HANDBOEK ORGANISATIE VAN LANDELIJKE MARATHONWEDSTRIJDEN OP NATUURIJS.
1. 2. 2.1. 2.2. 2.2.1. 2.2.2. 2.2.3. 2.2.4. 2.2.5. 2.2.6. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 3. 3.01. 3.02. 3.03. 3.04. 3.05. 3.06. 3.07. 3.08. 3.09. 3.10. 3.11. 3.12. 3.13. 4.
INHOUD Voorwoord. Inleiding. De voorbereiding Tijdplanning. De taken en de bemanning van het organisatiecomité. Voorzitter. Secretaris. Budgetbeheerder. Public Relations. Sponsoring. De uitvoerders. Parcours en Accommodatie. Begroting. Vóór-aanmelding van de wedstrijd. De laatste puntjes op de i. Uitvoering. Definitieve aanmelding van de wedstrijd. Reclame voor de wedstrijd. Aanmelding van de deelnemers. Wedstrijdprogramma. Uitzetting van het parcours. Jury, de scheidsrechter, de speaker en andere medewerkers. Hulporganisaties: Politie, Ambulance, EHBO. Voorzieningen voor de deelnemers en de medewerkers. Voorzieningen voor het publiek. Voorzieningen voor T.V., de radio en de schrijvende pers. De prijsuitreiking. Overige aandachtspunten. Het draaiboek. Evaluatie.
Bijlagen: 1. Modelbegroting. 2. Beschikbare hulpmiddelen. 3. * Prijzenschema. 4. * Overzicht van de Nationale Natuurijswedstrijden. 5. * Adressenlijst. 6. * Voornaamste bepalingen uit de reglementen 7. Draaiboek en checklist. * Deze bijlagen worden elk seizoen opnieuw door KNSB bijgewerkt en op de website geplaatst
Voorwoord.
Dit handboek is samengesteld op verzoek van en in samenwerking met de Stichting Natuurijs-Klassiekers; het is toegesneden op het gebeuren rondom wedstrijden op natuurijs. Het organiseren van wedstrijden op natuurijs is niet van vandaag of gisteren; het ligt dan ook voor de hand dat vooral open deuren worden ingetrapt. Dit handboekje is dan ook niet in de eerste plaats geschreven om iets nieuws te bieden, maar vooral om alle informatie, die nu veelal verspreid is, bij elkaar te brengen op een plaats waar men het eerst zoekt. Zo zal hoofdstuk 2, dat gaat over alle voorbereidingen ruim voor de eigenlijke wedstrijd, voor al bestaande organisaties nauwelijks interessant kunnen zijn; volledigheidshalve is dit hoofdstuk toch aan dit handboek toegevoegd. Andere organisaties zullen wellicht alleen een der bijlagen willen gebruiken. Dit handboekje is niet zonder meer geschikt voor de organisatie van een N.K. op natuurijs, omdat daarvoor weer andere voorwaarden en uitgangspunten gelden. Ongetwijfeld valt er over elke paragraaf ook weer veel meer te zeggen. Voor wie meer wil weten van achtergronden of voor wie dit handboek toch wat te beperkt is, wordt aanbevolen zich het boekje 'Zo organiseer je een evenement' van André Derksen & Bernard van Aalst aan te schaffen. Dit boekje is uitgegeven door Kok-Lyra te Kampen onder ISBN 90 242 7154. Ook van dit boekje werd dankbaar gebruik gemaakt bij het schrijven van dit handboek. Hoewel het niet in het voornemen ligt van dit handboekje een jaarlijkse uitgave te maken, is in de bijlagen 3, 4, 5 en 6 de informatie verzameld, die het meest seizoen gebonden is; daarvan zal dan ook jaarlijks een actualisering verschijnen. Niettemin houdt het sectiebestuur Marathon zich aanbevolen voor suggesties die tot verbetering kunnen leiden.
1.
Inleiding. Het organiseren van een nieuwe wedstrijd begint vaak met een idee bij een bestuur van één of meer natuurijsverenigingen. Door alleen iets te roepen is men er echter niet; elk goed idee moet uitgewerkt worden; het idee moet vertaald worden in een helder uitgewerkt plan. Omdat er toch veel aan te pas komt, wordt een Organisatiecomité (O.C.) benoemd om het idee uit te werken. Dit klinkt eenvoudig, maar als in dit prille stadium al iets niet goed gaat, kan men er verzekerd van zijn dat alles wat daarop gebaseerd wordt, een mooie kans maakt te mislukken. Het doel van het bestuur kan in de eerste plaats gericht zijn om zichzelf of het dorp goed te profileren of om een ontmoetingsplaats te creëren voor officials in de schaatswereld of om een bijdrage te leveren aan de competitie van landelijke of regionale rijders en/of rijdsters. Mogelijk is het de bedoeling er geld aan te verdienen of juist om aan met toertochten verdiend geld een passende aanwending te geven. Er is geen doelstelling bij voorbaat verkeerd, mits dat wordt uitgesproken. Als dat niet gebeurt moet men naderhand niet boos of verdrietig worden, als de doelstelling niet wordt gehaald.
2.
De voorbereiding. Eigenlijk betreft dit de werkzaamheden die geruime tijd vooraf moeten gaan aan de eigenlijke wedstrijd. Als eenmaal het definitieve besluit is gevallen om de wedstrijd te laten doorgaan omdat er voldoende ijs is, moet alles wat onder dit hoofdstuk valt, al uitgevoerd zijn. Dan mag er niets anders meer te doen zijn dan wat onder hoofdstuk 3 is beschreven. Ieder moet zijn taak kennen; alle vragen die nog leefden moeten al aan de orde zijn geweest. Natuurijswedstrijden kunnen niet elk jaar gehouden worden. Dit betekent dat een eenmaal 'voorbereide' wedstrijd onderhevig is aan erosie: medewerkers zijn niet meer beschikbaar, andere medewerkers die nog nergens van weten dienen zich aan, de omstandigheden zijn anders en de gezichtspunten verleggen zich. Alle reden dus om ruim voor het begin van een winter een bespreking te beleggen met alle medewerkers om met name hoofdstuk 2 van dit handboek nog eens grondig door te nemen. Nadien kan het draaiboek dan nog aangevuld of gewijzigd worden en een ieder krijgt ruim voor de vorst invalt een aangepast draaiboek ter beschikking.
2.1.
De tijdplanning. Tussen idee en plan en tussen plan en uitvoering zit vaak veel meer tijd dan men vooraf inschat. Vrijwel alles moet door vrijwilligers worden uitgevoerd, die zich ook al beschikbaar hebben gesteld voor andere karweitjes. Zeker als er nog geen ijs te bekennen valt loopt iedereen nog niet warm. Laat een bestuur met een al te optimistisch gedachte hierover die neiging onderdrukken. Dit voorkomt teleurstelling en zet de vrijwilligers niet onder al te grote druk. Maak een realistisch plan waarin de verschillende stadia van de voorbereiding in de tijd een plaats krijgen. De voornaamste doelstelling van dit hoofdstuk is een ieder bewust te maken wat allemaal gerealiseerd moet worden voordat tot uitvoering kan worden overgegaan.
2.2.
De taken en de bemanning van het organisatiecomité. Een belangrijk element in de voorbereiding is de samenstelling van het organisatiecomité. Wat dit O.C. gaat doen, doet ze in naam en onder verantwoordelijkheid van haar 'opdrachtgever', het bestuur van de vereniging(en). Dit bestuur heeft er alle belang bij dat de uitwerking in goede handen is. Zij benoemt daarom het O.C. Het bestuur moet niet zomaar een paar namen noemen van mensen die al overbelast zijn. Nee, mensen die het goed zouden kunnen doen op grond van hun capaciteit, hun beschikbare tijd en omdat ze het ook leuk vinden te doen. Dit hoeft niet te betekenen dat het hele O.C. door het bestuur wordt geselecteerd; dit kan beperkt blijven tot een paar cruciale functies, zoals de voorzitter, de secretaris en de beheerder van het beschikbare budget. De overigen kunnen over het algemeen beter door dit drietal worden geselecteerd, want zij moeten met hen kunnen samenwerken; zij moeten een op elkaar afgestemd team vormen. Het bestuur kan wel een paar kandidaten voordragen, waarin zij veel vertrouwen heeft. De formele benoeming van het O.C. moet uiteindelijk gebeuren door het bestuur. In de schaatssport werken we vrijwel uitsluitend met vrijwilligers. Dit vraagt om een andere aanpak dan men gewend is in het bedrijfsleven, waar de motivatie ook ontleend wordt aan de beloning. Met vrijwilligers moet heel zorgvuldig worden omgegaan: met inachtneming van capaciteit en aanleg, beantwoordend aan hun motivatie en, niet in de laatste plaats, met veel respect en waardering voor de getoonde inzet. Dit mag echter ook niet leiden tot het tolereren van zaken die niet stroken met de doelstelling van de organisatie. Anderzijds moet het de vrijwilliger duidelijk zijn dat hij/zij niet 'zomaar' de boel in de steek kan laten. Het is belangrijk dat de leden van het O.C. kennis hebben van het doel, de verdeling van de verantwoordelijkheden en hun specifieke taak in het geheel en tenslotte de vergoeding van gemaakte kosten, de (gratis) te verstrekken consumpties tijdens de voorbereiding en tijdens de wedstrijden. Hieronder volgt een beschrijving van de belangrijkste functies in het O.C. Het werken met vrijwilligers betekent ook dat niet altijd aan het ideale beeld kan worden voldaan. Dat hoeft ook niet: motivatie en inzet zijn vaak belangrijker. Maar het is dan wel goed te weten welke kwaliteiten gemist worden; probeer dat dan op een andere manier te compenseren.
2.2.1.
De voorzitter. De voorzitter van het O.C. is het gezicht van een belangrijk evenement; mislukken is ook een blamage voor het bestuur. Aan de voorzitter mogen dus best een aantal eisen worden gesteld. Een voorzitter moet zijn of haar handen vrij hebben, zodat hij gelegenheid heeft het geheel te overzien en - waar nodig - bij te sturen. Hij of zij moet in staat zijn het werk te delegeren aan anderen; dat kan echt niet iedereen. Hij of zij moet de mee werkende comitéleden kunnen stimuleren. Hij/zij moet goede contactuele eigenschappen hebben en ongetwijfeld is het heel handig als de voorzitter veel mensen in het wereldje van de schaatssport kent. Ook ervaring is belangrijk. Wellicht belangrijker nog dan ervaring, is dat het bestuur vertrouwen in hem/haar heeft. Vertrouwen in de persoon en in diens andere eigenschappen die nodig zijn, zoals het opmerken en intomen van sluimerende conflicten, het leiding geven aan een groep vrijwilligers, begrip voor de onderlinge verhoudingen, kennis van vergadertechniek en nog veel meer. Op al deze eigenschappen moet hij worden geselecteerd.
2.2.2.
De secretaris. De secretaris moet het vertrouwen hebben van de voorzitter. Hij/zij moet 'van nature' de eigenaardigheid hebben om aantekening te houden van gemaakte afspraken, waarmee hij de voorzitter gelegenheid geeft, na te gaan of iedereen zijn verantwoordelijkheid aan kan en zijn afspraken nakomt. Als dat niet zorgvuldig gebeurt, komt er zand in het totale raderwerk. De secretaris bepaalt in hoge mate het aanzien van het O.C. Als zijn/haar brieven naar relaties, genodigden, sponsors, overheid en wie al niet meer, er slordig uitzien, dan wordt uiteindelijk het bestuur daarop aangezien. Een secretaris moet dus, behalve de daarvoor nodige eigenschappen ook kunnen beschikken over voldoende tijd en voldoende faciliteiten binnen bereik hebben: telefoon, tekstverwerker, adressenbestanden, kopieermachine, faxapparatuur. Uiteraard wordt van de secretaris verwacht dat hij de medewerkers ruim voor de eerstvolgende vergadering voorziet van een agenda, de notulen van de vorige vergadering en vooral een helder inzicht van de gemaakte afspraken. Op de agenda van het O.C. moeten geen punten staan van uitvoerend niveau, maar uitsluitend van organisatorisch niveau. De secretaris zorgt voor een toegankelijk archief; hij zorgt voor de beoordeling van contracten en de aanvraag van vergunningen. Hij werkt de evaluatie van het evenement uit.
2.2.3.
De budgetbeheerder. We noemen hem beheerder van het budget dat het bestuur beschikbaar heeft gesteld. Dat budget kan ook 'nihil' zijn, als de voorwaarde in de opdracht was om 'budget neutraal' te werken, of kan zelfs negatief zijn, als het bestuur beoogt aan het evenement te verdienen. Zoek iemand die niet alleen in staat is een aantal cijfers op te tellen, maar ook een beetje verstand heeft van boekhouden. We vragen geen econoom, geen leraar boekhouden en ook niet iemand die bij de plaatselijke bank werkt; zij zijn alleen daarom nog geen goede budgetbeheerder, maar zonder ervaring met financieel beheer, moet deze functie ontraden worden; er kan best veel mis gaan. Kortom, iemand die: - de zaken aardig op een rijtje weet te houden; - die op de hoogte is van fiscale aspecten; - die respect heeft voor sponsors en hun belangen; - die niet zo eigenwijs is dat hij geen rekening en verantwoording wil afleggen; - die eigenwijs genoeg is om weerstand te bieden aan al te groot optimisme, zonder daarbij als pessimist te worden bestempeld. Hij/zij is verantwoordelijk voor het financieel beheer en de financiële verslaglegging aan het organisatiecomité en aan het bestuur. Hij beoordeelt contracten en de declaraties van medewerkers en hij zorgt voor de betalingen. Hij stelt de begroting samen, vraagt subsidies aan, houdt sponsors aan hun afspraken. Hij vraagt een aparte bankrekening aan, zodat privéinkomsten en uitgaven niet daarmee verward raken. Hij regelt de tekeningsbevoegdheid bij grote betalingen. Hij richt zijn administratie zodanig in dat controle uitvoerbaar is.
2.2.4.
Public Relations. Met de eerder genoemde functies is wel een basis gelegd voor een goed functionerend O.C., maar dat is niet voldoende. Gedacht moet worden aan de public relations van het evenement. Hieronder vallen alle activiteiten die leiden tot een betere goodwill onder het publiek voor de wedstrijd die U wilt organiseren en tot het winnen van de belangstelling hiervoor; dus publiciteit d.m.v. redactionele artikelen in de pers of door advertenties, en niet te vergeten een effectief gebruik van de sociale media. Denk niet te eenvoudig over deze functie, alsof de secretaris dit er wel even bij kan doen. Het vraagt gewoon een aparte deskundigheid. Zoek iemand die vooral makkelijk kan communiceren met de pers en/of daarmede goede relaties heeft
of mensen uit het reclamevak. Een journalist van de plaatselijke of regionale pers zou ideaal kunnen zijn, mits hij/zij ook in het team past. Redactionele artikelen zijn meer overtuigend en kosten minder geld dan advertenties. De huis aan huisbladen zijn vaak bereid boeiende kopie te plaatsen en vaak bereikt die dan juist die mensen die makkelijk bereid zijn Uw wedstrijd te bezoeken. U moet wellicht de pers wat helpen door (kant en klare) kopie te leveren. Als U naast een tweede artikeltje met meer details (en een foto !) ook nog een advertentie plaatst met een kortingsbon voor de lezers van de krant, zit het helemaal goed. Natuurlijk mag de regionale- of landelijke pers en Teletekst niet verwaarloosd worden. Een persbericht moet kort zijn, maar moet wel alle relevante informatie en zo mogelijk de naam(en) van plaatselijk bekende sporter(s) bevatten. 2.2.5.
Sponsoring. Onder sponsoring verstaan we een overeenkomst met een bedrijf, dat bereid is voor het evenement in enige vorm een bijdrage te leveren, onder voorwaarde dat dit bedrijf er wat voor terugkrijgt. Niets voor niets; een heel zakelijke overeenkomst, die bij voorkeur ook schriftelijk moet worden vastgelegd. Het is belangrijk dat de wedstrijd een professionele uitstraling heeft; dat geeft vertrouwen aan mogelijke sponsors. Die professionaliteit kan worden afgelezen uit het drukwerk, de persoon die de sponsor als eerste benadert en door de presentatie van het aanbod. Een sponsorcontract kan daar wel degelijk deel van uitmaken. Voor de contacten met sponsors zoeken we bij voorkeur iemand uit het zakenleven, die weet wat zakenmensen zoeken als reclame-uitingen. Het is een gebied waar veel tijd in gaat zitten, dus als het mogelijk is, zoek daarvoor iemand die vrijgesteld is van andere functies. Wat kan de organisatie aan de sponsor bieden? Heel veel. Gedacht kan worden aan een verkooppunt van zijn producten, reclameborden om het parcours, naambekendheid geven door de speaker, de naam van dat bedrijf verbinden aan de wedstrijd, de vermelding van zijn logo op al het drukwerk, het beschikbaar stellen van een Vip-ruimte waar het bedrijf zijn relaties kan ontvangen en het vermelden van de naam van de sponsor op de kleding van officials. Wat kan het bedrijf daar tegenover stellen? Ook heel veel: geld, goederen, dienstverlening, accommodatie, communicatiemiddelen maar ook b.v. een garantie voor eventuele tekorten in de exploitatie. Sponsoring bepaalt vaak het al dan niet financieel haalbaar maken van de wedstrijd. Een deskundige kan daar heel veel van maken.
2.2.6.
De uitvoerders. Zonder tekort te willen doen aan de al genoemde functies, zijn de belangrijkste leden van het O.C. wellicht degenen die de uitvoering van de wedstrijd moeten verzorgen; dat zijn de 'echte' werkers. Die zien al die dingen waaraan bureaumensen voorbij gaan of waarvan zij geen verstand hebben. Die kunnen een heel regiment mensen uit een hoge hoed toveren, die bereid zijn met hun benen op het koude ijs te staan, om toegangskaarten te controleren of het verkeer te regelen, om de orde te handhaven en de rijders en de rijdsters te informeren, die de geluidsinstallatie kunnen verzorgen of de verzorging van de vrijwilligers op zich nemen en de plaatselijk omstandigheden prima kennen zodat de bewegwijzering bij hen in goede handen is. Kortom om al die dingen te doen die je niet opmerkt, omdat ze meestal vlekkeloos gebeuren. In het O.C. zoeken we een man en/of vrouw die respect bij hen hebben en die een goed overzicht houden en stressbestendig zijn. Het liefst twee van deze mensen die goed met elkaar samenwerken, omdat het een omvangrijke taak is en omdat de voortgang verzekerd moet zijn.
2.3.
Parcours en Accommodatie. Het parcours mag niet te kort zijn, maar als het parcours zo lang is dat de reclameborden van de sponsors nauwelijks in beeld komen, zullen de sponsors weer niet zo blij zijn. Een verstandig midden lijkt te liggen tussen de 5 en 10 kilometer. Van het parcours en van de accommodatie moet een duidelijke plattegrond beschikbaar zijn voor alle medewerkers; daarmede moeten zij in staat zijn het geheel te overzien en informatie te verschaffen aan het publiek en deelnemers. Het kan handig zijn hiervoor gebruik te maken van een programma als Google Maps, of Google Earth. Op deze plattegrond zullen zoveel als mogelijk en nodig zijn aangegeven: Parcours: Start- en finishlijn; Verzorgingsplaatsen voor ploegleiders tijdens de wedstrijden of de plaatsen waar de verzorging niet is toegestaan; Kluunplaatsen en bruggen; Zwakke plekken in het ijs, wakken; Route van het parcours; Plaatsen van beschikbare materialen zoals: bezems, pylonen, touw, plastic, hout en tapijt voor kluunplaatsen, vlaggen
om te waarschuwen, palen en borden, linten. Liever geen strobalen, maar wel plastic matrassen of strobalen in plastic verpakt. Accommodatie: * Plaats van het wedstrijdsecretariaat; * Aanmeldingspost voor de deelnemers; * Juryruimte; * EHBO-post(en); * Kleedruimtes dames en kleedruimtes heren; * Restaurant voor publiek, genodigden en deelnemers; * Massageruimten voor de deelnemers; * Plaats van de eventuele dopingcontrole; * In- en uitgangen voor het publiek; * Toiletten * Infostand, gevonden- en verloren voorwerpen; * Ruimte met internetfaciliteiten voor de pers; * Deze ruimten moeten verwarmd zijn. 2.4.
Begroting. Bij de organisatie van een wedstrijd op natuurijs komen altijd bepaalde kosten- en batenposten voor, ongeacht waar en wanneer de wedstrijden gehouden wordt. Teneinde onderlinge vergelijking over de jaren heen (of vergelijking met andere wedstrijden) mogelijk te maken, is het goed een standaardindeling te hanteren. Het belangrijkste doel van de begroting is zo reëel mogelijk de inkomsten en de uitgaven te schatten en daarmede te beoordelen of het mogelijk is de doelstelling van de organisatie financieel mogelijk te maken. Natuurlijk kan de budgetbeheerder dat niet alleen; hij heeft de ideeën van het hele O.C. nodig; die moeten hem van de noodzakelijke informatie voorzien. De budgetbeheerder zet de gegevens op een rijtje volgens de bovengenoemde standaardindeling, schat zo goed mogelijk de daarmee gemoeid zijnde bedragen en stelt op deze wijze het mogelijk tekort of overschot vast. Nadat het O.C. zich daarover heeft uitgesproken, wordt deze begroting voorgelegd aan de verantwoordelijk penningmeester van het bestuur. Met diens instemming kan het O.C. aan de slag, overeenkomstig deze goedgekeurde begroting. Een tweede doelstelling van de begroting is om achteraf vast te stellen in hoeverre deze financiële verwachtingen zijn uitgekomen. Een onderdeel dus van de evaluatiebespreking, waarmede weer de basis wordt gelegd naar de toekomst. In bijlage 1 wordt een modelbegroting aan dit handboek toegevoegd.
2.5.
Vóór-aanmelding van de wedstrijd. Zodra alle plannen voldoende concreet zijn, dient uiterlijk 15 maart van elk jaar opnieuw de wedstrijd gemeld te worden bij het Bestuur van het Gewest van de KNSB, waartoe de organisatie behoort; dit bestuur dient, als er geen bezwaren bestaan tegen de organisatie, deze wedstrijd vervolgens uiterlijk 15 april van elk jaar opnieuw aan te melden bij de competitieleider marathon op het bondsbureau
[email protected] of per post. KNSB Postbus 11084 3505 CE Utrecht. Dit is van groot belang bij de volgende stap.
2.6.
De laatste puntjes op de i. Alle voorbereidingen zijn nu getroffen om tot de wedstrijd over te gaan. Het wachten is nu alleen nog op natuurijs. Echter alleen indien U alle voorbereidingen voor de uitvoering, zoals in hoofdstuk 3 beschreven, ook al hebt getroffen. Om maar een paar voorbeelden te noemen: Als er natuurijs ligt, mag er niet meer onderhandeld behoeven te worden over de prijs van te kopen of gehuurde materialen; dan moeten we al lang weten aan welke eisen de geluidsinstallatie moet voldoen en wat de daaraan verbonden kosten zijn. Met de politie en de EHBO moet al lang afgesproken zijn wat van hen verwacht wordt. De vaste gegevens van de wedstrijd moeten al op de plank van het Bondsbureau liggen t.b.v. Teletekst. Zo zijn er vast nog wel meer punten die al verder voorbereid kunnen zijn. Als dit nog allemaal zou moeten gebeuren in de paar dagen die dan nog beschikbaar komen, dan komt U te laat klaar of U maakt fouten die vermeden hadden kunnen worden met een wat vollediger voorbereiding van de uitvoering.
3.
Uitvoering. Er is nog voldoende te doen in de korte periode tussen het besluit tot uitvoering van de wedstrijd en de uitvoering zelve. We zetten al die aandachtspunten hieronder op een rijtje.
3.01.
Definitieve aanmelding van de wedstrijd. Als er dan natuurijs is van voldoende dikte, wordt de wedstrijd aangemeld bij de coördinator van natuurijswedstrijden in de Gewestelijke Technische Commissie Marathon. Als er geen bezwaren op gewestelijk niveau bestaan meldt deze de wedstrijd aan bij de competitieleider marathon op het bondsbureau. Pas dan kan de wedstrijd verreden worden op de overeengekomen datum. Bij verzuim van de aanmelding onder 2.5. loopt men een goede kans dat de organisatie achter in de wachtrij komt. Aanmelding van een natuurijswedstrijd op een ijsvloer rustend op een wateroppervlak kan geschieden bij een ijsdikte van 12 cm, mits de weersvooruitzichten goed zijn. Aanmelden van een natuurijswedstrijd op een ijsvloer, rustend op een vaste ondergrond kan geschieden bij een ijsdikte van 3 cm, mits de weervooruitzichten goed zijn. De wedstrijd mag pas worden verreden als de belangen van de marathonsport voldoende zijn gewaarborgd zulks ter beoordeling en goedkeuring van het sectiebestuur. Landelijk mag slechts 1 natuurijswedstrijd per dag worden georganiseerd met de beschermde status zoals van een klassieker . Men moet zich ook bewust zijn dat op de vrijdag voorafgaande aan het Open Nederlands Kampioenschap (meestal begin februari) geen klassieker zal worden verreden. De competitieleider marathon heeft tot taak deze beschermende maatregelen te bewaken. Over het algemeen moet een grote invloed verwacht worden van een mogelijke of een juist verreden Elfstedentocht. Als men die zeer spoedig verwacht, willen de sporters zich daarvoor sparen en als hij zojuist verreden is, dan moet men zich eerst weer wat herstellen, voordat men weer een nationale trajectwedstrijd van 100 Km of een klassieker kan of wil rijden. De organisatie moet zich dit realiseren.
3.02.
Reclame voor de wedstrijd. Aan de wedstrijd dient voldoende bekendheid te worden gegeven. Voor de rijders en rijdsters is dat uiteraard van belang, maar zeker ook voor het publiek, de radio, de T.V. en voor de sponsors, en tenslotte voor opname in de wedstrijdkalender van Teletekst en website van de KNSB (www.schaatsen.nl) volgens het onderstaande stramien: regel 1: Naam van de wedstrijd; regel 2: Datum en aanvangstijd van de wedstrijd; regel 3: Startplaats van de wedstrijd; regel 4: De heren (dit zijn heren Top-divisie, 1e divisie, C en Masters of een combinatie van deze Herencategorieën) of de Topdivisie Dames; hierbij vermelden voor welke categorie(ën) een prijzenschema beschikbaar is. regel 5: Afstand van de wedstrijd; regel 6: Wijze van aanmelding, eventueel datum en uur van uiterste aanmelding en mailadres, telefoon- en faxnummers waar de aanmelding moet plaats vinden. Dit is uiterlijk 22.00 uur van de dag voorafgaande aan de wedstrijd tenzij anders is bepaald. Deze gegevens worden verzameld met behulp van een door het Bondsbureau te verstrekken 'Aanvraagformulier Natuurijswedstrijden Marathon'. Teletekst kan men in hoge mate voorbereiden door de vaste gegevens van de wedstrijd, binnen het hierboven gegeven stramien, al in het najaar via de KNSB beschikbaar te stellen. Om de gewenste bekendheid te bereiken kan men daarnaast gebruik maken van de plaatselijke pers. In een persbericht kan daar t.b.v. het publiek aan toegevoegd worden hoe men de wedstrijd kan bereiken (ook met Openbaar Vervoer) en de toegangsprijs. Alleen via het Bondsbureau van de KNSB kunnen sportrubrieken van radio en T.V. en de landelijke pers worden benaderd.
3.03.
Aanmelding door de deelnemers. Volgens de richtlijnen van de sectie Marathon van de KNSB zijn alle topdivisie-rijders (heren en dames), en een deel van de 1e divisie rijders gerechtigd deel te nemen aan de wedstrijd. De praktijk wijst uit dat bij de heren per categorie gemiddeld 60 tot 70 landelijke rijders zich inschrijven, bij de Dames is dat 30 tot 40. Er zijn twee mogelijkheden voor de inschrijving van deelnemers:
1.
Als men gebruik wil maken van de geautomatiseerde uitslagverwerking van het landelijk wedstrijdsecretariaat (systeem MDS), dient men gebruik te maken van het formulier waarvan in bijlage 7 een model is gegeven. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de daarop vermelde procedure en tijdstippen; het wedstrijdnummer is daarbij van cruciaal belang. Vanuit dit systeem ontstaat een tekenlijst (presentielijst) en startlijst; de uitslag van de wedstrijd is kort na de wedstrijd vanuit dit systeem beschikbaar.
2.
Inschrijving via internet (de link op schaatsen.nl) In dat geval kan een controle of de betrokkene beschikt over een geldig licentiebewijs dan ook achterwege blijven, want dat heeft immers de KNSB al gedaan, alvorens de gegevens op te nemen in het systeem MDS De inschrijving moet plaats vinden uiterlijk 22.00 uur van de dag voorafgaande aan de wedstrijd. De deelnemende rijders zijn verplicht uiterlijk 30 minuten voor de aanvang van de wedstrijd de presentielijst te tekenen. Alleen de landelijke rijders en rijdsters beschikken over een vast start-(been)nummer. De speaker lette er op dat de nummers per categorie opnieuw bij 1 beginnen; per categorie is onderscheid te maken in de kleur van het nummer: (Landelijk geselecteerde) top divisierijders: witte cijfers op groene ondergrond; (Landelijk geselecteerde) 1e divisierijders: Witte cijfer op blauwe ondergrond; (Landelijk geselecteerde) topdivisie rijdsters Dames: Zwarte cijfers op witte ondergrond; (Landelijke geselecteerde) Masters: Witte cijfer op rode ondergrond Gewestelijke heren: Witte cijfers op een zwarte ondergrond; Niet-geselecteerde rijders: Verschillend per gewest; de organisatie zal aan hen afwijkende nummers tijdelijk beschikbaar moeten stellen; deze kunnen (tijdig) besteld worden bij het Bondsbureau van de KNSB.
3.04.
Wedstrijdprogramma. Per categorie moet vastgesteld worden wat de nodige tijd of de beoogde aanvangstijd is voor de ijsverzorging, de start, de finish en van de prijsuitreiking. De meest onbekende factor hiervan is de wedstrijdtijd. Om de gedachten te bepalen kan men rekening houden met gemiddelden: Dames+Masters Heren top/1e divisie Snelheid: 32 Km p/u 36 Km p/u Daaruit resulteert weer een gemiddelde wedstrijdtijd bij een: 50 Km-wedstrijd: 1 uur 37 min. 1 uur 22 min. 100 Km-wedstrijd: 3 uur 14 min. 2 uur 45 min. 150 Km-wedstrijd: 4 uur 52 min. 4 uur 08 min. 200 Km-wedstrijd: 6 uur 28 min. 5 uur 30 min. Als U overweegt een programmaboekje uit te geven, moet dit ruim vooraf voorbereid zijn, zodat bij wijze van spreken, alleen de datum van de wedstrijd behoeft te worden ingevuld. Afgezien van de op het allerlaatste moment vast te stellen gegevens, moet rekening worden gehouden met veel tijd voor het zoeken van adverteerders en voor het voorwoord van de altijd zwaar bezette hoogwaardigheidsbekleder. Deze moeten al klaar liggen.
3.05.
Uitzetting van het parcours. Op de dag vóór de wedstrijd moet al gecontroleerd zijn of het ijs de gewenste dikte heeft over het gehele parcours. Noodzakelijk is een dikte van minimaal 14 cm over het gehele parcours tijdens de wedstrijd. Zwakke plekken moeten vermeden kunnen worden en duidelijk worden afgezet met linten, vlaggen of borden. Waar dit niet mogelijk is, zullen kluunplaatsen moeten worden ingericht en daarbij zullen waarschuwingsborden en lichten geplaatst moeten worden. In het donker starten is uit den boze. Als in enig jaar in februari de wedstrijd kon starten bij voldoende daglicht, kan dat een volgende keer (in het begin van januari) wel eens heel anders zijn. Uit een oogpunt van veiligheid voor de rijders en rijdsters is voldoende (kunst)licht een absolute eis. Als gestart wordt vanuit een loods of een schuur, mogen de schaatsen pas op het ijs worden ondergebonden; ook kan het startsein van de wedstrijd worden gegeven na het rijden van wat op de kunstijsbaan 'een loze ronde' wordt genoemd. Gelet moet worden op obstakels die de veiligheid in gevaar kunnen brengen. Het plaatsen van strobalen (in plastic verpakt) is dan verplicht. Plekken op het ijs waar het gevaarlijk kan zijn voor het publiek worden afgesloten, maar zullen tevens onder toezicht worden geplaatst. Kluunplaatsen mogen niet op een afstand van minder dan ± 800 meter vóór de finish geplaatst zijn; desnoods moet de finishlijn verplaatst worden. Het parcours is duidelijk gemarkeerd met sneeuw, linten of pylonen. Het moet onmogelijk zijn tot het afsnijden van een bocht. Behalve duidelijke afzettingen bij die plaatsen is toezicht noodzakelijk. Op de dag van de wedstrijd wordt dit parcours nog eens volledig gecontroleerd, samen met de verantwoordelijke scheidsrechter. Gemotoriseerde voertuigen, niet voorzien van spijkerbanden, mogen zich niet nabij het wedstrijdparcours bevinden. Aanbevolen wordt gebruik te maken van een 'skido' of gelijkwaardig voertuig met een zit voor een passagier voor cameraman of scheidsrechter.
3.06.
Jury, de scheidsrechter, de speaker en andere medewerkers. De wedstrijdorganisatie is verantwoordelijk voor het beschikbaar hebben van een vakbekwame scheidsrechter, jury en uitslagverwerking. De KNSB heeft een groot aantal vrijwilligers daartoe opgeleid die regelmatig hun bekwaamheid trainen bij wedstrijden op de kunstijsbanen. De sectie Marathon van de KNSB wijst de hoofdscheidsrechter, de aankomstrechter, de speaker, de systeembeheerder en de assistent-scheidsrechter aan in overleg met de organisatie. Deze ontvangen rechtstreeks van de organisatie elk €100 als onkostenvergoedingen. De hoofdscheidsrechter is de dag voor de wedstrijd om 12.00uur aanwezig; zijn verblijfkosten zijn voor rekening van de organisatie. De video-finish-functionaris en de overige juryleden worden na overleg met de organisatie aangewezen tot een juryteam van maximum van 12 personen door de Gewestelijke Technische Commissie Marathon van het Gewest waartoe de organisatie behoort. De onkostenvergoeding (voor ieder €100) komt voor rekening van de organisatie. De beheerder van het systeem uitslagverwerking is in het bezit van een van bondswege beschikbaar gestelde computer met de benodigde programmatuur waarmede inschrijflijsten, startlijsten en de uitslagen gemaakt kunnen worden, alsmede het landelijk klassement voor natuurijswedstrijden. Video-finish-apparatuur kan eveneens beschikbaar worden gesteld door de Gewestelijke Technische Commissie Marathon. Voor de van bondswege beschikbaar gestelde medewerking en faciliteiten wordt aan de organisaties van Klassiekers een vaste vergoeding gevraagd van €500 per wedstrijd; met dit bedrag moet bij de samenstelling van de begroting rekening worden gehouden. Het is van belang dat scheidsrechter, jury en commissarissen goed herkenbaar zijn voor het publiek en de deelnemers: speciale kleding of anders tenminste een duidelijke badge op de kleding. De scheidsrechter heeft de leiding van de wedstrijd; hij beslist over alle wedstrijdtechnische zaken, na overleg met de juryleden. In deze hoedanigheid controleert hij (wellicht) op de dag voorafgaande aan de wedstrijd de gehele accommodatie, het parcours, de geluidsinstallatie en de voorzieningen voor het publiek; de veiligheid van deelnemers en publiek staan daarbij hoog genoteerd. Als zijn inspectie daartoe aanleiding geeft kan hij verlangen dat er aanpassingen in de organisatie of de faciliteiten worden doorgevoerd; hij kan zelfs besluiten de wedstrijd te annuleren. De scheidsrechter belegt een uur voor de aanvang van de eerste wedstrijd een bespreking met de jury en eventueel andere medewerkers. Door middel van portofoon of telefoon moet er een goede communicatie mogelijk zijn tussen scheidsrechter en zijn assistenten en juryleden, met het wedstrijdsecretariaat en met de speaker.
Over de speaker gesproken. Op de kunstijsbanen is elk seizoen tijdens de landelijke-cup-wedstrijden een speaker actief; deze herkent de rijders en rijdsters al op grote afstand. Hij kent hun achtergronden en hun schaatscarrière en soms nog wel een anekdote. Kortom, zo een speaker kan de wedstrijd maken en breken. Ook heel belangrijk voor de sponsor en voor het publiek. De organisatie dient met hem af te spreken wie met hem communiceert namens de organisatie. 3.07.
Hulporganisaties: Politie, Ambulance, EHBO. Met de plaatselijke hulporganisaties moeten goede afspraken gemaakt worden over eventueel nodige hulp. De politie zal doorgaans bereid zijn toezicht te houden op het publiek en het regelen van het verkeer. Op een centrale plaats moet een goed zichtbare en herkenbaar vorstvrije EHBO-post beschikbaar zijn. Het zal niet eenvoudig zijn permanent een ambulance nabij beschikbaar te hebben, maar het telefoonnummer daarvan moet door iedere man/vrouw van de organisatie blindelings gedraaid kunnen worden. Zorg voor goede aan- en afvoer-routes voor de politie, de ambulance en de brandweer.
3.08.
Voorzieningen voor de deelnemers en de medewerkers. Voor de deelnemers aan de wedstrijden moeten voldoende kleedruimtes, toiletten en douches beschikbaar te zijn. Er moet op gerekend worden dat de kleedruimtes van de sporters van de eerste wedstrijd niet nadien onmiddellijk beschikbaar zijn voor de sporters van de daaropvolgende wedstrijd; men laat zijn spullen daar zolang staan. Dit vraagt dus meer afzonderlijke ruimtes. Tref bij niet afsluitbare kleedruimtes voorzieningen tegen diefstal. Medewerkers moeten tussen de wedstrijden door even gelegenheid hebben bij te komen van de kou en de wind. Zorg voor een goed onderkomen, tijdige aflossing, een warme hap en warm drinken.
3.09.
Voorzieningen voor het publiek. Het publiek moet graag (blijven) komen bij de wedstrijden op natuurijs. Daarom moeten we het publiek zoveel als mogelijk is, goed verzorgen. Punten waaraan aandacht gegeven kan worden zijn:toiletten, telefoon, goede aan- en afvoer van het publiek naar de (voldoende) parkeergelegenheid of het openbaar vervoer; probeer filevorming in overleg met de politie te voorkomen. Vind een plek waar men wat (warms) kan gebruiken. Een goed uitzicht op de wedstrijd is natuurlijk heel belangrijk, maar evenzeer ook een plek waar ze even uit de wind kunnen staan of even kunnen bijkomen van de kou. Maak het gezellig voor het publiek met fijne sfeermuziek. Probeer de toegang en de toiletten ook geschikt te maken voor gehandicapten. Zorg voor een Infostand, waar men startlijsten en de uitslagen van de wedstrijden kan verkrijgen, waar wat foldermateriaal van de sponsors kan liggen, waar een plattegrond van het parcours en de accommodatie ligt en waar gevonden voorwerpen kunnen worden gebracht en gehaald. Ook moet het publiek op een vriendelijke maar niet mis te verstane manier duidelijk zijn waar ze wel of niet mogen komen. Commissarissen zullen er toezicht op moeten houden dat de wedstrijd niet verstoord wordt door het publiek en het publiek niet komt op gevaarlijke plaatsen op het ijs. Een goede bewegwijzering en het plaatsen van dranghekken, alsmede een goed overleg met de plaatselijke politie is onontbeerlijk.
3.10.
Voorzieningen voor de T.V., de radio en de schrijvende pers. Voor de pers zijn over het algemeen telefoonlijnen nodig om hun computer te kunnen aansluiten op de redactie van hun krant of anders een mondeling verslag over te brengen via de radio. En omdat we belang hebben bij een goed gezind verslag van de wedstrijd en de organisatie, proberen we daar natuurlijk prima voor te zorgen.
3.11.
De prijsuitreiking. Voor de prijsuitreiking moet wel de nodige gelegenheid en aandacht zijn. Daarvoor hebben de deelnemers toch gestreden. Een podium voor de eerste 3 in de uitslag, een DJ die draait, een paar mooie sierprijzen en tenslotte ook de geldprijzen, moeten met zorg zijn samengesteld. De speaker moet het publiek laten horen wat er gebeurt. De uitslag van de wedstrijd mag zich niet beperken tot de eerste 3 en ook niet tot hen die nog in de geldprijzen vallen. Van alle gefinishte deelnemers moet de plaats worden bepaald. De geautomatiseerde uitslagverwerking en de videofinish-apparatuur zijn daarbij goede hulpmiddelen. Er moet een gelegenheid zijn voor het afnemen van een interview door de pers en de fotograaf moet zijn werk naar behoren kunnen doen. Vanzelfsprekende dingen allemaal, maar U moet het zich allemaal toch even vooraf goed indenken, hoe dat goed kan verlopen. Probeer ook hiervan iets te maken, waar het publiek voor blijft. De prijsuitreiking moet zo snel mogelijk plaats vinden, maar mag het goede verloop van de wedstrijd niet verstoren. Soms moet men een afgewogen keus maken tussen nog langer (iedereen laten) wachten op (een paar) nakomers of het ongeduld van winnaars (en publiek) niet langer op de proef stellen. We hebben beiden wel nodig bij de huldiging.
In bijlage 3 is een prijzenschema opgenomen waarover binnen de Stichting Natuurijs-Klassiekers of met de sectie Marathon afspraken zijn gemaakt. Ter bescherming van de belangen van de rijders en rijdsters is dit prijzenschema gepubliceerd onder de rijders. Het is wel toegestaan van dit schema af te wijken, mits dit gunstiger uitpakt voor de rijders. In dat geval dient U het aangepaste schema aan de rijders en rijdsters uit te reiken, zodat zij hun rechten kennen. 3.12.
Overige aandachtspunten. Hieronder vallen alle punten die niet eerder zijn genoemd, maar die niettemin van belang zijn voor een goede organisatie. Het voor een geheel van taken verantwoordelijke lid van het O.C. heeft zorg voor zijn medewerkers maar houdt ook de tijd in de gaten; als hij/zij ziet dat de uitvoering vertraagd wordt of de taak te zwaar is, wordt er een extra kracht ingezet, zeker als dit anders tot stagnatie elders leidt. Zorg er voor dat reservemateriaal snel beschikbaar is als er iets kapot gaat; maak afspraken met leveranciers. Dit geldt ook voor de cateringartikelen. Zorg dat er iemand (met transportmiddel) beschikbaar is om e.e.a. op te halen. Het regelmatig schoonmaken van de kleedruimtes, de toiletten en (voldoende) prullenbakken. Het na afloop van de wedstrijden laten schoonmaken van de accommodatie en het parcours.
3.13.
Het draaiboek. We zeiden het al: In de uitvoeringsfase zijn er maar een paar dagen beschikbaar om alles te doen en te regelen. Dit kan alleen als iedereen weet waar en wanneer hij/zij wat moet doen en de organisatie een sluitend geheel vormt. Er mag niet meer gezocht worden naar de voorzitter om van hem/haar te horen wat gedaan moet worden. Een middel daartoe is een draaiboek waarin beschreven staat wat en wanneer ieder moet doen. Het voordeel is ook dat het betrekkelijk eenvoudig is, iemand die plotseling verhinderd is te vervangen door een ander die niet goed daarop was voorbereid. Het mooiste is als iedere medewerker beschikt over zijn deel van het draaiboek waarin uitsluitend zijn/haar taken zijn beschreven en bij wie of waar hij/zij zich daarvoor moet melden. De leden van het organisatiecomité moeten over het gehele draaiboek kunnen beschikken, zodat zij ook het geheel kunnen overzien. In bijlage 7 is een model draaiboek uitgeprint. In dit draaiboek wordt elke noodzakelijke activiteit afzonderlijk en kort vermeld. In het handboek kan nadere informatie gevonden worden onder hetzelfde nummer als daar vermeld. In de kolom 'uitvoerder' staat de functie (of naam) van de eerst verantwoordelijke voor de goede uitvoering van de betreffende activiteit. Het is mogelijk een 'huiswerklijstje' per uitvoerder te maken. De startdatum is de datum waarop de activiteiten zouden moeten starten. De einddatum is de datum waarop de activiteiten zouden moeten zijn uitgevoerd; soms wachten volgende activiteiten op de uitvoering hiervan. Onder 'gereed' kan de datum gereed of 'niet van toepassing' worden vermeld.
4.
Evaluatie. Bij de evaluatie moet er een rustige gelegenheid zijn om onder het genot van een hapje en een drankje eerst onderling na te praten over de gehele organisatie en de wedstrijden. Kort daarop moet de voorzitter van het O.C. gelegenheid hebben alle medewerkers te bedanken voor hun medewerking en wellicht een herinnering aan te bieden. Een gezamenlijke maaltijd doet het ook altijd goed. Als bij U in eerste instantie de gedachte leeft dat het niet allemaal vlekkeloos was, laat U zich daardoor niet ontmoedigen de evaluatiebespreking in te gaan. Het behoort tot de charme van een natuurijswedstrijd, dat er sprake is van enige gecontroleerde chaos, schreef eens iemand. Dat moet vooral zo blijven. Er moet een gelegenheid gecreëerd worden om ook formeel de wedstrijd en de organisatie te evalueren o.l.v. de voorzitter van het organisatie comité. Dit hoeft niet direct na de wedstrijd, maar er kan daartoe wel gelijk een afspraak gemaakt worden. De doelstelling van de evaluatie mag niet zijn onderling kritiek uit te wisselen, maar mag uitsluitend dienen om de basis te leggen voor een bijsturing van het draaiboek, het vastleggen van nodige verbeteringen enz. De grondslag voor deze kritische beschouwing moet dan ook zijn de onder hoofdstuk 2 en 3 beschreven punten.
MODEL-BEGROTING
Bijlage 1.
Bij de inkomsten: Entreegelden, Catering (verpachting van ..) Opbrengst van fondsenwerving Sponsoring en reclame-inkomsten Subsidies en fondsen Bijdrage van het bestuur in een eventueel tekort. Bij de uitgaven: Organisatiekosten (o.m. vergaderkosten en kosten KNSB) Administratie (o.m. telefoon, drukwerk) Accommodatie (o.m. geluidsinstallatie en huur kleedruimtes) Materialen (o.m. huur of afschrijving veeg-apparatuur) Promotieactiviteiten (o.m. advertenties, folders e.d.) Verzekeringen (o.m. materiaal, aansprakelijkheid) Belasting toegevoegde waarde (onder bepaalde voorwaarden) BUMA/STEMRA-rechten N.B. voor wedstrijden onder auspiciën van de KNSB is het verschuldigde bedrag door de KNSB afgekocht Verzorging deelnemers (o.m. bloemen en sierprijzen) Prijzengeld Verzorging medewerkers (o.m. catering en eventueel herinnering) Verzorging publiek (o.m. EHBO, huur toiletten) Afkoop van de gemaakte kosten voor een geplande wedstrijd op kunstijs 1. Onvoorzien Afdracht aan het bestuur van een eventueel batig saldo.
1
Indien een geplande wedstrijdstrijd op de kunstijsbaan wegens een wedstrijd op natuurijs verzet of geannuleerd moet worden, zullen de aantoonbaar gemaakte kosten worden verhaald op de organisatie van de wedstrijd op natuurijs. Over het algemeen betreft dit de ijshuur en eventueel al gemaakte organisatiekosten. Bij de begroting ware rekening te houden met maximaal € 5.000.
BESCHIKBARE HULPMIDDELEN.
Bijlage 2.
Verschillende hulpmiddelen kunnen op aanvraag beschikbaar worden gesteld of er kan bemiddeld worden in de medewerking van deskundig personeel. Door de Sectie Marathon van de KNSB: Scheidsrechter 2). Lijsten van alle relevante gegevens van de potentiële deelnemers t.b.v. de inschrijving. Formulier voor aanmelding van de wedstrijd op Teletekst. Adresstroken van officials van de KNSB, de Gewesten en organisaties ten behoeve van de eventueel te verzenden uitnodigingen. 2) Extra beennummers voor de niet landelijk geselecteerden. 2) Elektronisch scorebord c.q. rondebord; ook geschikt voor andere korte mededelingen aan het publiek. 4) BUMA/STEMRA-rechten afgekocht door de KNSB. Door de Gewestelijke Technische Commissie Marathon van het eigen Gewest: Jury. 1) Speaker. 1) Systeembeheerder uitslagverwerking inclusief computer t.b.v. het maken deelnemerslijsten voor de inschrijving, startlijsten en uitslagen. 1) Video-finish-functionaris inclusief apparatuur. 1) Voor de hieraan verbonden kosten: 1) Overeen te komen met de GTC van het eigen gewest. 2) De kostende prijs.
Prijzenschema Natuurijs Verwezen wordt naar het gestelde onder 3.11 van dit handboek. Nationaal Prijzenschema Natuurijswedstrijden Dagprijzen Dames Heren B Heren A Masters > 50 km < 50 km > 50 km 1 575 120 140 2 420 110 130 3 280 100 120 4 190 90 110 5 145 80 100 6 100 70 80 7 55 60 70 8 50 50 60 9 45 40 50 10 40 40 40 11 35 30 40 12 30 30 30 13 25 25 30 14 25 25 20 15 25 25 20 16 25 20 17 25 20 18 25 20 19 25 20 20 25 20
2.165
995
1.040
Bijlage 3.
< 50 km 100 90 80 70 60 50 40 30 20 20
560
Opmerking. 1. De reiskostenvergoeding die de KNSB vergoedt aan de scheidsrechter, vermeld onder 3.06 van dit handboek bedraagt € 0.28 per kilometer. 1. De vergoeding te betalen voor de onder punt 3.06 van dit handboek door de KNSB verleende faciliteiten bedraagt € 500?). Deze bijdrage geldt alleen voor de organisaties van Klassiekers en niet voor de organisatie van een Nationale wedstrijd. 2. Nationale wedstrijden
.
LIJST VAN NATUURIJSWEDSTRIJDEN
Bijlage 4.
Beschermde wedstrijden: De KLASSIEKERS: Ankeveen Eernewald
Loosdrecht Scheemda Schermerhorn Steenwijk Westerland Zevenhuizen
De 3-daagse van Ankeveen Noorder Rondritten De 100 van Eernewald Veluwemeertocht Hollands Venetiëtocht Ronde van Loosdrecht Westland Schaatsmarathon Oldambtrit USA-marathon Noord West Hoek Amstelmeer Marathon Rottemeren Wedstrijd
Andere beschermde wedstrijden Appingedam Ronde van Appingedam Steendam Ronde van Duurswold Akkrum Dwars door Akkrum Steenwijk Overijselse Merentocht
David Pos Piet Wieringa A. Veldboom A. v.d. Hul Henk Doze J.J. v.d. Meulen J. van de Akker M. Dieterman P. Dikstaal
035-6561762 0595-423847 06-43789120 06-50258740 06-22994666 035-5825671 010-5910370 06-53173316 0229-541251
J. Bregman M. Veenman
0227-592196 0180-631866
H. Meijer P. Wieringa H.W. Anker K. Woudman
0596-623611 0595-423847
KANDIDAAT ORGANISATIES N.K.-NATUURIJS: Drenthe Groningen Groningen Drenthe/Groningen
Emmen Winsum Steendam Zuidlaren
Friesland
Eernewoude
Gelderland
Elburg (Veluwemeer)
N-H/Utrecht N-H/Utrecht
Ankeveen Ursem/Schermerhorn/Avenhorn
Overijssel Overijsel
Giethoorn Wanneperveen
Zuid-Holland
Maasland
Flevoland
Lelystad
0521-361944
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
[email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
ADRESSENLIJSTEN
Bijlage 5.
Sectiebestuur Marathon
Mobiel
E-Mail
Egbert Lambers
06-15091025
[email protected]
Herman Kramer
06-27091016
[email protected]
Gerrit van Vilsteren
06-19449742
[email protected]
Jan Rem Struving
06-28973624
[email protected]
Richard van Kempen
06-54378897
info@
[email protected]
Baancontactpersoon Johannes Zijlstra Theo Ebbinge Wim Hekman Ad Timmermans Otto Bruschke Tjierd Kooij Henk Veen Jolle Landman Floriaan Alfrink Chris. van Hooijdonk Hans Uithoven Gerrit Bakker Wiard Hazewinkel Henk Pater Ad Timmermans Hans Uithoven Yvonne Obbema
Mobiel 06-53979518 06-55900008 06-27555631 06-57322960 06-49494390 0297323638 06-23046161 06-22907366 06-33863371 06-39211004 06-20747539 06-20977588 06-27471903 06-57322960 06-39211004
IJsbaan Heerenveen Assen Deventer Eindhoven Alkmaar Haarlem Amsterdam Utrecht Den Haag Nijmegen Breda a.i. Hoorn Enschede Groningen Tilburg a.i. Geleen a.i. Dronten
E-Mail
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Natuurijscoördinatoren Gewesten KNSB 2013 - 2014 Friesland Sjoerd ten Wolde 056-1613055 Groningen Edzo Spithorst 06-22937848 Drenthe Theo Ebbinge 06-55900008 Overijssel Marian Huijgen 06-28525332 Gelderland Wim Draaijer 06-33849939 NB/Li/Zeeland Jan Millenaar 06-22436339 Zuid Holland Jan Ottevanger 06-51305903 NH/Ut. Rob Ton 06-12296342
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Bondsbureau van de KNSB:
Mississippidreef 153 3565 CE Utrecht
Postbus 11084 3505 BB Utrecht
Competitieleider marathon:
Teun Breedijk
Postbus 11084 3505 BB Utrecht
Stichting Natuurijs Klassierkers Voorzitter Secretaris Penningmeester
David Pos Piet Wieringa Jan Ottevanger
035-6561762 0595-423847
Voornaamste bepalingen in de reglementen. Wedstrijdreglement Marathon Artikel 413
Tel: 088-4892000 Fax: 088-4892099 Mail:
[email protected] 0646074660
[email protected] [email protected]
Bijlage 6
Onderwerp van dit reglement 1.
Dit reglement behandelt de wedstrijd technische zaken van het Sectiebestuur Marathon, alsmede de regels geldend voor de alle marathonwedstrijden in Nederland en de internationale marathonwedstrijden die onder auspiciën van de KNSB door een lid van de KNSB worden georganiseerd. Het reglement omtrent bestuur en organisatie van het Sectiebestuur Marathon is hiervoor ondergebracht in artikel 401 t/m 412.
2.
Onder marathonwedstrijden worden in dit reglement verstaan: a. alle schaatswedstrijden op een kunstijsbaan van minimaal 25 ronden en maximaal 250 ronden voor heren of maximaal 125 ronden voor dames of maximaal 50 ronden voor jongens en meisjes die voor 1 juli voorafgaande aan het schaatsseizoen de 18-jarige leeftijd nog niet hebben bereikt en waaraan wordt deelgenomen door minimaal 15 en maximaal 99 deelnemers die allen tegelijk starten. Het Sectiebestuur Marathon kan toestemming geven meer dan 99 deelnemers te laten starten. b. alle schaatswedstrijden op een natuurijsbaan van minimaal 333 meter of een (natuurijs)traject met een aaneengesloten lengte van maximaal 200 kilometer, waaraan wordt deelgenomen door minimaal 15 deelnemers die allen tegelijk starten.
3.
De regels zoals die in dit reglement zijn beschreven, gelden voor de organisatie van alle wedstrijden, zij het dat in de Topdivisie het Sectiebestuur Marathon kan afwijken van dit reglement.
4.
De bepaling en vaststelling van de wedstrijdformule voor alle wedstrijden, competities en meerdaagse wedstrijden behoren tot de bevoegdheid van de Directeur Sport en het Sectiebestuur Marathon. De wedstrijdformule zal worden vermeld in de officiële wedstrijdkalender en de Marathon Info van de KNSB.
5.
Aan marathonwedstrijden kan de naam van een wedstrijdsponsor worden verbonden.
6.
In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist in wedstrijd technische aangelegenheden de scheidsrechter en in alle andere gevallen de Directeur Sport en het Sectiebestuur Marathon.
Artikel 414 De wedstrijdleiding en de ondersteuning door de organisatie 1.
Wedstrijdleiding: juryleden Door of namens de Sectie Marathon wordt voor alle landelijke wedstrijden op kunst- en natuurijs een jury samengesteld die bestaat uit: Een hoofdscheidsrechter, die de leiding heeft en de eindverantwoordelijkheid draagt voor een goed verloop van de wedstrijd(en) en de correcte toepassing van het Wedstrijdreglement Marathon. Een scheidsrechter, behorend tot het landelijk scheidsrechterskorps, die belast is met het leiden van een of meer wedstrijden van het programma en die de hoofdscheidsrechter assisteert. Een of meerdere assistent-scheidsrechters, die toezicht houden langs de baan op een correct verloop van de wedstrijd en een correcte gang van zaken op en nabij een eventuele verzorgingspost. Bij wedstrijden op kunstijsbanen zijn drie assistent-scheidsrechters wenselijk. Een aankomstrechter, die verantwoordelijk is voor het opmaken van de uitslagen. Een of twee speakers. De scheidsrechters en aankomstrechter worden in de uitoefening van hun taak ondersteunt door en deels vervangen door camerabeelden, het finishvideo- en transpondersysteem en de systeembeheerder van de KNSB.
2.
Taken van de organisatie: juryleden De organisatie draagt zorg voor: - Medewerkers, die toezien op het tekenen van de presentielijst. - Een medewerker die het rondebord en de bel bedient. - Bochtencommissarissen, die zorgen voor het verplaatsen van de pylonen in de bochten en die toezicht houden op de kwaliteit van het ijs in de bochten. - Bij aanwezigheid van een video- en transpondersysteem: vier tot vijf juryleden, die zorgen voor de schaduwregistratie inzake het verloop van de wedstrijd en de volgorde van aankomst. - Bij afwezigheid van een video- en transpondersysteem: vijf tot tien juryleden, die zorgen voor de registratie van het verloop van de wedstrijden alsmede de registratie van de volgorde van aankomst. - Medewerkers, die assisteren bij het bekendmaken en verspreiden van de uitslagen.
3. a.
Exclusieve taken en bevoegdheden van een scheidsrechter De scheidsrechter geeft leiding aan de jury en medewerkers bij de organisatie.
b.
c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m.
Hij beoordeelt of door de organisatie is voldaan aan de (veiligheid)vereisten die aan het organiseren van een wedstrijd zijn verbonden – zoals omschreven in artikel 416 - en is bevoegd om desgewenst passende maatregelen te nemen. Hij bepaalt of de wedstrijd gestart, afgelast, onderbroken, gestaakt of beëindigd wordt. Hij kan onder omstandigheden het aantal te rijden ronden wijzigen. Hij bepaalt welke deelnemer een of meerdere ronden voorsprong heeft en welke deelnemer een ronde achterstand heeft. Hij is bevoegd om maatregelen te nemen en/of sancties op te leggen. Hij bepaalt of een deelnemer die uit de wedstrijd wordt genomen, wordt geklasseerd. Hij neemt schriftelijke protesten in ontvangst en beslist hierover inclusief protesten tegen de officieuze uitslag. Hij keurt de einduitslag goed en bekrachtigt dit met zijn handtekening. Hij stelt het proces-verbaal op bij het opleggen van een gele of rode kaart. Hij vertegenwoordigt de jury in zaken bij de Tuchtcommissie. Het staat de hoofdscheidsrechter vrij om bovenstaande taken en bevoegdheden tijdens de wedstrijden te delegeren aan de andere scheidsrechter. De eindverantwoordelijkheid is echter niet overdraagbaar. Hij doet namens de jury mededelingen aan de pers.
Artikel 415 Veiligheid Vereiste kleding en uitrusting 1. Deelnemers aan wedstrijden dienen ter wille van de veiligheid te dragen: - handbescherming; - scheenbescherming; - enkelbescherming; - ter wille van de veiligheid, wordt geadviseerd deze attributen aan te schaffen van snijbestendige kwaliteit; - kleding met lange mouwen en broekspijpen. 2. De schaatsbuizen moeten gesloten zijn en de bladeinden moeten zijn afgerond met een kwadrant van een cirkel met een straal van minimaal 1 cm (vergelijk 10 cent munt). 3. Het gebruik van wisselijzers of -schaatsen is gebonden aan de volgende regels: - Behalve de wisselijzers of -schaatsen waarop de deelnemers rijden, mogen ze tijdens de wedstrijd geen wisselijzers of -schaatsen bij zich dragen; - Op een kunstijsbaan mag er niet gewisseld worden; bij andere wedstrijden bepaalt de scheidsrechter waar gewisseld mag worden; - Deelnemers moeten stilstaan of stilzitten en mogen daarna pas wisselen. 4. Het gebruik van de kluunschoen tijdens natuurijswedstrijden is toegestaan mits dit geen gevaar oplevert voor de andere deelnemers. Artikel 416 De accommodatie bij wedstrijden op kunstijs en natuurijs 1. a. b.
c. d. e. f.
g.
2.
Algemene organisatievereisten Bij alle marathonwedstrijden moeten voldoende EHBO-posten langs het gehele parcours aanwezig zijn en bij landelijke- en internationale wedstrijden tevens een arts. Bij marathonwedstrijden op kunstijs tot en met 100 ronden is geen verzorging toegestaan. Bij wedstrijden van meer dan 100 ronden is verzorging toegestaan behalve in de eerste en in de laatste 25 ronden. Koelboxen en/of andere attributen mogen niet op de baan c.q. het parcours staan. Bij andere marathonwedstrijden bepaalt de scheidsrechter óf, waar en wanneer verzorging van de deelnemers is toegestaan. Bij alle wedstrijden moet een rondenbord met driecijferige aanduiding aanwezig zijn alsmede een reserve rondebord. De organisatie dient ervoor te zorgen dat over een lengte van minimaal 5 meter vóór en na de finishlijn en ter breedte van 3 meter geen publiek kan komen, zodat de jury ongestoord haar werkzaamheden kan verrichten. Bij alle marathonwedstrijden kunnen op aanwijzing van de scheidsrechter en ter bescherming van de ijskwaliteit in de bochten zogenaamde pylonen van maximaal 20 centimeter hoog geplaatst worden. Deze pylonen worden, door de aangewezen bochtencommissaris(sen) verplaatst, c.q. verwijderd volgens een door de scheidsrechter vast te stellen schema. De organisatie moet beschikken over voldoende afsluitbare kleedruimtes voor de deelnemers en over vergaderruimte voor de jury. Baanbeveiliging op kunstijs
Bij wedstrijden op kunstijs moeten in de bochten en ten minste tot 12 meter op het rechte eind na het einde van elke bocht, beveiligingskussens zijn aangebracht. Deze moeten ten minste 80 centimeter hoog en minimaal 15 centimeter dik zijn. De kussens moeten onderling zodanig verbonden zijn dat ze niet wegglijden door de val van een deelnemer. De buitenzijde van de beveiligingskussens moet water- en snijbestendig zijn. Obstakels die zich bevinden binnen 3 meter vanaf de rand van de wedstrijdbaan, dienen te worden verwijderd of - indien dit niet kan - te worden beveiligd met stootkussens. 3.
Parcoursvereisten natuurijs
a.
h.
Het beoordelen en het vrijgeven van het parcours geschiedt door de competitieleider en de aangewezen scheidsrechter. De breedte van de wedstrijdbaan is minimaal 4 meter en de laatste 200 meter voor de finish minimaal 8 meter. Het ijs dient over het gehele parcours de vereiste dikte te hebben en vrijwel sneeuwvrij te zijn (zie Art.417 lid d). De organisatie dient ervoor te zorgen dat minimaal over een lengte van 5 meter voor en na de finishlijn geen publiek kan komen, zodat de jury ongestoord haar werkzaamheden kan verrichten. De lijnen van start en finish worden duidelijk aangegeven door haaks op het rechte eind getrokken strepen. De startlijn en de finishlijn worden zodanig aangebracht, dat start en finish niet plaatshebben nabij een bocht in het parcours. Indien een finishdoek wordt gebruikt, dient dit boven de finishlijn te worden aangebracht. Het is niet toegestaan op schaatsen te starten vanuit een fabriekshal of soortgelijke accommodatie. Een kluunplaats in de laatste 1000 meter voor de finish is niet toegestaan. Het parcours moet met routewijzers en vlaggen en bij mist en duisternis met lichtbakens zijn afgebakend. De organisatie zorgt ervoor dat tijdens de wedstrijd de wedstrijdbaan alleen door de deelnemers aan de wedstrijd wordt gebruikt. Op 2000 meter, 1000 meter en op 500 meter vóór de finish moet rechts van de wedstrijdbaan een bord geplaatst zijn, met daarop de tekst “2000 meter”, resp. “1000 meter”, resp. “500 meter”. De organisatie dient gevaarlijke plaatsen op het ijs buiten het parcours goed te markeren.
4.
Weersomstandigheden Natuurijs
b. c. d.
e. f.
g.
Bij een temperatuur van -20⁰ Celsius of kouder is beraad noodzakelijk omtrent doorgaan van de wedstrijd en eventuele aanpassing daarvan. De hoofdscheidsrechter neemt hierover uiteindelijk het besluit, gehoord hebbende vertegenwoordigers van het organisatiecomité, een afvaardiging van het KNSB Bondsbureau, het medisch team, leden van het sectiebestuur en vertegenwoordigers van ploegleiders. 5.
De organisatie
a.
De organisatie dient vóór 15 juni van elk seizoen een draaiboek in te dienen. Dit wordt beoordeeld door de competitieleider door het te toetsen aan het keurmerk dat daarvoor door het Sectiebestuur Marathon is vastgesteld. De organisatie dient te beschikken over voldoende goed werkende machines en materialen waarmee het parcours sneeuwvrij en schoongehouden kan worden. Er dient een goed werkende geluidsinstallatie aanwezig te zijn, zodat de speaker tot op 500 meter voor en 200 meter na de finish goed verstaanbaar is. De organisatie dient te zorgen voor goed leesbare wedstrijdnummers. Deze mogen alleen worden afgegeven tegen inlevering van de KNSB-marathonlicentie. e. Op de juryplaats moet een kopie van de startlijst aanwezig zijn.
b. c. d.
Artikel 417 De organisatie en toewijzing van wedstrijden op natuurijs a. b.
c. d.
e.
Op natuurijs wordt onderscheid gemaakt tussen klassiekers, meerdaagse wedstrijden, rondewedstrijden, trajectwedstrijden, het Nederlands Kampioenschap en het Open Nederlands Kampioenschap. Het Sectiebestuur Marathon kan een organisatie de status van klassieker toekennen. Deze status kan ook weer aan een organisatie worden ontnomen door het Sectiebestuur Marathon als niet meer aan de kwaliteitseisen wordt voldaan of indien onder overigens gunstige omstandigheden geen wedstrijd werd georganiseerd. Jaarlijks bepaalt het Sectiebestuur Marathon welke wedstrijden worden opgenomen in een lijst met beschermde wedstrijden. Rondewedstrijden, trajectwedstrijden en klassiekers hebben een maximum lengte van 100 kilometer, tenzij het Sectiebestuur Marathon bij wijze van uitzondering voor een langere afstand dispensatie verleent. Aanmelding van een natuurijswedstrijd op een ijsvloer rustend op een wateroppervlak kan geschieden bij een ijsdikte van 12 centimeter, mits de weersvooruitzichten goed zijn. Er kan pas worden gereden als de ijsdikte over het gehele parcours minimaal 14 centimeter bedraagt. Tot uiterlijk 12 uur voor de geplande start kunnen aanpassingen worden vastgelegd. Aanmelding van een natuurijswedstrijd op een ijsvloer rustend op een vaste ondergrond, kan geschieden bij een ijsdikte van 3 centimeter, mits de weersvooruitzichten goed zijn. De wedstrijd mag pas worden verreden als de be-
langen van de Marathonsport voldoende zijn gewaarborgd, zulks ter beoordeling en goedkeuring van het Sectiebestuur Marathon. Tot uiterlijk 12 uur voor de geplande start kunnen aanpassingen worden vastgelegd. Om ieders belang tot zijn recht te laten komen, gelden de volgende regels: Het NK natuurijs gaat boven het ONK natuurijs. In de lijst met beschermde wedstrijden genoemd in lid b staan boven alle andere wedstrijden. Deelnemers uit de Topdivisie Heren en Topdivisie Dames en nader geselecteerden uit 1e divisie en regio’s mogen op de wedstrijddag niet eerder dan 18.00uur aan andere wedstrijden deelnemen. Per gewest mag niet meer dan één wedstrijd op landelijk niveau per dag worden georganiseerd. Voor het gewest Noord-Holland/Utrecht worden in verband met het grote aantal licentiehouders in dat gewest twee wedstrijden toegestaan. De aanvragen van in de gewesten te organiseren wedstrijden en van een Gewestelijk Kampioenschap voor licentiehouders uit dat gewest, worden per gewest gecoördineerd door de gewestelijke coördinator natuurijswedstrijden en vervolgens op landelijk niveau door de coördinator natuurijswedstrijden.
g.
Artikel 418 Deelnemen aan de nationale wedstrijden 1.
De selectiecriteria voor de nationale competities en divisies worden vastgesteld door het Algemeen Bestuur van de KNSB op voordracht van het Sectiebestuur Marathon.
2. a.
Selectiecriteria voor de Topdivisie Heren Vijftien marathonmerkenteams, die zich op grond van de selectiecriteria hebben geplaatst, komen in aanmerking voor de Topdivisie. De tien eerst geplaatste teams zijn de tien beste in het ploegenklassement van de marathoncup van het voorgaande seizoen in de Topdivisie. De overige teams worden geplaatst op basis van ‘individuele ranking’, uitgewerkt in de Marathon Info die voor aanvang van het seizoen zal worden gepubliceerd op de KNSB website. Van de rijders per team worden de punten op basis van de individuele ranking van het voorgaand seizoen - met als peildatum 1 juli - bekeken en die van de vier hoogst geklasseerden bij elkaar opgeteld. Teams mogen de uitnodiging voor inschrijving in de Top-competitie weigeren. Als teams uit het voorgaande seizoen ophouden te bestaan of weigeren, worden andere teams toegelaten op basis van individuele ranking tot er vijftien teams zijn bereikt. Tijdens het seizoen zal geen promotie of degradatie van ploegen plaatsvinden.
b. c.
d. e. f. 3. a b. c. d.
e.
f. g.
Topdivisie Heren Om aan nationale of internationale marathonwedstrijden te mogen deelnemen, dienen rijders deel uit te maken van een marathonmerkenteam. Marathonmerkenteams dienen te beschikken over een door de KNSB afgegeven teamlicentie, in overeenstemming met de bepalingen van de Collectieve Samenwerkings Overeenkomst Marathon(CSOM). Een marathonmerkenteam heeft ten minste vijf en ten hoogste zes rijders onder contract. Een gesponsord marathonmerkenteam mag tijdens het schaatsseizoen niet van sponsor wisselen. In de Topdivisie, meerdaagse en overige landelijke wedstrijden op kunstijs dient een marathonmerkenteam met ten hoogste vijf rijders te starten. Op natuurijswedstrijden mag een marathonmerkenteam met ten hoogste zes rijders starten. Tijdens meerdaagse wedstrijden mag de teamsamenstelling niet veranderen. Een deelnemer aan een meerdaagse die een wedstrijd in deze reeks niet uitrijdt, mag de volgende dag weer starten. Wanneer een rijder aan een wedstrijd in de meerdaagse niet deelneemt, vervalt het recht om op de resterende dagen te starten. Rijders uit het vorige seizoen die niet meer zijn opgenomen in een marathonmerkenteam worden automatisch geplaatst in de 1e-divisie. Door het Sectiebestuur Marathon kunnen Lange Baan schaatsers, die in het afgelopen en/of lopende seizoen hebben meegedaan aan wedstrijden World Cup, EK en/of WK Allround of WK Afstanden, worden toegelaten binnen een marathonteam genaamd ‘Team Langebaan’. Onderstaande voorwaarden zijn hiertoe van toepassing: 1. Zij mogen deelnemen in het wedstrijdpak van het betreffende merkenteam; 2. Zij zijn verplicht te rijden met het beennummer van de KNSB sponsor/organisatie; 3. Zij maken geen aanspraak op prijzengeld; 4. Marathonschaatsers met een vast landelijk beennummer zijn uitgesloten voor het “Team Langebaan”. Langebaan schaatsers met eenzelfde sponsor binnen het marathonschaatsen zijn eveneens uitgesloten voor het “Team Langebaan”. 5. Bestaat het “Team Langebaan” uit meer dan het tot de wedstrijd toe te laten aantal deelnemers, dan vindt loting plaats.
6.
4. a. b. c d.
e. f.
5. a. b.
c. d. e
Deelname aan het NK Kunstijs, het ONK en het NK Natuurijs is alleen mogelijk indien de deelnemer in het lopende seizoen minimaal 2 keer is geklasseerd in een nationale marathonwedstrijd.
Topdivisie Dames In de Topdivisie Dames kunnen alleen rijdsters in teamverband deelnemen. In de Topdivisie Dames bestaat een team uit minimaal drie en maximaal vier rijdsters, al dan niet gesponsord. Elk team dient te beschikken over een ploegleider(ster). Dames die niet aan de gewestelijke selectie wedstrijden hebben deelgenomen om te promoveren naar de landelijke divisie, maar toch een nummer aanvragen, dienen sneller dan 2.08.00 op de 1500 meter of 4.30.00 op de 3000 meter te rijden om rechtstreeks toegelaten te worden op landelijk niveau. Rijdsters die tijdens het seizoen wegens zwangerschap het seizoen niet kunnen beëindigen, mogen het nieuwe seizoen weer starten. Dit kan alleen mits zij bij de eerste 50 staan geklasseerd bij de competitie op kunstijs. Door het Sectiebestuur Marathon kunnen Lange Baan schaatssters, die in het afgelopen en/of lopende seizoen hebben meegedaan aan wedstrijden World Cup, EK en/of WK Allround of WK Afstanden, worden toegelaten binnen een marathonteam genaamd ‘Team Langebaan’. Onderstaande voorwaarden zijn hiertoe van toepassing: 1. Zij mogen deelnemen in het wedstrijdpak van het betreffende merkenteam; 2. Zij zijn verplicht te rijden met het beennummer van de KNSB sponsor/organisatie; 3. Zij maken geen aanspraak op prijzengeld; 4. Marathonschaatssters met een vast landelijk beennummer zijn uitgesloten voor het “Team Langebaan”. Langebaanschaatssters met eenzelfde sponsor binnen het marathonschaatsen zijn eveneens uitgesloten voor het “Team Langebaan”. 5. Bestaat het “Team Langebaan” uit meer dan het tot de wedstrijd toe te laten aantal deelnemer, dan vindt loting plaats. 6. Deelname aan het NK Kunstijs, het ONK en het NK Natuurijs is alleen mogelijk indien de deelnemer in het lopende seizoen minimaal 2 keer is geklasseerd in een nationale marathonwedstrijd. 1e-divisie Heren In de 1e-divisie kunnen deelnemen: individuele rijders, al dan niet in teamverband. Voor toegang van rijders van buiten de Topdivisie – al dan niet in een team – is toestemming nodig van het Sectiebestuur Marathon. Deze rijders dienen sneller dan 1.55.00 op de 1500 meter of 6.55.00 op de 5000 meter te rijden. In de 1e-divisie bestaat een team uit ten hoogste vier rijders. Per wedstrijd kunnen met goedkeuring van het Sectiebestuur Marathon, naast de landelijke lijst van rijders, individuele rijders worden toegelaten. Deze rijders dingen alleen mee voor dagprijzen. Per wedstrijd mag ook één rijder deelnemen van een marathonmerkenteam (de zesde rijder) dat uitkomt in de Topdivisie. Dit mag alleen als in de Topdivisiewedstrijd met een volledig team van 5 man wordt gestart. Deze rijders dingen niet mee voor klassementen of (geld)prijzen.
6. a. b. c.
Masters-divisie In de masters divisie kunnen deelnemen: individuele rijders, al dan niet in teamverband. In de masters-divisie bestaat een team uit ten hoogste vier rijders. Voor de beschikbare plaatsen in de Masters divisie bij landelijke wedstrijden op kunstijs en het Nederlands Kampioenschap op kunst- en natuurijs wijst elke GTC per half december 2 rijders aan op zelf te bepalen wijze; de volgende deelnemers komen uit de klassementen Masters 1 van de regionale competities Zuid, West (6-banen M1) en Regio Noord/Oost, 1 week voorafgaand aan de wedstrijd. De verdeling van aantallen geschiedt vanuit het Bondsbureau op basis van de aantallen marathonlicenties in de regio’s.
7.
Buitenlandse wedstrijden Het is licentiehouders van de KNSB alleen toegestaan deel te nemen aan buitenlandse wedstrijden die staan vermeld op de officiële wedstrijdkalender marathon van de KNSB of in de Marathon Info. Voor alle andere buitenlandse wedstrijden moet de deelnemer vooraf toestemming vragen aan het Sectiebestuur Marathon via de Competitieleider Marathon.
8.
Inschrijving Deelnemers aan landelijke marathonwedstrijden dienen zich ten minste 30 minuten voor aanvang van de wedstrijd persoonlijk dan wel vertegenwoordigd door hun ploegleider te melden bij het inschrijfbureau door het (laten) tekenen van de presentielijst.
9. a.
Dwingende voorschriften voor deelnemers; uitrusting en hulpmiddelen De namens het Sectiebestuur Marathon of de organisator verstrekte wedstrijdnummers dienen de deelnemers op de daarvoor voorgeschreven wijze, duidelijk zichtbaar te dragen. De wedstrijdnummers dienen op het rechter- en linkerdijbeen gedragen te worden.
b. c. d. e
De afmeting van deze nummers dient minimaal 32 centimeter lang en 22 centimeter breed te zijn. De kleur voor de Topdivisie is groen, die voor de 1e divisie blauw, die voor de Topdivisie Dames wit en die voor de Masters-divisie rood. Zelf aangebrachte wedstrijdnummers mogen niet afwijken van de verstrekte wedstrijdnummers. Wijken de nummers af naar de waarneming van de scheidsrechter, dan volgt bij de eerste wedstrijd een gele kaart en bij iedere volgende wedstrijd een startverbod. Het gebruik van hulpmiddelen op het gebied van telecommunicatie is voor de deelnemers tijdens een wedstrijd alleen toegestaan op een parcours langer dan twee kilometer. Deelnemers mogen alleen met schaatsen, kleding en verdere uitrustingsstukken meedoen die voor alle deelnemers algemeen verkrijgbaar zijn en voldoen aan de ISU-voorschriften. Deelnemers mogen tijdens een marathonwedstrijd niet rijden met een cap en/of capuchon op het wedstrijdpak. Rijders behorend tot een team dienen tijdens de wedstrijden de voor dat team gekozen wedstrijdkleding te dragen. Deze wedstrijdkleding dient te voldoen aan de daarvoor geldende voorschriften en zowel naar ontwerp als naar kleurstelling onderscheidend te zijn van die van de andere teams.
10.
Transponders Bij alle landelijke wedstrijden moeten de deelnemers in de Topdivisie Heren en Dames en 1e-divisie Heren om beide enkels een bij de KNSB met uniek nummer geregistreerde goed werkende transponder te dragen, tenzij het Sectiebestuur uitdrukkelijk anders aangeeft. Deelnemers zijn zelf verantwoordelijk voor de goede werking van deze transponders.
11.
Verzorger en ploegleider 1. De verzorger en ploegleider dienen zich tijdens de wedstrijd binnen de door de scheidsrechter bepaalde grenzen langs de wedstrijdbaan of het parcours te bevinden; zij mogen zich niet op schaatsen op het ijs bevinden. 2. De verzorger en ploegleider dienen herkenbare kleding van het marathonmerkenteam te dragen; deze kleding dient onderscheidend te zijn van de kleding van andere marathonmerkenteams. 3. Bij wedstrijden op kunstijs tot en met 100 ronden is alleen een ploegleider toegestaan, bij wedstrijden van meer dan 100 ronden is een ploegleider en een verzorger toegestaan.
Artikel 419 Promotie en degradatie 1. a.
b. c.
Algemeen De Gewestelijke Technische Commissies (hierna te noemen GTC’s) organiseren, al dan niet gezamenlijk, per seizoen ten minste vijf gewestelijke wedstrijden op kunstijs ter bepaling van eventuele promotie naar de landelijke divisies. Deelnemers uit de Topdivisie en 1e divisie die vóór 1 juli voorafgaande aan het seizoen de 39-jarige leeftijd hebben bereikt, kunnen desgevraagd overstappen naar de Masters-divisie. Het Sectiebestuur Marathon besluit over promotie en degradatie en heeft de bevoegdheid om af te wijken van de in dit artikel opgenomen regeling, dit ter optimalisering van het aantal deelnemers.
2. a. b.
Topdivisie In de Topdivisie worden maximaal 15 marathonmerkenteams toegelaten. Vóór 1 juli voorafgaand aan het schaatsseizoen moet een marathonmerkenteam een teamlicentieaanvraag bij de KNSB indienen. Uiterlijk 1 augustus voorafgaand aan het schaatsseizoen beslist het Sectiebestuur of de teamlicentie wordt verstrekt, c.q. het marathonmerkenteam wordt toegelaten tot de Topdivisie. Gelijktijdig met het indienen van de teamlicentieaanvraag dienen de namen van de rijders, de ploegleider, de ploegenvertegenwoordiger en de verzorger te worden opgegeven.
3. a.
Topdivisie Dames De nummers 1 t/m 50 van de ranking Topdivisie Dames uitgewerkt in de Marathon Info, plaatsen zich automatisch vóór het volgende seizoen voor dezelfde divisie. Niet-geplaatste rijdsters degraderen naar de gewestelijke competitie. Verzoeken tot dispensatie dienen vóór 15 maart bij het gewest te worden ingediend. Op basis van de resultaten van de onder artikel 419 lid 1a bedoelde wedstrijden kunnen de GTC’s kandidaten voordragen voor opname in de Topdivisie Dames. De GTC’s moeten daartoe de kandidaten vóór 1 juni opgeven bij de landelijke coördinator marathon. De kandidaten moeten vóór 1 juli voorafgaand aan het schaatsseizoen de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt. Voor wie die leeftijd nog niet heeft bereikt, kan het Sectiebestuur Marathon dispensatie verlenen. De nog beschikbare plaatsen in de Topdivisie Dames worden op voorspraak van de GTC’s door het Sectiebestuur Marathon toegewezen op basis van een evenredige verdeling van het aantal licentiehouders in de betreffende divisie per gewest. Het Sectiebestuur Marathon stelt voor aanvang van het schaatsseizoen de definitieve lijst van deelnemers voor de Topdivisie Dames vast.
b.
c.
d.
4. a.
1e-divisie De nummers 1 t/m 60 van de ranking 1e divisie Heren uitgewerkt in de Marathon Info, plaatsen zich automatisch vóór het volgende seizoen. Niet-geplaatste rijders degraderen naar de gewestelijke competitie. Verzoeken tot dispensatie dienen vóór 15 maart bij het gewest te worden ingediend. Op basis van de resultaten van de onder artikel 419 lid 1a bedoelde wedstrijden kunnen de GTC’s kandidaten voordragen voor opname in de landelijke 1e divisie. De GTC’s moeten daartoe de kandidaten vóór 1 juni opgeven bij de landelijke coördinator marathon. De kandidaten moeten vóór 1 juli voorafgaand aan het schaatsseizoen de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt. Voor wie die leeftijd nog niet heeft bereikt, kan het Sectiebestuur Marathon dispensatie verlenen. De nog beschikbare plaatsen in de 1e-divisie worden op voorspraak van de GTC’s door het Sectiebestuur Marathon toegewezen op basis van een evenredige verdeling van het aantal licentiehouders in de betreffende divisie per gewest. Het Sectiebestuur Marathon stelt voor aanvang van het schaatsseizoen de definitieve lijst van deelnemers voor de 1e-divisie vast.
b.
c.
d.
Artikel 420 Fair play Een rijder neemt deel met inachtneming van de erkende beginselen van schaatstechniek, sportiviteit en eerlijk spel. Hier valt onder, dat ploegenspel en hulp van ploeggenoten(es) binnen een team is toegestaan zonder elkaar aan te raken. Ploegenspel en hulp van ploeggenoten(es) tussen rijders van verschillende teams is niet toegestaan. Artikel 421 De start van een marathonwedstrijd 1. a. b.
2.
Starten op een ijsbaan De aanvangsopstelling is voor alle deelnemers gezamenlijk vóór de 500-meter startlijn. De officiële start vindt plaats op de finishlijn na het verrijden van één warming-up ronde. Na het startschot of het luiden van de bel voor de aanvang van de wedstrijd, kunnen geen deelnemers meer aan de wedstrijd worden toegevoegd. Starten in overige situaties op natuurijs Voor marathons op een parcours dat langer is dan 400 meter of een trajectwedstrijd, geldt de door de plaatselijke organisatoren vastgestelde startprocedure, mits deze is goedgekeurd door de scheidsrechter.
Artikel 422 Premiesprints en sprintklassement 1. 2.
3.
Een premiesprint wordt door het luiden van de bel en door de speaker via de geluidsinstallatie aangekondigd. Een premiesprint wordt verreden over één ronde. De speaker vermeldt het aantal te klasseren deelnemers. Premiesprints mogen aan groepen worden toegekend, mits daardoor het wedstrijdverloop niet nadelig wordt beïnvloed. Deelnemers met één of meer volle ronden voorsprong, dingen mee op basis van gelijkheid met het peloton. Aan premiesprints zijn prijzen verbonden.
Artikel 423 Onderbreking en afgelasting 1.
2.
3.
De scheidsrechter kan een wedstrijd onderbreken aan de hand van de volgende richtlijnen: bij een onveilige c.q. gevaarlijke situatie voor rijd(st)ers; bij een onveilige c.q. gevaarlijke situatie voor hulpverleners; op aanwijzing of advies van de dienstdoende arts; bij een ongeval waarbij verzorging op het ijs nodig is; bij gevaarlijke weersomstandigheden; bij stroomuitval. Als na een onderbreking de wedstrijd wordt hervat, wordt de wedstrijd als volgt voortgezet: herstart op de startlijn 500 meter, uitrijden resterende ronden. Deelnemers met één of meer ronden voorsprong op het peloton, behouden die positie.
4. 5.
Deelnemers die op het moment van onderbreking vooruit reden, maar nog geen ronde voorsprong hadden, verliezen hun voorsprong. Als de wedstrijd in de laatste tien ronden is onderbroken, zullen bij een herstart nog tien ronden worden gereden. Zo nodig kan een wedstrijd definitief worden gestaakt.
Artikel 424 Het finishen en de uitslag 1. a. b. c. d. e. 2. a.
b. c. d. e. f. g. 3. a. b.
c.
d. e.
4. a.
b. c. d.
Algemeen Deelnemers die de wedstrijd staken zonder tussenkomst van de scheidsrechter, verlaten onmiddellijk de wedstrijdbaan. Zij dienen zich af te melden bij de jury aan de finish. Een deelnemer die tijdens de wedstrijd op 1 ronde achterstand ten opzichte van het peloton komt, dient onmiddellijk de wedstrijd te verlaten. Tijdens de finishprocedure mogen reeds gefinishte deelnemers zich niet bevinden op de laatste 100 meter vóór de finishlijn. Indien de scheidsrechter meent dat de omstandigheden het noodzakelijk of zinvol maken het aantal te rijden ronden of de afstand aan te passen, dan kan hij daartoe besluiten. De huldiging is een onderdeel van de wedstrijd. Het finishen De winna(a)r(es) van de wedstrijd rijdt exact het vooraf aangegeven aantal ronden. Bij het afsprinten sprint het peloton als eerste af, daarna apart de deelnemer(s) met 1 of meerdere ronden voorsprong ten opzichte van het peloton. Dit houdt in dat het rondebord aangeeft het aantal nog te rijden ronden van de koploper(s) in de wedstrijd. Het peloton is de grootste groep, tenzij de scheidsrechter anders beslist. Een deelnemer heeft een ronde voorsprong op het peloton wanneer hij naar het oordeel van de scheidsrechter de achterste deelnemer van het peloton heeft bereikt. Een deelnemer heeft een ronde achterstand op het peloton wanneer hij, na gelost te zijn uit het peloton, naar het oordeel van de scheidsrechter door de voorste deelnemer van het peloton is ingehaald. De scheidsrechter bepaalt welke deelnemers één of meerdere ronden voorsprong of achterstand op het peloton hebben. Een deelnemer die op aanwijzing van de scheidsrechter uit de wedstrijd wordt genomen, kan door de scheidsrechter worden geklasseerd. Een deelnemer is gefinisht zodra de voorkant van de schaats in contact met het ijs de finishlijn heeft bereikt. De afsprintprocedure Alle deelnemers in dezelfde ronde als het peloton krijgen de bel. Bij deelnemers met één ronde voorsprong ten opzichte van het peloton, sprint het peloton 5 ronden eerder af. Deze procedure herhaalt zich voor elke groep van deelnemers met telkens één ronde voorsprong meer. In alle gevallen sprint het peloton dus zoveel ronden eerder af als nodig is om de leidende groep van deelnemers inclusief de winnaar exact het vooraf aangekondigde aantal ronden te kunnen laten rijden. Wanneer de leidende groep echter bestaat uit 8 of meer deelnemers, sprint de voorlaatste groep af met het rondebord op 10. Wanneer slechts één deelnemer één of meerdere ronden voorsprong heeft ten opzicht van het peloton, sprint het peloton 2 ronden eerder af. Wanneer slechts 1 deelnemer 1 of meerdere ronden voorsprong heeft ten opzichte van de eerstvolgende groep, sprint deze groep 2 ronden eerder af. Winnaar is de deelnemer die volgens bovenstaande procedure als eerste met de voorkant van zijn schaats in contact met het ijs de finishlijn heeft bereikt.
De vaststelling van de uitslagen Het finishvideosysteem vormt voor de eerste 20 rijders, aangevuld met het transpondersysteem voor de overige rijders, de officieuze uitslag. Deze uitslag en de uitslagen van sprints, jongeren, etc. worden zo spoedig mogelijk aan de rijders bekendgemaakt. Indien binnen 15 minuten na het publiceren van de officieuze uitslag geen protest hiertegen is ingediend, is de uitslag officieel. Protest kan alleen worden ingediend door een rijder of met zijn toestemming door de ploegleider. Bij een protest beoordeelt de aankomstrechter in overleg met de (hoofd)scheidsrechter de inhoud van het protest aan de hand van de hem ter beschikking staande gegevens. De (hoofd)scheidsrechter beslist om de officieuze uitslag al of niet te wijzigen. Gewijzigde uitslagen worden zo spoedig mogelijk aan de rijders bekendgemaakt. Indien binnen 15 minuten na het publiceren van de gewijzigde uitslag geen protest hiertegen is ingediend, is de uitslag officieel. Als bij gelijk eindigen op de finish de video-opname en de aankomstrechter met zijn aankomstjury geen uitsluitsel geeft, beslist de transponderuitslag tot op 1/1000 seconde. De (hoofd)scheidsrechter keurt de definitieve uitslagen goed en bekrachtigt deze met zijn handtekening.
e.
Protesten tegen uitslagen en/of sancties moeten schriftelijk worden ingediend
5.
Het finishen en de uitslag bij wedstrijden op natuurijs 1.
Rondewedstrijden: Wedstrijden over een aantal ronden op een parcours, inclusief FlevOnice te Biddinghuizen. a. Een deelnemer die tijdens de wedstrijd voor het ingaan van de laatste 2 ronden, op 1 ronde achterstand ten opzichte van het peloton komt, wordt op dat moment uit de wedstrijd genomen en wordt niet geklasseerd. b. Een deelnemer die in de laatste 2 ronden wordt of dreigt te worden ingelopen, wordt door de scheidsrechter uit de wedstrijd genomen en geklasseerd, nadat deze deelnemer wel of niet de bel heeft gekregen, dit ter beoordeling van de scheidsrechter.
2.
Trajectwedstrijden: Wedstrijden van A naar B. a. Een deelnemer mag de wedstrijd uitrijden. b. Een deelnemer wordt geklasseerd, als binnen de tijd van de winnaar plus 20% wordt gefinisht.
Artikel 425 De puntenwaardering bij wedstrijden 1. a.
b. c. d.
e.
f. g
Regeling puntentoekenning Voor rijders die deel uitmaken van de landelijke divisies is bij de landelijke wedstrijden op een kunstijsbaan de puntenwaardering bij het bereiken van de finish in volgorde van klassering bij meerdaagse wedstrijden en klassementswedstrijden over 100 ronden of minder als volgt: 25,1 punten - 21 - 18 – 17 - 16 – 15 – 14 – 13 – 12 – 11 – 10 – 9 – 8 – 7 – 6 – 5 – 4 – 3 - 2 en 1 punt. Bij meerdaagse wedstrijden en klassementswedstrijden over meer dan 100 ronden is de puntenwaardering 35,1 punten - 29 - 24 - 20 -17 - 15 – 14 – 13 – 12 – 11 – 10 – 9 – 8 – 7 – 6 – 5 – 4 – 3 – 2 en 1 punt. Puntentoekenning is alleen van toepassing als de wedstrijd reglementair wordt uitgereden. Bij meerdaagse wedstrijden en bij klassementswedstrijden op kunstijs kan men extra punten verdienen: voor elke ronde voorsprong op het peloton 5 punten; aan tussensprints kunnen klassement punten worden toegekend; Behaalde punten door ronde(n) voorsprong en klassement punten van tussensprints blijven behouden, ook als de wedstrijd niet wordt uitgereden. Van ieder team in de Topdivisie, en Topdivisie Dames worden bij alle wedstrijden van de Marathon Cup de punten van de drie hoogst geklasseerde ploegleden bij elkaar opgeteld. Dit totaal wordt toegevoegd aan het ploegenklassement, waar dat van toepassing is. Bij een klassement over meerdere wedstrijden worden de punten opgeteld. Bij een gelijk aantal punten is de volgorde van de klassering in de laatste wedstrijd beslissend, dit geldt ook voor het ploegenklassement. De door het Sectiebestuur Marathon toegevoegde deelnemers kunnen geen punten verzamelen voor enig totaalklassement.
2.
Jongerenklassement Voor deelnemers in de Topdivisie en Topdivisie Dames en 1e divisie wordt een afzonderlijk jongerenklassement Berekend van alle wedstrijden van de Marathon Cup. Om in dit klassement te worden opgenomen mag de rijder of rijdster vóór 1 juli voorafgaand aan het schaatsseizoen de leeftijd van 23 jaar nog niet hebben bereikt. Punten worden behaald op volgorde van de jongeren, te beginnen met 20.1, en de punten uit de algemene uitslag behaald met klassementssprints en/of ronden voorsprong.
3.
Leiderspakken Aan de leider van een klassement van een toernooi in enige divisie kan een leiderspak in een uniek en herkenbaar kleurenpalet worden uitgereikt. De leider van het klassement is verplicht dit pak tijdens de daarop volgende wedstrijden in dat toernooi te dragen, echter alleen zolang hij of zij leider is in dat klassement. De KNSB stelt het leiderspak beschikbaar voor de duur dat hij of zij leider(ster) is. Is de leider(ster) in een klassement ook Kampioen van Nederland dan geldt de regel dat de leider(ster) van het klassement in het leiderspak van het klassement rijdt. Naast de daarop aangebrachte commerciële uitingen van de KNSB-sponsor is het toegestaan daarop commerciële uitingen van de sponsor van de deelnemer aan te brengen binnen de grenzen die artikel 411 lid 1 van het Reglement Bestuur en Organisatie van de Sectie Marathon daaraan stelt.
Artikel 426 Regels voor de organisatie van het Nederlands Kampioenschap 1.
NK op kunstijs
a
b.
c. d. e.
f. g.
2. a. b. c.
d.
Voor het Nederlands Kampioenschap op een 400m kunstijsbaan is het aantal te rijden ronden bepaald op: 70 ronden voor de Topdivisie Dames 150 ronden voor de Heren Topdivisie 100 ronden voor de Heren 1e divisie 70 ronden voor de Masters Deelname aan het Nederlands kampioenschap staat open voor alle landelijk geselecteerde rijders die beschikken over een KNSB-marathonlicentie en die de Nederlandse nationaliteit hebben. Voor Masters zie artikel 418 lid 6c. Voor het NK Heren Topdivisie mogen er vijf rijders per marathonmerkenteam starten. Deelname staat tevens open voor door het Sectiebestuur Marathon nader aan te wijzen rijders.’ Voor de drie eerst geklasseerden per divisie is een medaille beschikbaar. Aan de winna(a)r(es) van het NK wordt het kampioenspak uitgereikt. De kampioen(e) is verplicht dit te dragen bij alle wedstrijden op 400meter kunstijsbanen onder auspiciën van de KNSB. De KNSB stelt het beschikbaar voor de duur dat hij of zij kampioen(e) is. In het organisatiecomité dat deze wedstrijden voorbereidt, nemen ten minste één afgevaardigde namens het Bondsbureau en één afgevaardigde van het Sectiebestuur Marathon plaats. Indien het Nederlands Kampioenschap op natuurijs of de Friese Elfstedentocht wordt gehouden op een reeds geplande wedstrijddag, zal die wedstrijd zo mogelijk worden verplaatst naar een nader vast te stellen datum of komen te vervallen. Een meerdaagse wedstrijd op natuurijs wordt in dat geval op de betreffende dag onderbroken. Nederlands Kampioenschap Jeugdmarathon Ieder gewest organiseert per kunstijsbaan minimaal drie voorronden jeugdmarathon als selectie voor het NK Jeugdmarathon. Deelnemers moeten de Nederlandse nationaliteit bezitten en beschikken over een KNSB-licentie met het oormerk Marathon. Rijders en rijdsters die in de landelijke competities uitkomen, mogen deelnemen aan het NK Jeugdmarathon in de categorie waartoe zij qua leeftijd gerechtigd zijn. Per wedstrijd mogen 45 deelnemers starten. Deze worden aangewezen naar evenredigheid van het aantal jeugdlicentiehouders per gewest. Het NK betreft uitsluitend de categorieën Junioren C, B en A; voor Pupillen A en B is er een landelijke (finale-) wedstrijd.’
Indeling naar leeftijd en afstand voor jongens en meisjes Pupillen B Pupillen A Junioren C Junioren B Junioren A
3. a.
b. c.
d. e.
f g. h.
11 jaar meisjes 5 ronden 12 jaar meisjes 7 ronden 13 en 14 jaar meisjes 10 ronden 15 en 16 jaar meisjes 14 ronden 17 en 18 jaar dames 18 ronden
jongens 6 ronden jongens 9 ronden jongens 12 ronden jongens 18 ronden heren 25 ronden
Nederlands Kampioenschap natuurijs Voor het Nederlands Kampioenschap en het ONK op natuurijs gelden de volgende afstanden: 70 kilometer voor de Dames 100 kilometer voor de Heren, waaronder vallen de Topdivisie en 1 e divisie 60 kilometer voor de Masters Alle deelnemers aan het NK dienen te beschikken over een KNSB-marathonlicentie en de Nederlandse nationaliteit. Aan de winna(a)r(es) van het NK wordt het kampioenspak uitgereikt. De kampioen(e) is verplicht dit te dragen bij alle wedstrijden op natuurijs onder auspiciën van de KNSB. De KNSB stelt het beschikbaar voor de duur dat hij of zij kampioen(e) is. Het parcours wordt voorafgaand aan de wedstrijddag door of namens het Sectiebestuur Marathon gekeurd. Het parcours heeft minimaal een lengte van 4 kilometer. Aan het NK natuurijs in Nederland mogen bij de Heren meedoen: alle voor de Topdivisie geselecteerde marathonmerkenteams, met ten hoogste zes rijders; de eerste 30 deelnemers uit de ranking van de 1e divisie, opgemaakt 48 uur voor het NK. Aan het NK natuurijs in Nederland mogen bij de Dames meedoen alle deelnemers die uitkomen in de Topdivisie Dames en nader geselecteerden uit regionale competities. Aan het NK natuurijs in Nederland mogen bij de Masters meedoen diegenen die daartoe gerechtigd zijn volgens artikel 418 lid 6c. Door het Sectiebestuur Marathon nader aan te wijzen rijders.
4.
Open Nederlandse Kampioenschap
Deelname aan het ONK a. Aan het ONK op natuurijs mogen meedoen alle Nederlandse deelnemers met een KNSB-marathonlicentie en buitenlandse deelnemers die door hun nationale bond, welk lid moet zijn van de ISU, zijn ingeschreven. b. Bij de Heren mogen meedoen: alle landelijk voor de Topdivisie geselecteerde marathonmerkenteams, met maximaal zes rijders; de eerste 60 deelnemers uit de ranking van de 1e-divisie, opgemaakt 48 uur voor het ONK; c. Bij de Dames mogen meedoen: alle deelnemers die uitkomen in de Topdivisie Dames en nader geselecteerden uit regionale competities; d. Bij de Masters mogen meedoen: alle schaatslicentiehoudende deelnemers die inschrijven. e. Door het Sectiebestuur Marathon nader aan te wijzen rijders. Artikel 427 Maatregelen en Sancties 1. a.
b.
c.
d. 2. a. b.
c.
Onregelmatigheden Onregelmatigheden voor, tijdens of na een wedstrijd door juryleden geconstateerd, dienen te worden gerapporteerd aan de scheidsrechter. Deze neemt na overleg met de andere scheidsrechter(s) een beslissing. De scheidsrechter declasseert, diskwalificeert een deelnemer of geeft een deelnemer een gele kaart of sluit de deelnemer van verdere deelname uit door het geven van een rode kaart. In dit verband dient onder geven mede te worden verstaan: tonen, meedelen per microfoon namens de scheidsrechter, dan wel vermelden in de uitslag. Deelnemers aan wie in een wedstrijd een gele kaart of rode kaart is gegeven, worden vermeld in het proces-verbaal van waarneming dat door de scheidsrechter wordt opgemaakt. Op dit proces-verbaal kan de deelnemer zijn opmerkingen plaatsen. Het wordt hierna ondertekend door de deelnemer en de scheidsrechter. De deelnemer krijgt een kopie van het getekende proces-verbaal. Als de deelnemer niet bij de scheidsrechter verschijnt of het proces-verbaal niet wil tekenen, wordt de deelnemer geacht de overtreding te hebben gepleegd. In dat geval wordt een kopie van het proces-verbaal per aangetekende post naar de deelnemer verzonden. Deelnemers aan wie in dezelfde wedstrijd twee keer een gele kaart is gegeven, krijgen automatisch een rode kaart. Deelnemers aan wie in een wedstrijd een rode kaart is gegeven of twee gele kaarten, worden terstond uit de wedstrijd gehaald en door het Sectiebestuur Marathon aangeklaagd bij de Tuchtcommissie op grond van artikel 10 van het Reglement op de Bondsrechtspraak. Deelnemers aan wie binnen een jaar in twee afzonderlijke wedstrijden, ongeacht in welke divisie, een gele kaart is gegeven, worden eveneens bij de Tuchtcommissie aangeklaagd. De Tuchtcommissie zal een aanhangig gemaakte zaak op haar eerstvolgende zittingsdag behandelen en vervolgens zo spoedig mogelijk uitspraak doen. Zolang de Tuchtcommissie de zaak nog niet ter zitting heeft behandeld, kan het Sectiebestuur Marathon aan de deelnemer een schikkingsvoorstel doen voor een op te leggen maatregel. Wanneer de deelnemer zich daarmee vervolgens, vóór de zitting van de Tuchtcommissie, akkoord verklaart, krijgt de voorgestelde maatregel rechtskracht en hoeft de zitting geen doorgang te vinden. Indien de deelnemer achteraf door de Tuchtcommissie in het gelijk wordt gesteld, maar de desbetreffende wedstrijd wel of niet heeft uitgereden, kan achteraf de uitslag niet meer worden aangepast, noch de deelnemer alsnog in de uitslag worden opgenomen. Evenmin ontvangt hij enige compensatie in punten voor klassementen. Opgelegde maatregelen, die aan het einde van het seizoen nog niet tot uitvoering zijn gebracht, worden opgeschort tot het volgende seizoen. Dit geldt ook voor deelnemers die promoveren of degraderen naar een andere divisie. Na 1 jaar vervalt de eerst gegeven gele kaart. Declassering, gele en rode kaart Declasseren is het terugplaatsen van een deelnemer in de uitslag naar de laatste plaats van de groep waarin de deelnemer zich bevond voordat de overtreding plaatsvond. Declassering vindt plaats bij: een ongeoorloofde wijze van rijden, onder andere duwen en trekken waardoor gevaar of hinder ontstaat voor andere deelnemers in de laatste 5 ronden of de laatste 2 km; het van zijn lijn afwijken en daarmee andere deelnemers hinderen in de laatste 5 ronden of de laatste 2 km; het hinderen van een inhalende en/of een ingehaalde deelnemer in de laatste 5 ronden of de laatste 2 km; een finish waarbij een deelnemer ten val komt als gevolg van het (teveel) naar voren bewegen van de schaats met als doel eerder te finishen. Een gele kaart wordt gegeven bij: een ongeoorloofde wijze van rijden, onder andere duwen en trekken, waardoor gevaar of hinder ontstaat voor andere deelnemers, behalve in de
laatste 5 ronden of laatste 2 km; het van zijn lijn afwijken en daarmee andere deelnemers hinderen, behalve in de laatste 5 ronden of laatste 2 km; het hinderen van een deelnemer die inhaalt, behalve in de laatste 5 ronden of laatste 2 km; het wedstrijdnummer niet in orde hebben; het niet (tijdig) bij de huldiging verschijnen. Een rode kaart wordt gegeven bij: opzettelijk lichamelijk contact met andere deelnemers, zoals iemand ten val brengen, slaan, schoppen, et cetera; incorrect gedrag in woord en/of gebaar tegen de jury of organisatie (voor minder ernstig incorrect gedrag kan geel worden gegeven). Bij incorrect gedrag van een ploegleider of verzorger van een team in woord en/of gebaar tegen de jury of organisatie, en/of het niet opvolgen van een instructie van de jury, kan de scheidsrechter maatregelen nemen, zoals het verwijderen van de persoon van de ploegleiders- of verzorgingsplaats of het geven van een gele of rode kaart. -
d.
3. a.
b.
c.
Diskwalificatie Diskwalificeren is het uit de wedstrijd en uitslag verwijderen van de deelnemer, en vindt plaats bij: het niet opvolgen van instructies van de jury; een ongeoorloofde verzorging (op verkeerde wijze, plaats of tijdstip); het ongeoorloofd wisselen van ijzers of schaatsen; het ongeoorloofd gebruik van kluunschoenen; het ongeoorloofd of gevaarlijk wegwerpen van een voorwerp; het geven of ontvangen van hulp aan of van een mededeelnemer bij het voorwaarts bewegen in de vorm van opduwen, trekken, et cetera; het ongeoorloofd gebruik van telecommunicatieve hulpmiddelen. Tegen declasseren en diskwalificeren kan na afloop van de wedstrijd protest worden aangetekend. Bij een protest beoordeelt de (hoofd-) scheidsrechter de inhoud van het protest aan de hand van de hem ter beschikking staande gegevens en beslist hierover. Zijn beslissing is bindend en hiertegen kan geen beroep meer worden aangetekend. Indien achteraf een deelnemer wordt bestraft wegens het niet respecteren van de nationale wedstrijdreglementen, wordt deze deelnemer alsnog uit de uitslag van wedstrijd verwijderd. De jurybevindingen worden vermeld in het wedstrijdrapport dat vastgesteld wordt door de scheidsrechter. Het wedstrijdrapport mag niet meer worden gewijzigd. Het deel daarvan dat betrekking heeft op de organisatie van de wedstrijd, wordt beschikbaar gesteld aan die organisatie
HET DRAAIBOEK. Invoegen het nieuwe opgestelde Format
Draaiboek Natuurijswedstrijden
Bijlage 7.
Aanleiding Doelstelling Waarom/voor wie wordt er georganiseerd
1 Inleiding 1.1 Wie organiseert
1.2 Wat wordt er georganiseerd
1.3 Programma (eventueel als bijlage toe te voegen) 2 Organisatie 2.1 Organisatie comité Naam : ………..
Taak : Voorzitter Penningmeester ijsmeester
2.2 Subcommissies Naam : ………….
Taak : ……………
3 Veiligheid 3.1 Verkeer/politie/verkeersregelaars 3.2 EHBO 3.3 Trajectbewaking/communicatie vanaf ijs 3.3 Ambulance/Brandweer 3.4 Gemeente 3.5 Arts Actie : Afspraken politie Afspraken EHBO Informeren start evenement politie/EHBO/etc. …………………..
Wie :
4 Accommodatie 4.1 Waar wordt de wedstrijd gehouden Tomtom adres/postcode 4.2 Parkeergelegenheid Rijders/publiek 4.3 Catering
4.4 Publiek
Wanneer : Jaarlijks Jaarlijks Zodra definitieve datum vast gesteld is
Waar kan publiek komen/omvang (Toilet)voorzieningen 4.5 Persruimte Waar Beschikbare faciliteiten 4.6 Jury ruimte/verzorging 4.7 Accommodatie Wedstrijdrijders Waar Kleedkamers/douches Catering 4.8 Beschikbaar materiaal Veegmachines Quad (jury, EHBO, etc) Dranghekken Communicatie Actie : Gebruik accommodatie derden Huren materiaal …………….
Wie :
Wanneer : jaarlijks
5 Wedstrijd 5.1 Inschrijven Waar wanneer 5.2 Traject Hoe loopt het traject/lengte Afbakening Trajectbewaking/instructie medewerkers Traject onderhoud voor/tijdens wedstrijd Knelpunten (incl. oplossingen) 5.3 Start en finish plaats 5.4 Verzorgingplaats wedstrijdrijders 5.5 Jury Jury samenstelling Jury vergadering(en) Controle parcour scheidsrechter 5.6 Protocol huldiging (waar, wanneer, etc) Actie : Voor aanmelden wedstrijd Uitnodigen prominent persoon voor huldiging Instructie medewerkers ………………..
6 Promotie 6.1 KNSB 6.2 PRO Sport
Wie :
Wanneer Jaarlijks voor 1 april bij sectiebestuur marathon
Avond voorafgaand
6.3 (Lokale) pers 6.4 Sponsoren Actie : Afspraken met Pro-sport Ontvangst pers Ontvangst sponsoren ……………….
Wie :
Wanneer : Voor start seizoen
Wie : Organisatie
Wanneer : Maart April
7 Evaluatie Actie : Jaarlijkse evaluatie Bijwerken draaiboek ………….
8 Overig 7.1 Verzekeringen vrijwilligers 7.2 ………….. Actie : ………
Wie :
Wanneer :
Bijlage Programma
Adreslijst Google Earth traject Google Earth locatie
Programma Dames/heren wedstrijd Lengte Starttijden Wedstrijddagen (weekenAdreslijst organisatie
Verwezen wordt naar hetgeen geschreven is onder 3.13 van het handboek. Bij de invulling van het draaiboek kan gebruik gemaakt worden van de onderstaande aanwijzingen:
PLANNING ORGANISATIE Nummer Uitvoerder 1 INLEIDING 1.1 Bestuur 1.2 Bestuur 2 VOORBEREIDING 2.0.1 Secretaris 2.0.2 Voorzitter 2.0.3 Voorzitter 2.1 Secretaris 2.2.0 Voorzitter 2.2.1 Secretaris 2.3 Techniek 2.4.1 Budgetbeheerder 2.4.2 Bestuur 2.5.1 Bestuur 2.5.2 Gewest 2.6.01 PR-medewerker 2.6.02 Secretaris 2.6.03 Secretaris 2.6.04 Secretaris 2.6.05 Secretaris 2.6.06 Secretaris 2.6.07 Secretaris 2.6.08 Secretaris 2.6.09 2
Secretaris
Activiteit
Startdatum2 Einddatum Gereed
Vaststelling doel, voorwaarden en budget Formele benoeming O.C.
0915 0915
Bijwerken handboek a.h.v. evaluatie v.j. Voorbespreking draaiboek met O.C. Bespreking draaiboek met medewerkers Plan maken voor de voorbereiding wedstrijd aakverdeling O.C. en medewerkers Medewerkers aan taken toewijzen en in draaiboek Tekening maken van parcours en accommodatie Samenstelling concept begroting Goedkeuring begroting Uiterlijk 1 april: Vooraanmelding bij gewest Uiterlijk 1 mei: Vooraanmelding bij sectie Programma voorbereiden: voorwoord, schema Instructies aan medewerkers op papier zetten Deeldraaiboek per medewerkers uitreiken Principe afspraken met Arts bevestigen Principe afspraken met EHBO bevestigen Principe afspraken met Sponsors bevestigen Principe afspraken met Horeca/catering bevestigen Principe afspraken met Politie bevestigen Verkeer, beveiliging, dranghekken Principe afspraken met Geluidsman bevestigen
0901 0915 0915 0930 0930 1015 1001 1015 1001 1015 1001 1015 1001 1015 1015 1030 1101 1115 0315 0330 0401 0430 1001 1015 1001 1015 1001 1015 0901 0930 0901 0930 0901 0930 0901 0930 0901 0930
Start- en einddatum is geschreven als JJMM. Voorbeeld: 0915 is 15 september.
0901
0930 0930
0930
2.6.10 2.6.11
Secretaris Techniek
2.6.11
Techniek
3 3.01.1 3.01.2 3.01.30 3.01.31 3.01.35 3.01.40 3.01.41 3.01.42 3.02.1 3.02.20 3.02.21 3.02.22 3.02.23 3.03.10 3.03.11 3.03.12 Nummer 3.04 3.05.10
UITVOERING IJsmeester Voorzitter Secretaris Secretaris Secretaris IJsmeester Techniek Techniek Inschrijving PR-medewerker PR-medewerker PR-medewerker PR-medewerker Inschrijving Inschrijving Inschrijving Uitvoerder PR-medewerker IJsmeester
3.05.11 3.06.10 3.06.11 3.06.12 3.07.10 3.07.11 3.07.12 3.07.13 3.08 3.09 3.10.1 3.10.2 3.11.1 3.11.2 3.11.3 3.11.4 3.11.5
Techniek Scheidsrechter Techniek Techniek Secretaris Secretaris Secretaris Secretaris Verzorging Verzorging Techniek Secretaris Budgetbeheerder Budgetbeheerder Techniek Secretaris Voorzitter
3.12.01 3.12.02 3.12.03 3.12.04 3.12.05 3.12.06 3.12.07 3.12.08
Secretaris Verkeergroep Verkeergroep Voorzitter Verkeergroep Verkeergroep Verkeergroep Techniek
3.12.09 3.12.10 3.12.11 3.12.12 3.12.13
Verkeergroep Verzorging Verzorging Verzorging Techniek
Reserve beennummers bestellen 0901 Conditie materieel controleren: 0901 Gereedschap, skido, veegmachines, handgereedschap Voorraad materiaal beoordelen 0901 Hout, tapijt, spijkers, vlaggen, linten enz.
0930 0930 0930
Controle parcours: mogelijk- en moeilijkheden Bezetting medewerkers nagaan; nadere instructies Definitieve afspraken met Geluidsman Definitieve afspraken met Horeca/Catering Definitieve afspraken met Sponsors Parcours uitzetten, zwakke plekken markeren Kluunplaatsen opbouwen of voorbereiden Kunstlichten controleren Telefoon- en faxlijnen beschikbaar voor inschrijving Redactioneel artikel en persbericht samenstellen Beleggen persconferentie Persbericht naar landelijke- en regionale pers Persbericht naar Radio en TV Deelnemerslijsten landelijke rijders beschikbaar Telefoon voor aanmelding deelnemers bemannen Startlijsten t.b.v. speaker en uitslagverwerking Activiteit Startdatum Einddatum Gereed Wedstrijdprogramma drukken Parcours controleren met scheidsrechter Veiligheid, wakken, kluunplaatsen, lichten enz. Laatste voorzieningen treffen Instructie aan jury, speaker en secretariaat Rondeteller beschikbaar Bel voor laatste ronde beschikbaar Definitieve afspraken met Ambulance Definitieve afspraken met Politie Definitieve afspraken met Arts Definitieve afspraken met EHBO Kleedkamers, toiletten, douches deelnemers controleren Kleedkamers, toiletten, douches publiek controleren Voorzieningen t.b.v. pers: telefoon- en faxlijnen Elektronisch ronde- infobord bestellen bij sectie Bloemen voor winnaars bestellen Prijzengeld gereed maken Erepodium in gereedheid brengen Sierprijzen bestellen Huldiging winnaars voorbereiden Wie reikt wat uit: Sierprijzen, bloemen Definitieve aanmelding wedstrijd Toegangsregeling genodigden, pers en deelnemers Toegangsregeling betalend publiek Ontvangst van genodigden, pers Toegang publiek verzorgen Verkeersregeling Parkeergelegenheid Reservemateriaal beschikbaar hebben Waar ? Sleutel ? Reserve man en -auto beschikbaar hebben Vip-ruimte op orde maken (Tussentijds) controleren toiletten en kleedruimten Accommodatie en parcours opruimen Elektriciteit nabij start- en finishplaats
3.12.14 3.12.15 3.12.16 4 4.1.0
Verkeer PR-medewerker PR-medewerker EVALUATIE Voorzitter
4.1.1 4.2.0 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.3.1 4.3.2
Voorzitter Budgetbeheerder Budgetbeheerder Budgetbeheerder Budgetbeheerder Budgetbeheerder Secretaris Secretaris
Toevoegen checklist
Dranghekken rondom start en finish Boardingreclame aanbrengen Start- en finishdoek ophangen Bedanken medewerkers Waar ? Wanneer ? Afspraak maken voor evaluatiebespreking Declaraties medewerkers afwikkelen Sponsorgelden innen Leveranciers betalen Eventueel: BTW aangeven en afdragen Kosten-/batenoverzicht samenstellen Evaluatieverslag samenstellen Rapporteren aan het bestuur