlaten, zei Hij dat het voor hen beter was dat Hij zou gaan. Er zou Iemand komen Die altijd bij hen zou zijn. (Joh. 14:15 e.v.) Jezus deed wel eens een tukje of Hij trok Zich terug om te bidden. Zijn Plaatsvervanger zou 24/7 beschikbaar zijn. Aardig is dat Jezus vlak voor Zijn hemelvaart zegt dat Zijn discipelen moeten wachten met actie ondernemen totdat de Heilige Geest zou komen (Hand. 1:4 e.v.). Dus wat deden Zijn leerlingen? Goed, eerst stelden ze – door te dobbelen – Mattias aan als twaalfde apostel (Hand. 1:21-26). Maar toen wachtten ze al biddend tot de Heilige Geest kwam (Hand. 1-2). En tóen Die kwam, kwam Die met kracht. Drieduizend mensen gaven de Eerste Pinksterdag hun leven aan Jezus (Hand. 2:41). Is dat mooi? Dat is mooi. De Geest werkte en mensen gaven hun leven aan de Heer. Zo mooi en zo simpel. Ik krijg wel eens de indruk dat evangelisatieacties vandaag de dag draaien om invulformulieren of zondaarsgebeden. Wij zijn geroepen om discipelen te maken. Jezus zegt voor Zijn hemelvaart: ‘Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen’ (Mat. 28:19a). Dat is dus niet: ‘vertel overal het evangelie, bid het zondaarsgebed met mensen en laat ze op een formulier hun naam opschrijven, zodat we aan onze sponsoren kunnen vertellen hoeveel mensen tot de Heer zijn gekomen’. Nee. Wij zij geroepen om discipelen, om leerlingen te maken. Maar hoe maak je discipelen? Ik kom tot een antwoord via een ogenschijnlijke omweg. Laat ik nog eens een van mijn favoriete Bijbelteksten aanhalen. Dit is wat mij betreft een van de meest opbeurende teksten in de Bijbel. Ef. 2:10: ‘Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.’ (NBG) Deze tekst is een van mijn favorieten, omdat-ie laat zien dat God 1) een plan heeft 2) met mij en 3) dat het plan al klaar ligt! Ik hoef het alleen nog maar uit te voeren! God dacht nog voordat ik er was: ‘Walter, daar ga ik eens wat leuke dingen mee doen!’ En Hij heeft mij precies gegeven wat nodig is om Zijn plannetjes uit te voeren! ‘Nou nou’, zal je zeggen, ‘ik ben geen robot! Er is toch geen bal aan als je alleen doet of mag doen wat van je wordt gevraagd?’ Het tegendeel is waar. Je kan met God juist fantastische dingen doen. God heeft jou gemaakt en Hij weet hoe jij op je best functioneert. Als je zelf die ervaring niet hebt, lees dan het boek Handelingen eens. Wat een fantastische dingen de vroege gemeente met God heeft meegemaakt! Ze werden gestenigd, leden schipbreuk, hadden honger… Grapje mensen. Een serieus voorbeeld uit Handelingen 8:26-40: Filippus werd door Gods gevraagd om naar de wagen van een ambtenaar uit Ethiopië te gaan die in Jeruzalem was om God te aanbidden. Het bleek dat de ambtenaar niks begreep van de boekrol van Jesaja die hij aan het lezen was. Filippus nam het gedeelte dat de ambtenaar aan het lezen was als uitgangspunt om hem het evangelie te vertellen en, het is bekend, niet veel later doopte Filippus deze man. Hoe cool is dat? Als je je op deze manier laat gebruiken door God voel je je nuttig. Ik heb serieus mijn beste momenten als ik me op zo’n manier nuttig kan maken voor God. Een persoonlijk voorbeeld. 11 maart mocht ik spreken tijdens de jeugddienst. Zoals ik aan het begin van dat praatje zei, wist ik dat al een paar maanden van tevoren. En zoals ik ook heb verteld, wist ik ook waarover ik moest spreken. Ik kan niet beschrijven hoe cool ik dat vind. Dat we een levende God hebben, Die van Zich laat horen. Het is niet altijd makkelijk. Soms is het makkelijker om iets te doen waar je zelf zin in hebt. Zo had ik helemaal geen zin om tijdens de jeugddienst eenzelfde soort praatje te moeten doen dat ik eerder hier had gedaan. Echt niet. Ik herken mezelf in Jona. Maar ik 2
leer te zeggen: ‘U zal het allemaal wel weten’. Want diep van binnen wéét ik dat God het beter weet. En Efeziërs 2:10 helpt me daaraan herinneren. God heeft de route die ik mag afleggen uitgestippeld. Wat ik wil zeggen: ik heb enorm bemoedigende reacties op mijn spreekbeurt van 11 maart gekregen. En dan bedoel ik niet de obligate bedankjes of reacties als ‘we hebben om je gelachen’ – alsof ik dáárvoor op het podium sta – nee, dan bedoel ik de reacties van mensen tot wie God die ochtend persoonlijk heeft gesproken. Broers en zussen die dat vingertje waarover ik het die ochtend had altijd voelde prikken. Broers en zussen die zich binnen De Schutse anders voordoen dan ze werkelijk zijn, omdat ze bang zijn voor veroordeling en afwijzing. Broers en zussen die werkelijk bemoedigd zijn door wat ik mocht vertellen. Dan kan ik alleen maar intens dankbaar zijn dat ik daarvoor gebruikt mag worden. Efeziërs 2:10 dus. Doen wat God voor jou heeft bedacht. ‘Maar je kan toch ook uit jezelf goede dingen doen? Ik bedoel, je hebt je verstand toch niet voor niets gekregen?’ Hiervoor geldt: met de beste bedoelingen gebeuren de vreselijkste dingen. Er gebeurt naar mijn idee teveel binnen het lichaam van Christus buiten de Heilige Geest om. Ik denk dan aan evangelisatieacties, gebedsacties, lesmethoden, … zoveel gebeurt ‘omdat het gebeurt’. ‘Het is weer kerst, laten we eens wat flyertjes gaan uitdelen.’ Dat werk. Ik had ook zo mijn bedenkingen bij The Passion, het evenement dat de EO met Pasen in Rotterdam organiseerde. Toen ik hierover met een broer sprak haalde hij een citaat van Paulus aan: ‘Sommigen doen het weliswaar uit afgunst en rivaliteit, maar anderen verkondigen Christus met goede bedoelingen. Zij doen het uit liefde, in het besef dat ik de taak heb het evangelie te verdedigen. Maar de eersten verkondigen Christus uit geldingsdrang, met onzuivere bedoelingen, om mijn gevangenschap te verzwaren. Maar wat doet het er eigenlijk toe! Wat telt is dat Christus verkondigd wordt. Of het nu uit valse of oprechte motieven gebeurt – dát het gebeurt verheugt me.’ (Fil. 1:15-18) En het is waar hè. Deze broer heeft gelijk, want Paulus heeft gelijk. Wat doet het er toe? Als Christus maar wordt verkondigd. Mensen kunnen pas tot de Heer komen, als ze over Hem hebben gehoord, zegt Paulus ook terecht in Romeinen 10:14. Na vers 14 komt vers 15. Lieve mensen, ik kan niet vaak genoeg zeggen hoe belangrijk het is Bijbelteksten in hun context te lezen. In Romeinen 10:15 staat: ‘En hoe kan iemand verkondigen als hij niet is uitgezonden?’ Nu zou je kunnen beweren dat wij allemaal uitgezonden zijn om het evangelie te verkondigen. Natuurlijk is er het zendingsbevel (Mat. 28:19; Mar. 16:15). Ik wil jullie evenwel op iets bijzonders wijzen. ‘Ze (Paulus en zijn vrienden, WD) trokken door Frygië en de landstreek Galatië, omdat ze door de heilige Geest werden verhinderd Gods woord in Asia te verkondigen. Toen ze bij de grens van Mysië kwamen, wilden ze doorreizen naar Bitynië, maar dat stond de Geest van Jezus hun niet toe. Daarom trokken ze door Mysië tot ze de kust bereikten en in Troas aankwamen. Daar kreeg Paulus ’s nachts een visioen, waarin een man uit Macedonië hem toeriep: ‘Steek over naar Macedonië en kom ons te hulp!’ Toen Paulus dit visioen had gezien, wilden we meteen naar Macedonië vertrekken, omdat we eruit opmaakten dat God ons geroepen had om aan de mensen daar het evangelie te verkondigen.’ (Hand. 16:6-10) Wat? De Heilige Geest verhinderde Paulus en zijn vrienden om Gods woord in Azië te verkondigen? Je zou eerder denken dat het de satan is die plannetjes bedenkt om evangelisatieacties te verhinderen. Het staat er toch echt hoor: de Heilige Geest verhinderde Paulus en zijn vrienden Gods woord in Azië te verkondigen. En toen ze wilden doorreizen naar Bitynië stond de Heilige Geest hun dat niet toe. Hoe is dit nu te rijmen met wat Paulus zegt: ‘wat telt is dat het evangelie wordt verkondigd’? Ik denk dat dit een Paulusiaanse manier is om problemen te duiden. Uit de categorie ‘zie de zonzijde’. Paulus zat in de gevangenis toen hij de brief aan de gemeente te Filippi schreef en er waren buiten de gevangenis mensen die het evangelie verkondigden met verkeerde bedoelingen. 3
Hoe reageert Paulus hierop? Hij zegt: ‘Als het zaad van het evangelie wordt gestrooid zal het allicht érgens in goede aarde vallen. En dat is dan mooi meegenomen.’ De tekst in Handelingen laat zien dat het God wel degelijk uitmaakt hoe en waar het evangelie wordt verkondigd. Hij heeft vast goede redenen gehad om Paulus te verhinderen naar Azië en Bitynië te gaan. Misschien dat het evangelie de wereld sneller zou bereiken via het Romeinse Rijk. Wij kunnen hierop allerlei theorieën loslaten en dat is reuze boeiend, maar wat vooropstaat is dat God goede redenen moet hebben gehad om op deze manier te handelen (vgl. Jes. 55:8-9). Als we Gods leiding niet zoeken in wat we ondernemen – en dan bedoel ik niet: we bedenken zelf wat we gaan doen en vragen daarover vervolgens Gods zegen – zijn we zinloos bezig. Goed, misschien maken we ‘onverhoopt’ enkele bekeerlingen bij een evangelisatieactie, maar wie weet was het Gods plan om een veel groter werk te doen. Ik breng de hiervoor aangehaalde Bijbelteksten in verband met 1 Kor. 3:9b-15: ‘U bent een bouwwerk van God. Overeenkomstig de taak die God mij uit genade heeft opgelegd, heb ik als een kundig bouwmeester het fundament gelegd, en anderen bouwen daarop voort. Laat ieder erop letten hoe hij bouwt, want niemand kan een ander fundament leggen dan er al ligt – Jezus Christus zelf. Of er op dat fundament nu verder wordt gebouwd met goud, zilver en edelstenen of met hout, hooi en stro, van ieders werk zal duidelijk worden wat het waard is. Op de dag van het oordeel zal dat blijken, want dan zal het door vuur aan het licht worden gebracht. Het vuur zal laten zien wat ieders werk waard is. Wanneer iemands bouwwerk blijft staan, zal hij worden beloond. Wanneer het verbrandt, zal hij daarvoor de prijs betalen; hijzelf zal echter worden gered, maar door het vuur heen.’ Van ieders werk zal duidelijk worden wat het waard is! Door deze tekst moet je je niet laten afschrikken. Je zou je er juist door moeten laten aansporen. Als je ervoor kan kiezen om op het Fundament, op Jezus te bouwen met hout, hooi en stro, terwijl je ook op Hem kan bouwen met goud, zilver en edelstenen, waarom zou je dan voor hout, hooi en stro kiezen? En vergis je niet, met hout, hooi en stro doelt Paulus niet op zonden. Ik heb dat weleens ergens gelezen en snap niet hoe iemand tot zo’n uitleg kan komen. Je bouwt je zonden niet op Jezus. Nee, Paulus doelt hier strikt genomen op het onderwijs dat aan de gemeente wordt gegeven. Maar ik denk dat je deze tekst van overeenkomstig van toepassing is op het doen van zogenoemde ‘goede werken’ bedoeld. Je kan dan zeggen dat er ‘goede werken’ mét en ‘goede werken’ zónder eeuwigheidswaarde zijn. Nog een keer: als je ervoor kan kiezen om op het Fundament te bouwen met hout, hooi en stro, terwijl je ook op Hem kan bouwen met goud, zilver en edelstenen, waarom zou je dan voor hout, hooi en stro kiezen? Wat je bouwt met goud, zilver en edelstenen heeft eeuwigheidswaarde. Wat je bouwt met hout, hooi en stro kan er hier op aarde leuk uitzien, maar straks, als je je bouwwerk aan de Vader mag laten zien, blijft er weinig van over. Ik zie mezelf de hemel binnenwandelen, trots met mijn houten bouwwerkje. Jezus zegt: ‘Walter, van harte welkom, fijn dat je er bent! [Ik krijg een knuffel.] En wat dat bouwwerkje betreft: hartstikke fijn dat je daar zo je best op hebt gedaan. Echt, enorm bedankt. Je kan het kwijt in het kampvuurtje dat een paar engelen verderop hebben gestookt, zodat we straks gezellig marshmallows kunnen roosteren.’ Toch jammer, lijkt me. Of tenminste, daar doe je het niet voor. Toch? Als je je vrije zaterdag investeert om te evangeliseren – ik noem maar wat – is het toch uitermate jammer als je er later, bij de Heer, achter komt dat je dat voor de kat zijn achterste hebt gedaan. Je had op die zaterdag ook iets kunnen doen van eeuwigheidswaarde! Ik ga een bruggetje slaan naar Michael Jackson. MJ was bij leven een geniale composer, een geniale zanger en een geniale performer. Toen hij dood ging zat zijn Estate, de mensen die zijn nalatenschap beheren, met een enorme berg onafgewerkte liedjes. Voor de eerste cd die de Estate heeft uitgebracht na MJ’s dood hebben ze producers aangetrokken die nauw met MJ hebben samengewerkt. Op de cd mist evenwel iets: MJ zelf. Als ik de producers hoor praten, hoor ik de 4
volgelingen van Pim Fortuyn. ‘Zo heeft Pim het gewild.’ Ik kan me bij een aantal liedjes evenwel helemaal niet voorstellen dat MJ het zo heeft gewild. Eerder gaf ik het voorbeeld van de irritante dwarsfluit en dito mondharmonica. Als we uitgaan van de oprechtheid van de producers menen ze te hebben gehandeld in de geest van MJ. Hun best is echter niet goed genoeg. Hier ligt een les voor ons. Ik kan de Bijbel uit mijn hoofd leren en boekenkasten leeg lezen om zo de mooiste preek in elkaar te flansen en ik kan op cursussen leren hoe je een groep mensen kan bespelen als spreker, maar als de Heer iets anders wil doorgeven is het allemaal vergeefse moeite. Gelukkig voor ons hebben we een levende God en het is aan ons om Hem te betrekken in wat we doen. Salomo schreef: ‘Als de HEER het huis niet bouwt, vergeefs zwoegen de bouwers’ (Ps. 127:1). En zo is het. Net zoals MJ’s liedjes al in de lucht hingen en hij de melodieën alleen maar hoefde op te vangen, hoeven wij ons alleen maar af te stemmen op God, goed te luisteren om te weten wat wij mogen doen. Wat wij mogen doen ligt al klaar voor ons. Hoe makkelijk kan het zijn? Zorg ervoor dat wat je vóór de Heer doet ook mét de Heer doet.
De aangehaalde Bijbelteksten zijn, tenzij anders vermeld, overgenomen uit de Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007. Voor de tekst overgenomen uit de NBG-vertaling 1951, © Nederlands Bijbelgenootschap 1951.
5