ZWARTBOEK
SCHIJNZELFSTANDIGEN
Mkb-bouwondernemers over de destructieve gevolgen van schijnzelfstandigheid 1
Inhoud
Voorwoord
pag. 2
Mkb-ondernemers aan het woord, 20 praktijkverhalen
pag. 4
Conclusies
pag. 25
Aanbevelingen
pag. 26
Dit is een uitgave van de Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra (AFNL). Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd of gebruikt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de AFNL
1
Voorwoord
De toekomst van een gezond segment mkb-bouwondernemingen staat op het spel! Uitholling van het vakmanschap, van de veiligheid, van opleiding en van kwaliteit. Uitholling van het ondernemerschap in het mkb-bouwsegment. Die ontluisterende gedachte van uitholling bekruipt een ieder, wie de ervaringen deelt van de ondernemers die in dit zwartboek aan het woord komen. Het zijn er twintig geworden, maar met hetzelfde gemak waren het er 200 of 2000 geweest. Want de twintig verhalen – waarin ook vele rekenvoorbeelden – zijn helaas exemplarisch voor de staat waarin vele gespecialiseerde aannemingsbedrijven en bouwondernemingen uit het mkb-segment zich bevinden. Er is weinig werk. Dat is bekend en een crisis is niet nieuw voor de sector. In de jaren tachtig van de vorige eeuw was er eveneens een crisis die menig aannemer, al dan niet gespecialiseerd, de das om heeft gedaan. Zo gaat dat: you win one, you lose one. Dat hoort bij het ondernemersrisico en dat risico gaan mkb-ondernemers niet uit de weg. Maar ditmaal is het anders. Er is een omwenteling gaande op de arbeidsmarkt. Zzp’ers nemen de plaats in van werknemers in vast dienstverband. En, ja, daar hebben ondernemers in de bouwsector ook van geprofiteerd. Die ontwikkeling heeft de flexibele schil gebracht die noodzakelijk is om snel te kunnen schakelen, als het opdrachtenaanbod sterk fluctueert. De mkb-branches van de AFNL hebben er echter nooit een geheim van gemaakt, dat ze een sterke voorkeur hadden en hebben voor versoepeling van het ontslagrecht om de beoogde wendbaarheid te bewerkstelligen. Pogingen om die versoepeling tot stand te brengen en te komen tot een bouw-cao die aansluit bij de vragen van deze tijd zijn tot op heden vruchteloos geweest. Dagelijks nog neemt, als gezegd, het aantal zzp’ers toe; niet in de laatste plaats doordat functionarissen van het UWV de werkzoekenden op het zzp-spoor proberen te zetten. Dat zou op zich niet zo erg zijn als al deze mensen allemaal echte ondernemers, ondernemers zonder personeel (ozp), zouden zijn en aan dezelfde ondernemersverplichtingen zouden voldoen als de mkb-ondernemer met personeel in vaste dienst. Dus: premieafdracht voor een arbeidsongeschiktheids- en een beroepsaansprakelijkheidsverzekering, bijdragen storten in de kas voor bedrijfstakeigen voorzieningen, investeren om te kunnen voldoen aan de Arbowet, enzovoort. Maar dat is niet het geval. Naar schatting is van de ruim 100.000 zzp’ers op de Nederlandse bouwplaatsen slechts 30 procent ozp’er. Over hen gaat dit zwartboek niet. Deze categorie is een verrijking voor de bouwbranche. De overige 70 procent zijn echter aan te merken als schijnzelfstandigen. En ook tegen hen is dit zwartboek niet direct gericht. Zij zijn eerder slachtoffer van de heersende crisis, van een te dure bouwcao, van verstarring in het ontslagrecht. Zij staan met de rug tegen de muur. Uit de verhalen van de ondernemers blijkt, dat ze met regelmaat radeloze zzp’ers aan de deur krijgen, die maar al te graag weer in vaste dienst treden. Tegen wie en wat is dit zwartboek dan wel gericht? Dit zwartboek is gericht tegen de concurrentievervalsende verschijnselen rond het fenomeen zelfstandige zonder personeel: tegen de zogenaamde coöperatieve organisaties voor zzp’ers, tegen de payrolling-, uitzend- en detacheringsbureaus en de listige uitzendconstructies waardoor werknemers voor een appel en een ei moeten werken. Tegen degenen die goudgeld verdienen over
2
de ruggen van schijnzelfstandigen. Tegen degenen die er, vanuit dure kantoren, dubieuze praktijken op na houden, die niet anders te omschrijven zijn dan moderne varianten van koppelbazerij. Zij zijn een doorn in het oog van de mkb-ondernemers die aan het woord komen. Zij zijn ronduit een bedreiging voor het voortbestaan van een gezond segment ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf. Door hén wordt de bouwbranche uitgehold. Tegen hen valt niet op te concurreren als je – zoals vele ondernemers uit de AFNL-achterban – gebonden bent aan de bouw-cao die de duurste is van alle vergelijkbare cao’s. Particuliere-, institutionele- en overheidsopdrachtgevers zijn voornamelijk geïnteresseerd in de laagste prijs. Kwaliteit, garantie, maatschappelijk verantwoord ondernemen, duurzame zakelijk relaties, ketenintegratie en faalkostenreductie; al die zaken waar de branche zo hard aan werkt, daar hebben de opdrachtgevers in deze tijd weinig boodschap aan. Ze belijden hun betrokkenheid nog wel, maar bij voorkeur met de mond. Ook dat is te lezen in de getuigenissen. Dus, als je moet voldoen aan de bouw-cao, heb je op voorhand al slechte kaarten. Dat merken de mkb-ondernemers. Opdrachtgevers eisen – onder verwijzing naar de prijzen van samenwerkende zzp’ers – tien procent korting op een begroting die al kaal is. Wil je aan het werk blijven, dan moet er gesneden worden in het eigen vlees. Dat kan een gezond bedrijf korte tijd volhouden, maar niet jaren achtereen. De crisis duurt al enkele jaren en het einde is niet in zicht. Faillissementen zijn aan de orde van de dag. Dit zwartboek is een hartenkreet van ondernemers die met de rug tegen de muur staan en die lijdzaam moeten toezien dat alles, waar ze collectief aan gewerkt hebben, afgebroken wordt. Opleiding van jonge mensen tot vakkundige professionals, verbeteren van de kwaliteit en imago, programma’s voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Al die zaken waar de branche zo trots op is, verbrokkelt onder een beleid dat erop gericht is zoveel mogelijk mensen te overtuigen van de zegeningen van het zzp-schap. Maar in de bouwnijverheid leidt dit beleid voor het gros van de betrokkenen zzp’ers tot armoede, uitbuiting en een slopend bestaan, waar uiteindelijk de samenleving de rekening van betaalt. Ook dat wordt duidelijk uit de verhalen van de ondernemers. Al in 2009 heeft de AFNL een publicatie aangeboden aan de Tweede Kamer over de onduidelijke positie van zzp’ers. Deze heeft weinig aan actualiteit ingeboet. Ook toen is al gewezen op concurrentievervalsende effecten die optreden rond uitzendkrachten en schijnzelfstandigen. Ook toen al is gewezen op het falende Nederlandse controlesysteem inzake buitenlandse bouwvakkers. De situatie, aldus de ondernemers, is mede door de crisis sinds 2009 eerder zorgelijker geworden. Aanleiding om met dit zwartboek de noodklok te luiden. Dit zwartboek is ten slotte een cri de coeur van een categorie betrokken ondernemers die aan den lijve ondervinden dat het midden- en kleinbedrijf zwaar te lijden heeft onder het systeem, dat kennelijk moderne koppelbazen de ruimte wil geven. Deze lieden moet de wacht aangezegd worden! Gebeurt dat niet, dan kan dat verstrekkende gevolgen hebben. Niet alleen in het leven van de betreffende ondernemers zelf, maar ook voor de samenleving als geheel. Want een gezond mkb in de bouw is een waarborg voor werkgelegenheid met perspectief en een waarborg voor de kwaliteit en de veiligheid van onze gebouwde omgeving. Stop de neerwaartse spiraal! Met dit Zwartboek Schijnzelfstandigheid doen ondernemers een dringend beroep op politici en beleidsmakers. Stop de afbraak van het midden- en kleinbedrijf in de bouwnijverheid!
3
DE ONDERNEMERS AAN HET WOORD
20 praktijkverhalen
4
‘Uitzendkrachten voor 12 euro per uur? De goedkoopste leerjongen in mijn bedrijf kost al het dubbele’
‘Ik heb een hele concrete case die ik kan aandragen. Een tijd geleden nam een uitzendbureau contact met me op. Actief 65+, noemde het zich. Het bleek een organisatie te zijn die bejaarde vakmensen aanbiedt voor bedragen van tien tot twaalf euro per uur. Het bureau werft gepensioneerden vaklieden die een centje willen bijverdienen. Loodgieters, timmerlieden, metselaars; voor elke discipline kun je een beroep doen op dit merkwaardige uitzendbureau. Volgens de website is het uitzendbureau gevestigd aan de Prinsengracht in Amsterdam in een duur pand, dus de business zal wel goed lopen. Niet verwonderlijk, extreem goedkope vaklui met veel ervaring zijn voor ondernemers interessant, natuurlijk. Zeker in tijden dat alles gedaan wordt om de kosten te drukken. Het is je reinste concurrentievervalsing. De gepensioneerden worden op basis van een 0-uren contract uitgeleend en vallen niet onder de bouw-cao. Daardoor zijn ze al een stuk goedkoper. Ga maar na: de goedkoopste leerling in mijn bedrijf kost al rond de twintig euro per uur. Ik ken wel meer voorbeelden van schimmige praktijken om de personeelskosten te drukken. Zo zijn er bedrijven die eigen personeel bij een payroll-organisatie onderbrengen. Ik heb het ook overwogen. Uiteindelijk heb ik het niet gedaan, omdat me dat van alle kanten werd ontraden. Ik had contact met Go4Payrolling. Het meest rare vind ik nog wel, dat er op hun mails en hun website het logo van Cordares staat. Zo’n payroll-organisatie kan toch niet aangesloten zijn bij Cordares?’
Ondernemer aannemersbedrijf
5
‘Het systeem meet met twee maten’
‘Vanochtend kreeg ik een mailtje van een metselaar. Of ik nog werk voor hem had. Zijn vorige werkgever was failliet. In deze crisistijd hebben we te maken met een stortvloed van werkloze vakmensen, die zich als zzp’er aanbieden. Er ontstaan allerlei vreemde constructies. Zo ken ik een zzp’er, die werkt met een team van een stuk of acht uitzendkrachten. Dat soort combinaties kan werken aannemen voor prijzen waarvoor een regulier metselbedrijf als het mijne niet kan werken. Zzp’ers vragen namelijk uurtarieven die zo’n twintig á dertig procent lager zijn, dan de uurlonen die wij krachtens de bouw-cao aan onze medewerkers moeten betalen. Die jongens staan voor een appel en een ei tien uren per dag te metselen. Geen arbeidsongeschiktheidsverzekering en geen CAR-verzekering. Ze betalen ook geen bijdrage aan de bedrijfstakeigen fondsen. Concurrentievervalsing en ondermijning van de ons stelsel. Als je vroeger een extra mannetje nodig had, belde je een collega. Collegiaal inlenen heette dat. Dat soort collega-diensten bestaat nu nauwelijks meer. Sommige collega’s hebben amper meer vaste medewerkers. Logisch ook, want in slechte tijden kom je er niet zomaar vanaf. Kan wel 26 weken duren. Dus, als je omhoog zit, probeer je iemand in te huren die zo goedkoop mogelijk is. Je komt dan al snel terecht bij een zzp’er. Daar is op zich niks op tegen, als hij maar een echte ondernemer is, die voldoet aan dezelfde eisen als wij. Maar, het heeft allemaal wel gevolgen voor de arbeidsmarkt. Ik voorspel: de cao-medewerker heeft zijn langste tijd gehad op de bouwplaats. Wil je nu nog aan werk komen, dan moet je ver onder de kostprijs inschrijven. Want ondanks alle mooie praatjes over aanbesteden op kwaliteit, is mijn ervaring dat het werk naar de allerlaagste inschrijver gaat. En die mag aan de slag als hij nog eens tien procent inlevert. Mijn prijzen zijn nu een kwart lager dan twee jaar geleden. Er wordt totaal geen waarde meer gehecht aan continuïteit of kwaliteit. De geschiedenis met die je met een opdrachtgevende aannemer hebt of de keurmerken die je hebt behaald; het doet er allemaal niet meer toe. Ik ben overigens wel gedwongen om ver onder kostprijs in te schrijven, want als ik geen werk krijg en mijn mensen moet ontslaan, ben ik duurder uit. Er moet dus iets gebeuren. Om te beginnen moeten op een bouwplaats gelijke rechten gaan gelden. Daarmee voorkom je scheve situaties. De werkgever krijgt een boete als zijn medewerker zesentwintig kilo tilt. De zzp’er met honderd kilo op zijn schouders gaat bij wijze van spreken vrijuit. En als diezelfde zzp’er van de steiger valt, stelt hij zijn opdrachtgever aansprakelijk. Vrijwel altijd wordt hij ook nog in het gelijk gesteld. Een ander heikel punt: er is te weinig werk, dus komen er veel mensen in de WW. De overheid stimuleert dan om te gaan ondernemen. Ze krijgen een paar maanden uitkering mee en kunnen als zzp’er de markt op. Door die stimulans van de overheid wordt de markt overspoelt. En dat, terwijl er al te veel zzp’ers zijn. Nu we het toch over de WW hebben. Als er voor een uitzendkracht geen werk is, kan die gelijk de WW in. Een caowerknemer moet ik als werkgever tenminste 21 dagen doorbetalen voor ik hem kan ontslaan. Plus dat we ons blauw betalen aan WW-premie. Het werkgeversaandeel voor de WW is overigens onlangs weer opgeschroefd. In totaal kom ik nu maandelijks op ongeveer 500 euro per werknemer. Daar ben ik niet op tegen, maar het systeem meet met twee maten. Het is voor ons niet meer op te brengen.’
Ondernemer metselbedrijf
6
‘Het werk op de bouwplaats wordt gedaan door een nieuwe kaste van armen’
‘Ik sprak laatst een zzp’er op een bouwplaats. De tranen rolden bijna over z’n wangen. Hij was niet verzekerd en had ook geen geld op de bank staan. Hij bouwde geen pensioen op, werkt hele lange dagen voor een hongerloontje en staat met vorst gewoon op de steigers. Die mensen staan met hun rug tegen de muur. Als je de gemiddelde zzp’er vraagt te tekenen voor loondienst, zal hij niet aarzelen zijn handtekening te plaatsen. Ik zie veel problemen ontstaan op bouwplaatsen waar alleen zzp’ers rondlopen. Binnen één oogopslag zie je zo drie of vier misstanden. Mensen zonder helm. Het zijn allemaal eigen baasjes die doen wat hun goeddunkt. Je hebt sterke uitvoerders nodig om die in toom te houden. Als een zzp’er zonder helm betrokken raakt bij een ongeval, zal hij procederen tegen degene die hem ingehuurd heeft. Daar zit iets heel scheef. Je ziet het ook terug in contracten bij uitzendbureaus. Die zijn zo in elkaar gezet dat de inlener van de uitzendkracht de schuldige is bij een ongeval. De uitlener gaat vrijuit. Dat noem ik misstanden. Die ongelijkheid zet zich voort in de controle op kwaliteit en veiligheid. Onze cao-mensen moeten zich houden aan wat er in de A-bladen staat over bijvoorbeeld tillen. Als ze dat niet doen, krijgen wij bij controle van de Arbeidsinspectie een boete. Dat leidt soms tot onmogelijke situaties. Hoe wil je met vijf man een trottoirband verplaatsen op een plek waar dat niet mechanisch kan? Zzp’ers tillen die trottoirband met z’n tweeën. Kennelijk geen punt. Even voor de duidelijkheid. Ik heb helemaal niks tegen zzp’ers. Ze brengen een stukje flexibilisering voor de werkgever. Dat is goed. Alleen het speelveld is niet gelijk. Ik heb laatst uitgerekend dat onze cao-werknemers tien procent duurder worden, als je volgens de A-bladen wilt blijven werken en ook nog eens alle premieverhogingen verrekent. Terwijl je weet, dat ze nu al te duur zijn. Je moet ingrijpen, nu het crisis is. Want in crisistijd kun je veranderen. De eerste vraag is hoe we de ongelijkheden op de arbeidsmarkt kunnen wegnemen. Eigenlijk is het antwoord simpel: er moeten dezelfde regels gelden voor iedereen. Laat een zzp’er ook pensioen afdragen en bijdragen aan het O&O-fonds. Iedereen op gelijke voet betalen en belasten. Ook de regels op het gebied scholing en bijscholing moeten gelden voor de zzp’ers. En dan is er, ten slotte nog het imago. Dat is al niet best en krijgt door de crisis een extra knauw. Jonge mensen zullen niet snel kiezen voor een carrière op de bouwplaats. Ik ben niet optimistisch over de toekomst. Kennis gaat verloren en het werk op de bouwplaats wordt gedaan door een nieuwe kaste van armen die vele uren moet maken om rond te komen. Een betreurenswaardig lot. En dan ben ik weer bij die zzp’er aan het begin van mijn betoog.’
Ondernemer voegbedrijf
7
‘De kwaliteit holt achteruit, vakkennis verdwijnt en de veiligheid is in het geding’
‘Laat me beginnen met een concreet voorbeeld: een aanbesteding van metsel- en voegwerk door een hoofdaannemer. We schreven in voor veertig euro per uur, inclusief materiaal. Een scherpe prijs. We werden afgewezen en een week later stond een zevental Polen voor zeventien euro per uur op de steiger. Ik hoor dit soort verhalen regelmatig. Hoelang kan het nog goed gaan, vraag ik me af. De Nederlandse fiscus is niet bij machte te controleren of ze hun inkomsten in Polen aangeven. Mochten ze al geregistreerd staan… Daar kunnen wij, als reguliere ondernemers, dus niet tegenop boksen. In België en Duitsland is het beter geregeld; iedere werknemer moet zich verplicht registreren. Als wij in die landen aan de slag gaan, staat er binnen één dag een mannetje op de bouwplaats om de papieren te controleren. Ik denk dat we gebaat zijn bij eenzelfde systeem. België en Duitsland zijn weliswaar vanuit Brussel op de vingers getikt omdat ze te streng zijn voor buitenlandse werknemers, maar daar is in ieder geval minder concurrentievervalsing op de binnenlandse markt. In Nederland hebben we een controlesysteem van niks. Op donderdag kondigen ze aan dat ze maandag komen controleren of alle werknemers geregisterd staan. De buitenlandse werknemers komen dan gewoon en dagje niet opdagen. Om even door te gaan over concurrentievervalsing: bouwvakkers in de WW worden door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) gestimuleerd zich in te schrijven bij een uitzendbureau. Ze komen dan bij een regulier uitzendbureau terecht en vallen niet meer onder de bouw-cao, waardoor ze veel goedkoper zijn. Daarnaast is er nog een groep die vanwege ontslag of faillissement op de markt terechtkomt en verdergaat onder de zzp-vlag. Ik denk dat het grootste aandeel in de concurrentievervalsing op het conto van de zzp’ers staat. Voordat ik zelf in zee ga met een zzp’er, controleer ik of hij goed verzekerd is. Tegen arbeidsongeschiktheid, voor aansprakelijkheid, noem maar op. Uit ervaring weet ik dat veel zzp’ers doorgaans geen premies afdragen. En neem nou die VAR verklaring. Veel zzp’ers hebben die domweg niet. Het zou voor ondernemers handig zijn als er een zzp-pasje zou zijn waarop alle relevante gegevens staan. Is hij verzekerd? Mag hij in Nederland aan de slag? Welke opleidingen heeft hij genoten? Etc. Ik heb als ondernemer netjes mijn diploma’s gehaald. Daardoor ben ik in staat constructief werk uit te voeren. Zzp’ers doen dat ook zonder daarvoor goed opgeleid te zijn. Dat kan leiden tot gevaarlijke situaties. De overheid staat dat toe. Gevolg: reguliere, vakbekwame metselbedrijven worden aan de kant geschoven voor goedkopere zzp’ers. Vergelijk de situatie in de bouwnijverheid met de politiek ten tijde van de Lijst Pim Fortuyn. De politici die op die lijst stonden, hadden geen klap verstand van politiek. Met alle gevolgen van dien. En dat is dan nog betrekkelijk ongevaarlijk. De gevolgen van onkunde en gebrek aan ervaring bij hele volksstammen zzp’ers kunnen op de bouwplaats desastreus zijn. De kwaliteit holt achteruit, vakkennis verdwijnt en de veiligheid is in het geding. De situatie is schrijnend. Wat mij betreft is de overheid nu aan zet om dit probleem aan te pakken. Het zou helpen als wettelijk is vastgelegd dat iedere werknemer zich moet registreren, een proeve van bekwaamheid aflegt en zijn premies afdraagt. Dat geldt, wat mij betreft voor zzp’ers en uitzendkrachten. Of ze nou Pool of Nederlander zijn.’
Ondernemer metselbedrijf
8
‘Als je geen oplossing verzint voor de misstanden, zullen de fundamenten onder de bouwbranche finaal worden weggeslagen’
‘Laatst dong ik mee naar een mooie opdracht: mozaïek leggen in een dertiental woningen. Voorheen vroeg je daar 40 euro per vierkante meter voor, tegenwoordig 37 euro. Voor minder kan het ook echt niet. Dat dacht ik tenminste, totdat ik een belletje kreeg van de opdrachtgever. We kregen de klus niet. Een andere tegelzetter, die uitsluitend met zzp´ers werkt, had het werk aangenomen voor €26,50 per vierkante meter. Als je alle kosten die je als tegelzetter maakt, van dit bedrag aftrekt, dan staat die zzp’ers te plakken voor 8 euro per vierkante meter. Als je een dijk van een tegelzetter hebt, plakt die twintig vierkante meter per dag. Dan kom je op 20 euro per uur. Je kunt niet anders dan concluderen dat die mensen worden uitgebuit. Zelf probeer ik het personeelstekort in drukke tijden op te lossen door collegiaal inlenen. Dat doe ik met een aantal bedrijven, waarvan ik weet dat er vakmensen werken. Verder doe ik zaken met ozp’ers, ondernemers zonder personeel. Die ozp’ers zijn goed verzekerd en dragen min of meer dezelfde lasten af als wij. Die doen niet aan concurrentievervalsing. Een zzp’er is echter meestal een schijnzelfstandige, die zich qua regelgeving beweegt in een schemerzone. Ze doen geen enkele afdracht, niet aan het O&O-fonds of aan verzekeringen. Het gevolg is dat de werkgever vaak volledig aansprakelijk is. Een zzp’er die zijn been heeft verloren op de bouwplaats, werd onlangs door de rechter in het gelijk gesteld. Het gaat regenen van dat soort claims in de toekomst. Als je geen oplossing verzint voor de misstanden, zullen de fundamenten onder de bouwbranche finaal worden weggeslagen. Als het zo doorgaat zullen mkb-bedrijven met een degelijk meerjarenplan, die opleiden en de kwaliteit van hun vakmensen op peil houden, verdwijnen. De schil van zzp’ers zal de bouw overnemen. Ik vind dat je als brancheorganisatie een vinger moet opsteken en elkaar tot de orde moet roepen. Ik ben actief betrokken bij onze branchevereniging, omdat ik het belangrijk vind dat we goed vertegenwoordigd zijn. Ik betaal mijn contributie op basis van het aantal medewerkers. Zo hebben we dat afgesproken. Een ondernemer die alleen met zzp’ers werkt, heeft in feite geen mensen in dienst. Hij betaalt dus in principe geen contributie. Vind ik ook ondermijnend.’
Ondernemer tegelzetbedrijf
9
‘Zzp’ers zijn de arbeidsongeschikten van de toekomst’
‘Als ik over zzp’ers praat, weet ik waar ik het over heb. Ik ben zelf namelijk anderhalf jaar zzp’er geweest. Totdat mijn vrouw op een geven moment zei: ‘nu stop je ermee, anders ga je het met je gezondheid bekopen.’ Ik ben toen serieus gaan ondernemen en heb inmiddels één van de grotere tegelzetbedrijven in de regio. Als ik door was gegaan als zzp’er, had mijn vrouw waarschijnlijk gelijk gekregen. Het is een keihard bestaan. Je moet altijd doorwerken, omdat je anders geen inkomen hebt. Een collega schetste een droevig, maar tekenend beeld. Hij stond op de bouwplaats met twee jongens die bij mij gewerkt hebben en zijn begonnen als zzp’ers. Ik ken ze als gouden jongens. Toen die collega last kreeg van zijn arm, kwam één van hen naar hem toe. Hij had nog wel een pilletje dat de pijn weg zou nemen. Die jongens lopen dus ziek op de bouwplaats rond en stoppen zich vol met medicijnen. Alles om maar door te kunnen werken. Ze zullen nooit toegeven, dat ze stiekem liever in loondienst waren gebleven. Ze zijn verslaafd geraakt aan hun inkomen, dat je nu als zzp’er alleen nog op niveau kunt houden door nog meer en nog sneller te werken. Op een bouwplaats vol zzp’ers is het een chaos. Er heerst een enorme onderlinge concurrentie. Van enige onderlinge afstemming is geen sprake. Gevolg: toename faalkosten en inboeten op kwaliteit. Er worden steeds meer risico’s genomen. Niet minder dan de veiligheid komt op het spel te staan. De situatie in de bouw is schrijnend. Zzp’ers werken zich een slag in de rondte om nog wat te verdienen en zijn hard op weg de arbeidsongeschikten van de toekomst te worden. Begrijp me niet verkeerd, iedereen mag van mij ondernemer worden. Je hebt echter mensen nodig die volgen en mensen die vooroplopen. De meeste zzp’ers horen echter niet tot die laatste groep en zijn dus geen ondernemers. Het zijn verkapte loonwerkers die een eigen bedrijfje zijn begonnen om gebruik te maken van alle faciliteiten die de overheid ze biedt, zoals de aftrekmogelijkheden. In toenemende mate belanden ze nu bij een bemiddelingsbureau waar ze ronduit uitgebuit worden. Er worden geen criteria meer gesteld aan het ondernemerschap. Vroeger moest je een middenstandsdiploma halen. Je wist hoe je je moest verzekeren en de boekhouding moest doen. Zo creëer je ondernemers. Een bedrijf dat werk wil houden, wordt gedwongen zzp’ers in te schakelen. Het is een neerwaartse spiraal. Ik zie het met lede ogen aan, maar ben niet roomser dan de paus. De zzp’ers die ik inhuur zijn veelal oudpersoneelsleden. Het liefst zou ik ze in dienst nemen, maar dat doe je in deze tijd niet. Misschien wel, als je ze gemakkelijker kunt ontslaan als er geen werk is. Wat mij betreft is nu de overheid aan zet. Ik beticht de regering van kortzichtigheid, ze voeren enkel korte termijn politiek. Als het zo doorgaat, gaat vakmanschap verloren en is er straks geen enkele Nederlandse tegelzetter meer. Ik heb soms het idee dat ze in Den Haag denken dat wij Nederlanders allemaal bureauwerk moeten doen en dat de Polen en de Roemenen er zijn voor het werk op de bouwplaats.’
Ondernemer tegelzetbedrijf
10
‘Er bestaan groepen zzp’ers die opdrachtgevers langs gaan met de boodschap: laat die aannemers maar een prijs maken, dan gaan wij daar tien procent onder zitten’
‘Vorige week nog: na heel scherp begroten, kwamen we voor een werk uit op een prijs van €18.500. Voor minder kon het echt niet. Wat gebeurde er? De opdrachtgever ging met onze begroting de boer op en al snel lukte het om het werk voor €15.000 bij iemand neer te leggen. Dit soort praktijken zijn tegenwoordig aan de orde van de dag. Er bestaan groepen zzp’ers die opdrachtgevers langs gaan met de boodschap: laat die aannemers maar een prijs maken, dan gaan wij daar tien procent onder zitten. Iedereen rekent zich suf want er is heel weinig werk te verdelen. Je doet je best om een scherpe prijs neer te zetten, maar het is net koehandel. Concurrenten die alleen maar zzp’ers inhuren, kunnen een tientje per uur minder schrijven. Er zijn erbij die het doen voor de helft van wat wij moeten vragen. Toen ik een keer een begroting bij een architectenbureau voorlegde, kreeg ik te horen dat ik te eerlijk was. ´Laat gewoon wat weg, dat klets je er later wel weer bij´, zeiden ze letterlijk. Dat is wat er nu gebeurt. Ook ik heb het geprobeerd met uitzendkrachten en zzp’ers, maar de betrokkenheid bij het werk ontbrak. En als mkb-bedrijf zit je er niet bepaald op te wachten om steeds andere mensen bij je aan het werk te hebben. De keerzijde van de medaille is dat zzp’ers in grote onzekerheid leven. Ze dragen niets af aan verzekeringen en bouwen geen pensioen op. Ik denk dat als ze de kans krijgen, graag weer in vaste dienst willen komen; de helft zal dat gelijk doen. Maar ja, er is geen werk en dan kun je óf zzp’er worden óf bij de sociale dienst aankloppen. En zie van alleen sociale steun je gezin maar eens te onderhouden. Ze staan met hun rug tegen de muur. Een oplossingen? Ik wil pleiten voor een beter uitleenbeleid bij de banken. Jongeren krijgen geen geld als ze willen bouwen of verbouwen. Het is me in de afgelopen twee maanden twee keer overkomen dat alles rond was; ook met de bank. Vervolgens maken we een begroting en is er een aanbesteding. En dan plotseling, op het moment dat je aan de slag wilt, trekt de bank zich terug. En verder: onze overheid moet zorgen voor een soepeler ontslagbeleid. Dan kunnen wij ook makkelijker personeel aannemen.’
Ondernemer aannemersbedrijf
11
‘De zzp’er draagt niks bij aan collectief opleiden en concurreert jonge aanwas weg’
‘Vijf jaar geleden huurde ik uitzendkrachten bij een bepaald uitzendbureau. Ik vond het verdacht dat ze een hele hoge kilometervergoeding kregen. Het wantrouwen bleek terecht, want die kilometervergoeding was verkapt loon. Inmiddels is er geen activiteit meer bij dat uitzendbureau en heeft de eigenaar een schuld bij de fiscus van één miljoen euro, een navordering op gederfde loonbelasting. Op hetzelfde adres als het bureau is ook een aannemersbedrijf gevestigd, schijnbaar van dezelfde eigenaar. Maar daar is niks te halen voor de fiscus, want het uitzendbureau staat op naam van zijn vrouw. De belastingschuld wordt nu opgehaald bij bedrijven, waarmee het bureau zaken deed. Ik ben goed weggekomen, omdat ik voor de zekerheid de facturen op de g-rekening had gestort. Dit voorbeeld staat niet op zich. Het is een schimmig wereldje rond de uitzendbureaus. Op papier is maar een klein deel van de uitzendkrachten bouwvakker, maar in werkelijkheid detacheren ze het grootste deel in de bouw. Ondertussen werken ze wel onder een goedkopere cao. Die uitzendkrachten van de malafide bureaus bouwen geen pensioen op en zijn niet verzekerd. Als arbeidsongeschiktheid in de lucht hangt, proberen ze snel in loondienst te gaan. Hetzelfde geldt voor zzp’ers; het gros draagt niets af aan verzekeringen of het O&Ofonds. Een organisatie als Fundeon, dat bestaat mede dankzij het fonds, wordt hiervan de dupe en uiteindelijk de gehele branche. De leerlingen worden te duur. De animo voor leerlingen wordt minder bij de bedrijven. Begrijpelijk. Momenteel betaal ik voor een leerling ruim 20 euro per uur; dat is meer dan het uurloon van de gemiddelde zzp’er. De zzp’er draagt niks bij aan collectief opleiden en concurreert jonge aanwas weg. Een catastrofaal toekomstscenario. De koers van het huidige beleid heeft tot gevolg dat straks geen hond meer een vast contract krijgt. De cijfers spreken boekdelen. Ten opzichte van het jaar ervoor nam in 2011 het aantal vaste contracten in de bouw af met 4000, terwijl er 12.000 vacatures voor tijdelijke contracten, uitzendkrachten en zelfstandigen zonder personeel bijkwamen. In 2010 zijn er 83.000 vaste contracten afgesloten, in 2011 maar 2000. Zelf bied ik tegenwoordig alleen nul-uren contracten aan. Het risico dat ik iemand nog zesentwintig weken moet doorbetalen als ik geen werk heb, kan ik niet nemen. Het zou me helpen als het ontslagrecht versoepeld werd. Wat er verder moet gebeuren: verplichten dat zzp’ers en uitzendkrachten onder de bouw-cao werken en erop toezien dat ze zich goed verzekeren. Als er nu een uitzendkracht of zzp’er gewond raakt op de bouwplaats, is het inlenende bedrijf aansprakelijk en daardoor soms meteen failliet. Daarnaast: maak de bouw-cao goedkoper. Die is veel te duur. Je kunt een dubbele slag maken, want als wij goedkoper kunnen werken, zullen de huizenprijzen dalen. Andere maatregelen om de huizenmarkt weer op gang te brengen zijn gewenst. Banken moeten bijvoorbeeld makkelijker hypotheken verstrekken aan werknemers met tijdelijke contracten.’
Ondernemer metselbedrijf
12
‘Elk opleidingsbedrijf heeft last van de zzp’ers en uitzendkrachten, omdat ze goedkoper zijn dan leerlingen’
‘Ik werk voor een opleidingsbedrijf in de infrasector. Elk opleidingsbedrijf heeft last van de zzp’ers en uitzendkrachten, omdat ze goedkoper zijn dan leerjongens. Hoe dat kan? Dat zal ik toelichten met een voorbeeld. Onlangs kreeg ik een advertentie onder ogen van ‘Akty team Global’. Dat bureau detacheert op papier 52% van de uitzendkrachten buiten de bouw, zodat de uitzendkrachten niet onder de dure bouw-cao vallen. In werkelijkheid zetten ze bijna al hun krachten in de bouw weg. Het bedrag dat we vragen voor een leerjongen kan niet omlaag, omdat hij onder de dure bouw-cao valt. Het is onze taak om de bedrijven van het belang van goed opgeleide vaklieden in de toekomst te overtuigen. Een echte ondernemer snapt dat, maar hoopt zelf over een half jaar nog te bestaan. En dan huurt hij liever voor hetzelfde geld een zzp’er in met een busje. We gaan als leerbedrijf ten onder aan die concurrentievervalsing. Ondertussen is er steeds minder geld beschikbaar voor opleidingen. Op subsidies hebben we al twintig procent moeten inleveren en het zal me niet verbazen als we over vier jaar helemaal niets meer krijgen. We hebben het geluk dat we twee jaar geleden al hebben besloten om meer commercieel te gaan door bijvoorbeeld scholing extern aan te bieden. Een ander heikel punt: de regelgeving is aangepast, waardoor het voor jongens die hun startkwalificatie voor de bouw al hebben gehaald, onmogelijk is geworden zich om te scholen naar infra. Dat wordt dan te duur. Je mag niet nog een keer 60.000 euro uitgeven aan dezelfde leerling. Dat is krom, want die leerlingen die doorgaans gemotiveerd zijn, gaan dan verloren voor de branche. Bovendien is de investering in tijd en geld dan tevergeefs geweest. Als de crisis weer is aangetrokken zal een groot tekort aan vaklui ontstaan. Alle ontwikkelingen die ik noemde – en dan met name de opkomst van de zzp’er in de bouw – veroorzaken een teloorgang van goedopgeleide vakmensen in de bouw.’
Manager opleidingsbedrijf
13
‘Vakbonden die opkomen voor de rechten van zzp’ers? Dat is de wereld op zijn kop’
‘Voor elk bedrijf dat failliet gaat, komt een handvol zzp’ers de markt op. Die komen niet aan de bak, behalve tegen tarieven die een regulier bedrijf nooit kan vragen. Opdrachtgevers vragen me wel eens waarom ze mij het dubbele van een zzp’er zouden moeten betalen. Wij doen in één uur wat zij in twee uur doen, is steevast mijn antwoord. Daar is trouwens nauwelijks iets aan gelogen. Wij hebben geïnvesteerd in een deugdelijk machinepark en zetten ons honderd procent in. Dat zie je bij een zzp’er niet, die wil alleen uren maken. Hij geeft je geen garantie en als hij elders meer kan krijgen, is hij zo vertrokken. Een echte opdrachtgever prikt daar wel doorheen, maar de meesten zijn gevoelig voor de lage prijs en krijgen de ellende achteraf. Zzp’ers maken de branche kapot. Ik heb er niets op tegen als iemand als zelfstandige wil beginnen, maar dan moet hij wel opleiden en continuïteit waarborgen. Dat doen ze niet, waardoor ze een groot aandeel hebben in de versoberende kwaliteit van vakmensen. De doorstroom bij opleidingsbedrijven is om te huilen. Als er over vijf jaar een aantal van mijn medewerkers met pensioen gaat, kan ik er niemand voor terugkrijgen. Dan moet ik wel aan de zzp’ers. Nu hebben zzp’ers alleen de voordelen en niet de nadelen. Zo ken ik een team van verenigde zzp’ers met een G-rekening. Hoe kunnen zij nou een G-rekening openen? Van dat soort berichten kan ik echt boos worden. Er moeten weer eisen worden gesteld aan ondernemerschap. Als je aannemer wilt worden, moet je over papieren beschikken, waarom een zzp’er niet? Het afschaffen van de vestigingswetgeving heeft averechts gewerkt; er moeten weer duidelijke regels gaan gelden. Bijvoorbeeld: je mag alleen constructief werk doen, als je er de juiste papieren voor hebt. Ik wil ook nog wel wat kwijt over de vakbonden. Die maken zich nu plotseling sterk voor de zzp’er om de toekomst van hun organisatie veilig te stellen. Dat vind ik dus de wereld op zijn kop: een vakbond die opkomt voor de rechten van zelfstandige ondernemers. Of gaan ze er bij de vakbond vanuit, dat zzp’er een verkapt soort werknemers zijn?’
Ondernemer aannemersbedrijf
14
‘De gemeenten spelen het keihard en draaien mkb-bedrijven stukje bij beetje de nek om’
‘Je ziet steeds vaker, dat gemeenten hun opdrachten direct uitbesteden aan onze onderaannemers. Reguliere infra-bedrijven moeten dus vechten tegen de eigen onderaannemers die doorgaans niet onder de bouw-cao vallen. Veel van die onderaannemers zijn zzp’ers die wat groter zijn geworden. Gemeenten gaan met onderaannemers in zee, omdat deze aanbieden een klus te doen voor prijzen die minstens tien procent lager zijn dan wij op z’n scherpst kunnen schrijven. Kwaliteit, duurzame relatie, betrouwbaarheid, vertrouwen… Het speelt allemaal geen rol meer. Dit fenomeen komt voor bij verschillende gemeenten, ook de grotere. Tegelijkertijd verwachten ze wel, dat we voldoen aan criteria van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daar zijn we als bedrijfstak ook zeer constructief mee bezig. Maar de gemeenten zelf hebben kennelijk lak aan mvo. Tenminste dat leid ik af van dat constante gunnen tegen de laagste prijs. Niks emvi, niks mvo, niks duurzame oplossingen. De gemeenten spelen het keihard en draaien mkb-bedrijven stukje bij beetje de nek om. Neem die vijf procent regeling, om werklozen aan de gang te houden. In deze tijd moet je bij wijze van spreken je eigen mensen ontslaan om hieraan te kunnen voldoen.’
Ondernemer infra-bedrijf
15
‘Bouw-cao verplicht stellen in bestekken van de overheid’
‘Wat me het meest stoort, is dat de bouw-cao niet door iedereen in de infra-sector wordt gehanteerd. Men werkt ondermeer onder de cao voor transportsector, waardoor ze vier á vijf euro per uur minder kunnen te vragen. Bedrijven die verplicht zijn de bouw-cao hanteren, worden weggeconcurreerd. Het grootbedrijf doet daar vrolijk aan mee, ten koste van het mkb. Die grote jongens hoor je daar dus niet over. Ze hebben sowieso een goed lijntje met beleidsmakers. Dat zag je bijvoorbeeld toen Eurlings zei dat kleine opdrachten vaker moeten worden geclusterd in een grotere aanbesteding. Gelukkig is dat nu teruggedraaid met de nieuwe Aanbestedingswet. Ook aan het protectionisme van provincies moet een einde komen. In Limburg komen alleen Limburgse aannemers in aanmerking voor opdrachten. Ten minste zo hebben wij dat een aantal keren aan den lijven ondervonden. Ook opdrachtgevende gemeenten mogen wel eens nadenken over hun rol. Een voorbeeld: Arcade besteedt werk uit voor de gemeente Venlo. En wie staan er aan de schop? Een loonwerker met een stel Polen. Zo kan ik nog wel even doorgaan. En ondertussen hebben we hier wel 300.000 werkelozen. De bouw heeft een zeer goede cao, gun dat aan iedereen die in de bouw werkt. Het moet verplicht worden gesteld in de infra- en de bouwbestekken, dat iedereen die werk verricht op de bouwlocatie, ongeacht of dat nu een zpp’er, werknemer of uitzendkracht is, werkt onder de bouw-cao. Want de uurlonen waar ze nu voor staan te werken, zijn eigenlijk onmenselijk. Onbegrijpelijk dat ze niet in opstand komen.’
Ondernemer infra-bedrijf
16
‘Ik weet van één groep zzp’ers bijvoorbeeld dat ze ook op zaterdagavond op de steigers staan’
‘In Amsterdam staan zzp’ers uit Friesland voor twaalf euro per uur op de steigers te metselen. En daarvoor moeten ze ook nog heen en weer rijden. Waarom ze dat doen? Dan hebben ze in ieder geval nog vierhonderd euro in de week. Ook in andere regio’s wordt geklaagd dat dit soort dingen gebeuren. Als er niet snel een einde aan komt, heeft straks geen bedrijf meer mensen op de loonlijst. WW’ers worden door de overheid gestimuleerd om zzp’er te worden. Als ze onvoldoende verdienen, wordt dit aangevuld met een uitkering van het UWV. Toen ik begon als ondernemer werd ik niet ondersteund. Ik moest zelf zorgen dat ik me verzekerde en voldoende werk had. Dit is de omgekeerde wereld. Zzp’ers maken alleen maar gebruik van voorzieningen; ze dragen niet bij aan de instandhouding. Ze kunnen bijvoorbeeld leerlingen aan het werk zetten via een samenwerkingsverband, terwijl ze er niet aan mee betalen. Er zijn ook zzp’ers die gezamenlijk werken aannemen, rechtstreeks van de hoofdaannemer. Ze vragen een ontzettende rotprijs, waarvoor ze zichzelf moeten afbeulen.. De opdrachtgever maakt zich er niet druk om, zijn aanspreekpunt is de hoofdaannemer. Ik scheer nu trouwens iedereen over één kam, maar sommige zzp’ers doen het wel degelijk goed. Er moet alleen iets gebeuren dat het kaf van het koren scheidt. De overheid moet ingrijpen. Sinds de vestigingswet is afgeschaft, doet iedereen wat hij wil. Voer die wet weer in en verplicht een zzp’er om de normale afdrachten te doen. Je maakt op die manier een einde aan de schrijnende concurrentievervalsing.’
Ondernemer metselbedrijf
17
‘De schijnzelfstandige moet de wereld uit’
‘De Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) is in mijn ogen niets waard; elk jaar worden de regels weer aangepast. Inspecteurs bepalen uiteindelijk wie zelfstandig is en wie in loondienst zit. Je hebt als bezitter van een VAR of inlener van een zzp’er met een VAR niets te vertellen. Voor de grote bouwbedrijven werkt een mengelmoesje van uitzendkrachten, schijnzelfstandigen en zzp’ers. De bouw-cao wordt zo langzamerhand alleen nog gehanteerd door het midden- en kleinbedrijf. We worden weggeconcurreerd, want het loon van cao-personeel is veel hoger dan de tarieven van zzp’ers en uitzendkrachten. De bouw-cao is dus veel te duur. Neem alleen al het aantal vrije dagen, in de bouw 48 per jaar, in de metaalsector zijn dat er 24! Als je als mkb-ondernemer wilt overleven, zul je ook zzp’ers of uitzendkrachten moeten inhuren. Ik heb een keer een boete gekregen, omdat er tussen de uitzendkrachten illegalen bleken te zitten. Ik had de valse paspoorten moeten herkennen, volgens de arbeidsinspectie. Later las ik in de krant dat douanemedewerkers op cursus moeten, omdat ze geen valse van echte paspoorten kunnen onderscheiden. En van mij wordt dat dan wel verwacht? Het is een vreemde wereld. Dit is niet de enige slechte ervaring die ik met uitzendbureaus heb. Onlangs kreeg ik een aanslag van 9000 euro. Een uitzendbureau, waarvan ik in 2004 arbeidskrachten had ingehuurd, had geen premies afgedragen. Dus kwamen ze die bij mij vorderen. Als een uitzendbureau failliet gaat moet ik meebetalen. Als een opdrachtgever failliet is, gaat alles naar de belasting en ben ik mijn geld kwijt. Ik snap dat je als ondernemer risico’s draagt, maar als ik door al die boetes qua inkomen onder het bijstandsniveau zit, hoef ik niet op steun te rekenen. De echte ondernemer trekt altijd aan het kortste eind en de zzp’er is de lachende derde. Er is maar één oplossing: de schijnzelfstandige moet de wereld uit. Je bent zelfstandig ondernemer of je bent het niet. Als ze het hoofd niet boven water kunnen houden, moeten ze maar weer voor een baas gaan werken.’
Ondernemer betonstaalverwerkend bedrijf
18
‘Bedrijven openen een vestiging in het buitenland en nemen met die vestiging projecten in Nederland aan’
‘In tijden van crisis verzinnen bedrijven allerlei constructies om de kosten zoveel mogelijk te kunnen drukken. Ik zal een voorbeeld geven van een dergelijke constructie die ik steeds vaker waarneem. Ondernemingen openen een vestiging in het buitenland en nemen met die vestiging projecten in Nederland aan. Die worden dan uitgevoerd door de Nederlandse vestiging met werknemers van het buitenlandse bedrijf. Deze werknemers werken dan onder de buitenlandse cao op de werf in Nederland voor 25 euro per uur. Ter vergelijking: als ik een uurloon van lager dan 33 euro per uur schrijf, kan ik al geen winst meer maken. Ik vermoed dat deze bedrijven opereren in grijs gebied dat niet door wetgeving wordt afgedekt. Je mag op projectbasis vrij uitbesteden binnen de EU. Ik vind dat de regelgeving op dit gebied aangepast moet worden, want bedrijven die geen buitenlandse vestiging openen gaan eraan. Je wordt haast gedwongen om mee te doen met die constructies.’
Ondernemer betonstaalverwerkend bedrijf
19
‘Het bedrijf stak zelf het grootste deel van het loon in eigen zak en betaalde de zzp’ers €12.50 per uur’
‘Een bedrijf dat regelmatig werk voor mij uitvoert, had een aantal zzp’ers voor zich werken. Ik betaalde hem gewoon een volwaardig uurloon voor die zzp’ers. VAR-verklaringen etc., de hele mikmak aan formulieren was in orde. Niets aan de hand, zou je denken. Totdat bleek dat hij zelf het grootste deel van het loon in eigen zak stak en de zzp’ers afscheepte met € 12.50 per uur. De hele keten werd beboet door de Arbeidsinspectie. Ook onze opdrachtgever. Dit is niet bepaald gunstig voor de relatie met de opdrachtgever, een vaste klant van ons. Heel vervelend allemaal. Het meest curieuze vind ik nog wel, dat onze boete drie keer zo hoog is, dan de boete die de onderaannemer is opgelegd. De belangrijkste reden: ik als hoofdaannemer zou de onderaannemer niet goed genoeg gecontroleerd hebben. Ik heb echter aan al mijn verplichtingen jegens de wet ketenaansprakelijkheid voldaan. Er staat nergens dat ik kopieën moet opvragen van wat de onderaannemer gefactureerd krijgt van zijn zzp’ers. De arbeidsinspectie durft nog een stap verder te gaan. Als ik de relatie met de onderaannemer verbreek en hij daardoor failliet gaat, moet ik zijn boete ook nog betalen. Ik word dus gedwongen verder samen te werken, met iemand die me deze streek geleverd heeft. Tegen het fenomeen zzp’er op zich heb ik geen enkel bezwaar. Zeker in deze tijden dat vast personeel te duur is, is het prettig dat je kunt werken met een flexibele schil van zzp’ers. Het probleem is dat de zzp’er geen zelfstandige is, maar een verkapte medewerker. Als een zzp’er zijn been breekt op de steiger, dan is de aannemer daar verantwoordelijk voor.’
20
‘Zzp’ers hebben lak aan arbo-regels en veiligheid, investeren niet in opleiding en dragen geen premies af’
‘Ik werk zelfstandig als kalkzandsteenlijmer. Ik heb nog geen personeel, maar noem mezelf geen zzp’er. Ik ben een ozp’er, een ondernemer zonder personeel. Dat is nadrukkelijk iets anders. De meeste zzp’ers zijn geen echte ondernemers; ze zijn alleen geïnteresseerd in geld verdienen zonder administratieve rompslomp. Dan kun je volgens mij beter werknemer blijven. Het beeld van de gemiddelde zzp’ er is het volgende: Hij begrijpt weinig van ondernemerschap en dat daar bepaalde risico’s aan vastzitten. Ook snapt hij niet dat hij materialen moet voorfinancieren. Verder heeft hij lak aan Arbo-regels en veiligheid, investeert niet in opleiding en draagt geen verzekeringspremies af. Zzp’ers halen de voortgang en de kwaliteit uit de branche. Ik vrees dat dit beeld aardig klopt. De goede niet te na gesproken. In drukke tijden huur ik wel eens zzp’ers in. Het komt voor dat ze twee dagen van te voren afzeggen, omdat ze elders een euro per uur meer kunnen verdienen. En als je ze aan het werk hebt, moet je er bovenop zitten. De betrokkenheid is gering. Als kalkzandsteenlijmer doe ik alleen maar constructief werk. Zzp’ers hebben lang niet altijd de ervaring om dat te doen, maar er is niemand die ze daarop afrekent. Als ze kunnen aantonen dat ze een aantal jaar constructief werk hebben gedaan, zit het wel goed. Ik vind dat er duidelijke regels moeten komen voor wat mag en wat niet. En die regels heb je dan ook te handhaven. De grootste problemen ontstaan doordat ze zichzelf verkopen tegen een veel te laag uurtarief. Zelf vind ik het belangrijk om niet ja en amen te zeggen tegen elke eis van de opdrachtgever. Ik lees leveringsvoorwaarden altijd nauwkeurig en bespreek zaken waarmee ik het oneens ben. Dat doen zzp’ers niet, die lopen als schoothondjes achter hun opdrachtgever aan. Zo maken ze de markt kapot. In de markt zie je nu twee tendensen: aan de ene kant is er een roep om samenwerking en duurzame relaties. En aan de andere kant willen de meeste opdrachtgevers gewoon voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. Als je mee wilt draaien, moet je werk aannemen onder de kostprijs. Dat houd je niet zo lang vol. Om deze misstanden recht te trekken, moet je zzp’ers dwingen om meer uurloon te vragen. Waarom stel je geen kwartsstofheffing in voor zzp’ers die kalkzandsteenlijmer zijn? Dan gaat het uurtarief vanzelf omhoog. Zo’n toeslag is één maatregel, maar ik wil pleiten voor een grootschaliger ontmoedigingsbeleid. Je kunt iemand niet verbieden om te ondernemen, maar je kunt diegene, die het niet kan, wel ontmoedigen. Bijvoorbeeld door aan te geven wat een normaal uurtarief is voor dit werk. De AFNL mag wat mij betreft best een advies regieprijs noemen. Zzp’ers, opdrachtgevers en de overheid moeten wakker geschud worden.’
Ondernemer kalkzandsteenlijmbedrijf
21
‘Met een soepeler ontslagrecht zou ik in drukke tijden zeker geprobeerd hebben om meer mensen in dienst te nemen’
‘Ik ben een betonvlechter met vijf werknemers in dienst. Die kosten me drieëndertig euro per uur; als ik minder reken maak ik verlies. Zzp’ers gaan soms wel vijftien procent onder die prijs zitten. Ik maak dagelijks mee dat zzp’ers, meestal in een groep, rechtstreeks grote vlechtwerken krijgen van een aannemer en dus directe concurrenten worden. Als je als mkb-bedrijf daartegen wilt concurreren ga je failliet. Door de opkomst van de zzp’er in de bouw gaat vakmanschap verloren. Praktijkopleidingen worden ondermijnd. Jongens van achttien jaar, die een half jaar bij een baas hebben gewerkt, gaan al op de zzp-tour. Ze krijgen dan geen gedegen opleiding. Verder zijn de zzp’ers een regelrechte bedreiging van het solidariteitsbeginsel, dat we sinds de Tweede Wereldoorlog kennen. Ik draag netjes mijn premies af om de zwakkeren in de samenleving te helpen. Een zzp’er neemt alleen een verzekering voor zichzelf bij een verzekeringsmaatschappij en draagt verder geen enkele premie af. Zo helpt hij het systeem om zeep. De bedrijfsvorm zzp heeft één voordeel: het brengt een stukje flexibiliteit op de arbeidsmarkt. Dit kun je echter ook bereiken door het ontslagrecht wat soepeler te maken. Een aantal jaar geleden heb ik besloten niemand meer in vaste dienst te nemen, omdat het te duur is om werknemers te ontslaan. Met een soepeler ontslagrecht zou ik in drukke tijden zeker geprobeerd hebben om meer mensen in vaste dienst te nemen.’
Ondernemer betonstaalverwerkend bedrijf
22
‘Een zzp’er kan niet op de stoel van de ondernemer zitten, want heeft niet eens een aansprakelijkheidsverzekering’
‘Ik ken een zzp’er die buitenlandse uitzendkrachten inleent voor 22 euro per uur. Het uurloon boekt hij in als kosten. Hij rekent aan de opdrachtgever 30 euro, en heeft dus 8 euro aan inkomsten. Dat lijkt plausibel, maar hij vergeet, dat hij over die 8 euro inkomstenbelasting moet betalen. Nu heeft hij een flinke naheffing gekregen. Een echte ondernemer zou daar rekening mee hebben gehouden. Een ondernemer draagt risico’s, is hoofdelijk financieel aansprakelijk, denkt mee en waarborgt continuïteit. De zzp’er kan niet op die stoel zitten, want heeft niet eens een aansprakelijkheidsverzekering. Zzp’ers zijn in mijn ogen schijnzelfstandigen. Ondernemers moeten aan allerlei wetten en eisen voldoen en over certificaten beschikken. Een zzp’er heeft niet de lasten van een werkgever en rekent een lager uurloon. Ze doen maar wat. Er wordt met verschillende maten gemeten en er ontstaat en ongelijk concurrentieveld. De zzp’er heeft kansen gekregen als een soort duizendpoot die kleine klusjes aan kan nemen. We kunnen concluderen dat dit in de praktijk anders is uitgepakt. Het is totaal uit de hand gelopen. Nu zijn de meesten gewoon verkapte werknemers.’
Ondernemer betonstaalverwerkend bedrijf
23
‘Als het regent zitten de payrollers onbetaald in de keet te wachten tot het droog is, terwijl ik mijn vaste personeel wel door moet betalen’
‘Net als in de rest van de bouw is de hoeveelheid werk bij ons, de rietdekkersbranche, sinds 2008 drastisch afgenomen. Sinds die tijd heb ik last van op zijn minst bedenkelijk constructies om de kosten te drukken. Men huurt payrollende rietdekkers uit het buitenland in, die op papier zelfstandig zijn. Deze payrollers verdienen 11 tot 25 euro per vierkante meter dakbedekking. Onmogelijke prijzen. Rietdekken kan alleen als het droog is. Afgelopen twee jaren waren er veel natte periodes en kon er voortdurend niet gewerkt worden. Werkweken van vijftien uur waren geen uitzondering. De payrollers zaten telkens onbetaald in de keet te wachten, totdat ze aan de slag konden. Voor de inlener was dit geen bezwaar, die betaalt toch voor afgeleverd werk. Als rietdekker die volgens de bouw-cao zijn Nederlands personeel per uur moet betalen, kan ik hier niet tegenop. Het regenverleturen moet ik namelijk wel zelf betalen. Bovendien zijn er veel verplichte afdrachten, waardoor werknemers nog duurder worden. In de praktijk zien wij hierdoor op de grotere projecten nog vrijwel uitsluitend buitenlandse rietdekkers werken. Zelfs de Nederlandse zzp’ers zullen een tarief moeten hanteren dat minstens dubbel zo hoog ligt. Ook zij komen voor dit werk dus niet langer in aanmerking. En nu er door de crisis bijna geen grotere projecten meer zijn, zie je de payrollers zelfs op kleinere projecten. Het concurrentie nadeel wordt daardoor door de rietdekbedrijven nog pijnlijker gevoeld. Je kunt je bijna niet meer veroorloven het dure Nederlandse personeel in dienst te houden.’
Ondernemer rietdekkersbedrijf
24
Conclusies
De AFNL constateert dat haar achterban lijdt onder de concurrentievervalsende gevolgen van schijnzelfstandigheid. bemiddelingsbureaus en coöperatieve organisaties bieden individuele en complete teams van • Zogenaamde zogenaamde zzp’ers aan, die tegen uurtarieven werken ver beneden de minimale uurlonen van personeel in vast dienstverband. De praktijken van deze bureaus zijn te omschrijven als moderne koppelbazerij. 70 procent van de bouwplaats-zzp’ers zijn schijnzelfstandigen, want ze voldoen niet aan de eisen • Zeker die aan zelfstandigheid mogen worden gesteld. Ze kunnen de werkzaamheden niet zelfstandig uitvoeren; ze bepalen niet zelf hun tarieven; ze nemen het werk niet zelf aan; ze factureren niet zelf en kunnen niet beroepsaansprakelijk worden gesteld. Verder zijn ze zelden verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. leger schijnzelfstandigen valt niet onder de dure bouw-cao. De schijnzelfstandigen dragen dus niet bij • Het aan bedrijfstakeigen voorzieningen als het O&O fonds. Derhalve ondermijnen ze een gedegen opleiding van jonge vakmensen. Uiteindelijk gaat dat ten koste van kwaliteit en veiligheid van de gebouwde omgeving. zijn zelf vaak slachtoffer van een systeem dat hen aanspoort voor het zzp-schap te • Schijnzelfstandigen kiezen. Ze vallen in handen van moderne koppelbazen in driedelig blauw. Om toch een standaardinkomen te verwerven, maken ze lange dagen en nemen de regels van veiligheid en persoonlijke bescherming met een korreltje zout. Jonge schijnzelfstandigen van vandaag zijn de arbeidsongeschikten van morgen. op de weg van afbraak van het ondernemende middensegment in de bouwnijverheid heeft • Voortgaan verstrekkende gevolgen. Niet alleen voor de mkb-ondernemer zelf of voor de schijnzelfstandige, ook voor de samenleving als geheel. Immers een gezond mkb in de bouwnijverheid is een waarborg voor werkgelegenheid met perspectief en een waarborg voor de kwaliteit en de veiligheid van onze gebouwde omgeving. Het beleid dient gericht te zijn op behoud van het mkb in de bouwnijverheid.
25
Aanbevelingen
Op grond van de bevindingen doet de Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra de volgende aanbevelingen aan overheid en ondernemers. wettelijke maatregelen waardoor zzp-bemiddelingsbureaus en coöperatieve zzp-organisaties • Neem niet langer hun huidige activiteiten van ondermijnende en uitbuitende activiteiten kunnen voortzetten. Naleving en handhaving van wetgeving ter beteugeling van deze uitwassen is essentieel voor een gezonde arbeidsmarkt in de bouwnijverheid; erop toe, dat zelfstandigen zonder personeel voldoen aan eisen die men redelijkerwijs mag stellen aan • Zie ondernemers; ook als ze geen personeel hebben, dragen een eigen verantwoordelijkheid zich te verzekeren • Zelfstandigen, tegen arbeidsongeschiktheid en beroepsaansprakelijkheid. Hetzelfde geldt voor uitleners van personeel (uitlenersaansprakelijkheid). Draagt men die verantwoordelijkheid niet, dan zou men daartoe gedwongen moeten worden krachtens een wettelijk opgelegde verzekeringsplicht; voor een registratiesysteem voor zzp’ers. Daaraan zou een zogenaamde ‘skill card’ gekoppeld kunnen • Zorg worden; slotte meer een oproep aan mkb-ondernemers dan een aanbeveling. Het is in deze moeilijke tijden • Ten lang niet altijd eenvoudig om vast te blijven houden aan de kernwaarden waar de AFNL, de aangesloten brancheorganisaties en de individuele leden zo trots op zijn. Het gaat om kernwaarden waarop het midden- en kleinbedrijf zich altijd heeft kunnen profileren: kwaliteit, betrouwbaarheid, continuïteit en een deugdelijke opleiding voor de jonge vakmensen. Dat profiel krijgt niet in de laatste plaats gestalte, doordat de mkb-ondernemers hun opdrachten uitvoeren met personeel in vast dienstverband. Het is zaak die goede mensen vast te houden, door te gaan met opleiden van jonge vakkrachten en te blijven strijden voor een eigentijdse en flexibele bouw-cao! Als gezegd: geen eenvoudige opgave in deze tijd. Maar als de mkbondernemer zijn kernwaarden verlaat, houdt hij op mkb-ondernemer te zijn.
26
Mei 2012
Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra Dukatenburg 90-03 3437 AE Nieuwegein Telefoon: (030) 603 58 54 Fax: (030) 634 20 40
[email protected] http://www.aannemersfederatie.nl