pantserkruiser potemkin michael nyman & michael nyman band
Inhoud Credits 2 Pantserkruiser Potemkin 4 Biografieën 12 Holland Festival 2012 14 Colofon 16
Contents Credits 2 Battleship Potemkin 8 Biographies 13 Holland Festival 2012 14 Colophon 16
Info data / dates vr 15 juni 2012 Fri 15 June 2012 locatie / venue Muziekgebouw aan ’t IJ aanvang / starting time 20.15 u en 22.30 u 8.15 pm and 10.30 pm duur / running time 1 uur 10 minuten, zonder pauze 1 hour 10 minutes, no interval taal / language met Nederlandse ondertiteling with Dutch subtitles inleiding / introduction 19.30 u 7.30 pm website www.michaelnyman.com
Credits
CREDITS FILM
film van / film by Sergej Eisenstein muziek / music Michael Nyman uitvoering / performed by Michael Nyman band: Michael Nyman, dirigent, piano conductor, piano Ian Humphries, viool violin Gabrielle Lester, viool violin Helen Kaminga, altviool viola Anthony Hinnigin, cello David Roach, sopraan-/altsaxofoon soprano/alto saxophone Andrew Findon, baritonsaxofoon baritone saxophone Simon Haram, sopraan-/altsaxofoon soprano/alto saxophone Andrew Fawbert, bastrombone, tuba, tenortuba bass trombone, tuba, euphonium David Lee, Franse hoorn French horn Toby Coles, trompet flugelhorn trumpet, Flugelhorn Martin Elliott, basgitaar bass guitar Ralph Harrisson, geluidsregie sound engineer John Greenough, geluidsregie sound engineer in opdracht van / commissioned by Arts276 – Festival Automne en Normandie, Cité de la musique, Les Dominicains de Haute-Alsace, Birmingham Symphony Hall, Holland Festival in samenwerking met / in cooporation with EYE uitgever / publisher Chester Music Limited wereldpremière / world premiere Evreux, 19.10.2011
regie / director Sergej Eisenstein script Nina Agadzjanova, Nikolaj Asejev, Sergej Eisenstein hoofdrollen / main characters Aleksandr Antonov, (Grigory Vakulinchuk, bolsjewistische marinier Grigory Vakulinchuk, Bolshevik Sailor) Vladimir Barski (commandant Golikov Commander Golikov) Mikhaïl Gomarov (militante marinier Militant Sailor) Rusland, 69 minuten zwart/wit, originele versie première: Moskou, 21.12.1925 De film die in het Holland Festival wordt getoond, is de door de Deutsche Kinemathek in 2005 gerestaureerde versie. Bijzonder aan deze versie is dat zij ook de vijftien shots bevat die destijds in 1926, toen de film in Duitsland werd verspreid, door de censuur verboden waren. Russia, 69 minuten black/white, original version premiere: Moscow 21.12.1925 The film being screened at the Holland Festival is the version which was restored by the archives of the Deutsche Kinemathek in 2005. A special feature of the film is that it contains fifteen shots that were censored for the film’s release in Germany in 1926.
2
3
Pantserkruiser Potemkin een revolutionaire film van sergej eisenstein Het was pas zijn tweede film, maar Pantserkruiser Potemkin (1925) is onlosmakelijk met de herinnering aan Sergej Eisenstein verbonden geraakt. Niet alleen de cinematografische innovaties oogstten bewondering en vonden gretig navolging, ook de kracht van het nieuwe medium als propagandamiddel werd ermee geijkt – Joseph Goebbels en Leni Riefenstahl waren vurige fans van de film. Het onderwerp van Pantserkruiser Potemkin is de muiterij die in 1905 plaatsvond op het gelijknamige schip. Deze gebeurtenis wordt gezien als voorafschaduwing van de Eerste Russische Revolutie, die later dat jaar uitbrak in Sint Petersburg, en daarmee tevens van de totstandkoming van de Sovjet-Unie. De film is opgebouwd uit vijf episodes. In de eerste episode weigeren de Potemkinmatrozen op bevel van hun officieren rottend vlees te eten. In de tweede episode breekt muiterij uit en sneuvelt de leider van de muiters. In de derde episode rouwen de burgers van Odessa over zijn lichaam, waarna zij in de beroemde vierde episode op de grote trappen worden afgeslacht door tsaristische soldaten en Bolsjewieken. In de slotepisode besluit het eskader dat gestuurd is om de gekaapte Potemkin te blokkeren, niet in te grijpen. In plaats daarvan juichen de mariniers de muiters toe. Eisenstein vernieuwde met Pantserkruiser Potemkin de filmkunst ingrijpend. Zijn montagetheorie behelsde onder meer het
na elkaar plaatsen van conflicterende elementen, die hij ‘attracties’ noemde. Op die manier moest een film zijn belangrijkste doel bereiken: de toeschouwer schokken. Bekende voorbeelden uit Pantserkruiser Potemkin zijn te vinden in de trappenscène: stampende laarzen en gezichtsloze soldaten worden afgewisseld met angstige gezichten uit de veel menselijkere vluchtende massa; close-ups van een radeloze moeder verlenen de beelden van haar omlaag rollende kinderwagen een haast ondraaglijke pregnantie. Bovendien liet Eisenstein niet na de tijd waar nodig enorm op te rekken, om het publiek zich de verschrikkingen ten volle te laten realiseren. Hoewel de film een historische gebeurtenis als uitgangspunt heeft, permitteerde Eisenstein zich grote vrijheden ten behoeve van de dramaturgie. Zo heeft de trappenscène in Odessa nooit plaatsgevonden; de verschillende schermutselingen van die dag overal in Odessa concentreerde hij in het beroemde en tot de verbeelding sprekende decor van de enorme Richelieu Trappen. Deze trappen, die vanaf de haven omhoog lopen naar het hooggelegen Odessa, worden tegenwoordig de Potemkin Trappen genoemd – Eisensteins overtuigende fictie heeft de ware toedracht van het oproer uit de collectieve herinnering gestoten. Ook was de muiterij in werkelijkheid niet zo’n aanstekelijk succes: de historische Potemkin wist uiteindelijk te ontkomen naar de haven van Constanţa in Roemenië, waar een deel van de bemanning in ballingschap ging. Velen van hen die terugkeerden naar Rusland werden alsnog geëxecuteerd. Het zou nog twaalf jaar duren eer de Februarien Oktoberrevoluties van 1917 het tsaristische bewind definitief verzwakten en omverwierpen. 4
nieuwe muziek van michael nyman bij de film van sergej eisenstein
achter de piano. De Michael Nyman Band bestaat verder uit een strijkkwartet, contrabas, basgitaar en hout- en koperblazers.
Pantserkruiser Potemkin, het meesterwerk uit 1925 van de Russische regisseur Sergej Eisenstein, is een stomme film met tussentitels. Eisenstein hoopte dat er om de twintig jaar nieuwe muziek voor zijn film zou worden geschreven, zodat de propagandaboodschap ervan voor iedere generatie toegankelijk zou blijven. De eerste partituur was van Edmund Meisel, Nikolai Kryukov componeerde er een in 1950, waarna er nog verschillende volgden. Nu heeft de Britse componist Michael Nyman een nieuwe partituur bij de legendarische film gemaakt. Nymans compositie ging op 19 oktober 2011 in première tijdens het Festival Automne en Normandie en wordt uitgevoerd door de in 1976 opgerichte Michael Nyman Band, met de componist
Michael Nyman (1944), die als componist vele genres bestrijkt, heeft muziek geschreven bij talloze films, waaronder grote producties als The Piano van Jane Campion en The Cook, the Thief, His Wife & Her Lover van Peter Greenaway. Eerder al hield hij zich bezig met het werk van Eisensteins tijdgenoot en collega-filmpionier, Dziga Vertov. Nymans energieke Potemkin-partituur, geschreven in zijn persoonlijke variant van minimal music, werpt de toeschouwer na een bespiegelende opening vrijwel meteen diep in de actie, net als de film, zonder al te veel inleiding of geleidelijke afbouw. De bijzondere bezetting van zijn band stelt Nyman in staat een relatief klein aantal basisideeën met grote kleurcontrasten 5
en veel dramatisch effect uit te werken. Terugkerende elementen zijn stampende asymmetrische ostinati in de ritmesectie, waaromheen de andere instrumenten een gevarieerd muzikaal weefsel tot stand brengen; manisch herhaalde motieven met een lyrische kwaliteit; maar ook kalmere, folk-achtige passages. Nyman weet met zijn kleinschalige ensemble zelfs de gedragen toon te creëren die men eerder zou associëren met een bombastisch filmorkest. Eisenstein staat te boek als uitvinder van de snelle montage als dramatische techniek. Ook Nymans muziek schakelt wendbaar tussen tempi en registers, om vaak meteen weer op volle kracht en onvermoeibaar voort te razen, wat goed past bij de koortsachtige gebeurtenissen. De spaarzame stiltes krijgen daardoor een extra lading; het begin van de beroemde scène op de trappen van Odessa is daar een goed voorbeeld van. Hoewel de muzikale overgangen soms precies samenvallen met de filmmontage volgt Nyman de handeling niet op de voet, maar geeft hij steeds uitdrukking aan een algemene stemming, bijvoorbeeld van dreiging of van opwinding. Juist door die relatieve onafhankelijkheid blijft ook Eisensteins film in volle glorie te bewonderen. sergej eisenstein regisseur onder stalin Sergej Eisenstein (1898-1948) was een pionier van de filmkunst, als regisseur én als theoreticus, wiens carrière grofweg samenviel met de heerschappij van Stalin. Eisenstein werd in 1898 geboren in Riga, de tegenwoordige hoofdstad van Letland, toen een van de grootste Russische steden. Zijn vader was een architect van Joods-Duitse komaf, zijn moeder een Russisch-orthodoxe
koopmansdochter. In 1905, het jaar van de eerste revolutie, verhuisde Eisenstein met zijn moeder naar Sint Petersburg, waar hij later architectuur en techniek studeerde. In 1918 trad hij toe tot het Rode Leger, hoewel zijn vader hoopte op een Duitse overwinning. Gedurende deze periode begon hij zich te verdiepen in het Japanse schrift, waarvan hij later beweerde dat het zijn beeldtaal mede heeft gevormd. Ook kwam hij in aanraking met het kabukitheater. In 1920 trok hij naar Moskou en werkte hij bij het revolutionaire theater Proletkult, onder meer als regisseur en als ontwerper. Hier schreef hij ook zijn eerste theoretische verhandelingen over film en zette hij zijn eerste schreden op het pad van de cinematografie. Als filmregisseur kende Eisenstein een merkwaardige loopbaan: hij begon met grote successen en moest in de jaren daarna, niet in de laatste plaats om politieke redenen, tegenslag op tegenslag incasseren. Vlak nadat zijn debuutfilm Staking (1925) goed was onthaald, maakte hij het meesterwerk dat tegenwoordig vermoedelijk als zijn beroemdste film geldt, Pantserkruiser Potemkin (eveneens 1925). Beide films hebben een sterk propagandistische inslag en verheerlijken de idealen van de Russische Revolutie. Karakteristieke stijlkenmerken zijn reeds in deze films aanwezig, zoals de bijzondere cameravoering en de suggestieve, vaak snelle montage, waarin volgens Eisenstein de essentie van de filmkunst school. Stalin onderkende de zeggingskracht van het nieuwe medium en was zeer geporteerd van Eisensteins werk. Bovendien werd Pantserkruiser Potemkin ook in het buitenland bejubeld. Mede daarom kreeg Eisenstein de eervolle opdracht om Oktober te maken, een film ter gelegenheid van het tienjarig jubileum van 6
eerste voltooide film in bijna tien jaar, maar ook zijn eerste geluidsfilm überhaupt en het begin van zijn samenwerking en vriendschap met componist Sergej Prokofjev. Het noodlot wilde echter dat Stalin en Hitler kort na verschijning hun niet-aanvalsverdrag sloten, waarop de anti-Duitse film uit de roulatie werd genomen. Pas na Hitlers schending van het verdrag in 1941 werd Alexander Nevsky weer in omloop gebracht, met internationaal succes tot gevolg.
de oktoberrevolutie van 1917. Ook deze film was een internationaal succes, maar aan het thuisfront werd Eisenstein gedwongen publiekelijk afstand te nemen van zijn cinematografische vernieuwingen, die niet goed te rijmen waren met de steeds striktere doctrines van het socialistisch realisme. Vanaf 1928 reisde Eisenstein door Europa om zich in het nieuwe fenomeen van de geluidsfilm te verdiepen. In 1930 werd hij in de gelegenheid gesteld om in Amerika een film te maken, maar zijn artistieke en zeer eigenzinnige benadering bleek onverenigbaar met de Hollywoodformules. Ook zijn volgende project, ¡Que viva México!, waarvoor hij naar Mexico reisde en onder meer Frida Kahlo en Diego Rivera ontmoette, kon hij niet voltooien: Stalin drukte in een telegram zijn zorg uit dat Eisenstein gedeserteerd was en omging met Trotski. Eisenstein was met zijn solistische werkwijze zelf ook niet helemaal zonder blaam bij het fnuiken van verschillende filmprojecten, aangezien hij vaak deadlines negeerde en begrotingen ruimschoots overschreed. In 1933 keerde hij terug naar de Sovjet-Unie, waar hij de verdenkingen nooit meer helemaal van zich af zou schudden. Hij bracht korte tijd door in een sanatorium en zag zich genoodzaakt les te gaan geven aan de filmacademie. Uiteindelijk wist Eisenstein bij Stalin een laatste kans los te peuteren, in de vorm van de opdracht om een film te maken over de dertiende-eeuwse vorst Alexander Nevsky. Deze heilige had indertijd tegen de Duitsers gestreden, en Stalin bereidde zelf een oorlog tegen nazi-Duitsland voor. Onder permanent toezicht maakte Eisenstein met Alexander Nevsky (1938) een film die bij regime, publiek en filmkritiek in de smaak viel. Het was niet alleen zijn 7
Toen de Duitsers in 1942 oprukten naar Moskou, week Eisenstein samen met veel andere filmmakers uit naar Alma-Ata in Kazachstan. Daar concipieerde hij wat zijn laatste filmproject zou worden, wederom met muziek van Prokofjev: een trilogie over het leven van tsaar Ivan 1v, oftewel Ivan de Verschrikkelijke. Voor het eerste deel, waarin hij de jonge Ivan portretteerde als een Russische held, ontving Eisenstein de Stalinprijs. Maar toen de dictator de weinig flatteuze parallellen met zijn eigen persoon in het tweede deel herkende, waarin de tsaar schuldbewust zijn eigen almacht in twijfel trekt, ontstak hij in woede, verbande de film en liet het reeds gefilmde materiaal voor het derde deel vernietigen. Daarmee werd het drieluik Ivan de Verschrikkelijke (19441946) toegevoegd aan het lijstje onvoltooid gebleven films. In 1948, twee weken na zijn vijftigste verjaardag, overleed Eisenstein aan een hartaanval.
Battleship Potemkin the revolutionary film by sergei eisenstein It was only the second film he made, but Battleship Potemkin (1925) has become inseparably connected with the memory of Sergei Eisenstein. Not only did its cinematographic innovations reap admiration and attract eager emulation; the film also established the power of the new medium as a propaganda tool. Both Joseph Goebbels and Leni Riefenstahl were enthusiastic fans of the film. The subject matter of Battleship Potemkin is the mutiny that took place in 1905 on the ship of the same name. This event is seen as a foreshadowing of the First Russian Revolution, which broke out a year later in St. Petersburg, and consequently also of the establishment of the Soviet Union. There are five episodes to the film. In the first, the sailors on the Potemkin refuse their officers’ order to eat rotting meat. In the second, mutiny breaks out and the leader of the mutineers perishes. In the third, the citizens of Odessa mourn over his body, after which, in the famous fourth episode, they are slaughtered by Tsarist soldiers and Bolsheviks on the long flight of steps. In the final episode, the squadron of marines that has been sent to block the escape of the hijacked Potemkin decides not to intervene. Instead, the marines cheer the mutineers. Eisenstein radically renewed the art of film with his Battleship Potemkin. His theory of montage included the juxtaposing of conflicting elements, which he called ‘attractions’. This was how a film was to
achieve its most important goal, that of shocking the viewer. Famous examples from Battleship Potemkin can be found in the scene on the steps: stamping boots and faceless soldiers are alternated with fearful, much more human-looking faces from the fleeing crowd; close-ups of a distraught mother give the shots of her baby carriage rolling down the steps an almost unbearable pregnancy. What’s more, where necessary, Eisenstein did not refrain from stretching time at length, in order to let the audience fully realize the extent of the horror. Although the film is based on an historical event, Eisenstein permitted himself great liberties for the benefit of the dramaturgy. For instance, the scene on the steps of Odessa never took place; he concentrated the various skirmishes that occurred all over town that day in the famous and visually striking setting of the enormous Richelieu Steps. Nowadays these steps, which lead from the harbour up to the city of Odessa on the hill, are called the Potemkin Steps: Eisenstein’s convincing fiction has wiped the true account of the insurrection from the collective memory. And in reality, the mutiny was not such an infectious success: the historical Potemkin ultimately managed to escape to the harbour of Constanta in Romania, where some of the crew went into exile. Many of those who returned to Russia ended up being executed. It would take another 12 years before the February and October Revolutions of 1917 would definitively weaken and overthrow the Tsarist regime.
8
new music by michael nyman for sergei eisenstein’s film
at the piano. The Michael Nyman Band further comprises a string quartet, double bass, bass guitar, woodwinds and brass.
Battleship Potemkin, the masterpiece from 1925 by the Russian director Sergei Eisenstein, is a silent film with title cards. Eisenstein hoped that new music would be written for it once every 20 years, so that its propaganda message would remain accessible for new generations. The first score was by Edmund Meisel; then Nikolai Kryukov composed another in 1950, after which several others followed. Now, the British composer Michael Nyman has created a new score for this legendary film. Nyman’s composition premiered on 19 October 2011 during the Festival Automne in Normandy. It will be performed by the Michael Nyman Band, which has been in existence since 1976, with the composer 9
Michael Nyman (b. 1944), who works in many genres as a composer, has written music for countless films, including large productions like The Piano by Jane Campion and The Cook, the Thief, His Wife & Her Lover by Peter Greenaway. He previously wrote music for the work of Dziga Vertov, Eisenstein’s contemporary and film-pioneer colleague. Nyman’s energetic Potemkin score, written in his personal version of minimal music, begins contemplatively and then almost immediately thrusts the spectator right into the action, just like the film, without too much introduction or gradual coming to a conclusion. The unusual line-up of Nyman’s band allows him to take a relatively small number
of basic ideas and elaborate them with great colour contrasts and many dramatic effects. Returning elements are his stamping asymmetrical ostinatos in the rhythm section, around which the other instruments weave a varied musical fabric; manically repeated motifs with a lyrical quality; but also calmer, folk-like passages. With his small-scale ensemble, Nyman even manages to create the lofty tone that one would sooner associate with a bombastic film orchestra. Eisenstein is considered the inventor of fast montage as a dramatic technique. Nyman’s music also nimbly switches between tempos and registers, only to often immediately afterward continue racing ahead at full steam, all of which fits well with the feverish events. This lends an extra undertone to the few quiet moments, a good example being the beginning of the famous scene on the steps of Odessa. Although the musical transitions sometimes coincide precisely with the montage of the film, Nyman does not follow the action exactly, but always expresses a general mood, for instance of danger or excitement. It is precisely this relative independence that allows us to enjoy Eisenstein’s film in its full glory. sergei eisenstein director under stalin Sergei Eisenstein (1898-1948) was a pioneer of the filmic art, both as a director and theorist, whose career roughly coincided with Stalin’s rule. Eisenstein was born in 1898 in Riga, the present-day capital of Latvia, and at the time one of the largest cities in Russia. His father was an architect of Jewish-German descent, his mother the daughter of a Russian Orthodox merchant. In 1905, the year of the first Revolution,
Eisenstein moved with his mother to St. Petersburg, where he later studied architecture and engineering. In 1918, he joined the Red Army, even though his father hoped for a German victory. During this period, he began to study Japanese calligraphy, later claiming that it helped shape his visual idiom. He also came in contact with kabuki theatre. In 1920, he went to Moscow and worked with the revolutionary theatre company Proletkult as a director and designer, among other things. Here he also wrote his first theoretical treatment of film and took his first steps on the path of cinematography. As a film director, Eisenstein had a curious career: he started out with great success but in the following years had to deal with setback after setback, not in the last place for political reasons. Right after his debut film Strike (1925) was hailed with acclaim, he made the masterpiece that today is probably his most famous film, Battleship Potemkin (likewise in 1925). Both films have a strongly propagandist slant and glorify the ideals of the Russian Revolution. Typical style characteristics are already present in these films, such as the unique camera work and the suggestive, often quick montage, which according to Eisenstein holds the essence of the art of film. Stalin recognized the new medium’s power of expression and was extremely taken with Eisenstein’s work. What’s more, Battleship Potemkin received high praise abroad. As a consequence of these and other factors, Eisenstein was given the honour of making October, a film commissioned on the occasion of the 10year anniversary of the October Revolution of 1917. This film was also an international success, but on the home front Eisenstein was forced to publicly distance himself from his cinematographic innovations, 10
which were not easily reconcilable with the increasingly strict doctrines of socialist realism. After 1928, Eisenstein travelled through Europe to study the new phenomenon of ‘talkies’. In 1930, he was given the opportunity to make a film in the United States, but his artistic and highly idiosyncratic approach proved incompatible with the Hollywood formulas. He also was unable to complete his next project, ¡Que viva México!, for which he travelled to Mexico and met Frida Kahlo and Diego Rivera: Stalin sent a telegram expressing concern that Eisenstein had deserted and was hanging out with Trotsky. With his soloist manner of working, Eisenstein was also not entirely blameless as to the crippling of various film projects, seeing as he often ignored deadlines and went well over budgetary limitations. In 1933, he returned to the Soviet Union, where he would never entirely rid himself of suspicion. He spent a short time in a sanatorium and was obliged to take a teaching position at the film academy. Ultimately, Eisenstein managed to wheedle a last chance out of Stalin, receiving a commission to make a film about the 13th century sovereign Alexander Nevsky. This saint had fought against the Germans at that time, and now Stalin himself was preparing a war against Nazi Germany. Under constant supervision, Eisenstein made Alexander Nevsky (1938), a film that appealed to the regime, the public and film critics. It was not only the first film that he actually brought to completion in almost 10 years, but also his first film with sound, and the beginning of his collaboration and friendship with the composer Sergei Prokofiev. As fate would have it, 11
however, shortly after it was released, Stalin and Hitler signed their non-aggression pact, at which point this anti-German film was taken out of circulation. Not until Hitler’s violation of the treaty in 1941 was Alexander Nevsky put back into circulation again, bringing it international success. When the Germans advanced on Moscow in 1942, Eisenstein and many other filmmakers fled to Alma-Ata in Kazakhstan. There he conceived what would be his last film project, again with music by Prokofiev: a trilogy about the life of Tsar Ivan IV, or Ivan the Terrible. For the first part, in which he portrayed the young Ivan as a Russian hero, Eisenstein received the Stalin Award. But when the dictator recognized not-so-flattering parallels with his own person in the second part, in which the Tsar, conscious of guilt, questions his own omnipotence, he flew into a rage, banned the film and ordered the destruction of the material which had already been filmed for the third part. And thus the trilogy of Ivan the Terrible (1944-1946) was consigned to the list of uncompleted films. In 1948, two weeks after his 50th birthday, Eisenstein died of a heart attack.
12
BIOGRAFIe
BIOGRAPHy
Michael Nyman (1944), die als componist vele genres bestrijkt, heeft muziek geschreven bij talloze films, waaronder grote producties als The Cook, the Thief, his Wife, and her Lover en Prospero’s Books van Peter Greenaway en The Piano van Jane Campion. Eerder al hield hij zich bezig met het werk van Eisensteins tijdgenoot en collega-filmpionier Dziga Vertov. Nymans energieke Potemkin-partituur, geschreven in zijn persoonlijke variant van minimal music, werpt de toeschouwer vrijwel meteen diep in de actie, net als de film, zonder al te veel inleiding en zonder al te veel dramatische op- en afbouw. Eisenstein staat te boek als uitvinder van de snelle montage als dramatische techniek, en ook Nymans muziek dendert luid en onvermoeibaar door, wat goed past bij de koortsachtige gebeurtenissen. De spaarzame stiltes krijgen daardoor een sterke impact. Hoewel de muzikale overgangen soms precies samenvallen met de filmmontage volgt Nyman de handeling niet op de voet, maar geeft hij steeds uitdrukking aan een algemene stemming, bijvoorbeeld van dreiging of opwinding. Juist door die relatieve onafhankelijkheid blijft ook Eisensteins film in volle glorie te bewonderen.
Michael Nyman (1944) is a composer who covers many genres in his work. He has written music scores to a great many films, including large productions such as Peter Greenaway’s The Cook, the Thief, his Wife, and her Lover and Prospero’s Books, and Jane Campion’s The Piano. Nyman previously worked on scores for three films by Eisenstein’s contemporary and fellow film pioneer Dziga Vertov. Nyman’s energetic Potemkin-score, written in his personal idiom of minimal music, puts the audience almost immediately in the midst of the action, just as the film does, without too much of an introduction and without any overlong dramatic build-up or tailoff. Eisenstein is known as the inventor of quick editing and dramatic technique and Nyman’s score races on loud and vigorously accordingly, which fits in well with the dramatic scenes and lends the sparse moments of quiet a strong impact. Although the musical transitions sometimes coincide exactly with the film editing, Nyman does not follow the action literally. Instead, he tends to give expression to a general mood, for example danger or excitement. It’s precisely this relative independence of the music that gives the viewer the scope to be able to continue to admire Eisenstein’s film in full glory.
13
Holland Festival 1-28 juni 2012 directie Pierre Audi, artistiek directeur Annet Lekkerkerker, zakelijk directeur bestuur Martijn Sanders, voorzitter Renze Hasper, penningmeester Marjet van Zuijlen, secretaris Mavis Carrilho Joachim Fleury Ben Noteboom Het programma van het Holland Festival kan alleen tot stand komen door subsidies, bijdragen van sponsors en fondsen en door de gewaardeerde steun van u, ons publiek. subsidiënten Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Gemeente Amsterdam, Europese Commissie Programma Cultuur (2007-2013) Het Holland Festival is lid van Réseau Varèse, Europees netwerk voor de creatie en promotie van nieuwe muziek, gesubsidieerd door het Culturele Programma van de Europese Commissie. hoofdbegunstiger SNS REAAL Fonds mediapartners NTR, VPRO sponsors Rabobank Amsterdam, DoubleTree Hotel, Westergasfabriek, MeyerBergman, Buma
Cultuur, Clifford Chance, Automobielbedrijf Van Vloten, Ngage media bedrijfsvrienden HF Business Beam Systems, De Nederlandsche Bank N.V., DLA Piper Nederland N.V., G&S Vastgoed, ING Groep, Ten Have Change Management, WPG Uitgevers B.V. fondsen en instellingen VSBfonds, Prins Bernhard Cultuurfonds en BankGiroLoterij, Stichting Dioraphte, Turing Foundation, Gieskes Strijbis Fonds, Amsterdams Fonds voor de Kunst, Prins Claus Fonds, The Brook Foundation, Institut Français France, Institut Français des Pays-Bas, Goethe-Institut donaties De genereuze, meerjarige, steun van de Governors is van groot belang voor de internationale programmering van het Holland Festival, met name de internationale coproducties. Ook de belangrijke bijdrage van de Cultuurminnaars komt rechtstreeks ten goede aan de internationale programmering. governors G.J. van den Bergh en C. van den Bergh-Raat, R.F. van den Bergh, W.L.J. Bröcker, J. van den Broek, J. Fleming, J. Fleury, V. Halberstadt, H.J. ten Have en G.C. de Rooij, J. Kat en B. Johnson, Irina en Marcel van Poecke, Ton en Maya Meijer-Bergmans, Sijbolt Noorda en Mieke van der Weij, Robert Jan en Mélanie van Ogtrop-Quintus, Françoise van Rappard-Wanninkhof, A. Ruys en M. Ruys-van Haaften, M. Sanders, Tom de Swaan, S. Tóth, Elise Wessels-van Houdt, H. Wolfert en M. Brinkman 14
beschermers S. Brada, J. Docter en E. van Luijk, H. Doek, L. Dommering-van Rongen, E. Granpré Moliere, J. Houwert, R. Katwijk, R. Kupers en H. van Eeghen, H. en I. Lindenbergh-Sluis, A. van der Linden-Taverne, F. Mulder, G. van Oenen, H. Sauerwein, K. Tschenett, P. Wakkie, R.R. Walstra, T. Winkelman, O.L.O. en Tineke de Witt Wijnen-Jansen Schoonhoven
Holland Festival heeft ook uw steun nodig: word Cultuurminnaar Als Cultuurminaar draagt u actief bij aan de bloei van het Holland Festival.
begunstigers I. Baljon-Hellingman, M. Beekman, Co Bleeker, A. Boelee, K. de Bok, E. Bracht, G. Bromberger, D. de Bruijn, M. Daamen, J. Damen, S. van Delft-Vroom, J. Drupsteen, Chr. van Eeghen, Ch. Engeler, E. Goossens-Post, D. Grobbe, J. Haalebos, J. Hennephof, M. Henriques de Castro, L.D.M.E. van Heteren, G. van Heteren, B. van Heugten, S. Hodes, R. Hoogendijk, J. Hopman, G. van der Hulst, Jan de Kater, J.Keukens, A. Ladan, W. Lee, A. Ligeon, T. Lodder, C. Meekel, D. van der Meer, E. van der Meer-Blok, A. Mees-Lubberman, R. Nieuwpoort, B. Oremus, H. Pinkster, F. Racké, Wessel Reinink, M. Robben, B. Robbers, A. Schneider, G. Scholten, C. Schoorl, C. Schunck, P. Smit, I. Snelleman, A. Sonnen, C. Teulings, H. Tjeenk Willink, H. van der Veen, R. Verhoeff, F. Voorsluis-Spanhoff, A. Vreugdenhil, W. Vroom, M. Willekens, M. van Wulfften Palthe anonieme schenkers Ook dankt het Holland Festival anonieme schenkers. liefhebbers Het Holland Festival dankt 585 Liefhebbers voor hun steun en bijdrage. 15
Liefhebber (vanaf € 45 per jaar) U ontvangt dit programmaboek gratis, u krijgt voorrang bij de kaartverkoop en korting op tickets. Begunstiger (vanaf € 250 per jaar of € 21 per maand) Uw bijdrage komt rechtstreeks ten goede aan de internationale programmering van het Holland Festival. U heeft recht op vrijkaarten en andere aantrekkelijke privileges. Beschermer (vanaf € 1.500 per jaar of € 125 per maand) . Als dank ontvangt u een uitnodiging voor de openingsvoorstelling en voor exclusieve bijeenkomsten, naast vrijkaarten en andere privileges. Hartsvriend (vanaf € 5.000 per jaar) U ontvangt alle privileges van de Beschermers en u wordt uitgenodigd voor bijzondere bijeenkomsten waarbij ontmoetingen met andere Hartsvrienden en artiesten uit het festival centraal staan. Periodiek schenken via een notariële akte Een periodieke schenking is een schenking van een vast bedrag per jaar, voor de loop van minimaal 5 jaar, die u vastlegt in een notariële akte. Bij een periodieke schenking vanaf € 250 neemt het Holland Festival de kosten van het opstellen van de akte voor zijn rekening. Zie voor de fiscale aftrekbaarheid van uw gift de brochure Uw gift, de fiscus en de nieuwe geefwet. Wij sturen u deze folder graag toe. Voor meer informatie of een voorstel op maat kunt u contact opnemen met de afdeling sponsor- en fondsenwerving, Esther van der Veldt, telefoonnummer 020 – 788 21 20 of per e-mail
[email protected].
Colofon / colophon tekst / text Joep Stapel vertaling / translation Jane Bemont eindredactie en opmaak / editorial and lay-out Holland Festival ontwerp omslag / design cover Maureen Mooren druk / printing Tuijtel, Hardinxveld-Giessendam © Holland Festival, 2012 Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden vermenigvuldigd en/ of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Holland Festival. No part of this publication may be reproduced and/or published by any means whatsoever without the prior written permission of the Holland Festival
16