Bevorderingsrichtlijnen klas vmbo 1 MiX (Basis) Cijfers -
De cijfers van periode 1 en 2 worden gemiddeld en dit cijfer telt mee als proefwerkpunt in periode 3 en 4. Het jaarcijfer wordt (rekenkundig) afgerond op decimaal 0 of 5 tot een rapportcijfer Rapportcijfers lager dan een 3,0 zijn niet toegestaan.
Uitslagbepaling -
In de rapportbespreking wordt de bevorderingsuitslag vastgesteld a.h.v. onderstaande normen; bovendien wordt rekening gehouden met bijzondere sociale omstandigheden en dossiergegevens.
Bespreking voor bevordering van 1 Basis naar 2 Kader als: -
Het totale aantal verliespunten maximaal 2 is én Gemiddelde van rapportcijfers van NE – EN – DU – GS – AK – WI – BI - EC - RE minstens 8,0 is en het gemiddelde van de andere vakken minstens een 7,5 is
Bevordering van 1 Basis naar 2 Basis : -
In principe altijd. In uitzonderlijke gevallen wordt besproken of speciaal onderwijs beter voor de leerling is.
Verliespunten voor alle vakken: rapportcijfer 6,0 of meer 5,5 5,0 4,5 4,0 3,5 3,0
Aantal verliespt 0 ½ 1 1½ 2 2½ 3
Op voorstel van de teamleider en de mentor tezamen kan een leerling “met bijzondere omstandigheden”, die volgens deze richtlijnen niet bevorderd kan worden, alsnog in bespreking worden gebracht.
Bevorderingsrichtlijnen klas vmbo 2 MiX (Basis) Cijfers -
De cijfers van periode 1 en 2 worden gemiddeld en dit cijfer telt mee als proefwerkpunt in periode 3 en 4. Het jaarcijfer wordt (rekenkundig) afgerond op decimaal 0 of 5 tot een rapportcijfer Rapportcijfers lager dan een 3,0 zijn niet toegestaan.
Uitslagbepaling -
In de rapportbespreking wordt de bevorderingsuitslag vastgesteld a.h.v. onderstaande normen; bovendien wordt rekening gehouden met bijzondere sociale omstandigheden en dossiergegevens
Bespreking voor bevordering van 2 Basis naar 3 Kader als: -
Het totale aantal verliespunten maximaal 2 is én Gemiddelde van rapportcijfers van NE – EN – DU – GS – AK – WI – BI - EC - RE minstens 8,0 is en het gemiddelde van de andere vakken minstens een 7,5 is
Bevordering van 2 Basis naar 3 Basis: -
In principe altijd. In uitzonderlijke gevallen wordt besproken of speciaal onderwijs beter voor de leerling is.
Verliespunten voor alle vakken: rapportcijfer 6,0 of meer 5,5 5,0 4,5 4,0 3,5 3,0
Aantal verliespt 0 ½ 1 1½ 2 2½ 3
Op voorstel van de teamleider en de mentor tezamen kan een leerling “met bijzondere omstandigheden”, die volgens deze richtlijnen niet bevorderd kan worden, alsnog in bespreking worden gebracht.
Bevorderingsrichtlijnen klas vmbo MiX 1 (Kader)
Cijfers -
De cijfers van periode 1 en 2 worden gemiddeld en dit cijfer telt mee als proefwerkpunt in periode 3 en 4. Het jaarcijfer wordt (rekenkundig) afgerond op decimaal 0 of 5 tot een rapportcijfer Rapportcijfers lager dan een 3,0 zijn niet toegestaan.
Uitslagbepaling -
In de rapportbespreking wordt de bevorderingsuitslag vastgesteld a.h.v. onderstaande normen.
Bespreking voor bevordering van 1 Kader naar 2 Mavo XL Sophianum als: -
Het totale aantal verliespunten maximaal 2 is én gemiddelde van rapportcijfers van NE – EN – DU – GS – AK – WI – BI - EC - RE minstens 8,0 is en het gemiddelde van de andere vakken minstens een 7,5 is
Bevordering van 1 Kader naar 2 Kader als: -
Gemiddelde van alle rapportcijfers voldoende* is én gemiddelde van alle rapportcijfers van NE – EN – GS – AK – WI – BI – RE voldoende* is
Bevordering van 1 Kader naar 2 Basis -
In alle andere gevallen
*voldoende: Alle verliespunten moeten ruimschoots gecompenseerd worden; d.w.z. gemiddeld minstens een 6,0 vermeerderd met 0.05 voor elk ½ verliespunt dat voor de betreffende vakken gehaald is. Bijvoorbeeld: bij ½ verliespunt minstens 6,05 gemiddeld; bij 1 verliespunt minstens 6,1 gemiddeld enzovoort. Verliespunten voor alle vakken: rapportcijfer 6,0 of meer 5,5 5,0 4,5 4,0 3,5 3,0
Aantal verliespt 0 ½ 1 1½ 2 2½ 3
Op voorstel van de teamleider en de mentor tezamen kan een leerling “met bijzondere omstandigheden”, die volgens deze richtlijnen niet bevorderd kan worden, alsnog in bespreking worden gebracht.
Bevorderingsrichtlijnen klas vmbo MiX 2 (Kader)
Cijfers -
De cijfers van periode 1 en 2 worden gemiddeld en dit cijfer telt mee als proefwerkpunt in periode 3 en 4. Het jaarcijfer wordt (rekenkundig) afgerond op decimaal 0 of 5 tot een rapportcijfer Rapportcijfers lager dan een 3,0 zijn niet toegestaan.
Uitslagbepaling -
In de rapportbespreking wordt de bevorderingsuitslag vastgesteld a.h.v. onderstaande normen.
Bespreking voor bevordering van 2 Kader naar 3 Mavo XL Sophianum als: -
Het totale aantal verliespunten maximaal 2 is én gemiddelde van rapportcijfers van NE – EN – DU – GS – AK – WI – BI - EC - RE minstens 8,0 is en het gemiddelde van de andere vakken minstens een 7,5 is
Bevordering van 2 Kader naar 3 Kader als: -
Gemiddelde van alle rapportcijfers voldoende* is én gemiddelde van alle rapportcijfers van NE – EN - DU – GS – AK – WI – BI - EC – RE voldoende* is
Bevordering van 2 Kader naar 3 Basis: -
In alle andere gevallen
*voldoende: Alle verliespunten moeten ruimschoots gecompenseerd worden; d.w.z. gemiddeld minstens een 6,0 vermeerderd met 0.05 voor elk ½ verliespunt dat voor de betreffende vakken gehaald is. Bijvoorbeeld: bij ½ verliespunt minstens 6,05 gemiddeld; bij 1 verliespunt minstens 6,1 gemiddeld enzovoort. Verliespunten voor alle vakken: rapportcijfer 6,0 of meer 5,5 5,0 4,5 4,0 3,5 3,0
Aantal verliespt 0 ½ 1 1½ 2 2½ 3
Op voorstel van de teamleider en de mentor tezamen kan een leerling “met bijzondere omstandigheden”, die volgens deze richtlijnen niet bevorderd kan worden, alsnog in bespreking worden gebracht.
Bevorderingsrichtlijnen klas vmbo MiX 3 (Basis + Kader)
(8 algemene vakken en een Intersectoraal Programma: totaal 9 vakken, een leerling legt examen af in 4 algemene vakken en een intersectorale uitstroomvariant met een gezamenlijke omvang van 5 vakken) Een leerling wordt bevorderd naar 4 vmbo basis dan wel kader intersectoraal als is voldaan aan de volgende voorwaarden: -
Nederlands niet lager dan een eindcijfer 5 bedraagt alle eindcijfers een 6 of meer bedragen of één eindcijfer een 5 bedraagt alle andere eindcijfers een 6 of meer of één eindcijfer een 4 en de overige eindcijfers een 6 of hoger waarvan tenminste één 7 of hoger of voor twee vakken een eindcijfer 5 en de overige eindcijfers een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger
-
Kv1(CKV), LO en Ma dienen met V of G beoordeeld te zijn. Handelingsdelen/-opdrachten dienen met V of G beoordeeld te zijn.
én
Een leerling wordt niet bevorderd naar 4 Kader als: de eindrapportcijfers in totaal meer dan drie verliespunten bevatten.
Een leerling is bespreking wanneer hij:. minimaal 4 en maximaal 6 verliespunten heeft om van 3 kader over te stappen (bevorderen) naar 4 basis intersectoraal óf doubleren in 3 kader.
Op voorstel van de teamleider en de mentor tezamen kan een leerling “met bijzondere omstandigheden”, die volgens deze richtlijnen niet bevorderd kan worden, alsnog in bespreking worden gebracht.