Het Speciaal Onderwijs in de steigers
Activiteitenplanning 2012 - 2014
Miriam Weekers, Rita Lunes, Hans Pietersen, Jan Berkvens 19-12-2011
Deze notitie geeft op hoofdlijnen weer welke activiteiten in de komende periode [2012 – 2014] moeten worden ondernomen om te komen tot een curriculum voor het Surinaams speciaal onderwijs.
1/40
Inhoud
1. Inleiding .................................................................................................................. 3 1. Aanleiding ............................................................................................................... 5 1.1 Naar een curriculum voor speciaal onderwijs .................................................... 5 1.2 Curriculumraamwerk voor het nieuwe basisonderwijs ....................................... 6 2. Stand van zaken ..................................................................................................... 7 2.1 Inleiding ............................................................................................................. 7 2.2 Curriculum ......................................................................................................... 0 2.2 Orthopedagogisch-didactisch klimaat ................................................................ 0 2.3 Zorgstructuur ..................................................................................................... 1 2.4 Professionalisering ............................................................................................ 2 3. Aanpak ................................................................................................................... 3 3.1 Inleiding ............................................................................................................. 3 3.2 Draagvlak .......................................................................................................... 3 3.3 Draagkracht ....................................................................................................... 3 3.4 Systematisch en planmatig ................................................................................ 4 3.5 Communicatie .................................................................................................... 4 3.6 Van activiteitenplanning naar actieplan ............................................................. 4 4. ................................................................................................................................ 5 Deelplan: Naar een curriculum voor speciaal onderwijs ............................................. 5 4.1 Activiteit: Uitgangspunten voor een Surinaams curriculum SO ....................... 5 3.2 Activiteit: Missie, visie en doelen voor een Surinaams curriculum SO ............ 8 3.3 Activiteit: Curriculum voor het Surinaamse SO [1, de leer- en vormingsgebieden] ................................................................................................ 11 3.4 Activiteit: Curriculum voor het Surinaamse SO [2a: leerlijnen per leergebied] 14 3.5 Activiteit: Curriculum voor het Surinaamse SO [2b: leerlijnen per vormingsgebied] .................................................................................................... 17 3.6 Activiteit: een krachtig orthopedagogisch –didactisch klimaat ....................... 20 3.7 Activiteit: een adequate structuur voor zorg & begeleiding en ondersteuning 23 3.8 Professionalisering ........................................................................................ 26 Referenties ............................................................................................................... 27
2/40
1. Inleiding Voorliggende notitie is het plan van aanpak aan de hand waarvan het speciaal onderwijs in Suriname een slag kan maken in haar verdere ontwikkeling tot een kwalitief hoogwaardige sector binnen het onderwijsbestel. Het plan van aanpak is tot stand gekomen in opdracht van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling met middelen uit de Inter American Development Bank (IDB). Dit plan van aanpak is gebaseerd op de bevindingen die zijn neergelegd in het onderzoeksrapport ‘Naar een curriculum voor voortgezet speciaal onderwijs [VSO]; een onderzoek naar de plaats van en een curriculum voor het Surinaamse VSO’ (Weekers et al., 2011) en ambieert een mogelijke uitwerking te geven aan de talrijke aanbevelingen die in genoemd onderzoeksrapport zijn geformuleerd. Betrouwbare gegevens over het speciaal onderwijs zijn beperkt, waardoor bestaande gegevens aangevuld moesten worden met ervaringsdeskundigen middels consultaties en gesprekken. Het plan van aanpak is gebaseerd op de voornoemde informatiebronnen en heeft getracht een evenwicht te vinden tussen de roep vanuit het veld tot hulp en ondersteuning enerzijds, en een gefaseerde doordachte langere termijn aanpak anderzijds. Want de nood op uitvoeringsniveau is hoog en de roep om hulp evenzo. Het onderwijs werkt aan de ontwikkeling van haar kwaliteit. Eén van de aspecten die in de afgelopen jaren voortvarend ter hand is genomen is de inrichting en vormgeving van het nieuwe basisonderwijs zoals verwoord in het Surinaams Educatief Plan (MinOV, 2002) en het Sectorplan Onderwijs 2010-2014 (MinOV, 2009). Er is bij het opstellen van dit plan van aanpak voor gekozen om, daar waar dat mogelijk is, inhoudelijke aansluiting te zoeken bij het nieuwe basisonderwijs zoals dat is neergelegd in het curriculumraamwerk. Daar is een aantal redenen voor aan te geven. Allereerst is het speciaal onderwijs 'funderend" van karakter. Leerlingen die in het speciaal onderwijs worden bediend moeten werken aan die competenties –kennis, vaardigheden en attitudes- die hen in staat stellen om na afloop van het onderwijs zich als volwaardig burger op een zo zelfstandige manier te handhaven in de samenleving op gebieden als leren, wonen, werken en vrijetijdsbesteding. Daarnaast moet worden gestreefd naar consistentie en samenhang tussen alle sectoren van het Surinaams onderwijs middels doorlopende lijnen, zodat doorstroming en doorgaande vorming gegarandeerd zijn. Het speciaal onderwijs is beperkt van omvang en zal dat altijd blijven mede in het licht van de ondertekening door Suriname van het Salamanca-statement (Unesco, 1994). De uitspraak "Regulier als het kan, speciaal als het moet" is hier van toepassing. Deze uitspraak impliceert dat groepen leerlingen, die op dit moment hun onderwijsloopbaan in het speciaal onderwijs volgen zo weinig mogelijk inhoudelijke belemmeringen moeten ondervinden, belemmeringen die terugkeer in het reguliere onderwijs eventueel in de weg zouden kunnen staan. Vandaar de noodzaak om zoveel mogelijk aan te haken bij het reguliere programma. Dat neemt niet weg dat er wel degelijk verschillen bestaan tussen het reguliere programma en dat van het speciaal onderwijs. Deze verschillen moeten in kaart worden gebracht en op hun merites worden beoordeeld. Daarna kan de programmering van het "speciale" in het speciaal onderwijs worden benoemd, uitgewerkt en geoperationaliseerd. "Zoeken naar overeenkomsten en rekening houden met verschillen" lijkt de geëigende weg om te komen tot een hoogwaardig speciaal onderwijs. Deze notitie heeft tot doel een aanvullend beeld van de stand van zaken te geven, en vervolgens middels een actieplan voor 2012-2014 richting te geven aan activiteiten die moeten plaatsvinden om tot een gefaseerde adequate aanpak te komen voor versterking van het speciaal onderwijs. Daarvoor wordt het vijf-componenten model, bestaande uit de volgende componenten, gebruikt (zie figuur 1): 1 2 3 4 5
Missie, visie en doelen van het speciaal onderwijs Het curriculum van het speciaal onderwijs Het orthopedagogisch en didactisch klimaat binnen het speciaal onderwijs De zorgstructuur ter ondersteuning van het speciaal onderwijs en de leerlingen die daarbinnen worden bediend De professionalisering van het speciaal onderwijs.
De eerste component bevindt zich in het midden en geeft aan dat eerst de missie, visie en doelen bepaald moeten worden. Voor het gehele model geldt dat ze op de verschillende onderwijsniveaus uitgewerkt moet worden. Het ministerie, bijvoorbeeld, bepaalt de centrale onderwijsvisie en missie, maar elke instelling heeft
3/40
een daarvan afgeleide visie, missie en doelstellingen nodig. Vervolgens heeft dat gevolgen voor het curriculum, het orthopedagogisch didactisch klimaat, de zorgstructuur en professionalisering.
Figuur 1 Het vijf-componenten model Deze notitie is als volgt opgebouwd: Hoofdstuk 1 gaat in op de achtergronden die hebben geleid tot het schrijven van deze notitie. Op hoofdlijnen wordt het landelijk beleid beschreven en de daaruit voortvloeiende activiteiten tot en met december 2011. Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van de consultaties en gesprekken die hebben plaatsgehad om een vollediger beeld van de huidige situatie en mogelijke oplossingen te verkrijgen. Hoofdstuk 3 beschrijft de aanpak, i.e. de wijze waarop de ontwikkeling van het speciaal onderwij onderwijs verder kan worden vormgegeven; een n vorm van procesbeschrijving. Hoofdstuk 4 tenslotte gaat in op de onderscheiden domeinen waar in de komende 2 jaren in ieder geval werk van moet worden gemaakt. We hebben het dan over deelplannen van aanpak die richtinggevend zijn voor naderhand te formul formuleren SMART-actieplannen.
4/40
1. Aanleiding In dit hoofdstuk wordt allereerst ingegaan op de VSO rapportage (Weekers et al., 2011) die ten grondslag ligt aan deze notitie. De notitie die u nu in handen hebt is het logische vervolg op de VSO rapportage. Daarna wordt summier het curriculumraamwerk voor het nieuwe basisonderwijs behandeld dat verdere inhoudelijke aanknopingspunten biedt voor het bepalen van het curriculum voor het speciaal onderwijs.
1.1 Naar een curriculum voor speciaal onderwijs De VSO rapportage (Weekers et al., 2011) beschrijft de huidige stand van zaken van het Surinaams speciaal onderwijs en gaat hierbij in op zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens. Uit de kwantitatieve gegevens blijkt dat het speciaal onderwijs kleinschalig is. Het gaat om een groep van maximaal 500 leerlingen. Het vermoeden bestaat dat de samenstelling van de leerlingenpopulatie in het speciaal onderwijs teveel is verbreed met leerlingen die om andere redenen in het SO terecht zijn gekomen en die met een grotere, andersoortige inspanning binnen het reguliere VO hadden kunnen worden opgevangen. Daarmee is er sprake van een gedeeld en collectief probleem dat alleen in nauwe samenwerking met het reguliere onderwijs kan worden opgelost. Het spreekt voor zich dat meerdere actoren in deze materie een rol spelen. Naast de kwantitatieve gegevens beschrijft de rapportage ook de kwalitatieve gegevens ter illustratie van de stand van zaken van het speciaal onderwijs. Deze kwalitatieve gegevens zijn in kaart gebracht door middel van een breed onderzoek onder betrokkenen en belanghebbenden aan de hand van het curriculaire spinnenweb (van den Akker, 2003) (zie figuur 2).
Figuur 2 Het curriculaire spinnenweb Juist vanwege de samenhang tussen de beschreven perspectieven lijkt het aanwijzen van de grootste inhoudelijke knelpunten een moeilijke zaak, temeer daar het onderzoek zich heeft gericht op meerdere respondentgroepen die alle een verschillende positie en verantwoordelijkheid innemen ten opzichte van het speciaal onderwijs. Het gaat dan over gebruikers en beleidsmakers, belanghebbenden en uitvoerders. Dit heeft geleid tot een groslijst van aanbevelingen die ieder voor zich belangwekkend zijn maar die noch één op één, noch eenduidig of lineair kunnen worden aangepakt. Om die reden is gezocht naar de overkoepelende thema’s zoals in figuur 1 is afgebeeld. Daarbij wordt uitgegaan van het principe dat inhoud leidend is en daarmee de vormgeving volgend; dat de keuzes voor bepaalde inhouden vooronderstelt dat consequenties die uit inhoudelijke keuzes voortvloeien worden aanvaard. Ter illustratie: het is belangrijk het professionaliseringstraject van medewerkers in het SO vorm te geven op grond van de gekozen structuur, het curriculum en het pedagogisch klimaat in plaats van gelijk te gaan scholen.
5/40
1.2 Curriculumraamwerk voor het nieuwe basisonderwijs Het curriculumraamwerk voor het nieuwe basisonderwijs (MinOV/SLO, 2011) biedt inzicht in de dieperliggende waarden en normen die bij de uitwerking van het nieuwe onderwijs leidend zijn (zie figuur 3). Het gaat daarbij om principiële uitgangspunten, missie van en visie op het onderwijs in Suriname, en de algemene doelen die dit onderwijs nastreeft. Daarnaast expliciteert het curriculumraamwerk de leergebieden als ook de vormingsgebieden die het onderwijsaanbod bepalen. Tot slot beschrijft het curriculumraamwerk op hoofdlijnen de randvoorwaarden om tot operationalisering van dit raamwerk te komen door in te gaan op de onderwijsleeromgeving, de ondersteuning en de professionalisering van medewerkers. Als basis biedt het curriculumraamwerk voor het Surinaamse basisonderwijs voldoende aanknopingspunten om te hanteren bij het ontwikkelen van een curriculum voor het speciaal onderwijs. Door aanbevelingen uit het onderzoeksrapport, gegroepeerd rond de eerder gepresenteerde 5 componenten (figuur 1), te toetsen aan de componenten van het curriculumraamwerk, deze te aan te vullen dan wel te nuanceren ontstaat een consistent kader aan de hand waarvan de ontwikkeling van een curriculum voor het speciaal onderwijs kan worden ontworpen. De algemene vraag die voortvloeit uit bovenstaande luidt: is het Curriculumraamwerk één op één toepasbaar op de vormgeving van het curriculum voor het speciaal onderwijs? Het antwoord op deze vraag zou kunnen leiden tot een explicitering van het raamwerk ten behoeve van het SO, dan wel tot het onverkort hanteren van het huidige raamwerk bij de vormgeving van het curriculum voor het SO, of tot het ontwerpen van een specifiek op het speciaal onderwijs toegesneden raamwerk.
Figuur 3 Curriculumraamwerk basisonderwijs (Minov/SLO, 2011)
6/40
2. Stand van zaken 2.1 Inleiding Sedert jaren maken vele betrokkenen in het onderwijs zich zorgen over uitval en tegenvallende leerprestaties van leerlingen. Verschillende maatregelen zijn getroffen, waaronder het ontwikkelen en implementeren van het nieuwe basisonderwijs. De overheid heeft verschillende commissies, werkgroepen en organen in het leven geroepen om de herstructurering en vernieuwing van het onderwijs te begeleiden. Deze organen buigen zich over de verschillende factoren en aspecten van onderwijs die soms bevorderlijk zijn voor de kwaliteit van het onderwijs en verdere uitwerking vragen, dan wel belemmerend en of stagnerend werken waardoor de verschillende doelstellingen niet verwezenlijkt kunnen worden. Voor het speciaal onderwijs zijn de volgende organen en commissies van belang: 1.
Commissie Speciaal Onderwijs door het MinOV Deze commissie is ingesteld door de minister van onderwijs met de bedoeling om op beleid nivo richting te geven aan het Surinaams Speciaal Onderwijs .
2.
Presidentiële Commissie Jeugdzorg Deze commissie buigt zich met name over zaken betreffende de jeugd alsmede de rechten van het kind.
3.
Schoolverbeteringscommissie MinOV Deze commissie heeft tot doel het identificiëren van probleemscholen en het bieden van een hulpprogramma.
4.
Commissie Ouderparticipatie MinOV Deze commissie heeft als taak om ouderparticipatie te promoten, te stimuleren en te bevorderen.
5.
Presidentiële Commissie Onderwijs Deze commissie evalueert het programma van het MINOV en adviseert het management in beleidszaken .
6.
Nascholingscentrum ‘ CENASU’. Het CENASU staat voor Centrum Nascholing Suriname en is ingesteld om het onderwijsveld te bedienen op het gebied van dekundigheidbevordering.
Daarnaast zijn vele afdelingen en organisaties betrokken bij het speciaal onderwijs of onderwijsondersteuning. Afdeling begeleiding, curriculum ontwikkeling, pedologisch instituut, MOB, spelen allemaal een rol in het veld van speciaal onderwijs. Er zijn veel verschillende instituten die onderwijs verzorgen (zie rapport VSO, Weekers et al., 2011). Met een groot aantal van deze organisaties is gesproken. Gedurende het jaar 2011 heeft een aantal veldconsultaties en raadplegingen plaatsgehad ter aanvulling op het voornoemde rapport over het VSO van SLO. De tabel in de bijlagen geeft een overzicht van de gesprekken en bijeenkomsten die hebben plaatsgehad met de verschillende instanties en betrokkenen. De resultaten van deze gesprekken zijn verwerkt naar de verschillende componenten zoals weergegeven in figuur 1. De resultaten bestaan uit een verheldering van de huidige situatie, ervaren knelpunten, randvoorwaarden en aanbevelingen zoals verwoord door de verschillende betrokkenen. Samen met de eerder verzamelde informatie uit het VSO rapport heeft deze informatie geleid tot het actieplan zoals dat in onderdeel 4 van dit rapport is uitgewerkt.
7/40
2.2 Curriculum Vanuit het SO en VSO werkveld is er tijdens consultaties met nadruk gewezen op het ontbreken van een curriculum. Het ontbreken van een curriculum wordt ervaren als een zeer groot knelpunt voor het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs en toekomstperspectieven voor de leerlingen. Voornamelijk leerkrachten en schoolhoofden geven aan dat hun leerlingen niet in staat zijn het reguliere curriculum in hetzelfde tempo te doorlopen als andere leerlingen. Zij zouden graag de mogelijkheid hebben om het kerncurriculum (taal, rekenen en vormingsgebieden) in een afwijkend tempo te doorlopen en de vrije ruimte te gebruiken om het curriculum toe te spitsen op de eigen specifieke doelgroep. De deelnemers aan de gesprekken geven aan graag te willen leren van voorbeelden van speciaal onderwijs in binnen- en buitenland. Verder dient het curriculum vervolmaakt te worden met een toetsingsstructuur, waarin soorten toetsen, inhouden en toetsmomenten zijn vastgelegd. Het curriculum moet volgens het werkveld naast het reguliere kerncurriculum ook aandacht besteden aan praktische beroepsvoorbereidende activiteiten waardoor leerlingen voorbereid worden op een plek op de arbeidsmarkt. Over het algemeen ontbreekt geschikt les- en leermateriaal voor de verschillende groepen leerlingen in het speciaal onderwijs. Sociale werkplaatsen zouden een rol kunnen spelen bij het bieden van toekomstperspectieven voor leerlingen uit het speciaal onderwijs die niet doorstromen naar een vervolgopleiding. Sociale werkplaatsen zijn beschermde werkplaatsen die bedrijfsactiviteiten ontwikkelen voor zeer moeilijk bemiddelbare werkzoekenden. Kenmerken van zeer moeilijk bemiddelbare werkzoekenden zijn ondermeer: • Het niet hebben van een secundair onderwijs diploma; • Het niet kunnen verwerven of behouden van een arbeidsplaats door een cumulatie van persoons- en omgevingsgebonden factoren • Geen arbeidsplaats in het reguliere arbeidscircuit kunnen verwerven of behouden, maar wel het onder begeleiding kunnen verrichten van arbeid.
2.2 Orthopedagogisch-didactisch klimaat Een goed pedagogisch-didactisch klimaat dient als voorwaarde en gezonde basis voor een kind om zoveel mogelijk een ononderbroken ontwikkelingsgang te doorlopen. Naast een curriculum en professionele leerkrachten is een veilige en goede leeromgeving en leerklimaat belangrijk. In het SO en VSO gaat het vaak om Speciale voorzieningen die onontbeerlijk zijn, wil men stagnatie voorkomen in de ontwikkelingsgang van het kind. Hierdoor ontbreekt de basis voor een sterk orthopedagogisch en didactisch klimaat. De verschillende vertegenwoordigers van de onderwijsinstellingen geven aan dat ze niet altijd hun beoogde doelgroep in huis hebben. Dat heeft te maken met een niet geheel dekkend aanbod van speciaal onderwijsvoorzieningen in het land, waardoor leerlingen niet altijd bij de juiste instelling belanden. Daarnaast is de indicatiestelling niet altijd juist. Op macroniveau kan het MinOV inzetten op maatregelen om scholen kindvriendelijker te maken, met meer aandacht voor het kind. Te denken valt aan kleinere klassen en faciliteiten. Op mesoniveau kunnen scholen inzetten op een veilige leeromgeving door te werken aan een kindvriendelijker pedagogisch-didactisch klimaat in de school. Op microniveau kan de leerkracht in de klas inzetten op stimulerende en uitdagende lessen en de inrichting van de klas.
2.3 Zorgstructuur Het huidige zorgnetwerk bestaat uit de volgende partners: • Pedologisch instituut • Afdeling begeleiding • Medisch Opvoedkundig Bureau • Dienst maatschappelijk werk Sociale zaken • Afdeling Jeugdzorg Sociale zaken • Bureau Speciaal Onderwijs • Inspectie Tijdens de verschillende bijeenkomsten is naar voren gekomen dat de verschillende partners geneigd zijn zich bezig het houden met taken die feitelijk niet tot hun competentie gebied behoren. Daar worden verschillende redenen voor genoemd: • Er is geen afstemming en uitwisseling tussen de verschillende instanties • Visie, missie en taken zijn niet voor alle organisaties van de zorgstructuur helder geformuleerd • Er is gebrek aan een adequaat instrumentarium voor zorgtoewijzing en zorgverlening • Er is een groot gebrek aan geschoold en kundig kader Een zorgnetwerk is onmisbaar als men zorgleerlingen op adequate, efficiënte, kwalitatief hoogwaardige en structurele wijze wil voorzien van passende ondersteuning . Uit de gesprekken blijkt dat betrokkenen verschillende ideeen hebben over wat een zorgstructuur is, welke taken deze heeft en wie erin moeten participeren. Daarom moet het begrip zorgnetwerk/zorgstructuur gedefinieerd worden, zodat eenieder dezelfde zaken verwacht van het netwerk. Vragen die daarbij kunnen helpen zijn: • Welke organisaties dienen deel uit te maken van het netwerk? • Welke visie en missie hebben de verschillende instanties? • Welke verantwoordelijkheden, functies en bevoegdheden van de instanties? • Hoe vindt structurele afstemming plaats – en in welke volgorde - tussen de instanties? • Welke instanties verzorgen de zorgtoewijzing, welke de uitvoering van zorgarrangementen? • Welke zorg en ondersteuning kan momenteel geboden worden en welke onderdelen moeten versterkt worden om hoogwaardige zorg te kunnen bieden op het centrale niveau in de zin van voorwaarden, kaders, eisen (macro), het niveau van de school (meso), het niveau van het onderwijs in de klas (micro) en het individuele niveau (nano)? • Hoe kan de zorg na school (begeleid werktraject) gegarandeerd worden (job coaches, case managers etc.)? • Waar wonen en werken de mensen met een beperking op dit moment? • Op welke manier worden ouders betrokken bij het netwerk? • Wie coördineert de samenwerking met andere instellingen buiten het netwerk? • Hoe zou een ‘code of practice’ bijdragen aan kwaliteitsborging? • Hoe kan de kwaliteit van de zorg worden gemonitord, gecontroleerd en beoordeeld? Door antwoorden te vinden op deze vragen is het mogelijk om kwalitatief sterke ondersteuning te realiseren. Enkele aanvullende knelpunten die veel genoemd zijn tijdens de bijeenkomsten zijn • het tekort aan sterk en kundig personeel en • de tekortkomingen bij de indicatiestelling waardoor leerlingen verkeerd worden doorverwezen. Een aantal deelnemers aan de besprekingen heeft de aanbeveling gedaan om kennis te clusteren in een expertisecentrum speciaal onderwijs. Een dergelijk centrum zou kunnen voorzien in specifieke vormen van deskundigheid en diensten die variëren van voorlichting, het verschaffen van informatie, tot het bieden van hulp en behandeling. Te denken valt aan het clusteren van expertise over leesstoornissen (dyslexie), leerstoornissen, motorische stoornissen, taalstoornissen, rekenstoornissen (dyscalculi), gedragsproblemen, ADHD, autisme, opvoedingsondersteuning, etc.
1/40
Het ondersteunen van risicojongeren en jongeren in detentie Een apart gesprek is gevoerd met de detentie instellingen. Vertegenwoordigers geven aan dat preventie belangrijk is bij het voorkomen van uitval en detentie. Daarvoor is een integrale aanpak wenselijk bij jongeren met leer- en gedragsproblemen die dreigen te vervallen tot crimineel gedrag. De Dienst Jeugdzorg, het maatschappelijk werk, het bureau familie rechterlijke zaken en het zorgnetwerk zouden daarbij betrokken moeten zijn. Door samen de situatie van dergelijke risicojongeren in kaart te brengen kan gerichter en adequater ingespeeld worden op de problematiek waarin deze jongeren zich thuis bevinden. Als jongeren toch veroordeeld worden tot een gesloten instelling, is ook daar nog steeds onderwijs nodig. Ook deze kinderen en jongeren hebben recht op goed en volwaardig onderwijs. Deze groep wordt gekenmerkt door een rijke problematiek, waarin leer- of gedragsproblemen, maar ook zwakke sociale en emotionele ontwikkeling voortvloeiend uit zwakke opvoedkundige thuissituaties een rol kunnen spelen. Nagedacht kan worden over de opbouw van het curriculum en het onderwijstraject voor deze groep. Verder moeten deze kinderen geresocialiseerd worden, dat wil zeggen voorbereid op terugkeer naar de wereld buiten de inrichting, maar ook binnen de gezinssituatie en de school.
2.4 Professionalisering De roep om professionalisering wordt door alle deelnemers van alle bijeenkomsten gedeeld. Gesteld kan worden dat men over de volle breedte van instellingen die betrokken zijn bij speciaal onderwijs van mening is dat de expertise versterkt moet worden. Professionalisering moet onderdeel zijn van een systematische aanpak zoals voorgesteld in dit actieplan. Tot nu toe zijn trainingen en workshops vaak op zichzelf staande evenementen. Volgens de leerkrachten is er veel aanbod maar weinig continuïteit waardoor de kwaliteit weer verloren gaat. Daarnaast geven ze aan dat de trainers niet alleen kundig moeten zijn op hun vakgebied, maar ook didactisch sterk moeten zijn, waarbij zorg wordt gedragen voor kwalitatief hoogwaardig lesmateriaal en gebruik gemaakt moet gaan worden van ICT mogelijkheden. Alle nieuwe informatie zou in een SO database geplaatst kunnen worden, zodat de opbrengsten van een cursus niet alleen beperkt blijven tot de groep deelnemers, maar ook blijvend bij kan dragen aan de kennisbasis over SO in Suriname. Hoewel trainingen op zich vaak op prijs gesteld worden, is een systematischer aanpak gewenst. Het componentenmodel in figuur 1 kan daar een goede ondersteuning voor zijn. Het Centrum voor Nascholing Suriname (CENASU) zou ook een rol kunnen spelen bij het opzetten van een systematisch professionaliseringstraject. CENASU is opgezet om betrokkenen uit het onderwijsveld bij te scholen en zo de professionaliteit van leerkrachten te vergroten.
2/40
3. Aanpak 3.1 Inleiding Bij de ontwikkeling van een nieuwe structuur en een nieuw curriculum voor het speciaal onderwijs onderscheiden we veel betrokken en belanghebbende partijen. Het voorgaande VSO onderzoek heeft het over: "Actoren in het VSO zijn de VSO-scholen zelf, scholen voor regulier voortgezet onderwijs, schoolleiders en leerkrachten, leerlingen en hun ouders, diverse afdelingen van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, instellingen die vormgeven aan een zorgnetwerk, non gouvernementele en internationale organisatie en het bedrijfsleven". Uiteindelijk zullen voorstellen voor een nieuwe structuur en een nieuw curriculum voor het speciaal onderwijs moeten kunnen rekenen op instemming van alle betrokkenen en belanghebbenden, omdat zij degenen zijn die uitvoering moeten geven aan het nieuwe speciaal onderwijs. Dat betekent een behoedzaam en diplomatiek manoeuvreren waarbij rekening wordt gehouden met de inbreng, op alle niveaus van betrokkenen en belanghebbenden. In dit hoofdstuk gaan we in op aspecten die van belang zijn om te komen tot een breed gedragen structuur en curriculum. Het zijn voorwaardelijke aspecten waarmee men rekening dient te houden gedurende het gehele hervormings- en ontwikkelingsproces. Daarnaast is het van belang dat stapsgewijze en op een systematische manier wordt gewerkt aan de ontwikkeling van de structuur en het curriculum van het speciaal onderwijs. Dit betekent dat de voorliggende werkzaamheden in overzichtelijke en logische stappen leidend tot een einddoel worden beschreven. Alleen dan houdt men de regie vast die nodig is om zoveel partijen naar tevredenheid te kunnen betrekken. Dit betekent overigens niet dat alle partijen altijd zullen krijgen wat gewenst wordt. Goed overleg en zorgvuldige afwegingen zullen uiteindelijk leiden tot een structuur en een curriculum dat voor iedereen op hoofdlijnen aanvaardbaar is. Voor het begeleiden van de activiteiten zoals ze in dit actieplan zijn opgenomen, is het van belang om een projectteam samen te stellen. Een dergelijk projectteam is bij voorkeur heterogeen van samenstelling, waardoor de verschillende niveaus in de onderwijsstructuur betrokken zijn. Daarbij kan gedacht worden aan het bureau speciaal onderwijs (BSO), NGOs, vertegenwoordigers van het zorgnetwerk en scholen. Daarnaast wordt een klankbordgroep voorgesteld. Deze groep heeft een belangrijke functie als ‘kritisch oog’ maar ook als ‘kritische vriend’, met welke er afstemming is over vraagstukken, maatregelen, problemen, oplossingsstrategieën, onderwijsinhoudelijke en organisatorische zaken. Met betrekking tot het instellen van de klankbordgroep geldt als voorwaarde dat leden van die groep inhoudelijke kennis en affiniteit moeten hebben van onderwijs (en met name SO). De navolgende paragrafen belichten de belangrijkste aspecten waarbij tijdens het gehele proces rekening gehouden moet worden.
3.2 Draagvlak Het succes van de herstructurering van het speciaal onderwijs is mede afhankelijk van het draagvlak waarop dit curriculum, in de breedste zin van het woord, kan steunen. De uitspraak ‘voor en door het vso’ is hiervan een illustratie. Een curriculum dat alleen door experts wordt ontworpen en uitgewerkt kan niet zo maar rekenen op commitment van direct betrokkenen ofwel: diegenen die er mee moeten werken. Dit betekent dat bij het ontwikkelen van een structuur en een curriculum voor het speciaal onderwijs alle betrokkenen en belanghebbenden een min of meer actieve rol moeten spelen. Dat moet worden georganiseerd. Het creëren van draagvlak voor een curriculum voor het speciaal onderwijs is voorwaarde voor succes.
3.3 Draagkracht Naast draagvlak is draagkracht eveneens van essentieel belang voor een succesvolle herstructurering. Draagkracht wil zo veel zeggen als: de hoeveelheid en het gewicht aan werk dat betrokkenen kunnen verzetten om het eindresultaat te bereiken. Een te zware belasting kan leiden tot voortijdig afhaken van een team. Zaak is goed in te schatten hoeveel werk het collectief van een ontwikkelteam aankan. Een te zware last – op elk niveau (macro tot micro) kan leiden tot 'verlamming' en dat zou de zaak van de herstructurering geen goed doen.
3/40
3.4 Systematisch en planmatig Het aanbrengen van een systematische en planmatige aanpak helpt om het proces goed te laten lopen en uiteindelijk een hoogwaardig product op te leveren. Met het eindproduct voor ogen is het mogelijk terug te redeneren en de juiste stappen te formuleren die achtereenvolgens moeten worden gezet om tot dat beoogde eindproduct te komen. Dit betekent dat een werkgroep focust op de doelen die zij wil bereiken; dat zij nadenkt over de verschillende stappen die gezet moeten worden om dit doel te bereiken en dat zij aan de hand van een agenda die activiteiten uitvoert die op de planning staan. Bij de ontwikkeling van het curriculum zal systematisch de voortgang van het ontwikkelingsproces in de gaten moeten worden gehouden en daar waar nodig de activiteitenplanning bijgesteld opdat een niet al te grote afwijking ontstaat tussen de geplande en de uitgevoerde werkzaamheden. Werken op grond van een formeel (wettelijk) kader en volgens een plan aan een gezamenlijk gesteld doel zijn voorwaarden voor succes.
3.5 Communicatie Het herstructureren van het speciaal onderwijs en het ontwikkelen van een curriculum is geen eenvoudige exercitie waarbij men onvermijdelijk aan gaat lopen tegen problemen en ogenschijnlijk onoverbrugbare tegenstellingen; waarbij men niet steeds op de hoogte is van de activiteiten die collega's uitvoeren. Het is om die reden van belang om een communicatiestructuur op te zetten waarbinnen alle betrokkenen in ieder geval op hoofdlijnen op de hoogte worden gehouden van alle ontwikkelingen. Dit speelt op meerdere niveaus binnen de activiteitenplanning. Het gaat daarbij om informeren, verantwoorden, opiniëren en beslissen. Het gaat erom dat er helderheid bestaat omtrent datgene wat met wie gecommuniceerd wordt, de wijze waarop dat gebeurt en de status van de informatie die uitgewisseld wordt (i.e. een plan, een besluit, een idee). Een ondermaatse communicatie kan leiden tot afkalving van het draagvlak. De voorlichtingsafdeling van het MinOV heeft hiervoor onlangs een plan ontwikkeld, wat als bijlage is toegevoegd.
3.6 Van activiteitenplanning naar actieplan De in hoofdstuk 4 beschreven activiteiten zijn helder maar algemeen geformuleerd. Het is zaak bij de realisatie van de activiteitenplanning zo veel mogelijk te denken in kleine, overzichtelijke stappen waarbij concrete tussenopbrengsten worden geformuleerd en nagestreefd. Dit betekent dat activiteitenplannen moeten worden uitgewerkt in SMART actieplannen. SMART staat voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel (of Actueel), Meetbaar en Tijdsgebonden. Het formuleren van concrete activiteiten gekoppeld aan meetbare opbrengsten en de uitvoering ervan - verhoogt de kans op succes.
4/40
4. Deelplan: Naar een curriculum voor speciaal onderwijs 4.1
Activiteit: Uitgangspunten voor een Surinaams curriculum SO
naam project:
Verbeteringsprogramma Speciaal Onderwijs (SO)
korte omschrijving van het deelplan; de voorliggende activiteit:
Het Surinaams SO ambieert hoogwaardig onderwijs te leveren aan leerlingen met een beperking; onderwijs dat hen voorbereidt op zo zelfstandig mogelijk functioneren in de Surinaamse samenleving. Daartoe is het noodzakelijk dat eenduidige inhoudelijke kaders worden ontworpen aan de hand waarvan het curriculum voor het speciaal onderwijs kan worden vormgegeven. Om deze kaders vast te stellen is het noodzakelijk die basale uitgangspunten te formuleren die richting geven aan het gehele Surinaamse funderend onderwijs. Dit activiteitenplan voorziet in de aanpak hiervan.
betreft kwaliteitsstandaard/indicator
De programmering van het Surinaams SO is er op gericht leerlingen voor te bereiden om als volwaardig burger zo zelfstandig mogelijk te functioneren in de Surinaamse samenleving; in leren, wonen, werken en vrijetijdsbesteding
Opbrengsten uit de vorige periode Produkten
• • • •
Naar een curriculum voor Speciaal Onderwijs; een onderzoek naar de plaats van en een curriculum voor het Surinaamse so Curriculumraamwerk Surinaams basisonderwijs Op weg naar een basisonderwijscurriculum; Curriculumraamwerk en leerlijnen Structuur en ruimte voor ontwikkeling; Scenario’s voor de bovenbouw van het toekomstig basisonderwijs
Proces
In de afgelopen periode is kwalitatief en kwantitatief onderzoek gedaan binnen het Surinaams speciaal onderwijs. Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling door het Basic Improvement Education Project/SLO waarbij een breed scala aan belanghebbenden en betrokkenen is bevraagd.
Aandachtspunten voor de komende periode
In de komende periode zal aandacht moeten worden besteed aan de volgend aspecten met betrekking tot de curriculumontwikkeling van het Surinaamse so: • Vaststellen van de uitgangspunten als basis voor het curriculum voor het speciaal onderwijs; • Vaststellen van missie, visie en doelen als inhoudelijk kader voor het curriculum voor het speciaal onderwijs; • Ontwikkeling van het curriculum voor het speciaal onderwijs • Ontwikkeling van een adequate structuur van zorg en begeleiding op het niveau van de school, de medewerker en de leerling • Ontwikkeling van richtlijnen ter concretisering van een krachtig orthopedagogisch en didactisch klimaat binnen het speciaal onderwijs • Ontwikkeling van een professionaliseringstraject om curriculum, zorg & begeleiding en orthopedagogisch en –didactisch klimaat te verankeren in het Surinaams speciaal onderwijs
5
projectleider: samenstelling projectteam:
Vertegenwoordigers uit vso, lager so ,relevante partners, MinOV
verantwoordelijk leiding gevende: projectbudget: fasering + globaal plan van aanpak: te leveren prestaties: Wat gaan we doen?
januari 2012 – februari 2012 1. 2. 3. • • • • 4.
We stellen een projectteam samen dat kan bogen op breed draagvlak binnen het Surinaamse SO; We stellen een activiteitenplanning en een werkwijze voor dit projectteam op; We, het projectteam, gaan de uitgangspunten die gehanteerd worden in het Curriculumraamwerk Surinaams basisonderwijs screenen op bruikbaarheid voor het Surinaams vso. Dit betekent dat we kijken welke uitgangspunten één op één kunnen worden overgenomen; welke uitgangspunten nader moeten worden gespecificeerd, welke uitgangspunten niet relevant lijken welke nieuwe uitgangspunten moeten worden toegevoegd We leggen onze bevindingen ter instemming voor aan de werkgroep speciaal onderwijs van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling
uit te voeren door: Wie doen er allemaal mee?
Projectleider , vertegenwoordigers van 9 VSO-scholen, ETO, ENO, Lager SO
beoogd resultaat: Met welke opbrengst zijn we tevreden?
• •
Communicatie Hoe is de communicatie met betrekking tot de voortgang geregeld met de verantwoordelijk leidinggevende? Hoe is de communicatie met betrekking tot de uitvoering van de werkgroep geregeld?
De verantwoordelijk leidinggevende wordt over de voortgang van de activiteiten twee-wekelijks geïnformeerd door de projectleider De verantwoordelijk leidinggevende wordt door middel van email op de hoogte gehouden van de produktontwikkeling
We zijn tevreden wanneer we een adequate werkstructuur hebben vastgesteld We zijn tevreden o wanneer we een beknopt document hebben opgeleverd waarin voorstellen staan geformuleerd voor de uitgangspunten voor het curriculum voor het Surinaams speciaal onderwijs en o wanneer de werkgroep Speciaal Onderwijs met deze voorstellen heeft ingestemd
De werkgroep komt zoveel als dat nodig is bijeen [op basis van de werkstructuur] De werkgroep communiceert tussentijds over activiteiten en [deel]opbrengsten via email
6
Hoe is de communicatie met het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling geregeld? Hoe wordt het veld geïnformeerd?
De projectleider rapporteert aan de werkgroep over de voortgang van de activiteiten tijdens de overlegmomenten van de Commissie Speciaal onderwijs. [Deel]opbrengsten, agenda's en verlagen worden per email aan de werkgroep Speciaal Onderwijs aangereikt Het veld wordt geïnformeerd tijdens een nader te bepalen bijeenkomst/seminar waarbij men de gelegenheid krijgt te reflecteren op voorliggende producten
Evaluatie Stellen we een evaluatiemoment vast? Wie evalueert en aan de hand van welke criteria? Wat doen we met de bevindingen? et cetera.
Er zijn twee evaluatiemomenten: • De instemming van de Commissie Speciaal Onderwijs • De peiling die tijdens een nader te bepalen bijeenkomst/seminar ten behoeve van het veld wordt georganiseerd [Indien een fysieke bijeenkomst niet mogelijk is kunnen we volstaan met het organiseren van een schriftelijke peiling onder betrokkenen en belanghebbenden]
benodigdheden + kostenraming: •
extra formatie:
€
•
ondersteuning / scholing:
€
•
materialen / voorzieningen:
€
•
diversen:
€
bijzonderheden:
7
3.2
Activiteit: Missie, visie en doelen voor een Surinaams curriculum SO
naam project:
Verbeteringsprogramma Speciaal Onderwijs
korte omschrijving van het deelplan; de voorliggende activiteit:
Het Surinaams SO ambieert hoogwaardig onderwijs te leveren aan leerlingen met een beperking; onderwijs dat hen voorbereidt op zo zelfstandig mogelijk functioneren in de Surinaamse samenleving. Daartoe is het noodzakelijk dat eenduidige inhoudelijke kaders worden ontworpen aan de hand waarvan het curriculum voor het speciaal onderwijs kan worden vormgegeven. Om deze kaders vast te stellen is het noodzakelijk missie, visie en doelen te formuleren die richting geven aan het gehele Surinaamse funderend onderwijs. Dit activiteitenplan voorziet in de aanpak hiervan.
betreft kwaliteitsstandaard/indicator
De programmering van het Surinaams SO is er op gericht leerlingen voor te bereiden om als volwaardig burger zo zelfstandig mogelijk te functioneren in de Surinaamse samenleving; in leren, wonen, werken en vrijetijdsbesteding
Opbrengsten uit de vorige periode Produkten
• • • •
Naar een curriculum voor Speciaal Onderwijs; een onderzoek naar de plaats van en een curriculum voor het Surinaamse SO Curriculumraamwerk Surinaams basisonderwijs Op weg naar een basisonderwijscurriculum; Curriculumraamwerk en leerlijnen Structuur en ruimte voor ontwikkeling; Scenario’s voor de bovenbouw van het toekomstig basisonderwijs
Proces
In de afgelopen periode is kwalitatief en kwantitatief onderzoek gedaan binnen het Surinaams speciaal onderwijs. Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling door het Basic Improvement Education Project/SLO waarbij een breed scala aan belanghebbenden en betrokkenen is bevraagd.
Aandachtspunten voor de komende periode
In de komende periode zal aandacht moeten worden besteed aan de volgend aspecten met betrekking tot de curriculumontwikkeling van het Surinaamse SO • Vaststellen van de uitgangspunten als basis voor het curriculum voor het speciaal onderwijs; • Vaststellen van missie, visie en doelen als inhoudelijk kader voor het curriculum voor het speciaal onderwijs; • Ontwikkeling van het curriculum voor het speciaal onderwijs • Ontwikkeling van een adequate structuur van zorg en begeleiding op het niveau van de school, de medewerker en de leerling • Ontwikkeling van richtlijnen ter concretisering van een krachtig orthopedagogisch en didactisch klimaat binnen het speciaal onderwijs • Ontwikkeling van een professionaliseringstraject om curriculum, zorg & begeleiding en orthopedagogisch en –didactisch klimaat te verankeren in het Surinaams speciaal onderwijs
projectleider: samenstelling projectteam:
Vertegenwoordigers uit SO, relevante partners, MinOV
verantwoordelijk leiding gevende:
8
projectbudget: fasering + globaal plan van aanpak: te leveren prestaties: Wat gaan we doen?
februari 2012 – april 2012 1. 2. 3. • • • • 4.
We stellen een projectteam samen dat kan bogen op breed draagvlak binnen het Surinaamse SO; We stellen een activiteitenplanning en een werkwijze voor dit projectteam op; We, het projectteam, gaan de missie, visie en doelen die gehanteerd worden in het Curriculumraamwerk Surinaams basisonderwijs screenen op bruikbaarheid voor het Surinaamse SO. Dit betekent dat we kijken welke onderdelen van missie, visie en doelen één op één kunnen worden overgenomen; welke onderdelen van missie, visie en doelen nader moeten worden gespecificeerd, welke onderdelen van missie, visie en doelen niet relevant lijken welke nieuwe onderdelen aan missie, visie en doelen moeten worden toegevoegd We leggen onze bevindingen ter instemming voor aan de werkgroep speciaal onderwijs van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling
uit te voeren door: Wie doen er allemaal mee?
vertegenwoordigers van 9 VSO-scholen, ETO, ENO, lager so
beoogd resultaat: Met welke opbrengst zijn we tevreden?
• •
Communicatie Hoe is de communicatie met betrekking tot de voortgang geregeld met de verantwoordelijk leidinggevende? Hoe is de communicatie met betrekking tot de uitvoering van de werkgroep geregeld? Hoe is de communicatie met het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling geregeld? Hoe wordt het veld geïnformeerd?
De verantwoordelijk leidinggevende wordt over de voortgang van de activiteiten twee-wekelijks geïnformeerd door de projectleider De verantwoordelijk leidinggevende wordt door middel van email op de hoogte gehouden van de productontwikkeling
We zijn tevreden wanneer we een adequate werkstructuur hebben vastgesteld We zijn tevreden o wanneer we een beknopt document hebben opgeleverd waarin voorstellen staan geformuleerd voor de missie, visie en doelen voor het curriculum van het Surinaams speciaal onderwijs en o wanneer de commissie Speciaal Onderwijs met deze voorstellen heeft ingestemd
De commissie komt zoveel als dat nodig is bijeen [op basis van de werkstructuur] De commissie communiceert tussentijds over activiteiten en [deel]opbrengsten via email De projectleider rapporteert aan de werkgroep over de voortgang van de activiteiten tijdens de overlegmomenten van de commissie Speciaal onderwijs. [Deel]opbrengsten, agenda's en verlagen worden per email aan de commissie Speciaal Onderwijs aangereikt Het veld wordt geïnformeerd tijdens een nader te bepalen bijeenkomst/seminar waarbij men de gelegenheid krijgt te reflecteren op voorliggende producten
9
Evaluatie Stellen we een evaluatiemoment vast? Wie evalueert en aan de hand van welke criteria? Wat doen we met de bevindingen? et cetera.
Er zijn twee evaluatiemomenten: • De instemming van de commissie Speciaal Onderwijs • De peiling die tijdens een nader te bepalen bijeenkomst/seminar ten behoeve van het veld wordt georganiseerd [Indien een fysieke bijeenkomst niet mogelijk is kunnen we volstaan met het organiseren van een schriftelijke peiling onder betrokkenen en belanghebbenden]
benodigdheden + kostenraming: •
extra formatie:
€
•
ondersteuning / scholing:
€
•
materialen / voorzieningen:
€
•
diversen:
€
bijzonderheden:
10
3.3
Activiteit: Curriculum voor het Surinaamse SO [1, de leer- en vormingsgebieden]
naam project:
Verbeteringsprogramma Speciaal onderwijs
korte omschrijving van het deelplan; de voorliggende activiteit:
Het Surinaams Speciaal Onderwijs ambieert hoogwaardig onderwijs te leveren aan leerlingen met een beperking; onderwijs dat hen voorbereidt op zo zelfstandig mogelijk functioneren in de Surinaamse samenleving. Daartoe is het noodzakelijk dat eenduidige inhoudelijke kaders worden ontworpen aan de hand waarvan het curriculum voor het speciaal onderwijs kan worden vormgegeven. Om deze kaders vast te stellen is het noodzakelijk die leer- en vormingsgebieden te formuleren die richting geven aan het gehele Surinaamse funderend onderwijs. Dit activiteitenplan voorziet in de aanpak hiervan.
betreft kwaliteitsstandaard/indicator
De programmering van het Surinaams SO is er op gericht leerlingen voor te bereiden om als volwaardig burger zo zelfstandig mogelijk te functioneren in de Surinaamse samenleving; in leren, wonen, werken en vrijetijdsbesteding
Opbrengsten uit de vorige periode Producten
• • • •
Naar een curriculum voor Speciaal Onderwijs; een onderzoek naar de plaats van en een curriculum voor het Surinaamse SO Curriculumraamwerk Surinaams basisonderwijs Op weg naar een basisonderwijscurriculum; Curriculumraamwerk en leerlijnen Structuur en ruimte voor ontwikkeling; Scenario’s voor de bovenbouw van het toekomstig basisonderwijs
Proces
In de afgelopen periode is kwalitatief en kwantitatief onderzoek gedaan binnen het Surinaams speciaal onderwijs. Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling door het Basic Improvement Education Project/SLO waarbij een breed scala aan belanghebbenden en betrokkenen is bevraagd.
Aandachtspunten voor de komende periode
In de komende periode zal aandacht moeten worden besteed aan de volgend aspecten met betrekking tot de curriculumontwikkeling van het Surinaamse Speciaal Onderwijs : • Vaststellen van de uitgangspunten als basis voor het curriculum voor het speciaal onderwijs; • Vaststellen van missie, visie en doelen als inhoudelijk kader voor het curriculum voor het speciaal onderwijs; • Ontwikkeling van het curriculum voor het speciaal onderwijs • Ontwikkeling van een adequate structuur van zorg en begeleiding op het niveau van de school, de medewerker en de leerling • Ontwikkeling van richtlijnen ter concretisering van een krachtig orthopedagogisch en didactisch klimaat binnen het speciaal onderwijs • Ontwikkeling van een professionaliseringstraject om curriculum, zorg & begeleiding en orthopedagogisch en –didactisch klimaat te verankeren in het Surinaams speciaal onderwijs
projectleiders: samenstelling projectteam:
Vertegenwoordigers uit vso en Lager SO , relevante partners, MinOV
11
verantwoordelijk leiding gevende: projectbudget: fasering + globaal plan van aanpak: te leveren prestaties: Wat gaan we doen?
april 2012 – juni 2012 1. 2. 3. • • • • 4.
We stellen een projectteam samen dat kan bogen op breed draagvlak binnen het Surinaamse Speciaal onderwijs; We stellen een activiteitenplanning en een werkwijze voor dit projectteam op; We, het projectteam, gaan de leer- en vormingsgebieden die gehanteerd worden in het Curriculumraamwerk Surinaams basisonderwijs screenen op bruikbaarheid voor het Surinaams vso. Dit betekent dat we kijken welke leer- en vormingsgebieden één op één kunnen worden overgenomen; welke leer- en vormingsgebieden nader moeten worden gespecificeerd, welke leer- en vormingsgebieden niet relevant lijken welke nieuwe [deel]leer- en vormingsgebieden moeten worden toegevoegd We leggen onze bevindingen ter instemming voor aan de werkgroep speciaal onderwijs van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling
uit te voeren door: Wie doen er allemaal mee?
Projectleiding met vertegenwoordigers van 9 VSO-scholen, ETO, ENO, en de schoolleiders van de lager speciaal onderwijsscholen afdeling CO van het MinOV
beoogd resultaat: Met welke opbrengst zijn we tevreden?
• •
Communicatie Hoe is de communicatie met betrekking tot de voortgang geregeld met de verantwoordelijk leidinggevende? Hoe is de communicatie met betrekking tot de uitvoering van de werkgroep geregeld? Hoe is de communicatie met het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling geregeld? Hoe wordt het veld geïnformeerd?
De verantwoordelijk leidinggevende wordt over de voortgang van de activiteiten twee-wekelijks geïnformeerd door de projectleider De verantwoordelijk leidinggevende wordt door middel van email op de hoogte gehouden van de productontwikkeling
We zijn tevreden wanneer we een adequate werkstructuur hebben vastgesteld We zijn tevreden o wanneer we een beknopt document hebben opgeleverd waarin voorstellen staan geformuleerd voor de in te voeren leer- en vormingsgebieden voor het Surinaams curriculum speciaal onderwijs en o wanneer de werkgroep Speciaal Onderwijs met deze voorstellen heeft ingestemd
De commissie komt zoveel als dat nodig is bijeen [op basis van de werkstructuur] De commissie communiceert tussentijds over activiteiten en [deel]opbrengsten via email De projectleider rapporteert aan de commissie de voortgang van de activiteiten tijdens de overlegmomenten van de commissie Speciaal onderwijs. [Deel]opbrengsten, agenda's en verlagen worden per email aan de Commissie Speciaal Onderwijs aangereikt Het veld wordt geïnformeerd tijdens een nader te bepalen bijeenkomst/seminar waarbij men de gelegenheid krijgt te reflecteren op voorliggende producten
12
Evaluatie Stellen we een evaluatiemoment vast? Wie evalueert en aan de hand van welke criteria? Wat doen we met de bevindingen? et cetera.
Er zijn twee evaluatiemomenten: • De instemming van de commissie Speciaal Onderwijs • De peiling die tijdens een nader te bepalen bijeenkomst/seminar ten behoeve van het veld wordt georganiseerd [Indien een fysieke bijeenkomst niet mogelijk is kunnen we volstaan met het organiseren van een schriftelijke peiling onder betrokkenen en belanghebbenden]
benodigdheden + kostenraming: •
extra formatie:
€
•
ondersteuning / scholing:
€
•
materialen / voorzieningen:
€
•
diversen:
€
bijzonderheden:
13
3.4
Activiteit: Curriculum voor het Surinaamse SO [2a: leerlijnen per leergebied]
naam project:
Verbeteringsprogramma Speciaal Onderwijs
korte omschrijving van het deelplan; de voorliggende activiteit:
•
betreft kwaliteitsstandaard/indicator
De programmering van het Surinaams VSO is er op gericht leerlingen voor te bereiden om als volwaardig burger zo zelfstandig mogelijk te functioneren in de Surinaamse samenleving; in leren, wonen, werken en vrijetijdsbesteding
Het Surinaams vso ambieert hoogwaardig onderwijs te leveren aan leerlingen met een beperking; onderwijs dat hen voorbereidt op zo zelfstandig mogelijk functioneren in de Surinaamse samenleving. Daartoe is het noodzakelijk dat niet alleen eenduidige inhoudelijke kaders worden ontworpen aan de hand waarvan het curriculum voor het speciaal onderwijs kan worden vormgegeven maar juist dat inhoudelijke kaders, in dit geval de leergebieden, worden vertaald naar leerlijnen [en lesinhouden]. Bij het vaststellen van deze leerlijnen is het noodzakelijk die leerlijnen zoals die zijn weergegeven in de publicatie Op weg naar een basisonderwijscurriculum; Curriculumraamwerk en leerlijnen te screenen op bruikbaarheid en relevantie en daar waar nodig aan te passen ten behoeve van het Surinaamse vso. Dit activiteitenplan voorziet in de aanpak hiervan.
Opbrengsten uit de vorige periode Producten
• • • •
Naar een curriculum voor Speciaal Onderwijs; een onderzoek naar de plaats van en een curriculum voor het Surinaamse SO Curriculumraamwerk Surinaams basisonderwijs Op weg naar een basisonderwijscurriculum; Curriculumraamwerk en leerlijnen Structuur en ruimte voor ontwikkeling; Scenario’s voor de bovenbouw van het toekomstig basisonderwijs
Proces
In de afgelopen periode is kwalitatief en kwantitatief onderzoek gedaan binnen het Surinaams speciaal onderwijs. Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling door het Basic Improvement Education Project/SLO waarbij een breed scala aan belanghebbenden en betrokkenen is bevraagd.
Aandachtspunten voor de komende periode
In de komende periode zal aandacht moeten worden besteed aan de volgend aspecten met betrekking tot de curriculumontwikkeling van het Surinaamse so: • Vaststellen van de uitgangspunten als basis voor het curriculum voor het speciaal onderwijs; • Vaststellen van missie, visie en doelen als inhoudelijk kader voor het curriculum voor het speciaal onderwijs; • Ontwikkeling van het curriculum voor het speciaal onderwijs • Ontwikkeling van een adequate structuur van zorg en begeleiding op het niveau van de school, de medewerker en de leerling • Ontwikkeling van richtlijnen ter concretisering van een krachtig orthopedagogisch en didactisch klimaat binnen het speciaal onderwijs • Ontwikkeling van een professionaliseringstraject om curriculum, zorg & begeleiding en orthopedagogisch en –didactisch klimaat te verankeren in het Surinaams speciaal onderwijs
projectleiders: samenstelling projectteam:
Vertegenwoordigers uit vso, lager SO ,relevante partners, MinOV
14
verantwoordelijk leiding gevende: projectbudget: fasering + globaal plan van aanpak: te leveren prestaties: Wat gaan we doen?
september 2012 – december 2013 1. 2. 3. • • • • 4.
We stellen een projectteam samen dat kan bogen op breed draagvlak binnen het Surinaamse SO; We stellen een activiteitenplanning en een werkwijze voor dit projectteam op; We, het projectteam, gaan de leerlijnen die beschreven zijn in Op weg naar een basisonderwijscurriculum; Curriculumraamwerk en leerlijnen worden screenen op bruikbaarheid voor het Surinaams so. Dit betekent dat we kijken welke leerlijnen één op één kunnen worden overgenomen; welke leerlijnen nader moeten worden gespecificeerd, welke leerlijnen niet relevant lijken dan wel beschouwd kunnen worden als ballast welke nieuwe leerlijnen moeten worden toegevoegd We leggen onze bevindingen ter instemming voor aan de werkgroep speciaal onderwijs van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling
uit te voeren door: Wie doen er allemaal mee?
Projectleider , vertegenwoordigers van 9 VSO-scholen, schoolleiders lager SO, ETO, ENO, Afdeling CO van het MinOV
beoogd resultaat: Met welke opbrengst zijn we tevreden?
• •
Communicatie Hoe is de communicatie met betrekking tot de voortgang geregeld met de verantwoordelijk leidinggevende? Hoe is de communicatie met betrekking tot de uitvoering van de werkgroep geregeld? Hoe is de communicatie met het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling geregeld? Hoe wordt het veld geïnformeerd?
De verantwoordelijk leidinggevende wordt over de voortgang van de activiteiten twee-wekelijks geïnformeerd door de projectleider De verantwoordelijk leidinggevende wordt door middel van email op de hoogte gehouden van de productontwikkeling
We zijn tevreden wanneer we een adequate werkstructuur hebben vastgesteld We zijn tevreden o wanneer we een beknopt document hebben opgeleverd waarin voorstellen staan geformuleerd voor de in te voeren leerlijnen voor alle leergebieden voor het Surinaams curriculum speciaal onderwijs en o wanneer de werkgroep Speciaal Onderwijs met deze voorstellen heeft ingestemd
De commissie komt zoveel als dat nodig is bijeen [op basis van de werkstructuur] De commissie communiceert tussentijds over activiteiten en [deel]opbrengsten via email De projectleider rapporteert aan de werkgroep over de voortgang van de activiteiten tijdens de overlegmomenten van de commissie Speciaal onderwijs. [Deel]opbrengsten, agenda's en verlagen worden per email aan de werkgroep Speciaal Onderwijs aangereikt Het veld wordt geïnformeerd tijdens een nader te bepalen bijeenkomst/seminar waarbij men de gelegenheid krijgt te reflecteren op voorliggende producten
15
Evaluatie Stellen we een evaluatiemoment vast? Wie evalueert en aan de hand van welke criteria? Wat doen we met de bevindingen? et cetera.
Er zijn twee evaluatiemomenten: • De instemming van de commissie Speciaal Onderwijs • De peiling die tijdens een nader te bepalen bijeenkomst/seminar ten behoeve van het veld wordt georganiseerd [Indien een fysieke bijeenkomst niet mogelijk is kunnen we volstaan met het organiseren van een schriftelijke peiling onder betrokkenen en belanghebbenden]
benodigdheden + kostenraming: •
extra formatie:
€
•
ondersteuning / scholing:
€
•
materialen / voorzieningen:
€
•
diversen:
€
bijzonderheden:
16
3.5
Activiteit: Curriculum voor het Surinaamse SO [2b: leerlijnen per vormingsgebied]
naam project:
Verbeteringsprogramma speciaal onderwijs
korte omschrijving van het deelplan; de voorliggende activiteit:
•
betreft kwaliteitsstandaard/indicator
De programmering van het Surinaams SO is er op gericht leerlingen voor te bereiden om als volwaardig burger zo zelfstandig mogelijk te functioneren in de Surinaamse samenleving; in leren, wonen, werken en vrijetijdsbesteding
Het Surinaamse SO ambieert hoogwaardig onderwijs te leveren aan leerlingen met een beperking; onderwijs dat hen voorbereidt op zo zelfstandig mogelijk functioneren in de Surinaamse samenleving. Daartoe is het noodzakelijk dat niet alleen eenduidige inhoudelijke kaders worden ontworpen aan de hand waarvan het curriculum voor het speciaal onderwijs kan worden vormgegeven maar juist dat inhoudelijke kaders, in dit geval de vormingsgebieden worden geoperationaliseerd in termen van activiteiten, eventueel vertaald naar leerlijnen [en lesinhouden]. Bij het vaststellen van deze activiteiten is het noodzakelijk die vormingsgebieden zoals die zijn weergegeven in de publicatie Op weg naar een basisonderwijscurriculum; Curriculumraamwerk en leerlijnen te vertalen naar activiteitenniveau al dan niet neergelegd in specifieke leerlijnen. Dit activiteitenplan voorziet in de aanpak hiervan.
Opbrengsten uit de vorige periode Producten
• • • •
Naar een curriculum voor Speciaal Onderwijs; een onderzoek naar de plaats van en een curriculum voor het Surinaamse so Curriculumraamwerk Surinaams basisonderwijs Op weg naar een basisonderwijscurriculum; Curriculumraamwerk en leerlijnen Structuur en ruimte voor ontwikkeling; Scenario’s voor de bovenbouw van het toekomstig basisonderwijs
Proces
In de afgelopen periode is kwalitatief en kwantitatief onderzoek gedaan binnen het Surinaams speciaal onderwijs. Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling door het Basic Improvement Education Project/SLO waarbij een breed scala aan belanghebbenden en betrokkenen is bevraagd.
Aandachtspunten voor de komende periode
In de komende periode zal aandacht moeten worden besteed aan de volgend aspecten met betrekking tot de curriculumontwikkeling van het Surinaamse vso: • Vaststellen van de uitgangspunten als basis voor het curriculum voor het speciaal onderwijs; • Vaststellen van missie, visie en doelen als inhoudelijk kader voor het curriculum voor het speciaal onderwijs; • Ontwikkeling van het curriculum voor het speciaal onderwijs • Ontwikkeling van een adequate structuur van zorg en begeleiding op het niveau van de school, de medewerker en de leerling • Ontwikkeling van richtlijnen ter concretisering van een krachtig orthopedagogisch en didactisch klimaat binnen het speciaal onderwijs • Ontwikkeling van een professionaliseringstraject om curriculum, zorg & begeleiding en orthopedagogisch en –didactisch klimaat te verankeren in het Surinaams speciaal onderwijs
projectleiders:
17
samenstelling projectteam:
Vertegenwoordigers uit vso, lager so, relevante partners, MinOV
verantwoordelijk leiding gevende: projectbudget: fasering + globaal plan van aanpak: te leveren prestaties: Wat gaan we doen?
september 2012 – december 2013 1. 2. 3.
4. 5. 6.
We stellen een projectteam samen dat kan bogen op breed draagvlak binnen het Surinaamse SO; We stellen een activiteitenplanning en een werkwijze voor dit projectteam op; We, het projectteam, gaan de vormingsgebieden die beschreven zijn in Op weg naar een basisonderwijscurriculum; Curriculumraamwerk en leerlijnen vertalen naar activiteitenniveau [cursorisch, geïntegreerd, specifiek ingezet] voor het Surinaams vso. Dit betekent dat we kijken o welke vormingsgebieden vertaald kunnen/moeten worden in leerlijnen en welke niet; o welke vormingsgebieden op een andere wijze moeten worden uitgewerkt inclusief suggesties voor deze vertaling, We ontwikkelen die leerlijnen voor de betreffende vormingsgebieden We ontwikkelen voor de overige [deel]vormingsgebieden de alternatieve vertalingen naar een operationeel niveau We leggen onze bevindingen ter instemming voor aan de werkgroep speciaal onderwijs van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling
uit te voeren door: Wie doen er allemaal mee?
vertegenwoordigers van 9 VSO-scholen, lagere SO scholen ,ETO, ENO,Zorgteam, Afdeling CO van het MinOV
beoogd resultaat: Met welke opbrengst zijn we tevreden?
• •
•
We zijn tevreden wanneer we een adequate werkstructuur hebben vastgesteld We zijn tevreden o wanneer we een beknopt document hebben opgeleverd waarin voorstellen staan geformuleerd voor die vormingsgebieden die moeten worden vertaald in leerlijnen voor het Surinaams curriculum speciaal onderwijs en o wanneer we een beknopt voorstel hebben opgeleverd met suggesties voor de operationalisering van de overige vormingsgebieden o wanneer de commissie Speciaal Onderwijs met deze voorstellen heeft ingestemd We zijn tevreden o wanneer we de leerlijnen voor de betreffende vormingsgebieden hebben opgeleverd o wanneer de voorstellen voor we de overige [deel] vormingsgebieden hebben geoperationaliseerd o wanneer de commissie Speciaal Onderwijs met deze leerlijnen en uitwerkingen voor de operationalisering van de overige [deel]vormingsgebieden heeft ingestemd
18
Communicatie Hoe is de communicatie met betrekking tot de voortgang geregeld met de verantwoordelijk leidinggevende? Hoe is de communicatie met betrekking tot de uitvoering van de werkgroep geregeld? Hoe is de communicatie met het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling geregeld? Hoe wordt het veld geïnformeerd?
De verantwoordelijk leidinggevende wordt over de voortgang van de activiteiten twee-wekelijks geïnformeerd door de projectleider De verantwoordelijk leidinggevende wordt door middel van email op de hoogte gehouden van de productontwikkeling
Evaluatie Stellen we een evaluatiemoment vast? Wie evalueert en aan de hand van welke criteria? Wat doen we met de bevindingen? et cetera.
Er zijn twee evaluatiemomenten: • De instemming van de commissie Speciaal Onderwijs • De peiling die tijdens een nader te bepalen bijeenkomst/seminar ten behoeve van het veld wordt georganiseerd [Indien een fysieke bijeenkomst niet mogelijk is kunnen we volstaan met het organiseren van een schriftelijke peiling onder betrokkenen en belanghebbenden]
De werkgroep komt zoveel als dat nodig is bijeen [op basis van de werkstructuur] De werkgroep communiceert tussentijds over activiteiten en [deel]opbrengsten via email De projectleider rapporteert aan de commissie over de voortgang van de activiteiten tijdens de overlegmomenten van de commissie Speciaal onderwijs. [Deel]opbrengsten, agenda's en verlagen worden per email aan de commissie Speciaal Onderwijs aangereikt Het veld wordt geïnformeerd tijdens een nader te bepalen bijeenkomst/seminar waarbij men de gelegenheid krijgt te reflecteren op voorliggende producten
benodigdheden + kostenraming: •
extra formatie:
€
•
ondersteuning / scholing:
€
•
materialen / voorzieningen:
€
•
diversen:
€
bijzonderheden:
19
3.6
Activiteit: een krachtig orthopedagogisch –didactisch klimaat
naam project:
Verbeteringsprogramma Speciaal Onderwijs
korte omschrijving van het deelplan; de voorliggende activiteit:
•
betreft kwaliteitsstandaard/indicator
De programmering van het Surinaams SO is er op gericht leerlingen voor te bereiden om als volwaardig burger zo zelfstandig mogelijk te functioneren in de Surinaamse samenleving; in leren, wonen, werken en vrijetijdsbesteding
Het Surinaams SO ambieert hoogwaardig onderwijs te leveren aan leerlingen met een beperking; onderwijs dat hen voorbereidt op zo zelfstandig mogelijk functioneren in de Surinaamse samenleving. Daartoe is het noodzakelijk dat leerlingen maximaal gedijen in de school. Het gaat daarbij om termen als: o Leerlingen voelen zich veilig o Leerlingen ontwikkelen zich maximaal o Leerlingen worden uitgedaagd Een krachtig orthopedagogisch en –didactisch klimaat bevordert de leerprestaties van de leerlingen en voorkomt voortijdige uitval. Dit activiteitenplan voorziet in de aanpak hiervan.
Opbrengsten uit de vorige periode Producten
• • • •
Naar een curriculum voor Speciaal Onderwijs; een onderzoek naar de plaats van en een curriculum voor het Surinaamse SO Curriculumraamwerk Surinaams basisonderwijs Op weg naar een basisonderwijscurriculum; Curriculumraamwerk en leerlijnen Structuur en ruimte voor ontwikkeling; Scenario’s voor de bovenbouw van het toekomstig basisonderwijs
Proces
In de afgelopen periode is kwalitatief en kwantitatief onderzoek gedaan binnen het Surinaams speciaal onderwijs. Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling door het Basic Improvement Education Project/SLO waarbij een breed scala aan belanghebbenden en betrokkenen is bevraagd.
Aandachtspunten voor de komende periode
In de komende periode zal aandacht moeten worden besteed aan de volgend aspecten met betrekking tot de curriculumontwikkeling van het Surinaamse vso: • Vaststellen van de uitgangspunten als basis voor het curriculum voor het speciaal onderwijs; • Vaststellen van missie, visie en doelen als inhoudelijk kader voor het curriculum voor het speciaal onderwijs; • Ontwikkeling van het curriculum voor het speciaal onderwijs • Ontwikkeling van een adequate structuur van zorg en begeleiding op het niveau van de school, de medewerker en de leerling • Ontwikkeling van richtlijnen ter concretisering van een krachtig orthopedagogisch en didactisch klimaat binnen het speciaal onderwijs • Ontwikkeling van een professionaliseringstraject om curriculum, zorg & begeleiding en orthopedagogisch en –didactisch klimaat te verankeren in het Surinaams speciaal onderwijs
projectleiders:
20
samenstelling projectteam:
Vertegenwoordigers uit vso, lager SO,relevante partners, MinOV
verantwoordelijk leiding gevende: projectbudget: fasering + globaal plan van aanpak: te leveren prestaties: Wat gaan we doen?
januari 2013 – juni 2013 1. 2. 3.
4.
vertegenwoordigers van 9 VSO-scholen, lagere SO scholen, ETO, ENO, Zorgteam
uit te voeren door: Wie doen er allemaal mee? beoogd resultaat: Met welke opbrengst zijn we tevreden?
• •
•
Communicatie Hoe is de communicatie met betrekking tot de voortgang geregeld met de verantwoordelijk leidinggevende?
We stellen een projectteam samen dat kan bogen op breed draagvlak binnen het Surinaamse SO; We stellen een activiteitenplanning en een werkwijze voor dit projectteam op; We, het projectteam, onderzoeken welke mogelijke modellen [al dan niet in aangepaste vorm] in aanmerking komen om een krachtig pedagogisch klimaat te beschrijven . De criteria die we hierbij hanteren betreffen in ieder geval: o Aspecten van de onderwijsleeromgeving zoals omschreven in het Curriculumraamwerk Surinaams Basisonderwijs o Een algemene beschrijving, uitwerking van wat we onder een krachtig pedagogisch klimaat verstaan o Veiligheid en veiligheidsbeleving maken hierin een keuze en leggen onze bevindingen ter instemming voor aan de werkgroep Speciaal Onderwijs We ontwikkelen op systematische wijze de inhoudelijke, organisatorische en protocollaire componenten van het door ons gekozen model. Dat gieten we in een voorstel dat we ter instemming voorleggen aan de werkgroep Speciaal Onderwijs
We zijn tevreden wanneer we een adequate werkstructuur hebben vastgesteld We zijn tevreden o wanneer we een model hebben ontworpen/gekozen dat we geschikt achten voor de vormgeving van een krachtig orthopedagogisch –didactisch klimaat voor het Surinaams speciaal onderwijs en o wanneer de commissie Speciaal Onderwijs met het door ons voorgestelde model heeft ingestemd We zijn tevreden o wanneer we het ontworpen/gekozen model hebben uitgewerkt in een operationele beschrijving van een krachtig orthopedagogisch –didactisch klimaat o wanneer de werkgroep Speciaal Onderwijs met deze operationele beschrijving van het krachtige orthopedagogisch – didactische klimaat heeft ingestemd
De verantwoordelijk leidinggevende wordt over de voortgang van de activiteiten twee-wekelijks geïnformeerd door de projectleider De verantwoordelijk leidinggevende wordt door middel van email op de hoogte gehouden van de productontwikkeling
21
Hoe is de communicatie met betrekking tot de uitvoering van de werkgroep geregeld? Hoe is de communicatie met het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling geregeld? Hoe wordt het veld geïnformeerd?
De werkgroep komt zoveel als dat nodig is bijeen [op basis van de werkstructuur] De werkgroep communiceert tussentijds over activiteiten en [deel]opbrengsten via email
Evaluatie Stellen we een evaluatiemoment vast? Wie evalueert en aan de hand van welke criteria? Wat doen we met de bevindingen? et cetera.
Er zijn twee evaluatiemomenten: • De instemming van de werkgroep Speciaal Onderwijs • De peiling die tijdens een nader te bepalen bijeenkomst/seminar ten behoeve van het veld wordt georganiseerd [Indien een fysieke bijeenkomst niet mogelijk is kunnen we volstaan met het organiseren van een schriftelijke peiling onder betrokkenen en belanghebbenden]
De projectleider rapporteert aan de werkgroep over de voortgang van de activiteiten tijdens de overlegmomenten van de werkgroep Speciaal onderwijs. [Deel]opbrengsten, agenda's en verlagen worden per email aan de werkgroep Speciaal Onderwijs aangereikt Het veld wordt geïnformeerd tijdens een nader te bepalen bijeenkomst/seminar waarbij men de gelegenheid krijgt te reflecteren op voorliggende producten
benodigdheden + kostenraming: •
extra formatie:
€
•
ondersteuning / scholing:
€
•
materialen / voorzieningen:
€
•
diversen:
€
bijzonderheden:
22
3.7
Activiteit: een adequate structuur voor zorg & begeleiding en ondersteuning
naam project:
Verbeteringsprogramma Speciaal onderwijs
korte omschrijving van het deelplan; de voorliggende activiteit:
•
betreft kwaliteitsstandaard/indicator
De programmering van het Surinaams SO is er op gericht leerlingen voor te bereiden om als volwaardig burger zo zelfstandig mogelijk te functioneren in de Surinaamse samenleving; in leren, wonen, werken en vrijetijdsbesteding
Het Surinaamse SO ambieert hoogwaardig onderwijs te leveren aan leerlingen met een beperking; onderwijs dat hen voorbereidt op zo zelfstandig mogelijk functioneren in de Surinaamse samenleving. Daartoe is het noodzakelijk dat het geheel van procedures en protocollen, interventies en competenties die betrekking hebben op de ondersteuning van leerlingen gedurende het onderwijsleerproces optimaal geregeld zijn. Dit activiteitenplan voorziet in de aanpak hiervan.
Opbrengsten uit de vorige periode Producten
• • • •
Naar een curriculum voor Speciaal Onderwijs; een onderzoek naar de plaats van en een curriculum voor het Surinaamse SO Curriculumraamwerk Surinaams basisonderwijs Op weg naar een basisonderwijscurriculum; Curriculumraamwerk en leerlijnen Structuur en ruimte voor ontwikkeling; Scenario’s voor de bovenbouw van het toekomstig basisonderwijs
Proces
In de afgelopen periode is kwalitatief en kwantitatief onderzoek gedaan binnen het Surinaams speciaal onderwijs. Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling door het Basic Improvement Education Project/SLO waarbij een breed scala aan belanghebbenden en betrokkenen is bevraagd.
Aandachtspunten voor de komende periode
In de komende periode zal aandacht moeten worden besteed aan de volgend aspecten met betrekking tot de curriculumontwikkeling van het Surinaamse vso: • Vaststellen van de uitgangspunten als basis voor het curriculum voor het speciaal onderwijs; • Vaststellen van missie, visie en doelen als inhoudelijk kader voor het curriculum voor het speciaal onderwijs; • Ontwikkeling van het curriculum voor het speciaal onderwijs • Ontwikkeling van een adequate structuur van zorg en begeleiding op het niveau van de school, de medewerker en de leerling • Ontwikkeling van richtlijnen ter concretisering van een krachtig orthopedagogisch en didactisch klimaat binnen het speciaal onderwijs • Ontwikkeling van een professionaliseringstraject om curriculum, zorg & begeleiding en orthopedagogisch en –didactisch klimaat te verankeren in het Surinaams speciaal onderwijs
projectleiders: samenstelling projectteam:
Vertegenwoordigers uit VSO, SO, relevante partners, MinOV
verantwoordelijk leiding gevende:
23
projectbudget: fasering + globaal plan van aanpak: te leveren prestaties: Wat gaan we doen?
januari 2013 – juni 2013 1. 2. 3.
4.
We stellen een projectteam samen dat kan bogen op breed draagvlak binnen het Surinaamse SO; We stellen een activiteitenplanning en een werkwijze voor dit projectteam op; We, het projectteam, onderzoeken welke mogelijke modellen [al dan niet in aangepaste vorm] in aanmerking komen om een adequate zorgstructuur te beschrijven. De criteria die we hierbij hanteren betreffen in ieder geval: o De zorg en begeleiding van [groepen] leerlingen o De ondersteuning van leerkrachten bij de uitoefening van hun begeleidende taken o De toeleiding, toewijzing, uitvoering, de controle op de uitvoering en de evaluatie van de toegewezen zorg en ondersteuning maken hierin een keuze en leggen onze bevindingen ter instemming voor aan de commissie Speciaal Onderwijs We ontwikkelen op systematische wijze de verschillende componenten van het door ons gekozen model. Dat gieten we in een voorstel dat we ter instemming voorleggen aan de commissie roep Speciaal Onderwijs
uit te voeren door: Wie doen er allemaal mee?
, vertegenwoordigers van 9 VSO-scholen, SO scholen, ETO, ENO, Zorgteam
beoogd resultaat: Met welke opbrengst zijn we tevreden?
• •
•
Communicatie Hoe is de communicatie met betrekking tot de voortgang geregeld met de verantwoordelijk leidinggevende? Hoe is de communicatie met betrekking tot de uitvoering van de werkgroep geregeld?
We zijn tevreden wanneer we een adequate werkstructuur hebben vastgesteld We zijn tevreden o wanneer we een model hebben ontworpen/gekozen dat we geschikt achten voor de vormgeving van een adequate zorgstructuur voor het Surinaams speciaal onderwijs en o wanneer de commissie Speciaal Onderwijs met het door ons voorgestelde model heeft ingestemd We zijn tevreden o wanneer we de het ontworpen/gekozen model hebben uitgewerkt in een operationele structuur voor zorg& begeleiding en ondersteuning o wanneer de commissie Speciaal Onderwijs met deze operationaliseringsvoorstellen voor de zorgstructuur heeft ingestemd
De verantwoordelijk leidinggevende wordt over de voortgang van de activiteiten twee-wekelijks geïnformeerd door de projectleider De verantwoordelijk leidinggevende wordt door middel van email op de hoogte gehouden van de productontwikkeling
De commissie komt zoveel als dat nodig is bijeen [op basis van de werkstructuur] De commissie communiceert tussentijds over activiteiten en [deel]opbrengsten via email
24
Hoe is de communicatie met het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling geregeld? Hoe wordt het veld geïnformeerd?
De projectleider rapporteert aan de commissie over de voortgang van de activiteiten tijdens de overlegmomenten van de commissie Speciaal onderwijs. [Deel]opbrengsten, agenda's en verlagen worden per email aan de werkgroep Speciaal Onderwijs aangereikt Het veld wordt geïnformeerd tijdens een nader te bepalen bijeenkomst/seminar waarbij men de gelegenheid krijgt te reflecteren op voorliggende producten
Evaluatie Stellen we een evaluatiemoment vast? Wie evalueert en aan de hand van welke criteria? Wat doen we met de bevindingen? et cetera.
Er zijn twee evaluatiemomenten: • De instemming van de commissie Speciaal Onderwijs • De peiling die tijdens een nader te bepalen bijeenkomst/seminar ten behoeve van het veld wordt georganiseerd [Indien een fysieke bijeenkomst niet mogelijk is kunnen we volstaan met het organiseren van een schriftelijke peiling onder betrokkenen en belanghebbenden]
benodigdheden + kostenraming: •
extra formatie:
€
•
ondersteuning / scholing:
€
•
materialen / voorzieningen:
€
•
diversen:
€
bijzonderheden:
25
3.8 Professionalisering Sluitstuk van dit plan van aanpak betreft de professionalisering ten behoeve van het Surinaams speciaal onderwijs. Het is een open deur wanneer we stellen dat professionalisering noodzakelijk is. Niettemin geven wij op dit moment aan deze paragraaf geen uitgebreide uitwerking en wel om de volgende redenen: • De activiteiten zoals beschreven in § 3.1 t/m § 3.7 hebben allen een professionaliseringscomponent in zich. Op dit moment echter is nog niet helder welke professionaliseringsactiviteiten ten behoeve van wie en op welk moment zullen moeten worden georganiseerd. • Professionalisering betreft zowel zittend personeel –schoolleidingen en leerkrachten- als nieuw aan te stellen medewerkers in het speciaal onderwijs. Op dit moment gaat dit issue de reikwijdte van dit project te boven. Waarschijnlijk zal deze § 3.8 dan ook, uiteindelijk, vormgegeven worden in een aparte notitie onder de titel ‘Professionalisering ten behoeve van het Surinaams speciaal onderwijs’, wellicht als onderdeel van een omvattender plan van aanpak dat de kwaliteit van het hele funderend onderwijs betreft. Hier en nu is echter wel min of meer duidelijk welke doelgroepen in aanmerking komen voor professionalisering. Dat betreft: • Zittende schoolleidingen en leerkrachten • Lerarenopleiders en daarmee toekomstige leerkrachten in het speciaal onderwijs • Ondersteuners en specifieke deskundigen die werkzaam zijn in het speciaal onderwijs. Gaandeweg het traject waarin voorliggende activiteiten worden uitgevoerd zal een beeld ontstaan van de professionaliseringsvraag/-noodzaak en daarmee van al diegenen die daarbij betrokken moeten worden. Dat vraagt om een alerte en zeker ook een visionaire instelling. Op enig moment immers dienen scenario's te worden ontwikkeld om de volgende generaties in het speciaal onderwijs op maat te bedienen.
26
Referenties MinOV, (2002). Surinaams educatief plan. Paramaribo: MinOV. MinOV, (2009). Sectorplan onderwijs 2010-2014. Paramaribo: MinOV, concept. MinOV/SLO, (2011). Op weg naar een curriculum voor het basisonderwijs ; Curriculumraamwerk en leerlijnen. Paramaribo : MinOV/SLO. Unesco (1994). Salamanca statement. www.unesco.org/education/pdf/SALAMA_E.PDF Van den Akker, J. (2003). Curriculum perspectives: An introduction. In J. Van den Akker, W. Kuiper, & U. Haymeyer (Eds.), Curriculum landscapes and trends (pp. 1-10). Weekers, M., Berkvens, Jan BY., & Ottevanger, W. (2011). Naar een curriculum voor Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO); Een onderzoek naar de plaats van en een curriculum voor het Surinaamse VSO. Paramaribo/Enschede: SLO.
27
Bijlage: Overzicht bijeenkomsten
Wanneer
Organisatie
Lokatie
Besproken onderwerpen
University guesthouse
Eerste seminar werkgroep
Visie, missie en doelstellingen Augustus 2011
Commissie Speciaal Onderwijs Stakeholders lager SO
Posities en rollen van instanties en organisaties in lager SO
Augustus 2011
Zorgnetwerk
BEIP
Inventarisatie van visie, missie en doelstellingen van de verschillende organisaties
Augustus – December 2011
Werkgroep Speciaal Onderwijs
Minov, University guesthouse
Beleidsplan Voorbereiding seminars Producten seminars
November 2011
MINOV – Minister van Onderwijs
MINOV
Interne afstemming over SO traject: duidelijkheid over acties en trajecten
November 2011
ISGR – ADEK
ADEK, Torarica
Voorbereiding presentaties slotseminar Onderdelen beleidsdocument
28
Wanneer
Organisatie
Lokatie
Besproken onderwerpen
Commissie Speciaal Onderwijs
University guesthouse
Verwachtingen over curriculum SO
Curriculum Augustus – November 2011
Stakeholders van SO
Professionalisering leerkrachten Modern les- en leermateriaal Aansluiting beroepenveld
September – Oktober 2011
Bedrijven
Bodyshop en Tuincentrum
Mogelijkheden tot praktische invulling van begeleiding van SO personeel
November 2011
Afdeling curriculum ontwikkeling, plv hoofd
Ontwikkelingsdienst
Uitnodiging workshop schoolleiders Uitleg over de workshop Bepalen hoe CO betrokken kan zijn bij vormgeving SO curriculum
November 2011
Schoolleiders SO en VSO
Blindenzorg
Wettelijke bepalling: wat moet en mag met het curriculum? Goede toetsing Aansluiting beroepenveld Geschoolde leerkrachten
November 2011
ISGR
ADEK
December 2011
I-earn Suriname
Ecoresort
Mogelijkheden tot creatief ICT in het SO
29
Wanneer
Organisatie
Lokatie
Besproken onderwerpen
Orthopedagogisch-didactisch klimaat Augustus 2011
Onderwijsinspectie
MINOV
Stand van zaken leerlingvolgsysteem
Augustus 2011
Commissie Speciaal Onderwijs
University guesthouse
Seminar
Lager SO Schoolleiders, ouders en NGOs
Oktober 2011
Commissie Speciaal Onderwijs
Ouderbetrokkenheid, samenwerking tussen organisaties en NGOs, aansluiting met reguliere onderwijs (terugstroming), leerklimaat (hele en veilige gebouwen, sanitair etc.) University guesthouse
VSO en bedrijven
Seminar Arbeidsprofiel, beloningsstructuur, wettelijke kader, het verkennen van nieuwe mogelijkheden voor samenwerking MINOV en bedrijfsleven
Oktober 2011
Zorgnetwerk
Blindenzorg
Stand van zaken taken en posities, faciliteiten
November 2011
De Drie Ankers
BSO
Job coaches (aantal, taken, herstructurering, opschaling)
Commissie Speciaal Onderwijs
University guesthouse
Leerlingvolgsysteem
Zorgstructuur Augustus 2011
Leerkrachten en schoolleiders lager SO
Juiste plaatsing van leerlingen
Augustus 2011
BSO
BSO
Centrale rol van BSO binnen zorgnetwerk
September 2011
PI
PI
Centrale rol binnen zorgnetwerk
MOB
MOB
Centrale rol binnen zorgnetwerk
Inspectie
MINOV
Centrale rol binnen zorgnetwerk
30
Wanneer
Organisatie
Lokatie
Besproken onderwerpen
Oktober 2011
Zorgnetwerkorganisaties (zie boven)
BEIP
Samenwerking tussen organisaties Taken en functies en heldere verdeling daarvan Afstemming met NGOs en particulieren
Professionalisering Augustus 2011
Commissie Speciaal Onderwijs
University guesthouse
Leerkrachten en schoolleiders lager SO
Opleiding leerkrachten (volgen van leerlingen, remedieren) Ontbreken van curriculum voor opleiding
Oktober 2011
Bedrijven
Bodyshop en Tuincentrum
Begeleidingsmethode in de praktijk om om te gaan met SO personeel en overig personeel
November 2011
Project lichamelijke opvoeding
MINOV
Ontwikkelen samenwerking project en SO, inzet van professionele leerkrachten in het SO
December 2011
I-earn
Ecoresort
Creatieve ICT, mogelijke scholingstrajecten voor leerkrachten door gebruik te maken van wat er al is
31