,
\.
•
l>rukkerij Elsevier.
\
9
~'.
A an het Nederlandsche Volk.
itgenoodigd zijnde door den Uitgever van het prachtig gelilustreerd werk Nederland - Lombok, om die schoone Uitgave met een voorrede in te leiden, heb ik aanvankelijk geaarzeld aan dat vereerend verzoek te voldoen, bewust als ik ben van mijn gebrek aan welsprekendheid. Bij nader inzien evenwel, en tot mijn groot leedwezen ontwaard hebbend, dat de openbare brief ~De Nafiolfale RatJtp~J onlangs uitgegeven, aanleiding gaf bij sommigen, als of het mij te doen ware geweest, op den vorigen Gouverneur-G eneraal een blaam te werpen - een man, wien ik de meeste hoogachting toedraag, heb ik het aanbod van den Heer F. B. VAN DITMAR aanvaard, ten einde in deze regelen daar tegen op te ktmnen komen. Ik verklaar, dat, bij het lezen van de verschrikkelijke telegrafische mare dat de eer van N~derlands vlag op gruwelijke wijze in Indiê geschonden was geworden, ik alleen het beginsel wilde afkeuren, dat er Gouverneur-Cencraals soms optreden, in die hoogstbelangrijke betrekking, zo nder eenige kennis of ondervinding te hebben opgedaan in Indië, ten opzichte van den geest en de zeden der verschillende Indische Volken van onzen C.-Ind. Archipel. De politieke fout welke door zoodanig optreden daardoor kan begaan worden, is dan ook meer te wijten aan de Regeering in Nederland, dan aan den persoon die als s' Konings vertegenwoordiger alles doet wat Z.-Excellentie meent te zijn in 's Lands belang. De verontwaardiging en het diep verdriet dat mij bezielde op het vernemen van dat eerste telegram uit Lombok, heeft toen mijn stijl onduidelijk of onvoorzichtig doen zijn, en wilde ik slechts waarschuwen teg~n het genoemde zoo gevaarlijk begiusel. Landgenootenl In Lombok liggen nu honderde dapperé mannen begraven, gesneuveld bij een overmachtige overvalling of overrompeling, van ettelijke duizende gewapende vijanden.
U
De eer onzer zoo dierbare vlag heeft hierdoor een duchtige klap gekregen en is het onze plicht op allerlei wijzen, mede te werken om de Regeering in staat te stellen haar plicht te doen. rO. Om vrijwilligers te. doen dienst nemen voor langeren of korteren tijd, bij het Indisch Leger - en hen met spoed naar Batavia te doen 1!ertrekken. 2°. Om alle particuliere Vereenigingen die reeds ingesteld zijn - om de achtergelaten betrekkingen der gesneuvelden of verminkten te ondersteunen, te doen bekend maken hoe te handelen met de ingekomen gelden. De herstelling der beleedigde eer onzer natie is bepaald een gewichtige Staatszaak, waarin geen Regeering zich noch kan, noch mag onttrekken.
,
Alle officieren, soldaten, nuitrozen enz. - moeten, zich verbindende op Lombok 'den vijand te gemoet te treden het bewustzijn bezitten, dat de Staat voor hunne verlaten betrekkingen behoorlijk zorgen z~, dan kunnen wij binnen betrekkelijk korten tijd zeer stellig een schitterende overwinning op den vijan.d behalen, en hem gevoelig straffen voor het niet nakomen der met hem door den Staat der Nederlanden gesloten tractaten, mits daarbij vooraf plechtig de hulp en de zegen van dt:n Almachtigen en Rechtvaardigen God, Schepper van het Heelal, worde ingeroepen, zoowel hier, als in Indiê. Aan U allen Landgenooten, die op de eer van Nederland prijs stellen en een hart hebben, dat warm klopt, voor dappere mede-landgenooten, waarvan de dierbaarste betrekkingen in diepen rouwen wellicht in nood verkeeren, als ook voor hen, die op nieu:w tegen den brutalen vijand zullen oprukken, tot het behalen der overwinning waartoe zij hun • leven, hun geheel bestaan dus, willen veil hebben. Aan U allen Landgenooten, zij het vergund de bede te richten: Help den Staat van Nederland, om al de dapperen. gerust te stellen, omtrent het eventueel noodzakelijke zorgen voor hwme achtergelaten. betrekkingen en laat ons aanéén sluiten, voor dat eenige doel geld bijeen te zamelen. Ook zou er uit die gelden, gevoegd bij een jaarlijks subsidie van den Staat, een vast /otlds moeten ingesteld worden, om alle militairen, die reeds sedert jaren het Indisch Leger op wettige wijze hebben moeten verlaten, jaarlijks met hunne gezinnen in Nederland, te ondersteunen. Maar volstrekt niet voor het oprichten of doen vervaardigen van een monument of naald, hiervoor kan immers later gedacht worden. Want men wete het wel, dat op dit oogenblik reeds bijna twintig jaar het steenen of marmeren materieel voor het monument van de dapperen op Atjeh, nog te Batavia onuitgepakt wordt bewaard I1 Vergis ik mij niet, heeft dit f 30,000 gekost. Moge dit gelllustreerd Werk van den Uitgevel F. B. DITMAR te Rotterdam "Nederland Lombok" ten voordeelevan de nagelaten betrekkingen enz. enz. door velen w?rden gelezen, en vele particuliere Vereenigingen van hetzelfde edele doel, zich bij deze onderneming aansluiten en last uot least is het te wenschen dat deze tta/ionale ramp van Lombok leiden zal, tot voortdurende achterstelling van het partij-belang bij het Landsbelang, door ~e Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Die Tweede Kamer mag niet langer na eerstvolgende verkiezingen, grootendeeJs uit geleerde soms zeer bekwame meesiers in de ree/llen bestaan. Neen, er behooren minstens 50 Leden zitting te hebben, die hetzij te land hetzij ter zee} hetzij in civiele betrekkingen in Indiê, als militaire of als civiele ambtenaren, hun sporen hebben verdiend, en goed bekend zijn met den Oost-Indischen Archipel en daarvan de belangen en de zeden der verschillende volken kennen. Want waarlijk voor 't behoud onzer Koloniên en dus ook later voor 't behoud van Neerlands eer en ono/lrankely'kheid, is dit een gebiedende onafwiJsbare 1JOodzakeli.fkheid. Wanneer voor geheel Europa de eer van onze vlag en dus van geheel Nederland en zijne Koloniên, zal zijn hersteld geworden, dan zal deze Regeeri.ng naar ik hoop, en. vurig verlang : Zorg dragen, dat welverdiende militaire eerbelooningen, onzen dapperen als officier} matroos of soldaat met worden onthouden, een zeer belangrijke zaak, waarover in andere landen o. a. Rusland en Oostel/rijk en andere, een kapittel moet oordeelen, dat bij ons hoewel door de wet voorgeschrevm helaas niet is mogen ingesteld worden! Ik heb gezegd.
's
HAGE,
'7 Sept. 18g4·
•
,
Opdracht • • aan mZJne Landgenooten.
M
et diepe ontroering en bitteren weemoed werd alom in den lande de ontzettende gebeurtenis vernomen, die in den nacht van 25 op 26 Augustus op het eiland Lombok plaats had. Met innig leedgevoel vernam heel het Nederlandsche Volk de geschiedenis van dien huiveringwekkenden nacht, die zoovele bloedige olTers kwam eischen, die zoovele huisgezinnen in rouw - in droeve rouwe - heeft gedompeld. Een overval, een laf verraad was het, dat dit heldenbloed deed vloeien, eene moorddadige slachterij, zonder wederga in de geschiedenis van ons Insulinde !
'.
'-
't Was stil in 't bivak - nachtelijk duister! Slechts hier en daar flonkerde een ster aan het uitspansel als wilde zij de kranige Lombok-Expeditie begluren, die gekomen was om Balier en Sasak met elkander te verzoenen. 't W as als lachte zij ze toe, die vredebrengende mannen, als s prak zij ze moed in, die dappere strijders. Maar - wie had durven vermoeden, dat in dienzelfden nacht de sluwe Balinees gereed lag zijn moordplan te volvoeren, zijn schurkenstreek te plegen. De snoode toeleg gelukte en verre van hun vaderland, verre van hunne dierbare betrekkingen, vielen vele officieren en minderen van het dapper Indisch Leger. Zij bleven achter, de familien, treurend zonder groeve en schreiend zonder kransen, weemoedig denkend aan hun' geliefde dooden! W ie zou thans voor hen zorgen, wie hunne tranen drogen? " Wij, wij, wij!" dat was de kreet die van heinde en verre weerklonk, dat was het antwoord, dat Nêerland hun gaf, waarmede het troostte, waarmede het bemoedigde. _ .. _ . H et mag dan ook geene verwondering baren, dat toen ondergeteekende bij het vernemen der treurige tijding, het plan op touw zette, om een Gedenkboek ten voordeele der nagelaten betrekkingen, uittegeven, hem van alle zijden betuigingen van sympathie gewerden. Met evenveel instemming werd de oprichting van een Comité met gel.ijk doel begroet en met vreugde in den lande kennis genomen van de aanzienlijke gift, door H .H. M.M. de Koninginnen aan dat fonds geschonken. . Dit voorbeeld deed volgen en van alle plaatsen stroomden de giften toe; geheel Nederland betreurde het drama in Lombok afgespeeld. De bladzijden van dit boek, ook zij spreken van innig medelijden met de, in de kracht van hun leven gesneuvelden; zij zijn de waarachtige uiting van sympdthie en deelneming. Aan den ondergeteekende is het, nu zijn ta~k-ve;:-vuld is; 'en ook hij iets heeft mogen doen tot stijving van het Nationaal Fonds, in de [eerste plaats eene aangename plicht zijn eerbiedigen dank te brengen aan H_ M. de Koningin·Regentes, voor de hooge medewerking, die Zij aan het Gedenkblad heeft willen verleenen. Daarna een woord van dank aan den Vice-Admiraal Jhr. DE CASEM. BROOT, die welwillend de voorrede schreef, en vervolgens aan Hunne Excellenties, de Ministers en Gezanten, aan de Militaire en Civiele Autoriteiten, alsmede aan de Nederlandsche Letterkundigen, Schilders en Toonkunstenaren, die bijdragen zonden en wier namen aan het slot van dit werk zijn vermeld. Voor de groote zorg aan de typografische uitvoering besteed mijn dank aan den Heer H. M. C. HOLDERT (drukkerij "Elsevier"), zoomede aan den Heer FRITS W. SCHÖTTELNDREltR, die de teekening voor het omslag ontwierp. Zeer "gaarne 'zouden ook de portretten der gesneuvelden in het Gedenkboek zijn opgenomen, doch eene volledige collectie - als die te verkrijgen was - zou te veel plaatsruimte innemen en het is daarom, dat slechts aan den beeltenis van den bevelhebber, den Generaal VAN HAM eene plaats is kunnen verleend worden. T en slotte nog de mededeeling, dat ondergeteekende op verzoek van hooggeachte zijden het werk, dat als "Holland.Lombok" is aangekondigd, de wereld inzendt onder den titel van "Nederland-Lombok." Algemeen was men van oordeel, dat dit werk, dat mag aangemerkt worden als de uiting van heel een voLk, een naam moest dragen, daar-
mede ten volle in overeenstemming. Moge het werk steeds eene herinnering zijn aan de dapperen, die in Lombok vielen, en den heldendood stierven voor ons rijke Insulinde - "dien gordel vari Smaragd, zich kronkelend om den evenaar !" . . . . . ROTTERDAM, 30 October, 1894,
f;; ~~~_~
NEDERLAND - LOMBOK.
,
~ tI'~áU~~t?~ _
;Jt/;~~ ~ ~ /~a"
~ Ávl- :;Ç~/a~d
;;o/~~~ -
~~. 14 ~
d«
m7~ ;;e-y~ /L4~
Ir~~~ ?h
r <44
-t~~ 1~ ' uyn
tf~
~if~·
7" ~
t/l
/r.
~.
tI/Y{
~/
r ",{., _ / /r -"'-'~.
'-.(., ?--P-r
~"h , / L .,,4., t?L....
U<,,"'Û-
' --j'! '~7
2-".~·
"-"-"l. _
~~r-
fl ~~--- /~.-z--<.Lc-~
~~ l'<'-~ ---~á--<-~;1 ~ h~6<-~ c4' :77e.-z..,...er-v-<..---,
/'
tP~l ~
/~~ l~
_e.-..-.---
t?l-.~4:/l~
tf?1-,./~~< ~
~ ~ ~Ze;;,---
MINIST ER VAN BUITENLANDSCHE ZAKEN
, MINISTER VAN BINNENLAND SC HE ZAKEN.
c.
cd:LL..
(fi-z..<'-~ .-t.. ~ ~ 7 -4.A-~ ~ ~~-
- ~- r--· . 7·~~
A-'4--rl rF ./ ~P
---
Afinisler van justitie.
/
Miuister van Koloniën
.
~
Minister van Oorlog
~~~~~J ~ /~~ ~v-~ r:~
Millister van FinallcÎëit .
..:a..
~~.,.(~
~LY.é- """"~
L;./.-<.
c--
,t-"<._;é~ - ""'7;"" ~ ..4A/~;;~Y' .-K".....:..y-:- ~ ~J...b>/........J/ .......,A~• ..-/p~ .".,.,~- at:.. /..a.d"'~~-
--"r.#L'~ 4-
/L:~..!J'~~ ~',._e/L- -./""'/~~)'~ /
-??-?e-~d. ~
c:~- ~~--* __ .c.-.-- /
~ .z~ .."..,..~
.27-~ 4".e-/,~?/",d-_:-"-- ___
~
Minister van
Man~ne.
...:..
~./'o~
~ /....-f- ~
~/ ~ 4 ~
~/~
z;,;
/~"7"
-:<-rlIfimsfer van Waterstaat.
/ JU.
<.-<"..
I==================~~~ -~~~~----gv .I? y-/t&;--
, jiJ
Jrl
\
Den Treeft L.eusden! Ik betuig van heeler harte mijne ins temmill~. met uw denkbeeld om hulde te brengen aan de wakkere stnJders die ver van hun vaderland het slachtoffer werden van de trouw eloosheid hunner vijanden. Het vaderland houde hunne nagedachtenis in eere.
f'ran onze militairen op Lombok.
'h _ '
\Vij walgen van 't verraad,
vVij lijden door uw rouw, Wij kennen uwen moed, Wij reek'nen op uw trouw.
gê~
~
:;
Op H oll an d - Lombok past het woord van GOETHE, eenigszins gewijzigd: ~ Unreine Leben sverh ältn isse so li man kein e m Volke \Vünsche l~ j sic s inel abel' fnr das V olk, dl'lss zufä!1ig hinein gerath, PrüfsteÎne des Charakters llnd des Entschiedensten, was es vermag.
(Spriiclte in Prosa.)
Nederland is een kleine Europeesche en een groote koloniale mogendh eid; onze legervorming en legerinrichting moet met beide feiten rekening houden .
NEDERLAND-LOMBOK. VERMIST. ln ' t nul" van middernacht, In zoeten tooverglans, zoo Met diamant bestrooid, d e \Veemoedig nederzie nd op
zweeft langs des hemels streken, eenzaam op een baan, zilverbleeke maan, wouden en op beken.
De nachtuil zweeft daarheen, zijn sober nest ontweken, In 't ruischend riet ontvlucht de schuchtre wilde zwaan; En uit ' t welluidend lied der golven, nooit weerstaan, Schijnt nns d er elfenkoor een troostw oord toe t.! spreken.
0, somtijds is he t zoet te dolen door de weiden, In nachtelijke eenzaamheid van ' t aardsch gewoel te scheiden, En, met zich zelf alleen te staren in dat licht, Dat in de droeve ziel een vreemd gevoel kan jagen, En met een duizendtal van onbestemde vragen Van uit de blau we sreer zich tot he t harte richtl
11 't Is middernacht ook-d Ur, w a ar onze trouwen \'ielen. De ûlverbleeke maan verli cht der sawah's grond En verft den vijj!"eboom, waaro nder zwaar gew ond, Door 't noodlot aangegrijnsd een paar verlaten zielen. Twee fuseliers, ver m i 11 t in 't onderling vernielen, D'één sçhreit en d'andre schouwt daar zenuwachtig rond. Zij àenken aan he t huis, waar kalm hllO j eugd verzw ond, En trachten, trots hun smart, hun droevig lot t'ontknielen. Zacht kreunen
In het leven der volkeren komen tijdperken van neerslachtigheid en onverschilligheid voor die zich in scepticisme openbaren De moedeloosheid is zuster van den twijfel, en de negatie de tegenstelling van al wat opheft tot het ideaal Dan- zijn er schokken noodjg om het verloren evenwicht te herstellen, ons terug te geven aan ons zelf, en de geestdriftige toewijding te plaatsen naast1 kan het zijn, boven de ijskoude zelfzucht. Wat men fin de siècle noemt, is ruets and ers dan de voorbijgaande uiting van den twijfel. Geestdrift daarentegen is de bezitting van alle tijden. Zulk een schok is gebeurd te Lombok, en, waar mcn met eerbiedige belangstelling en weemoedige meewaarig!leid denkt aan de geslagen wonden en de geleden ver· li ezen, doet het goed te ontwaren, dat de geestdrift niet uitgedoofd is maar sluimert in de harten, om te ontwakei\ in de ure des gevaars_ Als zij, die daar ginds lijf en leven laten bij de vervulling van hun krijgmansplicht, de overwinning bevechten niet slechts op den vijand die tegenover hen staat maar op de vijanden die, hier en elders, het volksbestaan bedreigen, ontkenning, zelfzucht gemis aan zedelijken moed en aan geloof van het hoogere, dan is hun streven dubb el voortreffelijk, en vallen zij, hunne nagedachtenis dubbel geheiligd. - Sluiten wij daarom, hier aJs ginds de gelederen en laten de v ij anden die ons hier b elagen het carré vinden dat wij vormen, schouder aan sch ouder, ter wiUe van onze dierbaarste overtuigingen en ter eere van het gemeenschappelijk Vaderland. SEPTEMB ER 18g4.
bij Bommel, Sept. l8g;l.
~~~
T EEKENING VAN jOSEF- I SHA~LS.
-
UM VREDES WIL. (Befuu'$cll)
Ik bad aon haar 'en 'beste vrouw, H et puik van 'en boerin :Met zenuwen als kaobeltouw En zonder cigenûn. Soms viel er w el 'en kiebling veur, Zoo as dä meer geschiedt, Dan was ze 'en da g tlil haor humeur, Maar langer duurde 'et niet. T oen kreeg ze soms 'en kwaoje bui Die duurde 'en heele wee k; En les t was ze, urn 'en haoverklap, Een becle ma 0 11 d van streek. \ k docht: nou w ordt 'et meer as tied, \Vant anders nêmtzt! 'en jaorl En ikke naor den dokter toe Um medicien venr haor. De dokter zei: . Gao zitten, mall]" En dec mien vraag op vraag, Beveurbeeld: ~ H et ze 'en goed humeur?" En: ~I-I è t ze 'en goeje maog?" Ik zei: ~Heur Illaog is 0Fperbest, Ze eet smiddags we veur vier; Mllor, do kter, as 'k 'et zeggen mag, 't H umeur dil deugt gen zier: "Ik kik - dan springt ze vuur en vlam' En, ond er OllS gezeid, ' Ze word t zoo schraal as bot en vel Vlln puur kwaadaardigheid." _ "Begrepen!" zei de dokter toen, "Nou luuster goed naor ruien:
Tegenspoed, hoe s martelijk ook, at moet men gewagen van eene nationale ramp, is toch goed tot iets! Ook nu werd wederom bewezen, dat die de edelste gewaarwordingen medegevoel, vaderlandsliefde, heldenmoed - vermag op te wekken sluim erend onder den prozaïschen invloed van het alledaagsche leven. ' Utrecht
10
Sept. '94.
~
Oe vrouw is, wat men nuumt, n er v e u s Oe geef 'k deez ruedicien: ~Gij laot ien alles hanr begaan En doen al wa. ze wil; Sprêk haar nooit teugen; keur 't-nooit af \Vä ze uitvoert ien haor gril. H ouw da. goed vol! dan wordt 'et mins \Veer dik en vet en wel. Kalmi erend werkt die medicien Op ielk n er veu s gestel !" 'k Zei: ~D3nk oe, dokter]" Maor ik docht: Dat is en roar geval : Mie n geft ie wat, en k bin nie ziek, Ha 0 r gêft ie niemendal. Toch hé 'k die Illedicien ~ebruukt Trouw iel ken dag van 't jaor; Ze kostte w el gen hal .... e cent, Maar viel m'alevel zwaar. En de uitkomst? Vaoliekallt, verdreid: Zij dik en vet en wel; Maar ik van puur zachtaordigheid Zoo schr aal as bot en vel. Zij hou w t zich jufferz.iek, ne r v e u s En volgt toezoers heur gril; , Ik Jpot mien Jeijen bU ~den neus D eur haar - um vredes wil I Sept. '94.
(1./
Co-....
Lj
;{,j;[
~C>-
~~
-b Lt.
'\
~~
~ 0...
~
~
~
~~ ~
~) ~ut4.;
/
NEDE R LAND-LOMBOK. Ons Vaderland is ni et meer wat het was in de zeventiende eeuw.
In
de politiek van Europa speelt het niet meer eene eerste rol.
Maar als koloniale mogendheid heert het nog eene gewichtige taak te vervullen . In die reeks van schoone aan allerlei schatten zoo rijke eilanden vindt het
een onarzienbaar arbeidsveld voor wetenschappelijk onderzoek en het openen van nieuwe bronnen voor h andel en nijverheid. Het brenge de zegeningen van Christendom en beschaving tot de volken, die ze bewonen, zij het ook dat de weg daartoe soms gebaand moet' worden, door, de mannen van ~et zwaard, wier zelfopofferende moed en volhardmg ruet genoeg gehuldigd kunnen w orden.
Sept.
AMSTERDAM
18g4'
Veel wordt er geklaagd over slechte za~~n. ,Toch schijnt de vraag gewettigd, zouden er niet veel meer zaken ZIJn, die slecht bestuurd worden, dan slechte zaken.
•
NAT I O N ALE R OU W. Dit is geweest een schok van ontzetting i een hooze tijdin g, die ons opschrikte en ontroerde: hoe zijn de helden gevallen, Tjakra, bin nen uwe verraderlijke muren I Nu dale ook op uwe heuvelen, riorm ade, dauw noch regen, die gedronken hebt dit edel bloed! Dit edel bloed van aallvoerders en aangevoerden, gevallen te gader voor vlag en vaderland en plicht, maar ook allen gelijkelijk beschreid en in eerbiedige heugenis bewaard. En dit is het verh effend e en het wijdende te midden van zoo di epe verslagenheid. Het bindt ons, vaak verdeeld volk, in gemeenschappelijk rouwbetoon te zamen. Nu wijken onze eigene nood en en bezwaren sti l terug en lUim en plaats aan een nationale deelneming. In onze harten vlammen hoog op geestdrift en offçrvaardigheid. En vaderlandsliefde, te veel een klank, openbaart zich nu aan allen als een macht van heiligheid. Als een koele ademtocht van wind heenstrijkt, te avond, ove r door de zon geblakerde landen, zoo kome de wetenschap van dezen nati onalen rouw, ve rzachtend, hier en ginds, tot de beroofden en bedro efd en. En van die gevallen zijn "met eere in het veld", "hunne ziel in 't eeuwig leven verwacht den jongsten dag." .
8
SEPTHffiER
18g4·
U,., /!Imf! I"//.Ie, gdlOudnl ill d(1 R tlIIIQII8fnmfscittl J,'fJrk Ic 's CI"UlItIlJI(I.i:ffl, ;] Stlp/e/llbqT J,s94.
Zie eens wat Neder!tl.nd geworden is door den mannelijken arbeid onzer voor· ouders. \Vat heerlijken stempel draa~ t onze bodem: de vr eemdeli ng, die zien wil, wat menschelijke kracht en vernuft vermoJ;:c n teJ;:en de hinderpalcn, door d e natuur in dCIl weg j::elegd, h ij moet ons land bezoeken. Van wat grootsch karaktt:r is onze g,eschiedenis, a ls ze vertelt van den strijd voor onze o nafhankelijkheid, gehandhaafd en verdedigd tegen d e machtigs te naliCn der wereld. H oe moeten alle beschaaCde volken dan kbaa r ons vaderland geden ken, waar de bani e r der gewetensvrijheid onder leed en tranen werd gcplwlt. En te midden van ons le vende n rus ten ze in hun graven, al die moedigen en grooten, mannen van het zwaard en van de studie. helden van zee en land - zij r usten hier in hunne graven, die met beschamende zelCopofferillg ons vaderland gemaakt hebben t OL w at het is. De Duitsche keizer w is t wel, dat hij h e f hol1 andsche h art aanraakte, t oell hij, bij zijn bezoek aan Amsterdam, een krans neêrlegde op het grar van onzen de Ru y ter. En geen Nederlander komt in den Haag en staat s til bij het standbeeld van een Zwijger, oi" er ontwaakt in hem eene aandoening van trots en erkentelijkheid, , . . Uit hunne gravcn zien ze o ns, dic sterken en moedigen, en doen eel\ beroep op ons, zeggende: Bewaart den schat ! Zij doen een beroep voor a l op u, jonge mensehen, die weldra. Ollze pla.atsen zult innemen in de Vadedandsche samenleving. H ei l u, driewerf heil 11, indien gij vervuld van eerbied voor ons grootseh verleden, I;.evoed met de s ter kende histori(!n onzer natie, diep geroerd door het lief en leed, door de vreugde e n den rouw van hUil volk, tIl et geestdl'irt uw vaderland lien,cbt, en bereid zijt op uwe beurt uwe beste krachten er aan te wijden de kracht van uwen arm, d e schatlcn van uw geest en uw hart! .,
I '<
TEEKENL'l'G VAN W . ROELaFS .
" OPROEPING VOOR LOMBOK" . W ij grijpen n aar 't geweer , 't Land is wel n iet in nood,
Maar wel zijn eer; Dat zegt n og meer.
De moedigste is hij, die waar 't mocht noodig wezeIl, Den moed ook heelt om niet den schijn te vreezen, Dat 't hem aan moed ontbreekt.
Luit ..Kol. Generale Staf. Ge e n taak is zoo ger ing dat zij ni et waard zoude zijn er zich aan te ' wijden met al de krachten waarover men be sch ikt. -
1'EEKENING VAN 01'1'0
Expeditie op Bali in 1868.
Nationale droefheid wordt verbitterd, nati onale rouw verzwaard door verdeeldheid on der de zonen van hetzel fde vad erland. Tedere ramp die de eendracht bev estigt, kan het begin zijn va n nationale blijdschap en verheffing.
K olon el DE BRABANT .
13 - 9 - 94·
Voor de versterkin g . "Let w el Soldaten, Wij er in en z ij er uit I" Dh· .. Generaal de(Posterijen.
Kl angen stolze, fr oh e Lieder, J e in Holl ands Auen wieder, Nahm ich Th eil an dem Gesange,~ All dem vaterländsch en Klange. Und auch hat in emster Stunde, TrauI"' ich weinend urn die Wund e,· Die dem Theuren Land geschlagen Ulld wir bringen voller Klagen. T odtcnopfer tap/ren Söhnen, Mit der Trauer leisen T önen: Requie sc~U1t a labore, Dolorose et amore! e
EEREUIAN.
BREDA, 7 September 1894·
J
De Generaal-Majoor
s Gravenhage, 8 Sept. '1l94.
.
-
Het ware wensc helük, dat h et on derwUs in de Nederlandsch Indische kr ügsgeschi edenis verpli chtend w erd gesteld voor Gymnasiën en Hooge re BurgerSCho len.
I'
I
...... .
Bid voo r de kind ren, di e, droevig verlaten, ' t ~ rood der .ellend e gaan beedlen ter stralen, Wie geene li efde, geen leed is bekend. Schuldloos als zij - doch reeds·'t on hei l gewend I Bid, dat Gods zegen, die mild u bel ommert, 't Harte der weezen verblijdt, 't on tkommerti Dat over hUJm e zoo treurige baan Jt Zonnelicht van Zijn meêdoogen moog' gaan I' GENT.
-
~.
7
NEDER LAND -LOMBOK. Uit: II Le Livre d'Or de la Comtesse Diane." Que·disent les .t ombes? Patience.
De geschiedenis tlan §Jndië.
Que pensez-vous de la vengeance? Elle satisfait sans consoler.
Een mooi kerkh of; het plantsoen rijk aan afwisseling; h eesters en bloemen; net begrint de paden. - Hi er blauwe zerken met namen en opschriften, die slechts even worden opge merkt en nog sne ll er vergeten; wat verder honderden paaltjes, angstvallig in rijen en vakken, de nu mmers verweerd en nauwelijks meer te on tcijferen.
Quand faut-i1 mettre bas les armes? Quand on a vaincu.
Wie vr aagt er, wat er werd geleden en gestreden, door hen die hier ter r uste gingen? - De groote menigte komt alleen om de monumenten aan te gapen I Al'oISTERDJ'\.M, II September 18g4.
!-liii!~
1U.iJilI ., SLAG
nlJ SAMALA'GA' NAAR EEN SCHILDERIJ VAN GARNIER.
Aan volkeren evenals aan lndivuduen kunnen groote rampen tot zegen strekken, indien zij niet lijdzame berusting, maar verhoogde inspanning van zedelijke krachten t ot gevolg h ebben.
J{olland . )!ombo~. \Vat noopt toch Nederland, den naam zich op te dringen, Van klein te zijn in omvang, aantal, macht? Zoo ge in 't Europisch koor verleerd heb J t mee te zingen. I,. 't wijs, gering te denken van uw kracht?
LEIDEN. 8
~~~~,.
SEPTEMBER 18g4.
_~
Besef toch, dat gij groot zijt, sints ge in wijde kringen Miljoenen zielen tot uw schepter bracht; Klei~l;::eestig wordt uw volk, als J t weig'ren zou te dingen Naar d'eereprijs, door God u toegedacht. Hij, die uw schoudren eeuwen lang de zwaarste lasten Deed torischen, weet voorzeker wat Hij doet; Die u de ta3k gaf, schonk de krachten die u pasten!
Zoo offer aan uw roeping goed en bloed, Dat In!'!ulinde als met de handen moge tasten, Hoe 't kleiue groot wordt door geloof en moed,
)!ombo~·Glfjeh ·
I
~allino's
l
Maar laat voor Lombok!'! rampen Atjeh niet verdwijnen, Waar jaren lang uw bloed reeds heeft gevloeid, \Vaar heldenkracht en moed vaak roemeloos verkwijnen, Gedenk het bloed, dat Atjeh heeft besproeid I Gedenk die broeders ook in hun gerekte pijnen: Groot is het volk, dat lijden niet vermoeit. ZETTEN, 1I Sept. IB94.
±
700 voor Christus.)
Tot hoe lang zit ge neer? Wen vat ge toch eens moed, o mannen? Schaamt ge U uiet voor hen. die o ru U wonen? De hallden in den schoot waant gij dat lil het land, De zoete vrede w oont -' doch krijg wo:edt in de velden, De vijand rooft den oogst, zijn zwaard I S rood .. van ,bloed: Staat op en laat niet ééll va.n U meer achterblIJven., , 'Verpt stervend nog voor J t laatst de laatste werpsp~~s UIt] Vereerend trn.:h en schoon is ·t voor den man, te strijden Voor vaderland en kind en wetli~e echt~enoot ! Ge vreest del' dood? De dood zal wis met eerder komen, Voordat der i-1ol!re (4) hand den draad heeft afgesne~n! Recht op den vijand in, de speer omhoog gehevel~ En 't moedig hart gedrukt vast legen 't ronde schild I Den dood l' on tko men - was nog nooit eell man beschoren, AI sproot zijn stum zelfs uit onsterflijk voorgeslacht! . Ontvlucht ge 't krijgsgewoel en 't schril ~e~is der SC,h\chten, Den dood ontvlucht ge niet - hij vindt U m ~w l~uls. Den lafaru'd zal zijn volk nooit eeren, noch OOIt missen: Den held eert klein en groot. als hem het doodslot treft. H et gansche volk beweent dien strijdel bij zijn sterven, Die levend ston d in eer, gelijk een halve God, Op hem ,houdt, als een burg, zijn volk het oog geslagen, H ij dcet alleen zooveel als vele mannen sall.m.
Kwam zoete sluimring, Neerland ! op uw oogell dalen, \Vaartoe \lW volk zich al te gaarne schikt, Op eens deed Lombok 't vuur weer uit uw oogeli !'!tralen; Ruw heeft het uil den slaap u opgeschrikt, Dat zal uw ouden moed tot nieuwe veerkracht stalen, Dat heeft uw zonen 't harte weer verkwikt; \Vat Lombok u ontnam, zal J t dubbel u betalen, Mits uw geloof in ontrouw niet verstikt.
~rijgs~reef.
(Fragment eene r Elegie van
II j
(Uit het Grieksch.) RO TT~RDA.M, 8 Sept. ·1894. ')
Schrikgodin .
_ _____ .J
N EDE R L A N D - LOM BOK.
EIGENHANDIG SC HRIJVEN V AN H . M.'S GEZANT TE WEENEN.
',I
."
TEEKEN ING VAN CH. RO CH USSEN.
" IN:T PANOPTICUM".
25 AugustuS. Hi er -
het li cht danst in 't woud, waar het eikenloof geurt, Il ier - de leeuwrik zingt stijgend zijn. lied, En de zee straalt en glanst, zij, de dreigende vaak , Jube lt mee 's zomers juichkreet: "geniet !" Daar - doo r 's vijands verraad, door den-:'sluipl11oord geveld, Daar - gc marteld in nameloos wee, Liggcn zij, jong en fier, nog met ' t zwaard in -de vuist, In den lande van over de zee. En de jubelkr eet sterft, waar die treurmaar weerklinkt, Holland's hart ruilt zijn vreugde voor rouw; 't Brengt met droevig ontzag zijn eerbiedigen groet
PALE I S SOESTD IJK (PARKZIJDE.) TEEKEN ING VAN JHR. DE RAN ITZ .
W raak baart weerwraak zonder ein d, het heilloze van barbaren. Straf is herstel van zedelij ke orde en zedelijk bestaan. GENÈVE,
bedrijf
handhaving van
II Sept. 18ç}+
Aan wie stierven den lande getrouw !
L EIDEN.
De voorstanders van
vèrstrekkende
Staatsbemoeiing stellen
zich den Staat voor als een boven alle zwakheden en hartstochten van de menschelijke natuur verheven wezen, de hooge en krachtige uitdrukking van het Recht en de billijkheid, die daarenboven in a lle zaken ,h andelen en beslissen den droomer zelf. In de
~· ·practijk
ZOlt
overeenkomstig de inzichten van
echter is de Staat . ... een heer, die achter de
schrijftafel zit, met veel ot weinig boekengeleerdheid, en die wetten maakt en voorschriften uitvaardigt betrekkelijk onderwerpen, die hij in 't geheel niet, of onvolledig en eenzijdig kent. Den Haag, Sept. 1894.
TEEKE~fNG
VAN J. G. VOGEL.
.
NEDERLAND Moed en trouw zij n de hoogst eerbiedwaardige, maar Goddank I gewone eigenschappen van den Nederland· schen krijgsman; hoeden af, als beleid er bij komt, want dan hebben we de volle deugd van den oorlogsheld, die bel oond wordt me t de schoonste orde, welke de borst van een man versieren kan, met de eenige ord e, die nooit verl eend wordt of zij is inderdaad ve rdiend, de Militaire Will emsorde. Beleid weet listen te ve rijdelen en valstrikken te vermijden, ook al zijn zij nog zoo zorgvuldig bedekt; beleid houdt rekening met d eugden en gebreken van den vijand e n trekt van beiden partij ten einde he t doel van den oo rlog, duurzamen vrede, naderbij te komen; beleid offert het leven van man schappen op, als h et noodig, maar spaart en redt het door voorzichtigheid, zoo het mogelijk is j beleid slaat de lessen der historie niet in den wind, maar vermijdt de fouten, welke reeds vroeg..er werden begaan. Daar beleid binnen zekere grenzen moet worden aange leerd, zou het misschien overweging verdienen de uitrusting van een so ldaat, die in den oorlog wordt gezonden, niet als volle dig te beschouwe n, zoolang hij niet ter dege bekend is met de geschiedenis van vroegere expedities tegen den zelfden of een dergelijken vijand. UTRECHT, Sept. 18g4'
Hierin is het met de natie a ls met het indi_ v idu ; niet de ramp zelve verzwakt. vernedert; de wijze, waarop de ramp ge· dragen wordt, geeft den doorslag. Zoo is vaak ten s lotte de overwonne ne de win_ nende, de overwinnaar de verliezende partij. DEN HAAG , 9 Sept. 1894.
Oud.Neeriand, ten s trijde! Het zwaard uit de scheege Voor de eer van uw vlag, op de zeei!n ont plooid. Gewro ken 't verraad, dat de valschheid u s meedde, En roemrijk de zege, al begonnen, voltooid! Maar keeren in 's vaderlands juichende ree~e Uw dapperen weder, met Jauwren getooid, Dan 't wapen geruild voor d' olijftak van vrege, Voor schrik milden zegen rondom u gestraald! \ Van! machtiger dan door ge wapende scharen Be hee rs cht door de liefde gij 't h art der barbaren. De priester des vredes wint meer dan de held. Met vreugd, niet met vreeze begroete op de baren De kleurling uw vlag en wie onder haar varen. De vroomheid verwint, als van onds, het geweld.
LOM BOK.
DE WIEG. Hij had haar van liefde gesproken en zij h ad zijn woorde n geloofd. Haar oud ers hadden gewaarschuwd, dat hij een slecht mensch was; hen h ad ze niet geloofd. En toch hadden zij gelijk. Weldra verscheen een kindje en hemelsch gelukkig vleide de moeder h et in de ijzeren wieg, het mollige nestje met mat-blauw zijden kussens en etherisch kanten gordijnen) een geschenk der ouders. Maar het kind van den slechtaard was t ~ tenger, te zwak. Een engel daalde neer en voerde het omhoog. En de moeder kermde: Neem ook mij! Doch de engel wees haar af. Armoede grijnsde hun tegen en veel moesten zij offeren. De ouders waren gestorven. Een ander kindje kwam de moeder troosten, die haar zorgen verdubbelde en niet week van de wieg, he t mooie geschenk uit gouden dagen. Maar weer daalde de engel en verloste het zwakke wicht uit zijn lijden. En weer wees hij de moeder af, die volgen wilde. De ellende steeg. Woest greep de slechtaard naar de wieg om het onnutte voorwerp te verkoop en, maar als een leeuwin verdedigde zij h et nestje, waarin haar lievelingen hun kort leventje geleefd h adden. Dronken-waggelend sloeg de man neer op een ijzeren spijl en een donkerroode stroom kleurde den ruw houten vloer. Bewusteloos zakte de vrouw naast het lijk ineen. Toen daalde de engel neer en v oerde de bewustelooze vrouw naar Zijn huis. Zacht gewekt opende zij de oogen en was verblind door de pracht. Hartstochte lijk omhelsde ze en kuste ze haar lievelingen. . Toen wierp zij zich voor Zijn troon, deed ook de kinder en hun handjes vouwen en s meekte genade voor den man, di en ze h ad lie fgehad. En haar gebed werd verhoord.
"Ieder vogeltje zingt, zoo als h et gebekt is". Dit zal men wellicht ook van mij zeggen, nu ik in lIHol1and·~ orn b o k " een woordje schrijf over verzekeri ng of daarmede lil verband staande. Ik wensch hier een lans te breken bijzonder voor de ond erofficiuen en mindere militairen bij het Nederl. Indische leger, di~ toch zoo dikwerf ç-eroepen w~rden aan hoogst gevaarlijke exp c:dl' tien in onzen Indlschen ArchIpel deel te nemen en het groot n SlCO beloopen gedood te worden door h et moordend lood van den vijand die zoo veel te geduchter is, omdat hij zich aan de regele~ van oorlogs - of volkenre~ht niet ~torende - zoo als nu wede r gebleken is; soms a ls slwpm oordenaar te werk gaat, maar waardoor de sterftekans voor de militairen bij ons Ned. Indische leger juist t e grooter is. Nu bestaat er wel een weduwen- en weezenfonds voor de officieren bij het Ned. Indisch le~e:, maar ni~t en oo k ..niets van dien aard voor de onderofficieren e n nunderen biJ dat leger. Men zal moeten erkennen dat zij in zoo ver mi s de e I d zijn." . . . . H et is waar, Ik ,
KLEINE KATJES HEBBEN OOREN! Vele oud e rs, die nog al nauwlettend zijn bij i letgeell zij hun kind te zien geven, zijn minder ki eskeurig bij hun sp reken in zijne tegenwoordigheid. H et kl eine oortj e vangt wel eens iets op, dat jarenlang in de kind erziel weerklinkt. Werd al wat we met en bij het kind spreken Jt1 den fonograaf vastgelegd, hij zou ons later menigm aal doen blozen, en op zaad en oorzaak wijzen, waar wij s lechts vrucht en gevolg waarnemen. Utrecht, 9 Sept. 18g4·
J /-
Jri.i-tt:0> J:
y AAN HET SONNET.
Bezield Sonnet, h erinnert Ge u de dagen, Toen D ante uw stem aan d' Arno klinken deed? En toen Petrarch van liefde's lust en leed In nachtegaal-geklank u liet gewagen ? Wel had Ge sedert bittre stof tot kl agen, Als U de mode hulde in 't leugenkleed, Als de Onmacht U verminkte, fe l e n wreed,l Of de Onzin wonde op wonde U had geslagen. Toch leeft Ge~nog! - In uw ge boorteland Viert Ge uw bestaan bij eeuwe n! Gij houdt stand, Trots s maad en gril, verjeugdigd telkenmale. Nog blijft Gij lie fd ebode en hym ne en zucht Der bange ziel, die snakt naar re in er lucht j Nog leeft Gij voort, Sonne t ! AVE IMnlORTALE! (Naar het ItaJiaansch van Adolfo B orgognonj).
BATTER1J VAN OUDS GENAAMD HET WATERKASTEEL TE BATAVIA.
Sc/wv/opziener. : [J
NEDERLAND-LOMBOK.
... Flegmaties noemt men ons volk. Maar dat is het alleen voor het uiterlijk. Half bewust, half onbewust, doen wij ons best om geen gemoedsbeweging, geen innerlijke ontroering te doen lezen op ons gelaat. Wij nemen in het dagelijks leven de schijn aan van alleen het koel-verstandige te willen vereren. Dat hangt samen zowel met een grote gevoeligheid waar het ons zelf betreft, als met een betreurenswaardige neiging om te spotten met alle zichtbare uitingen van geestdrift en bezieling. En wij zijn 0 zo bang dat men ons belachelijk zal vinden als wij afwijken van het aUedaagse ! Nationale rampen hebben soms dàt goede, dat zij ons de valse schaamte doen overwinnen, die ons noopt anders te spreken en anders te handel en dan wij het menen en willen in het diepst van ons hart.
Uit de geschiedenis is veel le.e:r ing te putten ; ook uit de ondervinding van anderen. Maar alleen door eigen, dikwijls bittere ervaring wordt men w ij s.
's GRA'lRNHAGE, 14 Sept. 1894.
Kolonel.
TEEKEJ'\ING VAN TOOROP.
XXXXX~
Toen ik de nederlaag op Lombok vernam wa::: ik in Midden·Frankrijk. Een Overste van het Fransche leger, die mij zijne deelneming met de gebeurtenis betuigde, voegde er aan toe: "Nu is het noodig, spoedig en geducht revanche te nemen, maar in ieder geval hebt gij, Hollanders, een groote deugd: Volharding." -
Ik hoop maar, Overste, dat van onze "ténacité" niet te zware offers
zullen geëischt worden, antwoordde ik. En zoo zij het eens werden? Dan draagt men die bij ons manlijk. Een mooie profecy! Ik wensch
\1
de vervulling er van.
Dank u, Overste. Ik kon niet helpen dat bij dat "Merçi. Colone!" de tranen langs mijne wangen vloeiden.
TEEKENING VAN TH. SCIIWARTZE.
VROEG-HERFST. Eu zult gif nooit de
ZUil
meer dw, mijn kil/d,
Hoog glorie.stralend over duin ell heide ? Gij hadt haar lief -
't was dat uw z iel verbeidde
Vol heimwee·hartstocht
~I
Licht dat overwint.
Ge-hebt haar bloemen/dl/deren bemind: Ze welkeu dra, rOl/dom, in woud ell weide Nu geeft ze
ft
saam haar varsIlijk ttj/geleide,
Droif-glallzeud in 1Jroeg./wfs/elijke tint. Soutpoort,
TEEKENING VAN STROEBEL.
IO
Sept. I894:
NEDE RL A ND - L O MBOK. De val van Mataram,
Gedenkblad.
Nog nuurt de s trijd, nog woelt de moord,
O m s' vijands ste rke bentings voort Gebraakt door tal van monden j Zijn s langen schietend vliegt het lood, En d' armen uitslaand waart de Dood, En gaapt uit vele wonden. De alarm trom slaat, ' t geschietvuur gromt, De Baliër schreeuwt en bromt, Met heesch geloei daar onder. Daar splijt de muur en barst de grond, In 't bolwerk, dat dáár dreigend stond Maar in bres nu is geschoten. En weldra kondigt Hol/alld~s vaan Den val van Lombok~s veste aan, UTRECHT, den 1ge September r8g4.
Ter nagedachteniss e der Helden-Slachtoffers
van L o mbok-Ho lland. Ge stierf!: zoo ver van ' t Moederland! Ge vielt zoo wreed door moordershand ! Uw ûelen zijn toch niet gestorven, Die hebben 's H eeren Rijk verworven. Door t rouw, doo r moed, door eer en plicht, ' Vord t thans uw roem de wereld door verspreid. Gij leeft, als H elden in de onsterflijkheid, Omstr aald door 'e eeuwig liefdelicht, Terwijl gansch Nederland uw marteldood bes chreit. BRUSS~L ,
9 September 1894·
TEEKE~rNG H ENRI~TTE RONNER.
K o l o n e l.
r:J;;}-~~&~4'~,,/ .:?-~/4~b-"'''''''; ;;z.~ :P&/-=/~
~~~~/--/bf/27~'
~~/~~,~d/ ~~~~~~~
~~~~~~-=---~
~~~~~/~d4 /7?~~~~~~~~
~~4;;&~~~
~C~&~~
~~~~~
--..
~~~~~.;/~#~
I KDISCHE MARKT.
Bijdrage voor "HOLLAND - LOMBOK", van "SPR OK K E LAAR." W. L. DE PETIT, Lttiteuallt-KoJonel bij den Generalen Staf te Arnhem. gu, jidêlemlJlIl SOllt mor/5 pOllr la palne, On/ droi! q14' à leur L'erelui/la f OIl/IJ VlIJm', el prie,
eCU.i·
.•~
EJ,/n: les 'pllts bealfx nOIl1S lellr IIom esl Ie ,P{us beau, Taille gLom' près d'mx passe el tombe ephemère; 1:.1, comm e j,rai/ IIIIe mcre, La voÎx rl',m pel/pit enticr les beree (lil fellr lombeml, Op niemand beter dall op u soldaten van Nederland, die op het verraderlijke Lombok zijt gevallen, waren ooit deze regels van Frankrijks grootsten dichter van deze eeuw toepasselijk. En al kunnen wij helaas geen laatste hulde aan uwe groeve brengen, toch zweeft in deze ure het beeld van uwen heldendo od het gansche Nederlandsche Volk voor den geest, en staart het met diepen weemoed in liet hart, op dal verre Oosten, dat ons reeds zooveel dierbaar bloed afdwong. Uw dood heeft iederen Nederlander, oud of jong, arm of rijk, tot in het diepst der ziel getroffen. - Het vaderland is met dien slag ontwaakt uit den sluimer van de onverschiligheid, die het tegenover zijn trouw Indische Leger te lang aan den dag legde. Het kleinhartig, zelfzuchtig najagen ' .. an stoffelijke welvaart en genot, het werd voor't oogenblik vergeten, toen daarbinnen in onze ziet, zich eensklaps stemmen deden hooren, wa:U'aan wij ontwelld waren geworden; stemmen die val! 's lands eer en van hd verledeli spraken, en die het rumoer van het k r akeel der partijen voor een wijle deden verstommen, En op eens gevoelde llct j onge Holland, dat het toch nog Iliet verleerd had den vuist te ballen; dat de hand, die slechts gewoo n scheen geld te s chrapen, toch soms ook nog naar 't zwaard grijpen wil. \Veldadig ontwaken voorzeker! Maar - moge het niet voor korten duur slechts zijn, - 'Vant ze zijn zoo onvruchtbaar ande rs, die voorbijgaande opbruischingen, van zelfs de warmste Vaderlandsliefde. Die liefde moet waakzaam blijven; zij moet geen verpletterende nationale rampen afwachte/; om zich te openbaren, Zij moet dagelijks blijken uit kalme eonsekwente toewijding, aan het hoogste landsbelang, zijn wetr. baarheid; blijken uit zooda.nige instellingen en wetten, die het ten allen tijde mogelijk maken den hoon ons aangedaan te wreken, \Va.nt eerst dan kan de verontwaardiging der nati .. baten. al. gevaren van nog grooter oluvang zouden naken. En moge ook Lombok voor ollze regeeringsmannen een nieuwe ernstige waarschuwing zijn geworden, om toch in de toekomst dat fatale woord nOorloS'" vooral nimmer lichtvaardig uit te spreken; dat woord dat zooveel edel bloed kan kosten, dat reeds zoo menig huis . gezin in rouw dompelde. Zal ook onzen Staatslieden de naam van Lombok voor den geest komen, wanneer ze ooit roekeloo~, overmoedig het Vaderland zouden willen plaatsen voor nieuwe verplichtingen in onze kolo. IliCn, waarvan de vervulling ons wellicht te eenigertijd te zwaar zou kunnen vallen, ja dan zijt gij ook daarom, soldaten van Nederland op Lombok niet voor niets gevallen.
EIGE:-IHANDIG SCHRIJVEN VAN H . M:S GEZANT TE BRUSS EL,
TEEKEN ING VAN 1. H. WEISEr\BRUCH.
N EDE R L A N D - LOM BOK.
Wij zlj'n wakker! De Nederlandsche Leeuw lag te rusten aan voeten van de Nederlandsch e maagd. Plotseling r~chtte hij zich op en ook zijn mees· teres boog ZIch naar voren, het oog de ruimte doorborend, scherp luistrend. Van over de zee kwam een klank van wapenen en luid daarboven siste h et verraad.
Een schoone kans -
c TEEKENING
een valsche beet.
Palembang en Batipoe gingen voorbij - nu Tjakra Negara. Zulke ondervi nding snijdt in oud volksbestaan als een dubbel gewette kris in het levende vleeseh. Aan wien de schuld? brulde de Nederlandsche Leeuw. Wij zijn wakker ! Van tekortkoming moet nog blijken, sprak de Nederlandsche maagd, maar dan ook: die voor '5 lands ee r het leven laat, heeft alle schuld geboet i die strijdt voor 's lands belang, kan alle schuld weer uitwisscheil. Door het bloed onzer dapperen is de plaats gemerkt waar hrul arm treilen moet. Ach ter hem staan allen gereed naar kracht en vermogen. Het Nederlandsche gezag dient geh andhaafd in den Indischen Archipel. Wij zijn wakker! VAN
PH. SADEE.
Het onheil op Lombok heeft althans dit nut gehad, dat het te n aanzien der Indische zak en plotseling ons volk geheel wakker heeft geschud. In all e kringen is thans de levendigste belangstelling_ Laat ons hopen dat deze eene blijvende zij. Maar laten dan ook allen, die zich in staat en geroepen voelen, om ons volk voor te lichten geene gelegenheid verzuimen om eene zoo dank· bare taak te vervullen. Er zijn e r zoo velen, die het voortreffelijk zoud en kunnen doen vooral ook moge men dan bedenken, hoe eenzij dig en scheef veelal onze handelingen worden beoordeeld in den vreemde. Niet zelden is dit opzet. De belangen van a lle natiê n gaan niet altijd samen. Maar veelal toch is het enkel onwetendheid en in ieder geval vinden kwaadwilligen in die onwe te ndh eid steun. Een volk van zoo vele tale n als het onze, moest meer dan tot dusver van zijne gaven partij trekken, om oo k elders de duiste rnis te verdrijven, waaron der de boosheid schuilt. AMSTERDAM, September '94.
H et is eene waarheid, vaak reeds verkondigd, maar die nog immer moet worden herhaald: onz e leveude strijd·
J.·yochten m oeteIl 'Wore/eu hervormd. H oe vele millioene n jaarlijks ten behoeve van Zee- en Landmacht wor den uitgegeven, onze weerbaarheid zal niet voldoende vCl"Zekerd zijn, zoola ng we geene krijgsmacht bezitten van grooter e s terkte en beter gehalte. Men wiege zich toch niet iri slaap met het droombeeld: "Nederland loopt geen gevaar j de vrede zal niet wor· den verstoord". Niemand weet wat de toekomst brengen zal. Oorlogs rampen komen verrassend} snel , ove rweldigend. En al be hoeft ons leger geen slag te duchte n, zoo verrade rlijk als in eenen tijd van ge\vaanden vrede aan onze dappcre Indische troepen op Lombok werd toegebracht, het zou niettemin, bij zijne tegenwoordige samenstelling, in een onverwachte n strijd aan de meest ongunstige kansen bloot staan. Nederland mag zijne vI'Îjheid, zijne onafhankelijkheid, de belangen van zijn Vorstenhuis, het leven zijner zonen aan die kansen niet langer wagen. De Natie bren ge daarom op he t a ltaar des Vaderland s het lang verbeide offer:
de invoering
Daar li gt de dappere ter ncer, Doorboord door 't moordend lood. Aan Vaderland, en p licht, en eer Getrouw tot in den dood. Ven"ast in ' t middernachtlijk uur, Door vuig verraad geveld, Omringd van h et vijand'lijk vuur, Toch - stervend als een h eld I Een laatste zucht, een laatste kreet, Een wuiven met de hand . Geleden is het smartlijk leed Voor 't lieve Vaderland. En Neerland neemt dat offer aan Met een ben epen hart; En wijdt den dappre menig traan, Een traan van rouwen smart. Het wendt de blikken h emelwaart En bidt: 0 God, zie neer, Zie neder op deez droevig aard , ' En g eef ons vrede weer! En m oel er strij d zijn - zegen Gij De zonen van ons land! L eer hen hUll lot, geh"nost en bliJ' Te;s tellen in Uw handl 1 'S-GRAVENHA GE 9 Sept. 18g4'
een stelsel 'Vn1l legerv orming, gegroud op hel begillsel1.loll a/gemeene eu persoonlijke vervulling VU il de verPliclitiug tot den krijgsdienst. 'Vtllt
's GRAVENI-IAGE,
12
September
1~4.
o/-~~d~ Kolonel va n de n Generalen staf
TEEKENING VAN
,M
oge dit gedenkblad door Neerland's mannen en ~vrouwen steeds in eel"C gehouden wo rden als eene dankbare hulde aan de vele hel· den di e de ee r van den Nederlandschen naam in ver verwijderde oorden h oog hielden, ja Illet hun bloed bezegelden. Moge h et voorts, zoo we l bij tijdgenoot als nakomeling, tot prikkel strekken om ten allen tijde:goed en bloed beschikbaar te stellen tot heil van V aderland en Vorst. ~
ALBERT
1\'EUHUYS.
N ederlands Aubade. Ik heb u lief als wat ik liefst bezit, Schoon Insulinde t met uw toove rkrans Van weeldrig groen gewieg d op golven dans. En - zoo 'als men misschien het mee ste mint De vrouw, die lokkend, wreed, U lijden doe t . Zoo buig ik needrig mij voor Uwen voet. Groot - als gij zelve - is w a t gij misdrijft, Krakatau. Atjeh. Lombok I - Felle smart Doorvlijmt bij dat herdenken Nêerla nds hart.
Luit.-Kolonel der Genie.
OP DE GEVALLEN HELDEN. Dulce ct decorum est pro plJtrilJ mOrl (He t is zoet en eervol voor het
Vaderland te sterven.) HORATIUS. Carpeut tUD poma nepotes (De vruchten, die uwe nakomelingen zullf;n plukken , z ulle n zlï aan U versch uldigd zijn.) VEROILIUS. Delft.
ry~~. --~
En toch, toch ben ik rijk in uw bezit. Strijd is des levens vader. Tot den strijd In vrede en oorlog prikkelt gij a ltijd Mijn beste zonen. - Droomden ze anders ook In zelf vertreedne rust. Gij komt hun geven , Strijd. spanning eer, een heldengraf.... het leve n .
NEDERLAND-LOMBOK. ONBEGRAVEN. Vol diepen weemoed zien we op 't plekje n eer. Waar liefdes hand de spond' ter laatste rust, Den dierbre, schreiend "goeden nacht" gekust, Gespreid heeft, - stil, eerbiedig, trouwen teer. . Toch trekt dat graf met toovermacht ons aan! Schoon sleepend derwaarts zich de voet bewoog, Wat tranenstroom ontvloeie aan 't starend oog, DAAr moe t het treurend hart ter beevaart gaan. Maar wie moet denken, dat een trouw gelaat, Een bloeiend lichaam, onzer oogen lust, In vreemden gr.ond aan verre, verre kust Door zon en maan gebleekt, tot stof vergaat ..... ' Hoe worqt hem 't leed, gebaard door 't droef gemis Des dierbren, duizendvoud verscherpt, verzwaard, Geen bloemen draagt voor hem de schoonste gaard, Het stralend zonlicht wordt hem duisternis. .Wie spreekt van troost in zulk een feUe smart? Uw dierbren zijn toch meer dan vleesch en bloed! Blijf hen beminnen. met onbluschbren gloed, Wat dan het lot zij van hun dor gebeent', Hun zeI ven sticht gij 't heerlijkst grafgesteent : Zij zijn begraven - in Uw treurend hart. Nijmegen, September 1894. TEEKENING VAN EL CHANON VERVEER.
Oorlog. Oorlog I monster, in de hel geboren, In de hel van heerschzuchts zwart gemoed, Gruwelspooksel, dat uw haat komt smoren In een zee van rookend broederbloed, Zelfs waar ge uw triomfkreet hoort weêrschallen En in waanzin valsche lauwren plukt, Doet gij zonen, mannen, vaders vallen, Aan hun teêrgeliefden wreed ontrukt; Waar men trouw hun weêrkomst bleef verbeid en, '"'Vaar die weêrkomst hoop der toekom st gaf, Hoop op heil na ' t bitter leed van ' t schejden, Spreidt uw hand den donkren nacht van ;t graf. Ja, ons harte bloedt met dat van velen, Onverwacht in rouwgewaad gekleed j Pijnlijk is uw zielesmart - wij deel en Met oprech th eid in uw grievend leed: Bidt met ons, terwijl uw tranen stroom en En geen troost verzachting brengt in nood, Bidt met ons, dat ras de tijd maag komen, Die het vreeslijk oorlogsmonster doodt. LJSS E, 10 S ept. 1894. ~,
fi'h~~. De geschiedenis van h et eiland Bali sedert 1849 mag ons de gegronde hoop doen koesteren, dat het bloed , onzer dapperen door Lombok's grond gedronken, ook hi er het zaad zal zijn van eene betere politieke en maatschapp elijke orde van zaken waardoor een nieuwe parel in Neerland's kroon zal worden ge~ hecht en het oogenbhk wordt voorbereid, waarop zoowel de mohamedaansch e Sasaks als de hindoesche Baliêrs ons optre.
Het Koningrijk der Nederlanden omvat bet grondgebied in Europa. benevens de Koloni!n en bezittin· gen in andere wereld· deelen.
Art.
I
der Grondwet.
Het gebeurde op Lombok, boe ontzettend, hoe smartelijk ook, heeft deze liChtzijde, dat bet bij de Kroon en het volk het bewustzijn versterkt van de innigheid der betrekking tusschen Nederland en Neder. landsch Indl!. Is onze vaderlandsche ge· schiedenis sedert drie eeuwen voor een aanmerkelijk deel koloniale geschiedenis, de plaats van Nederland in het statenstelsel van Europa en - dat wij het nimmer verge· ten I - in de historie van het GOdsrijk op aarde hangt voort. durend ten nauwste samen met de wijze, waarop het zijne roeping tegenover, .. de kolo. nU!n en bezittingen in andere .. werelddeelen" te vervullen weet. Die roeping is zwaar, maar eervol: want z U is een vrij volk waardig. 's Gravenhage, 10 September 189 •.
Lecto, aatl de K. 111. Academie. BREDA,
7 September 1894.
Stijgt ge in bergstreken de h oogte op, dan ontmoet ge allengs armoediger, vuiler, kleiner gehuchten met walm ende mesthoo· pen tussch en d e verweerde kluizen. Vrouwen gluren met zwart besmoeze1de gezichten door de bekrompen raampjes, groeze,l ige kind eren doen in zind elijkh eid ver onder voor de op straat dwalende knorrende zwijnen. Naarmate ge daalt winnen de dorpen in welvaart, groe it h et getal der bewoners, verdwijnen de donkere mesth oopen en h et glibberige slijk , . . . . Gelukkig nog dat daar boven de bergwind de stanken weg· waait, de lucht zuivert, de dompige benauwdh eid verdrijft ... Hoe hooger gij st ij gt in h et leven, hoe meer engh eid u wacht. Ziekten, kwalen, zwakheid naar li chaam en naar geest, eenzaam· h eid op uw pad, dat langs uitgevallen r ozen leidt. Geluk~ig wanneer de zuivere, frissche berglucht u dan ook tegenwaal t : voldoening over wat het leven u schonk, tevredenh eid over het werk door u verrkht, berusting, sterv ensmoed. DEN fuAG, 10 SeptbI'. '94.
J~~ ~lllllllllllllllllllllllllllllll~l Gemeenschappelijk leed is de s meltkroes voor een volk. Dan scheiden ond erlinge verdeeldh eid, partijzucht en wat ver· der leelijks in het leven der volken voorkomt, zich als het vui le schuim af, en blijft het echte goud, de onderlinge liefde over. Zoo zij ook voor U, mijn Vaderland! het verre Lombok een smeltkroes, waardoor dat echte goud te voorschijn komt. We willen imm ortellen leggen op de graven van onze gesneu· velde held en, met tranen in de oogen de h and drukken der treurend e achtergeblevenen, maar ook aan di e immortellen, tranen en handdruk waarde geven door onbekrompen hulp aan hen, die dat noodig hebben.
dkl
~~~~J
TEEKENJNG VAN MEVR. BILDERS VAN nOSSE.
NEDERLAND - LOMBOK
TEEKENING VAN P. A . SCHIPPERUS.
R equiescant i n Pac e. Gij bleert op 't v eld van eere, ver van uw Vaderland, Met roem zijt gij gevallen den degen in de hand, Vermetel da pper strijdend voor Neêr1ands vlag en eer. Vielt gij in 't krijgsgetuimel op Lomboks velden neer.
r
I
God geve in 't eeuwig leven uw ziele zalige rust, Al hebbe n n iet uw dierbren u goeden nacht gekust. Bij al den roem des krijgers, bij alle eerbetoon. Bij all en dank der n a tie en hulde van de kroon, Ach God, ho e zwaa r valt het klagen, zoo zonder kra ns en gra f; Voor hen die achterbleven, zoo verre van U af! K a mp en , 8 September 1394.
TEEKENlNG VAN PATfUCK KROON.
Een beroep op /zet Nederlandsclle Voll? H et bericht van h et drama op Lo mbo k af gespeeld , heeft een ieder p ijnlijk getroffen
j
heilige geestdr ift bezielt th ans den
krijgsman hier te lande om den dood van zij n wapenbroeders gin ds te wreken ; het van ouds medelijden de Nederland is bereid zijn penningske te offeren tot verzachti ng
VilU
h et wreede
lot der door de L omboksche helden nagelaten betrekkingen. Dank, hartel ijk dan k daarvoo r! Doch deze weldadigheid sch enkt slechts ... een
aalmo es
waar
een
K a pitaal
benoodigd is. Het vol k van Nederland geeft waar het een eeres chuld moest a fdo en. Ee n g unst
wordt verlee nd waar
eigen lij k een re cht behoo rde erkend te worden. Het be lang van het moederlan d toch houdt het nauwste verband met het rustig bezit ~ van
dien ·gordel van
smaragd, om den evenaar geslingerd." Daar nu dat moederland zij n dappe r Kede ri andsch· Jn disch leger zendt om dat kostbare kleinood te ve rdedigen, daar eere het de nagedachtenis der mannen, die hun leven op het slagveld lieten door op a fdo en de wijze zich h et
lot der nagelaten betrekkingen
aan te tre kken.
,
Laten wij bek ennen dat de finan-
\'1 ,
tieele hulp thans van Staatswege verleend aan de weduwen en wcezen van Indische militairen niet geëvenredigd is aan hetgeen zij in den echt-
\
genoot en
vader
verloren
hebben,
vandaar dat de Jiefda,digheid aanvult, wat de schatkist te wein ig geeft. Moge het Nederlandsche Vo lk krachtig den wensch uiten, dat daarin ver·
,"
andering kome!
TEEKENI NG VAN G. B . H OOVER .
I
NEDERLAND-LOMBOK.
Chroniel? voor later. De deelneming in den ramp van Lombok op 25 en 26 Augustus I8g4 was in Nederland algemeen. De geheele natie was onder den indruk van het gebeurde en ieder was bereid om zijn offer te brengen tot leniging van dezen ramp, die in de krijgsgeschiedenis van het Nederlandsch Indische Leger zonder voorbeeld is. Alom vormden zich comites om fondsen te verzamelen tot ondersteuning der nagelaten betrekkingen van onze gevallen braven. De gaven voor het Roode Kruis vloeiden mild. De Nederlandsche volksaard verzaakte zich niet. Moge het nageslacht zich daaraan spiegelen! Eendragt maakt magt! BRE?A, 8 September 1894_
Generaal Majoor van het N. I. Leger b . d .
TEEKENING VAN W . C. NAKKEN,
.t,,t,,t,,. ,,t,,t,.t..w..t.W<.t..t,.t.,t.t.,t,,M,.t..t. !!i !!i !!i iJl EI! IE !!i EI! !!i !Ij IE
,t"t,,t,.t,,t,,t,,t,,Il.t.W<..t.W<,w,,Md,.t.;t,.t, iJlII!!!lIll!!l[!l!!lIllI!!!lJOO
Nationaal en Populair.
Gesluierde VroltWeJI. (H,yimu:rillg omt Algicrs.)
H et beste,
dat in een volk leeft ... of sluimert, is van dat volk h et Natiouole. Daarom kan men wel spreken van volks zonden, maar nationale zonden zijn er niet. Wie nu medewerkt aan h et populair maken van dat nationale behoort tot de beste burgers. Onder hen staan de zangers misschi en bovenaan. Zoo weerspannig, zoo trotsch is de menseh, dat hij het goede niet eenvoudig wil ver· nemenj zal hij er naar luisteren, dan moet men het hem voorzingen. :=., Ook het voorbeeld werkt. Het nati onale wordt opgewekt door den dood der helden en door het leven dergenen , die ltunn e dagen: doorbrengen in eerbiedigen arbeid Laan hunne levensroeping. In Nederland is veel nationaal, dat nog niet populair - en heel veel populair, dat verre van nationaal is. Maar op de macht der kunst en op het leven der vromen is ons vertrouwen. En onze diepe hulde brengen wij, aan wie viel en in den strijd.
Zij glijdt mij als een schim voorbij, Die vrouw met donk're, droevige oogcn,~ Een droevig beeld van slavernij Een zelfzucht 1:0nder mededoogen. Gesluierd, in een wit gewaad, Als uit het geestenrijk verrezen, Dwaalt zij steeds eenzaam over s traat, Een diep beklagenswaardig we en. Zij lleefl geen wil, zij kent geen wenseh, Z IJ blijft ",Iavin geheel haar leven,
En toch is zij een denkend men3ch, Een vrouw. dIe meer zou k annen geven. Zij s taart mij half verwonderd aan,; Die vrouw door 't~nood!ot vastge kll1i sterd. Ik zie haar l angzaam verder gaan, Terwijl een traan mijn oog vel·d uis tert.
Hetzijne ..is jaml11<:r, d~t geschiedems
';H1S In
vo~k.
Indië
weinig kent. Uit betere kennis zouden h et zelfbewustzijn en het zelfvertrouwen der natie verjongde kracht putten.
AMSTERDAM,
I4 September r8g4·
BREDA.
I e Lu.it. O. l. L. L eeraar K. M. A.
lil lil lil !Ij iJl !Ij ~t IE iJl lil II! 'I''i''I''i''l''i''i''I''i''l''i''i ''i ''W't''i''I''N''i ''t '
Zons-opga1tg. ' t Mysterie van de nacht keert zich naar 't \Vest, En uit de gouden poort van 't Oosten daagt In majesteit de Zon, der schoonheid God, Die 't al be vruchtend louter schoonheid teelt. Zie hoe de blauwendt'! ether glinstrend l ach t, De d01JZen wolkenschepen 't zilveren zeil Ontrollen op den hemel·oceaan. En alle golven van de ontwaakte zee De schuim kuif krullen onder 't parelnet, Bij eindloos juubleu langs de verre kust In 't breed koraalgeza.ng van ebbe en vloed. En zie ho e s tout de rotsen staan aa n ' t .... trand Met purpervuUt"gen diadeem ge kroond, En 't pijnboomwoud zich om de leden plooit Een glanzend frischen mantel vnn j ong l oo ~ De zoomen over weide en akker heen Uits preidend tot den verren horizont. Dus wijkt het vreugdeloos denken uit den geest, Het schaduwdonker van des levensnacht, \Vieu eedie, groote liefde ons hart doorstraalt; Ee n paradij!s bloeit weer in ons gemo.e d, Wij zien in hooge schoonheid 's levens doel, Het menschtij n van onschatbare waardij, En ons beStaan als gave Gods gekroond. RijS'rischoone Zon! en kleurt de wereld schoon; aal, hooge Lif'fde I e n zegen hart en geest. 2:' Fcbr. ·9-1-
TE EKENING VAN H.
J. rtftus.
~!Ij 00 IE ~ lil 00 lil lil lil. !IJ 'l"1"I"I"I"i''i''I''I''i''i''I''i''I''I''i''i''I''l''I''i''i'
TE VELDE. Verraad moordt. Het vergoten bloed kweekt heiden . Helden wreken met bloedige wraak.
SOLDATENDENKBEELDEN. Politiek is voor ons erger dan Cholera. In het woordenboek van den Inlandschen vijand komt het woord "philanthropie" niet voor. Hij kent de beteekenls niet, en legt het d aa.rdoor verkeerd u.lt. "Humaniteit" komt tot haar recht. a ls de vrede eenmaal op hechte grondslagen rust•••• , . . . . . Aan het Civiel bestuur de taak om de zegeningen der humaniteit te verspreiden. Niets is eenvoudiger dan de taak van den Offlcier te velde • • . • . . . . . in de oogen van den leek. Oorlogskansen zijn kwade kansen I
Kapitein.Adjudant d er Koloniale Reserve.
strooi bloemen op de graven der dooden,. zegt meo. Want bloemen zijn het symbool van dankbaarheid en vereering. H elaas, die dankbaarheid, die vereering duurt maar te vaak even lang als de bloe men, die tegen. den avond reeds zijn verwelkt. Daarom, strooi bloemen op het levenspad van hen die uw doode zoo innig heeft liefgehad en die hij hulp eloos moest achterlaten. Dat is de ware dankbaarheid, dat de ware vereering.
NEDERLAND - LOMBOK. i
Onze strijd tegen barbaarschheid en tirannie. A a n het slot van zijn .Beri g t n opens het eiland Balie", gedagteekend T8 Augustus lfbl uitte de g ewe zen Commissaris Van den Broek den wensch . om eenmaal eene geheeIe en in den grond goede natie te "erlossen van het knellend e juk eu de wreede s lavernij, w aaronder zij ten w elgevalIe van eenige weinige wreede tyrallnen en wellustige monsters (ik bedoel de Ba1i ~<: he V orsten) gebukt gaat" . . . . Aan dezen wensch is in latere j aren gehoor gegeven voor zoo ver d e Noordkust van Bali betreft. De' bevolking van BeeJeleng en van Djembrana heeft onder vond en, hoezeer ons bestuur de voorkeur "erdient boven dat der inlands<:he vorsten; zij heeft onze leiding leeren wa ardeeren, en ons gezag vindt daar zijn ,""ellnplll1t in de te v rede nheid en de t oegene;-eni1e id der l andzaten. Niet anders vooneker zal het zijn op Lombok, ah; de bevolking hi er voor goed bevrijd zat zijn van het .knellend juk" der Balische vorsten, en ons bestuur hunne plaats zal hebbe n ingenomen, met Reen ander doel dan de bevordering van het volks~eluk, Inderdaad, de offers , die vollen in den s tr ijd voor bes<:havlng en h \lmaniteit, _ zij zijn niet t e vergeefs gebracht, En wie kan ontkennen dat onze natie, wanneer zij zich aan zoodanigen strijd niet onttrekt, in Indit'! nog eene schoone en edele roeping te vervullen I:een?
9 Sept. 1894 ·
I
I 0efallen. BALINE ES.
Aan hen, die, s lachtoffers van verraad, in eerlijken krijg d en h eldend oo d stierven,'is het Vaderland dubbel erkentelijkheid schuldig. Zij brachten meer dan hun leven: hun goede trouw ten offe r. AMSTERDAM, Sep tember '94.
Bei der off'nen Grube, mit bltt'rem SdImen:: Gefallcn - s ein Schicksal e rCa llt.
Gefallen - . Dns Hau p t geziert mit der H elden kron' A ch! auch ihn hat der T od , der blinde nicht geschon t, \Veder Jugend , noch H offnung wird von ihm be u<:h t' Das tötende Blei trifft ihn in blutiger Schla<:ht, , Gefallen - sein Schicksal erfallt.
Ge fallen - d o. naht ,'on Thrll.nen fast erblindt Die Mutte r, zu beten o.m Grab' ihres Kind's, Und wenn sie ve r zweifelt betranert ihr Loos, Danll kling' aus h irnmlis <:her Höh ihr der Tros t, Gefallen - sein Schicksal erfOlIt.
GefaUen - beseelt mit der himmlischen Glut, Die den Kriegel' geleitet Ober Lcichen und Blut Ging e l' vorwll.rts in den bitteren Kampf, In den Ne bel van Staub und Pulverdampf, Gefalle!l - sein S<:h icksall erfallt.
Gefnllen - 0 Krieg er, dein edles Streben erwirbt dir scho n A uf Erden eine uners tcrbliche KI'on' Und im Herzen macht Bieh der \Vulls dl in uns frei, Das!!, geb's Gott, auch uns 're Grabred' sei; Gefallcn - s ein S c.hicks al erfalJ t. N a ch de n h ollll.ndi schen Original vo n JHl~. P. A . ALTING VAN GEUSAU
Gefallen - die klaffende \Vu nd' in èer Brust, Die Lippen bleich vam brennenden Durst, Das sickernde Blut, das brechende AUI!;' Sendet bitt'ren Verweis zu den himmlischen Au' n Gefallen - sein Schicksal erfüllt. '
21cI' Lintt. ,. d , O.st-Iml. Al'mu, (rei aber,;etzt van L. C. IJ. IlÖLZERl\'iANN, (llld'lIu!L1I 'lIir v , h. IlIsll'IIr1i t Blllllljoll
Gefallen - wenn man gleich mit langsamen Tritt lhn wegtr ll.~ t von dem chrvollen Bett, Ja, dann ziehl's dur ch der Kameraden treues Herz,
Ic KOl/lpC/i. 188-1i86,
Uit den gro nd des harten wenschen de Vlamin gen, dat Nederl and eene groote koloni ale mogendheid moge blijvCll. Daarom heeft de nederlaag te L ombok ook ons diep getroffen. Maar Nederl and h eeft in Oost-Indiê vóór heetcr vuren gestaan i wij rekenen op den moed en de wil skrach t onzer No orderbroeders om de Nederlandsche dri ekleur in de hoogte te houden in dat "prachtig rijk van Insulinde, dat zi ch daar slin gert 0111 den evenaar als een gordel van smaragd." GENT, 9 Sept. 18g4.
Lombok-fryslan. DER twirret in klewang en fluitet it lead, De s inne fo rtsjuuste rt, de g roun wirdt sa read. DER fälle us feinten yn tsjinst fe n us lan, Sa fier fen hjar sibben, sa /ier fen hjar stra n .
I
HJIR klopje de herten sa bang en sa rêd, HJIR trilje de lippen en klinkt it gebêd. Eets taest yn'e ponge, o f lient graech syn hán Ta s tip e fen hjar der, de bern fen us IAn.
LjOUWERT, Hjerstmoanne I894'
jAVAANSCIIE J.:OOPLIEDEN.
~e
nederlaag op Lombok.
L andgenooten, laat ons treuren
Om der
dappren vroegen do o d;
M aar niet moed'Joos neêrgezeten,
BU des vUands vreugde kreten! Onze vaan opnieuw geplant! K rachtig wreekt zich Nederland I 9 Sept. 1894.
GEWASSCHEN TEEKENING VAN TAC_ MESDAG.
NEDERLAND - LOMBOK. II Ja bij . den hemel die daar blouwt. En zacht op-uwe doaden schouwt
Zoo zweren wij thans onvervaard, Vol kloeken moed naar heldenaard : Zoo lang ons laatste bloed niet st/-emt, En nog één vuist het zwaard omklemt i Zoo lang één hand de buks nog spant Blijft Neerlands Eer en R oem in stand!"
~_!Ii!fEiï!J;iiM_~~lloiH;!'RmiiIH'~~ ~
Toen de moed en het beleid onzer helden te land en ter zee deze landen met wapenroem overdekt hadden, kwamen de Gedeputeerden te velde om aan zODveel zegepralen paal en perk te stellen en het is hun volkomen gelukt. Waar de geschiedenis zulke lessen geeft, behoort de natie daarmede haar voordeel te doen.
AMSTERDAM,
EENE LANDINGS-DEVI5IE IN NEDERLANDSCH-INDl1t
Bij het slijpen van de steen en in "den gordel van smaragd, die zich daar om den evenaar slingert" vliegen soms splinters af die duchtig wonden. Zoo helaas ook thans. Toch wordt die moeielijke arbeid met:moed en toewijding voortgezet. l mmers zoo komt het kostbare kleinood tot zijn volle waarde en vormt het, ook door de heri nnering aan hen, die hunne krachten en hun leven aan het grootsche werk oflerden, het schoonste sieraad van den Troon, een schitterende en h ech te keten, die Koningin en volk verbindt. DELFT II September 18~H
/
SEPTEMBER I1l94.
~---~--
y~~--, Kapitein, DIrect e ur van den Artillerie
Wenken en R aadgevin gen VA.
JAN
IQ
P IE T E RZO O N KOEN ,
in herinnering gebracht door A. W. STELLWAGEN. esespereert niet; ontziet uwe vijand~n niet; daar en is ter wereld ni ets, dat ons kan hmderen, noch deren, wan t God met ons is! En trekt cle voorgaande misslagen in geen consequentie; want daar kan in Indi ë wat groots verricht worden. 29 September 1618.
D
Weest w~ 1 op U hoede, dat met eenige vrientlijcke handelinge met verraden en wert. .1 3 Januan 1619. Ik zweer U bij den Allerhoogste, dat de Generale Compagnie geen vijanden heeft, die haar meer hinder en schade doen, dan de onwetendheid en onbedachtheid - houdt het mij ten beste - die ond er U regeert en de verstandigen overstemt. 1 + Januari 1619.
Cursus.
]1
Oordeelt loorzichtigOI8r zaken - en personen.
l)e
Is ik er bij was geweest, zou 't niet gebeurd zijn," zó6 oordeelde een Oud-Indisch Officier, daags na de tijding van Tjakra Negara. Wild e hij bew ijzen dat hij terech t tijdig gepensiorll1eerd was? Moge men zich spiegelen aan de onverkwikkelijke littératuur die op de ee~ste Atjeh -expeditiên gevolgd is; daarom - eerst alles er van weten en dan zaken beöord eelen _- geen personen verdacht maken.
-
Kap. der Infanterie, Breda.
indruk door tegenspoed in den oo rlog , teweeggebracht, wordt soms wonderbaarlijk spoedig uitgcwisch t, wanneer het wederzijdsch vertrouwen van troepen en aanvoerder slechts beh ouden blijft. Het behoud of het teloor gaan va n dat wederzijdsch vertrouwen wordt grootcildeels eenzijdig beheerscht door het doen en laten, het spreken en zwi.igen van den aanvoerde 1-. W elk een duren zedelijken plicht rust dientengevol~e niet op de schouders van hem, aan wien de leiding een er belangrijke oorlogshand el in g is toevertrouwd! DEN HAA G,
8 September 1894,
~~ Generaal-Majoor.
(Er zijn er, die) zeggen, dat ni emand hooger vliegen rnag, dan de wieken dragen mogen, en dit is zeer wel gezegd j maar wie Compagnic's vergrooting gelimiteerd , en waarom kunnen de wieken door goed voedsel niet vigoureuser worden? 26 October 1620. Als met verstandige r cdelycke lieden te doen hadden, ist see r wel geseyt dat UE. gerechticheyt overal met beleeftheyt ende verstant souden doen bewaeren, maer soa een vileyn bidden, te m:'o sal h ij doen; elck moet met zijn munte betaalt worden oft' het geit en geit niet. r6 November 1621. 'T ware maer te wenschen dat uyt de Geünieerde Provintiën vele benaude ende benoodich de hel ten die daer aen de cost niet connen geraecken, ende den anderen in de weegh zijn, wat beter geal'umeert ende geinduceert mochten worden om haer in UEd. Colonien naer Indien te begeven, 't soude de landen aldaer.(onder correctie) van groote armoede ontlasten .ende den staet· val) India dapper avanceeren. 9 November 1627. VERTREK TE ROTIERDAM VAN' EEN STOO:\t SCHlP MET AAI.~V U LU~ GS -TROEPEN NAAR INDI!-;,
NEDERLAND-LOMBOK D e Dichter.
Loïe Fuller. 1)
Hij wandelt in het veld, het hart vol treurnis. Hem drukt de lucht. Alles geniet, leeft, bloeit en suizelt of zingt om hem heen, de pastoorshoed spreidt zijn purper ten toon; de schaarsche kelken van het naarduskruid zaaien stan'en tusschen de wemelende korenstengels; in de gebogen aren rijpt het graan, krachtig gevoed aan den stamjde schichtige libellule met haar glazen kep h angt, schijnbaar bewegingloos in de zon, nauw bespeur· baar trillend op vlerken van gaas; omhoog orgelt de leeuwerik zijn h eil; omlaag streept de loopkever den grond als met vonken van goud. Hij spreekt tot de natuur: moeder, waarom ben ik ongelukkig? Ik aan wien nochtans als vereerder van h et Schoone de gave der scheppÎngsmacht is gegeven, waarom voel ik alleen zoo diep, waarom lijd ik alleen zoo innig?" "Zwij g, mijn zoon, uwe smarten zijn het voedsel, dat uwe liederen tot rijpheid brengt. In dien g ij niet dieper voeldet dan anderen, niet kwellen der leedt, zoudt gij geen kunstenaar, geen schepper wezen."
Met een zweem van de s lang, in haar houding en gang, met een vieren en bieden en geven van 't gesmijdige lijf, stond daar 't heerlijk jong wijf als een hynmc aan al 't schoon van het leven. Van hals tot voet golfde, rood als bloed, in éen wiegling Villl duizend plooien, breed van heup en dij, haar mantel van zij in een machtig en bloemig \'efmooien. Om haar schouder hing, als een breed-gouden zwing, 't blonde haar, en bij 't llefelljk dansen zwaaide 't neer en omhoog in een scheemrenden boog, waar de zon haar licht deed op glansen. Nu stoeide en gleed, zij met schreden, heel breed, langs de planten, met gracielijk wiegen j bij snarengel uid sloeg zij de armen uit, Kerub, ree om ten hemel te vliegen. Zwenkend dan weer, liet zij óp en neer als een zee haar mantel go lven; en, deinende scheen zij een tooversireen, half in bloedroode baren bedolven. Zwenkend om e n om leek ze een groote blom lelie, rood als roode koralen t - Dan vielen, traag. a l de plooien omlaag als een regen van zonroode stralen .... Antwerpen.
n°
~Q~ cEo~~a·
Geen Nederlander wien niet 't hart, Van weedom krimpt bij zooveel smart, Als nu om LOMBOK wordt gelèen, Door rijk en arm, bij groot en kleen.
TEEKEN ING VA~ H. VALKENBURG .
Dàt had wel niemand nu verwacht, Men tast nog rond, men vraagt nog licht, Maar rouwen vrees waar' wèl verdacht, Als liefde niet haar werk verricht. Utrecht, 7 September 1894.
Lombok Wilhelmus van Nas souw e!
I) Uit" D(msstudies~~, tweede rubriek van IRls, Ibij Buschmann, Antwerpen, ter pers.
I.
Het is me of ik zie wappren Op Lombok's verre kust, De vlag, die onze dappren Omwuift iu de eeuwge rust. Zij prijkt in vollen luister, De driekleur rood·wit·blauw; Maar ... stilte - zacht gefluister Een kreet dan schril en rauw.
~f
2.
~
"Rood maant aan 't bloed der mannen. Die vielen door 't verraad j Het blanke staal zal spannen 't Gericht der euveldaad; Blauw is de kleur der trouwe, Die h echt ons samenbindt. Bij God en bij Nassouwe! Wee wien de wrake vindt!" 3· En is- de straf voltogen, De heil'ge zaak volbracht, Brenge eerbied dan bewogen, Den braven ' t: Goeden nacht! En over hun gebeente, Verzaamd door vrome hand, Vermelde 't eergesteente Han dood voor ' t Vaderland. 's Gl'avenhage.
Nu de teerling geworpen is, doe Nederland zijn plicht! Een bes chaafde natie mag niet dulden, dat tyranrtie en dwinglandij binnen de grenzen van staatsgebied blijven voortbestaan. Trots alle ellende ve rdient een oorlog de voorkeur boven den :vrede, die aanmatiging en ongerechtigheid bestendigt. Het recht van bezit des lands sluit den plicht tot bescherming der zwakkere volken in zich. De oefening van dien plicht en de verzekering van dat recht blijve het streven der expeditie naar Lombok. De rechtvaardige vrede zij het einddoel van dezen krijg. En Nederland brenge warme hulde en stoffe1ijk en dank aan hen, die v oo r de vervulling van den nationalen plicht hun blo ed en leve n ve il bebben \ "The peacc of heaven is theirs that lift their swords In such a just and charitabIe war". NIEUWER·AltlSTEL, 9 Sept.
. "vV-<-<-. I
.~
~ ~ ih
I
...;:.
;;
.-
i
r I~
• C •
!
_
~T_F
r ,
~ .
-
"
•
------
\"
.- "-,.
f
~ I
r iO'::""
-
"--
:-
~
0--"..,
..
~
I
~+
.r-r~
1
-
.,),
...
>
l
.~
'<
.
• T"
--
7
~
,
I
•
r"> 1
-. ,
r"'f
I
"'I:t-J-
A
,-
;
~;
~
~ .~
.i;~ I/IlI/-f'A",..
N EDE R L A N D - LOM BOK.
ltombok-Hti eh. Het zijn merkwaardige dagen van nationale verheffing, Meenden velen, dat de Nederlandsche Leeuw wat dommelig was geworden, hij toonde thans nog wakker te zijn; hij schudde zijn manen met zulk een kracht, dat de schok door gansch 't land werd gevoeld. Nu wij dat gelukkig verschijnsel - gelukkig, al moet de aanleiding worden betreurd - beleven, zullen wij de vraag niet in den breede beantwoorden, of diezelfde gevoeligheid voor de nationale eer, wel altijd - wij denken aan de periode na '30 - bij ons volk werd waargenomen. Slechts herinneren wij aan de dagen, toen de schrikk elijkste tijdingen uit Atjeh kwamen en toen - bedriegt ons geh eugen ons niet minder verontwaardiging, minder blakende ijver voor 't verkrijgen van genoegdoeni ng werd aanschouwd. Toch gaat de jarenlange worsteling op Atjeh, in beteekenis voor ons prestige in den Indischen Archipel en in Europa, oneindig ver het éch ec van Lombok te boven. Zien wij de zaken goed in, dan zal de e. r:pedilie naar Lombok binnen een betrekkelijk kort tijdsverloop met de volkomen onderwerping van onze tegenstanders eindigen. Van den oorlog tegen Atjeh is het einde nog niet te voorzien. En hoe vele dapperen zijn in dien krijg nu reeds gevallen I Op Lombok 't verraad van één nacht - op Atjeh als één verraad van nu reeds meer dan twintig jaren. De ramp van Lombok zal weldra tot de geschiedenis behooren. Laat ons hopen, dat het dierbaar bloed, dàár vergoten, niet te vergeefs zal zijn gevloeid, maar dat als uit de graven der gesneuvelde ·dapperen een stem zal opgaan, die aan Nederland toeroept: "Maak een einde aan den strijd op Atjeh; maak gebruik van de nat~on ale verheffing, door den indruk van onzen dood teweeggebracht; staak de politiek van het laten doodbloeden van den Atjehstrijd, anders zou Nederland zelf aan de Atjeh wonde kunnen doodbloeden." Wordt ook naar die stem uit het heldengraf geluisterd, dan zou de pijnlijke Lombok-ervaring ons nog ten zegen worden. Ons heldhaftig Indisch leger is tot meer dan 't tuchtigen van Lombok bekwaam; het zal, zoo niet langer in kunstmatig samentrekken, maar in energiek optrekken heil wordt gezocht, ook Atjeh tot volledige onderwerping kunnen I;>rengen. we~ke wij beleven.
AQUAREL
VA~
De Soldaat.
In antwoor d op de vraag van de Redactie Holland-Lombok om "een paar regels') wli Ik , me tot een mededeeling bepalen, omtrent een onderwerp dat wel vele der lezers interesseeren zal. Hamiet und Kein Ende I Want, niet waar ik mag ook wel mine stevene singhen. Er is n.1. 't vorige jaar een werk over Shakespearé's meesterstuk verschenen dat mij t?e schijnt aan 't Hamiet vraagstuk wel een emde . te maken. HamIet kan niet, zei Goethe, en W i e roept hem niet na! Hamiet wil niet zegt Prof. Loening. Ik hoop op de kwestie terug te kolnen. Wie er meer van weten wil, Ieze 't boek. GENT, September 1B94. v~n.
Het is lec1ijk om den soldaat in de menschheid te zien als een grof en onbewust wezen, vermoord wordend, om een reden dien hij zelf niet weet, door iemand dien hij niet ken, en die ook ,door gecn enkele , oorzaak zijn persoonlijke vijand zijn kan.
De soldaat moet zóó zijn, moet zóó gedacht en ook zó6 gemaakt worden, dat de dood een oogenblik van geluk voor hem zij, zoo niet overtreffend, dan toch evenarend ecn lang [even van aangenamen arbeid en rust. H ij moet st.e rven in een vco-ukking niet ongelijk aan die der godsdienst.martelaars, zoo dat de dood zijn hoogste vre ugde is.
September
GABRIEL.
189~.
/t Is de daad, die daden baart", heeft wijlen generaal van Limburg Stirum zoo juist gezegd in zijne schoone rede, bij de onthulling van het Citadelmonument op den doodenakker, te Ginniken, den 30 Nov. 1874. De aanschouwing of de herinneling van een daad moet gezindhed en kweeken, soortgelijk als die, waarvan die daad het u.itvloeisel of de openbaring was. De geest die de dapperen van Lombok bezielde, de geest van vaderlandsliefde en plichtsvervulling, van doodsverachting en heldenmoed, en van den vasten wil om tot iederen prijS in de neteligste omstandigheden de eer der vlag te handhaven, dien geest is onsterfelijk. Doch om die geest, zonder welken levende noch doode strijdmiddelen iets beteekenen, 't behoeden voor verflauwen en wegsterven, is het nuttig en Il oodig de roemrijke wapenfeiten onzer brave krijgers te huldigen en de herinnering daaraan en het gevaar des volks te bestendingen en telkens van nieuws op te wekken, en het besef in den Gade welgevalligen plicht te verlevendigen om als zij eendrachtig, rond om de oranjevaan geschaard, goed en bloed veil te hebben voor de zaak des vaderlands. Wat men vereert, heeft men immers lief, en wat men liefheeft, beschouwt men als een voor zichzelf begeerlijk goed.
DEN
HAAG,
9 September
I~4.
AMSTERDAM,
(N.·A.)
~:;'-~88882282Z8EE282282228Z28;gZZ~:s:88888~î
Toon uw hattt I •
Ver van Ouders, Vrouwen Kind'ren Vielen aan het Lomboksch strand Onze kloek~" wakk'~e zonen !\Iet de waap'nen In de hand. Hulde brengen wij dien helden 1 Ml1ilr, zoo menig vochtig oog Van de dicrb'ren, wicn ze ontvielen, Blikt wanhopig naar omhoog.
Ne~rland, t racht dien traan te drogen, H ier door hart en vriendenraad, En. waar armo~ '1 leed verdubbelt, Daar door eene milde daad! Geeft, wat ge aUen hebt te geven, Rijke gave of vriendenhand. Goud of koper, liefde of meelij! Toon _uw hart, mijn Vaderland!
DEN HAAG, 10
Sept. lB9~ .
Geestdrift en Vaderlandsliefde behooren zeker tot de schoonste gevoe· lens. Tot he~ voortbestaan van een volk zijn zij evenwel niet voldoende. Zij raoeten worden aangevuld en verkregen, eerst wijding door oefening discipline - zelfverloochening.
......'1
Amsterdam,
Sept. 1894,
TEEKENING VAN H
Kolonel Commandant v. h. 2e Regiment Vesting.Arleterie.
\
W. MESDAG.
N EDE R L A N D - LOM BOK. ~ Ik
EEN SLACHTOFFER.
meld mij bij het leger aan, ben bereid, ik volg uw vaan," Men reikt hem toen een handvol goud, ~ Ik
De krijgstoorts is opnieuw ontbt:and, De wervers trekken door het land; In stad en dorpen dreunt de trom, Verzamelt zich een menschendrom'; Daar richt een forsche mannestem; Zich tot de schaar met gloed en klem: "Het Vaderland verkeert in nood, "De vijand dreigt, zijn macht is groot, .,Het Vaderland roept U ten strijd, "Aan vorst en volk uw arm gewijd, "De voorspoed wenkt u en nog meer, "U wacht het ridderkruis van eer! "Een ruime gift, in klinkend geld. .. Wordt u, als prijs, ter hand gesteld!" De trommel ratelt woest en wild, Het oorlogsmonster brult en gilt, Dat nooit verzadigd, nooit doorvoed, Steeds hunkren blijft naar menschenbloed. De werver is een vogelaar, Hij lokt de lieden in gevaar. Bedrieglijk is zijn zoet gefluit, Hij gaat op menschenlevens u.it. Het blinkend lokaas, dat hij biedt, Brengt ramp en onheil, anders niet. De wanhoop is zijn bondgenoot, De wervers werven voor den dood I Daar dringt een moedig jongeling, Met kracht naar voren in den kring:
Dien rijkdom had hij nooit aanschouwd, Zijn hand kromp bij dien schat ineen, Toen vloog hij Daar zijn moeder heen,
Werpt haar het bloedgeld in den schoot, "Nu hebt gij kleeeling. dak en brood. ~ Mijn l even h eb ik duur verkocht. ~ Zoo slechts mIjn daad u redden mocht I" Een bange kreet, een diepe zucht, En voorts, gejaagd. het huls ontvlucht. De weduwvrouw blijft thans alleen. Barst uit in jammerlijk geween. "Mijn llev'ling zie ik nimmer weer, "Hij was mijn steun, mijn troost mijn eed"
Van verre gromt de doffe trom, De tijgeI gaat steeds brullend om, Beproeft of hjj een kloeken lllan, Nog hier of daar bespringen kan. De zoon stapt met de wervers voort, Geen tijding werd van hem gehoord, Vertrokken naar het verre strand, Stierf hij den dood voor 't Vaderland. Op vreemden grond, ver van zijn huis, Rijst op zijn graf. . . een houten kruis.
I '
PLICHT. e deugd, die zich all een met het oog op de dad elijke of toekomstige gelukzaligheid toont, is verblinde-zelfzucht, voeder voor dieren die men alleen, met lokaas kan temmen. De belooning der deugd ligt in haar bezit, en geene Godheid is in staat, eenen prijs uit te loven, hooger dan het bewustzijn onze plicht te hebben vervuld. Ja, Plic!tt, ziedaar het onsterfelijke woord, dat ons over afgronden torst en over het afschrikwekkende leert zegevieren. Plicht is de verhevene drijf~ veer van den wijze. Hij behoeft noch onsterfelijkheid noch hemel, om het van alle zijden bestormde gebouw zijner deugd te schoren, Hij bezit zijn hart als rechter en God als voorbeeld, Uit de Sanskritisc!te verlJlling Dya-Ná-Sore, (DE REIZIGER),
D
BRUSSEL,
September r8g4'
TEEKENING VAN DAVID BLES.
IN MEMORIAM. Jhr. P. A. ALTING VON GEUSAU, geb, 2I Febr. r867' gesneuveld op Lombok in Aug, r894. Onze zeer gewaardeerde medewerker JHR. P. A. ALTING VON GEUSAU, die onder het pseudoniem Fabian in ons Weekblad de "INDISCHE
flinke kop hij was; maar niet alleen als zoodanig werd hij geacht, hij was ook een der meest beminden onder zijn kameraden. Van gezellige avonden was hij de ziel, steeds was hij de man, die, onder de jongelui, opvoeringen enz. op touw zette. Zoowe1 op die avonden als in het jaarboekje van den cursus te Kampen) toonde hij reeds proeven van zijn litterair talent. Uit dien tijd dagteekent een gedicht, "Gevallen", waarvan wij hier een paar strophen afdrukken.
Gevallen - de slapen met lauw'ren omkroond, WARONG PRAATJES" schreef, is helaas op LomNeen, o':lk hem b eeft d e grijnzende dood niet verschoond, bok gesneuveld, Want noch jeugd, noch verwachting wordt door bern geteld Wij betreuren oprecht onzen trouwen medeEn bet moordende lood b eeft b ern nedergeveld. Gevallen - maar zijn ro ep ing vervuld 1 we rker, die zoo duidelijk blijken gaf van zijn talent Gevallen - en straks, als door tranen verblind en opmerkingsgave, die een open oog en oor had De moeder komt bidden op bet graf van b aar kind, voor al wat schoon en goed was, wiens kleine En zij stil nog een zucbt van verlwÜfellng loost, schetsen groote beloften voor de toekomst waren. Dan weêrklinkt In haar ooren, als eenlge troost, Reeds eenige jaren geleden schreef F ABIAN voor Gevallen - maar zijn roeping vervuld 1 ons blad nu en dan schetsen of feuilletons, en zeker Ja, van Geusau heert zijn roeping als krijl;sman zullen zich veel lezers nog de kleine, dichterlijke vervuld en dat is ook de eenige troost die zijn novelle "Jonge Ontgoocheling" herinneren. Zijn jeugdige, diepbedroefde echtgenoote, zijn treurende "Warongpraatjes van veel later dagteekening legbejaarde moeder en bloedverwanten overblijft, want gen getuigenis af van zijn, zich meer en meer onthij viel in den vollen bloei van zijn leven, hij werd wikkelende opmerkingsgave, zijn gevoel voor naslechts 27 jaren oud, tuurschoon en zij n gezonde optimistische levensopvatting. Vol moed nam hij afscheid van zijn vrouwen VON GEUSAU eindigde zijn schooljaren op het zoontje - een kindje van twee maanden - en Gymnasiuill te Amsterdam, waar zijn vader toen vertrok met de expeditie naar Lombok - om daar als kolonel der artillerie in garnizoen was. I-lij een graf te vinden. doorliep niet alle klassen, maar ging over naar den Aan mij schreef Van Geusau voor zijn vertrek cursus te Kampen, om de militaire loopbaan te het volgende: volgen, daarom kon hij later, toen hij reeds officier was, plagenderwijs tegenover gestudeerden nog wel eens zeggen "wij latinisten", en dan in zijn gesprek een latijnsche of grieksche aanhaling mengen, wat in den mond van een officier wel eens zonderling-komisch klonk, Op den cursus te Kampen toonde hij welk een ~«I:: Q~ ' "'' y!.-~." .. <;m+,w:iimM "MQ* ' '''<WC& · Hl~nm:i:'X' lJ
Amsterdam,
12
'''.
2f JUlli 1824.
- . J-Ilerbv zend Ik. t.t uog een llVarollgprnatje~ dat Ik, om(/(u d e expedl/t J een paar weken is lIilgesleM, nog !teb /Ut1lllClt sc!tr{jvell - later !toop ik meer te zeilden, Eersl zal ik echter moelen g aan IOOIlen niel voor niels mail vaJt !tel zwaard te ziJn wij z ullen 'm issc!tien !teel wal te verduren. en fe Iro/ seeren. !t ebbe/~, voordal Allak Agoeug Madé geval/ gen IS, WW weet echter hoeveel liedcn bij mijn U:art?Jlg zul/eH toevut als ik de iudrllk/wl besc!trijf, die 11.: daar zaloutvangen. Mijn plan is om een dagboek aan te !tom/en eu er later een geregeld verhaal vaJt Ie mof.'eu ./ ik weel 1/iel 0/ ik van uil Lombok gelegen!teid zal hebben om 1111 ell dau iets ~(! ze~ldell, paar i(.' nooit te velde ben geweest, weet d~ Illet a/ IR P/l.Ys~d,! zoowel als 1110reet wet in staat z al zij'u de pen op !tet paPier Ie zetten. Men zegl dal de Hindoe Bulilfrs goed bewapend zijn en dal !tel J../ilJwat van Lombok ongezond is. Zonder Hit te zeggen dat ik IIct gevaar bemin, belt iJ.· toch blij eens zoo iets mêe te maken. Men zou {Uu/ers allit:!tl !tel idée krij'gen~ dal zijn sabel Ncw'cl/burger speelgoed is. . . . . . , , , , , . , , , . , Hij viel, - de krachtige man - äme de po ête coeur de guerrier - die zoo vol moed, zoo vol hoop op de to ekomst in den strijd ging - en we zeggen hem vol weêmoed zijn eigen woorden, die hij als jongeling schreef na : - Gevallen - IiezJeld door dat brandende vuur, Dat den krijgsman bezielt i n het hachelijkste ullr Ging hij voorwaarts in 't felst van den woedenden kamp In een nevel van s tof en van aschgrauwen damp, G~val1en - maar zijn roeping vervuld 1
September 18!)4.
Een uitnoodiging, om voor NEDERLAND - LOMBOK een bijdrage te Ieverezl wordt tot mij gericbt, in hoedanigbeid van Voorzitter der N ederlandsche Hoofdafdceling van het Algemeen Isral'!1itisch Verbond. lIet te Parijs gevestigde ,Hoofdbestuur dezer Vereeniging - waarvan lIet hoofddoel is: een krachtigen steun te verleen"n aan hen, die lijden om hun hoedanigheid vaD l srai!1iet' - houdt nooit op te verklaren: "que J'oeuvre de l'AlJiazlCe Isrál!1ite Universelle est fortementconstitué dalls les Pays-Bas, cette terre classique de Ja liberté et de tolérance." Is 1let wonder dat, wanneer bet den bloei, de macht en de eer van bet Vaderland ge l dt, alle burgers, zonder onderscheid van afstamming of geloof, met goed en bloed zich offervaardig betoonen i> De omstreeks ee n eeuw geleden aangeheven leuze v,w de eenheid en de ondeelbaarheid vall den s taat is voor het hedendaagsch e Nederland niet slechts ln stoffelijken , ook in zedelijlcen zin tot waarheid geworden; zij staat niet op het papier, maar is in de harten gegrift. Gelukkig, want vooral in oZlze , dagen komt het erop aan indachtig te zijn aan de uit een roemriJk verleden ons overgeleverde spreuk: Eendracht maakt Macht.
TEEKENING VAN p, STORTENBEKER.
NEDERLAND - LOMBOK.
Wapen van
PIETER LAWICK VAN PAPST, Luitenant-Kolonel der Infanterie, gesneu\'eld op Lombok, einde Augustus 1894.'
Zijn leven, zijn) wandel, zijn gedrag, zij elk militair ten voorbeeld! OOSTERWI}K, 7 October
·
l~ .
'
Kalmder-v14l1illg. A UGU;STUS - REISMAAND. ]n Augustus gevoelt iedereen al meer en meer de behoefte, om op reis te gaan. Dan heeft die algemeene ontzagwekkende landverhuizing plaats, welke de moderne roofridders aan Rijn, Maas, Elbe of Vierwaldstät· term eer in hun vuistje doet lachen; dan stroomt de ge· heele wereld alle mogelijke nachtverblijven en eethuizen binnen, en roept menig toerist weeklagend en smeekend uit: Mijn fortuin voor een bed 1 Mijne beurs voor een malsehen biefstuk! Deze strijd om het (toeristen) bestaan, deze kl auterpartij in den reizigers-cocagnemast) omvat AugushlS, de oogstmaand. .. .. der kasteleins. Langs wegen en \'clden, in bosschen en aan "Schöne AussichtelJ stroomt en verdringt zich alsdan die onverzadigbare menschenmassa, die naar genot jaagt en veeltijds de natuur zonder een schuimend glas Münchener voor zich I niet mooÎ vindt. Wie heeft zich niet herhaaldelijk in dat strijdgewoel gewaagd, zich meer dan eenmaal met een hard kruis· bed op een donker portaal tevreden gesteld, en als een toerist, die alles heeft mede gemaakt, met Mignon's vader gezucht: "Wer nie sein Brat mit Thränen ass, Der kennt euch nicht, Ihr Augustus Mächte". 3I Augustus
'894'
TEEKENING VAN
nu DE
BOCK.
Toen de Belgiséhe omwenteling uitbrak bestonden de groote fabrieken uitsluitend in België. terwijl er in Noord-Nederlan!1 alleen Handel en Scheepvaart was. De groote Wilson wilde destijds eene aanzienlijke Zijde-Fabriek in Haarlem oprichten, doch kon van de toenmalige Ministers de noodige concessiën daartoe niet erlangen. Op eene audientie bij wijlen Z. M. Koning Willem I lichtte hij zijn verzoek op de volgende .karakteristieke wijze toe: Nadat hem eenige bierglazen waren verstrekt, die hij omgekeerd op de tafel plaatste, sprak hij Z. M. aldus toe: Sire! "Onder het eerste glas woon ik met mijne familie; Onder het tweede glas mijne ambtenaren met hunne familie; Onder het derde glas mijne werklieden met hunne familie; Onder het vierde glas, diegenen, die. naarmate ik geld verdien en verteer, gedeeltelijk in hun onderhoud voorzien. Onder het vijfde glas, zij - naarmate mijne ambtenaren geld verdienen en Onder het zesde glas, zij - ' naarmate mijne werklieden geld verdienen. Al die belangen, Sire! zijn in Uwe handen. Koning Willem I verleende die concessiën en de grondslag was gelegd voor de eerste groote Fabriek in Nederland.
,
's Gravenhage, 8 October 1894.
TEEKE~IN G
VAN H OYNCK VAN PAPENDRECHT.
N EDE R L A N D -
I
LOM B 0 ·K.
DE NEDERLANDSCHE MAAGD fluistert bedroefä een
R
(e~uiescant)
I (n) P
(ace)
en TROOSTWOORDEN, zooa1s zij dat kan in tegenspoed, btï bet
vernemen der treurige Lomboktijding.
Wil niet gedenken, Heed de feilen hunn er jeugd
Vergeef hun, volgens Uw Barmhartigh eid,
0
Vadert
Leen aan hun geest genade en Uwer Englen vreugd, En leid hen uit het stof der Zaalgen woonsteê nader.
Wond op wond! Niemand, die de wonden hel en kon .... De draad hwts lev ens, ach I zoo vroeg reeds afgesneden! Ach, hun weg reeds teneind, wen nauw de tocht begon! Hun kloeke Levensstrjjd nog pas ter helft volst reden 1
Maar, de Heer heeft voor het verderf hun geest bewaard. DAGBoor !/NEDERlAND" DER STOOMV. MIJ. "ZEELAND" MET H .H. M.M. DE KONINGlNNEN
AAN BOORD, DE HAVEN TE VLISSlNGEN VERLATENDE.
De
VleI'
De blaCi'ren ze val1en;
jaargetijden.
De wouden weerscbaIIen
H et groen gaat herleven;
Van des Jagers schelle trompet.
De wouden en dreven
De groei gaat weer kwiJnen;
Ontvangen hun blik van voorbeen.
De warmte verdwiJnen
De zwaluwen komen i
D e gansche natuur gaat naar bed,
De takken der buomen, ZiJ hangelJ niet m eer naar beneen.
De wateren stollen; De Jeugd kan weer sollen
De zon komt ons strelen,
Over het heldere sneeuwtapJjt.
Het voglenbeir kwelelJ
De schaatsen gekregen;
,Het lied van het zomergenot, "
In d arren gestegen,
De blOemen gaan groeien;
Vóór cfe winter weer van ons scheidt!
Neem ze genadig aan, en 'k zal U altoos loven; 'k Zal, waar des Serafs kracht de gouden harp besnaart,
V danken, Heiland God, in de eeuwge tell1pelh oven. Hun dierbren I) weest gestroost En van Diens Wil komt niets
of
•
't is Jt willen van den Heer; 't is tot heil der zielen.
Om ze te rein'gen of te beet'ren of nog meer Te hechten aan Zijn Trouw, waart/oor we ootmoedig knielen.
uEn~)
gij
0
Moederlandl -
Vergeet ons nimmer, Gijl .. ..
De kizld'ren ze stoeien
"Vergeef het, zoo men ooit li chtvaardig U mocht smarten.
En schikken zich best in hun lot.
"Maar, zoo uw oog nog schreit, mÎsgUIUle uw droefheid mij ,/t Geluk der Zaal'gen niet, maar zegen 't in de harten. B) R OME.
Een o ud kriJger zegt in: ,.De militaire Willemsorde". "Ik ben liooit ll.llders geweest dan eenvoudig soldaat, gehoo rzaam en blind werktuig. Daar,,'oor ontving ik het kruis van mijn Koning! En daar ben ik trotS op, wa.nt dat versierde nooit de bors t van een onwaardige." Mogen spoedig- onze H ollalldsche ;c>ngens, als wrekers van Lombok, den ouden soldaat deze woorden nazeggen. ROTTERDAM,
I) De nagelalcne betrekkingen der gesneuvelden. ') De Nededandsche Maagd laat één del' gesuellvelden voor a llen verzuchten a) Dat is; in de harten van alle vaderlande rs.
8 September 189+
TEEKENrNG VAN
J. V. D. SANDE BAKHUIZEN.
IIDE MOLEN TE R.OLDE."
TEEKEr~ING
VAN
n. J.
BLOMl\a:s.
NEDERLAND -
LOMBOK.
rt~EDERLAND-LOMBo~1
)
vereerd met de hooge medewerking van
H. M. de Koningin·Regentes. Met eene voorrede van den Vice-~dmiraal
\
Jhr. DE CASEMBROOT.
1 I
1
Verder met 'de gewaardeerde medewerking van DE MIN I ST ERS van Binnen-, en Buitenlandsche Zaken, Marine, Oorlog, Justitie, Kolonien, Financien en \IV aterstaat; van H. M.'s Gezant te Brussel Mr. J. L. H. A. Baron GERICKE VAN HERWl]NEN , alsmede van H. M.'s Gezant te Weenen .lhr. Mr. F. P. VAN DER HOEVEN; van Baron A. D'ANETHAN, afgetreden Gezant te Gravenhage; van den Gep. Generaal-Majoor KAREL VAN DER HEYDEN; van den Oud-Minister SEYFFA RDT; van JHR. BEELAERTS VAN BLOKLAND ; JHJ~. MR. ROCHUS· SEN; MR. H. GRAAF VAN HOGENDORP en .J. P. I-IA VELAAR, Directeur-Generaal der Posterijen. Voorts met Letterkundige bijdragen van:
1
I
1
1\
\1
1'1
(I
Caroline Banek. J. E. Banck, Nicolaas Beets, Mr. W. H. de Beaufort, L. den Beer Poortugael, Taco H. de Beer, L. W. C. van den Berg, H. J. Biegelaar. Lonise B. B. Dr. H. Blink. Boele van Hensbroek. Kol. G. F. W_ Borel. Dr. Jan ten Brink. Wm. de Bruyn, F. A. Buis. Kapt. van Buuren, Van Coeverden. W. Degenhardt, L. van Deyssel, G. J. Dozy, A. G. C. van Duyl. jacob Duyvis. R. van Eck, Rosier Faasseo, Paul Frédéricq, Johan Gram, N. C. Grotendorst. B. ter Haar, Louis de Haes, L. de Harlog, J. P. Hasebroek. P. Heering, M. Henriquez Pimentel, Kol. H. C. Heyting, D. F. van Heyst, Em. Hiel, L. Holzermann, Arnold Ising, Kapt. J. R. jacobs. Dr. J. B. Kan, J. M. van Kempen & Zoon. George Kepper, E. B. Kielstra, Dr. L. Knappert, Gen.·Maj. A. Kool, A. S. Kok" 1\ Dr. R. A. Kollewijn, Prof. G. H . Lamers. Gen.-Maj.A. Lanzing, J. R. van der Lans, J. W . N. Land, E. Laurillard, F. H. van Leent. Maurits H. v. Lee. Prof. ] . A. Levy, H. Logeroan, P. Louwerse, Virginie Loveling j . van Loenen Martinet, A. H . Maas Geesteranus, Justus v. J\laurik Jr., B. v. Meurs, Kol C. L. W. Morrees, J. Nanninga Uiterdijk, Frans Netscher, Kapt. S. j. van Nooten, Dr. D. C. Nijhoff, A. J. Nijland, JO Luit. O. L. G. Nypels, Luit." .Kol. van I Panthaleon Baron van Eek, M. A. Perk. Luit.r Kol....A. G. F. Petit. H. Pierson, Fr. de Potter, Pol de Mont, Gen.-Maj. Raedt van Oldenbarnevelt, D. P. Regt, P. A. Ritter, W. Rogge, Kol. W. Rooseboom, Ant. L. de Rop, Prof. Dr. Rosenstein, Kol. Salomon. A. L. Schmidt Jr., Lina Schoeider. F. Stuit Kleine, Luit. Kol. W. G. F. Snijders, Sprokkelaar, O. W. Star Numan, A. W. Stellwagen; Dr. C. A. Tebbenhof, Jean Valjean, j. Visser, A. C. Wertheim, A. Winkler Prins. \Johanna. A. Wolters, Prof. van der Wijek, D. H. Zijlstra.
I
I
Afbeelding in Zilver van het Monument van Michae1 Adriaanszoon de Ruyter te Vlissingen, door de ingezetenen dier gemeente aangeboden aan H. M. Koningin Wil. helmina del' Nedefianden, bij de wedt:ronthulling op 23 Augustus 1894 en vervaardigd in de Kon. Ned. Fabriek van Gouden. en Zilveren werken te Voorschoten van
J . M. VAN KEMPEN
&. ZOON.
FRAGMENT. lI't Was in '75 m'nheer, 'k kwam as korporaal van de Mariniers met de "Cornelis Dicks" van een ..eskaderreis, en ik had verkeering met "de dochter van GROENEWEGEN ; hiJ was zooveel as takelaar op de werf en zijn dochter was een net meissie. ' /1 Toen we in. H elvoet waren binnengevallen vroeg de sersant an me: ./Korporaa l vroeg-tie heb jij verkeering met de meid van Groenewegen ? "Jawel sersant, zeg ik. "En heb je bij geval een pertret van der bij je? "J awel, sersant, zeg ik weer. "Geef op dan dat pertret, commandeert - ie da's in 't vervolg lil ij n meid. ' ,,'t of i~ door den grond zon~ m'h~eri 't. meissie was altijd "fesoendehJk en netjes geweesti anders had Ik nOOIt kenms an der gekregen ' "maar die sersant had gekonkeld zie je, hij had gekonkeld m et 'r vader! "die ser sant had ee n paar: centen, vat je; dat zei-ie ten minste; en di~ "sersant was een groote smeerlap. . ,,'k Zeg sersant, zeg ik, dat pertret krijgt niemand uit mijn klavieren "at kwam de Commedant het h alen, dat zee ik. ' "Korp'raal! zeit ie. "Persent sersant, zeg ik. "Korp'raal, zeit ie, hij zeit "man pas op, want ik zal je wel vinden." ,/t Is goed zeg ik, je zelt ' t me lappen." "En" zoo gingen we UÎt mekaar. ,,'Savonds ging ik naar den wal, en ik commandeerde een fleseh ,/ wijn, ~n '.lOg een, en. ik zette der nog een paar klaartjes op, allemaal uit "baloongheld, en toen Ik aan boord kwam, zag ik de valreep draaien. "D aa~ zat den vot.genden dag een doossie op, dat kan je vatten i 'k "was veertien dagen bUiten gevecht; dat lapte me de sersant en in dien "tijd .gin~. hij met mijn Im~id, met de dochter van Groenewegen, en toen "zeg Ik biJ mezelf, nou ken Je ze trouwen ook, en dat heit-ie gedaan. Toen "lachte hij me uit, toen was 't een branie. "Maar .. la~t nou z'n vr0l!\V een jaar later van 'm weg loopen. en "op de. Zeedijk I~ Amsterdam z~~ten; toen lachte ik weer! zie je, want dat ,,~?Opp l e was m n neus voorb ij gegaan; en dan vroeg lk 'm van tijd tot "t1/d: sersant, hoe gaat het met Uwes vrouw? en dan \vastie zoo giftig "a s een slang. "Ik zeg altijd maar, "sjak son toer" en d'r is een voorzienigheid, "daar gaat niks van af." !!
":!as
I
Met teekeningen en composltlen van: M. A . van Aken,' Mevr. Bilders v. Bosse, David Bles, B. J. Blom-
mers, Th. de Bock. Govert Donenbooro, Otto Eerelman, Gabriël, Jules Garnier. G. B. Hooyer, Richard Hol, Hoynck van Papendrecht, josef Israêls, P. F. Kleijn, P..atrick Kroon. H. J. Mélis, H. W. Mesdag. Tac. Mesdag. W. C. Nakken, Albert Neuhuys, Jhr. de Ranitz, Ch. Ra· ·chussen, W. Roelofs, Henriêtte Ronner. Ph. Sadée, J. v. d. Sande Bakhuizen, P. A. Schipperus. Fritz W. Sehöttelndreiër, Th. Sehwartze, E. ·Stortenbeker, Stroebel, Toorop. H. Valkenburg, A. A. Vorstermao van Oyen, Elchanon Verveer, J. G. Vogel, J. H . Weissenbrueh.
fI1 c cl e cl e e (i n g. Bllilm de in dd Gedmkh/ad floorko mmde Icllllrk.mdige bfjdragm, ~/J(/rm er teil lumelijk grool aUl/ta/, 'II.'elkl daarill get'tI plaats kOl/det!. Villdlll, hoe gaarl/e ik ::e die ook Imd li/gent/md. Bij het opmaket1 der W/lOi loci" moest ik tIIel groolle en vorm d" utsels rekcl/mg houden, n l fen sloltl hwek mij dat ik n:"e/ kon, 'U.'ot ik gewijd haa: alles OpllfllleJI. DI liJd ontbrak mi} om hel GedCtlkhlu,J 'IO~ eell/ge bltlfiIJijdm /ft vlrgl'ootm, terwijl dali /JOk a, lII'fgavI fflel het oog op den. gerillgrn prijs /e Ros/baar IJOIt ::fJn geworden. Gaarne beluig ik aall die lcfferkwuligen, i(1Cr bijdragen ge"l plaats kom/clI cr/rf//gen, m ij" oprecht ICllawtUtl, waarbij ik gaartIe (Ie vwzd ,ring voeg, dat het allermillst geringschat/ jng was voor "et door "en gezo/ldme, die I/Ii.! 111 dlu gefeid heeft.
DE UITGEVER.
F. B. VAN DITMAR.
ROTTERDAM, 30 October 1894.
.r,.."
I
ERRATUM.
laatste gedicht op BladlJ. 7 is "jlt film P A U L FR EDE R 1 C Q maar "a" FR. DE POTTER.
Uitgflve va" F. 8.
IJIII/
D,~mar,
Rotterdalll.
Papir" tlo» C. G. A. COr'/ny, Amsterdam.
--------~~-=~~~-------- Druk vall "El$tt,ie~', Amsterdam.
lllkt val! eh.
,
Lorilf~u;
cS- Co., Parijs.
1J j
I
•
.
.
~/ "
A
,
i~.