Reactienota inspraak en raadpleging Notitie Reikwijdte en Detailniveau MER N358 versie zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten Provincie Fryslân 2 december 2014
Provincie Fryslân Afdeling Ynfraprojecten & Advys Tweebaksmarkt 52 8911 KZ Leeuwarden
Inhoudsopgave pagina
1.
Inleiding
3
2.
Samenvatting ‘reactie op zienswijzen en adviezen’
4
3.
Beantwoording zienswijzen
5
4.
Advies Commissie m.e.r.
65
5.
Adviezen wettelijke adviezen
71
2
1.
Inleiding
De provincie wil de verkeersveiligheid en doorstroming van De N358 verbeteren. De N358 fungeert als belangrijke ontsluitingsweg tussen Noordoost Fryslân en de A7 en is in het Provinciaal Verkeers- en Vervoer Plan 2006 (PVVP) gecategoriseerd als een gebiedsontsluitingsweg. In het PVVP (aanpassing vastgesteld in 2011) is de N358 tussen Augustinusga en de A7 aangemerkt als een knelpunt op het gebied van verkeersveiligheid en doorstroming. De inrichting van de weg is daarnaast niet in overeenstemming met de functie van de weg. Dit betreft onder andere: - de wegbreedte - belijning - het aantal zijwegen - de vormgeving van kruispunten - de directe aansluitingen van woningen en percelen Begin 2012 is aan de bevolking een plan gepresenteerd voor de opwaardering van de N358. De voorgestelde maatregelen richten zich in het plan op het uitvoeren van maatregelen op het bestaande tracé. De maatregelen op het noordelijke deel (Surhuisterveen – Augustinusga) konden op voldoende draagvlak rekenen en zullen naar verwachting in 2014 uitgevoerd worden. Voor de maatregelen op het zuidelijk deel (A7 – Surhuisterveen, beter bekend als De Skieding vanwege de ligging op de provinciegrens van Fryslân en Groningen) bleek minder draagvlak te bestaan. Dit heeft geleid er toe geleid dat door de provincie is besloten een MER uit te voeren op basis waarvan een weloverwogen besluit genomen kan worden tot een uitvoeringsvariant. Als eerste stap in de procedure voor het MER is een concept-notitie opgesteld waarin de reikwijdte en het detailniveau van het MER zijn beschreven. In deze concept-Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) is beschreven op welke manier de gevolgen voor het milieu in het MER onderzocht zullen worden. Gedeputeerde Staten heeft via publicatie in verschillende huis-aan-huisbladen en de provinciale dagbladen Friesch Dagblad, Leeuwarder Courant en Dagblad van het Noorden kennis gegeven van de concept-NRD. De notitie heeft van 16 juni t/m 14 augustus 2014 ter inzage gelegen in het provinsjehûs te Leeuwarden, het provinciehuis te Groningen en de gemeentehuizen in Achtkarspelen, Grootegast, Kollumerland, Marum en Smallingerland. Daarnaast waren de stukken in te zien op de website van de provincie Fryslân www.fryslan.nl/skieding. Inspraak op de NRD Op 26 juni 2014 heeft de provincie een inloopbijeenkomst georganiseerd in Surhuisterveen. Tijdens deze bijeenkomst kon informatie en een toelichting verkregen worden op de concept-NRD. Daarnaast is een toelichting gegeven op de procedure die gevolgd zal worden en is de gelegenheid geboden om mondeling zienswijzen in te brengen. Van deze mogelijkheid is tijdens de inloopbijeenkomst ook gebruik gemaakt. Tijdens de periode dat de stukken ter inzage hebben gelegen kon een ieder een zienswijze over de notitie mondeling of schriftelijk naar voren brengen bij Gedeputeerde Staten. Binnen proceduretermijn zijn 59 zienswijzen ingediend. Zienswijzen die buiten de procedure zijn ingebracht zijn buiten behandeling gelaten. 3
De reactienota en de NRD worden vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Fryslân. De concept NRD die is gepubliceerd zal ongewijzigd worden vastgesteld in combinatie met deze reactienota. Dit houdt in dat zowel de concept NRD als de reactienota en vrijwel het gehele advies van de Commissie voor de m.e.r. worden gebruikt voor het opstellen van het MER. In deze reactienota zijn de zienswijzen en adviezen opgenomen. De inspraakreacties in dit stadium van de procedure dienen gericht te zijn op de gewenste inhoud (de reikwijdte en het detailniveau) van het op te stellen milieueffectrapport. Daar waar zienswijzen betrekking hebben op zaken die buiten de inhoud van de reikwijdte en detailniveau vallen is dat aangegeven. In hoofdstuk 2 is een samenvatting opgenomen van de reacties. Het gaat daarbij om aandachtspunten die genoemd worden omdat ze veelvuldig terugkeren in zienswijzen en/of adviezen. Daarnaast gaat het om aandachtspunten die naar onze mening van belang zijn om te benoemen. In hoofdstuk 3, 4 en 5 is per zienswijze en advies aangegeven of en waar mogelijk ook op welke manier bij het opstellen van het MER rekening zal worden gehouden met de inhoud van de zienswijze en advies.
2.
Samenvatting ‘reactie op zienswijzen en adviezen’
Zienswijzen van particulieren en organisaties Wij vinden het positief dat er veel reacties zijn binnengekomen. In de reacties wordt naast ongenoegen over bijvoorbeeld het proces, ook zorg uitgesproken. Daarnaast lezen wij veelvuldig een positieve inbreng die wij graag meenemen in het vervolg van de procedure. Wij willen ieder graag bedanken voor de moeite die is genomen. Wij erkennen dat er gedurende het proces tot ‘opwaardering’ van de N358 op verschillende momenten nieuwe inzichten zijn ontstaan, die vooraf niet voorzien waren. Wij beseffen dat zowel de verandering van inzicht en het verder uitbreiden van het onderzoeksgebied onzekerheid met zich meebrengt. Wijziging van inzicht leidt bovendien tot een langere periode van onzekerheid. Dit kan vervelend zijn. Om tot een beter gedragen oplossing te komen, die is gebaseerd op gedegen onderzoek, wordt de MER-studie gevoerd. Voorkeur In veel zienswijzen is naar voren gebracht welke tracévariant de voorkeur heeft. In het MER wordt op basis van verschillende onderzoeken per tracévariant bepaald wat de effecten zijn op het milieu. Dat onderzoek moet objectief kunnen plaatsvinden. Daarom kan in de m.e.r.procedure geen rekening worden gehouden met voorkeuren van personen en of organisaties. Planschade in zienswijze In een aantal zienswijzen is ingegaan op waardedaling of-vermindering van eigendommen en/of inkomstenderving ten gevolge van ofwel de m.e.r.-procedure en/of de besluitvorming in later stadium. We hebben gemeend op deze plaats hierop een eenduidig antwoord te geven. De informatie kan namelijk voor op alle betrokkenen in de omgeving van belang zijn. Artikel 6.1, tweede lid van de Wet ruimtelijke ordening geeft limitatief aan wanneer planschade kan worden geclaimd. Het doorlopen van een m.e.r.-procedure ter voorbereiding van de besluitvorming in een later stadium wordt hier niet vermeld. Artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening 4
geeft verder aan dat planschade pas kan worden geclaimd nadat het schadeveroorzakend besluit is genomen. Het kan daarbij gaan om schade als gevolg van een planologische wijziging in de omgeving van een perceel (indirecte planschade) of om schade als gevolg van een planologische wijziging op uw perceel (directe planschade). In hoofdstuk 3 wordt per zienswijze een reactie gegeven. Advies van de Commissie voor de m.e.r. De Commissie voor de m.e.r. heeft op verzoek van de provincie Fryslân, advies uitgebracht over de notitie. De commissie heeft bij haar advies gebruik gemaakt van de zienswijzen en wettelijke adviezen op de notitie Reikwijdte en Detailniveau. Specifiek door ons overwogen aspecten: • Probleemanalyse, doelen en toetsingscriteria Het advies betekent een aanscherping van bestaande uitgangspunten. Wij hebben het advies overgenomen. • M.e.r.-procedure in twee fasen uitvoeren Wij hebben het advies niet overgenomen om de m.e.r. in twee fasen uit te voeren. Zoals eerder gepland zal de m.e.r. in één fase worden uitgevoerd. Goede selectie kan volgens ons alleen plaatsvinden op basis van gedetailleerd effectenonderzoek van alle varianten. • Toevoegen van één variant waarin alle knelpunten worden opgelost Wij zullen dit advies op aangepaste wijze betrekken bij het opstellen van het MER. Mogelijk zijn er varianten die hieraan al voldoen. • Opnemen van een 60 Km variant Deze variant wijkt af van het provinciale beleid. Om de m.e.r.-procedure zo objectief mogelijk te laten verlopen en een besluit te kunnen nemen op een volwaardig MER wordt de 60km variant in het MER onderzocht. Er is besloten het advies, met uitzondering van een MER in twee fasen, als input te gebruiken bij het opstellen van het MER. In hoofdstuk 4 wordt het advies van de Commissie voor de m.e.r. uitgebreider behandeld. Wettelijk adviezen Van de Gemeenten Grootegast, Kollumerland en Smallingerland en van Rijkswaterstaat zijn wettelijke adviezen binnengekomen. Deze adviezen zijn verwerkt in hoofdstuk 5 en geven geen aanleiding om hier specifiek te benoemen.
2.
Beantwoording zienswijzen
Zoals in de inleiding is aangegeven zijn door 59 particulieren en/of organisaties zienswijzen naar voren gebracht. Deze zienswijzen die binnen de gestelde termijn zijn binnengekomen zijn per zienswijze van een reactie voorzien. De teksten van de ingebrachte reacties zijn integraal overgenomen.
5
1.
Zienswijze van S.B. Bosma (zienswijze ontvangen tijdens de inloopbijeenkomst op 26 juni 2014
1.1
verbreding scheiding waar geen huisaansluitingen komen blijfen een probleem, ook met een ventweg achterlangs 1.2 (3) de meeste kans van slagen Alles natuurlijk in goed overleg P.S. geen verdrijfingsvlakken voor de benzinepomp Kan mijn land niet of nouwelijks inkomen. Reactie: In de MER-studie wordt onderzocht wat de beste oplossing is voor de knelpunten die er zijn. De problematiek van huis-, erf- en ‘land’-aansluitingen zijn daar een onderdeel van. 2.
Zienswijze van Gerrit de Vries/ L. de Vries Nicolai (zienswijze ontvangen tijdens de inloopbijeenkomst op 26 juni 2014
tegen variant nr 2 reden dicht bij ons woonhuis geluidoverlast Reactie: In de MER-studie wordt door onderzoek naar alle varianten onderzocht wat de beste oplossing is voor alle knelpunten. Geluidhinder is daar een onderdeel van. 3.
Zienswijze van Wilco Boonstra (zienswijze ontvangen tijdens de inloopbijeenkomst op 26 juni 2014 (gedateerd 27-06-2014)
Bezwaar tegen variant nr. 6 in verband waardevermindering vacantiewoningen + uitzicht woongenot. Reactie: In de MER-studie wordt door onderzoek naar alle varianten onderzocht wat de beste oplossing is voor alle knelpunten. Effecten op leefbaarheid is daar een onderdeel van. Voor wat betreft de zienswijze over waardevermindering wordt verwezen naar de tekst over planschade in hoofdstuk 2. 4.
Zienswijze van E.K. Palsma (zienswijze ontvangen tijdens de inloopbijeenkomst op 26 juni 2014 (gedateerd 27-06-2014)
Bezwaar tegen variant 6 i.v.m. Woongenot Uitzicht Geluidoverlast Waardevermindering woningen postdijk Reactie: In de MER-studie wordt door onderzoek naar alle varianten onderzocht wat de beste oplossing is voor alle knelpunten. Effecten op leefbaarheid waaronder geluidhinder is daar een onderdeel van.
6
Voor wat betreft de zienswijze over waardevermindering wordt verwezen naar de tekst over planschade in hoofdstuk 2. 5.
Zienswijze van J. Russchen (zienswijze ontvangen tijdens de inloopbijeenkomst op 26 juni 2014)
Ik kies voor optie o+. m.n. optimaliseren van alternatieve routes voor landbouwverkeer en ontsluiting van percelen en weilanden. Er is al zoveel asfalt en daarom mijn grote voorkeur om van de bestaande situatie zoveel mogelijk uit te gaan. Reactie: In de MER-studie wordt door onderzoek naar alle varianten onderzocht wat de beste oplossing is voor alle knelpunten. 6.
Zienswijze van F. Bekkema (zienswijze ontvangen tijdens de inloopbijeenkomst op 26 juni 2014)
Waarom zoveel nieuwe mensen duperen door de weg te verleggen? Nieuwe weg hoort over de oude Scheiding? Reactie: Verleggen van de weg en aanpassing van de ‘oude Scheiding’ maakt onderdeel uit van de MER-studie naar alle varianten waarbij wordt onderzocht wat de beste oplossing is voor alle knelpunten. Daarna ontstaat inzicht in de beste oplossing. 7.
Zienswijze van L. Bus (zienswijze ontvangen tijdens de inloopbijeenkomst op 26 juni 2014)
Zelf ervaar ik geen problemen op de Scheiding. Wel is de afslag in de bocht (Topweer) erg gevaarlijk. De aanpak van enkele knelpunten in het tracé is voor mijn gevoel voldoende. Een nieuw tracé levert naar mijn idee meer nadelen op (omgeving, kosten, etc) dan voordelen. Reactie: In de MER-studie wordt door onderzoek naar alle varianten onderzocht wat de beste oplossing is voor alle knelpunten. 8.
Zienswijze van W.A. van Es en J. v. Es- Fokkens (zienswijze ontvangen tijdens de inloopbijeenkomst op 26 juni 2014)
Mijns inziens zijn alle wijzigingen buiten het bestaande tracé van De Skieding op grond van landschappelijke overwegingen te verwerpen. Reactie: De MER-studie zal uitwijzen wat de beste oplossing is voor alle knelpunten. Onderzoek naar effecten op landschap maakt daar onderdeel van.
7
9.
Zienswijze van J.F. Weerstra (zienswijze gedateerd 27 juni 2014 en ontvangen op 30 juni 2014)
Gezien het streven naar verbetering van de doorstroming van het verkeer en het veiliger maken zijn rechte verkeersbanen het meest wenselijk, en zonder landbouwverkeer en fietsers. Daarvoor kan de oude weg dienen als die tenminste in de buurt ligt. Variant 0++ lijkt mij dan het meest geschikt, omdat die de minste verstoring geeft van de diverse deelaspecten. Het tracé ligt er grotendeels al. Dan hoef je je minder zorgen te maken over het doorkruisen van waardevolle landschapsstructuren; die zijn al doorkruist. Variant 6 is ook recht en relatief kort, maar om andere redenen m.i. geen optie. Deze loopt midden door het enige aaneengesloten natuurgebied van bos en hei. Dat ‘t Westerkwartier heeft; en beheer in z’n geheel bij Staatsbosbeheer. Ik zie dit nergens vermeld of genoemd. Ik kan me niet voorstellen, dat de gemeenten Marum en Grootegast hiermee zouden instemmen; evenmin als de provincie Groningen, gezien het beslag dat zo’n autoweg legt op ruimte. De mobiliteit van dieren zou gegarandeerd moeten worden, bv. door het aanbrengen van tunnels onder de weg door. De recreatie ter plaatse wordt grondig verstoord door het doorsnijden van wandel- en fietspaden door een autoweg met het karakter van een kleine “centrale as”. Oude cultuurpaden, zoals het “witte nonnenpad”(van Marum naar de vroegere Kloosterlocatie bij Trimunt) en het Natuurpad van Marum naar Strandheem worden grootschalig doorbroken. Hetzelfde geldt voor de bereikbaarheid van het oorlogsslachtoffers monument bij Trimunt in zekere zin; enz. Deels geldt dit ook voor var. 5 Variant 2 en 3 lijken wel gunstiger voor het verkeer, maar geven veel te veel opschudding in ’t betreffende gebied gezien de cultuurwaarden vooral als er nog parallelwegen bij aangelegd moeten worden. Bovendien betreft het dan geen Skieding. Var. 6 Een aansluiting aan de A7 maken, een paar km vanaf de andere aansluitingen zal stuiten op kritiek van geldsmijterij, als zijnde onnodig en onpraktisch. Reactie: In de MER-studie wordt door onderzoek naar alle varianten onderzocht wat de beste oplossing is voor alle knelpunten. Effecten op alle aspecten waaronder natuur (zie par. 3.5 van de NRD), landschap en cultuurhistorie worden daarin meegewogen. Een MERstudie moet objectief kunnen plaatsvinden zonder dat vooraf om welke reden dan ook varianten worden uitgesloten. 10.
Zienswijze van F.H.J. Bosgra (gedateerd 29-06-2014, ontvangst op 2 juli 2014)
Ben op donderdag 26-06-2014 aanwezig geweest op inloopmidd/avond in de Lantearne te S,veen. Hier werden de 40 varianten getoond naar 8 varianten. Voor mij is het van belang, dat er in ieder geval persoonlijk ook bezwaar en misschien ook nw zienswijze naar voren wordt gebracht, als bewoner van Wildveld 8. 1/ De huidige Skieding zou als beginsel eerst gewoon worden opgeknapt. Dit is gezien het bezwaar van de huidige bewoners vertraagt en heeft geleid tot de huidige 8 varianten. Wat een belangrijk punt voor mij is, dat de bewoners aan de huidige Skieding bewust gekozen hebben om aan deze weg te willen gaan wonen. Men wist van de drukte en de ergernis. Het kan en mag toch niet zo zijn, dat deze mensen het woon- en leefgenot van bewoners die kiezen om landelijker te gaan wonen hiermee ernstig dupeert. 2/ Aan trajecten 2/3 zit veel actieve landbouw/veehouderij gevestigd. Landerijen worden allemaal intensief gebruikt. Zitten ook redelijk veel huizen. Denk ook dat traject in de problemen 8
komt met de wettelijke bepalingen afstand huis weg. Trajecten zou ook nog eens door kwetsbaar natuurgebied komen te lopen. Denk aan vogels/ planten/ kikkers/ salamanders/ reeën/ insecten/ pingo/en poel bij mij in de voortuin. Daarnaast stond op de luchtfoto ook niet de twee huurwoningen vermeld op Wildveld, waar de weg achterlangs zou komen te liggen. Zou ook de Fam Steensma Wildveld 6 en Fam Brugman Wildveld 4 benadelen. Dit geeft sowieso problemen bij ik denk 15 of meer gezinnen/bewoners aan Heidelaan en Wildveld. 3/ Wat betreft de veiligheid bestaande Skieding is met 0+ en 0++ best te realiseren. Met aanpassing voor afslaand verkeer en een rotonde op locatie Heidelaan. Denk als Provincie onderhandeling start met de fam Drost (hoek Heidelaan / Skieding) dan heeft U hier ook ruimte. Dan bestaande Skieding inhaalverbod (doorgetrokken streep) Als u dan ook Heidelaan en Wildveld alleen toegankelijk maakt voor bewoners, dan ben je het sluipverkeer ook kwijt. Veel ergernis is ook te wijten aan asociaal weggedrag. 4/ Voor mij persoonlijk geld, dat ik gekozen heb om op Wildveld 8 te gaan wonen, omdat naast mijn drukke baan dit rust biedt. Midden tussen de koeien en coulisselandschap. De nw aan te leggen weg traject 2/3 zou de leefbaarheid en woongenot ernstig verstoren. Wat nog te denken van waardevermindering grond/woning. 5/ Waar ik ook nog uitdrukkelijk op wil wijzen is dat er commissies (infrastructuur) denk vanuit ondernemers Surhuisterveen en misschien politiek en plaatselijk belang bezig zijn. Ik kan mij niet indenken dat ondernemers verstand hebben van infrastructuur. Volgens mij moet je hier voor gestudeerd hebben. Ze hebben totaal andere belangen dan de bewoners welk woon/leefgenot ernstig wordt aangetast, doordat er zomaar een traject door of naast hun locatie wordt getrokken. 6/ Nu straks de MER procedure wordt opgestart, vind ik het zeer van belang dat deze aspecten hierin worden meegenomen. Graag zou ik ook op de hoogte gehouden willen worden (indien mogelijk) van het vervolg, ook wat er in de wandelgangen word afgesproken, wat mij als bewoner Wildveld 8 aangaat. Reactie: In de MER-studie wordt door onderzoek naar alle varianten onderzocht wat de beste oplossing is voor alle knelpunten. Effecten op alle aspecten waaronder natuur, landschap, landbouw, leefbaarheid en cultuurhistorie worden daarin meegewogen. De huurwoningen die genoemd worden zijn bij ons bekend. In de MER-studie zullen te gebruiken luchtfoto’s geactualiseerd worden. Voor wat betreft de zienswijze over waardevermindering wordt verwezen naar de tekst over planschade in hoofdstuk 2. Een aanvulling op eerste zienswijze van F.H.J. Bosgra (gedateerd 10-07-2014, met ontvangstdatum 14 juli 2014) Met deze aanvulling schaart F.H.J. Bosgra zich tevens achter de standpunten van en zienswijze van Comité Nieuw Tracé Nee. De toevoeging luidt als volgt: Opmerkingen over de procedure De provincie handelt onzorgvuldig en komt regelmatig haar toezeggingen niet na.
9
• In september is Niels Joustra op de hoogte gebracht van de resultaten van de actie van het door ondergetekende opgerichte “Comité Nieuw Tracé Nee”. Dhr. Joustra heeft toen toegezegd deze resultaten op dat moment als formeel stuk bij de provincie in te dienen. Deze toezegging is niet nagekomen: dat ontdekte ondergetekende eind december 2013. De provincie heeft daardoor de resultaten van de actie pas in januari 2014 formeel ontvangen, 4 maanden later dan toegezegd. • In de eerste Nieuwsbrief van december 2013 was aangekondigd dat de Provincie eind maart met nieuwe informatie zou komen. Pas op 12 juni ontving ik de tweede Nieuwsbrief. Dat is ruim 10 weken later dan toegezegd, zonder enig excuus. • Het heeft velen bijzonder verbaasd dat varianten 2, 5 en 6 tot de mogelijkheden behoren. Vorig jaar juni heeft De Provincie namelijk duidelijk te kennen gegeven de meest oostelijke en westelijke varianten niet verder in het onderzoek mee te zullen nemen. Ondergetekende heeft deze toezegging zwart op wit (kan het dus bewijzen) en het blijkt ook uit de tekst onder de kaart op blz.14). De varianten 2, 5 en 6 liggen zelfs nog meer westelijk resp. oostelijk dan de oorspronkelijk gepresenteerde varianten en waren op het moment van de laatste inspraakbijeenkomst van 6 juni 2013 niet aan de orde. Ook dit is duidelijk te zien op de kaart op blz.14. Zonder enige uitleg is ook deze toezegging niet nagekomen. • Zoals ook al in eerdere stadia, wordt herhaaldelijk (7 keer: blz. 4, 11, 12 2x, 13 2x en 15), volledig ten onrechte, de indruk gewekt dat de (!) omgeving/de (!) omwonenden steeds betrokken zijn geweest bij het ontstaan van de mogelijke varianten. Ondergetekende wil er nadrukkelijk op wijzen dat het voornamelijk direct aanwonenden en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven zijn geweest die de varianten aangedragen hebben. Verreweg de meeste omwonenden zijn pas geconfronteerd met de varianten op de bijeenkomst van 6 juni 2013, door de eerste Nieuwsbrief van december 2013 of door de laatste Nieuwsbrief van juni 2014 zonder daar enige inspraak in gehad te hebben, om de simpele reden dat zij niet uitgenodigd waren voor de inspraakbijeenkomsten, met name die van maart 2013, waar de aanwezigen de kans kregen om varianten aan te dragen. Er is in een later stadium door de provincie toegezegd er voortaan voor te zullen zorgen dat alle betrokkenen op de hoogte gesteld zouden worden. Deze toezegging is de provincie al weer niet nagekomen: Ook de laatste nieuwsbrief is niet ontvangen door alle personen die in de buurt van een mogelijk nieuw tracé wonen. Zij moesten dat van hun buren vernemen… Opmerkingen over de inhoud van de NRD • Doelstelling van de Provincie is betere doorstroming en verkeersveiligheid van de N358/De Scheiding. Uit de vele tientallen gesprekken die ondergetekende als initiatiefnemer van het “Comité Nieuw Tracé Nee” met aan- en omwonenden heeft gevoerd, blijkt een verbeterde doorstroming nauwelijks belangrijk gevonden te worden. Aan een verbeterde verkeersveiligheid wordt in het algemeen meer belang gehecht. Overigens bestaat ook de indruk dat veel gevaarlijke situaties vooral ontstaan door het ontbreken van een inhaalverbod voor normaal verkeer onderling en onverantwoord rijgedrag van bepaalde weggebruikers. Zo wordt bijvoorbeeld op blz. 11 beweerd dat “op- en afrijden vanaf particuliere aansluitingen als verkeersveiligheidsknelpunt wordt ervaren…”. Ondergetekende gebruikt zelf al 25 jaar zo’n ( 10
gedeelde) op-/afrit en deelt die mening niet: rustig de tijd nemen voor op- en afrijden en er is niets aan de hand, zolang andere weggebruikers maar geen idiote dingen gaan doen. • In het 2e aandachtspunt op blz. 25 en 26 wordt volgens ondergetekende het belang voor de fauna van het gebied aan de Friese kant ten noorden van de Folgerster Loane aanzienlijk onderschat. Al 25 jaar lang volgt ondergetekende in een bepaald stuk van dat gebied zo veel mogelijk alle fauna en heeft daar vele gegevens over verzameld. Ondergetekende nodigt deskundigen uit om deze gegevens met hem te delen en zodoende aan te tonen dat ook dit gebied van aanzienlijk belang is voor de fauna. • Keuze voor één van de varianten 2 t/m 6 zou betekenen dat een bepaald gebied, waar de faunabewegingen nu slechts aan één zijde ( door de N358) beperkt worden, ingesloten wordt, met namelijk ook nog een barrière aan de andere zijde. • Geluid, leefbaarheid, (paragraaf 4.2.4 / blz. 38-40). De varianten 2 t/m 6 zouden voor de direct aanwonenden een enorme winst opleveren: in plaats van aan een drukke, lawaaierige weg, komen ze dan aan een relatief rustige 60km weg te wonen. Hun huizen zullen flink stijgen in waarde. Voor omwonenden die met een van deze varianten te maken krijgen, brengt dat echter een niet te onderschatten verlies met zich mee: het landelijk wonen is lang zo landelijk niet meer als toen destijds de woning werd aangeschaft. Hun huizen zullen flink in waarde dalen. De Provincie Friesland en alle andere betrokken instanties zullen hopelijk toch niet uiteindelijk voor een oplossing gaan kiezen, waarbij ,in vergelijking met de huidige situatie, de ene groep er flink op vooruit gaat ten koste van een andere groep? Toch krijgt ondergetekende de indruk dat in paragraaf 4.2.4 het belang van de direct aanwonenden zwaarder wordt meegewogen dan het belang van omwonenden. De “Sociale en ruimtelijke aspecten” (blz. 46) zijn in dit verband ook van groot belang en verdienen daarom volop aandacht in het verdere onderzoek. Tot slot Persoonlijke voorkeur van ondergetekende gaat zondermeer uit naar variant 0+. Dat is de enige variant waarbij niemand gedupeerd zal worden t.o.v. de huidige situatie. Doorstroming is voor velen, zeker voor veel aan- en omwonenden, van ondergeschikt belang. Mocht daar toch iets aan gedaan moeten worden, da is het volgende het overwegen waard. Er zou een alternatief traject voor een fietspad gemaakt kunnen worden, in combinatie met verbreding waar mogelijk, van het huidige fietspad, zodat daarop landbouwverkeer zich zou kunnen verplaatsen. Op de plekken waar verbreding niet mogelijk is, omdat woningen daar te dicht langs het huidige fietspad liggen, zal tegemoetkomend landbouwverkeer even op elkaar moeten wachten (rechthoekig blauw bord met rode en witte pijl tegen elkaar in. De veiligheid kan beter o.a. door: - zie eerdere plannen provincie (ovondes e.d.) - instellen van een inhaalverbod voor onderling gewoon verkeer (dus niet geldend voor inhalen van landbouwverkeer). - invoeren maximumsnelheid van 60 km/h op gevaarlijke stukken - op-/afritten overzichtelijker maken.
11
Reactie: Het betreffen hier naar onze mening niet de standpunten die zijn ingebracht in zienswijze 22 door de heer H. v.d. Broek als vertegenwoordiger van het Comité Nieuw Tracé. Naar onze mening komt het overeen met de inhoud van zienswijze 15 van H. v.d. Broek persoonlijk. Wij verwijzen daarom graag naar de behandeling van die zienswijze. 11.
Zienswijze van A. Smelt ( gedateerd 30 juni 2014 en ontvangen op 2 juli 2014)
Gezien vanuit onze woonsituatie: Door optie 5 zal ons woongenot zeer ernstig worden aangetast. De waarde van ons huis zal tevens zeer sterk dalen. Wij maken dan ook zeer ernstig bezwaar tegen deze optie en zullen schadeclaims gaan indienen bij het doorgaan van deze optie. Gezien vanuit de plaatselijke samenleving: Door de optie 5 zal de woonbuurt Opende-Zuid zeer sterk in woongenot achteruit gaan. Het landschap wordt door deze optie zeer sterk versnipperd. De kwaliteit van het toeristische project “Strandheem” zal door deze optie zeer sterk onder druk komen te staan. De optie 6 gaat dwars door de plaatselijke ecologische hoofdstructuur van Trimunt en Jiltdijksheide. De fragiele stukjes aanwezige natuurwaarden komen door deze optie zeer sterk onder druk te staan en zullen zich nauwelijks verder kunnen ontwikkelen. Reactie: In de MER-studie wordt door onderzoek naar alle varianten onderzocht wat de beste oplossing is voor alle knelpunten. Onderzoek naar effecten op alle aspecten waaronder leefbaarheid (o.a. woongenot), natuurwaarden (o.a. EHS), landschap (waaronder versnippering), toerisme en bedrijvigheid is daar een onderdeel van. Voor wat betreft de zienswijze over waardevermindering wordt verwezen naar de tekst over planschade in hoofdstuk 2. 12.
Zienswijze van Stef Agsteribbe en Joske Klaver gedateerd en ontvangen op 3 juli 2014
Wij wonen aan de Drachtsterweg in Opende. Hier mag 30 km per uur gereden worden en buiten het dorp 60 km per uur. Helaas wordt dit met grote regelmaat ver overschreden. Ook vrachtverkeer neemt steeds vaker deze weg in plaats van de Scheiding. Het zou heel fijn zijn als er rekening gehouden kan worden met sluipverkeer, dat naar alle waarschijnlijkheid te hard gaat rijden over de Drachtsterweg. Een weg waaraan allemaal kinderen wonen en waarbij de gemeente besloten heeft geen stoep te maken toen de weg opnieuw werd aangelegd. Daarnaast heeft de gemeente geen drempels gemaakt omdat zij in de overtuiging is dat met kleuren werken in de stenen, het hard rijden afremt wat helaas dus niet zo is. Hopelijk kunt u met de bepaling van de juiste route rekening houden met sluipverkeer over de Drachtsterweg in verband met de veiligheid voor de bewoners. Reactie: In de MER-studie wordt door onderzoek naar effecten van de varianten onderzocht wat de beste oplossing is voor alle knelpunten. Daarbij worden ook de effecten op het verkeer op het onderliggende wegennet onderzocht. Aspecten die de inrichting van het 12
gemeentelijke wegen en eventuele aanpassingen daarvan betreffen vallen niet binnen deze m.e.r.-procedure. 13.
Zienswijze van K van den Akker ( gedateerd 4 juli 2014 en ontvangen op 5 juli 2014)
Variant 5 en 6 slechte keuzes - verstoort landelijke rust en landschapspecifiek uitstraling van het Westerkwartier - wij zijn hier voor deze rust en landelijkheid komen wonen en hebben daar veel geld voor neer gelegd. Dat was het ons waard. - optie 6 ook nog aanmerkelijk duurder vanwege nieuwe afslag/uitrit op A7 Ook natuurschoon Trimunt wordt verstoord. De landelijk gelegen campings raken hun charme kwijt – is juist een sterk selling point Reactie: In de MER-studie wordt door onderzoek naar effecten van de varianten onderzocht wat de beste oplossing is voor alle knelpunten. Onderzoek naar effecten op alle aspecten waaronder natuur, landschap, toerisme, bedrijvigheid en leefbaarheid is daar een onderdeel van. 14.
Zienswijze van T. Broomfield (gedateerd en ontvangen op 6 juli 2014)
In het begin van 2014 was er een bijeenkomst over het “De Skieding”. Hierin werd gesteld dat de belangrijkste reden van aanpassing was de doorstroming te verhogen/verbeteren. Er waren klachten over de tijd die nodig was om de A7 te bereiken, vanuit bv Buitenpost. Die vertraging was hinderlijk voor Industrie en ondernemingen. Ik heb een aantal ambtenaren benaderd en die zeiden allemaal het zelfde. Eind Juni was ik op de inloop dag te Surhuisterveen en nu stelden die ambtenaren duidelijk dat het een kwestie van alleen verkeersveiligheid was. Dit zijn dus twee heel verschillende agenda’s en ik vraag u dan ook dat dit eerlijk en open aan het publiek moet worden uitgelegd voordat er een beslissing word genomen. Om dit te bereiken zou ik verwachten te zien : 1. Een duidelijk overzicht van gegevens die laat zien wat voor soort vertragingen er wordt ervaren op dit moment en een duidelijk voorstel in detail hoe de nieuwe voorstellen de vertragingen zullen verbeteren. 2. Een duidelijk overzicht van gegevens waaruit blijkt het aantal ongevallen die er in de periode van 10-20 jaar zijn voorgevallen. Waar en hoe de ongevallen hebben plaatsgevonden. En wat de oorzaak was en wat voor letsel/schade/doden er is geweest. 3. Enige tijd geleden werd er een camera geïnstalleerd op de Xpunt Leidijk/Scheiding, welke gegevens zijn daar uitgekomen? 4. Bijna elke week is er controle door de politie voor de max snelheid. Welke gegevens hebben we daarvan? (hoeveel mensen etc)
13
5. Heeft de politie ook gekeken naar bv bumperkleven, inhalen etc ? Het publiek heeft meer begrip als deze gegevens eerlijk en in een open discussie worden voorgedragen. Ook om te kunnen begrijpen waarom er zoveel geld gaat worden uitgegeven (en al is uitgegeven), om het wegennet aan te passen. 6. Persoonlijk heb ik misschien (woon hier nu 18 jaar) 6 ongevallen gezien. Meest in de zomer omdat vanwege het hoog gegroeide mais en vegetatie het uitzicht sterk belemmerd was en elk jaar is. 7. Meeste van deze ongelukken hadden simpel kunnen worden voorkomen door de gemeente . Door het uitzicht te onderhouden en vrij uitzicht te creëren. 8. Nu is de Scheiding bijna een rechte weg. Al u voorstellen zijn gebogen en voegen alleen maar meer meters toe. Alle moeite om de weg op bepaalde punten glad te strijken voegt alleen maar meer afstand toe. 9. Het eerste voorstel van het aanpakken van de gevaarlijke punten vinden wij nog steeds het beste plan, de ovonde etc. Kosten te overzien en de resultaten hoog. De nieuwe voorgestelde wijzigingen zullen alleen maar meer geld gaan kosten. In deze tijd van crisis waarin een ieder “de broekriem” moet aantrekken en mensen gebruik moeten maken van de voedselbank lijkt het niet juist om hier het geld in te investeren. De voorgestelde wijzigingen in het wegennet zal honderden miljoenen euro kosten en de baten van de verandering zullen te verwaarlozen zijn. 10. De mensen die in dit gebied wonen hebben hier voor gekozen. Het selecteren van een aantal woningen die moeten verdwijnen en daarbij families hun huis en haard en leven af te pakken alleen omdat auto en vrachtverkeer de voorkeur krijgen is in onze ogen een antisociale daad. Dat mag niemand gebeuren. Op dit moment worden buren tegenelkaar opgezet door de overblijvende trajecten. Wat voor de een goed is ,is voor de ander slecht. Dus ieder kiest voor zijn beste optie en dus hou je verdeeldheid. Hierdoor zal de gemeente een keus moeten maken . Verdeeldheid is een slechte manier van keuze maken en bewoners moeten hier dan de prijs voor betalen. Dit willen we niet!! 11. Een van de trajecten komt echt bijna langs ons huis. Wij hebben deze plek en huis niet gekocht om langs de weg te wonen. In het geval dat dit traject doorgaan gaat vinden zal ons woongenot helemaal weg zijn. En gaan wij zeker verdere stappen ondernemen. Immers degene die nu langs de scheiding wonen ,wisten dat ze aan de weg woonden toen ze hun huis kochten. 12. Provincie Groningen heeft nog niet eens ingestemd, ik blijf het vreemd vinden dat dat eerst niet duidelijk is gemaakt. Hopelijk doet de provincie Groningen dat ook niet en is dit allemaal voor niks geweest en hadden al deze kosten beter besteed kunnen worden. Als de autoriteiten de weg veiliger willen maken: 13. Plaats een 60km limiet op de gevaarlijke plaatsen. 14.Maak een aantal kleine wijzigingen in de bestaande kruispunten om het verkeer te vertragen tot een veilige snelheid en maken van veilige bochten links en rechts. (ook voor vrachtwagens).
14
15. Zorg ervoor dat alle mensen die aan de scheiding wonen een goed uitzicht hebben. Dus alle obstakels uit de weg ruimen. Dit geldt ook voor de aanwonende bedrijven. 16. Zorg voor twee uitwijk mogelijkheden 1x noord 1x zuid, om ruimte te geven voor langzaam verkeer te laten passeren door sneller verkeer. Reactie: Het door u genoemde ophogen/ verbeteren van de doorstroming van de Skieding heeft altijd als doel gehad het oplossen van knelpunten die er liggen. Daarmee is er één agenda. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat het oplossen van die knelpunten nodig is. Hieraan ten grondslag liggen het Provinciaal Verkeers- en vervoersplan, de studie wegverbindingen: N358 Buitenpost – A7 en N369 Twijzel – A7 en het ongevallenonderzoek. Mogelijk is in de communicatie niet altijd het onderliggende doel benadrukt. Omdat nuanceverschillen er toe doen zullen we zoveel als mogelijk hierin eenduidig communiceren. Ook zal hieraan in het MER aandacht besteed worden. In de MER-studie wordt door onderzoek naar effecten van de varianten, onderzocht wat de beste oplossing is voor alle knelpunten. Dan zal ook duidelijk zijn welke oplossing voor welke knelpunten een optimale verbetering geven voor zowel het verkeer als de omgeving. De probleemanalyse zal in het MER uitgebreider aan de orde komen. Voor zover mogelijk wordt alle informatie die bekend is uit eerdere onderzoeken (ongevallen, gegevens over verkeersgedrag) bekend is betrokken. Een MER-studie moet objectief kunnen plaatsvinden zonder dat vooraf om welke reden dan ook varianten worden uitgesloten. Voor zover het binnen het MER past, zullen wij uw voorstellen voor verbetering betrekken bij oplossingen voor knelpunten. 15.
Zienswijze van H. van den Broek (gedateerd en ontvangen op 9 juli 2014)
Opmerkingen over de procedure: De provincie handelt onzorvuldig en komt regelmatig haar toezeggingen niet na. • In september is Niels Joustra op de hoogte gebracht van de resultaten van de actie van het door ondergetekende opgerichte "Comité Nieuw Tracé Nee". Dhr. Joustra heeft toen toegezegd deze resultaten op dat moment als formeel stuk bij de provincie in te dienen. Deze toezegging is niet nagekomen: dat ontdekte ondergetekende eind december 2013. De provincie heeft daardoor de resultaten van de actie pas in januari 2014 formeel ontvangen, 4 maanden later dan toegezegd. • In de eerste Nieuwsbrief van december 2013 was aangekondigd dat de Provincie eind maart met nieuwe informatie zou komen. Pas op 12 juni ontving ondergetekende de tweede Nieuwsbrief. Dat is ruim 10 weken later dan toegezegd, zonder enig excuus.
15
• Het heeft velen bijzonder verbaasd dat varianten 2, 5 en 6 tot de mogelijkheden behoren. Vorig jaar juni heeft De Provincie namelijk duidelijk te kennen gegeven de meest oostelijke en westelijke varianten niet verder in het onderzoek mee te zullen nemen. Ondergetekende heeft deze toezegging zwart op wit (kan het dus bewijzen) en het blijkt ook uit de tekst onder de kaart op blz.14). De varianten 2, 5 en 6 liggen zelfs nog meer westelijk resp. oostelijk dan de oorspronkelijk gepresenteerde varianten en waren op het moment van de laatste inspraakbijeenkomst van 6 juni 2013 niet aan de orde. Ook dit is duidelijk te zien op de kaart op blz.14. Zonder enige uitleg is ook deze toezegging niet nagekomen. • Zoals ook al in eerdere stadia, wordt herhaaldelijk (7 keer: blz. 4, 11, 12 2x, 13 2x en 15), volledig ten onrechte, de indruk gewekt dat de (!) omgeving/de (!) omwonenden steeds betrokken zijn geweest bij het ontstaan van de mogelijke varianten. Ondergetekende wil er nadrukkelijk op wijzen dat het voornamelijk direct aanwonenden en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven zijn geweest die de varianten aangedragen hebben. Verreweg de meeste omwonenden zijn pas geconfronteerd met de varianten op de bijeenkomst van 6 juni 2013, door de eerste Nieuwsbrief van december 2013 of door de laatste Nieuwsbrief van juni 2014 zonder daar enige inspraak in gehad te hebben, om de simpele reden dat zij niet uitgenodigd waren voor de inspraakbijeenkomsten, met name die van maart 2013, waar de aanwezigen de kans kregen om varianten aan te dragen. Er is in een later stadium door de provincie toegezegd er voortaan voor te zullen zorgen dat alle betrokkenen op de hoogte gesteld zouden worden. Deze toezegging is de provincie al weer niet nagekomen: Ook de laatste nieuwsbrief is niet ontvangen door alle personen die in de buurt van een mogelijk nieuw tracé wonen. Zij moesten dat van hun buren vernemen... Opmerkingen over de inhoud van de NRD • Doelstelling van de Provincie is betere doorstroming en verkeersveiligheid van de N358/De Scheiding. Uit de vele tientallen gesprekken die ondergetekende als initiatiefnemer van het “Comité Nieuw Tracé Nee” met aan- en omwonenden heeft gevoerd, blijkt een verbeterde doorstroming nauwelijks belangrijk gevonden te worden. Aan een verbeterde verkeersveiligheid wordt in het algemeen meer belang gehecht. Overigens bestaat ook de indruk dat veel gevaarlijke situaties vooral ontstaan door het ontbreken van een inhaalverbod voor normaal verkeer onderling en onverantwoord rijgedrag van bepaalde weggebruikers. Zo wordt bijvoorbeeld op blz. 11 beweerd dat “op- en afrijden vanaf particuliere aansluitingen als verkeersveiligheidsknelpunt wordt ervaren…”. Ondergetekende gebruikt zelf al 25 jaar zo’n ( gedeelde) op-/afrit en deelt die mening niet: rustig de tijd nemen voor op- en afrijden en er is niets aan de hand zolang andere weggebruikers maar geen idiote dingen gaan doen. • In het 2e aandachtspunt op blz. 25 en 26 wordt volgens ondergetekende het belang voor de fauna van het gebied aan de Friese kant ten noorden van de Folgerster Loane aanzienlijk onderschat. Al 25 jaar lang volgt ondergetekende in een bepaald stuk van dat gebied zo veel mogelijk alle fauna en heeft daar vele gegevens over verzameld. Ondergetekende nodigt deskundigen uit om deze gegevens met hem te delen en zodoende aan te tonen dat ook dit gebied van aanzienlijk belang is voor de fauna. 16
• Keuze voor één van de varianten 2 t/m 6 zou betekenen dat een bepaald gebied, waar de faunabewegingen nu slechts aan één zijde ( door de N358) beperkt worden, ingesloten wordt, met namelijk ook nog een barrière aan de andere zijde. • Geluid, leefbaarheid, (paragraaf 4.2.4 / blz. 38-40). De varianten 2 t/m 6 zouden voor de direct aanwonenden een enorme winst opleveren: in plaats van aan een drukke, lawaaierige weg, komen ze dan aan een relatief rustige 60km weg te wonen. Hun huizen zullen flink stijgen in waarde. Voor omwonenden die met een van deze varianten te maken krijgen, brengt dat echter een niet te onderschatten verlies met zich mee: het landelijk wonen is lang zo landelijk niet meer als toen destijds de woning werd aangeschaft. Hun huizen zullen flink in waarde dalen. De Provincie Friesland en alle andere betrokken instanties zullen hopelijk toch niet uiteindelijk voor een oplossing gaan kiezen, waarbij ,in vergelijking met de huidige situatie, de ene groep er flink op vooruit gaat ten koste van een andere groep? Toch krijgt ondergetekende de indruk dat in paragraaf 4.2.4 het belang van de direct aanwonenden zwaarder wordt meegewogen dan het belang van omwonenden. De “Sociale en ruimtelijke aspecten” (blz. 46) zijn in dit verband ook van groot belang en verdienen daarom volop aandacht in het verdere onderzoek. Tot slot Persoonlijke voorkeur van ondergetekende gaat zondermeer uit naar variant 0+. Dat is de enige variant waarbij niemand gedupeerd zal worden t.o.v. de huidige situatie. Doorstroming is voor velen, zeker voor veel aan- en omwonenden, van ondergeschikt belang. Mocht daar toch iets aan gedaan moeten worden, da is het volgende het overwegen waard. Er zou een alternatief traject voor een fietspad gemaakt kunnen worden, in combinatie met verbreding, waar mogelijk, van het huidige fietspad, zodat daarop landbouwverkeer zich zou kunnen verplaatsen . Op de plekken waar verbreding niet mogelijk is, omdat woningen daar te dicht langs het huidige fietspad liggen, zal tegemoetkomend landbouwverkeer even op elkaar moeten wachten (rechthoekig blauw bord met rode en witte pijl tegen elkaar in). De veiligheid kan beter o.a. door: - zie eerdere plannen provincie (ovondes e.d.) - instellen van een inhaalverbod voor onderling gewoon verkeer (dus niet geldend voor inhalen van landbouwverkeer). - invoeren maximumsnelheid van 60 km/h op gevaarlijke stukken - op-/afritten overzichtelijker te maken. Reactie: Proces en procedure Wij erkennen dat er gedurende het proces tot ‘opwaardering’ van de N358 op verschillende momenten nieuwe inzichten zijn ontstaan, die vooraf niet voorzien waren. Wij beseffen dat zowel de verandering van inzicht en het verder uitbreiden van het onderzoeksgebied onzekerheid met zich meebrengt. Wijziging van inzicht leidt bovendien tot een langere periode van onzekerheid. Dit kan vervelend zijn. Om tot een beter gedragen oplossing te komen, die is gebaseerd op gedegen onderzoek, wordt een MER-studie gevoerd. Hiermee worden alle effecten op omgevingsaspecten van verschillende varianten zo objectief mogelijk onderzocht voor een definitief besluit wordt genomen. Wil een MER-studie zo objectief mogelijk 17
plaatsvinden dan moeten ook uiterste varianten meegenomen worden om de goed onderscheidende varianten onderzocht te hebben. Bij voorbaat varianten uitsluiten zou de objectiviteit van het MER niet ten goede komen. Wij streven er naar betrokkenen in de omgeving steeds zo goed mogelijk op de hoogte houden. Het vervolgtraject is daar ook op gericht. Bij het aanschrijven van betrokkenen in de omgeving wordt gebruik gemaakt van kadastrale gegevens. Het blijkt dat de kadastrale eigenaar niet altijd informatie doorstuurt naar bewoners/gebruikers. Het is goed te merken dat door de betrokkenheid in de omgeving ook personen die niets ontvangen geïnformeerd worden. Daarnaast is het altijd mogelijk dat er om andere redenen een adres gemist wordt. Daarom wordt er bij elke stap in het besluit in diverse huis-aan-huisbladen gepubliceerd naast publicatie in provinciale dagbladen. Inhoudelijk In de MER-studie wordt door onderzoek naar effecten van de varianten onderzocht wat de beste oplossing is voor alle knelpunten. Aspecten zoals natuur, leefbaarheid (o.a. geluidhinder) en verkeer waaronder veiligheid worden daarin meegenomen De inhoud van de NRD geeft eerst globaal aan waarmee rekening moet worden gehouden. Wanneer in de omgeving meer informatie is met betrekking tot de natuuraspecten dan wordt daar in het vervolg van de procedure graag gebruik van gemaakt. Daarop komen wij graag terug in het vervolg van de MER-studie. Voor zover het binnen het MER past, zullen wij uw voorstellen voor verbetering betrekken bij oplossingen voor knelpunten. 16.
Zienswijze van H. Westhuis ( ontvangen op 9 juli 2014)
1/ De zienswijze van ons is dat tracé nr. 2 de beste oplossing is. Want Surhuisterveen wil toch een rondweg dus die kan er mooi op aangesloten worden. 2/ Of tracé 0+ als die het word en er komt een ventweg langs dan komt het verkeer bijna door ons huis. Als er dan huizen worden opgekocht dan mogen ze ons wel uitkopen. Want we trillen nu al als er zware vrachtwagens of grote tractors langskomen. Reactie: In de MER-studie wordt door onderzoek naar effecten (waaronder geluidhinder) van de varianten onderzocht wat de beste oplossing is voor alle knelpunten. Of uitkoop nodig is nadat een besluit is genomen zal het MER en een definitief besluit uitwijzen. We zullen uw informatie in ieder geval meenemen. 17.
Zienswijze van J.A. Rietsema en I. Rietsema (gedateerd en ontvangen op 16 juli 2014)
Wij (bewoners) hebben sterke bezwaren tegen variant 3 en in iets mindere mate variant 2: Waardevermindering woning
18
1. De weg van optie 3 ligt veel te dicht langs onze woning, (minder dan 50 mtr!) En is daardoor een sterkte aantasting van onze woonsituatie. Het wijzigt dusdanig, met het oog op rust, natuur, ruimte en uitzicht, dat een aanzienlijke waardevermindering van de woning onvermijdelijk zal zijn. Woongenot 2. Het wonen/leven op deze plek zal voor ons nooit meer hetzelfde zijn aangezien wij de plek gekocht hebben in verband met bovenstaande punten (rust, natuur en uitzicht) en het daarbij behorende leef- en woongenot. De aanwonenden van de Scheiding ter hoogte van onze woning gaar er met variant 3 en 2 op vooruit omdat de huidige weg rustiger zal worden, terwijl zij er juist zelf voor gekozen hebben om aan een drukke doorgaande weg te willen wonen! Dit vinden wij een zeer groot onrecht! Bedrijf? 3. In het rapport/ notitie reikwijdte kom ik (vreemdgenoeg) niet de vermelding van mijn bedrijf tegen op ons woonadres. Sinds 1 oktober 2004 ben ik op ons woonadres met mijn bedrijf gevestigd, wat ook volgens de regels destijds is aangemeld bij de gemeente Achtkarspelen en waarvoor leges zijn afgedragen. Wet geluidhinder, artikel 74 Volgens de wet geluidhinder moeten de afstanden van de as van de weg tot de woning, in het buitenstedelijk gebied, minimaal 250 mtr. Zijn. Zie onderstaand kopie uit de wet geluidhinder, artikel 74. Dit is (in ons geval) niet correct bij variant 3. Artikel 74 1. Een weg heeft een zone die zich uitstrekt vanaf de as van de weg tot de volgende breedte aan weerszijden van de weg: a. in stedelijk gebied: 1°. voor een weg, bestaande uit een of twee rijstroken of een of twee sporen: 200 meter; 2°. voor een weg, bestaande uit drie of meer rijstroken of drie of meer sporen: 350 meter; b. in buitenstedelijk gebied: 1°. voor een weg, bestaande uit een of twee rijstroken of een of twee sporen: 250 meter; 2°. voor een weg, bestaande uit drie of vier rijstroken of drie of meer sporen: 400 meter; 3°. voor een weg, bestaande uit vijf of meer rijstroken: 600 meter. 2. Het eerste lid geldt niet met betrekking tot een weg: a. die gelegen is binnen een als woonerf aangeduid gebied, of b. waarvoor een maximum snelheid van 30 km per uur geldt. 3. Voor de toepassing van artikel 76 wordt, indien het een nog aan te leggen weg als bedoeld in het eerste of derde lid van dat artikel betreft, de daarbij behorende zone geacht aanwezig te zijn, zodra die weg in een ontwerp-bestemmingsplan is opgenomen. 4. De ruimte boven en onder de weg behoort tot de zone.
5. De weg geeft teveel geluidsoverlast (decibellen) en overlast van uitlaatgassen en fijn stof. Mede door vele vrachtverkeer wat deze weg gebruikt.
19
Bedreiging Fauna Tevens wordt het bekang belang voor de fauna van het gebied aan de Friese kant ten noorden van de Folgerster Loane aanzienlijk onderschat. Keuze voor variant 3 zou betekenen dat een bepaald gebied, waar de faunabewegingen nu slechts aan één zijde (door de N358) beperkt worden, ingesloten wordt, met namelijk ook nog een barrière aan de andere zijde. Tot slot Indien variant 3 en in mindere mate variant 2, realiteit wordt en wij hiertegen met onze bezwaren geen invloed hebben kunnen uitoefenen om dit af te wenden, zulle wij dit zeer betreuren. Met betrekking tot bovenstaand genoemde punten zullen wij een advocaat inschakelen die onze belangen in deze kwestie zal gaan behartigen. Tevens vind ik het lange traject een behoorlijk mentale belasting omdat het zo lang duurt voordat we weten waar we aan toe zijn. Persoonlijk had ik liever gehad dat de keuze(s), die uiteindelijk toch door de provincie genomen moeten worden na afweging van alle factoren (milieueffectrapportage) en de uitkomst van het volgende MER onderzoek, in een meer definitieve fase aan ons werd gecommuniceerd. Persoonlijk heb ik namelijk het gevoel dat onze mening als omwonenden niet zoveel betekend in de besluitvorming naast alle (commerciële en veiligheids-) belangen. Wat ook logisch is bij een dergelijk verandertraject want anders kan je geen soortgelijke veranderingen doorvoeren, rekening houdend met ieders persoonlijk belang. En ons als omwonenden met diverse belangen, een route/weg laten intekenen op een trajectkaart als vind ik een slechte keuze geweest. Wij zijn a. niet bevoegd, b. hebben hier geen kennis van en c. leggen de route /weg altijd zo ver mogelijk van ons eigen erf vandaan. En dat doet de omwonende buurman ook, dus strepen we elkaars woningen weg. Hierdoor is er bij de omwonenden veel verdeeldheid en onrust ontstaan. Het ‘verdeel en heers’gevoel vanuit de Provincie is hierin niet te ontkennen en een veelgehoorde term onder de omwonenden. Reactie: In de MER-studie wordt door onderzoek naar effecten van de varianten onderzocht wat de beste oplossing is voor alle knelpunten. Effecten op aspecten zoals natuur, landschap, bedrijvigheid, toerisme en leefbaarheid waaronder geluid worden onderzocht. De provincie heeft een bevoegdheid omdat het om een provinciale weg gaat. Er is voor een MER-studie gekozen om zo objectief mogelijk tot een definitief besluit te komen. In een MER gaat het om beoordeling van effecten en belangen. Hoe zwaar weegt bijvoorbeeld versnippering van landschap ten opzichte van een verkeersbelang. In een MER worden er veel afwegingen gemaakt. Betrokkenheid van de omgeving is belangrijk. In de eerste plaats omdat het de omgeving direct raakt en in de tweede plaats omdat de om- en aanwonenden de omgeving goed kennen. Aanvullende informatie uit de directe omgeving is altijd welkom in deze procedure. Het opstellen van het MER gebeurt door onafhankelijke specialisten. Daarnaast geeft de Commissie MER een onafhankelijk oordeel op de NRD en het MER. In artikel 74 Wet geluidhinder worden zones benoemd. Wanneer woningen binnen aangegeven zones liggen moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd. Het betekent niet dat die afstand moet worden aangehouden van weg tot woning.
20
Bedrijven worden in het MER specifiek benoemd wanneer zij een relevante impact hebben op de omgeving of wanneer een veranderende omgeving veel impact heeft op een bedrijf. Voor wat betreft de zienswijze over waardevermindering wordt verwezen naar de tekst over planschade in hoofdstuk 2. 18. Zienswijze van H. Buitenhuis ( gedateerd 20-7 en ontvangen op 5 augustus 2014) Wij wonen/ werken op trimunt natuur/recreatie Hier zou dus mer plan variant 6 realiseren? Maandagmorgenplan Zou worden: Versnippering agrarische gronden problemen met toegangswegen lawaai/milieu belasting waardedaling onroerend goed Zou zeggen: pak de problemen bij de bron aan! Reactie: In de MER-studie wordt door onderzoek naar effecten van de varianten onderzocht wat de beste oplossing is voor alle knelpunten. Effecten op aspecten zoals natuur, landschap, bedrijvigheid waaronder landbouw, recreatie/toerisme en leefbaarheid (waaronder geluid) worden onderzocht. Bij onderzoek naar landbouw zal versnippering van gronden onderdeel uitmaken van het onderzoek. In het MER zal de probleemanalyse uitgebreider behandeld worden. Daarmee worden de knelpunten als bron van de problematiek goed in beeld gebracht. Er is voor een MER-studie gekozen om zo objectief mogelijk tot een definitief besluit te komen. Voor wat betreft de zienswijze over waardevermindering wordt verwezen naar de tekst over planschade in hoofdstuk 2. 19.
Zienswijze van Ton en Corien Melsert (gedateerd en ontvangen op 21 juli 2014)
Zie bijlage. Tekst Bijlage: Opmerkingen over de procedure: • In de eerste Nieuwsbrief van december 2013 was aangekondigd dat de Provincie eind maart met nieuwe informatie zou komen. Pas op 12 juni ontving ik de tweede Nieuwsbrief. Dat is ruim 10 weken later dan toegezegd, zonder enig excuus. • Het heeft velen bijzonder verbaasd dat varianten 2, 5 en 6 tot de mogelijkheden behoren. Vorig jaar juni heeft De Provincie namelijk duidelijk te kennen gegeven de meest oostelijke en westelijke varianten niet verder in het onderzoek mee te zullen nemen. Ik heb deze toezegging zwart op wit (kan het dus bewijzen) en het blijkt ook uit de tekst onder de kaart op blz.14). 21
De varianten 2, 5 en 6 liggen zelfs nog meer westelijk resp. oostelijk dan de oorspronkelijk gepresenteerde varianten en waren op het moment van de laatste inspraakbijeenkomst van 6 juni 2013 niet aan de orde. Ook dit is duidelijk te zien op de kaart op blz.14. Zonder enige uitleg is ook deze toezegging niet nagekomen. • Zoals ook al in eerdere stadia, wordt herhaaldelijk (7 keer: blz. 4, 11, 12 2x, 13 2x en 15), volledig ten onrechte, de indruk gewekt dat de (!) omgeving/de (!) omwonenden steeds betrokken zijn geweest bij het ontstaan van de mogelijke varianten. Ik wil er nadrukkelijk op wijzen dat het voornamelijk direct aanwonenden en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven zijn geweest die de varianten aangedragen hebben. Verreweg de meeste omwonenden zijn pas geconfronteerd met de varianten op de bijeenkomst van 6 juni 2013, door de eerste Nieuwsbrief van december 2013 of door de laatste Nieuwsbrief van juni 2014 zonder daar enige inspraak in gehad te hebben, om de simpele reden dat zij niet uitgenodigd waren voor de inspraakbijeenkomsten, met name die van maart 2013, waar de aanwezigen de kans kregen om varianten aan te dragen. Er is in een later stadium door de provincie toegezegd er voortaan voor te zullen zorgen dat alle betrokkenen op de hoogte gesteld zouden worden. Deze toezegging is de provincie al weer niet nagekomen: Zelfs op dit moment heb ik nog personen ontmoet die in de buurt van een mogelijk nieuw tracé wonen, maar nog nooit enig bericht van de Provincie hebben gehad! Opmerkingen over de inhoud van de NRD • Doelstelling van de Provincie is betere doorstroming en verkeersveiligheid van de N358/De Scheiding. Uit de vele tientallen gesprekken die ik als initiatiefnemer van het “Comité Nieuw Tracé Nee” met aan- en omwonenden heeft gevoerd, blijkt een verbeterde doorstroming nauwelijks belangrijk gevonden te worden. Aan een verbeterde verkeersveiligheid wordt in het algemeen meer belang gehecht. Overigens bestaat ook de indruk dat veel gevaarlijke situaties vooral ontstaan door het ontbreken van een inhaalverbod voor normaal verkeer onderling en onverantwoord rijgedrag van bepaalde weggebruikers. Zo wordt bijvoorbeeld op blz. 11 beweerd dat “op- en afrijden vanaf particuliere aansluitingen als verkeersveiligheidsknelpunt wordt ervaren…”. Ondergetekende gebruikt zelf al 25 jaar zo’n ( gedeelde) op-/afrit en deelt die mening niet: rustig de tijd nemen voor op- en afrijden en er is niets aan de hand zolang andere weggebruikers maar geen idiote dingen gaan doen. • In het 2e aandachtspunt op blz. 25 en 26 wordt volgens mij het belang voor de fauna van het gebied aan de Friese kant ten noorden van de Folgerster Loane aanzienlijk onderschat. Al 25 jaar lang volg ik in een bepaald stuk van dat gebied zo veel mogelijk alle fauna en heeft daar vele gegevens over verzameld. Ik nodig deskundigen uit om deze gegevens met hem te delen en zodoende aan te tonen dat ook dit gebied van aanzienlijk belang is voor de fauna. • Keuze voor één van de varianten 2 t/m 6 zou betekenen dat een bepaald gebied, waar de faunabewegingen nu slechts aan één zijde ( door de N358) beperkt worden, ingesloten wordt, met namelijk ook nog een barrière aan de andere zijde. 22
• Op bladzijde 33 (Inrichting gebiedsontsluitingsweg) kom ik door optellen van de getallen in de afbeelding voor totaal benodigde breedte op 14,7 m in plaats van de genoemde 15,8 m. • Geluid, leefbaarheid, (paragraaf 4.2.4 / blz. 38-40). De varianten 2 t/m 6 zouden voor de direct aanwonenden een enorme winst opleveren: in plaats van aan een drukke, lawaaierige weg, komen ze dan aan een relatief rustige 60km weg te wonen. Hun huizen zullen flink stijgen in waarde. Voor omwonenden die met een van deze varianten te maken krijgen, brengt dat echter een niet te onderschatten verlies met zich mee: het landelijk wonen is lang zo landelijk niet meer als toen destijds de woning werd aangeschaft. Hun huizen zullen flink in waarde dalen. De Provincie Friesland en alle andere betrokken instanties zullen hopelijk toch niet uiteindelijk voor een oplossing gaan kiezen, waarbij ,in vergelijking met de huidige situatie, de ene groep er flink op vooruit gaat ten koste van een andere groep? Toch krijg ik de indruk dat in paragraaf 4.2.4 het belang van de direct aanwonenden zwaarder wordt meegewogen dan het belang van omwonenden. De “Sociale en ruimtelijke aspecten” (blz. 46) zijn in dit verband ook van groot belang en verdienen daarom volop aandacht in het verdere onderzoek. •
Blz. 37: wat stellen de groene lijnen op de kaart voor?
•
Wat houdt “modelonderzoek” in (blz 43)
Tot slot Mijn persoonlijke voorkeur gaat zondermeer uit naar variant 0+. Onze voorkeur gaat zonder meer uit naar 0+ Mede doordat wij hier een telerij en minicamping exploiteren zijn optie 0++, 1, 4, 5, 6 voor ons bedrijf zeer bedreigend. Reactie: Zie in hoofdzaak de reactie op de zienswijze nr. 15 van H.v.d. Broek. Aanvulling: De groene lijnen betreffen bestaande wegen en/of nieuwe wegen die bestaande erfaansluitingen kunnen vervangen. Daarnaast zijn sommige geschikt voor landbouw- en langzaam verkeer. In een modelonderzoek wordt modelmatig bepaald wat het effect zal zijn van varianten op de verkeersintensiteit. De in de NRD opgenomen wegbreedte is inderdaad onjuist en moet de door u aangegeven 14,7 m zijn. In het MER zal de juiste breedte worden opgenomen. Uit de MER-studie zal blijken wat de beste variant zal zijn. 20.
Zienswijze van Robert Gerard (gedateerd en ontvangen op 21 juli 2014)
Ik ben het niet eens met de besluitvorming die ertoe heft geleid dat een MER procedure is opgestart. Voor de vergaderingen van maart 2012 en juni 2013 zijn voornamelijk aanwonenden van de 23
Scheiding uitgenodigd. Tijdens deze vergadering zijn een groot aantal problemen geuit door deze aanwonenden en zijn een aantal alternatieve routes bedacht. Als zowel omwonenden als aanwonenden waren uitgenodigd voor deze vergadering was er een totaal ander beeld ontstaan. Het is niet vreemd dat wanneer bewoners die langs een drukke weg wonen die verbreed gaat worden gevraagd wordt met alternatieven te komen er een groot aantal opties op tafel komen die ver van de bestaande weg liggen. Hierbij wordt volledig voorbijgegaan aan de problemen die deze alternatieven elders creëren. De omwonenden die ik gesproken heb delen de problemen van de aanwonenden niet. Ik zal een voorbeeld geven. Landbouwverkeer wordt gezien als een probleem. Ik rij dagelijks over de Scheiding en wordt bijna nooit opgehouden door landbouwverkeer. De vertraging die landbouwverkeer veroorzaakt is naar mijn mening heel beperkt. Er is ook voldoende tijd voor landbouwverkeer om op de Scheiding te komen. Er is, voor zover ik weet, nooit een ongeluk gebeurt waarbij landbouw verkeer betrokken is geweest. Is hier ooit onderzoek naar gedaan op dit deel van de Scheiding? Mocht het nodig zijn om de situatie met het landbouwverkeer te verbeteren, dan zouden er een aantal passeerstroken voor landbouwverkeer gecreëerd kunnen worden. Deze stroken kunnen ook fungeren als op- en afritten voor het landbouwverkeer. Ik denk dat iedereen het er wel over eens is dat voor het verhogen van de veiligheid de onoverzichtelijke bochten verbeterd moeten worden. Dan zal ook et probleem van op- en afrijden verdwijnen. Het instellen van een inhaalverbod zal ook de veiligheid aanzienlijk verhogen. In combinatie met landbouwverkeer inhaalstroken zal dit geen vertraging creëren. Wie heeft besloten dat een kostbare en tijdrovende MER procedure noodzakelijk is? Deze procedure zal aanzienlijke vertraging opleveren terwijl er een onveilige situatie blijft voortbestaan. Het lijkt erop dat de mening van een paar aanwonenden hierin bepalend is geweest zonder dat bij alle betrokken gehoord zijn en mogelijke “problemen” goed zijn onderzocht. Variant 0+ is wat mij betreft de best oplossing die ook relatief snel gerealiseerd kan worden. Reactie: Het proces om tot een oplossing te komen voor knelpunten die er zijn heeft een ontwikkeling gehad die niet vooraf is voorzien. Om tot een zorgvuldig afgewogen besluit te komen is besloten een MER-studie uit te voeren. Zorgvuldige afweging zal meer tijd kosten. In de MER-studie wordt door onderzoek naar effecten van de varianten, onderzocht wat de beste oplossing is voor alle knelpunten. Dan zal ook duidelijk zijn welke oplossing voor welke knelpunten een optimale verbetering geven. Daarin komt de probleemanalyse uitgebreider aan de orde. Alle informatie die bekend is uit over ongevallen wordt daarbij betrokken. 21.
Zienswijze van Mts Nieuwland van Santen (T. Nieuwland en M.M.C. Nieuwland van Santen) (gedateerd en ontvangen 22 juli 2014)
Naar aanleiding van de plannen voor de N358 willen wij onze zorgen kenbaar maken. We hopen dat het snel veiliger wordt. 24
Wij zijn agrarisch gebruiker en omwonende van de scheiding en zijn het niet eens met de plannen om het agrarisch gebied zo te doorkruisen zoals aangegeven op de kaart. Voor ons is belangrijk dat de Scheiding goed oversteek baar is voor fietsers met name Leidijk richting Drachten en vis versa. We moeten ons land aan de Friese kant van de Scheiding veilig kunnen bereiken zonder gevaarlijke situaties voor fietsers/bromfietsers. In ons opzicht is het opwaarderen van de scheiding de beste optie met een aparte brede paralelweg of daarnaast nog een fietspad. Dus optie 0+, 0++ en 1 lijkt ons de meest geschikte manier. Optie 5 doorkruist ons hele bedrijf en daarmee ten gevolge ook onze bedrijfsvoering. Dit is de minst geschikte optie voor ons, dan kunnen we ons bedrijf wel staken. Voor ons geld dat we 45 hectare aan de Friese kant hebben liggen dus met regelmaat de Scheiding op en over moeten. Als we om moeten rijden raakt dit ons economisch. Reactie: In de MER-studie wordt door onderzoek naar effecten van de varianten onderzocht wat de beste oplossing is voor alle knelpunten. Effecten op aspecten zoals natuur, landschap, bedrijvigheid waaronder landbouw, recreatie/toerisme en leefbaarheid worden onderzocht. Bij onderzoek naar landbouw zal versnippering van gronden deel uitmaken van het onderzoek. Wij betrekken uw informatie in dit onderzoek. Voor wat betreft de zienswijze over schade aan bedrijfsvoering wordt verwezen naar de tekst over planschade in hoofdstuk 2. 22.
Zienswijze van het H. v.d. Broek , vertegenwoordiger van “Comité Nieuw Tracé Nee”(gedateerd en ontvangen 25 juli 2014)
Het “Comité Nieuw Tracé Nee” is tegen welke variant dan ook van een nieuw tracé voor De Scheiding/N 358. De aanleg van een nieuw tracé zal voor een bepaalde groep omwonenden onaanvaardbare gevolgen hebben: • Onteigening van woning of bedrijf • Onteigening van grond • Aanzienlijke waardevermindering van woning of bedrijf • Aantasting van een prachtig landelijk gebied • Verlies van landelijk woongenot • Extra geluidshinder Ondergetekenden adviseren de Provincie Friesland en alle andere eventueel betrokken instanties en groeperingen daarom dringend af te zien van welke variant dan ook van een nieuw tracé. Reactie: In de MER-studie zullen de effecten voor landschap, leefbaarheid (waaronder woongenot en geluidshinder) van alle varianten worden onderzocht en beoordeeld.
25
Voor wat betreft de zienswijze over waardevermindering wordt verwezen naar de tekst over planschade in hoofdstuk 2. 23.
Zienswijze van J.v.d.Kooy en T.v.d.Wal (ontvangen op 25 juli 2014)
De varianten 5 en 6 komen op minder dan 200 meter van onze woning te liggen. Gezien het feit dat wij momenteel al soms geluidoverlast hebben van het huidige tracé (afhankelijk van de wind) en daarbij ook nog van de A7 vinden wij het erg bezwaarlijk dat deze alternatieven zo dicht bij onze woning komen te liggen, waardoor het geluidsoverlast alleen maar erger wordt. Wij zijn destijds hier komen wonen omdat we hier rustig in het buitengebied kunnen genieten van de natuur en de rust en willen niet toestaan dat een nieuw tracé van de Sliding zo dicht bij ons huis komt te liggen. Bovendien kunnen wij ons niet voorstellen dat dit een goedkopere oplossing is om de verkeersproblematiek van de Skieding op te lossen. Reactie: In de MER-studie worden de effecten, waaronder geluidhinder, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Op basis van het MER zal een besluit genomen worden voor de uitvoeringsvariant. 24.
Zienswijze van T.H. van der Tuin (gedateerd en ontvangen op 27 juli 2014)
Toen ik destijds mijn huis kocht was dat vooral vanwege de ligging. ± 250 m vanaf de weg, heerlijk rustig. Variant 5 voor de Skieding is getekend vlak voor mijn huis langs. Wordt dit plan gerealiseerd dan blijft er voor ons weinig woongenot over. Er is geen schadevergoeding die dit kan compenseren. Tevens ben ik van mening dat er in dit gebied al genoeg wegen zijn. Ik stel het erg op prijs als de bestaande Skieding verbeterd wordt. Reactie: In de MER-studie worden de effecten, waaronder geluidhinder, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Op basis van het MER zal een besluit genomen worden voor de uitvoeringsvariant. 25.
Zienswijze van B.H. Wassink ( ontvangen op 31 juli 2014)
Mijn zienswijze is. De huidige scheiding aanpassen = 0+ 0++ of 1. De andere opties geeft meer asfalt en een grotere versnippering van het gebied en aantasting van de natuur. De opties 4, 5 en 6 is een verplaatsing van het probleem naar de Prov. Groningen en zodoende ongewenst. Hier komt bij dat 5 en 6 over eigendommen van onszelf gaan en optie 5 onze huiskavel doorkruist en ons woongenot aantast dus onaanvaardbaar is. Reactie: In de MER-studie worden de effecten, waaronder landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Dit moet objectief kunnen plaatsvinden zonder dat vooraf om welke reden dan ook varianten worden uitgesloten.
26
In het onderzoek wordt ook beoordeeld of en welke kavels doorsneden worden. Wij betrekken uw informatie bij het onderzoek. 26.
Zienswijze van G. Nijhoff (gedateerd en ontvangen op 1 augustus 2014)
lk ben van mening dat de varianten 5 en 6 voor verbetering van de Scheiding (N358) absoluut niet mogen worden geïmplementeerd. Voor mij zijn de belangrijkste redenen voor afwijzing: 1. Variant 5 gaat pal achter mijn huis langs en zal aan mijn tuin grenzen. 2. Dit veroorzaakt veel geluids- en verkeersoverlast voor mij en mijn buren. 3. Dit veroorzaakt ontzettende luchtverontreiniging en daarmee gezondheidsrisico's. 4. Op dit moment kunnen wij zo lopend het bos (Trimunt) in. Dit is dan niet meer mogelijk. lk loop dagelijks met de hond naar het bos. De weg komt te liggen tussen mijn huis en het bos. 5. Trimunt is een prachtig natuurgebied en als hier een drukke weg langs wordt gelegd, brengt dit grote schade aan het bos en alles wat daar in leeft. Er lopen regelmatig reeën, fazanten, hazen en prachtige vogels rond in mijn tuin als verlengstuk van het bos. Door de aanleg van de weg gaat dit allemaal verloren. Kortom, varianten 5 en 6 zijn geen goede keuze. Verder wil ik u attenderen op het feit dat ik door omstandigheden genoodzaakt ben om volgend voorjaar mijn huis te verkopen. lk vrees dat de waarde van mijn huis, alleen al door deze plannen, zal dalen. lk had net het huis laten taxeren om te zien wat het waard is toen deze plannen werden gepresenteerd. Mocht blijken dat ik mijn huis zal moeten verkopen dan zal ik zeker een schadeclaim bij u indienen. Reactie: In de MER-studie worden de effecten, waaronder leefbaarheid (o.a geluidhinder en luchtverontreiniging) de verkeersituatie, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Voor wat betreft de zienswijze over waardevermindering wordt verwezen naar de tekst over planschade in hoofdstuk 2. 27.
Zienswijze van Fam. R.N.Stokman (gedateerd en ontvangen op 4 augustus)
Gaarne maken wij gebruik van het recht om onze zienswijze in te dienen onderwerp trace variant 2 Wij Fam R.N.Stokman zijn het drukke westen ontvlucht en hebben in het jaar 1975 een huis met 7000 m2 grond gekocht. Een paradijs landelijk gelegen en Rust. Als variant 2 door de provincie de voorkeur krijgt. Komt de nieuwe weg wel heel dichtbij onze woongrens . En we spreken nu van 9000 verkeer deelnemers en dit aantal zal in de toekomst allen maar groter worden. Het perceel met woning zal in waarde dalen. Lucht verontreiniging en fijn stof. Geluids overlast. Licht vervuiling van de lichten van de auto,s als het donker is. 27
Flora en Fauna in dit leefgebied zal dan verstoord worden . Een mooi fietspad pas aangelegd in 2002 is dan ook weg . Er stond onlangs een artikel in de LC met de tekst Ambtenaren moeten bij de les blijven bij het bewaren van de groene ruimte tekst H. Willems Met gebrek aan kennis is het gevolg grote dreigingen voor deze leefgebieden. Een top oplossing zou zijn de Skieding opknappen en aanpassen er zijn mogelijkheden genoeg. B.v sluit wildveld en heidelaan af het word toch hoofzakelijk gebruikt door sluip verkeer . Er is op diverse plaatsen genoeg ruimte om passeerstroken voor tractoren te maken . En alle andere varianten verwerpen . De mensen die al aan de Skieding wonen hebben er voor gekozen of het huis door vererving in bezit gekregen Mocht variant 2 gekozen worden dan zullen wij er ons tegen verzetten . Reactie: In de MER-studie worden de effecten, waaronder leefbaarheid (o.a geluidhinder en lichten luchtverontreiniging) de verkeersituatie, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Dit moet objectief kunnen plaatsvinden zonder dat vooraf om welke reden dan ook varianten worden uitgesloten. Aan de hand daarvan wordt bekeken wat de beste oplossing is voor alle verkeersknelpunten en eventueel verkeersgedrag. Voor wat betreft de zienswijze over waardevermindering wordt verwezen naar de tekst over planschade in hoofdstuk 2. 28.
Zienswijze van F.P.H. van Eijk en H.P. van Eijk ( gedateerd en per mail ontvangen 4 augustus 2014 en schriftelijk ontvangen op 5 augustus 2014)
Zienswijze m.b.t. variant 5 en 6 van de reconstructie van de Scheiding Smallingerland/ Achtkarspelen door Prov. Friesland Informatie m.b.t. variant 5 en 6 is slechts aan omwonenden in zeer beperkt gebied verstrekt, maar zelfs b.v. Kolonieweg 18 en 17 hebben niets ontvangen. Ook niet in kranten gepubliceerd dat het hier om twee nieuwe varianten in nieuw gebied gaat hoewel dit van belang is voor een veel groter gebied, nl. het Zuidelijke Westerkwartier van prov. Groningen Problemen van prov. Friesland t.a.v. De Scheiding kan en mag men niet oplossen ten koste van een deel van het in de prov. Groningen gelegen. natuur- en recreatiegebied Trimunt/Jyltdijksheide/ Strandheem. Overlast in genoemd gebied neemt voor 100% toe terwijl dit niet geldt t.a.v. huidige aanwonenden van de Scheiding. Wat betreft de geluidshinder en de emissies dan zit gebied van variant 5 en 6 al aan het plafond wat betreft de huidige hinder van de A7, Crossbaan Trimunt (bij zuiden- en oostenwind) en ook de 1 x per jaar Dancefeesten en grasbaanraces op de Kolonieweg bij westenwind. Tel hierbij dan bij op de hinder van variant 5 en 6 en je kunt de aantrekkelijkheid van het hele gebied enorm gaan afwaarderen c.q opgeven daar slechts bij de weinig voorkomende
28
noordenwind het dan nog rustig is.(de meest gangbare windrichting in NL is nl. zuidwest en west. Gevolgen voor bestaande bedrijven en woningen: Planschade voor alle woningen, recreatie- en boerenbedrijven in gebied van variant 5 en 6, zoals 3 campings en vakantiewoningen plus diverse agrarische ondernemingen, die allemaal de deuren en hekken wel kunnen gaan sluiten wegens onrendabele exploitatie. Ook tankstation aan de Scheiding kan wel sluiten of verplaatst worden naar natuur/recreatiegebied. Realisatie van variant 5 en 6 zijn landschappelijk en recreatief niet in te passen, ook niet met tunnels, viaducten en geluidswallen Gebied Strandheem/Trimunt/Jyltdijksheide is één geheel en bovendien een gebied met zeer veel potentie waar in de loop van tientallen jaren zeer veel in geïnvesteerd is en dit kan en mag niet met drukke, doorkruisende verkeersweg teniet gedaan worden. Planologisch gezien geven de diverse bestemmingplannen en nota’s met betrekking tot dit gebied er dan ook geen ruimte voor. Na informatie blijken de gem.Marum, Grootegast en Prov. Groningen hier dan ook niets in te zien. Uitwerking op natuur: weg rust, weg natuurbeleving zowel voor mens als dier, veel schade door overstekend wild. Weg ecoduct t.b.v. uitwisseling met gebied ten zuiden van A7 inclusief natuurgebieden van Bakkeveen.(zie ook hieronder bij aansluiting variant 6 op A7 ) Enorme toename van verkeers/geluidshinder/emissies Jyltdijksheide is waardevol natuur- en rustgebied met veel wild, reeën, roofvogels waaronder havikken, levendbarende hagedis, zeldzame planten (b.v. de vleesetende zonnedauw) en dieren waaronder kleine Siberische ganzen en een waarneming van de zeer zeldzame witoogeend (zie www.waarnemingen.nl (11juni2014 om 20.17u) Uitwerking op recreatie en toerisme: Trimunt/Jyltdijksheide is het enige natuur-en recreatiegebied van omvang in wijde omgeving incl. Friesland. Bakkeveen/Beetsterzwaag of Veenklooster/Lauwersmeer liggen een heel eind verder en veel bewoners uit de wijde omgeving komen hierheen. Varianten 5 en 6 doorsnijden met een drukke verkeersweg diverse wandel/fiets- en ruiteren menpaden waardoor direct de waarde van het gebied zal worden vernietigd. Het gaat hier ook om doorsnijding van historische paden als de Leidijk en de oude Trambaan (thans Natuurpad) en diverse fiets-en wandelroutes als Marheemroute, Witte Nonnenpad. Op het kruispunt van fietspaden op de Leidijk en Natuurpad is ook een balangrijk fletsknooppunt (nr. 80). De waarde als fletsgebied zal ongelooflijk achteruitgaan Aansluiting Variant nr. 6 op A7 bij Postdijk: Het bestaande viaduct over de A7 is qua breedte ongeschikt voor variant nr.6 en bedoeld voor de (smalle ) weg van de Postdijk dus ongeschikt om te gebruiken voor een verkeersweg als de Scheiding. Bovendien heeft dit zeer rustigeviaduct ook gedeeltelijk de functie d.m.v. beplanting e.d.van een ecoduct als verbindingszone tussen b.v natuurgebied Bakkeveen en Trimunt/Jyltdijksheide
29
Er zal dus een nieuw en zeer kostbaar viaduct moeten worden gebouwd, compleet met rotondes aan weerszijden en carpoolplaatsen zoals bij het huidige bestaande viaduct van de Scheiding waartbij zij opgemerkt dat hier zeer recentelijk 2 nieuwe rotondes en een nieuwe grotere carpoolplaats is gerealiseerd!!!! (wat gebeurt hiermee als variant nr. 6 wordt gekozen?) De Postdijk ten zuiden van de A7 is eveneens een smalle (en bochtige) 60 km-weg en tesamen met de Haarsterweg (60km-weg) niet geschikt voor aanrijroute naar de A7 vanuit Marum e.o. De bestaande aansluitingen op de A7 van de Scheiding (afslag nr. 31) en Marum (afslag nr. 32) zijn dan ook uitstekend voor het doel geschikt en er is beslist geen behoefte of noodzaak van een nieuwe hoogwaardige afslag tussen deze 2 punten. Reactie: Wij streven er naar betrokkenen in de omgeving steeds zo goed mogelijk op de hoogte te houden. Bij het aanschrijven van betrokkenen in de omgeving wordt gebruik gemaakt van kadastrale gegevens. Het blijkt dat de kadastrale eigenaar niet altijd informatie doorstuurt naar bewoners. Ondanks dat kan het voorkomen dat we een adres missen. Daarnaast heeft publicatie plaatsgevonden in alle Huis-aan-huisbladen die in het betrokken gebied worden verstrekt. Wij nemen uw reactie mee voor het vervolgtraject om mede daarmee de communicatie met de omgeving verder te optimaliseren. Het is overigens goed te merken dat door de betrokkenheid in de omgeving ook personen die niets ontvangen toch geïnformeerd worden. U geeft aan over standpunten van de gemeenten Marum, Grootegast en van de provincie Groningen inzake de inpassing van de varianten 5 en 6 te beschikken. Voor zover wij bestuurlijke adviezen met standpunten van gemeenten en provincie in deze procedure hebben ontvangen zijn deze verwerkt in de reactienota. In de MER-studie worden de effecten van onder andere leefbaarheid (o.a geluidhinder en luchtverontreiniging), de verkeersituatie ook met betrekking tot nieuwe aansluitingen, recreatie en toerisme, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Dit moet objectief kunnen plaatsvinden zonder dat vooraf om welke reden dan ook varianten worden uitgesloten. 29.
Zienswijze van Jan J. de Boer (gedateerd en ontvangen op 5 augustus 2014)
Ynlieding De Provinsje hat in ‘Notitie Reikwijdte en detailniveau’ (NRD) foar de oanpak fan De Skieding makke. Dit dokumint is in reaksje of sjochwize dy’t op dizze ‘Notitie Reikwijdte en detailniveau’ (NRD) basearre is, mar behannelet ek in tal nije saken.
Inleiding De provincie heeft een ‘Notitie Reikwijdte en detailniveau’ (NRS) gemaakt voor de aanpak van De Skieding. Dit schrijven (document) is een reactie of zienswijze gebaseerd op deze ‘Notitie Reikwijdte en detailniveau’(NRD), maar behandeld ook een aantal nieuwe zaken.
Algemien De NRD is dúdlik oer de oanlieding ta en de
Algemeen De NRD is duidelijk over de aanleiding tot en de 30
needsaak fan in oanpak fan De Skieding. De yn de NRD presintearre trasé-farianten binne fansels hiel ferskillend at it giet om harren ynfloed op ferskate grutheden. Om de saak net ûnnedich kompleks te meitsjen behein ik my yn myn sjochwize ta in reakske op Trasé-fariant 2. Dizze fariant komt at er útfierd wurd ticht by myn hiem te lizzen en heart dêrmei ta myn backyard, of leaver sein ta myn frontyard.
noodzaak van een aanpak van De Skieding. De in de NRD gepresenteerde tracé-varianten zijn vanzelfsprekend heel verschillend als het gaat om de invloed op verschillende grootheden. Om de zaak niet onnodig complex te maken, beperk ik mij in mijn zienswijze tot een reactie op Tracé-variant 2. Deze variant komt – als deze uitgevoerd wordt – dicht bij mijn erf te liggen en behoort daarmee tot mijn ‘backyard’, of liever gezegd tot mijn ‘frontyard’.
Spesifyke sitewaasje rûnom It Wyldfjild Foar de oanpak fan de besteande problemen op De Skieding is de Trasé-fariant 2 fansels wol de ultime oplossing. Ik gean der om dy reden dan ek fan út dat der needsaaklikerwize skerp yn dizze oplossingsrjochting sjoen wurde sil.
Specifieke situatie rondom ‘Het Wildveld’. Voor de aanpak van de bestaande problemen op De Skieding is de tracé-variant 2 natuurlijk wel de ultieme oplossing. Ik ga er daarom ook van uit er noodzakelijkerwijs aandachtig naar deze oplossingsrichting gekeken zal worden.
At der foar dit trasé keazen wurdt sil oer frijwol de hiele lingte fan It Wyldfjild dit rêstige plattelânsweike, troch in part fan Trasé-fariant 2 folge en ûnderweis ek trochsnien wurde. Dit is yn in grut tal opsichten, dy’t allegearre wol yn de m.e.r. oan bod komme, foar de besteande sitewaasje rûnom It Wyldfjild in grutte efterútgong. Útgeand fan de kar foar Trasé-fariant 2 moatte der dan ek oplossings betocht wurde dy’t de neidielen foar it gebiet sa folle mooglik ferlytsje en kompensearje kinne. Dêrom haw ik op basis fan Trasé-fariant 2 in kwaliteitsplan betocht foar it part fan dit tracé dat lâns It Wyldfjild projektearre is. Fierderop sil ik dit kwaliteitsplan neier taljochtsje.
Mocht voor deze variant (tracé) gekozen worden, dan zal over vrijwel de gehele lengte van het Wildveld dit rustige plattelandsweggetje, door een deel van de Tracé-variant 2 gevolgd en onderweg ook doorsneden worden. Dit is in een groot aantal opzichten, dat allemaal wel in de m.e.r. aan bod komen, voor de bestaande situatie rondom het Wildveld een grote achteruitgang. Uitgaande van de keuze voor de Tracé-variant 2 moeten er dan ook oplossingen bedacht worden die de nadelen voor het gebied zoveel mogelijk verkleinen en kunnen compenseren. Daarom heb ik op basis van Tracévariant 2 een kwaliteitsplan bedacht voor het deel van dit tracé dat langs het Wildveld geprojecteerd is. Verderop zal ik dit kwaliteitsplan nader toelichten.
Geomorfology Ter hichte fan It Wyldfjild bestiet in úsprutsen reliëfryk lânskip in ferhâlding ta de omjowing. It is fan grut belang dat dit yn de m.e.r. en it eventueel ynpassen fan Trasé-fariant 2 foldwaande swier woegen wurdt. By in eventueel ûntwerp kin hjir dan ek grif rekken mei hâlden wurde.
Geomorfologie Ter hoogte van het Wildveld bestaat een uitgesproken reliëfrijk landschap in verhouding tot de omgeving. Het is van groot belang dat dit in het m.e.r. en het eventueel inpassen van Tracé-variant 2 voldoende zwaar gewogen wordt. Bij een eventueel ontwerp kan hier dan ook zeker rekening mee gehouden worden.
Lânskip Een hiel grut part fan it oarspronklike
Landschap Een heel groot deel van het oorspronkelijke 31
elzensingellânskip rûnom It Wyldfjild is troch it grutste part fan de eigenaren/gebrûkers ruïnearre. It aktuele lânskipsbyld is it risseltaat fan dizze ûnlimitearre fernielsucht. Dat wol net sizze dat dizze sitewaasje, de resultearjende iepenhyd, sa mar as gegeven brûkt wurde kin om in eventuele lânskiplike ynpassing fan in nij wei-trasé op te basearjen. By yngrepen sa as by in eventueel nij te realisearjen trasé fan De Skieding fia it Wyldfjild-gebiet sil it oarspronklike lânskip wêr’t dat mooglik is hersteld wurde moatte. Dit sil yn elts gefal in foldwaande lytsskalige kompartimentearring fan it lânskip mei help fan linefoarmige lânskipseleminten mei opgeande houtige gewaaksen ta risseltaat hawwe moatte. Dêrmei kin al in grut part fan de yngreep fan in nij wei-trasé lânskiplik yn it Nasjonaal Lânskip Noardlike Fryske Wâlden ynpast wurde.
elzensingellandschap rondom het Wildveld is door het grootste deel van de eigenaren/gebruikers geruïneerd. Het actuele landschapsbeeld is het resultaat van deze ongelimiteerde vernielzucht. Dat betekent niet dat deze situatie, de resulterende openheid, zo maar als gegeven gebruikt worden kan als basis voor een eventuele landschappelijke inpassing van een nieuw weg-tracé. Bij ingrepen zoals een eventueel nieuw te realiseren tracé van De Skieding via het Wildveld-gebied zal het oorspronkelijke landschap zo mogelijk hersteld moeten worden. Dat zal in elk geval een voldoende kleinschalige compartimentering van het landschap, met hulp van lijnvormige landschapselementen bestaande uit opgaande houtige gewassen tot resultaat moeten hebben. Daarmee kan al een groot deel van de ingreep van een nieuw weg-tracé in het Nationaal Landschap ‘Noordelijke Friese Wouden’ ingepast worden.
Natoer It gebiet fan It Wyldfjild wie ien fan de lêste grutte heidegebieten fan de Gemeente Achtkarspelen. Der libje no noch minsken dy’t skean oer de heide nei de skoalle yn Grinzer Peen (Opende Groningen) ta rûnen. By it graven fan nije sleatten en oar grûnwurk blykt de heide faaks werom te kommen. Hjir en dêr lâns It Wyldfjild kin men dan ek noch wol in pôltsje heide fine. Foar oanliz fan nije heidegebietsjes yn it ramt fan kompensaasje fan en oanklaaiing fan in nij wei-trasé lizze hjir dan ek grutte mooglikheden. Fierderop kom ik hjir op werom.
Natuur Het gebied van het Wildveld was een van de laatste grote heidegebieden van de gemeente Achtkarspelen. Er leven nu nog mensen die de heide schuin over naar de school in de Grinzer Pein (Opende) toe liepen. Bij het graven van nieuwe sloten en ander grondwerk blijkt de heide vaak weer terug te komen. Hier en daar langs het Wildveld kan men dan ook noch wel een stukje heide vinden. Voor de aanleg van nieuwe heidegebiedjes in het kader van compensatie van en aankleding van een nieuw weg-tracé liggen hier dan ook grote mogelijkheden. Verderop kom ik hier op terug.
32
Sa lei in part fan It Wyldfjild der 75 ferlyn noch hinne
Zo lag een deel van het Wildveld er 75 jaar geleden nog bij.
De EHS Der lizze goede oanknopingpunten mei de EHS en mear spesifyk mei de saneamde Landschapszones. Dizze Landschapszones rinne tsjin obstakels sa as wegen en wetters mei beskoeiings oan. De westkant fan in oan te lizzen Trasé-fariant 2 soe hjir tige gaadlik foar brûkt wurde kinne. Hjirby kin oanslúting makke wurde mei nije natoer oan It Wyldfjild en dêrneist kinne ek by de trochsnijing fan it feanûntginningslânskip fan Drachtster Kompenije op dizze wize nije ferbinings mooglik makke wurde. In bykommend foardiel kin mooglik wêze dat hjirmei in extra beliedsdoel tsjinne wurdt dat miskien ek eigen financieringsboarnen meibringe kin.
De EHS Er liggen goede aanknopingspunten met de EHS en meer specifiek met de zogenaamde ‘landschapzones’. Deze landschapzones lopen tegen obstakels aan zoals wegen en wateren met beschoeiing. De westkant van een aan te leggen Tracévariant 2 zou hier erg geschikt voor gebruikt kunnen worden. Daarbij kan aansluiting gevonden worden met nieuwe natuur aan het Wildveld en daarnaast kunnen ook bij de doorsnijding van het veenontginningsgebied van Drachtstercompagnie op deze wijze nieuwe verbindingen gemaakt kunnen worden. Een bijkomend voordeel kan mogelijk zijn dat hiermee een extra beleidsdoel bediend wordt dat misschien ook weer eigen financieringsbronnen met zich meebrengen kan.
Kwaliteitsympuls Wyldfjild By útfiering fan Trasé-fariant 2 kin dit plan in grutte mearwearde oan it gebiet jaan. Der binne in tal foarwearden yn it gebiet dy’t dit maklik útfierber en ek winsklik meitsje:
Kwaliteitsimpuls Wildveld Bij de uitvoering van Tracé-variant 2 kan dit plan een grote meerwaarde aan het gebied meegeven. Er zijn een aantal voorwaarden in het gebied die eenvoudig uitvoerbaar en ook wenselijk zijn: - Er blijft een groot aantal, veelal smalle
- Der bliuwt in grut tal, meast smelle
33
stroken grûn lâns it nije trasé oer; - It boskje yn’e krimpe fan De Skieding en De Heideloane sil wierskynlik trochsnien wurde; dêr moat yn de direkte omjowing kompinsaasje foar bean wurde; - Op de westside fan it trasé lizze twa beamrike gebieten dy’t mooglik kandidaat binne foar oanwizing ta NSW-Lânguod; negative nije ynfloeden yn de omjowing meie dit net yn’e wei sitte; - It Wyldfjild leit moai middenyn de route tusken Themapark De Spitkeet fan de Stifting Friesch-Groningse Heide en de Jilt Dijksheide; hjir lizze mooglikheden om natoer, kultoerhistoarje en toeristyskrekreative ûntjowings yn de streek te ferbinen; - Foar yn goede ynfolling fan de Landschapszones yn it ramt fan de EHS lizze hjir grutte kânsen en feitlik ek in plicht omdat der in grut en yngripend ynfrastuktureel wurk op priemmen set wurdt; - De bewenners moatte nochal wat ynleverje om de problemen op De Skieding wei te nimmen; hjir moat wat tsjinoer stean dat de pine fersêftsje kin; ien fan de mooglikheden is om it gebiet in grutte kwaliteitsympuls te jaan.
stroken grond langs het tracé over - Het bosje in de oksel van De Skieding en de Heidelaan zal waarschijnlijk doorsneden worden; in de directe omgeving moet dit gecompenseerd worden; - Aan de westzijde van het tracé liggen twee boomrijke gebieden die mogelijk kandidaat zijn voor aanwijzing tot NWS-Landgoed; negatieve nieuwe invloeden in de omgeving mogen dit niet in de weg staan; - Het Wildveld ligt mooi middenin de route tussen het themapark De Spitkeet van de Stichting Friesch-Groningse Heide en de Jilt Dijksheide; hier liggen mogelijkheden om natuur, cultuurhistorie en toeristischrecreatieve ontwikkelingen in de streek met elkaar te verbinden; - Voor een goede invulling van de Landschapszones in het kader van de EHS liggen hier grote kansen en feitelijk ook een plicht omdat er een groot en ingrijpend infrastructureel werk begonnen wordt;
Kaart 1: lizzing fan It Wyldfjild tusken Themapark De Spitkeet fan de Stifting Friesch-Groningse Heide en de Jilt Dijksheide
Kaart 1: Ligging van het Wildveld tussen Themapark De Spitkeet van de Stichting Friesch-Groningse Heide en de Jilt Dijksheide.
- De bewoners moeten nogal wat inleveren om de problemen op De Skieding op te lossen; hier moet wat tegenover staan dat de pijn verzachten kan; een van de mogelijkheden is om het gebied een grote kwaliteitsimpuls te geven.
34
It Plan Yn dit plan wurde in pear persielen bosk oan de westlike kant fan It Wyldfjild oanlein. Dit slút oan by de besteande oanplant fan houtige gewaaksen (no sa’n 7,5 ha.) N.B.: de súdlike begrinzing fan it meast westike nije boskperseel is hjir op de kaart ôfknotte, mar rint lyk mei de súdeastlike grins fan it bosk. Hjirmei wurde skealike ynfloeden fan de nije wei op de besteande beamrike gebieten sa folle mooglik tsjingien. Op de noardeastpunt fan It Wyldfjild is in boskje projektearre om ferlies fan (kwaliteit fan) it boskje by De Heideloane te kompinsearjen. Oeral lâns It Wyldfjild wurde tusken de ferskillende hûzen de perselen brûkt om heideterreinen te ûntwikkeljen. Foar de oanliz fan nije heide wurde de perselen fan de boppelaach ûntdien. Dy wurdt brûkt foar de oanliz fan lûdswâlen foarsafier’t dat nedich is. Is der gjin lûdswâl nedich dan wurdt it perseel fanôf It Wyldfjild sjoen yn de lêste 15 meter oan’t sa’n 1,5 meter oprinnend makke yn de rjochting fan de nije wei. Ek hjirfoar is it materiaal op it persiel wol oanwêzich.
Het plan In dit plan worden een aantal percelen bos aan de westzijde van het Wildveld aangelegd. Dit sluit aan bij de bestaande aanplant van houtige gewassen (nu zo’n 7,5 ha). N.B: de zuidelijke begrenzing van het meest westelijke bosperceel is hier op de kaart afgeknot, maar loopt gelijk met de zuidoostelijke grens van dit bos. Hiermee worden schadelijke invloeden van de nieuwe weg op de bestaande boomrijke gebieden zo goed als mogelijk tegengegaan. Op de noordoostelijke punt van het Wildveld is een bos geprojecteerd om verlies van (kwaliteit van) het bosje bij de Heidelaan te compenseren. Overal langs het Wildveld worden tussen de verschillen huizen de percelen gebruikt om heideterreinen te ontwikkelen. Voor de aanleg van nieuwe heide wordt de bovenste laag van de percelen verwijderd. Deze grond wordt gebruik voor de aanleg van geluidswallen voor zover dat nodig is. Is er geen geluidswal nodig, dan wordt het perceel – vanaf het Wildveld gezien – over de laatste 15 meter tot zo’n 1,5 meter oplopend gemaakt in de richting van de nieuwe weg. Ook hiervoor is het materiaal op het perceel aanwezig.
35
Kaart 2: Yndikatyf byld Kwaliteitsympuls Wyldfjild by trasé-fariant 2
Kaart 2: Indicatief beeld Kwaliteitsimpuls Wildveld bij Tracé-variant 2
Yn read it projektearre ferrin fan Trasé-fariant 2 Yn grien projektearre nij bosk Yn pears-rose projektearre nije heide
In het rood de geprojecteerde ligging van Tracévariant 2 In het groen geprojecteerd nieuw bos In het paars-roze geprojecteerd nieuwe heide
Hjirmei wurdt dan in grut part fan de ferkearsbewegings út it sicht helle en de heechste pear meters wurde foar dat doel ek noch fan in strûkenbeplanting foarsjoen. In typyske strûkenbegroeiing bestiet yn dit âlde heidegebiet foaral út Koetsen (Koetsekralen/Lijsterbes Sorbus aucuparia), Hûnebeibeam (Vuilboom Rhamnus frangula) en Bremerheide (Brem Cytisus scoparius). Streekeigen Bjirken en ek oare soarten komme dêr fansels fia spontane festiging wol by. Hjirmei freegje ik de Provinsje om dit plan as alternatyf mei te nimmen yn de m.e.r. en yn elts gefal by fierdere útwurking fan
Hiermee wordt dan een groot deel van de verkeersbewegingen uit het zicht gehaald en de hoogste paar meters worden voor dat doel ook nog van een struikenbeplantingen voorzien. Een typische struikbegroeiïng bestaat in dit oude veengebied vooral uit Lijsterbes (Sorbus aucuparia), Vuilboom (Thamnus frangula) en Brem (Cytisus scoparius). Streekeigen berken en ook andere soorten komen er vanzelf via spontane vestiging wel. Hiermee vraag ik de provincie om dit plan als alternatief mee te nemen in de m.e.r. en in elk geval bij de verdere uitwerking van Tracévariant 2 als kansrijke inpassing mee te nemen. 36
Traséfariant 2 as kânsrike ynpassing mei te nimmen. Graach wol ik dit plan yn jo fermidden nijer taljochtsje. Reactie: Yn de MER-stúdzje wurde (under oaren) natoer- en lânskipsaspekten ûndersocht. Dêrby meitsje wy graach gebrûk fan lokale kunde út de omkriten wei, ek fan datjinge jo witte. At it sa fier is, sille wy jo hjiroer benaderje. En op it stuit dat der plannen nedich binne om de fariant (dy’t op it ein keazen wurdt) yn de omjouwing yn te passen, dan komme wy ek graach by jo en de omjouwing werom foar ideeën.
Graag zou ik dit plan ook tezamen met u nader willen toelichten. Reactie: In de MER-studie worden natuur- en landschapsaspecten onderzocht. Er wordt daarbij graag gebruik gemaakt van kennis uit de omgeving waaronder uw kennis. Ter zijner tijd wordt u hiervoor benaderd. Wanneer inpassingsplannen nodig zijn bij de uitvoeringsvariant dan komen wij ook graag bij u en de omgeving terug voor ideeën. In het MER zullen overigens alle varianten worden beoordeeld.
Wit wol; yn de MER sille alle farianten ûndersocht en beoardield wurde. 30.
Zienswijze namens grondeigenaren van Poelbuurt, Topweer, Opende en ondertekend door E. B. Oosterveld, Harkema (gedateerd 4 augustus 2014 en ontvangen 7 augustus 2014)
Wij zijn een aantal grondeigenaren in het gebied tussen de Provinciale weg, Topweer en rond de Poelbuurt in Opende. We hebben kennisgenomen van de notitie Reikwijdte en Detailniveau bij de MER-procedure over de aanpassing van de Skieding. We maken graag gebruik van de mogelijkheid een zienswijze in te dienen. We menen dat u die zeker zou moeten meewegen in uw definitieve besluit over het te volgen tracé bij de aanpassing. Onze zienswijze betreft het gebied tussen de Provinciale weg, Topweer en de omgeving van de Poelbuurt in Opende. Dit is het gebied dat in de voorliggende varianten doorsneden wordt door de varianten 4 en 5. In dit gebied zijn wij grondeigenaren en/of grondgebruikers. Voor een deel zijn we voor ons inkomen afhankelijk van deze grond en voor een deel niet. Wat ons bindt, is dat we allemaal de rust en de ruimte van het gebied waarderen en de afgelopen tien jaar of langer aanzienlijk hebben geïnvesteerd in de kwaliteit van natuur en landschap in dit gebied. Veel geïnvesteerd in natuur en landschap Degenen die economisch afhankelijk zijn van de grond, hebben dit gedaan door de aanwezige singels te respecteren in de bedrijfsvoering en mee te werken aan herstel en onderhoud door middel van onderhoudsovereenkomsten. Een deel van ons is niet economisch afhankelijk van de grond en heeft geïnvesteerd in natuuren landschapsbeheer. Het natuur- en landschapsbeheer is doelbewust gericht op behoud en 37
herstel van het streekeigen cultuurhistorische landschap van houtsingels in een voormalig heidelandschap. Onze gezamenlijke inzet heeft ertoe geleid dat dit gebied in de houtsingelhoofdstructuur van het Zuidelijk Westerkwartier is opgenomen met als doelstelling 'behoud en herstel van de karakteristieke landschapswaarden van het houtsingellandschap. Ons beheer was de afgelopen tien jaar of langer juist daarop gericht. Daarbij hebben we, naast veel energie, veel privékapitaal ingezet. Tot ons genoegen ondervonden we bovendien steun uit provinciale en landelijke subsidieregelingen voor landschapsherstel en -onderhoud. Bezwaar We maken ernstig bezwaar tegen doorsnijding van ons gebied door een nieuw wegtracé. Ons bezwaar stoelt op drie argumenten. 1. Sommigen van ons hebben nu al gemerkt dat het leidt tot waardedaling van onze woningen. De verwachting dat de N358 dichter naar de Topweer opschuift, maakt onze woningen in de ogen van belangstellende kopers minder waard. 2. De doorsnijding doet sterke afbreuk aan de kwaliteit van natuur en landschap waar we de afgelopen jaren zoveel energie en geld in hebben geïnvesteerd. Het betekent een aanzienlijke kapitaalvernietiging, niet alleen van privékapitaal, maar ook van publiek kapitaal, omdat onze activiteiten met natuur- en landschapssubsidies zijn ondersteund. 3. Afhankelijk van de preciese locatie van het tracé vrezen wij waardevermindering van de betrokken gronden, wanneer die doorsneden raken en landbouwkundige of landschappelijke functies minder goed kunnen vervullen. Meer dan particuliere belangen Als bewoners van het gebied voelen we ons ernstig benadeeld door een eventueel tracé door ons gebied. We snappen dat dat voor andere omwonenden niet anders is. Maar daarnaast spelen met de landschappelijke waarden, waar we vol overgave aan meewerken, in ons gebied ook maatschappelijke belangen, van natuur en landschap, die benadeeld zouden worden. En deze gaan onze particuliere belangen te boven, overigens met onze hartelijke instemming. Alternatieven? We zijn niet ongevoelig voor de problemen op de huidige N358. Eenvoudige oplossingen zijn er niet. Dat realiseren wij ons ook. Er zijn veel aanwonenden waarvoor de leefbaarheid zwaar weegt. En aan de Friese kant ligt het Nationaal Landschap Noardlike Fryske Wâlden, met zeker zo hoge natuur- en landschapswaarden als ons gebied. Wellicht dat een compromis gezocht kan worden in aansluiting op het huidige tracé noordelijk van Strandheem. In het zuidelijk deel spelen aan de Groninger kant minder landschappelijke waarden. Met een goede regeling voor aanwonenden en betrokken agrariërs zou hier wellicht een aanvaardbare oplossing gevonden kunnen worden. Ook een sterkere regie op de vestiging van bedrijven zou een deel van de oplossing kunnen zijn. Zo zouden verkeersbewegingen vanuit het noorden naar de A7 verminderd kunnen worden door sterk extern gerichte bedrijven dicht langs de A7 te vestigen. Hier ligt een taak voor de beide provincies. We wensen u veel wijsheid bij de besluitvorming en zullen die met belangstelling volgen. De zienswijze is ondersteund door 25 grondeigenaren in het gebied. 38
Reactie: In de MER-studie worden de effecten, waaronder leefbaarheid (o.a geluidhinder en lichten luchtverontreiniging) de verkeersituatie, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Doorsnijding van landschap en percelen wordt daar zeker bij betrokken. Aan de hand daarvan wordt bekeken wat de beste oplossing is voor alle verkeersknelpunten en zo mogelijk voor ongewenst verkeersgedrag. Voor wat betreft de zienswijze over waardevermindering wordt verwezen naar de tekst over planschade in hoofdstuk 2. 31.
Zienswijze van Jos Ebbers van Rentmeesters & Agrarisch Taxateurs mede namens 15 agrariërs in het gebied (gedateerd 6 augustus 2014 en ontvangen 7 augustus)
Mede-ondergetekenden willen hierbij hunner zienswijze op de notitie “Reikwijdte en Detailniveau” aan u kenbaar maken. Zij verzoeken u gemelde zienswijze bij de definitieve versie van de notitie te betrekken. Toekomst. Mede-ondergetekenden zijn alle hoofdberoepslandbouwers. De (gebruiksmogelijkheden van) door hen gebruikte grond is veruit de belangrijkste en duurste productiefactor binnen hun bedrijven. Alle bedrijven kijken niet slechts naar het heden, doch zijn actief bezig met de toekomst, aangezien op alle bedrijven vrijwel zeker een opvolger aanwezig is. Met uitzondering van de varianten 0, 0+, 0++ en 1 snijden alle variantenop ingrijpende wijze de gronden van de landbouwers aan. Functie landbouw De overplichte m.e.r.-procedure wordt doorlopen om methodisch en gestructureerd de varianten af te wegen, waarbij rekening wordt gehouden met alle relevante milieuaspecten”. Het begrip “milieu”wordt blijkens geheel hoofdstuk 3 erg breed geïnterpreteerd en (b)lijkt forse overlap te vertonen met het begrip “functie. Teleurstellend is dat in hoofdstuk 3 de functie landbouw in het geheel niet ter sprake komt. Een gemiste kans ook: bij uitstek een relevante autonome ontwikkeling (p17) is dat er –nog sterker dan in het verleden- sprake is van schaalvergroting in de landbouw. Een visie over hoe de (ook: toekomstige, steeds grootschaliger) landbouw op goede wijze kan samengaan met de functie landschap is, mede gezien de niet onverdeeld sterke ervaringen voor de landbouw op dit punt in het project De Centrale As, van groot belang. Het belang geldt beide functies overigens. Beter werkbaar dan controleerbaar. 0+, 0++ of 1 Wat de aanleiding van de tabel op pagina 38 ook moge zijn (…?), het strookt met de beleving van dezes. De varianten 0+, 0++ en 1 hebben de voorkeur omdat er bij deze varianten geen (huis)kavels worden doorsneden door een niet voor landbouwverkeer oversteekbare gebiedsontsluitingsweg. Echter, ten onrechte wordt op pagina 40 gesteld (zelfs geconcludeerd) dat variant 1 negatief zou zijn voor de landbouwstructuur. In de ogen van de indieners dezes is het weliswaar jammer dat er in beperkte mate landbouwgrond verloren gaat, doch is dat verre te prevaleren boven doorsnijding van de (huis)kavels bij de varianten 2-6. Bij doorsnijding kan met kavelruil de schade mogelijk iets beperkt worden. Bij het voorkomen van deze schade door te kiezen voor variant 0+, 0++ of 1 kan de aandacht van de landbouw blijven uitgaan naar de wijze waarop grond binnen dit gebied –ook in de toekomst- efficiënt geëxploiteerd kan worden. Dat is ook zonder variant 2-6 al een hele opgave. 39
Conclusies en aanbevelingen * toevoegen “functie landbouw” als zelfstandig af te wegen belang -> grootste grondeigenaar en gebruiker in het gebied; * niet slechts de huidige kenmerken van de landbouw beschouwen en wegen, doch ook de doorgaande schaalvergroting van de functie landbouw (toekomstgerichtheid en flexibiliteit); * visie landbouw-landschap verdiepen (niet 1-dimensionaal als bij de Centrale As); * keuze voor varianten 0+, 0++, 1. Reactie: In de MER-studie worden de effecten, waaronder leefbaarheid, de verkeersituatie, landschap en natuur maar ook van de bedrijvigheid waaronder de landbouw van alle varianten onderzocht en beoordeeld. In hoofdstuk 3 wordt landbouw inderdaad niet specifiek benoemd. We zullen uw opmerking daarom meenemen bij de beschrijving van de bestaande milieusituatie in de MER-studie. In hoofdstuk 4 Voorgenomen activiteit en te onderzoeken varianten komt het thema Landbouw wel terug. Ook bij de ontwerpsessies is het als thema meegenomen. Dit komt terug in de globale beoordeling van de multicriteria-analyse op pg 38. In de MER-studie worden toekomstige planologische ontwikkelingen meegenomen. Wanneer schaalvergroting bij agrariërs daar onderdeel van uitmaakt zal het in de studie worden meegenomen. In de verschillende varianten wordt getracht zoveel mogelijk verlies en doorsnijding van percelen te voorkomen dan wel te beperken. Voor wat betreft eventuele schade en waardevermindering wordt verwezen naar de tekst over planschade in hoofdstuk 2. 32.
Zienswijze van S. Douma (ontvangen op 9 augustus 2014)
Graag stuur ik mijn zienswijze naar u toe. Wel zou ik graag van U willen weten wat de geluidsnormen en de fijnstof overschrijdingen zouden zijn Ik bedoel wat de normen zijn in een dichte lintbebouwing. Dank voor de gelegenheid om mijn zienswijze kenbaar te maken mbt. De Scheiding (N358). Na de zg.NRD te hebben doorgenomen ben ik tot de conclusie gekomen om te gaan voor een veilige duurzame oplossing. Uit de varianten die naar voren zijn gekomen is mijns inziens de Westvariant de beste. Ik zal daar een korte toelichting op geven. Eerst even een terugblik in het verleden. Ca. dertig jaar geleden was de N358 een rustig landweggetje waar het verkeer langs elkaar sloop omdat er gewoon geen ruimte genoeg was voor snelheid. Met de toegenomen verkeersintentie (ver zevenvoudigd) is de veiligheid en het woongenot drastisch gedaald. Met de komst van het fietspad ca. 25 jr geleden is dit ondanks de positieve verwachting toendertijd vele malen erger geworden Juist het tegenovergestelde is realiteit geworden Er wordt vaak veel te hard gereden, en dit heeft tot gevolg dat er veel kopstaartbotsingen of bijna kopstaartbotsingen niet alleen bij de afslagen van wegen maar ook voor de woonerfaansluitingen plaatsvinden. De bewoners (aanwonenden) hebben op dit gebied al min of meer een zesde zintuig ontwikkeld om op of van 40
de erven te komen. (van te voren goed en meerdere keren Uitkijken en vroeg voorsorteren en dan nog reageren op de zevende of achtste auto of die ook te hard rijd) Vooral aan de Groninger kant (oostzijde) De Friese kant heeft nog een fietspadbuffer Dit geeft iedere dag meerdere frustraties. (soms net roulette) De veiligheid van de bewoners en gebruikers komt naar onze beleving steeds meer in het geding.Ook het iedere dag voortrazende verkeermet de daarbij horende geluidshinder vlak voor onze woningen is een ware verschrikking. Stelt U zich eens voor dat U op zondag of andere dagen even op het terras wilt zitten.Dit is voor ons onmogelijk door het erge verkeerslawaai aan een stuk door de gehele dag.Dit kan zo niet langer. De geluidsnormen worden in onze beleving dan ook sterk overtreden. Ook fijn stof en stank is (benzine en diesel uitlaatgassen) zijn niet bevordelijk voor de gezondheid. Terugblikkend op het voorafgaande 30 jr en nu kan ik alleen maar concluderen dat de Scheiding lijdt aan obesitas.Immers een overbelast 80 km traject in een zogenaamde dichte lintbebouwing (woonwijk) kan geen oplossing zijn voor een veilige duurzame doorstroming. Mijn conclusie is dan ook, ga voor een duurzame oplossing die en de bewoners en gebruikers veiligheid bieden. Ook ik begrijp dat dit vele moeilijkheden met zich meebrengt. Boerderijen worden doorgesneden en woningen moeten worden verplaatst. Natuurwaarden worden aangetast, en zoveel meerdere argumenten. Misschien is het een tweede oplossing een onderzoek te doen naar de bereidheid onder de bewoners om hun huizen te verkopen tegen een redelijke prijs.Er wordt dan niets aangetast qua natuur verkeer en geluidsoverlast en de baan ligt er klaar voor. (korte route).Geen ruilverkavelingen waar een aantal ambtenaren jarenlang voorbereiding mee bezig zijn.Ook een kostenverslindend gebeuren/ en de tijdspanne kan korter zijn. Ook dat is een variant. Hopelijk kan mijn zienswijze een steentje bijdragen aan een veilige en duurzame oplossing. Voor een gesprek maken we alle tijd hebt u al wel gemerkt. Korte aanvulling uit een aanvullende mail: Nog even een opmerking op mijn zienswijze Een ontsluitingspad of ventweg voor landbouwverkeer achter de woonhuizen is de meest mogelijk slecht ondenkbaar scenario voor de betreffende bewoners. |Voor een snelweg met veel lawaai en achter ook nog eens het landbouwverkeer. We zitten dan geheel opgesloten op een eiland. Dan maar huizen opkopen. Deze opmerking wilde ik nog even ventileren. Reactie: In de MER-studie worden de effecten, waaronder leefbaarheid, waaronder geluidhinder en luchtverontreiniging, de verkeersituatie, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Aan de hand daarvan wordt bekeken wat de beste oplossing is voor alle verkeersknelpunten en verkeersgedrag. Wanneer er een besluit wordt genomen over een uitvoeringsvariant is ook duidelijk welke consequenties dit zal hebben en wat in dat geval nodig is voor mogelijk ontstane situaties, waaronder eventuele aankoop. Voor wat betreft eventuele schade en waardevermindering wordt verwezen naar de tekst over planschade in hoofdstuk 2. 41
33. 34.
Zienswijze van J.H. van der Wijk & Mw. H.C. van der Wijk-Hilhorst (gedateerd en ontvangen op 9 augustus 2014) en Zienswijzen ontvangen van Anneke van der Velde - van der Vlugt, Erik- Kai van der Velde, Jenny van der Velde en Saskia van der Velde ( gedateerd 9 augustus 2014 en ontvangen op 11 augustus 2014)
Zienswijze m.b.t. variant 5 en 6 van de reconstructie van de Scheiding Smallingerland/Achtkarspelen door Prov. Friesland. Procedureel Procedureel merken wij als bewoners van Kolonieweg/Postdijk op dat naar ons toe en in de procedure onzorgvuldig dan wel onjuist is gehandeld op de volgende punten. Informatie m.b.t. variant 5 en 6 is slechts aan omwonenden in zeer beperkt gebied verstrekt, maar zelfs b.v. Kolonieweg 18 en 17 hebben niets ontvangen. Ook niet in kranten gepubliceerd dat het hier om twee nieuwe varianten in nieuw gebied gaat hoewel dit van belang is voor een veel groter gebied, nl. het Zuidelijke Westerkwartier van prov. Groningen. Bovendien is de informatie die wel is verstrekt, zeer laat verstrekt, nog geen 2 weken voor de informatiebijeenkomsten. De toegezonden informatie bestaat uit 2 folders, waarin algemene informatie stasat, die niet steeds consistent is. De begrippen “opwaardering” en “verkeersveiligheid”worden naast en door elkaar heen gebruikt. In geval van causaal verband tussen de plannen en de verkeersveiligheid zij opgemerkt dat tijdens de voorlichtingsbijeenkomst in Surhuisterveen geen informatie verstrekt kon worden die onderbouwt dat de N358 verkeersonveliger is dan vergelijkbare wegen. In dit verband willen indieners van deze zienswijze graag informatie waarin het aantal geregistreerde verkeersincidenten in relatie tot het aantal verkeersbewegingen significant hoger is dan de aantallen op vergelijkbare wegen. U dient dit verzoek om informatie op te vatten als een verzoek conform de desbetreffende artikelen in de WOB, inclusief de daarbij genoemde beantwoordingstermijnen en de daaraan gekoppelde condities. Verder is het toevoegen van variant 6 in strijd met de opdracht die in het kader van stap1 van december 2013 is verstrekt, namelijk het trechteren van de eerdere 40 varianten naar 6á 8 varianten. In deze 40 kwam variant 6 niet voor, er is dus geen sprake van trechteren maar van uitbreiden, iets dat procedureel de lading niet dekt. Variant 6 dient daarom in dit stadium sowieso uit de planvorming te verdwijnen. Problemen van prov. Friesland t.a.v. De Scheiding kan en mag men niet oplossen ten koste van een deel van het in de prov. Groningen gelegen. natuur- en recreatiegebied Trimunt/Jyltdijksheide/ Strandheem. Dit te meer omdat inclusief de Scheiding in een bandbreedte van zo’n 10 á 15 km dan 3 opgewaardeerde wegen ter ontsluiting van het uiterste Noord-oosten van Friesland liggen: de N356 (centrale as), de N 369 en dus de N 358. In dit verband kan deze laatste als het gaat om verkeersveiligheid ook een 60 km weg worden. Als het gaat om ontsluiting is dit buitenproportioneel, temeer omdat de grotere transportbedrijven deze regio opeenvolgend al hebben verlaten.
42
Inhoudelijke zienswijze Overlast in genoemd gebied neemt voor 100% toe terwijl dit niet geldt t.a.v. huidige aanwonenden van de Scheiding. Wat betreft de geluidshinder en de emissies dan zit gebied van variant 5 en 6 al aan het plafond wat betreft de huidige hinder van de A7, Crossbaan Trimunt (bij zuiden- en oostenwind) en ook de 1 x per jaar Dancefeesten en grasbaanraces op de Kolonieweg bij westenwind. Tel hierbij dan bij op de hinder van variant 5 en 6 en je kunt de aantrekkelijkheid van het hele gebied enorm gaan afwaarderen c.q opgeven daar slechts bij de weinig voorkomende noordenwind het dan nog rustig is.(de meest gangbare windrichting in NL is nl. zuidwest en west. Gevolgen voor bestaande bedrijven en woningen: Planschade voor alle woningen, recreatie- en boerenbedrijven in gebied van variant 5 en 6, zoals 3 campings en vakantiewoningen plus diverse agrarische ondernemingen, die allemaal de deuren en hekken wel kunnen gaan sluiten wegens onrendabele exploitatie. Ook tankstation aan de Scheiding kan wel sluiten of verplaatst worden naar natuur/recreatiegebied. Realisatie van variant 5 en 6 zijn landschappelijk en recreatief niet in te passen, ook niet met tunnels, viaducten en geluidswallen. Gebied Strandheem/Trimunt/Jyltdijksheide is één geheel en bovendien een gebied met zeer veel recreatieve potentie waar in de loop van tientallen jaren zeer veel in geïnvesteerd is en dit kan en mag niet met drukke, doorkruisende verkeersweg teniet gedaan worden. Planologisch gezien geven de diverse bestemmingplannen en nota's met betrekking tot dit gebied er dan ook geen ruimte voor. Na informatie blijken de gem.Marum, Grootegast en Prov. Groningen hier dan ook niets in te zien en minimaal te zijn betrokken en geraadpleegd. Uitwerking op natuur: weg rust, weg natuurbeleving zowel voor mens als dier, veel schade door overstekend wild. Weg ecoduct t.b.v. uitwisseling met gebied ten zuiden van A7 inclusief natuurgebieden van Bakkeveen.(zie ook hieronder bij aansluiting variant 6 op A7 ) Enorme toename van verkeers/geluidshinder/emissies Jyltdijksheide is waardevol natuur- en rustgebied met veel wild, reeën, roofvogels waaronder havikken, levendbarende hagedis, zeldzame planten (b.v. de vleesetende zonnedauw) en dieren waaronder kleine Siberische ganzen en een waarneming van de zeer zeldzame witoogeend (zie www.waarnemingen.nl (11 juni 2014 om 20.17u ) Uitwerking op recreatie en toerisme: Trimunt/Jyltdijksheide is het enige natuur-en recreatiegebied van omvang in wijde omgeving incl. Friesland. Bakkeveen/Beetsterzwaag of Veenklooster/Lauwersmeer liggen een heel eind verder en veel bewoners uit de wijde omgeving komen hierheen. Varianten 5 en 6 doorsnijden met een drukke verkeersweg diverse wandel/fiets- en ruiteren menpaden waardoor direct de waarde van het gebied zal worden vernietigd. Het gaat hier ook om doorsnijding van historische paden als de Leidijk en de oude Trambaan ( thans Natuurpad ) en diverse fiets- en wandelroutes als Marheemroute, Witte Nonnenpad. 43
Op het kruispunt van fietspaden op de Leidijk en Natuurpad is ook een belangrijk fietsknooppunt (nr. 80 ). De waarde als fietsgebied zal sterk achteruitgaan Aansluiting Variant nr. 6 op A7 bij Postdijk: Het bestaande viaduct over de A7 is qua breedte ongeschikt voor variant nr.6 en bedoeld voor de (smalle ) weg van de Postdijk dus ongeschikt om te gebruiken voor een verkeersweg als de Scheiding. Bovendien heeft dit zeer rustige viaduct ook gedeeltelijk de functie d.m.v. beplanting e.d.van een ecoduct als verbindingszone tussen b.v natuurgebieden De Haar en Bakkeveen en Trimunt/Jyltdijksheide Er zal dus een nieuw en zeer kostbaar viaduct moeten worden gebouwd, compleet met rotondes aan weerszijden en carpoolplaatsen zoals bij het huidige bestaande viaduct van de Scheiding waarbij zij opgemerkt dat hier zeer recentelijk 2 nieuwe rotondes en een nieuwe grotere carpoolplaats is gerealiseerd! Het lijkt een kwestie onzorgvuldigheid om deze investeringen te doen, terwijl er plannen lijken te zijn om deze verkeersplanning al weer te schrappen. Onzorgvuldig omgaan met gemeenschapsgelden is wel een zeer milde kwalificatie voor dit soort gedrag. De Postdijk ten zuiden van de A7 is eveneens een smalle (en bochtige) 60 km-weg en tesamen met de Haarsterweg (60km-weg) niet geschikt voor aanrijdroute naar de A7 vanuit Marum e.o. De bestaande aansluitingen op de A7 van de Scheiding (afslag nr. 31) en Marum (afslag nr. 32) zijn dan ook uitstekend voor het doel geschikt en er is beslist geen behoefte of noodzaak om over te gaan tot een nieuwe hoogwaardige afslag tussen deze 2 punten. In geval van bewezen noodzaak kan een geringe opwaardering van het huidige tracé van de N358 volstaan, dan wel onderzoek naar een gedeeltelijke snelheidsbeperking. Reactie: Wij streven er naar betrokkenen in de omgeving steeds zo goed mogelijk op de hoogte te houden. Bij het aanschrijven van betrokkenen in de omgeving wordt gebruik gemaakt van kadastrale gegevens. Het blijkt dat de kadastrale eigenaar niet altijd informatie doorstuurt naar bewoners. Ondanks dat kan het voorkomen dat we een adres missen. Naast huis-aan-huis verstrekken van nieuwsbrieven heeft publicatie plaatsgevonden in alle Huis-aan-huisbladen die in het betrokken gebied worden verstrekt. Wij nemen uw reactie mee voor het vervolgtraject om daarmee de communicatie met de omgeving verder te optimaliseren. Het is overigens goed te merken dat door de betrokkenheid in de omgeving ook personen die niets ontvangen toch geïnformeerd worden. We merken dat het begrip opwaardering vaker leidt tot spraakverwarring. De Skieding is al sinds 1999 aangewezen als een gebiedsontsluitingsweg. Verbetering van de verkeersituatie en het oplossen van knelpunten betekent niet dat de weg een andere functiewaardering krijgt. De N358 is al geruime tijd een gebiedsontsluitingsweg. Om spraakverwarring te voorkomen zou gesproken kunnen worden over ‘inrichting van de weg meer in overeenstemming brengen met de functie van de weg’. We nemen uw opmerking mee en zullen hier zowel in het MER als in de communicatie rekening mee houden.
44
De knelpunten die er liggen zijn een verkeersprobleem en tegelijkertijd een omgevingsprobleem. Daarbij kan niet een scherpe grens gelegd worden in de omgeving. In de MER-studie worden de effecten van onder andere leefbaarheid (o.a geluidhinder en luchtverontreiniging), de verkeersituatie, bedrijvigheid, recreatie en toerisme, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Dit moet objectief kunnen plaatsvinden zonder dat vooraf om welke reden dan ook varianten worden uitgesloten. U geeft aan over standpunten van de gemeenten Marum, Grootegast en van de provincie Groningen inzake de inpassing van de varianten 5 en 6 en de betrokkenheid van hun zijde te beschikken. Genoemde overheden zijn betrokken in het voortraject. Bestuurlijk adviezen voor zover die zijn binnengekomen zijn verwerkt in deze nota. Voor wat betreft eventuele schade en waardevermindering wordt verwezen naar de tekst over planschade in hoofdstuk 2. 35.
Zienswijze van M.L.C. Bangma (gedateerd 7 augustus 2014 en ontvangen 11 augustus 2014)
1. Er zou m.i. meer werk besteed moeten worden aan het verbeteren van de oorspronkelijke opties 0+ en 0++. Ik krijg de indruk dat de ambtenaren te veel hebben geluisterd naar de nadrukkelijk aanwezige aanwonenden die bang zijn dat 0+ en 0++ voor hen tot meer overlast zouden gaan leiden. Maar bij de andere varianten worden weer andere mensen gedupeerd. Er moeten toch verkeerstechnische maatregelen mogelijk zijn om eventuele toename van de hinder voor de aanwonenden te beperken? Waarom geen “achterom” gecreëerd voor de aanwonenden? Bij de aanleg van de bedrijventerreinen bij Surhuisterveen en Opende is dat destijds wel gedaan, die zijn vanaf de Skieding niet toegankelijk! Ook is er al een voorbeeld van een bedrijfje dat zelf zo’n achterom voor fietsers en voetgangers heeft. Wat betreft de onoverzichtelijke situaties bij de kruisingen: Een betere (electronische) waarschuwing voor aankomend kruisend verkeer in de plaats van die totaal verouderde statische waarschuwingbordjes zou daar op zijn plaats zijn ter voorkoming van ongelukken. 2. De publicatie alleen al van het voornemen van een mer procedure maakt dat mijn huis in één klap fors in waarde gedaald , zo niet onverkoopbaar is geworden . lmmers, wie koopt er een huis voor de prijs die het vóór die publicatie zou opbrengen,als er plannen bestaan mogelijk een drukke verkeersweg op 80 meter afstand te gaan aanleggen?(varianten 5 en 6) Ik ben 82 jaar en zal gezien mijn leeftijd mijn huis en grond mogelijk de komende jaren moeten verkopen . In dat geval zal ik de provincie Friesland dus moeten aanspreken voor planschade. Ik meen overigens dat tijdens de bijeenkomsten is gezegd dat de varianten 5 en 6 niet in overweging zouden worden genomen. Uiteraard zal ik de gemeente Grootegast bij de volgende WOZ aanslag wijzen op de waardevermindering van mijn huis. 3. Ad.Pag.32: Wilhelmina Rustoord wordt binnenkort buiten werking gesteld als verpleeghuis. Reactie: Het proces om tot een oplossing te komen voor knelpunten die er zijn, heeft een ontwikkeling gehad die niet vooraf is voorzien. Vanwege de feiten die er liggen is
45
besloten een MER-studie uit te voeren om tot een zorgvuldig afgewogen besluit te komen. In de MER-studie worden de effecten van onder andere leefbaarheid (o.a geluidhinder en luchtverontreiniging), de verkeersveiligheid, bedrijvigheid, recreatie en toerisme, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. In de varianten is de optie voor ‘achterom’ wegen opgenomen. In de kaart met de verschillende varianten is dat weergegeven met groene lijnen. Het onderzoek zal uitwijzen wat de beste uitvoering zal zijn. Voor wat betreft eventuele schade en waardevermindering wordt verwezen naar de tekst over planschade in hoofdstuk 2. Een zorgvuldige afweging kost tijd. Dat betekent een tijdelijke onduidelijke situatie voor u en verschillende anderen in de omgeving. Wij begrijpen dat dit vervelend kan zijn. Uw opmerking over Wilhelmina Rustoord en opties voor oplossingen van knelpunten betrekken wij bij het opstellen van het MER. 36.
Zienswijze van M. Jacobi (gedateerd 8 augustus 2014 en ontvangen op 11 augustus 2014.
U heeft uw Ontwerp Notitie Reikwijdte en Detailniveau Milieueffectrapportage m.b.t. de N358, De Skieding ter inzage gelegd voor de periode 16 juni tot en met 11 augustus 2014. Binnen deze periode kan een ieder zienswijzen indienen tegen deze notitie. Graag maken wij van dit recht gebruik. Onze zienswijze spitst zich tot op de onderbouwing en analyse in de notitie m.b.t. tracévariant 2. Deze variant projecteert de weg nagenoeg naast mijn perceel, Wildveld 33 te Achtkarspelen. Wij begrijpen dat bij deze variant het huidige tracé van De Skieding wordt gereduceerd tot een lage snelheid ontsluitingsweg van aanwonenden. Gevolg zal zijn dat al het doorgaande verkeer met hoge snelheid vlak langs mijn perceel zal gaan rijden. Een drukke provinciale doorgaande weg betekent een groot aantal negatieve gevolgen voor mijn perceel: 1. de luchtkwaliteit zal verslechteren 2. fijn stof zal toenemen 3. geluidsbelasting zal toenemen 4. mijn perceel (zaadgaarde, dus veel bomen) van 5 hectaren is een schuilplaats voor veel wild (reeën, uilen, vossen, konijnen, hazen, salamanders, padden, kikkers, spechten, fazanten etc.) 5. op mijn perceel komen zeldzame planten voor als de wilde orchidee. Op mijn perceel heeft een agrarische bestemming met bedrijfswoning en aanvullende bebouwing. Mijn bedrijf is gericht op het winnen van boomzaden. Op het perceel staan hiertoe een groot aantal specifiek geselecteerde bomen. Het boomzaad wordt geleverd aan boomkwekers. 46
De aanwezigheid van het bos maakt deze 5 hectaren een bijzondere plek voor genoemde dieren. Deze komen uit de weide agrarische omgeving en vinden hier hun rustplaats. Uw variant 2 trekt letterlijk een streep door de aanlooproutes van deze dieren. Daarnaast zullen wij veel geluids-, fijn stof- en stankoverlast gaan ondervinden. In de onderbouwing van de varianten vinden wij geen aandacht voor deze bijzondere situatie voor mens en dier in het gebied rond wildveld 33. Hoofdstuk 5 is algemeen verwoord en heeft enkel aandacht voor de grotere natuurgebieden. Op pagina 40 onder natuur geeft u wel aan dat er negatieve gevolgen zijn, maar dit wordt niet uitgewerkt. Wat ons ook opvalt is een denken vanuit de bestaande situatie. Natuurlijk levert een nieuw tracé voor de aanwonenden aan De Skieding een positief effect op. Onderbelicht is de keerzijde van de medaille. De winst voor de een is een last voor de ander. Het is voor ons pijnlijk om te lezen bij het kopje 'leefbaarheid' op pagina 40 dat 'In de meeste varianten met een nieuw tracé wordt dit aspect positief beoordeeld omdat in de nieuwe situatie de hoofdweg deels op veel grotere afstand van de woningen komt te liggen dan in de huidige situatie.' Wat wordt met deze 'woningen' bedoeld? Als het de woningen van de bestaande aanwonenden van De Skieding betreft klopt deze bewering zeker, maar is zij onvolledig, want laat de andere woningen buiten beschouwing. Als onder woningen ook mijn woning wordt bedoeld, dan is deze bewering NIET juist. De notitie betreft vooral de gevolgen .voor natuur en milieu. Wij maken van deze gelegenheid gebruik te melden dat bij een uiteindelijke keuze voor variant 2 wij zeker een beroep gaan doen op de mogelijkheid van planschade. Reactie: In de MER-studie worden de effecten, waaronder leefbaarheid (o.a geluidhinder en luchtverontreiniging), verkeersveiligheid, bedrijvigheid, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Hoewel niet in het NRD opgenomen, zal ook de autonome ontwikkeling worden beschouwd van de bestaande situatie. Bij het beoordelen van afstanden van woningen dan wordt in zijn algemeenheid een beoordeling gedaan. Een positieve beoordeling voor het algemene kan individueel een ander oordeel krijgen. Wij nemen uw informatie mee bij de beoordeling van zowel natuur als uw bedrijvigheid en betrekken dat bij het opstellen van het MER. Wanneer er een besluit wordt genomen over een uitvoeringsvariant zal worden bekeken of er sprake is van waardevermindering en/of onteigening van grond, woning of bedrijf en wat in dat geval nodig is voor betreffende situatie. 37.
Zienswijze van MTS Meyer Nyk, ondertekend door J. Meijer, A.L. Meijer-Nijk en W. Meijer (gedateerd 10 augustus 2014 en ontvangen 12 augustus 2014
Bij dezen een aantal punten waarom variant nr 2 niet onze voorkeur heeft. 1. Variant nr 2 doorkruist de percelen nr1 en nr 2 en misschien nr 3 (zij bijlage) Zodat deze percelen niet meer voor landbouwgrond te gebruiken zijn. 47
Deze grond is nodig om in de zomer voer te maken voor de melkkoeien van het bedrijf. 2. aantasting natuur in het gebied (veel boomwallen), (reeën). (vogels enz) 3. geluidsoverlast en lichtvervuiling 4. afname toerisme –(fietspad Fianen wordt doorkruist door variant nr 2 en nr 3 (zie bijlage) Onze voorkeur gaat uit naar variant nr 0+, 0++, en nr. 1. Omdat bij alle andere varianten erg veel landbouwgrond gebruikt wordt. Voor bewoners scheiding zou oplossing kunnen zijn dubbele ventweg bij huizen (net als rondweg Drogeham) Groot landbouwverkeer op hoofdrijbaan. We vertrouwen erop dat deze punten serieus bekeken worden, en gaan ervan uit dat u ons van het verdere verloop van de Skieding op de hoogte houdt. Bijlage:
Variant nr 2, 3, 5, 6 4 iets minder, doorkruist veel landbouwgrond
Omcirkeld: percelen mts meijer-nyk (nr 1, 2 en 3 zijn 5931 en 5929) Groene lijn: fietspad Fianen
Reactie: In de MER-studie worden de effecten, waaronder leefbaarheid (o.a geluidhinder en luchtverontreiniging) de verkeersituatie, landbouw waaronder perceelsdoorsnijding, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Aan de hand daarvan wordt bekeken wat de beste oplossing is voor knelpunten. Wanneer er een besluit wordt genomen over een uitvoeringsvariant zal worden bekeken in hoeverre sprake is van verlies of doorsnijding van landbouwgrond en wat in dat geval nodig is voor betreffende situatie.
48
Om zorgvuldig een besluit te kunnen nemen wordt een MER-studie uitgevoerd. Wij zullen u en alle betrokkenen in de omgeving van alle stappen in de procedure op de hoogte houden. 38.
Zienswijze van P. Pama (gedateerd en ontvangen op 11 augustus 2014)
Weg door het westen i.v.m. veiligheid,geluidsoverlast,fijnstof. Huidige weg is niet geschikt voor meer verkeer i.v.m. de vele aanwonenden. De veiligheid komt dan in gevaar. Reactie: In de MER-studie worden de effecten, waaronder leefbaarheid (o.a geluidhinder en luchtverontreiniging) de verkeersituatie, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Aan de hand daarvan wordt bekeken wat de beste oplossing is voor alle verkeersknelpunten. 39.
Zienswijze van A. Attema (gedateerd en ontvangen op 12 augustus 2014)
Als inwoner van Buitenpost maak ik veel gebruik van de Skieding. Verbetering van deze ontsluitingsweg is voor het “achterland” (Achtkarspelen, Kollumerland en het Lauwersmeergebied) van groot belang. Hierbij dient de verkeersveiligheid en een optimale doorstroming het uitgangspunt te zijn. Dit vereist een variantkeuze die: - Zo kort mogelijk is - Geen kruipunten of rotondes heeft (ongelijkvloerse kruisingen) - Zowel goed aansluit richting Groningen als richting Heerenveen Op basis van deze criteria gaat mijn voorkeur uit naar variant 6 Voordelen / mogelijkheden: - Alleen een stroomweg aanleggen vanaf rotonde bij Surhuisterveen naar nieuwe aansluiting op de A7 - Kortste lengte: 350 a 1.000 meter korter dan overige varianten - Geen parallelstructuur nodig (geen landbouwpad en fietspad) - Geen gelijkvloerse kruising en geen aansluitpunten in dit wegdeel - Sluipverkeer van/naar A7 richting Groningen via de Kealewei, Kornhorn – Marum wordt door de kortere afstand sterk ontmoedigd. - Huidige wegstructuur optimaliseren voor plaatselijk verkeer, landbouwverkeer en fietsers - Huidig wegtracee wordt een zeer aantrekkelijk woon- en verblijfsgebied Reactie: In de MER-studie worden de effecten, waaronder leefbaarheid, de verkeersituatie, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Aan de hand daarvan wordt bekeken wat de beste oplossing is voor alle verkeersknelpunten. Wij betrekken uw inbreng voor zover van toepassing in het MER. 40.
Zienswijze van B. Bouma (gedateerd en ontvangen 12 augustus 2014)
Variant 2, 3, 5 en 6, en in iets mindere mate variant 4, hebben mijns inziens: • een enorme impact op de omgevingsfactoren Natuur & Milieu; boomwallen (behorende bij de Wâlden) gaan verloren en natuurlijk landschap wordt vernield t.b.v. een nieuwe weg. 49
•
• • • •
• •
meer geluidsoverlast tot gevolg, dit,. Doordat er nu twee wegen zijn i.p.v. één; op beide wegen is nu sprake van geluids- en lichtoverlast, voor zowel bewoners aan de nieuwe weg als bewoners aan de oude weg. Deze extra overlast heeft ook gevolgen voor Fauna (reeën/herten) die hier leven. gevolgen voor de Fauna (reeën/herten) doordat hun habitat wordt doorsneden door nóg een extra weg. gevolgen voor de wandel- en fietspaden die er nu zijn, welke lopen door o.a. stiltegebieden als Fianen en Wildveld als Trimunt. gevolgen voor toerisme, want als toerist zoek je de rust en de natuur op en een nieuw aan te leggen tracé werkt dit juist tegen. gevolgen voor de bewoners die gekozen hebben in in een rustgebied te gaan wonen. Hun ‘aantasting van woongenot’ is buitensporig t.o.v. het huidige tracé (variant 0+/0++/1), daar déze mensen bewust gekozen hebben te gaan wonen aan de N358. een verplaatsing van het probleem tot gevolg, met meer geluidshinder voor nieuwe bewoners, terwijl ook het landschap nog wordt aangetast. tot gevolg dat een weg voor langzaam verkeer zal ook sluiproute worden.
De huidige weg is, zo is ons verteld op de bijeenkomst, een gevaarlijke weg; men rijdt er te hard, er zijn afslagen naar Wildveld, Heideloantsje e.d. en daardoor moet de weg worden verplaatst. Dus……als je te hard rijdt op een bestaande weg, die daardoor gevaarlijk wordt, krijg je ‘als beloning’ een nieuwe, bredere weg…… waarop je dan weer harder kan rijden. Je kunt beter de bestaande weg aanpassen met manieren waarop je op de weg niet harder kúnt dan 80 km per uur. De bestaande afslagen als Wildveld en Heideloantsje laten vervallen is daar b.v. een onderdeel van. Volgens een medewerker tijdens de bijeenkomst in Surhuisterveen werd er gezegd dat er relatief weinig ongevallen plaatsvinden op de N358. Alleen de af- en toeritten naar de bestaande woningen én de afritten Wildveld, Heideloantsje, Poelbuurt, Parksterdwarsweg en Leidyk/Schieding vormen een probleem. Oplossing: • Sluit de afritten naar Parksterdwarsweg en Leidyk af. Maak vanaf de zandwinning Parksterdwarsweg náást de N358 een parallelweg waarlangs deze mensen ínclusief de zandwinningsauto’s naar de rotonde bij de Folgersterloane worden geleid. • Sluit de afrit naar de Poelbuurt af. De mensen wonende aan deze weg kunnen rijden via Topweer naar noorden naar de Provinciale Weg in Opende alwaar zij via de rotonde bij ‘De Piramide’ de N358 kunnen oprijden. • Tegenover de Leidyk het weggetje De Skieding af laten buigen naar de aansluiting bij de A7 (parallelweg). • Sluit het Heideloantsje én het Wildveld af. Verbind het Wildveld met het Heideloantsje voor autoverkeer, zodat het Wildveld, startende op de Trije Roeden thv nr 28 weer aansluit op de Warreboslaan t.h.v. Heideloantsje nr 2. Verkeer vanuit Houtigehage en Boelenslaan kunnen de N358 dan benaderen via Houtigehage Luchtenveld, dan Folgesterloane met aansluiting op de rotonde Skieding N358. Dit voorkomt sluipverkeer door het Wildveld; huidige bewoners kunnen via Surhuisterveen óf via Houtigehage hierboven benoemd de N358 bereiken. Einde Wildveld is dan afgesloten, maar maak een aansluiting d.m.v. een fietspad op het fietspad gelegen naast de huidige Skieding.
50
De af- en toeritten naar de bestaande woningen kunnen blijven bestaan (verkeersremmende maatregelen???) óf de woningen kunnen aan de achterkant ontsloten worden dmv een parallelweg aan de achterkant van de woningen. Al met al voor voor menigeen een betere oplossing dan de bestaande weg verplaatsen met alle gevolgen en bezwaren zoals hierboven reeds benoemd. Reactie: In de MER-studie worden de effecten, waaronder leefbaarheid (o.a geluidhinder en lichten luchtverontreiniging) de verkeersituatie, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Aan de hand daarvan wordt bekeken wat de beste oplossing is voor alle verkeersknelpunten. Deze krijgen in het MER in een probleemanalyse uitgebreider aandacht. Uw oplossingen kunnen als input dienen voor de oplossingen die gezocht worden voor de knelpunten en worden betrokken bij het opstellen van het MER. 41.
Zienswijzen van B.J.Sloot en L.H.M. Sloot Joostens (gedateerd en ontvangen op 12 augustus 2014)
Opmerking procedure Ondergetekenden vernamen pas eind juni 2013, van derden, dat er op 6 juni 2013 een bijeenkomst was gehouden m.b.t. de plannen voor De Skieding (N358). Ondergetekenden waren tot dan niet op de hoogte van de plannen van De Provincie en werden voor deze bijeenkomst niet geïnformeerd en/of uitgenodigd. Ondergetekenden waren dan ook niet aanwezig. Voorts bleek ons in september 2013, dat er omstreeks maart 2013 ook al een inspraakbijeenkomst was gehouden, waarbij aanwezigen (voornamelijk aanwonenden en enkele ondernemers) alternatieve varianten aan konden dragen.
51
Punten zienswijze Ondergetekenden hebben een koopwoning gekocht aan De Warrebosk nr. 8 te Drachtstercompagnie. Wij hebben destijds bewust gekozen voor deze woning aan de Westzijde van De Warrebosk, vanwege de ligging, namelijk; Het weidse uitzicht over het kleinschalige karakteristieke boomwallenlandschap “De Wouden”Het zogenaamde Coulisselandschap; De ligging aan de Wyken (honderden jaren oude slotenstructuur, waarlangs afgegraven veen werd afgevoerd); Een stil gebied met hoge en zeer diverse natuurwaarden (flora en Fauna) Door aanleg van de varianten 2 en 3, zou ons woongenot zeer sterk worden aangetast. Stilte en natuur zouden plaats maken voor geluidoverlast en stank. Door de variant 2 te kiezen, zouden zelfs De Wyken en boomwallen doorsneden worden, ons inziens een ernstige aantasting van een prachtig eeuwenoud natuurgebied. Onze woning is door zijn unieke ligging (uitzicht, natuur en stilte), aantrekkelijk voor de rust/natuurzoeker. Gelet op bovenstaande, spreekt het voor zich, dat door de aanleg van de varianten 2 en 3, onze woning aanzienlijk in waarde zal dalen. Uiteindelijke zienswijze Ondergetekenden zijn dan ook van mening dat het best gekozen kan worden voor de variant 0 of 0+, met andere woorden, zoveel mogelijk gebruik maken van het huidige, bestaande tracé. Reactie: Het proces om tot een oplossing te komen voor knelpunten die er zijn heeft een ontwikkeling gehad die niet vooraf is voorzien. Vanwege de feiten die er liggen is besloten een MER-studie uit te voeren om tot een zorgvuldig afgewogen besluit te komen. Wij streven er in de vervolgprocedure naar om betrokkenen in de omgeving steeds zo goed mogelijk op de hoogte te houden. Uw reactie nemen wij mee voor het vervolgtraject om mede daarmee de communicatie met de omgeving verder te optimaliseren. In de MER-studie worden de effecten, waaronder leefbaarheid (o.a geluidhinder en licht- en luchtverontreiniging) de verkeersituatie, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. 42.
Zienswijze van de directeur H. van der Werf van de Friese milieufederatie namens de Friese Milieu Federatie, mede namens It Fryske Gea, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer regio Noord, Landschapsbeheer Friesland en Natuur en Milieufederatie Groningen (gedateerd 12 augustus 2014 en ontvangen 13 augustus 2014)
Hierbij maken wij - de Friese Milieu Federatie, mede namens It Fryske Gea, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer regio Noord, Landschapsbeheer Friesland en Natuur en Milieufederatie Groningen - gebruik van de mogelijkheid tot inspraak op de notitie Reikwijdte en Detailniveau milieueffectrapportage (NRD) voor de N358 - ook wel De Skieding genoemd.
52
In deze reactie gaan wij in op de vraag of de NRD volledig is en of de gegevens juist zijn. Aangezien er een reactie op de NRD wordt gevraagd, geven wij in deze brief geen standpunt van onze zijde op het plan. Wij stellen voor om ons standpunt en verdere ideeën toe te lichten in een gesprek. Daarbij moet het ons van het hart dat het plan en de nu gepresenteerde varianten voor ons 'uit de lucht kwamen vallen'. Wij dringen erop aan om in het vervolgtraject meer en beter te worden betrokken. Streekplan Fryslan In de NRD wordt naar onze mening een belangrijk beleidsdoel voor nieuwe infrastructuur uit het streekplan niet genoemd, namelijk: • nieuwe infrastructuur zoveel mogelijk te bundelen met bestaande infrastructuur; [bron: Streekplan Fryslan, p. 67] In de MER zouden wij graag opgenomen willen hebben of de variant strookt met het beleid van de provincie. Weg als gebiedsontwikkelingsproject De aanleg van wegen wordt meer en meer gezien als een gebiedsontwikkelingsproject. Werd voorheen alleen een weg aangelegd om sneller en veiliger van A naar B te kunnen, nu wordt de aanleg van een weg gezien als de motor van een ontwikkeling van een heel gebied. Daarbij wordt een heel gebied in de buurt van de weg als plangebied gezien en worden diverse maatregelen voor het gehele gebied genomen op het vlak van het onderliggend wegennet, natuur, landschap, et cetera. Kortom een integrale aanpak. De huidige uitwerking van de Centrale As is daarvan een sprekend voorbeeld. Een dergelijke aanpak missen we bij De Skieding. Nut en noodzaak In de NDR constateert u dat er in de huidige situatie sprake is van knelpunten ten aan zien van de verkeersveiligheid en doorstroming. Op grond van de etmaal-verkeersintensiteiten zou de huidige weg naar ons oordeel echter voldoende capaciteit hebben. En van filevorming is geen sprake. De aanleg van een geheel nieuw tracé is een kostbare en ingrijpende oplossing. Dit klemt temeer nu dat nieuwe tracé wordt geprojecteerd in een prachtig, goed bewaard singellandschap: Nationaal Landschap Noordelijke Friese Wouden. Wij dringen er dan ook op aan in het kader van de MER een grondig onderzoek in te stellen naar nut en noodzaak van een nieuw tracé. In 2005 heeft het toenmalig Tweede Kamerlid Co Verdaas het MIT-manifest 'Van roerei tot omelet' gepresenteerd. Centraal in dit manifest staat een op de SER-ladder geïnspireerde systematiek, bekend geworden als de Ladder van Verdaas, waarmee eerst gekeken wordt of er alternatieve oplossingen mogelijk zijn voordat wordt besloten tot aanleg van nieuwe infrastructuur. De treden van de Ladder van Verdaas: 1. Ruimtelijke ordening. Bouw compact, zodat reisafstanden kort zijn. Bouw dicht bij openbaarvervoer knooppunten, zodat autogebruik niet nodig is. 2. Prijsbeleid. Met betaald parkeren en een passageheffing in de stad en met goed en goedkoop openbaar vervoer wordt de keuze van de automobilist beïnvloed. 3. Openbaar vervoer (en fiets). Zorg voor goed openbaar vervoer en uitmuntende Fietsroutes. 53
4. Mobiliteitsmanagement: bevorder spreiding van de spits, telewerken, carpoolen, telefonisch vergaderen en gebruik van ander vervoer. 5. Benutting. Verbeter de efficiëntie van bestaande wegen. De wegcapaciteit is het grootst bij 50 tot 60 km/uur. 6. Aanpassing aan de bestaande infrastructuur. Pas de huidige wegen aan om de knelpunten op te heffen. 7. Nieuwe infrastructuur. Volledig nieuwe wegen aanleggen is pas aan de orde als bovenstaande maatregelen de problemen niet oplossen. Inmiddels loopt de mobiliteit in Nederland, ook in Friesland, terug. En de plattelandsbevolking vergrijst en krimpt: daarmee zal de verkeersdrukte, ook op de N358, met name in de spits, nog verder afnemen. Wij dringen er op aan dat de laatste bevolkings- en mobiliteitsprognoses bij dit onderzoek worden betrokken. In dat verband wijzen wij u op p. 28-29 van de NRD. Op basis van de grafiek van de verkeersintensiteit wordt geconstateerd dat, na een daling vanaf 2004, de verkeersintensiteit op de weg sinds 2007 weer toeneemt richting 9000 verkeersbewegingen per etmaal. De NDR is van 2014, maar deze grafiek loopt t.e.m. 2011: de tellingen over 2012 en 2013 zijn inmiddels beschikbaar. Zet deze trend door? Landbouwverkeer Geconstateerd wordt dat het landbouwverkeer nu gebruik maakt van de gebiedsontsluitingsweg. Dit is, uit oogpunt van verkeersveiligheid en doorstroming, een ongewenste situatie. Maar door schaalvergroting, zowel van de agrarische bedrijven als van de gebruikte machines, neemt het landbouwverkeer op de weg nog steeds af. Onderzocht zou kunnen worden of het landbouwverkeer op de N358 door kavelruil nog verder kan worden terug gedrongen. Er ligt een mooi breed fietspad langs de weg. Het weinige landbouwverkeer zou ook hier gebruik van kunnen maken, na enige aanpassingen. Dit is een goedkopere en landschappelijk minder ingrijpende oplossing dan de aanleg van een nieuwe weg. Wij dringen er op aan dit in het onderzoek mee te nemen. Onderbouwing Wij verwachten dat de MER de volgende inzichten/onderbouwingen biedt: - Een uitputtende lijst aan mogelijkheden om de verkeersveiligheid te verbeteren en inzicht in de effecten van dergelijke maatregelen op het aantal verkeersslachtoffers. - De enige oplossing die nu voor de verbetering van de verkeersveiligheid wordt geboden, is het aanleggen van een nieuwe weg. Maatregelen als ongelijkvloerse kruisingen, brede groenstrook in het midden van de weg, fysieke scheiding van de weghelften, et cetera zijn in de NRD niet genoemd. Met name bij de 0+en de 0++ variant verwachten we dat deze maatregelen worden meegenomen in de uitwerking; - In de NRD wordt het aantal verkeersslachtoffers genoemd. Dit aantal zegt nog niets hoe gevaarlijk de weg nu is ten opzichte van andere wegen in Fryslan en het nabije Groningen; - In de NRD worden wel etmaalintensiteiten genoemd maar dit zegt nog niets over de doorstroming op de huidige weg. In de MER verwachten wij dat voor alle varianten de intensiteit/capaciteitsverhouding (l/C) wordt gegeven. Ook in relatie tot de toekomstprognoses; - In de toekomstprognoses van het aantal weggebruikers verwachten we dat er aandacht wordt besteed aan de verdere vergrijzing die - juist in dit gebied – in Fryslân optreedt; - In de onderzoeken op het gebied van natuur maken wij veelvuldig mee dat er te weinig onderzoek plaatsvindt, niet op het juiste tijdstip, soorten worden vergeten, et cetera. Wij 54
verwachten een gedegen ecologisch onderzoek met in het bijzonder onderzoek naar vleermuizen. Milieueffecten Bij de te verwachten milieueffecten missen wij een aantal (deel-)onderwerpen te weten; - het aantal kilometer aan nieuwe weg; - het aandeel wat de wegvariant heeft in het benutten van de bestaande weg; - of de variant bijdraagt aan een verdere versnippering van het buitengebied. Tevens missen wij het onderdeel kosten. Hoewel dat strikt genomen geen milieueffect is, wordt dit veelal wel in een MER meegenomen om de realiteitswaarde van de verschillende varianten te kunnen beoordelen en/of de kosten in verhouding staan tot de noodzakelijke ingreep. Wij als belanghebbenden dringen erop aan om bovenstaande punten mee te nemen in de uiteindelijke MER opdat er een objectieve MER verschijnt op basis waarvan een gedegen en weloverwogen besluit genomen kan worden. Reactie: Alle varianten worden getoetst aan vigerend beleid en wet- en regelgeving, waaronder provinciaal beleid. Weg als gebiedsontwikkelingsproject Het gaat in deze niet direct om aanleg van een nieuwe weg zoals bij de Centrale As. Uitgangspunt voor dit MER is: Bepaal via een MER-studie wat de beste oplossing is voor verkeersknelpunten op de N358 De Skieding, als onderdeel van de verbetering van het hele tracé N358 Uterwei- De Skieding. Dat betekent dat milieueffecten worden onderzocht van alle varianten, waaronder varianten op basis van de bestaande weg. Daarbij is het uitgangspunt om te komen tot een zo goed mogelijk inpassing in het bestaande landschap. Waar nodig zullen mitigerende en/of compenserende maatregelen getroffen worden. Op basis van het MER wordt een besluit genomen over de uitvoeringsvariant. Afhankelijk van de uitkomst is er mogelijk een inpassingsplan nodig. We vinden het niet nodig om vooruitlopend daarop van alle varianten inpassingsplannen op te nemen. Binnen een MER is er altijd sprake van belangenafweging. In de NRD is opgenomen wat de onderwerpen zijn die worden onderzocht en beoordeeld. Mede op basis daarvan zal definitieve besluitvorming plaatsvinden. Nut en noodzaak In het MER komt de probleemanalyse nogmaals aan de orde en zal meer aandacht krijgen. Daarmee wordt nut- en noodzaak tegelijkertijd belicht. Om tot een goed besluit te komen waarin naast nieuwe tracévarianten ook varianten op de bestaande weg worden onderzocht vinden we dat alternatieven voldoende worden onderzocht. U geeft de Ladder van Verdaas aan. We hebben te maken met knelpunten van een bestaande weg waar een oplossing voor gezocht moet worden en hebben niet direct invloed op alle genoemde punten uit de ladder van Verdaas. De punten 6 en 7 zijn uitgangspunten die worden gehanteerd bij het uitvoeren van de MER-studie. In het MER zal rekening gehouden worden met toekomstige ontwikkelingen van onder andere krimp en veranderingen in de verkeerstructuur. Actuele gegevens en prognoses worden daarin meegenomen. 55
Landbouwverkeer Uit de probleemanalyse zal blijken wat de grootste knelpunten zijn en wat daarvoor de beste oplossing is. U geeft aan dat schaalvergroting invloed zal hebben op het verkeer. Of gebruik van het fietspad voor landbouwverkeer geschikt is zal onderdeel uitmaken van de MER-studie. Er zal daarbij ook rekening moeten worden gehouden met de combinatie van landbouwmachines met fietsverkeer. Onderbouwing Zoals eerder aangegeven zal de probleemanalyse uitgebreider aandacht krijgen in het MER. Met het nog meer inzichtelijk maken van de knelpunten wordt ook duidelijker welke mogelijkheden er zijn voor oplossingen. Onderdeel van de probleemanalyse is het aantal verkeersslachtoffers en dan in relatie tot het aantal slachtoffers op vergelijkbare wegen, de relatief korte provinciale wegen. Voor alle varianten wordt in het MER zoals door u ook voorgesteld de intensiteit/capaciteitsverhouding meegenomen, ook voor de toekomstige situatie. Natuur maakt volwaardig deel uit van het MER. Indien er onvoldoende actuele gegevens over flora en fauna beschikbaar zijn, zal aanvullend onderzoek moeten worden uitgevoerd. Milieueffecten Naast dat de probleemanalyse uitgebreider wordt uitgewerkt, zullen ook de toetsingscriteria opnieuw aandacht krijgen. Alle aspecten die relevant zijn voor de beoordeling worden daarin meegenomen. Bij een besluit tot een uitvoeringsvariant zullen de kosten meegewogen worden. Vooreerst wordt gekeken naar de beste oplossing voor de knelpunten. 43.
Zienswijze van H. v.d. Boon namens LTO Noord Achtkarspelen (gedateerd en ontvangen 13 augustus 2014)
LTO Noord Achtkarspelen is van mening dat er zo weinig mogelijk landbouwgrond gebruikt moet worden voor nieuwe wegen. Het doorkruist huiskavels, versnippert percelen en leidt tot vermindering van landbouwgrond op bedrijfsniveau. Dit heeft nadelige gevolgen voor de bedrijfsvoering. Een grote huiskavel is essentieel voor een goed renderend bedrijf en beweiding. Daarom gaat onze voorkeur uit naar het verbeteren van de huidige Skieding. Wij gaan ervan uit dat u het belang van onze leden in het vervolgtraject mee zult nemen. Reactie: In de MER-studie worden de effecten, waaronder leefbaarheid (o.a geluidhinder en luchtverontreiniging) de verkeersituatie, landbouw waaronder perceelsdoorsnijding, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Aan de hand daarvan wordt bekeken wat de beste oplossing is voor alle verkeersknelpunten. Veel doorsnijdingen draagt bij aan verlaging van een score voor een betreffende variant. Voor wat betreft eventuele schade en waardevermindering wordt verwezen naar de tekst over planschade in hoofdstuk 2.
56
44.
Zienswijze van S. Douma namens comitee De Scheiding (ontvangen en gedateerd 13 augustus 2014)
Dank voor de gelegenheid om mijn zienswijze kenbaar te maken mbt. De Scheiding (N358). Na de zg.NRD te hebben doorgenomen ben ik tot de conclusie gekomen om te gaan voor een veilige duurzame oplossing. Uit de varianten die naar voren zijn gekomen is mijns inziens de Westvariant de beste. Ik zal daar een korte toelichting op geven. Eerst even een terugblik in het verleden. Ca. dertig jaar geleden was de N358 een rustig landweggetje waar het verkeer langs elkaar sloop omdat er gewoon geen ruimte genoeg was voor snelheid. Met de toegenomen verkeersintentie (ver zevenvoudigd) is de veiligheid en het woongenot drastisch gedaald. Met de komst van het fietspad ca. 25 jr geleden is dit ondanks de positieve verwachting toendertijd vele malen erger geworden Juist het tegenovergestelde is realiteit geworden Er wordt vaak veel te hard gereden, en dit heeft tot gevolg dat er veel kopstaartbotsingen of bijna kopstaartbotsingen niet alleen bij de afslagen van wegen maar ook voor de woonerfaansluitingen plaatsvinden. De bewoners (aanwonenden) hebben op dit gebied al min of meer een zesde zintuig ontwikkeld om op of van de erven te komen. (van te voren goed en meerdere keren Uitkijken en vroeg voorsorteren en dan nog reageren op de zevende of achtste auto of die ook te hard rijd) Vooral aan de Groninger kant (oostzijde) De Friese kant heeft nog een fietspadbuffer Dit geeft iedere dag meerdere frustraties. (soms net roulette) De veiligheid van de bewoners en gebruikers komt naar onze beleving steeds meer in het geding.Ook het iedere dag voortrazende verkeermet de daarbij horende geluidshinder vlak voor onze woningen is een ware verschrikking. Stelt U zich eens voor dat U op zondag of andere dagen even op het terras wilt zitten.Dit is voor ons onmogelijk door het erge verkeerslawaai aan een stuk door de gehele dag.Dit kan zo niet langer. De geluidsnormen worden in onze beleving dan ook sterk overtreden. Ook fijn stof en stank is (benzine en diesel uitlaatgassen) zijn niet bevordelijk voor de gezondheid. Terugblikkend op het voorafgaande 30 jr en nu kan ik alleen maar concluderen dat de Scheiding lijdt aan obesitas.Immers een overbelast 80 km traject in een zogenaamde dichte lintbebouwing (woonwijk) kan geen oplossing zijn voor een veilige duurzame doorstroming. Mijn conclusie is dan ook, ga voor een duurzame oplossing die en de bewoners en gebruikers veiligheid bieden. Ook ik begrijp dat dit vele moeilijkheden met zich meebrengt. Boerderijen worden doorgesneden en woningen moeten worden verplaatst. Natuurwaarden worden aangetast, en zoveel meer argumenten Misschien is het een tweede oplossing een onderzoek te doen naar de bereidheid onder de bewoners om hun huizen te verkopen tegen een redelijke prijs.Er wordt dan niets aangetast qua natuur verkeer en geluidsoverlast en de baan ligt er klaar voor (korte route).Geen ruilverkavelingen waar een aantal ambtenaren jarenlang voorbereiding mee bezig zijn.Ook een kostenverslindend gebeuren/ en de tijdspanne kan korter zijn. Ook dat is een variant. Hopelijk kan mijn zienswijze een steentje bijdragen aan een veilige en duurzame oplossing. Voor een dialoog staan wij altijd open. 2-de deel van de zienswijze: Ps. Kunt U enige clementie betrachten met betrekking tot de sluitingsdatum. 57
Veel bewoners denken dat ze tot 1 september de tijd hebben om de zienswijze in te dienen. Wij hebben iedereen middels een brief geattendeerd op de sluitngsdatum ( 15 augustus) Reactie: Zie de reactie op de zienswijze 32 van S. Douma (ontvangen op 9 augustus 2014 ) Aanvullend: Wij hebben geen reden tot verlenging. Er is sprake geweest van een ruime termijn van ter inzage legging. Daarbij kon iedereen goed op de hoogte zijn vanwege uitgebreide publicatie. 45.
Zienswijze van L Veenstra, A Veenstra de Vries (gedateerd en ontvangen op 13 augustus 2014)
Wij zijn van mening dat een nieuw tracé de beste en veiligste oplossing is. Er hoeven geen maatregelen te worden getroffen met betrekking tot geluidshinder en er kan minder rekening gehouden worden met de verschillende milieuaspecten. De Skieding blijft dan voor langzaam verkeer, aanwonenden en bestemmingsverkeer,het fietspad kan blijven zoals het is. Reactie: In de MER-studie worden de effecten, waaronder leefbaarheid (o.a geluidhinder en luchtverontreiniging) de verkeersituatie, landbouw, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Aan de hand daarvan wordt bekeken wat de beste oplossing is voor alle verkeersknelpunten. 46.
Zienswijze van H.A. van Bottenburg (ontvangen en gedateerd 13 augustus 2014)
De noodzaak van verbreding is ons totaal onduidelijk aangezien de Scheiding bij lange na niet zo druk meer is als vroeger toen nog 2 expeditie bedrijven uit Surhuisterveen over deze weg naar de A7 reden. Optie 4 is in ons geval een onacceptabele variant aangezien de weg op de hoek van de Parksterdwarsweg het land in komt en dicht achter ons perceel langs loopt. Dat betekent voor ons een drukke weg vlak achter het huis en de bestaande Scheiding aan de voorkant. Het woongenot met name het uitzicht waarvoor wij in 1983 hier zijn gaan wonen en de rust aan de achterkant is hiermee verdwenen. De huis wordt onverkoopbaar hierdoor en de waarde zal aanzienlijk dalen. Bovendien begrijpen wij absoluut niet waarom een 'Fries' probleem aan de Groninger kant moet worden opgelost. Dit gaat ook ten koste van een bloeiend melkveebedrijf achter ons. Reactie: Hoewel het al redelijk duidelijk is waar de knelpunten liggen in de N358 zal in het MER de probleemanalyse nog uitgebreider worden bekeken. In de huidige analyse is gebleken dat de intensiteit van het weggebruik nog steeds dezelfde is en in de toekomst verder zal uitbreiden. Zie daarvoor de NRD op pagina 29. In het MER zullen de meest actuele gegevens verwerkt worden. De knelpunten die er liggen zijn een verkeersprobleem en tegelijkertijd een omgevingsprobleem. Daarbij kan niet een scherpe grens gelegd worden in de omgeving. In de MER-studie worden de effecten van onder andere leefbaarheid (o.a geluidhinder en luchtverontreiniging), de verkeersituatie, bedrijvigheid, recreatie en toerisme, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Dit moet objectief 58
kunnen plaatsvinden zonder dat vooraf om welke reden dan ook varianten worden uitgesloten. Aan de hand daarvan wordt bekeken wat de beste oplossing is voor alle verkeersknelpunten. Voor wat betreft eventuele schade en waardevermindering wordt verwezen naar de tekst over planschade in hoofdstuk 2. 47.
Zienswijze van J. Wolters namens het Bestuur van de Ondernemersfederatie Noord Oost Friesland gedateerd 13 augustus 2014 en ontvangen 14 augustus 2014.
Het bestuur van de ONOF is van mening dat voor een nieuw tracé voor De Skieding de westelijke varianten 3 of 2 voorkeur genieten. Dit relatief dun bevolkte gebied biedt ruime mogelijkheden voor een veilige en ongehinderde verkeersstroom. De aangegeven flauwe bochten zijn van een geheel andere orde dan de huidige kronkels in de bestaande N 358. Bovendien wordt de talrijke bestaande bebouwingen, erven en uitritten aan De Skieding N 358 vermeden. Om deze reden moet o.i. worden afgezien van handhaving en een slechts beperkte opwaardering van de huidige N 358. Misschien is het een overweging om na uitvoering van een nieuw tracé de bestaande N 358 over te dragen aan Prov.Groningen c.q. gemeente Grootegast. Deze weg is alsdan immers nog slechts van lokale betekenis voor de aanwonenden, die dan wel bevrijd zijn van de huidige grote verkeersdruk. Ook kan hierbij bedacht worden dat de meeste aanwonenden aan de oostzijde van de weg in de Prov. Groningen c.q. gem. Grootegast woonachtig zijn. Voordelen van de varianten die in meerdere of mindere mate op Gronings gebied zijn aangegeven, ziet ons bestuur niet. In tegendeel, de betrokkenheid van meer overheidsorganen zal — naar wij vrezen - veel bestuurlijke complicaties en competentiekwesties opleveren. Tenslotte merken wij op dat door vakanties e.d. wellicht een tijdslimiet voor indiening van deze zienswijze enkele dagen is overschreden. Wij verzoeken U bij dit aspect enige ruimhartigheid te betrachten en het bovenstaande mee te laten wegen in uw besluitvorming. Reactie: In de MER-studie worden de effecten van onder andere leefbaarheid (o.a geluidhinder en luchtverontreiniging), de verkeersveiligheid, bedrijvigheid, recreatie en toerisme, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Aan de hand daarvan wordt bekeken wat de beste oplossing is voor alle verkeersknelpunten. Wanneer er een besluit wordt genomen over een uitvoeringsvariant zal worden bekeken wat de consequenties zijn wat in dat geval nodig is aan maatregelen. Uw zienswijze is binnengekomen binnen de termijn van terinzagelegging en is daarom door ons in de reactienota behandeld. 48.
Zienswijze van P. Wagenaar gedateerd 13 augustus 2014 en ontvangen 14 augustus 2014.
Wat ons betreft mag de Skieding (scheiding) blijven zoals ze nu is. Wanneer de mensen die er gebruik van maken zich meer bewust zouden zijn van de risico’s van hun eigen rijgedrag dan zouden de gevolgen ook minder dramatisch zijn. Dus wat ons betreft : bewustwording. Er hoeft dan ook geen kostbaar land opgeofferd te worden aan een geringe verhoging van de doorloopsnelheid. 59
Reactie: Uit de probleemanalyse is gebleken dat er te veel knelpunten zijn op De Skieding. In de MER-studie worden de effecten van onder andere leefbaarheid, de verkeersituatie, bedrijvigheid, recreatie en toerisme, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Aan de hand daarvan wordt bekeken wat de beste oplossing is voor alle verkeersknelpunten. Wanneer er een besluit wordt genomen over een uitvoeringsvariant zal worden bekeken wat de consequenties en of er doorsnijding van landschap zal plaatsvinden en welke maatregelen daarbij nodig zijn. 49.
Zienswijze van L. van der Heide (ontvangen op 14 augustus 2014)
Als bewoners van de scheiding zijn we het niet eens met het ontwerp om de weg te verbreden of een nieuwe weg aan de Groningse kant, met als gevolg nog meer verkeersdrukte , geluidshinder en vervuiling. De beste oplossing is een geheel nieuwe doorgaande weg voor het vracht en snel verkeer door Friesland optie 2 dus door de landen naar de A 7 en van de Scheiding een weg voor de omwonenden en het landbouwverkeer. Het woon en leefgebied van de bewoners van de Scheiding is de laatste jaren door het toe nemende verkeer er al niet beter op geworden. Reactie: De knelpunten die er liggen zijn een verkeersprobleem en tegelijkertijd een omgevingsprobleem. Daarbij kan niet een scherpe grens gelegd worden in de omgeving. In de MER-studie worden de effecten van onder andere leefbaarheid (o.a geluidhinder en luchtverontreiniging), de verkeersituatie, bedrijvigheid, recreatie en toerisme, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Dit moet objectief kunnen plaatsvinden zonder dat vooraf om welke reden dan ook varianten worden uitgesloten. Aan de hand daarvan wordt bekeken wat de beste oplossing is voor alle verkeersknelpunten. 50.
Zienswijze van Henk en Lamine Kooistra de Jong, gedateerd en ontvangen 14 augustus 2014)
Als ik de opties in ogenschouw neem, de verkeersveiligheid en doorstroming in gedachten houd, kom ik tot de conclusie dat, optie 6 de meest doeltreffende is. Echter het traject vanaf het samengaan met optie 5 ( ongeveer in het midden) naar Surhuisterveen toe de situatie van optie 5 hanteren. In die situatie worden er zo weinig mogelijk bewoners met de weg geconfronteerd op hun erf aansluitend bij de woning. Reactie: In de MER-studie worden de effecten van onder andere leefbaarheid, de verkeersveiligheid, bedrijvigheid, recreatie en toerisme, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Aan de hand daarvan wordt bekeken wat de beste oplossing is voor alle verkeersknelpunten. 51.
Zienswijze van Klara van der Velde, secr. Plaatselijk Belang Opende namens Plaatselijk Belang Opende gedateerd en ontvangen op 14 augustus 2014
60
Hierbij willen wij nog graag ons advies geven betreffende de N358, De Skieding, uw kenmerk 01141524. De voorkeur van het dorp Opende gaat uit naar variant 2 of 3. Deze varianten heeft onze voorkeur in verband met fijnstof, het lawaai, de aanwezige woningen en voorkoming van ventwegen achter de woningen. Wij zijn iets te laat met het insturen van deze voorkeur, maar wij rekenen erop dat u onze voorkeur nog mee laat wegen in de beslissing. Reactie: In de MER-studie worden de effecten van onder andere leefbaarheid (waaronder geluidhinder en luchtverontreiniging, de verkeersveiligheid, bedrijvigheid, recreatie en toerisme, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Dit moet objectief kunnen plaatsvinden zonder dat vooraf om welke reden dan ook varianten worden uitgesloten. Aan de hand daarvan wordt bekeken wat de beste oplossing is voor alle verkeersknelpunten. 52.
Zienswijze van Albert Helfrich namens de Organisatie Infra groep Surhuisterveen en H&I Surhuisterveen gedateerd en ontvangen op 14 augustus 2014.
De westelijke route heeft onze voorkeur. Een nieuwe en brede toegangsweg naar Surhuisterveen en achterliggende gebieden zijn gebaat bij een goede en probleemloze ontsluiting. De Scheiding kan dan goed gebruikt worden voor landbouwverkeer, fiets en andere recreatie passanten. Reactie: In de MER-studie worden de effecten van onder andere leefbaarheid (waaronder geluidhinder en luchtverontreiniging, de verkeersituatie, bedrijvigheid, recreatie en toerisme, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Dit moet objectief kunnen plaatsvinden zonder dat vooraf om welke reden dan ook varianten worden uitgesloten. Aan de hand daarvan wordt bekeken wat de beste oplossing is voor alle verkeersknelpunten. 53.
Zienswijze van Freerk Windstra namens de Vereniging voor Plaatselijk Belang te Surhuisterveen ( gedateerd en ontvangen op 14 augustus 2014.
Als vereniging voor plaatselijk belang kiezen wij voor de westelijke variant, zo mogelijk met eengescheiden tracé voor langzaam verkeer. Reactie: In de MER-studie worden de effecten van onder andere leefbaarheid (waaronder geluidhinder en luchtverontreiniging, de verkeersituatie, bedrijvigheid, recreatie en toerisme, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Dit moet objectief kunnen plaatsvinden zonder dat vooraf om welke reden dan ook varianten worden uitgesloten. Aan de hand daarvan wordt bekeken wat de beste oplossing is voor alle verkeersknelpunten. 61
54.
Zienswijze van H.W. van Zwieten en C.R. van Zwieten namens Van Zwieten Holding BV Handy ontvangen en gedateerd 14 augustus 2014.
In mijn en onze optiek zijn de plannen voor de herziening van de scheiding niet goed, als ik de nieuwe voorstellen zie , dan zie ik 2 lijnen over onze woning en 2 ernaast, terwijl wij 20 jaar terug deze buitengebied woning gekocht hebben voor het buitenleven, deze plannen verwoesten onze droom en haalt in onze ogen geen verbetering uit eerder een verslechteringen van het woongenot!kortom door het realiseren door het realiseren van deze plannen is er geen buitengebied meer voor ons! Reactie: In de MER-studie worden de effecten van onder andere leefbaarheid (waaronder geluidhinder en luchtverontreiniging, de verkeersveiligheid, bedrijvigheid, recreatie en toerisme, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Aan de hand daarvan wordt bekeken wat de beste oplossing is voor alle verkeersknelpunten. Na besluitvorming is duidelijk welke consequenties dit zal hebben. 55.
Zienswijze van E. v.d. Weg namens Familie v/d Weg , Coenrady gedateerd en ontvangen op 14 augustus 2014.
Mijn inziens moet er een weg gerealiseerd worden op een plaats waar zo weinig mogelijk woningen staan. Naar mijn inzien ligt er aan de Friese kant van De scheiding voldoende ruimte om een veilige nieuw tracé te realiseren. Op de plaats waar de deze weg nu ligt kan men nooit een veilige weg realiseren, dom weg om dat er teveel woningen aan staan. Van al deze woningen rijden de bewoners met hun auto van en op hun erf. Met de huidige snelheid van 80 km per uur is dit vaak erg onveilig ( zeker met vrachtwagens in volle vaart.) Uit eigen ervaring heb ik het al een aantal keren mee gemaakt dat ik vaart minderde en richting aan gaaf om af te slaan naar mijn erf, maar ik werd gewoon ingehaald waar door er dan bijna ongelukken gebeurden . Helaas heb sommige mensen geen geduld, men verwacht van deze weg dat ze ongehinderd door kunnen rijden naar de A7. Dit is wel mogelijk , maar niet waar de weg nu ligt. Ik hoop dat de provincie Fryslan een verstandige beslissing neemt en een echte veilige weg gaat realiseren op een plaats waar dat voor ieder het beste mogen zijn. Reactie: De knelpunten die er liggen zijn een verkeersprobleem en tegelijkertijd een omgevingsprobleem. Daarbij kan niet een scherpe grens gelegd worden in de omgeving. In de MER-studie worden de effecten van onder andere leefbaarheid (waaronder geluidhinder en luchtverontreiniging), de verkeersituatie, bedrijvigheid, recreatie en toerisme, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Dit moet objectief kunnen plaatsvinden zonder dat vooraf om welke reden dan ook varianten worden uitgesloten. Aan de hand daarvan wordt bekeken wat de beste oplossing is voor alle verkeersknelpunten.
62
56.
Zienswijze van H. Pama en T I Pama Uithof (gedateerd en ontvangen op 14 augustus 2014)
De provincie wil de provinciale weg N358 (Skieding - Uterwei) veiliger maken en de doorstroming verbeteren. Aldus Uw eigen nieuws brief op Uw eigen site. Derhalve zien wij (fam Pama) behalve bij de varianten : 0+, 0++ en 1geen verbetering van de skieding maar een geheel nieuw traject. Ons inziens zijn deze varianten dan ook een jammerlijk verspillen van overheids en daar mee belastings (ons) geld. Bij komend is het afbraak van het woon genot en aantasting van de natuur. Daar waar de grote vervoers bedrijven reeds vertrokken zijn naar Heerenveen en de centrale as bijna gereed is verwachten wij de komende jaren geen grote toename van verkeer. Daar waar een ieder die aan of rond de Skieding woont landelijk woont, hoort landbouw verkeer met de zo nu en dan nodige vertraging er nu een maal bij. Met de doorstroming zien wij geen probleem alleen zou er in de veiligheid zouden groter verbeteringen kunnen worden gemaakt, met name in de S bocht nabij Surhuisterveen waar veel huizen direct een aansluiting hebben op de skiedingen.En dus met slecht uitzicht en lage snelheid in moeten voegen daar waar de meerderheid van het door gaande verkeer 70 rijd en dan plots moet remmen. Onze zienswijze is dan ook: Opties 0+ 0++ en 1. De skieding daar laten waar hij is opknappen (nieuw asfalt, hoog nodig), kijken waar de gevaarlijke punten liggen en deze punten mischien met een zo’n kort mogelijke omleiding op een overzichtelijke en dus veiligere plek laten invoegen.
Reactie: Er liggen knelpunten in de verkeersituatie van de N358, die zijn niet verdwenen met het vertrek van vervoersbedrijven. Daarbij is er geen significante afname van de 63
verkeersintensiteit vastgesteld. De prognose dat de weg drukker zal worden. Zie pagina 29 van de NRD. In de MER-studie worden de effecten, waaronder leefbaarheid de verkeersituatie, landbouw waaronder perceelsdoorsnijding, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Aan de hand daarvan wordt bekeken wat de beste oplossing is voor alle verkeersknelpunten. 57.
Zienswijze van Ingrid van Huizen namens vereniging Noardlike Fryske Wâlden en vereniging Boer&Natuur Zuidelijk Westerkwartier, gedateerd en ontvangen op 14 augustus 2014
In reactie op de toekomstige opwaardering van de N358 de Skieding, wil Vereniging Noardlike Fryske Wâlden gezamenlijk met Vereniging Boer&Natuur Zuidelijk Westerkwartier, graag het volgende onder uw aandacht brengen. Er ligt een ontwerp voor de N358 met diverse varianten. Meerdere van deze varianten hebben een grote invloed op het landschap. Onze verenigingen zijn niet tegen verandering. Naar onze mening kan een uniek landschap, het Nationale Landschap Noardlike Fryske Wâlden en het coulisselandschap in het Zuidelijk Westerkwartier, alleen worden behouden vanuit een stuk ontwikkeling. Wij willen dan ook niet ageren tegen de aanpassing van de weg. Wat wij wel belangrijk vinden is dat voor, tijdens en na de aanpassing van de weg rekening wordt gehouden met het landschap. Voor • Een variant waarmee het landschap en zijn structuur zo weinig mogelijk wordt aangetast heeft onze voorkeur. • Daarnaast heeft het ook onze voorkeur dat de agrarische bedrijven van onze leden zo min mogelijk worden belemmerd in hun ontwikkeling. • Het gebied herbergt zowel houtwallen als elzensingels. De eerste hebben een hoge cultuurhistorische waarde en zouden derhalve ook zoveel mogelijk moeten worden ontzien. Verplaatsing is mogelijk, maar lastig. Elzensingels laten zich gemakkelijker verplaatsen. Tijdens • Zo weinig mogelijke werkwegen of —locaties over landschapselementen. • Bij verkaveling ook landschapselementen mee toebedelen (als onderdeel van het perceel). • Aanleg van nieuwe landschapselementen (verplaatsing en/of herstel). • Uitvoeren achterstallig landschapsonderhoud (herstel) in een zone van een kilometer rond het nieuwe en oude tracé Na • Een budget Vrij maken van minimaal 6 jaar voor beheergeld voor de landschapseleementen binnen een zone van een kilometer van het oude en nieuwe tracee. Dit budget kan gekoppeld kan worden aan de gebiedsaanvragen van Gebiedscollectief Noardlike Fryske Wâlden en Gebiedscollectief West Groningen. • Het tracé rond de nieuwe en oude weg met een landschappelijke plus achterlaten. Wij roepen Gedeputeerde Staten op om het onderwerp landschap een prominent onderdeel te laten zijn van de opwaardering van de N358 De Skieding. Dit door het gebied met een 64
landschappelijke plus achter de laten, door concreet landschap te verplaatsen, te herstellen en voor de 6 jaren, na realisatie, vergoed te laten beheren. Reactie: In de MER-studie is het landschap een belangrijk onderwerp dat wordt beoordeeld. In het NRD is dit ook al als zodanig naar voren gekomen. Naast landschap zijn er andere toetsingscriteria die worden afgewogen. Dankzij een MER kan alles evenwichtig naar belangrijkheid worden afgewogen. Op basis daarvan kan een keuze gemaakt worden voor de uitvoeringsvariant. Wij nemen uw ideeën ten aanzien van uitwerking en uitvoering mee voor zowel het MER als het traject daarna. 58.
Zienswijze van Fam. R.J.Kok en Fam. Hooghiemster (gedateerd en ontvangen op 14 augustus 2014)
Na bestudering van de gecombineerde varianten , is voor ons - bewoners van de skieding nr.6 en nr.8 – de combinatiemogelijkheden in blauw (blauwe kruis) volstrekt onaanvaardbaar. We worden dan vóór en achter ingesloten door wegen , wat een ernstiger vorm van geluidoverlast , stof en luchtvervuiling zal betekenen dan nu het geval is. Ons woongenot zal ernstig verslechteren en we rekenen erop dat het gezonde verstand zal zegevieren en deze kruisvariant ons niet tot kruis zal worden. We begrijpen best dat er iets veranderen moet om de weg veiliger te krijgen , maar dit (kruis in welke richting ook ) gaat toch wel te ver. Reactie: Wij merken op dat er niet sprake zal zijn van een variant met een kruis. Er is wel sprake van dat twee varianten elkaar kruisen. Daarbij is uiteindelijk maximaal één variant mogelijk. Uit de MER-studie zal blijken wat de beste oplossing is. Met het besluit op de uitvoeringsvariant wordt duidelijk wat de consequenties zijn en of er maatregelen nodig zijn voor bepaalde situaties. 59.
Zienswijze van R. Borger (gedateerd en ontvangen op 14 augustus 2014)
In principe ben ik niet tegen de voorgestelde varianten. Alleen zou ik graag willen dat, indien variant 4 wordt uitgevoerd, deze 70 meter verder ten oosten van mijn woning geplaatst wordt dan in de huidige plannen. Reactie: Het onderzoek naar varianten zal in de MER-studie meer gedetailleerd worden uitgevoerd dan nu in de NRD heeft plaatsgevonden. Daarbij zal blijken of de varianten nu goed geplaatst zijn of dat er een optimalisatieslag nodig is om een betere inpassing in de omgeving te krijgen.
4. Advies Commissie mer De Commissie voor de m.e.r. is gevraagd een advies te geven op de Notitie reikwijdte en detailniveau en daarin de zienswijzen waar dit relevant is te betrekken. Op 5 september 2014 hebben wij een advies van de Commissie voor de m.e.r. ontvangen. 65
Ten behoeve van het opstellen van het advies is een locatiebezoek georganiseerd voor een verkenning van het projectgebied. Het advies over de reikwijdte en detailniveau van het milieu-effectrapport “ is als bijlage toegevoegd bij de reactienota. Bij het opstellen van het MER zal het advies voor zover van toepassing worden betrokken. Hieronder volgt een samenvatting van de belangrijkste onderwerpen uit het advies per thema weergegeven. Thema Adviezen m.b.t. de aandachtsgebieden Hoofdstuk 1: Hoofdpunten van het MER Essentële informatie • Een analyse van de verkeersproblematiek op de N358. Daarbij in te in het MER gaan op verkeersveiligheid, verkeersafwikkeling en leefomgeving. Uitkomsten vertalen in concrete doelen en heldere, toetsbare criteria waaraan varianten worden getoetst • Een beschrijving van de referentiesituatie en de autonome ontwikkeling • Een variant waarin gesignaleerde knelpunten worden opgelost, zonder opwaardering tot een gebiedsontsluitingsweg • Een effectbeschrijving in twee fasen. - in fase 1 effecten op leefomgeving, natuur, landschap en cultuurhistorie globaal beschrijven. Daarna toetsing op doelbereik en toetsing aan wet- en regelgeving - in fase 2 effectbeschrijving van één of meer voorkeursvarianten Samenvatting Een samenvatting toevoegen die zelfstandig leesbaar is, en een goede afspiegeling van het MER Hoofdstuk 2: Achtergrond, probleem- doelstelling en beleid Achtergrond, Voer een gedegen probleemanalyse uit, gericht op de huidige en probleemstelling en toekomstige situatie, vanwege de ingrijpende gevolgen van varianten doelen die betrekking hebben op opwaardering. Werk probleemanalyse uit in meer doelstellingen, met vertaling in toetsbare criteria voor zowel verkeersproblemen als leefbaarheidsproblemen.
Beleidskader en besluitvorming
Opwaardering als oplossingsrichting aanmerken met als eerste doel oplossen van knelpunten. Neem relevante wet- en regelgeving op en ga daarbij in op effecten m.b.t.: Wet geluidhinder Luchtkwaliteitseisen uit Wet milieubeheer Natuurbeschermingswet 1998 en Flora- en faunawet Ga in op Rijksbeleid, provinciaal en gemeentelijk beleid voor: Verkeer, w.o. het Provinciaal verkeers- en vervoersplan van Fryslân en Groningen en ga in op specifieke eisen daaruit m.b.t. - bereikbaarheid; - verkeersafwikkeling; - verkeersveiligheid; - wegcategorisering, 66
Thema
Adviezen m.b.t. de aandachtsgebieden conform Duurzaam veilig Landschap, cultuurhistorie en archeologie Natuur, w.o. het EHS-beleid van de Provincie Fryslan Ruimtelijke ordening w.o. het provinciaal Projectplan demografische ontwikkelingen, het provinciaal Streekplan Fryslân, de structuurvisies en bestemmingsplannen van de gemeenten Achtkarspelen en Marum en de ontwikkelvisie Zuidwetshoek van de gemeente Grootegast. Beschrijf in hoeverre argumenten op het gebied van zowel bereikbaarheid als milieu een rol hebben gespeeld in de besluitvorming over de provinciale verkeer- en vervoerplannen.
Beschrijf in het MER welke mogelijke besluitvorming van toepassing is, welk bestuursorgaan bevoegd gezag is en wat globaal de tijdsplanning is voor die besluitvorming. . Hoofdstuk 3: Voorgenomen activiteit en alternatieven Voorgenomen Beschrijf de achtergrond van de varianten. activiteit en Beschrijf een variant die aan doelstellingen van verkeersveiligheid en alternatieven verkeersafwikkeling tegemoet komt, waarbij de snelheid wordt teruggebracht naar 60 km/uur, rekening houdend met ritduur. Het aantal varianten terugbrengen via een uitwerking in twee fasen. Een uitwerking in een globale fase van 8 varianten waarbij verkeerseffecten en milieueffecten inzichtelijk worden gemaakt en getoetst worden aan wet- en regelgeving. (zie verder hoofdstuk 4) In fase twee worden één of meer voorkeursvarianten nader uitgewerkt. Referentie Beschrijf de autonome ontwikkeling in het planjaar 2025 0f 2030, daarbij uitgaande van huidige activiteiten en nieuwe activiteiten waarover is besloten. Geef status aan bij plannen waaraan wordt gerefereerd. Actuele uitgangspunten als basis gebruiken in het verkeersmodel. Hoofdstuk 4: Bestaande milieusituatie en milieugevolgen van de varianten 4.1 Algemeen Beoordeling Maak onderscheid in scores op doelbereik en milieueffecten. Gebruik doelbereik en de referentiesituatie om doelbereik en effecten te toetsen. effectscores Plan- en studiegebied Beschrijf het plangebied (waarin de varianten liggen) en het studiegebied ( het gebied waar effecten zullen optreden). Dat laatste kan per milieu-aspect verschillen. Geef inzicht in totstandkoming. Onderbouwing en Geef in het tweefasen-onderzoek in de beschrijving van de tweede fase kwaliteit gegevens een onderbouwing voor gehanteerde rekenregels en –modellen waarmee effecten voor verkeer, geluid, luchtkwaliteit en natuur (stikstofdepositie) zijn bepaald. Maak onderscheid in kwaliteit van gegevens en geef daarbij een vertaling naar bandbreedte voor de gevolgen en geef aan wat dit betekent voor de variant-vergelijking.. 67
Thema
Adviezen m.b.t. de aandachtsgebieden
4.2 Verkeer
Geef voor het studiegebied een beschrijving van relevante netwerken voor fiets, openbaar vervoer en auto Geef informatie over verkeersintensiteiten op verschillende wegen in het studiegebied met onderscheid naar personenverkeer en vrachtverkeer (in het bijzonder ook het landbouwverkeer), in zowel de ochtendspits als het etmaal. Ga daarbij in op belangrijkste verkeerstromen en de relatie daarin, de verkeersafwikkeling, de verkeersveiligheid en barrièrewerking. Geef die aspecten weer voor: - bestaande situatie; - de referentiesituatie; - de plansituatie, met prognoses voor 2015 of 2030 Geef een beknopte toelichting op het te gebruiken verkeersmodel en de gehanteerde uitgangspunten en aannames. Van belang is hierbij het betrekken in het model van prognoses van ontwikkelingen van bevolking en werkgelegenheid in het plan-, studie-, en invloedsgebied.
4.3 Leefomgeving Geluid Geeft beschrijving van huidige en toekomstige geluidbelasting (ten minste 10 jaar na aanpassing van de weg) voor gevoelige bestemmingen. Modelberekeningen moeten voldoen aan ‘Reken- en meetvoorschrift geluid 2012) Beschrijf de aantallen geluidbelaste woningen in klassen van 5 dB vanaf de voorkeursgrenswaarde van 49 dB. Breng daarbij het aantal geluidgehinderden in beeld. Hanteer daarbij de dosis-effectrelaties uit de Regeling geluidhinder. Beschrijf mogelijke mitigerende maatregelen en de effecten ervan. Denk daarbij aan: - stil asfalt - geluidsoverdrachtbeperkende maatregelen als geluidschermen en wallen Toets uitkomsten aan grenswaarden uit de Wet geluidhinder Luchtkwaliteit Beoordeel de luchtkwaliteit aan de hand van berekeningen die voldoen aan de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 voor: fijn stof (PM10 en PM 2,5 en NO2, ook onder grenswaarden). Presenteer dit in een verschilcontourenkaart en geef per contour de hoeveelheid en ligging van woningen en andere gevoelige objecten en groepen. Toets aan grenswaarden voor luchtkwaliteit (hoofdstuk 5 Wet milieubeheer) Externe veiligheid Geef een kwalitatieve uitwerking van het aspect externe veiligheid. Geef daarbij aan hoeveel vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt en of dat 68
Thema 4.4 Landschap en cultuurhistorie
4.5 Natuur
Adviezen m.b.t. de aandachtsgebieden leidt tot risico-contouren. Landschap Beschrijf voor het hele plangebied de landschappelijke waarden en effecten (ook van varianten) op het landschap. Besteed daarbij aandacht aan de gelaagdheid van de opbouw van het landschap. Geef aan hoe in het wegontwerp wordt omgegaan met structurerende elementen in het landschap en hoe dit wordt gehandhaafd en aangetast. Cultuurhistorie Geef een overzicht van bekende en verwachte cultuurhistorische waarden in het plangebied. Besteed aandacht aan: • archeologie • gebouwd erfgoed • cultuurlandschap Beschrijf beleefde, fysieke kwaliteit en inhoudelijke kwaliteit van aanwezige waarden, gebruikmakend van de waarderingscriteria uit de “Handreiking cultuurhistorie in m.e.r. en MKBA. Beschrijf ook effecten van varianten hierop en de mate waarin effecten verzacht kunnen worden binnen varianten. In ieder geval moet blijken in hoeverre varianten verschillen ten aanzien van effecten op bekende of verwachte cultuurhistorische waarden. Beschrijf kenmerkende habitats en soorten die aanwezig zijn in het studiegebied. Motiveer selectie en gekozen detailniveau. Beschrijf de autonome ontwikkeling van de natuur in het gebied. Ga in op ingreep-effectrelatie tussen voorgenomen activiteit en aanwezige natuurwaarden en geef aan voor welke flora, fauna en habitats aanzienlijke gevolgen te verwachten zijn, wat de aard van de gevolgen is en wat dat voor populaties betekent. Belangrijke thema’s in het gebied zijn: vermesting, verzuring door depositie van stikstof, versnippering, verstoring door geluid en (mogelijk) verdroging. Beschrijf mitigerende en/of compenserende maatregelen die evt. aantasting kunnen beperken of voorkomen. Gebiedsbescherming Beschrijf de mogelijke invloed van de varianten op beschermde natuurgebieden, zoals Natura 2000-gebieden en EHS. Maak onderscheid tussen verschillende gebieden en verbindingszones en geef de status aan. Ga ook in op externe werking op gebieden. Geef per gebied begrenzing aan op kaart, inclusief een duidelijk beeld van ligging ten opzichte van beschermde gebieden. Geef daarbij belangrijkste natuurwaarden en natuurdoelen die worden nagestreefd. (ook voor EHS-verbindingszones) Verzuring en vermesting Beschrijf gevolgen van vermestende werking en verzurende deposities op Natura 2000- en EHS-gebied(en) ten gevolge van mogelijk langere tracélengte en verkeer stimulerende werking. 69
Thema
Adviezen m.b.t. de aandachtsgebieden Geef daarvoor: • achtergrondconcentraties van (NH3, NOx, SO2) • de daarvoor gevoelige habitattypen en de kritische depositiewaarde • toename van stikstofdepositie van varianten afzonderlijk en in cumulatie met ontwikkelingen in het studiegebied • mogelijke (verdere) overschrijding van de kritische depositiewaarde • of, in cumulatie met andere activiteiten, aantasting van natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied, of aantasting van de ‘wezenlijke kenmerken en waarden’ van de EHS kan optreden. Hoofdstuk 5: Overige aspecten Vorm en presentatie Bijzonder aandacht wordt gevraagd voor de presentatie van de vergelijkende beoordeling van varianten. Presentatie bij voorkeur met behulp van tabellen, figuren en kaarten. Met zorg voor: • een beknopt MER, achtergrondgegevens bij voorkeur niet in hoofdtekst, maar in bijlage. • toevoeging van verklarende woordenlijst, lijst van afkortingen en literatuurlijst • gebruik van recent, goed leesbaar kaartmateriaal met duidelijke legenda Reactie op het advies Commissie voor de m.e.r. (Cie MER) Het advies van de Commissie voor de m.e.r. zien wij als een welkome aanvulling op de NRD. De kritische, onafhankelijke blik geeft ons de mogelijkheid om de NRD vanuit diezelfde blik te beoordelen met de kennis en ervaring die tijdens het voortraject en het opstellen van het NRD is opgedaan. In het advies zien we: - een aanscherping van reeds opgenomen onderwerpen - nieuwe gezichtspunten, die we hebben afgewogen - onderwerpen die naar onze mening in het NRD al voldoende zijn benoemd, maar die wij desalniettemin meenemen in het vervolgtraject. Hieronder gaan we in op de voor ons belangrijkste aspecten. De aspecten die niet benoemd worden, zijn direct van toepassing verklaard als aanvulling op de NRD. Probleemanalyse, doelen en toetsingscriteria Wij vinden het belangrijk dat het uitgangspunt van het MER goed wordt neergezet. Dit wordt gerealiseerd door de probleemanalyse in het MER uitgebreider te behandelen dan in de NRD is gedaan. Daarmee worden de knelpunten nog duidelijker in beeld gebracht. Ook de doelen en toetsingscriteria zullen extra aandacht krijgen. Daarmee wordt het MER duidelijker en zal de beoordeling van de varianten verbeterd worden. M.e.r.-procedure in één of twee fasen 70
Wij betwijfelen of de uitvoering van de m.e.r.-procedure in twee fasen een verbetering is voor deze procedure. Voor de NRD heeft een globale beoordeling plaatsgevonden van de effecten op de diverse milieuaspecten. Hierbij is gebleken dat het onderscheid in de beoordeling van de effecten te klein is. Daardoor was het niet mogelijk om in de NRD al varianten te kunnen laten vallen. Daarom is besloten om in het MER alle varianten gedetailleerd te onderzoeken. De resultaten van de onderzoeken van alle varianten zijn daarmee alle onderling vergelijkbaar en significante verschillen beter te onderscheiden. Alle knelpunten oplossen in één variant Na het uitgebreider beoordelen van de probleemanalyse wordt bekeken in hoeverre het nodig is om een specifieke variant op te nemen, waarin alle knelpunten zijn opgelost. Mogelijk kan één of zelfs meerdere van de bestaande varianten hieraan voldoen, of kan één van de varianten daaraan worden aangepast. Van belang is hierbij wat als een absoluut knelpunt wordt gezien. In de probleemanalyse zal gedefinieerd moeten worden wat absolute knelpunten en wat minder zwaarwegende knelpunten zijn. 60 Km variant De Skieding is onderdeel van de N358 tussen Buitenpost en de A7. Conform het uitvoeringsprogramma van het PVVP 2006 wordt de komende jaren de inrichting van de N358 tussen Buitenpost en Surhuisterveen zo goed mogelijk overeen gebracht met de functie van gebiedsontsluitingsweg. De Skieding is de schakel tussen dit noordelijke deel van de N358 en de A7. De voorgestelde te beschrijven variant waarbij de maximumsnelheid wordt teruggebracht naar 60 km/h kan worden opgevat als het wijzigen van de functie van de weg tot een erftoegangsweg. Dit is een ingrijpende variant, omdat de functie van een weg alleen kan worden bepaald als onderdeel van een netwerk. Het downgraden van een weggedeelte kan leiden tot verschuiving van verkeersstromen en op termijn mogelijk van de ruimtelijke structuur. De functie van de weg is daarom vastgelegd als onderdeel van het PVVP. Het eerste PVVP waarin dit is gebeurd, is het PVVP 1999. Deze is later bevestigd in het PVVP 2006. Bij de gedeeltelijke bijstelling in 2011 is deze ook ongewijzigd gebleven. De keuze van de functie van de weg is het resultaat van een grondig proces van analyse en onderzoek. Recent is dit geactualiseerd in een beknopte analyse in de studie visie N358 en N369. Het onderzoeken van een variant waarbij de weg zijn functie als gebiedsontsluitingsweg verliest, kan een andere impact hebben dan vooraf is voorzien. Het kan een volledige hernieuwde beoordeling van het gehele wegennetwerk in het oostelijke deel van de provincie Fryslân en het westelijke deel van provincie Groningen betekenen. Mocht deze variant goed scoren dan heeft dat mogelijk consequenties voor het beleid. Er zijn echter ook andere varianten in het onderzoek die bij een goede score bijzondere consequenties kunnen hebben. Dat is het gevolg van een MER met betrekking tot een weg die op de scheiding van gemeenten en provincies ligt. Naast het advies van de Commissie voor de m.e.r. is ook in andere inspraakreacties een 60-km variant en/of zone naar voren gekomen. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat de milieueffecten van de ‘opwaardering van de N358’ ten tijde van de herziening van het PVVP niet in de Strategische milieubeoordeling (2006) zijn beoordeeld. Ook in de aanpassing van het PVVP (2011) is er niet een milieubeoordeling geweest.
71
Om de m.e.r.-procedure zo objectief mogelijk te laten plaatsvinden hebben we ondanks eerdere besluitvorming gemeend de 60km-variant een plaats te moeten geven in het MER.
5.
Wettelijke adviezen
1.
Reactie/advies van de Gemeente Grootegast (gedateerd 16 juni 2014 en ontvangen op 17 juni 2014)
Inleiding Reeds een aantal jaren wordt van de zijde van uw provincie, in overleg met de betrokken gemeenten Achtkarspelen, Grootegast, Marum en Smallingerland, gewerkt aan een verbetering van de gebiedsontsluitingsweg N358 tussen Buitenpost en de A7 (Scheiding-Uterwei), dat als knelpunt wordt aangemerkt op het gebied van verkeersveiligheid en doorstroming. Huidige stand van zaken Van de Grontmij is zeer recent een Notitie Reikwijdte en Detaillering ontvangen vooruitlopend op de MER, waarbij verschillende varianten worden onderzocht op basis van een aantal criteria, zoals de landschappelijke aspecten, de aanwezige houtsingels, ruimtelijke aspecten, waaronder de archeologische waarden, de sector landbouw, de geluidsaspecten, bedrijven en de recreatie. Op pagina 36 zijn de verschillende tracévarianten opgesteld die gebruikt kunnen worden als basis voor het MER onderzoek (qua doelbereik reële varianten): 0+: 0++
opwaarderen huidige N358 binnen het huidige profiel of 0++ (met als aanvulling een nieuw tracé tussen Topweer en Wildveld). Als te onderzoeken optimalisatie geldt voor 0+ en het creëren van alternatieve routes voor landbouwverkeer en alternatieve ontsluiting van woningen en percelen zodat deze niet rechtstreeks op de N358 aansluiten.
1.
Nieuw tracé direct naast huidige N358 waarbij woningen aan west- of oostzijde gesloopt moeten worden.
2.
Nieuw tracé op grotere afstand ten westen de huidige N358.
3.
Nieuw tracé op kleinere afstand ten westen van de huidige N358. Het gedeelte tussen Topweer en Wildveld ligt ten oosten van de huidige N358.
4.
Nieuw tracé op kleinere afstand ten oosten van de huidige N358 en ten westen van Strandheem.
Ter hoogte van Strandheem wordt de huidige N358 aangehouden. 5.
Nieuw tracé op grotere afstand ten Oosten van de huidige N358 en Strandheem.
6. Nieuw tracé op grotere afstand ten Oosten van de huidige N358 en met een nieuwe aansluiting op de A7. Deze variant is na afronding van de variantenstudie in 2013 ingebracht door enkele belanghebbenden uit de omgeving.
72
Deze varianten worden aan de hand van een kaartbeeld op pagina 37 nader aangegeven. Aan de hand van een beoordeling van deze varianten (+ plussen en - minnen) worden op pagina 38, die varianten gekenschetst die in principe een positief waardeoordeel hebben (de varianten 1 t/m 4, waarbij iedere variant weer is uitgesplitst in een noordelijke en zuidelijke variant. De varianten 5 en 6, op ons grondgebied zijn minder kansrijk, omdat deze door gevoelig gebied lopen (landschappelijk( EHS/Jiltdijksheide) en verkeerstechnisch gezien minder goed aansluiten op de achterliggende kernen aan de andere zijde van de A7. Als belangrijkste conclusie uit de variantenanalyse komt naar voren dat de varianten 1, 3 , en 4 uitgesplitst in een noordelijke en zuidelijk variant het hoogste scoren en het meest kansrijk zijn. Variant 4 loopt over grondgebied van de gemeente Grootegast. Ons standpunt ten aanzien van uw plannen m.b.t. de Scheiding. Gelet op de eerdere standpuntbepaling van ons college (verwezen wordt naar bijgaande brief d.d. 17 juli 2012) hebben wij aan uw college kenbaar gemaakt dat nimmer sprake zal kunnen zijn van een nieuw wegtracé op ons grondgebied met instemming van de gemeente op basis van de hoofduitgangspunten van beleid (planologische en ruimtelijke afweging, landbouwkundige en recreatieve aspecten — het recreatiegebied Strandheem- en een mogelijke aantasting van bedrijfsbelangen - het bedrijfsterrein Lauwerskwartier aan de Scheiding). Ook hebben de bewoners langs de Scheiding, woonachtig op ons grondgebied hun bezorgdheid geuit c.q. vraagtekens geplaatst bij de keuze van een 0+ of 0++ variant, waarbij een alternatieve route voor landbouwverkeer en een alternatieve ontsluiting (een parallelweg direct achter de woningen) zal worden geprojecteerd, zodat de huidige woonpercelen niet rechtstreeks op de N358 zullen aansluiten. De bewoners staan zeer afwijzend tegen deze beide varianten omdat door het niet verkrijgen van een rechtstreekse aansluiting op de bestaande Scheiding hun percelen min of meer begrensd zullen worden door verkeer aan weerszijden van de woning, waarbij zij vrezen voor waardevermindering van hun woning en aantasting van hun woongenot. Wij onderschrijven dit standpunt van de bewoners volledig en dit wordt voorts gedeeld door de Vereniging Plaatselijk Belang Opende, de overkoepelende organisatie van lokale belangen, welke spelen rond de kern Opende. Hierbij onze reactie op hoofdlijnen van het rapport van de Grontmij (NRD) De ruimtelijke onderbouwing is erg beknopt en eenzijdig weergegeven. Wat opvalt is dat de belangen van de Friese kant van de Scheiding zwaarder lijken te wegen dan de belangen aan Groningse kant. Gedacht moet hierbij worden aan de ontsluiting voor beide bedrijventerreinen, voor onze gemeente het bedrijventerrein Lauwerskwartier of bijvoorbeeld het gewicht dat wordt toegekend aan het feit dat de Noordelijke Friese Wouden de titel Nationaal Landschap dragen, waarbij het in onze gemeente gaat om het uit landschappelijk oogpunt eveneens waardevolle coulisselandschap. Daarnaast wordt uit recreatief oogpunt in onvoldoende mate ingegaan op de in de afgelopen decennia mede door de gemeente vorm gegeven recreatieve ontwikkeling van dit gebied, het recreatiegebied Strandheem en het belang hiervan. Het in onze optiek marginale verkeerskundig probleem, wat zich vooral op Fries grondgebied voordoet (de weg is vooral de ontsluiting van Surhuisterveen en Buitenpost naar de A7 toe), wordt nu wel erg gemakkelijk op Gronings grondgebied opgelost. 73
Op pagina 38 van het rapport worden de verschillende varianten op doelbereik, c.q. de verkeerskundige aspecten, de doorstroming en de verkeersveiligheid en de omgevingsaspecten (Archeologie, landschap en cultuurhistorie, natuur en ecologie, geluid, bedrijven recreatie, leefbaarheid, landbouw en nog enkele aspecten) aangegeven. Op basis van deze criteria worden de varianten 1 t/m 4 met een hoog (positief) waardeoordeel aangegeven (met een “groene” kleur. De omgevingsaspecten worden met plusjes (+) aangegeven. De landbouwkundige aspecten worden voor de varianten 2 t/m 4 met een min (-) aangegeven d.w.z. negatief als het gaat om een oplossingsrichting. Wat tevens opvalt is dat bij variant 4 voor wat betreft de bedrijven en recreatie het waardeoordeel 0 (neutraal) staat aangegeven. Voor de ontwikkeling van het recreatiegebied Strandheem, het bedrijventerrein en zandwinning Poelman worden derhalve geen negatieve gevolgen ingeschat. Uiteraard zijn wij het daarmee volledig oneens! Conclusies (Combinatiemogelijkheden en tracévarianten, blz. 41) Als belangrijkste conclusie uit de variantenanalyse komt naar voren dat de varianten 1, 3, en 4 uitgesplitst in een noordelijke en zuidelijk variant het hoogste scoren en het meest kansrijk zijn. Variant 4 loopt over grondgebied van de gemeente Grootegast. Resumerend komen wij tot de slotsom dat variant 4 voor ons college onbespreekbaar is. Voor een nieuwe wegaansluiting mb.t. de Scheiding als oplossing voor een verkeerskundige ontsluiting van NO Friesland richting de A7 ligt de keuze voor variant 1 of 3 op Fries grondgebied dan ook meer voor de hand. Optie 4 doet in belangrijke mate afbreuk aan de gemeentelijke beleidsuitgangspunten voor dit gebied uit hoofde van een goede planologische en ruimtelijke afweging, landbouwkundige en recreatieve aspecten (Strandheem) en een mogelijke aantasting van bedrijfsbelangen. Voorts zullen diverse elzensingels, deel uitmaken van het waardevolle coulisselandschap moeten worden opgeofferd ten behoeve van het nieuwe tracé. Voor particulieren speelt het persoonlijk belang een rol door een eventuele waardevermindering van hun percelen met mogelijke planschadeclaims als gevolg. Deze argumentatie is voor ons college doorslaggevend als het gaat om handhaving van het coulisselandschap (waardevolle houtsingels) in dit gebied en het behoud van belangrijke natuurwetenschappelijke, landschappelijke en recreatieve waarden, welke in dit gebied spelen. Wij gaan er vanuit dat u ons standpunt betrekt in een uiteindelijke keuze rond het project (toekomstrichting/verkeerskundige afwikkeling De Scheiding). Reactie: De knelpunten van de Skieding zijn een verkeersprobleem en daarnaast een omgevingsprobleem. Daarbij kan niet een scherpe grens gelegd worden in de omgeving, tussen beide provincies. In de MER-studie worden de effecten van onder andere leefbaarheid (o.a geluidhinder en luchtverontreiniging), de verkeersituatie, bedrijvigheid, recreatie en toerisme, landschap en natuur, van alle varianten uitgebreid onderzocht en beoordeeld.
74
Een MER-studie moet objectief kunnen plaatsvinden zonder dat vooraf om welke reden dan ook varianten worden uitgesloten. Dat betekent dat in ieder geval alle varianten die genoemd staan in de NRD worden onderzocht. Ten behoeve van het MER zal de probleemanalyse nader worden uitgewerkt. Daarnaast zullen toetsingscriteria aangescherpt worden. Uw eerdere suggesties, input met betrekking tot de 0-plusvariant zullen wij, voor zover dit past, meenemen bij het opstellen van het MER. Dit betreft het volgende: - landbouwverkeer op het huidige wegtracé, eventueel de spits uitgezonderd; - verbeterde (veiliger) oversteek bij de Leidijk; - geen parallelwegen; - aanleg van landbouwpasseerstroken; - eventueel een ontsluitingspad aan de achterzijde van de woningen indien nut en noodzaak daarvan vast staat en daarvoor draagvlak aanwezig is; - goed rekening houden met draagvlak bij de omwonenden; Wij zullen daarnaast uw argumenten met betrekking tot eerdere beoordelingen waar nodig daarbij betrekken. 2.
Reactie/advies van de Gemeente Kollumerland, gedateerd 10 juli 2014 en ontvangen op 16 juli 2014.
Wij hebben het ontwerp Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) van de N358 De Skieding ontvangen U stelt ons in de gelegenheid advies uit te brengen over de notitie. In deze brief is onze reactie op het ontwerp NRD van de N358 De Skieding verwoord. Doelstelling In paragraaf 2.4 op blz. 15 wordt de doelstelling beschreven. De concrete doelstelling van het project is ‘de inrichting van de weg meer in overeenstemming te brengen met de functie van gebiedsontsluitingsweg’. De toevoeging ‘meer’ doet afbreuk aan het belang dat de N358 in het herziene PVVP is toegekend. De N358 vanaf de A7 tot en met Kollum is gecategoriseerd als regionale gebiedsontsluitingsweg. De ‘Studie wegverbindingen: N358 Buitenpost — A7 en N369 Twijzel — A7’, die de functie van deze wegen behandelt, bevestigt het belang van N358. De weg heeft naast de Centrale As een belangrijke verkeersontsluitingsfunctie in Noordoost Friesland. Gelet op de functie van de N358 dient een weg profiel te worden gekozen dat voldoet aan de Provinciale Richtlijn Wegontwerp (PRW). Wij stellen dan ook voor de toevoeging ‘meer’ weg te laten en uit te gaan van de aanleg van een volwaardige gebiedsontsluitingsweg. Inrichtingskenmerken Bij de opsomming van de inrichtingskenmerken op blz. 9 ontbreken de diameters voor rotonde N358 — Folgersterloane volgens de richtlijn en de huidige situatie. De diameter van een rotonde bepaalt de afwikkelingscapaciteit en is van invloed op 1 van de doelstellingen van het project namelijk het verbeteren van de doorstroming. Inconsistent wegbeeld N358 U bent voornemens de N358 De Skieding op te waarderen tot een volwaardige gebiedsontsluitingsweg overeenkomstig de PRW. Daarnaast worden voorbereidingen getroffen 75
om het gedeelte N358 Uterwei op te waarderen. Dit laatste wegvak wordt niet overeenkomstig de PRW aangelegd. Zo blijft landbouwverkeer op de rijbaan rijden en komen uitritten van woningen rechtstreeks op de weg uit. Door de Uterwei niet volgens de PRW aan te leggen ontstaat een inconsistent weg beeld op de N358 wat bij de weggebruiker tot verkeerde verwachtingen leidt. Hierdoor kan ongewenst verkeersgedrag optreden met verkeersonveilige situaties tot gevolg. Wij adviseren u dan ook de PRW toe te passen bij de opwaardering van de N358 Uterwei. Reactie: Het project N358 Skieding heeft als doelstelling om de verkeersveiligheid en de doorstroming op de provinciale weg N358 tussen Surhuisterveen en de A7 te verbeteren. Dit door de inrichting van de weg meer in overeenstemming te brengen met de toegekende functie van gebiedsontsluitingsweg. Het meer in overeenstemming brengen van de weg met de toegekende functie is derhalve niet de doelstelling van het project, maar een middel om de doelstelling te bereiken. De m.e.r. wordt uitgevoerd om tot een goed besluit te komen op een uitvoeringsvariant. Het uitgangspunt is dat er een optimale oplossing moet komen voor de problemen die er zijn. De m.e.r. moet objectief kunnen plaatsvinden zonder dat vooraf om welke reden dan ook varianten worden uitgesloten. Dat betekent dat ook varianten worden beoordeeld die mogelijk niet volledig aan de Provinciale Richtlijn Wegontwerp (PRW) voldoen. Verkeer is één van de onderwerpen in het MER. Een besluit wordt uiteindelijk genomen op basis van integrale afweging. Vooralsnog kunnen we daarom niet kunnen spreken over een inconsistent wegbeeld. De opsomming van de inrichtingskenmerken is niet uitputtende lijst van alle inrichtingskenmerken van de weg, inclusief kruispunten. In het MER zal nog uitgebreider worden ingegaan op de probleemanalyse. Dat betekent dat de knelpunten nog meer aandacht krijgen. Wij nemen uw opmerking over de diameters van de rotonde N358 – Folgersterloane daarin mee. Het MER N358 De Skieding is gericht op de verkeersknelpunten van de N358, De Skieding. De N358 Uterwei valt daar buiten. De Skieding wordt in het MER wel bekeken als onderdeel van de gehele verkeerstructuur. 3.
Reactie/advies van de Gemeente Smallingerland (gedateerd 15/17 juli 2014 en ontvangen 18 juli 2014)
De notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) voor de N358, De Skieding ligt ter inzage van 16juni tot en met 14 augustus 2014. De NRD geeft aan dat er in de MER acht varianten onderzocht gaan worden, waarvan vijf geheel nieuwe tracés. Het bestaande tracé van de N358 en ook twee nieuwe tracés lopen deels door onze gemeente. Om deze reden dienen wij via deze brief onze zienswijzen op de NRD in. In de MER gaan de alternatieven getoetst worden op verkeersaspecten, groene en blauwe milieuaspecten en effecten op het woon- en leefmilieu. Onduidelijk is op welke wijze deze aspecten en de verschillende deelaspecten ten opzichte van elkaar gewogen worden. In onze optiek wegen de effecten op de groene en blauwe milieuaspecten erg zwaar. Zeker voor de varianten 2 en 3, die het Nationaal Landschap De Noardlike Fryske Walden (tevens Belvederegebied) en het wijkenlandschap bij Drachtstercompagnie doorsnijden. Uit recent 76
onderzoek van bureau Altenburg en Wijmenga in de Noardlike Fryske Walden blijkt dat dit nationaal landschap een veel hogere ecologische waarde heeft dan gedacht. De versnippering die optreedt als gevolg van de doorsnijding heeft negatieve effecten op de ecologische, belevings- en landbouwwaarde van dit gebied. Hoewel wij de verkeerskundige problematiek op de N358 begrijpen, vragen wij ons af of de mogelijke ingrepen bij de nieuwe tracés wel in proportie zijn met deze problematiek. Een iets lagere I/C-waarde of een reistijdwinst van 1 minuut is natuurlijk erg relatief, waarbij de vraag is of de verschillende varianten daarop echt onderscheidend van elkaar kunnen zijn. Daarbij is ook hier weer de vraag hoe de relatieve verkeerskundige winst wordt afgezet tegen de mogelijk forse effecten op de overige aspecten. Ook vragen wij ons af of een (fysiek) inhaalverbod, in combinatie met enkele landbouwpasseerstroken niet voldoende recht doet aan de problematiek. Mogelijk dienen deze maatregelen opgenomen te worden in één van de 0-alternatieven of zelfs als afzonderlijk alternatief. Wij vertrouwen erop dat u grondig aandacht besteedt aan deze zienswijze en dat u onze aandachtspunten en onderzoeksvragen verwerkt in de MER. Reactie: In het MER zullen zowel de probleemanalyse als de toetsingscriteria uitgebreider aandacht krijgen. Daarmee zal ook duidelijker worden op welke wijze aspecten en deelaspecten worden beoordeeld. In het gebied N358 De Skieding zijn verschillende belangen die bij de beoordeling van de verschillende varianten tegen elkaar worden afgewogen. Bij het opstellen van de toetsingscriteria zullen de verschillende belangen en waarden extra aandacht moeten krijgen. Onze dank voor het informeren over recent uitgevoerd ecologisch onderzoek. Voor zover bestaande onderzoeken actueel en beschikbaar zijn, maken we daar graag gebruik van. Wanneer nodig zal aanvullend onderzoek worden uitgevoerd opdat alle aspecten zo volledig mogelijk worden onderzocht en de varianten zo goed mogelijk beoordeeld kunnen worden. In de MER-studie worden de effecten, waaronder leefbaarheid, de verkeersituatie, landbouw waaronder perceelsdoorsnijding, landschap en natuur, van alle varianten onderzocht en beoordeeld. Tegelijkertijd wordt bekeken wat de beste oplossing is voor alle verkeersknelpunten. Daarbij zullen verschillende ideeën, waaronder die van uw gemeente wanneer dat inpasbaar is, worden gebruikt. 4.
Reactie/advies van Rijkswaterstaat, District Noord-Nederland Oost ( gedateerd 8 augustus 2014 en ontvangen 14 augustus 2014)
Momenteel ligt de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) N358 de Skieding ter inzage. De notitie geeft mij aanleiding tot het maken van een aantal opmerkingen. In de notitie wordt ingegaan op de punten verkeersafwikkeling en veiligheid. Graag zou ik zien dat er in de m.e.r. procedure ook expliciet aandacht is voor de effecten van de afwikkeling van het verkeer op de A7. In de NRD komt niet naar voren wat de fysieke begrenzing is van met name de varianten 0+ t/m 5. De getrokken lijnen lopen globaal tot de noordelijke rotonde van de dit jaar aangepakte 77
rotondes van de aansluiting op de A7. Door het aan passen van de aansluiting is er uitgaande van de huidige situatie een robuuste en veilige aansluiting gerealiseerd. Zodoende is er geen opgave meer voor Rijkswaterstaat om de aansluiting in de toekomst aan te gaan passen. Bij variant 6 wordt een nieuwe aansluiting op de A7 voorzien ter hoogte van Trimunt. Een nieuwe aansluiting wordt in deze fase niet bij voorbaat uitgesloten door Rijkswaterstaat, er zijn wel een aantal punten waar rekening mee moet worden gehouden. De realisatie van een nieuwe aansluiting en het toekomstige onderhoud hiervan zullen onderdeel moeten zijn van het project. Tevens moet duidelijk worden wat de effecten van de nieuwe aansluiting zullen zijn op de A7 en de reeds bestaande aansluiting. Het realiseren van een nieuwe aansluiting die deels ter vervanging dient van de bestaande aansluiting zou als resultaat kunnen hebben dat de bestaande aansluiting niet gehandhaafd kan worden. Dit is onder andere afhankelijk van de verkeersintensiteiten. Mocht uit de m.e.r. procedure blijken dat deze variant zeer goed scoort dan verzoek ik u om contact op te nemen met RWS om de voorwaarden en aandachtspunten gedetailleerd in beeld te brengen. Reactie: Wij nemen uw advies mee bij het opstellen van het MER en houden bij het inpassen van de varianten rekening met de actuele situatie. Mocht variant 6 uitvoeringsvariant worden dan zullen wij daarover met u contact op nemen. Vooralsnog wachten wij de uitkomsten van het MER af.
78