ZWR, te kort door de bocht! Inspraak MER en bezwaarschrift ISP Zuidwestelijke Randweg
Gouda, 20 december 2004
1
I.- Inleiding en achtergrond Vooraf -een juiste balans zoekenMeedenken en inspreken veronderstelt bij de belanghebbenden aan de ene kant een constructieve, niet polariserende houding en aan de andere kant bij de verantwoordelijke autoriteiten, de bereidheid om een juiste balans te zoeken bij de afweging van belangen en prioriteiten. Daarom is het belangrijk u te laten weten dat wij als bewoners van het buurtschap Stolwijkersluis en omgeving begrip hebben voor de urgentie om een oplossing te zoeken voor het verkeersprobleem vanuit de Krimpenerwaard en omgeving. Onze bezwaren betreffen dus niet het onderwerp en het oogmerk van de studies en plannen, doch de verstrekkende gevolgen, de uitwerking en vormgeving ervan. In de decennia die reeds zijn verstreken om tot een breed gedragen keuze te komen is onze mening jammer genoeg zelden gevraagd en nog minder gehonoreerd. Gelukkig hebben wij ons gesteund geweten door de Klankbordgroep ZWRandweg, maar wij constateren dat de voorstellen van deze pro deo groep nauwelijks zichtbaar worden in het voortraject, dat nu is verstreken. Bij deze brengen wij daar, op constructieve, maar vastberaden wijze, verandering in; overigens rekenend op uw redelijkheid. Men kan zeggen dat uw plannen, hoe onvolkomen dan ook naar onze overtuiging, voor ons als nuttig bijkomend effect hebben gehad dat wij als bewonersgroep en belanghebbenden proberen samen op te trekken om in dialoog met u, tot een verantwoord resultaat te komen. Achtergrond -Holland in een notendopHet unieke van het gebied met de contouren Gouderakse Dijk, Stolwijkersluis en de Gouderakse Tiendweg is niet alleen dat het een weefsel is van typisch Zuid-Hollandse landschapselementen maar vooral haar concentratie van de waardevolle landschapscomponenten in een heel kleine ruimte (ongeveer 100? hectare). De concentratie van waardevolle elementen en hun nauwe onderlinge verwevenheid, maakt het gebied een 2
bijzonder aantrekkelijke visualisatie van ons rurale Holland. De stad Gouda heeft een reputatie op te houden wat dit betreft: zij is immers de enige stad in het randstedelijke gebied die tegelijkertijd grenst aan een rivier en aan het open polderlandschap. Dit gebied kan model staan voor wat talloze schilders en schrijvers hebben vastgelegd over de werkelijkheid van het leven langs de rivieren. Het is Holland in een notendop. Haar ligging aan de entree van het Groene Hart, de Krimpenerwaard (stiltegebied) met een vrij uitzicht rondom, maakt het gebied uniek in de regio. Aan de Goudse Vaart gelegen vormt het een onlosmakelijk deel van het buurtschap Stolwijkersluis. Tegelijkertijd is deze enclave de poort (en potentieel de zuidelijke Tuin ) van de stad Gouda. Het gebied heeft de facto een peri-urbaan karakter, vanwege zijn ligging onmiddellijk tegen de historische binnenstad. Tenslotte verwijzen wij naar het in ontwikkeling zijnde Project Integrale Gebiedsuitwerking Stolwijkersluis, waarvan de Universiteit van Wageningen de projectleider en de gemeente Gouda één van de initiatiefnemers is. Dit project dat met een Belvedère-subsidie tot stand komt, beoogt o.a. de cultuurhistorische en landschappelijke geschiedenis en het ontwikkelingspotentieel nader in kaart te brengen.
3
II.- Analyse van de projectdoelstelling en de projectvisie de projectdoelstelling Op p.7 van het ISP heet het projectdoel: “reservering van een tracé voor de ZWR, opdat de druk van het lokale en regionale verkeer op de bebouwde kom van Gouda afneemt, de bereikbaarheid verbetert en de leefbaarheid toeneemt”. Aspecten van natuur en landschap zijn geen doelstelling, maar “algemene randvoorwaarden”. Een regel lager heet het, dat zij (natuur en landschapsbescherming) “ belangrijke randvoorwaarden zijn bij de ontwikkeling van alternatieven en varianten”. Vervolgens begint p.14 met de zinsnede: “De ZWR heeft als doel overlast door verkeer binnen Gouda te verminderen, de verkeersafwikkeling in Gouda te verbeteren en de ontsluiting van de Krimpenerwaard een nieuwe impuls te geven”. Natuur en landschap worden nu niet meer genoemd. De definitie van de doelstelling van de ZWR is daarom niet bepaald helder en eenduidig te noemen. Waar gaat het eigenlijk om? Men kan lezen dat de hoofdprioriteit is de leefbaarheid in bepaalde woongebieden van Gouda te verbeteren door verkeersoverlast te verminderen. De betere bereikbaarheid, die men denkt te bereiken heeft kennelijk betrekking op de Krimpenerwaard, terwijl de leefbaarheid die verbeterd zal worden, niet op het buurtschap Stolwijkersluis en de bewoners van de Krimpenerwaard, maar op de bebouwde kom van de stad Gouda slaat. Hoewel de naam Zuid-westelijke Randweg suggereert dat de weg ook een betekenis en relatie heeft voor het westelijke deel van Gouda blijft dit onbesproken. Dit is des te vreemder nu het startsein is gegeven voor de bouw van Westergouwe, een middelgrote woonwijk in het westen van Gouda. Door tijdsverloop (men spreekt al 30 jaar over een randweg), is er een geheel nieuwe situatie ontstaan in de woonstructuur van Gouda. Het westelijke woongebied Westergouwe, ingesloten tussen de A12, Moordrecht en de Julianasluis zal een aanzienlijke hoeveelheid additioneel verkeer genereren. Hierdoor zal o.a. de verbinding tussen de Julianasluis en de A12 in feite het karakter van een stedelijke binnenweg krijgen (een volgende Van Reenensingel?).
4
De ZWR verandert daardoor wezenlijk van aard en functie. Immers vanaf de Julianasluis zal de weg als binnen-stedelijke verkeersweg verder kronkelen richting A12. Bepaald geen route met vlotte verkeersdoorstroming. Het concept en de doelstelling zijn om deze reden verouderd en achterhaald. Het verwondert ons steeds meer waarom er maar koppig wordt vastgehouden aan een 30 jaar oud idee van een randweg, dat steeds minder kan beantwoorden aan die doelstelling en, wat nog belangrijker is, aan de eisen van de toekomst. Bij zulke diepe twijfel is politieke moed nodig. Het voor de hand liggende alternatief van een echte Rondweg, buiten het west Gouda om en aansluitend aan de brug bij Goverwelle is kennelijk een taboe. Als dit zo zou zijn, dan is tevens duidelijk gemaakt dat de overheidszorg voor verbeterde leefbaarheid gericht is op de bebouwde kom van Gouda. Hoe teleurstellend die interpretatie ook mag zijn voor ons, zij maakt, vrezen wij, de intentie en visie duidelijk die geleid heeft tot de voorliggende plannen. de projectvisie Als de ons voorgelegde studies en plannen onverhoopt doorgaan zal ons leven en onze leefwereld ernstig aangetast en verstoord worden. Bestudering van de gepresenteerde stukken heeft ons het inzicht gegeven dat de voorgenomen plannen niet een gedeeltelijke, maar totale aanval betekenen op het leef- en woongebied tussen de Gouderakse Dijk, de Stolwijkersluis en de Gouderakse Tiendweg. De voorziene dwarsdoorsnijding door de randweg zal de doodsteek zijn, vrezen wij, voor deze veelgeprezen enclave, de tuin van Gouda. Wij schetsen de hoofdlijnen van onze bedenkingen hieronder om deze vervolgens in groter detail toe te lichten en te onderbouwen. De plandocumenten komen naar onze mening voort uit een puur financieeltechnische, “boekhoudkundige” visie op het verkeersprobleem, waarbij niet de economische-, de natuur-, de landschappelijke- en de welzijnselementen zuiver worden gewogen. Voorop lijkt te staan dat de uitvoeringskosten dienen te worden geminimaliseerd. Met een dergelijke least cost optie wil men talrijke irreversibele ingrepen in het gebied rechtvaardigen. Voorbeelden hiervan worden in het volgende hoofdstuk aangevoerd. Wat evenwel vanuit die optiek de laagste kosten met zich meebrengt, is mogelijk 5
het meest schadelijk voor ons als bewoners, voor de Goudse samenleving, en voor de toekomst. Uiteraard kunnen wij niet accepteren dat de politieke en technische projectbetrokkenen moedwillig een landschappelijke en cultuurhistorische uniciteit om zeep gaan brengen. Maar tegelijkertijd bevreemdt het ons dat deskundigen en beleidsverantwoordelijken zo blind kunnen zijn voor het grote belang van dit gebied, o.a. vanuit landschappelijk, cultuurhistorisch, toeristisch en economisch oogpunt. Bij het vinden van een technische oplossing voor het verkeers- en overlastprobleem geldt in de voorliggende plannen als hoofdcriterium, het blind nastreven van minimale kosten ook als dat betekent dat onverantwoorde schade wordt berokkend. De gehanteerde methode van het wegcijferen van de belangrijkste projectschade en het infleren van (onbewezen) projectbaten is misschien wel het belangrijkste gebrek van de plannen. Met de huidige voorstellen is de schade aan de polder, de beschermde stadsrand van Gouda, de natuur, de enclave van bewoning, de eeuwenoude Tiendweg, de plaatselijke monumenten, de flora en het vogelbestand na de projectinterventie nauwelijks te overzien. Uiteraard zullen wij overwegen dergelijke schade ook in de periode na projectuitvoering te claimen. Het randstedelijke karakter van ons leef- en woongebied is bij het opstellen volledig miskend, waardoor er al te gemakkelijk wordt omgegaan met de projectschade en kosten. Woon- en leefgenot, rust, recreatie en ontspanning, belevingswaarde van ruimte, horizont- en lichtvervuiling etc. het zijn voor de projecttechnici onhanteerbare, dus nauwelijks meetbare aspecten, zo lijkt het. Dergelijke plan- en projectschade dient immers gewogen te worden op de schaarse stedelijke en niet op de rurale markt. Het gebied in kwestie is immers, zoals eerder is opgemerkt, peri-urbaan van karakter. Maar gaat het ons in alle eerlijkheid wel om de vraag hoe op de goedkoopste wijze nog net aan de normen van de wet en van het beleid te voldoen? Ook als er zulke waarden in het spel zijn? En wat is dan nog de
6
betekenis van het beleden beleid? Hierop wordt nader ingegaan in het hoofdstuk III Toetsing en detailanalyse van de plannen.
7
III.- Toetsing en detailanalyse van de plannen Criteria en objecten van toetsing: Hieronder wordt aan de hand van gekozen criteria een aantal elementen van de studies getoetst. De criteria luiden: de Beleidsmatigheid: conformiteit met beleid de Doelmatigheid : efficiency van in te zetten middelen de Effectiviteit: doeltreffendheid van de voorstellen De toetsing betreft met andere woorden het vigerende beleid, de gekozen (financiële) middelen en de verwachte resultaten. De onderscheiden kernelementen van het projectvoorstel (MER en ISP) zijn: het wegtracé, het bedrijventerrein, de wegconstructie en de rotonde in de Schoonhovenseweg-N207, de afslagen, bruggen, doorgangen, haltes, fietspaden, de milieubelasting: geluid-, licht-, lucht-, uitzichts-, kleur- en horizontvervuiling, de waterwegen, vaarten, sloten, berging. Het beleid waaraan wordt getoetst is het geheel van beleidsnormen zoals o.a. gedefinieerd in de nota Ruimtelijke ordening, de nota Ruimte, de nota Waterhuishouding, het advies Waterbeheer, de nota Belvedère, het verdrag van Malta, de discussienota Randzone het Groene Hart, het Streekplan Zuid–Holland Oost, het Beleidsplan Milieu en Water, het stadsplan Gouda, de bestemmingsplannen van Ouderkerk en Gouda en het bestemmingsplan Veerstalblokboezem. -Beleid m.b.t. Cultuurhistorisch waardevolle elementen De kern van de beleidsnota Belvedère is dat de cultuurhistorische waarden extra aandacht en versterking verdienen bij de ruimtelijke planning en inrichting. De cultuurhistorische identiteit van een gebied, zo dicht gelegen tegen de historische binnenstad van Gouda dient dus maximaal gerespecteerd te worden. De beleving van het magnifieke contrast tussen de 8
groene polder en de middeleeuwse stad is hier optimaal. De discussienota Randzone het Groene Hart stelt terecht, dat de stedelijke druk op het gebied “om een eigen aanpak” vraagt voor de randen van het Groene Hart, waarin ook het gebied ligt dat onze aandacht heeft. Maar wat blijkt? Weliswaar wordt er in de gepresenteerde documenten aandacht geschonken aan bepaalde cultuurhistorische aspecten van het gebied, maar dat is niet consequent, noch volledig. Zo wordt er bijv. op ISP-p.26 terecht melding gemaakt van het middeleeuwse ontstaanskarakter van de Tiendwegen, maar vervolgens wordt bijna systematisch de waardevolle Gouderakse Tiendweg vergeten bij de uitwerking van het plan. Andere voorbeelden van deze nalatigheid hiervan zijn te vinden op ISP-p.26, laatste alinea; op p.34, tweede alinea, op p.36,tweede al.; op p.40, derde al., op p.53, tabel. Het resultaat van het gebrek aan systematiek is, dat er een uiterst eenzijdig beeld van het gebied wordt geschetst doordat men met name voorbij gaat aan de cultuurhistorische waarden van de zuidoostelijke en zuidelijke zijde van het gebied. Tegelijkertijd kan worden vastgesteld dat juist dit gedeelte bij uitstek geschaad of verwaarloosd wordt in de plannen. En dat niet alleen door de tracé keuze, (die maximaal schadelijk is voor de Gouderakse Tiendweg), men consulteert de betrokkenen op geen enkele manier. Zo wordt er een geheel overbodige afslag geprojecteerd vlak voor de boerderij Veerstalhoeve. Voorts wil men het wegtracé vlak tegen de kwetsbare Gouderakse Tiendweg leggen en de toegang via de ophaalbrug grotendeels voor de bewonersgroep versperren. Maar ook de aangrenzende sloten moeten verbreed worden en als klap op de vuurpijl is er een rotonde op circa 10 meter afstand van de opstallen van de karakteristieke en monumentale woonboerderij getekend. Hierdoor zal niet alleen de leefbaarheid fundamenteel worden aangetast, maar ook de Tiendweg als wandel- en fietsgebied zwaar worden aangetast. Ook al wordt op ISP- p.28 gemeld, dat er in het gebied een “markante boerderij (gemeentelijk monument) met hoge cultuurhistorische waarde en de gietijzeren ophaalbrug (rijksmonument) uit18031” ligt, bij de tracé keuze
1
Dat moet trouwens zijn: 1888
9
wordt duidelijk dat er zware klappen zullen worden uitgedeeld langs de Gouderakse Tiendweg. De twee genoemde monumenten die aan de Tiendweg liggen, worden geheel in tegenspraak met het vigerende monumentenbeleid, op geen enkele manier ontzien of gehonoreerd, maar integendeel maximaal gemarginaliseerd en aangetast. Hier wordt op arbitraire wijze een monumentboerderij plotseling gereduceerd tot een gebouw met een geamputeerd erf. Het essentiële ruimtelijke, gezichtsbepalende (dus voor de Buurtschap Stolwijkersluis en de inwoners van Gouda waardevolle) aspect, het woonerf en het omgevingsgebied is op de tekentafel verdwenen. De woonboerderij in kwestie wordt volledig ingeklemd tussen wegen en gestript van alle woon-, belevings- en leefruimte. Helaas zijn er veel schadelijke ingrepen in het verleden toegestaan met name ook m.b.t. de aantasting van de cultuurhistorische waarde van de zuidelijke IJsseldijk, dus van de Gouderakse Dijk. Om de beleving van de waarde van de dijken te respecteren is ruimte nodig, waardoor hoogteverschil en loop van de dijk en de Hollandse IJssel tot uitdrukking kunnen komen. Bebouwing tegen de dijk zal deze kwaliteit onmiddellijk aantasten. Het mag dan ook niet verbazen dat de belanghebbenden soms geneigd zijn het voorgenomen wegtracé, de afslag, de rotonde, de verbrede sloten, de perceelsindeling en het bedrijventerrein te interpreteren als een de facto oorlogsverklaring aan dit woon- en leefgebied. Deze observatie raakt aan een ernstig manco van de voorliggende studies. De talrijke deelstudies en commissierapporten blijven voortdurend focussen op onderdelen van de problematiek, maar scheppen niet het volledige beeld van samenhang, potentieel en uniciteit van het gebied. Had men een bredere analyse gemaakt van de inmiddels totaal veranderde situatie van zuidwestelijk Gouda dan was een minder verknipt beeld ontstaan. Het projectgebied als geheel is immers geen optelsom van losse elementen, maar een levend gebied dat meerwaarde heeft vanwege zijn unieke combinatie van talrijke oer-Hollandse factoren. Tekenend is wat dit betreft de wijze van presentatie van het project door de projectleiding. In plaats van een beeld te presenter en van de randweg in de juiste context, wordt er 10
slechts een tracé op tafel gelegd, dat kop noch staart heeft. De aansluiting ten westen en ten oosten wordt voor het gemak weggelaten. Het gekozen resultaat is niets anders dan het gevolg van de beperking van het zoekgebied en het ontbreken van de varianten analyse. Wij achten de gepresenteerde stukken, waarbij ook het bedrijventerrein niet wordt ingetekend en de aansluiting bij Stolwijkersluis buiten beeld blijft, om deze reden misleidend. Misschien gaat het hier om lichtvaardigheid van “eerst beleid op papier benadrukken en het vervolgens negeren, en wat erger is: soms zelfs schenden”. Van versterking van cultuurhistorische identiteit en het ontwikkelen van integrale visie, zoals het beleid dat voorschrijft, is hier naar onze mening op zijn zachtst gezegd, niet veel te bespeuren. - Het Ruimtelijk en Milieu beleid Eerder is reeds verwezen naar de gevoelde noodzaak bij de verantwoordelijke politieke autoriteiten om met de aanleg van de Randweg “de leefbaarheid te verbeteren”. Op pag.7 ISP, al.2 wordt verduidelijkt dat het hierbij gaat om “de leefbaarheid langs de huidige wegen in het zuidelijk deel van Gouda. Die zinsnede maakt de eerder genoemde onduidelijkheid over de projectdoelstelling (zie pag.2) allerminst helderder. Wat is bedoeld? Vallen de Gouderakse Dijk, het buurtschap Stolwijkersluis, de Gouderakse Tiendweg en Goudse weg, zijde Haastrecht hier binnen of er buiten ? De enige oplossing, zo stelt men, om de huidige problematische Veerstalroute voldoende te ontlasten, is een nieuwe weg zoals ontworpen (ISP pag. 7, al.1). Het niet volledig uitvoeren van de wettelijk verplichte varianten analyse wreekt zich hier. Ondanks herhaaldelijk aangegeven in de klankbordgroep zie bijvoorbeeld de brief van het Zuid-Hollands Landschap aan de provinciale Staten van Zuid-Holland d.d. 29November 1997, kenmerk 400/DvH/MG, waarbij gepleit wordt voor een breder zoekgebied en een integrale studie is nooit op deze argumenten ingegaan. Door niet serieus de alternatieven te onderzoeken (zoals verplicht in de MIT) is er geen serieuze analyse van de mogelijke varianten uitgevoerd en zijn er een aantal opties niet meegenomen. In het rapport “Zuidwestelijke Randweg Gouda, Variantenstudie (1997) dat gebaseerd is op een studie uit 1985 wordt als 11
basis gezien voor deze zogenaamde afweging van alternatieven. De varianten worden alle ruimtelijk beperkt tot aansluiting bij de rotonde Stolwijkersluis of nabij de tiendweg uiteindelijk aansluitend bij de Julianasluis2. Er wordt hiermee opvallend weinig begrip en aandacht getoond voor ons woongebied, het peri-urbane Gouda, dat voor de bewoners van Gouda van onschatbare recreatieve betekenis is. Uit alle alternatieven wordt slechts één enkele conclusie getrokken voor het tracé door het gebied vanaf de Julianasluis tot de aansluiting aan de N207. Het beleidsuitgangspunt van de ontwikkeling van het Groene Hart is weliswaar “de invulling en uitwerking van kwaliteitszonering”(ISP- pag.11, al.4), zodanig dat in principe hier geen ruimtelijke ingrepen mogen plaatsvinden, als er goede alternatieven bestaan. Tevens stelt het beleid dat lopende projecten versneld moeten worden aangepakt en er dan gecompenseerd moet worden. Met dezelfde pseudo-redenering stelt men zonder argumentatie, dat ongeacht alle beleid, ongeacht alle kritiek, studies, alternatieve opties en inspraak er een bedrijventerrein moet en zal worden aangelegd. Daarmee wordt tevens het recente Rijksbeleid van clustering van bedrijven in grotere eenheden met onderlinge versterkingen en regionale functie terzijde geschoven. Met het vasthouden aan een dergelijk bedrijventerrein in de polder dwingen de gemeentes een gevaarlijke keuze af. De rechtvaardiging van die keuze overstijgt, zo wil men doen voorkomen, alle nationale en regionale beleid en moet buiten de discussie en de inspraak blijven. Hiermee wordt tegelijkertijd het belangrijkste beslag op de beschikbare ruimte gelegd en dat zonder enige discussie. Het idee voor de vestiging van een wezensvreemd industrieterrein wordt met ander woorden geparachuteerd 3. Dat compensatie van het verwijderde broedgebied niet meer in de Krimpenerwaard te vinden is a.g.v. de in uitvoering zijnde ruilverkaveling wordt niet opgemerkt. De ZWR zal vanwege het bedrijventerrein niet alleen aanzienlijk langer (en duurder) worden, tevens moet er bijv. waterberging en –afvoer gecompenseerd worden en een extra rotonde worden ingelast midden in het 2
Dat er wel degelijk interessante alternatieve opties onbestudeerd zijn gebleven zal hieronder worden toegelicht. Van de totale oppervlakte van het gebied in kwestie van circa 100 ha. moet er 9.0 ha. worden afgestaan voor dit terrein; dat is bijna het dubbele van het totale ruimtebeslag van de ZWR, waarvoor 5.4 ha. is gereserveerd, voor gecompenseerd vogelbroedgebied 7.1 ha. 3
12
poldergebied. De doorstroomsnelheid van het verkeer wordt hierdoor nog verder beperkt. Alternatieve vestigingsplaatsen (bijv. op het geplande, nabijgelegen regionale industrieterrein Gouwepark van circa 100 ha.), die voor de hand zouden liggen, zijn niet overwogen, omdat men hier typisch lokaal wil compenseren i.pv. regionaal. Het ontwerp houdt geen rekening met en de afspraak dateert van vóór het definitief bekend worden van het doorgaan van Westergouwe als nieuw stadsdeel van Gouda (3500 woningen). Het is een publiek geheim dat met deze achterkamertjespolitiek uit een ver verleden de medewerking van een gemeente aan weinig overtuigende planning diende te worden afgekocht. Deze handelswijze bevreemdt ons niet alleen omdat de gemeentes zich wel erg in de kaart laten kijken en transparantie en inspraak kennelijk zeer vrezen, het is ook merkwaardig dat dit heilloze bedrijventerrein in de Veerstalpolder, naast een lokale, juist ook een regionale functie dient te hebben (ISP, pag. 38, al.1). Hier wordt herinnerd aan het gestelde op pag. 63, al.1 dat voor het industrieterrein hoort te gelden wat bij analogie in de Flora en fauna wet staat n.l. dat slechts vrijstelling of ontheffing kan worden verleend “wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat”. De grondclaim voor dit bedrijventerrein, vanwege re-allocatie kan o.i. uitstekend elders worden gehonoreerd, zonder het agrarische-, natuur-, stilte- en cultuurhistorisch karakter aan te tasten. Bovendien zal slechts een deel van de voor re-allocatie in aanmerking komende bedrijven hier een plek kunnen krijgen. We vinden het niet aanvaardbaar dat de politiek verantwoordelijken kunnen toestaan dat de belangrijkste zaken, waarover juist heel expliciete beleidsuitspraken bestaan, ondershands worden geregeld. Het relevante beleid wordt blijkbaar, waar dit uitkomt domweg niet van toepassing verklaard. Dit voorbeeld van arbitraire beleidstoepassing geeft de burger weinig morele aanmoediging om zelf de waarden en normen van beleid boven alles te stellen. De bewoner mag mee- en inspreken over de project”restanten” en is zelf uiteraard gehouden aan het beleid. Het huidige bestemmingsplan, dat duidelijk de bestemming voor agrarische activiteiten stipuleert, wordt wanneer dat zo uitkomt even terzijde geschoven. Dat met bouwvergunningen voor dit onnodige industrieterrein zo kwistig wordt
13
omgesprongen komt bij ons, als aanvragers van een vergunning voor bijv. een schuurtje in de tuin des te ongeloofwaardiger over. De Provincie Zuid-Holland heeft een interessante inrichtingsvisie opgesteld voor de randen van het Groene Hart, met daarin aandacht voor het gebied dat doorsneden wordt door de ZWR. Gepleit wordt voor inpassing van de Randweg, die recht doet aan de aanwezige landschaps- en natuurwaarden om daarmee de versnippering zoveel mogelijk te beperken. Het aangekondigde bedrijventerrein is uiteraard een schrijnend voorbeeld van de bedoelde verrommeling, die juist moet worden tegengegaan. Een zelfde voorbeeld van krom redeneren is de vermelding op ISP pag. 18 dat er in het gebied enkele hoogtebeperkingen gelden (veelal maximale bouwhoogte van 10 m.). Op pag. 30 wordt vervolgens aangekondigd dat de AWZI op eigen terrein aan noordoostelijke zijde, twee hoge tanks zal gaan bouwen, terwijl op pag.33 juist een helder pleidooi wordt gehouden om het open karakter en de harde stedelijke wand, het venster op Gouda, te behouden. Vervolgens luidt het ”ten oosten van de AZWI zijn geen verdere ontwikkelingen gewenst” en wordt de ontwikkeling van de overkapping van de koud-asfalt centrale niet genoemd. De resten (restruimtes) blijven over voor de inspraak met de gemotiveerde bewoners. Het is overduidelijk dat hier aan de eis van transparante afweging en besluitvorming niet is voldaan. De redenering in de projectdocumenten gaat verder de mist in als op ISP pag. 35 de vormgeving van de ZWR wordt behandeld. Terecht stelt men daar dat “essentieel voor de oriëntatie is de beleving van het landschap” (al.4). Maar wat blijkt? De auteurs hebben kennelijk slechts aandacht voor de weggebruiker als het gaat om de beleving van het landschap. De weggebruiker krijgt, zo stelt men, “langzaam een beeld van de stad en de historische monumenten van het Sluiseiland “ en wordt zich “bewust van de afwisseling in het landschap”, het venster van Gouda, het bijzondere karakter van de Boezem en de karakteristiek van het veenweidelandschap 4. Als klap op de vuurpijl staat er op pag. 36 , al. 2: “bij de realisatie van geluidschermen moet voorkomen worden dat de weggebruiker zich tussen twee harde wanden bevindt”. De schermen moeten afstand tot de weg 4
Bij een snelheid van 60 km. per uur duurt de doorsnijding van het gebied nog geen twee minuten!).
14
houden om de weggebruiker niet tot last te zijn. Of houdt men er nu al rekening met dat de ZWR toch wel spoedig zal worden verbreed? Hoe mooi zijn de verkeersfoto’s met spaarzame personenauto’s, die tijdens de inspraak avonden worden getoond. Prachtige beelden zonder geluidsschermen, en bijna geen visuele hinder. Wat ernstig is aan deze analyse is dat de documentatie de echte gebruiker van het landschap en de ruimte geheel buiten beeld blijft. De weggebruiker/milieubelaster wordt vertroeteld en de schadelijdende bewoner, de recreant uit Gouda en de natuur (inclusief vogelbestand) volstrekt genegeerd. De lezer kan de ogen nauwelijks droog houden. De recreant, de gestresste mannen en vrouwen die na hun werk rust, stilte en ontspanning zoeken, de ontelbare fietsers en fietsclubs uit binnen en buitenland, de kleuters en kinderen, scholieren in gezelschap van familie en vrienden, de aartsgenieters, fotografen, vogelaars, vissers, bloemenpluksters, joggers, gehandicapten, schilders, racefietsers, picknickers, hebben een andere invalshoek en beleving. Elk weekend is deze weg een druk befietste en –bewandelde polderroute 5. Wij pleiten op dit punt voor een visie en bewustzijn die juist uitgaat van de nietgemotoriseerde gebruiker. En stellen vast dat ook hier het beleid terzake dode letter blijft. Het hoofdstuk Milieu, zoals in het ISP samengevat, behoeft tevens nadere analyse en commentaar. De metingen en berekeningen van de huidige en toekomstige milieubelasting achten wij onvolledig en twijfelachtig, want het betreft ad hoc momentopnames (pag.52, al.4), waarbij bijv. geen rekening is gehouden met de tijds- en weersomstandigheden (windrichting!), die bepalend zijn voor de uitkomst van de metingen. Daarnaast zo blijkt uit de grafische weergave is er geen rekening gehouden met het verder verspreiden van het geluid over de Stolwijkervaart. Al eerder is gesignaleerd dat in de studies en plannen systematische aandacht ontbreekt voor het zuidoostelijke deel van het gebied, met name dat langs de Gouderakse Tiendweg (zie bijv. pag.53).
5
Jaarlijkse evenementen aan de Gouderakse Tiendweg zoals Dauwtrappen en het Sint Jansfeest trekken 300-600 mensen
15
Waarom de 15 gekozen meetpunten representatief zouden zijn, wordt nergens duidelijk gemaakt (Ook niet in de MER bijlage 5, waarnaar verwezen wordt) . In ieder geval zijn de Gouderakse Tiendweg en Stolwijkersluis, door N207 en de ZWR ingesloten en cumulatief belast, buiten beeld gebleven. De genoemde blinde vlek voor de betekenis van deze kant van het gebied blijkt ook nu weer uit de gemaakte keuzes. Het voorgestelde tracé zal leiden tot aanzienlijke geluidshinder. De plaats van de rotonde, pal naast een houten woonboerderij, vlak voor woonhuizen aan de Goudse weg, zijde Haastrecht, is al een even onacceptabele keuze. In plaats van de overlast evenwaardig te verdelen over de getroffen omwonenden, wordt de rotonde zo dicht mogelijk geschoven naar de Gouderakse Tiendweg. Tegen het erf met een monumentale woonboerderij met ophaalbrug wordt de rotonde strak vastgeklemd. De verplaatsbare woonboten blijken echter onaantastbaar. Een middenweg en balans in de belangen afweging is niet overwogen. De analogie met het geparachuteerde bedrijventerrein is duidelijk. Het pleit voor de opstellers van de documenten dat zij eerlijk toegeven dat wij rekening moeten houden met toename van geluidshinder. Pag.48 al.4 staat dat het aantal geluidsgehinderden niet significatief kan dalen (minder dan 10%), maar ook dat de maatregelen tegen geluidshinder zich vooral richten op de prioritaire bewoners van Gouda-stad. Het akoestisch ruimtebeslag zal dus zonder meer toenemen en de cumulatieve geluidbelasting vertoont eveneens een duidelijke toename. Men bedenke dat dit nog uitgaat van de optimistisch veronderstelling dat de ZWR geen extra verkeer uit Gouda-oost zal aantrekken en dat het gesignaleerde verkeerseuvel met files door de ZWR definitief de wereld uit zal zijn. De milieubelasting zou niet verslechteren voor ons in ons woon- en leefgebied. Werkelijkheidszin lijkt ver te zoeken. Het is waarschijnlijk dat de geprojecteerde randweg de fileroute van de nabije toekomst wordt. Speciaal de bewoners van Stolwijkersluis, maar zij niet alleen, vrezen dat zij zowel van oostelijke als van westelijke zijde te maken krijgen met een sterk toegenomen geluidshinder. Zij lijden immers, als deze plannen onverhoopt doorgaan, onder een meer dan dubbele geluidsbelasting, omdat zij zich vaak binnen de 250 m. grens bevinden van de geluidsbelastinglimiet. De tegenargumenten en bewijsvoering van MER en 16
ISP zijn op dit punt allerminst overtuigend. De geprojecteerde verkeerslus ter hoogte van de Goudseweg vergroot de milieubelasting en -schade nog aanzienlijk en zal extra verkeer aanzuigen. De effecten ervan zijn niet onderzocht en worden kennelijk nihil geacht. Alternatieve opties worden in de documenten niet genoemd en lijken dus niet bestudeerd. Op het plan voor een echte Rondweg, die wel een oplossing zal bieden, lijkt een groot taboe te rusten. De moevergaderde partijen hebben het hoofd in de schoot gelegd en willen nu goedkeuring voor een “third best option”. Eerder is al opgemerkt dat er compenserende maatregelen worden gezocht i.v.m. de voorgenomen aanleg van het bedrijventerrein. Uit de plannen krijgt men de indruk dat additionele waterberging wordt gezocht ten koste van het individuele eigendom . Dit kan blijken uit de schets waarbij bijv. de woonboerderij aan de Gouderakse Tiendweg op een eiland komt te liggen omgeven door breed uitgegraven sloten. De schade, door het voorgenomen industrieterrein veroorzaakt, wordt afgewenteld op individuen, die de beleidsbescherming van de Belvedère nota dienen te hebben. De uitwerking van het aspect waterwegen is verder uiterst ondoelmatig te noemen, doordat gesuggereerd wordt dat de voorgenomen rotonde in de provinciale weg geen wateronderdoorgang zal kennen. Dat standpunt miskent de betekenis van de Goudse vaart, niet alleen als vaarweg maar ook als schaats en provinciale kanoroute. Een open en onverstoorde Goudse vaart, waar in de toekomst eventueel bij de rotonde een ophaalbrug kan worden aangelegd, is tevens belangrijk m.b.t. de eventuele sluisrestauratie. Bij de schattingen van de natuurwaarde van het projectgebied geven de projectdeskundigen impliciet aan geen hoge pet op te hebben van de natuurwaarde van het gebied ten noorden van de Gouderakse Tiendweg. Een scepticus zou zeggen dat ze daar ook wel reden voor hebben, immers in dit gebied is er met de huidige plannen, weinig toekomst voor natuur en ecologie. De bewoners en de talloze Goudse recreanten weten echter wel beter. Zij treffen onder de struiken in hun tuin een ringslang aan, horen ’s nachts het geroep van jonge uilen, in de knotwilg op hun perceel tonen zij het gat van een spechtennest, tonen zij een gesneuvelde vleermuis, horen zij dagelijks het gekwetter van de talingen, zien ze de ooievaar, purperreiger en grutto’s 17
door het projectgebied stappen en scheren, bewonderen zij de talloze zwanebloemen die bij uitstek langs de sloten in het projectgebied bloeien enzovoort. Desondanks zegt de deskundige, is het gebied ten noorden van de Gouderakse Tiendweg van beperkte betekenis voor broedvogels (pag. 57, al.4). De vernietiging door het tracé van de bestaande vegetatie, inclusief waardevolle oude bomen, is niet onderzocht. Het ISP stelt overigens terecht (pag.57, al5), dat vogels op een zekere afstand van bebouwing en wegen, inclusief de Gouderakse Tiendweg broeden. Het is verheugend te lezen dat men denkt aan een halfverdiepte ligging van de weg (trouwens, waarom half en niet geheel verdiept?), aan geluidsschermen ook t.b.v. de geluidsoverlast voor broedvogels6. Waar het ons om gaat is dit gebied zoveel mogelijk te ontzien bij de tracé keuze. Door de oostelijke rotonde pal tegen de Gouderakse Tiendweg te leggen, het tracé vervolgens een onzinnige, maar uiterst schadelijke uitstulping dicht tegen de weggetje te laten maken, richt men maximale schade aan vanwege licht-, geluids-, trillings-, kleur- en luchtvervuiling. Bij een definitieve tracé keuze telt hier iedere meter afstand van de Gouderakse Tiendweg. Dat laat onverlet dat de bewoners ter weerzijden van de Provinciale weg evenmin additionele hinder van de aanleg mogen ondervinden. Omdat adequate metingen in dit gebiedsdeel achterwege zijn gebleven is het logisch dat dit thema in de rapportage onbesproken blijft. Het blinde vertrouwen van de politiek op gecontracteerde deeldeskundigheden is voor het respecteren van een integrale gebiedvisie ontoereikend en voor het gebied fataal. Overigens is het interessant te constateren dat de keuze van het tracé, de plaats en aard van de rotonde, de wegverdieping, het type asfalt, de afslagen, de watergangen etc. nergens expliciet worden toegelicht. De aansluiting van de ZWR bij Stolwijkersluis is niet zorgvuldig afgewogen. Illustratief is dat de afbeelding op de voorkant van de inspraakbrochure Stolwijkersluis niet in beeld brengt!
6
Wij stellen de vraag: Maar toch ook voor de wandelaars en fietsers, dus langs de gehele Gouderakse Tiendweg?
18
Mede hierdoor wekken de documenten de indruk dat de inspraak niet transparant is en dat de essentiële elementen van dit plan al besloten en van te voren dichtgetimmerd zijn.
19
IV.- Samenvattende conclusies Het slecht geformuleerde projectdoel: • Wij concluderen dat de doelstelling niet transparant, maar eenzijdig en ambigue geformuleerd, en ergo moeilijk te toetsen is. • De doelstelling is eenzijdig gericht op de belangen van bepaalde bewonersgroepen in Gouda centrum en negeert ons als peri-urbane Gouwenaren volledig. Om die reden verwerpen wij de projectdoelstelling omdat deze twee klassen Gouwenaren creëert. • Het projectdoel verdient herdefinitie omdat men slechts oog heeft voor de belangen van bewonersgroepen van Gouda-stad, voor die van de weggebruiker en van een groepje MKB-ondernemers. • Van een afgewogen balans tussen de belangen is geen sprake. Wij willen dat er evenredige aandacht bestaat voor de getroffen bewonersgroepen in het projectgebied, voor de recreanten en voor de natuur/ecologische sector De ontoereikende professionele kwaliteit van de studies en rapporten: • Wij keuren beide aangeboden documenten af om reden dat ze niet voldoen aan de eisen van bestaand beleid, zich niet baseren op een doelmatige aanwending van schaarse overheidsmiddelen, en volkomen ineffectief zijn omdat het gesignaleerde verkeersprobleem er allerminst door zal worden opgelost. • Om die reden eisen wij heroverweging van de plannen en dienen hieronder voorstellen in teneinde tot een betere afweging te geraken. Wij vinden dat het stappenplan zoals dat is geformuleerd conform dient te worden bijgesteld. • Wat ons met name verbijstert is dat de overheid het bestaande beleid uitgebreid aanprijst en wil handhaven, maar de belangrijkste beslissingen buiten de beleidscontext wil houden en daarmee haar morele recht verliest in de discussie. • Het beleid wordt niet of arbitrair en onvolledig toegepast. Het project is derhalve op beleidsmatige gronden verwerpelijk. • De stad Gouda, de ENIGE stad in de Randstad die direct grenst aan een open polderlandschap en aan een rivier, mag die unieke positie nooit offeren voor een ZWR, in de zichtlijn, die niets oplost. 20
• In de tot nu toe gehanteerde directieve projectaanpak staat de belanghebbende burger, bewoner, recreant, producent allerminst centraal. Pas als de belangrijke besluiten zijn genomen wil men ruimte geven voor een interactief proces. Dat zien wij echter als een doekje voor het bloeden. • De plannen zijn doordrongen van een eenzijdig sectorale aanpak. Nergens wordt blijk gegeven van een geïntegreerde visie, maar de gebiedsproblematiek wordt in talrijke onsamenhangende delen opgeknipt. Hierdoor wordt het beeld van het eigenlijke probleem vertekend en, gegeven de wazige doelstelling, wordt er niet serieus naar alternatieven gekeken. De verrommeling is in de plannen optimaal. • Het verbaast ons dat de Gemeente Vlist, die toch door de ZWR plannen direct is betrokken, geheel buiten beeld blijft, terwijl de belangen van haar grondgebied en bewoners (met name de bewoners van de Goudse Weg) ten zeerste aangetast worden. • Het project bestudeert slechts één schakel in de verkeersketen en zoekt met een vooringenomen oplossingsrichting nu eindelijk een punt achter een loodzware discussie te zetten. • De discussie kan echter pas gesloten worden als er adequaat is overlegd met alle partijen. Die interactie weg met de bewoners is nog nooit geëxploreerd. • De metingen in het kader van de MER en de aangepaste MER blijven arbitrair, onvolledig en aanvechtbaar. Niet alleen zijn er in het zuidelijk deel geen metingen verricht, de gedane metingen houden geen rekening met tijds- en weersomstandigheden, die bepalend zijn voor de uitkomsten. • De belevingswaarde, schaarste van de betekenis van dit peri-urbane gebied is niet aantoonbaar onderzocht door vakdeskundigen. Natuur, landschap, ruimte en rust zijn geen elementen die meespelen in de afweging, die om deze reden volledig uit balans is. • De dominerende visie is die van least cost, (geringste kosten), waarbij men er alles aan zal doen nog net binnen de grenzen van het wettelijk toelaatbare te blijven. • De “boekhouders” hebben blijkbaar het laatste woord gehad. De projectbaten zijn niet overtuigend onderzocht, maar wel breed
21
•
•
•
• •
•
uitgemeten en opgeblazen, terwijl de zeldzame waarden van dit gebied geringschattend worden behandeld. Met name ook de verkeerskundige analyse en uitwerking is beneden de maat, omdat een toekomstgerichte realistische afweging is nagelaten. Hier is de smalle benadering van de “harde” techneut dominant geworden en worden de overige sectoren buiten spel gezet. De ZWR zal vastlopen omdat zij grotendeels een binnenstedelijke weg gaat worden, met name in West-Gouda, een nieuwe van Reenensingel dus. Wij voorzien dat de weggebruiker slechts versneld op weg wordt geholpen naar de volgende file... op de ZWR. Geen inwoner van Gouda (en geen redelijk denkende ambtenaar) kan naar onze mening overtuigd worden dat deze “dwaalweg” de verkeersfiles uit de wereld zal helpen. Overigens wordt dit in de MER en ISP ook nergens aangetoond. Maar over de ernst van de aan te richten schade is iedereen het eens. Door ons geraadpleegde deskundigen vrezen dat uitvoering van dit ontwerp de politiek verantwoordelijken nog lang zal achtervolgen. Zij beoordelen het ontwerp als zeer deficiënt. Alternatieve opties van een echte RONDWEG zijn niet echt overwogen. Wij hebben de indruk dat ook vrachtvervoerders zich voorstander zullen tonen van een doeltreffender Rondweg (zonder 4 rotondes in minder dan 2 km.) die verbinding maakt met west en oost Gouda en de ontsluiting met de Krimpenerwaard vanuit een geschikter invalshoek mogelijk maakt. Het voorstel betekent, stelt men potsierlijke vast in het ISP, de “ENIGE oplossing” van het probleem. Wij accepteren een dergelijk broddelwerk niet en pleiten voor het opstellen van kwaliteitsdocumenten.
Het ongelukkige wegtracé van de ZWR: • Het wegtracé is geheel in strijd met het geformuleerde beleid. Het staat haaks op de belangen van de getroffen bewoners. Het is maximaal schadelijk voor het eeuwen oude landschap en natuurlijk milieu. Het is op uiterst inefficiënte en verspillende wijze uitgewerkt. Het is geheel ineffectief want zal het geformuleerde verkeersprobleem niet kunnen oplossen omdat de getekende weg nergens echte doorstroming gaat brengen. 22
• Bovendien is het tracé getekend vanuit een optiek, die absoluut geen rekening houdt met de wijdere, integrale context van met name westelijk en oostelijk Gouda. De naam Zuidwestelijke randweg is daarom misleidend omdat het westelijk element volledig buiten beeld blijft. • Het tracé is ontstaan uit compromissen na een doodgelopen belangenstrijd die nu al meer dan 3 decennia heeft geduurd. Het plan lijkt verworden tot een prestige project, dat coûte que coûte nu moet doorgaan. De politiek wil er van af. • De blik is geheel naar het verleden en allerminst naar de toekomst gericht. Geen verkeersdeskundige kan volhouden dat hier voldaan is aan de minimale professionele eisen. • De afweging mist iedere balans doordat onevenredige schade langs de Gouderakse Tiendweg wordt aangebracht. Wij begrijpen niet welk belang de opstellers van de plannen willen dienen met het gekozen tracé. Dit is ook nergens verduidelijkt. • Wij wensen dat het tracé een “middenweg” wordt tussen de belangen van de bewoners en voldoende in noordelijke richting opschuift, zoals aangegeven in het voorstel van de werkgroep ZWR, of, nog beter, in zuidelijke richting onder de Tiendweg. • De grote cultuurhistorische waarde van de loop en structuur van de zuidelijke IJsseldijk, de Gouderakse Dijk dient maximale bescherming vanwege haar contrast met de middeleeuwse binnenstad van Gouda. Verdere verrommeling van de open ruimte is uit den boze. De ongelukkige keus van wegconstructie en de rotondes: • De positionering en uitvoering van de rotonde in de N207 wekt ons volle protest op omdat deze te dicht op de Gouderakse Tiendweg is geprojecteerd. Op die wijze wordt er onnodige en zeer zware overlast veroorzaakt voor de aangrenzende bewoners. • De 3 woonboten in de Goudse vaart zijn onaangetast maar de onverplaatsbare woningen, inclusief die aan de Goudse weg, zijde Haastrecht, worden niet ontzien. Wij willen dat de rotonde in noordelijke richting opschuift ter hoogte van de woonboten, waar trouwens ook een hoogtewinst voor de oversteek is te boeken. De woonboten zouden in een boezem ter hoogte van de Stolwijkersluis, 23
(die er mogelijk toch zal moeten komen i.v.m. het nieuwe gemaal), kunnen worden aangemeerd. Fatale aantasting van veel geroemde cultuurhistorische waarden: • Nergens wordt blijk gegeven van aandacht voor de beleidseisen van de Belvedère studie en andere cultuurhistorische beleidselementen. Nog geen 10 zinnen worden gewijd aan dit onderwerp en iedere visie ontbreekt, laat staan dat men kan voldoen aan de eis om een integrale gebiedsontwikkeling na te streven • Een monumentale, gezichtsbepalende woonboerderij wordt ernstig aangetast door het woonerf te amputeren. De ZWR is zo dicht mogelijk tegen de opstallen, hooiberg en het uit hout opgetrokken woongedeelte geprojecteerd. • Het geheel zal worden omgeven door verbrede sloten die het object volkomen isoleren van zijn omgeving. De boerderij ligt als een vis op het droge, ten dode opgeschreven. • De aangrenzende monumentale ophaalbrug zal voor de bewoners grotendeels onbruikbaar worden, door autoverkeer er over te verbieden. De bewoners van de Gouderakse Tiendweg, en niet alleen zij, tekenen hiertegen een zeer ernstig bezwaar aan. • Het project ZWR vernietigt bijna volledig het karakter van de middeleeuwse Gouderakse Tiendweg door het tracé zo dicht mogelijk langs dit veelgebruikte wandel- en fietspad te projecteren. Men kiest voor een ondoelmatige, inefficiënte, onnatuurlijke en schadelijke oplossing, die niets van betekenis toevoegt. • De vreemde bochtige lay-out van de weg doet geen recht aan het landschappelijk kenmerkende lijnenpatroon van lange kavels met doorsneden met rechte tiendwegen en vaarten. Onaanvaardbare milieuschade door vervuiling vanwege geluid, licht, trillingen, lucht, onveiligheid, open ruimte en de skyline van de stad Gouda: • Zie de voorbeelden hierboven • Het project gaat volledig voorbij aan de kwetsbare positie van het buurtschap Stolwijkersluis, dat in de plannen van beide zijden zal worden geteisterd door geluidsoverlast, zowel van N207 als van ZWR). 24
• Er wordt geen enkele garantie gegeven dat de milieubelasting niet zal toenemen en het verkeer niet verder zal aantrekken met de aanleg van de ZWR. De overwegende westelijke windrichting zal de verkeersoverlast prominent aanwezig maken. • Het tracé veroorzaakt aanzienlijke milieuschade en overlast en is een directe aanslag op het stilte- broedgebied, waarvan de Tiendweg de grens is. Wij eisen dat de verstoringsgrens van 250 meter van het stiltegebied gehandhaafd blijft ook langs de Gouderakse Tiendweg. • Alle bewoners van het buurtschap Stolwijkersluis, van de Gouderakse Tiendweg en van de Goudse Weg, zijde Haastrecht lijden aanzienlijke schade aan hun bezittingen vanwege toegenomen milieuoverlast. • Het is wrang te constateren dat geluidsoverlast bij bepaalde bewonersgroepen in de stad Gouda kennelijk zwaarder tellen voor de politieke verantwoordelijken dan de overlast bij ons. • Het uitzicht, de rust, de leef-, belevingswereld en het woonklimaat zal op onaanvaardbare wijze worden aangetast. Wij willen dat de gemeente Gouda de beleden liefde voor de”zee van ruimte” en het “groene venster” naar de Krimpenerwaard niet verloochent. Onzinnige afslag naar Gouderakse Tiendweg: • Het beperken van het verkeer over het ophaalbrug heeft de bedoeling de weg vrij te maken voor de geplande extra afslag ter hoogte van de Veerstalhoeve. • Hiermee wordt het principe geschonden dat men bij de plannen allereerst dient uit te gaan van het waardevolle en bestaande in het projectgebied. • Een dergelijke afslag waarvoor tevens nog een al even ridicule extra rotonde is gepland, is volledig ondoelmatig. Zij is vooral tegelijkertijd een volstrekte verspilling van overheidsgelden. • Deze afslag veroorzaakt een hoge schade in het open landschap en kan rekenen op ons uiterste verzet. • Als de achterliggende gedachte van deze ongelukkige afslag zou zijn, de talrijke volkstuinders van de V.T.V.de Groenzoom op deze manier toch opnieuw over de Tiendweg te loodsen, dan is dit al een even onaanvaardbaar argument. Een goed alternatief voor de overigens zeer geachte volkstuinders, ligt elders voor de hand naast de waterzuivering. 25
Het absurde bedrijventerrein: • Het geparachuteerde bedrijventerrein is een beleidsmatig monster, een verrommeling van het gebied, gebaseerd op een volstrekt achterhaald en inmiddels overbodig onderonsje van twee besturen in een lang verleden, onder geheel andere omstandigheden. • De huidige beleidseisen van clustering en het agrarisch karakter van het nog steeds geldend bestemmingsplan zijn hier ontkracht, en de inherente milieuschade wordt op de individuele burger verhaald. • Met dit voorstel wordt een nabijgelegen middelgroot bedrijventerrein Gouwepark, waar voldoende opvangcapaciteit bestaat, tegen de beleidsindicatie in, volledig genegeerd. • Het ruimtebeslag van dit terrein is nota bene bijna het dubbele van dat van de gehele ZWR en als het aan de plannenmakers ligt zal hierover geen enkele discussie worden toegestaan. Wij zullen ons hier tegen met woord en daad blijven verzetten. • Dat zelfde verzet betreft trouwens ook de plannen voor hoogbouw en uitbreiding van de waterzuivering. De asfaltcentrale zou dezelfde weg moeten zoeken naar een geschikt regionaal bedrijventerrein • De combinatie van de ZWR met het bedrijventerrein, de uitbreiding van de waterzuivering, de afscherming van de asfaltcentrale en de installatie van een gemaal is een aanfluiting voor de gemeente, gezien het agrarische bestemmingsplan en de beleden uitgangspunten van beleid. Slecht geplande waterwegen, doorgangen en sloten: • De voorgenomen aanleg van het omstreden bedrijventerrein brengt als extra schade met zich mee dat er gecompenseerd dient te worden i.v.m. gedempte waterwegen door aanleg van het bedrijventerrein. Om die reden dienen sloten verbreed te worden. • De projecttechnici stellen voor om dit probleem gedeeltelijk af te wentelen op individuele grondbezitters die hun land moeten afstaan voor verbreding van sloten . Dit roept ons verzet op. • Er is onvoldoende aandacht voor de structuur van de waterlopen in het gebied mede i.v.m. de eventuele installatie van een watergemaal en de restauratie van de Stolwijkersluis. 26
• De rotonde in de N207 is zo zuidelijk gepland dat tevens de doorgang van de Goudse Vaart onnodig laag uitkomt. De traditionele doorvaart na openstelling van de Stolwijkersluis, de schaats- en kanoroute wordt onnodig versperd.
27
V.- Slotsom en voorstel De visie en aanpak van de ontwerp ZWR stuit op ons ernstig verzet. Wij aanvaarden de ons gepresenteerde studies derhalve niet. Wij zullen alles doen wat in ons vermogen ligt om te voorkomen dat Gouda, zo uniek gelegen, met een slecht doordacht, een onbeleidsmatig, een inefficiënt en geheel ondoeltreffend plan, onomkeerbare schade aanbrengt aan haar meest kwetsbare randgebied. Wij achten deze weg een dwaalweg. Wat men zal bereiken met de zogenoemde enige oplossing voor het verkeersprobleem, is een lichte versnelling om in de volgende file te stranden. Wij erkennen dat er sprake is van een verkeersprobleem in het westelijke en zuidelijk deel van Gouda m.b.t. de doorstroming van het verkeer van en uit de Krimpenerwaard, Den Haag en Rotterdam. De uitwerking van de “oplossing” die men aandraagt, overtuigt echter niemand. Hoe dan ook zullen wij volharden in ons appèl op u als politiek verantwoordelijken, om de voorstellen te heroverwegen, met het doel de door een projectuitvoering aangebrachte schade te minimaliseren. Wij achten het noodzakelijk dit gebroddel scherp af te zetten tegen een structurele en duurzame oplossing van een echte Rondweg. Het feit dat het debat reeds tientallen duurt heeft uiteraard alles te maken met het chronische gebrek aan helderheid van de uitgangspunten en doelstelling van de bejaarde project.Wij beseffen dat men dit alternatief als een onbespreekbaar taboe mogelijk buiten de discussie wenst te houden, omdat er grote belangen gemoeid zijn bij de huidige keuze. Het ambtelijk bolwerk waar menigeen op stuk loopt, lijkt duidelijk te pogen de discussie van te voren dicht te timmeren door belangrijkste elementen van bezwaar buiten de discussie en inpraak te houden. Wij zullen dit nimmer aanvaarden te meer nu het gaat om grote publieke investeringen en ons gezamenlijk woongebied. Onze belangen als bewoners en mogelijk van andere belangrijke economische krachten zullen echter expliciet moeten worden gehonoreerd. De zuidelijke flank van Gouda maakt haar uniek in de Randstad en pogingen om dit gebied te verrommelen en “in te breken” in de polder zijn volstrekt uit den boze. 28
Onze stad aan de rivier en de stilte van de open polder moeten als zodanig behouden blijven voor de toekomst. Het waardevolle contrast van middeleeuwse stad en oer-Hollandse polder verdient maximale bescherming, in eerste instantie van de verantwoordelijke gemeentes en vervolgens van haar ingezetenen, zoals het bestemmingsplan dat voorziet. Wij eisen dat de verantwoordelijke instanties de plannen koppelen aan de recente ontwikkelingen in het gebied en in een nieuw bestemmingsplan een integrale structuurvisie zal ontwikkelen. Het huidige opgeknipte ratjetoe van deelvisies moet op de helling. Er moet daarbij consequent worden uitgegaan van de bestaande cultuurhistorische en milieuwaarden. Het is de bedoeling van dit bezwaarschrift om duidelijkheid te verkrijgen over wat er gaat gebeuren. De enorme vertraging die de oplossing van het verkeersprobleem heeft afgelopen wijten wij aan het gebrek aan professionaliteit, het dichttimmeren van de discussie, het uitsluiten van de betrokkenen bij de analyse en voorbereiding. Met de oude fout van ambtenaren n.l. de betrokkenen slechts ten dele en vaak achteraf te raadplegen is veel kostbare tijd en geld verspild. Wij willen graag meewerken aan een efficiënte uitvoering van gezamenlijk aanvaarde en breed gedragen oplossingen. Wij spreken onze bereidheid uit, met u mee te denken bij de invulling van het nieuw te formuleren bestemmingsplan voor ons woon- en leefgebied. Het Project Integrale Gebiedsontwikkeling Stolwijkersluis biedt daarvoor een goed aanknopingspunt. Ook de uitgestoken hand van het Belvedère project om te overwegen een gezamenlijk proefproject op te zetten, zullen we van harte aannemen.
29
VI.-Lijst met onze vragen De hieronder geformuleerde vagen dienen gelezen en beantwoord te worden in de context van het bovenstaande betoog waarin onze argumenten en conclusies zijn uiteengezet. t.a.v. Beleidsconformiteit en procedures 1. Wat is de juridische status van het ISP? Wat is het verschil met een voor-ontwerp van een bestemmingsplan? Waarom is dit niet nader toegelicht? Is hier op transparante wijze voldaan aan de informatieplicht van de gemeente? 2. Bent u het met ons eens dat de ligging van Gouda uniek is voor de Randstad? Betekent dit niet dat de zuidelijke stadrand maximale bescherming verdient? Waaruit blijkt dat in de plannen? 3. Is het karakter van het bestemmingsplan voor de gemeente inmiddels veranderd of acht zij dit nog steeds van doorslaggevende betekenis voor de inrichting van het gebied? 4. Hoe moeten wij als bewoners dit bestemmingsplan zien? Mogen wij er nu vanuit gaan dat het bestemmingsplan niet langer onaantastbaar is? 5. Onderschrijft de gemeente de principes van transparante beleidsvorming en democratische procedures? Moet er dan niet gezocht worden naar breedgedragen oplossingen, die het daglicht kunnen velen? 6. Bent u met ons van mening dat het draagvlak voor navolging van beleidsregels en afspraken fundamenteel wordt ondermijnd als de gemeente het beleid toepast op anderen, maar het zelf schendt? 7. Acht de gemeente de inspraak slechts geldig voor bepaalde onderdelen van de plannen? Mogen bewoners niet inspreken over bepaalde elementen en over andere wel? 8. Waarom is er in de stukken geen melding gemaakt van de belangen van de gemeente Vlist? Welke rol speelt deze gemeente in de bestaande plannen? 9. Acht de gemeente de Startnotitie van 1998 nog van toepassing? Waarom? Waarom niet? 10. Zijn de gemeentes bereid de bevolking en de belanghebbenden rechtstreeks en in partnership te betrekken bij een heroverweging van
30
de plannen of delen er van? En hoe zal de inspraak zijn bij de nadere uitwerking? Op welke wijze denkt u dat te doen en wanneer? 11. Wat is de stand van zaken m.b.t. het huidige bestemmingsplan en wat zijn de stappen die men denkt te ondernemen terzake? Welke rol voorziet men daarbij voor ons als belanghebbenden? t.a.v. de projectdoelstelling 12. Waardoor wordt aangetoond dat met dit ontwerp de leefbaarheid in Korte Akkeren en in ons gebied rond de Stolwijkersluis en de Gouderakse Tiendweg wordt verbeterd? 13. Waaruit blijkt dat de planopstellers het principe en de verplichting hebben gerespecteerd van minimale ingrepen in een beschermd gebied? 14. Waarom zijn weggebruikers prioritair als het gaat bij de keuze van geluidsschermen in de polder? Zijn bewoners, recreanten en de natuur van lagere prioriteit? Worden zij ergens genoemd als doelgroep? 15. Op basis van welk onderzoek wordt aangetoond dat de ZWR geen additioneel verkeer, verkeersoverlast en onveiligheid zal aantrekken? 16. Waarom stelt u dat het gekozen alternatief de ENIGE oplossing is? Waar wordt dat uiteengezet? Analyseert de MER geen alternatieven? Hoe onderbouwt u de stelling dat het verkeersprobleem in de komende decennia daadwerkelijk zal worden opgelost? 17. Waar treft de lezer een definitie aan van het genoemde verkeersprobleem? Is er naast de aantallen weggebruikers ook onderzoek gedaan naar de afkomst en bestemming van deze? t.a.v. de cultuurhistorische waarden 18. Hoe waardeert u het feit dat het buurtschap Stolwijkersluis een periurbaan karakter heeft met opvallende cultuurhistorische en landschappelijke elementen van waarde? Waaruit blijkt dat in de plannen? Hoe is e.e.a. afgewogen in de plannen? 19. Acht u het gebied rond de Gouderakse Tiendweg van betekenis gezien vanuit cultuurhistorisch, natuurlijk milieu, recreatief en landschappelijke oogpunt? Waaruit blijkt dat in de afweging? 20. Acht u de waarde van de Gouderakse Tiendweg dusdanig dat zij dient te vallen onder de bescherming van het cultuurhistorisch beleid?
31
21. Acht u de in de plannen voorgestelde aantasting van de gezichtsbepalende woonboerderij overeenkomstig de intentie en de letter van het cultuurhistorisch beleid? 22. En wat vindt u in dit verband van de geplande afslag naar de Gouderakse Tiendweg en de versperring voor autoverkeer van de monumentale ophaalbrug? 23. Waarom wilt u het tracé zo dicht mogelijk op de Gouderakse Tiendweg leggen? Is dit niet onnodig schadelijk? 24. Waar komt het aspect van bescherming en versterking van de cultuurhistorische waarden intrinsiek en als geheel tot uiting? t.a.v. de tracé keuze 25. Waarom is het zoekgebied van de studie voor de ZWR beperkt tot het gebied tussen de Gouderakse dijk en de Gouderakse Tiendweg? Is de keuze gebaseerd op historische gronden of is er ook naar de toekomst gekeken? 26. Wat is de visie van de gemeente Gouda op de toekomstige verkeersontwikkelingen in Gouda- west met name vanwege de bouw van de woonwijk Westergouwe? Waar wordt die visie uiteengezet? 27. Waarom is er geen integrale lange termijn analyse gemaakt van de groeiontwikkeling van het verkeer in en rond Gouda? Kan dat alsnog? 28. Waarom is het Belvedère beleid niet toegepast in de analyse van het tracé? Zo ja waar blijkt dat uit? 29. Hoe zwaar weegt voor u het drievoudige monument Tiendwegophaalbrug en woonboerderij? Waaruit blijkt dat? Wat is de reden om het tracé onmiddellijk tegen dit percelen te leggen? 30. Waarom is er geen aanwijzing dat u oog hebt voor het gecombineerde effect van het licht-, veiligheids-, kleur- en lucht vervuilende aspect van het gekozen tracé in het betreffende gebied? 31. Waaruit blijkt dat bij de tracékeuze een juiste balans is gezocht en gepoogd is een midden te zoeken bij de belangenafweging? Acht u dit evenwichtig beleid? Waarom? 32. Waarom moet de rotonde in de N207 op die plaats? En waarom dit type? Zijn alternatieven overwogen? Zo ja welke?; zo nee, waarom niet? 33. Waarom is de gemeente Vlist niet in de plannen zichtbaar? Zijn er geen betrokkenen woonachtig in deze gemeente?
32
34. Heeft u de effecten van de verkeerslus Stolwijkersluis onderzocht en waar blijkt dit uit? Hoe kan het karakter van de Goudse weg behouden blijven na deze ingreep? En hoe rijmt u dit met het dempen van de sloot aan de Goudse weg en de aantasting van de huidige groenvoorziening? 35. Is het alternatief van een echte Rondweg bestudeerd? Waarom, waarom niet? Is het materiaal van studie en beoordeling c.q. besluitvorming terzake beschikbaar en toegankelijk? 36. Loopt de ZWR alleen op Goudse en Ouderkerkse grond? 37. Is de ZWR een vervolg van de N207? Zo nee, waarom niet en waar gaat de N207 verder? Zo ja, is de ZWR dan een bovengemeentelijke zaak? Maar betekent dat niet dat onderhandse intergemeentelijke convenanten opnieuw bekeken moeten worden? 38. Zijn de volkstuinders bij de inspraak betrokken? Hoe denkt men de toegang van de volkstuinders tot hun domein te realiseren? Is dit de meest geschikte keuze gelet op de waarde van de Gouderakse Tiendweg? 39. Waarom eist de gemeente een afslag op de Gouderakse Tiendweg als er een alternatief bestaat? 40. Waarom eindigen alle 3 alternatieven met een enkele oplossing v.w.b. het gebied Stolwijkersluis? Waarom is er niet gekeken naar alternatieven die rekening houden met onze bezwaren en zorgen? 41. Waarom ontbreekt in de analyse de samenhang met de toekomstige ontsluiting- en doorstromingsproblematiek in Gouda west? 42. Waarom zijn alternatieven voor afslagen en rotondes buiten beeld gebleven? 43. Zijn minder schadelijke alternatieven overwogen? 44. Waarom is er geen alternatief gepresenteerd van het tracé tussen de Julianasluis en de N207? 45. Is er studie gemaakt van een rondweg die een grotere lusverbinding maakt ten zuiden van de Tiendweg en die rekening houdt met de oplevering van Westergouwe en het functioneren van het bedrijventerrein? Wat zijn de details en conclusies? 46. Houdt de studie rekening met de groei van kleinere woonkernen in de Krimpenerwaard als gevolg van de verruimde mogelijkheid om ruraal te bouwen? 47. Is er rekening gehouden met het fietsverkeer Stolwijk richting Gouda en vice versa? Waaruit blijkt dat? 33
48. Waarom is bij de tekening van het tracé geen rekening gehouden met het middeleeuwse ontginningspatroon van de polder? 49. Is de afsluiting van de Goudse weg niet riskant in geval van calamiteiten nu en in de toekomst? Wat is het alternatief? t.a.v. de MER studie 50. Zijn er metingen verricht in het gebied langs de Gouderakse Tiendweg? En waarom niet op verschillende cruciale tijdstippen en weersomstandigheden? Zo ja, waaruit blijkt dat? 51. Hoe wordt de uitspraak dat het gebied een beperkte natuurwaarde heeft objectief onderbouwd? Is het niet vreemd dat de gemeente minder waarde toekent aan haar grondgebied dan haar burgers? 52. Zijn onafhankelijke milieuorganisaties geraadpleegd bij de evaluatie van het projectgebied op zijn natuurwaarde? 53. Is de MER procedure recent gebruikt bij de analyse van het bedrijventerrein? Waarom niet? Indien wel, wat is de uitkomst? 54. Waarom is de verkeersoverlast in Stolwijkersluis en omgeving niet expliciet genoemd? Is deze überhaupt onderzocht? Is er met name gelet op het cumulatieve effect van de overlast van N207 en ZWR? t.a.v. het bedrijventerrein 55. Waarom wordt de uitbreiding met hoogbouw van de waterzuivering overwogen, terwijl eerder wordt gesteld dat dit strijdig is met het beleid van bescherming van de stadsrand? 56. Wat is in de visie van de twee betreffende gemeentes de betekenis van het nieuwe industrieterrein Gouwepark voor de lokale en regionale industrie? Waarom wordt hiervoor niet gekozen m.b.t. de reallocatie van sommige (kennelijk niet alle) Ouderkerkse bedrijven, en m.b.t. de Asfaltcentrale? 57. Hoe kan de keuze voor alternatief worden gerechtvaardigd als hierbij een tracé wordt gekozen dat dwars door een zwaar beschermd zellingengebied gaat? 58. Hoe is dat te rijmen met een reallocatie van industrie juist vanwege het vrij maken van beschermde zellingen? Maakt de keuze voor alternatief dit streven niet juist weer ongedaan? 59. Hoe tonen de gemeentes aan dat hiermee wordt voldaan de eis van clustering en het tegengaan van verrommeling? Is er deskundig onderzoek gedaan terzake? 34
60. Waarom is deze vorm van compensatie te prefereren boven installeren in het Gouwepark? Welke motieven maken dat natuur- en landschap nu geen prioriteit zijn? Is de gepretendeerde verbeterde doorstroming t.g.v. de aanleg van een eventuele ZWR geen reden om de industriebedrijven te vestigen waar zij horen: op het regionale bedrijventerrein? 61. Zal hoogbouw op het bedrijventerrein worden toegestaan? Vindt de gemeente de overkapping van de asfaltcentrale conform het beleid? Waarom? 62. Hoe wordt het Rijksbeleid van clustering van bedrijven terreinen toegepast? 63. Hangt de toestemming van de gemeente Ouderkerk samen met de installatie van het bedrijventerrein? Wat zegt dit over de kwaliteit van de plannen? En hoe wordt daarbij gelet op de toekomst en de aanwezigheid van alternatieven. 64. Is het toegestaan het uitzicht van het rijksmonument de Watertoren te versperren met het bedrijventerrein? Waarom hier wel en waarom elders niet? t.a.v. de waterwegen 65. Waarom moeten sloten worden verbreed ten koste van individueel eigendom? En waarom rond een monumentale boerderij? Wat heeft dit te maken met de aanleg van het bedrijventerrein? 66. Waarom is er een aparte waterdoorgang getekend bij de woonboerderij aan de Tiendweg? Hoe kunt u argumenteren dat hier geen sprake is extra verrommeling en het vermijden van onnodige ingrepen in een zeer kwetsbaar natuurlijk milieu? 67. Is het openen van de Stolwijkersluis te rijmen met het elimineren van en onderdoorgang door de Goudse Vaart? Acht u schaatsen en kanoën een belangrijke recreatieve bezigheid? Verdienen die aktiviteiten ondersteuning in dit gebied? 68. Heeft men bij het tracé rekening gehouden met de studie van Vink m.b.t. oude waterlopen? 69. Waarom is er geen rekening gehouden met de beoogde verbreding van de Goudse Vaart vanwege de geplande komst van een nieuw watergemaal?
35
VII.-Lijst met namen, adressen van de ondertekenaars
36
VIII.-Lijst met bijdrage van kinderen aan het bezwaar
37